Intro 17

Page 1

Tijdschrift Toelating - Gesloten verpakking 3500 Hasselt 1 n° BC 10338

intro

Medisch informatieblad van het Sint-Franciskusziekenhuis Heusden-Zolder

nr. 17

- januari - februari - maart 2008

Afzendadres: Sint-Franciskusziekenhuis, t.a.v. Dhr. Bormans, Pastoor Paquaylaan 129, 3550 Heusden-Zolder.

Driemaandelijks Afgiftekantoor 3500 Hasselt 1 P509331

In In deze deze intro: intro:

Oude Oude waarden waarden gaan gaan en en nieuw nieuw geweld geweld komt komt in in de de plaats plaats Orthopedie Orthopedie in in de de kijker kijker SamenwerkingsSamenwerkingsovereenkomst overeenkomst

BelgiĂŤ/Belgique P.B. 3500 Hasselt 1 BC 10338


intro

Medisch informatieblad van het Sint-Franciskusziekenhuis Heusden-Zolder

nr. 17

- januari 2008

Driemaandelijks

Colofon Algemeen Sint-Franciskusziekenhuis Pastoor Paquaylaan 129 3550 Heusden-Zolder

intro

Medisch Centrum Beringen Hospitaalstraat 27 3582 Beringen

Dr. Luc Geutjens,

telefoon: 011 57 91 11 (algemeen) 011 57 94 94 (polikliniek) 011 45 76 00 (MC Beringen) fax: 011 57 94 00 website: www.sfz.be

Hoofdgeneesheer

In dit nummer zetten wij de dienst orthopedie/traumatologie in de kijker. Na bijna 20 jaar dienst in ons ziekenhuis is dokter Joris Van Overbeke op 31 oktober 2007 met pensioen gegaan. Wij hadden de gelegenheid hem en zijn echtgenote te ontmoeten in hun eigen biotoop in Winksele bij Leuven. Een korte neerslag van dit gesprek vindt u verder in dit nummer. Gelukkig is de opvolging verzekerd. Wij zijn dan ook blij u dokter Yves Van Asch te mogen voorstellen. Samen met zijn collega-orthopedisten dokter Ivan Ameloot en dokter Guy Veldeman worden enkele topics belicht met betrekking tot de orthopedische heelkunde van schouder, heup, knie en voet. Door subspecialisatie binnen de dienst is het mogelijk de nieuwere technieken sneller te introduceren en op kortere tijd de nodige routine te verwerven. Toch lezen wij dat ook reeds langer gebruikte werkmethodes hun waarde kunnen behouden.

Algemeen directeur: Dhr. Erwin Bormans Hoofdgeneesheer: Dr. L. Geutjens

Redactieraad Hoofdredactie: Dr. S. Vanvolsem Redactie: Dr. L. Geutjens Dr. S. Loonbeek Dr. J. Wathiong Mevr. D. Mombers V.U.: Dr. L. Geutjens Hebben meegewerkt: Dr. I. Ameloot Dr. G. Veldeman Dr. Y. Van Asch Dhr. J. Ruysen Foto’s: Dhr. K. Dexters Mevr. D. Mombers Dr. S. Loonbeek Dr. Y. Ameloot

2

intro januari 2008

In lijn met de strategische visie van ons ziekenhuis - waarbij gestreefd wordt naar een optimale samenwerking met de beide Hasseltse ziekenhuizen - brengen wij verslag uit van de ondertekening van twee samenwerkingsovereenkomsten met het Salvator - Sint-Ursulaziekenhuis rond vasculaire heelkunde en neurologie. Naast aandacht voor de kwaliteit en veiligheid van de zorg aan de patiĂŤnt, moet een ziekenhuis ook oog hebben voor de werkomstandigheden van zijn artsen en andere medewerkers. Een te hoge werkdruk en wachtbelasting leidt maar al te vaak tot burn-out. Via samenwerking tussen de artsen van de verschillende ziekenhuizen en gedeelde wachtdiensten wordt zeker bijgedragen tot meer arbeidsvreugde en een evenwichtiger professionele loopbaan. Verder lichten wij kort de aandachtspunten toe die wij in het Sint-Franciskusziekenhuis in eerste instantie willen aanpakken binnen het door de overheid erkende Geriatrisch Zorgprogramma.


Om te vermijden dat hierover misverstanden zouden ontstaan, plannen wij begin volgend jaar een overleg met vertegenwoordigers van de huisartsenkringen en de aan de rust- en verzorgingstehuizen verbonden CRA-artsen. Mits duidelijke afspraken en een gestructureerd permanent overleg tussen eerste en tweede lijn, moet het mogelijk zijn de zorg rond de geriatrische patiĂŤnt verder te optimaliseren. Op vrijdag 9 november kregen wij de gelegenheid ons extern rampenplan uit te testen. Gelukkig vielen er bij een busongeval in Lummen slechts een tiental lichtgewonden. Vermits door de dienst 100 het provinciaal medisch interventieplan werd afgekondigd, werd niettemin in het ziekenhuis alles in gereedheid gebracht voor het opvangen van een groot aantal slachtoffers. Op minder dan een half uur werd niet alleen de volledige spoedgevallendienst vrijgemaakt, ook het operatiekwartier en de afdeling intensieve zorgen stonden paraat.

pers en vertegenwoordigers van de overheid. Tientallen artsen en ziekenhuismedewerkers verzamelden zich en wachtten op instructies van de coĂśrdinatie- en commandocel. Gelukkig bleef zowel het aantal slachtoffers als de ernst van hun letsels beperkt en kon iedereen snel terug zijn of haar normale taken aanvatten. Wij mogen zeker besluiten dat het SintFranciskusziekenhuis paraat is voor een ramp, maar verkiezen toch deze paraatheid te testen bij een oefening liever dan bij een echte calamiteit.

Wij beschikten over een volledig overzicht van het aantal vrije bedden waar eventuele slachtoffers konden opgevangen worden.

Mogen wij u ten slotte nog een vredevol jaareinde toewensen, samen met allen die u dierbaar zijn, en voor 2008 een goede gezondheid en succes bij al uw privĂŠ- en professionele initiatieven.

