SPQR •
•
•
LATIJN
TEKSTBOEK GYMNASIUM 1, 2 & 3
ITALIA Rome ligt centraal op het Italische schiereiland. De Romeinen veroverden vanaf de achtste eeuw v. Chr. eerst Etruria in het noorden en maakten zich in de derde eeuw v. Chr. meester van de Griekse nederzettingen in het zuiden. De rivier de Rubico was de grens van het Romeinse Rijk totdat aan het eind van de derde eeuw v. Chr. ook de Galliërs in Gallia Cisalpina verslagen werden.
Comum G A L L I A C I SA L P I N A
Mediolanum
Verona
Padus
Luca
Rubico
Arnus ETRURIA
Tiberis
M A R E A D R I AT I C U M Tarquinii CO R S I C A
Ostia
Roma
Alba Longa
Sulmo
L AT I U M
Cannae
Capua Neapolis
C A M PA N I A
Via Appia Brundisium
Pompeii
Tarentum
SARDINIA
MARE TYRRHENUM M AG N A G R A E C I A
Messana
SICILIA
Syracusae Carthago Zama
LATIJN TEKSTBOEK GYMNASIUM 1, 2 & 3
ADRIAAN KEGEL SIMON ROOSJEN AGNES SCHAAFSMA PAUL VISSER
STAAL & ROELAND BV
Inhoud
Senatus Populusque Romanus 6 Romeinse geschiedenis in drie periodes 8 Het Romeinse Rijk in 117 n. Chr. 10
THEMA 1
Forum Prima 14
1 Flumen 16 2 Lupa 18 3 Regnum 20
NB Godenverering 22
4 Capitolium 24 5 Ignis Vestae 26 6 Castor et Pollux 28 7 Numen deorum 30
Etc. Godenparade 32
THEMA 2
Ludi
Prima 36
8 Triumphus 38 9 Gladiatores 40 10 Spectacula 42
NB Het Colosseum 44
11 Pugna 46 12 Circus Maximus 48 13 Theatrum 50 14 Spectatores 52
Etc. Naspel 54
THEMA 3
Familia
Prima 58
15 Matrona 60 16 Toga virilis 62 17 Funus 64
NB Rangen en standen 66
18 Servi 68 19 Fugitivus 70 20 Spartacus 72 21 Patronus 74
4
Etc. De kindertijd 76
THEMA 4
Pompeii
Imperator
Prima 80
Prima 146
NB Straatbeeld 88
25 Fullonia 90 26 Pistrina 92 27 Thermae 94 28 Vesuvius 96
THEMA 7
22 Pictura 82 23 Thermopolium 84 24 Triclinium 86
43 Livia 148 44 Claudius 150 45 Nero 152
NB Nieuwe godsdiensten 154
46 Flavii 156 47 Traianus 158 48 Constantinus 160 49 Sine ira et studio 162
Etc. Pompeii teruggevonden 98
THEMA 5
Etc. Romeinse keizers 164
THEMA 8
Mare Nostrum
Pax Romana
Prima 102
Prima 168
29 Hannibal 104 30 Ad portas 106 31 Scipio 108
NB De Griekse wereld 110
32 Alexander 112 33 Alexandria 114 34 Philosophus 116 35 Graecia capta 118
Etc. Wereldwonderen 120
THEMA 6
Caesar
Prima 124
50 Provincia 170 51 Opera publica 172 52 Diploma 174
NB Romeinen in West-Europa 176
53 Limes 178 54 Iulius Civilis 180 55 Batavi 182 56 Germania 184
Etc. Arminius & Civilis 186
Alfabetische woordenlijst 188 Lijst van gebruikte afkortingen 203 Illustratieverantwoording 204
36 Bellum Gallicum 126 37 Alesia 128 38 Vercingetorix 130
NB Het leger 132
39 Alea iacta est 134 40 Veni, vidi, vici 136 41 Idus Martiae 138 42 Galli 140
Etc. Asterix en het leger van Caesar 142
5
De tocht van Hannibal over de Alpen, gemaakt in 1866 door de Duitse schilder en illustrator Heinrich Leutemann. De ontberingen tijdens Hannibals tocht over de Alpen zijn groot. In de verte stort een olifant met zijn berijder in een afgrond. Woeste bergstammen vallen vanuit een hinderlaag de soldaten aan. Hannibal spoort anderen aan om hen te gaan helpen. Een ezeldrijver strekt zijn hand uit naar een makker die bezweken is aan de inspanningen. Een soldaat neemt een andere onder de arm. Een bebaarde man slaat zijn lastdier met de stok om het maar door te laten lopen.
