Spiegeloog Tijdschrift voor de Afdeling Psychologie
Verwachting
Oktober 2014 - Jaargang 42 - Nummer 363
Colofon: 42e Jaargang nr. 363, Oktober 2014 ISSN 0166-1930 Spiegeloog is een blad voor de afdeling psychologie, Universiteit van Amsterdam
Diamantbeurs Kamer 5.02 Afdeling Psychologie Weesperplein 4 1018 XA Amsterdam t: 020 - 525 67 58 e: spiegeloog-fmg@uva.nl w: spiegeloog.tumblr.com
Hoofd-/Eindredactie Bart Lichtenveldt & Emma Laura Schouten. Redactie Simone Belt, Maaike Blok, Jihane Chaara, Gea-marit Dekker, Marceline van Eeden, Manouk van Egmond, Tuni Pasanea, Mariëtte Scholten, Willemijn Waterbolk.
Oud en Nieuw
A
fgelopen zomer bevonden wij ons in het stoffige Rome; de stad van zon, het favoriete studentenkostje pizza en culturele hoogstandjes waaronder het Pantheon. Sinds de eerste eeuw na Christus heeft dit gebouw meerdere functies gekend, afhankelijk van de overheersende godsdienst. Maar de lichtspeling door het gat van het dak van het Pantheon zal altijd hetzelfde zijn geweest.s Het Spiegeloog-logo dat boven dit stuk prijkt is net als het Pantheon behoorlijk oud – geen honderden jaren, maar toch. Vanaf de eerste Spiegeloog was dit ‘hoofd van Woody Allen’ te zien, en wij vroegen ons af waarom juist deze bekende persoon het logo werd van het faculteitsblad. Na een lange zoektocht die ons langs vele oud-hoofdredacteuren leidde kwamen wij erachter dat dit figuur helemaal niet het hoofd van Woody Allen bleek te zijn, maar het hoofd van de destijds gemiddelde student. Dat was wel het laatste dat we verwacht hadden. De gemiddelde student met een nonchalente blik en bril met zware montuur, oftewel: een hipster. Een hipster die zo hip is dat hij er al was voordat er überhaupt hipsters waren. Naast deze karakteristieke kop zal je in deze Spiegeloog ook andere onverwachte dingen tegenkomen, zoals een redactiepagina met foto’s van de redactieleden en illustraties speciaal voor Spiegeloog gemaakt! Maar dit zijn slechts een paar van de resultaten van een compleet nieuwe opmaak en vormgeving waar we voor het Romeinse uitje op gezwoegd hebben. Gelukkig zijn er naast al deze nieuwigheden een hoop vertrouwde stukken terug te vinden, alhoewel vaak in een nieuw jasje. Zo licht Jihane je in haar artikel in over doomsday preppers en vertelt Mariëtte over tijgermoeders. Willemijn bekijkt wat het betekent om deel uit te maken van Generatie Y, Maaike heeft het over tinderperikelen en Marceline vraagt zich af of mensen met autisme wel zo anders zijn dan andere mensen. Wie weet inspireren deze stukken en rubrieken je wel tot nieuwe psychologische inzichten. Of misschien ben je inmiddels al zo ver met deze studie dat je alles al eens voorbij hebt zien komen. Wij verwachten dit studiejaar in ieder geval net zo verlicht te worden als toen we met onze kitcherige zonnebrillen het Pantheon instapten. Bart en Emma
Aan dit nummer werkten mee Denny Borsboom, Steven Scholte. Cover Roelof Hoogendoorn. Fotografie Simone Belt, Roos Kooi, Bart Lichtenveldt, Emma Laura Schouten. Illustraties Jelle Havermans (www.headlinegraphicdesign.nl), Jonas Raps, Thomas van Sonsbeek (Chaotic Bastards). Opmaak en vormgeving Bart Lichtenveldt & Emma Laura Schouten. Met dank aan Sharon Klinkenberg, Roos Kooi, Stefan Lichtenveldt. Drukkerij Drukkerij de Raddraaier Van Ostadestraat 233 b 1073 TN Amsterdam 020 - 673 05 78 Reacties, commentaren en ingezonden brieven zijn van harte welkom. Voor lange artikelen die ter publicatie worden aangeboden, is het verstandig eerst contact op te nemen met de redactie. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen in te korten of te wijzigen. Spiegeloog verschijnt zeven keer per jaar. Niets uit deze uitgave mag vermenigvuldigd worden zonder schriftelijke toestemming van de redactie.
Inhoud
17
8 Tindertijd
Online dating
4
De Redactie
5
Doomsday Preppers
Wie zijn wij?
Vergaande voorbereiding
18
Wist je dat...?
Generatie Y
8 Feitjes over verwachtingen
Middelmatige uitblinkers
Autist in Jezelf 11 De Raar is zo gek nog niet
Obscura 21 Camera The Drop
Toren 14 Ivoren Verwachtingsmanagement
Wandelgang 22 De ‘Is het studentenleven wat je ervan verwacht had?’
7
De Rondvraag Scholte aan Borsboom
15 Tijgermoeders Belonen of straffen?
24 Bacchus Mijn wrede verwachtingen
Rasa VSPA 10 Tabula 20 Oud worden zonder het te zijn Studievereniging
Like ons op Facebook
Lees ons op tumblr
Universiteit van Amsterdam
De Redactie Simone Belt 21 jaar Bachelor, Klinische Psychologie
Spiegeloog
4
Jihane Chaara 23 jaar Bachelor, Klinische Neuropsychologie
Marceline van Eeden 21 jaar Bachelor, Klinische Ontwikkelingspsychologie
Maaike Blok 28 jaar Master, Klinische Psychologie
Gea-marit Dekker 22 jaar Bachelor, Klinische Psychologie
Manouk van Egmond 23 jaar BSc, Psychologische Methodenleer
Oktober 2014
Bart Lichtenveldt 21 jaar Bachelor, Klinische Neuropsychologie
Tuni Pasanea 24 jaar Bachelor, Arbeids- en Organisatiepsychologie
MariĂŤtte Scholten 25 jaar Bachelor, Klinische Neuropsychologie
Emma Laura Schouten 20 jaar Bachelor, Klinische Neuropsychologie
Willemijn Waterbolk 23 jaar Master, Sociale Psychologie
Jouw naam hier? Hou je van schrijven? Mail naar spiegeloog-fmg@uva.nl en word redactielid!
Een Goede Voorbereiding... ...is het halve werk
Het feit dat ik elke dag een opgevouwen paraplu meeneem in mijn tas vind ik voldoende voorbereiding op de mogelijke catastrofes die kunnen plaatsvinden. Maar dat is niets vergeleken met de zogenoemde doomsday preppers, die voorbereiding naar een heel nieuw niveau tillen. Zij bereiden zich namelijk voor op het einde van de wereld zoals we die kennen.