De nodige ruimten waren beschikbaar voor opvang van familieleden van slachtoffers,

intro januari 2008

3


Oude waarden gaan en nieuw geweld komt in de plaats Zoals u ondertussen wel weet, hebben we afscheid genomen van een gevestigde waarde in ons ziekenhuis: dokter Joris Van Overbeke. Na een lange, vruchtbare, maar soms ook tumultueuze periode van hard werken en mensen genezen, mag hij zich eindelijk bezighouden met de fijne dingen des levens. Mede hierdoor komt er ook vers bloed aanzetten, ikzelf dus. Ik ben Dr. Yves Van Asch, de jongste aanwinst voor de dienst orthopedie. Mijn studies geneeskunde volgde ik aan de K.U. Leuven. Voor mijn opleiding als orthopedisch chirurg kwam ik onder de vleugels van Prof. Dr. J. Verstreken in het U.Z. Antwerpen. Tijdens deze jaren was ik onder andere ook actief in Hasselt en Geel, zodat mijn naam voor sommigen onder u misschien nog ietwat bekend in de oren klinkt. Na mijn opleiding

deed ik nog een residentschap in Deurne voor een meer doorgedreven opleiding en training in de heupchirurgie. “Oude waarden en gewoonten dienen dus plaats te maken voor jong geweld.” Een orthopedische associatie is altijd dynamisch! De orthopedie als discipline op zich is nog jong. Nu pas gaat de eerste generatie orthopeden met pensioen. Daarvoor waren er de pioniers. Met de jaren is de orthopedie razendsnel geëvolueerd. Wat gisteren modern was, is morgen achterhaald? Ja en nee. Elke maand is er wel een nieuwe techniek of vernieuwend materiaal beschikbaar, maar zij doorstaan zeker niet allemaal de tand des tijds. Deze explosie van mogelijkheden maakt een onderverdeling van de orthopedie noodzakelijk! Een beetje zoals de algemene chirurgie reeds eerder meemaakte. Een moderne dienst orthopedie splitst zich dan ook op in subdisciplines, om zo een grotere expertise en kwaliteit aan te bieden aan de patiënten. In onze dienst is het dokter Ivan Ameloot die zich vooral toelegt op de kniechirurgie. Dokter Guy Veldeman verzorgt in het bijzonder de schouderchirurgie. Voor de rugchirugie is er

het Spine Team, bestaande uit dokter Veldeman en dokter Vanvolsem, onze neurochirurg. Ikzelf houd mij vooral bezig met de heupchirurgie. Maar orthopedie is niet alleen opereren. En zoals ik al vermeldde, niet alle moderne mogelijkheden doorstaan de tand des tijds. Veel van de “oudere” behandelingswijzen hebben hun efficiëntie en nut doeltreffend bewezen. Zij mogen dus niet zomaar vergeten worden, en al het nieuwe zal zich steeds weer moeten bewijzen tegenover het bestaande. Zo was ik nog maar net in het Sint-Franciskusziekenhuis aangekomen of er werd al een patiënt met een behoorlijk ongewone en behandelingstechnisch moeilijke bekkenfractuur binnengebracht. Tot ieders verbazing dachten we alle vier aan zo een “oudere” techniek: een Lardenoit-tractie. Niets anders kon het probleem zó goed oplossen! “Oude waarden gaan en nieuw geweld komt in de plaats.” Maar deze “oude waarden” blijven wij indachtig. Het nieuwe zal geïntegreerd worden, maar zal later hetzelfde lot ondergaan. Dr. Yves Van Asch

De heupchirurgie De heupchirurgie is één van de eerste pijlers in het ontstaan van de orthopedie als heelkundige discipline. Er werden allerhande technieken ontwikkeld om het heupgewricht voor ons, lopende mensen, zo lang mogelijk met het minst mogelijke discomfort functioneel te houden, dit alles met het doel ons te verplaatsen.

Dr. Yves Van Asch, Dienst Orthopedie

Je komt nog maar net ter wereld of de kinderarts onderzoekt je heupjes naar stabiliteit. De kinderorthopeden hielden zich dan ook bezig met de gipsbroekjes, complexe apparaten en Osteotomies type Shelf om dit heupgewricht ‘congruent’ te krijgen ter preventie van vroegtijdige destructie en dysfunctie na zo’n DDH (Developmental Dysplasia of the Hip of de vroegere chronische heupluxatie bij kinderen). Bij de wat oudere kinderen zien we dan weer het Legg Calvé Perthes-syndroom (een soort van avasculaire necrose bij kinderen) en de epiphysiolyse (of slipped capital epiphysiolyse: het afglijden van de femurkop). Klassiek was er dan een enorm grote leeftijdspopulatie die niet bij een heupchirurg

4

intro januari 2008

terecht kon, tenzij voor een fractuur; de actief werkende bevolking. Vroeger deed men nog wel eens een osteotomie van de heup zoals die volgens Pauwels, waarbij het bovenste deel van het bovenbeen doorgezaagd en gedraaid werd om zo een “gezonder” stuk van het heupgewricht te belasten. Dergelijke praktijken zijn eerder zeldzaam geworden. Ten slotte was er dan de groep van oudere

mensen, meestal na de pensioenleeftijd, die voor coxartrose (artrose van de heup) werden geholpen met een klassieke totale heupprothese, waarbij een cup (“nieuwe pan”) in het acetabulum en een steel in het mergkanaal gebracht werden. Het nieuwe gewrichtskoppel bestond dan uit plastic (polyethyleen) en metaal.

Links femurkop, rechts labrum met scheur, in het midden kraakbeenflap.

Status na debridement kraakbeen en labrum.


van de patiënt, belangrijke factoren in het beslissingsproces. Dankzij radicale evoluties in de anesthesie is deze veel minder zwaar voor de patiënt.

Totale heupprothese: boven resurfacing prothese, onder klassieke prothese. Copyright Smith and Nephew.

In de modernere tijden zijn er betere en meer duurzame gewrichtskoppels gekomen, zoals een keramiek inleg in de pan op een keramiek kopje en heel recent ook de metaal op metaalkoppels. De huidige heupchirurg dient ook niet meer zijn 50-jarige patiënt met invaliderende pijnen en dysfunctie door artrose te vragen om een “pilletje te nemen” en na zijn 65e verjaardag terug te komen voor een definitieve oplossing. Soms kan er bij relatief jonge mensen van 40 tot 50 jaar een avasculaire necrose optreden, een botinfarct waarbij de doorbloeding naar de kop tijdelijk onderbroken is. Dit herstelt zich wel, zo ook het bot, maar ondertussen kan de vorm van de femurkop in die mate beschadigd zijn dat het gewrichtskraakbeen verwoest is. Een vervanging dringt zich op. De resurfacing totale heupprothese bestaat nu ongeveer 13 jaar in zijn huidige vorm en metallurgie. Hierbij gaan we niet meer de femurkop afzagen, maar gaan we deze bewaren en rondom rond affrezen om er een metalen kap rond te plaatsen. Het gaat wel degelijk om een “totale prothese”, gezien hierbij ook de pan dient vervangen te worden – zoals klassiek – met metaal op metaal contact. De grote bol van ‘normaal formaat’ en het behoud van de proximale femur geven, door een grotere stabiliteit en meer normale elasticiteit een veel natuurlijker gevoel. Een revisie van de steel kan dan ook veel eenvoudiger gebeuren bij falen op latere leeftijd. Hierdoor is het voor deze patiënten mogelijk om wat sportievere activiteiten als joggen of tennis te verrichten. Hét grote nadeel is dat men door het behoud van de heup nog steeds een heupfractuur kan oplopen! Leeftijd en botkwaliteit zijn dus, naast de verwachtingen

