Carmel Magazine april 2025

Page 1


#koers

Onderzoek en innovatie

Oefenplaats School

Wie zijn hun helden van vlees en bloed?

‘Elke leerling is anders, en dus gewoon’

(pagina 9)

6

Van passend onderwijs naar inclusief onderwijs

Alle leerlingen zijn gelijk, al verschillen ze ook net zoveel. Lees hoe inclusief onderwijs eruitziet op Het Hooghuis en Carmelcollege Emmen.

16

‘We doen dit in het belang van de leerling’ Carmelscholen werken in twee- of drietallen samen op het gebied van bedrijfsvoering. Samen zijn we slimmer!

Rubrieken

4 Standpunt

5 #stelling

10 Vertel!

15 Passie!

19 College van Bestuur: Jan Kees

20 Hoe ging het verder met...

21 What's up?

26 Opmerkelijk

12

Oog voor privacy en informatiebeveiliging

Met het Normenkader Informatiebescherming en Privacy wil de onderwijssector de eigen kwetsbaarheid verminderen. Hoe zit dat bij Carmel?

22

Helden van vlees en bloed

In het verleden zochten mensen voor levenskeuzes inspiratie bij heiligen en helden. Aan wie nemen jongeren van nu een voorbeeld?

Wij zijn Carmel

Stichting Carmelcollege omvat 12 instellingen voor bijzonder voortgezet onderwijs. Op ruim 45 locaties verzorgen we een breed onderwijsaanbod in een kleinschalige en veilige omgeving. Zo begeleiden we onze leerlingen. Elke dag opnieuw. Onderstaande - voornamelijk brede - scholengemeenschappen zijn aan Carmel verbonden:

Almelo » Pius X College, Canisius Deventer » Etty Hillesum Lyceum Eindhoven » Augustinianum Emmen » Carmelcollege Emmen

Enschede » Bonhoeffer College Gouda » Carmelcollege Gouda Groenlo » Marianum Haren » Maartenscollege, International School Groningen Hengelo » Scholengroep Carmel Hengelo

Oldenzaal » Twents Carmel College Oss » Het Hooghuis

Raalte » Carmel College Salland

» Standpunt

INNOVEREN IS SOMS TAAI EN SAAI

Bob en Peter, allebei schoolleider, komen elkaar tegen op een onderwijscongres. “Hé Bob, hoe gaat het bij jou op school?”. Bob: “Top, we zijn met iets heel moois bezig. Wij richten ons nu helemaal op <hier noemt Bob een onderwijskundige ontwikkeling>”. We hebben er een studiedag aan gewijd en werkgroepen opgericht. Het komt helemaal goed!” Peter: “Klinkt goed! Wij zijn ook aan het vernieuwen. Vanaf volgend jaar worden wij een <…profielschool>

We gaan ons onderwijs helemaal anders organiseren!”

Diezelfde avond zetten Bob en Peter beiden een bericht op LinkedIn over hoe interessant het onderwijscongres was, inclusief een nietszeggende foto van een flipover vol post-its. Met daaronder een verwijzing naar de nieuwe plannen. Herkenbaar?

Onderwijskundige afslag

De afgelopen jaren was ik meermaals getuige van dit soort gesprekken en ook op social media komen veel enthousiaste verhalen voorbij over onderwijskundige plannen. Begrijp me niet verkeerd, enthousiasme en passie zijn belangrijk in ons werk en vernieuwing in het onderwijs is en blijft nodig. Wat me opvalt is de bombarie waarmee sommige onderwijsvernieuwingen worden geïntroduceerd. Niet zelden hoor je er na een of twee jaar weinig meer over. Dan bleek dat de gekozen richting toch niet zo goed paste bij de school of dat de implementatie niet verliep zoals gehoopt. Vergissen is menselijk natuurlijk. In een aantal gevallen neemt diezelfde school binnen enkele jaren weer een nieuwe onderwijskundige afslag.

Koersvast

Echt duurzaam verbeteren en veranderen – ofwel innoveren – betekent dat je doorgaat op dezelfde weg totdat je je doelen bereikt. Koersvast. Vergelijk het met een boer die zijn land bewerkt. Hij ploegt en ploegt desnoods nog een keer. Hij bemest en zaait. Soms moet ‘ie lang wachten op de oogst, die ook nog eens kan tegenvallen.

Maar ook dan gaat hij ‘gewoon’ door, terwijl hij blijft zoeken naar mogelijkheden om het proces nóg beter te laten verlopen. Ook in het onderwijs is het een kwestie van doorzetten, volhouden en geduld. Vanuit de overtuiging dat het de inzet waard is en het werkelijk zijn vruchten afwerpt voor je leerlingen.

Niet sexy, wel de moeite waard

Dit klinkt misschien niet zo ‘vernieuwend’ en zeker niet sexy. Niet voor de eigen medewerkers, die soms jarenlang gefocust zijn op dezelfde doelstellingen en overtuigd moeten blijven van de bedoeling. En ook niet voor buitenstaanders, die steeds opnieuw hetzelfde verhaal horen en die vaak slechts kleine successen waarnemen.

Werkelijk innoveren kost tijd. Het kan ook taai en saai zijn, net zoals leren. Dat hoort erbij. Maar het resultaat is (bijna) altijd de moeite waard!

Marc van Dongen

Rector Augustinianum

Marc van Dongen » Rector Augustinianum

Werkzaam bij Carmel sinds » Juni 2019. Houdt van » Reizen, mensen, talen, wandelen, lezen. Bijzonder » In mijn vrije tijd ben ik reisleider.

‘Werkelijk innoveren kost tijd. Maar het resultaat is (bijna) altijd de moeite waard!’

#stelling

Via Somtoday kunnen ouders zien welke cijfers hun kinderen halen. Maar moeten we dat wel willen? Is het niet beter om ze zelf te laten bepalen wat ze thuis wel of niet over hun prestaties vertellen? Het woord is aan het Carmelpanel, dat deze keer reageert op de stelling:

‘Ouders hoeven echt niet meteen elk cijfer te zien’

Zoë van Haren » leerling

3 vwo, Canisius, Almelo

“Ik heb graag wat meer tijd om thuis te kunnen vertellen hoe ik een toets heb gemaakt. Zodra een cijfer in Somtoday wordt gezet, krijgen mijn ouders en ik een melding via de app. Dat vind ik jammer. Zeker als ik een goed cijfer heb gehaald, wil ik dat thuis graag als eerste zelf kunnen vertellen, dat is toch fijn nieuws. En bij een minder goed cijfer zeg ik het ook graag zelf. Maar mijn vader en moeder weten het dan al. Een enkele keer gebeurt dat niet, dan is Somtoday ‘bevroren’ en duurt het wat langer voor de cijfers zijn verwerkt. Ik wil het cijfer weten vóór het in Somtoday staat. School zou daar rekening mee kunnen houden. Voor leerlingen is dat prettiger. Met deze stelling ben ik het eens.”

Symen van der Zee » lid

ouderraad, Etty Hillesum

Lyceum, De Boerhaave, Deventer

“Eerst wist ik al vóór mijn dochter welke cijfers ze haalde. Dat was onaangenaam. Ik wil het van mijn dochter horen, niet via een pop-up. Later vond ik uit dat je die pop-ups kunt uitschakelen, en dat heb ik gedaan. De school zou ouders daarop kunnen wijzen, want kinderen hebben ook recht op privacy. De leerlingen helemaal vrijlaten is echter onverstandig. Vertraag het doorgeven van cijfers, dan kunnen kinderen zelf hun resultaten melden. En breng een opbouw aan: geef leerlingen meer ruimte voor eigen verantwoordelijkheid naarmate ze ouder worden. Scholen betrekken ouders steeds meer, maar we weten uit onderzoeken dat schoolwerk mede daardoor veel druk oplegt. Dit vraagt dus aandacht.”

Zoë van den Bosch » leerling

2 vmbo-t, Het Hooghuis, Stadion, Oss

“Mij maakt het niet uit. Mijn vader en moeder krijgen vanuit Somtoday een seintje over mijn cijfers. Maar dan weet ik dat cijfer zelf al, en heb ik het thuis al verteld. Het gaat met vertraging, ik hoor het cijfer vóór mijn vader en moeder het weten. Maar ik snap de stelling wel. Als je een onvoldoende haalt en je ouders weten dat al vóór je thuiskomst, dan kan dat vervelend zijn en stress geven. Je wilt het toch liever zelf vertellen, zoals je ook liever zelf wilt melden dat je een goed cijfer hebt gehaald. Hoe anderen hierover denken, weet ik niet. In de klas hebben we het hier niet over. Dus, als je maar ruimte krijgt om eerst zelf het cijfer te zeggen, vind ik de bestaande methode niet erg.”

