Er was eens...

Page 1

Spiegeloog Tijdschrift voor de Afdeling Psychologie

Er was eens...

November 2015 - Jaargang 43 - Nummer 371


Colofon: 43e Jaargang nr. 371, November 2015 ISSN 0166-1930 Spiegeloog is een blad voor de afdeling psychologie, Universiteit van Amsterdam

Diamantbeurs Kamer 5.02 Afdeling Psychologie Weesperplein 4 1018 XA Amsterdam t: 020 - 525 67 58 e: spiegeloog-fmg@uva.nl w: spiegeloog.tumblr.com

Hoofd-/Eindredactie Bart Lichtenveldt & Emma Laura Schouten. Redactie Marceline van Eeden, Zeno Glastra van Loon, Sima Kirjazowa, Maxime Muller, Maaike Posthuma, Mariëtte Scholten, Vincent Siderius.

Up to Date

E

r was eens... een typmachine, en wel de oude typmachine van een vroegere redactie van Spiegeloog. Hoe de tijden zijn veranderd! Deze week mochten wij als hoofdredactie twee spiksplinternieuwe computers aansluiten; na zeven jaar trouwe dienst kunnen de oude bakbeesten de nieuwste technologie niet meer bijbenen. Alhoewel we natuurlijk hartstikke blij zijn op snellere desktops te werken, lieten de installatieprocessen ons toch af en toe met verlangen naar de simpele typmachine kijken, die nu op de cover prijkt. Alhoewel dat aspect van vroeger misschien beter was dan nu, weegt het niet op tegen alle huidige technische voordelen. Maar kan het nog beter? Wellicht in een ideale samenleving. In dit nummer licht Vincent je in over een utopie die misschien wel werkelijkheid kan worden. Mariëtte schreef over achterhaalde theorieën en hardnekkige fabels, en Maxime onderzocht wat de moraal in sprookjes voor invloed kan hebben op kinderen. Emma ging weer eens naar een persvoorstelling en schreef een recensie over De Grote Zwaen. Maaike is inmiddels vertrokken en vertelt ons over haar eerste reiservaringen. Daarnaast hebben we in de redactie een aantal nieuwe leden mogen ontvangen. Zeno deed voor zijn eerste nummer onder andere de Op Kamers, en Sima nam samen met Bart de honderdste Wandelgangvraag af, die dus met dit nummer een jubileum heeft. Behalve deze twee bijdragers aan jong vers bloed maken we binnenkort kennis met nog meer nieuwe jonge redactieleden, die waarschijnlijk met het eerstvolgende nummer al meeschrijven. We hopen tenminste dat ze niet erg afgeschrikt worden door de mededeling dat aankomend nummer een nachtnummer is! Dat ze er zijn is in ieder geval al een zegen. De redactie was namelijk al behoorlijk aan het vergrijzen. Hoewel een herfstvakantie er niet in zit voor vrijwel iedereen die verbonden is aan deze universiteit, krijgen we de herfst in ieder geval wel mee. Roodbruine bladeren en mensen in sjaals kleuren de straten. En we hopen natuurlijk dat je met deze Spiegeloog zelfs zodanig kan ontspannen dat een vakantie niet eens meer nodig is! Bart en Emma Laura

Aan dit nummer werkten mee Denny Borsboom, Roeland Voskens, Sanne de Wit, Martijn Wokke. Cover Emma Laura Schouten. Fotografie Zeno Glastra van Loon, Bart Lichtenveldt, Emma Laura Schouten. Illustraties Jonas Raps (www.jonasraps.com) Opmaak en vormgeving Bart Lichtenveldt & Emma Laura Schouten. Met dank aan Bert Dorhout. Drukkerij Drukkerij de Raddraaier Van Ostadestraat 233 b 1073 TN Amsterdam 020 - 673 05 78 Reacties, commentaren en ingezonden brieven zijn van harte welkom. Voor lange artikelen die ter publicatie worden aangeboden, is het verstandig eerst contact op te nemen met de redactie. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen in te korten of te wijzigen. Spiegeloog verschijnt zeven keer per jaar. Niets uit deze uitgave mag vermenigvuldigd worden zonder schriftelijke toestemming van de redactie.


Inhoud

13

5 Achterhaalde Theorieën

16

Maaike op Reis

Als je Jokt Groeit je Neus!

Welcome to Asia

De invloed van moraal in sprookjes

Redactie 4 De Wie zijn wij?

Beloofde Land 10 Het Een realiseerbare utopie?

20 VSPA Agenda van november

Rondvraag 7 De De Wit aan Wokke

Toren 14 Ivoren Sprookjes

Voorstellen... 21 Even De Stats Store

je dat...? 8 Wist Vijf sprookjesachtige weetjes

Kamers 15 Op Roeland Voskens

De 100 Wandelgang 22 ‘Er was eens...?’

Obscura 9 Camera De Grote Zwaen

18 Mededelingen Activiteiten voor studenten

23 Bacchus Amsterdam anno 2015

Hardnekkige fabeltjes

Like ons op Facebook

Lees ons op tumblr

ste

Universiteit van Amsterdam


De Redactie

Marceline van Eeden 22 jaar Bachelor, Klinische Psychologie

Spiegeloog

Sima Kirjazowa 19 jaar Bachelor, Propedeuse

Zeno Glastra van Loon 23 jaar Bachelor, Tweede Jaar

Bart Lichtenveldt 22 jaar Bachelor, Klinische Neuropsychologie

4 November 2015

Maxime Muller 23 jaar BSc, Klinische Ontwikkelingspsychologie

MariĂŤtte Scholten 26 jaar Master, Klinische Neuropsychologie

Vincent Siderius 20 jaar Master, Sport- en Prestatiepsychologie

Maaike Posthuma 25 jaar BSc, Klinische Psychologie

Emma Laura Schouten 21 jaar Bachelor, Klinische Neuropsychologie

Jouw naam hier? Hou je van schrijven? Mail naar spiegeloog-fmg@uva.nl en word redactielid!


Er was eens... een Theorie Er was eens, heel, heel lang geleden een gekke geleerde met een belachelijke wetenschappelijke theorie. Maar die belachelijke theorie werd de wereld uit geholpen door de wijze wetenschapper! En iedereen leefde nog lang en gelukkig. Of toch niet? Dat de aarde niet plat is maar rond weet iedereen ondertussen. Welke belachelijke theorieën zijn vandaag de dag nog steeds niet algemeen onwaar verklaard?

rijwel iedereen kent het wel: ouderwetse plaatjes van Een ander voorbeeld van een algemeen bekende theorie is de wereld waar het water van de oceaan als een waterdat wortels goed zijn voor je ogen. Als kind heb ik dit maar val van de randen afloopt. Voordat Columbus zijn oversteek wat vaak gehoord. Iedere keer als die oranje rakkers op mijn maakte dachten mensen tijdens de Middeleeuwen dat de bord lagen en ik ze van links naar rechts aan het verschuiven wereld plat was, de sukkels. Maar wie zijn er nou de sukwas kreeg ik te horen dat ik ze toch echt op moest eten. kels? Hebben mensen ooit wel gedacht dat de aarde plat Want daar kreeg ik goede ogen van. Maar klopt dit wel? was? Jarenlang hebben wij geleerd dat de Katholieke kerk in Het antwoord hierop is ja en nee. Ja, want wortels bevatde Middeleeuwen iedereen leerde dat de aarde plat was. En ten bètacaroteen, wat in het lichaam omgezet wordt tot vitadat iedereen die anders mine A (Winkler, 2009). beweerde meteen van Vitamine A draagt bij ketterij beschuldigd aan de gezondheid van je werd. Maar het tegendeel ogen. Maar ga je er ook - Zijn wortels goed voor je is waar. Recent hebben echt beter van zien als je ogen? Ja en nee een aantal historici, waarslechte ogen hebt? Niet onder Jeffrey Burton echt. Tijdens de Tweede Russell, uitgewezen dat Wereldoorlog publier nauwelijks evidentie is ceerde de British Royal voor het idee dat men vroeger dacht dat de aarde plat was Air Force een artikel in de krant over een van hun piloten: (Sarfati, 2013). Sterker nog, door de gehele Middeleeuwen John Cunningham, bijgenaamd ‘Cats Eyes’. Deze piloot had heen hebben vele grote geleerden, vaak verbonden aan de uitzonderlijk goed zicht in het donker, wat zogenaamd te kerk als monnik of priester, al op schrift gezet dat de aarde danken was aan het feit dat hij als kind zoveel wortels gegerond was. Zo beschreef onder andere de vooraanstaande ten had. Gevolg was dat het gehele Britse volk meer wortels monnik Venerable Bede (673-735) dat de aarde rond was begon te eten. Prachtig verhaal, maar puur en alleen in de ‘als een speelbal’ en niet ‘als een schild’ (“Beda”, z.j.; Sarfati, krant gezet als oorlogspropaganda. Niet om de beste piloot 2013). Eeuwen later was dit nog steeds de heersende theorie in het zonnetje te zetten, maar om te verbloemen dat het de over hoe de wereld eruit zag en dit werd dan ook beschreven Britten als eerste gelukt was om radar te ontwikkelen. John in het beroemde boek ‘Summa Theologica’ van Thomas van ‘Cats Eyes’ Cunningham was de eerste piloot die met behulp Aquino (“Flat earth”, z.j.; Sarfati, 2013). Historicus Jeffrey van radar ’s nachts een vijandelijk vliegtuig van de Luftwaffe Burton Russell concludeert dat er, op een paar uitzonderinhad neergeschoten en de Britten wilden graag de Duitsers gen na, eigenlijk niemand is geweest die sinds de 3e eeuw nog even in het donker laten over de werkelijke toedracht na Christus dacht dat de aarde plat was. Maar waar komt van Cunninghams uitzonderlijke zicht (Kruszelnicki, 2005). de mythe van de platte aarde dan vandaan? Deze mythe is gebaseerd op een geromantiseerd boek (fictie) over het leven Naast de wortels zijn er wel meer volkswijsheden die van van Christopher Columbus, dat verscheen in 1828. Dit boek mond tot mond doorverteld worden. Maar dat iedereen werd zo populair dat onder andere een aantal historici eind deze kennis heeft betekent niet dat het ook klopt. Mij is het e 19 eeuw dit boek voor waar aannamen (‘Myth of the flat al meerdere malen overkomen: het is doodstil om je heen, earth’, z.j.). behalve hier en daar het gekuch van medestudenten en het