Samen met een meer anatomische weefselsparende toegang tijdens de operatie en verbeterde designs van de prothesen, wordt zo’n grote ingreep als een heupprothese veel beter verdragen dan vroeger. Dit weerspiegelt zich in het sneller herstel van de patiënt en een kortere hospitalisatie. Maar anno 2007 dient de moderne heupchirurg niet alleen meer te beschikken over “een pilletje” en een “prothese” in zijn behandelingsarsenaal. De artroscopische en endoscopische heupchirurgie die werkt met kleine sneetjes, een camera en aangepaste instrumenten bestaat, net zoals bij knie- en schouderchirurgie. Een hele waaier van vroeger ongekende, miskende en genegeerde pathologieën die ook aanwezig zijn bij de jonge actieve mens kunnen nu adequaat en zonder overmatige schade door de toegangswonde behandeld worden. Het was pas na mijn opleiding als assistent dat deze pathologie en zijn behandeling mij ter ore kwamen. Tijdens mijn residentschap te Deurne heb ik in deze materie voldoende training en ervaring kunnen opbouwen door een goede leermeester, voldoende pathologie als referentiecentrum en de zelfstandigheid in de actie. De heupartroscopie richt zich als behandeling vooral op de actieve, ‘werkende’ mens of adolescent; een leeftijdsgroep die door de klassieke leer in de kou blijft staan. Men kan op deze manier natuurlijk gewrichtsmuizen verwijderen. De belangrijkste indicatie is evenwel een labrumscheur. Het heuplabrum is een weefsel als de meniscus, maar heeft eerder een ‘afsluitzegel’-functie. Scheuren hiervan kunnen zowel op traumatische als op degeneratieve wijze opgelopen worden. Verder weten we de laatste jaren dat het lang bestaan van zo’n scheur verantwoordelijk is voor versnelde kraakbeenbeschadiging en dus artrose. Recenter werd ook de CAM lesion ontdekt. Dit is een soort bult op de femurhals die opbotst tegen het acetabulum en zo minder mobiliteit en schade aan het labrum veroorzaakt, met alle gevolgen vandien. Ook dit letsel wordt de dag van vandaag artroscopisch behandeld (een beetje zoals een artroscopische neer-decompressie in de schouder).

Links ziet u de femurkop, rechts het acetabulum met kraakbeen, zwarte pijltjes duiden een labrumscheur aan.

NMR heup: zwarte pijltjes duiden een CAM lesion aan, witte pijl is een labrumscheur met aanliggend rechts loskomend kraakbeen.

instrumenten van pathologie rond het gewricht. Ook hier opent zich een hele waaier van mogelijkheden, waarbij de klassieke chirurgie vaak een te hoge prijs vraagt door de onnodige schade, veroorzaakt door de toegangsweg. Voorbeelden van mogelijkheden hier zijn de snapping van de fascia lata over de grote heupknobbel met onderliggende bursitis trochanterica, psoaspeestendinitis, calcifiërende insertietendinopathie van de gluteus medius en het piriformissyndroom. Let wel, een conservatieve therapie met medicatie, ijs, kinesitherapie en spuitjes is nog steeds de eerste keuze! Deze artroscopische ingreep gebeurt in daghospitalisatie en de patiënt is hiervan vrij snel terug op de been. De herstelperiode is wel wat langer en vraagt toch wat meer geduld dan bijvoorbeeld na een knieartroscopie. De voordelen van dit type chirurgie, in vergelijking met open chirurgie, zijn zonder meer duidelijk. Het is dan ook tijd voor nieuwe dingen, maar de oude waarden mogen niet vergeten worden.

Het broertje van de heupartroscopie – de “kijkoperatie in het gewricht” – is de endoscopie: de behandelingen met camera en aangepaste

intro januari 2008

5


Recente evolutie in de voorste kruisbandplastie De nieuwste tendens bij de behandeling van het letsel aan de voorste kruisbanden is er op gericht om de oorspronkelijke anatomie zoveel mogelijk na te bootsen. De stabiliteit wordt meestal hersteld door gebruik te maken van de hamstringpezen (quadrupple graft). Om een bijkomende rotatoire instabiliteit op te vangen, kan men gebruik maken van de doublebundletechniek, die een meer fysiologisch biomechanisch herstel beoogt.

Dr. Ivan Ameloot, Orthopedist

Bij sportletsels van de knie nemen de ligamentaire aandoeningen en voornamelijk de letsels van de voorste kruisband (VKB) een belangrijke plaats in, dit zowel qua impact voor de patiënt als qua incidentie. De patiënt vermeldt een wisselende symptomatologie, maar steeds treedt instabiliteit op de voorgrond samen met pijn en/of vocht in het gewricht. Bij het klinisch onderzoek zullen vooral het positief teken van Lachmann of de modified Lachman en de PIVOT-testen gecontroleerd worden. Omwille van de instabiliteit en de behoefte om het sporten te hervatten, zal geopteerd worden voor een VKB-herstel. De vroegere technieken (extra-articulair herstel), zoals de gekende McIntosh, werden verlaten omdat dit niet altijd het verhoopte resultaat opleverde.

6

intro januari 2008

interferentieschroef via een “single incision”techniek. Het voordeel van deze techniek is enerzijds een belangrijke vermindering van anterieure knielast (door niet-gebruik van de patellapees) en anderzijds de cosmetiek en wondlast (slechts één incisie i.p.v. nog een bijkomende incisie aan de laterale zijde van de femur). Recentelijk wordt vaker een ‘double bundle’ VKB-plastie verricht om de anatomie zoveel mogelijk na te bootsen. De natieve VKB bestaat uit twee bundels, de anteromediale (AM) en de posterolaterale (PL). Elk van deze bundels functioneert op verschillende momenten bij het flecteren van de knie, om aldus een stabiliteit te verzorgen over de volledige range of motion (ROM).

