5 minute read

Samen stad maken

Elise beslist mee over de herinrichting van de Vaartkomoevers ‘Meedoen aan een burgerjury: ik kan het iedereen aanraden’

Steeds meer steden experimenteren met burgerparticipatie: ze betrekken hun inwoners bij het beleid. In Leuven gebeurt dat al ruim twintig jaar - en de laatste tijd op verrassende nieuwe manieren.

De oevers van de Vaartkom zijn een van de grootste publieke ruimtes van Leuven. Dus toen de stad besloot de plek opnieuw in te richten, wilde ze ook de mening van de Leuvenaars kennen. Ze stelde een burgerjury samen, die mee beslist welk ontwerp straks zal worden uitgevoerd. Elise* (44) is een van de juryleden.

‘Ik woon aan de andere kant van de stad, maar ik kom veel aan de Vaartkom: snuisteren in de winkeltjes, iets eten, uitgaan toen dat nog kon ... (lacht). In LVN had ik gelezen over de herinrichtingsplannen. Er zou een burgerjury komen, waarvan de leden zouden worden geloot. Ik dacht meteen: tof! Toevallig zat de volgende dag de uitnodiging in mijn bus. Ik heb me kandidaat gesteld, en een tijdje later vernam ik dat ik erbij was.’

‘De heraanleg verloopt via een wedstrijd: teams dienen een ontwerp in, en een jury beslist welk ontwerp wordt uitgevoerd. In die jury zitten acht experts - medewerkers van studiediensten van de stad, maar ook voormalig Vlaams Bouwmeester Leo Van Broeck. Zij hebben elk één stem. De negende stem is voor de burgerjury. We zijn met 13 leden, van wie er twee in de buurt van de Vaartkom wonen. Eén van de negen stemmen lijkt niet veel, maar de beslissing van de jury is wel bindend: de stad moet zich eraan houden.’

‘We hebben een opleidingsdag gehad waar stadsmedewerkers het project toelichtten. Ze benadrukten dat het een plek voor iedereen moet blijven, maar dat er soms ook tegenstrijdige belangen spelen. Heel interessant, omdat je mee afwegingen moet maken – vroeger deden overheden dat alléén.’

‘Eind 2020 mochten vier teams hun ontwerp aan de jury voorstellen. Eerst stelden de experts hun vragen; daarna trokken wij ons met de burgerjury terug om te overleggen en konden wij onze vragen stellen. Leo Van Broeck heeft ons achteraf bedankt en gezegd dat we goed op de hoogte waren. Dat is niet overal zo, vertelde hij.’

De burgerjury maakt mee afwegingen – vroeger deden overheden dat alléén Stemmen

‘Later zijn we opnieuw samengekomen voor de stemming. Twee ontwerpen zijn afgevallen, en over de twee overblijvers hebben alle Leuvenaars in januari online hun mening kunnen geven. Voor de zomer komen we weer samen om de bijgestuurde ontwerpen te beoordelen. Eind dit jaar wordt de knoop doorgehakt.’

‘Als je de kans krijgt om je stad mee te maken, vind ik het maar normaal dat je dat ook doet. Ik kan het iedereen aanraden. Je moet er wat tijd in steken, maar je wordt supergoed begeleid. En ik kijk er nu al naar uit om later naar de Vaartkom te gaan, met mijn dochters te genieten van die prachtige groene plek en te beseffen dat ik zelf een steentje bijgedragen heb. En dan nog eens goed uit te gaan (lacht).’ •

Pionieren in burgerparticipatie

‘Mensen voelen dat we het menen’

Ruim 20 jaar geleden zette Leuven de eerste schuchtere pasjes om inwoners te betrekken bij het beleid. Inmiddels is burgerparticipatie een vaste waarde.

Jan Mellebeek (diensthoofd gebiedsgerichte werking stad Leuven): ‘In 2000 zijn we gestart met Kom op voor je wijk: een permanente oproep aan inwoners om ideeën in te dienen voor hun wijk. Zoiets bestaat ook in andere steden, maar in Leuven zijn de budgetten een stuk hoger: mensen kunnen tot 18.600 euro krijgen om hun idee te realiseren, én ze krijgen ondersteuning van de stad. Vaak is dat een eerste stap naar meer betrokkenheid. Mensen beginnen pakweg met een boekentil – zo zijn er al ruim 50. Dan organiseren ze een straatfeest, en op den duur krijgen ze zin om mee te denken over stadsbrede projecten.’

‘We vragen de Leuvenaars geregeld om hun mening, bij grote en minder grote projecten. Natuurlijk schep je zo verwachtingen. Als we ergens iets willen veranderen, gaan de bewoners ervan uit dat ze inspraak krijgen. Terecht: mensen voelen dat we het ménen. En zelfs een kleine aanpassing – meer groen, een speelveldje, een mobipunt ... – kan voor de buurt een groot verschil maken.’

‘In 2019 zijn we begonnen met Leuven, maak het mee! Leuvenaars konden online ideeën indienen voor hun stad, en dat deden ze massaal: we hebben er 2.208 binnengekregen - mijn collega’s hebben het geweten (lacht). Daarvan hebben we er 1.348 opgenomen in onze meerjarenplanning. In mei 2022 geven we een stand van zaken tijdens een inspiratiefestival. Via leuvenmaakhetmee.be kunnen mensen nog altijd ideeën insturen.’

Zelfs een kleine aanpassing kan voor de buurt een groot verschil maken

Samen stad maken

‘We bereikten wel vooral oudere, hoger opgeleide mannen. Prima, maar we wilden ook graag andere stemmen horen. Daarom werken we nu ook met loting. Bij het begin van een project loten we uit alle meerderjarige Leuvenaars 1.000 tot 2.000 namen. Zij krijgen een brief met de vraag of ze willen meedoen. Uit de positieve antwoorden loten we een burgerpanel of een burgerjury, evenredig verdeeld volgens onder meer leeftijd, geslacht en opleiding. Dat maakt de samenstelling veel diverser. We merken dat de deelnemers meer oog hebben voor het bredere plaatje. Maar de andere Leuvenaars krijgen sowieso ook inspraak.’

‘Voor de heraanleg van de Vaartkomoevers hebben we zo een burgerjury aangesteld (zie p.6). En in november zijn we in Wijgmaal gestart met een burgerpanel. Inwoners van de deelgemeente buigen zich over thema’s als sluipverkeer, vrijetijdsvoorzieningen, behoud van de open ruimte ...’

‘Sinds februari is er ook een burgerpanel in Kessel-Lo. Het maakt deel uit van Vorm 3010, een project van de stad en Leuven 2030 om samen vorm te geven aan een aantrekkelijke, duurzame openbare ruimte waar mensen zich vlot kunnen verplaatsen. Voor Vorm 3010 werken we samen met EIT Climate-KIC, een partnerschap waarin tien Europese steden kijken hoe ze sneller klimaatbestendig kunnen worden. We zijn in het gezelschap van onder meer Kopenhagen, Wenen en Amsterdam – een hele eer!’

‘De stad hecht veel belang aan participatie en houdt er zoveel mogelijk rekening mee, maar het moet wel te verzoenen zijn met de beleidsvisie van het bestuur. Mensen hebben het daar soms lastig mee als ze die visie niet delen, maar vaak waarderen ze toch dat ze betrokken worden. Dat er naar hen geluisterd wordt.’ •

i www.leuven.be/ vaartkomoevers www.leuven.be/ komopvoorjewijk www.leuven.be/wijgmaal www.vorm3010.be

Beluister de podcast over burgerparticipatie in Leuven via www.leuven.be/ capitalofinnovation.

This article is from: