Warmtenetwerk Magazine 4

Page 1

WARMTENETWERK MAGAZINE

• • •

NR 4. HERFST 2009

Oostfries dorpje gaat over van aardgas op natuurwarmte

Visie drie provincies op warmte

Warmtenetwerk krijgt sprekershoek


Inhoud

3

Introductie

4

Stichting Warmtenetwerk

5

Werkgroepen

6

Interviews met nieuwe leden

Zijn we klaar voor de oogst? Jaarbijeenkomst Warmtenetwerk 2009

Provincies zien prominente rol voor zichzelf in warmtenetten Cogen en Warmtenetwerk in elkaars verlengde

8

Innovatie

Grote reductie aansluitkosten dankzij nieuwe vinding

10

Beleid in Nederland

Programma “Meer met bodemenergie� van start

11

Beleid in Buitenland

Japanse gemeentes gaan naar integrale aanpak energie

12

Lokale samenwerking

14

Innovatie

15

Korte berichten

16

Communicatie

17

Agenda

18

Deelnemersoverzicht

19

Colofon

Oostfries dorp stapt over op natuurwarmte Energiebedrijf De Wieren combineert warmtelevering met waterbesparing Apeldoorn start actie hotfill in Zuidbroek Sprekershoek

Omslagfoto: Feestelijke opening warmtecentrale Boterdorp Bergschenhoek Op 8 juli is de warmtecentrale van Eneco voor 1030 woningen in Bergschenhoek feestelijk geopend. De centrale Boterdorp heeft een warmtevermogen van 13 MW. De warmte wordt geproduceerd met een warmtekrachtinstallatie met een elektrisch vermogen van 2 MW. Bij de opening werd de warmtecentrale opgevrolijkt met een 30 meter lange sticker met daarop tekeningen van leerlingen van CBS De Acker. (foto: Timmer Architekten te Giessen)

2

WARMTENETWERK MAGAZINE


Introductie Het doel van de in 2008 opgerichte stichting Warmtenetwerk is een duurzame warmte- en koudevoorziening in Nederland en Vlaanderen. Met het Warmtenetwerk Magazine willen we u kennis laten maken met de ontwikkelingen en mogelijkheden van warmte- en koudenetten en met het netwerk aan spelers op dit gebied. Meer dan 85 organisaties nemen deel aan het Warmtenetwerk.

Zijn we klaar voor de oogst? De afgelopen maanden was er een stroom van goed nieuws over warmte. Zo kon minister Cramer op 22 juni de gemeente Delft persoonlijk feliciteren met de oprichting van het Warmtebedrijf Eneco Delft bv, dat een reductie van 20.000 ton CO² per jaar gaat realiseren. Krap een maand later, op 20 juli, meldde de gemeente Dordrecht, dat er in deze stad een warmtebedrijf komt, dat 4100 nieuwe en 1500 bestaande woningen plus bedrijven zal aansluiten op de afvalverbrander van HVC. Vervolgens kwam op 30 juli gemeente Sittard-Geleen met een persbericht, dat men in principe besloten heeft tot de aanleg van een warmtenet, dat gebruik gaat maken van het restwarmte van het chemiepark Chemelot in Geleen en van de Biomassa Energiecentrale Sittard. Dat kan volgens wethouder Ruud Guyt 25 miljoen m3 aardgas per jaar besparen. Deze voorbeelden illustreren de grote belangstelling, die er in Nederland is gekomen voor de vermindering van het gebruik van aardgas door het inzetten van restwarmte en duurzame warmte. En ook duurzame koudenetten staan nu volop in de belangstelling. Op de dag van de duurzame koude van het Warmtenetwerk op 11 juni in Amsterdam waren een honderdtal enthousiaste deelnemers aanwezig. Het lijkt er daarmee op, dat de oogsttijd aanbreekt. De grote vraag is nu of we daar klaar voor zijn. Hebben we genoeg oogstmachines en mankracht? Schrikken we niet als er een onweersbui aankomt? De daadwerkelijke realisatie van de mooie

plannen vergen doorzettingsvermogen, creativiteit en een adequaat steunbeleid van de overheid. Vanuit het programma “Warmte op Stoom” geeft EZ een steun in de rug. Maar ook lagere overheden zijn van wezenlijk belang. De havenschappen in Zeeland en Groningen hebben een doorslaggevende rol gehad. De realisatie van een restwarmtenet voor de glastuinbouw bij Terneuzen is daardoor van de grond gekomen evenals een stoomdistributienet op het chemiepark bij Delfzijl. Hoe belangrijk doorzettingsvermogen en flexibiliteit zijn, laat het interview zien met Lenhard Flessman, een boer die natuurwarmte verkoopt. De man heeft de visie én het geduld om te wachten tot zijn omgeving er ook klaar voor is. Last but not least, er zijn vakbekwame mensen nodig voor ontwerp, aanleg en exploitatie van warmtenetten. De werkgroep trainingen heeft een inventarisatie gemaakt van cursussen en opleidingen, die er lopen in Nederland. Op onze website is een overzicht te vinden. Leuke manieren om kennis over te dragen zijn studiereizen en seminars. De grote belangstelling voor onze dag van de duurzame koude en voor onze ontmoeting met het warmtebedrijf van Wenen moedigen ons aan om volgend jaar nog meer te doen. Op Energie 2009 in Den Bosch zullen we onze plannen presenteren.

Klaas de Jong

NR 4. HERFST 2009

3


Jaarbijeenkomst Warmtenetwerk

2009

Brabanthallen te ’s Hertogenbosch 8 oktober 2009

Programma: Ochtend:

Bezoek vakbeurs Energie 2009

13.00-13.30:

Ontvangst met broodjes en koffie bij de zaal

13.30:

Opening

13.30-14.00:

Activiteiten 2009, stand van zaken en plannen voor 2010 Gijs de Man, bestuurslid

14.00-14.20:

Lessen van Wenen: techniek, beleid, klanttevredenheid Verslag van de studiereis Klaas de Jong

14.20-14.40:

Introductie sprekershoek en standaardpresentaties Rob Kemmeren, bestuurslid

14.40-15.00: Discussie 15.00-15.30: Netwerkpauze 15.30- 16.00:

Stand van zaken en plannen werkgroepen

16.00-16.30:

Europees beleid en de klimaattop in Kopenhagen Sabine Froning, directeur Euroheat & Power

16.30-17.30:

Netwerkdrankje

Een gratis toegangskaart voor Energie 2009 is bijgevoegd bij het WARMTENETWERK Magazine. Als u geen kaart hebt en toch wilt deelnemen aan onze bijeenkomst, bel dan met het secretariaat +31(0)35-6838833 of stuur een mailtje naar info@warmtenetwerk. Een lunchbon krijgt u op de stand van Warmtenetwerk op Energie 2009.

voo t r gra aa k tis to s egang

r leden

4

WARMTENETWERK MAGAZINE


Startbijeenkomst werkgroepen techniek en economie Op 29 augustus is er in de Witte Bergen te Eemnes een startbijeenkomsten voor de werkgroepen, die zich bezig gaan houden met optimalisatie van techniek en economie van warmte- en koudenetten. Binnen het bestuur zijn Gijs de Man en Leo Wartna verantwoordelijk voor deze onderwerpen. Leo Wartna zal toelichting geven over plannen, werkwijze en mogelijke onderwerpen. Op de bijeenkomst zullen ook de plannen voor vernieuwing van de publicatie over warmtenetten van kennisinstituut voor de installatietechnologie ISSO besproken worden en bekijken we of Warmtenetwerk kan helpen bij de uitwerking daarvan. André Derksen van ISSO zal een presentatie geven over de plannen.

