techcare 02 nl

Page 1

Š Boeckx architecture & engineering en Kristel Smeyers / Sint-Trudo Ziekenhuis

Afgiftekantoor 1099 Brussel X - P915317 - Driemaandelijks tijdschrift - V.U.: Filip Cossement - Bld. des Canadiens 118 - B-7711 Dottignies

jaargang 1 - APR-MEI-JUN 2013 - n02

techcare Bouw, installatie & inrichting voor de zorgsector

Sint-Trudo Ziekenhuis

Uit het ei gekomen


Laat Recupel uw oude elektro-apparaten gratis ophalen

Kijk eens rond in uw onderneming. Wedden dat er ergens nog oude elektro-apparaten staan te verkommeren? Computers, printers, kopieerapparaten ... laat ze nu gratis ophalen en recycleren via www.recupel.be/gratisophaling. Op die site ziet u meteen hoe eenvoudig de procedure is. Bovendien bent u met Recupel zeker dat alles correct verloopt. Recupel werkt enkel met geregistreerde inzamelaars en vergunde verwerkers die de afvalwetgeving nauwgezet volgen. Zo komt uw elektro-afval niet in ons leefmilieu terecht en hebt u weer plaats in uw bedrijf.

www.recupel.be/gratisophaling Nog vragen? Mail naar: logistics@recupel.be


techcare

INHOUD

04

PROJECTEN 04 12

Sint-Trudo Ziekenhuis: Uit het ei gekomen Vijf pilootprojecten voor zorg

REPORTAGES Nieuwe muurbekledingsplaat conform nieuwe brandnorm Biotechnologie kan zorginstelling slim saneren Energie besparen met het juiste warmwaterdistributiesysteem AZ Damiaan in Oostende: verwarmd en gekoeld uit de bodem

38

Koelplafondunits: comfort in al zijn facetten Hogedruklaminaat werkt elke zorgomgeving af

Periodiciteit: Driemaandelijks Gratis verspreid naar studiebureaus en diensthoofden technische diensten van woonzorgcentra, ziekenhuizen en OCMW’s. Redactie: Phiip Declercq, Rudy Gunst, Colette Demil & Staf Bellens

Groene energie: een teken van deze tijd St. Jozef in Moorsele: Energiewinst dankzij geothermische warmtepomp Externe controle: kan brandveiligheid in ziekenhuizen verzekeren

14 18 21 24 26 28 30 32 34

redactie@fcomedia.be - T + 32 (0)56 77 13 10 Reclame-advies: Filip Cossement, T +32 (0)56 77 13 10, filip.cossement@fcomedia.be Verantwoordelijke uitgever: Filip Cossement, Boulevard des Canadiens 118, B-7711 Dottignies

DOSSIER Dementievriendelijk bouwen: De inrichting van het gebouw

16

Vormgeving: marieke.veys@fcomedia.be Version française sur simple demande Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook, zonder voorafgaande

EVENTS Vers bloed voor 24ste VTDV-congres

38 41

NEWS

45

PRoF themadagen: Nieuwe technieken en architectuur in de Zorg

schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor ondertekende artikels zijn alleen de auteurs aansprakelijk. Voor de inhoud van de advertenties zijn enkel de adverteerders aansprakelijk. De uitgever erkent geen enkele verplichting tot opname van aangeboden advertenties. Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers

In samenwerking met


techcare

Na vroegere uitbreidingen in samenwerking met het architectenbureau Archiduk en de Architectengroep PSK ging het Sint-Trudo Ziekenhuis in 2004 in zee met Boeckx architecture & engineering voor de tot nader order laatste fase van de eenmaking van de campussen. De architecten stelden eerst een masterplan op dat de architecturale, functionele en technische aspecten verenigde en bij elke volgende fase als toetssteen fungeerde. Geen rigide keurslijf, maar een dynamisch instrument dat geregeld werd bijgestuurd, en dat maakte dat nooit het geheel uit het oog werd verloren maar dat elke fase aansloot bij de globale visie. Achtereenvolgens werden het gebouw langs de straatzijde gedeeltelijk vervangen door een nieuwbouw (2009), het aangrenzende blok gerenoveerd (2011-2012) en ten slotte het resterende oude deel vooraan afgebroken om de nieuwbouw te vervolledigen (2013). Die fasering had te maken met het vrijkomen van de subsidiebudgetten en met het feit dat het ziekenhuis al die tijd bleef draaien, zodat afdelingen soms meermaals moesten worden verhuisd. Om iedereen de gelegenheid te geven zich hier terdege op voor te bereiden, kwam het masterplan goed van pas.

04

Het nieuwe gebouw is geconstrueerd als een betonskelet. De hoofdkokers voor de technieken maken deel uit van het concept. Daardoor kan later alles weer worden gestript tot een intelligente ruïne. Omdat

Sint-Trudo Ziekenhuis Uit het ei gekomen eerst het bestaande gebouw in twee fasen moest worden afgebroken, doken er wel enkele problemen op. Zo bleek een belangrijke rioleringsader onder het gebouw door te lopen en werden, door het ene gedeelte af te breken, alle nutsleidingen naar het resterende deel doorgeknipt, zodat een tijdelijke oplossing moest worden gezocht.

daardoor niet te wijzigen. Heel wat binnenwanden werden behouden, evenals bepaalde elektriciteitskabelborden. De gevels die zowel esthetisch als energetisch een update best konden gebruiken, werden voorlopig met rust gelaten. Alleen voor blok 7 kwam een nieuw gevelfragment om het geheel beter te laten aansluiten bij de nieuwbouw.

“Zorgarchitectuur moet geënt zijn op evidence based design. Dat betekent dat je zaken moet kunnen aantonen met cijfermateriaal.”

KWO bespaart energie Met de nieuwbouw kreeg het ziekenhuis meteen een nieuw gezicht. Het gelijkvloers met onthaal, inschrijvingen, shop en cafetaria is grotendeels beglaasd. Voor de verdiepingen met de verpleegafdelingen werd dezelfde baksteen gebruikt als in de oudere uitbreidingen. De bovenste verdiepingen waarin intensieve zorgen, centrale sterilisatie, operatiekwartier, ICT en technieken gebundeld zitten, kreeg als afwerking architectonisch beton. Daarmee geeft de architectuur netjes de functies weer. In plaats van de wat pietluttige toegang van vroeger, anoniem weggestoken onder een betonnen luifel, kwam een nieuwe transparante inkom. Een kunstwerk van Koen Vanmechelen, Truienaar en geboren in een van de ziekenhuizen die nu onder de paraplu

Voor het gedeelte dat werd verbouwd waren - vooral vanuit budgettaire overwegingen de beperkingen stringenter. Zo bleven alle vloeren noodgedwongen behouden omdat daarin, bij gebrek aan een kruipkelder, alle sanitaire leidingen onder de afdelingen doorliepen. Ook de plaats van de putten viel


Sint-Trudo ressorteren, geeft de overdekte galerij en de inkom extra allure. Van de werkzaamheden werd gebruik gemaakt om het energetische profiel en de technische installaties een upgrade te bezorgen. Manager infrastructuur Ludo Nulens: “De vroegere uitbreidingen hadden binnenwanden in metselwerk. Weinig flexibel, maar wel stevig en goed voor een grote inertie, zodat die gebouwen minder snel opwarmen op hete dagen. In het nieuwe gebouw speelt die inertie veel minder gezien de binnenwanden in gipskarton. Om oververhitting zoveel mogelijk te voorkomen zijn er daarom, op het gelijkvloers na, overal zonweringschermen geïnstalleerd die geïntegreerd zijn in het gebouwbeheersysteem en automatisch reageren op zon- en windsturing. In het nieuwe gedeelte gebruiken we een KWO-installatie, koude- en warmteopslag,

om de lucht te koelen. In de zomer halen we daarmee 13 of 14 graden uit de bodem, wat heel wat koelmogelijkheden biedt. In totaal zijn er in het nieuwe gedeelte vier hydraulische systemen: een op hoge temperatuur voor de verwarming op aardgas, een op lage temperatuur voor de luchtbehandeling, een ijswatercircuit met een laag regime waarmee we de lucht ontvochtigen en onder meer het operatiekwartier en de serverruimte koelen, en een ijswatercircuit met een wat hoger regime voor de koeling van onder meer de cafetaria.” Comfort vereist energie Het nieuwe deel is verder uitgerust met bewegingsdetectoren, zonnepanelen met 30 kW piekvermogen en een geautomatiseerde warmterecuperatie via kruiswisselaars op het ventilatiesysteem. De verlichting gebeurt

Architect Johan Cogge, bedrijfskundig directeur Doris Eder, manager infrastructuur Ludo Nulens en architecte Greet Dejaegher. Rechts van de inkom is de balie ondergebracht. Langs weerszijden van de wachtruimten bevinden zich de inschrijvingsloketten. De grote cijfers zijn ook voor de wachtenden die verderaf zitten, nog altijd goed leesbaar.

overwegend met T5-lampen, hier en daar aangevuld met leds. In het werflokaal werden die leds op voorhand getest op lichtkleur en beleving. Ludo Nulens ziet ze voorlopig vooral een rol toebedeeld als gerichte verlichting, bijvoorbeeld voor operatielampen, met als extra voordelen hun levensduur en de minimale warmteopwekking. Resulteert dat alles in een lager verbruik? Zowel Ludo Nulens als bedrijfskundig directeur Doris Eder halen de schouders op. “De energiefactuur ligt verrassend hoog, maar >>>

techcare

project

B

egin dit jaar werd de laatste hand gelegd aan de uitbreiding en renovatie van het Sint-Trudo Ziekenhuis in Sint-Truiden. Daarmee krijgt de fusie tussen de voormalige ziekenhuizen Sint-Anna en Sint-Jozef een architectonisch sluitstuk, met als blikvanger het reusachtige metalen ei van kunstenaar en Truienaar Koen Vanmechelen aan de inkom. Intussen broeien er alweer nieuwe plannen.

05


techcare

Gebouw met een geschiedenis Na twaalf jaar bouwen en verbouwen werd onlangs het volledig vernieuwde Sint-Trudo Ziekenhuis officieel geopend. Het nieuwe logo visualiseert de vernieuwing en eenmaking en symboliseert een volgende fase in de geschiedenis van het ziekenhuis, die wortelt in de vorige eeuw. In 1930 richtten de Zwartzusters Augustinessen de Sint-Annakliniek op. Enkele jaren later, in 1938, startte de Congregatie van de Zusters van het Heilig Hart van Maria van Berlaar met de bouw van het Sint-Jozefziekenhuis, dat door de oorlog pas in 1947 officieel geopend werd. Beide ziekenhuizen - Sint-Anna en Sint-Jozef - bleven opereren tot de plannen voor de fusie vorm kregen. Het Sint-Trudo Ziekenhuis, in 1991 ontstaan uit die fusie, herbergt sinds begin dit jaar alle ziekenhuisactiviteiten en staat voor 310 bedden en 1000 medewerkers. Campus Sint-Anna, onlangs nog door de Vlaamse overheid en de Vlaamse Bouwmeester geselecteerd als pilootproject, wordt omgevormd tot een innovatief woonzorgproject rond levenslang wonen. Wordt vervolgd.

06

dat heeft zijn reden. Je hebt vooral een hoger comfortniveau, zodat je eigenlijk geen vergelijking kunt maken tussen een nieuw en een bestaand gebouw.” Architecten Johan Cogge en Greet Dejaegher beamen dit: “Het comfort wordt hier op de voet gevolgd. Zo mag de temperatuur slechts een beperkt aantal dagen boven een bepaalde grens stijgen. Dat kost natuurlijk energie.” Het onderhoud was een belangrijk aandachtspunt. Ludo Nulens: “Uiteraard kijk je naar de bereikbaarheid en toegankelijkheid van de technische kokers. Maar ook inzake materiaalgebruik hebben we heel wat elementen grondig afgetoetst. Voor de vloeren hadden we in het verleden bijvoorbeeld al een proefopstelling gemaakt, waaruit bleek dat een bekleding in heterogene PVC het meest aangewezen was voor de verpleegafdelingen. Die vloer bood de minste wrijfweerstand, zodat je meer vierkante meter kunt schoonmaken binnen eenzelfde tijdsbestek, en beantwoordde tegelijkertijd aan de vereisten inzake brandweerstand en gebruik.” “Een proefopstelling in een kamer is ook handig om vervelende zaken achteraf te voorkomen, zoals klapdeurtjes die ergens tegenaan slaan of alarmknoppen die op de enige

“Een ziekenhuis is een complexe puzzel. Het moet functioneel zijn, aangenaam zijn om in te werken voor het personeel, aantrekkelijk zijn voor de patiënt en goed scoren inzake totale life cycle cost.” plaats blijken te zitten waar je nog klapstoeltjes aan de wand kunt wegbergen.” De architecten beamen het belang van dergelijke testkamers. “Als we over de nodige tijd beschikken, maken we eerst een mockup, een model op ware grootte van een kamer, om de ergonomie te testen. Pas daarna gaan we over tot het eigenlijke ontwerp en de aanbesteding, en brengen we alle materialen samen in een proefkamer zodat de aannemers precies weten wat waar komt en nog tijdig kunnen anticiperen op mogelijke conflicten.”


Privacy en functionaliteit De een- en tweepersoonskamers zijn functioneel en goed uitgerust. Ze beschikken over wifi, een nachtkastje met kluis, een ergonomische plafondlift en een kleine badkamer met onder andere een persoonlijke wastafel, (zit)douche en toilet. Om de privacy

>>>

In de patiëntenkamers ging aandacht naar het optimaal gebruik van de ruimte, de lichtinval en klimaatbeheersing en het onderhouds- en gebruikscomfort. Vandaar de extra stoelen tegen de wand, de opklaptafel, het met een screen uitgeruste raam, de PVC bevloering. De kleurrijke accentwand bant de ziekenhuissfeer.

Op de afdeling intensieve zorgen liggen de patiënten niet langer op een grote zaal, alleen van elkaar gescheiden door een gordijn. Individuele kamers met alle uitrusting zorgen voor privacy, rust en (verpleeg)comfort.

techcare

Zicht op de afdeling voor intensieve zorgen. Recht tegenover de verpleegposten en dus snel te bereiken, bevinden zich de patiëntenkamers. De beglaasde wanden van de kamers vergemakkelijken de visuele controle.

07


te garanderen, zijn de verkeersstromen van bezoekers en van de patiëntentransfers naar medisch-technische diensten in de mate van het mogelijke gescheiden. De verpleegposten zijn overal zo ingeplant dat in drukke periodes twee afdelingen samen te sturen zijn. Door de administratieve medewerkers te delen, worden bezoekers veel vlotter begeleid wat de drempel lager maakt. Een verhaal apart vormt de afdeling intensieve zorgen. In plaats van de gebruikelijke provisoire afscheidingen met gordijnen is hier gekozen voor volwaardige kamers waarin alle apparatuur binnen handbereik is

dankzij een flexibele plafondbevestiging. Toegangscontrole via een badge, sleutel of code garandeert dat geen ongewenste bezoekers op verkeerde plaatsen terechtkomen of dat mensen na de bezoekuren nog op de afdelingen rondzwerven. Ook de dienstliften worden zo vrijgehouden voor de juiste gebruikers. Uiteraard zijn de deuren verbonden aan de alarmcentrale. Hetzelfde geldt voor alle openingen naar buiten die bij evacuatie vanzelf worden ontgrendeld. Vlot naar binnen als het mag, vlot weer naar buiten als het moet. _____________________ www.sint-trudo.be

Sint-Trudo Ziekenhuis Projectfiche Algemeen • Bouwheer: Sint-Trudo Ziekenhuis, Sint-Truiden • Masterplan, architectuur, interieurinrichting, ontwerp omgeving: Boeckx architecture & engineering • Stabiliteit en technieken: De Klerck Engineering • Veiligheidscoördinatie: Advies- en studiebureau Thielemans Renovatie blok 7 Algemeen • Oppervlakte: 26 002 m² • Bouwtermijn: maart 2010 - oktober 2012 • Kostprijs: 6 300 000 euro Aannemers • Ruwbouw en afwerking: Reynders Bouw • Sanitair en HVAC: Imtech Projects • Elektriciteit: Vanderhoydoncks • Vast meubilair: Alcomel • Tussenbedgordijnen: Servio Projects • Signalisatie: Labyrint

techcare

Materialen en uitrusting • Binnenmuren: gipsmontagewanden, Gyproc - isolatie, Isover • Bepleistering: MP 75, Knauf • Plafonds: vlak breedpaneelplafond gangen: XL - module 300, LCC; rotswolplafond: Fibral - Royal - Hydroclean 52, Rockfon • Vloeren: PVC vloeren, Tarkett

08

• Binnenschrijnwerk: brandwerende deuren, Theuma • Verwarming: drie bestaande gasverwarmingsketels van elk 1 200 kW, Viessmann • Ventilatie: pulsie en extractie, Gea Happel • Buitenzonwering: Solscreen, Winsol • Verlichting met aanwezigheidsdetectie, Zumtobel • Toegangscontrole inkom/per afdeling: parlofonie Pantel, ITS Telecom; badgelezer, Syntegro • Bezoekerstoiletten: hangtoiletten en wastafels, Keramag; spoelelement, Geberit; ronde inbouwlavabo’s, Ideal Standard en Duravit; kranen, Grohe • Patiëntenkamers: meubelen in volkern, Resopal; verlichting, Zumtobel; PVC vloerbekleding, Tarkett; bedden, Haelvoet; tilliften, Arjo; hulpmiddelen ergonomie (handgrepen, stoeltjes in douche), Hewi; alarm verpleegoproep, Televic; hangtoilet, Keramag; spoelelement, Geberit; wastafels, Keramag; ronde inbouwlavabo’s, Ideal Standard en Duravit; kranen, Grohe Nieuwbouw en ombouw blok 8 Algemeen • Oppervlakte: 12 222 m² • Bouwtermijn: augustus 2006 - oktober 2009 (fase 1); november 2010 - maart 2013 (fase 2) • Kostprijs (bouwwerken, technieken, medische civiele inrichting, omgevingswerken): 17 922 066 euro (fase 1); 9 737 586 euro (fase 2) Aannemers • Ruwbouw: Knippenberg • Buitenschrijnwerk: Dilien Metaalwerken (fase 1); Couwenberg en Schellens (fase 2)


Zicht op het gebouwencomplex van het Sint-Trudo Ziekenhuis in Sint-Truiden.

Masterplan in beweging Ook nu alle werken beëindigd zijn, blijft het masterplan evolueren. Zo blijkt de afdeling spoedgevallen relatief krap. Ook wordt gezocht naar een gepaste plek voor de keuken, want bedrijfskundig directeur Doris Eder wil tussen dit en vijf jaar alle maaltijden voor patiënten, personeel, bezoekers en nierdialysepatiënten in het ziekenhuis laten bereiden en niet langer op campus Rummenweg, waar momenteel de maaltijden door het personeel van het Sint-Trudo Ziekenhuis worden bereid. “Door de maaltijden in het ziekenhuis zelf klaar te maken, kun je de kwaliteit beter sturen. Goede voeding is niet alleen onontbeerlijk voor een vlot genezingsproces, maar vormt voor patiënten ook het uithangbord voor de kwaliteit van een ziekenhuis. Of je nu in een hotel, een rusthuis of een ziekenhuis verblijft, je bent altijd een gast en je wilt zo goed mogelijk verzorgd worden. In de medische verzorging hebben patiënten veelal vertrouwen, maar ziekenhuisvoedsel heeft een slechte faam en wordt dan ook met een uiterst kritisch oog bekeken. Daar willen wij verandering in brengen. Waarom bijvoorbeeld geen gerechten op basis van streekproducten aanbieden?”

