MAGAZINE
5eJAARGANG NO.4
Wie be誰nvloedt het kernwapenbeleid? ]. Veen
Wat zich afspeelde rond de kernwapens ........ pag. 2 J.A.E. Vermaat
Het IKV en de Kernwapendiscussie ......... . . pag. 5 B. Kreemers
De peilingen van het IKV ..... . ....... . ... . .. pag. 12
jO.,.,. ~aessen "Wie stopt de neutronenbom?" ..... . .. . .... . pag. 15
J.
Veen
De parlementaire bemoeienis met de moderniseringskwestie ................ . ..... pag. 23
)ASON-magazine Secretarleat en RadactIe:
Radeclle JASON-megazlne
Van Stolkweg 10, 2585 JP DEN HAAG Telefoon : 070-545988 (maandag en dinsdag) Postgiro: 3561025 Bank: 45.68.55.548 (AMRO-Bank te Scheveningen)
Hoofdredacteur Redactieleden
Abonnementeprljzen:
: Peter Mulder : Maurlts Dolman Hans Fortu in Kees Nederlof Wim Ploeg Marc van Ravels Gert Timmerman Gu ldo Vigeveno
f 20,- per jaar (6nummers, behoudens verschijning van een dubbelnummer). Jongeren tot 20 jaar: f15,-. Adherenten van de Stichting JASON: Minimaal f 10,- per jaar boven de abonnementsprijs op JASON-magazine. Jongeren tot 20 jaar: minimaal f 5,-. Adherenten krijgen naast het blad tevens andere pubIIkaties en mededelingen van de Stichting toegezonden. Advertentie., Advertentietarieven worden U gaarne verstrekt door de penningmeester van de Stichting. De in dit blad uitgesproken meningen blijven geheel en al voor rekening van de betrokken auteur.
Degenen die gel'ntere_erd zijn radectlonele of elndradactlonele bezlghaden te ontplooien t.b.v. JASON-magezlne, kunnen contect opnemen met Peter Mulder, teletonlech bereikbaar onder nummer 070 - 949393, tet. 3189 (overdag) of 071 - 140159 re avonde).
Degelijke B..tuur Voorzitter Secretaris Penningmeester Hoofdred. JASON-magazine Leden
Degenen die, door het echrljven van Hn artikel of het geven van auggeetl.., denken Hn bijdrage aan bovengenoemde toekometlge nummere te kunnen leveren, worden van harte aangeepoord zich op korte termijn In verbinding te eteUen met de radactie.
: Wlnfrled van den Muljsenbergh : Bert van Barllngen : Marianne van der Meulen : Pater Mulder : Frsnta Wijchers Mlchaêl Coppes Rob Knuist
Overname van artikelen ••• Algemeen BHluur
Raad van Advlee
dr. W.F. van Eekelen (voorz.) dr• . J.W. Baud H.J.M. Aben H. de Bont H. Gabriêls Th. Kok (SIB) mevr. dr. A.M.e .Th . van Heeldrs. A.F. van leeuwen Kasteel dr• . K.A. Nederlof C.C. van den Heuvel R.D. Pr.anlng dr. L.G .M. Jaquet drs. M . Roemers drs. Marianne I. Spangenberg- drs. E.J. van Vloten CarIIer Jaquellne Tammenons-Bakker R. Verwey drs. G.W,F. Vigeveno Marlee Voskens leden van het Dagelijks Bestuur zlln tevens leden van het Algemeen Bestuur
. .. uit JASON-magazine is alleen toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie te hebben verkregen en onder vermelding van de auteur, het nummer waaruit het artikel afkomstig is, het thema van dat nummer en het adres van de stichting JASON. De bronvermelding dient derhalve naar het volgende voorbeeld te zijn gemodelleerd: "Onderstaand artikel van de hand van (auteur) is overgenomen uit JASON-magazine van april/mei 1979, dat gewijd is aan het thema "In vredesnaam de NAVO". JASON-magazine is het tweemaandelijkse tijdschrift van de stichting JASON, gevestigd Van Stolkweg 10, Den Haag."
~ffi~rnrn JOJIG ATLANTISCH SAMENWERKINGS ,""AAN IfEIlf.RlANO
n fi\ ~mm Q!JUJQ!JlJ!JW
IC Jurg~ng
nr I
nwrt 1')"7')
De DDR: een m arsgeleide samenleving
--t
JONG ATlANTISCH SAMENWERKINGS OllG"",. NEDERLAND~:r.._ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ __ _
"1_"lng. fIt:l .ugu.IU" ..p'em~ ,e711
N
~
Ct
N
,..
Z ....
=e o
c.. 0
ur I
G)
,..<
~~rnrn
c.. ,..
. '
)IJJM .........
lob_\;aad..uc 0pI<-<1aa ......... nobWft'l -rdIpnt.H ........
0 Z
In vredesnaam de NAVO
jAF_
H... loW.idoda '-"ri _ Woooriodo ~
' .... n . Sotiak_di.. oI "'lipnoo"'oriI l
:::IJ
Oe , ... ~ krl ijncrilil
_*, r,14t Dd'cruie," dt DDR
~
Z
:::IJ C
Hn onutUn wan de NAVO
~
. , .. :1
W. G , S~,
nnlandltninl : em fril mcm ~n'OO'ijt l
~
,. ,.., ,
• /MI- 4
•o ·,..
t~ i~
~~~,.. tI ~ a
•~
,,~.
V,u..
N~
polIûd"e partijen ft! dor NAVO . /MI U
H_uNAVO ra dor onupanolna
...
,.. /.
I
....~"' I....
!N'S· !
'"
/MI , 12
I• *J..,
Oe DDR op M
. . ' --
oi~'Hqt.dietT 10ft'
De DD R: ffn provÎncW na dcSow~ .Unic l
"unM I" , ~
.... 10
,.. , .
n.n bet.oo.Jümr
/#Ir. "
,..
,\f_ • .....a Afpnl.m... : H....aard ..... oW oIkko:l
1'J C. M WJ.. ~nIamitlodot"""",,".500jrt - l'_
uylitt
Econombc:bc YCnIlJ ruhmd ljke plannInll
,..." "
,,",J ' IO
... 0
......
-"
J[.A _,"~
IJ rrrm lonomltwoordorNAVO l
. . . . . . . ,.. 20
.
,.. "
.
,..2'
_ .'r.bNj ,ItI-.,Inlrn~w ~ cm OoKdui~ ondcnoijlun
I"_"u.,n.n.J.
,.., 16
LC_ ."", 1)co" \'~crlljl<lc" I "*,,,
.
c'x,r-.-
r ....._
C
~ ... ... m :::IJ ,.. N _ ..... y, m Cl) ~
I
I
en
H r. o nUlnn "'o do!, l'"ft Du il lor 1lI1~"
W. TOog":""
JONG ATlANTISCN SAMENWERKINGS ORGAA" NfOf:RlAND Ipn l/me, " ' 9
r r. Jiitj
JASON.....
. JO
Maak eens kennis met
De activiteiten van]ASON ...
]ASON Stichting]ong Atlantisch Samenwerkings Orgaan Nederland Van Stolkweg 10 2585]P Den Haag Tel. 070-545988
. . , zijn velerlei: lezingen, cursussen, simulatiespelen enz. Een belangrijke gebeurtenis is de conferentie die jASON iedere herfst organiseert (steeds gehouden in de zittingzaal van de Tweede Kamer).
Antwoordkaart
Conferentiethema's waren :
]ASON staat voor... · . . jong Atlantisch Samenwerkings Orgaan Nederland. Het is een stichting, die zich ten doel stelt aan jongeren de gelegenheid te bieden zich met internationale vraagstukken bezig te houden. De Oost-West verhouding. de vrede- en veiligheidsproblematiek. de ontwikkelingen in de Derde Wereld en vele andere internationale kwesties behoren tot de interessesfeer vanjASON .
]ASON is geheel onafhankelijk ... · .. en niet gebonden aan enige politieke of maatschappelijke groepering. Het bestuur bestaat uit jongeren (tot max. S5 jaar) van uiteenlopende politieke gezindten.
in 1976 : Noord-Zuid dialoog - stimulans of bedreiging voor de Atrlantische samenwerking? in 1977 : Hoe zien wij Oost-Europa? in 1978 : Gewapende interventie : verplicht, toegestaan of ontoelaatbaar ? in 1979 : Pers en Internationale politiek
-------------------------------------------------------
,
Een greep uit recent verschenen themanummers : o o o o
Afrika in beroering DDR : een staatsgeleide samenleving "In vredesnaam de NAVO" De heropleving van de Islam
ei
en
~
~....:.....,
o
.
~q .~
E ~ë""-,z 0 0
Internationale contacten ...
Q)~O
... heeftJASON o.a. via zusterorganisaties in andere landen (Engeland, Frankrijk, de VS ... ). Regelmatig worden in de verschillende landen (studie- )bijeenkomsten en internationale seminars georganiseerd .
E'" as
Cl)
Q)._«
ê~~ o ..... c .00·as--
:::J :::J
oiii cr: c::
:::> Q) :::>N to-~ en Q)
WOl
ClQ) c: W._ 0 ~
t-o> zas wE 0' ' a:Z ai~:;:;oOO Q)Q)enq~en 0> <D IJ') « 0>5"O""-,=>J
cn
]ASON-magazine... · . . is een tweemaandelijkse uitgave van de Stichting JASON . In elk nummer wordt een actueel thema behandeld . Hierbij wordt aan auteurs met veelal tegengestelde opvattingen het woord gegeven, zodat de lezer een afgerond beeld krijgt van de problematiek.
t::
0 0
Z 0
.~ · -c~....Jc
Cl)
«
J
c '" > c <D
"" ~
2l
'S;
''"" c:
:;:; O>' ~ asas«as 0 o>m >as > as <D as _ ._N ~ <D N ·_COt- <D,,:"O ~~ <DC\I a: E<D ~ e<Dêi;-«EEo
]ASON staat open ... ... voor alle j ongeren die zich voor internationale zaken interesseren of daar wat meer van willen afweten. Vraag d.m.v. bijgaande antwoo rdkaart een proefnummer van JASON-magazine aan of neem meteen een abonnement! Adherenten krijgen ook nog andere publikaties van de stichting toegestuurd (o.a . de mini-jASON) en worden op' de ho ogte gehouden van speciale activiteiten van JASON, waaraan zij kunnen deelnemen.
6
ëi 0 0
~
Q)~.c,g«::JEo "Og"Oc~c::J>
Q) -comO cc:i3 ~~~Q>a: ma:;::: -""-,"Oo>aQ)O<D o ~c O>~N ..... - o o t - o>~c Q) ~ . - ".E .~ (I) '---w gai := Q)NcCtlU.oQ)E ~ ~ <D ·~U Q) :==
I I
X
Ctlà)Q>«.cE~ :!:Et-~z:!:::J:!:
0
0
tllo
0
i..:
Q)
Q) 1::>
E as
'"
z
U>
Q) ~
1::>
«
0
c: 0 0
E E
:::J
a;
c:
U>
"-
Qi t0-
a
0
0
0
~
~~rnrn JONG ATlANTISCH SAMENWERKINGS ORGAAN NEDERLAND ~C"
~ill~rnrn
)OUrglng
nr 1
m:u.rt 1<)7')
De DDR: een staatsgeleide samenleving
"",,_ ___ _ _________ --1 iT i l . 5"10
JONG ATlANTISCH SAMENWERKINGS ORGAAN NEDERlAND <Ia l.. rlJl~". Of 3 ."lIo.W1' Mtplember 1979
I\)
U1
0 0
N c..
ur I
Cl :D
»
< m Z
:x:
» Cl
~ill~rnrn
» z » ti) c..
JONG ATlANTISCH SAMENWERKINGS ORGAAN NEDERLAND ~pri l/mei 1979
4e J;o;orpng nr '2
..
I\) Cl)
m .....
Defem.ie in de DDR
R · 12
De DDR op de niet · ~li ..n' tO<'r
/><,&. 16
B . dt]11rtf.
1
De DDR : een pro.ineie van de Sol'jrt -Unie ?
blom Vandaag : 0l'lni ng ''all tm ru).und- rdipn.u- .... diÛC'
/M{. 19
H . ...... D/UfI KUllR teil ~hQn'r
van hel: soci.alilfDC
p.o8- 7
J>Il«.2)
IJ . KM/Jnt
In vredesnaam de NAVO
Z
8e>'olkiogspoliciek , Khuld betalen m<'1. kind
J.A .F.....u.
:D
:D
pog. ,
'1
G.x. Tilllllln1MJt
J. OJ. "~
~ 0 C Z c: 3C 3C m
."
p~g.
,- - - - - - - - - - - - - - -- -1I
-f
0 0
I
Het o"mun..an de IWtt DuilH' suuen
W. Togtema 0 .. (weed .. Berlijner;';1
11 .. IolaaU,iJd> Rneil;n h"'orio<h ~
POS. 10
I.. n : Sodal. om ...",ding or rrliPCU' ",••II ?
""1. 14
/MI.2j
/HSl. 26
Tirî4B_
eh.", m RemI",;" in Inn
..•••. . jHJf,. 2
.
W .G. Sttqwn~1 finlwdiKring: een feit rn
.:~i ~
~
o
~
~
...•. /'1'«. ,
,<IJ, I>cN~.., polil;., ....
panijemend.. NAVO .
1.. C. l)~
B~<I
··V... "a,erljjk,~·· hlam
I Zi;::~H .. ,. .aard'~tk.ikkd I'J.C. M..1J6 ~islam.itixIJc,
bnollioJln Ik 5<»'jn . Unk
pal. iS
pa •• u
,...H
JHI&. 14
I. H«u...
• ••.••.•••. JHl&. 16
N •
i •a.
verwijl ~
. IH'!. 8
...
o · ~ ~ i o
CCfI
I
pa,. 20
. ...... /'111.20
~
G . WJ. V~
PoUd" .... ril miliutift' JUlII"gi" de Sovjet Un;"
\1lJl
.. JHJf,.Z!
JASON .....
Maak eens kennis met
De activiteiten van JAS ON ...
jASON Stichting jong Atlantisch Samenwerkings Orgaan Nederland Van Stolkweg 10 2585 jP Den Haag Tel. 070-545988
· . , zijn velerlei : lezingen, cursussen, simulatiespelen enz. Een belangrijke gebeurtenis is de conferentie die JASON iedere herfst organiseert (steeds gehouden in de zittingzaal van de Tweede Kamer).
Antwoordkaart
Conferentiethema's waren :
jASON staat voor ... · . ,Jong Atlantisch Samenwerkings Orgaan Nederland . Het is een stichting, die zich ten doel stelt aan jongeren de gelegenheid te bieden zich met internatio nale vraagstukken bezig te houden. De Oost-West verhouding, de vrede- en veiligheidsproblematiek, de ontwikkelingen in de Derde Wereld en vele andere internationale kwesties behoren tot de interessesfeer van JAS 0 N.
jASON is geheel onafhankelijk . .. · .. en niet gebonden aan enige politieke of maatschappelijke groepering. Het bestuur bestaat uit jongeren (tot max. 35 jaar) van uiteenlopende politieke gezindten.
in 1976 : Noord -Zuid dialoog - stimulans of bedreiging voor de Atrlantische samenwerking? in 1977: Hoe zien wij Oost-Europa ? in 1978 : Gewapende interventie : verplicht, toegestaan of ontoelaatbaar? in 1979 : Pers en Internationale politiek
-------------------------------------------------------
Een greep uit recent verschenen themanummers : o o o o
Afrika in beroering DDR : een staatsgeleide samenleving " In vredesnaam de NAVO" De heropleving van de Islam
0
o
0
en
T""
« --'- ....,
-'gc a. •. 0 0 T"" _
E
Internationale contacten ...
'Er..-.,Z Q.lIo...O
· .. heeft jASON O.a . via zusterorganisaties in andere landen (Engeland, Frankrijk, de VS . , .). Regelmatig worden in de verschillende landen (studie-)bijeenkomsten en internationale seminars georganiseerd .
E"'CI) Ol .!!«
Co-,
CC\I Ol
°ö ij . . . . :;C: : ;
i...
~
O(/)
cr: c::
=>~ =>
0> ~ ";h (/)....,
WOl
<!)~
Z 0
w ._
Cl)
~
-,
O:IJ
Ol
Z
ro
0
I
w E
c..c 'a:Z
cO>~oOO Cl)
Q.l1o...Cf)O
Q.l~allÖ~«
JAS ON-magazine ... · .. is een tweemaandelijkse uitgave van de Stichting JASON. In elk nummer wordt een actueel thema behandeld. Hierbij wordt aan auteurs met veelal tegengestelde opvattingen het woord gegeven, zodat de lezer een afgerond beeld krijgt van de problematiek.
I
zo::>
«
C
ro
> C
~
__
~
<n
Clg"Or..-.,:::J~ ~ C 1o........J ctS 0 -ö i.: ctI ro « > ca Cl ca :: .~N 10... cv ~ _~C:O~ Q.l~"C
m c. 'c:"
C ._
· .. voor alle j ongeren die zich voor internationale zaken interesseren of daar wat meer van willen afweten . Vraag d .m .v. bijgaande antwoordkaart een proefnummer van jASON-magazine aan of neem meteen een abonnement ! Adherenten krijgen ook no g andere publikaties van de stichting toegestuurd (o .a. de mini-JASON) en worden op· de hoogte gehouden van speciale activiteiten van JASON, waaraan zij kunnen deelnem en .
o o
Eo> "OO>Q5ö«EEg Qia..c ....... «::JE>
JAS ON staat open ...
0.10...
CVC\la:
~
"'C°'Oc~c::Jc CVO_ctlO>O
CC
cv
3: T U) x CD a: 0> Qi ::: ""'-a-aloQ)
-r..-.,'OCCJOlIo...N
S-oo~ Ola. .~ al 3: '-0... 0 c ._ Ec i.:w CO> -ë Q) ·;:;;jUJctlO.oO> Q)
ca ~ .~ü
CCl >10...
x
i..:
CD
Q) :=-=
«.cE 3:
.::at:Ë~~Z=::J= W o 0 wO 0
E
''""
z
Ui
CD ~ '0
c:
--
'0 0 0 <n
0 « a.
0 0
CD
a;
l-
Ol E E
::> c: 0
~
C)
Redactioneel
Wie beïnvloedt het kernwapenbeleidl Kernwapens en Nederland. Wie denkt dat over de nucleaire vraagstukken van oudsher in ons land verhitte debatten
zijn gevoerd, vergist zich. Vijftien jaar geleden zou geen volksvertegenwoordiger eraan gedacht hebben de Nederlandse minister van defensie te ondervragen over het Nederlandse kernwapen beleid, laat staan over Amerikaanse
nucleaire systemen en de mogelijke ,tationering ervan op Nederlands grondgebied. Met verschil met de jaren zestig is in meer dan één opzicht
frappant . Van een onderwerp dat alleen in de strenge beslotenheid van ministeries en hoofdkwartieren door enkele "ingewijden" kon worden besproken, is de kemwapen-
strategie nu het centrale thema van menig periodiek geworden . Maar niet alleen de discussie erover vindt in alle openheid plaats, het is een thema geworden waarover de Tweede Kamer wenst mee te praten. Nog sterker: het voortbestaan van het kabinet-Van Agt hing vorig jaar
december aan een zijden draadje als gevolg van het debat over de modernisering van NAVO-kernwapens.
Evenmin zal diep ingegaan worden op de kernwapendiscussie uif. Nu de vóórs en tegens ruimschoots in kranten én op de televisie worden behandeld, is het interessant om na te gaan in hoeverre deze argumenten de publieke opinie hebben beïnvloed. Nog fundamenteler is de vraag of de publieke discussie en de parlementaire bemoeienis de regering,beJliJJingen over kernwapens hebben beïnvloed. Samenvattend: dit themanummer van JASON-magazine gaat over de vraag wie het kernwapenbeleid beïnvloedt en hoe dat gebeurt. Na een feitelijk overzicht van de gebeurtenissen die zich de laatste jaren op dit vlak hebben afgespeeld, staat in dit nummer een door drs. JA.E. Vertnaat geschreven beschouwing over de doeleinden en werkwijze van het Interkerkelijk Vredesberaad (2) (IKV) - een van de succesvolste pressiegroepen tegen de kernwapens die op dil moment in Nederland opereren. Drs. B. Kreemers
wijdde een kort artikel aan de "peilingen" (enquêtes) die het IKV heeft verricht in een aantal gemeenten. Het optreden van een andere pressiegroep, het Samenwerkingsver-
Deze parlementaire belangstelling heeft zeker te maken met de interesse die er bij de media en het "grote publiek" is ontstaan voor nucleaire zaken. Belangstelling voor het overheidsbeleid is een gezond teken voor een democratie.