Elâ Aykaç » docent aardrijkskunde en coach klas 4, Bonhoeffer College, Geessinkweg, Enschede

“Deels ben ik het hiermee eens. Je wilt niet dat de leerling boze ouders treft vanwege die onvoldoende. Laat het aan het kind, dan stimuleer je zelfstandigheid en verantwoordelijkheidsgevoel. Maar het kan soms beter zijn als ouders het cijfer weten. Want als je moeite hebt met leren en plannen, dan kunnen je ouders helpen. Als die jouw resultaten niet weten, dan kan dat niet. Zelf zet ik cijfers pas na een dag of twee in Somtoday, zodat leerlingen er zelf thuis over kunnen praten. Zeker als het een mooi cijfer is. Dat is het succes van het kind, dat moet het kunnen delen. Zo doe ik het thuis ook: ik zie de cijfers van mijn eigen kinderen, maar laat het aan hen of ze erover willen praten.”

» Anders, en dus gewoon

VAN PASSEND ONDERWIJS NAAR INCLUSIEF ONDERWIJS

‘Elke mens, heel de mens en alle mensen.’ De regel die de Carmelvisie samenvat, laat zich op verschillende manieren lezen. Voor alles als ‘elke leerling, heel de leerling en alle leerlingen.’ Zonder uitzondering, want alle leerlingen zijn gelijk, al verschillen ze ook net zoveel. Inclusief onderwijs past daarom bij Carmel.

Wat is dan het verschil tussen passend onderwijs en inclusief onderwijs? Henk Lauwers, teamleider praktijkonderwijs bij het Hooghuis in Oss (locatie De Singel), antwoordt meteen: “Passend onderwijs komt de leerling zoveel mogelijk tegemoet. Die krijgt vaak wel een etiketje opgeplakt. Inclusief wil zeggen dat we de leerling zoveel mogelijk laten meedoen in het reguliere onderwijs. Dat is een andere benadering.”

Janita Schutter is coördinator lASSo op het Carmelcollege Emmen. lASSo staat voor leerlingen met autismespectrumstoornis (ASS) in het onderwijs. Haar antwoord: “We willen ervoor zorgen dat elke leerling naar een reguliere school kan en het daar goed heeft.” Diana Sijbom, zorgcoördinator van Carmelcollege Emmen, formuleert het nog kernachtiger: “Deze leerlingen zijn anders, en dus gewoon.”

Verschillende scholen

Twee verschillende scholen. De Singel is de locatie voor praktijkonderwijs van Het Hooghuis. Onder hetzelfde dak bevindt zich Kentalis, een school voor voortgezet speciaal onderwijs voor leerlingen met een taalontwikkelingsstoornis. Dankzij die nabijheid kunnen leerlingen van Kentalis ook bij De Singel lessen volgen. Ze maken er deel uit van de schoolbevolking, lopen niet apart en hebben zo meer keuzemogelijkheden.

Carmelcollege Emmen heeft een deel van haar gebouw bestemd voor zo’n 50 leerlingen met ASS die er de havo of het vwo volgen. Ze hebben een eigen ingang en eigen roosters. Een kerndocent zorgt voor begeleiding en ondersteuning, vakdocenten komen naar de afdeling. Diana: “We streven ernaar deze leerlingen van zo klein en beschermd mogelijk naar zo regulier mogelijk te brengen. Dat lukt overigens lang niet altijd.”

Traditie van samenwerken

De Singel heeft een lange traditie van verbinden en samenwerken. Henk vertelt over projecten om bijvoorbeeld de overgang van basisschool naar praktijkonderwijs soepeler te laten verlopen. Eerder al is ProBasis begonnen. Hier krijgen leerlingen, die kans hebben om vmbobasis met goed gevolg af te leggen, in een kleine setting ondersteuning en begeleiding. “Vaak zijn het afstromers uit het vmbo, wij geloven hier meer in opstromen.” En dan is er ProEntree, dat leerlingen door coaching en begeleiding rijp maakt voor het mbo. “Het praktijkonderwijs had lang de reputatie een afvalputje te zijn, maar dat gaat hier niet op.”

‘Belangrijk is dat het authentiek is’

Zo bezien, is het vanzelfsprekend dat er tussen De Singel en Kentalis een wisselwerking is ontstaan. Leerlingen van Kentalis lopen, waar dat kan, mee in het programma van De Singel. “Onze leerlingen moeten zich niet ‘anders’ hoeven voelen. Vaak wordt het als een vernedering ervaren als een kind naar het praktijkonderwijs gaat. Dat willen we wegnemen, we willen deze kinderen door een moeilijke fase helpen.”

Henk is daarom een warm voorstander van nieuwe projecten om tot meer inclusiviteit te komen. Voor leerlingen uit de Internationale Schakelklas van Hooghuislocatie Zuid-West verzorgt De Singel een ‘taaldoop’. >>

‘Onderwijs afgestemd op wat leerlingen nodig hebben’
Henk Lauwers
‘Wat hier gebeurt is uniek in Nederland’

Ze gaan naar het theater en het gemeentehuis om vragen te leren stellen. “Er zitten intelligente kinderen bij, die in het reguliere onderwijs meekunnen, maar vastlopen op hun taalachterstand. Dat is elke keer een negatieve ervaring, daar willen we van weg.”

Hij denkt ook aan de cluster 4-leerlingen die soms van De Singel naar Sonnewijser gaan. “Liever haal ik leerlingen van die school naar hier. Dan kunnen ze ook bij ons mee functioneren. Wij strekken onze armen uit.”

lASSo

lASSo is geen initiatief van het Carmelcollege Emmen, maar van het samenwerkingsverband Sterk VO ZO-Drenthe. Dat zocht naar een tijdelijke voorziening op havo- en vwoniveau voor thuiszitters, leerlingen die door hun ASS niet in staat zijn deel te nemen aan het reguliere onderwijs. “Voor deze specifieke groep bestaat in onze regio geen speciaal onderwijs, er moest een andere oplossing komen”, legt Diana uit. Dat werd lASSo, dat onderdak vond in het Carmelcollege Emmen.

Geen geringe opgave: “Wij zijn een reguliere school. Deze leerlingen krijg je niet ‘regulierder’, ze verschillen van andere leerlingen met ASS die met begeleiding wel in het reguliere onderwijs functioneren. lASSO-leerlingen kunnen niet worden aangemeld, plaatsing loopt via het samenwerkingsverband. “Het is dus niet: ik kies

voor het Carmelcollege Emmen, je komt binnen via het samenwerkingsverband.”

Het onderwijs is afgestemd op wat deze leerlingen nodig hebben. “Deze leerlingen hebben moeite met prikkels en de onvoorspelbaarheid van de dag”, legt Janita uit. “De kerndocent, met een pedagogische of sociaalpedagogische opleiding, zorgt voor begeleiding. Vakdocenten komen naar de afdeling, zodat deze leerlingen niet door de drukke gangen hoeven te lopen.” Wel nemen sommigen deel aan projecten of sluiten voor de eindexamenvakken aan bij reguliere lessen. Met alle ruimte: ze hebben individuele lesroosters.

Voorbeelden

Neem de leerling die vervroegd eindexamen wil doen in een bepaald vak. Ze heeft veel structuur nodig en durft vaak niet. Maar nu wel. “Een succeservaring”, vindt Janita. “Meer in het algemeen: sommige leerlingen hebben extra tijd nodig, anderen versnellen. Zeker als ze ouder zijn.”

Een andere leerling wil niet aangesproken worden en een afzonderlijke plek in de klas hebben. En dan is er de leerling die onlangs voor het eerst een verjaardagsfeestje voor klasgenoten hield, waarmee hij zijn ouders verraste.

“Dat is ook een succesverhaal, maar het gaat lang niet altijd zo. Een aantal leerlingen blijft op het eigen eiland. En het moet gezegd: ook binnen lASSo kunnen leerlingen vastlopen”, stelt Janita.

Ze noemt het voorbeeld van een leerling die momenteel één uur per week op school is en de rest van de tijd thuiszit. Bij Studio JOB in Odoorn, een activeringscentrum voor jongeren, vindt ze nu uit waar haar interesses liggen. “Het doel blijf inclusie, om ook haar onder begeleiding terug te brengen naar het onderwijs.”

Meegroeien

lASSo valt niet meer weg te denken. Wat een tijdelijke voorziening zou zijn, is nu een blijvend geheel. “We zijn meegegroeid”, weet Janita. “Eerst boden we deze leerlingen een deel van onze activiteiten en projecten aan. Nu bieden we ze alles aan.” Het wordt niet expliciet benoemd, maar ook dát is inclusie.

Vanzelf gaat het niet. Janita en Diana benadrukken hoeveel lASSo van de betrokken docenten vraagt. “Je moet voortdurend schakelen. Elke leerling heeft een eigen maatwerkrooster. Sommige leerlingen hebben even meer tijd nodig, anderen versnellen. Dat moet je aankunnen.” Diana noemt daarnaast de kerndocenten: “Ze krijgen veel leerlingen op plekken waarvan hun ouders niet durfden te dromen. Dat is de kracht van deze docenten.”