vergeten! Dit is het idee dat de menselijke beschaving beëinet einde van de wereld kan natuurlijk meerdere oorzadigd wordt door het groeien van een zombiepopulatie. De ken hebben. Om te beginnen: er zou een nucleaire apozombies kunnen op allerlei manieren gecreëerd worden, calyps kunnen plaatsvinden. Dit houdt in dat er een oorlog maar het meest aannemelijke is dat er een virus uitbreekt uitbreekt waarbij nucleaire wapens worden ingezet. Door de waardoor gezonde mensen in een zombie-achtige toevernietigende effecten van dergelijke wapens, zou onze hele stand belanden. Dit fenomeen verspreidt zich doordat de beschaving ten einde kunnen worden gebracht. Sinds 1945 bestaande zombies andere mensen infecteren door ze bijstuurt de Bulletin of the Atomic Scientists elk jaar een brief naar voorbeeld te bijten. De zombie-apocalyps is erg populair in de VN, waarin uiteengezet wordt hoe dicht we momenteel fictie, vooral in de genres sciencefiction en horror. bij een dergelijke nucleaire apocalyps zijn. Hiervoor wordt Dit soort scenario’s zijn voldoende om doomsday een klokkenmetafoor gebruikt, waarbij twaalf uur het uitpreppers tot actie over te laten gaan. Deze mensen wachten breken van een nucleaire apocalyps is. In 1960 – op het niet passief op het moment dat onze beschaving verdwijnt. hoogtepunt van de Koude Oorlog – stelde deze commisIn plaats daarvan bouwen zij bunkers, slaan zij ingeblikte sie dat het ‘twee minuten voor twaalf ’ was op de Doomsday goederen in en wapenen Clock. In het recente zij zich tegen elk mogeverslag van 2014 staat lijk gevaar. Het idee dat het nu ‘vijf minuten - Preppers wachten niet passief op het hierachter is dat als de voor twaalf ’ is, wat nog samenleving ten einde steeds angstaanjagend verdwijnen van onze beschaving komt, zij zullen overledicht bij twaalf uur is. De ven, in tegenstelling tot commissie adviseert alle de mensen die de benolanden om constant met digde voorbereidingen niet hebben getroffen. elkaar te blijven communiceren en om diplomatie het hoog Dergelijke voorbereidingen met een allesverwoesste woord te laten voeren. Als er eenmaal nucleaire wapens tende ramp in gedachten bestaan erg lang. In de jaren ’70 worden ingezet, is het einde nabij (Diaz, 2014). en ’80 ontstond de eerste golf van mensen die zich wilden Een andere huiveringwekkende mogelijkheid is dat voorbereiden op een allesvernietigende catastrofe. Dit had onze planeet geraakt wordt door een asteroïde. In het nucleveel te maken met de Koude Oorlog en de angst die daaruit aire scenario dat ik zojuist heb geschetst kan de menselijke voortvloeide. De tweede golf vond plaats in de jaren ’90, soort nog actie ondernemen om een doemscenario te ververoorzaakt door de angst voor het Y2K-computervirus. De mijden. Een oorlog wordt immers gevoerd door mensen en derde golf – die nu plaatsvindt – is even sterk en misschien kan dus ook vermeden worden door mensen. NASA-direcwel sterker dan de eerste golf. Door globalisering en de snelle teur Charles Bolden liet vorig jaar weten dat we weerloos verspreiding van kennis, worden ideeën over het einde van zijn tegen een mogelijke botsing met een asteroïde of een de wereld namelijk gemakkelijk verspreid. Bovendien komt ander buitenaards, rondvliegend object. Dit betekent dat als er zo nu en dan een voorspelling om de hoek kijken, zoals er een grote asteroïde gespot wordt die over een paar weken de verwachting dat de wereld zou eindigen in 2012 (“Survicontact maakt met de aarde, we niets kunnen doen behalve valism”, 2014). toekijken (Dassanayake, 2013). National Geographic zendt een serie uit met de titel: En laten we een mogelijke zombie-apocalyps niet
5 Oktober 2014
H
Spiegeloog
Tekst: Jihane Chaara
Spiegeloog
6
Doomsday Preppers. In deze realityserie worden iedere aflevering dergelijke preppers in de spotlights gezet. In een van deze afleveringen (de tweede aflevering van het tweede seizoen) wordt het publiek onder andere voorgesteld aan een prepper die ‘Big Al’ genoemd wordt. Big Al is ervan overtuigd dat Rusland plannen aan het smeden is om de Verenigde Staten aan te vallen met nucleaire wapens. Zijn overtuiging dat de Koude Oorlog toch niet helemaal over is, heeft hem ertoe gedreven om een gigantisch stuk land te kopen en daar een bunker te bouwen. Deze bunker heeft hij vervolgens voorzien van water, ingeblikt voedsel, hout en andere goederen die nuttig kunnen zijn als de gehele samenleving kopje onder gaat. Big Al neemt daarbovenop nog andere voorzorgsmaatregelen: hij verblijft af en toe in zijn bunker voor langere periodes, om uit te proberen hoe het hem bevalt. Hij geeft toe dat het enorm eenzaam voelt om zo afgezonderd te leven en dat het zeker geen pretje is. Big Al schijnt echter erg gepreoccupeerd te zijn met de korte termijn, omdat hij niet van plan is om andere mensen mee te nemen in zijn bunker. Dit zou betekenen dat als de beschaving inderdaad eindigt door een Russische aanval, Big Al geen nieuwe samenleving tot stand zou kunnen brengen. Met zijn dood zou de mensheid uitsterven. Als hij dit kritiekpunt over voortplanting zou meenemen en verwerken, zou het een waterdicht plan zijn (National Geographic: Doomsday Preppers, 2014). Het kan natuurlijk geen kwaad om enigszins voor-
Illustratie: Jonas Raps
bereid te zijn op mogelijke rampen, maar niemand kan zich volledig voorbereiden op wat het leven te bieden heeft. Soms ben je onderweg naar huis, begint het te stortregenen en ben je je paraplu vergeten: omarm het. En misschien veranderen we allemaal in zombies op een dag, maar in de tijd dat je je daarop had kunnen voorbereiden, heb je alle negen seizoenen van The Office in drie weken bekeken: omarm die beslissing. Het heeft geen zin om je hele leven lang bezorgd te zijn, zodat je een jaartje langer kunt leven dan de rest. Omarm het leven. Carpe diem. <<
Bronnen
- Dassanayake, D. (2013). Earth defenceless from asteroid collision, says Nasa chief Charles Bolden. Opgehaald op 11 juni 2014 van http://www.express.co.uk/life-style/science-technology/385986/ Earth-defenceless-from-asteroid-collision-says-Nasa-chief-CharlesBolden/. - Diaz, J. (2014). Atomic scientists: We're still dangerously close to the apocalypse. Opgehaald op 12 juni 2014 van http://sploid. gizmodo.com/atomic-scientists-were-still-dangerously-close-tothe-1501975715/. - National Geographic: Doomsday Preppers (2014). Opgehaald op 11 september 2014 van http://channel.nationalgeographic.com/channel/ doomsday-preppers/. - “Survivalism”. (2014). Opgehaald op 11 juni 2014 van http:// en.wikipedia.org/wiki/Survivalism/.
Oktober 2014
De R ndvraag
Beste Denny, Veel psychometrisch onderzoek richt zich op verschillen tussen mensen. De afgelopen jaren hebben de mensen uit jouw groep, waaronder je recente promovendus Angelique Cramer, zich onder andere gericht op een netwerkbenadering van psychopathologie. Voor zover ik kan overzien, en dat is niet per se ver, zijn veel van deze netwerken gebaseerd op verschillen tussen mensen. Een andere promovendus, Rogier Kievit, heeft in zijn proefschrift laten zien dat de hersenprocessen die correleren met intelligentie tussen mensen, niet sterk overeenkomen met hersenprocessen binnen mensen, als je een eenvoudige en een complexe taak vergelijkt. Is het je verwachting dat, als het temporele onderzoek binnen proefpersonen binnenkomt, de resultaten hiervan vergelijkbaar zijn met de resultaten die gebaseerd zijn op between-subject-resultaten? En hoe kijk je in algemene zin aan tegen de generaliseerbaarheid van between-subject-research naar processen die zich binnen een mens afspelen? Steven
Het antwoord van Denny Borsboom (Methodenleer) Ik moet bij deze vraag meteen denken aan Peter Molenaar, onze vroegere hoogleraar, die eind jaren ’90 grote consternatie veroorzaakte met een simulatie die aantoonde dat de structuur van individuele verschillen losstaat van die van intra-individuele processen. Peter had voor ieder individu een ander factormodel gesimuleerd, en de resulterende individuele verschillen gefactoranalyseerd. Daaruit bleek dat het één- of tweefactormodel prima paste op die individuele verschillen, zelfs als niemand aan zo’n model voldeed. Dus: standaard factoranalytische modellen voor individuele verschillen (bijvoorbeeld Big Five in de persoonlijkheidsleer) zeggen niets over intra-individuele processen (het zou kunnen dat het Big Five-model geen enkel individu beschrijft). Dat was voor veel psychometrici een ontnuchterende conclusie. Sindsdien is de verhouding tussen N=1 en N=veel een centraal thema bij onze programmagroep. Het hersenonderzoek van Rogier Kievit dat je noemt is direct gebaseerd op deze problematiek, maar ook het werk van Angelique Cramer over netwerkmodellen voor psychopathologie is erop terug te voeren. De discrepantie tussen het intra- en interindividuele niveau bemoeilijkt een causale interpretatie van latente variabelen namelijk zozeer, dat de vraag zich opwerpt waar
al die robuuste correlaties tussen symptomen dan vandaan komen. Angelique’s netwerkbenadering is een direct antwoord op die vraag, omdat in deze benadering symptomen worden gezien als elementen van een causaal systeem die elkaar beïnvloeden. Maar: netwerkanalyses van symptoomdata zijn vaak weer wel primair gebaseerd op individuele verschillen en je vraag of die structuren naar het individu generaliseren is dus terecht. Soms hebben we zowel intraals interindividuele informatie, bijvoorbeeld omdat een grote groep mensen heel vaak gemeten is. Zodoende kunnen we zowel op N=1-niveau als op individuele verschillen netwerken passen, en dan lijken die structuren kwalitatief redelijk overeen te komen; verschillen tussen personen lijken vooral kwantitatief. Maar dat onderzoek levert ook weer een heel nieuw probleem op, want naast individuele verschillen zien we ook dat netwerken binnen een persoon over de tijd veranderen: panta rei, om met Heraklitus te spreken. We ontwikkelen nu technieken die hiermee om kunnen gaan, omdat we denken dat bepaalde netwerkveranderingen de ontwikkeling van stoornissen voorspellen. Onderzoek naar je vraag is dus in volle gang. Peter Molenaar werd trouwens hard uitgelachen toen hij destijds suggereerde dat we mensen minimaal dagelijks moesten gaan meten, want hoe wilde hij die vragenlijsten elke dag op gaan sturen en wat zou dat wel niet aan postzegels kosten. Door de mobiele telefoon is zijn visioen nu realiteit, en ik denk dan ook dat dit een van de grote onderzoeksthema’s van de komende eeuw wordt.
Denny Borsboom (Methodenleer) geeft De Rondvraag door aan Jos Bosch (Klinische Psychologie) Beste Jos,
De afgelopen jaren hebben we in de psychologie veel problemen gezien die direct of indirect voortkomen uit een gebrekkig databeheer. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de beperkte beschikbaarheid van data voor heranalyse, maar ook aan gevallen waarbij er vermoedens van fraude bestaan die niet bevredigend kunnen worden opgeheven omdat de relevante onderzoeksgegevens kwijt zijn. Ten slotte vind ik het zelf vaak jammer dat er in de psychologie relatief weinig met data wordt gedaan, onder andere omdat hergebruik van verzamelde gegevens zo zeldzaam is. Jij hebt veel ervaring in het werken met grote epidemiologische databestanden, waarbij het databeheer heel anders in elkaar steekt dan wij in de psychologie gewend zijn. Denk jij dat wij van de epidemiologen op dit gebied iets kunnen leren? Denny
7 Oktober 2014
De vraag van Steven Scholte (Klinische Neuropsychologie)
Spiegeloog
Wetenschappelijk medewerkers stellen elkaar vragen
Tindertijd
Nikes aan, we gaan Tinder Met de komst van Tinder is het officieel: online daten is hip. Tijd om wat meer te weten te komen over de online zoektocht naar ware liefde. Leiden we elkaar massaal om de tuin met onze online profielen, of valt dat allemaal wel mee? En voor alle online daters: gratis tips!
