Studiereis Stichting Warmtenetwerk naar Parijs 13 tot en met 15 juni 2013
Warmte en koude gaan diep in Parijs
Inleiding Van 13 tot en met 15 juni ging Stichting Warmtenetwerk met een groep van 44 geïnteresseerden op studiereis naar de Franse hoofdstad. Parijs heeft een lange traditie op het gebied van warmte- en koudenetten, is Europees koploper op het gebied van geothermieprojecten en heeft het grootste koudenet van Europa. Tijdens de studiereis kregen de deelnemers presentaties over de Parijse situatie: mogelijkheden, innovaties, beleid en financiën kwamen aan bod. Daarnaast waren er excursies naar een geothermiecentrale van Melun, een voorstad van Parijs, en de ondergrondse afvalcentrale Isséane.
Verslag studiereis Parijs, 13 t/m 15 juni 2013
Dag 1: minicongres Na een vlotte reis per Thalys, kwam het reisgezelschap aan bij het Holiday Inn in Parijs. Naast accommodaties bood het hotel ook een zaal voor het minicongres dat de deelnemers verwelkomde. Op zijn beurt gaf Klaas de Jong voor Stichting Warmtenetwerk een lezing om de stichting en haar deelnemers te introduceren bij de Fransen. De Franse evenknie van Warmtenetwerk, SNCU, leidde het gezelschap in in de bijzonderheden van Franse warmtenetten. Het in Parijs gevestigde Internationaal Energie Agentschap (IEA) lichtte een nieuw stimuleringsprogramma voor slimme warmtenetten toe. Pierre Ungemach van de Europese raad voor energie uit geothermie (EGEC) legde uit waarom juist Parijs zo geschikt is voor geothermie. Dat het niet altijd te ingewikkeld moet zijn, bleek uit de presentatie van het Parijse koudebedrijf Climespace, een dochter van GDF Suez. Climespace zet de Seine in als koudebron voor haar zeer goed presterende koudenet. Aan de andere kant liet Dalkia zien dat bij restwarmte en geothermie ook bronnen met een lage temperatuur prima zijn te benutten. Dit bedrijf, dat meer dan 800 warmtenetten beheert, zet sterk in op innovatie.
Warmtenetten in Frankrijk De Franse warmtesector is vertegenwoordigd door het SNCU, het Syndicat National de Chauffage Urbain. Via FEDENE, de Franse federatie voor
Het reisgezelschap verbleef in het Holiday Inn Paris - Port de Clichy, waar eveneens een minicongres is gehouden bij aankomst.
energie en milieu, neemt het SNCU ook deel aan de Europese warmteorganisatie Euroheat & Power. De warmtevereniging heeft 71 deelnemende bedrijven.
Marktaandeel Het marktaandeel van warmtenetten is 6 procent in Frankrijk, zo vertelt SNCU’s hoofd communicatie Isabelle Guedra. Daarbij neemt Parijs een sterk dominante positie in. Een kwart van alle warmteverkoop komt voor rekening van het warmtenet van CPCU in Parijs. Dat net is een van de grootste warmtenetten van Europa; het voorziet in de warmte voor het equivalent van 460.000 woningen. Ook het koudenet dat Climespace in Parijs beheerst is beslist geen kleintje: het is een van de grootste koudenetten ter wereld en mogelijk het grootste van Europa. In Frankrijk ontbreekt het aan een landelijk beleid op het gebied van warmte- en koudenetten. De warmtenetten in Frankrijk
2
Verslag studiereis Parijs, 13 t/m 15 juni 2013
0,185 kg CO2. Erg frustrerend voor de warmtesector, meent Guedra, aangezien een kWh elektriciteit met 0,18 kg nog net iets lager uitkomt. Die extreem lage uitstoot is een gevolg van de Franse keuze voor kernenergie. Ter vergelijking: in Nederland gaat de overheid ervan uit dat elke kWh elektriciteit gepaard gaat met een CO2uitstoot van 0,56 kg. En in werkelijkheid is die uitstoot waarschijnlijk nog veel hoger door de omschakeling van gas naar steenkool. Aan de andere kant valt ook op te merken dat de prestaties van de Franse warmtenetten relatief matig zijn. De oorzaak daarvan ligt in een groot aandeel bijstook met olie, gas en zelfs steenkool. FOTO: WIKIMEDIACOMMONS.ORG/STEFAN KĂœHN
zijn hierdoor erg divers en elk net heeft eigen warmtetarieven. De tarieven worden niet gereguleerd door de overheid. Het grootste deel van de afzet zat in 2011 op een prijs tussen de 60 en 74 Euro per MWh, ofwel 17 tot 20 Euro per GJ, wat iets gunstiger is dan in Nederland. Een deel van de Franse netten zat zelfs lager dan 13 Euro per GJ. Over het algemeen zijn de warmtekosten in Frankrijk dus lager dan de stookkosten bij individuele verwarming.