Redactie: Colette Demil en Staf Bellens - Foto’s: Boeckx architecture & engineering en Kristel Smeyers / Sint-Trudo Ziekenhuis

Materialen en uitrusting • Bouwsysteem: betonskeletbouw • Gevelsteen: Kesseltse Klampsteen module 50, Nelissen • Andere gevelbekleding: architectonisch beton, Elbeton; aluminium golfplaten, Aluform • Buitenschrijnwerk: aluminiumprofielen CS 77, Reynaers • Beglazing: AGC Glass (dubbele heldere beglazing Planibel Clear - Argon - Planibel Top N; dubbele heldere beglazing eenzijdig gelaagd Stratobel - Argon - Planibel Top N; dubbele heldere be glazing binnen en buiten gelaagd Stratobel - Argon - Stratobel Low) • Dak: bitumen dakdichting Ventirock 3 - Sopragum techno 4C, Soprema; isolatie PIR Ecotherm Topline BG, Ecotherm; damp scherm in gewapend bitumen V4 Sopraglass, Soprema • Isolatie: keldermuren Styrosol 300, Styrosol; wanden Mupan façade dikte 70 mm, Isover • Binnenmuren: binnenspouwblad Porotherm thermobrick, Wienerberger; binnenwanden gipsmontagewanden, Knauf; kokerwanden gipsblokken Isomur

• Bepleistering: éénlaagse spuitpleister LP33 x Plus, Plâtres Lambert • Plafonds: vlak breedpaneelplafond gangen, Hunter Douglas; rotswolplafond Royal en Hydroclean 52, Rockfon • Vloeren: tegelvloeren Chromtech /1.0, Floor Gres; PVC vloeren, Forbo (fase 1) en Tarkett (fase 2) • Binnenschrijnwerk: brandwerende deuren, De Coene • Lift: Coopman Liften • Verwarming: drie bestaande gasverwarmingsketels van elk 1200 Kw, Viessmann • Ventilatie: pulsie en extractie, Gea Happel • Buitenzonwering, Boflex • Verlichting + verlichting met aanwezigheidsdetectie, Zumtobel • Toegangscontrole inkom/per afdeling: badgelezer, Syntegro; parlofonie Pantel, ITS Telecom • Automatische schuifdeuren, Besam • Bezoekerstoiletten: hangtoiletten en wastafels, Keramag; spoelelement, Geberit; ronde inbouwlavabo’s, Ideal Standard en Duravit; kranen, Grohe • Patiëntenkamers: meubelen in volkern, Resopal; verlichting, Zumtobel; PVC vloerbekleding, Forbo (fase 1) en Tarkett (fase 2); bedden, Haelvoet; tilliften, Arjo; hulpmiddelen ergonomie (handgrepen, stoeltjes in douche), Hewi; alarm verpleegoproep, Televic; hangtoilet, Keramag; spoelelement, Geberit; wastafels, Keramag; ronde inbouwlavabo’s, Ideal Standard en Duravit; kranen, Grohe • Uitrusting centrale sterilisatieafdeling: Getinge • Operatiezalen: tl-lampen, Zumtobel; led operatielampen, Maquet; geleidende vloeren, Tarkett; volkern wandafwerking, Resopal; rotswolplafond met hygiënische afwerkingslaag Hydroclean 52, Rockfon

>>>

techcare

• Afwerking: Driesen (fase 1); Jansen Finishings (fase 2) • Sanitair: Imtech Projects • HVAC: Ondernemingen Van Den Briele (fase 1); Imtech Projects (fase 2) • Elektriciteit: Detech (fase 1); Vanderhoydoncks (fase 2) • Dek- en harde vloeren: A. Keulen • Schilderwerk en zachte vloeren: van de Kerkhof • Vast meubilair + inrichting zalen: Alcomel • Tussenbedgordijnen: Servio Projects • Signalisatie: Labyrint • Omgeving: Kumpen

09


techcare

Boeckx architecture & engineering: Een ziekenhuis is een complexe puzzel” Een derde van de zowat 70 ziekenhuizen in Vlaanderen is klant bij Boeckx architecture & engineering. Intussen is het architectenbureau ook aan de slag in Wallonië. Met welke visie benadert Boeckx architecture & engineering een project in de zorgsector? Serge Lefevere: “Een ziekenhuis is een complexe puzzel. Het moet functioneel zijn, aangenaam zijn om in te werken voor het personeel, aantrekkelijk zijn voor de patiënt en goed scoren inzake totale life cycle cost. Gezien de krappe budgettaire situatie kan geen enkele ziekenhuisdirectie het zich veroorloven om meer mensen op een dienst tewerk te stellen dan strikt noodzakelijk is. Loopafstanden, organisatie, compactheid en onderlinge situering van de verschillende diensten die met elkaar gerelateerd zijn, zijn dus essentieel. Verpleegkundigen vormen een knelberoep. Je moet ze als directie weten aan te trekken en te houden via een aangename werkomgeving. Patiënten kiezen hun ziekenhuis, en kijken daarbij naar de kamer, de sfeer, het eten, de dienstverlening. De terugverdienbaarheid van de investering wordt dan weer mee bepaald door de keuze van technieken en materialen en door de duurzaamheid van het volledige concept.” Hoe vertaal je al die criteria naar de praktijk? “Zorgarchitectuur moet geënt zijn op evidence based design. Dat betekent dat je zaken moet kunnen aantonen met cijfermateriaal. Neem nu de patiënttevredenheid. Bepaalde zaken kun je meten. Hoeveel tijd brengt een patiënt door in een wachtzaal als hij een bepaald onderzoek moet ondergaan? Kan hij zelf vanuit het bed de zonwering bedienen als de zon te fel schijnt? Hetzelfde geldt voor de verzorging. Je kan verpleegkundigen filmen tijdens hun meest courante bezigheden, hen een stappenteller geven. Zo kom je soms tot verrassende resultaten. Architecten hebben bijvoorbeeld de neiging om kamers te spiegelen omwille van de technische kokers. In hotels vormt dat geen probleem, maar in een ziekenhuis maakt dit dat verpleegkundigen in de helft van de gevallen om een bed heen moeten lopen omdat de badkamer aan de foute zijde zit. Als je dat alles meet en de verschillen tussen het ene ziekenhuis en het andere kunt verklaren, kun je er ook op ingrijpen. Over al die zaken bestaan tal van overwegend universitaire studies, zeker in de Verenigde Staten. Het komt er dus op aan die te lezen en ze te vertalen naar onze specifieke situatie. Uiteraard valt er, gezien de complexiteit, nog een hele weg af te leggen. Al de opgesomde criteria gelden evenzeer voor een woonzorgcentrum.” ____________________________________________________________ www.boeckx.be

10

In 2014 moet Boeckx architecture & engineering rond zijn met Ter Deinsbeke, een vervangingsnieuwbouw van een woon- en zorgcentrum met 127 kamers, zes kamers voor kortverblijf, een dagverzorgingscentrum voor vijftien personen en een lokaal dienstencentrum. Het nieuwe complex komt op dezelfde site als het bestaande OCMW-rusthuis dat na de verhuizing van de bewoners wordt gesloopt.

Vorige jaar werd het AZ Damiaan in Oostende in gebruik genomen. Boeckx architecture & engineering stond in voor de architectuur. Kenmerkend voor het concept zijn de twee identieke verpleegblokken in T-vorm, de voorbouw met dagziekenhuis en het technisch blok als aansluiting met de gerenoveerde bestaande gebouwen. Alle kamers zitten aan de zonnekant en kijken voornamelijk uit op de omgeving van het Leopoldpark. Een variatie aan kleuren en materialen doorbreekt de grootschaligheid.


techcare

Boeckx architecture & engineering tekende voor de uitbreiding en herinrichting van het RZ Jan Yperman in Ieper. In het verlengde van het inkomsas werd een nieuwe, zeven verdiepingen hoge vleugel opgetrokken. Daarnaast kwam een lager volume waarin onder andere de spoedafdeling, het operatiekwartier, de afdeling intensieve zorgen en het laboratorium zijn ondergebracht. Een sokkel van twee verdiepingen herbergt de personeelsdiensten en technieken. Elk deel kreeg een betonnen gevelbekleding in een andere kleur.

11


Kwalitatief kleinschalig wonen staat centraal in dit project, ingediend door de vzw Astor, een initiatief van architect Michiel Verhaegen (partner bij Osar Architects) en dokter Van den Bergh, in samenwerking met het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis (OPZ) en het Medisch Pedagogisch Instituut (MPI) uit Geel.

techcare

De vijf geselecteerde pilootprojecten zijn een woonzorgconcept in Sint-Truiden met de focus op de lokale woon- en zorgbehoeften, een woonzorgsite in de dorpskern van Groot-Bijgaarden, een totaalzorgproject in Kortrijk met speciale aandacht voor jongdementie, een nieuwe vorm van kleinschalige woonzorg in Geel voor onder andere de opvang van oudere personen met een handicap en psychiatrische patiënten, en een masterplan voor palliatieve zorg in Wuustwezel. Alle proefprojecten, samen goed voor 335 bedden, krijgen bij de uitwerking begeleiding van een projectregisseur en verschillende deskundigen. Uiterlijk september moeten zij klaar zijn met de projectdefinitie die de nagestreefde innovatie en het programma omschrijft. Vervolgens worden drie ontwerpteams per project aangeduid. In april 2014 volgt de evaluatie van hun voorontwerp, met de gunning van de bouwopdracht aan telkens één van de drie ontwerpteams. Na opmaak van het definitief ontwerp kan de realisatie van start gaan, wellicht vanaf eind volgend jaar.

12

Innovatie in zorgaanbod In Sint-Truiden draait het pilootproject om de realisatie van een woonzorgconcept op de site Sint-Anna en de uitwerking van een

Vijf pilootprojecten voor zorg ketenstrategie voor de stad. Initiatiefnemer Sint-Trudo Ziekenhuis hoopt via samenwerkingsverbanden met actoren in de welzijnssector, de residentiële zorg en de thuiszorg, als facilitator van de zorgvoorzieningen te kunnen optreden. Wat het innovatief woonzorgconcept betreft, ligt de klemtoon op levenslang wonen, de vermenging van de woonzorgfunctie met publieke functies en de relatie met de buurt en de omgeving. Ook een eventuele vermenging van zorgwonen met private woonontwikkeling behoort tot de denkpistes. Het pilootproject op een voormalige bedrijfssite in Groot-Bijgaarden behelst de realisatie van een intergenerationeel woonzorgproject waar verschillende generaties zo lang mogelijk samen moeten kunnen blijven wonen, ondersteund door zorg op vraag en op maat. Aanvullend wil privaat initiatiefnemer C.V. Peka (zorg)diensten ter beschikking stellen van de bewoners en zorgbehoevenden in de buurt. Mogelijke andere extra functies op de site zijn een bibliotheek, een polyvalente zaal, een indoor petanque en een gedeelde ondergrondse parking. Het pilootproject in het centrum van Kortrijk omvat onder andere de renovatie en integratie van twee beschermde woningen en de bouw van nieuwe woonzorginfra-

structuur rond een parkgebied. De vzw De Korenbloem ambieert er de realisatie van een totaalzorgproject met de klemtoon op jongedementie en op een intensieve verweving van het zorgcentrum met de buurt. De uitbouw van een kenniscentrum voor jongdementie inclusief de woon-, verblijf- en zorgfunctie kan tot nieuwe inzichten leiden. Aanvullend komt er een nieuwbouw voor bewoners met beroertezorg, en een dagopvangcentrum voor personen met dementie. Centraal staat zelfstandig levenslang wonen met zorgondersteuning vanuit de zorgaanbieder. Dit woonzorgconcept focust sterk op het woonaspect, vandaar de individuele woonruimte met een eigen voordeur en huisnummer en met zorg binnen handbereik en op afroep (kortverblijf, nachtopvang, crisisopvang, mindervalidenvervoer, dagcentrum, vrijwilligers, zorgcoördinator …). Om de sociale cohesie te versterken, wil de vzw samenwerken met diverse actoren in de buurt zoals scholen, buurtwinkels, kinderopvang, bakker, kapper, mutualiteit, parochiaal centrum. Stuwende kracht achter het pilootproject in Geel is de vzw Astor, een initiatief van architect Michiel Verhaegen (partner bij Osar Architects) en dokter Van den Bergh, in samenwerking met het Openbaar Psy-


Zorghotel Active-aging

Collectief wonen voor gepensioneerden en jonge dienstverleners (Freiburg) Scholen OCMW Rusthuizen Cicindraihuis Gemeenschapscentrum

Huisartsen Tandartsen Apothekers Opticiens

V

orig jaar lanceerden Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen en Vlaams Bouwmeester Peter Swinnen een projectoproep voor vijf vernieuwende pilootprojecten met een innovatieve benadering van zorg, architectuur en ruimtelijke ontwikkeling. Die oproep resulteerde in dertig projectvoorstellen waaruit de jury onlangs de vijf proefprojecten selecteerde die de komende jaren worden gerealiseerd. chiatrisch Ziekenhuis (OPZ) en het Medisch Pedagogisch Instituut (MPI) in Geel. Kern van het project is de ontwikkeling van een woontypologie voor kwalitatief kleinschalig wonen die bruikbaar is voor verschillende doelgroepen en realiseerbaar zonder overheidssubsidies. Van kleinschalige projecten wordt dikwijls gezegd dat ze onbetaalbaar zijn. De initiatiefnemers willen komaf maken met dat vooroordeel. Volgens hen is compact bouwen goedkoper omwille van het lagere aantal m², de lagere kostprijs per m² en de gereduceerde energiekost. Als proef op de som willen zij, verspreid over meerdere sites, 90 woongelegenheden in een woonzorgcentrum en 100 assistentiewoningen realiseren. Voor het onderzoek doet Astor een beroep op de KU Leuven, Asro, VITO en Osar Architects. Hun resultaten kunnen zinvolle inzichten opleveren voor de bestaande regelgeving, manieren van bouwen en financieringsmechanismen. Een van de doelstellingen van vzw Coda in Wuustwezel is innovatie in de palliatieve zorg via de ontwikkeling van het masterplan zorg en infrastructuur en de realisatie van een open en toegankelijk centrum. Vandaag omvat de infrastructuur vzw Coda het Coda Hospice (palliatieve bedden), het Coda dag-

centrum (dagverblijf voor palliatieven), het Netwerk palliatieve Zorg Noorderkempen en de Coda-rouwzorg. Naast vernieuwing in de palliatieve zorg wordt gestreefd naar samenwerkingsverbanden met het OCMW, het naastgelegen woonzorgcentrum, zorgverleners uit de buurt en de geriatrische sector. Multifunctionele omgeving De open oproep voor pilootprojecten is gegroeid vanuit het besef dat er niet alleen nood is aan meer plaatsen, maar ook aan een andere benadering en invulling van de woonzorgcentra voor de toekomst. Vlaanderen telt nu 1 175 875 mensen ouder dan 65 jaar, maar tegen 2020 zullen dat er ruim 200 000 meer zijn. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) voorspelt dat tegen 2025 ongeveer 20 000 extra woongelegenheden in woonzorgcentra nodig zullen zijn, of 1 134 bijkomende woongelegenheden per jaar. Meer woonzorgcentra alleen volstaan niet. Ook de uitbouw van een gedifferentieerd woon(zorg)aanbod met bv. doordachte en vernieuwende concepten voor ondersteunend thuis wonen, inclusief regulier wonen, assistentiewoningen, serviceflats, kangoeroewoningen en diverse vormen van groeps- en clusterwonen … dringt zich op. In de toekomst zullen er meer, maar ook en

vooral andere ouderen zijn met meer en andere behoeften aan wonen en zorg. De geselecteerde pilootprojecten moeten hierop een antwoord bieden, onder andere door de integratie in een maatschappelijk weefsel waarbij zorg gemengd wordt met andere, eventueel stedelijke programma’s. Door de combinatie met of de integratie van andere functies op de woonzorgsite of in de directe omgeving (bv. assistentie- en andere woningen, winkels, recreatie, horeca, cultuur, kinderdagverblijf, kantoren …) kan er een andere dynamiek ontstaan. Dat geldt ook voor de benadering van het aspect wonen in woonzorgcentra. In de term woonzorgcentrum staan wonen en zorg evenwaardig naast elkaar. Het werkwoord wonen impliceert een eigen plek hebben, zich thuis kunnen voelen, zichzelf kunnen zijn, zijn identiteit behouden. Daarom is het belangrijk de nieuwe woonzorgcentra uit de ziekenhuissfeer te halen, ook met betrekking tot de inrichting ervan, en de reguliere buitenwereld er meer naar binnen te brengen. Wie de aartsmoeilijke, ultieme stap naar het woonzorgcentrum moet zetten, mag niet het gevoel hebben dat z’n leven stopt. Integendeel. ______________www.pilootprojectenzorg.be Redactie: Colette Demil

techcare

project

Kinderopvang

In het project ‘Campus Sint-Anna’ wordt de woonzorgfunctie gemengd met tal van publieke functies.

13


techcare

Binnen zijn divisie Building & Construction heeft Vink een ruim productaanbod aan beglazingsmaterialen, gevelbekleding en materiaal- en interieurinrichting. De kunststofspecialist had reeds meerdere muurbekledingsplaten in haar gamma, maar pakt nu - in het licht van de nieuwe Europese normen voor interieur wandbekleding ‘B,s1-d0’ en de nieuwe norm inzake brandbeveiliging EN13823 -, uit met een volledig nieuwe plaat.

14

Nog betere slagvastheid Luc Tobback, Product and Market Development Manager Vink nv: “Het betreft een unieke mix van polycarbonaat en ABS, die de slagvastheid van het materiaal nog verhoogt. Het product werd recent getest en goedgekeurd door Warrington Fire en voldoet aan de nieuwe norm inzake brandbeveiliging. Het plaatmateriaal - afkomstig uit de treinen luchtvaartwereld - heeft een lichtjes gestructureerd oppervlak en een dikte van 1,5 mm. Het kan rechtstreeks op de muur worden aangebracht, en ook koud geplooid worden. In een zorgomgeving is het in eerste instantie geschikt als brede stootband in gangen, patiëntenkamers en werkruimtes zoals keukens en logistieke ruimtes. Vink levert tevens de juiste lijm Prestex, om deze platen te verlijmen op verschillende ondergronden. Deze nieuwe oplossing voorkomt eventuele beschadiging door rolstoelen, ziekenhuisbedden of transportkarren, en

Nieuwe muurbekledingsplaat conform nieuwe brandnorm kan ook op deuren worden aangebracht. Het is belangrijk dat we deze innovatie - in verschillende kleuren en texturen - nu reeds in de markt zetten en er de architecten laten kennis mee maken. Nu ontwerpt men de zorgprojecten voor de toekomst, wanneer de nieuwe, strenge brandnorm zal dienen toegepast te worden.” Naadloos, bacteriewerend en onderhoudsvriendelijk Met haar Vink Solid Surface materiaal Kerrock, is de kunststofspecialist reeds jaren aanwezig in de zorgsector, vooral in ziekenhuizen. Ronny Korthout, Product Manager Kerrock & Interior Products Vink nv: “De basissamenstelling van Kerrock is composietmateriaal, dat voor 2/3 bestaat uit aluminiumhydroxide (een natuurlijk mineraal) en voor 1/3 uit acryl met kleurpigmenten. Voor ongeveer 95 procent van de toepassingen in de zorgsector wordt er voor wit geopteerd, omdat dit heel wat combinaties mogelijk maakt. Het materiaal is ondoordringbaar voor vloeistof-

fen en goed bestand tegen onderhoudsproducten en chemicaliën. Eventuele vlekken of beschadigingen kunnen eenvoudig worden verwijderd. Net als onze andere Vink Solid Surface materialen is Kerrock bacteriewerend en zeer hygiënisch. Kerrock is volledig naadloos aan mekaar gewerkt, zodat grote werktafels en ook de aanbouw van bv. wastafels, spoelbakken… mogelijk gemaakt worden. Inloopdouches en natte ruimtes in Kerrock behoren eveneens tot de mogelijkheden. Bouwen met holle, opgeronde kanten, om het onderhoud te vergemakkelijken, kan perfect met dit materiaal. Met deze toepassingen richt Vink zich vooral op de grotere architecten- en studiebureaus - met eigen interieurarchitecten - die actief zijn in de ziekenhuiswereld. Optioneel is er Kerrock+, een geavanceerde versie die zelfs bacteriedodend is, en eerder geschikt voor toepassingen in operatiekwartieren en clean rooms. Ook dit gamma is beschikbaar in alle standaardkleuren maar er wordt vooral voor wit geopteerd.”


Eigentijdse look & feel voor gevelbekleding Vink vernieuwt ook haar website die een stuk gebruiksvriendelijker wordt. Het gamma gevelbekleding wordt op een eigentijdse look & feel manier gepresenteerd. Aan de hand van de foto’s kan men telkens doorklikken naar de technische specificaties van de producten. “Gevelbekleding bepaalt in sterke mate het karakter van een gebouw. Binnen de bouwsector, is gevelbekleding momen-

M

et het Solid Surface materiaal ‘Kerrock’ is Vink één van de pioniers van het PRoF-project - zie kaderstuk -, dat werkt aan de patiëntenkamer van de toekomst. En op de VTDV-dag verrast Vink straks met een nieuwe muurbekledingsplaat uit polycarbonaat en ABS, conform de nieuwe norm inzake brandbeveiliging EN13823, voor zorginstellingen. scheppen. Het gamma bestaat momenteel uit Steni composiet platen, Larson composiet platen, het – reeds hierboven genoemde nvdr - Kerrock, Vink Modulair Polycarbonaat Platen en Trespa Meteon platen”, aldus Peter Luyten, Market Manager Building & Construction bij Vink nv.

teel een sterk groeiend marktsegment. Zowel voor nieuwbouw- als renovatieprojecten wordt - omwille van functionele en/of esthetische redenen - steeds meer gekozen voor gevelbekledingsoplossingen. Om aan de groeiende marktvraag naar boeiende, functionele, duurzame en aantrekkelijke ma-

terialen voor dit soort toepassingen te voldoen, hebben we ons productassortiment gevelbekledingsmaterialen geactualiseerd, zodat we vandaag een eigentijds en gevarieerd programma kunnen aanbieden”, besluit Peter Luyten. _________________________ www.vink.be

Vink & PRoF Vink mag tot de pioniers van het PRoF-project gerekend worden. Voor het PRoF1.0 -project verzorgt Vink de uitrusting van de sanitaire ruimte, waarbij Kerrock®-Solid Surface wordt gebruikt voor de douchewanden, de douche- en badkamervloer en de waselementjes. Voor het PRoF 2.0 project verzorgt Vink de uitrusting van de keuken en badkamer en werd Kerrock®Solid Surface aangewend voor de werkbladen, de tafelbladen en de sanitaire tabletten. Via Kerrock wordt een naadloos en mooi aan elkaar sluitend geheel bekomen, waarbij alle hoekverbindingen voorzien zijn van een kleine radius: zeer hygiënisch en tegelijkertijd onderhoudsvriendelijk en esthetisch. De in PRoF 2.0 gebruikte standaard-witte tint is ‘Arctic White’, maar Kerrock kan in meer dan 80 kleuren verkregen worden.

techcare

REPORTAGE

Vink Outdoor Wall Cladding De gebouwen van de zorgsector vandaag en morgen zijn ontmoetingsplaatsen geworden, waar mensen verblijven voor een korte of langere tijd. De gebouwen moeten een open structuur, een nieuwe look en een eigentijds karakter uitstralen. “Om deze redenen is Vink op zoek gegaan naar overeenkomstige producten die de tand des tijds weerstaan, en die de architect de mogelijkheid bieden om deze ‘aparte’ sfeer te

15


© Patrick Dewickere

Woonkamer die als ‘juist’ kan worden ervaren in WZC De Wingerd te Leuven

Dementievriendelijk bouwen De inrichting van het gebouw

techcare

Het lijkt er op dat de toenemende aandacht voor het creëren van een dementievriendelijke omgeving hand in hand gaat met de teruggang van de zogenaamde snoezelruimtes. Bij het snoezelen, een samentrekking van snuffelen en doezelen, dompelt men de persoon met dementie onder in een rijk palet van aangename zintuiglijke prikkels, erop gericht de persoon ofwel te helpen ontspannen (doezelen) dan wel actiever betrokken te geraken op de omgeving (snuffelen). Dit gebeurt onder meer in een speciaal daartoe ingerichte ruimte. Hoewel dit bij sommige personen met dementie effectief blijkt, zien we het gebruik van deze kunstmatige ruimtes in de verdrukking geraken. Maar wil nu net ook het creëren van een dementievriendelijke omgeving gericht zijn op het creëren van voldoende rust. Dit als basis voor de ontvankelijkheid van stimulerende elementen in de omgeving die aanzetten tot betrokkenheid en zinvolle tijdsbesteding.