Tekst: Maaike Blok
Spiegeloog
8
26-05-2014 ‘Maaike, ik ben verliefd. Ik heb een Tindermatch met een meisje en chat met haar. Ze is fantastisch. Ontzettend bijdehand, enorm geestig. En mooi, heel mooi. Morgen hebben we onze eerste date. Zin in!!’
Oktober 2014
al omschrijf je jezelf als een fantastisch sprankelende persoonlijkheid; wanneer je op elke foto als een dood schaap staat houdt de interesse van de ander snel op. Nu sta je op de ene foto wat mooier dan op de andere. Soms zelfs wat mooier dan je in werkelijkheid bent. Uit onderzoek blijkt dat mensen die online daten hun eigen gebruikte foto’s meestal 28-05-2014 overeenkomstig met de werkelijkheid vinden (Hancock & ‘Maaike, gisteren de date gehad. Het was vreselijk. Kut met enorme Toma, 2009). Maar onafhankelijke beoordelaars zien dat peren. Ze is 26, maar leek veertig. Ze was niet scherp, niet grappig. dikwijls anders. Om en nabij 33 procent van de gebruikte Zag er anders uit, niet aantrekkelijk. En een trouwe bezoeker van de profielfoto’s worden door hen als niet accuraat beschouwd. Libelle Zomerbeurs. Dan weet je het dus wel.’ Er werden (vooral bij vrouwen) verschillen gevonden tussen roeger was online daten voor losers. Voor jongens die de gebruikte profielfoto’s en het huidige uiterlijk in gewicht, in de kroeg zielsalleen flesjes Chocomel wegwerkten. huid, leeftijd en haardracht. Ook hadden vrouwen vaker de Met een rietje. Voor huisvrouwen die hun hele leven in gebruikte foto’s geretoucheerd en maakten zij vaker gebruik dienst hadden gesteld van het gezin en desondanks verlaten van foto’s die door een professionele fotograaf genomen werden voor een jonge blonde schone. Maar tegenwoordig waren. De onderzoekers denken dat men dit doet, omdat is online daten maatschappelijk geaccepteerd, ja, hip zelfs. mensen zichzelf nou eenmaal graag wat mooier voorstellen Mede dankzij Tinder: een applicatie voor de smartphone die is dan ze daadwerkelijk zijn. En de kans op een date neemt gekoppeld aan Facebook. Op basis van foto’s, gemeenschapsimpelweg toe. pelijke vrienden en interesses kun je iemand liken of disli Goed. Stel je hebt op basis van je, ietwat te leuke, ken. Hebben beide partijen elkaar geliket? Voilá, Tindermatch! profielfoto’s een online match. Dan begint het echte werk: Vanaf dan kan er met jezelf goed profileren. elkaar gechat worden. Want god, wat ben je een Dat het niet altijd goed leuk mens. Dus vertel je, afloopt blijkt wel uit terwijl je onderuit gezakt - Je bent minder mooi dan op bovenstaande Whatsappop de bank meesnikt met je profielfoto’s berichten van mijn goede het nummer All by myself, vriend. De arme dromhoe ondernemend, avonmel. Na maanden van tuurlijk en uitermate zelfhartenzeer installeerde standig je bent. Mocht dit hij vol goede moed Tinder en dan dit. Totale deceptie. Had je bekend in de oren klinken: dat is niet gek. Uit onderzoek hij pech? Of is dit een veelvoorkomende ervaring? Hoe zit blijkt namelijk dat mensen de manier waarop zij zichzelf het eigenlijk met misleiding in de virtuele liefdeswereld? presenteren aanpassen aan de potentiële lover, wanneer het Hulde voor de wetenschap! Want ook hier is dankeerste afspraakje in het vizier komt (Rowatt, Cunningham & zij vele onderzoeken een antwoord op te formuleren. Laten Druen, 1998). Zie het als een onschuldig oppoetsen van een we het eerst hebben over de foto’s die worden gebruikt wat verstoft karakter. Wanneer je online contact hebt met voor het online datingprofiel. Uiterst belangrijk, want ook iemand, heb je een grotere controle over wat je wel en niet
V
Verder is online daten voor iedereen, maar wie er momenteel gebruik van maakt is nog onduidelijk en onderzoek hiernaar is welkom. Dan rest mij niets meer dan u en jullie allen, indien van toepassing, veel dateplezier te wensen! <<
- Hancock J.T., & Toma, C.L. (2009). Putting Your Best Face Forward: The Accuracy of Online Dating Photographs. Journal of Communication, 59, 367-386. - Reuters (2004). Funny odds of online dating. Opgehaald op 15 september 2014 van http://expressindia.indianexpress.com/news/ fullstory.php?newsid=32408/. - Rosen, L.D., Cheever, N. A., Cummings, C., & Felt, J. (2008). The Impact of Emotionality and Self-disclosure on Online Dating versus Traditional Dating. Computers in Human Behaviour, 24, 2124-2157. - Rowatt, W. C., Cunningham, M. R., & Druen, P. B. (1998). Deception to get a date. Personality and Social Psychology Bulletin, 24, 1228-1242. - Valkenburg, P.M, & Peter, J. (2007). Who Visits Online Dating Sites? Exploring Some Characteristics of Online Daters. Cyber Psychology and Behavior, 10, 849-852.
Spiegeloog
Bronnen
Illustratie: Jelle Havermans
9 Oktober 2014
van jezelf laat zien. Bij een face-to-face contact blijft minder te raden over. Online zou je kunnen vertellen dat je een enorme spraakwaterval bent, echt een sociaal dier, terwijl je in werkelijkheid verlegen en schuchter bent. Face-to-face is die schijn een stuk moeilijker op te houden, wanneer je constant naar de grond staart, uit zenuwen je drankje omgooit en je geen woord over je lippen krijgt. Toch lijkt deze misleiding in de praktijk mee te vallen. Juist omdat er zo weinig sociale cues te zien zijn, onthullen online daters meer over zichzelf. Het blijkt zelfs dat zelfbeschrijvingen met meer self-disclosure en emotionaliteit als positiever beoordeeld worden (Rosen, Cheever, Cummings & Felt, 2008). Een waarschuwing is op z’n plek: te véél persoonlijke onthullingen worden nu ook weer niet gewaardeerd, vooral niet van mannen. Begin dus niet meteen met vertellen over de depressieve episode die volgde toen je ex het uitmaakte, omdat ze je te aanhankelijk vond. Tot slot: wat voor soort mensen daten er nu eigenlijk online? In 2003 was zo’n twintig procent van de Amerikaanse singles aangemeld bij een online datingsite (Reuters, 2004). Een studie uit 2007 toonde aan dat ongeveer de helft van de Nederlandse single internetgebruikers (43 procent) in online daten waren verwikkeld, of dit ooit waren geweest. De genoten educatie en de hoogte van het inkomen was hier niet aan gerelateerd (Valkenburg & Peter, 2007). Deze cijfers zijn nu wat achterhaald, dunkt mij. De literatuur vertelt weinig over de huidige stand van zaken, dus neem ik als wetenschapper in spé de vrijheid om hier mijn eigen licht over te laten schijnen. Met de komst van de date-applicaties op de smartphones is het percentage online daters in rap tempo gestegen. Wanneer ik in mijn eigen vrinden- en kennissenkring kijk, heeft zo’n 75 procent van de singles een Tinderprofiel. En zo’n twintig procent van de niet-singles, maar daar oordeel ik verder niet over. Daarnaast vermoed ik dat het percentage datingapp-gebruikers hoger ligt onder de homoseksuele medemens, dan onder de heteroseksuelen. Met als verklaring dat het voor de eerste groep lastiger is om in het echt gelijkgestemden te vinden. Maar goed, conclusies trekken op basis van je eigen kennissenkring is een doodzonde in de wetenschap, dus mocht iemand zich geroepen voelen dit op verantwoorde wijze te onderzoeken: ik hou me aanbevolen. Wat hebben we geleerd? Bij virtuele contacten is het belangrijk om een goed beeld van jezelf weer te geven en een zekere mate van openheid en emotionaliteit te laten zien. Sla hier echter niet in door; dan komt de eerste date er nooit. Is het moment van de eerste live ontmoeting daar: ga er vanuit dat hij of zij iets minder mooi is dan verwacht. Ga er tevens vanuit dat jij iets minder mooi bent dan hij of zij verwacht. Ga er sowieso maar vanuit dat je minder mooi bent dan je op basis van je profielfoto’s denkt te zijn.