Velen hebben zich wel met enige verbazing afgevraagd
band Stop de Neutronenbom/Stop de Kemwapenwedloop wordt belicht in een artikel van drs. P. Maessen. Tenslotte een evaluatie door drs. J Veen van de resultaten van de inspanningen die het parlement zich heeft getroost om het regeringsstandpunt naar zijn hand te zetten.
waarom juist in Nederland die interesse zo op de voor-
grond treedt. Is het ons ethisch moralisme? Is het onze angst voor het hanteren van machtspolitiek? Of de voortzetting van het traditionele Nederlandse isolationisme dat
alleen door de Tweede Wereldoorlog "tijdelijk" verdrongen is? Het ligt niet in de bedoeling deze en andere factoren in dit JAS ON-nummer te analyseren (1).
•••
ERRATA
K.A.N. I) Zie voor een diepgaande uiteenzetting over deze aspecten het (lijvige) boek van dr. ir. j.j.C. Voorhoeve, Peace, profitJ oM principUJ : a Jtud, of Dulch f"'tign po/ic]. 2) De redactie heeft het IKV om een reactie gevraagd op het in dit nummer afgedrukte artik.el, evenwel zonder succes .
. In de aanhef van de bijdrage van drs. E.JG. Ouwejan op blz. 12 moet de zin op de tiende regel als volgt luiden: "Het oprichtingsdocument van de ASEAN is niet meer dan
In JASON-magazine no. g met als thema Indochina staan enkele fouten die we gaarne bij deze willen herstellen. In het artikel van dr. JM. Pluvier is een zin weggevallen. Op blz. 2, kolom 2, regel 20 van onder moet na "produkten" volgen : "gemakkelijk konden worden ingevoerd, maar dat de invoer van produkten" ; de zin gaat dan verder met: " uit andere landen".
een verklaring, geen verdrag dat de partijen tot bepaalde handelingen of overdracht van bevoegdheden verplicht". De naam van de Noordvietnamese premier, genoemd op
blz. 14, kolom 2 is Pham Van Dong. Op blz. 12, kolom 2 wordt gesproken over de Maleise premier: zijn naam is Abdoel Razak. In de eerste kolom van blz. 15 moet de naam van de minister van Buitenlandse Zaken van Singapore zijn: Rajaratnam.
Wat zich af speelde rond de kernwapens een kort overzicht van de gebeurtenissen De topbijeenkomst in Londen 1977 In mei 1977 kwamen de regeringsleiders van de NAVO in Londen bijeen voor een bijeenkomst van de Noord-Atlantische Raad. Het was de eerste ontmoeting in bondgenootschappelijk verband tussen president Carter en zijn Westeuropese collega's. Namens de Nederlandse regering nam
de demissionaire minister-president Den Uyl aan de bijeenkomst deel. Op deze top werd door de regeringsleiders geconstateerd dat er ondanks de vooruitgang in de verhouding met het Oostblok toch nog aanzienlijke instabiliteit bestond. Zij wezen daarbij met name op de voortd urende uitbreiding van de offensieve capaciteiten van het Warschaupact. Het voorstel werd gedaan om een "Long
Op het toneel verschenen aan Sovjet-zijde de Backjtrebommenwerper en de SS-20 en aan Amerikaanse zijde de cruÎJe muJiles. Het viel moeilijk vast te stellen of deze wapen-
systemen een strategisch dan wel een tactisch karakter hadden, omdat via ingrepen voor het een of het ander gekozen kon worden.
De 55-20 was in feite een afgeleide van de drietraps 55-16, maar met een trap minder (de Amerikanen vreesden dat deze in tijden van spanning zou kunnen worden toege-
voegd, zodat de middellange afstands 55-20 veranderde in een intercontinentale 55-(6). De Backfire-bommenwerper
Defensie te laten opstellen , teneinde de NAVO in staat te
was een in origine middellange afstandsbommenwerper, maar kon via bijtanken in de lucht strategische missies vervullen. De cruise missiles waren in drie versies in ont-
stellen op de uitdagingen van de jaren '80 een antwoord te kunnen geven (1).
wikkeling: air-Iaunched (ALCM ), ground- Iaunched (GLCM) en sea-Iaunced (SLCM), zodat het afstandsbereik
Term Defence Programme" (LTDP) door de ministers van
Het LTDP bevatte 10 aandachtJveldm, waarin in de komende jaren verbetering moest worden aangebracht. Een van die aandachtsvelden, " taSK force 10", betrof de situatie van '
de tactisch-nucleaire (TNF)-wapens in West-Europa. Aan de Nuclear Planning Group (NPG) werd de opdracht gegeven zich over dit onderdeel van het LTDP te buigen. Op de eerstvolgende vergadering van de Nuclear Planning Group van de NAVO , in Ottawa juni 1977, werd een rapport besproken over nieuwe wapentechnologie. De minis-
ters gaven opdracht dit rapport in te passen in de uitwerking van voorstellen van het LTDP (2), Op de volgende NPG-bijeenkomst te Bari in oktober 1977 werd door de ministers een ambtelijke werkgroep, de High Level Group (HLG), ingesteld, als een aan de NPG ondergeschikt lichaam. Deze HLG kreeg tot taak de rol van de TNF-wapens in de NAVO-strategie te onderzoeken in het licht van recente ontwikkelingen op TNF-gebied aan Sovjet-zijde. De werkgroep moest de noodzaak voor TNFmodernisering defini~ren en de technische, politieke en militaire implicaties aangeven van de verschillende alterna-
tieven (S).
moeilijk van te voren eenduidig kon worden vastgesteld.
De overeenstemming die de VS en de SU uiteindelijk bereikten op het gebied van de strategische wapens (het SALT-overleg), was niet erg geruststellend voor de West-
Europeanen. De Sovjet-Unie beloofde het verdrag niet te zullen ontduiken door aan de 55-20 raketten geen derde trap toe te voegen en tijdens de ontmoeting tussen Carter en Brezhnew las de laatste een. Jerklaring voor, die aangaf
dat de Sovjet- Unie geen intentie had om de Backfire een intercontinentaal afstandsbereik te geven (5). In een bij het
SALT-I! verdrag behorend S-jarig protocol werd overeengekomen om het afstandsbereik van de CM's te beperken tot 600 km. Deze bepalingen uit het SALT-I! verdrag scheepten de NAVO met een groot probleem in de "grijze zone" op. Terwijl in SALT-I! overeengekomen werd dat de 55- 20 en de Backfire beperkt zouden blijven tot middellange afstandsmissies op het Europese toneel, werd aan de andere kant een beperking opgelegd aan de cruise missile, een
wapen waarop velen in West-Europa hun hoop hadden gevestigd als het ging om het herstellen van de onevenwichtigheden beneden het strategisch niveau.
De discussie over de noodzaak van modernisering van . Het was vooral de 55-20, in 1976 voor het eerst opgesteld, die de Europeanen zorgen baarde. Deze van vaste brandaan Sovjet-zijde in een stroomversnelling gebracht. stof voorziene raket verschilde in kwalitatief opzicht zoda-
TNF -wapens werd door ontwikkelingen op TNF -gebied
Europa verontrust In Europa groeide de ongerustheid over wat het probleem van de "grijze zone" -wapens ging heten. In het algemeen definieert men de "grijze zone" als die wapensystemen die
noch deel uitmaken van de SALT -onderhandelingen, noch van de MBFR-onderhandelingen. Dit geeft echter een misleidend beeld. Beter is het begrip "grijze zone" te definiëren als het "overgangsgebied tussen strategie en tactiek"
nig van de voorgangers, de 55-4 en de 55-5, dat het mogelijk werd selectieve aanvallen op doelen in West-Europa ermee uit te voeren. De 55-20 was, om zo te zeggen, veel preciezer. Bovendien kon het wapen op mobiele platforms vervoerd worden en was daardoor vrijwel niet uit te schakelen. De "selective strike capacity" maakte, in de ogen
van NAVO-planners, de toch al · kwetsbare tactisch nucleaire wapens van de NAVO praktisch ineffectief.
Het debacle van de neutronenbom De Amerikaanse journalist Pincus ontdekte verborgen fondsen voor de ontwikkeling van een nieuw kernwapen in
(4). De algemene veronderstelling is, dat "grijze zone"wapens zullen worden ingezet tegen doelen in het achter-
de begroting voor Energiezaken in 1977 (6). Zijn artikel
land van de tegenstander, in geval van een gewapend con-
bracht de neutronenbom in de publiciteit, hetgeen vèr-
flict. In tegenstelling tot de SRTNF zijn de " grijze zone"wapens (LRTNF) niet bestemd voor inzet op het slagveld .
strekkende gevolgen voor het bondgenootschap zou hebben.
2
Het debat in hlt NAVO-hoofdllwartitr ootr de modtrnistring van de LRTNF (deumbtr '79). De NOOfse ministtr Frydmlund begroet ministtr Van dtr KIMuw, ttrw1)1 ministtr Schollen (rtthtJ zittend) doorwtrM.
De neutronenbom, "enhanced radiation reduced blast weapon" (ERRB) was een van de vele produkten van de
wapen technologische ontwikkeling. Het was een kernwapen dat, in tegenstelling tot de "vuile" tactische kernwa pens, uitermate geschikt was om op het slagveld in Europa ingezet te worden, met name tegen het tankovetwicht van het Warschaupact. Inzet van de neutronenbom zou een geringe bijkomstige schade veroorzaken en was uiterst effectief in het uitschakelen van de tankbemanningen door de hoge stralingsconcentratie. Nadat de ontwikkeling van het neutronenwapen in de openbaarheid was gekomen, ontstond er een golf van negatieve publiciteit, die de publieke opinie in veel lidstaten van de NA va tegen invoering van het wapen mobiliseerde. De Verenigde Staten pleegden dan ook voor het eerst overleg met de bondgenoten over invoering van dit kernwapen, omdat men er niet zeker van kon zijn dat na produktie van het wapen de Westeuropese bondgenoten dit wapen op hun grondgebied zouden accepteren. De Amerikanen wilden die landen, op wier grondgebied het wapen gestationeerd zou moeten worden, laten meedelen in de verantwoordelijkheid voor een produktiebeslissing. De Bondsrepubliek, maar ook Nederland en Belgie, kwamen hiervoor in aanmerking, omdat de West-Duitsers bijwnder voorzichtig waren ten aanzien van de verantwoordelijkheid voor nucleaire wapens en deze verantwoordelijkheid met andere Westeuropese bondgenoten wilden delen. Het principe van de "nicht-singularisierung stond bij West- Duitsland voorop. Het overleg met de bondgenoten verliep slecht. WestDuitsland weigerde zich openlijk uit te spreken voor invoeJl
ring van de neutronenbom als niet twee andere landen dit ook zouden doen. In BelgiĂŞ en in nog sterkere mate in Nederland ontstond een massaal verzet tegen invoering van de neutronenbom, waardoor de regeringen grote politieke risico's zouden lopen als zij zich voor invoering uit-
spraken. Op 20 maart 1918 werd een geplande NAVO-bijeenkomst afgelast waarop een driedelig besluit over het neutronenwapen aan de permanente NAVQ-raad zou worden voorgelegd. Dit door president Carter veroorzaakte uitstel wekte de woede op van met name bondskanselier Schmidt. Carter liet in april bekend maken een besluit tot produktie vooralsnog uit te stellen. Zonder vooraf de bondgenoten te consulteren nam president Carter op 18 oktober het besluit om onderdelen van het neutronenwapen te laten produceren, maar de assemblage daarvan voor onbepaalde tijd uit te stellen. Daarna werd het betrekkelijk stil rond de neutronenbom. De voor het bondgenootschap slecht verlopen gang van zaken rond de besluirvorming over de neutronenbom tastte de cohesie van de NAVO aan. De indruk werd gewekt van een onvoorspelbare Amerikaanse leiding in combinatie met traditionele Europese aarzelingen om verantwoordelijkheid te dragen voor nucleaire wapens. Velen twijfelden aan het vermogen van een uit democratische landen bestaande alliantie om, in het licht van nieuwe dreigingen, eensgezinde beslissingen te nemen (1). De vraag is, welk effect de voor de NAVO pijnlijk verlopen neutronenbom-affaire heeft gehad op de ontwikkelingen in het bondgenootschap . Meerdere waarnemers veronderstellen dat het herstellen van de aangetaste eenheid binnen
3
Gebruikte afkortingen: LTDP , SALT , MBFR , SLBM , TNF , LRTNF, SRTNF, NPC , DPC , NAC , CM , CLC M, ALCM , SLCM , HLC ,
sc,
Long Term Defence Programme Strategie Arms Limitation Talks Mutual 8 alanced Force Reduaions Sea-Launched Ballistic Missile Thealre Nuden Force Long Range Theatre Nudear Force (1.000 k.m of meer) Short Range Theatrt Nudear Force (tot 1.000 km) Nudear Planning Croup Defence Planning Committee Nonh Atlamic Council Cruise MissiIe Ground-Launched Cruise Missi le Air"· Launched Cruise Missile Sea-Launched Cruise Missile High Level Croup (hield zich met modernisering bezig) Special Group (hield zich met de wapenbeheersingsasp«tcn ooig) Conferentie Veiligheid en Samenwerking in Europa
de NAVO een van de belang.-ijkste politieke drijfveren is geweest om te komen tot een eensgezinde moderniseringsbeslissing in 1979. In ieder geval staat vast dat de NAVO van de gang van zaken rond de neutronenbom had geleerd. De moderniseringsbeslissing kwam niet uit de lucht vallen, maar werd zorgvuldig en langdurig voorbereid. Wat belang.-ijk is geweest, is dat alle betrokken bondgenoten intensief bij deze zorgvuldige voorbereiding betrokken werden, waardoor al een zekere binding aan het moderniseringsprincipe ontstond.
De twee ambtelijke werkgroepen van de NAVO Anders dan met de neutronenbom bereidde de NAVO de moderniseringsbeslissing van december 1979 zeer degelijk voor. Daartoe werden twee werkgroepen ingesteld, die bestonden uit ambtenaren en militaire expens van de verschillende NAVO-lidstaten, zodat reeds in een vroeg stadium een zekere commiuering aan de door deze werkgroepen uitgebrachte adviezen groeide. Zoals eerder vermeld stelde de NPG in oktober 1977 de zgn , High Level Group in, bestaande uit militaire experts van II lidstaten . In de loop van zijn werkzaamheden ontwikkelde de HLG een aantal richtlijnen: 1. de modernisering mocht de rol van kernwapens niet doen toenemen en geen verandering betekenen in de NAVO-strategie; 2. er mocht geen verandering komen in het totaal aantal in West-Europa opgestelde kernwapens; 3. er diende niet van een gelijke capaciteit als de SS-20 te worden uitgegeaan, wel van een geloofwaardige afschrikkingscapaciteit; 4. met het oog op de politieke achtergronden diende er een keuze voor systemen te worden gedaan, die zoveel mogelijk "zichtbaarheid" (en dus een duidelijke politiehe werking) hadden ; 5. vereist waren systemen met overlevingskansen, mobiliteit en accuratesse (8). De HLG adviseerde uiteindelijk een mix van twee nieuwe wapensystemen : de pmhing-II en de van de g.-ond te lanceren cruise missile (GLCM). Door de opstelling van deze twee wapensystemen zou naar de mening van de HLG de leemte opgevuld worden, die ontstaan was tussen de centrale systemen van de Verenigde Staten en de bestaande TNF-wapens in West-Europa. Alle landen zouden publiekelijk hun steun moeten duidelijk maken door te participeren in een gezamenlijke bijdrage voor de aan te leggen infrastructuur.
4
Later werd bekend dat het aanbevolen aantal 572 bedroeg: 108 pershing's en 464 GLCM's, waarvan 48 GLCM's aan Nederland waren toebedacht. Naast de HLG werd, zij het in een later stadium, een tweede werkg.-oep ingesteld, die zich moest bezighouden met de voorbereiding van de TNF-modernisering: de Special Group (SG). De instelling van deze tweede g.-oep in april 1979 was het resultaat van de opvatting van sommige nauw betrokken bondgenoten, waaronder Nederland, dat de NAVO het niet mocht laten bij een moderniseringsbesluit alleen. In het kader van het NAVO-devies "defense and détente" werd ten aanzien van de modernisering een "aanpak op twee sporen" voorgestaan. De SG kreeg tot taak parallel aan de werkzaamheden van de HLG de wapenbeheersingsaspecten van de op stapel staande modernisering te bestuderen en daartoe voorstellen te doen. Deze g.-oep bestond uit wapenbeheersingsexperts van alle NAVO-landen, uitgezonderd Frankrijk, onder voorzitterschap van het hoofd politieke en militaire zaken van het State Oeparrrnent. De SG werkte in het kader van de richtlijnen van de HLG, hetgeen inhield dat men ervan uitging dat er enige modernisering zou moeten plaatsvinden. Het meest geschikte forum voor onderhandelingen werd de toekomstige SALT-lil-onderhandelingen genoemd, waarbij speciale consultatieprocedures tussen de Verenigde Staten en zijn bondgenoten moesten worden vastgesteld (9). Men was het in de SG eens over de veronderstelling, dat de Sovjet- Unie niet bereid zou zijn tot serieuze onderhandelingen over de "grijze zone" als van de kant van de NAVO onvoldoende "wisselgeld" (d .w.z. wapens die men kon "inleveren" in ruil voor concessies) in de onderhandelingen kon worden ingebracht. Het waren vooral de Amerikanen in de SG die op dit standpunt stonden, omdat zij de ervaring in de SALT -onderhandelingen hadden opgedaan dat de Sovjet- Unie er niet toe te bewegen was bestaande wapenprogramma's aan hun kant te beperken in ruil voor beperkingen op potentiële programma's aan Amerikaanse zijde (IO). De werkzaamheden van de SG werden in september 1979 afgerond en haar adviezen werden samen met het advies van de HLG aan de beslissende NAVO-organen voorgelegd. Het advies van de SC resulteerde in een uitgebreid onderhandelingsaanbod aan het Warschaupact, dat tegelijkertijd met de beslissing tot modernisering werd geformuleerd.
J. Veen Noten I. NATO Final Communiques 1977 (NATO Information Service). 2. Ibid~m . 3. K.G . de Vries: GtntTal Rtport On Tlu Steurit] OfTIu AlliiJnct- Tht Rolt OfNuclear Wtapol'lJ . Brussel, The Norm AtIantic Assembly 1979. 4. G.W.F. Vigeveno : Btwaptning tn Oniwaptning In Dt Grifte Zoru. Inter· nationale Spectator juli 1979. 5. S. TabOI : Endgarm- Tlu Insidt Story OfSALT-II . New Vork, Harper &::: Row 1979, blz. 14 . 6. P. Maessen : Wit Stopt Dt N~rtmntbom' Doaoraalsaiptie, Leiden 1979 (zie elders in dit nummer). 7. KG . de Vries : Gtntral Rtport. blz. 14. 8. Ibidnn, blz. 9 e.v. 9 . Bijlagen bij Handelingen Tweede Kamer, Zitting 1979·1980, stuk 15887 , no. I. 10. K.G. de Vries: GtntTaJ RtpOf't, blz. 17 .
o
VROUWE TEGEN
Het I.K.V. en de kemwapendiscussie
Het Interkerkelijk Vredes beraad wordt gerekend tot één
Op éénzelfde pagina trof men een bijdrage van een "fun-
van de meest succesvolle actiegroepen die momenteel in
damentalistische pinkstergemeente"
Nederland opereren. Opgericht in 1966 vanuit de Nederlands HeIVormde Kerk, de (synodaal) gereformeerde kerken en Pax Christi, deed het IKV al spoedig van zich
beweging aan, welke laatste opriep tot "eenheid door wereldgelooP'. Een artikel van de "Liga van Anarchistische Rebellen" werd eveneens opgenomen ("zorg dat je die dag gewapend bent met een groot aantal pamfletten over Griekenland en de NAVO. Vergeet de plakker 'weiger dienst' niet .. ,"),
spreken door het organiseren van zgn. "vredesweken"
t
de eerste in 1967 . Het IKV is een vredesberaad, dat wil zeggen dat het begrip
naast een Baha'i-
"vrede" een centrale plaats inneemt in de studies en dis-
cussies van het IKV. Het bestudeert in opdracht van de kerken onder eigen verantwoordelijkheid de problemen van oorlog en vrede, publiceert zijn bevindingen in gepopulariseerde vonn en beveelt passende acties aan geïnteresseerden aan ( 1).