5 November 2015

V

Spiegeloog

Tekst: Mariëtte Scholten


Spiegeloog

6 November 2015

ritselen van papier. Terwijl je op je pen kauwt en je je antties niet tot nauwelijks merkbaar is (Hyde, 2005; Lilienfield woorden nog een keer naleest blijft je blik hangen op vraag et al., 2010). Oftewel: mannen en vrouwen praten evenveel achttien. Je hebt A ingevuld maar bij nader inzien denk je en mannen en vrouwen laten ongeveer evenveel over zichtoch aan B. Ga je het verbeteren? Terwijl je hier over nadenkt zelf los. galmt in het goedbedoelde advies van een medestudent door je hoofd: ‘Nooit je antwoord verbeteren!’ Je eerste ingeving Het zijn vooral de dingen die door iedereen voor waar aanis altijd de juiste! Maar klopt dit advies wel? Omdat deze genomen worden die vaak het minst gefundeerd zijn. Juist stelling wijdverbreid die algemene kennis die is hebben meer dan zelfs de buurman weet, 60 studies dit onderblijkt het meest verrazocht (Lilienfield, Lynn, derlijk. Mensen hebben - Juist die algemene kennis die zelfs de Ruscio, & Beyerstein, nooit gedacht dat de buurman weet, is verraderlijk 2010). De uitkomst wijst aarde plat was. Door het unaniem in de tegeneten van wortels ga je overgestelde richting! dus niet echt beter zien. Wanneer studenten op Mijn eerste ingeving is testen als de SAT en de ACT (gestandaardiseerde toelaniet altijd de beste. En mijn mannelijke vrienden commutingstesten voor universiteiten in de Verenigde Staten) hun niceren evenveel en even persoonlijk als ik. Maar wat weet antwoord verbeteren, worden deze vaker van fout naar goed ik dan nog wel zeker? Op welke alledaagse wijsheid kan ik verbeterd dan andersom. Sterker nog, er werd zelfs een corvandaag de dag nog vertrouwen? Op deze manier kom ik relatie gevonden tussen het aantal verbeterde antwoorden mijmerend terug bij mijn leraar geschiedenis van de middelen de hoogte van het cijfer: hoe meer studenten hun antbare school die me deze wijze woorden van Socrates leerde: woorden verbeterden, hoe hoger hun cijfer bleek te zijn. Dit ‘Het enige wat ik zeker weet, is dat ik niks weet.’ Misschien was echter een correlatie en geen causaal verband, dus ga zit hier meer waarheid in dan ik toentertijd kon vermoeden. niet als een gek op je volgende tentamen al je antwoorden En de wetenschap leefde nog lang en gelukkig. << verbeteren in de hoop hoger te scoren. Uit de onderzoeken bleek namelijk ook dat je alleen je antwoord moet verbeteren Bronnen als je echt een indicatie hebt dat je eerste antwoord fout was. - “Beda” (z.j.). Opgehaald op 14 oktober 2015 van https:// En weet je het echt niet en moet je gaan gokken? Dan zijn nl.wikipedia.org/wiki/Beda/. er twee adviezen die je bij het maken van meerkeuzevragen - “Flat earth” (z.j.). Opgehaald op 14 oktober 2015 van https:// in het achterhoofd kan houden waar wel wetenschappelijke en.wikipedia.org/wiki/Flat_Earth/. evidentie voor is. Ten eerste is er een lichte tendens waarbij - Hyde, J. S. (2005). The gender similarities hypothesis. American langere antwoorden iets vaker goed zijn. En ten tweede zijn Psychologist, 60, 581. de preciezere antwoorden vaker goed ten opzichte van de - Kruszelnicki, K. S. (2005). Carrots & night vision. ABC Science. minder precieze antwoorden (Lilienfield et al., 2010). Opgehaald op 14 oktober 2015 van http://www.abc.net.au/science/ articles/2005/10/26/1392430.htm/. Nog een andere volkswijsheid die je wekelijks wel ergens - Lilienfield, S. O., Lynn, S. J., Ruscio, J., & Beyerstein, B. L. tegen komt: mannen komen van Mars en vrouwen komen (2010). 50 Great myths of popular psychology: Shattering widespread van Venus. Dat is de reden dat mannen en vrouwen langs misconceptions about human behaviour. United Kingdom: Wileyelkaar heen praten. Vrouwen zijn überhaupt grotere praters Blackwell. en vertellen meer over zichzelf. Toch? Laten we beginnen bij - Mehl, M. R., Vazire, S., Ramírez-Esparza, N., Slatcher, R. B., de eerste claim dat vrouwen meer praten dan mannen. Een & Pennebaker, J. W. (2007). Are women really more talkative than meta-analyse die de resultaten van 73 onderzoeken vergelijkt men? Science, 317, 82-82. vindt een nauwelijks merkbaar verschil (een Cohens d van - “Myth of the flat earth” (z.j.). Opgehaald op 14 oktober .11; Hyde, 2005; Lilienfield et al., 2010). Een recenter onder2015 van https://en.wikipedia.org/wiki/Myth_of_the_flat_ zoek pakte het anders aan: 396 studenten droegen een aantal Earth#Historiography_of_the_Flat-Earth_Myth/. dagen de hele dag voicerecorders die het aantal gesproken - Sarfati, J. (2013). The flat earth myth. Creation, 35, 20-23. Opgewoorden telden (Mehl, Vazire, Ramírez-Esparza, Slatcher, & haald op 14 oktober 2015 van http://creation.com/flat-earth-myth/. Pennebaker, 2007). Wat bleek: mannen en vrouwen gebruik- Winkler, S. (2009). Are carrots really good for your eyesight? Opgeten gemiddeld 16.000 woorden per dag en er werd dus geen haald op 14 oktober 2015 van http://health.howstuffworks.com/ verschil gevonden tussen mannen en vrouwen. De eerder human-body/systems/eye/carrots-eyesight.htm/. genoemde meta-analyse onderzocht aan de hand van 205 studies ook de claim dat vrouwen meer over zichzelf vertellen dan mannen. Hier werd een heel klein statistisch verschil gevonden (voor de geïnteresseerden: een Cohens d van .18), maar dit bleek zo klein te zijn dat dit in dagelijkse conversa-


De R ndvraag

Beste Martijn, Mijn onderzoek richt zich op het moment vooral op het nadeel van gewoontes, namelijk dat ze inflexibel zijn. Aan de andere kant wordt vaak gezegd ‘practice makes perfect.’ Onderzoek naar het aanleren van vaardigheden suggereert dan ook dat oefening leidt tot sneller en efficiënter gedrag. Mijn vraag aan jou is of je denkt dat inflexibele gewoontes en efficiënte vaardigheden twee zijden zijn van dezelfde munt. Liggen hier dezelfde psychologische en neurale mechanismen aan ten grondslag? Sanne

Het antwoord van Martijn Wokke (Brein & Cognitie)

Inderdaad zit elke dag van ons leven vol met efficiënt gedrag waar we niet of weinig expliciet over nadenken. Gelukkig maar; stel je eens een leven zonder (impliciet) aangeleerd gedrag voor... Ik zou bijvoorbeeld net zo lang over een tekstbericht op mijn telefoon doen als mijn tante Gerda en ik zou nog steeds als een zenuwachtige koorknaap in de auto zitten zoals een paar jaar geleden bij mijn rijleraar. Gelukkig ben ik nu in staat om op de fiets een Whatsapp-bericht te sturen en kan ik een gesprek voeren tijdens het autorijden. Kortom, het is heel fijn dat ons leven gevuld is met aangeleerd gedrag zonder dat we daar al te veel cognitief belast door raken. Als we kijken naar hoe mensen beslissingen nemen, kom je misschien in dit kader al snel bij ‘intuïtieve’ versus ‘rationele’ beslissingen terecht (Kahneman & Tversky, 2000), waarbij rationele beslissingen als analytisch en met een hoge mate van controle worden gezien, terwijl intuïtieve beslissingen vaak worden weggezet als onbetrouwbaar en toch wat ‘dommer’ dan rationele beslissingen. Maar als we nu bijvoorbeeld denken aan ervaren artsen in crisissituaties of professionele tennissers (‘a game of emergencies’) zien we dat een hoge mate van expertise kan leiden tot snelle, adaptieve en efficiënte beslissingen (Ridderinkhof, 2014). Het grappige is dat wanneer er gevraagd wordt naar hoe de tennisser of de arts tot de beslissing kwam, er soms weinig te vertellen valt (Beilock, Carr, MacMahon, & Starkes, 2002). Ja, misschien achteraf, maar ‘op het moment zelf was er geen sprake van een uitvoerige gedachtegang’ (Donner, 1988). Het is erg aanlokkelijk om vanuit het gedrag en de fenomenologie te concluderen dat er twee systemen bestaan die ofwel rationele ofwel intuïtieve beslissingen produceren (Kahneman, 2011). Helaas bestaat hier vanuit een neuraal perspectief weinig overtuigend bewijs voor. Op dit moment richt ik mij op hoe in onze hersenen metacognitie ontstaat

(kennis over de kwaliteit van wat we aan het doen zijn) en bekijken we hoe toegang tot die kennis ontstaat (metacognitive access). Het lijkt er op dit moment meer op dat dezelfde mechanismes ten grondslag liggen aan zowel rationele als intuïtieve beslissingen, maar dat er bij rationele keuzes meer activiteit in fronto-pariëtale netwerken is (Wokke, Cleeremans, & Ridderinkhof, submitted). Het blijft op dit moment nog een open empirische vraag hoe onze hersenen rationele en intuïtieve beslissingen produceren. Om tot slot iets meer op je vraag terug te komen, zou ik willen stellen dat sterk aangeleerd gedrag niet inflexibel hoeft te zijn, maar zich juist als erg doelgericht en adaptief kan manifesteren. In welke mate we de zijden van dezelfde of een andere munt aan het bekijken zijn, is misschien over een paar jaar duidelijk.