Tabula Rasa Tekst: Willemijn Waterbolk
Oud Worden Zonder Het Te Zijn van Rudi Westendorp
O Spiegeloog
10
ud worden zonder het te zijn. De titel geeft te denken. Zou in dit boek dé formule staan waardoor wij duizend jaar oud kunnen worden? Helaas, zodra je de achterkant leest wordt al snel duidelijk dat we het levenselixer in dit boek niet gaan vinden. Je verwachting wordt snel bijgestuurd doordat de auteur Rudi Westendorp hoogleraar ouderengeneeskunde is in Leiden en directeur van Leyden Acadamy on Vitality and Ageing. Met wetenschappelijke onderbouwingen, maar tegelijkertijd op een levendige manier probeert Rudi Westendorp ons uit te leggen waarom we ouder en ouder worden en hoe we dat vergrijzende leven de baas kunnen blijven. Verouderen hoort nu eenmaal bij ons lichaam. Het is onvermijdelijk. Het besef dat alle levenloze materie, zoals apparaten en bijvoorbeeld glazen, veroudert, is volgens Westendorp een essentiële stap om het verouderingsproces bij mensen te begrijpen. We worden niet ouder doordat we leven, maar gewoon door er te ‘zijn’. Het leven kent ver-
Oktober 2014
schillende vormen van veroudering, zo stelt hij. Er is een kalenderleeftijd, een biologische leeftijd en een maatschappelijke leeftijd. Mensen zijn in staat de relatie tussen kalender- en biologische leeftijd te doorbreken, puur omdat het ons maatschappelijk beter uitkomt. Door schoner drinkwater, betere voeding en effectievere bestrijding van infecties is onze levensverwachting in een eeuw tijd gestegen van veertig naar tachtig jaar. Medische ontwikkelingen hebben ons daarbij enorm geholpen. De gemiddelde levensverwachting loopt nog steeds op. Dat we verouderen is duidelijk, het antwoord op de vraag waarom nog niet. Westendorp haalt in zijn boek de theorie aan over het wegwerplichaam. Bij mensen, maar eigenlijk bij alle dieren, gaat het erom dat het DNA behouden wordt. Zodra we kinderen hebben gekregen en grootgebracht kan het lichaam ‘weggeworpen’ worden. Het behoud van het DNA is dan gegarandeerd. Bij mensen ligt dit punt rond de 50 jaar. Met alle middelen die er zijn moet er geïnvesteerd worden in het nageslacht. Als dat niet het geval is moet er geïnvesteerd worden in het eigen lijf. Het een gaat ten koste van het ander. Zo leven fruitvliegjes minder lang als ze veel aan voortplanting doen dan fruitvliegjes die dit wordt onthouden. Onderzoek naar Britse aristocratie laat hetzelfde principe zien. Kinderloze adellijke vrouwen werden gemiddeld ouder dan de vrouwen die wel kinderen hadden. ‘British aristocracy mate like fruitflies,’ was de conclusie. Ondanks de twijfels over het nut van ouder worden, zal onze generatie naar verwachting de negentig jaar gemakkelijk kunnen halen. Mensen zullen nooit onsterfelijk worden, maar we kunnen het proces van veroudering wel uitstellen. Daar zijn we ook aardig goed in geworden, zo blijkt wel uit het boek. Met zijn positieve kijk op de medische wetenschap stelt Westendorp dat de mens vele jaren ouder kan worden dan nu: ‘De eerste die honderdvijfendertig wordt, is al geboren’. In Oud worden zonder het te zijn komen alle aspecten van het ouder worden aan bod in een wetenschappelijke analyse. Dat maakt het interessant om te lezen, hoewel het niet lekker wegleest. Door zo nu en dan een stuk te lezen is het prima te doen. Of je er ouder door wordt weet ik niet, maar je wordt in ieder geval wel een stuk wijzer. Dit boek is voor €19,95 bij boekhandels te verkrijgen.
De Autist in Jezelf Door een toename in diagnosticering van mensen met een autisme stoornis is er meer aandacht voor deze mensen dan ooit tevoren. Een autisme spectrum stoornis klinkt als een ernstige afwijking en door grote diversiteit binnen dit spectrum weet men vaak niet goed wat voor gedrag van mensen met deze stoornis te verwachten. Maar staan zij wel zo ver van ons af als we denken?
psychiatrie, de DSM-5, de oude drie diagnoses onder één e afgelopen decennia is het aantal diagnoses met gemeenschappelijke noemer: Autisme Spectrum Stoornis betrekking tot autisme wereldwijd vertienvoudigd (ASS). De diversiteit van autisme-symptomen wordt gedekt (Voormolen, 2014). Er wordt zelfs geschat dat maar liefst door de term ‘spectrum’. Ook kan er bij het stellen van diagéén procent van de gehele wereldbevolking een stoornis in noses worden aangegeven of er sprake is van een milde of het autisme spectrum heeft. En hoewel iedereen wel iemand ernstige vorm van ASS op basis van de mate van aanwezigkent met een autisme stoornis, heerst er over het algemeen heid van de hierna genoemde kenmerken (“Autisme Specgeen duidelijk beeld over wat autisme daadwerkelijk inhoudt. trum Stoornis in DSM-5”, 2013). Hierdoor treedt vaak negatieve stereotypering op waarbij mensen autistisch gedrag vreemd vinden en mensen met Een veelvoorkomend kenmerk van mensen met autisme is deze stoornis allemaal in hetzelfde ‘autisme-hokje’ plaatsen. dat ze moeite hebben met onverwachte situaties en veranEchter; de ene autist is de andere niet. Door vele vormen deringen. Mensen met een stoornis in het autisme spectrum en gradaties van kenmerken van autisme bestaat er niet één hebben daardoor vaak behoefte aan structuur en stiptheid. typische autist. En mede door deze verschillende vormen The Absent Self Theory van en gradaties van hun Uta Frith sluit hierop aan gedragsuitingen zijn er en stelt dat bij mensen heel wat overeenkom- Autisme zou een expansie van de met autisme als het ware sten te vinden tussen de een innerlijke directeur kenmerken van autisme menselijke evolutie zijn ontbreekt. Deze metaen persoonlijkheidstrekfoor wordt verder uitgeken of aandoeningen van werkt met de autistische mensen zonder autisme, geest als fabriek, waarbij alles op rolletjes loopt zolang de weliswaar soms in mindere mate. Een autisme stoornis ligt dagelijkse routine wordt gewaarborgd, maar waar bij onverin dat opzicht in het verlengde van gedrag dat zowel ‘gekke’ wachte situaties paniek en chaos optreedt. Zo is bijvoorbeeld als ‘normale’ mensen vertonen. in de documentaire Het beste voor Kees te zien dat autist Kees Momma volledig van slag raakt bij onverwachte harde geluiAutisme is een ontwikkelingsstoornis waarbij de hersenen den of plotselinge veranderingen van bijvoorbeeld het weer. een afwijkend patroon vertonen. Dit patroon is waarschijnMensen zonder autisme die extreem van slag kunnen raken lijk veroorzaakt door een afwijking in een aantal chromodoor verandering en onverwachte situaties, scoren over het somen (“Pervasieve Ontwikkelingsstoornissen”, 2007). Dit algemeen hoog op de Big Five-persoonlijkheidstrek neurotiresulteert in ongewoon gedrag met betrekking tot omgang cisme (Boyes, 2010). En wel of geen hoge mate van autisme met anderen, communicatie, taalbegrip en -productie, inteof neuroticisme: je kunt je vast voorstellen hoe lastig het resses, activiteiten en inbeeldingsvermogen (“Autisme Speckan zijn met onverwachte situaties en verandering om te trum Stoornissen”, 2013). Tot voor kort bestonden er drie gaan. Iedereen weet hoe vervelend het is om op het laatste diagnoses van autisme, gerelateerd aan de uiting van symptomoment te worden afgebeld voor een afspraak of dat iets men: Klassiek Autisme, het Syndroom van Asperger en Perwat je al jaren op een bepaalde manier hebt gedaan, ineens vasive Development Disorder Not Otherwhise Specified (PDD-NOS). anders moet. Echter, sinds mei dit jaar schaart het nieuwe handboek voor
11 Oktober 2014
D
Spiegeloog
Tekst: Marceline van Eeden
Mensen met een stoornis in het autisme spectrum beschikken daarnaast vaak over gepassioneerde interesses voor een paar onderwerpen en kunnen hier helemaal in opgaan, waardoor vaak extreem oog voor detail optreedt. Zo heeft Kees uit zijn documentaire een enorme passie voor treinen en werkt hij aan zijn maquettes tot in de kleinste details. Ook andere oorzaken en stoornissen dan autisme kunnen dit kenmerk als gevolg hebben. Zo is een symptoom van mensen met Attention Deficit Hyper Disorder-I type (in vroegere DSM-IV
nog ADD genoemd) dat zij naast hun gebrek aan concentratie ook zeer gepassioneerde interesses hebben door overconcentratie (“typen ADHD”, 2014). Hierdoor ontstaat een ‘hyperfocus’ waardoor zij helemaal opgaan in bepaalde activiteiten en lastig afgeleid kunnen worden. Maar wel of geen autisme of ADHD: iedereen weet hoe het voelt een passie of hobby te hebben waarbij je je even helemaal afsluit van de buitenwereld. Misschien worden mensen die in een sociale situatie lang op hun mobiel zitten te kijken daarom wel voor de grap ‘autist’ genoemd; ze gaan op dat moment even
