JONG ATLANTISCH SAMENWERKINGS ORGAAN NEDERLAND
februari 1976
nummer 2
inhoud pag.
... .. . .
1 2 6 7
J .Th. Hoekerna K.A. Nederlof R.D. Praaning H.A. Schaper
11
M.1. Carlier
13
M. Tomala
Het ontstaan van de Koude Oorlog Redactioneel Begrip voor begrip De Koude Oorlog vanuit historisch oogpunt Onderwij sconferen tie Twee professoren en een kamerlid Een blik op Polen
jASON
FEBRUARI 1976 - NUMMER 2
Tweemaandelijkse uitgave van de Stichting jong Atlantische Samenwerkings Orgaan Nederland Van Stolkweg 10, Den Haag - tel. 070-54.27.03 Bankrek.nr.: 45.68.55.548 AMRO-bank, Utrecht Girorek.nr.: 3.56.10.25 Abonnementen: f.15,-; tot 20 jaar: f.10,Adherenten van de Stichting: minimaal f.5, - voor personen beneden de 20 jaar; overigen: f.10,Adherenten krijgen regelmatig publikaties van de stichting (uitgezonderd het blad]ASON) toegestuurd. Advertenties: Advertentieprijzen worderl u gaarne verstrekt door de penningmeester van de Stichting. Oplage: 700 ex. Redactie: Hoofdredacteur: K.A. Nederlof Hooglandse Kerkgracht 13, Leiden; tel.: 071-13.24.39 Publiciteit: drs. Marianne 1. Carlier Dagelijks Bestuur Voorzitter Secretaris Adjunct-secretaris Penningmeester Hoofdredacteur j ASON/magazine Public Relations Vertegenwoordigster AA YPL
R.D. Praaning Prawira Adiningrat drs. F.RM. Lekkerkerker G.K. Timmerman drs. Marijke A. van Drunen Littel K.A. Nederlof drs. Marianne 1. Carlier Marie-Christine Stutterheim
Algemeen Bestuur W.G. Aldershoff drs. R.j. Goedbloed mr. B. Kruys drs. C.C. Sanders mr. Bea C.C. van Schayck Machteld Schmidt M. Schutter H.J. Smallenbroek M.F. Stutterheim dr.j.L.K.F. de Vries Leden van het Dagelijks Bestuur zijn tevens leden van het Algemeen Bestuur
••• foto's: Poolse en Amerikaanse ambassade / K.AN.
•• •• •
Copij volgend nwnmer: In het volgend nummer zal een aantal auteurs antwoord geven op de vraag: Waar voelen we ons mee verbonden?
Die verbondenheid zou het Europa van de negen (EEG), een pan-Europa (West- én Oosteuropa), de Atlantische samenleving (NAVO) of tenslotte de wereldsamenleving kunnen zijn (Verenigde Naties). Hebt u hier een interessante kijk op, dan verwachten wij uw bijdrage (na telefonisch contact met de redactie) vóór 6 april 1976.
HET ONTSTAAN VAN DE KOUDE OORLOG Bij het schrijven over het ontstaan van de Koude Oorlog bestaat snel de neiging om dat te doen met in het achterhoofd (bene fit of hindsight) de kennis van de ontwikkelingen die zich sindsdien op het internationale toneel hebben voorgedaan. Er kan dan het gevaar ontstaan van terug-extrapoleren, waarbij de geschiedschrijver dátgene eruit pikt wat in zijn kraam te pas komt. Die kraam kan zowel ideologisch bepaald zijn, als ingegeven door een verschijnsel als Koude Oorlog, omdat de nogal primitieve gevoelens en emoties uit die dagen nu juist geen optimale garantie boden - en bieden - voor meer afgewogen geschiedschrijving. Voor iemand die, zoals schrijver dezes, die tijd niet bewust heeft meegemaakt ge ldt dat laatste minder. Herhaaldelijk spreek ik mensen - volstrekt redelijke mensen en zeker geen "diehards" - die toén met een haast panische angst voor "de Rus" rondliepen. Kortom: we staan verder af van de jaren "44-"49 (deze wil ik globaal aanhouden als relevante periode), met het voordeel van een verfijndere analyse, en het nadeel van een mogelijk gekunstelde reconstructie achteraf. Trouwens: dit is van toepassing op elke (geschied) wetenschap: wat en waarom selecteer je, en bovendien: wat is de betekenis van soms ge isoleerd bekeken gebeurtenissen? Welk dóel heb je voor ogen? Dit ter inleiding op een noodzakelijkerwijs kort en wellicht wat Vietnam-syndroom). Zo signaleert Schaperl 3 ) het feit dat de oppervlakkig verhaal over een tijdperk datje misschien het beste analyses van de extreem-orthodoxe en de extreem-revisioniskunt karakteriseren met de paradox over de gemiddelde in- tische geschiedwetenschappers min of meer onderling uitwisselwoner van Nederland, die op dát moment er heilig van overtuigd baar blijken t.a.v. het t~schrijven van punten als expansie was dat "de Russen komen; ze zijn al op 250 km van En- enz.! Ook die tijd lijkt voorbij, nu de ergste golf van primitief schede". Maar de Russen kwamen niet, en die gem iddelde anti-Amerikanisme zijn hoogtepunt gehad heeft. De "waarheid" Nederlander kan er nu best van overtuigd zijn dat de Russen - een zeer subjectief begrip - hoeft niet per se in het midden te nooit meer zullen komen. Beide gevoelens zijn even reëel. Een liggen, maar de mogelijkheden voor een analyse die recht doet aardige illustratie hiervan is de discussie over "De NAVO - een aan de diverse factoren (inclusief percepties) zijn groter. historische vergissing", zoals deze gevoerd is in ettelijke nummers van de lnternationale Spectator(1). Een PPR aanhanger en Atoombom een hoogleraar geschiedenis discussiëren daar met elkaar over Goed, terzake. Aan de hand van twee punten wat beschoudeze vraag. wingen over het ontstaan van de Koude Oorlog. Ten eerste de Het opmerkelijke is dat beide discussianten het misschien geen atoombom. Er is nogal wat literatuur verschenen die de lang als eens zo inhoudelijk oneens zijn, maar hun uitgangspunten zijn waarschijnlijk gehouden verklaringen voor het gooien van de totaal verschillend. "De historicus dient onvermijdelijkerwijs de twee atoombommen op Japan in augustus 1945 - bespoediging perceptie van de tijdgenoten als uitgangspunt te nemen . Die van de capitulatie - ondermijnd heeft. Het belangrijkste of almoet hij trachten te begrijpen en te verklaren", aldus het verwijt thans meest opzienbarende boek was "Atomie Diplomacy" van van de historicus aan de PPR man, die eerder had getoogd dat Aplerowitz uit 1965. Daarna is weer literatuur verschenen die "de NAVO een historische vergissing was". De politici in het het meest extreme andere uiterste - alleen gebruik met het oog Westen hadden zich verkeken op wat de Sowjet Unie nu werkeop Rusland - in twijfel heeft getrokken(4). Trouwens: al in lijk bedoelde, enz. enz., daarover zo dadelijk meer. A-historisch 1948 lanceerde de Engelse fysicus P.M.S. Blackett zijn wereldredeneren vindt de historicus in kwestie die betoogt dat je op beroemde stelling dat "the dropping of the atomie bombs was die manier ook de Industriële Revolutie als een vergissing kunt not so much the last military act of the Second World War as betitelen. "Een dergelijke benadering brengt ons er immers al the first major operation of the cold diplomatic war with snel toe onze voorouders of bejaarde tijdgenoten te beschrijven Russia"(5). Voor mijzelf is de belangrijkste vraag of de atoom · als weinig intelligente sukkels, die niet in staat waren te zien hoe bom een functie heeft gehad met het oog op Rusland. Ik geloof hun tijd werkelijk in elkaar zat. Deze primitieve ruzie heeft bij dal je die vraag toch bevestigend moet beantwoorden. Een gemij de overtuiging doen plaats vinden dat zowel een overdetailleerd overzicht van de gebeurtenissen die aan het gooien "historiserend" (alles verklaren uit de situatie zoa ls die toen van de bom vooraf gingen, is te vinden in het jubileumnummer beleefd en ervaren werd) redeneren als het totaal negeren van (al is het een wat wrang jubileum) onder de titel "Thirty years die percepties weinig vruchtbaar zijn. Het gaat er om beide be into tbe nuclear age" van het voortreffelijke Amerikaanse blad naderingen met elkaar te combineren. Bulletin of the Atomie Scientists(6). Hierin wordt beschreven Zeer simpel gesteld hebben twee extreme opvattingen het hoe dit zorgvu ldig geheim gehouden en slechts in zeer kleine denken over (en in) de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog kring getoetste project in de intenties en percepties van de bebeheerst. In beide visies is er nogal een duidelijke hoofdschulleidvoerders bedoeld was om in een positie te komen " to dictate .dige: enerzijds de "van kwade trouw betichte, agressieve, expanour own tenns" (Am. minister van Buitenlandse Zaken, sionistische, anti-democratische Russen", en anderzijds het Byrnes). Uitlatingen van gelijke strekking zijn in memoranda "Amerikaanse imperialisme en kapitalisme, met zijn sterke ecoe.d. te vindt:n. Roosevelt besloot al de ontwikkeling van de bom nomische motieven en zijn virulente anti-communisme". Keergeheim te houden zowel voor Hitier als voor de Sowjet Unie. zijdes van de medailles zijn dan natuurlijk de met goede en Het dagboek van de Amerikaanse defensie-minister Stimson vereerlijke bedoe lingen ope rerende VS en Sowjet Unie, die slechts meldde: "Roosevelt believed that it was essent ial not take them reageerden op al het kwaad van de ander, zich verdedigden jnto our confidenee until we are sure to get a real quid pro quo tegen de expansie van de tegenstander, en al met al niet verantfrom our frankness"(7). De onervaren en weifelende Truman woordelijk geacht kunnen worden voor de Koude Oorlog. Hele had te weinig eigen gewicht en opinie over de bom om de krachscholen van geschiedschrijving - het meest bekend zijn de lige bureaucratische lobby te weerstaan, zodat de lijn Rooseorthodoxe, de realistische en de revisionistische, maar er zijn er velt kon worden voortgezet. Byrnes (zie hoven) vertelde meer(2) - zijn rondom deze denkbeelden ontstaan, al brachten Truman op 28 mei 1945 letterlijk dat de bom de Russen in ze uiteraard wel nuances aan. Europa manageable zou maken. Overdreven denkbeelden, dat wel, maar ze hebben veel invloed uitgeoefend in bepaalde periodes. Daarbij is het duidelijk ge- Tot een openlijk dreigen tegenover de Russen met dil wapen is worden dat de visie op de historie samenhangt niet alleen met het evenwel niet gekomen in W.O. n, want ook in Potsdam tiuli latere bronnen, maar vooral met de maatschappelijke invloeden 1945) werd Stalin cr niet expliciet over ge informeerd (de óp de geschiedenisbeoefening (vgl. de M~arthy-tijd met het Russen wisten uil intelligence-bron natuurlijk wel het een en
1
redactioneel Discussieren over de Koude Oorlog In dit tweede nummer van J ASON brengen we twee artikelen over de Koude Oorlog. Hoewel daarin de bij deze oorlog horende details vermeld worden, zijn het geen geschiedkundige oefeningen. Het is niet de bedoeling van de redactie - en evenmin van de schrijvers - om de lezer het tijdperk van de Koude Oorlog te laten herleven . De vraag wordt gesteld waarom die oorlog-die-geen-oorlog-was heeft bestaan. De Engelsen noemde de periode augustus '39 tot
mei '40, waarin Fransen en Engelsen tegenover Duitsland stonden zonder wapengeweld maar bewapend en op hun hoede, Phoney War, in het Frans: Dróle de Guerre. Zo'n periode bestond na 1945 ook tussen het westerse en het communistische blok. Toch sprak toen niemand over een rare oorlog en dat was zonder enige twijfel te wijten aan de voorafgaande wereldoorlog. De illusie was verdwenen dat het slagveld voorkomen kon worden door er niet zelf mee te beginnen. men kon de tijd niet zien als vreemd, laat staan grappig. Enige jaren tevoren hadden de geallieerden geleerd dat iemand ook onwillig het slagveld opgedreven kan worden, nog sterker: dat juist de angst voor een nieuwe oorlog een aanmoediging was voor Hitler. De twee machtsblokken leefden na de oorlog in het dilemma dat ze niet wisten hoe agressief of vredelievend de bedoelingen van de tegenstander waren. En om op alle mogelijkheden voorbereid te zijn, stelden ze zich op het ergste in, temeer daar beiden de mogelijkheden hadden elkaar te bedreigen (de Sowjet Unie met het op de been houden van zijn leger op oorlogsterkte, de Verenigde Staten door het bezit van de atoombom).