Overzicht van opleidingen op website

De werkgroep voor opleidingen heeft een inventarisatie gemaakt van alle opleidingen, trainingen en cursussen in Nederland op het gebied van warmte- en koudenetten. “Dat zijn er heel veel”, meldt Hendrik Jan Kors, die vanuit het bestuur van het Warmtenetwerk verantwoordelijk is voor de werkgroep opleidingen. Een overzicht van de opleidingen kunt u vinden op onze website www.warmtenetwerk.nl

Hans Buitenhuis in bestuur Warmtenetwerk

In juli is het bestuur van Warmtenetwerk uitgebreid met Hans Buitenhuis, een van de directeuren van DWA installatie- en energieadvies te Bodegraven. Hans heeft veel ervaring op het gebied van warmte en koude en zet zich vanuit de gedachte van rentmeesterschap enthousiast in voor een beter milieu en een verstandig gebruik van grondstoffen. Hans heeft bestuurlijke ervaring; eerder was hij voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Ondergrondse Energieopslag (NVOE). Binnen het bestuur vertegenwoordigt Hans sector D (advies- en ingenieursbureaus). Het bestuur omvat nu zes personen. Voorzitter is Gijs de Man van Essent Warmte(sector A), secretaris Rob Kemmeren van gemeente Amsterdam (sector G), penningmeester Hendrik Jan Kors van Logstor (sector C); algemene bestuursleden zijn naast Hans Buitenhuis Leo Wartna van Visser & Smit Hanab (Sector B) en Jan Rooijakkers van de Vereniging Afvalbedrijven (sector I).

Grote belangstelling voor studiereis naar Wenen

Voor de studiereis naar Wenen van 16 tot 18 september blijkt grote belangstelling te bestaan. Bij 40 personen hebben we de inschrijving helaas moeten stopzetten. Het is een heel gemengd gezelschap met deelnemers uit alle categorieën van het Warmtenetwerk. Op de jaarbijeenkomst op 8 oktober in de Brabanthallen in ’s Hertogenbosch presenteren we de informatie over techniek, economie en klanttevredenheidsprogramma’s voor warmte- en koudelevering van Fernwärme Wien.

NR 4. HERFST 2009

5


Interviews met nieuwe leden

Provincies zien prominente rol voor zichzelf in warmtenetten

Drie provincies hebben zich deze zomer aangesloten bij het Warmtenetwerk:

Noord-Brabant, Zuid-Holland en Gelderland. Ze hechten alle drie belang aan het tot stand komen van duurzame warmte- en koudenetten en zien daarbij een rol weggelegd voor henzelf. Ze denken echter verschillend over wat de provincies precies moeten doen.

Noord-Brabant ziet zichzelf vooral als aanjager en opdrachtgever. “In onze provincie is veel potentie voor het gebruik van restwarmte. De procesindustrie en elektriciteitscentrales produceren grote hoeveelheden warmte, die nu vaak verloren gaat. Terwijl het juist een trekker kan zijn om duurzame en goedkope warmte aan te bieden, voor zowel bedrijven als woningen”, zegt beleidsmedewerker Jaap van der Velden. De provincie is in Moerdijk al bezig met een warmtenet en merkt dat er belangstelling voor bestaat. De industrie kan haar warmte kwijt, en tuinders kunnen het gebruiken. Zo zijn er meer plaatsen. “De provincie kan mogelijkheden inventariseren en opdrachten geven. Zo zijn we na West-Brabant nu ook Midden- en Oost-Brabant onder de loep aan het nemen. Een voorbeeld van een geslaagd project is de Amercentrale waarvan de warmte naar woningen in Breda en Tilburg en naar de glastuinbouw gaat”, zegt Van der Velden. Hij vindt dat provincies en grote gemeentes kennis moeten delen, omdat er vaak veel overeenkomsten zijn. Kleine gemeentes zouden moeten samenwerken met provincies, omdat projecten vaak gemeentes overstijgen. Qua regelgeving ligt er ook een taak bij de provincie: die moet dingen mogelijk maken. Dat kan ook, zegt Van der Velden, want formeel is er niets geregeld. “Alles mag dus eigenlijk.”

Via het netwerk hoopt de beleidsmedewerker ook in contact te komen met collega’s van andere provincies en gemeentes. “Het contact is nog niet zo hecht. Terwijl we vaak best van elkaar kunnen leren.” De provincie Gelderland ziet zichzelf vooral als aanjager. “Wij hebben als provincie energieconsulenten in de arm genomen, die overheden en marktpartijen zoals gemeentes, woningcorperaties, zorginstellingen en scholen ondersteunen, vooral bij de verduurzaming van de locale warmtehuishouding. Bijvoorbeeld door middel van koude-warmte-opslag, bio-energie of restwarmte”, zegt beleidsmedewerker energie Hans Wouters. De provincie richt zich ook op verduurzaming van bedrijventerreinen en glastuinbouwclusters. Naast inzet van de energieconsulent worden er ook investeringssubsidies verstrekt. Voor aanleg van een duurzame warmte-infrastructuur bij nieuwbouwwijken en bedrijventerreinen is er 2 ton beschikbaar en voor zorginstellingen en scholen is er een ton beschuikbaar. Vooraanstaande energieprojecten zijn de acht grote stadsvernieuwingsprojecten in Gelderland waar met de gemeente een EPL van acht is afgesproken. Het Warmtenetwerk moet zich volgens Wouters vooral inzetten om warmte bij de landelijke overheid op de kaart te krijgen en als het aan hem ligt mag de rol van provincies ook wel wat meer benadrukt worden. “De rol van de provincies is zwaar onderbelicht. VROM en EZ doen vooral zaken met gemeentes maar vergeten de tussenlaag. Terwijl de provincies in veel gevallen het bevoegd gezag is. Zo heeft Gelderland onlangs als pilot vergunning verleend voor een hoge-temperatuur opslag bij het Het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO) in Wageningen. En in de beleidslijn bio-energie stelt de provincie als

6

WARMTENETWERK MAGAZINE


Interviews met nieuwe leden

randvoorwaarden dat er sprake moet zijn van een voldoende hoog energetisch rendement door benutting van restwarmte. Ook werken er bij Gelderland inmiddels zo’n 15 ambtenaren aan de uitvoering van het klimaatbeleid wat een grote continuïteit garandeert. De provincie zorgt ervoor dat projecten niet alleen worden opgestart, maar ook worden afgerond. Wij hebben de juiste schaalgrootte.” Zelf denkt Wouters aan het warmtenetwerk te kunnen bijdragen als spreker. De provincie Zuid-Holland heeft met Rotterdam al een behoorlijke ervaring op het gebied van plannen voor warmte- en koudenetten. Maar veelal zijn deze plannen nog niet gerealiseerd. De glastuinbouw draait deels op warmte uit een STEG centrale, maar benutting van restwarmte uit de industrie is nog niet gelukt. Voor de gebieden Vierpolders en Zuidplaspolder zijn lokale warmtenetten in voorbereiding, waarop meerdere warmtebronnen kunnen zijn aangesloten. Zoals lokale WKK en aardwarmte. Daarbij wordt ook gekeken naar buffering van warmte op seizoensbasis in de vorm van ondergrondse opslag van hoge temperatuur warmte. De provincie ziet zichzelf niet perse als belangrijkste factor, maar denkt dat ze een bindend element kan zijn. “Bij de realisatie van warmtenetten zijn veel partijen nodig. Gemeentes, projectontwikkelaars, warmteleveranciers en afnemers. Daar kunnen wij een coördinerende rol in vervullen”, zegt beleidsmedewerker Arend Bosma. De provincie Zuid-Holland richt zich momenteel langs drie lijnen op een lange termijn agenda voor duurzame warmte: Ze