Overdraagbaarheid

Twee scholen, met verschillende doelgroepen en hetzelfde doel. Er blijft nog maar één vraag over: zijn hun ervaringen en kennis overdraagbaar? Ja, vindt Henk, die ook een kanttekening plaatst: “Het moet geen knippen en plakken zijn, dat werkt niet. Belangrijk is dat het authentiek is, dat alle docenten en andere medewerkers erachter staan. Je moet het je eigen maken, dat kost tijd. Maar andere

scholen kunnen beslist iets met onze ervaringen. Op de Leiderschapsdag van Carmel hebben we al eens een workshop verzorgd, nu heeft de gemeente Venray om informatie gevraagd.”

Diana en Janita denken even na over de vraag. “Wat hier gebeurt, is uniek in Nederland”, begint Janita haar antwoord. “Maar ik denk dat andere instellingen zeker iets hebben aan onze ervaringen.” Net als het reguliere onderwijs, constateert Diana: “De vakdocenten nemen hun ervaringen uit de lASSo-klassen uiteraard mee naar hun andere klassen. En het scheelt dat we als topsportschool al gewend waren om maatwerk te leveren.” “En dat we niet óver, maar mét onze leerlingen praten”, voegt Janita er nog aan toe. Diana knikt: “Want élke leerling is anders." En dus gewoon.

‘Een fijne school’

Ze zitten klaar in een klaslokaal: Emma, Niels en Leon. Omwille van de privacy zijn het niet hun echte namen. 14 en 15 zijn ze. Docent Job is ook aanwezig, net als Henk Lauwers. De leerlingen hebben een taal- en opvoedingsstoornis, waardoor ze bij Kentalis terechtkwamen. En bij De Singel.

“Ik begrijp niet altijd wat er wordt gezegd”, begint Leon. “Het helpt me als rustig wordt verteld wat de bedoeling is.”

Niels: “Ik ben slechthorend, ik krijg soms niet alles mee en dan is taal ingewikkeld”, legt hij uit. Emma moet vaak zoeken naar woorden. “Dan is het lastig om na te denken en met anderen contact te maken.”

Ze voelen zich thuis op school. Waar dat kan, draaien ze mee in het praktijkonderwijs van De Singel. Kentalis verzorgt de psycho-educatie en geeft les over communicatieve vaardigheden. Voor de kerstvakantie

hebben ze alle drie meegedaan aan een praktijkopdracht. ‘Bellen met onbekenden’, in dit geval met een (fictieve) supermarktmanager. Vooraf zijn de gesprekken voorbereid. Hoe begin je, welke vragen stel je? “Niet moeilijk”, vindt Leon. Niels haalt zijn schouders op: “Het was wel oké.” Emma vond het niet spannend: “Ik had alles opgeschreven.”

Inmiddels hebben ze ook hun eerste stages afgerond, om te ontdekken in welke richting ze zich verder willen ontwikkelen. “Ik heb gemerkt dat verzorging niets voor me is”, lacht Leon, “ík sleutel liever.” Hij zou in een garage willen werken. Niels denkt aan een online kledingwinkel, Lieke aan een baan in een supermarkt of de horeca.

En de lessen? Die zijn leuk, vinden ze. “De docenten houden rekening met ons, ze helpen ons en maken het ons gemakkelijk. En het is fijn hoe we hier met elkaar omgaan. Dit is een fijne school.”

» Vertel!

Verhalen over bijvoorbeeld spontane reacties van leerlingen of een impressie van een gesprek tussen docent en leerling. Onze bloggers geven je graag een kijkje in het leven op hun school. Waar lopen zij tegenaan in hun onderwijsbaan of wat maakt ze juist blij? Lees mee!

Van writersblock naar writersblog

In de tijd dat ik blogs schrijf voor Carmel Magazine is me dit nog niet overkomen. Een writersblock. Niet dat er niets te schrijven valt over mijn belevenissen op school. Immers, never a dull moment, beaamt iedere medewerker op het voortgezet onderwijs.

Delen

Docenten zijn ook net mensen, zeg ik weleens gekscherend. Er is leven naast school. En in dit leven speelt zich van alles af. Soms deel je dat met collega’s en een enkele keer ook met leerlingen of een klas. Zeker als je wellicht anders reageert, ook op leerlingen, dan men van je gewend is.

Oprecht

De vraag ‘hoe gaat het nu met je’ van collega’s of van een leerling, die even stilstaat bij jouw proces, kan het verschil maken hoe je in de lesdag staat. Net als dat je als docent en coach het verschil kan maken bij een leerling die iets meemaakt. Stilstaan, luisteren. Empathie. Geen vak op school, maar hoe waardevol is het om dit in deze jaren (aan) te leren en uit te kunnen dragen.

‘Docenten zijn ook net mensen. Er is leven naast school’

Tussen de papieren

Terwijl ik bedenk dat ik moet mailen dat mijn blog er deze keer niet van komt, trek ik een volgende la open in de werkkamer van mijn vader. Mijn vader is onlangs overleden. Een mens bewaart wat, zeggen ze. Nou, mijn vader bewaarde veel. Ik ben anderhalve dag bezig om te inventariseren wat er allemaal in de kasten op zijn werkkamer ligt. Ik kom pareltjes tegen over (over) grootouders, de geschiedenis van Rotterdam - inclusief foto’s van net na het bombardement. Ik moet opletten dat ik mij niet verlies in het doornemen van alle historie. Er is werk aan de winkel.

Cijferlijst

En dan is er onverwacht toch een link tussen dit proces en een blog. Ik vind een ‘verslag over de vlijt en de vorderingen van A. Schledorn’. Leerling der I klas, gedurende de maanden september tot november van het schooljaar 1946-1947. Wat bijzonder! Het eerste rapport van mijn vader, die op het Twents Carmellyceum in Oldenzaal zat. En dat zo vlak na de oorlog. In die tijd had je nog geen Somtoday. Dit rapport is per post verstuurd naar mijn opa met een postzegel van 10 cent. Met een heuse paarse stempel van Twents Carmellyceum, W. de Clerqstraat 15 in Hengelo.

Voorgangscontrole

Je kon, zo zie ik nu, vroeger ook je rapport niet aan de eendjes voeren. Natuurlijk ben ik benieuwd naar de cijferlijst. Keurig gemiddeld. Bij aanmerking staat vermeld: ‘Leerlingen van de 1e klas moeten dagelijks minstens 1 ½ à 2 uur aan huiswerk besteden’. Tussen de overige rapporten en zijn eindlijst kom ik ook een schoolatletiek vaardigheidsdiploma tegen met een zwierige ondertekening van zijn LO-docente mw. Siegmund.

Op een ansichtkaart/foto, ik denk van zijn eindexamenjaar, zie ik de ondeugd en het jeugdige plezier uit de ogen van deze keurig ogende jongeren stralen. Ik hoop dat zij allen zo’n mooi en vervuld leven hebben gehad als mijn vader. En als ik weer op het Twents Carmellyceum aan de Lyceumstraat ben, draag ik een stukje van hun oud-leerling mee. In mijn hart.

Elies Schledorn

Docent levensbeschouwing en mentor op Twents Carmel College

U moet altijd mij hebben

“Wat gebeurde daar nou in de les?”, vraag ik nadat ik haar de klas uitstuurde en een uitstuurformulier liet halen. Na afloop van de les meldt ze zich bij mij. Haar reactie: “Ja oké, het klopt dat ik geen boek bij me had en dat ik bijna niets had opgeschreven van de antwoorden, maar u moet ook altijd mij hebben. U heeft gewoon de pik op mij.”

Dat vind ik altijd zo’n boeiende constatering. Het feit dat een klasgenoot van haar er een vorige keer uit was gestuurd en precies hetzelfde constateerde, maar dan over zichzelf, is blijkbaar geen overtuigend argument. Die andere leerling zei het ook al: “U moet altijd mij hebben, u heeft gewoon een hekel aan mij.” Om haar conclusie kracht bij te zetten, volgt haar beste argument: “Ik ben niet de enige die het ziet, anderen zeggen het ook. U let altijd op mij.”

Het is gewoon niet eerlijk

Het feit dat ook andere leerlingen er soms worden uitgestuurd, leek me een overtuigend argument om haar constatering te ontkrachten (spoiler: ik let namelijk ook op andere leerlingen). Toch werkt het niet zo. Ook de andere leerling was ervan overtuigd dat ik de pik op hem had en gaf aan dat zijn klasgenoten dat ook zo zagen. Case closed. Geen speld tussen te krijgen. Het is gewoon niet eerlijk.

Aardig doen kost niets

Ik vind het zo interessant om te zien dat er blijkbaar geen enkele correlatie bestaat tussen het gedrag van deze leerlingen en het feit dat ik extra goed op ze let. Als een leerling bij binnenkomst een chagrijnige grom teruggeeft op mijn “goedemorgen”, vervolgens geen boek bij zich heeft, nauwelijks iets uitvoert in de les en geschokt reageert als ik haar daarop aanspreek, is de enige logische conclusie, dat ik blijkbaar een hekel aan haar heb. En de prefrontale cortex, die nog niet is uitgegroeid? Dat speelt vast mee, dat denk ik ook. Het gebeurt me ook alleen maar met

Deel ook jouw verhaal! Scan de bovenstaande QR-code en deel jouw ervaring met ons!