Defensie-studi ecentru m
Dit is maar één van de vele verklaringen die de afgelopen jaren voor de Koude Oorlog gegeven zijn. Hoewel vanuit verschillend gezichtspunt benaderd, pogen j .Th. Hoekerna en H.A. Schaper u aan het denken te zetten over het tijdvak waarvan de sporen nu onder meer zichtbaar zijn in de vorm van de NAVO en het Warschau-pact. U kunt zich de vraag stellen of het veel uitmaakt tot welk standpunt u komt. Het maakt inderdaad weinig uit als daarbij de directe gevolgen worden betrokken; de traagheid van de menselijke aanpassing verhindert een radicale veran?ering van, houding als het inzicht verandert. Dat neemt met weg dat de houding verandert, maar langzaam. Als dit juist is, hoeft men niet te verwachten dat de NAVO zichzelf oplost wanneer "blijkt" dat de oorzaak van de NAVO niet "werkelijk" bestaan heeft. Of als blijkt dat "in werkelijkheid" de twee machtsblokken in het geheel geen vijandige bedoelingen tegenover elkaar hebben . Maar men. mag wel a,annemen dat er bijvoorbeeld in de houding van beleidsbepalers lets verandert als zij zich nieuwe denkbeelden eigen maken. Discussiëren kan daarom nuttig zijn. Tenzij men van mening is dat zaken als bewapening, militaire organisaties en vijandi~e houdingen een eigen leven gaan leiden. Dat thema zullen we In een van de komende nummers behandelen (Militair Industrieel Complex). Discussiëren is tenslotte ook zinloos als men zijn eigen inzichten tegen beter weten in weigert te veranderen; inzichten verworden dan tot dogma's. Zulke geloofsstellingen vindt men bij alle mogelij~e politieke gelovigen. Bij de man die zijn angst voor de Russen met wenst te toetsen, maar evenzeer bij de pacifist die, zó doordrongen van zijn eigen gelijk, zijn uitgangspunt ontwapening niet meer ter discussie stelt. Dit is geen poging het eigen oordeel als een verwerp~lijk ~waad voor te stellen. In tegendeel, een eigen oordeel kl10kt 10 al,le artikelen van dit blad door . Maar waar mogelijk zullen we 10 J ASON trachten vooroordelen bloot te leggen en niet mee doen met de mode eigen meningen heilig te verklaren.
In de week na Pasen, van dinsdag 20 tot en met vrijdag 23 april, houdt het Defensie-studiecentmm in Den Haag een vierdaagse cursus. Deze speciaa1 voor jASON ab.onnees en adherenten georganiseerde cursus omvat een zevental lezingen met discussies . Van de deelnemers wordt verwacht dat zij een redelijke kennis hebben van de tê behandelen onderwerpen, bij de deelneming de gehele cursw-duur aanwezig zijn en actief participeren in de discussies. Er zijn in beginsel geen kosten aan deelneming verbonden; wel dient men zelf eventueel verblijfskosten voor zijn/haar rekening te nemen. Opgave, vergezeld door geboortedatum, studierichting, beroep of informatie waaruit anderszins voorkennis van behandelde onderwerpen blijkt, te richten aan het secretariaat van J ASON . Voorlopig programma: (het programma neemt de gehele morgen en middag in beslag) 20 april 1) Het veilighcidsdebat 2) Oost-West-verhoudingen na het 25ste congres van de Russische Communistische Partij in Moskou
K.A. Nederlof
Opgave van deelneming graag vóór 20 maart 1976.
2
21 april 1) Europese Veiligheidsconferentie en MBFR-besprekingen 2) Nederlandse defensie-beleid 22 april 1) Midden Oosten 2) Japan tussen de communistische grootmachten en de Verenigde Staten 23 april . .., 1) Fricties in de Atlantische Samenwerkmg Aan de orde komen: Noorwegen, Ijsland. TurkiJc, Gnekenland en Portugal.
ander). Truman vertelde Stalin slechts terloops dat de Ameri· kanen een nieuw, machtig wapen ontwikkeld hadden dat ze tegen Japan zouden gebruiken. Er was dus nog geen sprake van een uitgewerkte, ondubbelzinnige politiek (zoals wel eens beo weerd wordt), maar de potentiële mogelijkheden van de bom werden naast het overigens ook weinig fundamen teel ter discussi'e gestelde militaire gebruik tegen Japan wel degelijk in het kader van een indruk ma hen op de Russen beoordeeld. Ook het militaire gebruik - ik stelde het al - was dus niet gebaseerd op een eenduidige beleidslijn. [k meen wel dat het militaire gebruik voorop stond, immers de oorlog met Japan was in volle gang, en een conventionele oorlog hád nog enige maanden kunnen duren. Redenaties hierover blijven natuurlijk speculatie achteraf. Een rapport van de US Strategie Bombing Survey (8) stelde in 1946 dat "certainly prior to 31 december 1945, and in all probability prior to 1 november (de datum waarop een grote Amerikaanse invasie in Japan werd voorzien) Japan would have surrendered even if the atomic bombs had not been dropped, even if Russia had not entered the war, and even without an invasion". Hel in overweging nemen van de effecten op Rusland verving niet hel primair militair gebruik van de bom als instrument om de Japanse overgave te versneUen j bij gebruik tegen Rusland alleen zou de tweede bom op Nagasaki niet te verklaren zijn. De al genoemde Stimson gaf bij een achteraf· beschouwing als zijn mening dat "the dominant objective was victory. If victory could be speeded by using the bomb, it should be used; if victory must be delayed in order to use the bomb, it should n61 be used"(9). Al met al ontstaat over deze materie een beeld dat er op neer komt dat de atoombom, ferm gesteund door een krachtige wetenschappelijke ("superb physics", verklaarde Fermi) en ambtelijke lobby, zowel een primair militair als een secundair, maar wel bruikbaar politiek doel diende. Dat politieke doel blijkt b.v. ook uit de Amerikaanse beslissing de stad Kyoto (een in religieus opzicht belangrijke stad) niet als doel voor de atoombom te bestemmen. Dat zou immers de Japanse gevoelig· heid nog meer vergroten. Stimson adviseerde Truman: "It might thus, I pointed out, be the means of preventing what our policy demanded. namely, a sympatheticjapan to the United States in case there should be any aggression by Russia in Japan"(10). Vrees voor de naoorlogse macht van de Sowjet Unie is bij dit alles toch een krachtige factor geweest. Een laatste passage over de bom. De beroemde conferentie van Potsdam vond plaats ná de succesvolle test van de A-bom in Alamogordo. Verschillende waarnemers constateerden dat dit feit Truman veel zelfvertrouwen verschafte. "He stood up to the Russians in a most emphatic and decisive manner'\ volgens Churchill(11). WeUicht is dan ook in Potsdam een kentering te situeren, waarop voor het eerst ook voorzichtig naar buiten toe het politieke nut van de bom - en daarmee het Amerikaanse nucleaire monopolie - zich manifesteerde, niet zozeer dus in openlijke dreigementen tegenover Stalin, maar in een subtiel machtsspel, waarbij de Japanse oorlog snel ten einde diende te worden gebracht (liefst zonder Russische inmenging), en waarbij Russische concessies op het punt van de regimes in O. Europa dienden te worden verkregen . Een atoombom zou in de "Pax Americana" een rol moeten spelen, maar ook zonder die bom was dat voor de Russen een weinig aantrekkelijk vooruitzicht. Zij verwierpen dan ook in 1946 het zgn. "Baruch-plan"(12), ingediend door de Amerikaanse vertegenwoordiger in de VN Atoom Energie Commissie. De voorwaarden voor nucleaire ontwapening waren gunstig voor de Amerikanen, zowel op het punt van de tijd (het zou een nogal langdurige exercitie worden) als de inspectie en controle (deze zou aan ontwapening vooraf moeten gaan - een bitter strijdpunt, waarbij de Russen, bang om hun grenzen open te stellen voor "spionerende inspecteurs" altijd het tegenovergestelde standpunt hebben ingenomen). Bovendien was het VN kader toen nog een voor het Oosten onaantrekkelijk perspectief, gezien het numerieke Westelijke overwicht. Een Russisch tegen· voorstel was op di.t punt (VN) en omdat het niet in controle vooraf voorzag weer totaal onacceptabel voor de Amerikanen. De Russen konden het Am . Atoommonopolie niet over hun kant laten gaan, en ontwikkelden in 1949 een eigen atoombom. ln 1952 beschikten beide landen over waterstofbommen. De nucleaire schaahmal was begonnen.
Daar zijn ze eindelijk Nu de hoofdzaak. In het Westen heeft de duidelijk zichtbare Russische presentie en militaire macht in de huidige Oostbloklanden, en de meer rechtstreekse dreigementen tegen het Westen (blokkade Berlijn! ) nogal wat indruk gemaakt. De dramatische gebeurtenissen in Tsjechoslowakije, de rigoreuze binnenlandse politiek van Stalin, het imponerende Rode Leger, het waren allemaal stuk voor stuk zaken die een reële dreiging veroorzaakt hebben. Sommigen hadden de vluchtboten al klaar liggen! Een afgedwaald Canadees of Amerikaans schot kon in een Neder· lands huisgezin het signaal zijn voor verzuchtingen in de sfeer van ooar zijn ze eindelJïk. Dat alles moeten we niet uit het oog verliezen als we nu terugkijken op een periode van dertig jaar waarin ze niet zijn gekomen. Het Ijzeren Gordijn werd dan ook meer als een afscherming tussen het Vrije Westen en de gewetenloze wereld daarachter beschouwd, dan als een wel heel zichtbare afbakening van invloedssferen. Want dáár gaat het in wezen om, wat niet wil zeggen dat je je niet druk of bezorgd mag maken over binnenlandse situaties. Inderdaad is dit het kardinale punt: de behoefte aan eigen veilig· heid en invloedssferen. Wezenlijker nog, in zeer grote mate, dan die atoombom, die meer een afgeleide was van de behoefte aan een militaire zege op Japan en de behoefte aan een troefkaart tegenover de USSR. De bijna cynische machtspolitiek die détente eigenlijk is - een afgrenzing van hel gevecht op het punt waar een nucleair of groot conventioneel rechtstreeks oor· logsrisico dreigt - was toen nog een 20 tot 25 jaar weg. Truman was geen Kissinger! De conferentie van Potsdam - de laatste bijeenkomst van de Geallieerden voordat ze in 1955 te Genève weer bijeen kwamen - geeft een goede illustratie van de gevoelens op dit punt van de betrokken landen_ Deze conferentie, en eerder die van Teheran en vooral Yalta, creëerde in feite de ontwikkelingen die tot de Koude Oorlog evolueerden(13). Tijdens deze conferentie refereerde Stalin herhaaldelijk aan het zgn cordon sanitaire, dwz. een set satellietstaten in de invloedssfeer van Rusland. [n dal idee kreeg hij vooral de realist, hoewel anti· communist, Churchill mee. Op 9 oktober 1944 sloten Churchill en Stalin al een overeenkomst over het verdelen van de Balkan in Russische en niet-Russische invloedssferen, inclusief Grieken· land. Problemen daannee te over, daar niet van (b.v. over Polen), maar het principe was voor Churchill aanvaardbaar. Dat neemt niet weg dat de oprukkende Russische troepen in Cen· traal-Europa in 1945 een levensgroot probleem gingen vormen, waarbij hij de Amerikanen op zijn beurt tot een hardere lijn wilde dwingen. "When American armies overran by more than a hundred miles in some spearheads the line established to divide the Russian and Western occupation zones, Churchill urged that the troops stay in place as a bargaining factor in securing Russian concessions before they withdrew"( 14). Amerika's positie was nog al dubbelzinnig - Generaal Eisen· hower weigerde aan bovengeciteerd verzoek te voldoen, en ver· liet Praag. Aan de andere kant hebben de Amerikanen zich de fact~ verzet tegen de (door de USSR ruim genomen) vestiging van Invloedssferen met hun contajnment, roll·back etc. politiek. Toen president Truman nogal onvoorbereid het presidentschap aanvaardde, kreeg hij op het punt van de verhouding met Rusland advies vanuit twee brede gezichtspunten, c.q. groepen van adviseurs. De ene groep stond een hardere benadering voor t.o.v_ de Russen, met name terzake van hun gedrag in O. Europa. Ook de economische hulpbeloftes zouden aan dat kader aangepast moeten worden. "At Yalta in february 1945, Roosevelt had also avoided dealing with Stalin on the Soviet Union's earlier request for a large U.S. loan. The President had delayed, he confided to associates, because he did not want lo give the Soviets any promises of finance until we get what we want(15). D~ze hou· ding vond weerklank bij Churchill die ondanks zijn begrip voor invloedssferen "was urgently concerned about the imbalance of power that threatened the postwar world on ascale comparable to Napoleonic France at its peak of power"( 16) . Het andere standpunt was dat de Russische acties, zoals de interventie in Roemenië, het bestrijden van de pro-Westerse re· gering voor Polen, het wantrouwen dat de Geallieerde troepen in het Westen van Duitsland vrij spel hadden terwijl het grote offensief in het Oosten werd ingezet, het gechicaneer over de
3
opzet van de VN, bekeken moest worden in niet het licht van "indications of aggressive intent and expansionist appetites, but as tbe work of a very insecure, war·bat tered and suspicious nation"(17). Deze adviseurs wezen er b.v. ook op dat de behoefte aan veiligheid voor Rusland niet in de VN bevredigd zou worden, gezien het Volkenbond·syndroom en het te verwachten Westerse overzicht daarin. Truman aarzelde tussen deze ge. zichtspunten, maar koos in grote lijnen voor het eerste. Een van de vertegenwoordigers van de tweede richting was Hop. kins. Hij was niet bij Potsdam - ziek -, maar hij ontmoette wel Stalin in Moskou aan het einde van mei 1945. Ambassadeur Harriman woonde deze besprekingen ook bij, en rapporteerde aan Truman over het enige overblijvende geschilpunt van toen, Polen . Hl am afraid that Stalin does not and never will fully understand our interest in a free Poland as a matter of principle. He is a realist in all actions, and it is hard for him 10 appreciate our faith in abstract pinciples. lt is difficult for him to under· stand why we whould want to interfere with Soviet policy in a country like Poland, which he considers so important to Russia's security, unless we have some ulterior motive"( 18).
