Spiegeloog Tijdschrift voor de Afdeling Psychologie
Geheim
November 2014 - Jaargang 42 - Nummer 364
Colofon: 42e Jaargang nr. 364, November 2014 ISSN 0166-1930 Spiegeloog is een blad voor de afdeling psychologie, Universiteit van Amsterdam
Diamantbeurs Kamer 5.02 Afdeling Psychologie Weesperplein 4 1018 XA Amsterdam t: 020 - 525 67 58 e: spiegeloog-fmg@uva.nl w: spiegeloog.tumblr.com
Hoofd-/Eindredactie Bart Lichtenveldt & Emma Laura Schouten.
See, Hear and Speak No Evil
W
aar de three wise monkeys oorspronkelijk vandaan komen blijkt tot nog toe een goed bewaard geheim; vermoed wordt dat ze uit de Japanse tempelcultuur komen, maar zeker is het niet. Wel duidelijk is, dat ze nu een begrip zijn. Hun wijze les, zoals hierboven staat, deed ons denken aan (het doorvertellen van) geheimen. Als ons iets in vertrouwen wordt verteld, willen we dan wel deel zijn van dat geheim? Willen we het misschien liever niet horen omdat we toch te bang zijn dat we iemands vertrouwen schenden door onze mond voorbij te praten? Het hebben van geheimen kan ook behoorlijk uit de hand lopen. Zo zijn er zelfs jongeren die een hele studie bij elkaar liegen. Marceline vertelt je daar in haar stuk meer over. In het artikel van Willemijn leer je juist over de (on)handigheid van alledaagse geheimen die iedereen heeft. Daarnaast las ze het boek Na dit leven van Eben Alexander en ging Mariëtte voor de Camera Obscura naar de film White Bird in a Blizzard. Simone nam de fotocamera mee en ging op zoek naar bijzondere plekken in onze thuisstad Amsterdam. Laury kwam voor dit nummer de Diamantbeurs niet uit en sprak met Peter Starreveld over zijn werk en privéleven. Ze had de smaak van het interviewen te pakken; samen met Jihane vroeg ze in De Wandelgang welke geheimen de studenten écht niet zouden kunnen bewaren. Jihane stelt zichzelf in de Bacchus de vraag of de sociale spelletjes vol geheimzinnigheid die iedereen speelt wel zo nodig zijn. Verder onthult dit nummer de nieuwe opmaak van twee rubrieken, omdat ze niet in de vorige Spiegeloog stonden: de Op Kamers en de @ Internet, waar Anna naast de Wist-je-dat’jes haar bijdrage levert. Ook verklappen we bij dezen een geheim; volgend nummer zal een nachtnummer zijn! Net als vorig jaar zal de redactie 24 uur achter elkaar in de Diamantbeurs zijn om een Spiegeloog in elkaar te zetten, een klus waar we normaal vijf weken over doen. Hou de bakken dus in de gaten! Bart en Emma Laura
Redactie Simone Belt, Jihane Chaara, Anna Deems, Marceline van Eeden, Laury Peters, Mariëtte Scholten, Willemijn Waterbolk. Aan dit nummer werkten mee Denny Borsboom, Jos Bosch, Michiel van Elk. Cover Emma Laura Schouten. Fotografie Simone Belt, Jihane Chaara, Laury Peters, Emma Laura Schouten. Illustraties Jelle Havermans (www.headlinegraphicdesign.nl), Jonas Raps. Opmaak en vormgeving Bart Lichtenveldt & Emma Laura Schouten. Met dank aan LUNA Antiek Curiosa & Glaskunst. Drukkerij Drukkerij de Raddraaier Van Ostadestraat 233 b 1073 TN Amsterdam 020 - 673 05 78 Reacties, commentaren en ingezonden brieven zijn van harte welkom. Voor lange artikelen die ter publicatie worden aangeboden, is het verstandig eerst contact op te nemen met de redactie. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen in te korten of te wijzigen. Spiegeloog verschijnt zeven keer per jaar. Niets uit deze uitgave mag vermenigvuldigd worden zonder schriftelijke toestemming van de redactie.
Inhoud
12
7 Interview
Peter Starreveld
4
De Redactie
5
Ieder zijn geheim
9
@ Internet
Wie zijn wij?
Is dat eigenlijk wel goed?
Verder dan het blad
14
Verborgen Schatten
Ivoren Toren
Geheime locaties in Amsterdam
Het geheim van goede wetenschap
Pretend-Student 15 De Een leugentje om bestwil?
20 VSPA Agenda van november
je dat...? 17 Wist 6 Feitjes over geheimen
Rasa 21 Tabula Na dit leven
Rondvraag 18 De Borsboom aan Bosch
Wandelgang 22 De ‘Wat voor geheim zou je echt niet kunnen bewaren?’
Kamers 10 Op Michiel van Elk
19 Mededelingen Activiteiten voor studenten
24 Bacchus Graag of niet
Obscura 11 Camera White Bird in a Blizzard
Like ons op Facebook
Lees ons op tumblr
Universiteit van Amsterdam
De Redactie
Simone Belt 21 jaar Bachelor, Klinische Psychologie
Jihane Chaara 23 jaar Bachelor, Klinische Neuro-
Spiegeloog
Anna Deems 26 jaar MSc, Medische Psychologie
Marceline van Eeden 21 jaar Bachelor, Klinische Ontwikkelingspsychologie
Bart Lichtenveldt 21 jaar Bachelor, Klinische Neuro-
Laury Peters 24 jaar Master, Training & Development
MariĂŤtte Scholten 25 jaar Bachelor, Klinische Neuro-
Emma Laura Schouten 20 jaar Bachelor, Klinische Neuropsychologie
Willemijn Waterbolk 23 jaar Master, Sociale Psychologie
Jouw naam hier? Hou je van schrijven? Mail naar spiegeloog-fmg@uva.nl en word redactielid!
4 November 2014
Ieder zijn Geheim We hebben allemaal geheimen; grote of kleine, het maakt niet uit. Ze zijn typisch menselijk. Interessant om eens te bekijken waarom mensen geheimen hebben. Wat is een goede reden om een geheim te hebben? Is het wel goed om altijd eerlijk te zijn of kun je soms beter iets voor je houden? Zijn we wel in staat om een geheim te bewaren?
op bijvoorbeeld www.geheimenvan.nl, konden wetenschapchokkend nieuws was het, toen bleek dat Lance Armpers toch een redelijk adequate schatting maken. Seksuele strong, dé man van de wielrenwereld, bekende dat hij onderwerpen bleken het meest voorkomende onderwerp jarenlang doping had gebruikt. Naar eigen zeggen zou het van een geheim. Mensen praten nu eenmaal niet graag over hem niet gelukt zijn om zeven keer de Tour de France te dat ze zijn vreemdgegaan, over masturbatie of seksuele winnen als hij geen verboden middelen had gebruikt. Nu het voorkeuren. Daarnaast worden relationele problemen ook geheim uit is en zijn titels zijn afgenomen, kan Armstrong vaak verborgen gehouden: ruzies, twijfels over de toekomst niets anders doen dan de klappen opvangen. Wie ook klappen van een relatie of een blauwtje lopen; we houden het liever moest opvangen nadat zijn geheim uitkwam, was Diederik voor onszelf. Ook hoog in de top vijf staat het hebben van Stapel, voormalig hoogleraar Sociale Psychologie. Jarenlang een bepaalde ziekte. Met vervalste hij de data van name psychische ziekzijn onderzoeken en wist ten als depressie, maar dit verborgen te houden - Bijna de helft van alle geheimen wordt ook gênante lichamelijke voor ieder die met hem klachten zoals SOA’s en samenwerkte. Deze verdezelfde dag nog doorverteld aambeien. Ook wordt halen van Armstrong en vaak gezwegen over Stapel zijn slechts twee financiën, met name over voorbeelden van grote, schulden of een betalingsachterstand, maar ook over de schokkende geheimen die uiteindelijk aan het licht kwamen. hoogte van het salaris. Als laatste uit de top vijf meest voorWetenschappers schatten dat tussen de twintig en dertig prokomende onderwerpen worden problemen op het werk of cent van de mensen een groot geheim met zich meedraagt. op school genoemd, zoals pesten (Wismeijer, 2010). Hierbij moet je bijvoorbeeld denken aan geheimen over sek Geheimen hebben en houden doe je niet onbesueel misbruik, minderwaardigheidsgevoelens of het plegen wust. Je weet precies wat je verborgen wilt houden en voor van een ernstig misdrijf (Wismeijer, 2009). Mensen ervaren wie. Direct of indirect zijn er andere mensen bij betrokken. vaak veel emotionele last van het hebben zulke geheimen. Mensen maken vaak een afweging tussen eerlijkheid en het Geheimen hoeven natuurlijk niet in de regel van geheim bewaren. De meest voorkomende reden waarom deze omvang te zijn. De meeste geheimen zijn klein en allewe het gerechtvaardigd vinden om een geheim te houden, daags. Volgens geheimdeskundige Andreas Wismeijer heeft is de angst voor negatieve reacties wanneer het geheim uit ieder van ons geheimen die ontzettend verschillend kunnen zou komen. Stel dat iemand boos wordt, of je uitlacht, en zijn (Wismeijer, 2009). De crux is dat je informatie voor je daarna niet meer aangekeken wordt. Deze sociale isolaanderen verborgen wilt houden. Niemand hoeft te weten dat tie willen we hoe dan ook vermijden, dus het geheim blijft jij vroeger verliefd was op je leraar, dat jij jouw baas een eikel geheim. De angst om afgewezen te worden is volgens Wisvindt, of dat je tot laat in de kroeg stond en daarom te laat meijer een belangrijke factor geweest gedurende de evolubent op een afspraak. Wetenschappers hebben geprobeerd tie waardoor geheimen tot stand kwamen. Vroeger waren een schatting te maken van de top vijf meest voorkomende we ontzettend afhankelijk van de groep waarin we leefden. onderwerpen om geheim te houden. Deze schatting is lastig Jagen, jezelf beschermen en voor nageslacht zorgen ging te maken, omdat je een geheim natuurlijk niet zomaar verniet heel goed in je eentje. Daarom was het van groot belang telt. Doordat mensen anoniem hun geheimen opschrijven
5 November 2014
S
Spiegeloog
Tekst: Willemijn Waterbolk
Spiegeloog
6 November 2014