‘Ik koos voor de tactiek “Zullen we vanaf nu gewoon aardig tegen elkaar zijn?”’

leerlingen in de vierde klas, in de vijfde zijn ze toch vaak al wat genuanceerder. Soms vragen ze zich af hoe het komt dat we het samen in het vijfde jaar wél goed kunnen vinden. Mijn antwoord is dan: “Omdat jij een stuk aardiger bent geworden”. Ik ben niet veranderd, maar zij zien zelf in dat je alleen maar aardig terug hoeft te zijn om een betere relatie met je leraar te krijgen. Het kost niet eens zoveel moeite.

Het komt wel goed

In plaats van haar te laten nablijven of een bestraffend gesprek te voeren, koos ik voor de tactiek “Zullen we vanaf nu gewoon aardig tegen elkaar zijn?”. Het leek zowaar te werken. Van beide kanten beloofden we plechtig om wat meer geduld naar elkaar te hebben. Hoewel ze de eerstvolgende les wéér haar boek niet bij zich had, werd ik daar deze keer niet kwaad om en kreeg ze het zelfs voor elkaar om het gisteren wél mee te nemen. Mijn complimentje viel in goede aarde. Het komt wel goed tussen ons.

Olaf Koot

Docent Engels, docent muziek en mentor op Etty Hillesum Lyceum

» Normenkader IBP

OOG VOOR PRIVACY

EN INFORMATIEBEVEILIGING

Half januari 2025. Plotseling alarmerende berichten in de media: de digitale systemen van scholen, overheidsinstanties en zorginstellingen zijn platgelegd. Met het Normenkader Informatiebescherming en Privacy wil de onderwijssector de eigen kwetsbaarheid verminderen. De ambitie van Carmel is om hiermee eind 2025 op niveau te zijn.

Ook Carmelscholen kregen te maken met zogeheten DDoSaanvallen, maar via een back-up netwerk kon het systeem in de lucht worden gehouden. De exacte details blijven hier uit veiligheidsoverwegingen onbeschreven. Belangrijk is dat deze constructie heeft gewerkt. “We hadden alles al klaarstaan”, constateert Mervin Willemsz, senior information security officer.

Opeens weet iedereen weer hoe kwetsbaar digitale systemen zijn. Dat vraagt om waakzaamheid, want cybercriminelen zitten niet stil. “Scholen kunnen niet meer zonder die systemen”, weet Marco de Groot, adviseur ICT. Daarom geldt de afspraak dat elke onderwijsinstelling in Nederland in 2027 voldoet aan het Normenkader Informatiebeveiliging en Privacy (IBP). Het doel daarvan, legt een animatie op de website van Kennisnet uit, is “een veilige leer- en werkomgeving voor alle leerlingen en medewerkers”.

Waarin systemen bestand zijn tegen aanvallen, zodat persoonsgegevens niet op straat komen te liggen.

Duizelingen

Dat filmpje van Kennisnet roept overigens duizelingen op. Het legt uit dat het Normenkader IBP vijftien normen en 69 richtlijnen beslaat. Daarbij onderscheidt het vijf ‘volwassenheidsniveaus’ en geldt ‘niveau 3’ als streefniveau. Marco noemt het ‘een universele thermometer’, die een objectief beeld geeft van de kwaliteit en de veiligheid van de systemen. En bovendien scholen in staat stelt om onderling te vergelijken. Maar hoe pak je dat aan?

Ruim een jaar geleden heeft Carmel een nulmeting uitgevoerd door alle eigen systemen naast het Normenkader te leggen. Over de resultaten kan Marco niet alles kwijt. “Iedereen kan Carmel Magazine lezen, ik kan niet alles prijsgeven.” Het algemene beeld is overigens gunstig, Carmel scoort bovengemiddeld.

Scan de QR-code en bekijk de animatie op de website van Kennisnet uit Normenkader Informatiebeveiliging en Privacy (IBP).

Dat neemt niet weg dat er nog veel te doen is. Vooral de bewustwording vraagt aandacht. Veel digitale problemen zijn het gevolg van menselijk handelen. Daarvoor is het programma ‘Oog voor privacy & informatiebeveiliging’ opgezet (zie kader pagina 14). Niet dat hiermee alles is gezegd, het Normenkader heeft een veel grotere reikwijdte, en strekt zich uit van bestuur tot en met uitvoering. Marco: “Van alle onderdelen moeten we iets vinden. Daarover moeten we vervolgens afspraken maken en zo nodig nog maatregelen treffen.”

Veranderingen

Aan het opnemen van de thermometerstand, een jaar geleden, hebben de scholen actief meegewerkt door informatie te leveren. “De dienst ICT is in 2016 al gecentraliseerd, we doen steeds meer dingen samen. Denk aan Samen Slimmer. We moeten nu samen iets vinden van zaken waarvan we nog nooit iets vonden”, licht Marco toe. En dat brengt veranderingen met zich mee. >>

‘Zoeken naar evenwicht tussen veiligheid en werkgemak’
Marco de Groot

“Wij waren als afdeling altijd aanbieders van ICT, de rest was aan de gebruikers. Maar voor het Normenkader moeten we ook kijken naar alle gebruikte applicaties en cloudservices.”

Mervin: “Wij hebben al veel aan de achterkant gedaan, dat hebben gebruikers niet gemerkt. Nu komen we dichter bij de dagelijkse praktijk.”

Want vooral het onderzoek van applicaties kan gevoelig liggen. Carmelscholen zijn nog betrekkelijk autonoom in de keuze hiervan. “School A gebruikt deze applicaties, school B weer andere”, verduidelijkt Marco. Een commissie van medewerkers uit de scholen en experts gaat de verschillende applicaties doorlichten. En dan kán het zijn dat veelgebruikte applicaties als niet voldoende veilig worden beoordeeld. Mervin: “Misschien kunnen we extra beveiliging aanbrengen, of zijn er betere én veiligere applicaties. Maar zo komen we wel aan het dagelijkse werk van de collega’s.”

Verantwoordelijkheid

Dat gebeurt ook nu al. Wie even van de laptop wegloopt, moet daarna opnieuw inloggen. “Dat is misschien lastig, maar je wilt niet dat onbevoegden in jouw bestanden kunnen kijken. Daarin hebben we allemaal een eigen verantwoordelijkheid”, benadrukt Marco. “En wees ervan overtuigd dat we een goed evenwicht zoeken tussen veiligheid en werkgemak”, meldt Mervin.

Net als andere instellingen voor voortgezet onderwijs moet Carmel in 2027 in het Normenkader minimaal niveau 3 halen. “De ambitie is om eind 2025 op niveau te zijn. Dat is misschien hoog gegrepen, maar 2027 is een harde eis”, licht Marco nog toe. Het is alle hens aan dek. Hij besluit: “Dit is uiteindelijk wat we allemaal willen. Bescherming van ieders privacy en veilige digitale systemen zijn in het belang van iedereen.”

‘Heb jij oog voor phishing?’

Op het prikbord in de spreekkamer van het bestuursbureau in Hengelo, waar het gesprek met Marco en Mervin plaatsvindt, hangt een poster. ‘Heb jij oog voor phishing?’, staat er te lezen. Het is onderdeel van het bewustwordingsprogramma ‘Oog voor privacy & informatiebeveiliging’.

Phishing is een van de gehaaide manieren waarmee cybercriminelen je benaderen. Je krijgt een e-mail die je gouden bergen belooft als je maar de bijgesloten link aanklikt. Of strenge straffen, als je dat niet doet. Zo komen je gegevens bij criminelen terecht. Dat kan jou, maar ook leerlingen, collega’s en Carmel als geheel grote schade toebrengen. Of we het leuk vinden of niet: het merendeel van de mogelijke problemen komt voort uit menselijk handelen. Bewustwording en, waar nodig, gedragsverandering is noodzaak.

Daarom is phishing één van de onderdelen uit het Carmelbrede bewustwordingsprogramma ‘Oog voor privacy & informatiebeveiliging .’ Onderdeel daarvan is een verplichte e-learning die bestaat uit vijf modules, met een korte theoretische inleiding, voorbeelden en een afsluitende

toets. “We gaan ook nog aandacht schenken aan de risico’s van specifieke werkzaamheden”, zegt Mervin. “Zo willen we de bewustwording van de risico’s inbedden in het werk. Elke medewerker wordt geacht de vijf modules te volgen. In de scholen attenderen schoolleiders en privacy-coördinatoren de medewerkers hierop.” Alles 100% gescoord? Dan ontvang je een certificaat. Jaarlijkse herhaling is voorzien.

Op deze manier wil Carmel alle medewerkers ervan bewust maken dat privacybescherming en digitale veiligheid de verantwoordelijkheid is van iedereen. Dat blijft noodzakelijk, ook na het voltooien van de modules, zo bleek recent na een door Carmel verzonden nep-phishingmail.

Een redelijk aantal van de ontvangers klikte toch nog de daarin opgenomen link aan. Er is duidelijk nog wat werk aan de winkel.