Van Pinkstergemeente tot kernwapens Het IKV is begonnen als betrekkelijk kleine organisatie met een vaste kern van politiek en theologisch gelijkgezinden. Die oriëntatie bleek reeds van den aanvang af uit
de geschriften en pamfletten die van IKV-zijde werden uitgegeven. Ik herinner mij nog goed hoe tijdens de vredesweek van 1970 een Vredes'ram met als thema "Verenig de Naties" werd verspreid waarin een wonderlijke com-
binatie van bijdragen aangetroffen kon worden - overigens met bepaalde gemeenschappelijke trekken die de IKV-denk- en betoogrrant typeren.
In 1971 bevatte de Vredeskrant voorlichtende artikelen over O.m. de "X-V-beweging", het Medisch Comité Ne-
derland- Viemam, de "Angola Koffie-Aktie" en aanver-
wante groeperingen. In 1972 besteedde het IKV aandacht aan de "Macht van Europa". Prof. Berkhof nam in de Vredeskrant onder het kopje " De Macht en de Machten" de NAVO en de EEG op de korrel. Deze zijn in zijn visie naast middelen ter afschrikking van het communisme vooral bedoeld ter bescherming van de eigen rijkdom zonder iets te doen aan de armoede in en van de Derde Wereld (2). Het IKV neigt bij verschillende gelegenheden overig~ns naar een kritische instelling LO.v. de Europese integratie, omdat het vreest dat daarmee een nieuw belangrijk militair blok zal ontstaan. Het IKV heeft een eigen toekomstvisie op Europa ontwikkeld om het huidige afschrikkingsdenken te kunnen doorbreken. Het wil "de groeiende. kritiek op het Nederland,e NAVO-lidmaatschap.
5
de afnemende vanzelfsprekendheid van de wenselijkheid van Europese integratie als doel op zichzelP' onder woorden brengen (3).
contact met meer radicaal gerichte groepen, zoals deze van den aanvang af nauw met het IKV (en het IKV met hen) hebben samengewerkt, niet verbreken (10).
Het gaat het I KV dus niet alleen om kernwapens. Het IKV richt zich inderdaad tegen de kernwapens, maar daarnaast tegen nog veel meer, al wordt op dat "nog veel meer" de laatste jaren veel minder nadruk gelegd, omdat men zich sinds 1977 concentreert op acties tegen kernwapens als strategische' tussenfase in de strijd tegen de bewapening en de blokvortning in Oost en West. Zo keerde het IKV zich in 1968 (samen met Pax ChristD tegen de verhoging van de defensiebegroting met f 225 miljoen, voerde het bij verschillende gelegenheden actie ten gunste van bevrijdingsbewegingen in Zuidelijk Afrika en koppel-
In een terugblik op tien jaar IKV stelde men zelf vast dat het IKV "en daarmee verwante partijen en groeperingen" (bedoeld worden veelal links georiënteerde partijen en groeperingen) nauwelijks invloed hebben op de hoofdlij nen van het veiligheids- en ontwikkelingsbeleid (11 ). Men wilde derhalve de acties zo verbreden dat zij in brede lagen van de bevolking zouden aanslaan. Aldus werd het
de het zo eigen activiteiten aan het Programma ter Bestrijding van het Racisme van de Wereldraad van Kerken
(PCR), steunde het het Medisch Comité Nederland-Vietnam, keerde het zich (in 1977 ) tegen de plannen van de toenmalige minister van defensie Stemerdink ter zake van oefenterreinen in het noorden van het land (Hin vredes-
naam geen oefenterreinen hier") (4), ondersteunde het tal van zgn. "consumenten-boycots" (Boycot Outspan Aktie,
Angola Koffie etc. ) (5), steunde het de boycot tegen de AMRO-bank (6) en zo kan men nog even doorgaan. Uit het bovenstaande blijkt dat het hier om acties ging die vooral ter linkerzijde in de politiek veel steun ondervonden. Blijkens een uitspraak van de algemeen secretaris van het IKV, Mient Jan Faber, ziet het IKV zich als "verlichte voorhoede" (7). Die uitspraak dateert uit de periode dat het IKV bezig was zich te bezinnen op het
plan geboren om een actie te gaan voeren tegen de kernwapens in Nederland en daarbuiten, waarmee men onder
de energieke leiding van Mient Jan Faber (die door zijn organisatietalent het IKV zeer effectief maakte) in 1977 een aanvang maakte.
Het amateurisme der begintijd was voorbij. In het jaar dat ook de actie tegen de neutronengranaat zoveel succes
boekte, kreeg het IKV de volle wind mee en vergrootte het zijn actieradius enOrtn. Na 1977 zou de kernwapendiscussie hier te lande in belangrijke mate bepaald worden door IKV en Pax Chris ti, wier politieke invloed door veel politici ongetwijfeld verkeerd werd ingeschat. In politieke en kerkelijke kring kwam het pas echt tot een discussie over de kernwapenproblematiek nadat het IKV met zijn campagne tegen deze wapens begonnen was. Van IKV-zijde wordt dit ook gaarne toegegeven. Het IKV was er een belangrijke oorzaak van dat Nederland de laatste tijd is gaan afwijken van de lijn van het Bondgenootschap en van IKV-zijde wordt dat als een succes aangemerkt (12).
verwerven van nieuwe bondgenoten buiten de eigen
(links georiënteerde) kring. In beginsel wijst het IKV iedere binding met politieke partijen af (8) en bestaat er binnen het Beraad beduchtheid om door een al te ondubbelzinnige keuze voor bepaalde politieke visies de basis voor het werk al te zeer te versmallen (9), Het " preken voor eigen parochie" werd dan ook steeds meer als weinig zinvol ervaren en men zocht naar wegen om het
actieveld te verbreden. Daartnee wilde men echter het
Ontwikkelingen in kerk en theologie
Hoewel naar buiten de indruk wordt gewekt dat men in partij-politieke kwesties neutraliteit betracht, kan niet worden ontkend dat het IKV in tal van politieke kwesties helemaal niet zo neutraal is en wil zijn. Integendeel, men presenteert zich als een actiegroep voor politieke bewustwording (13 ). Ondanks de verbreding van zijn acties sinds 1977 is de politiek-ideologische en theologische kern van het IKV dezelfde gebleven.
rig gevolgd, mede door het feit dat ik sinds 1972 vrijwel alle vergaderingen van het Centraal Comité, alsmede de . "Nairobi·Assemblee" van de We-
reldraad van Kerken heb bijgewoond.
Het I KV is niet een op zichzelf staande "beweging". Men dient het I KV te bezien vanuit de ontwikkelingen die zich de laatste 20 jaar in kerk en theologie hebben voltrokJten, ontwikkelingen die zich maar niet beperken tot de theologie alleen, doch evenzeer zich uitstrekken tot de politiek. Ik heb die ontwikkelingen nauwkeu-
6
Daarnaast nog een aantal andere in· temationale oecumenische consultaties, zoals die van vorig jaar in Bos· ton over "Faith, Science and the
Future" (waar de kernenergieproblematiek aan de orde was) en de zendingsconferentie van Melbourne in mei van dit jaar. Daarnaast maak ik
al tien jaar studie van vrijwel alle conferentiedocumenten die de oecu-
menische beweging sinds haar begin in 1910 heeft opgeleverd.
Gebleken is dat de oecumenische beweging op het punt van de houding tegenover totalitaire ideologieên de laatste vijftien jaar aanzienlijk naar links is opgeschoven (14). Het is hier ruet de plaats dat uitputtend aan de hand van tal van citaten toe te Hch·
ten, en ik kan dus slechts verwijzen naar wat anderen daarover reeds ge·
publiceerd hebben (15 ). Wel wil ik, doch slechts ter illustratie, verwijzen naar wat b.v. door de zendingsconferende van de Wereldraad van Kerken
in Bangkok is uitgesproken n.a.v. het begrip "heil" (Salva/ion). Onder heil werd mede begrepen "de vrede van het volk van Vietnam, de onafhanke·
.Ïijkheid van Angola, gerechtigheid en verzoening in Noord Ierland en ... verlo55ing uit de machtsgreep van de Noord-Atlantische gemeenschap" (16 ), Een recente consultatie uitgaande van Programma ter Bestrijding van
het Racisme van de Wereldraad van Kerken breidde het racisme- begrip zo
gaarse opstand uit te laten of kerkelijke leiders die met die opstand wa-
Tegen het eind der zestiger jaren en
ren meegegaan, te verdedigen. Dit is
ook vanuit de Derde Wereld belangrijke theologische invloeden. Er was een heel denkklimaat van politieke theologie ontstaan, waarbij de kerk
hem door de bekende Amerikaanse theoloog en ethicus, Reinhold Niebuhr, zeer kwalijk genomen (18). De Wereldraad veroordeelde het Russische ingrijpen in Hongarije wel.
sterk uit dat in feite de gehele weste-
lijke wereld in de beklaagdenbank werd gezet. Volgens een der rapporten vindt het racisme in de wereld zijn grondslag in het internationale
Irapitalistische systeem. Pogingen om ook het staatskapitalisme van de Sovjet- Unie veroordeeld te krijgen, mislukten . Zuid-Afrika wordt gezien als
kon worden geopereerd. Meer nog het kapitalisme de bron van onderdrukking en geweld. De Vietnambeweging versterkte het anti-Amerikanisme niet weinig. Nieuw was ook
natie, waarmee het commercieel en militair verbonden is, gevonden wor-
Unie aan de kaak te stellen, omdat dan de Russische deelnemers aan consultaties en congressen fel daartegen protesteren. Ze schijnen een soort ongeschreven veto-recht te bezitten. Toch is daarmee niet gezegd
dat de theologie der bevrijding het begrip "klassenstrijd" aan het
Marxisme en theologie In de jaren zestig kwamen er belangrijke andere stromingen bij. Het studentenverzet kwam van de grond en
beïnvloedde ook christelijke studentenbeweging (WSCF). De Franlrfurter Schule (Marcuse, Habermas, Adorno)
dat de Wereldraad alles wat de Sovjet- Unie doet, goedkeurt. Maar de kritiek op de landen van het Westen is veelvuldiger, harder en duidelijker. Een veelgehoord argument is dat het
structuur. De Vietnam-oorlog, het ageren van Bertrand Russeli en de geschriften van neo-marxistische filo-
Westen "christelijk" is -
en dus van-
sofen - dat alles bepaalde de bewe-
uit de kerken feller bekritiseerd mag
ging die was opgekomen, een bewe-
worden -
terwijl "het Oosten" niet
gaf uiting aan het verzet tegen de wes-
terse kapitalistische maatschappij-
ging die ook de kerken niet onbe-
christelijk, doch atheïstisch is. Welke theologie steekt nu achter deze
roerd liet.
ontwikkelingen? Dat is een lang ver-
gische vragen. In Praag schreef een
haal. Al in 1949 verkondigde de invloedrijke protestantse theoloog Karl Barth dat Stalin met geen mogelijkheid vergeleken kon worden met Hit-
marxistisch filosoof een boek over
Ier en dat het communisme iets ge-
heel anders is dan het nationaalsocialisme. Dat is in zekere zin ook zo, maar Barth voegde eraan toe dat het communisme qua bedoeling goed was en het nationaal-socialisme door en door slecht. Barth was een typisch christen-socialist, die meende dat de zaak van het Westen nog niet
denken werd geplaatst_ Het boek van de Latijnsamerikaanse theoloog Gustavo Gutii TTel over de Theologie van de Bevrijding (1972) kreeg grote invloed, ook in Europa. De bewegingen van nieuw links denken in de kerken
dan het sovjet-communisme werd nu
dige tentakels in elke industriële
moeilijk valt de situatie in de Sovjet-
in het verlengde van een nieuw links
vonden nu een denkkader vanwaaruit
"een tumor waarvan de kwaadaar-
den" (17 ). Steeds weer blijkt dat het bijzonder
begin der zeventiger jaren kwamen er
Vanuit het marxisme
kwam belangstelling voor theolo- '
"Marxisme en dialectische theolo-
gie" (19). Een vooraanstaand lid van
marxisme ontleende en in de theol-
ogie introduceerde (22). De linkse richting in kerk en theologie plantte zich in de zeventiger jaren krachtig voort, ook en met name via
de Wereldraad van Kerken en de zgn_ nationale raden van kerken. Men
ging zich in de tweede helft der jaren zeventig ook meer bezighouden met vragen van bewapening en militarisme. Mede op voorstel van de Neder-
lander dr. H_M. de Lange initieerde de Wereldraad van Kerken op de Nairobi Assemblee (1975) een Programma ter Bestrijding van het Militarisme, in het kader waarvan reeds een aantal consultaties is belegd (25). In juni 1980 kwam het binnen de Wereldraad al tot "een absoluut duidelijk neen tegen kernwapens", mede n.a.v. het Boston-congres van vorig Jaar.
Roger Garaudy, schreef een boek over de beginnende dialoog tussen chris-
In 1977 hoorde ik de Duitse theoloog Helrnut Gollwitzer op de Kirchentag in West-Berlijn zijn veto over de kern-
tenen en marxisten (20). De neo-
wapens uitspreken. De kerk mag niet
marxistische filosoof Ernst Bloch vond theologisch ingang via het invloedrijke boek van de Duitse theoloog jürgen Moltmann over de Theologie der Hoffnung (2 Il, waarin de stelling werd ontwikkeld dat God aan de zijde van de verdrukten staat en dat de kerk met de maatschappijcritici de status
langer bescherming door de kemwa-
de Franse communistische partij,
pens aanvaarden. Interessant is dat
Deze opvattingen vonden in brede kring ingang, ook en met name in
op het toekomstige. Daannee is niet gezegd dat de nieuwe
het IKV in de Vredeskrant van 1977 Gollwitzer op dit punt uitvoerig aanhaalde, maar geheel verzweeg dat hij in diezelfde toespraak ook gezegd had dat hij niet langer "door het prikkeldraad van de westelijke bezetting tegen inlijving in de DDR" beschermd wenste te worden (24)_ Iemand met zulke uitgesproken poli-
Nederland . In Duitsland waren het vooral Niemöl/er en Gol/witter die zich door Barth aangesproken wisten.
politieke en theologische beweging zich direct op Moskou ori~nteerde_ Marcuse b.v. wees het dogmatische
tieke idee~n kan men in de kernwapendiscussie nauwelijks serieus nemen. Niettemin heeft Gollwitzer in
Beiden gingen evenwel verder dan
Barth, hoewel deze in 1956 nog wei-
communisme af. Evenzo Bloch en vele theologen, en dit gebeurde voor-
gerde zich ten gunste van de Hon-
al na Tsjechoslowakije 1968.
Nederland veel invloed en weet men zich in IKV-kring niet weinig door hem geïnspireerd (25). 0
de zaak der kerk is en dat de kerk dus ook geen partij heeft te kiezen in de Oost-West problematiek.
quo moet afzweren vanuit de hoop
7
De IKV-denk- en betoogtrant
EO-hoek" aflc.omstig is (kunnen EO-ers dan niet nadenken over vredes vragen, of zijn zij al bij voorbaat
In het bijgaande artikel "ontwikkelingen in kerk en theo-
"reactionair" of erger? ).
logie" is een aantal belangrijke stromingen van de inter-
Op zaterdag 22 september 1979 liet MientJan Faber zich als volgt uit over het CDA-rapport "Vrede en Veiligheid" (het zgn. rapport-Neuman): "Als je het rapport leest, geloof je je eigen ogen niet." (30). Volgens het IKV is het rapport-Neuman "in de ban van de afgoderij, mythen en leugens. Het is onbijbels en gaat uit van een vijanddtMtTI" (3 1). Het gaat uit van "een westers-liberale maatschappij-
nationale kerkelijke vredesbeweging geschetst. Tegen deze achtergrond kunnen we ingaan op de wijze waarop het IKV te werk gaat en zijn denkbeelden ontvOuwt. Officieel is het Beraad met de kerkelijke vertegenwoordigers het machtscentrum van het I KV. Maar deze vertegenwoordigers worden eerst na kandidaatstelling dóór het IKV door de respectieve kerken benoemd. Het secretariaat en de algemeen secretaris hebben grote volmachten. Het Beraad zelf bestaat uit 26 man en vergadert circa twaalf maal per jaar, waarbij de algemene beleidslijnen worden vastgesteld. Dat gebeurt op basis van door werk-
opvatting", het bevat "loze kreten", het is een "uiterst
lompe wijze van omgaan met de bijbel", het geeft "een pikzwarte schildering van de Sovjet-Unie", is "een ver-
duiveling van de tegenstander" (d.w.z. het Warschaupact), bevat "leugens en mythen" die "ontmaskerd moe-
groepen aangevoerd materiaal. Er zijn vijf van die werk-
ten worden door een benadering die werkelijk evange-
groepen met elk een full-time secretaris, de werkgroep
lisch geïnspireerd is" etc. etc.
"vn::desweek" is veruit de belangrijkste. DireCl onder de algemeen secretaris ressorteren tien regio's in Nederland,
die alle begeleid worden door "regionale begeleiders", veelal academici. In het totaal bestaan er zo'n 350 actieve kernen.
De besluitvorming op beleidsgebied is centraal geregeld:
"Zo httft God hrt kwaad ovtr dt w~ld toch nia vtrdttld. moatn christtntn bij Itting dtnktn. En hoptlijk lullm zij gtstimulttrd wordtn zich af ec= vragc=n waarom in dt Sovjrt-Unic= dc= communis tischt I'tvolutit haar humanistischt Ulopit 10 sl«he l'taliSttn. m in hotvtrrc= dt oonaktn daarvan gdtgc=n lijn in dt Wtsttrsc= opSldling ttgtnovtr dit rtvolutit." (32 ).
het IKV handhaaft een strakke structuur, omdat men an-
ders vreest dat de acties onvoldoende invloed hebben. De kernen richten zich met name op het linkse centrum van de politiek. Zo wordt in een werkmodel voor "politieke
actiekernen" gesteld dat daar waar het IKV weinig aanhang heeft. contact moet worden opgenomen met "een
Voor het IKV zijn andersdenkenden "hardleers", dienaars van afgoden, terwijl het IKV alleen maar "redelijk" wil zijn (33). Vanuit IKV-kring wordt ook gesuggereerd: "Tegenactie tegen het IKV laat de bijbel buikspreken" (dit slaat op de alternatieve vredes groep Shalom) (34).
progressieve CDA- of PvdA-aanhang" (26). Er is een direct verband tussen deze strakke organisatiestructuur en de nogal aumritaire en weinig buigzame wijze waarop het I KV zijn standpunt naar voren brengt of met tegenstanders omgaat (2 7). Wanneer men de IKVpublikaties leest, dringt de gedachte zich wel eens op dat de daarin verwoorde denk- en betoogtrant lijkt op die welke we in de Oosteuropese pers aantreffen. Kenmerkend is bijvoorbeeld, dat men doet voorkomen dat het overgrote deel van de Nederlandse bevolking het met het IKV eens is en het IKV onwedersprekelijk gelijk heeft. Vorig jaar hield het IKV in zo'n honderd gemeenten waar IKV-kernen aanwezig waren, enquêtes (zgn. "peilingen"). Op grond van die peilingen concludeerde het IKV in een persbericht dat reeds zo'n 70% van de bevolking achter het IKV-standpunt stond en die conclusie werd dan ook aanstonds ingebracht bij het in december vorig jaar gevoerde Kamerdebat over de modernisering van de kernwapens. Het IKV negeerde volkomen het feit dat een enquête in honderd gemeenten nog niet een beeld kan opleveren van de landelijke situatie. Bovendien heeft men in gemeenten waar veel IKV-activisten actief waren, relatief meer vraaggesprekken gevoerd dan elders. De betrokkenen werden benaderd door IKV-kemgroepleden die over de nodige overredingskracht beschikten (28),
Een ander element uit de IKV denk- en betoogtrant is de wijze waarop men tegenstanders afdoet. In zijn memoires
schrijft mr. J. Luns dat onderdeel van de Russische redeneer-acrobatiek is, dat men van tevoren vaststelt dat in geen geval over het eigen standpunt kan worden gediscussieerd en dat men nooit een concessie doet, tenzij men
daar absoluut toe gedwongen wordt (29). Er zouden tal van voorbeelden gegeven kunnen worden van de wijze
waarop het IKV met tegenstanders omgaat. Argumenten vanuit de kring van de alternatieve Vredeskrant Shalom worden afgedaan met het argument dat die krant "uit de
8
Onlangs verscheen er een dissertatie over "Het beeld van
het Westen in de Sovjet Pers" van dr. W.P. van den . Bereken. De schrijver laat zien dat ook de sovjet-denk- en betoogtrant volstrekt uitgaat van het eigen gelijk en tegenstanders sterk karikaturiseert. Rede wordt vaak over-
stemd door emotie. Andersdenkenden zijn "leugenachtig", "vuil", "huichelachtig", "vals", etc. (35). Het gaat er niet zozeer om of de discussietechniek van het IKV en
die van de sovjets volstrekt identiek zijn, nog minder of het IKV met het sovjet-denken sympathiseert. Het gaat veeleer om de feitelijke constatering dat er zekere analogi~n en overeenkomsten zijn in de wijze waarop tegen-
standers worden afgedaan.
