Spiegeloog Tijdschrift voor de Afdeling Psychologie
Natuurlijk Juni 2017 - Jaargang 44 - Nummer 383
44e Jaargang nr. 383, juni 2017 ISSN 0166-1930 Spiegeloog is een blad voor de Afdeling Psychologie, Universiteit van Amsterdam w: spiegeloog.tumblr.com
REC-G Kamer -1.10 Nieuwe Achtergracht 129B 1018 WT Amsterdam t: 020 - 525 67 58 Postbus 15934 1001 NK Amsterdam e: spiegeloog-fmg@uva.nl
Hoofd-/Eindredactie Emma Laura Schouten & Vincent Siderius.
Natuurlijk Onnatuurlijk
I
n de huidige maatschappij heeft ‘natuurlijk’ een positieve connotatie. Het woord heeft daarbij de bijklank van authentiek, ongekunsteld, ongerept. Hoe natuurlijker, hoe beter: de superfood-beweging en balkonmoestuintjes zijn voorbeelden van maatschappelijke hypes die gebaseerd zijn op deze redenering. Toch is het te makkelijk om ‘natuurlijk’ op één lijn te stellen met ‘goed’ en ‘onnatuurlijk’ met ‘slecht’. Inentingen zijn onnatuurlijk, maar zijn wel de reden dat mensen over het algemeen ouder worden dan vijf jaar. Euthanasie is onnatuurlijk, maar zorgt er wel voor dat mensen in uitzichtloze situaties uit hun lijden verlost kunnen worden. Natuur is niet per definitie goed of slecht, natuur is. Dat het onderscheid tussen natuurlijk en onnatuurlijk lang niet altijd zinnig is, blijkt alleen al uit het feit dat mensen het verschil ertussen vaak maar moeilijk kunnen ontdekken. Neem de cover van dit nummer, een foto die de suggestie opwekt van een surrealistisch, bijna buitenaards landschap. Is het een set? Is de foto bewerkt? Nee; de Antelope Canyon in de Verenigde Staten ziet er echt zo uit. Het is een zogenaamde slot canyon: de vreemde vormen zijn zo gesleten door stromend water. Natuurlijk onnatuurlijk dus. Voor dit nummer vroeg April voor De Wandelgang aan mensen welke eigenschap ze duidelijk van hun ouders hebben geërfd, Rosie ging voor Op Kamers langs bij Roy Sijbom en Wolter schreef een recensie over de film Broers. Nieuwe redactieleden Floris en Rosa debuteerden respectievelijk met een artikel over routines en een artikel over de nieuwe (nog niet officieel erkende) eetstoornis orthorexia. Maaike ontleedde voor haar stuk de behoeftige samenleving en oud-redactielid Gea-marit schoof weer eens aan en schreef over het milieu. Dit nummer is het laatste nummer van dit studiejaar, en tevens het laatste nummer voor ons als hoofdredactie. Het is tijd voor een frisse wind, en we wensen Maaike en Wolter veel succes met het leiden van de redactie. Vincent en Emma Laura
Redactie Wolter de Boer, Rosa Breed, Gea-marit Dekker, Floris Roelofs, Maaike Posthuma, April te Spenke, Rosie Zheng. Aan dit nummer werkten mee Roy Sijbom, Denny Borsboom, Anna Urai, Lisa Wijsen. Cover Carlijn Schoutens. Fotografie Carlijn Schoutens, Vincent Siderius, April te Spenke. Illustraties Chitra Mohanlal, Maaike Posthuma. Opmaak en vormgeving Wolter de Boer, Maaike Posthuma, Vincent Siderius. Drukkerij Drukkerij de Raddraaier Van Ostadestraat 233 b 1073 TN Amsterdam 020 - 673 05 78 Reacties, commentaren en ingezonden brieven zijn van harte welkom. Voor lange artikelen die ter publicatie worden aangeboden, is het verstandig eerst contact op te nemen met de redactie. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen in te korten of te wijzigen. Spiegeloog verschijnt zeven keer per jaar. Niets uit deze uitgave mag vermenigvuldigd worden zonder schriftelijke toestemming van de redactie.
Inhoud
10
16
Tabula Rasa
Orthorexia
Homo Deus - Yuval Noah Harari
Ongezond gezond eten
Redactie 4 De Wie zijn wij?
met Overvloed 12 Overleven Hedendaagse survival
en CREA Orkest 21 SKA In het Concertgebouw
Kamers 7 Op Roy Sijbom
Toren 15 Ivoren De Natuur
Wandelgang 22 De Welke eigenschap heb jij
5 Het Vaste Patroon
Onze dagelijkse routine
geĂŤrfd van je ouders?
8 Klimaatverandering Was het maar een meteoriet Rondvraag 11 De Wijsen aan Urai
Like ons op Facebook
Obscura 19 Camera Broers
Bacchus 24 The road not taken
je dat...? 20 Wist Fun nature facts
Lees ons op Tumblr
Universiteit van Amsterdam
De Redactie
Wolter de Boer 22 jaar Bachelor, Propedeuse
Spiegeloog
Gea-marit Dekker 25 jaar Master, Gedragsverandering Radboud Universiteit Nijmegen
Rosa Breed 26 jaar Bachelor, Tweede Jaar
Floris Roelofs 24 jaar Master, Brein & Cognitie
4 Juni 2017
Maaike Posthuma 26 jaar BSc, Klinische Psychologie
Vincent Siderius 25 jaar Master, Sport- & Prestatiepsychologie en Arbeids- & Organisatiepsychologie
Rosie Zheng 19 jaar Bachelor, Propedeuse
Emma Laura Schouten 22 jaar Master, Neerlandistiek: Redacteur/Editor
April te Spenke 22 jaar Bachelor, Sociale Psychologie
Jouw naam hier? Hou je van schrijven? Mail naar spiegeloog-fmg@uva.nl en word redactielid!
Het Vaste Patroon Dagelijks voeren we routines uit waar we niet bij stil hoeven te staan. We zijn in staat om gedragingen te automatiseren tot gewoontes die cognitief worden verankerd. Op welke wijze gebeurt dit, en welke voor- en nadelen levert het op? Vanuit een evolutionair oogpunt heeft het automatiseren van gedrag een adaptieve functie, maar hoe ontvankelijk zijn wij daar als mensen in de huidige samenleving nog voor?
elen van ons worden ’s ochtends wakker en beginnen de dag met een vast patroon. We stappen onder de douche, eten ons ontbijt en poetsen onze tanden. Misschien kijken we wel even naar het nieuws om de actualiteiten van de dag vast te stellen. Dit is een normale gang van zaken waar we nauwelijks stil bij hoeven te staan. Douchen en ontbijten zijn gewoontes waarmee we ons hele leven al te maken hebben. Het zijn terugkerende elementen in ons leven die vanzelfsprekend zijn geworden.
gedrag deels onderhevig is aan impliciete aannames die wij als mens vormen.
Dat oncontroleerbare handelingen kunnen berusten op impliciete aannames blijkt uit een onderzoek van Phelps en collega’s (2000) waarbij neutrale gezichten van gekleurde en witte mannen geëvalueerd moesten worden door witte deelnemers. Hierbij was amygdala-activiteit voorspellend voor onbewuste raciale attitudes, maar niet voor zelfgerapporteerde bewuste raciale attitudes. Ook al gaven de deelnemers expliciet aan geen vooroordelen te hebben over Herhalende patronen en routines in ons gedrag hebben voorgekleurde mensen, oncontroleerbaar gedrag zoals de schrikdelen. Nadenken kan hierdoor overbodig worden gemaakt. reactie, gemeten met de pupilreflex, was bij deze groep desTijdens een routine zijn er momenten waarop alleen de alniettemin versterkt. Dit onderzoek laat zien dat bewuste reflexen zich in hoeven te spannen en gedachteloos handemeningen onafhankelijk kunnen zijn van onbewuste voorlingen verricht kunnen worden op basis van herkenbaarheid. oordelen. Onbewuste vooroordelen kunnen gedrag sturen. Dit geautomatiseerde gedrag geeft ons de gelegenheid om Deze worden waarschijnlijk veroorzaakt door veel blootonze aandacht op iets anders te richten. Hierdoor zijn we stelling aan de associatie in staat om te multitasken tussen mensen met een en kunnen we verschilgekleurde huidskleur lende bezigheden tege- Onbewuste vooroordelen en negatieve beelden in lijkertijd uitvoeren, zoals kunnen gedrag sturen populaire media zoals tv, het lezen van de krant films en kranten. Hiertijdens het ontbijt of door implementeren we praten met een passagier impliciete aannames in tijdens het autorijden. Ap ons gedrag zonder dat we het doorhebben. Zeker wanneer Dijksterhuis heeft in zijn boek Het slimme onbewuste (2011) het gaat om sociale interacties tussen mensen van verschiluitgebreid geschreven over geautomatiseerde gedragingen, lende rassen laat dit soort geautomatiseerd gedrag zijn negadie hij aanduidt met de term ‘automaticiteit’. Om deze term tieve kanten zien. als zo dergelijk te kunnen bestempelen stelde Dijksterhuis dat een handeling aan minstens een van de vier criteria moet Los van het dualistische karakter van geautomatiseerd voldoen. Het eerste criterium is dat het om een onbewuste gedrag, lijkt het vaak bepaald te worden door blootstellinhandeling moet gaan. Daarnaast moet de handeling efficigen aan verschillende contexten op specifieke momenten. ënter zijn dan wanneer de handeling bewust zou worden uitgevoerd, waarmee naar de energiebesparende rol van Hiervoor kan op basis van ervaringen een cognitief model gemaakt worden over hoe de wereld werkt zodat er adequaat automaticiteit wordt gerefereerd. Ook mag er geen intentie op die wereld gereageerd kan worden. Deze modellen zijn aan ten grondslag liggen en tot slot moet het oncontroleerals het ware verschillend gekleurde ‘brillen’ die bepalen wat baar zijn. Dit laatste criterium laat zien dat geautomatiseerd
5 Juni 2017
V
Spiegeloog
Tekst: Floris Roelofs
Spiegeloog
6
we zien en doen. We hebben ze nodig om snel te kunnen reageren en ons door de complexe wereld te kunnen bewegen. Dit adaptieve systeem speelt een fundamentele rol binnen de evolutieleer. Een darwinistische theorie die bekend staat als het ‘Baldwin-effect’ beschrijft hoe aangeleerd gedrag uiteindelijk erfelijk kan worden vastgelegd als instinctief gedrag en zodanig als automaticiteit kan worden gezien. Het belangrijkste idee hiervan is dat contextueel bepaald gedrag over tijd kan worden vastgelegd als instinct (Papineau, 2005). Een mooi voorbeeld dat dit illustreert is de eigenschap van lijsters om slakkenhuisjes te breken om voedsel te vergaren. Enkele voorouders van de lijsters hebben geleerd om dit te doen. De individuen uit de voortkomende generaties die dit gedrag het snelst konden overnemen hadden een grotere kans op overleving en zodoende voordeel in natuurlijke selectie. De nakomelingen hiervan zullen de eigenschap nog sneller leren door hun genetische aanleg en uiteindelijk wordt aangeleerd gedrag verankerd als aangeboren gedrag.