stelt ambities op en lobbyt hiervoor bij andere partijen, werkt aan een kennisagenda in overleg met onder andere de TU Delft, en zoekt naar nieuwe financieringsmogelijkheden. De uitvoering laat ze bij voorkeur aan anderen over. “We hebben van ons aandeel in Warmtebedrijf Rotterdam geleerd dat het opzetten van een groot warmtebedrijf best lastig is. Dat kun je misschien beter aan de energiebedrijven overlaten. Om projecten te starten zijn we voorstander van publiek-private samenwerkingen, waarin wij of een andere overheid slechts een beperkt aandeel hebben. Goede recente voorbeelden zijn Aardwarmte Den Haag en het warmtebedrijf Eneco Delft. Het is belangrijk dat provincies projecten initiëren. Als je niets doet gebeurt er ook niets, maar als de partijen eenmaal om tafel zitten komt er vaak veel energie vrij.” De stichting Warmtenetwerk moet als het aan hem ligt vooral lobbyen om het gebruik van restwarmte op de agenda te krijgen. “Daar draagt de provincie zelf ook een steentje aan bij, onder meer via het Interprovinciaal Overleg (IPO) en in contacten met het ministerie EZ.” zegt Bosma. Ook wil hij zijn ervaringen delen met andere leden van het Warmtenetwerk. De provincies zien het netwerk dus vooral als lobbyclub richting Den Haag, waar warmte veel hoger op de agenda moet komen. Daarnaast kan het Warmtenetwerk nuttig zijn voor kennisuitwisseling, naast het IPO. Tenslotte zien sommigen voor zichzelf een prominente rol weggelegd in de uitvoering van projecten (Gelderland), anderen zien zich meer als aanjager en facilitator (Noord-Brabant en Zuid-Holland).

Cogen en Warmtenetwerk in elkaars verlengde Cogen Nederland, de vereniging voor WKK, heeft zich onlangs aangesloten bij het Warmtenetwerk. Directeur Kees den Blanken ziet veel overeenkomsten tussen beide verenigingen. “We hebben beiden hetzelfde belang: het zo goed mogelijk gebruiken van warmte en koude. Wij willen het zo efficiënt mogelijk produceren, het Warmtenetwerk zet zich ervoor in dat het optimaal gebruikt wordt. Dat is ook in ons belang, want dan levert het hele systeem een maximaal rendement op het gebied van economie en milieu.” Zo bezien zitten Warmtenetwerk en Cogen in elkaars verlengde. “Het is dan ook niet verwonderlijk dat ons ledenbestand grotendeels overeenkomt en dat we al vanaf het begin betrokken zijn bij het Warmtenetwerk”, zegt de directeur. Toch is er een klein verschil: WKK wordt op vele terreinen gebruikt, waaronder in de industrie, terwijl het Warmtenetwerk zich vooral richt op de gebouwde omgeving. Ook de gebouwde omgeving is voor Cogen echter belangrijk. Uit de kleinere WKK’s ontstaat warmte met lagere temperatuur, die goed in te zetten is bij stadverwarming.

“Wij zien Cogen als partij die zich richt op de productie op één locatie, en het Warmtenetwerk voor het zoeken van transporten de toepassingsmogelijkheden. We kunnen samen zorgen dat de ruimteverwarming van huizen zo efficiënt mogelijk gebeurt. De ene keer is een HR ketel het best, de andere keer stadsverwarming.” Beide verenigingen moeten zich volgens Den Blanken zowel met de praktijk als met beleid bezig houden. “Ieder zet zich op zijn eigen terrein in, maar uiteindelijk gaat het om de samenhang. Warmtenetwerk en Cogen moeten samen zorgen voor een goed beleidsklimaat. Alleen dan kun je echt iets bereiken.”

NR 4. HERFST 2009

Amercentrale & glastuinbouw

7


Grote reductie aansluitkosten dankzij nieuwe vinding Het enthousiasme zindert door het kantoor waar ik spreek met Aad van Lopik, directeur, en Marc Volder, verantwoordelijk voor de marketing bij Thermaflex Nederland BV. Niet voor niets: ik ben ontboden in Waalwijk voor een primeur. De geschiedenis van Thermaflex gaat terug naar 1976, toen het familiebedrijf werd opgericht. Thermaflex begon met het produceren van isolatiematerialen en ontwikkelde later een totaalproduct: kunststof buizen die al vanuit de fabriek ge誰soleerd werden geleverd. De kunststof buizen kennen voordelen ten opzichte van de klassieke stalen buizen. Ze zijn flexibel, makkelijk te leggen en ze worden opgerold vervoerd en opgeslagen. Een lange levensduur is ook een pluspunt; de buizen van Thermaflex halen met gemak 50 jaar. Nadat Thermaflex veel energie heeft gestoken in de verkoop van haar totaalproduct, werd het in 2001 met succes op de markt gezet in een joint venture met Flexalen, een dochterbedrijf van Pipelife uit Enkhuizen. De buizen werden gebruikt voor de stadsverwarming in Wenen, een stad die vooroploopt op het gebied van stadsverwarming. Het werken met de ge誰soleerde kunststof buizen is een uitstekend alternatief voor het werken met stalen buizen. Alleen het maken van de aftakkingen naar gebouwen is arbeidsintensief. De aftakkingen worden gerealiseerd met een zogenaamd T-stuk dat in de buis wordt geplaatst en het begin vormt van de nieuwe buis die naar het betreffende gebouw loopt. Dit betekent wel dat deze constructie op locatie op drie plaatsen moet worden gelast en dat kost veel tijd. Het weer volledig isoleren en waterdicht maken van de aftakking maken is heel lastig, maar wel van groot belang met het oog op het hoge grondwaterpeil in (delen van) Nederland en Vlaanderen. Maar Thermaflex vond een oplossing. De kracht van een idee schuilt vaak in de eenvoud. Dat wordt snel duidelijk bij kennismaking met Flexalink. Het originele product, de voorge誰soleerde kunststof buis, is uitgebreid met een aftakking die in de fabriek al aan de buis is bevestigd. Met een kap er omheen die in de fabriek voor honderd procent positief getest is op waterdichtheid en isolatie hoeft de aftakking niet meer op locatie gemaakt te worden. Kort gezegd betekent dit het volgende: de aannemer hoeft op de bouwplaats slechts de sleuven te graven waarin de buizen gelegd moeten worden, en de buizen met aftakkingen plaatsen. Thermaflex levert de kant-en-klare buizen m辿t aftakkingen. De voordelen die Flexalink biedt zijn groot. Ten eerste kost het stukken minder tijd om bijvoorbeeld een woonwijk aan te sluiten op stadsverwarming. In plaats van twee tot vier aansluitingen per dag kunnen er op deze manier gemakkelijk acht worden gerealiseerd. Hierdoor worden de aanlegkosten van het aansluiten van gebouwen op warmtenetwerken goedkoper dan ze tot nu toe waren. Dit zal de interesse van projectontwikkelaars, energieleveranciers, woningbouwverenigingen, stadsverwarmingbedrijven en adviseurs voor deze duurzame warmtelevering doen toenemen. Ten tweede is de constructie zo sterk in water- en isolatiedichtheid dat het alle andere mogelijkheden overtreft. Dit nieuwe product kan toegepast worden in zowel renovatie als nieuwbouw van woningen en gebouwen, maar ook in het terrein.