16

Zintuiglijk comfort Wanneer hulpverleners bewoners naar de snoezelruimte moeten brengen om hen ‘even uit de drukte te halen’, zoals het soms klinkt, dan dringt zich uiteraard in eerste instantie een aanpassing van de leefomgeving zelf op. Het akoestisch comfort is een eerste conditio sine qua non in het creëren van meer rust. Geluiden zijn voor personen met dementie immers moeilijk te interpreteren

en het filteren ervan gaat steeds moeilijker. Ze dragen in belangrijke mate bij tot de spanning die de persoon doorheen de dag opbouwt kunnen en na enige tijd tot onrust leiden. Goede geluidsisolatie tussen ruimtes, beperken van contactgeluiden door keuze van materialen en beperken van nagalm vergen dan ook bijzondere aandacht. Doordacht inzetten van contrasten Maar ook visueel comfort draagt bij tot een gemakkelijk begrijpen van de omgeving en zo tot rust. De visuele problemen die opduiken met het ouder worden, zoals de veel grotere behoefte aan licht, de beperktere differentiatie in de koude kleuren (vooral blauw), de verminderde gezichtsscherpte en de bemoeilijkte waarneming van contrasten worden bij dementie, vooral de ziekte van Alzheimer, verder geaccentueerd en vaak onderschat. Eerder dan kleuren in te zetten in functie van stemming, is het van belang om door het doordacht inzetten van contrasten die zaken op de voorgrond te halen (bv. toiletdeur, meubilair, schilderijen, …) die door de bewoner moeten worden gezien, en andere zaken (bv. dienstdeuren of materialen) op de achtergrond te houden. Op een hoger niveau wordt een figuurachtergrond geschapen door duidelijke eenheden te creëren en bijvoorbeeld kasten één specifieke functie te geven. Denk aan de vitrinekast met het tafelgerei, de boekenkast

met enkel boeken en de spellenkast met enkel gezelschapsspellen. Op de salontafel bevinden zich, naast eventueel een plantje, enkel tijdschriften en dan bij voorkeur op een hoopje (of bv. in een mandje). Merk op hoe een dementievriendelijke omgeving niet prikkelarm is, maar wel goed gestructureerd en overzichtelijk! Zinvolle betrokkenheid Zorgen voor een zintuiglijk comfortabele omgeving, is essentieel maar niet voldoende. Zonder zinvolle invulling van de ruimte, dreigt het er immers zeer levenloos te worden waardoor mensen met dementie zich, ofwel helemaal in zichzelf terug trekken, ofwel zeer rusteloos worden door verveling. Het dementieel beeld wordt dan groter dan - op basis van de ziekte en de hersenschade zelf - mag worden verwacht. Wanneer de omgeving voldoende bewegingsvrijheid toelaat, aanzet tot verkenning en activiteit en contacten tussen mensen stimuleert, zien we dat mensen met dementie niet alleen meer gelegenheid hebben om voeling te houden met de eigen identiteit, maar zichzelf ook aan anderen kunnen laten zien. De bewoonster die met de schotelvod aan de slag gaat en/of spullen telkens weer op een hoopje zet, laat zien haar huis goed op orde te willen hebben, en geniet er van indien ze daar de erkenning voor krijgt. Wat iemand belangrijk vindt, blijft vaak onuitgesproken ten gevolge van de toenemende taalproblemen, maar blijkt wel lang impliciet in het gedrag aanwezig, op voorwaarde dat de omgeving daartoe voldoende kansen biedt. Hier kan de zorgverlening op inspelen en zo meer persoonsgericht werken.


Polyvalente ruimtes vermijden Naarmate de groep samenwonende bewoners groter wordt, kunnen andere ruimtes worden toegevoegd. Meerdere ruimtes met eenzelfde functie zijn verwarrend. Maar binnen een grotere woonkamer kunnen wel meerdere zitruimtes onderscheiden worden met een eigen karakter, bijvoorbeeld gericht op een beeldscherm (geen televisie…), dan wel bijvoorbeeld gericht op het kijken naar buiten. Ook één of meerdere specifieke activiteitenruimtes zijn denkbaar, al durven we pleiten voor een heel specifieke functie en dito inrichting ervan (bv. muziekkamer, atelier, veranda met plantenbakken, …). Polyvalentie is immers te vermijden. Verder kunnen kleinere elementen, zoals een

bureau, een boekenkast, kunstwerken, een aquarium en plaats voor huisdieren, aanzetten tot verkenning en activiteit. Tegelijk zijn ze katalysatoren om contacten tussen mensen tot stand te brengen. De functie van gangen en zithoeken Overigens vervullen ook gedifferentieerd ingerichte gangen en zithoeken hierin een belangrijke functie. Tegelijk worden met de differentiatie ook de nodige oriëntatiepunten aangeboden. Gangen maken immers integraal deel uit van de leefomgeving. Ze bieden uitwegmogelijkheden voor bewoners om zelf, of begeleid, een meer gewenst prikkelniveau op te zoeken. We weten dat er meer contacten zijn tussen mensen in een gemeenschap wanneer er voldoende terugtrekmogelijkheden zijn, inclusief het kunnen terugvinden van de eigen kamer. Gangen spelen dus een belangrijke rol in het behoud van het evenwicht tussen gemeenschappelijkheid en privacy, zeker wanneer de woonkamer hier - door een strakke vorm - te weinig kansen toe biedt. Meer nog dan bij de inrichting van woonkamers is het opletten bij de inrichting

van gangen en zithoeken bij dit differentiëren toch voldoende dicht bij de normaliteit te blijven en het dus niet te ver te zoeken. Het aantrekkelijk maken met bijvoorbeeld oude foto’s of prentenkaarten, attractieve kunstwerken of posters, kan uiteraard wel.

Tot slot In dit en vorig artikel belichtten we een aantal cruciale aandachtspunten bij het creëren van een dementievriendelijke woonomgeving. Het spreekt voor zich dat deze slechts ten volle tot hun recht kunnen komen wanneer de architectuur en de inrichting voldoende aansluiten bij de zorgvisie van waaruit ook de werking geïnspireerd wordt. De materiële omgeving wordt dan een hefboom voor kwaliteitsvolle zorg. _____________________ www.dementie.be

‘Gastauteur Patrick Verhaest is Projectmedewerker van het Expertisecentrum Dementie Vlaanderen vzw’

Zinvol eindpunt en ankerplaats in WZC Sint-Elisabeth te Hasselt

techcare

Het juiste en zelfstandige gebruik van de omgeving Een gedifferentieerde omgeving houdt in dat verschillende onderdelen van de ruimte met een duidelijke eigen functie onderscheiden worden. Dit kwam reeds aan bod bij de bespreking van het grondplan, maar moet uitdrukkelijk worden doorgezet bij de inrichting. Doel is dat de omgeving door de persoon met dementie als ‘juist’ kan worden ervaren. We weten uit onderzoek dat een omgeving die aansluit bij wat men in het eigen leven gekend heeft, het juiste en zelfstandige gebruik van de omgeving in de hand werkt. Dit raakt aan huiselijkheid. Kan de persoon de omgeving inderdaad ervaren als een woonomgeving, en niet als een wachtzaal bijvoorbeeld, dan is er meer kans dat hij ‘thuis’ komt. Het impliceert dat keuken, eetruimte en zitruimte zich op een traditionele manier tot elkaar verhouden en traditioneel ingericht worden, wat niet betekent dat het meubilair en de aankledingselementen oud zouden moeten zijn.

© Patrick Dewickere

DOSSIER

I

n het vorige nummer van TechCare kon u lezen hoe de architectuur van het woonzorgcentrum aanzienlijk kan bijdragen tot de levenskwaliteit van de bewoner met dementie. In dit artikel zoomen we in op hoe de inrichting van het gebouw hiertoe kan bijdragen. Het gaat er om de omgeving meer hanteerbaar te maken en kansen te bieden tot zinvol leven.

17


Biotechnologie kan zorginstelling slim saneren

H

techcare

REPORTAGE

et gebruik van micro-organismen is eeuwenoud en wordt in diverse industriële sectoren denk bv. aan afvalwaterbehandeling - aangewend. Maar het inzicht dat micro-organismen ook in gebouwen nuttig werk kunnen verrichten, is relatief nieuw. “De kwaliteit van het binnenmilieu is ons werkveld. In alle gebouwen, ook in zorginstellingen, kunnen microorganismen sanerend werken”, aldus Koen De Koster, Managing Partner van BioOrg.

18

Met Metatecta richtte Koen De Koster in ‘98 een bedrijf op dat - met het BioBalance principe - de wetenschappelijke onderbouw leverde voor het nut van biotechnologie voor ons binnenmilieu. BioOrg is de nieuwe productapplicatie die het principe van bio-evenwicht in gebouwen concretiseert. Op heden omvat Metatecta - gevestigd in Kontich - de activiteiten rond research, alsook de technologie en de patenten. “BioOrg is een beschikbare, laagdrempelige technologie die ervoor zorgt dat de micro-organismen in onze leefomgeving in evenwicht zijn. Door een verstoring van het bio-evenwicht kunnen visuele, olfactieve en microbiologische problemen ontstaan. Het visuele probleem is niet zelden een gevolg van het microbiologische onevenwicht binnen een gebouw. In kleedkamers, douches en sanitaire ruimtes bijvoorbeeld kun je meestal de visu blijvende vervuiling vaststellen die veroorzaakt werd door ongewenste organismen, schimmels bijvoorbeeld. Naast de visuele factor is er de olfactieve factor - waarbij men geurhinder kan waarnemen -, en de factor allergeenvorming, die kan leiden tot klachten en ziektes. Uitgebreid wetenschappelijk

onderzoek heeft uitgewezen dat microbiologische factoren in gebouwen een invloed hebben op de gezondheid van mensen”, aldus De Koster. Partner-vennoot Filip Willocx, dr.ir. in de biologische wetenschappen, doet aan research - o.m. via IWT-projecten - en werkt ook nauw samen met de KULeuven rond bioremediëring.

Nieuwe inzichten Op basis van eigen research ontwikkelde BioOrg - als één van de eerste wereldwijd een concept dat rekening houdt met een gebouw als een levende entiteit, een zgn. ‘building microbiome’. “Dankzij onze gepatenteerde biotechnologie kunnen we een positieve, natuurlijke techniek toepassen om binnenomgevingen waar mensen verblijven zo gezond mogelijk te maken. Tectobiotics is een cocktail van geselecteerde goedaardige organismen, overal ter wereld in de natuur te vinden. Voor het samenstellen van deze cocktail aan organismen respecteren we een verhouding van 100 tegen 1. We proberen het leven in een gebouw positief te beïnvloeden, door goede micro-organismen - die

sanerend kunnen werken - in de binnenomgeving binnen te brengen. Het vernieuwende in ons concept is dat we geen bacteriën doden of werken met biocides, en dat we werken vanuit een holistische benadering. In zorginstellingen is er dikwijls een onevenwicht inzake aanwezigheid van micro-organismen. Reukhinder in een woon- en zorgcentrum bijvoorbeeld is vaak microbieel van oorsprong”, aldus Koen De Koster. ‘Droog als het kan, nat als het moet’ BioOrg vervangt het aanbrengen van chemicaliën door toepassing van 2D vernevelen - in bv. sanitaire ruimtes en kleedkamers (via rugsproeisysteem) - of 3D vernevelen - in de andere ruimtes van het gebouw, dit door middel van Tectobiotics. Droog als het kan, nat als het moet. “2D vernevelen staat voor het semi-humide vernevelen wat resulteert in grotere druppels. Bij 3D vernevelen zweven de druppels als het ware, ze zijn dermate klein dat ze niet bevochtigen. Deze laatste mogelijkheid geeft goede resultaten indien bijvoorbeeld een hardnekkige urine-


Van functionele aanzet tot strategische keuze In de meeste gevallen werkt BioOrg via applicators die in de cleaning- en maintenance business actief zijn. Het bedrijf levert zowel de apparaten waarmee verneveld wordt als de vernevelingsproducten zelf. In de meeste binnenomgevingen wordt gestart met het gecontroleerd aanbrengen van organismen in één ruimte - bv. sanitair en douches - om dan stapsgewijze de andere ruimtes in het gebouw onder handen te nemen, zodat het gebouw een bio-evenwicht bereikt. Een functionele aanzet in één of meerdere ruimtes kan leiden tot een strategische keuze voor het ganse gebouw. In zorgomge-

vingen focust BioOrg in eerste instantie op patiëntenkamers, liften, sanitaire ruimtes en HVAC-installaties. Onderhoudsproblematiek objectiveren en sturen Voor een goede introductie en een goed begrip van de technologie werkt BioOrg ook upstream in het bouwproces, vooral naar architecten- en studiebureaus en bouwheren, zowel wat nieuwbouw als renovatieprojecten betreft. “Indien de bouwheer van bij het ontwerp voor onze technologie opteert kan in het lastenboek worden opgenomen dat het binnenmilieu zal worden aangekleed volgens de principes van het bio-evenwicht. Indien hij dit wenst doen we vooraf een audit, een voorstudie van het gebouw. Op deze manier slagen we er ook in de onderhoudsproblematiek te objectiveren en op termijn te sturen. We hebben een aantal indicatoren ontwikkeld die dit mogelijk maken. Meten is weten… Een gebouw dat - voor de ingebruikname - door toepassing van onze technologie werd voorbehandeld, kan daarna door interne of externe onderhoudsmensen verder op de ingeslagen weg worden opgevolgd.” Groeipotentieel in de zorgsector De activiteiten van BioOrg situeren zich in de meest uiteenlopende omgevingen. In zorgomgevingen wordt de technologie steeds

Koen De Koster, Managing Partner van BioOrg.

meer toegepast. Een brand in de spoedafdeling van het Brusselse Sint-Jansziekenhuis gaf aanleiding tot felle rookontwikkeling, geurhinder en diverse microbiologische problemen. Koolstof is immers de ideale voedingsbodem voor schimmels. Na desinfectie op basis van waterstofperoxide werden er micro-organismen aangebracht. Ook het Sint-Jozefsziekenhuis in Malle deed recent een beroep op de expertise van BioOrg. Maar er zijn ook tal van projecten in andere omgevingen. Zo werd voor chemiereus Bayer een sociaal gebouw gesaneerd. In de luchthavens van Zaventem, Charleroi en Rijsel werden in samenwerking met cleaning firma’s sanitaire ruimtes behandeld met Tectobiotics. Een gebouw van de Stad Antwerpen dat vijf jaar leeg stond en aangetast was door allergeenvorming werd door BioOrg volledig gesaneerd. De recent in gebruik genomen Europese School in Etterbeek werd eveneens met Tectobiotics behandeld. _______________________ www.bioorg.be

techcare

geur voor reukhinder zorgt in een woon- en zorgcentrum. Regelmatig 2D vernevelen zal onder meer een positief effect hebben op kalkaanhechting, en voor gevolg hebben dat men op termijn minder frequent zal moeten reinigen. Het spreekt voor zich dat eventuele ‘grove’ vervuiling eerst manueel of machinaal moet worden weggewerkt. Daarna kunnen de - onzichtbare - kleeflagen waarin partikels en vuilrestjes zich genesteld hebben - via onze vernevelingstechniek worden weggewerkt en vervangen door goede micro-organismen. De kleeflagen komen spontaan los van wanden, vloeren, tapijten etc, wat men het zogenaamde biomatische effect noemt”, aldus de Koster.

19


Intelligente parkeeroplossingen

Contacteer uw specialist in ziekenhuisparkings www.scheidt-bachmann.com sales@scheidt-bachmann.be  +32 479 82 56 07


M

et de invoering van nieuwe energiewetgevingen en strategieën om de huishoudelijke CO2-emissies te verlagen, wint het kiezen van het juiste warmwaterdistributiesysteem aan belang. In opdracht van Tyco Thermal Controls voerde de TU Dresden een energieonderzoek uit naar huishoudelijke opwekkings- en distributiesystemen van warm water. Door deze systemen in hun geheel te onderzoeken, kon een vergelijkende analyse worden gemaakt van een circulatiesysteem en een zelfregelend heat-tracing kabelsysteem. Ingenieurs en architecten kunnen zo de meest energie-efficiënte oplossing voor een gebouw kiezen. Knut Bittner, Product en Marketing Manager bij Pentair Thermal Management – voorheen Tyco Thermal Controls: “Architecten en bouwingenieurs zoeken mogelijkheden om het energieverbruik te verlagen zodat gebouwen voldoen aan steeds striktere internationale en regionale wetgevingen. In Duitsland bv. vertegenwoordigt de warmwatervoorziening ongeveer 12% van het huishoudelijke energieverbruik. Een efficiënte regeling van de warmwatertemperatuur heeft dus een grote invloed op de totale energiebesparing.” De juiste oplossing vinden Om het energieverbruik van een warmwatersysteem te reduceren volstaat het niet de warmwatertemperatuur te verlagen. Er is een lange lijst met hygiëne- en gezondheidsvereisten die evenwel de beschikbare opties beperkt. Daarom moet het warmwatersysteem in zijn geheel bekeken worden: hoe kunnen de warmteverliezen, door het opwekken, opslaan en distribueren van warm water, terug worden gebracht? Het kiezen van een energie-efficiëntere ketel is een stap in de goede richting, maar de meeste verwarmingsenergie gaat verloren in het distributiesysteem.

Alle leidingen moeten juist afgedicht zijn en voldoende geïsoleerd om warmteverliezen te beperken. Extra energiebesparingen kunnen worden behaald door een warmwaterdistributie- systeem te kiezen dat het totale primaire energieverbruik van het gehele systeem kan reduceren. Een traditionele oplossing hiervoor is een circulatiesysteem. Op basis van het principe ‘door- en terugstroming’ zorgt dit ervoor dat warm water langzaam door de leidingen circuleert, waardoor het meteen beschikbaar is als de kraan wordt opengedraaid. Eenmaal het begint af te koelen, leidt de circulatiepomp het water van de verwarming in een gesloten circuit door de leiding en terug naar de verwarming. Hier werd het circulatiesysteem ‘s nachts, als de vraag naar warm water klein is, 8 uur uitgeschakeld. Zelfregelende verwarmingskabel Een alternatief voor een circulatiesysteem is een zelfregelende verwarmingskabel. Deze wordt vlak onder de isolatie van de enkele leiding aangelegd om warmteverliezen op effectievere wijze te compenseren en

HWAT, zelfregelende verwarmingskabel

het water niet te laten afkoelen tot onder de grens voor temperatuurbehoud van 55°C. Deze zelfregelende technologie zorgt ervoor dat de vermogensafgifte van de kabel wordt afgestemd op de leidingtemperaturen, en dat alleen warmte wordt geleverd waar en wanneer nodig. Het onderzochte systeem heeft één enkele leiding en werd aangebracht met een HWAT heat-tracing kabel van Raychem. Om het systeem exclusief voor behoud van de warmwatertemperatuur te reserveren, werd de vermogensafgifte van de heat-tracing kabel geregeld door een regeleenheid, die de temperatuur ‘s nachts tot een ‘economische’ 50°C kon verlagen. De heat-tracing kabel werd tijdens vooraf vastgestelde piekperioden volle- >>>

techcare

REPORTAGE

Energie besparen met het juiste warmwaterdistributiesysteem

21


+4,4%

+0,4%

+7,5%

circulatie 's nachts uitgeschakeld

+1,4%

30000

+2,6%

35000

+4,9%

40000

circulatie

-1,8%

HWAT

45000

0,0%

primair energieverbruik in kWh

Alles wel beschouwd Een accurate evaluatie van het primaire energieverbruik – en dus van de energie-efficiëntie - van de 2 systemen vereist een holistische benadering. Daarom werd het volledige warmwatersysteem onderzocht en de interactie tussen de onderdelen geanalyseerd, inclusief de bron van de warmteopwekking, het waterdistributienetwerk en het gebruikersgedrag. De 3 onderdelen van deze systemen kunnen de efficiëntie van het volledige systeem vergroten of verkleinen. De bevindingen zijn gebaseerd op een computersimulatie van een meergezinswoning met 12 identieke wooneenheden van 94,7 m², ieder met 6 verwarmde kamers. Het warmteopwekkingssysteem is één zeer belangrijke factor om de energie-efficiëntie van een recirculatiesysteem en een systeem met een enkele leiding met een HWAT heat-tracing kabel van Raychem te bepalen. Daarom werden beide technologieën geanalyseerd met gebruik van een warmtepomp, en in combinatie met een ketel met condensor. Het gebruikersgedrag speelt een grote rol in een efficiënt verbruik van het geleverde warme water, dus werd rekening gehouden met aftaptijden en watervolumes. Het globale aftapprofiel ging uit van de gemiddelde huishoudelijke vraag naar warm water: 100 liter water/dag.