Juni 2017
Een voor de hand liggende vraag is of het Baldwin-effect zich ook bij de soort homo sapiens voordoet. In het boek Evolueren wij nog? schrijven auteurs Nico van Straalen en Dick Roelofs (2017) dat de mens zich heeft losgemaakt van het Baldwin-effect. Bijna al ons gedrag moet aangeleerd worden. De enige instinctieve gedragingen, zaken die niet door anderen voorgedaan hoeven te worden, hebben te maken met basale driften zoals eten, voortplanting, angst en agressie. Voor de mens zijn, door de samenleving waarin de soort leeft, kaders gesteld waarbinnen natuurlijke selectie voor een groot deel buitenspel gezet is. Geautomatiseerd gedrag wordt hierdoor minder snel vanuit generaties doorgegeven maar des te meer vanuit maatschappelijke factoren, bepaald door een huidige tijdsgeest. Vanuit een sociaal-politieke consensus wordt bepaald wanneer gedrag als normaal gezien kan worden binnen haar samenleving. Door herhaaldelijke blootstelling hieraan wordt deze consensus uiteindelijk vanzelfsprekend. Tijdens de recentelijke verkiezingscampagne voor de Tweede Kamer was het de VVD die aanspraak maakte op deze vanzelfsprekendheid. Los van het politieke aanvalsplan was de slogan ‘Normaal. Doen.’ bedoeld als een oproep aan de burger om zichzelf eens in de spiegel te bekijken. Hiermee forceerde de VVD ons om stil te staan bij de vraag of ons gedrag binnen
de bandbreedte valt die deze partij voor ogen heeft. Maar is het voor iedereen wel zo vanzelfsprekend om elkaar de hand te schudden, respect te tonen voor leraren of elkaar te helpen tijdens moeilijke omstandigheden? Moeten de mensen die dit niet normaal vinden zich gaan aanpassen en in die zin zich abnormaal gaan gedragen? Het is een paradox die verdwijnt als we erkennen dat niemand dezelfde invulling kan geven aan het begrip ‘normaal’. Wat vervolgens overblijft is een holle boodschap met louter politieke retoriek.
Uiteindelijk vertonen we allemaal gedrag dat voor onszelf vanzelfsprekend, aangeleerd of automatisch is. Ongeacht of en hoe we erbij stilstaan. We gedragen ons naar de meest natuurlijk mogelijke versie van onszelf. Zelfs wanneer we op dit gedrag worden aangesproken, dan nog is het moeilijk onze ongecontroleerde gedragingen aan te passen. De samenleving waarin we leven bepaalt voor een groot deel hoe ons gedrag tot stand komt, wat geaccepteerd is en wat niet, en dat kan niet in enkele weken verkiezingscampagne worden veranderd. We verankeren onszelf zodoende in vaste gewoontes en patronen. Het lijkt erop dat we het douchen, ontbijten en tandenpoetsen niet snel zullen vergeten.<<
Bronnen
- Dijksterhuis, A. P. (2011). Het slimme onbewuste. Prometheus. - Papineau, D. (2005). Social learning and the Baldwin effect. Evolution, Rationality, and Cognition, 40-60. - Phelps, E. A., O’Connor, K. J., Cunningham, W. A., Funayama, E. S., Gatenby, J. C., Gore, J. C., & Banaji, M. R. (2000). Performance on indirect measures of race evaluation predicts amygdala activation. Journal of cognitive neuroscience, 12(5), 729-738. - Van Straalen, N. M., & Roelofs, D. (2017). Evolueren wij nog?: alles wat je wilt weten over ontwikkeling en evolutie van ons lichaam. Amsterdam University Press.
Illustratie: Maaike Posthuma
Op Kamers
Roy Sijbom - Gebouw G 2.11 Tekst & Foto’s: Rosie Zheng en Vincent Siderius
Roy Sijbom is universitair docent bij de programmagroep Arbeids- en Organisatiepsychologie. Hij doet onder andere onderzoek naar creativiteit en innovatie binnen organisaties en in het bijzonder naar de rol die leidinggevenden daarin vervullen.
Koffiemokken
Spiegeloog
‘Deze mokken heb ik afgelopen vaderdag gekregen. Op beide staat een afbeelding van mijn dochtertje. Op de ene mok zie je haar in haar eerste levensjaar en op de andere is ze een jaartje ouder. Ik heb ze in eerste instantie veel gebruikt maar er komt heel weinig koffie uit de automaat dus dan is de mok zo leeg. Ik kijk vaak naar ze. Dan zie ik de vrolijkheid van mijn dochtertje en fleur ik weer helemaal op. Als ik een slechte dag heb of als ik slechte reviews krijg op mijn paper, geeft dat me toch weer wat energie.’
Proefschrift
‘Wanneer je je proefschrift laat drukken, krijg je zowel een simpele als een chiquere versie. In de chique versie staat precies hetzelfde als in de andere versies, maar hij heeft een mooiere kaft. Mijn onderzoek ging over de reactie van werkgevers op de creatieve ideeën van werknemers. Wat gebeurt er wanneer je als werknemer creatieve ideeën communiceert naar je werkgever? Uit het onderzoek bleek dat de ene werkgever er wel open voor staat en de andere niet. Het bleek dat prestatiedoelen van werkgevers daarop van invloed waren. Leidinggevenden die een prestatiegericht doel hadden zagen de creatieve ideeën meer als een bedreiging op hun eigen competenties en imago. Dit in tegenstelling tot de leidinggevenden met een leergericht doel, die de creatieve ideeën als een mogelijkheid zagen om ook zichzelf te kunnen ontwikkelen.’
‘Deze keychain is van het allereerste congres waar ik als promovendus naartoe ben geweest. Mijn eerste congres was een jaarlijkse management meeting in Chicago waaraan tienduizend mensen deelnamen. Op het congres presenteerden PhD-studenten en onderzoekers hun werk. Het werk dat ik presenteerde betrof mijn allereerste studie die ik als promovendus had uitgevoerd. Ik moest helemaal naar Chicago om vijftien minuten te presenteren en ik was ontzettend zenuwachtig. Er was een discussiant tijdens mijn presentatie die commentaar leverde op, en vragen stelde over, mijn onderzoek. Dit was Ed Locke, een bekende onderzoeker. Ik had al gehoord dat hij niet erg sympathiek was. De presentatie ging goed, maar achteraf ging Ed Locke hevig tekeer. Ik stond met mijn mond vol tanden. Het was niet meteen mijn beste ervaring.’
Juni 2017
Keychain
7
Was het maar een Meteoriet Klimaatverandering gaat niet snel genoeg
Op mijn balkon groeien radijsjes, kroppen sla en aardbeien. Afval scheid ik tot de kleinste onderdelen en als het even kan pak ik de fiets in plaats van de auto. Ik heb misschien geen geitenwollensokken aan, maar ik zou mijzelf met een gerust hart een duurzaam milieu-miepje willen noemen. Of nou ja… ik zou het willen zijn. Want ben ik wel zo groen als ik denk dat ik ben?