Het IKV tegenover het kabinet Van Agt Hoe staat het IKV tegenover de huidige regeringspolitiek? Tijdens het kamerdebat over de modernisering van de kernwapens vorig jaar december liet het IKV daarover weinig misverstand bestaan. Een motie van de opposir.ie
werd door het IKV actief gesteund. Het was de beroemde (of beruchte, zo men wil) motie-Stemerdink, die ook door tien dissidente CDA-kamerleden werd gesteund en die zich richue tegen het NAVO-moderniseringsbesluit en de stationering van nieuwe kernwapens op ons grondgebied. Toen deze motie was aangenomen, werd van
IKV-zijde verklaard: "Alleen de eerste slag is nog maar gewonnen." (36). De heer Faber liet weten: "We zijn uit de boot van het klassieke denken gevallen en nu gaat het erom, dat er een beleid komt waardoor we in de NAVO en in de wereld van het kernwapen aflc.omen." Hij plaatste zich tegelijk vierkant tegenover het regeringsstandpunt, omdat deze regering dat andere beleid niet wezenlijk wil voeren: "Zo'n regering zou zelf de consequenties moeten trekken, want hier komt niets goeds van", aldus
de heer Faber (37).
\ \
BIJDRAGEN AAN VRED' M!1Q#~klllIWä;Jällliij
De bom barstte inderdaad toen de regering zich in Brussel niet zonder meer tegen produktie en plaatsing van de
die een belangrijk deel van het CDA had meegekregen, alsnog uitvoering van die motie eiste. Het I KV had intus-
nieuwe kernwapens had uitgesproken. hetgeen niet con-
sen zijn naam gezet onder een advertentie "Olieboycot Zuid-Afrika Nu" van een groot aantal actiegroepen, die
form de motie-Stemerdink was . Het IKV zond daarop een brief naar de Kamer waarin de opstelling van de regering "een blijk. van ontkenning van de discussie die in ons land op gang is gekomen" genoemd wordt (S8). Vervolgens startte men een advertentiecampagne, die naar
het IKV moet hebben begrepen, geen ander doel kon hebben dan dit kabinet ten val te brengen. In Trouwadverteerde men bijv. : "De regering heeft tàch vóór nieuwe
atoomraketten gekozen! Wij roepen de Tweede Kamer op hier in vredesnaam niet mee akkoord te gaan." (S9). Een groep IKV-ers en leden van oppositiepartijen (alsmede één CDA-er) adverteerde in ditzelfde dagblad op 19 december 1979: "De wereldvrede moet een kabinetskrisis waard zijn. ti, Mient Jan Faber verklaarde in een
interview in NRC/Handelsblad : " Van de CDA-politiek griezel ik!" (40).
de dag vóór of van het bewuste oliedebat in de landelijke dagbladen verscheen (42). Dit is interessant, omdat van I KV -zijde bij een andere
gelegenheid bezwaar is aangetekend tegen de boycot van de Olympische Spelen en de bevriezing van de culturele en economische relaties met de USSR. "Het is koude oorlog geblazen" (4S), aldus M.J. Faber, die zich overigens wel keerde tegen de Russische invasie in Afghanistan. Ook de PvdA-partijraad had zich tegen de boycot van de Olympische Spelen gekeerd, maar het CDA was er weer voor.
Het IKV en Oost-Europa In ultra-rechtse kring wordt wel eens de suggestie gewekt
De "dissidenten" lieten het kabinet echter niet vallen,
dat het I KV een mantelorganisatie van de Russen zou
waarop het IKV harde acties aankondigde als er volgend jaar geen ander beleid komt. Om die reden concentreert het IKV zich nu op het intensief beïnvloeden van de ver-
zijn. Ik meen dat zulks de zaken te simpel voorstelt. Het IKV is de Wertldvredmaad (op Moskou georienteerde communistische mantelorganisatie die een belangrijke rol vervult bij de sovjet-vredespropaganda) of de ChriJttlijht Vredesconferentie (organisatie van vooralOosteuropese kerken die in de pas lopen van het buitenlands beleid van de Soivjet- Unie, opgericht in 1957 ) niet. Toch is het in-
kiezingsprogramma's der grote partijen, met name ook
het CDA, en wil het de komende vredesweek geheel in het teken van de verkiezingen doen staan, want Hin de ko-
mende kabinetsperiode moeten de kernwapens uit Nederland verwijderd worden" (41). Een tweede punt waarop het IKV tegenover het kabinet kwam te staan, betrof het standpunt van de Nederlandse regering inzake het door de Tweede Kamer gewenste olieembargo tegen Zuid-Afrika (motie-Scholten). Het kabinet legde die motie naast zich neer, waarop de heer Scholten,
teressant na te gaan in hoeverre de IKV-visie overeen-
komt met die welke in Oost-Europa gangbaar is. Daarvoor moeten we eerst weten wat de mensvisie van het
IKV is. Gesteld wordt: "Unaniem is het IKV in de afwijzing van de gangbare politieke opvattingen over de onvermijdelijkheid van bewapening en oorlog, de onover9
brugbaarheid van ideologische tegenstellingen en de geneigdheid van de mens (c.q . onze tegenstanders) ten kwade." (44). Het IKV meent dus met andere woorden dat de mens in beginsel niet slecht maar goed is. Op grond van welke objectieve feiten uit de geschiedenis wordt die stelling verdedigd? Indien de mens tot het goede geneigd zou zijn, zou de wereld geleidelijk aan moeten .
beweging. De CPN heeft daartoe zelfs speciale instructies uit Moskou ontvangen om zich vooral niet te isoleren en zij initieerde samen met de Wereldvredesraad de A.~tie
Stop de Neutronmbqm. Het is sterk de vraag of het IKV tegen dit propagandageweld op kan. Het is een kwade suggestie, maar het zou
wel eens kunnen zijn dat niet het IKV naar Moskou, maar
evolueren tot een paradijs vol goedwillenden. Maar we
Moskou naar het IKV oprukt, en dat gebeurt dan heel
hebben juist het tegendeel gezien. Het is dan ook zeer de vraag hoe het IKV die stelling staande kan houden in het licht van het bijbels gegeven dat geen enkel mens goed is (Ps. 14:2,3 ; Mark. 10:18; Rom. 3:11, 12), of de bijbel
langzaam en ongemerkt. Wie de verslagen leest van de contacten die in Oost-Europa zijn gelegd, bespeurt daar al iets van. Er is al een brief naar de Wereldraad van Kerken waarin de samenwerking tussen het IKV en de
zou alleen gebruikt moeten worden als het gaat over de
Oostduitse kerkelijke instanties wordt aangekondigd.
bergrede.
"Vertrouwen begint met de aanvaarding van de tegenstander in de manier waarop hij zichzelf ziet." Verder is
De mensvisie van het IKV is van directe invloed op de
visie die het IKV op de Sovjet-Unie en Oost-Europa heeft. Het IKV wil de "vijandbeelden" afbreken en zoekt derhalve in toenemende mate contacten met gelijkgezin-
den in Oost-Europa, met name in de DDR. Faber: " We zullen er daar (in de DDR) op wijzen, dat eenzijdige initiatieven nodig zijn om een tweezijdig proces op gang te kunnen brengen. We willen ook naar Polen en Hongarije.
Zo rukken we langzamerhand naar Moskou op." (45). In de Vredeskrant van 1977 wordt gerept van het "opbouwen van echte vriendschappelijke relaties met de landen achter het ijzeren gordijn" om de negatieve beelden die
er een pleidooi voor het doen van eenzijdige stappen (47 ). In de vredeskrant van 1979 kan men uitgebreid lezen dat het IKV ook in het Oostblok actief is. Het IKV meent dat het Oosten in tegenstelling tot het Westen "een rijke traditie van voorstellen voor ontwapening" heeft (48 l. Zo'n uitspraak geeft aan dat het proces van ideologische beïnvloeding reeds begonnen is en daaruit is weinig goeds te vetwachten. Want niet wat het IKV vertelt, maar
wat het vm.wijgt is belangrijk. Dat de Russen zich bij de onderhandelingen over onrwapening en wapenbeheersing uiterst stug en ontoegeeflijk opstellen, hoort men
we van elkaar hebben uit te bannen: "Maar is alles wel zo negatief als we denken ? Is het communisme uitsluitend in
van IKV-zijde niet: wie zó spreekt, creëert immers een
verband te brengen met onmenselijke systemen?" (46 ). Men heeft in Oost-Europa een lange ervaring op het gebied van geleid kerkelijk vredeswerk. Het is overigens een publiek geheim dat de Communistische Partij van de Sov-
monopolie bezaten, eens aan de Russen hebben voorgesteld alle kernwapens te vernietigen, hoort men van die zijde ook niet. De Russen , die op dat moment net bezig
jet- Unie zeer geïnteresseerd is in de Nederlandse vredes-
voorstel kort daarna met een eigen kernproef. Dat feit is ook niet vermeld in de "Handreiking" van de Hervorm-
vijandbeeld. Dat de Amerikanen, toen zij nog het atoom-
waren zelf de bom te maken, beloonden het Amerikaanse
de Synode over de kernwapens.
Conclusie Is het IKV dus een matelorganisatie van de Russen? Ik ben van mening dat dit niet het geval is. Maar het is wel
te vrezen dat het IKV zich in Oost-Europa geleidelijk aan zal laten inpakken, zoals ook een Niemöller en een Collwitzer. En niet ontkend kan worden dat de Russen grote
belangstelling hebben voor de Nederlandse vredesbeweging in het algemeen en het I KV in het bijzonder. Want in een totalitaire maatschappij waar alles is gestroom-
lijnd, zal datgene wat het IKV voorstaat niet worden gerealiseerd. Maar misschien wèl in een vrije maatschappij als de onze .
. Het enige dat het IKV dus zal bereiken is eenzijdige ontwapening. En daar hebben de Russen alleen maar baat bij. Je kunt het complexe geheel van Oost-West verhoudingen nu eenmaal niet reduceren tot zgn. "vijandbeelden" die moeten worden "uitgebannen".
Stel eens dat wij er in de jaren dertig en in de oorlogstijd ook vanuit waren gegaan dat het optreden van iemand
als Hitler alleen maar te maken had met vijandbeelden. Wat zou er zijn gebeurd als Churchill of Roosevelt aan de dictators van hun tijd hun volle vertrouwen hadden geschonken? Als het gaat over regimes of dictators - en het ~oet er dan weinig toe of we het dan over Breznjev,
Pinochet of Fidela hebben 10
die niet alleen de mensen-
rechten op grove wijze schenden maar die ook uitgesproken militaristisch zijn, dan komen we met oppervlakkige analyses niet verder. Of is het IKV bereid in de verhouding tegenover bijvoorbeeld Zuid-Afrika net zo duidelijk en net zo krachtig over de uitbanning van vijandbeelden te spreken als in de verhouding tot de Sovjet- Unie? Want voor mij is de Sovjet-Unie geen haar beter dan bijvoorbeeld Zuid-Afrika of Argentinie of Chili. D.... J.A.E. Vermaat
Drs. j .A .E. Vermaal {19f7} $ludttTdt rt dlltn (vrijt sludinichling mil acetnt
op inttrnalio1UJiJ/ recht, Oostturopw ru ht tn politidt thtonetn) te Ltidm. Hij is hoofd van de afdeling docummtatU m m ta rclt van de EvangtliJcht Omrotp tn publictt'rdt divme artiktlm in binnen- en buitmJand. In StpttmbtT vtTJchttn zijn bod " Wij N tdtTlandm tri de Vrede . .. ", d4l Aritüch inglUlt op de IKV-campagru tegm de *tmwapnu (Uilgrott1) Ot Banür, Utrtcht). DiJ. artiktl gttft uilsluittnd zijn pmoonJijltt mening weu . drJ .j .A.E. Vtrm4at
Noten
25 . CPLA -Badeground hiformalion, 1977/1 en 1978 /4 (WCC, Genève). Zie met name ook : J. ter Laak e.a ., Dt Anken en Jwl vraogstuA: van Jwt
1. Nota H et IKV /966- /9 72, p. 2 (Uitgave van het IKV, 1972). 2. VrtdtlkrtJ1l1 /9 72, p. 3. 3. TimjaarlKV (I 967- J9 77), p. 13 (Uitgave van het IKV, 1977 ), 4. VrtdtjA:ranl 1977 . p. 15 . 5. In de Vredesmnt van 1974, p. 6, treft men tal van groeperingen aan waarmee het IKV in dit verband samenwerkt. 6 . Timjaar IKV, p. 22. 7. Gedaan tegenover de kerbtieuwsredactie van het Rif. Dagblad van 22 augustus 1975, p . 2. 8 . Htl IKV 1966- 1972, p. 2. 9. TimJaar IKV, p. 14 . 10. Vgl. ibid., p . 22 en HtTV. Nedtrland, 7 juni 1980. I!. Ibid., p. Ig . 12. IKV-btrichtm 1976177. nr. 3. p. 1 (mei 1977). Ig . Vgl. b.v. Htl lKV /966-1972. p . 6. 14 . Ziej .A.E. Vermaat, Dit OdummûcM Btwegung und dit Idtologie 19251975, in : Peter Beyerhaus. ldeologim - Htrawf ordtrUng an dtr Glauhen, p . g7 e.v. (aad Liebenzell, 1979). Peter Beyerhaus is hoogleraar in de o«umenische theologie en missiolo gie aan de Universiteit van TIlbingen. Vgl . tevens : j .A.E. Vermaat, Chrislw of Ideologie! (De Banier, Utrecht, 197 7). 15. Zie b .v. Ernst lLfever, Arruttrdam to Nairobi. The World Council of ehurches and the Third World (Gwrgetown Univenity, 1979 ); Edward R. Nonnan, ChriJtianity anti the World Order (Oxford Univenity Pren, 1979); P. BeyerhausIW. Künne , Rtich GoUtJ odtr Wtltgtmn'n Jcltafl! (Bad Liebenzell, 1975 ). Vooral de laame studie bevat tal van documenten nl uitspraken. 16. Bangk.ok Anembly 1979. MinuttJ anti Rtport, p . 90 (Wee, Genève) (cursivering van mij ,JA. E. V.). 17 . World Couna! of Churches, TM Ecorwmic BaJû of RaciJm, p . I. <Offici~1 conferentie document van de PCR-consultatie die tussen 16 en 2 1 juni 1980 in Noordwijkerhout plaatsvond . Ik woonde die consultatie bij .) 18. Reinhold Niebuhr, Wh) iJ Karl Barth SiJenl on Hungary, in : TM ChriJtianCmlury, Vol. LXXIV (1957), p . 108 e.v. 19. Milan MachoVeY", MarxUmw und DiallAtûcM Theologit (EVZ-Verlag, Zürich, 1965). 20. Roger Garandy, Dt l'Anathème au Dialogut (Editions Pion, Pans,
militarilmt in Ntderland (Raad van KerkenlIKV, novembtt 1978 ). 24 . EPD - DMu rnmttJlion (bevat volledige teut toespraak Gollwiaer), 1911 /S2-SS, p. m . 25 . Gollwitzer wordt in IKV-kring m~rmaals instemmend geciteerd. In de Open Dtur van kerst 1979 wordt hij "een groot tijdgenoot" ge. noemd . 26 . IKV-stencil Politieke Aktie kerken met "Werk.model met het oog op de fo rmulering van de verkiezingsprogramma's t.b .v. de parlementsverkiezingen van 1981 " (zie elders in dit nummer). 27. Een zodanig verband wordt ook e1den aangetroffen . 28. De IKV-peilingen werden door deskundigen later aangevochten . Zie ook het elders in dit nummer opgenomen artikel van B. Kreemen, Hot hel IKV ptilde. NRC· HandtiJblad, 51 januari 1980. 1.0 ook. cln. OltO Schmidt, wetensch . medewerker van de Universiteit van Am· sterdam, in diverse TV-uitzendingen, o .a . voor de Evang. Omroep (Tijdsein) op 18 december 1979. 29 . J.M .A. H . Luns, "Ik herinner mij .. ," , p . 209 (A.W. Sijthoff, Leiden, 1911). gO. Mient jan Faber, Hollandj Dagbod., in : NRC -HandtlJblad, 8 december 1919, p. Z8 . 5 1. M.J . Faber, gecit~rd in : Ctnlraal Wttkblad, 29 september 1979. 32. Zie (o .a .) HtTV. Ntdtrland, 24 november 1979. De integrale teut van de IKV·k.ritiek o p het rappon-Neuma.n (Hoofdpunten van Kritiek van het IKV op het CDA-rapport. Neu. man " Vrede nl Veiligheid" ) is als IKV-stencil 79/57 gepubliceerd. 5g. Hoofdpunten van Krititlt , p. 6. 54 . Vgl. Htrv. Ntdtrland, 29 september 1979; over de wijze waarop het IKV met tegenstanders omgaat, zie ook : JL. Heldring, Htt IKV en dt Grott Politid., in: NRC -HandtlJblad, 10 augustus 1979. g5. W.P. van den Berden, Htt Bttld van Jut WtJten in rkSovjtt-pnJ, p . 92 e.v., 98 (Wolters-Noordhoff, Croningen, 1980). 56. M.J. Faber, in : HtTV. Ntderland, 15 december 1979, p . 9. 57 . /bidtm . 38 . NRC· HandtlJblad, 18 december 1979, p . 5. g9. Trouw -Kwarttt , 14 december 1979, p . 9 . 40. Interview in NRC· HandtlJblad, 21 december 1979, p . 5 . 41.IKV· Btrichim, 1979/80, Nr. I (december 1979), p. I . 42. O .a . in : NR C- Handtlsblad, 16juni 1980 en Trouw-Kwcrltt, 17 juni 1980. 4g . In : IKV-Btrichttn, 1979/80, Nr. 2 (maart 1980), p . 12. 44 . Htl IKV /966-19 72, p. 5. 45 . In : NRC- Hanrklsblad, 21 december 1979, p . 5. 46. VrtdeJltranl/977, p. 10. 47 . Trouw-Kwarltt, 10 juni 1980, p . 2. 48 . VrtdtJltranll979, p. 10.
1965). 2 1. jürgen Molunann, TJuohgie tin HoJInung (Chr. Kaiser Verlag, München, 1964 ). 22 . Gustavo Cutiérrez, TheoJogit van rk .Btvrijding, p . 202 e.v. (Uitgeverij Ten Have, Baarn, 1974);josé Miguez Bonino, ChriJtia1U anti MtmtiJtJ . The MUlual Challenge 10 Revolution, p . 92, 129, 151 e.v. (Hodder and Stoughton, London, 1976).