Primaire energiekosten voor het volledige systeem, ketel met condensor

25000 20000 15000 10000 5000 0 hysterese 2K

hysterese 5K

warmteaccumulator

hysterese 2K

hysterese 5K

warmteopwekker met opslag

Primaire energiekosten voor HWAT heat-tracing kabel, ketel met condensor

0,90

jaarlijkse verbruiksfactor ketel

dig uitgeschakeld in verband met de regelmatige stroming van warm water door de leidingen.

HWAT

circulatie

circulatie 's nachts uitgeschakeld

0,89 0,88 0,87 0,86 0,85 0,84 0,83 0,82 0,81

techcare

0,80

22

Met een ketel met condensor Oudere, klassieke ontwerpen worden steeds vaker vervangen door ketels met condensors. Deze gebruiken de energie van hete uitlaatgassen om het koude water voor het systeem voor te verwarmen. Om hun energiebesparende potentieel volledig te benutten, moeten deze ketels gecombineerd worden met het meest efficiënte warmwaterdistributiesysteem. Ook warmte-accumulatoren en warmwateropwekkers met opslag werden onderzocht, gebaseerd op bestaande modellen met een max. relatieve foutwaarde van 2%. Uit de resultaten bleek dat het totale primaire energieverbruik van een circulatiesysteem 4,9% hoger ligt dan dat van een heat-tracing kabel in combinatie met een ketel met condensor en warmteaccumulator. De vraag daalt als het systeem ‘s nachts wordt uitgezet, waardoor de totale energiebalans ongeveer gelijk is aan die van de heat-tracing kabel. Door dit uitschakelen dalen de temperaturen in de leiding. Deze liggen nog binnen de voorgeschreven grenzen, maar kunnen de groei van bacteriën bevorderen. Het uitschakelen van de circulatiepomp beïnvloedt het gebruikerscomfort en het milieu negatief, aangezien langer op warm water moet worden gewacht. Hierdoor is de heat-tracing kabel een aangewezen oplossing: de potentiële besparingen blijken uit de resultaten van de ketel met condensor en warmwateropwekker met opslag. Een heat-tracing kabel blijkt 7% minder

hysterese 2K

hysterese 5K

warmteaccumulator

(bron: Tyco Thermal Controls)

HWAT-systeem

hysterese 2K

hysterese 5K

warmteopwekker met opslag


warmtepomp. Het feit dat de heat-tracing kabel tot een lagere bedrijfsfrequentie en langere warmtepompcycli leidde, voerde deze waarden nog op. Een warmtepomp in combinatie met een circulatiesysteem ter compensatie van de warmteverliezen vereist +/- 40% meer primaire energie dan een warmtepomp gekoppeld aan een heat-tracing kabel. Hoewel het primaire energieverbruik met 27% kan worden teruggebracht door het circulatiesysteem ‘s nachts uit te schakelen, blijft het heat-tracing systeem de meest evidente oplossing. Het leidt tot grote besparingen en beïnvloedt de levensduur van de warmtepomp positief.

Met een warmtepomp Warmwaterpompen voor de opwekking van warm water zitten in de lift. Ze worden gezien als een ideale warmteopwekker voor verwarmingscircuits met lage temperaturen, maar moeten harder werken om de vereiste 5560°C te behalen, waardoor een energie-efficiënt waterdistributiesysteem nog belangrijker wordt. Voor dit onderzoek is gekozen voor een warmtepompsysteem (66 kW) met een relatief kleine opslagtank (500 l). Deze bevindingen zijn geëvalueerd op grond van de jaarlijkse prestatiefactor, die het volledige warmtepompsysteem evalueert en wordt

bepaald door de geleverde warmte-energie te vergelijken met de verbruikte elektrische energie. Normaal gesproken varieert deze waarde van 3 tot 4,5. De prestatiecoëfficiënt daarentegen, door de fabrikant opgegeven, loopt meestal uiteen van 3,0 tot 5. Uit het onderzoek blijkt dat de waarde van de COP van de warmtepomp onder de stationaire gegevens ligt, door het stroomverbruik van de pomp en het dynamische gedrag van het systeem. Vooral de korte schakelfases leiden tot een lage gemiddelde COP-waarde. Dit wordt nog versterkt als de warmtepomp wordt gekoppeld aan een circulatiesysteem. De enkele leiding met een HWAT heat-tracing kabelsysteem van Raychem daarentegen, leverde hogere prestatiefactoren dankzij de lage retourtemperaturen bij de

_______________ www.thermal.pentair.com ____________________ www.tu-dresden.de

techcare

primaire energie te verbruiken en de meest efficiënte oplossing in combinatie met dit specifieke type systeem voor warmwateropwekking.

Conclusie Uit deze resultaten blijkt dat een enkele leiding met een Raychem heat-tracing kabel een geschikte oplossing is om de energie-efficiëntie van een warmwatersysteem te vergroten. Het intelligente ontwerp van de kabel zorgt ervoor dat niet meer dan de minimale hoeveelheid energie wordt gebruikt, om de leidingen op de vereiste temperatuur te houden. Het energiebesparende potentieel blijkt als het systeem met een speciale regelaar wordt gebruikt die de keteltemperatuur controleert en ervoor zorgt dat het systeem alleen wordt gebruikt voor temperatuurbehoud. Extra besparingen zijn mogelijk door perioden te bepalen waarop het systeem overdag tijdens piekuren kan worden uitgeschakeld en door de watertemperatuur ‘s nachts, als de vraag het kleinst is, te verlagen. Hoewel een circulatiesysteem een goede optie kan zijn in combinatie met een verwarming met warmteopslag, beïnvloeden o.m. gezondheidsrisico’s de totale evaluatie negatief. Een zelfregelende heat-tracing kabel blijkt tot grote energie- en kostenbesparingen te leiden, en biedt ook voordelen, zoals apparatuurbescherming, legionellabestrijding en directe beschikking over warm water.

23


© Boeckx architecture & engineering

AZ Damiaan in Oostende verwarmd en gekoeld uit de bodem Twee bodemenergiesystemen in Vlaanderen In zandlagen, vooral aanwezig in de Kempen, Antwerpen en Limburg, wordt preferentieel een koude-warmteopslagsysteem (KWO) toegepast, waarbij - in de zomer - grondwater wordt verpompt van een koude naar een warme bron. Kleilagen, die vooral in Oost- en West-Vlaanderen voorkomen, laten echter niet toe grondwater te verpompen. Een alternatieve technologie voor deze ondergrond, zoals toegepast voor het Damiaanziekenhuis, is de Boorgat Energie Opslag (BEO). Hierbij wordt in een reeks of een veld van boorputten een dubbele polyethyleenlus geplaatst. De individuele lussen worden onderling verbonden en via een horizontaal leidingnet aangesloten op een centrale collector. In dit gesloten systeem circuleert een vloeistof waarmee energie kan worden opgeslagen of onttrokken aan de bodem. Een warmtepomp in de technische ruimte doet de rest.

techcare

Bodemopbouw in Oostende Ter hoogte van het Damiaanziekenhuis wordt een – naar lithologie, formatie en watervoerend of scheidend karakter - gevarieerde bodemopbouw aangetroffen. De ondergrond is voornamelijk opgebouwd uit klei, zodat voor een BEO-systeem diende te worden geopteerd. Door de vergunningverlenende overheid werden boringen tot een diepte van 150 m toegestaan.

24

Vermogens van het systeem Het BEO-systeem in Oostende heeft een modulerend koelvermogen van 50 tot 500

kW. Het levert 70% van de gevraagde energie voor hoge-temperatuur-koeling via vrije koeling uit de bodem, met een maximum van 700 MWh (exclusief gelijktijdigheid) en levert deze energie aan een jaargemiddelde SPF van 20. Door bijkomende koeling via de warmtepomp wordt tot 90% van het gevraagde koelvermogen door de bodem geleverd. Voor de verwarming levert het systeem, via de warmtepomp, een modulerend vermogen van 130 tot 650 kW. Het systeem zorgt voor 60% van de gevraagde energie voor lage-temperatuur-verwarming met een maximum van 1.500 MWh (exclusief gelijktijdigheid) en levert deze energie aan een minimale jaargemiddelde SPF van 3,5. Gedurende heel wat bedrijfsuren is er een gelijktijdige vraag naar koude en warmte. De warmtepomp wordt dan ingezet om deze gelijktijdigheid rechtstreeks in te vullen. Deze zorgt niet voor een volledige dekking van de warmte- en koudevraag. Pieklasten worden opgenomen door een verwarmingsketel en een koelmachine. ‘Geocentrale’ De bouwheer en het studiebureau waren overtuigd van de nood aan specifieke knowhow met betrekking tot het bodemenergiesysteem. Het BEO-veld werd dan ook aanbesteed als afzonderlijk lot, waarin ook het warmtepompgedeelte werd opgenomen, een zgn. volledige Geocentrale. Op deze wijze is de verantwoordelijkheid voor de goede werking van het bodemenergiesysteem eenduidig vastgelegd. De realisatie van de zgn. Geocentrale had

heel wat voeten in de aarde. Na het afgraven tot 1 m diepte en het heraanvullen van het terrein (3.000 m3) werden 104 verticale warmtewisselaars tot 150 m diepte geboord. De annulaire ruimte van het boorgat werd opgevuld met een thermisch verbeterde en weinig permeabele grout. Daarna werd het horizontaal verbindend leidingwerk geplaatst, waarbij de lussen per twee serie-parallel werden verbonden. Het installeren van de collectoren in een betonnen collector-


put en het aansluiten van het horizontaal leidingwerk en de vertrek- en retourleiding naar de technische ruimte was de volgende stap, gevolgd door het aanbrengen van de inpandige transportleidingen in staal diameter 125 – 250 mm, en het plaatsen van een platenwarmtewisselaar 500 kW. Daarna werd de warmtepomp 500 kW met bijbehorende expansievaten en circulatoren geïnstalleerd. Afsluitende werkzaamheden waren het fabriceren en monteren van de elektrische

Wie doet wat? Sinds begin jaren ’90 is Smet GWT nv een toonaangevende marktspeler op het gebied van de realisatie van geothermische energiesystemen in Vlaanderen. De Design-Build benadering van projecten geeft de klant de zekerheid dat de gevraagde vermogens worden geleverd, met resultaatsgarantie en dat er slechts één aanspreekpunt met duidelijke verantwoordelijkheid is. Tijdens de realisatie van de projecten houdt Smet – G.W.T. alles in één hand, met volledige uitvoering door eigen personeel. Een 24/24 uur service verzekert de nazorg. Terra Energy nv, een bedrijf, ontstaan als spin-off van VITO in 2009, evolueerde snel tot specialist in het aanbieden van optimale oplossingen aangaande alle types van bodemenergie voor thermische doeleinden. Terra telt meer dan 100 referentieprojecten in ziekenhuizen, woon- en zorgcentra, kantoren, scholen en industrie.

kasten, met inbegrip van de regelmodules en programmatie voor volledige automatisatie van het systeem, het plaatsen van de nodige meetapparatuur voor monitoring, en de opstart en opvolging/bijsturing van het systeem. Historische bodemverontreiniging Een belangrijke uitdaging bij dit project was de historische bodemverontreiniging die in de eerste 24 meter van de ondergrond aanwezig is. Hierdoor konden geen normale spoelboringen worden gebruikt, vermits deze een verdere verspreiding van de verontreiniging naar de diepere ondergrond mogelijk maken. Daarom werd met een andere boortechniek eerst een tijdelijke stalen buis geplaatst tot op een diepte waar de verontreiniging ophoudt, waarna vanaf dit punt zonder risico de spoelboortechniek kon worden toegepast. De historische verontreiniging had ook gevolgen voor de aanleg van het horizontale leidingnet onder het maaiveld. De na het afgraven vrijgekomen verontreinigde grond moest tijdelijk worden

gestockeerd, gescheiden en geanalyseerd. De analyseresultaten bepaalden of de grond kon worden herbruikt of gereinigd moest worden. Tal van bodemenergieprojecten in zorgsector De zorgsector leent zich goed voor de inpassing van bodemenergie. Smet-GWT realiseerde reeds tal van bodemenergieprojecten in de zorgsector, zowel KWO als BEO, zowel in ziekenhuizen als in woon- en zorgcentra. In deze projecten is Terra Energy vaak betrokken als ontwerpend studiebureau. Andere voorbeelden van dergelijke installaties zijn o.a. Klina Brasschaat, OPZ Geel, RVT Ten Hove Mol, St-Elisabeth Herentals, OCMW ziekenhuis Turnhout, Sint-Trudo Sint-Truiden, De Vliedberg Brugge, OCMW rusthuis Beveren, Sint-Fransciscus Heusden-Zolder, AZ Sint-Vincentius Antwerpen, UZ Gent, AZ Maria Middelares Gent en Brugge De Potterie. ____________________www.smetboring.be ___________________ www.terra-energy.be

techcare

REPORTAGE

S

amen met Terra Energy realiseerde Smet–GWT in het Oostendse Damiaanziekenhuis een bodemenergieproject dat de volledige nieuwbouwvleugel van dit ziekenhuis verwarmt in de winter én koelt in de zomer. Het ziekenhuis realiseerde recent o.m. een nieuwbouw van 48.000 m² en een renovatieproject van 6.000 m². Voor een energiezuinige en milieuvriendelijke verwarming en koeling van deze vloeroppervlaktes, werd, mede onder impuls van Studieburo De Klerck, gekozen voor een duurzame bodemenergie-installatie met grondgekoppelde warmtepomp en ondergrondse energieopslag.

25


techcare

Koelplafondunits: comfort in al zijn facetten

26

Halton is een Finse fabrikant van oorspronkelijk kleinere, en later ook grotere ventilatieroosters. “Onze producten werden steeds op een dusdanige manier ontwikkeld dat ze makkelijk konden worden opengemaakt en gereinigd. Het indoor productsegment richtte zich oorspronkelijk vooral op de kantorenmarkt maar inmiddels is onze doelgroep sterk uitgebreid. Naast het segment ventilatie- en afvoerroosters is er tevens verdringingsventilatie, vooral gericht op het ventileren van hoge ruimtes. Idem wat ons aanbod labo-ventilatie betreft. Ook hier wordt het aspect comfort zeer breed geïnterpreteerd: de trekkasten moeten 100 procent operationeel zijn, ook de nodige regelkleppen, roosters en sturingen moeten perfect afgesteld zijn. Wat koelplafondunits betreft, mag Halton tot de pioniers worden gerekend. In dit marktsegment waren we oorspronkelijk vooral in de kantorenmarkt actief. Nu zijn ook ziekenhuizen en wzc een voorname afzetmarkt. Vraaggestuurd werken is tegenwoordig een evidentie – mede door de EPB-regeling opgelegd – maar de basis van dit concept zit sowieso in al onze producten ingebakken denk bv. aan het uitwisselen van frontplaten”, aldus Michielsen.

Koelplafondunit met ingewerkte luidsprekers en detectoren Een koelplafondunit heeft meerdere basisfuncties. Een eerste is uiteraard het binnenbrengen van verse lucht in lokalen. Een tweede functie kan – indien gewenst - koeling zijn. Een derde – zeker in de zorgsector - is verwarmen. Een bijkomende functie kan bv. de moduleerbaarheid, bv. het regelen van de hoeveelheid koeling, zijn. Afhankelijk van de plaats waar men de koelplafondunit installeert, kan intern (nog) een extra luchtklep worden voorzien, zodat men op basis van CO2-meting meer lucht kan binnenbrengen, ook een regeling en geïntegreerde verlichting zijn mogelijk. In kantoren wordt lucht vaak gefilterd, terwijl men in ziekenhuizen gebruik maakt van mat glas, dimbare systemen en daglichtsensoren. Er zijn zelfs koelplafondunits waarin luidsprekers en detectoren zijn ingewerkt. Met de Halton HIT Design heeft Halton een selectiesoftwaretool die bouwheren en studiebureaus toelaat simulaties van eender welke ruimte te maken aan de hand van ingegeven parameters. Deze simulatie geeft de mogelijkheden maar ook de limieten – lawaaihinder, tocht… - van het vooropgestelde systeem aan. Michielsen:

“In lastenboeken wil men vaak het beste van twee werelden. Wie wil verwarmen en koelen met hetzelfde systeem, moet sowieso een compromis sluiten. In principe is de combinatie van vloerverwarming en verdringingsventilatie voor de koeling de beste, maar ook de duurste oplossing.” Maak bij de start een duidelijke systeemkeuze Koelplafondunits zijn inmiddels een vertrouwd gegeven in zorginstellingen. “Belangrijk is dat bij de aanvankelijke implementatie een duidelijke systeemkeuze wordt gemaakt. Ofwel vertrekt men van een zeer flexibel systeem zodat later gemakkelijk wijzigingen kunnen worden aangebracht. Maar flexibiliteit kost uiteraard geld. Men kan ook voor een semi- of weinig flexibel systeem kiezen. In de meeste gevallen wordt gekozen voor een tussenoplossing met manuele kleppen. In wzc bv zijn ventilatie en verwarming een noodzaak, met eventueel mogelijkheid tot koelen of freecoolen. In kritische lokalen – denk bv aan fysiotherapie – is koeling uiteraard een must. In de praktijk wordt er vaak voor hybride oplossingen geopteerd. Bij renovatieprojecten komen vaak dezelfde problemen terug: er is te weinig plaats om luchtkanalen te steken, de plafonds zijn onvoldoende hoog, er is onvoldoende plaats om schachten te maken, of de betonstructuur van het gebouw laat niet toe dat er gaten gemaakt worden. Ook onvoldoende


isolatie en zonnewering kunnen voor problemen zorgen. Renoveren is investeren in comfort en moet dan ook grondig gebeuren, wil men koeltechnisch een optimaal resultaat bekomen”, aldus Michielsen. Moduleerbaarheid in functie van het gebruik De reinigbaarheid van koelplafondunits is een voornaam item, vooral in kritische ruimtes. Afdelingen intensieve zorgen worden nu vaak uitgerust met uitneembare batterijen en koper-koper batterijen die bacteriewerend zijn. Er zijn nu ook roosters met geïntegreerde HEPA-filters op de markt met dezelfde eigenschap. In een ziekenhuisomgeving dient het onderhoud van deze uitrusting om de 6 maanden, soms zelfs om de 3 maanden - en in sommige afdelingen na elke patiënt - te gebeuren. Momenteel is vooral het energetische aspect – de moduleerbaarheid in functie van het gebruik - van koelplafondunits hét onderzoeksitem. Michielsen: “Halton probeert het marktaanbod zoveel mogelijk te verfijnen en te differentiëren in functie van wat de markt vraagt. De evolutie in de richting van systemen met geïntegreerde regelingen en sturingen is onmiskenbaar: de hoeveelheden verse lucht en water worden opgesplitst in functie van de specifieke deelbehoeften, ook regeltechnisch, zodat we elke klant een optimale oplossing op maat kunnen bieden.” Nieuwe testruimte/showroom Om aan de vraag naar opleiding of instructies om het systeem optimaal te benutten tegemoet te komen organiseert Halton seminaries in haar nieuwe testruimte/showroom waar installatiebedrijven, studiebureaus en eindklanten zich kunnen vertrouwd maken met het volledige elektronische gebeuren,

de variabele debietregeling… ”Bij de ingebruikname van nieuwe gebouwen organiseren we meestal – op vraag van de bouwheer – een rondgang met het technisch onderhoudspersoneel, en kan uitgebreid op vragen ingegaan worden. Een en ander hangt ook samen met de complexiteit van het geïnstalleerde systeem.” Satellietgebouw Inmiddels heeft Halton in ons land enkele opmerkelijke projecten gerealiseerd, in de zorgsector en daarbuiten. Toen Brussels Airport besloot de belangrijkste administratieve diensten in zijn satellietgebouw in Zaventem – aanvankelijk gebruikt als terminal - onder te brengen was een ingrijpende renovatie onvermijdelijk. Een cirkelvormige passagiersterminal ombouwen tot een open-office kantoor is een niet geringe uitdaging. In een dergelijke kantooromgeving heeft er altijd wel iemand last van de zon. Het betreft ook een open ruimte met hoge plafonds. Door het open karakter van de kantoren was er kans op tochtvorming, wat een diffuse manier van ventileren noodzakelijk maakte. Er werden ruim 250 Halton koelplafondunits met geïntegreerde verlichting geïnstalleerd.