Tekst: Gea-marit Dekker
Spiegeloog
8
H
Juni 2017
oe kan het dat ik vaak toch een enorme CO2-voetafStel je eens voor dat wetenschappers erachter komen dat druk achterlaat, terwijl ik diep vanbinnen eigenlijk een zo’n meteoriet onderweg is naar onze aardbol. Wat zouden groen hartje heb? Want ook ik stap geregeld in de auto, vlieg ze doen als ze ontdekken dat de meteoriet binnen een aantal de wereld over en eet af en toe vlees. Waarom gedraag ik mij jaar alles zal verwoesten? Door de inslag stijgt de temperaniet zo groen als ik zou willen en hoe kan het dat ik hierin tuur, smeltende ijskappen doen stukken land overstromen, zeker niet de enige ben? Jaren geleden concludeerden wetenen op de plek van de inslag zal niemand het overleven. Waarschappers op grote congressen namelijk al dat het niet goed schijnlijk roepen de wetenschappers de knapste koppen van gaat met het klimaat en met de wereld (Luttikhuis, 2017). de wereld bij elkaar om er samen alles aan te doen om deze Shell wist dertig jaar geleden al dat olie enorm vervuilend is meteoriet te stoppen. Misschien kunnen we hem kapotschieen zette toch geen stappen om zich te profileren als duurten, van koers laten veranderen of op een andere manier zaam bedrijf om de wereld voor dit gevaar te waarschuwen laten verdwijnen? De meteoriet zou volgens Marshall in (Bijlo, 2017; Mommers, 2017a). Aan kennis over klimaatverieder geval niet ontkend of onderschat worden, iets wat andering of duurzaamgrote wereldleiders wel heid ontbreekt het ons systematisch met kliin de 21e eeuw niet meer, maatverandering doen. maar toch komt de - Diep van binnen duurzame levensstijl pas Dat klimaatverandering heb ik een groen hartje sinds een aantal jaren een soort meteoriet is langzaam op. Duurzaam – niet één van het plotszijn is hip, maar zeker klaps allesverwoestende nog niet normaal en al soort, maar een sluihelemaal niet de standaard. Hoe kan het dat vrijwel iedereen pende indringer – lijken we als mensen niet te kunnen zien. het milieu belangrijk vindt en vrijwel iedereen weet hoe we Door de vage kenmerken van klimaatverandering reageren onze planeet schoon moeten houden, maar bijna niemand we er anders op dan op de goed te begrijpen meteoriet. Een zich hier naar gedraagt? meteoriet is een concreet, zichtbaar en letterlijk tastbaar object dat maar lastig te ontkennen valt. KlimaatverandeHet antwoord op deze vraag is eigenlijk heel simpel: kliring gaat daarentegen zo langzaam dat het haast onzichtbaar maatverandering is een te ingewikkeld probleem voor ons is. Het is een abstract fenomeen en nog niet iedereen kan (Marshall, 2014). Technisch gezien is het gemakkelijk tegen of wil geloven dat het bestaat. Mensen komen in actie voor te gaan, maar het probleem is op psychologisch niveau simzichtbare problemen waarvan de directe gevolgen duidelijk pelweg niet te bevatten. Klimaatverandering is een te vaag zijn (Mommers, 2017b). Maar om in actie te komen en korconcept, een te traag en te onzichtbaar probleem. Klimaattetermijngelukjes af te slaan voor het grotere goed op de verandering is in alles het tegenovergestelde van bijvoorlangere termijn, daar zijn we als mensen nu eenmaal niet van beeld een allesverwoestende meteoriet, wat volgens George gediend. De auto is eigenlijk het snoepje dat je af moet slaan Marshall, expert op het gebied van klimaatcommunicatie, als je wilt afvallen. ervoor zorgt dat de mens er niet mee om kan gaan. Tel daarbij op dat klimaatverandering een ingewikkelde
Volgens Marshall (2014) is ook het antwoord op deze vraag simpel. De manier waarop klimaatverandering en de gevolgen hiervan in beeld worden gebracht is te negatief. Als ik aan klimaatverandering denk, zie ik een ijsbeer ronddobberen op een veel te kleine ijsschots. Ik zie een dor en doods landschap in Afrika of juist overstromingen elders in de wereld. Door de problemen op deze manier zichtbaar te maken worden we bang, en angst werkt verlammend. De schrikwekkende beelden ontmoedigen ons. We kunnen er niet mee omgaan en dit zorgt ervoor dat we de problemen ontkennen, bagatelliseren of simpelweg negeren. Dat de media de problemen zichtbaar maken met als onderliggende boodschap dat we in actie moeten komen werkt dus juist averechts. Het doet ons inzien dat het allemaal al geen zin meer heeft, het laat ons zien dat de schots van de ijsbeer niet groter zal worden en dat er nog steeds geen regen in Afrika valt. Het lukt ons door deze beelden niet meer om oplossingen te bedenken en zien we geen alternatief meer. We gaan door met wat we nu doen.
Bronnen
- [Afbeelding] Opgehaald op 17 mei 2017 op https://lh6. googleusercontent.com/-qbhgYkyhABM/TX-LO3_jsvI/ AAAAAAAAFAg/YM3thx5qlMU/s1600/Mooie-beren-achtergronden-leuke-beer-wallpapers-34.png/. - Bijlo, E. (2017). Shell waarschuwde in jaren tachtig voor klimaatprobleem, maar kwam niet in actie. Trouw. Opgehaald op 10 mei 2017 van https://www.trouw.nl/groen/shellwaarschuwde-injaren-tachtig-voor-klimaatprobleem-maar-kwam-niet-in actie~a42653bf/. - Luttikhuis, P. (2017). Als het klimaatprobleem zo acuut is, waarom doen we dan niks? NRC. Opgehaald op 10 mei 2017 van https://www.nrc.nl/nieuws/2017/02/24/als-het-zo-acuut-iswaarom-doen-we-dan-niks-6969785-a1547583/. - Marshall, G. (2014). Don’t even think about it: Why our brains are wired to ignore climate change. Bloomsbury Publishing USA. - Mommers, J. (2017a). Reconstructie: Zo kwam Shell erachter dat klimaatverandering levensgevaarlijk is (en ondermijnde het alle serieuze oplossingen). De Correspondent. Opgehaald op 10 mei 2017 van https://decorrespondent.nl/6262/reconstructie-zo-kwam-shellerachter-dat-klimaatverandering-levensgevaarlijk-is-en-ondermijndehet-alle-serieuze-oplossingen/690128758-e657cfa2/. - Mommers, J. (2017b). Waarom we zo vaak zwijgen over het klimaat (en hoe we dat kunnen doorbreken). De Correspondent. Opgehaald op 10 mei 2017 van https://decorrespondent. nl/3514/waarom-we-zo-vaak-zwijgenover-het-klimaat-en-hoe-we-dat-kunnendoorbreken/387274426-a950604f/. - Mommers, J. (2017c). Laten we elkaar betere verhalen vertellen over klimaat, duurzaamheid en energie. De Correspondent. Opgehaald op 10 mei 2017 van htt ps://decor r espondent.nl/2804/ laten-we-elkaar-betere-verhalen-vertellen-over-klimaat-duurzaamheid-enenergie/309026036-dd43ecec/. - Stoknes, P. E. (2015). What we think about when we try not to think about global warming: toward a new psychology of climate action. Chelsea Green Publishing.
Spiegeloog
Dat ik gauw even denk aan de smog in steden als Beijing wanneer ik een ritje met de auto maak, of aan grote kolencentrales als ik een vliegvakantie boek is dus eigenlijk helemaal niet zo raar. Ik kan simpelweg niet omgaan met het fenomeen klimaatverandering. Maar zorgwekkend is het wel. Want als we als mens het probleem van klimaatverandering niet begrijpen, hoe kunnen we het dan toch samen oplossen?
We hebben dus andere verhalen en beelden nodig. Verhalen over hoe het ook kan, over hoe het eigenlijk zou moeten. Verhalen over de helden die het al goed doen, beelden van successen. Psycholoog Per Espen Stoknes (2015) stelt dat als we mensen willen motiveren en stimuleren, we drie positieve verhalen tegenover één negatieve moeten vertellen. Op die manier laat je tegelijkertijd naast de urgentie ook manieren zien hoe het wel moet. Misschien beelden van mijn radijsjes of van mijn fietsende ik? <<
9 Juni 2017
achtergrond heeft. Want is het een economisch of politiek probleem? Je zou het zelfs als een cultureel of technisch probleem kunnen definiëren (Mommers, 2017c). Daar komt nog bij dat het alle landsgrenzen overstijgt, wat het lastig maakt om een schuldige, verantwoordelijke of oplosser aan te wijzen. Dit terwijl iedereen op aarde zijn aandeel heeft. Of nee, dit dankzij het feit dat iedereen zijn aandeel heeft.
Tabula Rasa Tekst: Wolter de Boer
Homo Deus van Yuval Noah Harari
H Spiegeloog
10
arari’s eerste boek, Sapiens: Een kleine geschiedenis van de mensheid is in veertig talen vertaald en werd een bestseller. In dat boek probeerde de Israëlische geschiedenisprofessor antwoord te geven op een aantal van de meest prangende vragen voor de mensheid, zoals waar we vandaan komen en hoe we geworden zijn wie we zijn. Nu heeft zijn boek een opvolger: Homo Deus: Een kleine geschiedenis van de toekomst.
Juni 2017
Hoewel het onderscheid in onderwerp tussen de twee boeken duidelijk lijkt – Sapiens gaat over wat er achter ons ligt, Homo Deus over wat de toekomst voor ons in petto heeft – is Homo Deus niet enkel een voorspelling. Harari neemt eerst opnieuw de tijd om in de geschiedenis van de mensheid te duiken. Hij geeft een uitgebreide beschrijving van hoe de homo sapiens zich ontwikkeld heeft en hoe we over de jaren als soort naar onszelf hebben gekeken. Al snel wordt duidelijk dat hoe onze toekomst eruit gaat zien innig verweven is met hoe we ons als soort ontwikkeld hebben. Homo Deus schetst eerst hoe de mensheid enorme obstakels is overkomen. Oorlogen, hongersnood en ziekten die verantwoordelijk waren voor het uitroeien van grote delen van de mensheid liggen nu voor het grootste deel achter ons. Enorme vooruitgang in de genetica en biotechnologie zorgen ervoor dat we steeds beter in staat zijn tot het overwinnen van ziekten die we nu nog niet de wereld uit hebben kunnen helpen. Ons verleden stond in het teken van het overkomen van alle bedreigingen die onze natuurlijke habitat verstoorden, terwijl volgens Harari de toekomst in het teken zal staan van het overwinnen van onze eigen natuurlijkheid. Hij schetst hoe de nieuw-
ste biologische, technologische en neurowetenschappelijke inzichten ingezet kunnen gaan worden om niet alleen zieke mensen beter te maken, maar ook om gezonde mensen te verbeteren. Voor ons is het mogelijk om een voorstelling te maken van wat wezens als wij, met de cognitieve capaciteiten die we op dit moment bezitten, zouden doen met de technieken die mensverbetering mogelijk maken. Echter, zo stelt Harari, we kunnen ons nooit voorstellen hoe de volgende generaties, met wellicht al verbeterde fysieke en mentale eigenschappen, zullen omgaan met de nieuwe technieken die tegen die tijd voorhanden zijn. Dat maakt ook Harari’s toekomstvoorspellingen slechts speculatie, waarmee hij misschien wel meer vragen oproept dan beantwoordt. De belangrijkste vraag die hij maant is dan ook niet wie de mens van morgen is, maar vooral wie de mens van morgen wil zijn. Homo Deus is een prikkelende inleiding op weg naar het beantwoorden van deze vraag en zeker interessant voor de psycholoog (in spe) die zich afvraagt hoe de toekomst van de menselijke psyche er mogelijk uit gaat zien. Zo laat Harari onderwerpen als psychofarmaca, vrije wil en Quantified Self uitgebreid de revue passeren. Daarmee is Homo Deus niet alleen een voorspelling over de toekomst van de mensheid, maar vooral over wat het betekent om een mens in de toekomst te zijn. Homo Deus: Een kleine geschiedenis van de toekomst. Thomas Rap. Voor €24,99 te verkrijgen bij boekwinkel of website.