Het frustreert dat de emissie van 1 kWh elektriciteit lager is dan van 1 kWh warmte
Emissies Gemiddeld levert een kWh warmte uit een Frans warmtenet een emissie op van Bronnen van Franse warmtenetten 36%
22%
21%
Slimme warmtenetten
8% 6% 7% hernieuwbaar aardgas (-wkk) aardgas voor wkk kolen olie overig
De toekomstige energievoorziening moet veel slimmer zijn dan de huidige. Dat is de toekomstvisie van het in Parijs gevestigde Internationaal Energie Agentschap (IEA) volgens John Dulac, analist bij de beleidsafdeling energietechnologie. Hij gaf het reisgezelschap een toelichting op de visie van het IEA voor warmte en koude. Verwarming en koeling van gebouwen vormen een groot deel van het wereldenergieverbruik. Het IEA verwacht bovendien nog een heel sterke groei van de vraag naar koude in AziĂŤ en ZuidAmerika. In de gematigde klimaatzones
3
ILLUSTRATIE: INTERNATIONAAL ENERGIE AGENTSCHAP (IEA)
Verslag studiereis Parijs, 13 t/m 15 juni 2013
Het IEA zet in op slimme energiesystemen die energie van verscheidene bronnen integreren.
blijft de behoefte aan warmte dominant. Om ook in de toekomst aan de energievraag te kunnen voldoen, zet het IEA in op slimmer gebruik. Het agentschap verwacht veel van de integratie van verschillende bronnen tot een smart energiesysteem. Dergelijke systemen gebruiken duurzame bronnen zoals wind, zon en aardwarmte, maar ook warmtekrachtkoppeling (wkk), waterstof en restwarmte uit industrie en datacentra. De energiestromen kunnen in deze gedecentraliseerde systemen in verschillende richtingen gaan.
koudenetten en warmtekrachtkoppeling. Deel A van het programma behelst het maken van scorekaarten per land voor wkk. Daarvoor inventariseren de onderzoekers het gemiddeld rendement, de gebruikte brandstofmix en de geleverde vermogens. Maar ook de marktvooruitzichten voor de komende 2 tot 5 jaren en het overheidsbeleid neemt het IEA mee. Vervolgens zetten ze de landen in de juiste rangorde.
Warmtenetten spelen een kernrol in de visie van het Internationaal Energie Agentschap
Nieuw programma In 2012 heeft het IEA een nieuw programma opgezet voor warmte- en
Programmadeel B omvat een analyse van de toekomstige rol van wkk en van warmte- en koudenetten. De analyse brengt de knelpunten en marktwerking in kaart en geeft aanknopingspunten voor maatregelen om de aanwezige knelpunten op te lossen. Het doel van het warmteprogramma is om te komen tot een betere benutting van warmte. Warmtenetten spelen in de visie
4
Verslag studiereis Parijs, 13 t/m 15 juni 2013
van het IEA een kernrol bij de reductie van de emissie van CO2.
Praktijkvoorbeelden Kennisverspreiding maakt een belangrijk deel uit van de werkzaamheden die het IEA verricht om de energiedoelen te bereiken. Op 27 juni lanceert het agentschap het handboek Transition to sustainable buildings. Om een efficiënter gebruik van warmte te promoten en het programma verder te kunnen ontwikkelen, blijft het IEA continu op zoek naar nieuwe praktijkvoorbeelden en technische innovaties. Daarin ziet Dulac ook een rol voor verenigingen als Stichting Warmtenetwerk en haar deelnemers.