om niet uit de groep gezet te worden. Omdat we onze plek in de groep wilden behouden, ontwikkelden we een mechanisme om aardig gevonden te worden. En om aardig gevonden te worden, was het soms noodzakelijk om iets voor je te houden in plaats van open en eerlijk alles te vertellen (Wismeijer, 2009). Naast de angst voor negatieve reacties, zijn er ook andere redenen voor het rechtvaardigen van het houden van een geheim. Soms kan het heel strategisch zijn om iets te weten wat een ander niet weet. Dit zie je vaak in oorlogen. Het hebben van kernwapens bijvoorbeeld is wel zo strategisch om geheim te houden. En bij de CIA of FBI bereik je met een undercover agent soms meer dan wanneer een agent zijn echte identiteit houdt. Andere redenen voor het rechtvaardigen van een geheim, kunnen bijvoorbeeld zijn dat je aan het bluffen bent of dat je met de geheimzinnigheid een bepaald doel voor ogen hebt. Het kan zijn dat je iets totaal vergeten was en door geheimzinnig te doen, wil maskeren dat je het was vergeten, denk bijvoorbeeld aan een verjaardagscadeau... Tegenwoordig bestaat er ook zoiets als impression management, een soort mechanisme dat we hebben ontwikkeld om indruk te maken. Door te doen alsof je iets weet wat eigenlijk geheim is, zou je op die manier status kunnen krijgen (Leary & Kowalski, 1990). Bijvoorbeeld door te doen alsof je net iets heel belangrijks hebt besproken in een gesprek met je baas, maar voor anderen nog even geheim moet houden wat dat precies is. Welke (on)gegronde reden iemand ook heeft voor het hebben van een geheim, mensen willen toch vaak van het geheim af. Het hebben ervan vraagt namelijk behoorlijk wat energie; het gaat niet vanzelf. De verleiding om het te vertellen is vaak groot, omdat het geheim houden als een last op je schouders wordt ervaren. Om jezelf niet voorbij te praten, ben je er constant mee bezig. Het onderdrukken van het geheim zou er alleen maar voor zorgen dat je er juist meer aan denkt (Lane & Wegner, 1995). Daarnaast gaat een geheim veelal gepaard met een web van leugens. Het constant houden van de leugen zorgt daarbij voor een hoop stress. Wanneer iemand is vreemdgegaan en daarover een leugen vertelt, is het wel zo handig om die leugen goed te onthouden, om zo het verhaal constant te kunnen houden. Mensen met emotioneel beladen geheimen hebben vaker last van lichamelijke klachten en ziekten (Wismeijer, 2010). Door het vertellen valt de druk en stress enigszins weg. De vraag is natuurlijk wel of dat opweegt tegen de eventuele sociale afwijzing die je te wachten staat.
Het vertellen van je eigen geheim is ĂŠĂŠn ding, het doorvertellen van het geheim van iemand anders gaat nog een stuk verder. Nieuwsgierigheid en de sensatie van iets weten wat je eigenlijk niet hoort te weten, maken de verleiding om het geheim door te vertellen groot. Iets wat eigenlijk niet mag uitkomen, maar toch wordt verteld, zorgt voor een kick. Denk maar aan roddelen. En dat terwijl je op het moment dat je een geheim met iemand deelt, in wezen zegt dat je diegene vertrouwt om met die informatie om te kunnen gaan. Dat vrouwen niet goed zijn in geheimen bewaren schijnt te kloppen. De gemiddelde vrouw kan een geheim niet langer dan 47 uur en 15 minuten voor zich houden (redactie AD.nl, 16 september 2009). Maar niet alleen vrouwen maken zich schuldig aan het doorvertellen van een geheim. Volgens Wismeijer (2009) wordt driekwart van alle gedeelde geheimen doorverteld. In de helft van de gevallen zelfs nog dezelfde dag. Mocht je dus echt iets geheim willen houden, denk dan nog een tweede keer na of je het aan je beste vriend(in) zal vertellen. <<
Bronnen
- Lane, J. D., & Wegner, D. M. (1995). The cognitive consequences of secrecy.Journal of Personality and Social Psychology, 69(2), 237. - Leary, M. R., & Kowalski, R. M. (1990). Impression management: A literature review and two-component model. Psychological bulletin, 107(1), 34. - Wismeijer, A. A. J. (2009). Geheimen. De psychologie van wat we niet vertellen. Nieuw Amsterdam, 18,95. - Wismeijer, A. A. J. (2010). Achtergrond geheimen. Opgevraagd op 8 oktober 2014 van http//:www.geheimenvan.nl/achtergrond/. - Redactie AD.nl (2009, september). Vrouwen verklappen geheim na 47 uur en 15 minuten. Opgevraagd op 8 oktober 2014 van http://www. ad.nl/ad/nl/1003/You/article/detail/2051880/2009/09/16/ Vrouwen-verklappen-geheim-na-47-uur-en-15-minuten.dhtml/.
Illustratie: Jonas Raps
Interview Peter Starreveld
Peter Starreveld is Universitair Hoofddocent aan de Universiteit van Amsterdam. Veel studenten zullen hem kennen van het vak Inleiding in de Psychologie, waar hij met passie vele studenten motiveert voor de opleiding Psychologie. Niet voor niets keeg hij in 2009 de titel ‘UvA Docent van het Jaar’. In dit interview komen we meer te weten over het geheim van het succes van Peter Starreveld.
7 November 2014
interessant, en heb besloten om psychologie te gaan studeWaar bent u opgegroeid? ren. Ik heb daarna ook inderdaad voor de richting Cogni‘Ik ben geboren in het kleine stadje Bredevoort, gelegen in tieve Psychologie gekozen.’ de gemeente Aalten in de Gelderse Achterhoek. Ik woonde tot mijn achttiende in Aalte en ben vervolgens verhuisd om Zo kwam u dus van een technische studie bij psychote gaan studeren aan de Technische Universiteit in Twente. logie terecht. Hoe bent u uiteindelijk docent geworden Ik heb daar één jaar Technische Natuurkunde gedaan en veraan de Universiteit van Amsterdam? volgens twee jaar de opleiding Informatica. Ik was echter ‘Na de studie ben ik gaan promoveren in Leiden. Ik woon nog niet zo gedisciplineerd, wat wel nodig is bij deze twee ook nog steeds in Leiden. Daarna heb ik een subsidie binintensieve opleidingen. Je krijgt echt een bulk aan informatie nengehaald voor een binnen, waardoor je elke post-doc project bij de dag zou moeten studeNederlandse Organisatie ren. Ik haalde te weinig - Ik was bij de colleges bang voor Wetenschappelijk vakken en ben uiteinOnderzoek. Vervolgens delijk met deze studie voor vragen uit de zaal heb ik vijf jaar op de VU gestopt. Ik vond het niet als Universitair Docent interessant genoeg, maar gewerkt en een jaar op ik heb wel veel gehad aan het HBO als Hoofddocent. Op het HBO heb ik geholpen het onderdeel programmeren dat ik nog steeds toepas in om de opleiding Toegepaste Psychologie te starten en vermijn huidige werk.’ beteren. Toen zag ik de vacature langskomen om docent te worden aan de Universiteit van Amsterdam. Het eerste wat Wat bent u gaan doen nadat u stopte met uw studie? ik dacht was; ‘Dit is het, dit moet ik doen!’ Dit heb ik ook ‘Ik heb één jaar vrijwilligerswerk gedaan bij Stichting Mens in mijn sollicitatiebrief gezet en na een intensieve procedure en Werk in Hengelo, wat is opgericht om werklozen te begeheb ik de baan gekregen.’ leiden. Daar ben ik eigenlijk al in het onderwijs terechtgekomen. Ik gaf cursussen informatica en programmeren en En is deze baan ook inderdaad ‘wat u zou moeten ontwikkelde het cursusmateriaal voor de stichting. Ik vond doen’? dat heel leuk, maar kwam tot het inzicht dat ik het niet mijn ‘Ja, ik zit hier helemaal op mijn plek. Deze afdeling vind hele leven wilde blijven doen.’ ik bijzonder. Op veel faculteiten wordt onderzoek meer gewaardeerd dan onderwijs, dat is hier anders. Er wordt veel Hoe bent hoe erachter gekomen wat u wel wilde doen? waarde gehecht aan het onderwijs en dat past bij mij, ik vind ‘Het kostte mij wat tijd om erachter te komen wat ik predit belangrijk. Ik vind het leuk als ik mensen kan bereiken, cies wilde. Ik heb bij verschillende studierichtingen colleges kan inspireren, invloed kan hebben in hun ontwikkeling en gevolgd om me te oriënteren op wat ik écht interessant zou keuzes in hun leven. Ik hoop dan dat ze aan het einde van vinden. Uiteindelijk kwam ik bij een college psychologie hun studie stappen vooruit hebben gemaakt en dat ze, mede terecht. Ik weet het nog heel goed. Het college ging over het dankzij mijn colleges, hebben bijgeleerd. Daarnaast vind ik waarnemen en verwerken van kleuren, een onderdeel van psychologie zelf heel interessant. Er is een vrij breed scala de Cognitieve Psychologie. Ik dacht toen, ja, dit vind ik écht
Spiegeloog
Tekst: Laury Peters
aan spannende en leuke ontdekkingen en ik wil gaag mijn enthousiasme hiervoor overbrengen, zodat de studenten het ook interessant gaan vinden. Dit is met name ook belangrijk in het eerste jaar.’ Zijn er aspecten die u achteraf gezien anders had willen aanpakken? ‘Dit vind ik een moeilijke vraag. Ik denk namelijk dat je je loopbaan niet zo kunt sturen als de meeste mensen denken; het loopt zoals het loopt. Het gaat om het grijpen van mogelijkheden die op je weg komen. Als je een kans ziet, moet je die pakken. Als ik andere kansen - Ik houd heel erg had gehad, was mijn leven waarschijnlijk heel anders gelopen. Dan had ik een andere baan gehad, andere mensen gekend. Je weet het gewoonweg niet.’