De R ndvraag
Beste Anne, De biologische psychologie richt zich op het verbinden van gedrag aan (neuro)biologische verklaringen. In je eigen onderzoek zoek je biologische verklaringen voor het nemen van bepaalde beslissingen. In hoeverre zie jij biologische verklaringen als de toekomst van de psychologie? Is er volgens jou nog heil in psychologisch onderzoek dat niet de nadruk legt op biologische mechanismen? Lisa
Het antwoord van Anne Urai (Brein & Cognitie) Beste Lisa, De psychologie onderzoekt menselijke gedrags- en denkpatronen in alle vormen en maten. Ik vind dat op dit moment een nadruk op biologische mechanismen niet praktisch of wenselijk is bij veel psychologische vraagstukken. Ten eerste zijn biologische mechanismen niet nodig voor onderzoek dat als doelstelling heeft om gedrag te voorspellen en veranderen, zoals in de klinische en toegepaste psychologie. De stoomtrein werd uitgevonden toen de theorie van de thermodynamica nog in de kinderschoenen stond, en ook zonder fundamentele theorie van neurale informatieverwerking kunnen we menselijk keuzegedrag in allerlei situaties sturen. Ten tweede is het geen garantie dat neurobiologische mechanismen snel zullen bijdragen aan meer begrip van de psychologie. Hoewel we weten dat genetische informatie in ons DNA de blauwdruk levert voor het lichaam, willen we toch liever een goede internist dan een moleculair bioloog aan ons bed. Op dezelfde manier kan worden beargumenteerd dat de cognitieve psychologie tot nu toe niets heeft geleerd van bewijs uit breinmetingen (Coltheart, 2006). Helaas wordt er te vaak voorbijgegaan aan deze grote afstand tussen complexe gedragspatronen en onze kennis van het
brein. We worden overspoeld met ‘neurobollocks’: claims over alles, van autorijden tot smartphones, aan de hand van breinmetingen (zie bijvoorbeeld https://neurobollocks. wordpress.com). Ook binnen de neurowetenschap worden breingegevens vaak onterecht gebruikt als vervanging voor een grondige studie van gedrag (Krakauer et al., 2017). Cognitieve neurowetenschap zoekt de biologische bouwstenen van mentale functies; alleen door het slim combineren van psychologie en neurowetenschap kunnen we hierbij echt vooruitgang boeken. Uiteindelijk hopen we complexe mentale fenomenen te kunnen verklaren op basis van simpele biologische onderdelen en hun wisselwerking. Hoogstwaarschijnlijk zijn wiskundige modellen van informatieverwerking cruciaal voor het slaan van een brug tussen de activiteit van een groep neuronen en gedrag (Carandini, 2012). We zijn echter nog heel ver verwijderd van theoretische grondslagen zoals de genetische code in DNA of het periodiek systeem. We staan aan het begin van de zoektocht naar deze biologische principes, en onderweg heeft de neurowetenschap de psychologie hard nodig.
Bronnen - Coltheart, M. (2006). What has functional neuroimaging told us about the mind (so far)? Cortex J. Devoted Study Nerv. Syst. Behav. 42, 323. - Krakauer, J.W., Ghazanfar, A.A., Gomez-Marin, A., MacIver, M.A., and Poeppel, D. (2017). Neuroscience Needs Behavior: Correcting a Reductionist Bias. Neuron 93, 480–490. - Carandini, M. (2012). From circuits to behavior: a bridge too far? Nat. Neurosci. 15, 507–509.
De Rondvraag wordt doorgegeven aan Gilles de Hollander (Ontwikkelingspsychologie) Beste Gilles, Cognitieve wetenschap maakt vaak gebruik van wiskundige modellen, waarbij mentale processen worden afgeleid uit gedrags- en fysiologische maten. Waarom hebben we zulke modellen nodig om cognitie te begrijpen? Anne
11 Juni 2017
De vraag van Lisa Wijsen (Psychologische Methodenleer)
Spiegeloog
Wetenschappelijk medewerkers stellen elkaar vragen
Overleven met Overvloed Survival instinct in moderne tijden
Het verzadigen van behoeftes is voor mensen het belangrijkste doel in het leven. Een riant salaris, een groot huis en de duurste telefoon, je kent het wel: de consumptiemaatschappij. Hoe zat dat vroeger eigenlijk, toen het leven vele malen simpeler was? Welke behoeftes stonden er toen op nummer één? En waarom zijn behoeftes niet meer de bron van overleving, maar van overvloed?
Tekst: Maaike Posthuma
Spiegeloog
12
D
Juni 2017
Langzaam maar zeker hielden we ons steeds minder bezig met het verkrijgen van voedsel of veiligheid, maar konden we ons des te meer richten op de minder essentiële zaken, zoals het hebben van mooie kleding of extra huizen. Een belangrijk onderscheid dat gemaakt kan worden tussen verschillende soorten behoeftes is nodig hebben (need), en willen hebben (want). Een behoefte is noodzakelijk wanneer het niet vervullen ervan kan leiden tot disfuncties of zelfs de dood. Een behoefte is een wens als er weinig nadelige consequenties vast zitten aan het niet vervullen (“Need”, 2017). Eten is noodzakelijk, lekker eten een wens. Al honderden jaren zijn we over het algemeen rijkelijk In de jaren veertig van de vorige eeuw verdiepte psycholoog voorzien in onze noodzakelijke behoeftes, en dus richten Abraham Maslow zich in de menselijke behoefte. Hij we ons meer op de nietonderscheidde (niet noodzakelijke behoeftes. empirisch) zes soorten Je zou het kunnen zien fundamentele behoeftes: als een soort residu van één lagere en vijf - Eten is noodzakelijk, overlevingsdrang: wij zijn hogere, die hij weergaf lekker eten een wens nog steeds dagelijks op in een piramide. De zoek naar verzadiging en laagste fundamentele behoeftes bestaan vervulling, ongeacht of uit de meest basale: het ons in leven houdt. Het streven is niet meer overleving, maar geluk. ademen, eten, drinken, slapen, ontlasten en seks. De lagen daarboven betreffen behoeftes op het gebied van veiligheid, Een van de sectoren die de overblijfselen van deze saamhorigheid en het horen bij een sociale groep, (zelf) respect, zelfverwerkelijking en als laatste zelftranscendentie overlevingsdrang goed heeft begrepen, is die van de reclame en adverteerders. Bij uiteenlopende producten en diensten (Maslow, 1943). Hoewel een mens volgens Maslow (1948) in wordt ons wijsgemaakt dat deze onze behoeftes, waarvan we eerste instantie altijd bezig is met het vervullen van de meest nog niet wisten dat we ze hadden, het allerbeste vervullen. basale behoeftes, vindt er ook een constante afweging plaats We houden ons niet alleen meer bezig met het puur tussen het bevredigen van de lagere en hogere behoeftes. vervullen van behoeftes, maar ook met de manier waarop ze Een mens zou de verzadiging van basisbehoeftes soms worden vervuld. Je bent tevreden met je Philips-oordopjes achterwege moeten laten en daarmee uit zijn comfortzone totdat je reclames ziet voor een Beats-koptelefoon, waardoor moeten gaan om zichzelf volledig te ontwikkelen en zijn grenzen te verleggen. je gaat denken dat je die nodig hebt. Wanneer je elke dag aardappels, vlees en groente kookt, schiet je dieet na het lezen van een foodblog op allerlei manieren tekort. Heb Deze grenzen hebben we, in ieder geval als westerse je goede seks, komen bedrijven op de proppen met virtual samenleving, flink kunnen verzetten in de afgelopen eeuwen. e mens heeft van nature van alles nodig: lucht, water, voedsel, seks, nachtrust en ontlasting. Een passief, stationair leven, waarmee vele planten en zeedieren overleven, past ons niet (“Biological Dispersal”, 2017). Waar planten hun eigen voedsel aanmaken met behulp van zonlicht en koolstofdioxide, zijn de meeste dieren aangewezen op hun omgeving om in hun behoeftes te voorzien. Dit heeft ons mensen tot mobiele wezens gemaakt; verplaatsing is noodzakelijk voor het vervullen van onze behoeftes en dus voor overleving.