Bronnen

- Beilock, S. L., Carr, T. H., MacMahon, C., & Starkes, J. L. (2002). When paying attention becomes counterproductive: impact of divided versus skill-focused attention on novice and experienced performance of sensorimotor skills. Journal of Experimental Psychology: Applied, 8(1), 6. - Donner J.H. (1988). De Koning. Bert Bakker. During perceptual decision-making. - Kahneman, D. (2011). Thinking, fast and slow. Macmillan. - Kahneman, D., & Tversky, A. (2000). Choices, values, and frames. Cambridge University Press. - Ridderinkhof, K. R. (2014). Neurocognitive mechanisms of perception–action coordination: a review and theoretical integration. Neuroscience & Biobehavioral Reviews, 46, 3-29. - Wokke M.E., Cleeremans, A., & Ridderinkhof K.R. (submitted). Oscillatory mechanisms related to metacognition.

De Rondvraag wordt doorgegeven aan Suzanne Oosterwijk (Sociale Psychologie) Beste Suzanne, Ik onderzoek op dit moment hoe wij (of onze hersenen) weten wat en hoe goed we iets aan het doen zijn (metacognitie). Een experiment waar wij nu mee bezig zijn, richt zich met name op hoe ‘embodied’ metacognitie precies is. Aangezien jouw onderzoek zich onder andere richt op hoe onze ‘bodily states’ interacteren met concepten om emoties te produceren, wil ik jou graag vragen in welke mate jij denkt dat ‘embodied’ informatie in de hersenen (bijvoorbeeld informatie vanuit de insula tijdens een perceptuele taak) gebruikt kan worden voor metacognitie. Martijn

7 November 2015

De vraag van Sanne de Wit (Klinische Psychologie)

Spiegeloog

Wetenschappelijk medewerkers stellen elkaar vragen


? Wist je dat... Tekst: Zeno Glastra van Loon

...in tegenstelling tot wat Disney ons laat zien, de oorspronkelijke vertellingen van sprookjes vrij gruwelijk zijn? Een goed voorbeeld hiervan is het sprookje Assepoester van de gebroeders Grimm. In de oorspronkelijke versie snijdt de moeder een teen van een van haar dochters af om de voet in het muiltje te laten passen. Dit werkt echter niet omdat er bloed uit het muiltje komt, waardoor de prins weet dat er tegen hem gelogen is. De andere stiefzus van Assepoester hakt een stuk van haar hiel af, maar ook dit werkt niet omdat haar kous nu rood kleurt. Ook worden de ogen van de stiefzussen uitgepikt door vogels. Eind goed, al goed (voor Assepoester althans).

Spiegeloog

8

...er een wetenschap is die fabeldieren bestudeert? De huidige biologie staat erg afwijzend tegenover deze wetenschap, die cryptozoรถlogie heet. In het vroeg moderne Europa was dit anders; daar hielden veel geleerden zich bezig met het beschrijven van draken en zeemonsters. Aan het begin van de 20e eeuw distantieerden biologen zich van deze wetenschap omdat ze dachten dat alle grote landdieren en de meeste grote zeedieren al ontdekt waren. Uit een tamelijk recente ontdekking blijkt dat dit een voorbarige conclusie was. Zo is in 1992 nog een nieuw soort rund ontdekt en werd er in 2003 een nieuw soort inktvis gevangen waarvan geschat wordt dat hij een grootte van tussen de twaalf en veertien meter kan bereiken.

November 2015

...de naam van de bekendste vampier, Dracula, gebaseerd is op een echt persoon? Vlad III droeg Dracula als bijnaam en stond bekend om zijn bloeddorstigheid; zo spietste hij graag mensen. Ook liet hij een gevangengenomen koning zijn eigen grafrede voorlezen bij zijn eigen graf, om hem vervolgens te vermoorden. Bram Stoker, de schrijver van het boek Dracula, maakte geen gebruik van verhalen rondom de bloeddorstigheid van Vlad III. Sommige moderne vertellingen van Dracula maken hier echter wel gebruik van.

...als Sinterklaas echt zou bestaan, hij op vijf december 84 huizen per seconde zou moeten bezoeken om iedereen tevreden te stellen? Als hij alleen kinderen van acht jaar of jonger zou bezoeken zou hij het iets makkelijker hebben. Toch vereist ook zeventien bezoekjes per seconde nog steeds een strakke planning. ...sommige vlinders, zoals de atlasvlinder, helemaal niks eten? Ze hebben zelfs geen ontwikkelde monddelen. Als rups eten ze in een paar maanden tijd zoveel dat ze van een grootte van enkele millimeters kunnen groeien tot een grootte van tien centimeter. Hierbij krijgen ze zoveel energie binnen, dat het na de verpopping niet meer nodig is om te eten. In de twee weken dat het leven van de volwassen atlasvlinder nog duurt, focust hij zich dan ook volledig op de voorplanting.


Camera Obscura Tekst: Emma Laura Schouten

De Grote Zwaen

De film gaat dan ook over alle problemen die volgen uit de beslissing van Zwaen, die zo onbedoeld verwikkeld raakt met types uit de criminele onderwereld. En dat is ook precies wat ze zijn, types: we hebben de grote baas, die voor niets of niemand bang is en mensen neerschiet als hun toon hem niet aanstaat, we hebben de onderdanige handlanger, die eigenlijk veel te bang is voor het werk dat hij doet, en we hebben de gezette politieagent die de boel in de gaten houdt vanuit zijn geparkeerde auto. En eigenlijk is zelfs Zwaen een type; er wordt een romantisch beeld neergezet van het schrijverschap, namelijk dat van de gekwelde artiest die zich onbegrepen voelt. Hij streeft naar perfectie in zijn kunst, maar dit wordt door anderen niet herkend, waardoor hij zich genoodzaakt ziet toevlucht te nemen tot commerciële onzin,

om maar geld in het laatje te brengen. Daarnaast is Zwaen eigenlijk een bijzonder onsympathiek personage; hij staat passief in het leven, en het feit dat hij geen enkele gezichtsuitdrukking heeft afgezien van een verdwaalde frons zo nu en dan draagt ook niet bepaald positief bij aan zijn karakter. Uiteindelijk wil het verhaal gewoon niet echt van de grond komen, en dat is jammer, want het acteerwerk is best degelijk. Omdat elk personage een stereotype neerzet, is het voor de kijker moeilijk zich te verplaatsen in het verhaal of mee te leven met de personages. En de dweperige mijmeringen van Zwaen voegen ook bar weinig toe (zoals wanneer hij zegt ‘De tragische waarheid is dat wens en realiteit vaak ver uit elkaar liggen,’ terwijl hij gewoon bedoelt, ‘Ik wou dat het anders was gelopen.’). Wat wel leuk is, is de achtergrond waartegen het verhaal zich afspeelt. Dit is namelijk in het Amsterdam van de jaren ’90, en dat betekent foute kapsels, veel coltruien, en geen enkel mens dat niet rookt. Dit is goed in beeld gebracht met leuke subtiele details, van druk behang tot een foto van koningin Beatrix en prins Claus aan de muur in het politiebureau. Uiteindelijk komen zelfs in het verhaal alle stereotypes uit misdaadfilms naar voren; de protagonist die thuiskomt in een overhoop gehaald huis, de grote slechterik die naar zijn pistool verwijst als ‘zijn kleine vriend,’ en bellen vanuit een telefooncel om niet getraceerd te worden. Dit alles maakt het verhaal bijzonder voorspelbaar. Al met al resulteert dit in een op zich vermakelijke maar verre van spannende film. Regie: Max Porcelijn Deze film is vanaf 29 oktober te zien in de bioscoop.

Spiegeloog

erard F. Zwaen is schrijver. En hoewel hij grootse ideeën heeft over zijn eigen talent, houdt hij financieel gezien maar nauwelijks zijn hoofd boven water. Hij leeft dan ook grotendeels op kosten van zijn rijke vrouw (in een wereld waar men nog rijk kon worden in de psychiatrie), maar aangezien dit binnenkort zijn ex-vrouw zal zijn, zal hij een andere oplossing moeten verzinnen om aan geld te komen. En deze oplossing dient zich onverwachts vanzelf aan; Zwaen krijgt toevallig toegang tot een tas die tjokvol met geld zit. Hij twijfelt, maar besluit uiteindelijk toch dat het geen kwaad kan om wat mee te nemen, en dat is precies wat hij doet. Hij pakt ‘maar’ een deel van het geld (ongeveer 1,2 miljoen gulden), en laat de tas met de rest van het geld staan. Zwaen koopt een mooi grachtenpand en bereidt zich voor eindelijk aan zijn meesterwerk te kunnen beginnen nu hij niet meer in geldproblemen zit, maar al snel volgen er problemen van een heel ander caliber die de naïeve Zwaen niet voorzien had.

9 November 2015

G


Het Beloofde Land Een utopie is een onmogelijke werkelijkheid, een ideale wereld die niet kan bestaan. Zie het als een stip aan de horizon die je wilt bereiken, maar wanneer je twee stappen dichterbij zet, deze twee stappen naar achteren verplaatst. Maar dit hoeft niet voor alle als utopie afgeschetste ideeën het geval te zijn.

Tekst: Vincent Siderius

Spiegeloog

10

E

r was eens een Amerikaanse jongen die tijdens de les op school zijn loyaliteit aan de Amerikaanse vlag moest tonen, net als de rest van de klas. Hij weigerde. Vanzelfsprekend mocht hij dit gaan uitleggen aan de rector. ‘Als iedereen iets denkt, betekent het nog niet dat dit de waarheid of zelfs een goed idee is,’ zei de jongen, die vond dat de Verenigde Staten zo’n beetje alles te danken heeft aan andere landen en culturen. Daarom toonde hij liever zijn loyaliteit aan de wereld en haar inwoners in plaats van de Verenigde Staten (Joseph, 2011).