8

WARMTENETWERK MAGAZINE


Waar Thermaflex nu aan werkt is een doorontwikkeling in de range van de buizen. Op alle verschillende maten van buizen wordt de constructie van Flexalink in de nabije toekomst toegepast. Het geheim van de smid is mij niet helemaal toevertrouwd in Waalwijk. Een tipje van de sluier konden de heren wel voor me oplichten. De troef is de kap die speciaal is ontwikkeld voor Thermaflex en uit één stuk is vervaardigd. Echt bang voor concurrentie zijn ze niet bij Thermaflex, omdat het bedrijf een grote voorsprong in ontwikkeling heeft. “Wanneer de kap wordt opengemaakt is wel duidelijk hoe het in elkaar steekt, maar de machines die ze maken zijn exclusief ontwikkeld voor Thermaflex, waardoor de concurrent het niet zo snel en goedkoop kan produceren als wij.” aldus de heer Van Lopik. Ook zijn ze niet bang dat de vraag te groot wordt voor de productiecapaciteit in de fabriek in Waalwijk. “We maken een voorraad van standaardmaten, zodat we genoeg capaciteit hebben voor afwijkende bestellingen. We zijn er helemaal klaar voor!” Niet voor de eerste keer tijdens ons gesprek glimmen de beide heren van trots.

Een pilotproject van dertig woningen in Rotterdam werd goed ontvangen. Het resulteerde in de toewijzing van een nieuw project van nog eens 300 woningen. Nu kan Thermaflex deze innovatie met een gerust gevoel aan het grote publiek laten zien. Op Energie 2009, de vakbeurs die plaatsvindt van 6 tot en met 8 oktober aanstaande in de Brabanthallen te ’s-Hertogenbosch zal Thermaflex haar nieuwe product presenteren aan energieleveranciers, stadsverwarmingbedrijven, woningbouwverenigingen en andere belangstellenden.

Met Warmtenetwerk naar Karlsruhe Van 27 t/m 29 april organiseert de Duitse vereniging voor warmtenetten AGFW haar tweejaarlijkse vakbeurs in Karlsruhe. De keus voor Karlsruhe is niet toevallig. In 2010 start de warmtelevering van olieraffinaderij MiRO aan het warmtenet van Karlsruhe. De koppeling, die een investering van 30 miljoen Euro kostte, zorgt voor een reductie van de uitstoot van het broeikasgas CO² met 65.000 ton per jaar. De vakbeurs voor warmtedistributie gaat in 2010 voor het eerst samen met ENKON dezentral, een vakbeurs voor decentrale opwekking van warmte en elektriciteit. Dat maakt de beurs in Karslruhe in 2010 extra interessant voor de deelnemers aan het Warmtenetwerk. Het bestuur wil dan ook een reis organiseren met bezoek aan de beurs en aan het warmtebedrijf van Karlsruhe. Via de digitale nieuwsbrief van Warmtenetwerk krijgt u hierover informatie.

NR 4. HERFST 2009

9


Programma ‘Meer met bodemenergie’ van start Op 17 september is het onderzoeksprogramma “Meer met bodemenergie” van start gegaan. In Nederland zijn al een duizendtal systemen voor seizoenopslag van koude en warmte (WKO) in bedrijf. Jaarlijks komen daar nog een honderdtal bij. Met de start van het tweejarige programma “Meer met bodemenergie” wil de overheid de toepassing van WKO verder bevorderen. Het onderzoeksprogramma wordt gefinancierd door verschillende overheden en semi-overheden. Het doel van het onderzoek is om binnen twee jaar de openstaande vragen met betrekking tot de effecten van bodemenergie in kaart te brengen, en randvoorwaarden te formuleren voor de grootschalige toepassing van bodemenergie, inclusief de randvoorwaarden van enkele essentiële innovatieve toepassingen van deze techniek. De belangrijkste innovaties betreffen de technische haalbaarheid van de combinatie met grondwatersanering, en de toepassing van hoge temperatuuropslag. Het onderzoek heeft een technische focus en is beleidsondersteunend. Het onderzoeksprogramma wordt uitgevoerd door experts van Deltares, IF Technology, Bioclear en Wageningen Universiteit. De universiteit zet parallel aan het onderzoeksprogramma vier jaar lang enkele AIO-onderzoekers in, om verdiepend onderzoek te doen naar de effecten en kansen van warmte/koude-opslag. Penvoerder van het initiatief is IF Technology te Arnhem, een van de deelnemers aan het Warmtenetwerk.

Het onderzoeksprogramma is een vervolg op een eerste verkennend onderzoek van de in maart opgerichte Taskforce WKO. Zij concludeerde dat ondergrondse opslag een belangrijke bijdrage kan leveren aan duurzaam gebruik van energie en water. Op basis van het rapport van de Taskforce WKO besloot minister Cramer al in het voorjaar om vergunningprocedures voor het boren van bronnen voor seizoenopslag van warmte en koude in de bodem te vereenvoudigen tot een “verkeerslichtmodel”. In groene gebieden zijn geen strijdige belangen en kan men met een melding volstaan. In oranje gebieden moet wel een vergunningsprocedure worden gevolgd om conflicten met andere belanghebbenden te voorkomen. In rode gebieden is WKO ongewenst, maar zijn uitzonderingen mogelijk. Naast de standaardisering in de vergunningsprocedures stuurt de minister nu ook aan op certificering van bedrijven die WKO aanleggen. Door certificering kan de kwaliteit van de aanleg van WKO-systemen worden bewaakt. Certificering is nu nog vrijwillig, maar in de toekomst zullen alleen gecertificeerde bedrijven nog kunnen werken met WKO. Het verslag van de taskforce is beschikbaar op de website van het ministerie van VROM. Het gaat niet in op winning van diepe aardwarmte (geothermie), maar alleen op ondiepe geothermie. Winning van aardwarmte op een grotere diepte dan 500 meter valt onder de door het Ministerie van EZ beheerde mijnwet, een heel ander regime dan WKO waarvoor de provincies vergunningverlener zijn. www.meermetbodemenergie.nl

Commissie MER: WKK beter dan WKO in glastuinbouw Op 26 juni 2009 kwam de Commissie voor de Milieueffectrapportage met een opmerkelijk bericht: WKK zou energiezuiniger zijn dan WKO. Dat bleek uit de milieueffectrapportage (MER) voor een grootschalige opslag van warmte en koude in de bodem in het glastuinbouwgebied Agriport A7 in de Wieringermeer. In de glastuinbouw is nu WKK de gangbare techniek en blijkt het alternatief van WKO minder “duurzaam“, meldt de commissie. De situatie in de glastuinbouw is niet één op één vergelijkbaar met die voor de klimaatregeling van gebouwen. De toevoer van CO² is in kassen een belangrijke factor. De rookgassen van een moderne WKK worden in de glastuinbouw ingezet om de planten voldoende CO² te leveren als het licht is. Verder is het rendement van de warmtekrachtinstallaties in de afgelopen jaren steeds hoger geworden. Met de nieuwste gasmotoren kan al een elektrisch rendement van 42 tot 44% worden bereikt en een totaalrendement van meer dan 90%. www.commissiemer.nl

foto links: Minister Cramer startte de eerste boring voor de WKO in Plantage De Sniep te Diemen. Het project wordt gerealiseerd door een consortium van Eneco, Unica en Dura Vermeer.

In Naaldwijk komt een project waar een glastuinbouwbedrijf WKO en WKK warmte levert aan een nieuwbouwwijk. Dit extra duurzame concept is een samenwerking van Gemeente Westland, Vestia en kwekerij Prominent.