Naast dat we in de war worden gebracht met wat we wel of niet nodig hebben, wordt de consumptiemaatschappij door nog een ander aspect gedreven. De producten en diensten die we aanschaffen hebben in de meeste gevallen invloed op onze sociale status en identiteit. Deze manier van leven, waarin het draait om regelmatig aanschaffen van producten die je sociale positie beïnvloeden, heet consumptisme (“Consumentisme”, 2014). Het hebben van een dure auto of mooie laptop draagt bij aan een identiteit en maakt je deel van een bepaalde sociaal geaccepteerde groep. Als we Maslow mogen geloven zijn we door het kopen van al die spullen continu bezig met het vervullen van een van onze basisbehoeften: horen bij een sociale groep. En met het verzadigen van deze relatief basale behoefte, klimmen we weer een trede hoger in de piramide. De vraag is natuurlijk of we nu echt gelukkiger worden van al die spullen. DeAngelis (2004) beschrijft hoe de huidige Amerikaanse generatie vergeleken met zestig jaar geleden dubbel zo veel auto’s bezit, twee keer zo vaak uit eten gaat en überhaupt een overvloed aan luxeartikelen, zoals de tv, magnetron en draadloze apparaten om zich heen heeft. Hoewel de huidige samenleving dus veel meer in behoeftes lijkt te voorzien, leidt dat volgens Myers (2000) tot een groter risico op depressies en andere mentale problemen. Sommige studies wijzen erop dat materialisme leidt tot ontevredenheid en andere stellen dat opgroeien in ontevredenheid leidt tot een meer materialistische levensinstelling (Kasser, Ryan, Zax, & Sameroff, 1995). Het is volgens DeAngelis te simplistisch om te stellen dat materialisme leidt tot ongeluk, maar het is niet te ontkennen dat er een verband bestaat tussen ongeluk en de hedendaagse koopwoede. Deze onverzadigbare behoefte naar producten leidt dus lang niet altijd tot puur geluk; ook niet in de gevallen
Spiegeloog
Adverteerders kunnen ook heel goed luisteren naar de consument: nieuwe of terugkerende behoeftes worden razendsnel omgezet in verkoopbare producten. Wanneer we een oprechte behoefte hebben aan stilte en rust in tijden van drukte en haast, schieten kuuroorden in de Algarve, stilteretraites op Bali en hathayoga-sessies in het Vondelpark als paddenstoelen uit de grond. Als deze vorm van producten achterhaald en uit de mode raakt, gieten marketingbedrijven hem in een ander jasje: de nieuwste trend is hygge, het Deense woord voor ‘gezelligheid’ (“Hygge”, 2017), een slimme verkooptruc waarmee wordt ingespeeld op onze behoefte
naar veiligheid en saamhorigheid. Het concept komt uit Scandinavië dus wij hebben het hier nog niet, en omdat Scandinavië altijd zo vreselijk gelukkig is (“Waarom zijn de Denen zo gelukkig?”, 2015; “Waarom Zweden amper een burn-out kennen”, 2016), denken we dat we het nodig hebben.
13 Juni 2017
reality-seks, waarbij je al je remmen kunt loslaten en de hoofdrol speelt in je eigen pornofilm (“Virtual Reality Seks: Veel meer dan alleen een bril”, 2016). Overlevingsinstinct in moderne tijden: anderen weten wat jij nodig hebt, voordat je het zelf doorhebt!
van Joshua Fields Millburn en Ryan Nicodemus. In de documentaire ‘Minimalism: A Documentary about the Important Things’ (D’Avella, 2015) stellen zij zichzelf voor als The Minimalists. In hun twintiger jaren waren Fields Millburn en Nicodemus flink carrière aan het maken en konden ze alles krijgen wat ze maar wilden. Ze kochten huizen, auto’s, elektronica en allerlei andere luxeproducten, totdat ze zich op een dag realiseerden dat al die spullen hen juist gaven wat ze aan het bestrijden waren: leegte. Het roer ging om, ze verkochten bijna al hun bezittingen en bleven over met alleen het meest noodzakelijke. Sindsdien streven zij naar een eenvoudig maar inspirerend leven met zo weinig mogelijk bezittingen. Inmiddels is hun beweging zo populair dat de twee minimalisten lezingen houden door heel de Verenigde Staten, boeken schrijven en regelmatig podcasts maken om anderen te inspireren hun voorbeeld te volgen.
Spiegeloog
14
luisteren naar de schreeuwerige buitenwereld en daarmee terug te gaan naar de basis en de essentie van het bestaan. Eten, drinken, ademen: overleven in tijden van overvloed. <<
Bronnen
Juni 2017
- [Afbeelding]. Opgehaald op 17 mei 2017 van https://68.media. tumblr.com/bad0989fa9d2b0e28a928b8ac3099456/tumblr_ ny7xhrcUME1r8b31ao1_500.jpg/. - “Biological Dispersal” (2017). Wikipedia. Opgehaald op 30 april 2017 van https://en.wikipedia.org/wiki/Biological_dispersal/. - “Consumentisme” (2014). Opgehaald op 7 mei 2017 van https:// nl.wikipedia.org/wiki/Consumentisme/. - D’Avella, M. (2015). Minimalism: A Documentary about the Important Things. Missoula, MT, VS: Catalyst. - DeAngelis, T. (2004). “Consumerism and its discontents” Opgehaald op 9 mei 2017 van http://www.apa.org/monitor/jun04/ discontents.aspx/. De paradox bij zo’n beweging als die van The Minimalists - “Hygge” (2017). Opgehaald op 8 mei 2017 van https:// is dat het op een bepaald moment zelf onderhevig wordt nl.wikipedia.org/wiki/Hygge/. aan de consumptiemaatschappij. Op hun website worden - Kasser, T., Ryan, R.M., Zax, M., & Sameroff, A.J. (1995). hun nieuwe boeken en podcasts gepromoot met de leus The relations of maternal Way More of Way Less and social environments to (“The Minimalists”, 2017), late adolescents’ materialistic een uitspraak waarin de impliciete overtuiging - Het is niet te ontkennen dat er een verband and prosocial views. schuilt dat meer nog Developmental Psychology, bestaat tussen ongeluk en koopwoede steeds beter is. Je kunt 31(6), 907-914. de mannen volgen, - Maslow, A. H. (1943). A naar lezingen gaan en theory of human motivation. alles op alles zetten om Psychological review, 50(4), hun levensstijl over te nemen. Voordat je het weet, staat 370. je Facebook-nieuwsoverzicht vol met advertenties voor - Maslow, A. H. (1948). “Higher” and “Lower” Needs. The Journal Minimalistic Wall Art en trappen we met open ogen weer of Psychology, 25(2), 433-436. in de zoveelste valkuil. Ook hier is dus de vraag: hoe lang - “Need”, 2017. Wikipedia. Opgehaald op 1 mei 2017 van https:// voordat ook de behoefte naar ‘minder’ gecommercialiseerd en.wikipedia.org/wiki/Need/. wordt? - Myers, D. G. (2000). The funds, friends and faith of happy people. American Psychologist, 55(1), 56-67. Dit zijn vragen om over na te denken, te midden van alle -“The Minimalists” (2017). Opgehaald op 8 mei 2017 van http:// aanbiedingen die je dagelijks worden gedaan. Het is in deze www.theminimalists.com/. overvloedige tijden erg moeilijk om te beoordelen wat we nu - “Virtual Reality Seks: veel meer dan alleen een bril” (2016). werkelijk wel en niet nodig hebben. De oplossing is, denk Opgehaald op 8 mei 2017 van https://www.metronieuws.nl/xl/ ik, niet dat we moeten streven naar een leven waarin we raar/2016/04/virtual-reality-seks-veel-meer-dan-alleen-een-bril/. bijna niets extra’s meer nodig hebben of niets meer mogen - “Waarom zijn de Denen zo gelukkig?” (2015). Opgehaald op 8 kopen. Behoeftes hebben is inherent aan het mens-zijn en mei 2017 van http://www.hln.be/hln/nl/960/Buitenland/article/ we bevinden ons nu eenmaal regelmatig in de luxepositie dat detail/2195005/2015/01/26/Waarom-zijn-de-Denen-zo-gelukwe ons een extraatje kunnen veroorloven. Vergeet daarbij kig.dhtml/. ook niet dat kopen natuurlijk datgene is waar onze westerse - “Waarom Zweden amper een burn-out kennen” (2016). Opgehaald economie op draait en dat we dus in zekere zin ook niet op 8 mei 2017 van http://www.ggznieuws.nl/home/waarom-zwezonder kunnen. Misschien moeten we toch een voorzichtig den-amper-een-burn-out-kennen/. voorbeeld nemen aan de minimalisten en ons ietsje vaker afvragen of die dure spijkerbroek noodzakelijk is. Misschien zouden we even moeten stilstaan bij onszelf en concluderen: ben ik een persoon met veel of weinig behoeftes? Misschien moet de eigen wil weer aan het roer gezet worden, in plaats van de automatische piloot die de consumptiemaatschappij maar blijft volgen. We kunnen proberen om minder te
Ivoren Toren De Natuur
De eerste problemen ontstonden toen ik mij af ging vragen of wij nu wel of niet onderdeel zijn van De Natuur. Het antwoord moet natuurlijk ontkennend luiden, want het hele principe van De Natuur is dat wij er niet bij horen. Neem bijvoorbeeld de controversiële kolencentrale aan de Hemweg. Niemand zal die zien als onderdeel van De Natuur. Maar dat is eigenlijk vreemd, als je er even over nadenkt. Stel je voor dat er een team buitenaardse biologen op aarde zou landen. In hun rapport aan de thuisplaneet zouden kolencentrales en fabrieken zonder twijfel staan vermeld in hun beschrijving van ons ecosysteem. Termieten bouwen heuvels, prieelvogels ingewikkelde nesten, en mensen kolencentrales. Zo natuurlijk als wat. De Natuur is dus een intern inconsistent begrip; een ‘vierkante cirkel’, zoals de filosofen dat noemen. De Natuur is ironisch genoeg dan ook geen natural kind – iets wat echt bestaat buiten ons taalgebruik om – maar eerder een cultureel begrip dat een sterk waardeoordeel in zich draagt. Het vergt niet veel onderzoek om de wortels van dat begrip te ontdekken. Het idee dat de mens geen onderdeel van de natuur is, maar de hoeder ervan, is een uitgesproken Bijbelse opvatting. Het is misschien een gek idee dat de aanvoerders van het GroenLinkse gedachtengoed, die zelden een Mariabeeldje op hun nachtkastje hebben staan, er in wezen een diep christelijk wereldbeeld op nahouden. Toch lijkt dat mij de enige juiste analyse. Oppervlakkig gezien bedient de ideologie van De Natuur zich van de technische wetenswaardigheden die biologisch onderzoek heeft opgeleverd. Het gaat altijd over ecosystemen, biodiversiteit, en stabiliteitsanalyses. Dat maakt het heel verwarrend, omdat het daardoor net lijkt of De Natuur en Het Milieu ook automatisch De Wetenschap aan hun zijde vinden. Maar dat is onzin. De diepe waarheid die Darwin ontdekte is bij de pleitbezorgers van De Natuur nooit aangekomen; namelijk dat de mens even goed onderdeel is van de natuur als iedere andere diersoort, en er dus ook nooit de hoeder van kan zijn. Als je dat echt accepteert, dan is De Natuur ineens helemaal geen intrinsiek
goed, maar een ideologisch en dogmatisch vehikel dat categorisch boven twijfel verheven is en zich daardoor onttrekt aan kritische beschouwing. Aan dat soort vehikels heb ik altijd een hekel, en vandaar mijn probleem met De Natuur. Ik heb liever geen baksteen door mijn raam, dus voor de goede orde: ik heb op zich niets tegen dieren of planten. Ondanks zijn gebrekkige aanpassing aan de huidige omgeving zou ik het jammer vinden als de tijger uitsterft, en hoewel ik met de panda dan weer niets heb, vind ik het ook prima om die in leven te houden. Dode walvissen zijn wat mij betreft minstens even zielig als dode koeien, ik ben tegen plastic in de oceaan en het lijkt me een goed idee om rekening te houden met klimaatverandering. Maar De Natuur: daar krijg ik ideologisch gezien jeuk van. Denny Borsboom
Spiegeloog
ijn hele kindertijd heb ik nooit getwijfeld aan de goedheid van De Natuur – sterker nog, ik was lange tijd een fervent pleitbezorger van het idee dat De Natuur te allen tijde beschermd moet worden, en dat de mens een verdorven wezen is vanwege zijn schandalige misbruik van Moeder Aarde. Dat ideeënstelsel is door de jaren heen steeds meer barsten gaan vertonen.