De lucht dwarrelt, verdeeld over de totale oppervlakte, gelijkmatig naar beneden. Studiebureau Technum in Hasselt deed de nodige berekeningen. Sint-Elisabeth Ziekenhuis In ziekenhuizen staat het comfort van de patiënt voorop. In de zomer worden de patiëntenkamers lichtjes gekoeld, opdat het genezingsproces vlot zou verlopen. De tijd dat de patiënten “ziek” werden van de hoge temperaturen in de kamer, ligt inmiddels achter ons. Vermits ook hygiënelucht moet binnengebracht worden is een koelplafondunit een ideaal middel, aangezien deze beide functies combineert. Het ziekenhuis Sint-Elisabeth in Herentals opteerde voor de Halton koelplafondunits met geïntegreerde verlichting. Doordat de koelplafondunits boven de bedden van de patiënten geïnstalleerd werden, werd meteen ook de verlichting juist geplaatst. Tochtvorming in de leefzone wordt vermeden, om een nefaste invloed op het goed gevoel van de patiënt te vermijden. Het studiebureau SDKE uit Brugge stond in voor de nodige berekeningen. _______________________ www.halton.be

Gaëtan Michielsen

techcare

REPORTAGE

K

oelplafondunits zijn niet langer statische elementen maar dynamische gebruiksinstrumenten met verschillende niveaus van regeling en sturing. Flexibiliteit is een sleutelbegrip. “Halton heeft steeds het optimaal comfort voor de eindgebruiker voorop gesteld. Comfort is voor ons drieledig: er is het directe gebruikscomfort, het gebruikerscomfort op langere termijn wat o.m. vlotte toegankelijkheid van de roosters inhoudt, en het vlot inregelen van het systeem”, aldus Gaëtan Michielsen, Application Specialist bij Halton nv.

27


Hogedruklaminaat werkt elke zorgomgeving af WZC ‘de Zeven Torentjes’ in Brugge

M

REPORTAGE

et zijn hoogwaardig decoratief hogedruklaminaat Print HPL heeft Abet Laminati een veelzijdig en duurzaam plaatmateriaal in huis waarmee ziekenhuizen en wzc zowel aan de binnen- als de buitenzijde kunnen worden aangekleed. Met LAMISHIELD lanceert de Italiaanse fabrikant nu ook een nieuwe antibacteriologische HPL laminaattypologie.

techcare

Print HPL is een duurzaam plaatmateriaal, samengesteld uit meerdere lagen die onder hoge druk worden samengeperst en voorzien van een decor. Hiermee kunnen zowel maatmeubilair, wanden, vloeren, deuren als gevels worden aangekleed in functie van de specifieke behoeften. Het ruime Print HPL aanbod zorgt ervoor dat een ontwerper elke opdracht doelgericht kan invullen. De afwerkingsplaat is standaard verkrijgbaar in ruim 800 kleuren en decors. In samenwerking met gerenommeerde designers heeft Abet Laminati ook collecties met zeefdrukdecors gerealiseerd. Ook digitale prints van het interieur of van het gevelbeeld behoren tot de mogelijkheden, net als speciale effecten met translucide hogedruklaminaat, in combinatie met achterliggend kunstlicht. In de massa gekleurd massieflaminaat garandeert een bacteriënvrije en stootvaste oplossing, bijvoorbeeld als wandafwerking. Het gamma van Abet Laminati omvat ook een oplossing op basis van gerecycleerd laminaat.

28

LAMISHIELD antibacterieel laminaat Met LAMISHIELD lanceert Abet Laminati een nieuwe antibacteriologische HPL laminaattypologie, o.m. geschikt voor toepassingen in de zorgsector. Het oppervlak van meubels

– denk aan tafels en werkbladen -, wanden en deuren in onder meer ziekenhuizen, rusthuizen, laboratoria en sanitaire ruimtes, biedt een efficiënte bescherming tegen bacteriën en schimmels. De antibacteriële bescherming, die volledig in de decoratieve laag is verwerkt, verkleint de kans op bacteriële besmetting van een oppervlak. Samen met een goede hygiëne en reiniging vermindert LAMISHIELD het risico op kruisbesmetting. Laboratoriumtests volgens ISO 22196:2011 tonen aan dat BioCote® - zie verder - het bacteriegehalte met 99,9% vermindert. De nieuwe, antibacteriologische HPL laminaattypologie van Abet Laminati wordt ook onderworpen aan een standaard kwaliteitsbewakingsplan dat het prestatieniveau van de antibacteriële eigenschappen waarborgt. Vrijwel alle kleuren en decors van de PRINT HPL collectie kunnen worden geproduceerd in de typologie LAMISHIELD. De ontwerper heeft geen enkele esthetische beperking indien hij kiest voor deze antibacteriologische HPL technologie. BioCote® technologie Als aanbieder van beproefde antimicrobiële technologie voor bedrijven wereldwijd is BioCote® de kennispartner waarmee

De Brabbel in Antwerpen

Abet Laminati in zee gaat. BioCote® technologie maakt gebruik van de natuurlijke eigenschappen van zilver voor een continue geïntegreerde antibacteriële werking op het LAMISHIELD-oppervlak tijdens de levensduur van het product, en heeft geen invloed op de normale prestaties of het uiterlijk van HPL. De technologie voldoet aan de verplichte biocideverordening, is door de EFSA geregistreerd als product bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen, en goedgekeurd door de FDA. Bij BioCote® interageren zilverionen actief met bacteriële eiwitten, waarbij hun cellen beschadigd raken, hun DNA-replicatie wordt verhinderd en de vorming van reactive oxygen species wordt gestimuleerd. Deze laatste remmen de groei van microben, waaronder bacteriën, schimmels en zwammen.


Dubbel getest op onderhoudsvriendelijkheid en resistentie Recent realiseerde Abet Laminati enkele opmerkelijke projecten in de zorgsector. In het kader van het renovatie- en vernieuwbouwproject van het Brugse AZ St-Jan opteerde de ziekenhuisdirectie voor maximale onderhoudvriendelijkheid omwille van de essentiële rol van deze parameter in de totale kostprijs over de ganse levenscyclus van het product. Amélie Huybrechts, intern interieurarchitecte: “Alle in aanmerking komende materialen worden hier voor hun definitieve

kenhuizen en die mocht met de bewerking niet in het gedrang komen. Groefbreedte en -diepte werden voorafgaand onderzocht door AZ St-Jan. Stratificato Full Color is geventileerd geplaatst, met een achterliggende ‘spouw’ van 3 à 5 mm. Door de keuze voor de zeefdruk collectie Serigrafia 2008 - met klimopmotief en met oppervlaktestructuur Longline – brengt men de natuur in de dagbehandelingskamers Oncologie. De wanden van de sanitaire cellen werden hiermee bekleed. Het lijkt alsof men tegen een bladerdek van een boom aankijkt, wat rustgevend werkt. De witte kleur Print HPL 410 geldt

respecteerd. Voor het monteren van de 100 % recycleerbare MEG Wood HPL gevelplaten beveelt Abet Laminati een geventileerde opbouw aan, zodat een verticale luchtcirculatie verzekerd blijft. De Brabbel In het nieuwe kinderdagverblijf ‘De Brabbel’ in Antwerpen integreerde ‘cuypers & Q architecten’ een kunstproject door middel van Digital Print HPL platen van Abet Laminati. Zo werd de signalisatie in en rondom het gebouw niet louter grafisch opgevat, maar als een kunstproject geïntegreerd in de archi-

AZ St-Jan ziekenhuis in Brugge

Klimopmotief brengt natuur in kamers Als lambrisering werd de in de massa gekleurde Stratificato Full Color Ice White HPL volkunststofplaat toegepast. Door de plaatser zijn verticale groeven ingefreesd, zodat het lijkt alsof er een traditionele, ‘planken’ lambrisering staat. Deze oplossing voldoet aan de strenge hygiënevoorschriften in zie-

als rode draad doorheen dit ziekenhuis en wordt o.m. toegepast voor de kastfronten in patiëntenkamers en de bedachterwand panelen met geïntegreerde technieken. De Zeven Torentjes Bij het vernieuwbouwproject van het wzc de Zeven Torentjes in Brugge werd in eerste instantie gedacht aan een houten gevelbekleding. Uiteindelijk werd toch geopteerd voor gevelpanelen, waarbij de keuze viel op de MEG Wood HPL volkunststof gevelplaten van Abet Laminati. Drie verschillende kleuren hout werden verwerkt wat resulteerde in een subtielere integratie van het gebouw in het landschap en een visuele opdeling van de volumes. Met de modulaire maat 60 x 60 cm voor de MEG Wood HPL gevelplaten bleef de strakke horizontale lijn van de vleugels ge-

tectuur. Hiervoor werd kunstenaar Roeland Tweelinckx onder de arm genomen. Hij wou met zijn werk rust brengen in het geheel. Dieren dienen als motief voor het adresseren van de verschillende leefeenheden binnen het gebouw en aan de tuinzijde. De Digital Print HPL platen van Abet Laminati boden de goede oplossing voor de integratie van de creaties van de kunstenaar. Deze tekende de originele beelden en liet ze vervolgens digitaal omzetten naar een grafisch bestand waarmee Abet Laminati digitaal kon drukken. De signalisatie als kunstproject door toepassing van de Digital Print technologie werd niet enkel uitgewerkt voor de MEG HPL gevelplaten, maar ook voor de Print HPL platen van de binnenwanden. _________________________ www.abet.be

techcare

selectie grondig getest op onderhoudsvriendelijkheid en resistentie tegen alle producten die op een afdeling gebruikt worden.” Ook al beschikt Abet Laminati zelf over de nodige attesten vereist voor de ziekenhuissector, toch voert AZ St-Jan extra proeven uit, specifiek in verband met reacties op producten van medische of chemische aard, gebruikt in bepaalde werkomgevingen.

29


WZC Bizenheem, Bissegem

Groene energie: een teken van deze tijd

techcare

Gegroeid uit de zonneboiler business Van een kleine ‘coöperatieve vennootschap voor isolatie en zonne-energie’ is IZON - inmiddels IZEN -uitgegroeid tot een stevige KMO met 110 medewerkers, actief in 6 landen. Nog steeds gevestigd in Lille (Antwerpen), in een – de daad bij het woord voegend - ‘zero emission building’. “De evolutie en de groei van deze onderneming lopen ongeveer parallel met deze van het thema groen. In de jaren 70 was groen synoniem voor ontbossing, milieuvervuiling, Greenpeace en geitenwollensokken, zeg maar. Op vandaag is groen (big) business geworden, en zijn de leiders van de groene beweging ook bedrijfsleiders geworden. Denk aan Jeremy Rifkin, de milieuadviseur van groten der aarde zoals Merkel, en Warren Buffet, de Amerikaanse zakenman die mega-investeringen doet in hernieuwbare energie. Groen is hot. Ook een land als China bijvoorbeeld, met een boomende economie die voor nogal wat milieuvervuiling zorgt, zet in op hernieuwbare energieën zoals windenergie en zonneboilers”, aldus Kris Duchesne, Head of B2B departement bij IZEN Energy Systems.

30

Groen = energie Wie nu het thema groen aankaart, spreekt over energie tout-court. Kris Duchesne: “Uit VREG-onderzoek in 2012 is gebleken dat energie – en de energieprijzen – één van de drie belangrijkste kopzorgen van ondernemers is geworden. Op 1.000 bedrijven

met meer dan 50 werknemers die werden bevraagd was 78 procent van oordeel dat elektriciteit een belangrijke kost geworden was binnen het bedrijfsbudget. Het groene thema heeft inmiddels een volledig andere invulling gekregen. Grote bedrijven uit de meest uiteenlopende vakgebieden, zetten volledig in op duurzaamheid, ook in ons land (Umicore, ING, Hubo…). Robert G. Eccles van de Harvard University deed in 2012 een vergelijkend onderzoek tussen duurzame en niet-duurzame bedrijven, m.a.w. tussen bedrijven die inzetten op hernieuwbare energie en deze die dat niet doen. Daaruit bleek o.m. dat de eerste categorie bedrijven niet enkel een duurzaam imago opbouwt, maar ook betere financiële resultaten neerzet én een trouwere klantenportefeuille heeft. En wie duurzaam zegt, zegt meteen ook groen en innovatie. Duurzaam en groen zijn niet langer een hype, maar een teken van deze tijd.”

le prijs en de enige die onderhandelbaar is. Met 41 procent blijven transport en distributie de voornaamste kostenpost binnen de elektriciteitsprijs. Over de energieprijzen is er momenteel heel wat onzekerheid, zelfs chaos. Een aantal in hun vakgebied toonaangevende bedrijven hebben daarom – onder impuls van een denktank aangestuurd door FutureProofed - de controle over hun energievoorziening terug in eigen handen genomen, onder meer door te investeren in hernieuwbare energie (windturbines en zonnepanelen). Niet dat er een eenduidige oplossing voor het bedrijfsleven voorhanden is. Elke onderneming heeft een voldoende challenge aan zijn eigen energiefactuur. In grote lijnen dienen zich drie mogelijkheden aan: optimalisatie van het energieverbruik, rationaliseren en maximaal reduceren van het energieverbruik, en energieproductie”, aldus Duchesne.

Onvoorspelbare energieprijzen Niets is meer onvoorspelbaar dan onze energieprijzen. “Volgens sommige specialisten uit de energiesector zullen de prijzen exploderen, volgens anderen gaan we naar lagere energieprijzen. Nemen we het voorbeeld van de elektriciteitsprijs. Deze is samengesteld uit diverse kosten en taksen: openbare heffingen (4%), distributie- en transportkosten (41%), bijdragen hernieuwbare energie (4%), energiebelasting + BTW (18%), en de energieprijs zelf (33%). Deze laatste factor is met 33 procent goed voor 1/3 van de tota-

Controle over energie via stappenplan Wie zijn energieverbruik echt onder controle wil krijgen, werkt best volgens een stappenplan, zegt Duchesne. “Een eerste stap is uiteraard een grondige energieaudit van het gebouw. De tweede stap - het besparen van energie - kan op diverse manieren gerealiseerd worden: isoleren van het gebouw, installeren van bv. warmtepompen of zonneboilers – dit laatste is vooral interessant voor omgevingen waar veel SWW wordt gebruikt, denk aan zorginstellingen. Led-verlichting is


eveneens een optie om energie te besparen. Een derde controlestap is het produceren van stroom, hetzij via eigen investeringen, hetzij via derdenfinanciering, bv. door met IZEN energy systems te werken. Groene mobiliteit kan eventueel een volgende stap zijn om het energieverbruik verder onder controle te krijgen. Een bedrijf of een instelling met een fotovoltaïsche installatie kan de opgewekte energie gebruiken als gratis brandstof voor haar elektrische wagens of vorkheftrucks. Heel wat KMO’s uit diverse sectoren zijn er in geslaagd hun energieverbruik volgens dit stappenplan terug te dringen. De invulling moet telkens in functie van de specifieke klant gebeuren.” Zonnesystemen, dé manier om energiekosten te beheersen “De energiemarkt is constant in beweging. Twee jaar geleden maakten installaties voor zonne-energie nog 80 procent uit van onze omzet. Onder meer door het terugschroeven van de subsidiemaatregelen is dit marktsegment teruggevallen op amper 10 procent. Wat uiteraard voor onzekerheid zorgt bij geïnteresseerde bedrijven en instellingen als zou investeren in zonne-energie niet meer rendabel zijn. Dit terwijl de ROI van deze PV-installaties nog altijd dezelfde is, door de aanzienlijke prijsdalingen van de materialen, vooral dan deze van de zonnepanelen. De totale investering komt een stuk lager te liggen. Maar de perceptie, ook onder meer bij zorginstellingen, is voorlopig nog tegen. In ziekenhuizen bijvoorbeeld is er nog een groot groeipotentieel: niet enkel voor PV-installaties, maar ook voor WKK’s, warmtepompen en zonneboilers. Er is tegenwoordig - vooral in onze ziekenhuizen - heel wat

Kris Duchesne

energetische knowhow aanwezig. Ziekenhuizen kunnen in de toekomst door het slim inzetten van verschillende hernieuwbare energie technologieën, evolueren naar meer energie-onafhankelijkheid”, aldus Duchesne. De ene grootverbruiker is de andere niet Zorginstellingen zijn logischerwijze energievreters – denk aan elektriciteit en sanitair warm water- maar de situatie moet van zorginstelling tot zorginstelling bekeken worden. “Bij een ziekenhuis, gevestigd in een stedelijke omgeving, moeten we rekening houden met slagschaduw die op de zonne-installatie kan vallen. We hebben hiervoor geavanceerde simulatieprogramma’s beschikbaar, op deze manier halen we het maximum rendement uit de zon. Naar technische diensten van zorginstellingen werken wij vooral product ondersteunend. Onze oplossingen maken altijd deel uit van een grotere technische installatie. IZEN heeft geen eenduidige oplossingen voor alle zorginstellingen in huis, maar werkt altijd op maat. Wel is het zo dat we in elk ‘energiedomein’ een geschikte oplossing kunnen bieden en als één aanspreekpunt naar de bouwheer toe kunnen functioneren.

We denken ook mee over optimale oplossingen. Naar de ziekenhuiswereld beperkt dit zich niet tot kennisoverdracht en voorafgaand advies, maar gaat het bv.ook over het correct dimensioneren en uitvoeren van een installatie”, aldus Duchesne.

Windturbines van 50 tot 100 kW De R&D afdeling van IZEN telt een vijftal medewerkers. “Ons zonneboilerconcept is een eigen ontwikkeling, maar rond windenergie bijvoorbeeld werken we samen met een aantal kennispartners om onze oplossingen verder te verfijnen. Met het oog op de toekomst mikken we vooral op KMO’s die in industriezones actief zijn, waar windturbines met een benodigde capaciteit tussen 50 en 100 kW volstaan. Het tussensegment met andere woorden, niet de kleine of de zeer grote installaties. In industriezones zorgen deze installaties nauwelijks voor gezichtsvervuiling. Ook voor ziekenhuizen - en misschien grote wzc - kan dit soort windturbines een oplossing bieden. Een ander aandachtspunt voor onze onderzoeksmensen is monitoring van energiesystemen”, besluit Kris Duchesne. _________________________ www.izen.eu

techcare

REPORTAGE

A

ls winnaar van de Prijs Ondernemen 2012 van Voka - Kamer van Koophandel Kempen trekt IZEN Energy Systems het land rond om ook zorgbedrijven ervan te overtuigen dat ze zelf iets kunnen ondernemen tegen de uit de pan swingende energiekosten. Met 26 jaar ervaring in hernieuwbare energie hebben oprichter Gie Verbunt en zijn team recht van spreken als het over groene energie gaat.

31


Sint Jozef in Moorsele Energiewinst dankzij geothermische warmtepomp

D

REPORTAGE

e nieuwbouw van Sint-Jozef in Moorsele was bij de opening in 2009 het eerste energiezuinige rusthuis in Vlaanderen. Na enkele winters en zomers kan al eens worden teruggeblikt op de prestaties van de nieuwe technieken. Worden de vooropgestelde prestaties gehaald? Is de meerkost voor een energiezuinig gebouw verantwoord? Kunnen energiezuinigheid en comfort hand in hand gaan? Techcare bracht enkele betrokken partijen samen.

techcare

Woonzorggroep GVO kenmerkt zich door een traditie van gastvrijheid. Zo wil GVO voor haar bewoners een warme omgeving zijn: een woonplaats omgeven met de beste zorgen, waar ieders leven aanspraak mag maken op de best mogelijke kwaliteit, waar deskundigheid van zorg vertaald wordt in aandacht, respect en contact, en waar ruimte is voor de individuele wensen en talenten. “Gastvrij omgeven is meer dan een baseline”, vertelt Joost Vandenbussche, algemeen directeur van Sint Jozef in Moorsele. “Het is het fundament van onze missie en is geworteld in de diepe overtuiging dat oud niet ‘out’ betekent. Deze visie wordt doorgetrokken in de acht GVO-woonzorgcentra, verspreid binnen West-Vlaanderen: Sint Anna (Bulskamp), Sint Vincentius (Kortrijk), Sint Vincentius (Meulebeke), Sint Jozef (Moorsele), Sint Elisabeth (Oostende), O.L.V. van Lourdes (Wakken), Sint Anna (Wingene), en Maria ter Ruste (Zwevezele).”