10

WARMTENETWERK MAGAZINE


Japanse gemeentes gaan naar integrale aanpak energie “Tot nu toe hebben de gemeentes in Japan alleen her en der losse maatregelen genomen op het gebied van energiebesparing, maar men wil nu naar een integrale aanpak. Daar passen warmte- en koudenetten goed in”, vertelt Teruyoshi Kawabata, directeur van het warmte- en koudebedrijf van de stad Kobe. Als bestuurslid van de Japanse vereniging voor warmte- en koudebedrijven bezocht hij samen met Masaki Unno, directeur van de afdeling research en planning, het jaarcongres van Euroheat & Power in Venetië om daarna door te reizen naar Amsterdam voor een kennismaking met Warmtenetwerk. De Japanse vereniging telt 86 leden, die samen 148 netten exploiteren. De levering van warmte en koude is in Japan anders geregeld dan in Nederland. Concessies worden tot nu toe alleen afgegeven voor heel dicht bebouwde gebieden met een geconcentreerde vraag naar warmte en vooral koude. De afnemers zijn vooral kantoorgebouwen, hotels, computercentra en bedrijfspanden. De warmte- en koudebedrijven in Japan leveren meer koude dan warmte. Per jaar gaat het om 15.400 Terajoule koude en 9.600 TJ warmte. Verduurzaming van de opwekking is nu een belangrijk item, vertelt Kawabata. Het aandeel duurzame energie is in Japan maar 2%. “Duurzaamheid was tot nu toe vooral voor export. We zijn bijvoorbeeld een belangrijke fabrikant van pv-panelen, maar die zijn voor de export. In Japan zelf zie je weinig zonne-energie.” De elektriciteitsproductie is gebaseerd op kernenergie en aardgas. Vanwege de luchtkwaliteit is de inzet van steenkool beperkt. Aardgas wordt vloeibaar per tanker aangeleverd. De warmtelevering is nog hoofdzakelijk op basis van warmtekrachtkoppeling met aardgas als brandstof en de koudeproductie op absorptiekoelmachines en centrifugaalkoelmachines. “Het mooiste is als je gelijktijdig warmte en koude moet leveren”, stelt Kawabata. “Je kunt dan de warmte uit de condensor van de koelmachine mooi hergebruiken. In het erg vochtige Japanse klimaat is vaak bij koeling nog naverwarming nodig voor de beheersing van de relatieve vochtigheid. Gelijktijdig koude en warmte leveren komt bij ons vaak voor.” Het aandeel duurzaam is bij de Japanse warmte- en koudebedrijven al vijf keer zo hoog als het landelijk gemiddelde van de energieleveranciers, maar verdere verduurzaming is een hoofddoel voor de vereniging.

A

eling ieko rpt o bs

Superzuinige koelmachines

Op het jaarcongres van Euroheat & Power presenteerde Kawabata een aantal praktijkvoorbeelden van duurzame warmte- en koudeprojecten in Japan. Voor vrije koeling maakt men tegenwoordig gebruik van rivierwater en zeewater en ook slaat men in de winter sneeuw en ijs op voor gebruik in de zomer. De Japanse fabrikanten van koelmachines hebben ook veel gedaan aan de ontwikkeling van superzuinige koelmachines. In de koudecentrale van Ikebukuro te Tokio heeft men grote besparingen bereikt door vervanging van de oude koelmachines door nieuwe. Bij de absorptiekoelmachines wist Mitsubishi Heavy Industries het rendement bijna te kunnen verdubbelen. De nieuwe machines halen een COP van maar liefst 1,48. Dat betekent dat er voor elke kWh aan restwarmte er 1,48 kWh aan nuttige koude wordt geleverd. De oude koelmachines haalden een COP van 0,8, wat normaal is voor absorptiekoeling. De nieuwe machines werken met meerdere trappen en stoom onder lage druk om het hoge rendement te halen. De centrifugaalkoelmachines, die de piekkoeling leveren, zijn in Ikebukuro ook vervangen. De nieuwe machines hebben voor hetzelfde koelvermogen 35 % minder elektriciteit nodig dan de oude.

Opslag van koude en bluswater

Beperking van het benodigde elektrisch vemogen van de koelinstallaties is extreem belangrijk in Japan, omdat pieken erg duur zijn. Daarom draaien de koelinstallaties ’s nachts door om een voorraad koude aan te leggen voor overdag. Dat gebeurt met ijsbuffers en met grote buffertanks met ijskoud water. Om de kosten van de grote buffertanks voor koude te beperken, is een dubbelfunctie bedacht. De grote voorraad water kan ook gebruikt worden voor brandblusinstallaties. Dat bespaart een investering in wateropslag voor de blusinstallatie. Het warmte- en koudebedrijf in Kobe maakt in de wijk Hyogo als een van de eersten gebruik van dit idee.

De weg naar een low carbon society

Japan wil dat de emissies van CO² in 2050 60 tot 80 % lager zijn dan nu. De overheid ontwikkelt een programma voor modelsteden op hert gebied van milieu. Warmte- en koudenetwerken zullen een belangrijke rol spelen bij het bereiken van de doelstelling. De Japanse overheid gaat dit bevorderen. Tot nu toe ontbreekt er overheidssteun voor duurzame energie. Dat is er de oorzaak van, dat het aandeel duurzaam in het totale energieverbruik van Japan nog erg laag is. Het actieplan naar een “low carbon society” omvat vijf stappen: 1. onderzoek naar planologie voor minimaal energiegebruik in steden 2. ontwikkeling van regionale netwerken 3. modelsteden met maximale benutting van beschikbare energie in warmte- en koudenetten 4. biomassa van platteland als brandstof in steden 5. gebruik van organische reststromen Deze aanpak lijkt sterk op het concept van exergieplanning, dat in Nederland is ontwikkeld door TU Delft, RuG en Wageningen met steun van SenterNovem. Het lijkt ook op het concept van “district energy”, dat nu vel aandacht krijgt in Noord-Amerika en in november voor de klimaattop zijn Kopenhagen. Blijkbaar is overal de tijd rijp voor een integrale aanpak.

NR 4. HERFST 2009

11


Oostfries dorp stapt over op natuurwarmte In 1780 trok Lammert Harms Aden met compagnons vanuit Emden naar het veengebied bij het voormalige klooster Ihlow nabij Aurich om turf te gaan winnen. Dat was het begin van het dorpje Ihlowerfehn, dat tot het begin van de twintigste eeuw turf leverde aan Emden. Het veengebied werd weiland. Een deel van de tweeduizend inwoners van het veendorp werkt nu in de agrarische sector, maar de meerderheid verdient zijn inkomen nu in de autofabriek van VW in Emden. Nu, anno 2009, lijkt het erop, dat Ihlowerfehn weer een rol gaat spelen als brandstofleverancier voor Emden en omgeving. Dat is dan te danken aan de pioniersgeest van melkveehouder Lenhard Flessner. Het eerste wat opvalt bij een bezoek aan zijn boerderij, zijn de zonnepanelen op de daken van zijn stallen. Maar liefst 150 kW piekvermogen kan Flessner leveren aan het elektriciteitsnet. Naast de moderne, open loopstallen staan twee grote vergisters, die biogas produceren voor een warmtekrachtinstallatie met een elektrisch vermogen van 500 kW. Een deel van de warmte levert Flessner via een klein warmtenet aan het gemeentehuis, de school, een sporthal en een jeugdhotel. “De gasrekening is voor deze gebouwen met 80% gedaald”, vertelt Flessner. De terugverdientijd voor de warmteleiding is voor de gemeente slechts enkele jaren. Een nieuwe toepassing voor de warmte uit de biogasmotor is het drogen van hout. Daar heeft Flessner zelf een eenvoudige installatie voor gebouwd, waarmee hij nu zaagsel droogt voor een houtverwerkend bedrijf.