15 Juni 2017
M
Orthorexia
Wanneer gezond eten ongezond wordt Er is de laatste jaren veel aandacht gekomen voor natuurlijk voedsel: veganistisch eten is hip, de superfoods liggen hoog opgestapeld in elke supermarkt en dieetboeken zoals De Voedselzandloper, Broodbuik en The Green Happiness gaan als warme – glutenvrije – broodjes over de toonbank. Is de aandacht voor deze diëten een gezonde ontwikkeling, of reden voor bezorgdheid?
Tekst: Rosa Breed
Spiegeloog
16
E
en voorbeeld van een dieet waar op dit moment veel aandacht naar uit gaat, is het dieet van The Green Happiness (Koelewijn, 2016). Volgens dit dieet mag je geen eieren eten (‘de menstruatie van een kip’), geen gluten, zuivel, vlees, vis en soja. Wel wordt aangeraden om dagelijks 400 gram groenten te eten, bij voorkeur rauw. Volgens de auteurs van The Green Happiness is hun dieet gezonder dan het ‘standaard’ voedselpatroon, dat bijvoorbeeld door het Voedingscentrum wordt geadviseerd (Koelewijn, 2016). Ook auteurs van andere dieetboeken, zoals De Voedselzandloper (Verburgh, 2012), menen dat hun dieet gezonder is dan dit standaard voedselpatroon (Schipper, 2017).
Juni 2017
Diëten kunnen redelijk extreme vormen aanne- Jeugdzorg men. Dit is onder andere Tom uit huis te zien in de documentaire Rauw (Sollart, 2008), waarin de dan tienjarige Tom gevolgd wordt die net als zijn moeder uitsluitend rauw, plantaardig voedsel eet. In het vervolg hierop, Rauwer (Sollart, 2012), is te zien hoe de inmiddels vijftienjarige Tom en zijn moeder problemen krijgen met jeugdzorg, die zelfs dreigt Tom uit huis te plaatsen. Tom is door zijn moeder van school gehaald, omdat klasgenoten hem pestten met zijn rauwe dieet. Bovendien heeft een kinderarts aan de bel getrokken: Tom zit op de groeicurve van een ondervoed kind. Volgens Toms moeder is de reden voor zijn kleine postuur dat Tom, in tegenstelling tot zijn leeftijdsgenoten, niet via melk en vlees allerlei groeihormonen heeft binnen gekregen die dieren in de bio-industrie toegediend krijgen. Tom is niet te klein; al zijn leeftijdsgenoten zijn te groot. Overigens kwam Tom enige tijd geleden opnieuw in het nieuws, toen hij samen met zijn moeder op een Raw Food Festival verscheen (Oostveen, 2015). Hoewel hij nog altijd rauw at was hij inmiddels flink gegroeid en bezig met het afronden van zijn havo-opleiding.
Bureau Jeugdzorg en de kinderarts uit de documentaire Rauwer zijn niet de enigen die hun bezorgdheid uiten over extreme diëten. Ook uit andere hoeken komt kritiek op dergelijke eetpatronen. Zo werd onlangs bij Zondag met Lubach (2016) ‘de Schijf van Trijf ’ gepresenteerd (‘trijf ’ is een ouderwets woord voor ‘onzin’), waarin kritiek werd geuit op het kookboek The Green Happiness en andere dieethypes. In deze kritiek staat Arjen Lubach niet alleen, ook het Voedingscentrum waarschuwde dat het dieet uit The Green Happiness te weinig eiwitten en calcium bevat, en zou kunnen leiden tot onherstelbare schade aan het lichaam (Schipper, 2016). Daarnaast waarschuwen ook psychologen en psychiaters voor de gevaren dreigt zelfs van het té gezond willen te plaatsen eten. Het dwangmatig bezig zijn met ‘gezond’ eten, waarbij men steeds meer voedselgroepen volledig uit gaat sluiten, kan volgens hen zowel de lichamelijke als geestelijke gezondheid ernstig in gevaar brengen. Hulpverleners spreken zelfs van een nieuwe eetstoornis: orthorexia nervosa (Bratman, 2014). Hoewel deze eetstoornis op dit moment nog niet erkend is, wordt er de laatste jaren veel onderzoek naar orthorexia gedaan, om deze eetstoornis als nieuwe classificatie in de DSM opgenomen te krijgen (Chaki, Pal, & Bandyopadhyay, 2013). Dunn en Bratman (2016) stellen de volgende kenmerken voor de classificatie van orthorexia voor: - A. Een obsessieve focus op gezond eten, gedefinieerd door een dieettheorie of set van overtuigingen (…), gekenmerkt door een overdreven emotionele spanning in relatie tot voedselkeuze die als ongezond wordt waargenomen. Hierbij kan gewichtsverlies optreden, maar dit is niet het primaire doel. - B. Het dwangmatige gedrag en de mentale pre-
Orthorexia is dus een eetstoornis waarbij net zoals bij anorexia sprake is van een obsessie met eten en diëten. Maar waar bij anorexia de angst om aan te komen een grote rol speelt (Comer, 2014), is dit bij orthorexia niet het primaire doel; het doel van orthorexia is juist om gezond te eten. Toch kunnen de gevolgen van orthorexia voor de gezondheid evengoed zeer ernstig zijn. Het Voedingscentrum (z.j.) waarschuwt voor ondergewicht en ondervoeding. In enkele gevallen zijn mensen die voldeden aan de voorgestelde kenmerken van orthorexia zelfs overleden (Schipper, 2017). Dat orthorexia op dit moment nog geen officieel erkende eetstoornis is, wil dus niet zeggen dat het onschuldig is, net zomin als andere eetstoornissen onschuldig zijn. De manier waarop de media over dieetgoeroes en dieethypes berichten staat echter mijlenver af van hoe ze omgaan met berichtgeving over andere eetstoornissen. Het lijkt ondenkbaar dat de eigenaar van een pro-ana site – een site waarop tips staan om zo min mogelijk te eten en zo snel mogelijk
af te vallen, en die dus eigenlijk een anorectische leefstijl promoot – aan tafel mag schuiven bij een praatprogramma op tv, en op die manier reclame kan maken voor het eetpatroon dat past bij een eetstoornis. Toch werden de schrijvers van The Green Happiness door NRC Handelsblad (Koelewijn, 2016) geïnterviewd over hun dieet, en mochten zij bij RTL Late Night (2016) daarover komen vertellen, ondanks dat het volgens het Voedingscentrum tot ernstige tekorten kan leiden (Schipper, 2016). Naast tv en kranten spelen ook sociale media hier een rol in. Er zijn aanwijzingen voor een verband tussen het gebruik van sociale media en de aanwezigheid van orthorexia. Zo vonden Turner en Lefevre (2017) in een steekproef van mensen die regelmatig Instagram gebruikten dat 49 procent aan de kenmerken van orthorexia voldeed. In de gehele bevolking wordt de prevalentie echter geschat op slechts 1 procent. Een dergelijk groot verschil in de prevalentie van orthorexia tussen Instagram-gebruikers en de bevolking in het algemeen is opvallend, en zou een goede reden kunnen zijn voor wetenschappers om verder onderzoek te doen naar een mogelijk verband tussen gebruik van sociale media en de aanwezigheid van orthorexia.
Spiegeloog
occupatie werken klinisch belemmerend door: (1) ernstige lichamelijke gevolgen zoals ondervoeding, (2) interpersoonlijke problemen en problemen in het dagelijks functioneren, of (3) een negatief zelfbeeld of lichaamsbeeld.
Juni 2017
17
Illustratie: Chitra Mohanlal
Op sociale media als Instagram spelen de zogenaamde fitgirls een grote rol. Zij posten bijna dagelijks foto’s en berichtjes over hun supergezonde eten, groene smoothies, en bezoekjes aan de sportschool. Je kunt je afvragen of het beeld dat ze daarmee creëren wel representatief is. Zoals voormalig fitgirl Jenny Alvares zegt: ‘eigenlijk zijn die foto’s een collectie van “best gelukte” momentopnamen’ (Schipper, 2017). Wanneer jij als fitgirl nou net dat (ongezonde) patatje staat te eten, zal je daarvan misschien niet zo snel een foto op jouw blog of Instagram-account plaatsen. Maar je plaatst wél een foto van die superfoodrijke, hippe maaltijd. Hierdoor kunnen andere mensen misschien de indruk krijgen dat jij uitsluitend gezonde dingen eet, waardoor ze niet meer durven te genieten van dat patatje dat zij zelf ook af en toe nemen.