THEMA 5
Mare Nostrum Het Middellandse Zeegebied
De angst voor de vijand zat diep bij de Romeinen: Hannibal, de briljante aanvoerder van de Carthagers, had talloze Romeinse legers verslagen en bijna Rome ingenomen. In dit thema kom je te weten hoe hij uitgroeide tot de meest gevreesde tegenstander van Rome en hoe hij uiteindelijk zijn meerdere moest erkennen in de Romeinse generaal Scipio. Door de overwinning op Carthago werd Rome een wereldmacht. Het richtte zijn blik op het oostelijk deel van de Middellandse Zee. Daar waren sinds de veroveringen van Alexander de Grote de Grieken de baas. Eén voor één kwamen hun koninkrijken in de begerige Romeinse handen terecht, met als laatste Egypte. Zo werd de Middel landse Zee een Romeinse binnenzee: Mare Nostrum, Onze Zee. Toch werden de Romeinen zelf ook verslagen: de kunst, cultuur en wetenschap van de Grieken maakte zoveel indruk op hen, dat ze veel hiervan overnamen. De aanblik van de prachtige wereldwonderen sloeg de Romeinen met stomheid.
753 v. Chr.
509 v. Chr.
27 v. Chr.
Koningstijd v. C hr.
800
700
600
476 n. Chr.
Republiek 500
400
300
Keizertijd
200
0
100
100
200
300
400
500
n. Chr.
32 33
30 Prima
Punische Oorlogen
29
Les Prima
31
Les Heel Italia veroverd, 275 v. Chr.
31
Derde Punische Oorlog, 149–146 v. Chr.
29
Eerste Punische Oorlog, 264–241 v. Chr.
32
Alexander de Grote, 356–323 v. Chr.
30
Tweede Punische Oorlog, 218–201 v. Chr.
33
Stichting Mouseion, 295 v. Chr.
31
Dood van Hannibal en Scipio, 183 v. Chr.
101
Prima — Carthago
I
n het begin van de derde eeuw v. Chr. waren de Romeinen heer en meester in Italië. De buurvolkeren in Midden-Italië waren overwonnen, de macht van de Etrusken in het noorden was gebroken en van de Grieken in het zuiden was nog maar weinig tegenstand te duchten. Om de troepen snel te kunnen verplaatsen hadden de Romeinen in 312 v. Chr. de Via Appia aan gelegd, de weg van Rome naar het zuiden. De Via Appia werd de eerste grote verbindingsroute in een wegennet dat drie eeuwen later het hele Romeinse rijk zou bestrijken. In 275 v. Chr. namen de Romeinen Tarentum in, de laatste Griekse stad in het zuiden van Italië. Tarentum had de hulp ingeroepen van de Griekse koning Pyrrhus. Mede dankzij de inzet van olifanten had hij specta culaire successen behaald, maar zijn ‘pyrrusover winningen’ gingen met enorme verliezen gepaard. Hij werd verslagen door de Romeinen, die het nu in heel Italië voor het zeggen hadden. Als ze hun invloeds sfeer verder wilden uitbreiden, moesten ze de zee op. Dat leverde twee problemen op: anderen waren de baas op zee en de Romeinen hadden geen ervaring met het bouwen van schepen. v CARTHAGO De Noord-Afrikaanse havenstad Carthago gold in die tijd als een van de rijkste steden van het Middellandse Zeegebied. De welvaart van de kwart miljoen inwoners berustte op de handel. De Carthagers, die ook wel Puniërs werden genoemd, voeren met hun enorme vrachtschepen naar Engeland, Spanje, Italië en Grieken land. De Carthagers waren overal te vinden. Carthago beschikte ook over een zeer sterke vloot. Die diende vooral ter bescherming van de handels