De huidige technieken beogen een zo anatomisch en fysiologisch mogelijke reconstructie. Hierbij wordt de geruptureerde kruisband vervangen door eigen peesmateriaal. Van bijzonder belang is enerzijds de locatie van de tunnels, waarbij de natieve situatie zoveel mogelijk wordt nagebootst. Anderzijds is de keuze van de greffe belangrijk, zowel wat betreft de kwaliteit van de greffe als de eventuele concomitante morbiditeit voor de patiënt.

Bij de reconstructie van de VKB, gebruikmakende van multistranded hamstrings, concentreert men zich voornamelijk op het vervangen van de AM-bundle (single bundle reconstruction). Bij ongeveer 15 % blijft echter nog een residuele PIVOT aanwezig, door niet-herstel van de PL-bundle. Dankzij een recente verbetering in techniek en instrumentarium is het mogelijk de beide bundels afzonderlijk te reconstrueren om de normale functie van de VKB zoveel mogelijk na te bootsen bij de verschillende flexiehoeken van de knie.

Historisch werd aanvankelijk gebruik gemaakt van de patellapees met twee incisies. In onze dienst gebruiken wij de hamstrings gefixeerd met de endobutton en biodegradabele

De techniek kan kort als volgt samengevat worden: Klassiek worden de beide hamstringpezen (tendo gracilis = G en tendosemitendinosus = ST) gepreleveerd. In plaats van een


“quadrupple” worden twee “double” bundels samengesteld, elk met een Endobutton CL. De diameter van de verschillende bundels wordt gemeten, en dient als referentie voor de te boren tunnels. (Fig. 1).

Fig. 6

Ter hoogte van de notch worden na debridement twee tunnels geboord, namelijk op 9.30 u. en 11 u. voor de rechterknie. (Fig. 2 - 3 - 4). Ter hoogte van de tibia, in de footprint van de vroegere VKB, worden ook twee tunnels geboord. (Fig. 5). De vier tunnels configureren zich zoals in fig. 6 en 7. De fixatie gebeurt met een Endobutton CL ter hoogte van de femur en een kram met HA Bioresorbeerbare schroef in de tibia. Het uiteindelijke resultaat presenteert zich zoals in fig. 8 – 9. De revalidatie verloopt op dezelfde manier als bij een singlebundletechniek. De procedure kan via daghospitalisatie verlopen, doch is comfortabeler voor de patiënt met één overnachting.

Fig. 7

Fig. 1

Fig. 2 Positie van de femorale tunnels.

De vraag stelt zich of deze nieuwe techniek voordelen biedt t.o.v. de single bundletechniek. Er zijn nog verschillende studies lopende, in een aantal artikels wordt een duidelijke winst aangetoond, andere stellen de meerwaarde nog in vraag. Hoe dan ook, de rotatoire instabiliteit is beter gecontroleerd met de doublebundle-techniek, zoals blijkt bij de PIVOT-test. Een minpunt voor de patiënt is het kostenplaatje, dat bij deze laatste techniek oploopt, gezien het meergebruik van materiaal. Om de kostprijs te verminderen, kunnen wij de single bundle combineren met een extraarticulair herstel bij bepaalde indicaties.

Fig. 3

Fig. 9

Fig. 8

Fig. 4

Fig. 5

intro januari 2008

7


De schouder Dr. Guy Veldeman is orthopedist en heeft zich in het bijzonder toegelegd op de schouderchirurgie, de chirurgie van het bovenste lidmaat en rugchirurgie.

Dr. Guy Veldeman, Orthopedisch chirurg

De schouderpathologie en zijn behandelingen zijn de laatste decennia exponentieel geëvolueerd. Er blijft natuurlijk de conservatieve therapie met antiflogistica en analgetica, kinesitherapie en infiltraties. Nieuw, doch nog niet terugbetaald en ook met beperkingen, is de shockwavetherapie die de laatste jaren ook zijn intrede heeft gedaan. Dit is een soort van hogetonenpulstoestel, zoals een niersteenverbrijzelaar, en is nuttig in de behandeling van calcifiërend rotator cufflijden. De ‘rotator cuff’ is een samenvloeiing van de belangrijke pezen van de schouderspieren en is verantwoordelijk voor de complexe beweeglijkheid en functie van het schoudergewricht. Deze pezen zitten vast op de grote schouderknobbel (tuberculum majus) op de humeruskop en lopen onder een dakje: het acromion. Deze pezen kunnen ziek worden door overbelasting: tendinose en tendinitis. Vaak zijn er zelfs verkalkingen en dan spreken we van een calcifiërende rotator cuff tendinopathie. Door de tendinopathie en de ontsteking van de bovenliggende slijmbeurs zien we vaak dat deze pezen als het ware schuren onder dat dakje doordat ze te weinig plaats hebben. De initiële behandeling van deze letsels is conservatief. Dit wil zeggen: oefentherapie teneinde de spieren sterker te maken, de depressie van de humeruskop te bewerkstelligen en zo het schuren te doen afnemen. Verder ook antiflogistische medicatie en eventueel infiltraties. Als deze conservatieve behandeling faalt, kan men een artroscopie (of kijkoperatie) van de schouder verrichten. Dergelijke ingreep gebeurt via daghospitalisatie. De patiënt krijgt hierbij een plexusanesthesie, wat betekent dat hij een prikje in de nek krijgt, waardoor de arm quasi gevoelloos gemaakt wordt, en een lichte narcose. De plexusanesthesie maakt ook

8

intro januari 2008

dat de patiënt postoperatief heel wat minder pijn zal hebben. Bij zo’n artroscopie wordt eerst het schoudergewricht zelf nagekeken op eventuele problemen, maar vaak bevindt een stuk van de pathologie zich uiteindelijk buiten het schoudergewricht (subacromiale bursa). In dat gewricht kan men verschillende structuren onderscheiden zoals de ligamenten, de bicepspees, het labrum, de subscapularispees en de rotator cuff. Intra-articulair kan men ontstekingsweefsel verwijderen, vergroeiingen losmaken, stabiliserende structuren nakijken en opnieuw hechten, de rotator cuff nakijken en eventuele losliggende stukken verwijderen. Een rotator cuffscheur en een slijmbeursontsteking zijn operaties die strictu sensu van bovenuit het schoudergewricht plaatsvinden. Bij een slijmbeursontsteking gaan we over tot een zogenaamde Neer-decompressie of acromioplastie met debridement van de slijmbeurs. Hierbij wordt de slijmbeurs volledig vrijgemaakt van ontstekingsweefsel en wordt de onderkant van het acromion weggefreesd.