Invloedss feren In deze paar zinnen zou wel eens hel gehele onderliggende probleem van het ontstaan van de Koude Oorlog verborgen kunnen zijn . De Sowjet preoccupatie met veiligheid en invloedssferen dateerde al van lang her, zelfs vanuit de tsaren tijd. [n een ge. heim protocol b.v. bij het Molotov.Ribbentrop pact van 1939 werd e.e.a. al uitgebreid vastgelegd. Met Churchill konden de Russen tot overeenstemming komen over het principe, niet over de uitwerking(19), met de Amerikanen lukte dat in het geheel niet. Minister van Buitenlandse Zaken, Cordell HuU, verklaarde in 1943: "there will no longer be need for spheres of influence, for alliances, for balance of power, or any other of the special arrangements through which, in the unhappy past, the nations strove to safeguard their security or promote their interests" (20). En nota bene - RooseveJt interpreteerde Yalta als Hthe end of the system of unilateral action and exdusive alliances and spheres of innuences and balances of power"(21). In een haast Wilsoniaans ideaal geloofden de Amerikanen in een alternatief voor machtspolitiek: de VN én in het overal toe-
.
~11~· · .
'
~ /.
"Kijk, daar liggen de ontwikke lde gebieden" (met dank aan het Parool)
4
~
passen van democratische procedures en instituties. Beide zaken moesten en werden ook met veel ideologische verve in de wereld
NOTEN
verkondigd, en botsten niet verwonderlijk met de Russische opvattingen terzake , én met de eigen Amerikaanse praktijk van eigen invloedssferen (Latijns Amerika) en de acceptatie in prak. tJïk van de Russische invloedssfeer in Oost Europa. Regeringen naar Westers democratisch modd, al waren ze vriendellïlt voor
M. van Rossem, Commentaar op De NAV~en historische vergisJing? , in: Internationale Spectator, XX.lX, nr. 3, maart 1975, bIL 170-171 . 2. Z;e het artikel van H.A. Schaper, Nieuw Links en het ontstoan van de Koude Oorlog, in de Internationale Spectator, XXlX, nr. 12, december 1975 , pp. 757-769. Schaper onderscheidt - met anderen - naast deze drie hoofdrich· tingen , d;e hun hoogtepunten in de jaren 'sa, resp. '60 (revisonisme) gehad hebben, een aantal nieuwe stromingen, waarbij kritiek wordt geleverd op de N;euw-Links Revisonisten . C.q. een gematigd revisonisme is ontstaan_ Tenslotte signaleert hij de lf,Jl. post-rt!JIisionisten, die befnvloed zijn door realisten 6n revisonisten . Voor de volledigheid zij hier nog gesteld dat de orthodoxe school vooral de nadruk legt op de ideologische aspecten van de Russische buitenlandse politiek, met een sterke anti-communistische en proVrije Wereld inslag. De realisten beklemtonen de machtsfactor in de internationale politiek (b.v. de drang naar veiligheid). De (NieuwLinks) Revisonisten concentreren zich op de rol van de VS, in ideologisch en economisch opzicht. 3. Zie noot 2. 4. Volgens Schaper bestaat er een tendens om op grond van bronnenonderzoek tot tegengestelde conclusies te komen, dus geen atomaire diplomatie. Mijn indruk is dat zowel het moment en de voorwaarden van de overgave van Japan, áls de effecten op de SU als factoren erkend dienen te worden, maar dat is dus niet op bronnenonderzoek gebaseerd. . 5. P.M.S. Blackett, 'PIe military· consequencn of atomie energy, Londen, 1948, geciteerd in: BJ . Bemstein, Shatterer of worlds, in : 77fe Bulletin of the Atomie ScientiSIJ , Vol. XXXI , nr. la, december 1975, p. 13. 6. Zie 5. 7. Bemstein citeert nogal uitgebreid het zgn. Stimson-diary. 9. Bemstein, p. 18. 10. Bemstein, p. 17. 11 . Zie Bernstein p . 16 en William L. Neumann, After Vietory, US and Allied dlplomacy in World War IJ, New Vork, 1967, p . 175. 12. Een verhelderend artikel over het missen van drie kansen op ontwapening (I946, 1955, en 1961) staat in hetzelfde nummer van '17u! Bulletin of (he Atomie ScientiJlJ, van de hand van R. Gurney Jr ., pp.23-34. 13. '1'he conflict between ounelves and the Saviet Union which is at the root of tbe Cold War, arose at Yalta from incompatible conceptions and aspirations concerning tbc shape of tbe postwar wortd", aldus de realistische politicoloog H. Morgenthau in TM New York Review of Boola, la juli 1969. 14. Neumann, p. 163. 15. Bemstein, p. IS en Neumann, p . 163: "Lend·lease supplies should he rationed to secure Moscow's compliance". 16. Neumann, p. 163. 17. Newnann, p. 164. 18. Neumann , p. 166. 19. De eigenaardige combinatie van voluntarisme/idealisme/ morele principes versus realisme kenmerken hier weer de VS. Morgenthau zegt daarover: "Spheres of influence, as Churchill and Stalin knew, and Roosevelt recognized sporadica1ly, ,,!,ere not created byevil and benighted statesmen and, hence, cannot he abolished by an act of good will on tbe part of good and enlightened ones. Like the balance of power, alliances, arms races, political and military rivalries and conflicts, and the rest of power polities, spheres ofinfluence are tbe ineluctable by-products of the interplay of interests and power in a society of soevereign nations". Hier is Morgenthau wel heel deterministisch en pessimistisch over de wil en de capaciteit van staten en personen daar iets aan te doen, maar een grote kern van waarheid dient hieraan mJ. wel toegeschreven te worden . 20. Zie Morgentbau en NeumafUl , p. 124 . 21 . Z;e Morgenthau en Neumann, p . 158 en 159. 22. Zie Morgenthau . 23. Idem .
de Sowjet Unie waren voor Stalin onacceptabel. "A frcdy elected government in any of these countries would he anti· Soviel, and thal we cannot allow"(22), aldus Stalin.
Het Rode Leger was de fysieke garantie voor StaJin dat dát niet zou gebeuren, tot verontwaardiging (het rmïe Westen) en angst van het Westen. Lang hebben de Amerikaanse pogingen geduurd daar verandering in te brenge n, maar meer dan rhetoriek kon dat niet worden; in O.Berlijn en Boedapest grepen de VS niet in, ondanks de slogans over liberation en roil·back. Zowel de temtorÛll war aims van de SU in WO 1I en in de jaren daarna, als de conflicten in Korea en Vietnam werden geihterpreteerd in het kader van de wereldrevolutie die op handen was. Aan de andere kant waren de Russen geneigd de oppositie in het Westen tegen de vestiging van communistische regimes - op zich begrijpelijk vanuit het klimaat van toen, en trouwens nog steeds een groot dilemma, zie b .v. het veiligheid - versus lmïheid dilemma bij de Europese Veiligheidsconferentie - te beschouwen als uitvloeisel van kapitalistische en imperialistische agressie. "The United Statcs and the SowÎet Union understood, and in good measure misunderstood, each other's policies according to dogmatic ideological assumptions about the unchanging nature of the o ther, seemingly buttresses by experience"(Z3). Met .schade en schande Wat dát betreft zijn we de Koude Oorlog gepasseerd. Anderzijds zou de interessante slotvraag te stellen zijn in hoeverre er een kwalitatieve wijziging is opgetre den in de overgang van de Koude Oorlog naar de Détente, daarbij uitgaande van de concepties van machtspolitiek en afbakening van invloedssferen. Ook in de détente-politiek zijn inconsistenties zichtbaar, maar zou het niet te boud zijn om te opperen dat het verslaan van de gemeenschappelijke vijand voor de Sowjet Unie en de VS slechts een onderbreking is geweest in de eeuwige strijd om economische macht en veiligheid? De verwarrende jaren na de Tweede Wereldoorlog zou men dan kunnen beschouwen als een poging de status quo te herstellen. De huidige periode is in essentie ook hierdoor gekenmerkt, maar mist de ideologische impulsen to light communism van toén. "It was Hitier who forced upon both the West and the Sowiet Union a course of act ion which tbey would have preferred not to take: the West, in order 10 save itsclf, had to allow the Red Anny to advance in Central Europe, and the Soviet-Union had to bear tbe main brunt of the German ons laught. It is not surprising that an alliance forged not by tbe free choice of its members but by the necessity imposed up on them by the common ennemy bern to dissolve when the weight of necessity began to lift"(24 . Met schade en schande en met openlijke beleidsombuigingen hebben de beide supermogendheden zich als supermogendheid leren gedragen. Een Ko ude Oorlog was daarvoor een noodzakelijke aanloop, niet omdat de VS daar zo schurkachtig en volledig consequent op aandrong, maar vanwege het leer- en aanpassingsproces dat aan beide zijden nodig was.
drs . J .Th. Hockema, vaandrig bij het Bureau Ontwapcnings Aangelegenheden, Ministerie van Defensie.
I.
**** 5
Europese Veiligheid: begrip voor begrip Europese veiligheid vormt het kernprobleem van Atlantische samenwerking. In 1949 immers kwam men uit vrees voor een onveilig Europa tot oprichting van de Noord Atlantische Verdrags Organisatie. Het Russische communisme werd van een dusdanige uitbreidingsdrang verdacht, dat gevreesd werd spoedig Russen in plaats van de zojuist vertrokken Nazi-Duitsers in onze bunkets aan te treffen. Of deze gedachtegang berustte op een "historische vergissing" of getuigde van realiteitszin zal nog lang onderwerp van discussie zijn. Vast staat, dat West-Europa zich graag wilde verdedigen tegen wat of wie ook - en zeker tegen dat vreemde, onbekende communisme. Een communisme dat onder leiding van Stalin in de bij Conferentie van Yalta toegewezen bufferzone begrijpelijkerwijs onmiddellijk dictaturen vestigde en daarmee het zijne tot de Koude Oorlog bijdroeg. Zo er al enig begrip voor de communistische landen en hun ideologie bestond, de Koude Oorlog deed dit restje als sneeuw voor de zon verdwijnen. Tussen Oost en West vigeerde een hoog opgetast wantrouwen, want het economisch volledig uitgegleden Oostblok zag zich geconfronteerd met een hen vijandig gezind Westen onder aanvoering van de grote economische en enige atomaire macht, de Verenigde Staten. Onder Chroestjow, na de Cuba-crisis, leek de tijd rijp voor enige on tspanning. Onder Brezhnjev haalden de Sowjets het oude "Europese Veiligheidsconferentie"-plan uit de koelkast en de westeuropese landen, samen met Canada en de Verenigde Staten (de laatste twee werden aanvankelijk door de Russen geweigerd), gingen schoorvoetend op deze avances in. Het realiseren van de veiligheidsconferentie bleek zó belangrijk voor de Russen, dat zij bij wijze van ruil ingingen op de westerse eis besprekingen te beginnen over wederzijdse troepen- en wapenverminderingen in Midden Europa. De mogelijkheden voor een werkelijke ontspanning ("détente"), zowel politiek als militair, leken geschapen. Maar de praktijk wees anders uit. Eén van de redenen daarvoor is, dat Oost en West het begrip détente niet op de zelfde manier uitleggen. Een andere verklaring vindt men in het gebrek aan wederzijdse informatie.
••• Oosteuropa artikelen serie: Polen. De Oost-Europa artikelen -serie is bedoeld om Oost-Europese landen de gelegenheid te geven zich uit te spreken over hun visie op het internationaal-politieke vlak. Wij zijn de Polen bijzonder erkentelijk, dat zij ons in dit streven ondersteunen en daarmee de Oost-Europa reeks openen. Het is overigens niet zo verwonderlijk dat juist de Polen de spits afbijten . Was de Europese Veiligheidsconferentie een Russisch idee, de Polen hebben altijd aangestuurd op een Conferentie over Veiligheid en samenwerking in Europa. Een land, dat in het verleden voortdurend opgezadeld werd met de rekening van geschil of overeenstemming tussen beide machtige buren - Duitsland en Rusland - heeft van nature weinig vertrouwen in door deze landen gegeven veiligheidsgaranties. De Polen beseffen nog altijd terdege niet veel meer te kunnen zijn dan wat Stal in in de jaren veertig met hen voorhad: een bufferzone. Hoewel met West-Duitsland een normalisatieverdrag is ges loten, laten ook met deze historische vijand ae betrekkingen veel te wensen over. Bondskanselier Brandt's "Ostpoli tik", met name gericht op de Poolse Volksrepubliek, had veel effectiever kunnen zijn indien het Bonn-Warschau-verdrag eerder geratificeerd was dan het verdrag tussen Bonn en Moskou. (Bonn-Moskou: augustus '70; Bonn-Warschau: december '70). De door Warschau gevoerde samenwerking richt zich dan ook in de eerste plaats op de Verenigde Staten en de andere Westeuropese landen.