Scan de QR-code en bekijk het bewustwordingsprogramma Oog voor privacy & informatiebeveiliging.

Mervin Willemsz
Marco de Groot

» Passie!

Koen Bello »

‘ Voor de groep ben ik in mijn element ’

Losjes voor de klas staan, lekker uitleggen en een grapje maken: Koen Bello, docent Engels aan het Etty Hillesum Lyceum locatie De Boerhaave, wordt er heel gelukkig van.

“Ik houd ervan om voor de groep te staan, ik ben daar in mijn element. Vooral de pedagogische kant interesseert me. Al had ik wel een zoektocht nodig om te ontdekken dat ik het best op mijn plek ben in het voortgezet onderwijs.

Ik studeerde pedagogische wetenschappen toen ik merkte dat de praktijk me meer aantrok dan de theorie. Dus ging ik werken als begeleider van kinderen met Down en vervolgens als leerlingbegeleider bij Luzac. Daar zei een collega: ‘Als je graag voor een groep staat, waarom ga je dan niet lesgeven?’

Zo ben ik docent Engels geworden. Niet zozeer voor het vak – al vind ik dat leuk –, maar voor de omgang met de leerlingen. Ik merk dat ik met vwo-leerlingen de meeste aansluiting heb. Hun leergierigheid maakt het mogelijk wat ‘losser’ voor de groep te staan en dat past bij me. Ook hou ik ervan om leerlingen uit te dagen.

De pedagogische kant van het onderwijs houdt me nog altijd bezig. Wat zou het opleveren als we leerlingen de regie geven over de tienminutengesprekken? Dat soort vragen stel ik graag aan de orde.

Ongeveer de helft van de week geef ik les, de andere helft is mentoraat en onderwijsontwikkeling. Ik doe het allemaal met plezier. Geluk zit voor mij vooral in de relatie. Een goed gesprek met een collega, een leidinggevende die waardering toont, een leerling die zich zo vertrouwd voelt dat ze me vraagt de ketting om haar fiets te leggen – kleine geluksmomenten zijn overal.”

Leeftijd » 38 jaar. Werkzaam bij Carmel sinds » 2022. Privé » Verhuisde met zijn gezin van Utrecht naar Deventer en geniet daar van de ruimte. Houdt van » Fietsen, hardlopen, Italiaans leren en - sinds kort - schaatsen. Koen Bello » Docent en sectievoorzitter Engels, voorzitter regiegroep onderwijsteams

»

Hoe medezeggenschap bijdraagt aan Samen Slimmer

‘WE DOEN DIT IN HET BELANG VAN DE LEERLING’

Sinds 1 januari werken Carmelscholen in twee- of drietallen samen op het gebied van bedrijfsvoering. Omdat dit heel Carmel aangaat, heeft de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) er vanaf het begin over meegedacht. In een gesprek met directeur bedrijfsvoering Vincent Assink, kijkt GMR-voorzitter Martin Meulenbeld terug en vooruit. “Vanaf het begin is gezegd: iedereen doet mee.”

Op de foto staat hij in werkkleding, maar voor het interview heeft hij zijn sporttenue toch maar even verruild voor een T-shirt en een vest. Martin Meulenbeld, voorzitter van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad van Carmel en de deelmedezeggenschapsraad van het Twents Carmel College locatie Lyceumstraat in Oldenzaal, is in het dagelijks leven docent lichamelijke opvoeding. Een mooie combinatie met medezeggenschap, vindt hij.

“Onderwijs is mensenwerk en als we dat goed willen doen, is het belangrijk dat we allemaal op dezelfde manier in de wedstrijd zitten. Van werkvloer tot bestuur. Daar draagt medezeggenschap aan bij.”

Samen Slimmer

Een onderwerp waar Martin de afgelopen periode druk mee bezig is geweest, is het inmiddels gerealiseerde voornemen om Carmelscholen in vijf clusters te laten samenwerken op het gebied van bedrijfsvoering. Dit plan is ingegeven doordat het totale leerlingaantal binnen Carmel de komende jaren blijft dalen, en daarmee ook de bekostiging door de overheid. Dat terwijl de kosten van de bedrijfsvoering stijgen en Carmel in het belang van leerlingen de kwaliteit van de bedrijfsvoering op zijn minst wil handhaven en liever nog verbeteren. “Dit lukt alleen als we het Samen Slimmer aanpakken”, zegt directeur bedrijfsvoering Vincent Assink met een verwijzing naar de naam van het programma.

‘Doen we het Samen Slimmer, dan komt ons onderwijs niet in gevaar’

Iedereen doet mee

Bestuur en directie van Carmel vonden het cruciaal dat de gemeenschappelijke en lokale medezeggenschapsraden vanaf het begin meedachten over Samen Slimmer, zegt Vincent. “En niet alleen omdat in de wet staat dat het moet. Samen Slimmer raakt het werk van collega’s, dat willen we samen vormgeven. De kwaliteit van besluiten wordt er beter van als je medezeggenschap een goede plek geeft.”

Die intentie heeft de GMR ook ervaren, zegt Martin: “We zijn vanaf het begin in alles meegenomen. Zo was Vincent regelmatig bij ons in de GMR om uitleg te geven. Vanaf dag één is gezegd: medewerkers in de bedrijfsvoering hoeven niet bang te zijn voor hun baan, iedereen blijft meedoen. >>

Het kan zijn dat je deels andere taken krijgt, maar iedereen blijft aan boord. Dat was een belangrijke reden voor ons als GMR om te zeggen: ga die clusters maar maken.”

Positief advies

Na het positieve advies van de GMR over de clustering moesten de centrale medezeggenschapsraden van alle instellingen nog advies geven over de plannen voor hun eigen cluster. Martin: “Ook dat is goed verlopen. Van Haren tot Eindhoven en van Gouda tot Oldenzaal, ik heb niet gehoord dat er ergens een kink in de kabel heeft gezeten.” Vincent beaamt dat: “Er zijn lokaal goede gesprekken geweest, die op alle scholen tot een positief advies hebben geleid.”

Uitwisselen

Op 1 januari 2025 kon de samenwerking binnen de clusters echt beginnen. Wat zijn de eerste geluiden uit de praktijk? Vincent: “Wat ik hoor, en dan niet alleen van directeuren en coördinatoren, maar ook van collega’s in de uitvoering, is dat medewerkers het contact met collega’s op andere scholen in hun cluster ontzettend leuk vinden. Er is veel onderlinge herkenning: ‘Hé, jij doet hetzelfde werk als ik, zullen we ervaringen uitwisselen?’. Dat is belangrijk, want om Samen Slimmer tot een succes te maken, is het hard nodig dat iedereen meedenkt. Als we de kwaliteit van bedrijfsvoering voor de toekomst willen garanderen, moeten we echt samen kijken: hoe doen we dit het slimste en wáár?”

Van instelling naar collectief

Bij die afweging spelen de vakgroepen met medewerkers bedrijfsvoering uit alle clusters een grote rol (bekijk de interactieve presentatie via de QR-code op pagina 19).

Vincent: “Soms concluderen de vakgroepleden: dit is iets wat we het beste collectief kunnen regelen. Zo hebben we de ICT-coöperatie Sivon nu gevraagd om voor de komende periode in één keer voor alle docenten devices (o.a. laptop) in te kopen. Daar krijgen we een hartstikke mooie prijs voor, die veel lager ligt dan in het verleden. Of neem de gezamenlijke aanmeldapplicatie. Het online aanmelden van nieuwe leerlingen scheelt veel papierwerk op de leerlingadministraties van de instellingen. De vakgroepen hebben hier handen en voeten aan gegeven.”

Een ander voorbeeld van zaken die we slimmer collectief kunnen aanpakken, zijn praktische regelingen voor medewerkers die vroeger per instelling werden uitgevoerd. Vincent: “Denk bijvoorbeeld aan het aanvragen van een computerbril; scholen hebben daar verschillende procedures en regelingen voor. Dat kan beter overal op dezelfde manier.”

Van collectief naar cluster

Voor andere zaken leidt de vraag ‘wat is slim?’ juist tot een tegenovergestelde beweging. “Neem HR”, zegt Vincent. “Er zijn werkgeverszaken die we het beste collectief kunnen regelen. Maar het advies over hoe je dat alles het beste toepast, kunnen we misschien juist beter dichter bij de scholen gaan organiseren, op clusterniveau. Dus er zijn ook taken die van het collectief naar de clusters gaan. Steeds is het de vraag: waar kunnen we het werk het slimste beleggen?”

Op locatie

Regelmatig luidt het antwoord ook: op de locaties.

Dat geldt voor veel uitvoerende taken, het werk van

‘Als iets heel Carmel raakt, dan beslist de GMR mee’

conciërges bijvoorbeeld. Zij hoeven echt niet bang te zijn dat ze zomaar naar een andere school binnen het cluster worden overgeplaatst. “In het begin hadden conciërges daar wel zorgen over, maar ik geloof dat die nu wel zijn weggenomen”, zegt Martin. “Natuurlijk kan iemand een keer de vraag krijgen om even bij te springen op een andere locatie binnen het cluster. Maar veel uitvoerende medewerkers zijn juist op hun eigen locatie heel belangrijk.”