Soms is er ook artrose van het acromioclaviculair gewricht, dit is het gewricht tussen acromion en distaal sleutelbeen. Hierbij wordt het distale uiteinde van de clavicula voor 1 cm weggefreesd; tegenwoordig ook artroscopisch. De diagnose van AC-lijden is zowel klinisch (Cross-overtest) als radiografisch en eventueel botscintigrafisch. De rotator cuff zelf kan natuurlijk ook beschadigd worden of scheuren en dan hebben we een rotator cuff-scheur. Bij jonge actieve mensen dient dan een hechting te gebeuren van deze pezen. Eenmaal boven de 70 jaar is de plasticiteit van de pees minder en zal men bij de ene patiënt wel chirurgie voorstellen en bij de andere patiënt niet. Belangrijk om weten is dat men op oudere leeftijd toch een aanzienlijke kans (vermoedelijk 15 %) heeft van herruptuur na hechting van rotator cuffletsels. Een rotator cuffhechting kan klassiek of op een open manier door een minisneetje en het splitsen van de deltoïdspier


of ook artroscopisch. Het gaat hier om grotere ingrepen waarbij, voorlopig althans, de mensen een tot twee nachten overnachten in het ziekenhuis. Ook hier gaan we over tot het geven van een plexusanesthesie en wordt er daarenboven een catheter achtergelaten, zodat de werking van de plexusanesthesie een aantal dagen verlengd wordt. De keuze tussen open of artroscopische hechting hangt af van de grootte van de scheur, de kwaliteit van de omliggende pees en de ligging van de scheur. De revalidatie is voor beide ingrepen identiek, maar is relatief moeizamer bij open procedures en bij grotere scheuren. De nabehandeling van een dergelijk letsel is minstens even belangrijk als de behandeling zelf. Een goede interactie met de kinesist is zeer belangrijk. Een andere groep van pathologie is de instabiliteit. Iedereen kent een schouderluxatie. Als de schouder uit het gewricht gaat, beschadig je niet alleen de spieren, maar meestal ook het kapsel, het labrum en soms ook het bot (een Hill Sachs-letsel). Het labrum is een meniscaalachtig weefsel dat een band vormt omheen het ondiepe glenoïd en zo de oppervlakte van dat glenoïd helpt te vergroten. Door het vergroten van de oppervlakte en de aanhechting van onder meer biceps is het een belangrijke stabilisator, mede met de spieren en de ligamenten. Indien het labrum en het kapsel sterk beschadigd zijn, kan je na een eenmalige schouderluxatie telkens opnieuw luxaties oplopen. Bij beschadiging van het labrum kan een stukje bot losraken en dan spreken we van een Bankart-letsel. Een Bankart-letsel kan echter ook gebruikt worden als naam, indien alleen het voorste labrum

afgescheurd is. Indien we recurerende schouderluxaties hebben of een duidelijk Bankart-letsel of Hill Sachs-letsel, gaan we over tot een stabiliserende ingreep. Hierbij wordt het labrum terug aangehecht aan het glenoïd en wordt het kapsel aangespannen. Bij aanspannen van het kapsel kan dit op een klassieke open manier gebeuren of artroscopisch. Ook hier wordt de keuze van chirurgie weer bepaald door type letsels, ligging en verwachtingen van de patiënt. Hier is eveneens een korte hospitalisatie voorzien. De evolutie is echter zo dat slechts nog weinige stabiliserende ingrepen moeten gebeuren. Tenslotte hebben we ook nog de schouderprothese. Indicatie voor een schouderprothese is vanzelfsprekend invaliderende en pijnlijke artrose en artritis van de schouder zelf, doch aangezien dit geen steunend gewricht is, is dit een eerder zeldzame indicatie. De meest voorkomende indicatie voor het plaatsen van een schouderprothese is een multifragmentaire humeruskopfractuur waarvan de humeruskop niet meer te herstellen is. Nog zeldzamer is het optreden van een avasculaire necrose, naar analogie van een avasculaire necrose in de heup. Een andere indicatie voor een schouderprothese die meer en meer zijn weg vindt, is het behandelen van een pijnlijke rotator cuff artropathie waarbij de rotator cuff volledig insufficiënt is, niet te herstellen en aanleiding geeft tot chronische pijnen. Vaak zal men dan kiezen voor een zogenaamde “omgekeerde prothese” (Deltaprothese), maar ook hier zijn er vernieuwingen in de prothesechirurgie. Belangrijk bij prothesechirurgie, als het niet

gaat om fracturen, is dat men eerst en vooral de verwachtingen van de patiënt navraagt en zeker niet de radiografie behandelt. Revalidatie na een prothese is vrij langdurig en in tegenstelling tot een heupprothese bereiken we meestal niet de krachtige beweeglijkheid van een normale arm. Het is hoe dan ook een ingreep met toch beperkt resultaat. Ook te vermelden is de frozen shoulder. Hierbij treedt er een zeer hevige prikkeling op van het schouderkapsel (vermoedelijk door trauma, doch ook in het kader van een algoneurodystrofie), zodat dit schouderkapsel helemaal bijeenkrimpt en men een pijnlijke, bijna niet meer te bewegen schouder verkrijgt. Dit kan optreden na elke prikkel zoals een ongeval of een operatie, maar men kan hier ’s morgens ook mee opstaan, zonder dat er enige aanleiding voor is. Mensen met diabetes hebben een groter risico om dit op te lopen. De behandeling hiervan is een langdurige behandeling bestaande uit pijnstillers, infiltraties, kinesitherapie met stretching en in sommige gevallen een operatie. Bij hardnekkige gevallen, dit wil zeggen gevallen waarbij men een endorotatiecontractuur oploopt, kan men het schouderkapsel losmaken door manipulatie of door artroscopisch of open het kapsel door te nemen. De belangrijkste behandeling van een frozen shoulder is evenwel geduld van zowel patiënt, zijn omgeving, als de arts. Vaak treedt een duidelijke verbetering op na chirurgie en manipulatie, maar een restitutio ad integrum wordt lang niet altijd bekomen.

intro januari 2008

9


De SCARF: oplossing ‘zonder’ pijn bij de Hallux Valgus (HV) De hallux valgus (HV) is één van de frequentst voorkomende morfologische afwijkingen van de voet. Een conservatieve benadering is meestal niet succesvol, waardoor een operatieve ingreep zich opdringt. Hier wordt de Scarf-ingreep besproken als techniek met vele correctiemogelijkheden en anderzijds met uitgesproken voordelen m.b.t. het comfort van de patiënt op vlak van stabiliteit en pijn. Wat betreft de etiologie dient voornamelijk rekening gehouden te worden met genetische predispositie (een familiale aanleg wordt in 60 % van de gevallen beschreven). De impact van het schoeisel blijft controversieel.