6
Inschikkelijk Tijdens de Conferentie over Veiligheid en Samenwerking in Europa in juli 1975 bleek opnieuw hoezeer de Polen belang hechtten aan goede handelsbetrekkingen met deze landen. Het lidmaatschap van de Comecon en het Warschau-Pact legt de Polen echter een houding op die niet als uiterst soepel gekenschetst kan worden. De concessies welke de westerse landen van Polen wensen, bewegen zich momenteel voornamelijk op het gebied van de MBFR (Mutual Balanced Force Reduction) besprekingen in Wenen. Op het humanitaire gebied (vrij verkeer van personen en ideeën), en dat valt proefondervindelijk te bewijzen, hebben de Polen zich al zeer inschikkelijk getoond. Als geen ander is Polen gebaat bij troepenvenninderingen in Midden Europa (het Rapacki-plan, door het westen verguisd vanwege vermeende "Soviet-tendenzen", is hiervan een voorbeeld); vermoedelijk was dat het leitmotJf voor de huidige Poolse partijleider Edvard Gierek om op 29 juli 1975 samen met President Ford van de Verenigde Staten te verklaren dat inspanningen om politieke détente in Europa te versterken, gevolgd dienden te worden door een proces van militaire détente. Planmatig De periode Gierek, die startte op 20 december 1970, deed overigens een frisse wind door Polen waaien. Giereks voorganger Wladislaw Gomulka was in zijn pogingen - uitsluitend - zijn land te dienen, gefaald door te weinig aandacht te besteden aan de wensen en behoeften van het individu. Bloedige studentenrellen kwamen in de tweede helft van de zestiger jaren steeds meer voor als uiting van ontevredenheid met de wel zeer planmatig geregeerde maatschappij. De arbeidersopstand in de havensteden in 1970 tenslotte, speelde de al in de oppositie zijnde Gierek dermate in de kaart, dat deze tijdens de zevende plenaire zitting van het Centrale Comité van de Poolse Verenigde Arbeiderspartij tot Gomulka's opvolger gekozen werd . Terwijl onder Gomulka een duidelijke beleidsc.entralisatie plaatsvond, begon nu een periode van decentralisatie. Vooral het pi/ot-enterprt"ses-systeem is hiervan een sprekend voorbeeld. Verschillende bedrijven genieten volgens dit systeem een grotere vrijheid in het opstellen van eigen productieplannen, mits zij binnen het gestelde vijf-jaren plan blijven. Het onmiddellijke gevolg was een productiestijging met maar liefst 20%. Ook op andere gebieden, zoals op het journali stieke gebied, deden zich verschuivingen naar een grotere mate van vrij heid voor. Op 20 maart 1973 besloot men bijvoorbeeld de preventieve censuur bij het partij-dagblad Trybuna Ludu en het politiek weekblad Polityka af te schaffen. Polen liberaliseert, schrijven vele "ohservers". Consolideren Minder communistisch aandoende elementen heeft de Poolse maatschappij echter altijd gekend, men hoeft slechts naar de agrarische structuur te blikken. Ongeveer 80% van de landbouwers is eigen baas. Rèden om de huidige ontwikkelingen beter te betitelen als het "Poolse socialisme". Premier Piotr J aroszewicz concludeerde op het laatste partijcongres in december 1975 trots: "Nog nooit hebben wij zóveel in zó'n korte tijd bereikt". Rest ons te hopen, dat Polen als land en als volk in staat zal zijn de behaalde successen te consolideren en het hoofd te bieden aan toekomstige problemen betreffende tekorten aan energie, de aan de consumptievraag niet aangepaste landbouw en industrie , de nieuwe arbeidsverhoudingen en betreffende de interne oostblokre laties. R.D. Praaning
DE KOUDE OORLOG VANUIT HISTORISCH OOGPUNT Wie een historische analyse van de Koude Oorlog wil geven, steekt zich in een wespennest. Wat men ook schrijft, er zullen onmiddellijk opmerkingen van verschillende kanten komen dat men di t aspect of die gebeurtenis weglaat of juist te zwaar belicht. De Koude Oorlog heeft zo'n enorme invloed op de wereld na 1945 uitgeoefend dat het nog steeds een onderwerp van politieke strijd is, waar het conflict nu eigenlijk om ging en waarom het uitbrak. Iedere politieke groepering zoekt naar een interpretatie die het kan gebruiken in de hedendaagse discussie over de vraag welke lijn in de internationale politiek gevolgd moet worden. Het lijkt dan ook nuttig om te beginnen met een kort overzicht van verschillende visies op de Koude Oorlog. Drie stromingen
Het verschil van mening over de betekenis van de Koude Oorlog zit hem niet in het gebrek aan een definitie van het algemene begrip: koude oorlog. Daar kan men in de internationale politiek van spreken als de betrekkingen tussen twee of meer staten bepaald zijn door een wederzijdse en niet aflatende vijandigheid, zonder dat dit echter tot een gewapend conflict tussen deze staten leidt(1). Dat er van vijandigheid sprake is geweest in de betrekkingen tussen de communistische en de democratische landen, en in het bijzonder tussen Rwland en de VS, is duidelijk. Verschil van mening is er echter over de vraag wanneer en waarom deze vijandigheid zo intens werd, dat de Koude Oorlog uitbrak . In de discussie hierover zijn ruwweg vier aspecten te onderkennen(2). Er is het politiek-ideologische aspect: democratie tegenover communistische dictatuur; het economische: kapitalisme tegenover communisme; het machtspolitieke : de belangen van het aloude Rusland tegenover die van de VS en West-Europa; en tenslotte het cultureel-historische: het Oosten tegenover het Westen. Meestal is het één van de eerste drie aspecten dat centraal staat bij een historische analyse van de Koude Oorlog. (Het vierde aspect heeft vooral gespeeld in West-Duitsland, waar Adenauer zijn beleid verdedigde als een keus voor de Westerse beschaving. Daarnaast is het sterk terug te vinden in de litteratuur; een goed voorbeeld hiervan is Tolkien's In de ban van de ring en de strijd daarin van de kleine hobbit Frodo tegen het massale gevaar uit het Oosten). Aan de drie eerstgenoemde aspecten zijn de drie hoofdstromingen in de geschiedschrijving over de Koude Oorlog te koppelen . Aanvankelijk overheerste de zogenaamde orthodoxe school die de Koude Oorlog beschouwde als een strijd tussen het vrije, democratische Westen en de opdringende communistische dictatuur. Dit was ook de visie die tijdens de Koude Oorlog zelf in het Westen de meeste aanhang vond, aangezien het duidelijk was wie in deze visie de goeden en de slechten waren en het in een oorlog altijd belangrijk is te voelen het gelijk aan je kant te hebben. In de jaren vijftig kwam een tweede groep historici naar voren, de realisten, die van mening waren dat men in het Westen teveel aandacht aan ideologie schonk, zowel bij de interpretatie van de Russische politiek als bij de bepaling van de eigen politiek. Zij waren van mening dat het onjuist was om een van beide partijen de schuld van het conflict te willen geven. Een van hen vergeleek de situatie na de Tweede Wereldoorlog met die van een giflige spin en een schorpioen, tezamen in een fles, waar ze niet uit kunnen. Ieder voelt zich door de ander bedreigd. Als de spin zich beweegt, omdat hij een aanval van de schorpioen verwacht, ziet deze dat juist als het begin van een aanval op hem zelf. In de termen van 1945 vertaald: de wederzijdse angst van Rwland en Amerika dat de ander het machtsvacuum in Centraal-Europa zou opvullen, dreef hen er toe zelf zo veel mogelijk van dat vacuum op te vullen, waardoor juist gebeurde wat de ander vreesde. Aan het eind van de jaren zestig, tijdens de Vietnam-oorlog, werd een derde stroming plotseling zeer populair, de nieuw links
reuisionisten. Deze zagen het Amerikaanse kapitalisme als de bron van alle kwaad. Dit was er volgens hen op uit om de wereld te overheersen en was in 1945 begonnen aan een imperialistische expansie in Europa, waardoor Rusland gedwongen werd zich hiertegen te verzetten en een verdedigingsgordel in OostEuropa op te bouwen. Vervolgens waren de VS begonnen aan een neo-kolonisatie van de Derde Wereld, wat had geleid tot de Vietnam-oorlog en het begin van het einde van de kapitalistische exploitatie. Deze nco-marxistische in terpretatie vond echter zo weinig steun in de bronnen, dat er de laatste jaren een groep jonge historici, de zogenaamde post-reuisJonisten naar voren gekomen is. Zij proberen door nauwkeurig bronnenonderzoek tot een afgewogen oordeel te komen zonder in een po lemiek over de schuldvraag en de goede en slechte kanten van het communisme en het kapitalisme te vervallen. Op basis van onder andere deze schrijvers en mijn eigen inzichten zal ik hieronder proberen zeer in het kort een analyse van het ontstaan van de Koude Oorlog te geven. Onverenigbare opvattingen Het bijzondere van de Koude Oorlog is m.i . het feit dat het een connict was tussen twee maatschappij-systemen over de maatschappelijke ordening van een immens gebied, Centraal Europa, dat in het centrum van de wereldpolitiek lag. Het betrof hier niet een aloude machtsstrijd om invloedssferen, een economisch gevecht om afzetmarkten en grondstoffen of een van die andere twisten, waarvan de geschiedenis er talloze kent, maar een conniet dat al deze aspecten omvatte. Dit was het gevolg van het feit dat de Geallieerden niet alleen tegen Duitsland en zijn bondgenoten vochten, maar ook tegen het fascisme. Dit leidde ertoe dat zij een onvoorwaarde lijke overgave eisten en zo een totale zeggenschap over de maatschappijvorm in Centraal-Europa verkregen. Na de oorlog moesten zij gezamenlijk proberen daar een nieuwe orde op te bouwen, wat onmogelijk bleek gezien hun totaal verschillende opvattingen. De Koude Oorlog was het resultaat van de strijd die hierover ontbrandde . Het waren vooral de Amerikanen en de Russen die onverenigbare opvattingen hadden. De Amerikanen schonken (naast het racistische) vooral aandacht aan het totalitaire en dictatoriale aspect van het nazi-regiem. Oorlogen ontstonden in hun visie uit onderdrukking en armoede en zij gingen er van uit dat de vrede na de oorlog gegarandeerd kon worden door de volkeren zelfbeschikking en democratie te geven, de handelsbarrières af te breken en vrijhandel in te voeren. Machtspolitiek en invloedssferen waren uit den boze; men zou zijn veiligheid vinden in internationale organisaties die de internationale rechtsorde zouden waarborgen. De Russen daarentegen schonken vooral aandacht aan de sociaal-economische wortels van het fascisme. Hun programma was een combinatie van machtspolitiek en ideologisch denken. Het fascisme in Centraal-Europa moest uitgeroeid worden, niet alleen in Duitsland maar ook in diens semi-fascistische bondgenoten in Oost·Europa en in Rusland's aloude tegenstander Polen. Dit moest gebeuren via een diepgaande maatschappelijke
7
revolutie die de stoot moest geven tot een ontwikkeling in communistische richting. Daardoor zou niet alleen een herziening van het fascisme onmogelijk gemaakt worden, maar zouden deze landen vanzelf ten gevolge van de ideologische band met Rwland bevriende regeringen hebben. Hier botsten de R ussische en Amerikaanse plannen echter. De Amerikanen wilden zelfbeschikkingsrecht voor de Oost-Eur~ pcanen. Dit zou echter in die landen (behalve in Tsjecho-Slowakije, waar de communisten zeer sterk waren) tot een anticommunistische en anti-Russische meerderheid geleid hebben. Hct conflict hierover spitste zich toe op Polen, een land dat voor alle drie de Grote Mogendheden een speciale betekenis
had. De Engelsen hadden een bijzondere band met Polen omdat zij juist om dit land de oorlog met Duitsland begonnen waren. De Amerikaanse President werd het bijzonder moeilijk gemaakt concessies te doen door de grote interne druk van de kant van de Pools-Amerikanen (een zeer grote groep) en de katholieke kerk. Voor Rusland was Polen echter het belangrijkste land van Oost-Europa, dat al drie maal (Napoleon, Wereldoorlogen I &: 1I)
te kunnen uitbuiten, maar het lukte hen niet de Russen tot concessies te dwingen, waarop de besprekingen afgebroken'werden. Evenmin had het Amerikaanse bezit van de atoombom veel invloed op het Russische optreden. De Amerikanen hebben de atoombommen op Japan niet in de eerste plaats laten vallen om de Russen te imponeren en evenmin hebben zij ooit met deze wapens tijdens onderhandelingen gedreigd. Maar zij hoopten wel dat de demonstratie van kracht te Hiroshima en Nagasaki ook zijn effect op de Russen zou hebben . Zo idealistisch en naïef waren de Amerikanen ook niet dat zij dachten dat de samenwerking met de Russen na de oorlog probleemloos zou verlopen. Roosevelt had al tijdens de oorlog de voorstellen om het Amerikaans-Engelse atoommonopolie met de Russen te delen afgewezen, aangezien hij al de mogelijkheid van conflicten met de Russen voorzag. De Russen waren zich zeer wel bewust van Amerika's enorme macht en om hun zwakte te verhullen kozen zij voor een politiek van totale afsluiting van het Westen: het Ijzeren Gordijn. Verder stelden zij zich op internationale conferenties keihard op tegen de Amerikaanse eisen. Deze harde houding had echter een
DE PRESIDENTE N TRUMAN EN EISENHOWER
de toegangspoort voor een aanval op Rsuland was geweest. Slechts met moeite werd tijdens de conferentie van Potsdam (1945) een compromis bereikt, waarbij het Westen feitelijk toegaf, in ruil voor Russische concessies op het gebied van herstelbetalingen. Door de Poolse kwestie kwam al het oude onderdrukte wantrouwen weer naar boven en bij de besprekingen over de andere problemen ging men zich steeds meer als tegenstanders gedragen. Toch onderhandelde men nog twee jaar lang verder en omdat geen van beide partijen de zaken werkelijk op de spits wilde drijven, slaagde men erin tot compromissen te komen over de minder belangrijke zaken . Zo kon men in 1946 overeenstemming be~iken over de vredesverdragen met de voormalige Duitse satellietstaten en Italië. De Amerikanen deden concessies wat betreft Oost.Europa en Rusland wat betreft Italië en geen van beiden beschouwde dat als een groot offer. Te laat . Anders lag dat echter met een drietal andere punten: Duitsland, de atoombom en Amerikaanse economische hulp aan Rusland . De Amerikanen hadden gehoopt de Russische behoefte aan hulp
8
averechts gevolg, daar het Westen de RUSSische kracht ging overschatten en in zijn wantrouwen tegenover de Russische plannen werd versterkt. Toen de Amerikanen uiteindelijk in 1946 toch een plan indienden voor internationale nucleaire ontwapening en controle was het al te laat: het wederzijdse wantrouwen was zo groot dat men in deze zo belangrijke zaak niets durfde te riskeren. Hetzelfde was het geval met Duitsland: geen van beide partijen kon het zich permitteren dat de ander Duitsland zou komen te beheersen en dus probeerde ieder zijn positie te verstevigen door zijn zême(s) nog sterker aan zich te binden. De voortdurende verschillen van mening over deze punten leidden ertoe dat beide partijen de ander van agressieve plannen gingen verdenken. De Amerikanen besloten tot een politiek van indamming, containment, van de veronderstelde Russische expansie en President Truman proclameerde zijn doctrine, die er in feite op neer kwam dat de strijd om de democratie nu (1947) tegen de Russen gericht was. Toch schrok men nog steeds voor een totaal conflict terug en ook de Russen werd de Marshall· hulp aangeboden, hoewel deze er onder andere op gericht was via een economische heropleving van West-Europa de groei van
de communistische partijen daar te stuiten. De Russen zagen de Truman-doctrine en de Marshall-hulp echter als uitingen van een agressieve Amerikaanse expansiepolitiek en zij dwongen de landen in hun invloedssfeer de hulp af te wijzen. De communistische partijen in West-Europa werd opgedragen tegen het Marshall-plan te ageren en eind 1947 werd de Kominfonn opgericht en de doctrine afgekondigd dat de wereld in twee kampen verdeeld was.