Op rolletjes

Vandaar dat het vooral de bedrijfsvoeringsmedewerkers met een meer ‘tactische’ rol zijn die in hun dagelijkse werk te maken hebben met de samenwerking binnen hun cluster. Uitvoerende medewerkers merken er niet zoveel van. Voor leerlingen en ouders geldt hetzelfde, hoopt Vincent. “Dat is het paradoxale aan bedrijfsvoering: het liefst wil je dat mensen er niks van merken, want dan loopt het op rolletjes.”

Blijven uitleggen

Voor het slagen van Samen Slimmer is het wél belangrijk dat schoolleiders alle medewerkers goed blijven meenemen in de urgentie en de doelen, vindt Martin. “In een uitvoerende functie zie je niet vanzelfsprekend het hele plaatje. Ik ben voorzitter van de GMR en van de deelmedezeggenschapsraad op onze locatie, en dan nog zie ik lang niet alles. Wel weet ik dat we met de bedrijfsvoering voor een grote opgave staan: ruim 10 miljoen op de kosten besparen tussen nu en 2038, dat is niet niks. En het moet lukken, anders gaat het op termijn ten koste van het onderwijs. Die boodschap moet goed verteld worden.”

Meer weten over hoe de bedrijfsvoering binnen Carmel nu is georganiseerd?

Bekijk dan deze korte interactieve presentatie (ca. 3 minuten) waarin Vincent Assink je meeneemt in de Carmel Bedrijfsvoering.

Leiderschap als taak, niet als positie

In februari werd ik benoemd tot voorzitter van het College van Bestuur. Een eervolle rol, waarvoor ik dankbaar ben. Het vertrouwen van collega’s en de Raad van Toezicht betekent veel voor me. Tegelijk voel ik me onderdeel van een lange traditie: ik treed in de voetsporen van mijn voorgangers bij Carmel, een schoolbestuur met een rijke geschiedenis die ik nog volop ontdek.

Onlangs bezocht ik de Titus Brandsma Gedachteniskerk en het naastgelegen karmelietenklooster in Nijmegen. Daar kreeg ik, als “novice”, uitleg van karmeliet AnneMarie Bos over de karmelregel: een set leefregels uit de 13e eeuw, niet langer dan twee A4’tjes. Wat me opviel? Hoe verrassend actueel die regels nog zijn. Eén ervan trof me in het bijzonder: ‘Een prior wordt gekozen met de instemming van allen of door het grootste en verstandigste deel’. Zou mijn benoeming ook zo tot stand zijn gekomen?

Scan de QR-code om de interactieve presentatie te bekijken in Canva.

Wat me vooral inspireerde, was de manier waarop karmelieten naar leiderschap kijken. Een prior heeft geen hiërarchische positie, maar neemt tijdelijk een taak op zich, met een specifieke verantwoordelijkheid. Niet bóven de gemeenschap, maar ín de gemeenschap, zodat iedereen zijn werk optimaal kan doen. Tegelijkertijd weten de karmelieten dat gehoor geven aan de prior bijdraagt aan het grotere geheel. Ook ik zie mijn rol als een taak. Niet belangrijker dan die van een docent of conciërge, gewoon anders. Met een eigen verantwoordelijkheid en opdracht: leerlingen, docenten en medewerkers van Carmel zo goed mogelijk ondersteunen, zodat zij optimaal kunnen leren en werken.

Om dat goed te doen, wil ik blijven luisteren en kijken. Wat is er nodig, nu en in de toekomst? En als we samen besluiten nemen binnen Carmel, hoop ik dat we, net als de karmelieten, beseffen: gehoor geven aan een gezamenlijk besluit is geen kwestie van volgzaamheid, maar van samen bouwen aan iets groters.

» Hoe ging het verder met...

ONDERZOEK EN INNOVATIE

Onderzoek doen is de afgelopen jaren binnen Carmel steeds gebruikelijker geworden. Een nieuwe vorm is het professioneel doctoraat: een promotieonderzoek dat resulteert in een verandering in de onderwijspraktijk. Carmeldocent Emely Meijerink doet mee aan een landelijke pilot.

Bij Carmel zijn onderzoek en onderwijs al lang geen gescheiden werelden meer, zegt Christel Wolterinck. Zij is programmamanager Versterking Kwaliteit Onderwijs bij Carmel en onder meer verantwoordelijk voor onderzoek en innoveren. “Als stichting werken we al zestien jaar samen met de Universiteit Twente. Ook doen steeds meer docenten onderzoek, zowel in teamverband als individueel. Het overbruggen van de kloof tussen wetenschap en praktijk blijft wel een opgave. Ons onderzoek moet het onderwijs voor leerlingen merkbaar beter maken. Maar veel onderzoek leidt niet automatisch tot kennisbenutting in de praktijk. Ook blijft kennis nogal eens ‘hangen’ binnen de school waar het onderzoek is verricht.”

Praktisch promoveren

Het professioneel doctoraat, afgekort PD, kan helpen om daar verbetering in te brengen. “Ik noem het ‘praktisch promoveren’”, zegt biologiedocent Emely Meijerink van Scholengroep Carmel Hengelo. Zij neemt vanuit Carmel deel aan de eerste landelijke PD-pilot. “Een PD is gelijkwaardig aan een universitair promotieonderzoek, alleen doe je het vanuit een hogeschool en resulteert het in een concrete verandering in de onderwijspraktijk.”

Wist je dat … … Carmel zich ook aan het oriënteren is op auctoraten? Dit zijn virtuele werkplaatsen waar docent-onderzoekers onder leiding van een auctor onderzoek doen en opgedane kennis verspreiden en borgen. Auctoraten kunnen helpen om het doen van praktijkonderzoek duurzaam in te bedden op de scholen.

Samen onderzoekend werken

Emely doet onderzoek naar ‘samen onderzoekend werken’: een manier om lastige vraagstukken grondiger op te lossen. “In de klas moeten docenten vaak ad hoc reageren. Daardoor zijn we geneigd snel naar oplossingen te gaan. Maar bij ingewikkelde vragen, zoals ‘waarom hebben leerlingen moeite met de overgang van klas 2 naar 3?’, kun je beter even vertragen. Samen onderzoekend werken brengt die vertraging aan. Je komt systematisch met elkaar tot een beter antwoord.”

Verschillende scholen

Voor haar onderzoek volgt Emely docententeams van Scholengroep Carmel Hengelo, Marianum en Bonhoeffer College. “Misschien haken er op termijn meer scholen aan: ik doe dit voor heel Carmel. Ik hoop vooral te ontdekken wat ervoor nodig is om ‘samen onderzoekend werken’ succesvol toe te passen in docententeams of professionele leergemeenschappen.”

Leergeschiedenis

Met ‘samen onderzoekend werken’ los je lastige vraagstukken grondiger op

Voor resultaten is het nog te vroeg. Emely is haar PD-traject gestart in mei 2024 en het loopt tot 2028. “Wel heb ik inmiddels van een aantal teams een leergeschiedenis gemaakt en op basis daarvan kan ik zeggen dat de schoolleiding en de schoolcultuur van grote invloed zijn. Als op een school waarderend naar onderzoek wordt gekeken, is het voor een docententeam makkelijker om samen onderzoekend te werken.”

Meer weten over samen onderzoekend werken? Mail naar e.meijerink@carmelhengelo.nl

» What’s up?

Benoemingen

Nieuw lid centrale directie Bonhoeffer College

Met de komst van Evelyne Laan-Engels (50) is de centrale directie van Bonhoeffer College in Enschede weer compleet. Met ingang van 1 mei 2025 start zij als lid centrale directie. Momenteel werkt Evelyne nog als directeur bedrijfsvoering bij Quadraam.

Ze heeft zin om te beginnen in Enschede:

"Mijn wens om dichter bij het onderwijs te staan komt hiermee in vervulling. Ik vind het belangrijk om vanuit meerdere perspectieven naar dingen te kijken en hou erg van omdenken. Daarnaast ben ik een open en toegankelijke teamspeler. Ik kijk ernaar uit om kennis te maken met collega’s en samen, bij zowel Bonhoeffer College als voor Carmel, van betekenis te kunnen zijn.“

Volg je ons al op social media?

Volg

stichting carmelcollege

stgcarmel

stgcarmel

Altijd op de hoogte blijven van de laatste vacatures?

Ga naar carmel.nl/vacatures of scan dan de QR-code. Meld je aan voor onze vacaturealerts

Nieuwe voorzitter

College van Bestuur

De Raad van Toezicht van Carmel heeft Jan Kees Meindersma met ingang van 12 februari 2025 benoemd tot voorzitter College van Bestuur. En daar zijn we blij mee! Hij volgt hiermee Karin van Oort op.