Teelt van energiehout voor piekketels Maar Flessner heeft zelf ook grote plannen als het gaat om energiehout. Al vijftig hectare in de omgeving is beplant met snelgroeiende wilgen. Binnenkort kan er voor het eerst geoogst worden na drie jaar groei. Na het oogsten groeien de wilgen met verdubbelde kracht, zodat de volgende oogst na weer drie jaar veel meer opbrengt. Samen met financiers en partners met ervaring in de houtteelt wil Flessner opschalen naar maar liefst 1.000 hectare. De afzet is volgens Flessner geen probleem. Er zijn contacten met grote bedrijven, maar zijn eigen concept “Naturwärme” in Ihlowerfehn moet bij navolging door andere dorpen eigenlijk de basis worden voor de houtlevering. Dat concept houdt een uitbreiding in van de warmtelevering naar woningen in het dorp. De biogas-wkk zal daarvoor de basis aan warmte leveren en een grote houtketel op de boerderij moet zorgen voor extra warmteproductie in koude periodes. Vorig jaar is Flessner begonnen met de werving van klanten voor zijn natuurwarmte. “Ik dacht aanvankelijk, dat het met een 15% lagere prijs dan het aardgas wel eenvoudig zou zijn” vertelt Flessner. Maar de problemen, die hij ondervond bij de Oostfriezen lijken veel op die in Nederland als je een warmtenet wilt realiseren: angst voor het onbekende.

12

WARMTENETWERK MAGAZINE


Van aardgas naar natuurwarmte kost moeite Elke woning in Ihlowerfehn is aangesloten op het aardgasnet van EWE uit Oldenburg. “EWE koopt gas in van de Nederlandse Gasunie, maar die kunnen EWE over een jaar of zes geen leveringzekerheid meer bieden”, vertelt Flessner. Toch houden veel mensen vast aan de huidige situatie. De angst voor verandering werd nog eens gevoed door de schoorsteenveger, die huis aan huis ging vertellen, dat de warmtelevering niet ging werken. Anderen vonden, dat ze de warmte gratis moesten krijgen, want het was toch restwarmte. Ook de gemeente nam een afwachtende houding aan. “Ik ben zelfs gemeenteraadslid, maar mijn partij het CDU is in Ihlow zwaar in de minderheid t.o.v. de SPD. Uiteindelijk heb ik 120 klanten gevonden voor mijn natuurwarmte. Die richten nu een “genossenschaft” op om samen het warmtenet te exploiteren”, vertelt Flessner. “Ze komen de warmte bij mij halen tegen een aantrekkelijke prijs. Ik heb geen incassorisico en de deelnemers besparen geld over de contractperiode van vijftien jaar.” Het warmtenet wordt aangelegd door professionele bedrijven met de modernste materialen. De kleinschaligheid stelt wel eisen aan de adviseurs en leveranciers. Het moet met bescheiden kosten gerealiseerd worden. Zodra de subsidiebeschikkingen er zijn, wordt gestart met de aanleg. De Duitse warmtewet heeft de doorslag gegeven. In deze nieuwe wet geldt een subsidie van 1 Euro per meter leidingtracé voor elke mm diameter. Voor een leiding van 150 mm doorsnee is de subsidie dus EUR 150 per meter sleuflengte. Flessner ontvangt wekelijks al bussen met nieuwsgierige bezoekers. “Het concept moet bekend worden en andere dorpen moeten het overnemen. Jullie zijn vanuit Nederland ook van harte welkom”.

Nahwärme en Naturwärme: een mooie combinatie De normale benaming voor warmtelevering is in het Duits “Fernwärme”. Maar voor kleinschalige warmtenetten gebruikt men het woord “Nahwärme”. Kleinschalige warmteprojecten zijn populair in Duitsland en Oostenrijk. Veel projecten worden opgezet met duurzame energie: warmte van biogasinstallaties of het stoken van hout uit de omgeving. Dergelijke projecten zijn gebaseerd op lokale samenwerking en worden meestal opgezet door lokale bedrijven en gemeentes. In Oostenrijk is al een bedrijf opgericht, dat diensten aanbiedt voor dergelijke lokale samenwerkingsverband en duurzame brandstoffen levert. Het bedrijf met de toepasselijke naam Nahwaerme.at Energiecontracting GmbH te Graz heeft een referentielijst met meer dan twintig gerealiseerde miniwarmtenetten en verschillende projecten in uitvoering. Participatie van lokale partners in projecten is de kern van het succes van dit bedrijf. Ook grote ondernemingen kunnen een rol spelen bij Nahwärme. Zo werkt Dalkia aan warmtenetten voor dorpen in het gebied Altmark, waar het bedrijf een tiental biogasinstallaties samen met lokale boeren exploiteert.

Bioenergiedorp Jühnde Lenhard Flessner heeft bij de ontwikkeling van zijn natuurwarmteconcept de ervaringen gebruikt van het dorpje Jühnde, dat al enkele jaren in haar eigen energiebehoefte voorziet. Jühnde produceert duurzame elektriciteit en warmte met een mestvergistingsinstallatie. Driekwart van de bestaande woningen in het dorpje zijn aangesloten op dit net. In de winter wordt extra warmte geproduceerd door snoeihout uit de omgeving te verstoken. Jühnde inspireerde al verschillende andere dorpjes om bioenergiedorp te worden. Het dorp heeft een centrum voor nieuwe energie gebouwd en ontvangt grote aantallen bezoekers. www.bioenergiedorf.de

NR 4. HERFST 2009

13


Energiebedrijf De Wieren combineert warmtelevering met waterbesparing Woningstichting De Wieren in Sneek heeft in zestien huurwoningen al enkele jaren ervaring met een wel heel bijzondere techniek. De woningen hebben een dubbele riolering. De ene buis is aangesloten op de afvoeren van bad, douche en wastafels (grijswater) en de tweede buis op de toiletten en een dispenser voor keukenresten (zwartwater). Het organisch afval in de tweede buis wordt omgezet in een duurzame brandstof, biogas. “Onze ervaringen met dit systeem van decentrale sanitatie waren zo goed, dat we het op grotere schaal wilden toepassen”, vertelt Gea Akkerman. Na een studie bedrijfskunde werkte Gea op de afdeling ruimtelijke ordening van verschillende noordelijke gemeentes. “Ik ben voor het CDA nog actief in de gemeentepolitiek, maar een paar jaar geleden heb ik de overstap gemaakt naar de woningstichting in Sneek.” Bij De Wieren houdt Gea Akkerman zich bezig met de voorbereiding van complexe projecten en daar hoort sinds ook het eigen energiebedrijf bij, dat De Wieren heeft opgericht. Het eerste project van dit puur lokale energiebedrijf is een herstructureringswijk. 270 woningen worden gesloopt en er komen 230 huurwoningen in de sociale sector voor terug. In de nieuwe woningen levert Energiebedrijf De Wieren duurzame warmte en koude met een seizoenopslag in de bodem, een warmtepomp en een warmtekrachtinstallatie, die draait op biogas uit een vergister voor de rioolbuis met “zwart water”. Het systeem bespaart niet alleen

energie, maar ook water. “We gebruiken bij decentrale sanitatie vacuümtoiletten”, vertelt Gea, “die verbruiken per spoeling één liter water in plaats van de zeven liter van een normaal toilet. Dankzij de nieuwe techniek heb je verder ook geen stinkend keukenafval meer in je container.” Het energiebedrijf gaat zelf de nota’s voor warmte en koude versturen. “We zijn uiteraard gebonden aan de warmtewet”, zegt Gea, “maar we gaan een lager tarief per GJ hanteren dan de kosten van een hr-ketel.” Veel ruimte heeft het nieuwe systeem niet nodig. Alle techniek wordt ondergebracht in een gebouw met de afmetingen en vormgeving van een standaard woning Het provinciale waterschap Wetterskip Fryslan werkt actief mee en overweegt om de exploitatie van het gehele afvalwatersysteem op zich te nemen. Het systeem voor decentrale sanitatie is ontwikkeld door Desah BV te Sneek, een adviesbureau gespecialiseerd in duurzame afvalwatertechniek. Brendo Meulman van Desah ervaart grote belangstelling voor zijn product. Op dit moment is Desah concreet bezig met een zestal vervolgprojecten. Het concept van Desah gaat verder dan vergisting van organisch materiaal voor winning van biogas. Met verschillende technieken kan het afvalwater zodanig worden gereinigd, dat lozing op oppervlaktewater mogelijk is. Verder worden de meststoffen stikstof en fosfaat omgezet tot kunstmest. Deze innovatieve oplossingen zijn opgenomen in het concept van de Zonneterp, dat een uitwisseling van woonwijk en glastuinbouw beoogt.