Spiegeloog
12 Oktober 2014
Illustratie: Thomas van Sonsbeek
Laat dus niets je nog weerhouden van het erkennen en bevrijden van de autist in jezelf! << Hiernaast hebben mensen met autisme vaak een minder ontwikkeld inbeeldingsvermogen dan mensen zonder autisme. Daarom vinden ze het lastig zich een goede voorstelling te Bronnen maken van objecten die niet ter plekke aanwezig zijn. Dit - “Autisme Spectrum Stoornissen” (ASS). (2013). Opgehaald zorgt er tevens voor dat het voor mensen met autisme vaak op 17 juni 2014 van http://www.psychischegezondheid.nl/ autisme?tab=2&gclid=CNrCwq_N_r4CFevpwgodRSoAhg/. lastig is zich in anderen in te leven. Dit heet ook wel de Theory - “Autisme Spectrum Stoornis in DSM-5”. (2013). Opgehaald op 2 of Mind: de menselijke bekwaamheid zich een voorstelling te september 2014 van http:// kunnen maken van het autisme.nl//autismeperspectief of gevoelsnieuws/mei-2013/autismeleven van anderen (Henspectrum-stoornis-in-dsm-5. kelman, z.j.). Mensen - De autistische geest kan als een aspx/. met autisme zijn door dit fabriek worden gezien - Boyes, M. (2010). ‘Neurobeperkte vermogen tot ticism, stress…an anagramwederkerigheid bijvoorsolving task’. Opgehaald op beeld niet goed in liegen. 14 juni 2014 van http:// Een andere verklaring www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0191886910001911/. voor een gebrek aan empathie is narcisme. Deze psychi- De Hoog, T. (2004). Nieuwe fase in evolutie?. Opgehaald op 15 juni sche aandoening of karaktertrek waarbij iemand denkt dat 2014 van http://speciaal.forges55.be/over/nieuwe-fase-in-evolutie/. de wereld om zichzelf draait, heeft een totaal andere oor- Henkelman, A. (z.j.). Over Autisme. Opgehaald op 10 september sprong dan autisme, maar vertoont overeenkomstig moeite 2014 van http://www.autismepunt.nl/wat_is_autisme.html. met inleving in een ander. Maar wel of geen autisme of nar- “Hiërarchische Persoonlijkheidsvragenlijst voor Kinderen” (HiPIC). cisme: empathie is een belangrijk onderdeel van de Big Fivepersoonlijkheidstrek altruïsme (onzelfzuchtigheid). Vaak (2009). Opgehaald op 1 september 2014 van http://home.kpn.nl/ vertonen mensen met een lage score op altruïsme tevens alpons/Bijsluiter_HIPIC.html/. weinig medeleven en empathie (Ten Broeke, 2008). - “Pervasieve Ontwikkelingsstoornissen (PDD)” (2007). Opgehaald op 8 september 2014 van http://www.psycon.nl/data/pervasiev. Autisme blijft een serieuze en vaak ernstige stoornis die veel html/. moeilijkheden met zich mee kan brengen voor zowel de per- Ten Broeke, A. (2008). Altruïsme is een keuze. Opgehaald op 2 sepsoon in kwestie als voor familieleden en vrienden. Toch denk tember 2014 van http://www.kennislink.nl/publicaties/altruisme-isik dat het belangrijk en waardevol is deze mensen genuaneen-keuze/. ceerd te benaderen en niet direct in een hokje te plaatsen - Typen ADHD. (2014). Opgehaald op 10 september 2014 van of te stereotyperen. Misschien kun je je wel meer in hen http://www.adhdmedicatie.nl/algemeen/typen-adhd#i/. verplaatsen dan je denkt. Overeenkomende gedragsuitingen - Voormolen, S. (2014). Duizend wegen naar autisme. NRC Hankunnen namelijk hele verschillende oorzaken hebben. Het delsblad, 7 juni. kan voortkomen uit stoornissen, aandoeningen, persoonlijkeidstrekken of als gevolg van bepaalde situaties. En binnen deze categorieën bestaan er ook weer verschillende gradaties. Autistisch gedrag is dus niet totaal bizar gedrag dat ‘normale’ mensen nooit vertonen. Bovendien is iedereen weer anders; mensen zonder autisme hebben ook hun rariteiten, beperkingen en tekortkomingen, of dit nou als stoornis wordt gekenmerkt of niet. Hiertegenover staan altijd mooie eigenschappen. Zo zijn er zelfs groeperingen die stellen dat mensen met autisme een expansie van de menselijke evolutie zijn (De Hoog, 2004). Dit heeft voornamelijk betrekking op – zoals het in DSM-IV nog genoemd werd – het Syndroom van Asperger, waarbij bovengemiddelde intelligentie en hoogbegaafdheid vaak voor komt. Ze zouden de redders van de 21ste eeuw zijn
Spiegeloog
vanwege hun bijzondere denkwijze, specialisaties in bepaalde onderwerpen en extreem oog voor detail. Hierdoor zouden zij de uitgelezen personen zijn om complexe, wereldwijde problemen op te lossen.
13 Oktober 2014
helemaal op in hun eigen wereldje. De mate van concentratie en het opgaan in een bepaald onderwerp hangt bovendien hoog samen met de Big Five-persoonlijkheidstrek consciëntieusheid (zorgvuldigheid) (“Hiërarchische Persoonlijkheidsvragenlijst voor Kinderen”, 2009).
Ivoren Toren Verwachtingsmanagement
D
Spiegeloog
14
e wetenschapsfilosoof Bruno Latour bestudeert in zijn boek Science in Action wetenschap vanuit het perspectief van een antropoloog. Hij beschrijft wat wetenschappers zoal doen, wat hun gebruiken zijn, hoe ze communiceren, en hoe ze hun theorieën aan de man brengen. Ergens in dat boek (een aanrader, overigens) meldt Latour terloops dat de wetenschappers die hij bestudeert – in tegenstelling tot wat het publiek denkt – zelden in een lab te vinden zijn. Het grootste gedeelte van hun tijd zitten ze lezend of schrijvend gebogen over velletjes papier, die zij ‘artikelen’ noemen. Van de buitenkant gezien lijken wetenschappelijk onderzoekers dus precies op schriftgeleerden. De papieren wetenschap uit het 1987 van Latour is inmiddels verdrongen door digitale schermen, maar verder klopt zijn karakterisering nog behoorlijk. Ook voor psychologen. Wie verwacht dat een wetenschappelijk psycholoog veel tijd doorbrengt met mensen, bijvoorbeeld om ze zorgvuldig te observeren of hun zielenroerselen te leren kennen, komt bedrogen uit. De wetenschappelijk psycholoog besteedt, net als de wetenschappers van Latour, het grootste gedeelte van zijn tijd aan lezen, schrijven, en het
Oktober 2014
analyseren van data. Het liefste zit de wetenschappelijk psycholoog in zijn eentje fanatiek te schrijven aan een tekst die, dat dan weer wel, over dezelfde mensen gaat die hij liefst niet al te vaak ziet. Misschien overdrijf ik wat, maar toch niet veel. Ook voor studenten psychologie geldt dat zij uit hoofde van hun studie niet heel veel meer tijd met mensen doorbrengen dan bijvoorbeeld hun collega’s in de biologie of scheikunde. Dit fenomeen leidt tot problemen in de communicatie met aankomend studenten, die moeite hebben zich voor te stellen wat een studie psychologie eigenlijk inhoudt. Universiteiten doen overal hun best om de prospectieve student op het hart te drukken dat hun opleidingen zeker in het begin vooral heel veel leeswerk vergen (en dan vaak ook nog eens over statistiek en methodologie). Maar toch verwachten veel studenten meer interactie met hun medemens dan het geven van proefpersooninstructies of het aanbrengen van EEG-sensoren. Wat betreft Latours microbiologen zal niemand erover inzitten dat zij vooral boeken lezen. Maar ik schat zo in dat de gemiddelde lezer van dit stukje daar in het geval van psychologen anders over denkt. Het idee dat je veel met mensen moet omgaan om iets over menselijk gedrag te leren is wijdverbreid. De wetenschappelijke literatuur ondersteunt dit idee echter nauwelijks. Die suggereert eerder dat mensen zonder de hulp van gestandaardiseerde metingen, experimenten, en statistische analyses onmiddellijk ten prooi vallen aan de vreselijkste cognitieve vertekeningen en statistische luchtkastelen. Mensen krijgen in de intermenselijke interactie weliswaar het gevoel dat ze veel inzicht verwerven, maar als puntje bij paaltje komt blijkt dat inzicht toch vooral voortkomt uit illusoire correlaties en base-rate fallacies. Een pijnlijk voorbeeld van dit fenomeen vormt de literatuur over klinische versus statistische predictie. In deze literatuur worden voorspellingen van klinici over het verloop van stoornissen van hun cliënten vergeleken met die van supereenvoudige statistische modellen. Als men in zulk onderzoek al verschillen vindt, zijn die doorgaans in het voordeel van de statistiek. Ook in ander onderzoek blijkt keer op keer dat mensen hun expertise op allerlei gebieden schromelijk overschatten, of het nu gaat om aandelenkoersen, medische aandoeningen, of menselijk gedrag. Ontluisterend maar waar: als je wat over mensen wilt leren, dan is een boek zo gek nog niet. Denny Borsboom
Tijgermoeders Belonen of straffen?
Van alle boeken die worden gepubliceerd in een jaar bereiken er weinig het grote publiek. Nog minder halen een coverstory van Time Magazine. En maar een heel klein aantal maakt zoveel negatieve en positieve reacties los als het boek van Amy Chua.