Ontstaan van de Bondgenootschappen. Mijns inziens is 1947 h~t jaar dat men met het meeste recht als beginjaar van de Koude Oorlog mag nemen. ·omdaltoen de drie hoofdlijnen samenkwamen: de ideologische, de economische en de machtspolitieke. Omdat men ook begon in te zien dat Rusland's buurlanden in Oost-Europa niet uit diens greep zouden kunnen loskomen werd het ook steeds meer een conflict tussen "Oost" en "West", omdat bijna alle landen achter het Ijzeren Gordijn aan de rand van het Europese cultuurgebied lagen, agrarische economieën hadden en geen democratische traditie kenden. De enige uitzondering hierop (naast de Russische zones in Duitsland en Oostenrijk) was Tsjecho-Slowakije, althans het Tsjechische gedeelte daarvan. Het is daarom dat dit land zo'n belangrijke rol speelde in het denken over de Russische politiek: in zijn politiek Lo.v. dat land moest Rusland bewijzen ook een westerse levenswijze aan haar grenzen te kunnen accepteren. Na de communistische machtsovername in Praag (begin 1948) voelde men zich in West-Europa direct bedreigd en men sloot zich militair aaneen; eerst in de West-Europese Unie (1948) en vervolgens met de VS in de NAVO (1949). Het militaire aspect kwam hierdoor steeds meer o p de voorgrond te staan en de bewapeningswedloop werd nog verder verhevigd toen de Russen ook een atoom-bom tol ontploffing brachten (1949) en na het uitbreken van de Korea.()()rlog (1950) . Deze oorlog had nog een ander belangrijk gevolg: terwijl de Koude Oorlog zich tot dan toe op Europa had geconcentreerd, kreeg het nu een wereldwijd karakter. De VS hadden zich in 1949 nog zonder al te veel verzet bij de commWlistische machtsovername in China neerge legd, maar na de Noord-Koreaanse aanval meende men dat het internationale communisme nu haar aggressie op Azië had gericht. na in Europa tot staan gebracht te zijn. Door de snelle dekolonisatie van de Derde Wereld leek ook daar een vacuum aan het ontstaan te zijn : welk ontwikkelingsmodel zouden deze landen kiezen? De VS besloten de "containment" politiek via economische hulp en militaire allianties ook in Azië toe te passen. In tegenstelling tot Europa was in Azië echter de basis voor een democratisch-kapitalistisch systeem niet aanwezig en de VS liepen uiteindelijk dan ook vast in het Vietnamese moeras. Het zou te ver voeren om de ontwikkeling van de Koude Oorlog na 1950 in detail te behandelen. De belangrijkste vraag die overblijft is: is de Koude Oorlog afgelopen en zo ja, wanneer . Evenals dat met het aanvangsjaar het geval is, valt hierop geen makkelijk antwoord te geven. Na de dood van Stalin namen de spanningen wat af, wat leidde tot de beëindiging van de bezetting van Oostenrijk in 1955. Door de Suez-crisis en de Hongaarse opstand kwam er echter aan deze dooi een eind en tengeyolge van de twee Berlijnse crises en de Cuba<risis bleven de verhoudingen gespannen. Op het nucleaire vlak wist men in 1963 tot een verbod van bovengrondse proeven te komen. maar dat wil niet zeggen dat President Kennedy minder in de Koude Oorlog geloofde dan zijn voorganger. Terwijl Eisenhower zich namelijk op Europa en de nucleaire afschrikking had gericht, stelde Kennedy dat Amerika zich meer op de strijd om de Derde Wereld moest concentreren, waartoe hij o.a. de conventionele troepen aanzienlijk uitbreidde. Het is dan ook in mijn ogen pas aan het eind van de jaren zestig dat men van een werkelijk eind van de Koude Oorlog kan spreken. Toen pas begon zich, rond de punten waarvoor men eerder geen oplossing had kunnen vinden, duidelijk vooruitgang af te tekenen. Een oplossing voor het Duitse probleem werd gevonden door zich bij het resultaat van de Koude Oorlog neer te leggen: een deling in een Oost- en een West-Duitse staat. Er werden pogingen gedaan om de bewapeningswedloop aan banden te leggen via SALT en MBFR(3) . De economische betrek-
kingen tussen de communistische en de westerse landen werden sterk uitgebreid en de VS begon zich uit Vietnam terug te trekken. Epiloog De vraag wordt wel eens gesteld: had het niet anders 'g ekund, was de Koude Oorlog noodzakelijk? Ik hou niet erg van een dergelijke vraagstelling, aangezien ik het van enige hoogmoed en weinig historisch besef vind getuigen om achteraf te verklaren dat Minister X of President Y in een bepaald geval dit of dat beter had kunnen doen. Als ik echter een antwoord moet geven, zou dat zijn: Ik betwijfel of het in grote lijnen anders had kunnen lopen. Geen Amerikaanse President had nog enige interne steun gekregen als hij ijskoud Oost-Europa had opgeofferd aan een Russische verdedigingsgordel. Geen Russische dictator had het lang volgehouden als hij toegestaan had dat er weer anti-Russische regeringen in Oost-Europa aan de macht gekomen waren. Het kon mijns inziens niet anders dat over een zo belangrijke zaak als de toekomst van Oost-Europa twee zo verschillende maatschappelijke systemen geen overeenstemming konden bereiken. De Nederlandse Buitenlandse politiek tijdens de Koude Oorlog is weinig opvallend geweest. Na 1945 hield Nederland aanvankelijk krampachtig vast aan het ideaal van internationale samenwerking, aangezien dat het meest overeenkwam met onze traditionele buitenlandse politiek en wij ons dan niet vast aan een van de Grote Mogendheden hoefden te verbinden. Bovendien was er een aanzienlijke rancune tegen de VS vanwege hun politiek in de Indonesie-kwestie. Daarnaast stond het Duitse probleem voor de Nederlandse regering in de jaren na de oorlog cen traal, en zij realiseerde zich dat een grootscheeps connict tussen de Grote Mogendheden een oplossing van het Duitse probleem onmogelijk zou maken. Na de machtsovername in Tsjecho-Slowäkije stemde Nederland echter volmondig in met de Westerse militaire samenwerking en richtte onze moralistische toom zich in alle heftigheid tegen de communistische dreiging. Nederland stelde zeer veel prijs op de Amerikaanse deelname aan de Westerse militaire samenwerking, aangezien het vanouds afkerig WolS van te sterke continentale banden. Wij werden dan ook een trouwe bondgenoot van de VS. vochten mee in Korea, accepteerden de Duitse herbewapening en stelden ons aanvankelijk sterk terughoudend op tegenover de détente. Het is pas rond 1970, toen grote binnenlandse veranderingen gingen samenvallen met het eind van de Koude Oorlog, dat Nederland wat meer een eigen weg in de internationale politiek gaat zoeken. Drs. H.A. Schaper Wetenschappelijk medewerker Ned. Genootschap v. Intern. Zaken
NOTEN
I . Deze defmitie is gebaseerd op die van Paul Seabury in rijn The Rist and Dec/ine of the Cold War, New Vork , 1967, blz. 11 . 2. Het betreft hier natuurlijk aI~en de discussie in het Westen. 3. Strategie Anns Limitation Talks (tussen de SU en de VS) en Multiple 8a1anced Force Reduction (over troepenvennindering in Midden Europa).
***
9
Waar 9in9 de Onderwijsconferentie over? Meer dan 200 leraren maatschappijleer. geschiedenis en directeuren/rectoren van middelbare scholen bezochten 16 januari de Zittingzaal van de Tweede Kamer. Daar werd op initiatief van de Atlantische Commissie de jaar. lijkse onderwijscqnferentie gehouden. Mr. B.W. Biesheuvel (voorzitter van de Atlantische Commissie) verrichtte de opening. waarna drie inleiders (Prof. Kwant, Prof. Van Hessen en"de heer Van Winkel) hun licht lieten schijnen over het thema defensie. Prof. R.e. Kwant, verbonden aan het Sociologisch Instituut van de Utrechtse Universiteit. sprak over Cultuur en Defensie , Prof. j.S. van Hessen, werkzaam op het zelfde instituut, belichtte de Verdedingingsmotiuatie . terwijl de laatste spreker, het PPR· tweede-kamerlid M. van Winkel het onderwerp Defensie en Motivatie voor zijn rekening nam.
Volgens anderen daarentegen kon dat best. De opvoeding tot "mondige" burgers impliceert zelf nadenken en niet voorkauwen. De leraar drukt toch al een zwaar stempel op de mening van de meeste leerlingen "die meestal nog van niets afweten". En daar werd dan weer tegeningebracht dat de rol van de leraar schromelijk overschat wordt. Een docent is maar een onderdeel van een wereld vol beinvloeders: radio, LV., kranten en niet te vergeten de ouders. Zo splitsten de meningen zich in de discussiegroepen al voordat men aan de eigenlijke stelling toekwam. Toch werd daar ook heftig over gepraat. Bijvoorbeeld over kernwapens: moest ook het gebruik van kernwapens worden aanvaard als men vond dat "Nederland waard is verdedigd te worden" (stelling 5)? Of moesten kernwapens nu juist worden uitgesloten van "alle beo schikbare middelen"?
Stellingen Na de lun ch splitsten de toehoorders zich in vijf discussiegroepen. Door de Atlantische Commissie waren de volgende stellingen voorgelegd aan de deelnemers van deze discussiegroepen: 1. Hel verdient aanbeveling de relatie tussen ontspanningspolitiek en militaire veiligheidspolitiek in het onderwijs aan de orde te stellen. 2. Ook in de naaste toekomst zal de militaire macht als politiek instrument haar betekenis behouden. In het denken over veiligheid blijft militaire weerbaarheid daarom een onmisbare factor. 3. Militaire weerbaarheid zonder psychologische weerbaarheid is onbestaanbaar. 4. Militaire veiligheids- en ontspanningspolitiek zijn niet tegenstrijdig, maar vullen elkaar aan (Defensienota 1974). 5. De Nederlandse samenleving is waard om met alle beschikbare middelen verdedigd te worden. Op het eerste gezicht hebben deze stellingen geen betrekking op het onderwijs. Daarom kregen de discussiegroepen de "op_ dracht" niet alleen vrijblijvend over ontspanningspolitiek, mili· taire macht en psychologische weerbaarheid te praten, maar "de pedagogische co nsequenties van de stellingen te bekijken." De meeste leraren begrepen daaruit dat ze moesten nadenken over: "hoe vertel ik het mijn leerlingen." Welnu, dat houdt ook in dat ze de leerlingen iets van hun eigen opvattingen over deze onderwerpen meegeven, meende een aantal hunner. "Als ik zélf tol de slotsom kom dat ste lling 5 niet deugt, dat de Nederlandse samenleving niet met alle middelen verdedigd moet worden, kan ik mijn leerlingen nooit zo'n uitgangspunt voorhouden, " werd gesteld.