dienst passen wij de SCARF-osteotomie toe (Fig. 1), gezien dit een inherente stabiele osteotomie betreft met toch grote correctiemogelijkheden en met respect voor de vascularisatie van metatarsaal I (MT I). Deze vorm van stabiele constructie werd reeds in Romeinse bouwwerken toegepast. Ook nu nog wordt zij toegepast in de schrijnwerkerij om balken te verlengen. (Fig. 1)

Dr. Ivan Ameloot, Orthopedist

Fig. 1

De specifieke structuur van de voet en de overdracht van de belasting van het onderste lidmaat op de voet is een belangrijke factor in het ontstaan van een hallux valgus. Hierbij moet vooral gedacht worden aan de excessieve hyperpronatie bij het stappen. De functionele abnormaliteiten worden hierna beschreven. Functionele abnormaliteiten evoluerende naar HV: • Gecompenseerde voorvoet bij achtervoet varus • Pes valgus • Hypermobiele eerste straal • Excessieve pronatie bij enkel equinus (osseus, achillespeescontractuur,...) • Torsiedeformatie van de onderste ledematen, rotatieabnormaliteiten van de onderste ledematen. Andere oorzaken kunnen zijn: artritis (R.A., psoriasis,...), neuromusculaire aandoeningen (waardoor musculaire imbalances of verlies van intrinsieke stabiliteit van de eerste straal). Traumata geven eerder aanleiding tot een hallux rigidus. Zoals bekend zijn niet-operatieve oplossingen weinig effectief. Wanneer pijn en functionele last optreden, dient aan een correctie gedacht te worden. Dikwijls zal de correctie deel uitmaken van een meer complex geheel. Historisch werden zeer veel technieken ontwikkeld, gezien de kans op recidief. In onze

10

intro januari 2008

2

1

3

Fig. 2

De correctie gebeurt in 4 fasen: • Laterale release sesamoïd apparaat • SCARF-osteotomie metatarsaal I(MT I) • Capsuloraphie • Akin osteotomie falanx I (P I) Voor de laterale release wordt een kleine incisie verricht tussen metatarsaal I en II. Hierbij wordt enerzijds het laterale gewrichtskapsel ingesneden en anderzijds een release van de adductor voorzien. (Fig. 2) Een tweede incisie wordt verricht aan de mediale zijde van het metatarsofalangiaal gewricht I. Een Z-vormige osteotomie met laterale translatie wordt verricht van metatarsaal I. (Fig. 3)

1

2b


Fig. 4 2 Fig. 3

De fixatie gebeurt meestal door een tweetal hiervoor speciaal ontworpen schroeven met interfragmentaire compressie. (Fig. 4) Een volgende stap in de correctie is de capsuloraphie (Fig. 5) met nadien een Akin osteotomie van de eerste falanx, waarbij een wig wordt verwijderd en fixatie door middel van een kram. (Fig. 6)

1

3

4 Fig. 5

Fig. 6

Postoperatief wordt een barouk-schoen voorzien, met ontlasting van de voorvoet, zodat een snelle steunname mogelijk is. Het klinisch resultaat weerspiegelt zich in een versmalling van de voet en verdwijnen van de bunion (Fig. 7). In tegenstelling tot de meeste andere ingrepen aan de voorvoet wordt bij de Scarf weinig pijn ervaren, mede door gebruik van locoregionale anesthesie door middel van een popliteaal blok met pijnpomp. Dit is een onmiskenbaar voordeel, gezien dit type ingreep in de volksmond toch als extreem pijnlijk ervaren wordt. PatiĂŤnten beamen dit volmondig wanneer zij dit type ingreep vergelijken met kennissen die een gelijkaardige ingreep ondergingen. Ondanks deze veelzijdige techniek bestaat er nog steeds een kans op recidief, maar deze ligt beduidend lager dan bij de vroegere technieken. In sommige gevallen kan postoperatief een fractuur van metatarsaal I optreden, maar die kan zonder beduidende last behandeld worden met immobilisatie.

3

1

Fig. 7

intro januari 2008

11


Op het kruispunt tussen een intensieve loopbaan en actief met pensioen gaan Interview Dokter Joris Van Overbeke, orthopedist, op het einde van zijn beroepsloopbaan. Op 31 oktober 2007 ging dokter Joris van Overbeke, één van de pioniers in orthopedie, na een carrière van 35 jaar met pensioen. Gastvrij worden we door hemzelf, zijn echtgenote en oudste dochter ontvangen in zijn landelijke woning in Winksele. Deze sfeervolle omgeving nodigt uit tot een gezellige babbel. Samen met dokter Van Overbeke blikken we met ontzag terug op zijn medische activiteiten.

Waarom opteerde u voor geneeskunde en waar volgde u deze opleiding? Al vanaf mijn zestiende begon mijn interesse voor geneeskunde te groeien. Tijdens de studies geneeskunde kreeg ik veel interesse in de behandeling van fracturen, onder andere onder invloed van Professor Vanderlinden, een chirurg van de oude stempel die fracturen kon diagnosticeren zonder foto.

optimaal. De Belgische staat had gezorgd voor een goed uitgebouwd medisch centrum met alle beschikbare faciliteiten, vergelijkbaar met de huidige elementaire OK-mogelijkheden. Wij waren er met vier artsen werkzaam. De patiënten die wij behandelden, deden het vaak zeer goed maar dit was misschien ook het gevolg van het feit dat alleen de sterksten tot bij ons geraakten. Toen onze oudste dochter, Hilde naar het eerste leerjaar moest, zijn we teruggekeerd naar België. Inmiddels was ook ons derde kind geboren. Terug naar België? Na mijn terugkeer volgde ik nog een jaar bijkomende opleiding in de orthopedie in Gent en heb ik tien jaar in het ziekenhuis van Neerijse gewerkt.

Biografie Dokter Van Overbeke is geboren op 12 oktober 1942, als oudste in een gezin met vier kinderen. Tot 1950 woonde hij in Brugge, waarna hij verhuisde naar Gent. Als kind liep hij school aan het Sint-Lievens-College. De studies geneeskunde en opleiding chirurg volgde hij aan de Rijksuniversiteit te Gent. Hij is vader van vier kinderen. De oudste dochter zoekt haar weg in de preventieve geneeskunde als arbeidsgeneesheer. Twee opeenvolgende zonen zijn actief als ingenieur, evenals zijn jongste dochter.