konvooien. Het waren enorme schepen die voort gedreven werden door vijftig of meer grote roeiriemen, met vijf roeiers aan één riem. Zenuwcentrum van de stad waren de twee havens. Eén was bestemd voor de vrachtschepen. De ander diende als haven voor de oorlogsbodems die de handel moesten beschermen. Deze haven had een ronde vorm, zodat alle trompet signalen vanuit het hoofdkwartier op het eilandje in het midden gemakkelijk en snel alle tweehonderd schepen bereikten die daar konden liggen. De eigen bevolking was niet groot genoeg om tege lijkertijd alle vrachtschepen, oorlogsschepen en het
102
THEMA 5 Mare Nostrum
leger te bemannen. De meeste soldaten van Carthago waren dan ook huursoldaten uit Noord-Afrika en Spanje. De leiding was in handen van enkele Carthaagse families, die van geslacht op geslacht de beroeps militairen leverden en zo voor een zeer ervaren en deskundige l eiding van het huurlingenleger zorgden. Het beroemdst was de familie Barcas. v ROME EN DE ZEE Van oudsher hielden Romeinse senatoren zich niet bezig met de handel, niet op het land en niet op zee. Een Romein van stand verdiende zijn vermogen in de landbouw. Aan het eind van de 3de eeuw v. Chr. gold een wet dat een senator of iemand wiens vader senator was geweest geen zeewaardig schip mocht bezitten. En zonder schip was handel niet mogelijk. Grote havens had Italië niet. Die waren elders: Piraeus in Griekenland, Alexandrië in Egypte en Carthago. Toen de Romeinen in het begin van de derde eeuw v. Chr. in conflict kwamen met Carthago, moesten ze wel de zee op. Een zeeslag werd in die tijd beslist door het in de grond boren van het vijandelijk schip. Voor dat doel waren de schepen uitgerust met een zware stormram, vlak onder de waterlijn. Soldaten waren hierbij nauwelijks nodig, wél handige zeelieden — en die hadden de Carthagers. In de eerste zeeslagen die ze met de Romeinen uitvochten, maakten ze korte metten met de weinige oorlogsschepen waarover de Romeinen beschikten. De ommekeer kwam, toen de Romeinen een nieuwe vloot bouwden. Een gestrand Carthaags schip leverde het voorbeeld en Griekse scheepsbouwers deden voor hoe het moest. In twee maanden tijd waren ruim hon derd schepen klaar. De Romeinen bedachten ook een nieuwe aanvalstactiek. Ze ontwierpen draaibare enter bruggen, die bij de nadering van een vijandelijk schip met een katrol in elke gewenste hoek konden worden neergelaten. Met twee scherpe haken werd de loopplank aan het andere dek vastgeklonken en de gevechtsklare Romeinse soldaten maakten de zaak in hoog tempo af. Deze methode had voor de Romeinen grote voor delen: schepen hoefden geen ingewikkelde manoeuvres meer uit te voeren en de Romeinse soldaten konden man tegen man vechten — dat was hun specialiteit.
Met een geweldige dreun heeft de enterbrug zich met zijn haken in het dek van het Carthaagse schip geboord. Een eerste Romeinse soldaat heeft het vijandelijke schip bereikt. Zijn strijdmakkers stormen achter hem aan: klaar voor een veldslag op zee! Schilderij van Stanley Meltzoff, gemaakt voor een uitgave van National Geographic Society uit 1975.