Dienstweigeren Een ander interessant deel van de discussie ging ook over de "pedagogische consequenties van de stellingen". Wat gebeurt er als de gesprekken in de klas over een defensieonderwerp gevoerd zijn en de leerlingen tot een bepaalde mening zijn gekomen (al dan niet door "beüwloeding" van de leraar)? Twee mogelijkheden. Einde discussie of doorpraten, Voorstanders van doorpraten vonden een discussie zonder de gevolgen van een bepaalde mening onder ogen te zien, half werk. Als een klas de indru~ (of de overtuiging) heeft dat ons land meer gebaat is bij ontwapening, moet er gepraat kunnen worden over dienstweigering. En tocn volgde iets verrassends. Een leraar merkte op: "Maar als klas en leraar, of alleen de klas, tot de slotsom komt dat militaire verdediging wél zinvol blijft, moel er dus ook gepraat worden over het dienst nemen als vrijwilliger, de officiersopleiding en meer van deze dingen." Dat bleek te veel gevraagd voor die voorstanders wanneer dit niet strookte met hun eigen overtuiging. Waarna de groep (waar deze discussie plaatsvond), de vraag wat de "pedagogische consequenties" waren maar beantwoordde met: geen.
** Eetgewoonte verdedigd Prof. Kwant gaf in zijn - heldere - betoog over de Nederlandse cultuur een aantal voorbeelden. Voorbeelden die moesten aantonen dat er werkelijk zoiets als een Nederlandse cultuur bestaat. Hij noemde onder meer eetgewoonten (half zes eten, spruitjeslucht), huizenbouw, de wijze waarop kranten in Nederland worden gemaakt en zelfs de Nederlandse gewoonte om vol te houden dat we geen cultuur hebben. De NOS-radio besteedde enige tijd geleden aandacht aan de onderwijsconferentie. Daarin kwam ook een deelnemer (leraar) aan het woord die als volgt zijn - opmerkelijke - mening gaf over de noodzaak Nederland te verdedigen: " Ik zie niet in waarom je een cultuur zou moeten verdedigen die zich van andere onderscheid t door eetgewoontes,"
10
Twee professoren en een kamerlid De jaarlijkse onderwijs conferentie, georganiseerd door de Atlantische Commissie, mocht zich verheugen in een belangstelling waar de Zittingzaal duidelijk niet op berekend was. Tijdens de opening door mr. B.W. Biesheuvel, die zich duidelijk thuisvoelde in de Tweede Kamer. zochten velen nog een bank waar ze bij konden schuiven . Misschien aangetrokken door de entourage namen de inleiders, ProL dr. R.e. Kwant, Prof. dr. J .S. Hessen en M. van Winkel , uitgebreid de lijd hun thema's uiteen te zetten . Wat overigens niet te verwonderen viel, daar zeer ingewikkelde begrippen als motivatie aan de orde kwamen.
SOciologen gezwam Ln een tijd waarin het Simplistisch Verbond eenieders ogen opent, ja in die tijd houdt men het niet voor mogelijk wat mensen soms kunnen uitspreken . Het is dan ook de droeve plicht van een verslaggever deze uitspraken in begrijpelijke taal te vertalen en zo voor de lezer begrijpelijk te maken . Dat deze gebeurtenis lang niet altijd gemakkelijk is, bewijst het volgende. De socioloog Van Hessen heeft een vaktaal die als de vaktaal van artsen en belastingambtenaren, voor buitenstaanders onbegrijpelijk is. Dat is nuuig, want te veel begrijpen leidt tot hoofdpijn. Van Hessen meende dan ook tijdens de Onderwijsconferentie vakgenoten onder het gehoor van leraren te hebben. Vakge. noten die geen moeite hebben met zinnen als "explicitatie van depreciërende stellingname in negatieve zin" . Vakbroeders die begrippen als "macro-sociologisch fenomeen" vastomlijnd in hun hoofd hebben. Maar de spreker besefte, dat zijn doorwrochte beloog een "kanttekening bij een term als defensiemotivatie" behoefde. Een beschouwing die "dient te worden gezien als een bescheiden poging tot aanvulling van eigentijds wetenschappelijk zicht op een weerbarstige materie." Wat heet weerbarstig! Weerbarstig heten de stellingen (10) die hij op een stencil aan de aanwezigen liet uitdelen . Stelling 4: De voorstelling van het virtuele oorlogsgebeuren als fundamenteel gegeven 1'n het allerdaagse levensperspectief ü niet of nauwel'ïks gethematiseerd. Ste lling 9: De meer expliciete aandacht voor de verworteling van defensiemotivatie in het allerdaagse leven (dit moeten we zien als draagulak van het socio.le" bestaan), belooft een dieper gravende wijze van bestuden"ng ooarvan. Tevens zou dit een wat ander zicht op aktuele verschijnselen en problemen kunnen geven. en zo meer en meer. .... Iedere kennis vereist vóórkennis, maar dit is om st il van te worden.
Niet bedreigd Stelling 2 van prof. Hessen geeft de problematiek goed aan: "Defensiemotivatie, opgevat als te onderzoeken stellingname jegens zowel oorlog als vrede, dient in ~it verb~nd ook nad~k kelijker aan de orde te worden gesteld In relatte tot de sociale ervaringswereld en in termen van allerdaagse beleving". Een plei dooi dus om "de oorlog dichter bij de mensen te brengen". Oorlog werd altijd gezien als een macro-sociologisch gegeven, in lennen van machtsconcentraties. Het micro-aspect (de mobilisatie van het dagelijks leven voor het mogelijk oorlogsgebeuren) is vrijwel alleen in de psychologie aan bod gekomen. Een onderzoek heeft aangetoond hoe belangrijk dit aspect is: 20% van de Nederlandse bevolking voe lt zich niet bedreigd wanneer er een conventionele aanval op West -Europa plaatsvindt, met inbegrip van Nederland . Zestien procent voelt zich niet bedreigd bij een atoomaanval! ! Dit is een ontkenning van de levenswerkelijkheid: Men wil er niet aan denken, aangelegenheden van de staat, natie, regering, worden vertaald in huiselijke termen (bijv. moederland, buik. riem aanhalen omdat het ons slecht gaat etc.). Een Nippoonderzoek toont het tegenovergestelde aan, n.l . dat mensen ook enonn generaliseren. De conclusie van de heer Hessen is dan ook dat er een spanningsveld bestaat tussen het micro- (allerdaagsheid) en het macro-aspect (gedrag van staten), vooral wanneer men defensiemotivatie bekijkt. Dolgedraaide bewapening Na deze theoretische uiteenzetting over verdedigingsmotivatie begint M. van Winkel, PPR-Tweede Kamerlid, zijn betoog met het definiëren van de begrippen als defensie en motivatie. Defensie moet niet worden beperkt tot de militaire defe nsie alleen, het houdt ook economische afscherming in. Hij stelt, dat er bij defensiemotivatie twee overwegingen een rol spelen, een verstandelijke en een emotionele. De reden van bestaan van de krijgsmacht valt onder de eerste soort, de wil van de bevolking dat apparaat op te bouwen is emotioneel van aard. Van Winkel meent dat er op het ogenblik een dolgedraaid systeem van bewapening bestaat. Hoewel er zich duidelijk tendenzen van politieke ontspanning hel?ben voorgedaan, is een mi litaire ontspanning uitgebleven.' Dit is te wijten aan de flexible response dynamiek (de strategie die aanval van de tegenstander met de zelfde soort wapens wil tegengaan om daarmee escalatie te voorkomen) die de landen dwingt de zelfde wapens te fabriceren als de tegenpartij. Verder valt in de militaire organisatie het persoonlijke belang (promotie-kansen) samen met een vergroting van de krijgsmacht. Dienstplichtigen zijn volgens Van Winkel beter dan beroepsmilitairen in staat om objectief de si tuatie in de krijgsmacht te bekijken: ze zijn er immers voor hun werk niet van afhankelijk. Men is steeds afhankelijke r geworden van militaire deskundigen die voortkomen uit militaire- of zakenkringen. Zo ontstaat de
11
vervlechting van belangen die het Militair lndustrieel Complex wordt genoemd. Door stoppen met de bewapening neemt men een risico; doch deze is te verkiezen boven verdere uitbreiding, temeer daar er nog generaties-lang een overkill (het vennogen de tegenstander vele malen te vernietigen met atoomwapens) zal bestaan. Veranderingen Prof. R.C. Kwant hield een zeer duidelijke inleiding over Culttuur en Defensie. Hij somde de factoren op die destijds tot oprichting van de NAVO leidden en noemde een aantal veranderingen die zich sedert die tijd hebben voltrokken, resulterend in een soort herinterpretatie. Ten eerste is er het besef dat de gemaakte afspraken op de conferenties van Yalta en Theheran (tussen Churchill, Stalin en Roosevelt) voor de Sowjet Unie alleen konden betekenen dat· een bufferzone per definitie een communistische bufferzone zou zijn. Het marxisme bleek in de jaren na de oorlog niet een dusdanige eenheid van leer op te leveren dat er slechts één type staat (bijv. de Sowjet Unie) uit voort kon komen. Het Titoisme in JoegoSlavië, het Castrisme in Cuba en het Maoïsme in China bewezen dat het communisme geen eenheidsartikel was. Het heilige geloof in zwart en wit, het zwarte communisme en het bijkans heilige Amerika, zijn aan het wankelen gebracht. Het economisch imperialisme en de oorlog in Vietnam hebben hier in niet geringe mate aan bijgedragen. Prof. Kwant concludeerde dat Nederland nog wel binnen het bondgenootschap zal blijven, maar met minder enthousiasme en met minder angst voor de uRus": de slogans gaan er minder gemakkelijk in. Drs. M.1. Carlier
Conferentie over Veiligheid en Samenwerking
In
Europa
Eén van de meest belangrijke documenten die betrekking hebben op ontspanning tussen 'lOost" en uWest" is de in Helsinki tot stand gekomen "slotakte" waarbij 35 landen het een en ander "plechtig aannamen" op 1 augustus 1975. Onderwerpen van deze akte zijn aangelegenheden "betreffende de veiligheid in Europa, samenwerking op het gebied van de economie, wetenschap en tedmologie en het milieu, en samenwerking op humanitair en ander gebied. Dit destijds luid bejubelde document vorm t nu het middelpunt van een felle discussie tussen "Oost" en "West" over de naleving van hetgeen de landen in de akte aan elkaar beloofden. Dankzij de medewerking van het Ministerie van Buitenlandse Zaken zijn wij in staat deJASON-abonnées de Nederlandse vertaling van de Helsinki-slotakte aan te bieden zonder daarvoor enige kosten in rekening te brengen. Het document is schriftelijk te bevragen bij ons secretariaat.
••• Sovjet bedreiging of détente na de Helsinki Conferentie? JASON's Franse zusterorganisatie, de AFCA-Etudiant. organiseert op 13 en 14 maart een Seminar in de Abdij van Royaumont over de "Menace soviètique ou Détente après la Conférence d'Helsinki". De deelnemers die uit verschillende landen zullen komen, worden op vrijdag 12 maart in Parijs verwacht, alwaar zij de eerste nacht zullen doorbrengen. De kosten voor het verblijf en het reizen in Frankrijk bedragen in totaal Fr.fr. 120. Daarnaast komen nog de kosten voor de reis van Nederland naar Parijs. Voor drie JASON-abonnees bestaat de mogelijkheid dit seminar te volgen. Zij, die hiervoor belangstelling hebben worden geacht de Engelse èn Franse taal te beheersen en tevens voldoende op de hoogte van de internationaalpolitieke situatie.te zijn. Voor informatie en opgave richte men zich zo snel mogelijk schriftelijk tot het secretariaat vóór zaterdag 6 maart onder vermelding van ecn korl curriculum vitae .
...
Nationale ]ASON-conferentie Economische aspecten van de Atlantische Samenwerking.
var i a C.D.A.-studiedag Op 27 maart wordt er een studiedag "Vrede en Veiligheid" gehouden, georganiseerd door het CDA. Deelneming staat open aan alle belangstellenden. Thema: "Bewapening en Wapenbeheersing" basisgegevens: de onlangs verschenen Ontwapenings Nota. kosten voor deelneming r.15,- (incl. lunch en consumpties) opgeven Algemeen Penningmeester van de KVP gironummer 379333, 's-Gravenhage onder vermelding van "Studiedag Vrede en Veiligheid" Aanmelding voor 13 maart 1976 Inleiders: HJ. Neuman staatssecretaris Kooymans van BZ Discussie-forum: C.A. Bos, burgemeester van Katwijk De heren Nyenveld en Van Alting van Geusau
••• 12
DeJASON zal dit jaar twee conferenties wijden aan de economische aspecten van de Atlantische Samenwerking. De eerste zal zich op nationaal niveau afspelen, de tweede, later in het jaar, op internationaal niveau. Enkele politieke jongeren partijen zullen aan de nationale conferentie hun medewerking verlenen. Er is onlangs een commissie in het leven geroepen ter voorbereiding van beide conferenties. De Voorzitter is Dr. J .L.K.F. de Vries. In de commissie bestaan nog 5 vacatures. Belangstellenden voor deze commissie verzoeken wij zich te richten tot ons secretariaat.
...
Atlantische Tijdingen.
J ASON-abonnees kunnen zich via onze Stichting opgeven voor een gratis jaarabonnement op het nieuwe blad "Atlantische Tijdingen" . In het eerste nummer van dit blad staan O.m. bijdragen van mr. B.W. Biesheuvel, en ir. H. Vredeling. Tevens worden telkens Soviet-citaten gegeven over actuele politieke onderwerpen. Opgave dient schriftelijk te geschieden bij het secretariaat van de StichtingjASON.