November 2015

Stel je een eiland voor, in het midden van de Stille Oceaan. Je wilt weten hoeveel mensen er op dat eiland kunnen leven. Wat moet je daarvoor doen? Je gaat kijken of er ergens een waterbron is, vruchtbare grond voor landbouw, hout om huizen te bouwen, et cetera. Je kijkt hoeveel grondstoffen er zijn die het mogelijk maken om de mensen op dat eiland te ondersteunen zonder het eiland naar de filistijnen te helpen, want dan heeft dat eiland niks meer te bieden om de mensen daar levend te houden. De mensen moeten leven naar de standaarden die dat eiland te bieden heeft. Dat wil zeggen dat je geen watergevecht gaat houden met je laatste drinkwaDeze jongen heet Jacque Fresco en is inmiddels geen jongen ter. Mensen met verstand van landbouw buigen zich over de meer maar een man van 99 jaar oud. Hij bouwt al decenvoedselproductie. Je laat niet de totale groep mensen bepania lang aan een idee, len waar en hoe er het met de goedheid van best graan verbouwd kan de mens in zijn hart. worden, want het gros In navolging van wat heeft hier geen verstand - Als je de hele dag wilt gaan er allemaal mis is in de van. Je kan de mening van Netflixen, prima wereld heeft Fresco een het geheel niet laten meesamenleving ontwortellen in deze beslissing pen die in zijn ogen vele aangezien meningen niet malen beter is dan waar bepalen wat het eiland we nu in leven (zie mijn vorige artikel in Spiegeloog over te bieden heeft. Met consensus bereik je niet altijd efficiëngeld en het misbruik daarvan: Siderius, 2015). Het gaat om tie. De beslissingen moeten niet gemaakt worden door de een samenleving die gebaseerd is op technologie en efficiënt meerderheid, maar door de meerderheid die er verstand van gebruik van de aarde: het petrischaaltje waar we het met z’n heeft. De beslissingen zijn geen meningen, de beslissingen allen mee moeten doen. Fresco is een zelfverklaarde futuzijn afgeleiden van wat het eiland en de middelen te bieden rist en cornucopian. Een cornucopian is iemand die gelooft dat hebben. Als je dit bereikt, heb je een basis om met iedereen door continue vooruitgang in de technologie en de oogst op het eiland een stabiel leven op te bouwen. van grondstoffen en energie in alle behoeften van de mens voorzien kan worden. De wereld bestaat uit dusdanig veel Het is niet moeilijk om dat eiland te zien als onze wereld. De natuurlijke bronnen dat, wanneer deze op de juiste manier aarde iis n essentie een eiland in een grote kosmische zee. gewonnen worden, niemand meer in armoede hoeft te leven Wat is er voor nodig om iedereen op de wereld in leven te (“Cornucopian”, z.j.). Dit is de basis voor zijn idee van een houden? Fresco zegt dat net als op het eiland er een overeerlijke en efficiënte samenleving; een Resource Based Economy zicht moet komen van alle beschikbare bronnen. We kunnen (Fresco, 2011). niet alle huizen van goud maken, want er is simpelweg niet genoeg goud in de wereld. Het in kaart brengen van de


In een Resource Based Economy moet technologie de basis zijn (Fresco, 2011). Zo veel mogelijk werk moet uit handen gegeven worden aan machines en automatisering. Al deze technologie moet met elkaar in contact staan, zodat er een grootschalig ‘zenuwstelsel’ van de aarde ontstaat dat ‘voelt’ wat waar nodig is zodat er aanpassingen doorgevoerd kunnen worden die ten goede van onze planeet komen. Men moet goed samen leren werken met technologie, want waar technologie het over zou kunnen nemen, moet dat ook gebeuren, zodat wij, als mens, deze arbeid niet hoeven te verzetten. Ik hoor je denken, dit gebeurt nu toch al in overvloed? Ja, maar nu gebeurt dat met een winstoogmerk van bedrijven. Processen die door automatisering winstgevender gemaakt kunnen worden zullen hier gebruik van maken. Processen die geen geld op zullen leveren en misschien zelfs geld zullen kosten maar wel ten goede komen van de mens en zijn gezondheid worden onherroepelijk genegeerd.

Enfin, tot zover is het duidelijk. Het klinkt logisch en de meeste mensen zouden zich in het voorgaande kunnen vinden. Maar de volgende stap is het grootste struikelblok. In een Resource Based Economy bestaan er geen betaalmiddelen, eigendommen en banen. Doordat de technologie dragend wordt hoeft de mens haast niet meer te interveniëren. Dit betekent niet dat er nergens meer iemand hoeft te werken, maar dat dit puur en alleen op vrijwillige basis is. Mensen werken niet meer voor geld om brood op de plank te krijgen, omdat de wereld dusdanig ingedeeld wordt aan de hand van de resources dat we in overvloed kunnen leven. Iedereen wordt voorzien in zijn basisbehoeftes. Kort gezegd kan je doen wat je wilt. Als je de hele dag wilt gaan Netflixen, prima. Maar hoe lang houd je dat vol? Misschien een tijdje, maar op een gegeven moment ben je dat wel zat. Je voelt je lamlendig en nutteloos en wilt iets doen.

Ook moeten we slim ontwerpen. Steden moeten ontworpen

Er zijn de afgelopen jaren talloze experimenten geweest waar mensen gratis geld kregen, met als meest grootschalige

Illustratie: Jonas Raps

Spiegeloog

worden als een levend organisme, dat zelfvoorzienend is en in constante staat van ontwikkeling. Hedendaagse steden zijn inefficiënt en hebben de toevoer van zo’n beetje alles wat de steden draaiende houdt nodig van buitenaf. De industrieel ontwerper Fresco heeft de toekomstige steden al ontworpen, met geïntegreerde water- en energievoorziening en een ingebouwd vervoersysteem, zodat alles soepel loopt. Deze steden zijn voornamelijk cirkelvormig met in het midden scholen, universiteiten en ziekenhuizen als het hart van de stad. De daaromheenliggende ringen hebben allemaal hun eigen functie, zoals: onderzoek, recreatie, wonen, en agricultuur (Fresco, 2011).

11 November 2015

beschikbare bronnen is in de realiteit meteen het eerste probleem. Overheden van landen zijn sceptisch. Ze vertrouwen je niet als je even komt koekeloeren wat zij allemaal tot hun beschikking hebben. Wat zijn jouw plannen? Wil je dit weten zodat je ons kunt binnenvallen en onze bronnen kunt uitputten? Als je zelf niet genoeg olie hebt moet je misschien minder auto’s maken. Het inventariseren van bronnen gaat volgens Fresco nooit werken zolang landen bestaan. Als land één al z’n schaapjes op het droge heeft en bij land twee alle schapen net zijn verdronken, komt land twee toch echt de schapen van land één halen. Met of zonder toestemming. We moeten dus één grote familie worden.


Spiegeloog

12 November 2015

experiment degene in Mincome, Canada (Bregman, 2013). looflijk veel weerstand. Mensen zien beren op de weg in Alle deelnemers kregen precies genoeg geld voor eten, drinplaats van een gespleten zee. Maar hoe komt dat? Macht ligt ken en een dak boven hun hoofd: de basisbehoeftes. Men bij de massa, maar domheid ook. Wanneer een bepaalde uithoefde dus in principe vinding niet werkt, een de handen niet meer uit product slecht is of een de mouwen te steken, machine niet naar behomaar deed men dit ook? ren presteert gooien we - Macht ligt bij de massa, Nee. Gegeven, mensen dit weg; we gebruiken maar domheid ook gingen minder werken, het niet meer. Wanneer zo’n 13 procent. De ideeën kapot zijn, niet resultaten hiervan waren werken, of achterhaald echter vrijwel positief, zijn zullen ze niet wegmet als meest opzienbarende de 8,5 procent daling van het gegooid worden als men hierin gelooft. Want als mensen ziekenhuisbezoek. Vertaald naar Nederland zou dat de overgeloven dat deze ideeën kloppen, zullen ze instituties en heid pak ’m beet zeven miljard euro per jaar schelen. Maar levensstijlen creëren die hierop gebaseerd zijn. Zo is het idee belangrijker nog is de gezondheid: die gaat er dus blijkbaar dat de mens in zijn aard lui is en gestimuleerd moet worden op vooruit. met externe beloningen niet altijd waar. Toch is hier tijdens de industriële revolutie een werksysteem voor gecreëerd dat Werken voor geld is überhaupt geen al te best idee. Vraag dit als onderliggende waarheid heeft. Men moest repeterend aan een willekeurig persoon waarom hij bepaald werk doet hersenloos werk doen. Hierdoor moesten mensen zichzelf en geld zal niet vaak het eerste antwoord zijn. Iets doen wat in dit systeem passen en konden ze er ook niets anders uitje leuk vindt, waar je passie ligt, waar je persoonlijke groei halen dan de stimulatie die bij dit foutieve systeem hoort. Op kan doormaken en waar je iets kan leren zullen eerder de te deze manier wordt een kapot idee een ware werkelijkheid verwachten antwoorden zijn. Natuurlijk, geld is nodig om voor een immense groep mensen (Schwartz, 2014). te leven, maar geen drijfveer voor dat leven. Iemand puur extern belonen voor moeite draagt niet bij aan het welzijn. Fresco zegt dat hij het begrip ‘perfecte samenleving’ niet Waar jij je acties en handelingen extern reguleert zal jouw kent, en dat een Resource Based Economy vast niet perfect is, zelfdeterminatie laag zijn (Ryan & Deci, 2000). Dit betemaar wel onnoemelijk veel beter dan hoe we nu leven. Vele kent dat er weinig motivatie vanuit jezelf komt en er niet in mensen zeggen dat dit idee een utopie is, maar dit droomjouw psychologische basisbehoeftes wordt voorzien. Deze beeld hoeft dat niet te zijn. Dit zou kunnen werken. Er zitten ‘dwang’ zorgt voor een algemeen laag gevoel van gezondzeker haken en ogen aan het ontwerp en het zal ongelofelijk heid en geen bevrediging van psychologische behoeftes. veel tijd en moeite kosten om dit verhaal met een happy end af te sluiten. De treurigheid is dat de vormgever het bij lange Deze behoeftes zijn onder andere het ervaren van autonona niet gaat meemaken, het is de ironie van een futurist aan mie, competentie en verbondenheid. Hoeveel autonomie het eind van zijn leven. << zou iemand ervaren die dag in dag uit naar zijn werk moet puur en alleen om geld te verdienen om een gezin te onderBronnen houden? Werk, niet gekozen als optie maar uit armoede, - Bregman, R. (2013). Waarom we iedereen gratis geld moeten geven. omdat er geen andere manier is. Hoeveel competentie zou Opgehaald op 12 oktober van https://decorrespondent.nl/10/ deze persoon voelen, zou hij persoonlijke groei nastreven, Waarom-we-iedereen-gratis-geld-moeten-geven/384450-0b1c02bd/. of hopen dat hij hiermee voldoende middelen weet te cre- “Cornucopian” (z.j.). Wikipedia. Opgehaald op 12 oktober van eren om zijn kinderen te voeden? Hoeveel verbondenheid https://en.wikipedia.org/wiki/Cornucopian/. zou hij voelen met de mensen om zich heen, met de mensen - Fresco, J. (2011). What is a Resource Based Economy. Opgehaald die met dezelfde externe regulatie geld bij elkaar schrapen op 12 oktober van https://www.thevenusproject.com/en/about/ omdat er geen andere manier is? Dit werk dat men heeft resource-based-economy/. wekt meer nare gevoelens op dan het zou moeten uitwissen. - Joseph, P. (2011). Zeitgeist: Moving Forward [Motion Picture]. Hoe anders zou dat zijn wanneer je zelf kan kiezen wat je United States. zou willen doen? En daarmee bedoel ik écht zelf kan kiezen, - Ryan, R. M., & Deci, E. L. (2000). Self-determination theory and niet de huidige schijnkeuze waarmee als iets niet genoeg the facilitation of intrinsic motivation, social development, and wellgeld oplevert het geen optie meer is. Hoe anders zou dat being. American Psychologist, 55, 68-78. zijn wanneer je kan excelleren in dit vakgebied van eigen - Schwartz, B. (2014). The way we think about work is broken. keuze? Waar je met lotgenoten die om dezelfde reden – pure Opgehaald op 12 oktober van http://www.ted.com/talks/barry_ intrinsieke motivatie – doelen nastreeft die ons met z’n allen schwartz_the_way_we_think_about_work_is_broken #t-296266/. verder kunnen helpen? - Siderius, V. (2015). Verdwaald in de Samenleving. Spiegeloog, 370, 8-10. Het idee is in z’n totaliteit zo gek nog niet, maar krijgt onge-