Groei bij geothermie
Geothermieprojecten in Parijs.
afgelopen jaren is echter weer sprake van sterke groei. Vanwege het grote aantal projecten is het zelfs noodzakelijk om bij uitbreidingen ondergronds rekening te houden met de invloedssfeer van nabijliggende bronnen.
De vele uitbreidingen maken onderzoek naar invloedssferen van nabije bronnen noodzakelijk
De bodem in de regio Parijs is bij uitstek geschikt voor de winning van warmte om gebouwen te verwarmen. In deze omgeving is dan ook erg veel ervaring met geothermie, zegt Pierre Ungemach van ingenieursbureau GPC en tevens bestuurslid van de Europese geothermieorganisatie EGEC. Hij vertelt dat vooral in de zeventiger jaren ten tijde van de oliecrisis veel projecten zijn gerealiseerd. Na de jaren zeventig volgde een periode zonder nieuwe initiatieven. Een aantal bronnen is zelfs gesloten in die tijd. In de
Glastuinbouw Binnen Europa zijn Frankrijk en Duitsland de trekkers en heeft het gebied van Toscane in Italië een bijzondere positie, voornamelijk omdat hier hoogwaardige warmte voorhanden is dankzij vulkanische activiteit. “Maar Nederland heeft in korte tijd ook een positie in de Europese top gekregen”, aldus Ungemach. “Daar zijn al meerdere uitstekende projecten gestart in de glastuinbouw en de Nederlanders hebben uiterst ambitieuze doelen voor de nabije toekomst.”
5
Verslag studiereis Parijs, 13 t/m 15 juni 2013
De Seine als koudebron De prestaties van het Parijse koudenet zijn indrukwekkend. Climespace, een dochterbedrijf van GDF Suez, is beheerder van dit net. Tijdens haar presentatie tovert Alexis Tawfik van Climespace een aantal kerngetallen tevoorschijn: totaal koelvermogen: 347 MW; lengte warmteleiding: 70 km; omzet: meer dan 70 miljoen Euro; afname: 500 grote afnemers met vijf miljoen m2 gekoeld vloeroppervlak. Ook de namen van die afnemers zijn indrukwekkend: museum het Louvre, modehuizen Chanel en Christian Dior, Opera Garnier, Petit Palais, BNP Paribas en Halles.
alleen om kosten en milieu. Gemak en bouwkundige voordelen wegen minstens zo zwaar in de keuze voor een koudenet. Er is geen ruimte nodig voor koelmachines en koeltorens, geen kostbaar onderhoud en geen lawaai van compressoren of ventilatoren.
Gemak en bouwkundige voordelen zijn een reden om voor het koudenet te kiezen
Het aantal afnemers blijft nog steeds gestaag groeien. Voor hen gaat het niet
Kleine leidingen De koudecentrales zijn voorzien van grote centrifugaalkoelmachines met condensors, die door water uit de Seine worden gekoeld. In de wintermaanden zorgt de Seine voor vrije koeling. In de zomermaanden levert het koudenet water van 4 ºC. Deze lage temperatuur maakt relatief kleine leidingen mogelijk en geeft de afnemers de kans om hun installatie compact te houden, terwijl de luchtvochtigheid beter is te beheersen dan bij hogere watertemperaturen.
02
01 13°C
8°C SEINE
Distributienet
03
Regelkamer
04
Afleverstation
20°C 32°C 3°C
15°C
WARMTEWISSELAAR
CONDENSORPOMP
KOELER
NETWERKPOMP
Productie van koud water tussen de 1 en 5 °C
Het Parijse koudenet van Climespace.
