13 mm
S∙P∙Q∙R is een methode Latijnse Taal en Cultuur die aansluit op het vernieuwde examenprogramma waarin de samenhang tussen taal en cultuur — tekst in context — centraal staat. Het tekstboek, de hulpboeken, het digitale lesmateriaal (pc, tablet & smartphone) en het docentenmateriaal vormen samen het complete aanbod van de methode S∙P∙Q∙R.
S∙P∙Q∙R LATIJN HULPBOEK
AUTEURS ADRIAAN KEGEL SIMON ROOSJEN AGNES SCHAAFSMA PAUL VISSER
2
2
SPQR •
•
•
LATIJN
www.staal-roeland.nl
HULPBOEK
9 7 8 9 4 9 2 00002 6
SPQR_Hulpboek_2_Omslag_13mm.indd 1
03-10-14 09:43
Inhoud Direct aan de slag 4
THEMA 5
Mare Nostrum Overzichtstabel opdrachten en mandata 67
THEMA 3
Familia Overzichtstabel opdrachten en mandata 5 Prima Familia Gezinsleven 6 15 16 17
Matrona – Vrouw des huizes 11 Toga virilis – De mannentoga 14 Funus – Begrafenis 18 N.B. Rangen en standen 22
18 19 20 21
Servi – Slaven 24 Fugitivus – Weggelopen slaaf 27 Spartacus 31 Patronus – De beschermheer 34 Etc. De kindertijd 35
Prima – Carthago 68 29 Hannibal 71 30 Ad portas – Bij de poorten 74 31 Scipio 77 N.B. De Griekse wereld 81 32 33 34 35
Alexander 83 Alexandria 86 Philosophus – De filosoof 91 Graecia capta – Griekenland veroverd 95 Etc. Wereldwonderen 97
Grammatica Thema 3 grammatica 99
THEMA 4
Pompeii Overzichtstabel opdrachten en mandata 37 Prima – Pompeii, de verdwenen stad 38
22 Pictura – De wandschildering 40 23 Thermopolium – De snackbar 45 24 Triclinium – De eetkamer 49
Thema 4 grammatica 121 Thema 5 grammatica 151 Overzicht grammatica 177 Alfabetische woordenlijst 197
N.B. Straatbeeld 52 25 26 27 28
Fullonia – De vollerij 54 Pistrina – De bakkerij 57 Thermae – De thermen 61 Vesuvius – Ooggetuigenverslagen van de vulkaanuitbarsting 64 Etc. Pompeii teruggevonden 65
15722_boek_SPQR Hulpboek 2.indb 3
01-10-14 11:43
THEMA 5 MARE NOSTRUM TEKSTBOEK
HULPBOEK Cultuur Opdrachten
Prima Carthago
29
Hannibal
Latijnse tekst Opdrachten
1 t/m 5
▶ Herhaling: persoonsvormen en
extra 6, 7
▶ Mandatum I — VI
voegwoorden die een bijzin inleiden
▶ 5.1 werkwoord –
8, 9 10 t/m 16
Ad portas Bij de poorten
futurum en futurum exactum ▶ Mandatum VII — X
extra 17, 18 30
Grammatica Uitleg en opdrachten
▶ 5.2 werkwoord – het passief
19, 20 21 t/m 26 extra 27
▶ 5.3 werkwoord – passieve persoonsvormen
(prs - ipf - fut) ▶ Mandatum XI — XIV
31
Scipio
▶ 5.4 werkwoord –
28 t/m 30 31 t/m 37 extra 38, 39
NB De Griekse wereld
passieve persoonsvormen met ppp (pf - pqp -fex) ▶ 5.5 werkwoord – pfa (participium futurum actief) ▶ Mandatum XV — XVIII
40 t/m 42 extra 43
32
Alexander
▶ 5.6 werkwoord - onregelmatige werkwoorden
44 t/m 47 48 t/m 54
▶ Mandatum XIX — XXII
extra 55 33
Alexandria
▶ 5.7 de zin – infinitieven in de aci
56 t/m 58 59 t/m 65
▶ Mandatum XXIII — XXVI
extra 66 t/m 68 34
Philosophus De filosoof
69 t/m 72 73 t/m 81 extra 82, 83
35
Graecia capta Griekenland veroverd
84 85 t/m 89 extra 90, 91
Etc. Wereldwonderen
15722_boek_SPQR Hulpboek 2.indb 67
92
▶ 5.8 onregelmatige perfectumstammen
extra 93
▶ Mandatum XXVII
in thema 5
01-10-14 11:44
OPDRACHTEN BIJ THEMA 5
PRIMA  CARTHAGO OPDRACHT 1 Kijk naar de kaart van ItaliÍ op pagina 2 van het tekstboek. a Noteer de Latijnse naam voor het gebied van de Etrusken. b Door welke twee rivieren wordt het gebied van de Etrusken omsloten? c Zoek op wat de huidige naam is van het gebied van de Etrusken. d Noteer de Latijnse naam van het gebied in het zuiden dat onder Griekse invloed stond. e Wat was de laatste stad die de Romeinen daar veroverden?