32

Duurzaamheid, energiebesparingen en wooncomfort Om de zorgkwaliteit op een hoog niveau te houden, alsmede om een antwoord te kunnen bieden op de stijgende behoefte,

worden enkele vestigingen uitgebreid. Te beginnen met Sint-Jozef in Moorsele. Joost Vandenbussche: “Het aantal bewoners steeg van 56 naar 96. De drie verdiepingen van de nieuwbouw tellen elk 14 zorgstudio’s en een leefruimte met open keuken, eet- en zithoek. Op het gelijkvloers zijn de diensten samengebracht: sociale dienst, zorgcoördinatie, kapsalon, kinesitherapie, enz. Energie-efficiëntie was een belangrijk thema bij de bouw. Op energetisch vlak hebben we ernaar gestreefd om drie thema’s met elkaar te verzoenen: duurzaamheid, energiebesparingen en wooncomfort voor onze gasten. Na meer dan drie jaar kan ik nu al stellen dat het koudwatervrees voor de innovatieve oplossingen, dat bij enkele betrokken partijen toch wel duidelijk aanwezig was, onterecht bleek. We zijn erin geslaagd om de drie thema’s te combineren!” De magische oplossing bestaat uit betonkernactivering voor koelen en verwarmen met een geothermische warmtepomp, bij Sint Jozef in Moorsele voor de eerste keer toegepast in de verzorgingssector in Vlaanderen. “Door de kleilaag hebben we 20 boringen tot telkens 75 m diepte uitgevoerd”,

aldus Francis Fraeyman, bouwmanager van Woonzorggroep GVO. “De diepte en het aantal boorputten wordt bepaald door de verwarmingsbehoefte van het gebouw naast het energiepotentieel uit de bodem te leggen. Hierbij is het belangrijk om de exacte samenstelling van de bodem te kennen. Er zijn algemene bodemkaarten beschikbaar, maar niemand kan precies voorspellen welke verschillende bodemlagen op welke diepte je op een bepaalde plaats kan tegenkomen. Een thermische responstest lost dit op. In elke boorput loopt een gesloten dubbelcircuit met als koudedrager monopropyleenglycol. Alle leidingen komen samen bij de warmtepomp van Stiebel Eltron, die naargelang de behoefte warmte uit de aardbodem haalt voor verwarming of warmte naar de aardbodem afvoert bij koeling. De aardbodem wordt hier gebruikt als energiebuffer: de warmte die we tijdens de zomer uit het gebouw afvoeren, wordt in de aardbodem opgeslagen en tijdens de winter terug naar boven gehaald om te verwarmen. Aanvankelijk werd gevreesd dat deze energie-uitwisseling onvoldoende zou zijn voor optimaal wooncomfort tijdens de winter. Daarom werd er ook nog een snel


Het K-peil van het gebouw bleef beperkt tot 27, daar waar de wettelijke eis 45 bedraagt, en ook nog eens een sterk geoptimaliseerde gebouwschil. Studiebureau Boydens slaagde hierin met onder meer 10 cm minerale wol equivalent in de wanden en de vloeren, 20 cm minerale wol equivalent in de daken, superisolerende beglazing (U-waarde 1,1 W/ m²K) met driekamerraamprofielen (Uf-waarde 1,6 W/m²K), buitenzonnewering en reflecterende dakbedekking. De bouwkundige eigenschappen worden gekoppeld aan energiebesparende technieken, zoals zonneboilers (7 x 5,5 m² zonnepanelen en een buffervat van 1.500 liter), balansventilatie, regenwaterrecuperatie (3 x 15.000 liter) en betonkernactivering. Betonkernactivering Maar hoe werkt de betonkernactivering hier nu eigenlijk? “Het hart van het systeem is de geothermische warmtepomp”, legt Patrick Blondeel, zaakvoerder van installatiebedrijf Blondeel bvba uit Marke, uit. “In de winter halen we 10°C uit de bodem als primaire temperatuur voor de warmtepomp, terwijl in de zomer 18°C in de bodem wordt opgeslagen. Hiermee behouden we de temperatuur in het gebouw op de gevraagde 24°C. De warmtepomp is aangesloten op een waterkring die loopt doorheen een kunststofleidingnetwerk dat in het beton is ingestort. Het beton van de vloeren, de plafonds en het dak wordt hierdoor gekoeld of verwarmd. Concreet betekent dit dus dat de verwarming of koeling zeer geleidelijk gebeurt en er dus geen storende luchtstromen kunnen optreden, maar het nadeel is dan weer dat het net iets meer tijd vraagt om de ingestelde temperatuur te bekomen dan met radiatoren.”

“Vandaar de beslissing om als back-up systeem naast de warmtepomp ook een gasinstallatie te plaatsen”, valt Joost Vandenbussche in. “maar achteraf moeten we besluiten dat dit niet echt nodig was. Nog geen enkele bewoner heeft klachten geuit over te koud of te warm. Natuurlijk is 24°C niet voor iedereen ideaal, maar de individuele opmerkingen hebben geen uitstaans met de prestaties van de geothermische warmtepomp.”

Geothermische warmtepomp WPF 52 Verwarmingsvermogen 55,83 kW Hoogte 1.154 mm Breedte 1.242 mm Diepte 860 mm Gewicht 539 kg Aanloopstroom 65 A Drukverlies cv-zijdig 60 hPa Drukverlies bronzijdig 150 hPa COP bij B0/W35 (EN 14511) 4,81 Volumestroom cv-zijdig 9,61 m³/h Volumestroom bronzijdig 13 m³/h

“De geothermische warmtepompreeks WPF van Stiebel Eltron werd speciaal ontwikkeld om grotere woongebouwen en handels- of industriële gebouwen van warmte te voorzien en is geschikt voor gebouwen met een warmtebehoefte tot max. 400 kW”, aldus Peter Vandenberghe, technisch-commercieel afgevaardigde van Stiebel Eltron. “Verwarming en koeling kunnen ook gecombineerd worden met warmwatervoorziening. De WPF-reeks omvat warmtepompen van 20 tot 66 kW. Tot zes individuele modules kunnen worden gecombineerd tot een fijngetrapte cascade die de volledige warmtebehoefte dekt.” Het financiële aspect De terugverdientijd van de klimaatbeheersingsinstallatie was berekend op tien jaar, maar dankzij een nauwgezette opvolging van de installatie en een voortdurend fijnstemmen door het installatiebedrijf, werd deze periode flink ingekort. Verwacht wordt

dat al na zeven jaar de investering verandert in winst. Bovendien opent een duurzaam verwarmingssysteem ook de weg naar diverse premies, zoals van netbeheerder Infrax (condenserende ketel, zonneboiler, warmtepomp) en van het Vlaams Energieagentschap (zonneboiler, warmtepomp en boringen). De effectieve totale meerkost voor het energiezuinig bouwen voor Sint Jozef bedroeg hierdoor iets meer dan 200.000 euro op een totale kost van ongeveer 3.9 miljoen euro. Dit komt overeen met het besluit van de EPI-studie van VIPA (Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden) waarin een meerkost van 5% wordt vooropgesteld. Rekening houdend met de zeer belangrijke energiewinsten en besparingen op de energiefactuur, een meer dan terechte investering! _____________ www.woonzorggroepgvo.be __________________ www.stiebel-eltron.be

techcare

reagerende klassieke verwarmingsinstallatie op aardgas met LT-radiatoren geplaatst. De vrees was onterecht, want het geothermisch warmtepompsysteem, in combinatie met de optimale isolatie van het gebouw, kan de verwarmingsbehoefte probleemloos dragen.”

33


techcare

Externe controle kan brandveiligheid in ziekenhuizen verzekeren

34

Binnen de niche van de fabrikanten van brandwerende oplossingen investeert Rf-Technologies (zie kaderstuk) heel wat middelen in R&D. “Het uitvoeren van een brandtest in een erkend labo kost al snel enkele duizenden euro. Het aantal op jaarbasis uitgevoerde brandtesten is een goede indicator voor onze innovatiegraad en onze business. Onze continue investeringen in R&D zorgen ervoor dat we eerder een onderzoeks- en marketinggedreven, dan wel een salesgestuurd bedrijf zijn”, aldus Cécile Chattlain, verantwoordelijke Marketing & Communication. “Onze toegevoegde waarde zit vooral in het brede gamma aan brandoplossingen, louter productontwikkelingstechnisch, enerzijds, en de vele classificatiedocumenten voor deze producten, -een gevolg van de officiële brandtesten-, anderzijds. Op die manier slagen we erin de markt zo breed mogelijk af te dekken. We proberen telkens niet enkel producttechnisch de meest geschikte oplossing voor te stellen, maar ook in het voorbereidingstraject correct en volledig advies te geven.” De regelgeving op het vlak van brandveiligheid is vrij complex. Er zijn vier niveaus

- Europees, federaal, regionaal en lokaal (gemeente en brandweer) – complementair aan mekaar, in min of meerdere mate betrokken (zie ook kaderstuk). Externe controle toelaten In bepaalde gevallen worden producten inzake brandveiligheid niet correct geïnstalleerd op de werf. In principe is de eigenaar van het gebouw verantwoordelijk voor de uitgevoerde werken, dus ook voor de brandveiligheid. In de praktijk stelt zich soms het probleem dat zijn rechtstreekse invloed op het bouwproces vrij gering is, en zijn rol eerder beperkt is tot een controlerende functie achteraf. Mark Maerevoet, Sales Manager Rf-Technologies: “In een nieuw ziekenhuis is het belangrijk dat de bouwheer er - bij de oplevering van het gebouw - op aandringt dat de brandveiligheid zou worden gecontroleerd door een onafhankelijk organisme. Idealiter wordt dit organisme tijdens het volledige bouwproces bij het project betrokken.” Het technisch diensthoofd draagt terzake een (te) grote verantwoordelijkheid en zit - op budgettair vlak - vaak tussen hamer

en aambeeld. Daarom wordt gepleit voor het werken met bouwteams. Idealiter is de situatie waarbij – voor de oplevering van het gebouw plaats vindt – een specifieke partij wordt aangeduid die de brandveiligheid binnen het ziekenhuis zal opvolgen. In vergelijking met andere technische materies wordt het aspect brandveiligheid vaak onvoldoende opgevolgd. Nochtans leidt een strengere controle – zelfs na de uitvoering van de werken – op termijn tot kwalitatief beter uitgevoerde gebouwen. Heel wat ziekenhuizen zien tegenwoordig strenger toe op de uitgevoerde werken, en dat is een positieve evolutie. Het volstaat niet dat een brandwerende doorvoering conform de Europese normen werd getest, en dat de bouwheer de garantie heeft dat het product technisch volledig in orde is. Indien het niet op de juiste manier werd geïnstalleerd, biedt het vanuit technisch oogpunt geen meerwaarde, en is het ook op vlak van aansprakelijkheid een risico. Deze problemen kunnen voor een stuk ondervangen worden door externe controle – bv. via Seco, AIB Vinçotte… – toe te laten. Niet accrediteren, wel voldoende informeren Desondanks is Maerevoet vooralsnog geen voorstander van het accrediteren van installateurs voor deze materie omdat dit tot een stijging van de prijzen zou leiden. “In onze workshops en opleidingen leren we installateurs hoe ze onze producten op de juiste


manier – volgens de montagevoorschriften – kunnen installeren. Het betreft vrij eenvoudige basistechnieken die mits een kleine inspanning aan te leren zijn. De inbouwmethodiek moet voor de installateur zo eenvoudig mogelijk blijven. Het installeren zelf moet kunnen gebeuren met materialen die direct beschikbaar zijn op de werf. We gaan voor efficiënte maar eenvoudige oplossingen. Ook de communicatie naar de installateur is belangrijk. Zo hebben we recent meegewerkt aan een WTCB-publicatie rond doorvoeringen en wordt er rond dit onderwerp samengewerkt met de Confederatie Bouw en andere instanties.” Spanningsveld Het studiebureau kan bij het ontwerp bepaalde zaken naar brandveiligheid niet volledig correct hebben ingeschat, zodat de oplossing bouwtechnisch niet goed kan worden uitgevoerd door de installateur. Frank Verlinden, Product Manager Rf-Technologies: “We merken vaak een spanningsveld tussen de prescriptie- en de installatiewereld, omdat er in de loop van een bouwproces wijzigingen aan het oorspronkelijke concept worden

Het ventilatiesysteem is operationeel en de brandklep staat open.

Complexe regelgeving Er zijn vier overheidsniveaus betrokken bij de regelgeving omtrent brandveiligheid. Op Europees niveau zijn de Bouwproductenrichtlijn en -verordening van toepassing. Deze voorzien in nieuwe Europese normen voor het testen van de brandwerendheid. De Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken is bevoegd om Basisnormen op te stellen, dit zijn normen die gemeenschappelijk zijn aan een categorie van constructies, onafhankelijk van de bestemming ervan. Het Koninklijk Besluit van 7 juli 1994 legt de wetgeving inzake brandpreventie voor nieuwe gebouwen vast. Deze wetgeving werd sinds 1994 regelmatig aangepast: het KB van 12 juli 2012 geeft de meest recente wijzigingen weer. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken hanteert de hoogte van het gebouw als criterium voor de vereisten inzake brandveiligheid. Sinds de zesde staatshervorming (najaar 2011) valt de volledige bevoegdheid voor rusthuizen, verzorgingstehuizen en centra voor dagverzorging onder de Gemeenschappen. Deze hebben ook meer, maar geen volledige, inspraak gekregen in het ziekenhuisbeleid. Ziekenhuizen vallen dus deels - als persoonsgebonden materie - onder de bevoegdheid van de Gemeenschappen, maar de basisnormen voor de preventie van brand blijven nog altijd federaal. De wet van 6 november 1979 inzake beveiliging tegen brand in ziekenhuizen is nog steeds van toepassing voor het ganse grondgebied van België. Voor de Vlaamse Gemeenschap wordt deze materie opgevolgd door het VIPA dat sinds 2009 een technisch comité Brandveiligheid heeft. Dit buigt zich over specifieke brandveiligheids-aspecten die niet op het federaal niveau afgedekt worden. De Franstalige en Duitstalige Gemeenschap, alsook het Waals en Brussels Hoofdstedelijk Gewest, doen beroep op de federale basisnormen, het KB van 1979, en artikel 52 van het ARAB. Er zijn nog geen geactualiseerde wetteksten, besluiten of decreten. Op het lokale niveau, tenslotte, zijn de Burgemeester en de brandweer bevoegd inzake brandveiligheid. >>>

Er breekt brand uit en de temperatuur stijgt naar 72°C: het smeltlood smelt en het klepblad sluit.

Het brandvertragend materiaal zwelt op om rook en vlammen tegen te houden.

techcare

REPORTAGE

B

randveiligheid in onze ziekenhuizen blijft een delicaat thema. Er is niet enkel de complexe regelgeving, er is ook de kwestie van de aansprakelijkheid. Bij nieuwbouw moet het technisch diensthoofd er - bij de oplevering van het gebouw - op aandringen dat ook de brandveiligheid mee gecontroleerd wordt door een onafhankelijk organisme.

35


techcare

doorgevoerd, waarvan de installateur niet op de hoogte is.” Indien er op een bepaalde plaats eerst een betonnen wand voorzien werd, en dit later gewijzigd werd naar een gipskartonnen wand, heeft dat uiteraard gevolgen voor de keuze van de brandwerende doorvoeringen. Daarom wordt gepleit voor meer onderling overleg, van bij de aanvang van het bouwproces, waarbij ook de firma’s die instaan voor de technieken, reeds aanwezig zijn. Welke soort brandwerende doorvoeringen zullen geïntegreerd worden - en door wie -, zou reeds bij de aanvang van het bouwproces moeten worden vastgelegd. De studie van de compartimentering is in eerste instantie het werk van de architect, en van het studiebureau. Reeds bij het ontwerp moet rekening gehouden worden met voldoende ruime schachten, ook in technische kokers, zodat de luchtkanalen op de juiste manier kunnen worden beveiligd.

36

Het Franse voorbeeld Frankrijk geeft ons het goede voorbeeld, aldus Verlinden. “Bij grote projecten wordt reeds van bij de aanvang een brandveiligheidscoördinator bij de werf betrokken. Hij zorgt ervoor dat de uitvoering volledig conform de wetgeving inzake brandveiligheid gebeurt. Brandveiligheid zou in principe altijd mee deel moeten uitmaken van het totaalpakket aan technieken dat - bij de oplevering van een ziekenhuis – door een onafhankelijk organisme wordt gecontroleerd. Temeer omdat nogal wat brandtechnische oplossingen na installatie achter valse wanden of plafonds verdwijnen...” Maerevoet: “Ook de brandweer moet uiteraard nog een gunstig rapport afleveren vooraleer een zorginstelling kan worden ingebruikgenomen. Zij doet noodzakelijke en nuttige controles. Maar de controle mag niet beperkt blijven tot het nagaan van een aantal klassieke zaken: is er voldoende pompdebiet? hoeveel brandwerende deuren zijn er? en wat met de interventie- en evacuatiemogelijkheden? Ook andere zaken, zoals de brandwerende doorvoeringen in het gebouw, moeten nauwgezet worden gecontroleerd.”

Compartimentering en ontroking In ons land voorziet de regelgeving dat een gebouw om de 2.500 m² moet gecompartimenteerd worden. Voor doorvoeringen gebeurt dit door middel van brandkleppen of brandmanchetten. In een zorgomgeving geldt elke patiëntenkamer als een ‘subcompartiment’ van een ‘hoofdcompartiment’. In functie van het type gebouw kunnen bijkomende eisen op het vlak van doorvoeringen worden gesteld. Wat ontroking betreft, geldt er in ons land een specifieke regeling opgenomen in het KB. Deze voorziet echter enkel ontroking in hoge gebouwen. Verlinden: “In Frankrijk bv. wordt deze materie op een totaal andere manier geregeld. Naast de hoogte neemt men ook de functie van het gebouw mee in rekening bij de beperkingen voor ontroking. Men verplicht er het gebruik van ontrokingsluiken en -kleppen in zieken-

Rf-Technologies Opgericht in 1985, is uitgegroeid tot een stevige KMO, gespecialiseerd in brandveiligheid, meer bepaald in compartimentering en ontroking van gebouwen. Het bedrijf heeft zijn hoofdzetel in Oosterzele waar een 80-tal werknemers tewerkgesteld zijn, waarvan een 15-tal in R&D. In 2005 werd in Slowakije een tweede vestiging opgestart waar eveneens 100 mensen aan de slag zijn en enkel productietechnisch gerelateerde activiteiten worden uitgevoerd. In Oosterzele zijn de activiteiten rond marktonderzoek, ontwerp, ontwikkeling, productie en alle overkoepelende en ondersteunende activiteiten gecentraliseerd. Rf-Technologies is vooral actief in de kantorenmarkt, de hotel- en de zorgsector.

huizen, wat impliceert dat onze oplossingen voor de Franse markt hieraan moeten aangepast zijn.” ___________________________www.rft.be


VTDV congres stand J10

Rondomat Duo S - Waterontharder

Voor grootverbruikers die op zoek zijn naar een betrouwbare waterontharder die niet enkel bijzonder performant, maar ook uiterst zuinig is, biedt BWT de nieuwe rondomat Duo S aan. Dit compacte toestel houdt rekening met het feit dat er in het dagelijks sanitair waterverbruik korte piekmomenten voorkomen en langere perioden waarin de nood aan onthard water min of meer constant is. Het toestel bestaat uit twee verschillende onthardingskolommen waarvan één in werking is en de andere hetzij regenereert hetzij standby staat. De electronica onthoudt het verbuiksprofiel en wisselt van kolom in functie van het verwachte debiet. Samen met de automatische harsontsmetting bij regeneratie biedt dit een meerwaarde op hygiënisch, maar ook op economisch vlak. Geen enkele andere waterontharder verbruikt namelijk zo weinig zout en regenereerwater als de nieuwe Rondomat Duo S. De bediening van dit toestel is eenvoudig en gebeurt met een aanraakscherm dat toelaat om onder andere de debietgegevens en het verbuiksprofiel van de laatste 24uur te controleren.

BWT Belgium nv - Leuvensesteenweg 633 - 1930 Zaventem - 02/758.03.10 - www.bwt.be


Themadagen Nieuwe technieken en architectuur in de Zorg

Woensdag 3 juli 09u00 Onthaal met koffie. 09u30 Keuze uit diverse themasessies door PRoF-leden rond specifieke producten en oplossingen. 12u30 Broodjeslunch. 13u30 Academisch gedeelte “Een visie op de toekomst”. • Openingstoespraak “De uitdagingen voor Europa, ook voor de zorg en de vergrijzing” door Herman Van Rompuy, voor zitter van de Europese Raad. • Toekenning PRoF awards 2013. • Toelichting PRoF-project door dr. ir. Piet Verhoeve, iMinds. • “Welke oplossingen komen op ons af in de zorg en thuis zorg?” door Prof. dr. Renaat Peleman, hoofdgeneesheer UZ Gent. • “Evolutie van 3D printing in de zorg, de architectuur en de technieken” door Mario Fleurinck, Melotte. 16u30 Afsluitende drink met mogelijkheid tot netwerking.

techcare

Herman Van Rompuy, voorzitter van de Europese Raad. ©The Council of the European Union

38

Dr. ir. Piet Verhoeve van iMinds, een onafhankelijke onderzoeksinstelling

Donderdag 4 juli 09u00 Onthaal met koffie. 09u30 Keuze uit diverse themasessies rond specifieke producten en oplossingen door PRoF-leden 12u30 Broodjeslunch. 13u30 Academisch gedeelte “Een visie op de toekomst”. • “VIPA-verwachtingen voor de zorginvesteringen” door VIPA. • “Ontwikkelingen in de zorgarchitectuur” door Serge Lefevere, Boeckx Architecture & Engineering. • “De evolutie van de binnenarchitectuur in de zorg” door Buro II & ArchI+I. • “De evolutie van de technieken in de zorg” door Ingenium. 16u30 Afsluitende drink met mogelijkheid tot netwerking.