6
Verslag studiereis Parijs, 13 t/m 15 juni 2013
Ondergronds Compact en nagenoeg onzichtbaar is ook een thema bij de centrales die de koeling leveren. De koudecentrale Canada, met een koelvermogen van 50 MW, is in 2002 geheel ondergronds gebouwd direct aan de oever van de Seine. Wie over de monumentale Pont Alexander III-brug naar de Warmtenetwerk Champs Élysées wandelt, ziet hooguit een groot formaat putdeksel op de kade. Maar voor een bezoek aan de centrale gaat het putdeksel omhoog en komt een trap te voorschijn. De koudecentrale heeft drie verdiepingen; de onderste ligt op een diepte van 26 m. De koudecentrale Palais de Tokyo van 2007 heeft hetzelfde vermogen als Canada. Ook deze is kunstig verborgen, maar niet in dezelfde mate als de Canada: hij is onder het monumentale cultuurcentrum zelf gerealiseerd.
Warmwaternet Boiler Onderstation
Warmtewisselaar Leiding centrale verwarming
Warmte van het warmtenet gaat eerst via een zogenoemd onderstation voor het een woning binnenkomt.
Oost-Europa. De thuisbasis van Dalkia blijft echter Parijs. Al in 1971 realiseerde Dalkia in de Parijse voorstad Melun een warmtenet op geothermie. Tegenwoordig is diepe aardwarmte in Parijs doodgewoon voor het bedrijf. Dalkia exploiteert 17 van de 29 bronnen in de regio Parijs. En daarbij blijft het bedrijf zoeken naar nieuwe mogelijkheden volgens Arnaud Westrich, die een vijftal voorbeelden van innovatieve projecten presenteerde op het minicongres.
Het bronwater in Fort d’Issy-les-Moulineaux is slechts 28 ºC
Innovatie bij Dalkia Als beheerder van meer dan achthonderd warmtenetten wereldwijd is Dalkia, een dochterbedrijf van het Franse Veolia, met recht een topspeler in de warmtesector. Het bedrijf is actief in een groot aantal landen en is sterk aan het uitbreiden in
600.000 m2 Voor de nieuwe ecowijk Fort d’Issy-lesMoulineaux bedachten de ingenieurs een aardwarmtewinning die warmte wint op een diepte van 600 m. Het warmtenet zal
7
Verslag studiereis Parijs, 13 t/m 15 juni 2013
het equivalent van ruim 1.500 woningen bedienen met duurzame warmte. De temperatuur van het bronwater is 28 ºC. Speciale warmtepompen verwarmen het water na als daar behoefte aan is. Uiteraard worden de woningen voorzien van vloerverwarming. Een andere opmerkelijk project is het wetenschapscentrum Paris Val d’Europe. Hier realiseert Dalkia een net voor 600.000 m2 aan onder meer kantoren en hotels. Daarvoor maakt het net gebruik van restwarmte van een datacentrum. Omdat er alleen kantoren in het gebied zijn, is het niet nodig om rekening te houden met de bereiding van warm tapwater. Daardoor volstaat een relatief lage temperatuur in het warmtenet.
Decentraal Om de warmtelevering te garanderen, heeft Dalkia een fraai alternatief voor grootschalige, centrale opslag van warmte ontwikkeld. Op verschillende plekken zijn decentrale warmtebuffers in of vlak naast gebouwen geplaatst. Dat kan heel onopvallend, zelfs voor erg grote warmtebuffers. Net als bij de ondergrondse afvalcentrale en het ondergrondse koudestation in Parijs, heeft Dalkia op verzoek van de Zweedse stad Boras een 37.000 m3 grote buffer vermomd als kantoor.
Deze Zweedse toren is geen kantoorgebouw, maar een gigantische opslagtank voor warmte.
8
Verslag studiereis Parijs, 13 t/m 15 juni 2013
Dag 2: Excursies
Warmtebron bij Melun.
De tweede dag van de studiereis stond in het teken van twee excursies. De eerste excursie was naar de geothermiecentrale van Melun, die al 40 jaren warmte levert. Een recentere warmteleverancier is de afvalcentrale IssĂŠane. Deze afvalverwerker is ondergronds weggewerkt langs de rivier de Seine. In een wereldstad als Parijs is ruimte immers een schaars goed.