****
EEN KIJK OP
POLEN
Oe principes van de Poolse buitenlandse politiek en de activiteiten daarvan zijn onverbrekelijk verbonden met de veranderingen die zich in on5 land voltrokken hebbc:n als gevolg van de tweede wereldoorlog. De aanval op Polen door het Derde Rijk op 1 september 1939 zou het begin worden van een politiek van fysieke uitroeüng van het Poolse volk. Op 8 mei 1945, de dag waarop het nazi.rijk capituleerde, maakte ons land de balans op van de verschrikkelijke verliezen. Meer dan 6 miljoen Poolse staatsbwgers kwamen om op de slagvelden en in nazi-concentratiekampen, 40% van het nationaal bezit was vernield, de Poolse cultuur had onherstelbare persoonlijke en materiële verliezen geleden, de Poolse hoofdstad Warschau was op de dag van de bevrijding één groot kerkhof. romes en puinhopen van steden waren op vele wegen de wegwijzers van het oorlogspad. Gedwende de hele oorlog hadden de Polen op alle fronten en in de verzetsbeweging een essentieel aandeel gehad in de gewapende strijd tegen het fascisme. Weinig volkeren en staten op de wereld hadden tijdens deze oorlog nog pijnlijker verliezen. geleden.
Na de tweede wereldoorlog ging Polen de weg van democratische veranderingen op; de realisering daarvan werd al vóór 1939 door belangrijke bewegingen in ons land nagestreefd. De Poolse buitenlandse politiek was, vanaf de eerste ogenblikken na de vorming van de volksregering in juli 1944, gericht op het verzekeren van duurzame en veilige grenzen. De Conferentie van Potsdam, waar kennis werd genomen van het standpunt van de Poolse Volksrepubliek met erkenning van de historische rechten en het aandeel van Polen in de overwinning op het fascisme, stelde de Poolse westgrens vast langs de Oder en de Neisse. De Poolse buitenlandse politiek voldeed volkomen aan de wensen van brede lagen van de Poolse bevolking. Deze wensen omvatten het streven naar verzekering van de vrede, naar vreedzame coëxistentie met andere landen, naar nauwe samenwerking met de overige landen van de socialistische gemeenschap. Vredesgrenzen Uiteraard stond het grondgebied van Europa centraal bij onze activiteiten in de internationale arena - hier immers waren twee wereldoorlogen ontstaan - maar wij gaven ons er rekenschap van, dat de vrede ondeelbaar is. Daarom ook onderhoudt onze buitenlandse politiek brede inter· nationale contacten met landen in alle streken van de aardbol. Na de tweede wereldoorlog heeft ons land een nieuw systeem van verbonden opgebouwd. De vooroorlogse "exotische alliantie" met landen waarvoor ons land hoogstens een voor· werp van hun eigen buitenlandse strategie was, werd vervangen door een nieuwe conceptie. Het fundament daarvan was de con· ceptie van een verbond van vriendschap en hulp met de Sowjet-Unie, hetgeen voor ons land een kwalitatief andere politieke gedachte was. Met de Sowjet-Unie knoopten we de eerste banden volgens internationaal recht aan, op basis van het verbond met dit land bouwden we na 1945 een nieuw systeem van verbonden op met alle socialistische staten van Europa. Vanzelfsprekend was het verdrag met de Duitse Democratische Republiek voor ons van het allergrootste belang; hierbij werden onze grenzen geregeld en bevestigd. Thans bezit ons land - iets wat zelden wordt opgemerkt - voor het eerst sinds duizend jaar grenzen die gebaseerd zijn op een bilaterale overeenkomst met de buwlanden. Onze gehele grens is een vredesgrens. De "brandende" of ook wel "bloedige" Pools-Duitse grens uit de jaren twintig en dertig van onze eeuw is verdwenen; de nieuwe Pools-Duitse grens werd alleen een staatkundige grens, want doordat Polen en de Duitse Democratische Republiek de verplichting tot het bezitten van een paspoort door hun staatsburgers hebben afgeschaft, ontstond er een golf van grensoverschrijdingen naar beide richtingen . De toeristische en persoonlijke reizen tussen de twee landen hebben sedert het genoemde besluit het aantal van enige tientallen miljoenen bereikt. De huidige positie van Polen in de wereld werd veroverd door de inspanningen van heel ons volk. Maar deze inspanningen waren niet vergeefs, zoals dat zo dikwijls het geval was in de IlCschie-
Eell
rij "oude" huizeIl ;11 het celltrum
lIatl
Warschau
denis van ons volk. De Poolse Volksrepubliek is een belangrijk onderdeel van het socialistische systeem. Het verbond met de Sowjet-Unie geeft niet alleen garanties voor onze veiligheid, maar ook mogelijkheden tot actieve beihvloeding door onze diplomatie van de ontwikkeling van de internationale situatie, vooral in Midden-Ewopa. Met Polen wordt thans rekening gehouden in de wereld, aangezien het een belangrijke schakel is in het systeem van het Warschau-Pact en een belangrijke partner in de Raad voor Wederzijdse Economische Bijstand. Het is waar, dat er geen goede en doelmatige buitenlandse poli· tiek kan bestaan zonder economische basis. Dit betekent, dat de diplomatieke activiteit van een staat in de lucht kan komen te hangen of weinig effectief kan zijn, als er geen materiële ondersteuning voor die activiteit is. Het huidige tijdperk in de inter.nationale verhoudingen wordt immers gekenmerkt door een tendentie tot materialisering van de politieke contacten, ondersteuning ervan door een ruime economische uitwisseling, samenwerking, toeristische contacten, uitwisseling van culturele goederen en waarden. De Poolse diplomatie is thans reeds de diplomatie van een economisch betrekkelijk goed ontwikkelde staat. Ondanks dat ons land behoort tot de middelmatig ontwikkelde landen, wanneer ' we de berekeningen van de Verenigde Naties als grondslag nemen, moeten we toch rekening houden met de volgende factoren: a) na 1945 zijn we gestart in enorm moeilijke omstandigheden; we hadden niet alleen achterstanden in te halen die voortkwamen uit de geschiedenis van ons land (ruim 120 jaar onvrijheid tijdens de Poolse delingen), maar ook enorme verwoestingen door oorlogsgc;weld te herstellen; b) de laa~ste jaren, vooral na 1970, hebben wij ons een on- . metelijke inspanning getroost om het ontwikkelingstempo op te voeren tot een in het naoorlogse Polen ongekende hoogte.
13
Resultaten De sociaal-economische politiek van de nieuwe leiding van partij en regering om de ontwikkeling van de economie te versnellen en deze te moderniseren, heeft de laatste vijf jaar duidelijke resultaten gebracht, die ook door buitenlandse waarnemers erkend werden. Thans is bijna 1/3 van de vaste produktiemiddelen niet ouder dan 5 jaar, zodat het produktieapparaat in hoge mate modern kan worden genoemd. Met een jaarlijkse groei van de produktie die sinds enige jaren gemiddeld 11% bedraagt, heeft Polen een niveau dat aanzienlijk boven het gemiddelde wereldniveau ligt, dat thans zoals bekend 6% bedraagt. Gewijzigd is ook de sociale structuur van het land, waarin gedurende tientallen jaren de traditionele barrière van 30% van de bevolking in de stad en 70% op het platteland niet doorbroken kon worden. Momenteel woont bijna de helft van de Poolse bevolking in de steden. Wat oppervlakte van het land aangaat, neemt Polen de 61ste plaats op de wereld in. Maar met zijn inwonertal van 34 miljoen staat Polen op de 2lste plaats, terwijl de hoogte van de industriële pro.duktie ons land de 10de plaats doet innemen. De rijkdom van Polen wordt niet alleen gevormd door de industrie, maar ook door de grondstoffen. In de tijd van de energiecrisis kon Polen zich erop beroemen, dat de leiders van het Poolse bedrijfsleven juiste prognoses hadden gesteld door niet te geloven in het einde van het steenkolen tijdperk. Met een produktie van 165 miljoen ton steenkool per jaar staat Polen op de vierde plaats in de wereld. (Hieraan kan worden toegevoegd, dat 30% van de Nederlandse steenkoolbehoefte wordt gedekt door leveringen uit Polen.) In de jaren zestig ontdekten Poolse geologen in Midden-Polen rijke lagen zwavel. Thans staat ons land op de derde plaats bij de wereldproduktie van deze grondstof. Eveneens verrassend voor vele inwoners van westerse landen zijn de indexcijfers van de Poolse industrie. De Poolse scheepsbouw neemt de 12de plaats ter wereld in en de 2de plaats (najapan) wanneer het gaat om de bouw van visserskotters. Waarschijnlijk zullen deze cijfers in 't bijzonder de belangstelling van de Nederlandse lezer wekken . De bouw van schepen met een waterverplaatsing tot 150.000 ton is voor de Poolse werven geen onuitvoerbare opgave. Nieuwe fabrieken van personenauto's Fiat 125 en 126, van vrachtauto's en autobussen, fabrieken van machines voor het bouwbedrijf (de zesde plaats in Europa), fabrieken van landbouwtractoren, nieuwe produkten van de elektrotechnische industrie - ziehier slechts een gedeelte van de groeiende economische basis van de Poolse diplomatie. Dit nieuwe economische potentieel, de nieuwe fabrieken, de aanleg van nieuwe wegen - het kon niet enkel en alleen op eigen kracht worden bewerkstelligd. Polen is de laatste jaren een belangrijke economische partner geworden voor een reeks van geindustrialiseerde landen in Europa en buiten Europa. 60% van het handelsverkeer van ons land gaat naar de socialis· tische landen. Uit die landen verkrijgen wij ook de ons ontbrekende grondstoffen alsmede allerlei industriële objecten, b.v. uitrustingen voor .de bruinkoolmijnen en voor de hoogoven "Katowice" met een capaciteit van enige miljoenen tonnen staal per jaar. Wij hebben ook een ruime uitwisseling met de kapitalistische landen ontwikkeld. Honderdduizenden Fiat auto's worden in Polen vervaardigd in licentie van de Italiaanse fabriek; de komende jaren zullen er ook honderdduizenden tractoren worden geproduceerd in licentie van de Britse finna MasseyFergusson-Perkins. De grootste olieraffinaderij aan de Oostzee is eveneens een Britse investering. Met hulp van Zweedse, Joegoslavische en Franse ondernemingen worden de voorzieningen voor het toerisme uitgebreid, opdat ook buitenlanders kennis kunnen maken met de schoonheid van ons land. Nederlandse firma's op het gebied van de levensmiddelenindustrie hebben medewerking verleend bij de bouw van vlees· warenfabrieken, zuivelfabrieken e.d. Zo is dus de buitenlandse handel, die in de voorafgaande jaren nog stagneerde, de laatste tijd een belangrijke troefkaart ge. worden bij onze activiteiten op het internationale plan. Tegelijkertijd raakt hierdoor onze po li tieke activiteit in steeds grotere
14
mate gekoppeld aan onze economische contacten. Een welsprekend bewijs hiervan is, dat de Poolse minister van buitenlandse zaken een meerjarig verdrag tot economische en technische samenwerking heeft ondertekend. De Poolse buitenlandse politiek heeft zich door haar durf en vooruitziende blik de achtÎnR verworven van de eigen bondgenoten en van die krachten in het Westen die evenals wij een duurzame vrede wensen. Rapacki-plan Wij herinneren in dit verband aan de Poolse initiatieven die, hoewel zij beperkt waren tot het grondgebied van Midden-Europa, toch ook in andere delen van de wereld toepassing konden vinden. In het diplomatieke vocabulaire is voorgoed het begrip "Rapacki-plan" opgenomen - het Poolse ini tiatief tot de vorming van een atoomvrije zone in Polen, de Duitse Democratische Republiek, Tsjecho-Slowakije en de Bondsrepubliek Dui tsland, waarbij vervolgens ook de conventionele bewapening betrokken werd. Later kwam het Poolse plan tot bevriezing van het peil der kernbewapening op het grondgebied van dezelfde vier Middeneuropese landen. Zoals bekend werden deze plannen niet gerealiseerd als gevolg van obstructief optreden van sommige kringen in het Westen; toch hadden zij een aanzienlijke invloed op de richting die de dialoog tussen Oost en West insloeg. De atoomvrije zone ontstond weliswaar niet in Europa, maar werd, met dit denkbeeld als leidraad, geschapen op het grondgebied van Afrika en Latijns-Amerika. Een ander origineel en concreet initiatief van de Poolse Volksrepubli"ek, met een vee lzijdige werkingssfeer, was ons optreden om tot samenwerking tussen de Oostzeestaten te komen. Op de conferentie van Gdaósk in 1973 wisten wij de conventie over de visserij en de bescherming van levende have aan de Oostzee aangenomen te krijgen. Aan één tafel konden lid·staten van het Warschau-Pact, van de NAVO en neutrale landen aanzitten . In 1964 stelde Polen voor, een conferentie over de Europese veiligheid te houden. De problematiek werd in de daarop volgende jaren aangevat, te zamen met het concretiseren van de denkbeelden van de conferentie. Sinds dat ogenblik kunnen we spreken van een begin van de discussie over deze belangrijkste gebeurtenis in het naoorlogse Europa. Dit begin werd in juli 1967 tot uitdrukking gebracht in de verklaring van Boekarest van de landen van het Warschau-Pact, het verkreeg daardoor het karakter van een voorstel van de socialistische landen. Tevens was dit een bevestiging, dat de Puolse diplomatie de veranderingen in de structuur van de krachten op ons continent goed wist aan te voelen; in overleg met de bondgenoten kon er een begin worden gemaakt aan de discussie over deze conferentie, hetgeen enkele jaren daarvoor nog moeilijk te realiseren scheen. In de daarop volgende jaren hebben wij geen moeite gespaard om het denkbeeld van de conferentie te verwezenlijken. Op talrijke internationale ontmoetingen en wetenschappelijke sym· posia, bij contacten tussen de staten brandmerkten wij de krachten die tegen het bijeenroepen van de conferentie waren en die streefden naar het handhaven van de toestand 'van spanning in Europa en naar herziening van de grenzen die als resultaat van de overwinning op de fascistische landen waren vastgesteld. Polen beschouwde het toen als zijn voornaamste taak, de regering van de Bondsrepubliek Duitsland eindelijk te doen inzien, dat het onjuist en vergeefs was, de eisen te handhaven die de naoorlogse grenzen zowel als het bestaan van de Duitse Democratische Republiek negeerden. Thans, vanuit het perspectief van een tijdsbestek van jaren, kunnen we zegge n dat de consequente politiek van de socialistische landen, waarbij het aandeel van Polen algemeen erkentenis vond, en de overwinning van de realistische krachten in de westerse landen - waaronder politieke krachten in de Bondsrepubliek - het begin van een ontspanningsproces op ons continent mogelijk hebben gemaakt. Polen heeft van zijn kant de grondslag voor de Conferentie over Europese Veiligheid en Samenwerking voorbereid. Op 7 december 1970 was in Warschau het verdrag over de gronds lagen voor de nC)fmalisering van de betrekkingen met de Bondsrepubliek Duitsland ondertekend, waarbij de regering van de Bondsrepu-