Maaike op Reis

Na 9 dagen reizen nu op Bali, Indonesië

inkend benader ik hem en een lach kan er momenteel niet af bij mij. ‘I thought you were French!’ lacht de chauffeur. Origineel compliment, mijn blonde haren en blauwe ogen hebben dit nog nooit opgeleverd. De auto waar ik in kruip is koel, ruim en veel te veilig. Het enige vervoermiddel dat ik de voorgaande paar dagen heb gekend is een Honda Vario. ‘Thank you so much, for choosing me to drive you. Very quiet today.’ Fijn, in ieder geval is nog iemand blij met mijn ontstoken pootje. We raken aan de praat en ik besef me dat deze taxirit van ongeveer veertig minuten een uitgelezen kans is om een echte Balinees uit te horen over het lokale leven. Op de heenweg passeren thema’s als werk, geld en reizen de revue en het blijkt dat deze jongeman geen van de drie in overvloed kent. Hij zegt me dat ik lucky ben dat reizen zo goedkoop is voor mij en dat wonen op een paradijselijk eiland zoals Bali helemaal niet zo fantastisch is, als je het nooit kan verlaten. Hij heeft op beide punten gelijk en dat zeg ik hem. Het cliché van de rijke Westerse toerist die in Azië kan doen en laten wat hij wil hoop ik te ontkrachten door te vertellen over mijn werkervaring in de toeristische sector. Ik doe een boekje open over vervelend toeristisch gedrag, in de stille hoop dat hij tegen zijn maten zal spreken over een aardig Hollands meisje dat hem begreep, in plaats van just another rich dumb tourist. Ik ben echter gedwongen stilletjes aan mezelf toe te geven dat dit geweldig mislukt. Rijk mag ik mezelf hier in Azië wel noemen en mijn intelligentie heeft zich ook

nog niet van zijn beste kant laten zien. De avonturier in mij nam namelijk overmoedig het stuur van een scooter in handen en leidde me rechtstreeks naar het hebben van een ontstoken wond. Dit domme gedrag mag eigenlijk niet worden beloond, fluistert de calvinist in mij, maar verstandig (en rijk) als ik ben neem ik een taxi naar de andere kant van het zuidelijke schiereiland van Bali om de perfecte Westerse medische zorg te ontvangen, zorg die de gemiddelde Indonesiër bij lange na niet kan betalen. Schuldgevoel maakt zich daarom op de terugweg van mij meester en ik hervat mijn ondervraging. Verzekering is voor hem te duur, wat leidt tot lange wachttijden bij de dokter en slechte, kortdurende zorg. Net zo goed als hij voor ziektekosten verzekerd is, is zijn baas verzekerd voor ongevallen tijdens het taxirijden. De chauffeur hoopt maar dat God hem zegent en spreekt de wens uit dat hij eigenlijk wel in een hotel zou willen werken. Wanneer we bijna bij mijn eindbestemming zijn en ik vraag wat hij nu gaat doen, antwoordt hij dat hij misschien zijn familie maar eens voor een paar daagjes gaat opzoeken, want hij mist ze erg. Dit is de druppel en ik geef hem een fooi van 50.000 rupiah, wat gelijk staat aan drie euro; voor mij een kopje koffie, voor hem weer een dag eten of een maand ziektekostenverzekering. Een dag later, wanneer ik dit verhaal vertel aan een local vriend, antwoordt hij: ‘So his plan worked out perfectly. Welcome to Asia.’ Maaike Posthuma

13 November 2015

H

Spiegeloog

Welcome to Asia


Ivoren Toren Sprookjes

E

Spiegeloog

14

en van de leukste dingen van het ouderschap, is dat je je eigen jeugd op allerlei manieren herbeleeft. Vanaf de leeftijd waarvan je zelf eerste herinneringen hebt – zo rond het vierde levensjaar – doorloopt je kind fases die je van jezelf nog kunt herinneren. Niet zelden kantelt dat je perspectief op onverwachte wijze, en met je nieuwe blik blijkt dat allerlei dingen die je zeker dacht te weten toch heel anders in elkaar steken. Vooral het gedrag van ouders, dat je als kind vaak zo totaal onbegrijpelijk en irrationeel voorkwam, blijkt in je nieuwe rol ineens verdomd verstandig. Sprookjes zijn een mooi voorbeeld van zo’n perspectiefwisseling. Als kind vond ik sprookjes leuk, schattig, vriendelijk en – tussen eigentijdse griezelfilms en computerspelletjes in – een beetje saai. Als ouder vind ik eigentijdse griezelfilms en computerspelletjes eigenlijk bijna altijd braaf, saai, en bedeesd. Maar sprookjes... Kleinduimpje, Assepoester en Roodkapje zijn nu ik volwassen ben plotseling doodenge verhalen geworden, vol dubbele bodems, die de diepste menselijke angsten hard en trefzeker raken. Sprookjes spe-

len zich af in de krochten van de menselijke ziel. De psychologie doet weinig met sprookjes, zoals de psychologie überhaupt niet veel opheeft met de duiding van kunst of literatuur. Voor zulke zaken moet je bij de psychoanalyse zijn. Vooral de Zwitserse analyticus Carl Jung had allerlei interessante ideeën over sprookjes, die hij ophing aan zijn theorie van archetypen. Archetypen (zoals ‘de moeder’, ‘de zoon’ en ‘de vader’) zijn volgens Jung in de menselijke psyche uitgesleten entiteiten, die in mythen en sagen gepersonificeerd worden door de karakters die in die verhalen optreden. Strikt genomen gaat Roodkapje niet over Roodkapje, maar over het archetype ‘de dochter’. In de wolf herkennen wij gemakkelijk het archetype van ‘de slechte man’, die Roodkapje verleidt. Roodkapje gaat dus eigenlijk niet over een klein meisje en een wolf, maar over seks met foute mannen. Je kunt je voorstellen dat de psychologisch geschoolde ouder, die dit sprookje voorleest, het op een nogal andere manier ervaart dan zijn achtjarige dochter, die het gewoon een spannend verhaal vindt.

November 2015

Jung was een zweefnek die nogal wat onzin spuide, maar in de duiding van sprookjes denk ik toch dat hij op een belangrijk thema was gestuit, dat aanleiding tot interessante wetenschappelijke studies had kunnen zijn. De psychoanalyse heeft in de wetenschappelijke psychologie echter nooit veel voet aan de grond gekregen, waardoor de literatuur op dit onderwerp altijd is blijven steken in een beschrijvende, prewetenschappelijke fase. Tja, in de loop der tijd heeft de psychoanalyse steeds meer terrein verloren. Toen ik studeerde moest ik nog leren wat mensen als Erich Fromm en Karen Horney te melden hadden, en leerde ik ook de archetypentheorie van Jung; tegenwoordig geloof ik dat zij allen uit het algemeen curriculum verdwenen zijn. Ik begrijp dat ergens wel. De psychoanalyse staat in een aantal opzichten op zeer gespannen voet met wetenschappelijke principes (niet zozeer als theorie, overigens, maar wel als onderzoekscultuur). De psychologie, die koste wat het kost wetenschappelijk wil zijn, heeft zich dus fanatiek afgekeerd van wat zij beschouwt als kwakzalverij en quasiintellectueel gezwam. Dat zit diep. Toch hoop ik dat de wetenschappelijke psychologie ooit in staat zal zijn de evident belangrijke thematiek die in de psychoanalyse wordt aangekaart een plek in haar onderzoeksprogramma te geven. Anders zullen we nooit wat snappen van die sprookjes. Denny Borsboom


Op Kamers

Roeland Voskens - Diamantbeurs 4.12 Tekst & Foto’s: Zeno Glastra van Loon

Roeland Voskens werkt sinds februari 2007 als docent bij de opleiding Psychologie. Hij geeft de vakken Wetenschappelijk en Statistisch redeneren, Sociale Psychologie, Psychologie & (nieuwe) Media, Reclame & Consumentengedrag en Decision Making.

Futuramapoppetje

Spiegeloog

‘Het verhaal bij dit poppetje is eigenlijk heel saai, ik had het er nog met collega’s over dat ik hier een spannend verhaal omheen zou moeten verzinnen. Het was een verjaardagscadeau van een vriend en ik vroeg me af wat ik er in godsnaam mee moest, en toen heb ik hem hier maar neergezet. Je kan er geluid uit laten komen, maar dat klinkt behoorlijk verschrikkelijk en daarom doe ik het nooit. Onlangs kregen we een mail over de inrichting van het nieuwe gebouw. In deze mail stond over boekenkastruimte dat het vooral leuk is om boeken te tonen maar dat ‘men ook vaak geneigd is om kleine tierlantijntjes neer te zetten.’ Ik vrees dus dat mijn Futurama-poppetje slachtoffer gaat worden van een ontmoedigingsbeleid.’