OPDRACHT 2 a Zoek op wat het begrip pyrrusoverwinning inhoudt. b Leg uit wat dit begrip te maken heeft met de overwinningen van koning Pyrrhus.
OPDRACHT 3 Bekijk de afbeelding van Carthago met daarop de ronde oorlogshaven. a Bedenk drie voordelen van de vorm van deze haven. b Stel je voor dat jij de admiraal bent van de Carthaagse oorlogsvloot. Je wilt vanaf het eilandje in het midden van de haven de kapiteins van de oorlogssschepen bevelen geven. Verzin drie verschillende bevelen en bijbehorende trompetsignalen. Neem een feesttoeter, claxon of iets dergelijks mee naar school en laat je bevelen klinken in de klas.
68
15722_boek_SPQR Hulpboek 2.indb 68
01-10-14 11:44
OPDRACHT 4 Kijk naar de overzichtskaart van het Middellandse Zeegebied op pagina 10-11 van het tekstboek. a Leg uit waarom Carthago het handelsverkeer op de Middellandse Zee kon beheersen. b Leg uit waarom daarvoor ook een stevige voet aan wal op het eiland Sicilië onontbeerlijk was.
OPDRACHT 5 Kijk naar de afbeeldingen in het tekstboek. De oorlogsschepen op de bovenste afbeelding worden voortbewogen door roeiers, de handelsschepen op de onderste afbeelding door zeilen. Noem voor- en nadelen van beide manieren van voort bewegen over zee en verklaar op grond daarvan het verschil.
EXTRA
OPDRACHT 6 a Kijk naar de afbeelding. Hoeveel roeiers zie je per roeiriem boven - midden - onder? b De bovenste riemen kun je tellen: het zijn er vijftien. Stel dat ook midden en onder hetzelfde aantal riemen wordt gebruikt, hoeveel roeiers zitten er dan in dit deel van het schip? c De roeiers waren vaak slaven. Waarom denk je dat werken als galeislaaf werd beschouwd als een van de ergste vormen van slavernij?
69
15722_boek_SPQR Hulpboek 2.indb 69
01-10-14 11:45
OPDRACHTEN BIJ THEMA 5
OPDRACHT 7 a Welke twee middelen om een vijandelijk schip aan te vallen zijn afgebeeld met de nummers 1 en 2? b De Latijnse naam voor 1 is rostrum en voor 2 corvus. Zoek in een woordenboek op wat deze woorden betekenen. Vind je het passende benamingen? Waarom wel/niet?
2
1
70
15722_boek_SPQR Hulpboek 2.indb 70
01-10-14 11:45
15722_boek_SPQR Hulpboek 2.indb 150
01-10-14 11:45
THEMA 5 MARE NOSTRUM GRAMMATICA ▶ WAT JE GAAT LEREN
THEMA 5 MARE NOSTRUM TEKSTBOEK
HULPBOEK GRAMMATICA
Herhaling: persoonsvormen
29 Hannibal
5.1 werkwoord - futurum en futurum exactum
30 Ad portas
5.2 werkwoord - het passief 5.3 werkwoord - passieve persoonsvormen (prs - ipf - fut)
31 Scipio
5.4 werkwoord - passieve persoonsvormen met ppp (pf - pqp -fex) 5.5 werkwoord - pfa (participium futurum actief)
32 Alexander
5.6 werkwoord - onregelmatige werkwoorden
33 Alexandria
5.7 de zin - infinitieven in de aci 5.8 onregelmatige perfectumstammen in thema 5
▶ HOE JE HET AANPAKT
De grammatica begint met herhaling. Je hoeft niet alle herhaling gedaan te hebben, voordat je met de nieuwe stof begint. Het is aan jou – of je docent – om te bepalen wanneer je de grammatica doorneemt: vóór het lezen van de Latijnse tekst, erna of als je vastloopt tijdens het vertalen. ▶ WAT JE MOET WETEN VOOR JE BEGINT
De uitleg gaat ervan uit dat je nog weet hoe persoonsvormen worden opgebouwd. Check: wat wordt bedoeld met werkwoordstam - kenletter(s) - bindvocaal persoonsuitgang? hoe onderscheid je persoon - getal - tijd? Vind je dit moeilijk? Zie het overzicht van het werkwoord op pagina 187-193. ▶ WAT JE MOET WETEN ALS JE KLAAR BENT
De hoofdpunten van de grammatica in dit thema zijn de toekomende tijden en het passief. Een overzicht van wat je daarover moet weten, als je alle grammatica van dit thema hebt doorgenomen, staat op pagina 189-193.
151
15722_boek_SPQR Hulpboek 2.indb 151
01-10-14 11:45
GRAMMATICA & MANDATA BIJ THEMA 5
HERHALING PERSOONSVORMEN EN VOEGWOORDEN DIE EEN BIJZIN INLEIDEN
MANDATUM I Schrijf de volledige rijtjes op van de volgende werkwoorden in de aangegeven tijd. praesens: 1a sentire 1b dare imperfectum: 2a apparēre 2b scire perfectum: 3a mutare 3b currere plusquamperfectum: 4a tangere 4b docēre
MANDATUM II Noteer de onregelmatige perfectumstam en de betekenis van het werkwoord. 1 2 3 4 5
ire mittere cupere laedere capere
6 regere 7 credere 8 relinquere 9 accendere 10 movēre
11 tradere 12 tollere 13 invenire 14 parcere 15 vivere
16 agere 17 sumere 18 spernere 19 ruere 20 arcessere
MANDATUM III Neem het schema over en vul het volgens de voorbeelden in.
vb vendideras vb ponunt 1 2 3 4 5
complebam cepisti nescio legitis coegerant
stam (prs) of (pf)
kenletters
bindvocaal
persoonsuitgang
tijd
vertaling
vendid (pf) pon (prs)
era -
u
s nt
pqp prs
jij had verkocht zij plaatsen
6 dubitavit 7 possidebamus 8 iacebat 9 aspexeras 10 caremus
11 amisi 12 exieramus 13 dividis 14 tremunt 15 vulnerat
16 addidistis 17 tremebatis 18 tetigerunt 19 audebas 20 inceperam
152
15722_boek_SPQR Hulpboek 2.indb 152
01-10-14 11:45
MANDATUM IV Neem het schema over en vul het in volgens het voorbeeld.
vb laboravisti
1 2 3 4
veto pepercimus praeterieras quaerebatis
persoon 1–2–3
getal ev – mv
tijd prs – ipf – pf – pqp
vertaling
2
ev
pf
jij werkte hard, hebt hard gewerkt
5 6 7 8
tetigeramus pendent posuistis sentiebam
9 apparetis 10 vixerant 11 nuntias 12 protexit
13 tacebas 14 rapuisti 15 egerat 16 egebamus
MANDATUM V Op elke stippellijn past een werkwoordsvorm uit het kader. Noteer de vorm en vertaal de zin. 1 ‘Quam ob causam vos heri ex amphitheatro … ?’ Aulus amicos … 2 … pater filio nonnulla dona, quae mater antea … in foro. 3 Puella amico dixit: ‘… mihi dona, quae nuper parentes tibi … 4 Viri, qui spectacula …, clamabant: ‘… ad amphitheatrum et … Ludos!
celebrate - dederunt tradidit - nuntiabant ostende - exiistis venite - rogavit - emerat
5 6 7 8
addis - conspexi deficit - pugnaverant laudabat - ludere possum - sumere- fugere
Procul … pueros per horas in umbra sub arboribus ad flumen … Post pugnam ultimam dux fidos milites …, qui satis fortiter … Olim Spartacus dixit: ‘ … constitui, quod vincere non iam …’ Pecunia mea …, at si tu pecuniam …, vinum bonum … possumus.’