opmerking slaat Chua de spijker misschien wel recht op n januari 2011 werd het boek Battle Hymn of the Tiger Mother zijn kop. Uit onderzoek blijk namelijk dat Westerse mensen gepubliceerd (Chua, 2011). Een stormloop van reacties ervaringen met succes motiverend vinden en ervaringen was het gevolg. Reacties als ‘She’s a monster’ tot ‘British Children met falen demotiverend could use a Tiger Mother in (Feather, 1966; Heine, their tank’ waren niet uit 2012). In tegenstelling de lucht na de publicatie - ‘De verjaardagskaart van mijn dochter worden Oost-Aziatische van deze opvoedmemoijuist gemotiveerd door res (Murphy Paul, 2011). kon veel beter’ ervaringen met falen In het boek beschrijft en gedemotiveerd door Amy Chua, een dochter ervaringen met succes van Chinese immigran(Heine, Kitayama, & Lehman, 2001). Het kan dus per culten in de VS, hoe zij haar twee kinderen opvoedt. Daarbij tuur verschillen hoe je het beste je kinderen motiveert om gebruikt ze losjes de term Tiger Mother om moeders aan te harder te werken thuis, op school of in welk gebied dan ook. duiden die hun kinderen strikt opvoeden, zoals veel Chinese moeders dit doen. Hierbij onderstreept ze ook dat de term ‘Chinese moeders’ flexibel kan worden toegepast op iedere moeder die dezelfde opvoedingsstijl gebruikt. Aan de hand van voorbeelden met haar twee eigen dochters probeert Chua duidelijk te maken wat haar opvoedstijl inhoudt. Een greep uit het aantal dingen dat haar dochters absoluut nooit mochten: logeerpartijtjes, speelafspraakjes, tv kijken, computerspelletjes, minder dan 3 uur per dag de piano of de viool beoefenen en een cijfer lager dan een A halen (een A- was al een probleem). Om haar opvoedingsstijl beter te illustreren haalt Chua een aantal voorbeelden aan. Zoals het voorbeeld waarbij ze de zelfgemaakte verjaardagskaart van haar dochter weigert aan te nemen omdat beiden weten dat dochter veel beter kan dan dit. In een ander voorbeeld noemt Chua haar dochter ‘garbage’ en ‘een schande’. Het zijn juist deze levendige voorbeelden die de meest heftige negatieve reacties opriepen. ‘Schadelijk’, vonden veel critici. Maar Chua durft het tegenovergestelde te beweren. Zoals ze zelf in een interview opmerkt: ‘Words said in one cultural context may not mean the same thing as words said in another cultural context.’ (Luscombe, 2011). Met deze
15 Oktober 2014
I
Spiegeloog
Tekst: Mariëtte Scholten
Spiegeloog
16
Illustratie: Jonas Raps
Oktober 2014
Dit komt nog eens extra naar voren in een aantal voorbeelden die Chua vertelt over haar eigen jeugd. Zo vertelt ze in een interview: ‘When I was little, my father used to say that if something doesn’t seem fair, you prove yourself by working twice as hard and being twice as good.’ (Luscombe, 2011). Met deze achtergrondkennis lijkt het niet meer zinvol om aan de discussie te participeren wat een betere of slechtere opvoedstijl is. Net zo min zou het zinvol zijn om te proberen een oordeel te vellen over of Chua’s opvoedstijl te hard is of juist goed werkt. Iedereen kijkt immers altijd vanuit zijn eigen perspectief, vanuit zijn eigen wereldbeeld en vanuit zijn eigen culturele achtergrond. Uit een onderzoek naar Westerse en Aziatische studenten blijkt dat beide groepen hun moeder als positief evalueren en zich gesteund voelen door hun moeders (Parker, 2014). Ook Chua’s dochters evalueren hun moeder als positief. Om bij te dragen aan haar moeders verdediging publiceerde Chua’s oudste dochter Sophia een open brief in The New York Post. Hierin verdedigt ze de opvoedtechnieken van haar ouders en eindigt ze met de zin: ‘If I died tomorrow, I would die feeling I’ve lived my whole life at 110 percent. And for that, Tiger Mom, thank you.’ (“Battle Hymn of the Tiger Mother”, z.j.). <<
Bronnen
- “Battle Hymn of the Tiger Mother”. (z.j.). Opgehaald op 1 september 2014 van http://en.wikipedia.org/wiki/Battle_Hymn_of_the_ Tiger_Mother/. - Chua, A. Battle Hymn of the Tiger Mother (2011). Opgehaald op 1 september 2014 van http://amychua.com/the-book/. - Feather, N. T. (1966). Effects of prior success and failure on expectations of success and subsequent performance. Journal of Personality and Social Psychology, 3, 287. - Heine, S. (2012). Cultural Psychology. New York: Norton. - Heine, S. J., Kitayama, S., & Lehman, D. R. (2001). Cultural Differences in Self-Evaluation Japanese Readily Accept Negative Self-Relevant Information. Journal of Cross-Cultural Psychology, 32, 434-443. - Luscombe, B. (2011) Chinese vs Western Mothers: Q&A with Amy Chua. Time. Opgehaald op 1 september 2014 van http://healthland.time.com/2011/01/11/chinese-vs-western-mothers-q-a-withamy-chua/. - Murphy Paul, A. (2011). Tiger Moms: Is Tough Parenting Really the Answer? Time. Opgehaald op 1 september 2014 van http://content.time.com/time/magazine/article/0,9171,2043477,00.html/. - Parker, C. B. (2014). ‘Tiger moms' vs. Western-style mothers? Stanford researchers find different but equally effective styles. Standford News. Opgehaald op 8 september 2014 van http://news.stanford. edu/news/2014/may/asian-european-moms-052014.html/.
? Wist je dat... Tekst: Gea-marit Dekker
...de scheten van een koe in de toekomst misschien wel zullen ruiken naar de scheten van kangoeroes? Bacteriën in de maag van een kangoeroe zorgen er voor dat de bipsboeren nauwelijks methaan bevatten. Omdat methaan een zeer schadelijk broeikasgas is, proberen wetenschappers de bacterie van de kangoeroe over te plaatsen naar de maag van de koe.
...de geboortedatum van een voetballer voor een deel bepaalt of hij uit zal groeien tot een talent? Een jongen die in januari geboren wordt, heeft vier tot vijf keer zoveel kans om een goede voetballer te worden dan een jongen die in december geboren wordt. De peildatum voor het samenstellen van teams ligt namelijk op 1 januari. In de pubertijd maken een paar maanden veel verschil en jongens die vroeg in het jaar geboren zijn, zijn dus in het voordeel. Ze zijn namelijk ouder en sterker dan jongens uit hun team die later in het jaar geboren zijn. ...verwacht wordt dat de helft van de meisjes die nu geboren wordt honderd jaar of ouder zal worden? Voor de jongens ligt dit op één derde. De levensverwachting in Nederland is een van de hoogste in Europa. In 1900 werden mensen gemiddeld rond de 58 jaar oud.
...in verschillende culturen er een heleboel bijgeloof kleeft aan gewisselde melktanden? Zo leggen ze in Nigeria een gewisselde melktand op zolder; wanneer er muizen aan de tand gaan knagen zal er geen nieuwe tand groeien. In Mongolië voeren ze de melktand aan een hond. Pas als de hond de tand heeft opgegeten zal er een nieuwe tand groeien. In Amerika (en Nederland) hebben we natuurlijk de tandenfee. ...mannen gemiddeld een kwartier nodig hebben om te beslissen of ze een tweede keer willen daten met de vrouw die tegenover hen zit? Vrouwen hebben ongeveer een uur nodig voordat ze weten of ze opnieuw met hun date willen afspreken.
17
...ratten zich zo snel voortplanten dat ze binnen achttien maanden een miljoen kleintjes kunnen hebben? Omdat een rat een prooidier is, is de voorplanting van deze knaagdieren gericht op een zo snel mogelijke vermenigvuldiging. Een dertig dagen oude rat kan al een nestje krijgen! In de tijd dat een rat miljoen kleintjes heeft gekregen, zet een olifant nog niet eens één ‘kleintje’ ter wereld; de draagtijd van een olifant is namelijk tussen de achttien en tweeëntwintig maanden.
Oktober 2014
...er in de woestijn meer mensen omkomen door verdrinking dan door uitdroging? Al regent het bijna nooit in een woestijn, als het regent komt het met bakken uit de hemel. Omdat dit zo plotseling is, vullen dalen zich met water en verdrinken nietsvermoedende mensen die daar op dat moment zijn. Zo zijn er in 1995 meer dan 300 vakantiegangers in één weekend omgekomen in de Sahara.
Spiegeloog
...-89,2 °C de laagst gemeten buitentemperatuur ooit is? Deze temperatuur werd in 1983 gemeten op de Zuidpool op 3488 meter boven zeeniveau. De warmste buitentemperatuur die ooit is gemeten ligt 146,9 graden hoger! In 1992 stond de thermometer in Libië namelijk op 57,7 °C.
Generatie Y Middelmatig zijn is niet goed genoeg meer, mijn generatie wil uitblinken. Maar hoe? Dat is vaak nog maar de vraag. Wat wordt er eigenlijk van onze generatie verwacht? Of beter gezegd, wat verwachten wij zelf allemaal? Zijn we wel realistisch of gaan we uiteindelijk aan onze eigen verwachtingen ten onder?
Tekst: Willemijn Waterbolk
Spiegeloog
18
M
Oktober 2014
ijn generatie staat ook wel bekend als Generatie Y, de Achterbankgeneratie, de Grenzeloze Generatie, de Prestatiegeneratie, Generatie Next, de BV-ik en zo zijn er nog vele andere namen. Al die namen zijn er niet voor niets. We zijn een ambitieus stel twintigers die hoe dan ook iets van het leven willen maken. We willen niet alleen uitblinken in onze studie, we willen ook een leuke relatie, interessante (bij)baan, verre reizen maken, een vette stage bij een topbedrijf, sporten, naar hippe feestjes, een grote vriendenkring en veel likes op Facebook. Onze verwachtingen zijn zo hoog dat het lijkt alsof we alleen maar teleurgesteld kunnen worden. Worden we op deze manier wel gelukkig?
onze ouders naar streefden: de vrijheid hebben om je leven in te richten zoals je zelf wilde (VPRO, 2011). De keuzevrijheid die we van onze ouders hebben gekregen lijkt bijna te mooi om waar te zijn. Als kind werden we al als prins(es) overal naartoe gereden. We hebben ook nooit de keuze hoeven maken welke hobby we wilden, we deden gewoon alles. Niet gek dat we de Achterbankgeneratie genoemd worden. Wat een luxe! Omdat we geen beperking hebben in onze keuzes, zijn de mogelijkheden oneindig; de wereld ligt aan onze voeten. Maar is dat wel zo? Wat moet je in godsnaam kiezen? Al die mogelijkheden maken ook dat je onzeker wordt. Je krijgt last van keuzestress.