Anti-inkijkplant

‘Deze plant stamt uit de tijd dat mijn kamergenoten en ik nog in een andere ruimte zaten. Ons raam was daar zo gepositioneerd dat iedereen die langsliep in onze kamer kon kijken, dus toen heeft een collega een plant voor het raam neergezet om de inkijk te belemmeren. Eigenlijk is dit dus onze anti-inkijkplant. Toen we verhuisden naar deze kamer is de plant gewoon meegegaan, ook al heeft hij nu zijn oorspronkelijke functie verloren. Als we in januari naar het nieuwe gebouw verhuizen zal de plant waarschijnlijk niet mee kunnen. De kamer die we daar krijgen wordt veel kleiner en hij zal er dus niet in passen.’

Zelfgemaakte Foto’s

‘Dit zijn allemaal foto’s die ik zelf gemaakt heb. Ze hingen oorspronkelijk in een studentenhuis waar ik gewoond heb, en de plafonds waren daar erg hoog; toen ik verhuisde kon ik ze daarom niet meer kwijt en dus heb ik ze hier opgehangen. Ik hou erg van verre reizen maken, maar dat heb ik al een paar jaar niet meer gedaan, dus vind ik het leuk dat de foto’s er hangen. Het is geen goed voorbeeld voor studenten, maar tijdens mijn studie was ik veel meer bezig met fotografie dan met studeren. Vooral in Haarlem en omstreken was ik druk bezig met fotograferen. Dan stond ik soms vroeg op om te kijken wat het ochtendlicht met de dingen deed.’

November 2015

15


Als je Jokt Groeit je Neus!

De invloed van moraal in sprookjes op de ontwikkeling Als je door kinderogen naar een Disney-film kijkt zie je heel wat anders dan door de ogen van volwassenen. In bijna alle sprookjes zit wel een moraal verstopt. Halen kinderen deze eruit? Of is het toch vooral vermaak waar de films voor zorgen?

Tekst: Maxime Muller

Spiegeloog

16

L

November 2015

aten we Pinokkio als voorbeeld nemen, een van de populairste Disney-films uit onze kinderjaren: Pinokkio is een grappig houten mannetje wiens neus groeit als hij liegt. Er zitten wat enge stukjes in, bijvoorbeeld als hij in - Waar is de prinses het attractiepark is waar kinderen worden veranderd in ezels, en er zitten wat verdrietige stukjes in, bijvoorbeeld als Gepetto (zijn vader en maker) is opgeslokt door een walvis, maar het is vooral een leuke, vermakelijke film. Pinokkio is een van de verhalen waaruit de moraal het makkelijkst te abstraheren is. Er zijn meerdere wijze boodschappen, bijna levenslessen te noemen, aanwezig in de film. De belangrijkste is uiteraard: niet liegen. De jonge kijkers worden afgeschrikt met het feit dat Pinokkio’s neus groeit op het moment dat hij wel liegt. Maar nemen de kinderen dit ook mee in hun gedrag? Dezelfde vraag geldt voor de morele boodschappen uit andere sprookjes: wat voor invloed hebben deze op kinderen? In hoeverre spelen sprookjes een rol bij het vormen van normen, waarden en verwachtingen bij kinderen? Er zijn veel sprookjes te benoemen waarin positieve morele boodschappen verwerkt zitten; normen en waarden die over het algemeen als juist worden gezien. Voorbeelden hiervan zijn niet liegen, bescheiden zijn, als je een goed hart hebt zal je hiervoor beloond worden, en schoonheid zit van binnen. Een theorie over de invloed van morele boodschappen op kinderen is dat het happy end van moreel juist gedrag, dus een positieve uitkomst bij het vertonen van dit juiste gedrag, ervoor zorgt dat kinderen het gedrag overnemen. Een studie naar de effectiviteit van verhalen met een moraal op kinderen wees dit uit (Lee & Talwar, 2014). Het bleek zo te zijn dat als dit happy end ontbrak – dus bijvoorbeeld bij Pinok-

kio: liegen heeft negatieve consequenties in plaats van dat niet liegen positieve consequenties heeft – de moraal ook niet overgenomen werd door kinderen. Het is dus van belang om juist gedrag, zoals eerlijkheid, op het witte paard? - te stimuleren door de positieve consequenties te benadrukken, in plaats van de nadruk te leggen op de negatieve consequenties van onjuist gedrag, zoals liegen (Lee & Talwar, 2014). Er wordt echter nog wel eens aan getwijfeld of er überhaupt een effect van morele boodschappen uit sprookjes op kinderen bestaat. Er zijn verschillende argumenten die dit effect ontkennen. Zo zijn er altijd persoonlijke verschillen zoals opvoeding, intelligentie, en omgevingsfactoren zoals ouders, die kunnen leiden tot het anders interpreteren van boodschappen uit verhalen (Narvaez, 2002). Ook de verschillen in ontwikkeling van morele schema’s heeft invloed op hoe een moraal begrepen wordt (Narvaez, 2002). Dit verschilt ook per individu en is afhankelijk van persoonlijke variabelen zoals leeftijd, stimulatie uit de omgeving en educatie. Verhalen worden ook sowieso anders begrepen door mensen met verschillende morele schema’s. Als laatste hoeven kinderen helemaal niet dezelfde morele thema’s uit een verhaal te extraheren die de schrijver van het verhaal oorspronkelijk bedoeld heeft (Narvaez, 2002). Dit zou dus betekenen dat de effectiviteit van morele boodschappen afhankelijk is van zoveel andere factoren dan de moraal van het verhaal, dat de effectiviteit van puur de morele boodschap laag is. Voor volwassenen zijn de morele boodschappen veel sneller uit een verhaal te filteren dan voor kinderen. Zij zullen letterlijke boodschappen kunnen verwoorden, wat een bewuste


het kind veroorzaken (Peterson & Lach, 1990). Ondanks dat de morele lessen die in sprookjes verwerkt zitten dus weinig effect lijken te hebben, hebben de stereotypes die in de meeste sprookjes verwerkt zitten wel degelijk effect op de ontwikkeling van kinderen, en wel een negatief effect. Helaas lijken kinderen dus sneller negatief beïnvloed te worden dan positief en moet je, als ouder, om je kind een goede moraal bij te brengen dus toch zelf hard aan de slag. Maar sprookjes blijven klassieke verhalen waarmee je kinderen in een fijne rit naar dromenland kunt leiden en Disneyfilms anderhalf uur vermaak waar bijna elk kind van kan genieten. Maar het zou wel erg goed voor de afwisseling en mogelijk zelfs de ontwikkeling van het kind zijn als er eens een sprookje uitkwam waarin de prinses op het witte paard een prins moest redden. <<

- Kwok, E. (2015) [Afbeelding]. Pinokia. Opgehaald op 16 oktober 2015 van http://evertkwok.nl/. - Lee, K. & Talwar, V. (2014). Moral Tales With Positive Outcomes Motivate Kids to Be Honest. Association for Psychological Science. Opgehaald op 6 oktober 2015 van http://www.psychologicalscience. org/index.php/news/releases/moral-tales-with-positive-outcomesmotivate-kids-to-be-honest.html/. - Narvaez, D. (2002). Does Reading Moral Stories Build Character? Education Psychology Review, 14, 155-171. - Peterson, S. B. & Lach, M. A. (1990). Gender Stereotypes in Children’s Books: their prevalence and influence on cognitive and affective development. Gender and Education, 2, 185-197.

Spiegeloog

Bronnen

17 November 2015

invloed zou betekenen. Echter zou het natuurlijk buiten deze factoren wel zo kunnen zijn dat er een onbewuste invloed plaatsvindt van de morele boodschappen op kinderen. Op deze slinkse wijze zouden ook stereotypes overgebracht kunnen worden op kinderen. De stereotypes liggen er wat minder dik bovenop, maar komen vooral naar voren als je verschillende sprookjes vergelijkt. Wat je dan vaak, zo niet bijna altijd, ziet terugkomen in sprookjes zijn bepaalde clichématige personages. Zo hebben slechteriken vaak een Duits accent. Mogelijk komt dit door het kwaad dat Duitsland in de tweede wereldoorlog heeft aangericht. Toch lijkt de beeldvorming van Duitsers die hiermee gecreëerd wordt behalve achterhaald en uit de kluiten gewassen ook wel erg op discriminatie. Het zal toch niet de bedoeling zijn om stereotypering aan te wakkeren bij kinderen? Want stereotypering komt veel voor in Disney-films. Zo zijn figuren die in een verhaal de ‘goede’ rol hebben vaak mooier dan figuren die van de slechte kant zijn. Gemene figuren zijn vaak vrouwelijk terwijl figuren die echt kwaad doen, door middel van macht bijvoorbeeld, vaak mannelijk zijn. Ook helden zijn in veruit de meeste verhalen mannelijk. Hierbij komt ook de afhankelijkheid van de vrouwen kijken. Deze vorm van genderstereotypering komt erg vaak voor in sprookjes. Vrouwen worden vaak geportretteerd als passief, incapabel en afhankelijk waartegenover mannen vaak worden neergezet als actief, competent en onafhankelijk (Peterson en Lach, 1990). Gelukkig begon dit al wel eind jaren ’90 te veranderen met bijvoorbeeld de film Mulan waarin het hoofdkarakter een vrouwelijke heldin is in plaats van een mannelijke held, die zich stom genoeg ook in de film vaak wel voor moet doen als man. Maar goed, wel alvast een cliché minder. Ook in recente animatiefilms zoals Frozen is deze stereotypering niet meer terug te vinden: de heldin is een vrouw en ook de ‘ware liefde’ die centraal staat in de film is niet een conventionele romantische liefde, maar de liefde tussen twee zussen. Toch zijn de stereotypische verhalen nog veruit in de meerderheid. Deze hebben een diepgaande invloed op de affectieve en cognitieve ontwikkeling van kinderen (Peterson & Lach, 1990). Ze kunnen de ontwikkeling van een positief zelf-concept beschadigen en negatieve attitudes vergroten tegenover het kind z’n eigen potentie evenals die van andere kinderen. De onjuiste en potentieel destructieve kijk op de wereld die aangewakkerd wordt met deze stereotypische verhalen kan een significante verandering in de cognitieve ontwikkeling van