153
15722_boek_SPQR Hulpboek 2.indb 153
01-10-14 11:45
GRAMMATICA & MANDATA BIJ THEMA 5
MANDATUM VI VOEGWOORDEN DIE EEN BIJZIN INLEIDEN Dit is een moeilijke opdracht. Werk samen met een klasgenoot of in een groepje. Kies het meest passende van de twee voegwoorden die tussen haakjes staan en vertaal de zin. 1 (quia / quamquam) Ad homines, qui procul trans montes ignota in regione vixerunt, haud libenter accessi, … linguam eorum parum intellexi. 2 (si / nisi) Puer, … verba carminis frequenter repetivit, neque satis clare carminis meminisse neque gaudio canere potuit. 3 (donec / dum) … dominus abest, alius servus prudenter ultro frumentum in agris curat, alius servus peior laborem relinquit. 4 (cum / priusquam) Necesse est misericordiam ostendere, … homines tristes dolori vehementi cedunt. 5 (postquam / quamquam) … omnia mandata minimo labore paucis horis perficere potuimus, tamen opus nobis parum gaudii praebuit. 6 (quod / nisi) Frustra frumentum ab agris rapuerunt fures, qui lentius processerunt, … saccos plenos frumenti gerebant: ita eos villae custodes facile ceperunt. 7 (ut / priusquam) … iuvenis puellam aspexit, sensit formam oculorum eius suum cor iam statim vehementi amore complevisse. 8 (quod / sicut) … antea in silva servus leonis vulnus misericordia curavit, sic postea in arena leo servi vitae pepercit: alius alium servavit. 9 (cum / priusquam) Per nonnullos annos hic habitavi, sed … Romam veni, per annos iuventutis minima in villa procul ab urbe prope litus vixeram. 10 (postquam / si)… de perpetua miseria familiae tuae fabulam tristissimam mihi narravisti, pecuniam, qua egebas, tibi tradidi, at postea intellexi te semper fraude doloque vitam agere. 11 (cum / donec) … dux in bello commisit officium, cui virtus vestra deficit, prudentius est legionem relinquere quam anxio animo bellum gerere. 12 (ut / donec) Pedibus nudis in flumine stabamus, ubi aqua clara molles vestes frequenter lavabamus, … omnes vestes purgatae erant.
6 fur, -res = dief 6 saccus = zak 7 cor, corda = hart 10 miseria = ellende 10 fraus, fraudes = bedrog 11 animus = geest, gemoed 12 purgatus, -a, -um = schoon
154
15722_boek_SPQR Hulpboek 2.indb 154
01-10-14 11:45
5.1 — BIJ LES 29 HANNIBAL WERKWOORD: FUTURUM EN FUTURUM EXACTUM
Verleden voor-verleden verleden Heden Toekomst voor-toekomend toekomend
Antea servus, qui vasa pretiosa fregerat, in horto se celavit, nam poenam timebat. Nunc dominus servum quaerit. Mox dominus, cum servum invenerit, eum severe puniet.
Eerder heeft een slaaf, die duur vaatwerk had gebroken, zich in de tuin verborgen, want hij was bang voor straf. Nu zoekt de meester de slaaf. Spoedig zal de meester, wanneer hij de slaaf zal hebben gevonden, hem streng straffen.
Als je in het Nederlands spreekt over twee gebeurtenissen in de toekomst, waarvan de ene eerder plaatsvindt dan de andere, hoor je nauwelijks tijdverschil. Je zegt: ‘als je straks je huiswerk maakt, haal je morgen een goed cijfer’ of: ‘je zult volgend jaar je examen halen, als je goed hebt geleerd’. Het Latijn laat wél heel precies horen welke gebeurtenis in de toekomst eerst plaatsvindt en welke daarna. Daarvoor kent het Latijn twee toekomende tijden: het futurum en het futurum exactum.