Maximalisten Afgelopen zomer las ik het boek De prestatiegeneratie van Jeroen van Baar, een herkenbaar pleidooi over mijn generatie, waarin ik overigens gênant veel typerende dingen van mezelf teruglas. Een van de kenmerken van onze generatie is dat we maximalisten zijn, volgens Van Baar. Een maximalist wil het maximale uit het leven halen. Om dat te bereiken wil hij eerst alle opties overzien om vervolgens de meest optimale keuze te maken. Juist omdat we alle opties afgaan, zullen we nooit echt tevreden zijn. De ene optie heeft weer andere voor- en nadelen dan de andere. Uiteindelijk kiezen we een optie die op alle fronten het minst slecht scoort. Hierdoor maken we over het geheel een betere keuze dan wanneer we lukraak maar wat kiezen, maar echt tevreden over deze keuze is de maximalist niet. De andere opties blijven nog altijd in het hoofd rondspoken. Dus zelfs nadat we een keuze hebben gemaakt, blijven we ons afvragen of we wel de juiste keuze hebben gemaakt (Keys & Schwartz, 2005). Hoe kan het dat mijn generatie zoveel moeite heeft met keuzes?
Keuzestress In de VPRO-documentaire De BV-ik wordt er veel gesproken over keuzestress (VPRO, 2011). Het blijkt dat veel twintigers hier last van hebben. ‘Er is zoveel vrijheid dat het bijna zonde zou zijn om die vrijheid niet optimaal te benutten. Maar door een keuze te maken, beperk je jezelf in die vrijheid. We willen niet alleen een goede keuze maken, we willen de beste keuze maken,’ vertelt de documentairemaakster. Zij behoort zelf ook tot Generatie Y. Het komt er eigenlijk op neer dat je beter kunt stoppen met iets als je er niet goed in bent, een studie bijvoorbeeld. Er is vast wel een andere studie waar je wel goed in bent. Faal je in wat je doet, dan is dat eigen verantwoordelijkheid. Jij hebt die keuze gemaakt. Maar in een prestatiegerichte maatschappij als de onze is falen geen optie.
Ouders Onze ouders hebben ons opgevoed met het idee dat we alles kunnen worden wat we maar willen, zolang we maar gelukkig worden. Dat was immer het ideaal waar de generatie van
De prestatiemaatschappij In onze maatschappij worden jongeren al vroeg keuzes voorgelegd die bepalend zijn voor de toekomst: naar welke middelbare school ga je, welk profiel kies je, welke studie? Omdat er tegenwoordig zoveel studenten zijn, is het belangrijk om jezelf te profileren. Dus naast een goede school of studie waar je hoge cijfers hebt gehaald, wordt er ook verwacht dat je goede keuzes maakt in de andere activiteiten
Bronnen
- Kramer, A., & Launspach, T. (2012). Quarterlife - kansen, kopzorgen en keuzes van de twintigers van nu. Bert Bakker. - TNO.nl (juni, 2013). https://www.tno.nl/content.cfm?context=over tno&content=persbericht&laag1=37&item_id=201306060022/. - Van Baar, J. (2014). De prestatiegeneratie: een pleidooi voor middelmatigheid. Atlas Contact, Amsterdam. - VPRO (2011). De BV-ik.
Illustratie: Jonas Raps
Spiegeloog
Quarterlifecrisis Keuzestress, prestatiedruk en de rat race op social media, veel twintigers zien door de bomen het bos niet meer. Het niet kunnen kiezen en de verantwoordelijkheid hebben over gemaakte keuzes, zorgt voor paniek bij deze groep. De druk is te hoog, de max wordt bereikt en een burn-out is het gevolg. Volgens een onderzoek van TNO blijk dat in de leeftijdsgroep 26 tot en met 30 jaar één op de acht werknemers last heeft van burn-outklachten (TNO.nl, 7 juni 2013). Dit probleem staat tegenwoordig bekend als de quarterlifecrisis (VPRO, 2011), een soort midlifecrisis onder de jongeren. Een quarterlifecrisis ontstaat doordat er te hoge verwachtingen worden gesteld, waardoor er een identiteitcrisis ontstaat waarbij faalangst en dus ook burn-outs veel voorkomen. Dit is schokkend, want jongeren van nu zijn de ouderen van later. Als
wij nu al op zijn, hoe gaat de toekomst er dan uitzien? In het boek Quarterlife van Kramer en Launspach worden de volgende tips gegeven: stop met piekeren, twijfelen en uitstellen; jij bepaalt zelf wat je met je leven doet. Durf keuzes te maken, stel doelen voor jezelf, maak een planning; vind rolmodellen, denk creatief, werk samen en creëer opties voor jezelf (Kramer & Launspach, 2012). Dat lijkt makkelijker gezegd dan gedaan. Feit is dat het erkennen van het probleem al een stap in de goede richting is. Het is wel degelijk een maatschappelijk probleem, al lijkt het een luxeprobleem. Bedenk dat falen de normaalste zaak van de wereld is. Dat Facebook slechts één kant van een persoon laat zien. Kijk verder dan alleen topwerkgevers en -bedrijven. Het is goed om te beseffen wat deze prestatiemaatschappij met je doet. Ga er in mee, maar vergeet niet te relativeren. Bedenk voor jezelf wat nu echt belangrijk is. <<
19 Oktober 2014
die je doet. Qua hobby’s, (vrijwilligers)werkervaring, sport etcetera. Topwerkgevers hebben de keuze uit honderden studenten. Dus wordt er van je verwacht dat je aan je CV werkt. Zo ontstaat er een cultuur waarin we voornamelijk bezig zijn met onszelf, de BV-ik (VPRO, 2011). Maar jij bent niet de enige. De rest is ook flink met het CV bezig. Er ontstaat een rat race waarin we altijd zullen proberen beter te zijn dan degenen om ons heen (VPRO, 2011). We zien ook jongeren die al vroeg iets hebben bereikt. Zet de tv maar aan en de talentenjachten springen je om de oren. Aan de ene kant is het ontzettend inspirerend, maar aan de andere kant legt het ook een enorme druk op jezelf. Nu moet je je bewijzen, straks is het misschien wel te laat! In een poging onszelf te profileren zijn we op zoek naar dingen die ons status geven. Of lijken te geven. Het internet helpt ons een handje mee. Websites als Facebook, Twitter en LinkedIn bieden ons de mogelijkheid om ons van onze beste kant te laten zien. Ook hierin doen we mee aan de rat race. We worden continue geconfronteerd met een ‘vriend’ die weer iets vets heeft meegemaakt en daar veel likes voor krijgt. Die confrontatie is vaak pijnlijk: waarom lukt het diegene wel, maar mij niet?
juni 2013
20
Spiegeloog
Camera Obscura Tekst: Jihane Chaara
n The Drop staat het criminele circuit centraal en het is dus geen verrassing dat de film geclassificeerd wordt als een misdaadfilm. Bob Saginowski (Tom Hardy) raakt betrokken bij een overval op de bar waar hij werkt, waarna duidelijk wordt hoe elk personage verwikkeld is in het misdaadwereldje in Brooklyn. The Drop gaat echter over veel meer dan dat, op dezelfde manier dat een mensenleven samengevat kan worden in een lijstje met wat een persoon al dan niet bereikt heeft. De ervaring is toch altijd anders en is zoveel meer dan wat het op het eerste gezicht lijkt te zijn. Deze film gaat over eenzaamheid, over vertrouwen en over hoe je met het verleden om kunt gaan. Bob is een afgezonderde en stille man die op een avond, terwijl hij naar huis loopt, een pitbull-puppy vindt in een vuilnisbak. Deze puppy blijkt in elkaar geslagen en verlaten te zijn. De vuilnisbak blijkt van ene Nadia (Noomi Rapace) te zijn, en ze besluiten samen te zorgen voor de puppy, die gauw omgedoopt wordt tot Rocco. Deze gebeurtenis gooit Bobs leven om; hij ontwikkelt een vriendschap en een genegenheid voor Nadia en ontfermt zich over Rocco. De relatie tussen Nadia en Bob is erg interessant, omdat ze allebei eenzaam en gebroken zijn, op verschillende manieren. Bob wordt gepresenteerd als een personage dat positiviteit en energie in zijn leven kan gebruiken, terwijl Nadia heel veel heeft aan een zachtaardige aanwezigheid in haar leven. Op deze manier vullen zij elkaar aan en winnen zij elkaars vertrouwen. Dit gebeurt niet op een Hollywoodesque manier: ze vallen niet in elkaars armen na een halfuur. De manier waarop Bob en Nadia zich ontwikkelen (zowel apart als samen) gebeurt organisch en realistisch. Andere
personages, zoals Bobs baas Marv (James Gandolfini), die het verleden niet kan loslaten en wanhopig hunkert naar hoe het vroeger was, of Eric Deeds (Matthias Schoenaerts) die de rol vervult van klassieke boef, zijn prachtig neergezet. De acteerprestaties zijn subliem en het zijn de karakters die deze film bijzonder maken. Omdat het een verhaal is waar misdaad centraal staat – en waar voor de personages dus een mogelijke dood continu op de loer ligt – raak je als kijker heel gauw geïnteresseerd in deze personages en wat er met hen gebeurt. Het vermogen van de film om zoveel sympathie op te wekken is indrukwekkend, omdat niet alle personages een even zuiver verleden hebben. De motieven van de schurken zijn niet altijd even duidelijk, wat twee effecten heeft: aan de ene kant zorgt het voor verwarring en chaos. Aan de andere kant schept het juist een beeld van hoe het criminele wereldje in elkaar steekt: de overkoepelende motieven zijn niet altijd duidelijk, ook niet in het echte leven. Uiteindelijk valt er nog het een en ander te zeggen over de esthetiek van The Drop. Niet alleen is het een fijne film wat betreft licht, kleuring en cameragebruik, maar tevens betwijfel ik of er harten zijn die niet smelten als Tom Hardy een puppy in zijn armen heeft. Dat alleen al is reden genoeg om de film een kans te geven.