Mario Fleurinck, CEO van 3D-printingbedrijf Melotte

Architect Serge Lefevere, gedelegeerd bestuurder Boeckx Architecture & Engineering


Praktisch Wanneer: Woensdag 3 en donderdag 4 juli, telkens van 9u tot 16u30. Waar: PRoF site Boone International, Nijverheidsstraat 14- 8970 Poperinge Deelname: 75 euro voor 1 dag – 100 euro voor 2 dagen. Koffie, dranken, broodjeslunch, en afsluitende drink zijn begrepen in de deelnameprijs. U kunt het bedrag storten op rekeningnummer BE67 2850 3380 0687 (GEBABEBB). Uw inschrijving is definitief na ontvangst van de betaling. Inschrijven: Kan via onderstaande link. U kunt desgewenst ook aanduiden dat u PRoF 1.0, 2.0 en 3.0 wilt bezoeken. Taal: Alle lezingen zijn in het Nederlands. Er is simultaanvertaling naar het Frans. Meer info: jan.van.hecke@prof-projects.com

Consortium PRoF: platform voor open innovatie Iedereen beseft het intussen: de uitdagingen inzake zorg en wonen zijn immens, gezien de demografische evolutie. Instanties of individuele bedrijven zijn niet langer in staat om een dergelijke complexe vraagstelling te beantwoorden. Een multidisciplinaire aanpak dringt zich op. Vanuit die analyse ontstond PRoF, een consortium van gebruikers, onderwijsinstellingen, kenniscentra, vormgevers, fabrikanten en beroepsorganisaties. Via de bundeling van knowhow, ervaring en vaardigheden bestudeert en benadert PRoF als denktank specifieke deelthema’s uit zorg en wonen vanuit verschillende invalshoeken. De conclusies worden samengebracht op een platform voor open innovatie en leiden zo tot innoverende vernieuwingen die meteen toepasbaar zijn in de dagelijkse praktijk. Oplossingen en innovatieve woon- en zorgconcepten voor verblijfruimtes in ziekenhuizen en woonzorgcentra bijvoorbeeld. In 2010 resulteerde die aanpak tot de ontwikkeling van PRoF 1.0, The Patient Room of the Future of de patiëntenkamer van de toekomst. Met PRoF 2.0, de Personalized Residence of the Future, volgde een innovatief concept voor leeftijdbestendig wonen. Vorig jaar was het de beurt aan PRoF 3.0, de Private Care Room of the Future of de gepersonaliseerde rusthuiskamer van de toekomst. Uiteraard worden alle concepten voortdurend bijgestuurd. Een bijkomende activiteit van PRoF is de organisatie van themadagen rond zorg gerelateerde architectuur, diensten en technologie, waarvan op 3 en 4 juli de eerste editie plaatsvindt.

http://www.supersaas.nl/form/PRoF/PROF-THEMADAGEN-2013

____________________________www.prof-projects.com

PRoF-leden Het PRoF-consortium bestaat uit de volgende leden: Ablecare – ACS – AkzoNobel – Alho – Anamorf /Frames & Fields – ArjoHuntleigh – Arterior Design – Artesis Hogeschool Antwerpen /Integrale Productontwikkeling – Boeckx Architecture & Engineering – Boone International/Boone Projects – Buro II & ArchI+I – BVZD Vlaamse Vereniging voor Ziekenhuisdirecteurs – CMS Software – Cubist Creations – Devan – De Wingerd – De Witte Lietaer – Dominiek Savio – DOT Directies Organisaties voor Pleegzorg – Durlet – Elasta – Enter – Expertisecentrum Dimensie Vlaanderen/Sophia – Extremis – Familiehulp - Fedustria – Francovera – Genano – Gidts Orthopedie – Groep Sanakor – GVO – Haelvoet – HFDV/UZ Leuven – Hogeschool Gent TO2C – IBBT – IFMA – IMEC/Holst Centre – Ingenium – InHam – Innovate Dementia/LUCAS – Inoxline/Lannoo Metaalwerken – ISS – IWT – Kenniscentrum Woonzorg Brussel – KHBO Expertisecentrum Assistieve Technologie – Knockaert Gerrie – Kone/Mondoor – Leroy – Mariasteen – Melotte – Modular Lighting Instruments – MTC – Philips – RHMS Réseau Hospitalier de Médecine Sociale – Seniorenzorg F.O.S. – Senior Living Group – Solidariteit voor het Gezin – Stichting Toekomstige Generaties – Tarkett – Tele-Signal Electronics – Televic Healthcare – The Right Chair – Thuiszorg – TTC Tile Trade Center – UZ Gent – Van Maele – VDB Productions – Velda – Vink – VIPA – Vlaamse Verpleegunie/ Urobel – VTDV Vereniging voor Technische Diensthoofden in de Verzorgingssector – Westelec – Woonzorg Brussel.

Redactie: Colette Demil

techcare

Event

O

p woensdag 3 en donderdag 4 juli organiseert het PRoF-consortium, een denktank van gebruikers, onderwijsen kennisinstellingen, fabrikanten en beroepsorganisaties, twee themadagen rond architectuur en nieuwe technieken in de zorg. Hoe belangrijk en ingrijpend de zorgproblematiek is, onderstreept de aanwezigheid van Herman Van Rompuy, voorzitter van de Europese Raad. Wat staat er op het programma?

39


Passief (ver)bouwen van a tot z Moeten de klassieke bouw- en woonbeurzen hun aantal bezoekers door de wat mindere economische toestand met spijt in het hart zien terugvallen, dan kan PassiveHouse – dit jaar al aan de twaalfde editie toe – alleen maar tevreden zijn door de toenemende aandacht van zowel de bouwsector als de particulieren voor passiefhuizen. Op de beursvloer brachten 135 exposanten duidelijke oplossingen rond zeer energiezuinig, passief en nulenergie bouwen en verbouwen. Passiefhuizen zitten duidelijk in de lift. Eigenaars en potentiële bouwers zijn het beu om elke maand opnieuw te worden geconfronteerd met prijsstijgingen of toevoerproblemen voor hun energie. Dit bleek ook duidelijk op de voorbije Batibouw, waar energie-efficiënte ontegensprekelijk één van de belangrijkste thema’s vormde, en dit bij exposanten én bezoekers. Maar het bleef maar een thema binnen een groter geheel. Tijdens de beurs PassiveHouse – waar sinds 2006 het Passiefhuis Platform/Plateforme Maison Passive volop de schouders onder zet – staat alles in het teken van energie-efficiëntie!

De specialist van het arbeidsklimaat. testo 480 - professionele klimaatmeter • Matrixmeting VAC-installatie volgens EN 12599 • PMV/PPD meting volgens ISO 7730 • Turbulentiegraadsmeting volgens EN 13779 • WBGT-meting volgens ISO 7243 / DIN 33403

Thermic solar, warmtepompen en warmtepompboilers, fotovoltaïsche panelen, ventilatie met warmteterugwinning, sandwich bouwpanelen, blower door test en gebouwautomatisatie zijn maar enkele bouwaspecten die samen de oplossing vormen. “PassiveHouse brengt vraag en aanbod samen”, aldus Peter Dellaert. “En dit doorheen het volledige bouwproces van planning over ruwbouw tot afwerking: architect, studiebureau, aannemer, installateur, adviseur, luchtdichtheidsmeter, fabrikanten en importeurs, enz. Een uitgebreid programma lezingen ondersteunt de beurs, specifiek toegespitst op enerzijds de vakmensen en anderzijds de particulieren. Thema’s die aan bod kwamen, waren onder meer bouwdetails, ventilatie en de aanpak van een renovatie. PassiveHouse heeft immers een maatschappelijk doel en wil meer bieden dan een klassieke beurs. Ons doel is het energiezuinig bouwen en verbouwen te ondersteunen. Een ander gesmaakt beursonderdeel waren de bewonerspanels, waar gezien die zelf in passiefhuizen of nulenergiewoningen wonen, hun ervaringen delen en tips & trucs meegeven met kandidaat-bouwers.” Zo kon De Duurzame Wijk, een pioniersproject op ecologisch, economisch en sociaal vlak, op heel wat belangstelling rekenen.

www.testo.be/klimaat testo NV • Industrielaan 19 • 1740 Ternat • Tel. 02/582 03 61 • info@testo.be

pub juni.indd 1

5/15/2013 9:10:43 AM

____________________________________ www.passivehouse.be


Vlnr Rudy Vanhie, Bouwcoördinator Masterplan Sint-Jozefskliniek Izegem, Paul Merlevede, VTDV-congrescoördinator, en Franky Gotelaere, technisch directeur AZ Sint-Jan Brugge-Oostende, staan in voor de organisatie van het 24ste VTDV-congres in Kortrijk Xpo

H

et jaarlijkse VTDV-congres nadert met rasse schreden. De 24ste editie vindt plaats op 21 juni en staat in het teken van het thema ‘Loss control, what’s in a name?’ Organiserende provincie is ditmaal West-Vlaanderen, locatie Kortrijk Xpo. Opmerkelijk is dat meer dan 20 procent van de exposanten voor de eerste maal deelneemt. Een gesprek in de laatste rechte lijn met de lokale congresorganisatie Paul Merlevede, tevens congrescoördinator, Rudy Vanhie en Franky Gotelaere. De organisatie van het 24ste VTDV congres rust op de West-Vlaamse schouders van Paul Merlevede, congrescoördinator, technisch directeur op rust van het AZ Groeninge Kortrijk, Rudy Vanhie, Bouwcoördinator van het Masterplan Sint-Jozefskliniek te Izegem, en Franky Gotelaere, technisch directeur van het AZ Sint-Jan Brugge-Oostende, ondersteund door het team rond Stephanie Christiaens van de Technische Dienst van dit laatste ziekenhuis. Paul Merlevede, congrescoördinator, verduidelijkt het thema ‘Loss control, what’s in a name?’: “Loss control is als het ware de kapstok, waaraan we alle mogelijke verliesposten die verband houden met de uitbating van een ziekenhuis - vanuit technische invalshoek bekeken – ophangen en tevens het thema waar we op de congresdag zelf dieper op ingaan. In de industrie is deze term reeds geruime tijd ingeburgerd. Voor onze sector gaat het over het beheersbaar maken van alle potentiële verliesposten binnen een zorgomgeving, los van enkel het energetische aspect.” Specialisten over Loss control In de plenaire zitting in de voormiddag komen drie gereputeerde sprekers aan het

woord. Bij de keuze werd zeer bedachtzaam te werk gegaan. Diverse invalshoeken werden afgetoetst: zorgsector versus bedrijfswereld, binnenland versus buitenland, en academisch georiënteerd versus praktijkgericht. De eerste spreker, jurist Rudy Claeys, Professor en gastdocent aan diverse universiteiten en hogescholen, zorgt voor de academische toets. Hij zal het hebben over loss control in het breder kader van riskmanagement en het herdefiniëren van de verzekeringstussenkomst. Kunnen zorginstellingen zich niet gerichter en kostenefficiënter laten verzekeren? De tweede spreker komt uit het buitenland. Het betreft Marcel Hanssen van de Nederlandse verzekeraar AON die de loss control aanpak van de zorgsector in Nederland – de case van een bepaald Nederlands ziekenhuis - uit de doeken zal doen. De heer Hanssen is ‘Director Risk Control and Engineering’ bij AON. De laatste spreker, Veerle Verscheure, komt uit de industrie. Als ‘Bekaert Group Risk and Insurance Manager‘, zeg maar Loss Control Manager, benadert zij de problematiek praktijkgericht. Ze komt vertellen hoe een bedrijf als Bekaert een probleem als loss control wereldwijd aanpakt en definieert. “We denken dat de bedrijfswereld - en ook

de zorgsector in bepaalde buurlanden - al een stuk verder geëvolueerd zijn op het vlak van loss control management, en inmiddels korter op de bal spelen dan onze zorgsector, en de ziekenhuiswereld in het bijzonder. Vandaar deze keuze“, aldus Rudy Vanhie. Negen parallelsessies In de namiddag vinden de parallelsessies plaats, waar 9 genomineerde exposanten materialen, ideëen of projecten die innoverend zijn en verband houden met het thema van het congres, kunnen voorstellen. Franky Gotelaere: “Bedoeling is om ook hier zoveel mogelijk connotaties met de sprekersthema’s te leggen. De 9 parallelsessies nemen samen anderhalf uur in beslag. Dit impliceert dat telkens drie sprekers terzelfdertijd in drie zaaltjes aan het woord komen, zodat de bezoeker een inhoudelijke keuzemogelijkheid heeft. Praktische zaken, zoals de flexibele indeling van de dag zelf en de organisatie van de catering bijvoorbeeld, zorgen ervoor dat de bezoeker zijn tijd naar eigen goeddunken kan verdelen tussen het bijwonen van congresactiviteiten en het bezoeken van de vakbeurs. Dit congres is een sociaal gebeuren waar zorginstellingen, fabrikanten,

techcare

EVENT

Vers bloed voor 24ste VTDV-congres

41


architecten en ingenieurs mekaar op een informele manier kunnen ontmoeten. De ziekenhuiswereld is een vrij gespecialiseerde wereld op zich. We merken dat de interesse van bedrijven uit de service- en dienstverlenende sfeer - architecten- en studiebureaus, energiebedrijven… - voor het evenement elk jaar toeneemt. Een en ander kadert uiteraard ook in het groeiend belang van de technische dienst binnen een zorgomgeving en het feit dat de zorgsector momenteel één van de weinige sectoren is waarin blijvend in infrastructuur geïnvesteerd wordt.”

techcare

Heel wat nieuwkomers Voor dit 24ste VTDV-congres zijn er 157 exposanten en een 18-tal sponsors. Wat de standkeuze betreft, geldt de datum van inschrijving en betaling als een eerste parameter. Elke exposant kan via zijn inschrijvingsformulier een aantal voorkeuren opgeven, waarmee in de mate van het mogelijke rekening gehouden wordt. Ook al waren er voor deze editie 10 extra standen voor exposanten voorzien, deze waren in een mum van tijd ingenomen. “We merken dit jaar opmerkelijk veel nieuwkomers onder de exposanten. Nogal wat nieuwe deelnemers hebben zich zeer vroeg ingeschreven om er zeker bij te zijn. Ook ditmaal moeten we een aantal bedrijven ontgoochelen. Met bijna 160 exposanten zit er wellicht nog weinig rek op het aantal deelnemers. Het blijft uiteindelijk een combinatie van een congres en een vakbeurs op één dag. De deelnemers moeten ook in de mogelijkheid zijn om op de standen die ze wensen te bezoeken, effectief langs te gaan. Daarom ook zijn alle activiteiten georganiseerd rond één grote zaal. Perifeer aan de vakbeurs liggen de vergaderzalen en de 3 zaaltjes voor onze Speakers Corner”, aldus Vanhie.

42

‘Pleingevoel’ Alle activiteiten zijn geconcentreerd in en rond hall 6. De plenaire sessie vindt plaats in de nieuwe XXL zaal, de parallelle sessies in de Ramblas en de catering centraal op het middenplein in hall 6. Er wordt gerekend op een opkomst van om en bij de 650 professionals. De VTDV telt 300 leden, waarvan er ge-

Programma 24ste VTDV congres 08u45 Ontvangst 09u50 Verwelkoming door voorzitter VTDV 10u00 Start plenaire zitting: - Jurist Rudy Claeys, Professor: “Loss Control: risico management het in vraag stellen van de verzekeringen” - Marcel Hanssen, Director Risk Control & Engineering Aon: “Schadebeheersing in de zorgsector” - Veerle Verscheure, Bekaert Group Risk and Insurance Manager: “Risicobeheer in industriële ondernemingen” 11u30 Beursbezoek + aperitief 12u30 Lunch + netwerking 14u00 Parallelsessies: 3 speakers corners, 9 sessies 15u30 Bezoek standen - dessert en koffie 16u00 Sociale projecten 16u15 Bezoek standen 17u45 Happy hour 20u00 Einde

middeld 240 à 250 present tekenen. Een opmerkelijke vaststelling is dat de exposanten met meer deelnemers vertegenwoordigd zijn dan de VTDV-leden zelf. Paul Merlevede: “Toch betrachten we een evenwicht tussen het aantal leden-bezoekers, enerzijds, en het aantal exposanten, anderzijds. Voor de meeste exposanten is dit event, puur economisch bekeken, een zeer rendabele investering. Op één dag kunnen ze interessante contacten leggen en leads binnenhalen waarvoor anders vaak weken of maanden nodig zijn. Ook tussen de exposanten onderling is er uiteraard kruisbestuiving. Het feit dat deze formule zo goed aanslaat, heeft met meerdere zaken te maken. Er is in de eerste plaats een louter praktische overweging: de meeste leden kunnen zich voor 1 dag gemakkelijk vrijmaken. Bovendien is het programma goed

gevuld, up-to-date en gevarieerd. Er is een optimale mogelijkheid tot kruisbestuiving tussen de diverse actoren. En de voortreffelijke catering en het gezamenlijke netwerkmoment ’s avonds doen de rest.” Sociaal project Jaarlijks voorziet de VTDV ook een bedrag van 2.500 euro voor een opmerkelijk sociaal project in de organiserende provincie. De kandidaturen worden bij de VTDV zelf ingediend. Het winnende project mag de prijs op de congresdag in ontvangst nemen, waarna het project kort wordt voorgesteld. Het 24ste VTDV-congres vindt plaats in Kortrijk Xpo op 21 juni 2013 vanaf 8.45 uur (ontvangst) en eindigt omstreeks 20.00 uur. _________________________ www.vtdv.be


ONAFHANKELIJK VAN STIJGENDE ENERGIEKOSTEN Heel wat zorginstellingen deden al een beroep op IZEN zonneboilers en PV zonnepanelen om energiekosten te besparen. En u?

Foto: Woonzorgcentrum Biezenheem | Bissegem

“Ondanks uitbreidingen en extra activiteiten is het totale elektriciteitsverbruik in onze zorginstellingen sinds 2007 gestabiliseerd. Al onze woonzorgcentra zijn voorzien van een zonneboilersysteem. Zo kunnen we besparen op het vele warme water dat nodig is. Omwille van dat hoge verbruik zouden zonneboilers volgens ons zelfs verplicht moeten worden in woonzorgcentra.”

Wil u ook nagaan hoe u energie kan besparen in uw organisatie? Onze energie-experts zoeken een oplossing voor uw specifieke energievraagstuk! www.IZEN.eu | info@IZEN.be Zonneboiler | Zonnepanelen | Warmtepomp

“Ook liggen er zonnepanelen op het dak van woonzorgcentrum Biezenheem (sinds 2010) en van De Weister (sinds juni 2012). Dat leverde ons in 2012 zo’n 45.100 kWh gratis elektriciteit op.”

Rik Lambert, directeur OCMW Kortrijk

energy systems


LamishieLd antibacterieeL Laminaat -

Efficiënte bescherming tegen bacteriën, schimmels etc. Volledig in de decoratieve laag verwerkt Risico op kruisbesmetting vermindert Laboratoriumtests volgens ISO 22196:2011 tonen aan dat BioCote® het bacteriegehalte met maar liefst 99,9% vermindert - Lamishield kan worden geproduceerd in een uitgebreide selectie kleuren en decors van de Print HPL collectie

LAMISHIELD is de naam van een compleet nieuwe antibacteriologische HPL laminaattypologie die door Abet Laminati wordt aangeboden, gebruikmakend van de BioCote® technologie. LAMISHIELD is het antwoord op de vraag om via het oppervlak van meubels (vb tafels, werkbladen), wanden, deuren etc in zowel de zorg- en publieke sector (vb ziekenhuizen, rusthuizen, scholen, laboratoria, bedrijven, restaurants, vakantiecentra, fitnessruimten, toiletten, zwembaden etc) als in de private sector (vb keukens, badkamers, etc van private woningen) een efficiënte bescherming tegen bacteriën, schimmels etc te bieden.