In de haven van Carthago werd van alles verhandeld, zoals stoffen, wijn, ivoor en wilde dieren uit Afrika. Schilderij van Peter V. Bianchi, gemaakt voor een uitgave van National Geographic Society uit 1975.
103
29
Hannibal
D
e contacten tussen Romeinen en Carthagers waren enige tijd vreedzaam. Verdragen legden vast wie zich waar met wat mocht bemoeien. Maar in 264 v. Chr. ging het mis op het eiland Sicilië. Daar werd de piraten stad Messana (nu Messina) aangevallen door de Grieken uit Syracuse. De inwoners riepen de hulp in van de Car thagers. Die deden hun werk, maar bleven vervolgens als een soort bezettingsmacht in Messana. Toen klopten de inwoners om hulp aan bij de Romeinen. Eerste Punische Oorlog (264 – 241 v. Chr.) — De oorlog die toen uitbrak, speelde zich eerst af op Sicilië. Daar werden de Carthagers teruggedrongen, maar Rome wilde meer en zond zijn leger naar Noord-Afrika. Dat werd geen succes. De oorlog sleepte zich jaren voort, op en rond Sicilië. De Romeinen hadden met zware tegenslagen te kampen. Verschillende keren verging hun hele vloot in zware stormen. De beslissende zeeslag vond plaats in 241 v. Chr. De Carthaagse aanvoerder Hamilcar Barcas capituleerde en ontruimde Sicilië. Sicilië werd de eerste Romeinse provincie. Na de nederlaag op Sicilië versterkte Carthago zijn positie in Spanje. Tot dan toe had het zich beperkt tot een controle over de wegen in het zuiden van Spanje. Nu breidde Carthago zijn handelsnederzettingen op de oostkust uit tot aan de rivier de Ebro in het noorden. De stad Barcelona bijvoorbeeld herinnert in zijn naam nog steeds aan zijn stichters, de familie Barcas. In Spanje — In het legerkamp van vader Hamilcar groeide de kleine Hannibal op. Daar ontwikkelde hij een gloeien de hekel aan alles wat Romeins was. Toen zijn vader met zijn leger naar Spanje vertrok, legde de negenjarige Hannibal bij het altaar een eed af: voor eeuwig zou hij een vijand van de Romeinen zijn. Hannibal ontwikkelde zich tot een geduchte soldaat. Zijn moed was ongekend, voor hem bestond geen ge vaar en geen inspanning was hem te veel. In 221 v. Chr. — hij was toen 25 jaar oud — kreeg hij de leiding over de Carthaagse troepen in Spanje. Hoewel, Carthaags: het leger van Carthago bestond voornamelijk uit huur lingen. Die kwamen uit Afrika, uit Spanje en van de
104
THEMA 5 Mare Nostrum
De kleine Hannibal zweert op een altaar dat hij voor altijd een vijand van de Romeinen zal zijn. Naast hem staat zijn vader Hamilcar, die met zijn zwaard wijst naar het symbool van de eeuwige vijand: een steen met daarop de wolvin en Romulus en Remus. Het schilderij uit ongeveer 1790 is van Januarius Zick.
alearen: ruiters, speerwerpers en slingeraars. Belang B rijke troef waren olifanten die als tanks in de strijd werden ingezet. De uitbreiding van de Punische macht in Spanje had twee gevolgen. De zilvermijnen werden intensiever geëxploiteerd. Daardoor verdiende Cartha go snel het geld, waarmee het zijn machtspositie kon herstellen. Ook kregen de Carthagers de kans nieuwe soldaten te rekruteren en te trainen. De Romeinen vonden het allemaal best, als de Carthagers zich maar niet ten noorden van de Ebro waagden.