wkk biogas Apeldoorn

14

WARMTENETWERK MAGAZINE


Apeldoorn start hotfill– campagne in wijk Zuidbroek In het najaar van 2009 start de gemeente Apeldoorn in de nieuwbouwwijk Zuidbroek een campagne om de toepassing van hotfill wassen en vaatwassen te stimuleren. Er zijn al meer dan 500 woningen in Zuidbroek aangesloten op een warmtenet van Essent en in de eindfase zullen dat er 2.500 zijn. Dit warmtenet zorgt voor duurzame warmte, die Essent inkoopt van Waterschap Veluwe. Het waterschap produceert warmte en elektriciteit uit biogas van rioolslib en van slachtafval in een door HoSt ontwikkelde vergister. De duurzame warmte was reden voor de gemeente om alle woningen te laten voorzien van een warmwateraansluiting naast de koudwateraansluiting bij de opstelplaats voor was- en vaatwasmachine. Door bij het wassen en vaatwassen warmte van het net te gebruiken, in plaats van elektrisch verwarmd water, wordt een grote CO²-reductie bereikt. Bewoners kunnen een vaatwasmachine en een wasmachine op de warmwaterkraan aansluiten wanneer deze machine daarvoor geschikt is. Helaas zijn niet alle machines geschikt. Bij de wasmachines hebben alleen Miele en Bosch een ‘voor hotfill geschikte’ machine in hun pakket. Wel zijn er speciale mengapparaatjes op de markt waarmee hotfill ook voor veel andere wasmachines toepasbaar wordt. Bij de vaatwasmachines is naar schatting zo’n 80–90% geschikt voor hotfill.

De gemeente Apeldoorn gaat in de hotfill-campagne bewoners van Zuidbroek helpen om na te gaan of hun vaatwas- en wasmachine geschikt is voor hotfill. De gemeente gaat ook de aanschaf van nieuwe ‘voor hotfill geschikte’ wasmachines en vaatwasmachines stimuleren. Daarvoor wordt medewerking gezocht bij de lokale witgoedsector. De hotfill-campagne maakt deel uit van het grotere project “Zuidbroek Energie Neutraal” dat met subsidie van de EU uit het programma Concertoplus nog tot mei 2012 in Zuidbroek zal lopen. Uit een onderzoek door IVAM in het kader van het Europese programma bleek grote belangstelling voor hot fill bij de bewoners van Zuidbroek.

Nieuwe subsidieronde in UKP ‘Verduurzaming Warmte en Koude’ Tot 5 november 17.00 uur kunnen bij SenterNovem aanvragen ingediend worden voor subsidie op investeringsprojecten, die technisch of organisatorisch vernieuwend zijn op het gebied van warmte en koude. Het gaat om projecten met warmte en of koude uit bio-energie, aardwarmte, grootschalige zonnewarmte en duurzame warmte/koude en restwarmte/koude op wijkniveau. Aanvragen is alleen mogelijk voor samenwerkingsverbanden. De subsidie bedraagt 40% van de meerinvestering t.o.v. conventioneel met een maximum van EUR 800.000 per project. In totaal is er tien miljoen Euro door het ministerie van EZ beschikbaar gesteld voor deze ronde. De aanvragen zullen worden gerangschikt op basis van innovatie, reductie op het verbruik van fossiele energie en broeikasgassen, herhalingspotentieel en kwaliteit van het samenwerkingsverband met slaagkans voor realisatie van het project. De score voor de innovatieve aspecten van het project telt dubbel. In de vorige ronde van dit UKP-programma kreeg Energiebedrijf De Wieren met haar partners een subsidie voor het project met WKO en decentrale sanitatie in Sneek. Bij de gehonoreerde aanvragen zaten verder o.a. het project Kassenwarmte Hoogeland van Vestia, groene warmte en koude uit bio-energie in Sittard, een warmte- en koudenet op bedrijventerrein Schuttersveld in Ede, project duurzame sluiting van de zuivelketen van HoSt en duurzame warmte en koude voor de campus van de Open Universiteit in Heerlen. www.senternovem.nl/eos/subsidies/ukp

NR 4. HERFST 2009

15


Warmtenetwerk heeft sprekers beschikbaar

Het warmtenetwerk wordt regelmatig benaderd met de vraag of er in het netwerk experts zijn die een neutrale presentatie kan geven over het gebruik van restwarmte of de mogelijkheden voor duurzame warmte en koude, processen en organisatie voor de ontwikkeling van warmte- en koudenetten, financiering, samenwerkingsvormen, etc. Op ad hoc basis hebben we al meerdere keren aan vragen voldaan. Zo werkten we mee aan het nationaal warmtecongres van SBO en een workshop van de projectgroep biomassa & wkk, maar ook bijvoorbeeld aan een duurzaamheidcongres voor de gemeente Boxtel of een bijeenkomst voor de opzet van een restwarmtenet in Veghel. Om nog beter in de behoefte aan sprekers te voorzien heeft het bestuur van het Warmtenetwerk besloten om een Sprekershoek op te zetten. Afhankelijk van het onderwerp kunt u voor uw bijeenkomsten een spreker vinden in de Sprekershoek van het Warmtenetwerk. Het verzoek moet vanzelfsprekend passen in de agenda van de betreffende spreker en moet u rekening houden met en mogelijke onkostenvergoeding. Ook moet er een voor de spreker een passende onderwerpkeuze zijn, die niet te zeer geënt is op een specifiek project of een zeer specialistische vraag. Vanuit de de doelstelling van de stichting dragen we bij aan kennisoverdracht, maar het is niet onze rol om als adviseur voor concrete projecten op te treWarmte wordt den. Een cv en contactgegevens van alle sprekers vindt u op eindelijk erkend als www.warmtenetwerk.nl

duurzame energie

Restwarmte, groene warmte en koude: hoe, waarom, praktijk en innovaties

Klaas de Jong (Warmtenetwerk): “Ik leg graag aan de hand van praktijkvoorbeelden uit hoeveel winst er te behalen valt met lokale samenwerking.“

De businesscase van een warmteproject: Business cases / financiële modellen, risico’s en samenwerkingsvormen (Publiek-Private Samenwerking)

Bart Budding (RebelGroup): “Met een professionele business case en een intelligente samenwerkingsvorm kan de haalbaarheid van warmte- en koudeprojecten aanzienlijk verbeterd kan worden. Dat dit veel meer is dan een simpel sommetje met inkomsten en uitgaven is niet voor iedereen voldoende helder.”

Hans Wouters (provincie Gelderland): “Omdat warmte slecht transporteerbaar is en locale bronnen moeten worden benut. En dat kan alleen als tijdens de bouw een warmteinfrastructuur wordt aangelegd.”

De overdracht van warmte en koude van net naar klant en warm tapwater

Martijn Bos (NIBE Energietechniek): “Hoe lager de systeemtemperatuur, hoe duurzamer de installatie. Hoe duurzamer de installatie, des te belangrijker een integrale aanpak. Dat is de leidraad in mijn presentaties.”

Financiering van duurzame investeringen

Auke de Boer (ING Groenbank): “Tijdig een goede risico analyse van een project maken voorkomt veel ellende.”