Spiegeloog
8 November 2014
U zegt dus dat toeval een grote rol heeft gespeeld? ‘Precies, deze functie is toevallig geweest. Ik zit hier heel goed op mijn plek, maar ik kan niet zeggen dat ik dit altijd gewild heb, dat is simpelweg niet waar. Ik heb niks met een vooropgezet plan bedacht. Sommige mensen zeggen dat je kan worden wat je wil worden. Dit is echter voor de grote massa onzin. Alleen succesvolle mensen zullen zoiets misschien zeggen, maar dat is altijd achteraf gezien en het is gewoon niet waar. Stel dat iedereen graag president van de VS wilt worden. Dat kan niet, maar Obama zou nu kunnen zeggen: ‘Je kunt worden wat je wilt.’ Ik denk echter dat Obama mogelijkheden heeft gehad en zijn kansen heeft gegrepen.’ In hoeverre kunt u uw baan combineren met uw privéleven? ‘Ik vind het moeilijk om een balans te vinden tussen mijn werk en mijn privéleven. Dit vond ik voornamelijk moeilijk in het begin van mijn carrière. Ik heb echt een passie voor de wetenschap, ik lees er veel over en vind het leuk om mezelf te blijven ontwikkelen. Ik kan deze informatie ook weer goed toepassen in mijn colleges. Het hoort bij dit type werk; je wordt er pas goed in als je je er helemaal in stort. Aan de andere kant is een valkuil van mij dat ik te veel in mijn werk opga, dat ik niets anders meer doe. Je zou het een vorm van perfectionisme kunnen noemen en met name in de beginperiode had ik hier last van. Ik wilde de colleges goed voorbereiden, was bijna elke avond aan het werk en wilde echt iets neerzetten. Als er iets misgaat voor zo’n grote groep mensen sta je toch een beetje voor gek en voelt dat vervelend. Mijn gezinsleden vinden het overigens nog steeds als ik ’s avonds weg ben of colleges voorbereid.’ Wat heeft u geholpen om uw baan en privéleven beter te combineren? ‘Verschillende aspecten. Met name veel ervaring maakt het
makkelijker. Ik weet nu hoeveel tijd de voorbereiding kost en kan mijn vrije tijd beter indelen en me ook daaraan houden. Op zaterdag doe ik niets aan mijn werk en ga ik leuke dingen doen met het gezin. Ook de spanning van het lesgeven wordt minder. Vroeger kwam ik thuis na een avondcollege en kon ik door de adrenaline pas laat gaan slapen. Nu is de spanning minder en zakt de adrenaline ook sneller. De eerste keren dat ik college gaf was ik bang voor vragen uit de zaal. Het verhaal zat goed in mijn hoofd, maar ik vond het moeilijk om met onverwachtse vragen om te gaan. Ik bereidde destijds allerlei mogelijke vragen van tevoren voor, zodat ik een antwoord paraat had als die vraag van motorrijden daadwerkelijk gesteld zou worden. Nu vind ik de vragen juist een leuk aspect aan lesgeven. Hoewel je nog steeds maar op halve kracht denkt als je voor een volle collegezaal staat. Om er een psychologische theorie bij te pakken: er is sprake van social facilitation bij makkelijke vragen; het beantwoorden gaat vaak goed. Aan de andere kant is er ook de social interference bij moeilijke vragen; dan is de druk van bekeken worden en beoordeling erg groot en kan je minder goed nadenken. Tegenwoordig vraag ik soms of een student met een moeilijke vraag in de pauze even naar me toekomt, dan is de spanning wat gezakt en de social interference weg.’ Wat is uw mooiste ervaring op werkgebied? ‘Om de titel ‘UvA Docent van het Jaar’ te krijgen. Dit was een hele mooie uitreiking in de aula van de UvA, de Oude Lutherse Kerk. Het is een prijs die door studenten wordt gegeven en dat maakt het voor mij zo bijzonder, de waardering die ik van de studenten terugkrijg voor wat ik doe. Daarnaast vond ik promoveren in Leiden een mooi moment. Het deed toch meer met me dan ik in eerste instantie had verwacht.’ Wat is uw mooiste ervaring in uw privéleven? ‘Ik heb hele mooie wandeltochten met mijn vrouw gelopen. We houden ervan samen van de natuur en een land te genieten. We hebben een keer een prachtige wandeltocht gemaakt; de Dales Way, in het land van de Britse schrijver en dierenarts James Herriot. We zijn allebei fan van zijn boeken en dit was een erg mooie ervaring. Daarnaast zijn mijn kinderen ook een hoogtepunt in mijn leven. Het is gewoon heel erg leuk om te zien wat ze allemaal doen en meemaken.’ Heeft u misschien nog een verrassend geheim dat u graag met de lezers zou willen delen? ‘Haha, als ik dat hier onthul is het dus geen geheim meer! Het is niet echt een geheim, maar wel iets dat de meeste mensen verrast over mij. Ik houd heel erg van motorrijden en heb een eigen motor waar ik vaak in het weekend met mijn kinderen achterop mee ga rijden!’ <<
@ Internet
Verder dan het Blad
Redactie kiest: ‘Half a million secrets’
Bekijk het filmpje op de website van Spiegeloog: spiegeloog.tumblr.com
Redactie kiest: ‘Superhuman Showdown’ Tekst: Emma Laura Schouten Recent zond Discovery Channel een reeks afleveringen uit waarin superhumans centraal staan: mensen die op een of andere manier de natuur tarten. Zo is er bijvoorbeeld een man die zijn adem twintig minuten kan inhouden, en een vrouw die haar rug in een onmenselijke hoek kan buigen. Drie wetenschappers proberen te achterhalen hoe deze superhumans verschillen van normale mensen. Dat er uiteindelijk een competitie plaatsvindt om te kijken wie het meest super van allemaal is, doet er eigenlijk niet toe; het is al leuk genoeg om te zien wat deze bijzondere mensen allemaal kunnen, en wat de mogelijke wetenschappelijke verklaring daarvoor is. Elke aflevering is online te vinden. Bekijk de trailer op de website van Spiegeloog: spiegeloog.tumblr.com.
9 November 2014
Een geheim is iets dat verborgen moet worden gehouden, maar dit kan soms veel van de drager van een geheim vragen. Frank Warren creëerde met PostSecret.com een plek waar mensen hun geheimen anoniem kunnen delen. In deze TEDTalk bespreekt hij een aantal van de geheimen die vreemden hem hebben gestuurd per ansichtkaart, wat veel ontroerende dan wel vermakelijke anekdotes oplevert.
Spiegeloog
Tekst: Anna Deems
Op Kamers
Michiel van Elk - Diamantbeurs 4.13 Tekst & Foto’s: Bart Lichtenveldt & Emma Laura Schouten
Michiel van Elk is universitair docent en doet onderzoek naar de psychologische en biologische basis van religie en spiritualiteit. Hij deelt zijn kamer met Bastiaan Rutjens.
De Koffietafel
Spiegeloog
‘Toen ik hier kwam werken heb ik mijn espressomachine meegenomen, maar de bijbehorende capsules zijn vrij lastig te krijgen. Toevallig heb ik in het voorjaar een caravan gekocht en daar zat een oud wit koffiezetapparaat in, dat nu hier op tafel staat. We gebruiken eigenlijk alleen maar die oude witte, omdat de espressocapsules dus moeilijk te verkrijgen zijn en de Senseo niet zo lekker is. De filterkoffie is overigens prima te drinken en het scheelt naar beneden lopen. Stiekem verdenken we het afdelingshoofd ervan dat deze tafel hem een doorn in het oog is. Hij komt af en toe wel eens binnen, kijkt dan hoofdschuddend naar de tafel en vraagt wanneer we hier ook eten gaan koken. Tot nog toe heeft de tafel geen aantrekkingskracht op de andere mensen van de afdeling.’
10
Dobbelsteenwerper
November 2014
‘Met dit apparaat heb ik samen met mijn kamergenoot Bastiaan en Joop van der Pligt onderzoek gedaan bij kinderen in NEMO. Het was een onderzoek naar magisch denken en bouwde voort op eerder onderzoek bij studenten, waarbij gemeten werd hoe hard er gegooid werd met een dobbelsteen. Daarbij werd gevonden dat als de studenten een hoog nummer moesten gooien ze ook meer kracht zetten. Deze meer gestandaardiseerde opstelling is voor kinderen. De dobbelsteen werd steeds met het getal één naar boven in het apparaat gelegd, waarna de trekker om hem mee weg te schieten aangespannen werd. Met een sensor maten we hoeveel kracht ze zetten. Na een aantal trials kreeg de helft van de kinderen te horen dat ze goed bezig waren en zelfs nog de hoogste score van de dag konden halen, als ze nu heel hoog zouden gooien. De data moet nog geanalyseerd worden. Ik weet wel dat er een plafondeffect optrad waarbij kinderen sowieso al zoveel mogelijk kracht probeerden te zetten.’