12

intro januari 2008

U bent in het buitenland gaan werken? In 1975 ben ik met mijn gezin, echtgenote en de eerste twee kinderen, voor twee jaar naar Niger vertrokken voor een project binnen de Belgische ontwikkelingshulp, toen nog ABOS. Een suggestie van een collega om in plaats van mijn legerdienst, mijn medische activiteit op te starten in het buitenland, bracht me op dit idee. Mijn echtgenote was onmiddellijk bereid om deze stap mee te zetten. De werkomstandigheden in het stadje van 5000 inwoners waren ondanks alles

In 1982 kochten we deze woning aan, een herenboerderij in het centrum van Winksele. Het oudste deel van het gebouw dateert van 1760. Het woongedeelte werd in 1820 opgetrokken en door mijn echtgenote gerenoveerd en ingericht. Ook de tuin werd door haar ontworpen en aangelegd.

Als gevolg van de nieuwe ziekenhuiswetgeving die werd ingevoerd door de toenmalige minister van Sociale Zaken Jean-Luc Dehaene,


werden talrijke kleine ziekenhuizen bedreigd met sluiting, zo ook in Neerijse. Na de plotse sluiting in 1986 werd het ziekenhuis omgebouwd tot een rust- en verzorgingstehuis. Dit betekende een abrupt einde van mijn medische activiteiten in Vlaams-Brabant. Wanneer zette u de stap naar het SintFranciskusziekenhuis? Aanvankelijk startte ik in 1988 als vervanger van dr. Roland Callewaert, die om gezondheidsredenen zijn activiteiten diende te staken. Na een jaar werkloos afwachten thuis – en ik verzeker je dat het voor een 45-jarige specialist niet evident is om een nieuwe vaste plaats te vinden – was ik maar wat blij dat de vervanging op 1 september 1989 overging in een definitieve aanstelling waarna ik mij binnen het Sint-Franciskusziekenhuis verder kon toeleggen op de medische activiteiten binnen de orthopedie. Werken als arts in Limburg? De afstand is nooit enig probleem geweest. Na verloop van tijd zocht ik een tijdelijk onderkomen in Beringen waar ik verbleef tijdens mijn wachten. Nu begin ik de voordelen van de informatica te waarderen. Vanuit mijn zetel had ik hier in Winksele toegang tot het elektronisch medisch dossier en kon ik foto’s bekijken zodat het zelfs niet altijd meer nodig was mij te verplaatsen. Bijzondere ervaringen met patiënten of medewerkers? Dokter Van Overbeke praat met warmte over

zijn medische opdracht binnen het SintFranciskusziekenhuis. Zijn vrouw en dochter bevestigen voortdurend dat hij steeds met enthousiasme is komen werken. “Ik ben erg gecharmeerd door het warme afscheid op heel veel verschillende plaatsen, binnen diverse diensten en een grote groep ziekenhuismedewerkers. De afscheidsreceptie, aangeboden door de collega-specialisten en het ziekenhuis, heeft me diep geroerd. Ze zullen me toch graag gezien hebben en ik hen ook.” Actief op pensioen? Na een week thuis hebben we nog steeds een vakantiegevoel. Concrete plannen voor de volgende periode heb ik nog niet. Zijn echtgenote en dochter suggereren om werk te maken van lang aangekondigde kookplannen. “Misschien kan ik mijn vrouw helpen in de tuin. Nu zullen we zeker meer tijd hebben om te reizen en af en toe een museum te bezoeken,... Limburg gaan we verder al fietsend verkennen en als ik dan nog tijd overheb kom ik in het ziekenhuis mijn grote verzameling dia’s inscannen.”

Onze bijzondere dank voor uw inzet voor het Sint-Franciskusziekenhuis, Dr. Luc Geutjens en Diane Mombers

intro januari 2008

13


Het geriatrisch dagziekenhuis Door de sterke groei van het aantal hospitalisaties van ouderen met een eigen ziekteprofiel kent deze zorg een duidelijke evolutie. In dit kader werd door de overheid het zorgprogramma voor de geriatrische patiënt uitgeschreven in het K.B. van 29-01-2007. De ontwikkeling van het geriatrisch zorgprogramma is bedoeld om de geriatrische patiënt een zeer gespecialiseerde, multidisciplinaire en intensieve aanpak te garanderen, en dit zowel voor, tijdens, als na de hospitalisatie. Activiteiten G-dagziekenhuis

Het voorziet in een functionele samenwerking van de ziekenhuizen met de eerstelijnszorg en de zorg in een thuisvervangend milieu. Het zorgprogramma richt zich tot de populatie geriatrische patiënten die om diverse redenen een specifieke aanpak vereisen. Eigen aan een geriatrische benadering is de uitgesproken aandacht voor de totaliteit van de problemen. Dit vereist een multidisciplinaire benadering, onderbouwd met de zekerheid van de zorgcontinuïteit. Binnen het zorgprogramma G in het algemeen ziekenhuis richten wij ons vooral op: • de dienst Geriatrie (48 onder kenletter G erkende bedden) voor opname van patiënten met een geriatrisch profiel (gemiddelde leeftijd hoger dan 75 jaar en meerdere systemen aangetast); • een geriatrisch consult, bij voorkeur op verzoek van de behandelende huisarts, om een geriatrisch advies te verstrekken; • het geriatrisch dagziekenhuis; • de interne liaison om de geriatrische principes en de pluridisciplinaire deskundigheid ter beschikking te stellen van de behandelende geneesheer-specialist (voor patiënten met een geriatrisch profiel ouder dan 75 jaar en opgenomen in een niet-geriatrische afdeling). Het Sint-Franciskusziekenhuis is tevreden dat het tot de groep van 61 goedgekeurde en gesubsidieerde G-dagziekenhuizen behoort. Sinds de officiële start werden reeds een 300-tal patiënten opgevangen in het geriatrisch dagziekenhuis. Het betreft hier voornamelijk patiënten in het kader van cognitieve diagnostiek en revalidatie.