11
Om een inzicht te geven in de wijze waarop het I KV in de gemeentelijke politiek invloed tracht te verwerven, volgt hieronder een letterlijke weergave van de geJtencilde uitgave "Politieke aktiekemen" van het IKV.
Politieke aktie kernen Een werkrnodel met het oog op de formulering van de verkiezingsprogramma's t.b.v. de parlementsverkiezingen van 1981. 1. Peiling De campagne tegen de kernbewapening is gebaSttI'd op een algemttn onbehagen onder de Nederlandse bevolking terzake. OpiniepejJjn~n wijzen uit dal 81 % tegen k.ernwapens is en 5896 kernwapens de wereld uit wil helpen, om te beginnen bij Nederland . Met dit gegeven willen we plaatselijk. aan het werk gaan . Een eeme vereiste is dan deze cijfers plaatselijk "hard" te maken. Daart~ zullen in (ev. rondom) de vredesweek. ' 79 door de I KV路kemen peilingen wo rden gehouden in hun eigen woonplaau afwijk.. Deze peilingen hebben een twee路 ledig doel : a) vast te stdlen hoe grOOt de aanhang is van het IKV-voorstel " Help de kernwapens de wereld uit, om te beginnen uit Nederland" ;
hl de plaatselijke bevolk.ing een middel in handen te geven om met het uitspreken van haar voorkeur invloed uit te oefenen op de vaststelling van de diverse verkiezingsprogramma's. Het IKV zal zorg dragen voor begeleidend materiaal . We onderscheiden twet uitslagen : A groter dan 55%en A kleiner of gelijk aan 5596. (A = percentage van de plaatselijke bevolking dat instemt met het IKV-voorstel.)
2. A groter dan 55% Dett positieve uitslag dient veel publiciteit te krijgen . Zorg dat de regionale en plaatselijke kramen (ook kerk.bladen) er uitvoerig over schrijven. Ook kan het g~d zijn op basis van dett uitslag "avonden" te beleggen, bijv. binnen etn kerkelijke gemeente of met de politieke partijen. In ieder geva l dienen de politieke partijen en andere instellingen ge茂nfonneerd te worden over de uitslag. Spoor I Vervolgens is het zaak nieuwe bondgenoten te zoeken, vooral gToe~n en organisaties die zich nog niet over de campagne hebben uitgesproken - vrouwenorganisaties , welzijnsinstellingen , vakverenigingen, kerken e.d. Deze dienen meerdere ke~n te worden aangesch~ven . De eerste keer om hen het resultaat van de peiling mee te delen en om een gesprek (met het bestuur) te vragen. Later, als het eerste contact goed gevallen is, dienen zij een officitle adhesie-betuiging te geven bij amenderingsvoorstellen (van de IKV-kern) op de ooncept-verkiezingsprogTamma's, die in de plaatselijk.e afdelingen van de politieke partijen ter discussie staan. De kernen d~n er verstandig aan een lij st aan te leggen van contacten. Bijvoorbeeld als volgt: Gr~peringen waarmee direae relaties worden onderhouden, omdat enkele leden van de kern er lid van zijn : I . ......................................
2. ....................... .... ............. ....
.. ..................... .
.. ........ ........ .
Groeperingen, waarmee indirttte relaties bestaan , omdat er bekenden - die sympathiseren met het IKV - inzitten : I ..................... ................ ..
2.
Groeperingen waarmee nog geen relatie bestaat. Elk van dett drie onderscheiden categori~n van gT~peringen vraagt om etn aangepaste benadering, wil het komen tot een zo groot mogelijk aantal bondgenoten. un behoorlijk overzicht van de contacten biedt de mogelijkheid om op een adequate manier tot het werven van nieuwe bondgenoten/steunpun ten te komen . Het lijkt verstandig om steeds bij die gr~pering te beginnen waar de kam op succes het grOOtst is. Succes wordt bij de uitslag van de peiling "opgeteld" en verstevigt deze. (Zorg dat er steeds publiciteit aan gegeven wordt .) Spoor 2 Tegelijkertijd met het winnen van nieuwe bondgenoten dienen ook de afdelingen van de politieke partijen te worden benaderd. Allereerst om een reactie op de peiling te vragen en tevens met het verzoek om een gesprek over het doel van de peiling; de invloed van de publieke opinie op de formulering van verkiezingsprogramma 's. Alvast aandringen op etn gesprek t.z.! . over mogelijke amenderingen op de " kernwapenonderdelen" van het verkiezingsprogram.
De Peilingen van het Interkerkelijk Vredesberaad Het IKV heeft in 1979 in meer dan 100 gemeenten waar IKV-kernen actief zijn, peilingen gehouden. Deze peilingen dienen als uitgangspunt voor gesprekken met plaatselijke afdelingen van de PvdA, het CDA, D'66 en de VVD . Doel is om deze afdelingen ervan te overtuigen dat de leus "In
12
Zodra de conctpt-vrrkietingsprogramma's de afdelingen ingaan, dient de IKY-kern per panijprognunma een brirf op te stellen, waarin hrt een algemeen commentaar levert- in opbou'n-'tndr termen gestrld -op dr politieke voornemens t.a.v. de krrnbewapening rn tevrns rnige amrndementen formulefft, waarvan tenminstr één hrt IKV-voorstel : Help dr kernwapens dr wereld uit, om te btginnrn uit Ntderland, is; een voorstel dat in de komrnde regeerperiode gerealiSttrd dirnt te worden . Dezr brievrn gaan naar de bttreffende politieke partijen toe, maar niet nadat zoveel mogelijk van de potentillr bondgenotrn dr brid mtde hebbtn ondertekend of anderszins publiekelijk kenbaar grmaakt het mrt de nreUing eens tr zijn. Kopidn van de brieven gaan uiteraard naar de pers, de kerken rn anderr groeperingen. Als in het voorjaar van 1980 de plaatselijke politieke partijen hun oordeel gaan formuleren over de concrpt-veri.iezingsprogramma's en hun amendementen gaan vaststellen, zorg dan dat de brieven van de kernen aan de orde komen . De vergaderingen zijn doorgaans openbaar, de pers kan dus ook komen. N.B. De voorgrschitdenis maakt hrt voor een politirkr partij uiterst moeilijk om nrt Ir doen alsof rr sern peiling gehouden is rn ook sern serir gesp~kken ter plaatse gevoerd is.
3. A Ideiner dan of gelijk aan 55% In dit geval krijgt de peiling een andere funwr . Kon in het eerste geval (A groter dan 5596) ervan worden uitgegaan dat zrker voor wat bttreft dr grote (plaatselijke) politieke stromingen een aanzienlijk deel (meerderhrid) van hun aanhang voor het IKV-voorstel zou zijn -en precirs dit gegeven werd gebruikt om druk uit te oefenen - nu ligt de zaak anders. Een nadr~ analyst van dr plaatselijke situatie is nodig. Hoe komt het dal het resultaat van de priling zo in tegenspraak is met het landrlijk beeld? Ligt dat aan de sociale samenstelling van dr bevolking {een garnizoensplaats? dominantie van streng orthodoxr groeperingrn?l. Zijn er misschien wel btpaaldr wijken of bepaalde organisaties waar meer sympathie voor het IKV-voorstel te verwachten is ? Nadat een analyse gemaakt is kan btsloten worden (och een poging te wagen bij een enkele politieke partij. Immen een progressiew: CDA- of PvdA-afdeling in een \'tfder zeer bthoudende omgeving, tt:h op landelijk niveau even zwaar mee als alle andere afdelingen! Ook nu wet'T kunnen "passende" nieuwe bondgenoten geacht worden , zij het dat nu minder makkelijk een btroep gedaan kan worden op de uitslag van de enquete. De aktiviteiten die staan opgesomd onder A groter dan 55% moeten dus "aangepast" gevolgd worden.
Slotopmerkingen De peiling als wdanig dient voor de IKV-kernen ook aanleiding te zijn tOl een antwoorden kunnen tOt diverse conclusies leiden .
nade~
btzinning op het takenpakket van de kern . De gegeven
Voorbeeld I De publieke opinie is onvoldoende grinformeerd en komt derhalve niet tot keuzes. De kern kan nu een aanw voor de hand liggende dingen doen : - de vredesweek goed voorbtreiden. - de kerkeraden en parochieraden verz~ken de vredesk.rant uit te delen. - de vrtdrsltrant huis aan huis verkopen/verspreiden . - scholen btnaderen. - een stand op de markt inrichten. - voorlichtingsavonden (film. toneel, spel) verzorgen voor verenigingen e.d. - catechesatielessen geven (m.b.v. dia.series). - aansluiting zoeken bij de Raad van Kerken (ter verbttering van de "status" van de kern). -IKV-vlugschriften versp~iden . - synode-uitspraken en bisschoppelijke standpunten bespreekbaar maken enz. enz. Voorbeeld 2 De publieke opinie is wel tot een keuzr gekomen, maar deze staat haaks op het IKV-voorstel. Nu is het weinig zinnig om eindeloze discussies aan te gaan, die vermoedelijk toch weinig opleveren maar de keut«: die gemaakt is moet wel worden uitgtdaagd . D~ I daarvan is, tegenstanders zelf de consequentirs van hun keutt te laten ontdekken. Een middel kan zijn het ontplooien van politieke akties, bijv. tegen een atoomschuilkelderprogramma in de gemeente. Daar zijn zoveel "dwaze" argumenten bij aan de orde, dat het veel waard is te constateren hoe mensen daarover politiek oordelen ab tt voor de btslissing geplaatst worden . Un en ander is van nut voor de totale campagne en ook voor de landelijke politiek, die aldus geconfronteerd kan worden met feitelijke absurditeiten van de atomaire verdtdiging. Maar, wat de kernen ook concluderen uit de peilingen, in itder geval dienen in het komende jaar de ak.tiviteiten ook t~gespitst te zijn op de politieke panijen. Want in 1981 moeten we een Stap vooruit maken wil de achterstand die we hebbtn op de wapenrace niet nog groter worden .
de komende kabinetsperiode moeten de kernwapens uit De vraagstelling Nederland verwijderd worden" in de verkiezingsprogramDe tekst van de vraagstelling luidt als volgt: ma' s moet worden opgenomen. "We zouden U willen vragrn of U het mrt de volgende uitspraak eens Nu kan men erover twisten of deze doelstelling een zinvolle bent: bijdrage is aan een binnen de NAVO te voeren beleid om Ik vind dat kernwapens de wereld uit moeten. Ik vind ook dal Nwerde rol van kernwapens terug te dringen. Waar het echter land een «"tc= stap mocc Irtten op weg lIilóll" vennloderlng van kernover gaat is om aan te geven welke waarde de peilingen wapens. Ik wil daarom dal de partij van mijn keuze in haar verkiezingsprogramma het voontel van hel IKV opneemt: In de komende hebben en welke conclusies getrokken mogen worden uit kabinetsperiode moeten de kernwapens uit Ntderland verwijderd deze peilingen. De uitkomsten van de peilingen zijn op het worden." eerste gezicht een overtuigend bewijs van de juistheid van de doelstellingen van het IKV. Er kunnen echter wel dege- Het eerste bezwaar dat men tegen deze vraagstelling kan lijk vraagtekens worden gezet achter de in de peiling gefor- inbrengen, is dat de vraagstelling vrij complex is. De vraagmuleerde vraag, de enquêteringsmethode (de opzet en de stelling is in feite drieledig, waarbij de derde vraag in omvang van de enquête) en de berekening van de uitslagen. tegenstelling tot de andere twee zeer concreet is en door In kort bestek komen deze voor peilingen, enquêtes en "daarom" logisch gekoppeld wordt aan de eerste twee vra· opinifrende onderzoeken zo cruciale zaken aan de orde. gen. D~ vraagstelling valt in drieên uiteen:
13
- de kernwapens moeten de wereld uit; -
Nederland moet de eerste stap zetten op weg naar vermindering;
-
in de komende kabinetsperiode moeten de kernwapens uit Nederland verwijderd worden.
Het tweede bezwaar is dat er naast deze brede vraag geen
controlevraag is opgenomen. Juist gezien de complexiteit van de vraagstelling zou een controlevraag op zijn plaats zijn. In het algemeen blijkt een controlevraag in een peiling niet overbodig. Illustratief is het verhaal van een sociaal-wetenschappelijk onderzoek waarbij eens in de Kalverstraat de voorbijlopende voetgangers werd gevraagd of Nederland lid is van de NAVO. Als controIovraag gold: is Nederland lid van het Warschau-Pact? Ongeveer 1/3 van de voorbijgangers beantwoordde beide vragen met ja! In de IKV-peiling ontbreekt echter elke controle op de vooronderstelling dat elke respondent de vraagstelling heeft begrepen, op dezelfde wijze uitlegt en van hetzelfde referentiekader uitgaat. En doordat de beantwoording in tegenstelling tot de vraag niet gesplitst is naar de afzonderlijke delen is onduidelijk of men de vraag minimaal of maximaal uitlegt: een gedifferentieerd antwoord is niet
mogelijk.
veel mogelijk publiciteit te maken niet erg gelukkig. Het argument "allerlei aantijgingen (de peiling is niet objectief enz.) worden daarmee ondervangen" houdt geen rekening
met de neveneffecten van zulke berichtgeving: de interpretatie van de uitslag kan dan niet meer worden losgemaakt van de daarop nauw aansluitende publicitaire activiteiten
van en tegen het IKV. Verder wekt het distribueren van stemkaarten twijfel. Het IKV selecteert adressen bijv. via het postcodeboek. Aan de bewoner die in huis wordt aangetroffen wordt gevraagd hoeveel huisgenoten boven de 16 jaar er zijn. Een dergelijk aantal kaarten en één folder worden afgegeven en drie dagen later opgehaald. Wat er zich in die drie dagen aan besluitvorming voordoet, vol-
trekt zich volledig aan de waarneming van de enquêteur.
De berekening van de uitslag De reeds eerder genoemde bezwaren even buiten beschou-
wing latend, kunnen de resultaten slechts gelden voor de plaatsen waar ze zijn gehouden. Landelijke conclusies mogen niet worden getrokken, omdat de steekproef van
gemeenten niet representatief bepaald is. Aanvankelijk betoogde het IKV dat uit de peilingen bleek dat 70% van de Nederlandse bevolking het met de IKV-leus eens was en dat het (atoom)pacifisme sterk toegenomen was. Later werd deze conclusie ingetrokken en door eigen medewer-
De enquêteringsmethode
kers zelfs bestreden. De ene peiling is betrouwbaarder dan de andere: dat heeft met name te maken met de opzet en
De IKV-peilingen hinken in feite op twee gedachten. Aan de ene kant zijn de peilingen bedoeld als graadmeter voor de steun aan het IKV. Om deze steun te vergroten zijn de peilingen tevens opiniêrend van opzet. Aan de andere kant beoogt het IKV met de peiling slechts een registratie van het bestaande onbehagen en vergelijkt het zijn resultaten daartoe met die van het NIPO en het ministerie van defensie. Het een komt met het ander in de knoei. Bij een registratie meet men zijn aanhang op een objectieve wijze. De respondenten brengen in feite hun stem uit. Bij het beoordelen van de grootte van de supponersschare kan men proberen om twijfelaars te overreden. De IKVpeilingen hebben gezien hun opzet en doel meer weg van
grootte van de steekproef. Het aantal respondenten werd
bepaald door het aantal peilers, dat men plaatselijk kon werven. Zo wordt duidelijk waarom in sommige kleine
plaatsen met veel IKV-vrijwilligers zoveel respondenten zijn en in sommige grotere plaatsen met weinig IKV-leden zo weinig respondenten. Wellicht dat dat deels verklaart waarom er tussen de verschillende gemeenten nogal eens een verschil in de resultaten voorkomt tot een maximum
van 40%. Als we nog steeds voorbijgaan aan het probleem dat de peilingsresultaten niet betrouwbaar zijn, kan men in feite
op twee manieren naar de uitslagen kijken. Of men laat de weigeraars weg en berekent een uitslag op grond van de
steunverwerving, gezien de presentatie en uitleg meer van
teruggekomen kaarten. Dan blijkt 70% het met de IKV-leus
een NIPO-enquête. Voor deze signalering is een aantal aanwijzigingen te geven. Zo maakt het IKV gebruik van eigen leden als peilers. In de instructies spoort het IKV
eens te zijn. Laat men echter de weigeraars meetellen als
deze mensen zelfs aan om zo niet prekend dan toch wel
Hoeveel kaarten er nu per plaats zijn teruggekomen is, gezien de summierheid van informatie bij de uitslagen,
overredend de respondenten te benaderen. Waar kennis ontbreekt of aarzelingen bestaan, wordt geïnstrueerd om eventueel een apart bezoek te brengen. Volgens een IKVmedewerker kwamen dergelijk.e gesprekken nogal eens voor. Indien men weigeraars tegemoet treedt, aldus de instructies, "dient men rustig een aantal punten uit de folder
door te nemen en te vragen of je de volgende dag nog eens terug mag komen. (. . .) Het is erg belangrijk dat de stemkaarten terugkomen."
Zo geeft het IKV tegelijkertijd met de stemkaarten ook folders met eigen informatie af. Nu argumenteert het I KV dat de folder best wel eenzijdig mag zijn, omdat de "veiligheidselite" al dertig jaar de publieke opinie beïnvloedt, maar wetenschappelijk gezien is dit natuurlijk geen indruk.wekkend argument. Het is zelfs de vraag of de respondent de gegeven informatie wel volstrekt kan loszien van de vraagstelling.
tegenstemmers, dan blijkt nog maar 55% van hen die een kaart ontvingen het eens te zijn met de IKV-leus. niet of slechts na dagenlange mathematische gevechten te berekenen. In een aantal gevallen is zelfs niet bekend hoeveel mensen geweigerd hebben. In zijn uitgave "IKVBerichten nr. I" stelt het I KV - wellicht met enige trots dat in de afgelopen maanden bij de peilingen tussen de 200 à 300.000 mensen zijn bereikt. Zonder het IKV nu direct van zelfoverschatting te beschuldigen, blijkt dat het slechts om ongeveer 120.000 mensen gaat. Concluderend moet gesteld worden dat de IKV-peilingen wel wat relativering beboeven. Naast de vraagtekens bij hun methode tonen zij eeD overeenstemming met vorige peilingen, o.a. van het ministerie van dtfensie uit 1978: een
meerderheid die kritisch staat ten opzichte van kernwapens. Echter lang niet zo groot als het IKV naar buiten toe suggereert. Eerder lijkt het erop dat er van stabilisatie sprake is.
Hiermee nauw samenhangend is ook de oproep van het
landelijk secretariaat om voorafgaande aan de peiling zo-
14
B. Kreemers
Em "Artwnpj e" op rU Dam in Arruterdam, waar IuJndtdeningen ttgm de tltUtTtmnJbom werden vtn.llmtld (oJrtoon 1977).
ttWie stopt de neutronenbom?" De geschiedenis van een actie De IniliaLiifgrotP Slop de Ntulronmhom iJ de grootJle ,Iuwrnde kracht gtwtesl in de btweging legen de invoering van de neulronmhom. Mei de door haar georganiJurde aclies hufl tij maJSaaJ hel publiek in Nederland wtlm Ie mobilimen. Op hel e",1< geti.cht lijkl hel aiJof de .. acties politiek van grole invloed tijn gtwWI. In het voorjaar van 1978 httjt ,en ruime meerderheid van de NederlandJe volksverlegenwoordiging tich immers legen de invoering van hel nieuwe wapen uiigesproken. Zijn de aclies van Slop de Neulronmhom hierbij van doorslaggevrnde bel<kmiJ gewwt.' Hetjt "hel vou." de poliliek gnroaakl, toaiJ Nico Schouien, JeCTelarn van de Inilialiifgroep, achteraf hetjt geclaimd' De hier geslelde vragen tullen in dil artikel aan de orde komen. De rol die de kerkelij).e vredesbewegingen en v",chillrnde andere organi,aties legen de neulronmhom hebben gespuid, tal slecht, tijdeling, worden besproken. Dit artikt! iJ 10egespil'l op het oplreden van de Inilialiifgroep Slop de Neulronmhom en de mullaten hiervan.