Tweedehands Statafel
‘Volgens mij was de tafel ooit van de moeder van Kai Jonas, die hem uit Duitsland hierheen heeft laten verschepen. Daarna heeft Jens Förster de tafel in gebruik gehad. Jens placht altijd staand te werken, dat schijnt goed te zijn voor de rug. Toen hij in april wegging kwam de vraag wie belangstelling had om die tafel te gebruiken. Voor zover ik weet heeft niemand anders erop gereageerd. Er is blijkbaar toch een soort vermoeden dat er iets aan die tafel gebeurd is, alhoewel we uiteraard niet precies weten wat – en of er überhaupt wel iets illusters gebeurd is. Misschien is er wel een angst dat het wat met je doet als je daar als onderzoeker aan gaat staan werken. Het werken aan de tafel maakt in ieder geval wel actiever, alhoewel ik merk dat ik er steeds korter achter sta. Ik begon heel enthousiast met een hele dag staand werken, maar met name na de lunch is het lekker om even onderuit te zakken.’
Camera Obscura Tekst: Mariëtte Scholten
e familie Connors heeft ogenschijnlijk het leven van een standaard Amerikaans gezin eind jaren ’80: living the American dream. Kats vader werkt, Kats moeder doet het huishouden alsof ze er een Nobelprijs voor zou krijgen en de zeventienjarige Kat zelf is druk bezig haar eigen seksualiteit te ontdekken. Het gezin blijkt echter een stuk disfunctioneler dan je op het eerste gezicht zou denken. De film begint met de scène waarin Kat Connors (Shailene Woodley) haar moeder (Eva Green) volledig gedesoriënteerd in haar bed vindt. De volgende dag verdwijnt haar moeder zonder ook maar een spoor achter te laten. Terwijl haar vader zichtbaar de effecten van de verdwijning voelt, lijkt Kat in eerste instantie nauwelijks aangedaan door de verdwijning van haar flamboyante moeder. Ze is veel te druk bezig met haar eigen leven en alle seksuele perikelen daaromheen. Als het er echter op begint te lijken dat haar moeder misschien definitief niet terugkomt begint Kat langzamerhand meer aandacht te hebben voor de vreemde situatie. En door die nieuwe aandacht gaat ze dingen zien die ze in het verleden niet zag. Door Kats onverschillige houding heerst er in het begin van de film een sfeer van onheilspellende rust. Bijna onmerkbaar bouwt de spanning zich op tot je ineens op het puntje van je stoel zit. Langzaam maar zeker, door de flashbacks in de film en de gesprekken die Kat voert met haar therapeute (Angela Basset) over haar gezinssituatie, wordt duidelijk wat er met dit gezin aan de hand is. De trailer van White Bird in a Blizzard doet vermoeden dat het einde van de film prijsgegeven wordt. Maar niets is minder waar, de meeste beelden uit de trailer stammen uit het eerste halfuur van de film. Op een bijzondere manier weet regisseur Gregg Araki een fantastische romantische thriller neer te zetten. Hij wordt
hierbij geholpen door een ijzersterke cast. Eva Green zet op zeer overtuigende wijze een vrouw neer van middelbare leeftijd die ieder moment de controle lijkt te kunnen verliezen. Deze prestatie is extra bewonderingswaardig als je bedenkt dat zij maar vijf jaar ouder is dan de acteur die het tienervriendje van Kat speelt (Shiloh Fernandez), en dus nog niet bepaald een vrouw van middelbare leeftijd is. Vanwege het fantastisch neergezette leeftijdsverschil zie je dan ook de scène waarin Kats moeder en het tienervriendje van Kat aan het flirten zijn tenenkrommend aan. Ook de opkomende actrice Shailene Woodley zet een extreem goede prestatie neer als de puberende Kat die we gedurende de film langzamerhand haar pubertijd zien ontgroeien. Voor het ouder worden van beide actrices zijn nauwelijks hulpmiddelen zoals visagie gebruikt. De geloofwaardige karakters zijn dan ook puur en alleen te wijten aan hun acteertalent en niet aan een goede visagist of special effects. Hetgeen dat je uiteindelijk het meest raakt aan de film is de authentieke sfeer. De film ademt aan alle kanten de jaren ’80. Dit komt niet alleen door de gebruikte aankleding, maar ook door de muziek die daadwerkelijk uit die tijd komt. White Bird in a Blizzard is een verfilming van het gelijknamige boek van Laura Kasischke. Volgens critici is dit een van de weinige boekverfilmingen die er bestaan die daadwerkelijk de sfeer uit een boek weet te evenaren. Kortom; een aanrader. Regie: Gregg Araki Deze film is vanaf 20 november te zien in de bioscoop.
11 November 2014
D
Spiegeloog
White Bird in a Blizzard
Verborgen Schatten Dit wist je nog niet van Amsterdam
Of je nu net naar Amsterdam bent verhuisd, of er al dertig jaar woont; er zijn altijd nieuwe plekjes te ontdekken. Sommige mooie plekken in Amsterdam zijn bekender dan andere. Hieronder staan een paar verborgen schatten op een rij.
Tekst: Simone Belt
Spiegeloog
Kerk de Papegaai
De Kalverstraat is een van de meest bekende straten in Amsterdam. Wat veel mensen niet weten, is dat er meer te zien is dan winkeletalages. Tussen de Didi en de Invito vind je onverwachts een grote kerkdeur. Achter deze deur schuilt een prachtige voormalige schuilkerk, waar iedereen binnen kan lopen. De kerk is stiekem ontstaan in een binnentuin rond de 17e eeuw, een tijd waarin het verboden was om openlijk het Katholieke geloof te belijden. De binnentuin was van een vogelhandelaar, en zo kreeg de kerk de bijnaam ‘De Papegaai’.
12 November 2014
Ruïne in het park
In het Frankendaelpark (niet ver van de James Wattstraat) vind je een eilandje. Op dit eilandje staat een kleine ruïne, omringd door woekerende struiken. In de ruïne ben je even afgesloten van de rest van de stad. De plek is populair onder middelbare scholieren. De ruïne leent zich namelijk iets te goed voor geheime praktijken; er kan dus zomaar een Breezerflesje of de resten van een jointje worden gevonden.
Vondelbunker
De Vondelbunker is zo verborgen, dat zelfs wanneer je van het bestaan afweet, het nog knap lastig is om deze te vinden. Onder de eerste brug in het Vondelpark vanaf de hoofdingang, is helemaal rechts een klein deurtje te zien. Je moet weten dat er daadwerkelijk iets achter zit, anders zou je denken dat je verkeerd zit. Achter dat deurtje speelt zich echter een hoop af. In deze oude schuilkelder zijn regelmatig feesten, concerten, activistenbijeenkomsten en exhibities. Nieuwsgierig? Kijk voor de agenda op schijnheilig.org/events.
Gebed zonder End
Een van de mooiste steegjes van Amsterdam ligt tussen het Nes en de Oudezijds Voorburgwal. Daarnaast heeft het ook nog een prachtige straatnaam; Gebed zonder End. Het straatnaambordje van deze steeg werd zo vaak gestolen, dat het bordje inmiddels op de muur is geverfd. In de 15e eeuw zijn hier zo’n 21 kloosters gesticht. Er werd over gezegd dat hier destijds aan het bidden haast geen eind kwam, en zo ontstond de naam ‘Gebed zonder End’. Dat hier zoveel kloosters zaten is ook nog terug te zien aan enkele schilderingen en beeldjes in het café Kapitein Zeppos in deze straat.
De NDSM-werf is een inmiddels niet meer verborgen schat van Amsterdam. Met de IJhallen, Pllek en Noorderlicht is het een veelbezochte plek. Als je iets verder de werf oploopt zie je een hoop oude busjes, containers en auto’s staan. Op het eerste gezicht lijkt dit een hoop troep, maar als je erdoorheen loopt zie je dat hier veel gebeurt. Alles is omgebouwd tot kleine kunstateliers waar kunstenaars samenkomen en allerlei vormen van kunst beoefenen. Loop hier echter niet ’s nachts doorheen, want uit een van de bussen steken tientallen mannequins. Die zouden je nog eens een hartaanval kunnen bezorgen...
Tuintjes aan het spoor
13 November 2014
Als ras-Amsterdammer dacht ik elke straat van Amsterdam wel te kennen. Toch kwam ik laatst op een plek waarvan ik nog niet wist dat deze bestond. Een stukje voorbij de Openbare Bibliotheek bij Centraal Station kun je een bruggetje over. Na even lopen kom je, midden in het centrum, in een heel rustig straatje tussen het spoor en het water: de Dijksgracht. In het water liggen vele woonboten, en tegen het spoor aan hebben de buurtbewoners allerlei tuintjes gecreëerd. Je vindt er planten, bloemen, schommels, gedoofde kampvuurtjes en de Shaffyboom. Deze boom is een eerbetoon aan Ramses Shaffy, wiens woonboot hier in de jaren ’70 lag en gezonken is. Het verhaal luidt dat zijn boot nog steeds op de bodem van het water ligt.