Mededelingen Mededelingen voor nummer 372 kunnen tot 9 november 2015 worden ingeleverd, liefst via e-mail. De redactie behoudt zich het recht voor stukken in te korten. Nummer 372 komt in december uit. Dinsdag 3 november vanaf 15:30 - 20:00

Spiegeloog

18

Het SPS-NIP is het studentenorgaan van het Nederlands Instituut van Psychologen en organiseert voor de student interessante activiteiten. Adres: Weesperplein 4 1018 XA Amsterdam, kamer 1.01 Website: www.psynip.nl Beste lezers,

November 2015

Wij zijn het Platform UvA van het SPS-NIP. Dit is de Sectie Psychologiestudenten van het Nederlands Instituut van Psychologen, oftewel: de beroepsvereniging. Als Platform UvA is ons doel om de brug te vormen tussen de studie Psychologie en het latere werkveld. We willen studenten in aanraking brengen met verschillende aspecten van hun toekomst. Dit doen wij door het organiseren van lezingen, workshops en landelijke excursies. Daarnaast wordt er elk jaar een Experience Your Future en een Therapieëndag georganiseerd. Ook heeft het SPS-NIP voor leden een stagebank en eigen beroepscoaches; deze kunnen helpen bij het oriënteren op de richting die jij wilt vervolgen in de psychologie. Het Platform UvA bestaat uit vijf leden: Sharon Voortman (voorzitter), Anneke Viruly (vicevoorzitter), Samantha de Vries (secretaris), Anoushka Slieker (penningmeester) en Jill de Ron (promotie). We zetten ons in voor aanvulling op en verdieping van ‘normale’ colleges. Iedere lezing wordt er een andere spreker uitgenodigd, elk met expertise op een specifiek gebied van de psychologie. De komende tijd kun je een aantal interessante lezingen verwachten. Zo zal op 11 november Monique Schouten vertellen over onbewuste drijfveren en hoe deze je leven beïnvloeden. Op 9 december is Tessa van Leeuwen bij ons te gast met een boeiende lezing over synesthesie. Verder kom je op 10 februari in de stemming voor Valentijnsdag met een lezing van J. H. Ravesloot over de chemie van de liefde! Voor meer informatie: like onze Facebookpagina (www.facebook.com/SPSNIPPlatformUvA/) of word lid via: http:// www.psynip.nl/studenten-home/. Tot op de volgende lezing! Platform UvA

Gratis voor leden, €25,- voor niet-leden

Workshop “Cultuur-sensitief handelen in de verschillende domeinen van de psychologie” De culturele diversiteit van de Nederlandse bevolking is een vaststaand feit. Hoe je als psycholoog het beste omgaat met de specifieke vragen, eisen, factoren en kenmerken die gerelateerd kunnen zijn aan migratie en de eraan verbonden diversiteit in afkomst, culturele identiteit en levenswijze, is niet altijd duidelijk. Is er bijvoorbeeld een bepaalde basishouding van de hulpverlener van belang en zijn er ondersteunende tools beschikbaar? In hoeverre is intercultureel handelen ingebed in het dagelijks handelen, en welke ontwikkelingen mogen we verwachten? In het kader van het NIP-project ‘diversiteit’ hebben wij een poging gedaan om deze bovengenoemde vragen te beantwoorden en een aantal best-practices in kaart te brengen. Om deze kennis met u als collega-psychologen te delen, organiseren wij op 3 november a.s. een workshop met het thema “Cultuur-sensitief handelen in de verschillende domeinen van de psychologie”. De workshop heeft een interactief karakter, waar een aantal op intercultureel gebied ervaren collega’s in dialoog met u zullen gaan over ervaren knelpunten in de verschillende domeinen van de psychologie en een aantal effectieve oplossingen die hierbij toegepast zijn. NIP-leden kunnen zich voor deze workshop aanmelden bij Sanne Pinkster (sanne.pinkster@psynip.nl) niet-NIP-leden kunnen zich via een aanmeldformulier op psynip.nl aanmelden. Vrijdag 13 november Nationaal Psychologie Congres Elk jaar organiseert de Nationaal Congres Commissie (NCC) een congres voor psychologiestudenten in Nederland. Dit jaar is het congres op vrijdag 13 november 2015 met als thema: ‘Kies je route: binnen welk werkveld ligt jouw geluk?’ Op deze dag kun je antwoord krijgen op al je vragen over bijvoorbeeld de mogelijkheden binnen je studie en het werkveld van de psychologie. Met een duidelijk beeld


SPIEGELOOG is op zoek naar nieuwe redactieleden! Ben je psychologiestudent en zou je wel eens op een andere manier tegen de psychologie en de faculteit aan willen kijken? Dan ben je in de Spiegeloog-redactie op de juiste plek! Als redacteur van Spiegeloog houd je je onder andere bezig met het schrijven van artikelen, het houden van interviews en het redigeren van door collega's geschreven stukken. Ervaring is geen vereiste, enthousiasme en nieuwsgierigheid zijn belangrijker. Ben je geïnteresseerd of wil je meer informatie? Mail ons op: spiegeloog-fmg@uva.nl

CREA is het cultureel studentencentrum van de Universiteit en Hogeschool van Amsterdam. CREA organiseert onder andere cursussen, workshops, voorstellingen en lezingen. Adres: Nieuwe Achtergracht 170 1018 WV Amsterdam Inlichtingen: 020 5251400. Website: www.crea.uva.nl

Woensdag 4 november vanaf 20:00 - 21:30

Gratis toegang

FNWI Collegetour: Nieuw licht in het brein Hoewel licht ouder is dan onze aarde worden er nog bijna dagelijks nieuwe toepassingen voor ontdekt. Tijdens deze aflevering in de reeks FNWI Collegetour bespreken neurowetenschapper Wytse Wadman en cognitiepsycholoog Romke Rouw de relatie tussen licht en hersenen. Dankzij spectaculaire ontwikkelingen in de technologie (bekend onder de naam optogenetica) kunnen we hersencircuits met licht manipuleren en veel beter achterhalen hoe ze functioneren. Dat geeft naast fundamenteel inzicht waarschijnlijk ook heel veel nieuwe manieren om ziektes aan te pakken.

Vrijdag 13 november vanaf 14:00 - 17:00

Spiegeloog

Kosten: Vroege boeking - SPS-NIP lid: €10,- Student én geen SPS-NIP lid: €16,50 - Geen student: €20,Late boeking (vanaf 20 oktober) - SPS-NIP lid: €12,- Student én geen lid: €18,50 - Geen student: €25,Inclusief Lunch

SPUI25 is een academisch-cultureel centrum aan het Spui in Amsterdam. Het is een levendig podium dat een verbinding vormt tussen de Universiteit van Amsterdam en de wereld van de culturele praktijk in de breedste zin. De volledige agenda staat op www.spui25.nl (vooraf aanmelden)

19

Gratis toegang

Actuele kwesties in de Nederlandse euthanasiediscussie Deze studiemiddag gaat over de rol van familie en vrienden bij zelfdoding, euthanasie bij dementie, al of niet op grond van een schriftelijke wilsverklaring, en de vraag of de toename van de aantallen euthanasie reden is tot vreugde of verontrusting. Aan de orde komt ook het rapport van de commissie van wijzen over euthanasie bij 'voltooid leven', dat tegen die tijd verschenen is.

De Balie is een platform voor een breed en vrijzinnig publiek. In de Grote Zaal, Kleine Zaal en in de Salon vinden vrijwel dagelijks debatten, seminars, theater- en filmvoorstellingen plaats, gericht op culturele, kunstzinnige, maatschappelijke en politieke kwesties. Adres: Kleine Gartmanplantsoen 10 1017 RR Amsterdam Inlichtingen: 020 5535151. Website: www.debalie.nl

November 2015

van alle mogelijkheden binnen de psychologie is het makkelijker om een weloverwogen keuze voor je toekomst te kunnen maken. Tijdens het congres bieden we je de kans om de diverse richtingen binnen de psychologie te ontdekken om je zo een eind op weg te helpen met je keuze. Dit kan door deel te nemen aan lezingen en workshops die je op een interactieve manier kennis laten maken met de verschillende vakgebieden binnen de psychologie. Begeef jij je niet binnen het vakgebied van de psychologie maar wil je graag je kennisgebied wat verbreden? Ook dan kan dit een interessant, vernieuwend congres voor je zijn.


juni 2013

20

Spiegeloog


Even Voorstellen... Stats Store

Dus medewerkers kunnen bij jullie terecht met vragen over...? ‘Van alles en nog wat. Veel medewerkers zullen in eerste instantie denken aan vragen over statistische analyses, en dat soort vragen krijgen we ook veel. Maar onze insteek is breder; we willen graag van tevoren meedenken met de methodologie van het hele onderzoekstraject. Dat begint al bij het nadenken over het design en de eventuele pre-registratie van een experiment. Verder kunnen we ook helpen bij vragen over dataopslag en -manipulatie.’ Waarom zijn jullie daar juist nu mee gestart? ‘Het initatief komt vanuit de afdeling Psychologie. Er is aan PML gevraagd of er een speciale methodologiewinkel voor medewerkers opgericht kon worden – een laagdrempelige plek waar onderzoeksmedewerkers, van promovendi tot hoogleraren, terecht kunnen met methodologische vragen.’

Kan analysewerk ook aan jullie uitbesteed worden? ‘Dat is in principe niet de bedoeling. We zijn er in eerste instantie voor advies. Het zou wel kunnen dat er uit het advies een samenwerking voor langere tijd voortvloeit. Daar zouden analyses een onderdeel van kunnen zijn.’ En wat staat daartegenover? ‘De eerste paar gesprekken met de Stats Store zijn vrijblijvend. Voor samenwerkingen die intensiever worden dan een paar korte gesprekken zullen we een afspraak moeten maken over co-auteurschappen. Maar dat is bij andere onderzoekssamenwerkingen natuurlijk niet anders.’ En praktisch: waar, hoe laat, en hoe? ‘Op dinsdag en donderdag kan je tussen half tien en half twee bij ons binnenlopen. We zitten in kamer 2.04 van de Diamantbeurs. Als je graag van tevoren een afspraak wilt maken, dan kan je ons mailen via stats.store.uva@gmail. com. Dit is ook terug te vinden op onze website: www. stats-store.socsci.uva.nl.’