Diepe aardwarmte Melun In 1971 startte de winning van diepe aardwarmte voor een warmtenet in de voorstad Melun. De oorspronkelijke bron met een diepte van 1.800 m is na ruim 40 jaren nog steeds in bedrijf en levert warm water met een temperatuur van ruim 70 ÂşC. De uitstekende waterdoorlatendheid van de bodem op de gekozen diepte maakt bovengrondse pompen voor onttrekking mogelijk. Ook bij herinjectie is
9
Verslag studiereis Parijs, 13 t/m 15 juni 2013
de gunstige bodemlaag een voordeel; hierdoor kan de injectie op relatief lage druk gebeuren.
Het warmtenet in Melun levert warmte aan 5.500 woningen. Enkele flatgebouwen zijn direct naast de geothermiecentrale gesitueerd.
Olietanks Het maximale warmtevermogen van de bron is 10 MW. Hulpketels op stookolie en een wkk op aardgas verzorgden lange tijd extra warmte om de winterpieken op te vangen. Sinds enkele jaren is er echter ook een warmteleiding naar een nabijgelegen afvalverbrander. Deze heeft de olieketels en de wkk overbodig gemaakt. Maar het warmtenet profiteert nu wel van deze erfenis. De voor de olieketels Van buiten is de afvalenergiecentrale Isséane net een luxe kantoorgebouw. benodigde grote tanks zijn omgebouwd voor opslag van warmte. Daarmee zijn de pieken in de vraag ‘s ochtends, als Een onzichtbare iedereen opstaat en de verwarming omhoogdraait, op te vangen. afvalenergiecentrale
Toevoegingen De gebruikte boorpijpen in Melun zijn bijzonder voor Parijs vanwege hun interne coating. Deze zou de pijpen moeten beschermen tegen corrosie van binnenuit. Toch gebruikt de exploitant nog steeds een anticorrosiemiddel dat direct in de bron wordt geïnjecteerd, zoals ook elders in de stad gebruikelijk is. De hogere extra kosten bij aanleg en het feit dat nog steeds anticorrosiemiddelen nodig zijn, hebben ervoor gezorgd dat bij latere projecten geen interne coating meer is toegepast.
Sinds 2007 beschikt Parijs over een afvalenergiecentrale in hartje centrum, aan de Seine, die het huisvuil van meer dan een miljoen Parijzenaars kan verwerken. Meerdere grote en luxe kantoorgebouwen liggen op een steenworp afstand van deze verbrander. Maar hinder hebben ze niet. Bovengronds is de Isséane slechts enkele meters hoog met fraaie houten gevels en een vegetatiedak; een luxe kantoorgebouw als je het niet weet. Zelfs een schoorsteen is niet te zien. Die is er wel, maar hij eindigt direct boven het dak en is zo ontworpen dat er geen condenspluim zichtbaar is. Ondergronds
10
Verslag studiereis Parijs, 13 t/m 15 juni 2013
heeft de schoorsteen een hoogte van 35 m. 200 miljoen De unieke inpassing van Isséane in de omgeving heeft wel flink wat gekost. De bouwkosten zijn ongeveer 200 miljoen Euro hoger geworden dan begroot. De totale investering bedroeg daardoor 600 miljoen Euro. Ter vergelijking: de hoogrendementafvalenergiecentrale van het Amsterdamse AEB, opgeleverd in 2008, kostte ongeveer 450 miljoen Euro en verbrandt 875.000 ton afval per jaar, bijna tweemaal zoveel als de 460.000 ton van Isséane.
Tegenover de extra bouwkosten staan wel forse besparingen op transportkosten en de inkoppeling op het warmtenet vergde slechts een beperkte investering. De maximale transportafstand van het huisvuil voor de 1,1 miljoen inwoners, die worden bediend door Isséane, is 8 km.
De maximale transportafstand van het huisvuil is 8 km
Syctom, eigenaar van de Isséane heeft nog twee andere, oudere afvalenergiecentrales aangesloten op het immense warmtenet van CPCU in Parijs. De bedrijfsvoering is dan ook ingesteld op maximale warmtelevering en de productie van elektriciteit is daardoor laag.
De Isséane, net rechts van het midden, valt volledig weg in zijn omgeving.
11
Breid je warmtenetwerk uit met kennis en kenners op de studiereizen van Stichting Warmtenetwerk.
Uitgave Stichting Warmtenetwerk Postbus 77 1200 AB Hilversum www.warmtenetwerk.nl