Strategie en tactiek Een groepje Amsterdamse CPN-leden begon op 19 augustus 1977 met een advertentiecampgane om afte tasten welke reacties zij konden verwachten op een verklaring tegen
de neutronenbom. Om te beginnen plaatsten zij een oproep in het communistische dagblad De Waarheid. Vervolgens stimuleerden zij zelf de respons op hun initiatief. Door middel van persoonlijke contacten werden mensen benaderd met het verzoek de campagne te steunen. Op die manier werd een Initiatiefgroep van 181 personen bijeen gebracht. De leiding van de groep moest vervolgens kiezen voor een strategie waarbij rechtstreeks de besluitvormers zouden worden benaderd, of één waarbij de publieke opinie zou worden gemobiliseerd. Gezien de voornamelijk communistische samenstelling van het comité is het verklaarbaar dat de Initiatiefgroep niet gekozen heeft voor de strategie waarbij Haagse politici direct benaderd zouden worden. Liberalen, christendemocraten en socialisten is er immers niets aan gelegen te reageren op eisen van comité'" die grotendeels door communisten geleid worden. Zij zouden de eisen gemakkelijk naast zich hebben neergelegd en de actie zou zonder veel succes getindigd zijn. Door een grootscheepse handtekeningenactie te organiseren bleef de communistische leiding van de actie echter op de achtergrond. 15
De kern van de InitiatiefgTOep, de landelijke werkgroep, werd samengesteld op basis van coöptatie. Nico Schouten, secretaris van de groep. verklaarde daarover: "Wij moeten
vertrouwen hebben in de betreffende personen, dat ze de inhoud van de actie volledig steunen. Als we de indruk hadden dat men afwijzend stond tegenover de formule, hebben we de boot afgehouden." (I ). Naar aanleiding van deze opmerking stelde een journaliste de vraag: "Stel je je daarmee niet bloot aan het verwijt dat de CPN-ers de zaak in handen willen houden?" . Anrwoord Nico Schouten : "Ik dacht van niet. Ten eerste zijn er ook anderen bij betrokken en ten tweede maakt het niet uit wie de meerder-
Als tweede reden om voor een personencomité te kiezen
gold dat de Initiatiefgroep gemakkelijker op steun uit de kerken en de invloedrijke kerkelijke vredesbewegingen kon rekenen wanneer geen nauwe banden met politieke partijen zouden bestaan. Tenslotte telde voor een personencomité als argument dat in zo'n constructie, door de persoonlijke verantwoorde-
lijkheden van de deelnemers, één centrale leus voorop kon staan (i.c. "Stop de Neutronenbom"), die dan vanuit ver-
schillende invalshoeken benaderd kon worden. Bovendien wilden de initiatiefnemers op deze manier voorkomen dat de actie in partijpolitiek vaarwater getrokken zou worden .
heid heeft, als de inhoud van de actie vaststaat." (2). Natuurlijk zijn andere organisaties wel degelijk bij de actie betrokken geweest : het Interkerkelijk Vredesberaad, Pax Christi, afdelingen en individuele leden van PvdA, PSP, PPR, CPN, D'66 en CDA; daarnaast afdelingen van andere min of meer politieke organisaties. Landelijk werd echter een CPN-lijn gevolgd, hetgeen betekende dat elke uitlating in woord of geschrift werd vermeden waarin mogelijkerwijs de rol van de Sovjet- Unie in de wapenwedloop bekriti-
De betrokkenheid van de CPN (en later de PPR) bij de campagne speelde in de ogen van de organisatoren geen rol omdat immers de persoonlijke veranrwoordelijkheid
seerd zou kunnen worden.
demonstraties werd als stunrwerk beschouwd. Men wilde een campagne die op lange termijn effect sorteerde.
Er zijn verschillende redenen waarom de Initiatiefgroep de
van de initiatiefnemers voorop stond .
Aan de strategie van het mobiliseren van massale publieke steun is uitvoering gegeven door de tactiek van het organi. seren van een adhesiecampagne en het infonneren van het
publiek door bijeenkomsten te houden en propagandamateriaal te verspreiden. Het organiseren van alleen
vorm van een personencomité heeft gekozen in plaats van
een partijencomité. Op de eerste plaats weten de communisten uit ervaring dat de meeste politieke partijen nauwelijks bereid zijn samen te werken met een comité waarin
CPN -ers een hoofdTOl spelen. De communisten willen zelf een overheersende invloed blijven uitoefenen op de strategie en tactiek van de campagnes en op de inhoud van publikaties en pamfletten. De meeste politieke partijen en belangenorganisaties zijn niet bereid onder deze omstan-
digheden aan een campagne mee te doen.
16
De start van de campagne In de zomer van 1977 was in het partij- en districtsbestuur van de CPN in Amsterdam al gesproken over de noodzaak om een beweging tegen de neutronenbom te starten. On·
der andere Nico Schouten, een bekend activist van de Vrije Universiteit, had deze zaak aan de orde gesteld (3). Een telefonische actie van een man of vijftien leidde ertoe dat
op 19 augustus in De Waarheid de eerste oproep tegen de neutronenbom werd geplaatst in de vorm van een open brief aan de Nederlandse regering. In de oproep werd gezegd dat de introductie van de neutronenbom tot gevolg zou hebben dat de atoomdrempel verlaagd werd, " dat wil zeggen dat het gevaar van een atoomoorlog toeneemt en de atoomwapenwedloop en de bewapening in zijn geheel worden opgejaagd" . De oprichting van SlOp de Neutronenbom is niet meteen ruim bekend geworden. Binnen de CPN en de Initiatiefgroep werd zelfs gesproken over " doodzwijgen" . Inderdaad heeft bijvoorbeeld de Volkskrant heel lang geen aandacht aan de Initiatiefgroep besteed. Trouw was iets scheutiger met publiciteit, maar dat had veel te maken met het feit dat nogal wat sympathisanten van de actie aan de Vrije Universiteit verbonden waren. De belangstelling bij de pers nam duidelijk toe toen het aantal handtekeningen in de honderdduizenden begon te lopen. De redactie van het N-Bulletin gaf in het eerste nummer een opsomming van acties die sinds het begin van de cam-
pagne in het land waren ondernomen. Er werd melding gemaakt van picket-lines bij de Amerikaanse ambassade en op andere plaatsen, het verzamelen van adhesiebetuigingen in een bejaardentehuis, in Het Dorp te Arnhem, in winkelgebieden, op scholen en fabriek.en (Hvele honderden", "in enkele uren tijds ruim vijfhonderd", IIveertig uit één fa-
briek, daarna waren de formulieren op"), Op 21 september verscheen in Trouw een verklaring van honderd theologen, predikanten en mensen die in kerkelijke kring anderszins bekend zijn. Zij verklaarden dat zij achter het werk van de Initiatiefgroep stonden. Deze verklaring in het christelijk dagblad Trouw is voor de Initiatiefgroep mede aanleiding geweest om de handtekeningenactie uit te breiden tot een campagne voor een "volk..spetitie". " Dat betekent een beroep op iedere Nederlander persoonlijk, om middels een handtekening mee te helpen te voorkomen dat een nieuwe bladzijde wordt omgeslagen in het toch al te dikke boek van de oorlogvoering." (4) Het besluit om over te gaan tot het organiseren van een
volkspetitie werd op 29 september genomen door een vergadering van initiatiefnemers en plaatselijke contactpersonen, waarbij overigens slechts enkele tientallen mensen aanwezig waren. Het gebeurde op voorstel van de landelijke werkgroep, die steeds de kern van de Initiatiefgroep heeft gevormd en die grotendeels uit communisten bestond.
Het verloop van de campagne In het najaar van 1911 liep de campagne van de Initiatiefgroep werkelijk als een sneltrein. Medio oktober was het aantal plaatselijke werkgroepen al veertig. Hun aantal nam pijlsnel toe. Zij zorgden eind oktober voor een golf van acties en demonstraties in het land. Op 5 november organiseerden de linkse politieke partijen (van D'66 tot en met de CPN) een grote manifestatie over de neutronenbom in de Merwedehal in Utrecht. Stop de Neutronenbom was daar niet bij betrokken, omdat PSP en PvdA er geen zin in hadden naast de CPN-spreker ook nog iemand van de Initiatiefgroep het woord te laten voeren. De Volkskrant besteedde die zaterdag een hele pagina aan de manifestatie in Utrecht, maar meldde slechts in één zinnetje de honderdduizenden handtekeningen die toen al waren opgehaald door de Initiatiefgroep . Op maandag 1 november organiseerden de vaste kamer-
commissies van Buitenlandse Zaken en Defensie een hoorzitting over de neutronenbom. Stop de Neutronenbom was aanvankelijk niet uitgenodigd, maar nam zelf het initiatief om toch gehoord te kunnen worden. Het verzoek werd ingewilligd. De Initiatiefgroep beklaagde zich in Bulletin 2 erover dat haar tijdens de hoorzitting uitsluitend vragen waren gesteld over het doel en de inzet van de actie, maar dat niet was ingegaan op de bezwaren van de groep tegen de bom. Dit beklag is gerechtvaardigd. De commissieleden waren lang niet zo beleefd en geduldig ten opzichte van de Initiatiefgroep als ten opzichte van de deskundigen die vóór haar aan het woord waren geweest. Een voorbeeld: Van den Bergh (PvdA): "Ik heb enkele malen een geschrift onder mijn neus gehad waarin mij werd gevraagd een verklaring te tekenen. Ik heb die ook getekend omdat ik het met die verklaring eens was. De heren spreken van volkspetities. Hebben zij de vage pretentie in die stukken, die zij ons hebben aangeboden (bedoeld is een schriftelijke bijdrage van de Initiatiefgroep aan de hoorzitting, P.M.) te spreken namens grote groepen van mensen die tot nu t~ hun verklaring van enkele regels hebben ondertekend?" Vall den Broek (CDA) en Ploeg (WD) vroegen even later of Cf de heren ook. actie zouden willen voeren voor opvoe-
ring van de conventionele bewapening als in de komende tijd blijkt dat invoering van de neutronenbom alleen is te voorkomen door opvoering van die bewapening" (5). De discussie tussen de kamerleden en de vertegenwoordigen van IKV en Pax Christi (die overigens wèl meteen een uitnodiging hadden ontvangen) had soortgelijke trekjes als die met de Initiatiefgroep, maar was toch niet zo stekelig. Op 19 november organiseerde de Initiatiefgroep haar eerste grote manifestatie, het Nationaal Forum. U,Spreken van verschillende levensbeschouwelijke en politieke richting spraken over de gevaren van de ontwikkeling van de neutronenbom en over de noodzaak hiertegen gemeenschappelijk op te treden. Bij alle vencheidenheid in benadering bleek een verheugende eensgezindheid te bestaan over het feit dat met de productie en invoering van de neutronen· bom een uiterst gevaarlijke niruw< wapenontwikkeling in gang zou worden gezet, waartegen met alle kracht moet worden opgetreden." (6) Dit citaat is representatief voor de beoordeling die de Initiatiefgroep van alle door haar georganiseerde bijeenkomsten heeft gegeven: telkens betrof het sprekers uit verschillende levensbeschouwelijke hoek, die het allernaal (zij het om venchilIende redenen) eens waren over de verwerpelijkheid van de neutronenbom. [n het Bulletin van de Initiatiefgroep werd een uitgebreide . beschrijving gegeven van een campagne in Delft. Op straat waren eent achtduizend handtekeningen verzameld. Daarna werd een systematische huis-aan-huis campagne uitgevoerd door 250 werken, gerecruteerd uit politieke partijen en andere organisaties. Aan de hand van gegevens van het sociografisch bureau werd een wijkindeling gemaakt en werden wijkverantwoordelijken aangesteld voor tien tot twaalf lopen. Binnen veertien dagen groeide het aantal handtekeningen tot 25 .000, "waarmee meer dan een kwart van de Delftse bevolking, kinderen inbegrepen, de volkspetitie ondertekende. Dat komt neer op ongeveer één handtekening per huisdeur." De actie werd ondenteund door in de plaatselijke pers opgenomen artikelen en voorlichting op scholen. Ook de gemeenteraad van Delft nam een motie aan met steun van CDA, PvdA, PPR, PSP en CPN.
17
Baarn wordt als voorbeeld beschreven voor de manier waarop een werkgroep tot stand kan komen. Het initiatief wordt genomen door een communist, maar al gauw bestaat de groep uit mensen van PvdA, PPR, PSP en I KV. Er worden oproepen gedaan in de katholieke en gereformeerde kerken. Berichten in de krant, voorlichting op scholen, contacten met de bevolk.ing. "De ervaring daarbij is dat het heel belangrijk is om, als de mensen vragen 'van wie gaat het uit' (en dat vragen ze vaak) dan te kunnen wijzen op de brede samenstelling van de werkgroep; en om daarmee heel duidelijk te kunnen aantonen dat het niet gaat om een actie, die door een bepaalde groepering wordt gemonopoliseerd . .. ". In maart 1978 bereikte de campagne haar hoogtepunt. Het aantal handtekeningen bereikte toen het miljoen. Dit "unieke feit" moest volgens Marcus Bakker bereikt worden "tegen een geweldige verzwijgcampagne in" (7). Toch was de terugoudendheid waarmee de media de campagne benaderden toen aan het afnemen. De Volkskrant besteedde op II maart bijvoorbeeld een hele pagina aan Stop de Neutronenbom onder de kop "Een actie voor alle gezindten". Opvallend daarin was dat het feit dat communisten een hoofdrol in de actie speelden nu zeer zakelijk en vrijmoedig werd behandeld. In het weekend van 18 en 19 maart 1978 organiseerde de Initiatiefgroep in Amsterdam groots opgezette protestbijeenkomsten. Op zaterdag werd in de RAl het Internationaal Forum gehouden met vijftienhonderd vertegenwoordigers uit West- en Oost-Europa en van een achttal internationale organisaties. De opzet van het Forum was om uit alle landen die hadden deelgenomen aan de Conferentie over Veiligheid en Samenwerking in Europa (CVSE) prominente persoonlijkheden van nationale en internationale organisaties zich te laten uitspreken tegen de neutronenbom. De contacten voor het Internationaal Forum had de Initiatiefgroep kunnen leggen dankzij de hulp van de World Peace Council, waarover verderop meer, en de contacten met zusterpartijen van de CPN (8). Aansluitend aan het Forum werd op zondag 19 maart een massale demonsn:atie in Amsterdam gehouden. De organisatoren hadden gerekend op enige duizenden demonstranten, maar het werden er vijftigduizend. De tocht door Amsterdam werd gevolgd door een manifestatie in de Jaap Edenhal, waar lang niet genoeg plaats was voor alle deelnemers.
Activiteiten na de handtekeningenactie Op 6 april 1978 verstuurde de Initiatiefgroep een telegram aan president Carter waarin zij deze erop wees dat "de openbare mening in de hele wereld gealarmeerd is door de plannen van het Pentagon". De groep maakte melding van het feit dat meer dan één miljoen Nederlanders een petitie had getekend "waarin productie en introductie van het neutronenwapen ondubbelzinnig wordt afgewezen". Het telegram aan Carter is verstuurd op een moment dat de beslissing in de Verenigde Staten om produktie voorlopig uit te stellen al genomen was. Uit de (internationale) pers was duidelijk geworden dat een besluit hierover omstreeks 20 maart gevallen was. Het telegram werd echter op 6 april verstuurd, omdat de Initiatiefgroep de indruk had dat het besluit omstreeks dat moment zou vallen (9). Op 18 april nam kamervoorzitter Vondeling de 1.162.757 handtekeningen in ontvangst. De tekst van de petitie om-
18
vatte geen echte eis aan de parlementariers maar stelde dat "ieder plan tot productie en inrroductie van de neutronenbom onaanvaardbaar was". De Staten- Generaal werd opgeroepen zich bewust te zijn van haar verantwoordelijkheid en de Nederlandse regering werd "vermaand". "Ondertussen blijft onze oproep klinken: STOP DE NEUTRONENBOM", en de vertegenwoordigers van het Nederlandse volk werden opgeroepen te luisteren naar die stem. Het aanbieden van de petitie kwam enigszins als mosterd na de maaltijd. De grote debatten in de Tweede Kamer over de neutronenbom vonden plaats in februari en maart 1978. Op 18 april kon de Kamer met de petitie eigenlijk niets anders doen dan haar in het archief opbergen. Op 24 mei 1978 vertrok een delegatie van de Initiatiefgroep naar de Speciale Ontwapeningszitting van de Verenigde Naties in New York. De delegatie vloog eerst naar Moskou omdat zij haar boodschap niet alleen aan de Verenigde Naties wilde brengen maar ook aan de Sovjet- Unie en de Verenigde Staten. In Moskou werd zij ontvangen door de voorzitter van de Kamer van de Republieken van de Opperste Sovjet, Alexi Sjitikov. De delegatie heeft ongeveer een uur met hem gesproken. Sjitikov zei onder andere dat de SovjetUnie het Amerikaanse voorbeeld zou volgen als de Verenigde Staten alsnog zouden besluiten de neutronenbom te produceren. De delegatie van de Initiatiefgroep heeft daartegenover gesteld dat zij liever zag dat de Sovjet- Unie hoe dan ook niet tot produktie van de neutronenbom zou overgaan. Zij heeft duidelijk gemaakt dat de Initiatiefgroep zich met haar actie niet tegen één regering wilde richten, maar tegen de verdere perfectionering van de kernbewapening (10). Na dit officiele bezoek had de groep nog een ontmoeting met het Sovjet Vredescomité. De groep heeft in Moskou haar dank uitgesproken voor de hulp die zij heeft gehad bij het organiseren van het Internationaal Forum. De delegatie heeft daar ook het aanbod geaccepteerd om haar vliegreis naar New York te laten betalen. In Washington werd de groep verwezen naar de permanente missie van de Verenigde Staten bij de Verenigde Naties in New York. Daar werd zij twee maal een half uur ontvangen door delegatieleider Fisher. De delegatie heeft aan de vertegenwoordigers van de Sovjet-Unie, de Verenigde Staten en de Verenigde Naties een document overhandigd, waarin alle regeringen van de wereld gewezen worden op hun verantwoordelijkheid bij het beschermen van de mensheid tegen de gevaren van een nucleaire oorlog. Op de terugweg heeft zij Oost-Berlijn aangedaan in een beleefdheidsbezoek om te bedanken voor de hulp die de Initiatiefgroep uit de DDR had gekregen bij het opzetten van het Internationaal Forum. Al in het vijfde N-Bulletin (mei 1978) werd duidelijk dat de Initiatiefgroep zich breder wilde gaan orienteren dan alleen op de neutronenbom. "Perspectieven beginnen zich af te tekenen dat het mogelijk is thans een keerpunt tot stand te brengen in de atoombewapeningsspiraal. De actie tegen de neutronenbom kan (. .. ) dienen als een kristallisatiepunt (. .. ). Verweer is noodzakelijk tegenover stappen die gericht zijn op vernieuwing en uitbreiding van de atoombewapening. (. . .) In die geest moet het Initiatief Stop de Neutronenbom zijn werkzaamheden voortzetten." Na de zomervakantie, toen de Initiatiefgroep aan haar tweede jaar begon, werd over dit idee een vergadering belegd van contactpersonen en initiatiefnemers. Daar werd besloten de naam van de Initiatiefgroep te veranderen in
Demons',.,u op "', Binmnhof( '978).
De samenwerking met de CPN is vooral organisatorisch geweest. De afdelingen zijn als kanalen gebruikt om tot de oprichting van werkgroepen te komen. De infrastructuur de neutronenbom zou bezighouden, maar meer in het al- van de CPN is gebruikt om materiaal te verzenden; de gemeen met kernbewapening, uitgaande van de strijd zusterpartijen zijn gebruikt om in andere landen co'.'tacten tegen de neutronenbom. Het begrip "samenwerking"" te leggen; bij manifestaties heeft de CPN mankracht gedoelde op de individuele personen die deel uitmaken van leverd, bijvoorbeeld voor ordediensten. Financieel hebben de organisatie. De naam is overigens niet zo erg gelukkig echter geen banden bestaan (J 1). De standpuntbepalingen gekozen; allereerst niet omdat hij onwerkbaar lang is; ten van de Initiatiefgroep 猫n de CPN waren niet identiek; de tweede niet omdat in juni 1978 het "Overlegorgaan tegen Initiatiefgroep formuleerde echter altijd z贸, dat geen conkernwapens" was opgericht, dat zich vanaf het begin tooi- flict met de CPN kon ontstaan.