Spiegeloog
Kunstcontainers
Rasphuis
De Kalvertoren lijkt al lang een begrip in Amsterdam. Voor de jaren ’90 was hier echter zwembad Heiligeweg. Nog veel eerder was het de gevangenis ‘het Rasphuis’. Dit was een van de eerste gevangenissen waar men vond dat misdadigers niet slechts gestraft moesten worden, maar ook gerehabiliteerd, om terug de maatschappij in te kunnen. De gevangenen moesten voornamelijk hout van de brazielboom raspen, waar de naam van de gevangenis zich aan leent. Deze rasp werd verwerkt tot textielverf. Bij de ingang van de Kalvertoren aan de Heiligeweg zijn nog restanten te vinden van het Rasphuis, waaronder de Latijnse tekst Virtutis est domare quae cuncti pavent, wat losjes vertaalt naar ‘Wilde beesten moet men temmen’.
Ivoren Toren Het Geheim van Goede Wetenschap
D
Spiegeloog
14
e afgelopen jaren zijn Aziatische landen flink aan de weg aan het timmeren in Wetenschapsland. Vooral in de exacte hoek investeren Oosterse regeringen enorme sommen geld. Soms probeert men zelfs in één klap een heel vakgebied op de kaart te zetten, zoals Singapore nu doet met een nieuw instituut voor complexiteitsonderzoek. Door de wetenschap hoeveelheden geld en mogelijkheden te bieden, die Westerse landen niet meer willen of kunnen ophoesten, proberen Aziatische politici om topwetenschappers naar Azië te krijgen. In mijn eigen vakgebied, de psychometrie, is vooral China momenteel opvallend actief. Dat bleek bij de vorige conferentie van de internationale vereniging van psychometrici. Daar stond pardoes een heel contingent promovendi uit Peking op de stoep. Helemaal gewend aan de wetenschappelijke gebruiken was men nog niet. Zo vroeg een van de onderzoekers na haar presentatie aan de voorzitter van de sessie of hij misschien een foto van haar wilde nemen. Daarna nam zij zelf een foto van het licht
November 2014
verbijsterde publiek. De Chinezen laten er echter geen gras over groeien en hebben nu zelfs besloten de komende psychometrische conferentie te gaan organiseren. Ik vind dat een heel goed idee. Niet alleen omdat ik best een keer naar Peking wil, maar ook omdat ik benieuwd ben hoe zo’n Chinese universiteit er vanbinnen uitziet. Tot nog toe wil het opzetten van een deugdelijk wetenschappelijk bedrijf, althans in China, namelijk nog niet erg lukken: de Chinese pogingen om mee te draaien met de wetenschappelijke gang van zaken bestaan op dit moment in mijn vakgebied vooral uit invuloefeningen. Je vraagt je af waar dat aan ligt. Tenminste één factor die de Chinezen in de weg staat is hun staatsbestel. China is, hoe je het ook bekijkt, een klassieke dictatuur. Goede wetenschap heeft echter een heel sterk anarchistisch element; niemand is er de baas. Status, afkomst of positie doen er weinig toe; want wie een onjuiste bewering doet, wordt vroeg of laat ontmaskerd door de feiten, en dan doet het er niet toe of je tophoogleraar of AiO bent. Het omgekeerde geldt ook: met een echt goed idee komt een eerstejaarsstudent net zo gemakkelijk in Science of Nature als ik. Ik ken bijvoorbeeld een productieve onderzoeker die in het dagelijks leven taxichauffeur in New York is. Uiteraard is er in onderzoeksgroepen sprake van allerlei kleine koninkrijkjes en dictatuurtjes – want niets menselijks is de wetenschapper vreemd – maar in de kern is er maar één koning in de wetenschap: de empirie. Dit verhoudt zich om allerlei redenen slecht met een systeem waarin autoriteit toegekend wordt aan mensen in plaats van aan feiten of methoden. Daarom is er nooit een goed wetenschappelijk systeem van de grond gekomen in de Sovjet-Unie of Nazi-Duitsland en daarom staat er in het Vaticaan geen universiteit. Wetenschap ondergraaft het gezag van machthebbers systematisch, omdat ook de machthebbers moeten buigen voor de feiten. Daar houden dictators en geestelijk leiders niet van. Een groeiende wetenschap is voor een dictatuur ook gevaarlijk. Van wetenschap worden mensen kritischer en anarchistischer. Ze leren gaten te schieten in slechte redeneringen en rammelende methoden. Voor je het weet kun je het volk niets meer op de mouw spelden. Dat is slecht nieuws voor een dictatuur. De Aziatische dictators spelen dus met vuur. Het zal mij benieuwen of het hen lukt om een echte wetenschappelijke cultuur te creëren zonder hun eigen graf te graven. Denny Borsboom
De Pretend-Student Een leugentje om bestwil?
‘Vorig jaar heb ik mijn stage afgerond en momenteel ben ik druk bezig met het schrijven van mijn scriptie voor mijn master.’ Een veelgehoorde zin. Maar wat nou als die zin in geen enkel opzicht overeenkomt met de werkelijkheid, en deze leugen al jaren wordt ingezet om de schijn van een succesvol studieleven op te houden?
vluchten naar het buitenland of in extreme gevallen zelfs het et klinkt – ironisch genoeg – ongeloofwaardig: iemand plegen van suïcide. Zeven jaar geleden bracht een pretenddie al jaren familie en vrienden voorliegt succesvol aan student uit Tilburg zichzelf om in de nacht voor zijn ‘afstuhet studeren te zijn. Het is echter een modern fenomeen dat deren’ (Bonger, 2009). Een andere pretend-student, Thomas, steeds vaker lijkt voor te komen onder studenten wereldbekende dat de gedachte aan zelfdoding bij het uitkomen van wijd. Volgens Ton Boekhorst, voorzitter van het landelijk de leugen hem enigszins platform van studentengeruststelde (Derkzen, psychologen, is het lastig 2010): ‘In januari houdt in cijfers te vatten hoe - Foto’s worden bewerkt tot beelden mijn baan op, dan is de omvangrijk het probleem dekmantel verdwenen is, aangezien prevalentievan diploma-uitreikingen en moet ik gaan vertelcijfers nauwelijks worden len hoe het echt zit. En geregistreerd (Derkzen, die waarheid is zo groot, 2010). Pretend-studenten, dat kan en wil ik niet. Toen heb ik heel rationeel bedacht: dan ook wel ‘voorwend-studenten’ genoemd, verschillen van maak ik er in januari een einde aan.’ Toch komen de meeste elkaar in ernst en vorm van leugens (Valent, 2010). Wat overstudenten, en uiteindelijk ook Thomas, met psychische hulp eenkomt is dat het merendeel begint met een klein leugenen ondersteuning vanuit sociale kringen uiteindelijk weer op tje om bestwil (Bonger, 2009). Iemand faalt voor zijn eerste het goede pad terecht (Valent, 2010). tentamen en denkt het snel weer op te kunnen lossen bij het hertentamen: ‘Niemand hoeft te weten dat ik gefaald heb, ik Het creëren van een web van leugens en het leiden van een zet het zo weer recht.’ Het gaat echter van kwaad tot erger. dubbelleven doet in bepaald opzicht denken aan pathologische leugenaars. Deze groep mensen beschikt over een ziekeVeel pretend-studenten maken na verloop van tijd geen tenlijke, onbedwingbare drang om te liegen (“Waaraan herken je tamens meer of staan überhaupt niet meer ingeschreven bij een pathologische leugenaar?”, z.j.). Op manipulatieve wijze hun studie. Vaak worden studiegerelateerde onderwerpen wordt leugen na leugen verkondigd. In hoeverre zijn pretendgegoogled om daar vervolgens enthousiast over te praten studenten pathologische leugenaars te noemen? Het verkonin sociale kringen. Regelmatig gaan ze naar colleges of de digen van leugens op manipulatieve wijze is immers gedrag bibliotheek, worden diploma’s vervalst en soms zelfs foto’s dat pretend-studenten ook vertonen. Pathologisch liegen kan bewerkt tot beelden van bijvoorbeeld diploma-uitreikingen voortkomen uit (antisociale) persoonlijkheidsstoornissen als (Bonger, 2009). Om de harde waarheid te verbloemen wordt een narcistische persoonlijkheidsstoornis en gedragsprobleop deze manier het dubbelleven in stand gehouden. Maar men met betrekking tot impulsiviteit (“Pathologische Leuleven met zo’n groot geheim kan een mens na verloop genaar”, z.j.). Pretend-studenten hebben net als pathologische van tijd opbreken. Veel van de studenten raken dan ook leugenaars ook vaak vergelijkbare persoonlijkheidsproblesteeds meer geïsoleerd en kampen met depressieve klachmen (Derkzen, 2010). ten (“NOS headlines, Pretend Student”, 2009). Wanneer de waarheid uiteindelijk toch aan het licht komt (vaak door een Naast deze overeenkomsten zijn er ook verschillen tussen telefoontje van de ouders naar de studieadviseur), zien sompathologische leugenaars en pretend-studenten. Zo verkonmige studenten in hun radeloosheid geen andere uitweg dan
15 November 2014
H
Spiegeloog
Tekst: Marceline van Eeden
Spiegeloog
16