14

intro januari 2008

Daarnaast zien we ook dat het geriatrisch dagziekenhuis het mogelijk maakt om verschillende onderzoeken, consulten of behandelingen op één of twee dagen te concentreren en een pluridisciplinaire evaluatie uit te voeren waardoor een klassieke opname in het ziekenhuis kan worden vermeden (zie figuur). In oktober werd binnen het Sint-Franciskusziekenhuis gestart met de interne liaisonfunctie. Een pluridisciplinair team van verpleegkundigen, een ergotherapeute, logopediste, diëtiste, psychologe, kinesitherapeut en sociaal verpleegkundige onder leiding van de geriater (dokter Schellemans) stelt zich ter beschikking van alle niet-geriatrische afdelingen. Vanuit hun specifieke kennis kan complementaire, geriatrische zorg worden aangeboden aan gehospitaliseerde patiënten ouder dan 75 jaar die niet op een dienst Geriatrie verblijven. Naast dit pluridisciplinaire team beschikt elke afdeling (met uitzondering van materniteit en pediatrie) over een referentieverpleegkundige. Deze verpleegkundige gaat mee de geriatrische aanpak bevorderen en het opsporen van geriatrische risicopatiënten vergemakkelijken. Op regelmatige basis worden bijscholingen omtrent geriatrische topics (malnutritie, valpreventie, decubitus, CVA, dementie,...) georganiseerd om de geriatrische benadering en aandachtspunten over alle afdelingen te verspreiden. Kortom, wie uitdagingen zoekt, zal deze binnen de geriatrie zeker vinden. Jeroen Ruysen


Samenwerkingsovereenkomst vasculaire en thoracale heelkunde en neurologie tussen het Sint-Franciskusziekenhuis en het Salvator Sint-Ursulaziekenhuis, ondertekend in Hasselt op 29 oktober 2007. Beide samenwerkingsovereenkomsten zijn tot stand gekomen vanuit een dubbele bekommernis. Enerzijds is er de wil tot verdere kwalitatieve optimalisatie van het zorgaanbod aan de patiënten. Anderzijds is er het streven naar een verbetering van de werkomstandigheden voor de artsen van de betreffende disciplines, waardoor het ook op lange termijn mogelijk zal blijven te voldoen aan de beschikbaarheidsverplichtingen tijdens de wachtdiensten. Als gevolg van de samenwerking zullen de medische teams die instaan voor de continuïteit van de zorgen (ongetwijfeld een zeer belangrijk kwaliteitselement naast medischinhoudelijke aspecten) voor elk van beide disciplines uitgebreid worden tot vier - en in de toekomst wellicht vijf - artsen-specialisten. Hierdoor is het mogelijk dat binnen elk specialisme de artsen nog een eigen interessegebied kunnen uitbouwen en aanbieden aan de patiënten van beide ziekenhuizen. De basiszorg (zowel klinisch, dagklinisch als poliklinisch) zal steeds zo dicht mogelijk bij de patiënt aangeboden worden. Waar nodig zal de patiënt voor bepaalde interventies of onderzoeken verwezen worden naar het ziekenhuis waar de medische uitrusting of expertise voorhanden zijn, waarna hij of zij voor de nazorg toch weer dicht bij huis geholpen zal kunnen worden. Tussen de beide CAZ-ziekenhuizen bestaan er tot ieders tevredenheid en dit al meer dan vijf jaar structurele en vruchtbare samenwerkingsverbanden met betrekking tot de neurochirurgie en de urologie. Deze laatste werd recent uitgebreid naar artsen van het Virga Jesseziekenhuis. Bovendien is er ook het centrum voor nucleaire geneeskunde dat zijn activiteiten zowel in beide Hasseltse

ziekenhuizen als in het Sint-Franciskusziekenhuis uitvoert. De nieuwe overeenkomsten rond neurologie en vaatheelkunde zijn beide vertrokken vanuit reeds bestaande samenwerkingen, waarbij Dr. A. Koppert, vasculair chirurg, reeds enkele jaren samenwerkte met Dr. J. Hoydonckx en Dr. Tuyls, neuroloog, na het vertrek van Dr. Vanroose en in akkoord met de directie van het Salvator/ Sint-Ursulaziekenhuis bereid gevonden werd in te staan voor de ondersteuning van het specialisme neurologie in het Sint-Franciskusziekenhuis in afwachting van het invullen van de nog openstaande vacature voor een voltijds neuroloog. In lijn met de eigen missie en visie alsook de conclusies van een strategische oefening, die we het voorbije jaar maakten in het SintFranciskusziekenhuis, kaderen deze en ook andere, reeds geruime tijd lopende samenwerkingsverbanden met het Virga Jesseziekenhuis (nefrologie, cardiologie, oncologie, stomatologie en psychiatrie) in een klare toekomstvisie op lange termijn. Hierin wordt gestreefd naar een structurele en loyale samenwerking van het Sint-Franciskusziekenhuis met de beide Hasseltse ziekenhuizen en in de toekomst het Hasseltse fusieziekenhuis. Wij twijfelen er niet aan dat binnen een nog uit te schrijven, formeel samenwerkingskader in de nabije toekomst nog tal van andere samenwerkingsverbanden zullen ontstaan, die niet alleen de bevolking van West-Limburg maar ook elk van de samenwerkende ziekenhuizen ten goede zullen komen. Dr. Luc Geutjens

intro januari 2008

15


Fietshappening 16 september, bijzonder geslaagd, dankzij jullie... Zestien september werd op elk vlak een voltreffer. Bij uitstekende zonnige weersomstandigheden kende het sportief gebeuren bijzonder veel bijval. Meer dan 800 mountainbikers hebben het parcours uitgereden. “Lekker op wieltjes”, de kastelenfietstocht doorheen Heusden-Zolder met diverse culinaire hapjes, viel bij de deelnemers erg in de smaak. De ploegentijdrit (70 ploegen bestaande uit teams van 5) kreeg een extra dimensie met het tijdrijden voor medici – paramedici. Onder stimulans van onze voorzitter van de Raad van Bestuur kregen belangrijke ziekenhuispartners en belanghebbenden de kans om voor hun favoriete team te supporteren tijdens en na de hospitalitylunch. Een sportieve context voor een sportieve samenwerking tussen de Limburgse en ook andere ziekenhuizen... Ontspanning voor groot en klein werd verzekerd in en rond de tent. Kinderen konden zich naar hartelust uitleven.

Een enthousiast animatieteam zorgde voor een gevarieerde inkleuring van de activiteiten. De volledige tent werd door UC Belgium omgetoverd tot een VIP-ruimte voor iedereen. De onbaatzuchtige inzet van vrijwilligers en organisaties (KWB, Sint-Vincentiusbeweging, scouts,...), handelaars uit Heusden-Zolder en omgeving, bekende (ex-)profs als Marc Wauters en minder bekende sporters, de gemeentelijke diensten, de faciliteiten in en rond het circuit en niet te vergeten de inzet van veel personeelsleden uit het Sint-Franciskusziekenhuis, zorgden voor een belangrijk teamgevoel, maar ook voor een bijzonder geslaagde dag. Bijzondere dank dat we op jullie mochten rekenen! Namens de stuurgroep ‘Heusden-Zolder fietst naar Congo’.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.