SammwtThingJverband Stop d, Neutronenbom - Stop de KtTnbtwapming. Deze naamsverandering moest aangeven dat de organisatie zich in de toekomst niet meer uitsluitend met
de met het bijvoegsel "officieel samenwerkingsverband'!. De activiteiten van het Samenwerkingsverband zijn uiteraard niet meer zo spectaculair als in het jaar van de Initia-
tiefgroep. In december 1978 waren vierhonderd mensen aanwezig bij het Internationaal Symposium over de neutronenbom en de bewapeningswedloop. Indrukwekkend was echter op 13 januari 1979 de culturele manifestatie
De CPN heeft een radicaler standpunt over de neutronenbom ingenomen, in die zin dat zij aanvallen formuleerde op de NAVO, de Verenigde Staten en "het imperialisme". De Initiatiefgroep deed dat niet. Zij hield zich meer op de vlakte, zodat mensen met verschillende opvattingen over
de rol van de VS, SU, NAVO, atoompacifisme, bewape-
"WIJ tegen de neutronenbom" in de RAL Het evenement . ningswedloop en dergelijke, zich in het standpunt van de
trok veel publiek en publiciteit en de dagbladen Trouwen de Volkskrant waren op maandagochtend zeer lovend over het geboden programma en over de goed verzorgde organisatie.
De samenwerking met politieke partijen en andere organisaties De samenwerking tussen de Initiatiefgroep en politieke panijen en andere organisaties heeft in enkele gevallen problemen opgeleverd. Alleen de CPN en de PPR hebben formeel met de Initiatiefgroep meegewerkt; deze partijen gingen ermee akkoord dat de groep ook namens hen sprak.
groep konden vinden, ook al zouden bepaalde mensen of groepen misschien liever een meer uitgesproken standpunt innemen.
De Initiatiefgroep heeft zich voondurend moeten verdedigen tegen aanvallen dat zij een pion van de Sovjet-Unie was. Zij fungeerde inderdaad als zodanig, omdat zij een succesvolle campagne op touw heeft gezet, welke geheel verliep volgens lijnen die de Sovjet- Unie goed uitkwam. Terecht heeft de Initiatiefgroep zich echter altijd verdedigd door erop te wijzen welke enorme aanhang zij heeft weten te velWerven en hoeveel steun zij van allerlei organisaties en instanties heeft gekregen.
19
Terwijl in Jut congrescentrum "De Luuwmmmt" (Nourdwijlt.nJwut) de NAVO-miniJtmaad wnd gehouden, demonJJrendm mhlm bij de toegangsweg ttgm de WdptnwtdlOOf! (1979J.
De samenwerking met de PPR kwam tot stand op initiatief van Stop de Neutronenbom. Op 14 december 1977 besloot het PPR-bestuur zich nadrukkelijk op te stellen achter de volkspetitie. Leden, actiecentra en sympathisanten van de PPR werden opgeroepen de actie daadwerkelijk te steunen en de volksvertegenwoordigers van de partij werden opgeroepen het hunne te doen om het wapen tegen te houden. De samenwerking van de PPR met de Initiatiefgroep was niet alleen een gevolg van het feit dat deze partij zich in het doel van de actie kon vinden, maar juist ook van het feit dat de actie tot dan toe bijna uitsluitend door communisten gevoerd werd. PPR-vice-voorzitter Boeker had de ervaring dat de angel uit een actie werd weggenomen als zij gedomineerd werd door mensen uit kringen van communistische partijen. "Al te gemakkelijk kan men dan de actie afdoen met de dooddoener dat zij geïnspireerd en gefinancierd wordt door Moskou. Als vice-voorzitter van de PPR heb ik daarom in een vroegtijdig stadium mijn partijbestuur ervan weten te overtuigen dat het een goede zaak zou zijn als zij de actie officieel ondersteunde, maar ook materieel door onder andere mijzelf af te vaardigen naar de centrale groep 'Stop de Neutronenbom' . Niemand zou immers een panij als de PPR kunnen beschuldigen van pro-communistische of pro-Russische sympathieën. Daarmee zou de actie 'Stop de Neutronenbom' in principe de verbreding krijgen, die nodig was om breed bij maatschappelijke en politieke groeperingen aan te slaan." (12) De Initiatiefgroep heeft alle politieke partijen in Nederland gepolst of zij ervoor voelden zich achter de actie te scharen en een bijdrage te leveren aan de activiteiten. Dat heeft alleen bij de CPN en de PPR tot resultaat geleid. Het afwijzende standpunt van een principieel pacifistische partij als
20
de PSP is veroorzaakt door gebrek aan overeenstemming over de mogelijkheden die de PSP zou krijgen om een eigen inbreng in de acties te leveren (13). De PSP gaf - net als de PvdA - de voorkeur aan een partijencomité. De PSP meende bovendien dat haar binnen het initiatiefcomité te weinig ruimte gelaten werd om te zijner tijd de actie te verbreden tot een campagne tegen alle atoombewapening (14). De poging tot samenwerking met de PvdA heeft nogal wat problemen opgeleverd. Het begon met de manifestatie, die op initiatief van de PvdA werd gehouden op 5 november 1977 . Alle politieke partijen links van het CDA deden daaraan mee, inclusief de CPN. De PvdA zorgde er echter voor dat de Initiatiefgroep buiten de deur werd gehouden, voornamelijk om te voorkomen dat naast de CPN-spreker nog een communist het woord zou richten tot de demonstranten (15). De Initiatiefgroep heeft achteraf in haar N-Bulletin nooit ook maar een letter aan deze manifestatie gewijd. Latere gesprekken tussen de Initiatiefgroep en de PvdA leverden geen resultaat op omdat de PvdA (net als de PSP) zich niet kon vinden in de constructie van een personencomité. Het PvdA-bestuur heeft zelfs een uitnodiging van de hand gewezen om als waarnemer aanwezig te zijn bij het Internationale Forum van 18 maart 1978. Het CDA-bestuur heeft die uitnodiging wèl aanvaard.
Kerkelijke organisaties De samenwerking tussen de Initiatiefgroep enerzijds en het Interkerkelijk Vredesberaad (IKV) en Pax Christi anderzijds (deze beide organisaties waren destijds in hetzelfde
kantoor gevestigd) is beperkt gebleven, hoewel ze alle drie probeerden een dam op te werpen tegen introductie van de neutronenbom, zij het dat de Initiatiefgroep dat op een andere manier wilde doen dan I KV en Pax Christi. De oorzaak daarvan was dat de organisaties verschilden in
doelstelling, werkwijze en achterland. Wat de doelstelling betreft: de Initiatiefgroep wilde zich (in ieder geval het eerste jaar) uitsluitend bezig houden met de neutronenbom, terwijl de twee andere vanaf het begin in de actie een hefboom zagen om op lange termijn een halt toe te roepen aan de wapenwedloop. De Initiatiefgroep legde in haar werkwijze de nadruk op het organiseren van een massale adhesiecampagne, terwijl het IKV en Pax Chris ti hun contacten in het land gebruikten voor bewustwording en plaatselijke actie en hun contacten in Den Haag voor het uitoefenen van politieke pressie. De Initiatiefgroep beschouwde de hele Nederlandse bevolking als haar potentiele achterban en richtte zich daar ook op. De aandacht van de twee kerkelijke organisaties ging vooral uit naar haar eigen achterbannen en naar kerkelijke Nederlanders in het alg.emeen (1 6). Nadat Nico Schouten het eerste contact gelegd had met I KV en Pax Christi werd de samenwerking eerst wat afgehouden "vanwege de mogelijke averechtse werking in kerkelijke achterban om samen te werken met de CPN-gekleurde initiatieven. Vrij snel echter - toen de eerste honderdduizend handtekeningen binnen waren gestroomd - werd besloten tot een zakelijke medewerking" (17). Bij het Nationaal Forum in november 1977 gaven de twee kerkelijke organisaties uitdrukkelijk acte de présence als teken van wil tot samenwerking. Van enige daadwerkelijke invloed op de handtekeningenactie is volgens Guy Dilweg, medewerker Pax Christi, echter geçn sprake geweest. " Pax Christi was palfrenier in de richting van de kerken en het kerkelijk publiek." (18)
De WPC heeft de acties tegen de neutronenbom internationaal gecoördineerd en Nederland is daarbij betrokken geweest via de Initiatiefgroep. Volgens Nico Schouten heeft de groep "een klein beetje" met de WPC samengewerkt. Hij ontkent dat de leuzen gecoördineerd zijn of dat de Initiatiefgroep linanciele steun uit Helsinki heeft ontvangen. Ik heb overigens geen aanleiding te veronderstellen dat dat laatste heeft plaatsgevonden. Ongeacht hoe intensief de samenwerking tusnsen de Initiatiefgroep en de
WPC is geweest, het is opvallend dat de anti-neutronenbom-actie in Nederland veel en veel meer respons heeft gekregen dan in enig ander Westers land. De WPC heeft daar zeker geen invloed op gehad. De voormalige ambassadeur van de Sovjet- Unie in Nederland, Romanov, heeft volgens persberichten na zijn terugkeer in zijn vaderland een linye gekregen voor zijn bijdrage in de strijd tegen de neutronenbom. Het is onmiskenbaar dat vanuit Nederland van alles is geprobeerd om de jongste loot van de Amerikaanse bewapeningsindustrie onmiddellijk weer de nek om te draaien. Daarbij hebben de kerkelijke vredesbewegingen en de Initiatiefgroep Stop de Neutronenbom een hoofdrol gespeeld . Vooral de tweed. werd daarbij herhaaldelijk ervan beschuldigd dat zij zich voor een Russisch karretje liet spannen. Dat lijkt achterafbevestigd te worden door het "lintje van Romanov". Hoewel het bericht van de onderscheiding in de Russische pers is verschenen, wordt van officiêle zijde ontkend dat de man voor enige activiteit in Nederland een lintje heeft op-
gespeld gekregen. Om een slag om de arm te houden (en de verwarring te laten voortbestaan) wordt door de Russische woordvoerder daarachteraan gezegd "dat er natuur-
lijk veel verenigingen en organisaties zijn die allerlei 'speldjes' uitdelen, en wij weten dat natuurlijk niet allemaal" (19). De verrassing van het "lintje van Romanov" is zo groot
omdat het enerzijds wel duidelijk is dat de Initiatiefgroep Stop de Neutronenbom contacten heeft onderhouden met de communistische World Peace Council en met verwante
Het buitenland Bij de samenwerking in internationaal verband heeft de Initiatiefgroep gebruik kunnen maken van de diensten van de World Peace Council (WPC) en van de zusterpartijen van de CPN. De in Helsinki gevestigde WPC is een internationale communistische vredesorganisatie. die actie organiseert volgens de politieke lijn van de Sovjet-Unie. De WPC heeft vertakltingen in heel Europa, maar ook in een aantal landen daarbuiten, bijvoorbeeld in de Verenigde Staten en
"actiegroepen" in Oost-Europa, maar anderzijds (uiteraard) van betrokkenheid van de Russische ambassade in Nederland niets is gebleken. De rol die de ambassade en haar eerste man in de Nederlandse acties hebben gespeeld (als ze dat al gedaan hebben) zal wel altijd onduidelijk blijven. En de publiciteit in de Russische pers zal wel op een schrijffout of vergissing of een lek in de censuur gebaseerd zijn.
Canada. De "Nederlandse Vredesraad" is (vanwege de
breuk tussen de CPN en Moskou) in 1969 opgeheven. Later zijn de contacten echter weer hersteld. De WPC heeft een grote campagne georganiseerd tegen de neutronenbom. Al in september 1977 gaf de Raad een brochure uit, waarin een groot aantal afwijzende reacties op de plannen voor de neutronenbom vermeld stonden, waaronder die van kardinaal Alfrink. In januari 1978 verscheen een cweede brochure waarin acties van verschillende "afdelingen" vermeld stonden met
fOlO'S
en voorbeelden
van affiches, brochures en stickers . Opvallend in het boekje.zijn de zeer letterlijke vertalingen van de leuzen op affiches en spandoeken en het gebruik van dezelfde vignetten en herkenningstekens op het propagandamateriaal.
Conclusie Een campagne moet aan verschillende tactische voorwaarden voldoen om effectief te kunnen zijn. Op de eerste plaats moeten de organisatoren een goede "timing" van hun activiteiten verzorgen. Daaraan haperde
het bij Stop de Neutronenbom nogal eens. De activiteiten van de groep waren op de lange termijn gepland en speelden nauwelijks in op politieke ontwikkelingen in binnenen buitenland. Vervolgens moet een campagne gericht zijn op een duidelijk omschreven doelgroep, om te voorkomen dat de activiteiten niet de juiste mensen bereiken. De doelgroep van
21
Stop de Neutronenbom was de hele Nederlandse bevolking, die geïnformeerd en tot mobiliteit gebracht moest worden. Dat is goed gelukt dankzij een intensieve campagne, waarbij de mensen zoveel mogelijk persoonlijk werden benaderd. De volkspetitie gold echter ook als middel om de besluitvorming op het Haagse niveau te beïnvloeden. Daar was
de doelgroep echter niet duidelijk omschreven. De petitie was gericht aan de Staten- Generaal in het algemeen. De "Oproep van Amsterdam" was gericht aan "de volkeren en regeringen van de wereld", Het nadeel van zo'n grote
en algemeen omschreven doelgroep is, dat niemand in het bijzonder zich erdoor aangesproken hoeft te voelen. Met . name de voorstanders van de neutronenbom wordt het leven erg gemakkelijk gemaakt wanneer petities niet aan hen worden gericht maar aan "de volkeren en regeringen
van de wereld". Wat dit betreft, deden het Interkerkelijk Vredesberaad en Pax Christi hun werk beter. Die benader-
den CDA-politici en dwongen hen min of meer te antwoorden met een beroep op de bijbel en christelijk geweten.
Noten
1. De Groene Amsterdammer, 15-3- 19 78.
2. Idem. S. Interview van de schrijver met Nico Schouten. 4. Idem. 5. Handelingen der Tweede Kamer, '77 -'18 , 14847 , or. 4 . p. 93 , 6. N - Bulletin.3, p. 5. 7. N-Bulletin4 , p. 14 . 8. Interview van de schrijver met Nico Scho uten .
9. Idem. 10. Gesprek Initiatiefgroep met Sjitikov. 11. Interview van de schrijver met Nico Scho uten. 12 . Prof. dr. E. Boeker: Kunnen frsici en publieke opinie bijdragen tot (kem)omwapening ? In : VU-magazine, april 1979. 13. Aldus Van der Spek, Tweede Kamerlid van de PSP. 14 . De Groene Amsterdammer, 15 -3-19 78. 15 . AJdus een woordvoerder van de PvdA. 16 . Aldus Kees Knol, medewerker van het IKV . 17 . Aldus Guy Dilweg, medewerker Pax ChrÎstÎ. 18 . Idem. 19 . Informatie van GPD-correspondent Coen Corver te Moskou.
In tegenstelling tot de Initiatiefgroep hebben verscheidene kerkelijke organisaties en instanties (Interkerkelijk Vredesberaad, Pax Christi, Raad van Kerken, Bisschoppenconferentie) hun mogelijkheden om directe pressie uit te oefe-
nen wel uitgebuit. Zij hebben zich herhaalde malen rechtstreeks tot de met hen verwante politici gericht met het dringend verzoek niet aan de invoering van de neutronen-
bom mee te werken. Vooral bewindslieden uit het kabinetVan Agt en CDA-politici zijn bestookt. Het Interkerkelijk Vredesberaad heeft het bijvoorbeeld niet gelaten bij één gemeenschappelijke brief aan de regering, maar heeft haar negen aangesloten kerken verzocht zich ook afzonderlijk tot de regering te wenden. Acht kerken hebben hieraan gehoor gegeven. Het valt niet binnen het kader van dit artikel om de werkwijze en de invloed van de kerkelijke organisaties verder te
beschrijven. Zeker is dat hun pleidooien op de betrokken CDA-politici veel indruk hebben gemaakt. Het was voor het CDA veel moeilijker aan deze pressie voorbij te gaan, dan aan de acties van Stop de Neutronenbom.
Het totaalbeeld van de verschillende campagnes tegen de neutronenbom ziet er als volgt uit. De Initiatiefgroep heeft de indirecte pressie georganiseerd door de volkspetitie en de verschillende manifestaties. De directe pressie werd uit-
geoefend door de kerkelijke organisaties, die zich daarbij concentreerden op het CDA, dat in een sleutelpositie zat. De combinatie van deze campagnes heeft tot een indrukwekkend gesloten front tegen de invoering van de neutronenbom geleid, waaraan de Tweede Kamer tenslotte maar moeilijk voorbij kon.
drs. P.J-]. Maessen
Dit artikel iJ t tn samenvatting van t tn hoof dJtuJt uil UT! scriptie die dt auteur in, juni 1979 in het kalitr van zijn dfXtoranl examen poJitidt weterucJUJpprn aan de RU Ltidtn httjt gtscnrtvtn . Een uitgebreidere vtrJit vtTJchttn ttrdtr in het pollmDlogUcht tijdJchrifl "TralUaAtit " (1979/ 4). De hltT Mamm iJ thans wn-.h.aam als politiek. redacteur bij' het dagblad "Het Parool".
22
de
neutronen
De parlementaire bemoeienis met de moderniseringskwestie Ze/dm hujl het parkmtnt zich :tO intnuiLJ met em builtnl4nds- Deze vergaderingen kunnen gezien worden als het feitelijke politie! onderwerp bezig gehoudm, als in 1979 het geval gruwt is startpunt voor de modemiseringsdiscussie, die uiteindelijk bij de rrwdmIiseringsb..lissing die de NA VO in december van dat tot ongekende hoogte zou oplopen. De grijze zone-problejaar nam. Dil artillel geeft em beschrijving van die parlementaire . matiek vormt een groot onderdeel van de fractiebetogen in bmweimis, uitmondend in de vraag of deze parlemrntaire bt1lWtĂ&#x17D;- de twee Openbare Commissievergaderingen. hoewel de mis oo! tot em grotere parlementaire invloed op het regeringsbeleid verhalen een algemene strekking droegen. Uitkomst van deze eerste discussie tussen regering en Kamer was de moinzake de LRTNF-rrwdmIisering heeft geleid. tie Van der Stoel, waarin opgeroepen werd tot het verlenen
Het Parlement gaat zich roeren
van voorrang aan de weg der onderhandelingen. Deze weg moest eerst bewandeld worden voordat een eventuele beslissing over een militair antwoord aan de orde zou zijn. De
De moderniseringskwestie is niet het eerste "nucleaire" ondeJWerp geweest waar het parlement, en in het bijzonder de Tweede Kamer zich actief mee heeft bezig gehouden. Aan de vrij kritiekloze houding van het parlement tegenover het Atlantisch Bondgenootschap kwam in de jaren zeventig een einde. Niet dat een meerderheid een resoluut einde wilde maken aan het Nederlands lidmaatschap van deze organisatie, zoals wel werd gewenst door sommige
regering nam deze door een grote meerderheid van de Kamer aanvaarde motie over. Later zou echter blijken dat de stand van zaken in de NAVO zo was dat er geen sprake meer kon zijn van onderhandelingsprioriteit. De ambtelij ke werkgroep die het militaire antwoord voorbereidde. bestond al vanaf 1977. terwijl de werkgroep die het wapenbeheersingsaspect moest bekijken. pas in april 1979 werd
partijachterbannen.
ingesteld. Het bondgenootschap koos met instemming van
Aan het handhaven van het Nederlands lidmaatschap wer-
Nederland voor een "d ual- track approach".
den wel in toenemende mate voorwaarden gesteld. De Par-
tij van de Arbeid was daar als grote partij het eerste mee. maar het keerpunt werd pas echt gemarkeerd door de positieverandering van het CDA. Deze partij. traditioneel een trouw aanhanger van de NAVO, maakte in de jaren zeventig een ommezwaai ten tijde van de neutronenbomaffaire.