digt een pathologisch leugenaar vaak leugens over meerdere aspecten van zijn leven. Over simpele bezigheden tot grote levensgebeurtenissen worden verzinsels verspreid. Bij pretend-studenten hebben de leugens voornamelijk betrekking op studiegerelateerde onderwerpen. Ondanks het feit dat deze leugens weliswaar een enorme impact op iemands (dubbel)leven hebben, beperkt het liegen zich vaak tot dit specifieke aspect, in tegenstelling tot het bedrog van de pathologische leugenaar. Ook willen pathologische leugenaars graag door middel van leugens in het middelpunt van de aandacht staan (Arinka, 2013). Maar waar de pathologische leugenaar zijn leven interessanter wil doen laten lijken, wil de pretend-student juist de stroom volgen en niet tekort schieten door af te wijken van de uitgestippelde route vol eisen en verwachtingen. Deze route kan zijn uitgestippeld door de student zelf, door familie of door vrienden. Vaak zijn de verwachtingen te hooggespannen en is de schaamte of angst om teleur te stellen en te falen groter dan de wil hier eerlijk over te zijn. Deze sterke vorm van faalangst veroorzaakt vluchtgedrag wat resulteert in studieontwijkend gedrag (“Faalangst bij volwassenen”, z.j.): de situatie waar alle leugens beginnen. Een gebrek aan medeleven is dan ook wederom een symptoom van pathologisch liegen dat voor pretend-studenten niet op hoeft te gaan; zij liegen juist met de wil te voldoen aan verwachtingen van anderen. Het verschil tussen pathologische leugenaars en pretend-
studenten zit hem dus in het soort leugen en de motivatie hierachter. Toch is natuurlijk niet uitgesloten dat pretendstudenten ook pathologische leugenaars kunnen zijn. Het kernsymptoom komt namelijk overeen: liegen. En dit kernsymptoom brengt zowel pathologische leugenaars als pretendstudenten in een neerwaartse spiraal van leugens waarvan de gevolgen voor henzelf en dierbaren zeer vernietigend kunnen zijn. Onderschat daarom nooit dit cliché: eerlijkheid duurt het langst! <<
Bronnen
November 2014
- Arinka (2013). ‘Wat is een pathologische leugenaar en hoe herken je die?’ Opgehaald op 6 oktober 2014 van http://plazilla.com/ page/4295034838/wat-is-een-pathologisch-leugenaar-en-hoe-herkenje-die/. - Bonger, S. (2009). Pretendstudent liegt tot het eind. Opgehaald op 6 oktober 2014 van http://delta.tudelft.nl/artikel/-pretendstudentliegt-tot-het-eind/18977/. - Derkzen, S. (2010). De Pretend Student. Opgehaald op 5 oktober 2014 van http://www.vn.nl/Archief/Samenleving/Artikel-Samenleving/De-pretendstudent.htm/. - “Faalangst bij volwassenen” (z.j.). Opgehaald op 13 oktober van http://www.bachbloesemadvies.nl/infohoek/faalangst/faalangst-bijvolwassenen2.htm/. - “NOS Headlines, Pretend Student” (2009). Opgehaald op 6 oktober 2014 van https://www.youtube.com/watch?v=TqNUU5o_f68/. - “Pathologische leugenaar” (z.j.). Opgehaald op 7 oktober 2014 van http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/ ziekten/17421-pathologische-leugenaar.html/. - Valent, M. (2010). Liegende studenten. Opgehaald op 7 oktober 2014 van http://www.vn.nl/Archief/ Samenleving/Artikel-Samenleving/Liegende-studenten.htm/. - “Waaraan herken je een pathologisch leugenaar?” (z.j.). Opgehaald op 7 oktober 2014 van http:// artikelen.foobie.nl/leven/6501-waaraan-herken-jeeen-pathologische-leugenaarij/.
Illustratie: Jelle Havermans
? Wist je dat... Tekst: Anna Deems
...de exacte locatie van de hoogste boom ter wereld, de Hyperion, geheim is voor iedereen op enkele wetenschappers na? Dit weerhoudt zogenoemde ‘boomzoekers’ er niet van om op zoek te gaan naar de 115,61-meter hoge boom in het Redwood National Park te Californië. Met de 455 vierkante kilometer die het park bestrijkt is dit echter geen eenvoudige missie. De reden dat de precieze locatie van de kustmammoetboom geheim wordt gehouden is om de boom en zijn ecosysteem te beschermen tegen de anders te verwachten vervuilende toestroom aan toeristen.
...George Washington, de eerste president van de Verenigde Staten, een begenadigd spion was? Washington wist de Britten regelmatig om de tuin te leiden met zijn talent voor het uitlekken van vertekende informatie via dubbelspionnen, zoals rapporten waarin de kracht van zijn leger stelselmatig werd aangedikt. Dit werpt toch een ander licht op een van de meest aangehaalde quotes van Washington in de Amerikaanse volksgeschiedenis: ‘I cannot tell a lie, father, you know I cannot tell a lie.’
...zich onder het Vaticaan een massaal geheim archief bevindt? Als je de Sixtijnse Kapel hebt bezocht, ben je zeer waarschijnlijk over het Archivio Segreto Vaticano gelopen, dat zich bevindt onder de Cortille della Pigna. Het archief beslaat zo’n 84 kilometer aan documenten als briefwisselingen, akten uitgevaardigd door de Heilige Stoel en staatsdocumenten. De langst bewaarde documenten dateren uit de 8e en 9e eeuw.
17
...Thomas Edison bang was in het donker? En dat hij niet de oorspronkelijke uitvinder van de gloeilamp was? Heinrich Göbel had in 1854 al het idee van de gloeilamp ontwikkeld, maar kon dit idee nog niet uitvoeren door gebrek aan een economische elektriciteitsbron. Edison verbeterde het idee van Göbel en bracht in 1879 de gloeilamp op de markt in de Verenigde Staten. Toen Edison in het Verenigd Koninkrijk patent wilde aanvragen, bleek dat Joseph Swan enkele maanden eerder eveneens de gloeilamp had uitgevonden en gepatenteerd had. Na een juridische strijd bundelden de uitvinders hun krachten en richtten ze de Edison & Swan United Electric Company op.
November 2014
...Mona Lisa mogelijk zwanger was? Volgens kenners wijzen haar haarstijl, de handen op haar buik en de kleur van haar jurk erop dat zij zwanger was. Ook droegen zwangere tijdsgenoten eenzelfde soort sjaal als Mona Lisa. Gedacht wordt dat het schilderij een cadeau van haar echtgenoot was om haar zwangerschap te vieren.
Spiegeloog
...er verschillende manieren zijn om een leugendetector te misleiden? Een tactiek is om je fysiologische stressreactie, zoals zweten en een versnelde ademhaling, te onderdrukken. Dit vergt echter wel veel oefening. Een alternatieve tactiek is om je fysiologische reactie juist te verhogen tijdens neutrale vragen waardoor een verhoogde reactie op andere vragen minder opvalt. Onopvallende methoden om deze reactie te verhogen zijn bijten op je tong en met je voet drukken op een spijkertje dat in je schoen verstopt zit.
De R ndvraag Wetenschappelijk medewerkers stellen elkaar vragen
De vraag van Denny Borsboom (Methodenleer) Beste Jos,
Spiegeloog
18
De afgelopen jaren hebben we in de psychologie veel problemen gezien die direct of indirect voortkomen uit een gebrekkig databeheer. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de beperkte beschikbaarheid van data voor heranalyse, maar ook aan gevallen waarbij er vermoedens van fraude bestaan die niet bevredigend kunnen worden opgeheven omdat de relevante onderzoeksgegevens kwijt zijn. Ten slotte vind ik het zelf vaak jammer dat er in de psychologie relatief weinig met data wordt gedaan, onder andere omdat hergebruik van verzamelde gegevens zo zeldzaam is. Jij hebt veel ervaring in het werken met grote epidemiologische databestanden, waarbij het databeheer heel anders in elkaar steekt dan wij in de psychologie gewend zijn. Denk jij dat wij van de epidemiologen op dit gebied iets kunnen leren? Denny
Het antwoord van Jos Bosch (Klinische Psychologie)
November 2014
Ik weet het nog niet zo zeker, of gebrekkig databeheer een verklaring is voor de recente fraude-zaken. Bij Stapel was vooral het verzinnen van data het probleem, niet primair de opslag. En al was dat het wel; hij zou het ongetwijfeld hebben weten te omzeilen. Ik zie veel speculatie en hind-sight bias in dergelijke discussies. Neem nou het vaakgehoorde, en door fraudeurs gretig aangedragen, argument van publicatieen citatiedruk. Iedereen die het programma Publish or Perish downloadt, ontdekt snel dat er in de Nederlandse psychologie maar een matige correlatie bestaat tussen deze parameters en een wetenschappelijke carrière (er zijn gedocumenteerde aanwijzingen dat in sommige Zuid-Europese landen de correlatie zelfs negatief is). Buiten deze kanttekeningen ben ik het echter volledig met je eens! In de psychologie beheren onderzoekers hun data als geld onder een matras. Dat moest wel een keer problemen gaan geven. Ik vind het daarom jammer dat ook in de nieuwe afdelingsvoorschriften over hoe data moet worden bewaard, de onderzoeksdata in beheer van individuele onderzoekers blijft en dat het beheer een individuele verantwoordelijkheid is. Wat men in de epidemiologie beseft is dat data te waardevol is, en goed beheer te belangrijk, om het aan individuele wetenschappers over te laten. Je moet ze daar ook niet mee belasten. Kijk eens naar de gemiddelde werkkamer... Goede wetenschappers zijn niet noodzakelijk