Regie: Michaël R. Roskam The Drop is vanaf 30 oktober te zien in de bioscoop.
21 Oktober 2014
I
Spiegeloog
The Drop
De Wandelgang Tekst & Foto’s: Simone Belt en Marceline van Eeden
Beginnen met studeren kan een hele spannende stap zijn. Iedereen heeft er wel een beeld bij, maar toch weet je nooit helemaal wat je ervan kunt verwachten. Daarom vroeg Spiegeloog: ‘Is het studentenleven wat je ervan verwacht had?’
Spiegeloog
Abe: ‘Mijn studententijd is wel wat ik ervan had verwacht. Het is best wel een voortzetting van je middelbare schooltijd. Je gaat uit huis, maar verder blijft alles redelijk hetzelfde. Ik ben in dezelfde stad blijven wonen, dus ik heb nog dezelfde vriendenkring en daar komen wat vrienden bij. Je leven blijft hetzelfde; overdag op school zitten, colleges volgen, en ’s avonds leuke dingen doen. Nu in mijn masterfase moet ik fulltime studeren, dus dat is even wennen geweest.’
22 Oktober 2014
Sam: ‘I didn’t have any expectations. The reason I started my master’s degree was because I didn’t know what it was going to be like. That was kind of exciting. I found it to be challenging. For example, the paper I’m reading is really tough, it’s new and it’s super interesting. I don’t think I have a ‘studenty’ life.’
Gwen: ‘Het studentenleven is eigenlijk helemaal niet wat ik ervan verwacht had. Je kunt bijvoorbeeld veel meer doen en zelf bedenken wat je wil doen dan ik dacht, bijvoorbeeld binnen studieverenigingen of bij CREA. Ik ben nu penningmeester van de commissie die het eerstejaarsweekend organiseert. Het is heel veel werk en het weekend is over drie weken, dus daar ben ik nu druk mee bezig, terwijl ik eigenlijk moet studeren.’
Martijn: ‘Ik zit ook bij diezelfde commissie, dus nu is het wel druk. Over het algemeen vind ik de studie juist veel rustiger, ik had wel verwacht dat ik daar veel meer aan zou zitten. Het uitgaansleven vind ik ook beter dan ik had verwacht. Ik ben het uitgaansleven in Utrecht gewend, daar is het een stuk saaier. Hier heb je altijd wel foute feesten of technoclubs.’
Lisa: ‘Ik had van het leven in Amsterdam niet verwacht dat het zo lastig zou zijn om een huis te vinden waarbij de huur niet al te hoog zou zijn. Om die hoge huurprijs tegen te gaan, gebruikt een huisgenoot de woonkamer nu als slaapkamer. Het is niet ideaal, maar gelukkig hebben we een tuin die we in de zomer als woonkamer kunnen gebruiken.’
Timo: ‘Mijn studentenleven op de UvA is wel beter dan ik had verwacht. Ik kom namelijk van het hbo, daar heeft vrijwel iedereen een negen-tot-vijfmentaliteit. Na school gaat iedereen naar huis en andere dingen doen, bijvoorbeeld naar hun vriendengroep. Toen kwam ik hier op de UvA en hier bleek men een stuk socialer te zijn. Na de colleges ga je samen aan je studiewerk en mensen raken hier ook echt bevriend met studiegenoten.’
Spiegeloog
Roos: ‘Ik dacht vroeger altijd dat het studentenleven heel weinig tijd zou kosten, omdat mijn oudere broer die studeerde nooit college volgde en altijd lang uitsliep. Uiteindelijk kwam hij daarmee in de problemen en mocht hij niet verder studeren. Hierdoor heb ik mijn verwachtingen wel wat moeten bijstellen toen ik zelf begon met studeren, en probeer ik wat meer tijd aan studeren te besteden dan mijn broer deed.’
Enrico: ‘Ik dacht dat het veel feesten zou zijn. Ik ben alleen niet echt een feestbeest, dus daar doe ik niet zo aan mee. Mijn verwachting was ook dat je heel veel zou moeten studeren, maar dat valt wel mee. Ik had wel gedacht dat ik op kamers zou gaan, maar dat heb ik nog steeds niet gedaan. Ik zit nog gewoon thuis, dat is lekker makkelijk.’
Odile: ‘Ik merk dat ik naarmate ik ouder word meer focus leg op mijn studie, en wat minder op de dingen eromheen. Als ik naar buiten kijk, zie ik de eerstejaars vrolijk rondlopen, bijvoorbeeld corpsmeisjes in hun gekke pakjes. Ik zit bij een studentenvolleybalvereniging waar ik eerst ook heel actief was met het organiseren van allerlei activiteiten. Nu ben ik daar voornamelijk om te volleyballen, en af en toe een biertje te doen.’
23
Oktober 2014
Emma: ‘Ik had niet verwacht dat ik echt het studentenleven in zou gaan. Ik doe gewoon mijn studie, en ik houd het daarbij. Ik verwachtte van het studentenleven dat het alleen maar naar Jantjes’ verjaardag gaan was, en ik dacht: daar ga ik niet aan meedoen. Ik ga wel uit, maar niet naar die typische studentenkroegen. Voordat ik ging studeren lustte ik geen bier, wat dat betreft ben ik wel wat studentikozer geworden. Ik ben de voordelen van bier wel gaan inzien.’
Bacchus Mijn Wrede Verwachtingen
I
k zag mezelf zitten achter de Apple-computer in dat luxe pand aan de gracht, mij concentrerend op een stukje tekst in mijn nieuwe, veel te quasinonchalante outfit. Ik zou ze verbazen met mijn creatieve ideeën voor hun blog. Ik zou ze verpletteren met mijn editorskills. ‘Manouk,’ zouden ze zeggen, ‘we weten niet hoe we het ooit zonder jou hebben kunnen doen!’ Het was een goede sollicitatiebrief, werkelijk waar. Ik had bovendien enkele van hun in erbarmelijk slecht Engels geschreven teksten verbeterd en meegestuurd. Waarom ze mij niet voor een gesprek zouden willen uitnodigen kon ik mij niet bedenken. Het was duidelijk: de baan als copywriter voor een jong designbureau was voor mij. Bovendien zou dit het begin zijn van mijn ongetwijfeld glansrijke carrière; ik zou als vanzelf in posities rollen die ik leuk vind. ‘Ach, je hebt gewoon te hoge verwachtingen,’ zeggen de mensen die iets dichter bij de werkelijkheid staan. En als ik het zo lees, is dat waarschijnlijk een understatement. Maar feitelijk waren mijn ideeën over mijn toekomstige baan geen verwachtingen. Het hebben van een verwachting betekent dat je voorspelt en hoopt dat er iets gaat gebeuren, maar dat je tegelijkertijd weet dat het ook anders kan lopen. En natuurlijk was ik mij er vagelijk van bewust dat het anders zou kunnen lopen. Dat vertelden mijn hartkloppingen mij bij elke oproep met een onbekend nummer wel. Maar eigenlijk kon ik mij dankzij het sollicitatieproces niet voorstellen dat ik niet zou worden aangenomen. Ik had het bedrijf helemaal uitgeplozen, ik had de foto’s bekeken en ik had een sollicitatiebrief geschreven en mij voorgesteld hoe ik voor hen van waarde zou kunnen zijn. Ik had mij kortom al volledig ingebeeld daar te werken en na de sollicitatie was het te laat om dit los te laten. Ik
verwachtte niet alleen dat ik zou worden aangenomen; het stond in de planning vastgelegd. Eigenlijk zijn bijna al mijn verwachtingen niet te onderscheiden van planningen. Zo had ik ook gepland om in augustus in de zon te bakken. Ik had gepland om tijdens het bakken tot een plotseling inzicht over mijn carrièrepad te komen en ik had gepland om na de vakantie wellicht geen ‘echte’ baan te hebben, maar wel een – niet al te verdrietig – bijbaantje. Maar nu typ ik medio augustus de Bacchus terwijl het regent en ik geen idee heb hoe het dit jaar, en de komende jaren eruit zal zien. Ik weet niet of ik een filosofie- of psychologiemaster zou moeten doen, ik weet niet of ik geschikt ben voor journalistiek, en ik heb ook nog geen baan: ‘Helaas zijn wij in een vergevorderd gesprek met iemand anders en dus momenteel niet meer geïnteresseerd.’ Auw. Dat doet pijn. Mijn verwachtingen zijn niet uitgekomen; mijn planning is in duigen gevallen. En dus ben ik teleurgesteld. Maar ik heb er ook van geleerd. Positief denken is heel belangrijk, maar als je niet realistisch bent en een verwachting niet van een planning kan onderscheiden, maak je het jezelf erg moeilijk. Daarom heb ik besloten mijzelf te vertellen dat solliciteren wreed gaat zijn en dat ik aan het eind van dit jaar nog steeds niet weet wat ik moet doen. En deze gedachte lucht op. De druk is een stuk lager als je niet teveel op bepaalde uitkomsten rekent en daarmee maak je het een stuk aangenamer voor jezelf. Dus lieve eerstejaars, verwacht een rotjaar met ondoenlijk moeilijke statistiekvakken en eeuwig eenzaam je rode pasta eten. Dan is de kans een stuk groter dat je het stiekem toch best leuk gaat vinden.
Manouk van Egmond