Jan Kees (53) trad op 1 oktober 2023 in dienst bij Stichting Carmelcollege als lid College van Bestuur. Van oorsprong is hij bedrijfskundige, en voor zijn functie bij Carmel was hij onder andere voorzitter van Stichting De Groeiling en werkte hij bij Kennisnet. In korte tijd is hij goed ingewerkt, in samenspel binnen het College, met schoolleiders en medewerkers in de scholen, het Convent van Schoolleiders, de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad en de collega’s van het bestuursbureau.

Wat Jan Kees er zelf over zegt?

“Ik heb het naar mijn zin bij het prachtige Carmel en ik vind het een genoegen dat ik het voorzitterschap op me mag nemen. Door het vertrouwen dat naar mij is uitgesproken kan ik de koers van Carmel en de goede samenwerking, zowel binnen Carmel als met externe relaties, blijven voortzetten.”

> Lees ook zijn blog in de rubriek CvB op pagina 19.

HELDEN VAN VLEES EN BLOED

In onze samenleving zijn mensen vrij om te worden wie ze willen zijn. Alleen is het helemaal niet zo eenvoudig om de juiste richting in het leven te vinden. Door de eeuwen heen hebben mensen voor levenskeuzes inspiratie gezocht bij heiligen en helden. Aan wie nemen jongeren van nu een voorbeeld? We vroegen het zes havoleerlingen van het Mondriaan College in Oss, en zij kwamen met verrassende antwoorden.

Oefenplaats School

In deze artikelenreeks gaat docent levensbeschouwing Koen Nijhuis met leerlingen en docenten in gesprek over vraagstukken, uitdagingen en pareltjes die zij tegenkomen op de ‘oefenplaats voor het leven’ die de school is. Ditmaal schuiven zes leerlingen en een docent aan van het Mondriaan College in Oss. Bade, Luna, Wick, Rana, Lotte en Liam zitten in het vierde leerjaar havo. Yori Ysselmuiden is docent maatschappijwetenschappen.

‘Mijn vader heeft de beste kracht die een mens kan hebben, en dat is discipline’

Als mensen spiegelen we onszelf graag aan voorbeeldfiguren: uitzonderlijke mensen die keuzes maken die wij ook zouden willen maken, of die eigenschappen bezitten waarover wij ook zouden willen beschikken. Voorbeelden daarvan zijn overal om ons heen. Carmelscholen die vernoemd zijn naar bijzondere Nederlanders zoals Etty Hillesum en Titus Brandsma, om maar iets te noemen. Straten en pleinen die de namen dragen van wereldleiders zoals Mahatma Gandhi en Nelson Mandela. Uitverkochte stadions wanneer muzieksterren zoals Taylor Swift of Ariana Grande hun opwachting maken. Een heel land dat aan de buis gekluisterd zit als sporthelden zoals Max Verstappen en Femke Bol prestaties leveren. Maar vanmiddag, in het gesprek dat docenten Koen Nijhuis en Yori Ysselmuiden voeren met havoleerlingen Lotte, Rana, Bade, Wick, Luna en Liam, komen heel andere mensen ter sprake.

Precies zoals zij “Ik ga gewoon heel eerlijk zijn”, antwoordt Bade (17) op de vraag van docent Koen Nijhuis door wie zij zich geïnspireerd voelt. “Mijn held, dat is mijn moeder. Ze staat heel sterk in het leven. Ze is toen ze nog heel jong was met mijn vader vanuit Turkije naar Nederland gekomen, heeft hier Nederlands geleerd en is naar school gegaan. Zonder hulp, zonder klagen, gewoon door achter de boeken te zitten en dóór te gaan. Ze heeft heel veel doorzettingsvermogen.” Het verhaal van Bade raakt een snaar. Lotte (16) komt met een vergelijkbaar voorbeeld. “Mijn oma is toen ze 21 jaar was naar Nederland gekomen om haar dochter hier een betere toekomst te kunnen geven. Maar daarvoor moest ze wel al haar familie op de Molukken achterlaten. Ze heeft dus heel veel moeten opofferen, en dat is ze haar hele leven blijven doen. Toen haar man, mijn opa, overleed, heeft ze ondanks haar eigen verdriet mij bijvoorbeeld heel goed geholpen.” >>

Eigenschappen

Kun je de eigenschappen die je bewondert in een ander - het doorzettingsvermogen van Bades moeder, de opofferingsgezindheid van Lottes oma - ook toepassen in je eigen leven?, wil docent Koen Nijhuis weten. Wick (15) denkt van wel. Zelf neemt hij bewust een voorbeeld aan de veerkracht en de positieve instelling van zijn vader. “Toen mijn vader na een burn-out zijn werk als politieagent moest opgeven, is hij een eigen bedrijf als elektricien begonnen. Dat je er na zoiets weer bovenop kan komen, vind ik knap. Ook heeft hij zelfvertrouwen en is hij niet bang zijn mening te geven. Daarbij is hij ook nog behulpzaam en handig. Ook ik wil later handig zijn, als ik zelf een familie heb. Ik ben daar nu al mee bezig door hem soms te helpen met monteren of met hem mee te gaan naar het werk.”

‘Een echte held zet zich in voor anderen’

Discipline

Voor Liam (17), die op hoog niveau aan atletiek doet, geldt dat zijn vader letterlijk zijn coach is. “Ik vergelijk me enorm met hem, want ook hij was vroeger heel erg met sport bezig. Mijn vader heeft de beste kracht die een mens kan hebben, en dat is discipline. Talent hebben is cool, maar waar ik echt jaloers op ben, dat zijn mensen die met veel discipline aan hun goals werken. Dus in dat opzicht probeer ik zoveel mogelijk van mijn vader te leren. Alleen wil ik wel wat minder hectiek in mijn leven dan hij. Want als je ziet hoe hard hij werkt… daar word ik niet vrolijk van. Ik wil meer evenwicht.” Als enige van de leerlingen aan tafel brengt Liam een bekend persoon ter sprake. “Usain Bolt is ook een held voor mij, omdat hij na zijn loopbaan in de atletiek de overstap naar het voetballen maakte. Ik ben nog niet uitgesport in de atletiek, en als ik na het behalen van mijn huidige doelen nog verder kan, dan doe ik dat misschien wel. Maar anders zit ik eraan te denken om net als Usain Bolt een andere sport te gaan doen waar ik ook aanleg voor heb, boksen bijvoorbeeld.”

Inspireren

In hoeverre identificeren de leerlingen zich met hun helden? Zouden zij het leven van hun helden willen leiden?

Ja en nee, zegt Rana (15). “Mijn held is mijn vader. Hij is een heel hardwerkende man die echt alles voor ons doet. Als hij iets wil, doet hij het en dan lukt het ook. Daar denk ik aan als ik soms even geen motivatie heb voor school: als ik iets wil, moet ik ervoor gaan. Dus op die manier inspireert hij me. Maar ik wil wel mijn eigen vaardigheden ontwikkelen. En dan hoop ik dat ik mijn kinderen later op dezelfde manier kan inspireren zoals mijn vader mij nu inspireert.”

Voor Luna (17) komt daar nog bij dat haar held – dat is haar broer – veel heeft moeten overwinnen om te komen waar hij nu is. “Hij heeft in zijn jeugd problemen gehad, waardoor het bijvoorbeeld eerst niet lukte op school. Maar hij is daar sterker uitgekomen. Het is hem gelukt om toch het hoger onderwijs af te ronden en nu is hij CEO van een bedrijf. Wat ik van hem wil leren, is dat je je eigen weg moet gaan. Dat je iets niet moet doen omdat iedereen het doet. En dat je vooral moet blijven groeien. Maar dan wel in wat ík leuk vind.”

Alleen Bade zegt volmondig ‘ja’ op de vraag of zij haar moeder zou willen zijn. “Zij is altijd blij, altijd positief, altijd sociaal. Zij straalt echt als ze een ruimte binnenloopt en maakt met iedereen contact. Dan kom ik thuis uit school en hebben we bezoek. Dan denk ik: waar heeft zij deze contacten nu weer vandaan?! Mijn moeder staat ook altijd achter mij. Zonder haar was het me nooit gelukt om van vmbo basis/kader naar de havo te komen. Dus ja, ik wil zijn zoals zij.”

Wat al deze vaders, moeders, oma’s en broers nou tot echte helden maakt?

De leerlingen vallen even stil. Dan zegt Luna: “Een echte held zet zich in voor anderen.”

Echte helden

Een halfuur later zijn de leerlingen naar huis en praten docenten Koen Nijhuis en Yori Ysselmuiden nog even na. “Ik had eigenlijk verwacht dat we meer bekende namen zouden horen”, zegt Yori. “Ik heb bijvoorbeeld ook jongens in de klas die mannen als Andrew Tate en Jordan Peterson als helden zien. Als zij hier aan tafel hadden gezeten, hadden we een ander gesprek gehad.”

‘Leerlingen van nu plaatsen ook wel kanttekeningen bij iconen’
‘Ruimen we in onze lessen voldoende plaats in voor voorbeeldfiguren?’