ook goede boekhouders. Het is een tragisch neveneffect van de Stapel-affaire dat de discussie over databeheer zich eenzijdig richt op dataintegriteit. Voorkoming van fraude is misschien wel een van de minst relevante redenen om je data goed te bewaren. Zo is computerdiefstal immers ook niet de primaire reden om geregeld een back-up van je bestanden te maken en is plagiaat niet de primaire reden voor bibliothecaire archivering. Die eenzijdigheid toont zich helaas ook in beleid, bijvoorbeeld in het eigenaardige voorschrift om data tot vijf jaar na publicatie te bewaren. Dat klinkt bijna als een verjaringstermijn. We gooien proefschriften na vijf jaar niet weg, maar waarom dan wel de data waarop ze zijn gebaseerd? Neem nou het afdelingsvoorschrift om data elektronisch op twee locaties te bewaren. Dat is misschien adequaat als het REC al twintig jaar je vertrouwde habitat is, maar onderzoekers verkassen nog wel eens. De afgelopen dertien jaar heb ik gewerkt aan zes instituten in vier landen. Toch ben ik volledig ontzorgd van gedoe met data op oude laptops of vergeten back-ups van afdeling-servers. Dat komt omdat aan de meeste instituten waar ik heb gewerkt het databeheer een professionele aangelegenheid is: net zoals ik niet zelf de collegezalen hoef te reserveren voor mijn onderwijs, of mijn eigen salarisadministratie hoef bij te houden, zo ook behoort databeheer tot basale onderzoeksondersteuning. Zo heb ik net een artikel gesubmit met data die we elf jaar geleden hebben verzameld. De databeheerder heeft de ruwe data, inclusief de ingevulde vragenlijsten (die ik jaren geleden in plastic tasjes bij haar heb achtergelaten), overzichtelijk gearchiveerd en bewaard. Er zijn voor een academisch instituut heel veel goede redenen om data voor lange termijn zorgvuldig en professioneel te archiveren. Data heeft grote intrinsieke waarde als de primaire bron van wetenschappelijke kennis en vooruitgang. Het is ongelooflijk kostbaar materiaal dat grotendeels is gefinancieerd met publiek geld, en het vormt de basis voor wetenschappelijke reputatie en productiviteit. Epidemiologen snappen dat al heel lang. Andere vakgebieden dan epidemiologen trouwens ook. Psychologen soms nog niet. Lange-termijn databeheer geeft nog veel meer terug. Ik noem er hier twee. Ten eerste, gebruik van bestaande data maakt het mogelijk om zeer efficiënt (qua kosten én tijd) onderzoek uit te voeren. Dat zien subsidiegevers ook: de laatste EU Horizon Call nodigde expliciet uit om voorstellen in te dienen waarin bestaande data werd benut. Ikzelf pluk
Jos Bosch (Klinische Psychologie) geeft De Rondvraag door aan Agneta Fischer (Sociale Psychologie) Beste Agneta, Roald Dahl heeft een mooi verhaal: een stadsbestuur had een standbeeld laten plaatsen dat al het nobele in de mensheid symboliseerde, getiteld The Scientist. Om dit te complementeren moest er eigenlijk ook een object komen dat al het slechte in de mens zou verbeelden. Nadat een commissie van wijzen was geconsulteerd werd dit object onthuld: The Other Scientist. Aan dat verhaal moet ik wel eens denken als ik het debat over questionable research practices beluister. Ik merk dat het soms neigt naar anderen de maat nemen en pedanterie, en vrees dat een ondertoon van wantrouwen collegiaal debat ondermijnt. Of erger: ik ken een geval waarbij een medewerker, die een bijzonder productief jaar achter de rug had, van een leidinggevende geen compliment maar juist een scherp achterdochtige reactie kreeg. De nieuwe hoogleraar wetenschappelijke integriteit, Lex Bouter, wijst hier ook op. Als sociaal psycholoog en als directeur onderzoek, denk jij dat zulke neveneffecten van dit belangrijke debat moeten en kunnen worden bijgestuurd? Jos
Mededelingen Mededelingen voor nummer 366 kunnen tot januari 2015 worden ingeleverd, liefst via e-mail. De redactie behoudt zich het recht voor stukken in te korten.
CREA is het cultureel studentencentrum van de Universiteit en Hogeschool van Amsterdam. CREA organiseert onder andere cursussen, workshops, voorstellingen en lezingen. Adres: Nieuwe Achtergracht 170 1018 WV Amsterdam Inlichtingen: 020 5251400. Website: www.crea.uva.nl Woensdag 19 november vanaf 19:00 uur Gratis Toegang (Resevereren via theater@uaf.nl) Vertreksvergunning George Tobal (Aleppo, 1986) ontvluchtte Syrië op jonge leeftijd en groeide op in een asielzoekerscentrum. Zijn asielprocedure duurde 11 jaar. Aan de Theaterschool in Amsterdam maakte hij het afstudeerproject van zijn leven: Vertreksvergunning. In de confronterende solovoorstelling Vertreksvergunning vertelt Tobal met humor over de weg naar een bestaan en hoe je van niemand iemand probeert te worden.
LUNA Antiek Curiosa & Glaskunst
Luna is een klein familiebedrijfje en gevestigd op de Zeedijk 82 sinds 2000. Het winkeltje aan de gezellige Zeedijk in Amsterdam wordt gerund door Marianne Groen en haar kinderen. Wij verkopen vooral Buddha’s, kunstvoorwerpen, schilderijen en sieraden. Onze collectie bestaat voornamelijk uit unieke items. Daarnaast verkopen wij een groot assortiment mooie Tiffany lampen van uitstekende kwaliteit en andere aparte verlichting.
Spiegeloog
Nummer 366 komt in februari 2015 uit.
19 November 2014
al jaren de vruchten van bestaande data, en het grootste deel van mijn publicaties is hierop gebaseerd (toeval of niet, dat zijn ook mijn publicaties in de tijdschriften met de hoogste impact factor). Dat werkt ongeveer zo: met collega’s bespreken we een idee en onderzoeken we of een bepaalde dataset antwoorden zou kunnen geven. We contacteren vervolgens de PI of databeheerder met een verzoek, we analyseren de data, schrijven het op, en een paar weken later submitten we het artikel. Zo simpel is dat dus. Mijn tip van de dag: http:// www.icpsr.umich.edu/icpsrweb/ICPSR/. Het tweede punt is strategisch. Bij onderzoeksaanvragen wordt het data management plan (DMP) steeds strenger beoordeeld. Als uit een DMP blijkt dat een instituut een goede data infrastructuur en ondersteuning biedt aan haar onderzoekers, en hiermee garanties biedt voor lange-termijn archivering en data-sharing, dan gaat de score omhoog en wordt de kans op honorering groter. Internationaal hebben veel instituten hun infrastructuur hierop aangepast. Bijvoorbeeld, aan het University College of London (een Brits instituut waarmee ik veel samenwerk) hebben nu veel afdelingen een datamanager en is er een centrale dienst die substantiële ondersteuning biedt. In Nederland lopen de ontwikkelingen achter, maar desalniettemin, de ontwikkelingen zijn er! (Zie surf.nl en knaw.dans.nl) Ik hoop daarom dat UvA-psychologie zich richt op onderzoeksondersteuning dat toegankelijke en langdurig data-archivering tot doel heeft. En misschien beschermt centraal databeheer toch ook nog tegen fraude: ik bekeek de retraction watch website om een idee te krijgen hoe vaak epidemiologen vanwege fraude tegen het licht worden gehouden. Dat is zelden! Aan die digitale schandpaal hangen vooral onderzoekers die data onder hun matras bewaarden.
juni 2013
20
Spiegeloog
Tabula Rasa Tekst: Willemijn Waterbolk
over verschillende specialismen in de neurochirurgie. Hij was van mening dat het bewustzijn voortkomt uit de hersenen. Het brein functioneert als het ware als een machine; stoppen de hersenen dan stopt het bewustzijn. Dit was tenminste zijn opvatting voordat zijn hersenen er zelf bijna mee ophielden. Nu beweert hij echter dat er een werkelijkheid is die boven de onze staat: ‘Wat ik daarboven heb ontdekt is de onbeschrijflijke immensiteit en complexiteit van het universum en dat het bewustzijn de basis is van alles wat bestaat. Ik was er zo totaal mee verbonden dat er vaak geen echt onderscheid was tussen ‘mij’ en de wereld waarin ik mij bewoog.’ Eben Alexander probeert je mee te nemen in zijn ervaringen. Dat lukt goed. Zeer gedetailleerd vertelt hij over de gebeurtenissen uit zijn leven tijdens zijn coma en soms ook over herinneringen van vroeger. Hij probeert te reconstrueren wat er allemaal gebeurd is met hem en de mensen die dichtbij hem stonden in de periode van zijn coma. Maar het spannendste is natuurlijk hoe hij de bijna-doodervaring beschrijft. Hij spreekt over een ultrarealiteit, waar verschillende werelden zijn. Die van de idyllische Poort, de prachtige, hemelse Kern en het ruwe, lelijke Rijk gezien door de ogen van een Regenworm. In zijn eerste kennismaking met deze wereld spreekt hij over licht, prachtige muziek, opstijgen en een opening; het klinkt als een prachtig paradijs. Na zijn coma probeert hij te verklaren wat hem is overkomen. Door zijn kennis van huidige wetenschappelijke theorieën wordt al snel duidelijk dat hij de aangewezen man is om zich over dit vraagstuk te buigen. Maar zelfs hij komt er niet uit. De verschillende hypotheses die hij overweegt, kunnen zijn ervaring niet verklaren. Het hele medische paradigma dat ons bewustzijn afhankelijk is van onze hersenen, lijkt in zijn ogen te vervallen. Het boek Na dit leven laat je nog eens goed nadenken over de werkelijkheid. Volgens Eben Alexander moeten we niet vergeten dat wetenschap ook maar een middel is om het leven te begrijpen. Iedereen heeft zijn eigen realiteit. Alles is naadloos en direct verbonden met al het andere. In de Verenigde Staten was het boek al een bestseller. Door de vele reacties die Eben Alexander ontving van mensen die geïnspireerd waren door zijn verhaal, besloot hij een vervolg op het boek te schrijven: De hemel in kaart. Dit boek is voor €17,95 bij boekhandels te verkrijgen.