Spiegeloog
18 Juni 2017
Worth Publishers. - Dunn, T. M., & Bratman, S. (2016). On orthorexia nervosa: a review of the literature and proposed diagnostic criteria. Eating Behaviors, 21, 11-17. - Koelewijn, R. (2016). ‘Ik dacht dat we gezond aten.’ NRC Handelsblad. Opgehaald op 9 mei 2017 van https://www. nrc.nl/nieuws/2016/09/16/ik-dacht-dat-we-gezond-aten4317495-a1521617/. - Oostveen, M. (2015) Het groentekind is groot gegroeid. De Volkskrant. Opgehaald op 1 mei 2017 van http://www.volkskrant.nl/ opinie/groentekind-is-groot-gegroeid~a4076894/. - RTL Late Night (2016). Aflevering 161. Opgehaald op 9 mei van https://tvblik.nl/rtl-late-night/aflevering-161/. - Schipper, M. (2017) zorgt ‘fitgirl’-hype voor een nieuwe eetstoornis? De Volkskrant. Opgehaald op 1 mei 2017 van http://www. Veel van deze fitgirls kampen mogelijk zelf met orthorexia. volkskrant.nl/koken-en-eten/zorgt-fitgirl-hype-voor-een-nieuweEnkele voormalige fiteetstoornis~a4442928/. girls, die zo streng met - Schipper, N. (2016). Voeeten bezig waren dat ze dingscentrum waarschuwt - Wanneer ze een keer een bijna of helemaal aan de voor voedingshype the green kenmerken van orthohappiness. Trouw. Opgepatatje eet, komt daar geen foto rexia voldeden, hebben haald op 1 mei 2017 van van op Instagram zich afgekeerd van het htt ps://www.tr ouw.nl/ strenge diëten en zijn home/voedingscentrum-waareen mildere leefstijl gaan schuwt-voor-voedingshypepromoten. Via blogs en de media proberen zij aandacht te the-green-happiness~abcc5fe3/. krijgen voor de gevaren van te streng diëten. Een voorbeeld - Sollart, A. (2008) Rauw. Opgehaald op 1 mei 2017 van https:// hiervan is Jordan Younger (z.j.). Na herstel van orthorexia www.npo.nl/rauw/16-12-2012/VPWON_1191761/. probeert zij op haar blog The Balanced Blonde nu een mildere - Sollart, A. (2012) Rauwer. Opgehaald op 1 mei 2017 van en meer gebalanceerde eet- en leefstijl te promoten. Ook de https://www.npo.nl/rauwer-ncr v-dokument/17-12-2012/ Nederlandse Jenny Alvares postte op haar blog over orthoNCRV_1575273/. rexia (Alvares, 2016), en werkte mee aan een artikel over - Turner, P. G., & Lefevre, C. E. (2017). Instagram use is linked to orthorexia in De Volkskrant (Schipper, 2017). increased symptoms of orthorexia nervosa. Eating and Weight Disorders - Studies on Anorexia, Bulimia and Obesity, 1-8. doi:10.1007/ Ondanks dat er nog steeds veel positieve aandacht is voor s40519-017-0364-2/. diëten, wordt ook steeds meer duidelijk dat lang niet al deze - Verburgh, K. (2012). De voedselzandloper. Over afvallen en langer ‘natuurlijke’ diëten gezond zijn; een té gezond dieet, waarjong blijven. bij bepaalde ‘ongezonde’ voedselgroepen volledig uit het - “Orthorexia” (z.j.) Voedingscentrum. Opgehaald op 1 mei 2017 eetpatroon gehaald worden, kan juist ernstige negatieve van http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/orthorexia.aspx/. gevolgen voor de gezondheid hebben, zowel lichamelijk als - Younger, J. (z.j.) The Balanced Blonde. Opgehaald op 1 mei 2017 geestelijk. Het lijkt dus belangrijk om, wanneer het om eten mei van http://www.thebalancedblonde.com/. en voedingsadvies gaat, niet alles met kokosbloesemsuiker - Zondag met Lubach (2016). The Green Happiness. Opgehaald gezoete koek te slikken. Eet gezond, maar blijf daarbij wel je op 1 mei 2017 van https://www.vpro.nl/zondag-met-lubach/ gezonde verstand gebruiken! << speel~POMS_VPRO_5253492~the-green-happiness~.html/.
Bronnen
- Alvares, J. (2016). Want het leven is zoveel meer dan trainen & gezond eten... Jenny Alvares. Opgehaald op 9 mei 2017 van https://www. jennyalvares.com/leven-is-zoveel-meer-dan-trainen-gezond-eten/?_ sp=e920d809-e088-4c9c-a93b-52d54ef75ba1.1494342135160/. - Bratman, S. (2014). What is orthorexia? Opgehaald op 1 mei 2017 van http://www.orthorexia.com/what-is-orthorexia/. - Chaki, B., Pal, S., & Bandyopadhyay, A. (2013). Exploring scientific legitimacy of orthorexia nervosa: a newly emerging eating disorder. Journal of Human Sport and Exercise, 8(4), 1045–1053. - Comer, R.J. (2014). Abnormal Psychology (7th ed.). New York:
Camera Obscura Tekst: Wolter de Boer
Broers
Ondanks dat de broers tegenpolen van elkaar zijn, hebben ze een liefdevolle en intieme relatie. Alexander leeft in het chaotische decor van een (voornamelijk nachtelijk) Amsterdam, dat hij op zijn motor doorkruist op weg naar de nachtclub waar hij als bartender werkt, of weer terug naar huis met een meisje dat hij daar heeft opgepikt. Lukas start met zijn opleiding natuurkunde en trekt bij Alexander in op zijn rommelige studentenkamer. Nog voordat Lukas heeft kunnen wennen aan het studentenbestaan komt Alexanders drang naar avontuur in alle hevigheid opborrelen en vertrekt hij midden in de nacht halsoverkop op een road trip naar Frankrijk. Lukas probeert hem nog tegen te houden, maar de levenslustige Alexander is vastberaden en weet een lift te regelen op de dichtstbijzijnde snelweg. Nog even blijft Lukas vertwijfeld aan de kant van de weg staan, maar dan laat hij zich toch door zijn broer mee het avontuur in slepen. Het contrast tussen het chaotische Amsterdam en het vredige Franse platteland waar de twee broers doorheen trekken is bijna net zo groot als het contrast tussen de persoonlijkheden van Alexander en Lukas. Tijdens de trip groeien de broers steeds dichter naar elkaar toe, totdat voor
Het worden wie je bent, of zijn wie je wordt, is waarschijnlijk een van de moeilijkste taken in het leven van een jongvolwassene. Het losweken van mensen of situaties is soms de eerste stap tot een volledig eigen ontwikkeling van het zelf, ook al gebeurt dat losweken soms op dramatische wijze. Pas als de banden tussen de twee broers volledig zijn doorgesneden is Lukas in staat om zijn eigen leven vorm te geven.
Spiegeloog
Lukas op pijnlijke wijze duidelijk wordt dat hij nooit uit de schaduw van Alexander heeft weten te treden. De verschillen tussen de twee komen tijdens de trip volledig in het licht te staan en uiteindelijk besluit Lukas dat het tijd wordt om de eerste stappen richting een eigen identiteit te gaan zetten.
19 Juni 2017
H
oe komt wie vliegt ooit tot bedaren, en wie niet vliegt ooit van zijn plaats?â&#x20AC;&#x2122; Het citaat, afkomstig van dichter J.A. Emmens, is als motto meegegeven aan de film Broers en is een accurate samenvatting van de relatie tussen de twee broers die er de hoofdrol in spelen. Alexander (Niels Gomperts) dendert in sneltreinvaart door het leven en is steeds op zoek naar een nieuwe thrill, terwijl zijn broer Lukas (Jonas Smulders) meer berekenend en afwachtend van aard is. Lukas heeft altijd tegen zijn grote broer opgekeken. Hij treedt dan ook een leven lang in Alexanders voetsporen, altijd in de schaduw van zijn broers extraversie en charisma.
Broers is een mooi en intiem portret van de liefde tussen twee broers. Niet iedereen zal bekend zijn met een innige, broederlijke band zoals Lukas en Alexander die hebben. De identiteitsontwikkeling van Lukas vormt een belangrijke rode draad die het verhaal van Broers tot een fijn coming of age-verhaal maakt dat wel voor velen herkenbaar zal zijn. Bovendien geeft de film een trieste waarheid op een mooie manier weer en laat hij zien hoe het noodlot van de een ervoor zorgt dat de ander zijn vleugels kan spreiden. Regie: Bram Schouw Deze film is nu te zien in de bioscoop.
? Wist je dat... Tekst: Maaike Posthuma
...strijdlustigheid in de natuur van de mens zit? Dit heeft er waarschijnlijk toe geleid dat er in verveelde tijden de meest bizarre wedstrijden in het leven zijn geroepen. Er zijn inmiddels honderden competities ontwikkeld: zwaardslikken, teenworstelen, bedspringen, wie het langst in een hete ruimte van 43 graden Celsius kan zitten, kunstwerken maken van baarden en snorren, extreem strijken (‘extreme ironing,’ onder water of aan de zijkant van een klif je kleding strijken), races met eetbare bootjes (mini-catamarans van komkommer) en misschien wel de meeste bizarre: het maken van kostuums voor (en niet van) dode buidelratten.
Spiegeloog
20
...de Filipijnse Badjau-stam op woonboten leeft en inmiddels een expert geworden is in freediven (duiken zonder duikflessen of andere materialen)? De leden van deze stam worden ook wel ‘sea gypsies’ of ‘sea nomads’ genoemd dankzij hun reputatie als waterrat. Hun lichamen hebben zich inmiddels aangepast aan het vele duiken dat ze doen om aan eten te komen. De duikers hebben een beter zicht onder water ontwikkeld dan de meeste mensen en kunnen langer hun adem inhouden. Ze duiken vele uren per dag en blijven soms ruim vijf minuten onder het wateroppervlak. Sommige leden van de stam scheuren met opzet hun trommelvliezen op jonge leeftijd, om het duiken voor de rest van hun leven makkelijker te maken.