futurum
toekomende tijd
a-stam
e-stam
mk-stam
i-stam
esse
prs.stam +b+ pu voca-b-o voca-b-i-s voca-b-i-t voca-b-i-mus voca-b-i-tis voca-b-u-nt
prs.stam +b+ pu terre-b-o terre-b-i-s terre-b-i-t terre-b-i-mus terre-b-i-tis terre-b-u-nt
prs.stam +e+ pu vinc-a-m vinc-e-s vinc-e-t vinc-e-mus vinc-e-tis vinc-e-nt
prs.stam +e+ pu audi-a-m audi-e-s audi-e-t audi-e-mus audi-e-tis audi-e-nt
ero eris erit erimus eritis erunt
ik zal roepen
ik zal bang maken
ik zal overwinnen
ik zal horen
ik zal zijn
- wat in de toekomst zal gebeuren
futurum exactum
‘voor-toekomende’ tijd
a-stam
e-stam
mk-stam
i-stam
esse
pf.stam +eri+ pu vocav-er-o vocav-eri-s vocav-eri-t vocav-eri-mus vocav-eri-tis vocav-eri-nt
pf.stam +eri+ pu terru-er-o terru-eri-s terru-eri-t terru-eri-mus terru-eri-tis terru-eri-nt
pf.stam +eri+ pu vic-er-o vic-eri-s vic-eri-t vic-eri-mus vic-eri-tis vic-eri-nt
pf.stam +eri+ pu audiv-er-o audiv-eri-s audiv-eri-t audiv-eri-mus audiv-eri-tis audiv-eri-nt
fu-er-o fu-eri-s fu-eri-t fu-eri-mus fu-eri-tis fu-eri-nt
ik zal hebben
ik zal hebben
ik zal hebben
ik zal hebben
ik zal zijn
geroepen
bang gemaakt
overwonnen
gehoord
geweest
- wat in de toekomst eerst gebeurd zal zijn
155
15722_boek_SPQR Hulpboek 2.indb 155
01-10-14 11:45
GRAMMATICA & MANDATA BIJ THEMA 5
5.6 — BIJ LES 32 ALEXANDER WERKWOORD: ONREGELMATIGE WERKWOORDEN
De werkwoorden velle, nolle en malle hebben een onregelmatige infinitivus en onregelmatige vormen in het praesens. Ook van de werkwoorden ferre en ire zijn enkele vormen onregelmatig. velle willen
nolle niet willen
malle liever willen
ferre 1 dragen, brengen 2 verdragen
ire gaan
prs
volo vis vult volumus vultis volunt
nolo non vis non vult nolumus non vultis nolunt
malo mavis mavult malumus mavultis malunt
fero fers fert ferimus fertis ferunt
eo is it imus itis eunt
ipf
volebam volebas enz.
nolebam nolebas enz.
malebam malebas enz.
ferebam ferebas enz.
ibam ibas enz.
fut
volam voles enz.
nolam noles enz.
malam males enz.
feram feres enz.
ibo ibis enz.
pf
volui voluisti enz.
nolui noluisti enz.
malui maluisti enz.
tuli tulisti enz.
ii iisti enz.
pqp
volueram volueras enz.
nolueram nolueras enz.
malueram malueras enz.
tuleram tuleras enz.
ieram ieras enz.
fex
voluero volueris enz.
noluero nolueris enz.
maluero malueris enz.
tulero tuleris enz.
iero ieris enz.
MANDATUM XIX Vertaal in het Latijn. Gebruik de aangegeven werkwoordstijd. 1 2 3 4 5
wij wilden (ipf) hij/zij draagt jij zal liever willen jullie willen niet ik was gegaan
6 zij gingen (pf) 7 jij wilde niet (pf) 8 ik zal hebben gewild 9 zij hadden gedragen 10 wij willen liever
11 jullie zullen dragen 12 hij/zij wil liever 13 wij zullen gaan 14 ik zal niet willen 15 jullie wilden (ipf)
166
15722_boek_SPQR Hulpboek 2.indb 166
01-10-14 11:46
13 mm
S∙P∙Q∙R is een methode Latijnse Taal en Cultuur die aansluit op het vernieuwde examenprogramma waarin de samenhang tussen taal en cultuur — tekst in context — centraal staat. Het tekstboek, de hulpboeken, het digitale lesmateriaal (pc, tablet & smartphone) en het docentenmateriaal vormen samen het complete aanbod van de methode S∙P∙Q∙R.
S∙P∙Q∙R LATIJN HULPBOEK
AUTEURS ADRIAAN KEGEL SIMON ROOSJEN AGNES SCHAAFSMA PAUL VISSER
2
2
SPQR •
•
•
LATIJN
www.staal-roeland.nl
HULPBOEK
9 7 8 9 4 9 2 00002 6
SPQR_Hulpboek_2_Omslag_13mm.indd 1
03-10-14 09:43