Fractieleider Aantjes verklaarde vlak voor zijn plotselinge vertrek uit de landspolitiek dat. als het bondgenootschap zou besluiten tot introductie van de N-bom. Nederland uit de NAVO zou moeten stappen. Door deze stellingname ontstond er voor het eerst een parlementaire meerderheid
die bereid was het NAVO-lidmaatschap onder bepaalde voorwaarden op te zeggen.
De N-bomaffaire had grote invloed op de Nederlandse politiek. Na deze episode stonden er echter meer moderniseringen van het tactisch-nucleaire potentieel van de
NAVO op stapel. De beslissing van de Nederlandse regering om de opvolger van de Honest J ohn. de Lance-raket te nucle;uiseren. werd nog vrij gemakkelijk door de meerderheid van de Tweede Kamer aanvaard, omdat aanneme-
lijk kon worden gemaakt dat het hier een vervanging van een al bestaande nucleaire taak van Nederland betrof. De grens leek echter met name door het CDA getrokken te worden, toen deze fractie een motie indiende om het
155 mm-geschut niet "dual-capable" (geschikt voor zowel conventionele als nucleaire granaten) te maken.
Deze motie werd ingediend nadat de Tweede Kamercommissies voor Buitenlandse Zaken en Defensie uitvoerig
hadden gesproken over het kernwapen beleid van de Nederlandse regering. Zij deden dit naar aanleiding van de Kernwapenbijlage van de Defensiebegroting 1979. die minister Scholten van Defensie aan het parlement presenteer-
de. Mede onder invloed van de N-bomaffaire schonk de Tweede Kamer grote aandacht aan dit beleidsstuk. Eerst werd er een hoorzitting over gehouden (zoals ook met de N-bom het geval was ). waarin deskundigen en actiegroepen aan het woord kwamen. Vervolgens werden er twee Openbare Commissievergaderingen aan besteed.
De houding van het CDA In de loop van 1979 werd duidelijk dat de moderniseringskwestie tot een politieke botsing tussen het kabinet en de CDA-fractie zou gaan leiden. met haast onvermijdelijke catastrofale gevolgen niet alleen voor het voonbestaan van het kabinet. maar juist ook van de CDA-fractie zelf. De defensiespecialisten Frinking en J. de Boer gaven in eerste instantie de toon aan voor wat betreft de CDA-
opstelling in de moderniseringsdiscussie. Hun houding tegenover de NAVO-plannen. die een steeds duidelijker vorm kregen. was sterk afwijzend totdat zij min of meer tot de orde werden geroepen. De CDA-commissie Neuman bracht in het najaar van 1979 een advies uit, waarin werd
opgeroepen tot instemming met de voorliggende moderniseringsplannen van de NAVO . Dit advies loste het probleem binnen het CDA niet meteen op. omdat de militairtechnische bezwaren van de CDA-defensiespecialisten tegen de modernisering werden versterkt door de ethische bezwaren die er bij een deel van de CDA-fractie leefden. Het was juist deze ethische geladenheid die een compromis onmogelijk deed lijken. Aantjes had niet voor niets zijn opvolger voor de moderniseringskwestie als tijdbom onder het kabinet Van Agt gewaarschuwd. Het CDA had het moeilijk met de moderniseringsbeslissing. maar stond daarin niet alleen. Behalve de VVD kregen alle grote partijen te kampen met onderlinge meningsverschillen. De PvdA. die redelijk eensgezind het jaar van de moderniseringsbeslissing was ingegaan. toonde in het najaar van 1979 tekenen van onderlinge verdeeldheid. De meerderheid van de Tweede Kamerfractie was tegen de voorliggende moderniseringsbeslissing. Een fractielid dat een andere positie innam en van mening was dat Neder-
land al wel zou moeten toezeggen dat het onder bepaalde omstandigheden tot stationering bereid zou zijn. baarde met zijn aanvankelijke stellingname nogal wat opzien. Het was de ex-minister van Buitenlandse Zaken Van der Stoel.
23
Pas voor de laatste twee beslissende moderniseringsdebatten zou hij zich bij de meerderheid van de PvdA-fractie aansluiten. Ook D'66 kon de eensgezindheid tijdens de moderniseringsdiscussie niet geheel bewaren. Vlak voor het parlement zich defintief zou uitspreken vond een D'66-congres plaats, waarin een meerderheid van de partij een standpunt innam dat aanmerkelijk afwijzender tegenover de NAVOplannen stond dan het tot nu toe ingenomen standpunt van de D'66-fractie. De partijen in het parlement werden zich ervan bewust dat aan het eind van 1979 een NAVO-besluit genomen zou worden, toen in april de Nuclear Planning Group (NPG) en in mei de Noordatlantische Raad bij elkaar kwamen en in feite het tijdschema voor het moderniseringsbesluit werd vastgelegd. In de zomer van 1979 werd het eerste mondeling overleg gevoerd tussen de Kamercommissies en de ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie, dat geheel gewijd was aan de grijze-zone kwestie. De analyse die de regering hier gaf, was geheel gelijk aan het later bekend geworden advies van de twee NAVO-werkgroepen aan de NAVO-ministerraad. Toch weigerde de regering tot vlak voor de feitelijke NAVO-beslissing een standpunt in te nemen, zodat de Tweede Kamer niets anders kon doen dan laten weten hoe het eigen standpunt was en hopen dat de regering dit standpunt zou overnemen. Dit parlementaire standpunt werd verwoord in de motie-StemerdinJt., die in het Kamerdebat van 6 december 1979 door toedoen van de CDA-dissidenten werd aangenomen. Het parlement werd echter pas met een formeel regeringsstandpunt geconfronteerd, nadat de NAVO het moderniseringsbesluit genomen had. De fracties konden slechts kiezen voor het ongedaan maken van de Nederlandse toezeggingen in Brussel , echter op straffe van een kabinetscrisis. Men kan de volksvertegenwoordiging moeilijk verwijten te weinig gedaan te hebben aan de moderniseringskwestie. AI in een vroeg stadium werden twee lange commissievergaderingen, voorafgegaan door een hoorzicting, georganiseerd. De betrokken Kamercommissies hebben meerdere malen mondeling overleg gevoerd met de verantwoordelijke bewindslieden . Er zijn (de Algemene Beschouwingen 1979 niet meegerekend) drie uitgebreide Kamerdebatten gehouden over de moderniseringsproblematiek. Toch kan men zich de vraag stellen of het parlement hierdoor meer invloed op deze buitenlandspolitieke beslissing heeft uitgeoefend dan doorgaans het geval is met het buitenlands beleid.
welke invloed had het parlement? Terugblikkend op het verloop van de modernisering>besluitvorming in Nederland kan de vraag worden gesteld, of de activiteiten van de Tweede Kamer ten aanzien van de moderniseringsbesluitvorming ook hebben geleid tot een grotere parlementaire invloed op het buitenlands beleid van de regering. Het lijkt gerechtvaardigd om het moderniseringsvraagstuk als een "testcase" voor het antwoord op deze vraag te hanteren, omdat deze kwestie, gezien de internationaalpolitieke betekenis ervan, als hoofdthema in het door het kabinet Van Agt gevoerde veiligheidsbeleid kan worden beschouwd. Voor een antwoord op de vraag dient een aantal elementen in beschouwing te worden genomen. De Tweede Kamer heeft gedurende de behandeling van het moderniseringsvraagstuk praktisch alle gangbare middelen
24
gebruikt om invloed uit te oefenen op het regeringsbeleid. In het begin van de moderniseringsdiscussie werden een hoorzitting en rwee OCV's gewijd aan de fundamenten van het veiligheidsbeleid van het kabinet Van Agt. In de loop van 1979 werd meerdere malen een goed voorbereid mondeling overleg gevoerd met de veranrwoordelijke bewindslieden. Zeker in de laatste fase van de NAVO-besluitvorming vond er mondeling overleg plaats op cruciale tijdstippen. Daarnaast hebben de leden van de Tweede Kamer het stellen van schriftelijke vragen over het regeringsbeleid zeker niet geschuwd .
MmuUr Scholtm tiJdtns htt Atmwaptndtbat (du. '79) omringd door (v.l. n.r.) Van Agt, Van der KliU2lJ.w. Fn'nAing(CDA) m NijMf(DS '70).
De drie debatten over de modernisering werden door de Tweede Kamer op het politiek juiste moment gevoerd. Het eerste debat, dat plaats vond naar aanleiding van het NAVO-deel van de begrotingen van Buitenlandse Zaken en Defensie 1980, werd gebruikt om een discussie met de regering te voeren over de politiek-strategische aspecten van het moderniseringsvraagstuk. Na de NPG-bijeenkomst in Den Haag vond het rweede debat plaats en stelde de Kamerleden in de gelegenheid om met de kennis, die zij op dat moment hadden van de laatste stand van zaken in het bondgenootschappelijk overleg, hun standpunt aan de regering mee te geven v贸贸r de NAVO-zitting te Brussel plaats vond. Dit standpunt werd dan ook in de vorm van de motie-Stemerdink gefonnuleerd . Het laatste debat over de modernisering bood de Kamer de gelegenheid om een politiek oordeel te vellen over het gevoerde regeringsbeleid te Brussel, met name over hetgeen de regering had gedaan met de door de Kamer aanvaarde motie-Stemerdink. De conclusie van het voorgaande moet dan ook luiden, dat de Tweede Kamer de ge毛igende parlementaire middelen optimaal heeft gebruikt ter be茂nvloeding van het regeringsbeleid. De regering stelde het bepalen van een formeel regeringsstandpunt over de TNF-modernisering tot vlak voor de beslissende NAVO-vergadering te Brussel uit. Bij de uiteindelijke formele standpuntbepaling speelde de parlementaire opstelling een zeer belangrijke rol, niet in de laatste plaats omdat een kabinetscrisis op het spel stond, zoals in de voorafgaande hoofdstukken duidelijk werd gemaakt. Echter door het feit dat er tussen de formele stellingname van de regering en de NAVO-zitting in Brussel
geen ruimte meer overbleef voor een parlementair oordeel over de regeringsbeslissing nog voordat deze tot uitvoering zou worden gebracht, kwam de Tweede Kamer voor een "fait accompli" te staan. In het laatste moderniseringsdebat stond de Kamer slechts het middel van een kabinetscrisis ter beschikking om het ongenoegen tot uitdrukking te brengen over het niet door de regering uitvoeren van een door de Kamer aanvaarde motie .
Een dreigende kabinetscrisis Al zou de Tweede Kamer dit middel hebben gebruikt en de regering naar huis hebben gestuurd, dan zou dit niets veranderd hebben aan de NAVO-moderniseringsbeslissing. Het bondgenootschap liet zich in de laatste fase niet door de Nederlandse regering. laat staan het Nederlandse parlement. van de TNF-beslissing afhouden. Een kabinetscrisis had alleen de toezeggingen die de Nederlandse regering in Brussel had gedaan. teruggedraaid. Aan het gegeven dat besloten was om 572 nieuwe kernwapens te introduceren, kon door het Nederlandse parleent niets worden veranderd. De la leden van de CDA-fractie, die voor de motieStemerdink gestemd hadden, hebben een afweging moeten malen tussen het onveranderlijke gegeven van de moderniseringsbeslissing en het voortbestaan van een door het CDA gesteund kabinet. Zij kozen daarbij voor het voortbestaan van het kabinet door geen uiteindelijke consequenties uit hun eerder stemgedrag te willen trekken. De regering had al geruime tijd voor de NAVO-beslissing een positieve mening over het moderniseringsvraagstuk zonder deze mening overigens te formaliseren . Ambtenaren van de ministeries van Buitenlandse Zaken en Defensie werkten al geruime tijd coöperatief mee aan de voorbereiding in de ambtelijke werkgroepen van de NAVO, hetgeen leidde tot de adviezen die door de NAVO-ministers te Brussel volledig werden overgenomen . Eveneens ging de regering akkoord, in he, begin van 1979, met de opzet van de Special Group, die opdracht kreeg om binnen het kader van de High Level Group te werken. Dit hield in, dat het wapenbeheersingsaspeet naast het moderniseringsvoornemen werd geplaatst en in ieder geval geen prioriteit kreeg, in de betekenis die Van der Stoel eraan hechtte tijdens het indienen van zijn motie in de OCV. De regering gaf ook later zelf toe dat chronologisch gezien er al geen sprake meer kon zijn van voorrang voor het wapenbeheersingsaspect, omdat de High Level Group al vanaf 1977 werkzaam was en de Special Group pas in april 1979 werd opgericht. De Tweede Kamer, en zeker de defensiespecialisten van de grote partijen, wisten o.a. blijkens het stellen van schriftelijke vragen dat de regering zich in de loop van 1979 (en daarvoor) zeer coöperatief opstelde ten aanzien van de moderniseringsvoorbereidingen, waardoor een zekere materiële binding aan een positief besluit ontstond. De Kamerleden waren, zo zij dit gewenst hadden, niet bij machte de regering te dwingen op een eerder tijdstip met een formeel standpunt te komen , zodat de Kamer hierover, nog voor de NAVO-besluitvorming zou plaats vinden, een oordeel zou kunnen geven. De Nederlandse regering had zichzelf praktisch alle internationaalpolitieke ruimte ontnomen om in de laatste fase van de NAVO'-besluitvorming met een afwijkend standpunt te komen. Het feit dat dit (zij het op een weinig overtuigende wijze) toch plaats vond, moet schade hebben toegebracht aan de Nederlandse positie in de NAVO. De overweging dat de schade aan het Nederlands aanzien in het bondgenootschap nog groter
zou worden als de Nederlandse toezeggingen in Brussel door een kabinetscrisis ongedaan zouden worden gemaakt, heeft in het uiteindelijk oordeel van de Tweede Kamer zeker een rol gespeeld.
Conclusie Het CDA en de PvdA ontwikkelden een "nucleaire" politieke gevoeligheid onder invloed van de gebeurtenissen rond de neurronenbomaffaire en de kernwapenproblematiek kreeg in de Nederlandse politiek een zware lading. Al vanaf het begin van de moderniseringsdiscussie stond vast dat het NAVO-voornemen op grote politieke bezwaren zou stuiten bij een belangrijk deel van het parlement. Enkele maanden voordat de NAVO-beslissing viel , wisten regering en parlement dat hieruit een politieke confrontatie zou voortvloeien met mogelijk funeste gevolgen voor het voortbestaan van het kabinet. Het centrale pum in deze politieke confrontatie was de CDA-fractie in de Tweede Kamer, Deze fractie wist lang van te voren, dat men een afweging moest maken tussen de bezwaren die men had tegen een gebeurtenis van buitenlandspolitieke aard en de binnenlandspolitieke gevolgen, die bij volharding van die bezwaren zouden optreden. Gezien de eerder genoemde machteloosheid van het parlement was men niet in staat deze afweging te vermijden en de modernisering op voornamelijk buitenlandspolitieke merites te beoordelen. Uit de gebeurtenissen van 1979 moet worden afgeleid dat binnenlandspolitieke overwegingen bij het parlement in de uiteindelijke beoordeling van het regeringsbeleid de doorslag hebben gegeven, niet alleen bij het CDA, maar ook bij de PvdA-fractie. Het CDA wilde een crisis vermijden en de PvdA wilde er juist een forceren. Uit het voorgaande blijkt dat ook ten aanzien van dit vraagstuk, ondanks de actieve opstelling van het parlement, het niet gelukt is te ontkomen aan het aloude dilemma. Het parlement moest de voltooiing van de intemationaalpolitieke besluitvorming afwachten alvorens een eigen beslissend oordeel te kunnen geven over het regeringsbeleid inzake deze besluitvorming. Slechts met het zwaarste politieke middel kon het parlement bij de eerder gedane uitspraak volharden, londer veel aan de internationale realiteit te veranderen. De invloed van het parlement op het regeringsbeleid ten aanzien van het moderniseringsvraagstuk lag dan ook meer in de antiàperende sfeer. De regering was zich ervan bewust dat een volledige onderschrijving van het moderniseringsbesluit een kabinetscrisis laU betekenen. De ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie namen in het najaar dan ook in het bondgenootschappelijk overleg een afwijkende Nederlandse positie in. Uit de houding van de Nederlandse regering tijdens de beginfase van de NAVO-besluitvorming moet worden afgeleid, dat het Nederlandse voorbehoud niet tot stand zou zijn gekomen als het parlement, en met name een deel van de CDA-fractie, zich niet zo kritisch zou hebben opgesteld. Aan de andere kant moest de regering rekening houden met de VVD-fractie en zich in zekere mate aan het NA VObesluit binden. De slotconclusie moet luiden dat de Nederlandse stellingname te Brussel een voornamelijk op binnenlandspolitieke overwegingen gebaseerde positie was, evenals het parlementair oordeel dat daarover aan het eind van 1979 werd geveld.
J. Veen
INDEX JASON-magazine 1979 DDR
Pers en Internationale Politiek
L. SOt6
W. Togtema
J. van der Velde G,K. Timmerman B. de Jong
H.
van Dam
a. Knapen E. van Vemde & J. Mooysma B. v. d. Lingen & J. de Vliet
Het ontstaan van de twee Duitse staten De tweede BerlIjncrisis Defensie In de DDR De DDR op de niet-reguliere toer De DDR: een provincie van de SowJet-Unie? Kunst ten behoeve van het socialisme Bevolkingspolitiek: schuld betalen met kind Interview met een Oostduitse onderwijzeres Economische vs ruimtelijke plann ing
1/ 2 1/8 1/12 1/ 16 1/19
1/ 23 1/ 25
H.A. Schaper
J. van der Velde J. Th. Hoekema K.A. Nederlof A. van Staden
Het ontstaan van de NAVO Waarom Nederland lid van de NAVO werd De Nederlandse politieke part ijen en de NAVO De NAVO en de ontspanning Is er een toekomst voor de NAVO? Nederland en de NAVO
Pers en Internationale Politiek Het Labyrinth van Pers en Politiek De rol van de pers in het Westen De rol van de pers in Oost-Europa De rol van de pers In de Derde Wereld K.A. Nederlol Invloed of geen Invloed Verslag van de inleiding van E. Fllatov
G. W. F. Vigeveno
1/30
G. W.F. Vigeveno
2/ 2
G. C. Berkhol & G. W.F. Vlgeveno L. G. M. Jequet
2/8 2/ 14 2/ 16 2/ 20 5-6/ 33
m lnl2
4/2 414 4/8 4/ 12 4/ 15 4/ 10
Militaire Strategie
1/ 26
Atlantische samenwerking G. K. Timmerman
K.A. Neder/of M. GardeniafsBerendsen M. L. Snllders W. van den Bereken L. Santoso
De NAVO-strategie: Van " masslve retaliatIon" tot "flexlble response" Politieke en militaire strategie van de USSR De Europese kernmachten In een veranderende strategische context Europa tussen de supermogendheden
mini 1
2/ 22 5-6/ 1 5-6/ 35
Wapenbeheersing en Wapenbeperking J.P. Huner
De Veren igde Naties en dubieuze wapens
4/ 17
Oost-Weil verhouding
Islam
J. van der Velde
J.D.J. Waardenburg
Islam vandaag : Opleving van een cultureel-religieuze traditie J.A. Fortuin Het Islamitisch reveil in historisch perspectief Chaos en Revolutie in Iran Titie Brouwer L.c. Biege! Oe ''verwesterIIjkte'' Islam M. van Rave/s Afghanistan : het zwaard tegen de sikkel P.J. C. Mulder De Islamitische bevolking in de Sowjet- Unie Iran : Sociale omwenteling of religieus reveil
3/2 3/ 10 3/20 3/23 3/ 26 3/ 29 3/ 14
Oe Oost-West verhoud ing in stripverhalen
Diversen W.G. Stuyvenberg C. C. Sanders P-H. Goedhart P.J.C. Mulder
Finlandisering: een feit en een verwijt Verslag marine-symposium juni 1979 Verslag conferentie Atlantische verhoudingen en Oost-~est polit iek Verslag van de Cursus Internationale Politiek van het Defensie Studie Centrum
~ĂŠllt drukwerk! ~e~ ve1'1laa1 apart. ~aak eve~ ee~ af$ptaak bij
boekd ruk +offset /boekhandel/ kantoorboek handel
vestestraat 1e / leiden / tel. 071-126341
5-6/ 21
2/5 3/32 4/ 20 5-6/ 31