Juni 2017
...Charles Darwin de uitspraak ‘survival of the fittest’ niet zelf bedacht heeft? Dit bekende citaat is oorspronkelijk bedacht door Herbert Spencer en voor het eerst genoemd in zijn boek Principles of Biology (1864). Pas vanaf de vijfde editie van The Origin of Species (1869) adopteerde Darwin deze uitspraak om bepaalde bevindingen in zijn biologische theorieën aan te duiden. Volgens Darwin was de uitspraak van Spencer in de meeste gevallen preciezer dan zijn eigen bedachte term ‘natuurlijke selectie’.
...een van de meest universele woorden ter wereld het woord ‘mama’ is? Fysiek gezien is dit het gemakkelijkste woord voor een baby om uit te spreken, gevolgd door het woord ‘papa’. In de zeventiende eeuw werden onderzoekers geïntrigeerd door de vraag of alle verschillende talen op de wereld universele, gemeenschappelijke aspecten zouden hebben. Toen ze probeerden om alle onafhankelijke taalfamilies met elkaar in verband te brengen kwamen woorden als ‘aq’wa’ (water), ‘tik’ (vinger), ‘kaka’ (oudere broer), ‘put’ (vagina, geen grap) en ‘sum’ (haar) voor als de meest universele woorden. Deze universele woorden zouden alleen nu niet meer te herkennen zijn door de verschillende (historische) klankveranderingen van alle talen.
De Wandelgang Tekst & Foto’s: April te Spenke
Ieder mens is anders. Zo is iets wat voor de een heel gemakkelijk is, voor de ander een strijd. Dit kan aangeboren zijn, maar ook aangeleerd. Om erachter te komen wat de voorbijkomende student als natuurlijk ervaart vroeg Spiegeloog: ‘Welke eigenschap heb jij duidelijk geërfd van je ouders?’
Spiegeloog
Ruben: ‘Van mijn moeder heb ik nieuwsgierigheid geërfd. Dit vertaalt zich bij mij in een brede interesse in cultuur, taal en reizen. Sinds ik jong ben heb ik heel erg veel van de wereld gezien. Als ik in een anderstalig land ben vind ik het heel erg leuk om de taal te leren spreken. Ik kan nu Spaans, Engels, Nederlands, een beetje Duits, Portugees en Frans. Ook al kan ik maar tien woorden spreken in een vreemde taal, mijn nieuwsgierigheid voor talen zal blijven bestaan.’
22 Juni 2017
Lotte: ‘Ik heb het luistergedrag van mijn moeder. Ik kom uit een familie waar vaak verbale conflicten waren. Mijn moeder vertelde mij dan altijd dat zij geleerd had om goed naar mensen te luisteren, zodat je zeker weet dat je het over dezelfde dingen hebt. Ik merk ook dat ik door te luisteren achter de meest interessante dingen kom.’
Daan: ‘Ik heb van mijn ouders discipline geërfd. Ze hebben allebei een houding van “niet zeuren”. Zij hebben mij geleerd om niet te veel stil te staan bij wat er slecht of moeilijk is. Ik merk dat veel mensen in mijn omgeving vaak de schuld leggen bij externe factoren, zoals bijvoorbeeld een vervelende baas, en hier vervolgens negatieve gedachten over hebben. Ik zet dat soort dingen gewoon van me af en ga door met mijn werk.’
Reinier: ‘Ik heb een open houding naar anderen meegekregen van mijn ouders. Ik wil iedereen het altijd naar zijn zin maken. Dit heeft veel positieve kanten, maar het kan ook doorslaan en een negatief effect hebben. Soms wil je namelijk iets liever niet doen, maar om mensen te plezieren doe je het dan toch. Dat kan een gevoel van teleurstelling geven, maar over het algemeen pakt het openstaan voor mensen goed uit.’
Eskeliene: ‘Ik ben heel spaarzaam met geld dankzij mijn vader en heel hartelijk dankzij mijn moeder. Ik ben blij met deze eigenschappen, want door de spaarzaamheid ben ik altijd voorbereid op een grotere uitgave. Het hartelijk zijn geeft me veel energie. Bijvoorbeeld wanneer ik een bosje bloemen meeneem voor iemand anders word ik blij, omdat de ander blij is.’
Pepijn: ‘Ik heb mijn creativiteit van mijn vader. Vroeger tekende hij en ik ben daardoor ook begonnen met tekenen. Ik was er vrij goed in, net als mijn vader, dus dat was een duidelijke overeenkomst. Ik tekende dan altijd wilde dieren na uit een boek dat ik van hem had gekregen. Nu ben ik er minder mee bezig, maar ik zou op het grafische en vormgevende gebied best wel beter willen leren tekenen.’
Spiegeloog
Mykolas: ‘I inherited the talent for public speaking from my mother. She is a business woman and former economist who now gives lectures, teaches and puts her knowledge into practice. I only practice public speaking with presentations for school. I notice that I’m not that nervous and I don’t experience much fear while being in front of a large group of people. I enjoy it very much and it’s a nice skill that I can put to use.’
Alex: ‘I have the creativity of my mother. My mother always sang and drew, so I wanted to do the same. I tried to copy her in those ways and wanted to impress her. Every time when I learned something new, I showed her so she could see what I was able to make or do. That feeling of accomplishment was nice and my mother and I became very close because of it and we still are.’
Mike: ‘Ik heb het technische inzicht van mijn vader. Mijn vader heeft een eigen klusbedrijf en ik ging van jongs af aan al mee klussen. Hij zag toen dat ik zowel technisch als ruimtelijk inzicht had en sindsdien heb ik met mijn vader samengewerkt. We werkten dan aan badkamers, keukens en allerlei andere dingen. Ik werd toen tijdens mijn tienerjaren zijn standaard oproepkracht en extra hulp voor de drukke zomermaanden.’
Juni 2017
Pepijn: ‘Mijn moeder is heel erg goed in talen. Ikzelf heb hier ook wat van meegekregen. Ik spreek nu Engels, Duits, Frans en Nederlands. Daarnaast heb ik door het kijken van Japanse anime wat Japanse woorden geleerd. Ik zou wel een cursus Japans willen volgen en ooit een keer het land willen bezoeken. Helaas is dat wel heel erg duur.’
23
Bacchus The Road Not Taken
I
k ben een gewoontediertje. Ik vind het prettig om te weten waar ik aan toe ben, wat mijn plannen voor de week zijn, en wie ik ga zien op welke dag. Al te spontane plannen zijn niet aan mij besteed: geen sneakpreview voor mij, geen surpriseparty’s, geen lastminutevakanties. En dat werkt, voor mij althans. Ik ben gelukkig en meen optimaal te functioneren met een zekere regelmaat. Toch ligt er een subtiel gevaar op de loer bij veilige routines, een zogenaamd addertje onder het regelmatige gras: de valkuil van vanzelfsprekendheid. Het is namelijk makkelijk om je leven te leven zoals je dat altijd doet, maar hoe langer je zo leeft, hoe moeilijker het wordt om ooit die sleur te doorbreken. Routines staan in je brein gekerfd zoals een rivier een bedding uitslijt in rotsen. Hoe vaker de routine plaatsvindt, hoe sterker hij wordt; hoe meer water door de bedding stroomt, hoe dieper de geul. Maar wat is nu precies het gevaar? Waarom zou je van je gewoontes af willen als die blijkbaar goed werken? Life begins where your comfortzone ends, zag ik laatst ergens staan. Een cliché ‘inspirerende’ quote, en als ik bij iemand op bezoek was die het aan de muur had hangen zou ik gillend wegrennen. Toch zit er, zoals het geval is bij bijna alle clichés, een kern van waarheid in. Want in hoeverre haal je alles uit het leven als elke dag een minieme variatie is op de voorgaande? Als je daarmee gelukkig bent is er uiteraard niets op tegen, maar een consequentie daarvan is wel dat persoonlijke groei hoogstwaarschijnlijk beperkt blijft. We hebben nu eenmaal nieuwe ervaringen en uitdagingen nodig om als mens verder te ontwikkelen. Sinds mijn eerste studiejaar heb ik altijd
geroepen dat ik iets in het buitenland wilde doen. Het uitspreken van dit idee voelde echter al avontuurlijk genoeg, en daar bleef het dan ook bij. De studiejaren kwamen en gingen, en er bleek altijd wel een reden te zijn om veilig thuis te blijven: dan was het een baantje, dan was het een mooie kamer, er bleek altijd wel iets te verzinnen. Maar toen ik de afsluitende studiefase betrad, begon te dagen dat het al snel niet meer zou kunnen. Nooit meer zou mijn leven zo vrij, flexibel en ongebonden zijn als het nu is. Dat klinkt misschien dramatisch, maar toch is het denk ik zo: de levensfase van student is waarschijnlijk de meest autonome. Dit jaar kwam mijn moment suprême: plotseling kreeg ik een kans om op korte termijn naar het buitenland te gaan en voor ik het wist had ik ja gezegd, trouw aan mijn eerstejaars-zelf. Gelukkig zijn we in staat af te wijken van automatismen en routines, als we daar tenminste bewust voor kiezen. Nieuwe plekken, mensen en activiteiten vormen uitdagingen waardoor je je als mens kan ontwikkelen. En als je het toch wel zo veilig vindt om thuis te blijven: routines doorbreken kan ook op kleine schaal. Neem een keer een andere, nog onbekende route door de stad, leer een nieuw recept te bereiden met ingrediënten die je voorheen niet kende, lees eens een boek uit een heel ander genre dan je normaal zou doen. De kerven in je hersenen zijn te omzeilen, het fantastische brein is plastisch gebleken: zonde om daar geen gebruik van te maken. Het is zoals Robert Frost schreef: Two roads diverged in a wood, and I–/I took the one less traveled by,/And that has made all the difference. Emma Laura Schouten