Conferentie. Het besluit inzake de economische en technischwetenschappelijke problematiek besthouwen wij als gunstig, zo ook de punten die spreken van gunstige voorwaarden voor de hande Isu itwisse lin g. De besluiten over het punt dat in het Westen populair "de derde mand" wordt genoemd en waarbij het gaat om uitwisseling op het gebied van de cultuur, de voorlichting, de informatie en andere contacten, zijn voor ons niet minder nuttig dan de andere punten van de eindbesluiten. Voor sommige kringen in het Westen klinkt het misschien vreemd, dat Polen evenals de andere socialistische landen gewicht hecht aan dil probleem. Er bestaan immers bepaalde kringen - die overigens ontevreden zijn over de Conferentie van Helsinki en de effecten daarvan waar over onze landen dingen worden verteld die eenvoudig niet waar zijn. Zo wordt er dan beweerd, dat wij geen vrije uitwisseling van informatie en andere contacten toelaten. Wanverhoudingen Uiteraard gaat het om iets anders. Wij staan op het standpunt, dat de wedenijdse contacten de versterking van de vrede behoren te dienen, de mogelijkheid moeten geven tot een informatie die leidt tot wederzijds begrip tussen de volkeren, met inachtneming van de rechten en gewoonten der verschillende staten. Ons land behoeft zich volstrekt niet te schamen wat de culturele uitwisseling met andere landen betreft. Deze schaamte past juist Adolf Warski welf in Szczecin. Scheepsbouw is de belangrijkste industrie ~n Polen die kringen die een dergelijke uitwisseling eisen zonder de ware omvang ervan te kennen - of deze niet willen kennen. Een feit is dat Polen een aanzienlijk groter aantaJ films uit wesbliek de grens aan de Oder en de Neisse erkende. Een van de terse landen importeert dan er Poolse films worden aangekocht voornaamste hindernissen op de weg naar cen positief resultaat door die landen; in onze schouwburgen worden aanzienlijk meer van de voorbereidingen tot de Conferentie was daarmee uit de buitenlandse toneelstukken vertoond dan in het buitenland weg geruimd. Polen hechtte grote waarde aan een gunstige Poolse toneelspelen. De Poolse lezer heeft een vele malen groter beëindiging van d:eze grootste politieke conferentie in de ge. aantal vertalingen van westerse literaire werken ter beschikking schiedenis van ons continent. dan de lezer in westerse landen vertalingen van de Poolse literatuur te zien krijgt. Ditzelfde geldt voor de westerse pers. De beNieuwe Verhoudingen wering dat de samenlevingen in kapitalistische landen geen bijzondere belangstelling tonen voor informatie over ons land of Voor ons land, dat zo zwaar beproefd is door de historische gebeurtenissen en dat tijdens de eerste en de tweede wereldoorlog voor kennisname van onze culturele verworvenheden, is waardoor bezetters werd verwoest, is het eenvoudig een levensdoel, schijnlijk alleen een symptoom van grootheidswaan. zoals de eerste secretaris van het Centraal Comité van de Poolse Wanneer we enkel maar eens denken aan de geweldige successen Verenigde Arbeiderspartij Edward Gierck in Helsinki zei, "om van de Poolse filmschooi, de internationale carrière van het Poolse affiche, de internationale verworvenheden van Poolse gede oorlog te schrappen uit het perspectief van Europa en de vrede te verlengen voor heel Europa's toekomst". leerden, de grote zorg en hulp van staatswege voor de ontwikkeling van het culturele leven in alle lagen van de bevolking, dan is Dit zijn geen utopistische beweringen. Ze komen voort uit de het duidelijk dat de eis van vrije informatie niets anders dan diepe overtuiging, dat de tijd gekomen is voor een overwinning camounage is. Wie kennis neemt van het bioscoopprogramma in op de politieke agressiviteit, de overwinning van een warme en de eerste de beste Poolse stad, het programma van de Poolse geëngageerde vrede op de koude oorlog. De voor Polen gunstige beëindiging van de Conferentie in televisie en de radio, de thematiek van tentoonstellingen van Helsinki in de vorm van een conferentie van regerings- en staatsbeeldende kunst e.d., en dit alles vergelijkt met zijn eigen land, die zal gemakkelijk kunnen constateren naar welke zijde er hoofen in augustus 1975 is volstrekt geen doel op zichzelf, maar asymmetrie bestaat. wij beschouwen dit als een belangrijke etappe op de weg naar het scheppen van nieuwe verhoudingen tussen alle landen van Daarom moet naar onze mening de verwezenlijking van het derde punt van de eindbesluiten van de Conferentie van Helsinki Europa. juist en vóór alles dienen om deze wanverhoudingen op te Polen beschouwt de in Helsinki aangenomen eindbesluiten heffen, de westerse samenlevingen kennis te doen maken met - vooral de verklaring van de principes van de internationale betrekkingen - als een "goede kaart voor de vrede", zoals het het grootse potentieel van de cultuur van ons socialistisch land hoofd van de Poolse delegatie, Edward Gierek, het tijdens zijn en met de rijkdom van onze culturele scheppingen. toespraak omschreef. Door de historische - en vaak tragische - ervaringen van het Vrije uitwisseling Poolse volk en zijn levendige belangstelling voor een vreedzame De in het Westen zo emotioneel bepleite vrije uitwisseling van ontwikkeling van de internationale betrekkingen in Europa personen geeft bij nadere beschouwing geen antwoord op de hechten wij bijzondere waarden aan de Verklaring van de Principes, waarin de fundamentele regel van integriteit der grenzen vraag, waar het eigenlijk om gaat. Op het ogenblik reizen elk wordt bevestigd alsmede de onverbrekelijkheid van de territojaar honderdduizenden Poolse staatsburgers naar het Westen. riaal-politieke opstelling die zich de laatste dertig jaar in Europa Soortgelijke aantallen komen er uit het Westen. Het verkrijgen van een Pools visum is voor een staatsburger van een Westeur0heeft gevormd. Zoals men zich niet kon voorsteHen dat de Conferentie van pees land geen enkel probleem, men kan het zelfs aan de grens Helsinki effect zou sorteren in een situatie waarin sommige krijgen. Ditzelfde is voor een Poolse staatsburger die een visum voor een westers land aanvraagt, tot nu toe een vrome wens. staten hun territoriale eisen ten opzicht van andere staten Ons gaat het er echter om, de uitwisseling van personen en zouden handhaven, zo ook is ee.n vreedzame ontwikkeling van ideeën te doen plaatshebben bij een materialisering van de ecode betrekkingen in de toekomst onvoorstelbaar zonder volledige nomische betrekkingen. eerbiediging van de Verklaring van de Principes, vooral op dit Want zonder adequate materiële condities kan men zich moeipunt. lijk een ruime ontwikkeling van de internationale persoonlijke, Polen hecht evenveel gewicht aan alle andere besluiten van de
15
culturele en andere contacten voorstellen. Er moet immers een materiële basis bestaan voor de persoonlijke contacten. Anderzijds kunnen talrijke persoonlijke contacten en een ruime informatie bijdragen tot het ontstaan en het aanknopen van nieuwe economische betrekkingen. Dit alles is echter hieraan toe te schrijven, dat men moeilijk kan spreken van een abstracte doorstroming van informatie ofwel een abstracte uitwisseling van personen. Een essentieel element bij de realisering van dit punt is ook het feit, dat de besluiten van de Conferentie van Helsinki de verschillende staten verplichten tot het uitwerken van gerechtelijkinstitutionele garanties en mechanismen die de voor het buitenland bestemde informatie controleren. Hoe dan ook, in Helsinki werd een document ondertekend door regeringen en"niet door personen of particuliere instituten. Een voorbeeld daarvan zijn de besprekingen tussen Polen en de Bondsrepubliek Duitsland over de inhoud van schoolboeken. De Poolse diplomatie en de Poolse buitenlandse politiek zetten zich actief in om de besluiten van Helsinki te verwezenlijken. In de geest van de Conferentie en in Helsinki zelf werd overeenstemming bereikt tussen Polen en de Bondsrepubliek in kwesties die van grote betekenis zijn voor de verdieping van het normali· satieproces tussen Polen en de Bondsrepubliek Duitsland. Ons land heeft de bilaterale betrekkingen aanzienlijk uitgebreid en inzake de uitwisseling van meningen met leiders van een reeks landen in en buiten Europa, socialistische landen zowel als westerse staten, zoals de Sowjet·Unie,joegoslavië, Frankrijk, Zweden. de Bondsrepubliek Duitsland, Groot·Brittannië en de Verenigde Staten, hebben wij een begin gemaakt met het uitwisselen van meningen over de wegen en manieren om de overeenkomsten van Helsinki tot praktische uitvoering te brengen. Militaire ontspanning Het parlement van de Poolse Volksrepubliek heeft tijdens een speciale zitting op 23 oktober 1975 eensgezind het besluit aangenomen waarbij de resultaten van de Conferentie van Helsinki werden goedgekeurd en hieraan volledige steun werd toegezegd. In zijn redevoering tijdens deze zitting verklaarde premier Piotr jaroszewicz, dat de Poolse regering thans een programma uitwerkt tot uitvoering door Polen van de besluiten van de Conferentie van Helsinki en dat wij in overeenstemming met dit programma de besluiten van de Conferentie in praktijk zullen
brengen bij onze bilaterale en multilaterale betrekkingen. Polen is van mening, dat er na de politieke ontspanning militaire ontspanning moel komen. Met volle steun aan alle krachten die militaire ontspanning beogen vinden wij, dat de besprekingen in Wenen over wederzijdse vermindering van de strijdkrachten en de bewapening in Midden-Europa van bijzondere betekenis voor Polen en voor Europa zijn. Naar onze mening is het de taak van de Weense besprekingen, dusdanige praktische stappen te nemen dat de bewapening verminderd wordt met inachtneming van de principes van onverminderde veiligheid voor alle partijen die deelnemen aan de besprekingen. Onnodig hieraan toe te voegen. wat een belangrijke politieke waarde de uitgewerkte overeenkomsten zullen hebben en dat de economische aspecten daarvan ook niet uit het oog moeten worden verloren. Wij geven ons er rekenschap van dat, hoewel er in Helsinki op plechtige wijze eindbesluiten werden ondertekend. niettemin de tegenstanders van ontspanning de wapens niet hebben neergelegd en dat ook niet zo gemakkelijk zullen doen . De kritiek op de besluiten van de Conferentie, het afzwakken en verminderen van de betekenis ervan doen denken aan de tijd toen er alles werd gedaan om het bijeenroepen van de Conferentie te verhinderen. Wij zijn ons bewust van die krachten, maar tegelijkertijd zijn wij ervan overtuigd, dat zij de nederlaag zullen lijden, zoals wij overtuigd zijn van de kracht van die tendenties en politieke kringen die in een vreedzame coëxistentie de enige kans op ontwikkeling van ons continent zien. De Poolse diplomatie zal, in overeenstemming met de levende belangen van ons land, ernaar streven de besluiten van Helsinki concreet tot uitvoering te brengen. Het is ons doel, de infrastructuur van de vrede op te bouwen, d.w.z. in een vreedzame verstandhouding de politieke, economische, technisch·wetenschappelijke, culturele en andere problemen ter hand te nemen. Wij zijn ervan overtuigd, dat realisering van de besluiten van Helsinki. indien alle partijen de oprechte wil hebben tot volledige uitvoering ervan, een belangrijk element zal zijn bij het scheppen van een voorbeeld van politieke en economische coëxistentie o!> ons continent. Voordeel daar ....an ndlen wij allen hebbt"n.
Dr. M. Tomala Ambassaderaad van de Poolse ambassade in Nederland.
Chopins monument in Warschau waar iedere wndag concerten worden gegeven
16
BON \I.ll in/stuur op
11
Abonneert U nu op]ASON- magazine Naam: Adres: Plaats: normaal/jongereren (tot 20 jaar )* abonnement
Stichting ]ASON VanStolkweg 10,
DEN HAAG