Spiegeloog

Wat is de Stats Store in één zin samengevat? ‘De Stats Store is voor medewerkers van de afdeling Psychologie dé plek voor advies op het gebied van onderzoeksmethodologie en statistiek.’

Kunnen er ook vragen gesteld worden aan andere medewerkers van PML? ‘Ons idee is om het zo te organiseren dat de vragenstellers eerst bij ons langs komen. Wij doen dan een intake. Soms krijg je gelijk een antwoord, soms moet je een week later nog even terugkomen en soms zullen we je doorverwijzen naar een collega van PML. Wat dat laatste betreft staat er dus een enorme bron van expertise tot je beschikking.’

21 November 2015

B

egin dit jaar zijn Dora Matzke en Robert Zwitser, beide universitair docent bij de programmagroep Psychologische Methodenleer (PML), begonnen met de Stats Store. Wat is dat precies? En hoe werkt het? De Stats Store stelt zich voor.


De Wandelgang Tekst & Foto’s: Sima Kirjazowa & Bart Lichtenveldt

De Wandelgang viert met deze Spiegeloog zijn honderdste versie! Om dit lustrum te vieren werd deze keer voor het eerst in veertien jaar niet een directe vraag gesteld, maar moesten studenten een zin afmaken. Het begin van deze zin was, geheel volgens thema: ‘Er was eens…’

Spiegeloog

Jessica: ‘...een blonde prinses op haar regenboogeenhoorn. Ik moest gelijk aan sprookjes denken toen je me dit vroeg! De prinses ging samen met haar vriendinnen aardbeien zoeken in een groot veld, waar allemaal konijntjes rondhupsten. Hoe heette dat programma ook alweer waar dit in voorkwam? Strawberry Shortcake volgens mij, dat keek ik altijd als ik ziek was. Of ik zelf zo’n meisje zou willen zijn? Ik ben al bang voor paarden, dus dat gaat hem met eenhoorns al helemaal niet worden.’

22 November 2015

Koen: ‘...een ochtend dat ik niet moe was. Gisteren heb ik bijvoorbeeld tot erg laat gewerkt, en vanochtend werd ik om half negen wakker. Negen uur begon mijn college, dus ik moest me erg haasten. Story of my life. Het college zelf was ook niet fantastisch; het onderwerp viel een beetje tegen vandaag.’

Esther: ‘...een meisje dat haar toekomst nog niet zo goed wist. Ja, dat heeft betrekking op mijzelf. Elke dag vraag ik me af of ik wel de juiste studie heb gekozen. Ik weet eigenlijk nog steeds niet zo goed of ik psychologie leuk vind, maar ik denk dat ik dit gevoel bij elke studie die ik kon kiezen gehad zou hebben. Dit jaar wilde ik eigenlijk een minor doen naast mijn gewone vakken, maar dat paste roostertechnisch niet. Psychologie blijkt best lastig te combineren met andere dingen.’

Daan: ‘...een student die vastgeroest zat in de Diamantbeurs. Ik ben bezig met mijn scriptie over emotionele beïnvloeding in groepen. Stel dat je in de collegezaal zit en er komt een student te laat binnen. De docent wordt boos en jij ziet dat, dan maakt dat de kans groter dat je zelf wel op tijd komt. Ik vraag me af of dit ook zo werkt bij prosociaal gedrag; of er iets verandert qua gedrag als een persoon iemand boos ziet worden op iemand die prosociaal gedrag vertoont.’


Andreas: ‘ ...a lab rat. Oh, I have to finish the story myself? I thought others would finish it, that is why I came up with the lab rat. I have been quite busy applying for projects as I am doing my masters at the moment and there are a lot of studies using lab rats, so that is why a lab rat came to mind.’

Nancy: ‘...een hoop inspiratieloosheid. Zo’n zin kan slaan op zoveel verschillende dingen; dat maakt het moeilijk één ding te kiezen. Ik moet door dit interviewtje wel denken aan twee weken terug, toen ik bij Schiphol geïnterviewd werd voor het programma Hello Goodbye. Ik stond op mijn ouders te wachten en zag in mijn ooghoek een cameraploeg langslopen. Voor ik het wist werd ik aangesproken en was ik in gesprek met Yvon Jaspers!’

Spiegeloog

Jannes: ‘...een gemiste kans. Ik ben dit weekend ge-cockblocked. Nadat we uit waren geweest gingen we met een groep naar een meisje toe. Op een gegeven moment waren alleen ik en dat meisje over, met nog een andere gast, die maar bleef maar hangen. Uiteindelijk ben ik weggegaan met in mijn achterhoofd: dan kom ik zo wel terug, dat vond zij ook een goed idee. Maar die gast fietste superver mee! Mijn mobiel was ook nog uitgevallen, dus dat is niks meer geworden die avond.’

Carmen: ‘...een sprookje. Daar moet ik gelijk aan denken, omdat die zo beginnen. Een lievelingssprookje heb ik niet echt. De Shrekfilms vind ik anno nu wel leuk en ook goed geslaagd in het plezierig maken voor kinderen en ouders, met woordgrappen en dat soort dingen. Ik kijk wel eens met mijn oppaskindje mee en dan lachen we soms dus ook op verschillende momenten.’

Bren: ‘...een zwaar autistische schildpad. Dat klinkt wel grappig. Schildpadden zijn sowieso een beetje autistisch. Om er dan ‘zwaar’ voor te zetten maakt het extra leuk, dat heb je ook met het woord ‘licht’. Het zou dan wel een Galapagosreuzenschildpad zijn, zo’n grote waar je op kan rijden. Dat zou ik op zich wel leuk vinden om te doen. Dan kan ik op Facebook zeggen dat ik gereden heb op een schildpad! Niet dat autisme iets is om over te lachen.’

23 November 2015

Iman: ‘...een huis in een oase in de woestijn. Er woonde een erg gelukkig gezin. Het enige jammere was dat de oase waar ze woonden erg klein was. Hierdoor konden er niet veel mensen terecht en dat vonden ze toch vervelend, waardoor ze gingen twijfelen over verhuizen. Aan de ene kant wilden ze in hun oude vertrouwde huis blijven wonen, maar aan de andere kant verlangden ze naar een grotere oase. Uiteindelijk hebben ze besloten te verhuizen, maar wel nog heel vaak terug te gaan naar hun oude huis.’


Bacchus Amsterdam Anno 2015

E

r was eens een Amsterdam, een sereen Amsterdam, één met niet zo’n gigantisch overschot aan toeristen. Ik kan het me bijna niet meer voorstellen, maar ooit was deze stad er. Eentje waar, ondanks de diversiteit aan culturen, toch altijd nog het merendeel van de stad bewandeld werd door de Amsterdammers zelf. Mensen voor wie fietsen even vanzelfsprekend is als ademen, die de grote IAmsterdam letterbeelden straal voorbij lopen en zeker niet met zijn allen ervoor gaan staan poseren (helaas is het beeld toch echt te groot voor een selfie). Tegenwoordig krijgt het woord multicultureel een heel nieuw jasje. In het centrum lijken er wel meer toeristen rond te scharrelen dan Amsterdammers. Op dit moment is wat je als toerist kunt verwachten als je Amsterdam bezoekt vooral het bekijken van andere toeristen, in een stad met een centrum dat steeds meer op een dierentuin begint te lijken. Dit kan toch niet de bedoeling zijn van een stedentrip? Je ziet zo langzamerhand door de toeristen de stad niet meer. Zo moet je uren in de rij staan voor musea. Ze kunnen voor het Anne Frankhuis wel Het Dagboek van Anne Frank gaan verkopen, zodat de mensen in de rij wat te lezen hebben tijdens het wachten. Als je een beetje doorleest heb je het uit voordat je binnen bent. Maar het Anne Frankhuis is bij lange na niet meer het enige museum dat zwart ziet van de toeristen; ook bijvoorbeeld het Van Gogh is niet meer zomaar even te bezoeken met je museumjaarkaart – alleen al voor het in de rij staan moet je een hele middag inplannen. Het loopt over van de toeristen. Of nou ja, liepen ze maar gewoon. Vaak willen ze ook, echt op z’n Hollands, fietsen. Levensgevaarlijk als je het mij vraagt. Nogmaals, niks tegen de toeristen op zich – zij hebben de vaardigheid om te fietsen nou eenmaal niet van huis uit meegekregen – maar in deze groten getale borrelt

de irritatie zo langzamerhand wel op. In deze drukte is fietsen zelfs voor Amsterdammers – die bijna eerder konden fietsen dan lopen – een uitdaging. En dan nog wat andere Nederlandse trekpleisters: wiet, de rosse buurt, windmolens, tulpen en kaas. Deze dingen hebben allang niks meer met het echte typische Nederland te maken als je het mij vraagt. Je kunt het de gemeente natuurlijk niet helemaal kwalijk nemen, zij mogen hun handen dicht knijpen met deze grote populariteit van Nederland bij buitenlanders. Vooral in deze tijden is een extra zakcentje, makkelijk verdiend met de Amsterdamse trekpleisters, natuurlijk meer dan welkom. Ik vind het echter wel wat ver gaan dat het voor Amsterdammers zo onmogelijk is om woonruimte te vinden, al schakel je alle ogen en oren in die je kent, en dat er dan ondertussen geïnvesteerd wordt in het creëren van een dak boven het hoofd van de toeristen – zo gaat het gerucht. De toeristenbehoeften worden dus eigenlijk boven die van de eigen inwoners gesteld. Hoe langer ik erover nadenk, hoe meer het idee zich in mijn hoofd vormt dat het één grote marketingtruc is, dat het allemaal om geld draait. Alle authenticiteit wordt maar wat graag ingewisseld voor geld en daar word ik behoorlijk pissig van. Begrijp me niet verkeerd, tot nu toe vond ik het alleen maar leuk om de stad te delen met mensen van over de hele wereld, maar mijn grens is wel een beetje bereikt. Ik vind het een toevoeging als ze naar ‘onze’ stad komen kijken, maar de boel moet niet totaal overgenomen worden. Aan de andere kant heb ik aan de invasie vanuit het buitenland wel te danken dat ik een hele leuke Italiaan tegen het lijf ben gelopen...

Maxime Muller


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.