Hannibal
Hannibal, gen -balis
Hannibal
Hamilcar, gen -caris
Hamilcar
Punicus, -a, -um
Punisch, Carthaags
graviter ferre
moeilijk verdragen
senator, senatores
senator
Carthago, gen -ginis
Carthago
mare, maria
zee
expugnare
veroveren
5
divitiae mv
rijkdom
6
perdere
vernietigen
permittere
toelaten, toestaan
copiae mv
troepen
Hispania
Spanje
8
collegi
pf van colligere
9
inferre bellum + dat
oorlog voeren tegen
1
5
10
15
20
25
30
35
Hamilcar, dux Punicus, graviter ferebat Romanos Punico Bello Primo vicisse. Senatoribus Carthaginis dixit: ‘Roma contenta non erit, donec omnes terras mariaque omnia expugnaverit. Nisi eos retinebimus, Romani nostras divitias, nostram urbem, nostrum populum perdent. Permittite mihi cum copiis Punicis ire ad Hispaniam. Si enim maiores divitias pluresque milites ibi collegero, iterum Romanis inferre bellum poterimus.’ Senatores responderunt: ‘At si copias cunctas ad Hispaniam duxeris, nullos custodes hic habebimus. Quomodo urbem custodies?’ Hamilcar: ‘Maxime Carthaginem protegam, si animum Romanorum ad Hispaniam vertero.’ Assenserunt senatores. Hamilcar, priusquam cum omnibus copiis abiit, sacrum fecit. Deos orabat: ‘Vos, qui semper Carthaginem protexistis, favete mihi, cum contra Romanos bellum parabo.’ Filius Hannibal, puer annorum novem, patrem deos orare audiverat. Rogavit: ‘O pater, me tecum duc ad Hispaniam! Fortiter pugnabo contra Romanos, quos odi sicut eos odisti tu!’ Pater risit: ‘Postea, cum artem militarem didiceris, dux optimus eris et contra Romanos magnas victorias referes.’ Hannibal: ‘Si me tecum duxeris, artem militarem a te discam. Quis te melius me docebit?’ Hamilcar: ‘Bene. Te mecum ducam, si fidem dederis deis patriae tuae.’ Ultro puer posuit dextram super aram, in qua pater sacrum fecerat. Iuravit: ‘Dum vivam, patriae deos colam. Hostis Romae semper ero. Non quiescam, donec terra marique regnabit Carthago. Id ego, Hannibal, Hamilcaris filius, iuro per deos Punicos, qui me fulmine percutient, si umquam fregero iusiurandum.’
2 4
7
14 animus
geest, aandacht
15 assensi
pf van assentire
assentire 17 abii
instemmen pf van abire
abire
weggaan
sacrum
offer
22 odisse pf
haten
23 ars, artes
vaardigheid, kunst
24 militaris, -e
van de soldaat, militair
didici
pf van discere
discere (a / ab + abl)
leren (van)
25 referre
behalen
28 fides, acc fidem
woord van trouw
patria 29 dextra ara
vaderland rechterhand altaar
30 iurare (per + acc)
zweren (bij)
31 colere
1 verzorgen 2 bebouwen 3 vereren
32 quiescere
rusten
mari
abl van mare
regnare
heersen, koning zijn
34 fulmen, fulmina percutere, percutio 35 umquam
bliksem treffen, doodslaan ooit
fregi
pf van frangere
frangere
breken
iusiurandum
eed
105
© 2014 Staal & Roeland BV, Haren, The Netherlands Tweede druk, 2015 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets van deze uitgave worden verveel voudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opname of enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, recording or otherwise without prior written permission of the publisher.
Met dank aan Henk van Gessel voor zijn bijdragen aan de cultuurhistorische teksten. Boekverzorging & cartografie René van der Vooren, Amsterdam Beeldredactie Roel Kooister, Tegen het Licht, Amsterdam Illustraties pp. 32-33, 84 en 98 www.pauldebie.com
www.staal-roeland.nl ISBN 978 94 9200 000 2