Beleid energie & milieu

Teus van Eck: “Ik wil graag de afstand tussen beleid en de werkvloer verkleinen, kennisniveau verhogen, bruggen tussen partijen bouwen en veel meer aandacht voor inhoud.”

Aanmelden als spreker

Hebt u als deelnemer aan het Warmtenetwerk veel ervaring met en kennis over een bepaald thema en kunt u uw kennis goed overbrengen? Meldt u dan aan via info@warmtenetwerk.nl Houd er wel rekening mee, dat presentaties namens het Warmtenetwerk neutraal moeten zijn en geen promotie van uw bedrijf op product.

16

WARMTENETWERK MAGAZINE


Agenda 2009/2010 Bijeenkomsten van het warmtenetwerk

16-18 september 2009 Studiereis Wenen (inschrijving gesloten) www.warmtenetwerk.nl 8 oktober 2009 Jaarbijeenkomst warmtenetwerk www.warmtenetwerk.nl 11 maart 2010 Maximale duurzaamheid in de bestaande bouw www.warmtenetwerk.nl

Bijeenkomst met sprekers of stand van Warmtenetwerk 24 september 2009 Warmtecongres 2009 te Nijmegen www.sbo.nl/congressen

6-8 oktober 2009 Vakbeurs Energie 2009 in ’s Hertogenbosch een toegangskaart is bijgevoegd bij dit magazine; extra karten kunnen worden aangevraagd via info@warmtenetwerk.nl www.energievakbeurs.nl 19 november 2009 VNG: Duurzame Overheden in de Reehorst te Ede www.congresenstudiecentrum.nl 27-29 april 2010 AGFW Wärmetechnik 2010 + Enkon Dezentral in Karlsruhe www.waermemesse.de

Bijeenkomsten van zusterorganisaties en Europese organisaties 20-22 oktober 2009 Fjärrvärme Mässan 2009 in Stockholm www.elmia.se

28-29 oktober 2009 Politik und Praxis des KWK-Ausbaus te Berlijn www.bkwk.de www.agfw.de 16-18 november 2009 District Energy Summit in Kopenhagen www.euroheat.org 21 januari 2010 Fernwärme auf neue Wegen in Kongresshaus Biel-Bienne (CH) www.fernwaerme-schweiz.ch 2 juni 2010 Jaarconferentie Euroheat & Power met Cogen europe in Brussel www.euroheat.org ww.cogeneurope.eu

Overige bijeenkomsten

19-21 november 2009 Installatievakbeurs VSK België in Brussel www.vskbelgie.be/nl 2-3 december 2009 Nationaal energie Forum 2009 te Scheveningen www.energieforum.nl 7-18 december 2009 United Nations Climate Change Conference Kopenhagen www.cop15.dk 1-5 februari 2010 VSK vakbeurs in de Jaarbeurs te Utrecht www.vsk.nl 25-27 mei 2010 World Bioenergy 2010 in Jönköping www.worldbioenergy.com

NR 4. HERFST 2009

17


Deelnemersoverzicht A Exploitanten van netten, warmteproducenten en financiers Afval Energie Bedrijf Amsterdam AVR Van Gansewinkel Cofely Energy Outsourcing Cogas Duurzaam Duurzame Energie Veenendaal Oost E.ON Benelux Eneco Warmtebedrijf Essent Warmte HVCenergie NUON Warmte Postbank Groen Stadsverwarming Purmerend Twence Afval en Energie UR Cool Warmtenet Hengelo i.o. Warmtebedrijf Rotterdam

B Aannemers en installateurs BAM Infratechniek Dura Vermeer Ondergrondse Infra Van Gelder KLM A. Hak West Van den Heuvel Heijmans Infra Techniek Marconi Oranje Nacap Benelux Nijkamp Aanneming Siers Leiding- Montageprojecten Strukton Worksphere Visser & Smit Hanab

C Fabrikanten en leveranciers van componenten Brugg GermanPipe BTG Bioliquids Carrier Nederland Dyka GEA Grasso Greenchoice Hermans Techniek HSF Kapp Nederland Kamstrup Landis+Gyr LOGSTOR Nederland NIBE Energietechniek Profilplast Pipesystems Redenko/Isoplus Samson Regeltechniek TCB Thermaflex Watts Microflex Weijers Waalwijk WILO Pompen

D Adviseurs en ingenieursbureaus De Kleijn Energy Consulting DWA Installatie- en energieadvies Ecofys Grontmij Climate & Energy HoSt IF Technology Ingenia Innoforte KIWA RebelGroup Royal Haskoning Sustas Management Tebodin Teus van Eck Klimaat & Energie ToMM Advies

E Universiteiten en kennisinstituten Energieprojecten.com KEMA TU Delft Universiteit van Gent Universiteit Twente

F Woningcorporaties Wonenbreburg Ymere

G Overheden

Gemeente Amersfoort Gemeente Amsterdam Gemeente Delft Gemeente Dordrecht Gemeente Eindhoven Gemeente Leeuwarden Gemeente Rotterdam Gemeente Zaanstad Gemeente Zeewolde Provincie Gelderland Provincie Noord-Brabant Provincie Zuid-Holland Stadsgewest Haaglanden

H Brancheorganisaties Cogen Nederland Koninklijke VNP Vereniging Afvalbedrijven

Een beschrijving van alle deelnemende organisaties met links naar de websites vindt u op www.warmtenetwerk.nl

18

WARMTENETWERK MAGAZINE


Colofon

Warmtenetwerk Magazine is een uitgave van de stichting Warmtenetwerk. De stichting Warmtenetwerk heeft als doel om het gebruik van duurzame warmte en koude en het hergebruik van restwarmte via collectieve netten te bevorderen. Het Warmtenetwerk Magazine wordt gratis verspreid; aanmelding voor toezending van de digitale nieuwsbrief van de stichting en voor het Warmtenetwerk Magazine kan via de website www.warmtenetwerk.nl of door een mail te sturen met uw gegevens aan info@warmtenetwerk.nl. Redactie Klaas de Jong Kirsten van Gorkum Tjitske Ypma Willeke Brandsma Verder werkten mee aan dit nummer: Jet Ceelen pag 8-9 e-mail: info@warmtenetwerk.nl Fax: 0521-523421 Postadres: Energieprojecten.com Oosterslag 4 8385 GW Vledderveen Dr Vormgeving WOUWontwerp te Steenwijk Bestuur Warmtenetwerk Hans Buitenhuis, DWA installatie- en energieadvies Secretaris Rob Kemmeren, gemeente Amsterdam Voorzitter Gijs de Man, Essent Warmte Penningmeester Hendrik Jan Kors, Logstor Nederland Jan Rooijakkers, Vereniging Afvalbedrijven Leo Wartna, Visser & Smit Hanab Secretariaat st. Warmtenetwerk Postbus 77 1200 AB Hilversum Tel. 035-6838833 Deelname aan het Warmtenetwerk Het Warmtenetwerk is een breed platform voor alle organisaties, die betrokken zijn bij collectieve warmte en koude. De contributie is afhankelijk van de hoofdactiviteiten en de grootte van de organisatie. Het is ook mogelijk op persoonlijke titel deelnemer te worden. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met het secretariaat of een mailtje sturen naar info@warmtenetwerk.nl Overname van artikelen Het copyright van de artikelen in Warmtenetwerk Magazine berust bij de redactie. Overname van artikelen is op aanvraag mogelijk en eigen foto’s zijn beschikbaar voor publicatie door derden met bronvermelding. foto: Timmer Architekten te Giessen

www.warmtenetwerk.nl

NR 4. HERFST 2009

19


WARMTENETWERK

meer comfort met minder fossiele energie


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.