21 November 2014
E
en hardcore wetenschapper wordt geconfronteerd met een bijna-doodervaring. Hoe ironisch kan het zijn. Het boek Na dit leven, in het Engels Proof of Heaven, is het verhaal van Eben Alexander, een gerespecteerd arts en professor aan Harvard met jarenlange ervaring in de neurochirurgie. Hij werd totaal onverwachts getroffen door een hersenvliesontsteking als gevolg van een zeldzame bacterie. Eben Alexander raakte voor zeven dagen in coma. Wonder boven wonder kwam hij er weer bovenop. Gek genoeg had hij zeer levendige herinneringen over de periode dat hij in coma lag. De bijna-doodervaring die hij had ervaren tijdens zijn comateuze toestand, was voor hem zo ingrijpend dat hij het als zijn plicht zag om het met de wereld te delen. En dat is precies wat hij met dit boek doet. Voor zijn coma werkte Eben Alexander als onderzoeker en schreef regelmatig wetenschappelijke artikelen
Spiegeloog
Na dit leven van Eben Alexander
De Wandelgang Tekst & Foto’s: Jihane Chaara en Laury Peters
Geheimen kunnen bewaren is een gewenste eigenschap, maar er zijn altijd dingen die je wel door moét vertellen. Spiegeloog ging eropuit en vroeg: ‘Wat voor geheim zou je echt niet kunnen bewaren?’
Spiegeloog
Jeremy: ‘Ik zou het erg moeilijk vinden als iemand, een goede vriend bijvoorbeeld, tegen me zou zeggen dat hij ernstig ziek is. Dat zou ik niet voor me kunnen houden. Ik zou het natuurlijk niet de wijde wereld in gooien, of op Facebook zetten, maar wel aan iemand anders vertellen. Anders denk ik er zelf de hele tijd aan en zou het waarschijnlijk mijn leven gaan domineren. Ik zou het dan vertellen aan hele goede vrienden of aan mijn broer.’
22 November 2014
Paul: ‘Een geheim dat ik echt niet zou kunnen bewaren is bijvoorbeeld als de vriendin van mijn beste vriend vreemd ging, en ik erachter zou komen. Ik zou dat niet voor me kunnen houden omdat het als vriend je plicht is om over dit soort dingen open te zijn. Ik zou het waarschijnlijk wel eerst tegen de vreemdgaande vriendin zeggen om haar de kans te geven het zelf op te biechten.’
Marceline: ‘Als er onschuldige mensen door benadeeld worden zou ik het moeilijk vinden om een geheim te bewaren. Stel dat iemand in de criminele sector iets slechts heeft gedaan, maar iemand anders wordt hiervoor gestraft. Of ik iemand zou aangeven als het ten koste zou gaan van mijn eigen veiligheid weet ik niet. Wanneer ik mijn leven zou moeten omgooien en me ergens moet verbergen in een hutje in the middle of nowhere zou ik het geheim voor me houden.’
Tess: ‘Hoe kleiner het geheim, hoe slechter ik het kan bewaren, heb ik gemerkt. Het gebeurt wel eens dat mensen mij kleine, onbenullige geheimen vertellen, zoals dat ze iemand anders eigenlijk helemaal niet aardig vinden, of juist verliefd zijn geworden op een buurmeisje. Dat vertel ik dan meestal wel door aan mijn andere vrienden, al is dat stiekem helemaal niet de bedoeling. Grote geheimen kan ik wel voor me houden, omdat het dan meestal ook belangrijker is dat niemand erachter komt.’
Eveline: ‘Iets wat een ander schade toebrengt zou ik niet voor me kunnen houden. Bijvoorbeeld als een vriendje van een vriendin vreemdgaat; dat zou ik wel met haar willen bespreken. Het hangt ook heel erg af van de situatie. Als het een slippertje is – wat je natuurlijk nooit kan weten – dan is het anders dan dat het hun relatie echt heel veel kwaad kan doen. Ik zou niet naar die jongen toe stappen.’ Sophie: ‘Ik zou geen geheim kunnen bewaren dat zorgt voor lijden bij meerdere mensen. Als iemand van plan is om iets slechts te doen, bijvoorbeeld het maken van een bom, zou ik dit niet kunnen bewaren. Ik zou het ook moeilijk vinden om een geheim voor me te houden dat het milieu zou kunnen schaden, bijvoorbeeld wanneer een bedrijf onverantwoordelijk met het milieu zou omgaan.’
Spiegeloog
Laurens: ‘Een geheim waarbij een hele goede vriend of vriendin in een kwaad daglicht komt te staan zou ik niet kunnen bewaren. Een eigen voorbeeld: een vriend van mij werd beschuldigd van vreemdgaan. Achteraf bleek dat hij niet vreemd was gegaan, maar dat dit als excuus werd gebruikt door het meisje om van die relatie af te komen. Deze informatie werd in vertrouwen aan mij verteld. Zo’n geheim kan ik niet bewaren; ik wist dat het niet waar was en heb dat toen gezegd.’
Bo: ‘Elk geheim dat slecht zou kunnen zijn voor een ander, zou ik niet kunnen bewaren. Een voorbeeld is als iemand erdoor in de gevangenis zou kunnen komen. Het is afhankelijk van de situatie en de persoon tegen wie ik het zou zeggen. Als het een erge misdaad is zoals een moord, zou ik de dader waarschijnlijk wel aangeven en het geheim dus doorvertellen.’
Bart: ‘Ik zou het zelf niet geheim kunnen houden als ik vreemd zou gaan. Ik denk dat het zo’n grote en zware last zou zijn dat ik het wel zou moeten vertellen. Ook zou ik het niet voor me kunnen houden als ik bijvoorbeeld de loterij zou winnen. Het is misschien niet handig om het aan de grote klok te hangen, omdat iedereen dan iets van je wilt, maar ik zou zo blij zijn dat ik het nieuws wel zou moeten delen.’
23
November 2014
Svea: ‘Ik zou het moeilijk vinden een geheim te bewaren waarvan ik weet dat deze informatie mensen zou kunnen helpen. Ik had bijvoorbeeld een keer dat een vriendin mij vertelde dat ze een vriend van mij leuk vond. Ik heb het toen doorverteld met de gedachte in mijn hoofd: ‘Wat als ze heel goed bij elkaar passen?’ Ze hebben inderdaad destijds met elkaar gedatet. Helaas is het niks geworden, maar ik heb zeker geen spijt van mijn beslissing.’
Bacchus Graag of Niet
J
e wilt niet de persoon zijn die vier keer op een rij het gesprek op WhatsApp start, of degene die altijd tijd vrijmaakt voor de ander, of op een andere manier duidelijk meer investeert in een relatie – wat voor relatie dat ook mag zijn. We hebben het spelletje allemaal wel eens gespeeld: niet meteen reageren op een berichtje, niet te snel zeggen dat je iemand wel ziet zitten, niet altijd degene zijn die voorstelt om af te spreken. Dit alles zou ervoor moeten zorgen dat een onverschillig imago behouden wordt. In relaties tussen mensen ligt de meeste macht bij de persoon die zich het minst bekommert om de ander. Dat is immers de persoon die het minst zal lijden als er besloten wordt dat de wegen moeten scheiden. Deze machtsverhoudingen tussen mensen zijn eindeloos interessant. De dynamiek tussen twee personen is in elke situatie anders, en soms gebeurt het dat de balans perfect is: dan zit je precies op dezelfde lijn met iemand. Het is dan duidelijk wat beide partijen willen; het is duidelijk wat er verwacht wordt van elkaar, en het is duidelijk wat de twee mensen voelen. Dat is de ideale situatie.
tegen andermans mogelijke desinteresse, moet het volgende gezegd worden: iemand die niet geïnteresseerd is in je gezelschap, is iemand die je gezelschap hoogstwaarschijnlijk niet verdient. Als jij iemand laat aanschuiven aan de metaforische tafel van je leven, dan horen ze daar graag te willen zitten. Ik stel niet veel eisen aan de mensen die ik dichtbij me heb staan, maar ze moeten oprecht deel van mijn leven willen zijn. Ik wil iemand kunnen opbellen om te vertellen over de rare kat die ik net over de stoep zag lopen, of kunnen zeggen ‘ik wou dat je hier was’, zonder te twijfelen over of deze informatie gewenst is. Als je allebei de macht hebt om elkaar te verwoesten, is het toch prachtig als je het iemand toe kunt vertrouwen om dat niet te doen?
Helaas is de verhouding niet altijd perfect in balans en moet je soms maatregelen treffen om jezelf niet kwetsbaar op te stellen. Want dat is waar het uiteindelijk allemaal op neerkomt: de angst om kwetsbaar te zijn. En dus maak je er een geheimpje van hoeveel je om iemand geeft, uit angst dat het als een boemerang terugkeert en tegen je hoofd aanknalt.
Ik weet dat het nergens op slaat om toch maar een uurtje te wachten voor ik een berichtje terugstuur. En ook al geeft het een gevoel van controle over de situatie en de interactie, om elkaar te kunnen vertrouwen moet je eerlijk tegen elkaar zijn; dus gooi het eruit. Zeg ‘ik mis je’, of ‘ik moest vandaag aan je denken’. Controle is immers ook niet alles. Wees eerlijk over de kleine (al voelen het als grote!) geheimen en wees open over wat je voelt. Als het verkeerd uitpakt loop je hooguit een blauwtje, maar dan weet je tenminste dat het tijd is dat deze persoon zich excuseert van jouw metaforische levenstafel. Wat maakt het uit in het grote geheel? Over een paar jaar zul je alleen maar blij zijn over je oprechtheid. Het hoeft allemaal geen geheimzinnig spelletje te zijn.
Dat is een geldige reden om je voorzichtig op te stellen, en terwijl je jezelf best mag beschermen
Jihane Chaara