Koen: “Ik denk dat veel jongeren daar fan van zijn omdat het figuren zijn die de wereld simpeler maken. Dat geeft een soort zekerheid. Aan de andere kant denk ik dat leerlingen van nu ook wel kanttekeningen plaatsen bij iconen. Ze voelen aan dat ze alleen maar een bepaalde kant van zo’n persoon zien, en nooit het hele plaatje. Om echt houvast te kunnen hebben aan een voorbeeldfiguur moet je de persoon achter het plaatje kennen. Daarom zijn verhalen zoals die van Bade, Lotte – van alle leerlingen die hier vanmiddag aan tafel zaten, eigenlijk – ook zo inspirerend. Ze gaan verder dan de buitenkant, voorbij de vooroordelen. Ze tonen wat mensen hebben moeten overwinnen om ergens te komen.”

Yori: “Ik vraag me wel eens af of we als docenten voor dit soort verhalen in onze lessen voldoende plaats inruimen. Zelf zou ik dat meer kunnen doen. Ik weet dat het bij geschiedenis wel gebeurt: daar laten collega’s leerlingen in het kader van vrouwengeschiedenis bijvoorbeeld een vrouw uit het verleden onderzoeken en beschrijven, zodat ze zich in het perspectief van die vrouw kunnen verplaatsen.” Koen: “Eigenlijk is dat precies wat de leerlingen hier vanmiddag hebben gedaan. Omdat zij hun voorbeeldfiguren zo goed kennen, kunnen ze zich echt in hen verplaatsen. Zowel in hun sterke kanten als in hun valkuilen: in wat zij willen overnemen en wat zij anders zouden willen doen. Hun voorbeeldfiguren zijn geen superhelden, maar echte helden.” Yori: “Het zijn mensen van vlees en bloed.”

Luna, Lotte en Liam

» Opmerkelijk

LEREN VOOR HET LEVEN MET ‘SCHOOL OF LIFE’

We willen dat leerlingen meer regie en eigenaarschap tonen, maar waar leren ze dat? Op Carmel College Salland in Raalte maakten docenten en mentoren Marjan Schutmaat en Erik Kastenberg een lessenserie met de naam ‘School of Life’, die leerlingen hier een handje bij helpt. Met de mentorlessen hopen ze leerlingen aan het denken te zetten over waar hun eigen regie ligt én handvatten te geven om dit zelf vorm te geven.

De 7 gewoonten van Covey Het begon allemaal met een cursus ‘Covey in het onderwijs’, die Erik en Marjan volgden. Covey meent in zijn boek ‘De 7 eigenschappen voor effectief leiderschap’ dat deze zaken de basis zijn voor succes: ‘wees proactief’, ‘begin met het einddoel voor ogen’, ‘belangrijke zaken eerst’, ‘denk win-win’, ‘eerst begrijpen dan begrepen worden’, ‘synergie’

en ‘houd de zaag scherp’. Iedereen, zowel jong als oud, kan dit ontwikkelen. Erik: “Dit vertalen we voor het nuchtere Sallandse onderwijs in ‘De 7 gewoonten van Covey’. Sommige mensen krijgen dit soort (basis)dingen mee in hun opvoeding, anderen niet. Ik merkte dat ik een aantal van deze gewoonten totaal nog niet ‘leefde’. Maar je kunt dingen altijd leren. Met de lessenserie hopen we leerlingen

Neva
‘Het maakt mij een betere mentor en coach voor mijn leerlingen’

hier ook meer bewust van te maken. Waar heb ik een keuze? Bovendien maakt het mij een betere mentor en coach voor mijn leerlingen, ook als het gaat om ondersteuning bij problemen die ze op persoonlijk vlak ervaren.”

‘De kleine overwinningen maken het verschil’

Zélf regie pakken

Erik: “Een concreet voorbeeld op school is het profielwerkstuk. ‘Begin met het einddoel voor ogen’, luidt een van de principes. Dus denk nu alvast na over hoe het verslag er straks uit komt te zien, hoe je er straks met de presentatie wilt staan, en wat ervoor nodig is om hier te komen.”

Maar het kan ook op hele andere vlakken, vertelt Marjan: “Een aantal 5 vwo-leerlingen baalde dat er op school geen kerstgala is. Je kunt bij de pakken neerzitten, maar je kunt ook proactief handelen. Afgelopen jaar werd een gala te kort dag, dus organiseerden ze op eigen initiatief al wel een kerstquiz. Voor aankomend jaar stelden ze nu alvast een kerstcommissie samen om een gala te organiseren. Dus niet achteraf klagen dat er geen feest is of dat de organisatie niet goed is, maar zélf de regie pakken.”

Klaar voor het leven

Hoe komt het eigenlijk dat school uitgaat van zelfregulerende leerlingen, maar dat het niet standaard verweven zit in het onderwijs? Als het gaat om zelfregulatie en eigenaarschap, verschuiven we volgens Marjan steeds meer naar ‘klaar voor het leven’ in plaats van ‘hoe kom ik de toetsweek door’. “Natuurlijk kregen leerlingen in de mentorlessen al handvatten om beter te kunnen plannen en leren, maar met School of Life proberen we echt wat in beweging te zetten. Door

prikkelende stellingen laten we ze reflecteren op hun eigen handelen. Naast deze spiegel, geven we handvatten hoe het ook kan. Je plant als het ware zaadjes waarop we ze op een later moment kunnen wijzen. En die ze de rest van hun (school)leven meenemen en hopelijk steeds meer tot bloei laten komen.”

Cirkel van invloed

Het zijn niet direct grootse veranderingen die je bij leerlingen ziet, maar wel kleine overwinningen. Die overwinningen kunnen het verschil maken.

Zo ook bij leerling Neva (6 vwo): “Ik vond de 'School of Life'-lessen heel fijn, omdat het ging over hóé je kunt leren, hoe je zaken prioriteert, stress kunt reguleren en hoe je je eigen leven meer kunt balanceren. Ik wil volgend jaar graag medicijnen studeren in Maastricht. Door de mentorlessen denk ik soms bewuster na over wat ik allemaal moet doen én laten om dat te bereiken.

Dus meer (vooruit) plannen maar ook dingen kleiner maken: wat kan ik op dit moment doen?

Dat geeft rust. Net als de ‘cirkel van invloed’. Die paste ik vandaag nog toe toen ik tijdens een les zat te stressen over het regelen van mijn telaatmeldingen. Kan ik er nu wat aan doen?

Nee, dus hoef ik mij ook niet druk te maken.”

Op Carmel College Salland verspreiden de ‘School of Life’-lessen zich als een olievlek. Komende tijd wordt er steeds meer mee geëxperimenteerd. Erik: “In eerste instantie in de bovenbouw, maar je kunt er niet vroeg genoeg mee beginnen. Je praat met elkaar niet alleen over school, maar over het leven.”

COLOFON

Carmel Magazine wordt gemaakt voor medewerkers en relaties van Stichting Carmelcollege en verschijnt drie keer per jaar.

Wil je iets aan ons kwijt of heb je nog vragen? Stuur dan een mailtje naar carmelmagazine@ carmel.nl.

Redactie

• Stichting Carmelcollege

» Ellis Bouwhuis

» Daphne Razi

• Hans Morssinkhof

Publicity

» Hans Morssinkhof

• Perspect Communicatiebureau

» Suzanne Visser

Ontwerp en opmaak

Digidee - creating brand love

Fotografie

NIKI photogrphr

» Niki Kits-Polman

Fotografie CvB

» Annabel Jeuring

Drukwerk

Wil je meer informatie over de ‘School of Life’-lessen?

Neemt dan contact op met Erik of Marjan via e.kastenberg@carmelcollegesalland.nl of m.schutmaat@carmelcollegesalland.nl

Gildeprint

Oplage

4.600

Wie ben ik? » Het laatste woord

Twee leerlingen, een meisje en een jongen. Onbevangen lachen ze ons tegemoet. Ze hebben meteen onze sympathie. Zo werkt het, de eerste indruk is vaak bepalend. Maar als we eerlijk zijn, weten we dat we die ‘scan’ vaak zullen moeten bijstellen. Omdat we alleen de buitenkant zien. Of willen zien.

Want van deze leerlingen weten we verder nog helemaal niets. We kennen hun achtergrond niet. Evenmin hun dromen en ambities, hun zorgen en angsten. Wie ze zijn, staat nergens geschreven. Wie ze wíllen zijn, nog veel minder.

In deze jaren maken ze keuzes die van grote invloed zijn. Voor hun eigen leven en dat van anderen. Ze staan voor de opgave om uit te vinden: ‘Wie ben ik?’ en ‘Wat wil ik?’.

Moeilijke vragen. Want er is niet één antwoord. En foute antwoorden bestaan hier niet. Dat dragen we uit. Want iedereen is anders. En dus gewoon.

Zoals elke mens, heel de mens en alle mensen.

Stichting Carmelcollege Drienerparkweg 16 » Postbus 864 » 7550 AW Hengelo (074) 245 55 55 » info@carmel.nl » www.carmel.nl

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.