Abet nv Streekbaan 244, 1800 Vilvoorde T +32 (0)2 460 19 10 promotion-office@abet.be www.abet.be


NEWS

ASSA ABLOY Entrance Systems introduceert Besam SW300 ER

www.assaabloyentrance.com www.besam.be

ERIBEL en het einde van de spelingproblemen tussen RF-deur en vloer Na van talrijke discussies tussen RF-deurenfarikanten, chappers, bouwheren en anderen, heeft ERIBEL een nieuwe concept ontwikkelt om de maximum vloerspeling van 4 mm te verhogen. Alle RF30 en RF60 deuren zijn nu standaard onderaan uitgerust met een brandwerend product: de oplossing voor vloerspelingen tot 8mm. En niet alleen bij houten omlijstingen, maar uiteraard ook bij metalen omlijstingen (droge montage): het meest succesvolle product van ERIBEL. Eribel is een markt leidende bedrijvengroep op vlak van ontwikkeling, productie, het leveren en plaatsen van brandwerende deur- en raamgehelen (via Vernibouw), lambriseringen en randschrijnwerk voor de utiliteitsbouw. De grote kracht van de onderneming schuilt in de gedreven en flexibele medewerkers, de constante innovatie en het leveren van kwalitatief hoogstaande producten. www.eribel.be

BWT: hygiënisch en permanent onthard water Voor de zorgsector - waar hygiëne en economisch waterverbruik prioritair zijn -, biedt BWT de Rondomat Duo S aan. Deze waterontharder voor grootverbruikers is zuinig en performant dankzij intelligente technieken als ‘precision brine metering’ en ‘motorized blending’. Dit compacte toestel houdt rekening met het feit dat er in het dagelijks sanitair waterverbruik korte piekmomenten voorkomen en langere perioden waarin de nood aan onthard water min of meer constant is. Het bestaat uit 2 verschillende onthardingskolommen waarvan één in werking is en de andere, hetzij regenereert, hetzij stand-by staat. Bij normaal gebruik staat de ‘basic load’ kolom in werking, bij piekafnames de ‘peak load’ kolom. De elektronica onthoudt het verbruiksprofiel en wisselt van kolom in functie van het verwachte debiet. Zijn debietsafhankelijke werking dankt de Rondomat Duo S aan zijn ‘smart metering’. Drie nauwkeurige meters sturen het toestel: 1 op het zacht water, 1 op het hard mengwater en 1 op de pekelaanzuiging. Het resultaat is een exacte resthardheid ongeacht het debiet. Samen met de automatische harsontsmetting bij regeneratie ook een meerwaarde op economisch vlak: een laag verbruik van zout en regenereerwater. De bediening aan de hand van een aanraakscherm laat o.m. toe om de debietgegevens en het verbruiksprofiel van de laatste 24 uur te controleren. www.bwt.be

techcare

De SW300 draaideurautomaat opent en sluit automatisch zware brandwerende deuren. Een ‘Emergency’-uitbreidingspakket is er voor deurbeweging in twee richtingen. Met een push-en-pull arm opent de deur automatisch in één richting. Manueel kan men ze dan in tegengestelde richting bedienen. In paniekfunctie schakelt de automatische werking uit en sluiten de deuren. De deur is nu enkel manueel te bedienen, wat een vluchtweg en het brandcompartiment verzekert. De ‘Power Assistant’ zorgt voor eenvoudig manueel openen. De geruisloze werking, o.a. door de sluitvertraging, is geschikt voor de gezondheidszorg. De SW300 ER is op 21 juni te zien bij ASSA ABLOY Entrance Systems (stand B18) op het VTDV Congres (Kortrijk Xpo).

45


NEWS

Caredec bvba: Creatief met hars

EURODAL lanceert vierkante meter vloerplaten

Caradec bvba is een dynamische onderneming uit het Oost-Vlaamse Maldegem die actief is op de markt van naadloze interieurs. Deze firma fabriceert een uniek materiaal bestaande uit marmergranulaten die vervat zitten in een helder kunsthars. U hebt de keuze uit 12 types van marmergranulaten. Het materiaal wordt zowel in standaardmaten als in maatwerk geleverd. De panelen worden in één stuk binnen de firma gefabriceerd naar de gewenst vorm. Door de panelen te verstevigen zijn grote afmetingen mogelijk. Na de fabricatie wordt ieder paneel systematisch gepolijst en beschermd. Daardoor worden Caradec-panelen gebruikt voor de bekleding van doucheruimtes, toonbanken, achterwanden van keukens,... Dankzij de naadloze verlijmingen zijn Caradec-projecten erg hygiënisch en onderhoudsvriendelijk.

Met de slogan ‘Onze grote jongens nu ook in klein formaat’ introduceert Eurodal de duurzame vloerplaten, waarmee het bedrijf in 1982 op de markt kwam, nu ook met een omvang van 1 op 1 meter. De betonnen industriële vloerplaat van 4 vierkante meter groeide uit tot een knap concept waarbij design en architectuur een belangrijke rol spelen, met aandacht voor functionaliteit en duurzaamheid. De platen zijn geschikt om zware lasten van 45 ton en meer te dragen, en kunnen met de vereiste machines zeer snel geplaatst en verplaatst worden. Ze kunnen dus ingezet worden voor een permanente of tijdelijke verharding, en op die manier meegroeien met de omgeving. De vloer is meteen na plaatsing bruikbaar. Landelijk of strak, de industriële betonnen look van de vierkante meter vloerplaten geeft stijl en sfeer aan elke buitenomgeving. Een persoonlijke afwerking wordt gecreëerd, eventueel in overleg met de Eurodal-architecten, door de keuze in afwerkingslagen en kleuren en in combinatie met andere materialen of groenaanleg.

www.caradecbvba.be.

www.eurodal.be

Geoenergy: LED-oplossingen van Lucibel Begin dit jaar startte de firma Geoenergy, gespecialiseerd in het ontwikkelen en installeren van LED-verlichtingsoplossingen, op in Louvain-la-Neuve. Het bedrijf richt zich in hoofdzaak op de groeiende renovatiemarkt met relighting oplossingen die weinig energie verbruiken. Marion Picard, marketing verantwoordelijke Geoenergy: “We beschikken over een breed assortiment aan kwalitatieve verlichtingsoplossingen voor o.m. de kantorenmarkt en de gezondheidssector. Er werd ook een nieuwe, interactieve showroom ingericht waar de LED-oplossingen van LUCIBEL worden gedemonstreerd. Een recente innovatie is de Lucipanel Double Face. Deze dubbele flux design armatuur van LUCIBEL combineert lichtkwaliteit met lichtzachtheid, dankzij de dubbele flux technologie. Door het licht aan de beide zijden op een homogene manier te verspreiden, lijkt ze een zwevende lichtoplossing.” De uitvoering is beschikbaar in 3 kleurtemperaturen: warm wit (zacht licht), neutraal wit (comfortabel licht) en koud wit. De homogene lichtkwaliteit, zonder schittering of verblinding, verbetert het comfort in werkruimtes, door de oogvermoeidheid van het personeel te verminderen. Deze zeer dunne en lichte led-verlichtingsarmatuur integreert zich op een elegante manier in kantoren, vergader- en ontvangstruimtes. De 1 cm dikke afwerkingslaag in aluminium zorgt voor een design-look. De Lucipanel Double Face wordt extern gevoed. Het licht verspreidt zich via een frame met aluminium vleugeltjes.

techcare

www.geoenergy.be

46


Defoort Projects: IPTV-systeem voor Tielts ziekenhuis

Met haar drie business units Catering, Medical en Industrial richt de firma BLANCO Professional – met Belgisch filiaal in Diest - zich op de behoeften van de professional. De BU Catering biedt goed ontworpen systemen voor het opslaan, het portioneren, het vervoeren, het koud of warm houden, het regenereren of het verdelen van maaltijden voor de grootkeuken in onder meer zorginstellingen. De BU Medical profileert zich als een provider van systeemkasten, trolleys, transport- en bevoorradingswagens voor steriele producten en rollend meubilair in ziekenhuizen, medische praktijken en externe consultaties.

Onlangs opende het Tieltse Sint Andries ziekenhuis zijn nieuwe medisch-technische vleugel. Alle bestaande en nieuwe patiëntenkamers werden voorzien van digitale TV schermen. De patiënten kunnen genieten van scherpe beelden dankzij het digitale beeldverdelingssysteem van Defoort Projects uit Kuurne. Het videosignaal wordt verspreid met behulp van het interne netwerk in plaats van via coax-bekabeling en biedt hoogtechnologische mogelijkheden zoals Video on Demand, gaming applicaties, en het versturen van berichten. De patiënt kan ook ten allen tijde medische informatie opvragen over zijn/haar behandeling. Er werd tevens een volledig digitaal signalisatie platform voorzien. Digitale schermen geven de locatie en de routes naar de diverse afdelingen weer. Via touchscreens kan de bezoeker gebruik maken van een intelligent zoeksysteem – wayfinding. In het cafetaria en restaurant krijgt men een duidelijke weergave van de menu’s die automatisch geüpdated worden via het IPTV-systeem. In de inkomhall voor de dienst opname werd een wachtrijmanagement systeem voorzien. Het ziekenhuis wil de patiënt zelf de gelegenheid bieden om een keuze uit het beschikbare aanbod te maken bij de ticketkiosk. Na zijn keuze neemt hij plaats in de voorziene wachtzaal en wordt hij via diverse schermen geïnformeerd over het actieve volgnummer gecombineerd met een eigen presentatie en een ticketline.

www.blanco.be

www.defoortprojects.be

BLANCO Professional: Catering & Medical voor zorgsector

Vescom: gordijnstoffen voor de zorg Vescom ontwikkelt en produceert gordijnstoffen speciaal voor de zorgsector. Deze zijn samengesteld uit 100% Trevira CS garens, waardoor ze goede brandwerende eigenschappen bezitten. Met Nelson, Morgan, Romo en Sindo introduceert Vescom vier nieuwe gordijnstoffen. Ze kunnen op 70 graden gewassen worden en zijn goed te onderhouden. Nelson is een robuuste streep die in haar 5 heldere kleurstellingen een uplift geeft aan wachtkamers, patiëntenkamers en behandelruimtes. Morgan is geschikt als separatiegordijn, waarbij frisse, kleurrijke streepjes zich herhalen in een speels patroon. Een combinatie van de streepdessins Morgan en Nelson met één van de kleuren uit de uni Romo ligt voor de hand. Ook de 37 licht gemêleerde kleuren, waarin uni-kwaliteit Sindo beschikbaar is, maken combineren makkelijk. Er is de velourskwaliteit Buru in Trevira CS: elk van de 33 kleuren, van lichte beige en grijze tot zwaardere warme tinten, geeft een ruimte de rijke velours uitstraling. De dessins worden toegevoegd aan binder curtain 01. De gordijn- stoffencollectie van Vescom - uni’s, dessins, black-outs en transparanten - versterkt het aanbod aan breed toepasbare interieurproducten. Daarnaast biedt Vescom ook vinyl wand- en meubelbekleding voor de zorgsector.

techcare

www.vescom.com

47


NEWS

DEPro Benelux: duurzame en rendabele oplossing voor medische afvalstromen

Gea Happel Ecotwin: Dubbele platenwisselaar goed onthaald in de verzorgingssector

DEPro Benelux uit Eeklo biedt oplossingen op het vlak van het efficiënt reduceren van de medische afvalstromen en de daaraan gekoppelde jaarlijkse financiële lasten. Een groot probleem in de sector is de hoge kostprijs van deze verwerking door zijn specificiteit en gerelateerde transporten. DEPro Benelux zorgt ervoor dat de medische afvalstromen worden vermalen, dat het vocht volledig wordt onttrokken, en dit tijdens een sterilisatieproces dat veilig en milieuvriendelijk verloopt. Met een volumereductie tot 70% en in bepaalde gevallen een halvering van het gewicht tot gevolg. DEPro Benelux focust op de zorgsector en biedt oplossingen voor de verschillende afvalstromen zoals RMA en NRMA. Voor de klanten worden oplossingen op maat uitgewerkt, waarbij kostprijs- en energiebesparing prioritair zijn. Het Convertor systeem vraagt geen specifieke bouwvergunningen.

Enkele jaren geleden introduceerde GEA Happel een recuperatiesysteem met dubbele platenwisselaar, de Ecotwin, voor gecombineerde ventilatiegroepen. Deze recuperator garandeert, net als de enkelvoudige platenwisselaar, een voor de meeste toepassingen voldoende scheiding van de luchtstromen (toevoer/afvoer). Naast een hoger rendement (tot 75 à 80%) in combinatie met een lage luchtzijdige drukval, heeft dit type recuperatiesysteem nog een belangrijk voordeel: buiten het verwarmingsseizoen kunnen de beide luchtstromen gebypassed worden, waardoor de drukval gedeeltelijk wegvalt. Dit resulteert in een lager opgenomen elektrisch vermogen en dus een lager verbruik. Hierbij enkele referenties: In ziekenhuizen: St. Augustinus Wilrijk; St. Vincentius Antwerpen; St. Jozef Izegem; St. Elisabeth Ukkel; Sint Dimpna Geel; Heilig Hart Roeselare, St. Jozef Malle. In rusthuizen: OCMW De Notelaer Beveren, OLV Van Lourdes Erps Kwerps, WZC Den Akker Sint-Truiden, De Lisdodde Mechelen, St. Antonius St-Pieters-Leeuw.

www.deprobenelux.eu

www.gea-happel.be

Forbo: The Next Generation of Marmoleum!

techcare

Forbo stelt de nieuwe generatie Marmoleum voor. Gemarmerd, uni, lineair of met patroon. Vier frisse verhalen in een spectaculaire nieuwe collectie die een andere kijk biedt op linoleum. Forbo Marmoleum is de meest veelzijdige natuurlijke vloerbedekking. Al decennialang presteert Marmoleum optimaal in drukke en veeleisende omgevingen, zoals zorgcentra en ziekenhuizen. 
Marmoleum van Forbo beantwoordt perfect aan uw esthetische en functionele vereisten. Bovendien zijn Marmoleum vloeren bacteriostatisch en bieden het Forbo projectvinyl en Flotex assortiment oplossingen voor operatiekamers, laboratoria en natte ruimtes. Laagste levensduurkosten, grootste designkeuze en duurzaamste vloer ter wereld: Forbo Flooring vindt Marmoleum opnieuw uit met ‘The Next Generation of Marmoleum’.

48

www.forbo-flooring.be


PROMAT: Haal het vereiste brandbeschermingsvermogen K met PROMATECT®-100 Het nieuwe Koninklijk Besluit van 12 juli 2012, verschenen in het Belgisch Staatsblad op 21 september 2012, wijzigt de eisen voor brandreactie van materialen volgens de nieuwe Europese klassen (bijlage 5/1). Het “brandbeschermingsvermogen K” is het vermogen of de capaciteit van een wand-, vloer- of plafondbekleding om het bouwmateriaal dat achter deze bekleding is aangebracht te beschermen tegen ontvlamming, verkoling of andere schade gedurende een bepaalde periode. Een plaat met een brandbeschermingsvermogen K210 of K230 kan op die manier een oplossing bieden voor situaties waarbij de onderliggende lagen niet mee beoordeeld worden in een brandreactieproef. Promat slaagde erin om met PROMATECT®-100 dit brandbeschermingsvermogen K te behalen. De tabel geeft een overzicht van de behaalde resultaten volgens de Europese norm NBN EN 14135. Dikte

Bevestigingswijze

Resultaat

Class. doc. nr.

10 mm

schroeven lengte 25 mm om de 250 mm in 3 rijen per plaatbreedte

K2 10

WFRG - 15918B

10 mm

parketlijm

K2 10

WFRG - 15918B

18 mm

schroeven lengte 35 mm om de 250 mm in 3 rijen per plaatbreedte

K2 30

WFRG - 15919B

FOAMGLAS: cellenglasisolatie In de gezondheidssector wordt FOAMGLAScellenglasisolatie vooral gebruikt voor het isoleren van platte daken, gaande van een gewoon plat dak tot een parkeerdak met zware belasting. Enkele recente realisaties zijn AZ Jan Palfijn in Gent, AZ Groeninge in Kortrijk, Sint-Lucas in Gent, FPC Gent, UZA in Edegem, Gasthuisberg in Leuven en Sint-Franciscus in Antwerpen. FOAMGLAS-isolatie wordt ook meer en meer toegepast voor ondergrondse constructies, koudebruggen en gevels. De speciale eigenschappen van FOAMGLAS - zoals waterdichtheid en onbrandbaarheid - komen hier optimaal tot hun recht. www.foamglas.be

www.promat.be

Mitsubishi Electric: Nieuwe generatie Jet Towel handdrogers Mitsubishi Electric stelt zijn nieuwe generatie Jet Towel handdrogers voor. Bij de nieuwe modellen is niet alleen de luchtstroom verfijnd, maar worden ook nieuwe sensoren gebruikt die een meer comfortabele handdroging garanderen. De unit kreeg ook een meer gestroomlijnd ontwerp. Het energieverbruik kon met 15% worden verlaagd dankzij wijzigingen in het bouwontwerp. Op alle onderdelen van de unit die in contact komen met water of met de handen, werd een speciale antimicrobiële coating aangebracht. Het Hygiene Instituut Gelsenkirchen testte de opvanglade – met succes – op zijn antibacteriële eigenschappen. De gamma werd uitgebreid met de Jet Towel Mini voor plaatsen met weinig beschikbare ruimte. Bij het ontwerp van het nieuwe model werd erg veel aandacht besteed aan de hygiëne. Zo kan de opvanglade nog gemakkelijker worden verwijderd en gereinigd. Daarnaast werden in de droogzone enkel gesloten componenten gebruikt, zodat potentiële resten zich nergens kunnen ophopen. De droogtijd werd verder verlaagd dankzij de nieuwe dubbele jettechnologie en de golfvormige uitblaas, die luchtturbulentie voorkomen. Het fijne luchtgordijn dat daardoor wordt gevormd, bereikt alle zones van de handen en droogt ze doeltreffend en volledig. De innovatieve uitblaasvorm staan ook garant voor relatief lage geluidsniveaus. Daarnaast kan de klant kiezen uit meerdere opties in verband met de luchtsnelheid, waardoor hij de werking van het apparaat nauwkeuriger kan sturen en beter aan de specifieke omgeving kan aanpassen.

techcare

www.mitsubishi-electric.be

49


NEWS

Protecura: Muurbescherming en handgrepen

RENSON®: ventilatie en zonwering, met aandacht voor het akoestisch comfort

Protecura biedt een totaalprogramma aan muurbeschermingssystemen die ontworpen zijn ter voorkoming of beperking van schade aan het interieur, veroorzaakt door voetgangers, rolstoelen, karren en bedden. Het Gradus Inpro assortiment omvat handleuningen, hoekprofielen, stootbanden en PVC panelen die schilderwerk, pleisterwerk, houtwerk en deuren beschermen, wat resulteert in lagere onderhoudskosten. Het interieur blijft er langer netjes uitzien en het brede beschikbare kleurenpalet geeft de mogelijkheid om contrasten aan te brengen om visueel gehandicapten te helpen zich beter te oriënteren in het gebouw. Het eenvoudig te onderhouden materiaal, waaronder aluminium, PVC-u, roestvrij staal, hout en industrieel rubber, zorgt voor een optimale hygiëne in sectoren zoals rust- en verzorgingstehuizen, ziekenhuizen, scholen, hotels, horeca en kantoren.

Comfort en een gezonde omgeving zijn heel belangrijk in woonzorgcentra en ziekenhuizen. Verse lucht, licht, geluid en akoestiek zijn factoren, die de gezondheid en het comfort van de mens beïnvloeden. Daarom biedt RENSON® een complete reeks nieuwe ventilatie- en zonweringoplossingen met verbeterde akoestische waarden. Zo zijn er de ventilatieroosters Invisivent®EVO AK, die bijna onzichtbaar boven op het raamprofiel achter slag geplaatst worden. Afhankelijk van het gewenste luchtdebiet en de geluidsdemping zijn 4 versies beschikbaar: de Basic en de High, de Ultra en de Extreme. Tegelijkertijd de zonnewarmte en de invloed van het buitenlawaai beperken? Dan is er de Fixscreen® MONO AKEVO, die als monoblok op het raam gemonteerd wordt. De Fixvent® Mono AKEVO, tot slot, garandeert de toevoer van gezonde en verse lucht, beperkt de warmtelast en houdt toch het lawaai buiten. Dit is een combinatie van een zelfregelend ventilatierooster en een windvast (in gesloten positie) zonweringdoek die tevens fungeert als een muggenraam. Door hun uniforme binnenafwerking kunnen deze producten zonder inbreuk op de esthetiek van het interieur naast elkaar gebruikt worden.

www.protecura.be

www.renson.be

Scheidt & Bachmann lanceert entervo De Belgische dochteronderneming van Scheidt & Bachmann GmbH biedt innovatieve oplossingen en diensten aan binnen het domein van automatische parkeersystemen en toegangssystemen. Met zijn perfect geharmoniseerde hardware en software, biedt entervo een high-tech product van geïntegreerde parking oplossingen op wereldformaat. Maken o.m. deel uit van deze oplossing: automatische slagboomsystemen en betaalautomaten, in-, doorrij- en uitritzuilen, deurlezers voor toegangscontrole, parkeer Management Systemen, parkeerabonnementscontrole, toegang via nummerplaatherkenning en eCommerce - pre-booking. Verder vervolledigen parkeerplaatsdetectie, financieel beheer en uitbating, parkeergeleidingssystemen en signalisatie, hotline Service 24/24u, remote Management, Intercom, statistics & analytics en eMobility, het entervo-concept.

techcare

www.scheidt-bachmann.be

50


POLE TO POLE, ONE TRUSTED PARTNER FOR ALL HEAT-TRACING SOLUTIONS al echnic T r u o , t Contac am for advice t Te s otation Suppor u q d n sa design 35 02 21 Tel 016 4 21 36 0 Fax 016 tair.com x@pen u l e b s le

119980

sa

ELECTRICAL UNDERFLOOR HEATING

FROST PROTECTION FOR PIPES

FROST PROTECTION FOR GUTTERS

SNOWMELTING OF RAMPS AND ACCESSWAYS

HOT WATER TEMPERATURE MAINTENANCE

WWW.THERMAL.PENTAIR.COM


Beter voorkomen dan genezen

De bliksem kan op elk moment inslaan Zijn uw installaties beveiligd? Bel ons vandaag nog en wij stellen de diagnose!

GDK SA Parc Créalys - Phocas Lejeune 22 - 5032 Isnes Tel. +32 81 25 31 20 • Fax +32 81 74 34 99 WWW.LPS-EXPERTS.BE

GDK NV Uitbreidingstraat, 84/3 - 2600 Berchem Tel. +32 3 218 22 66 • Fax +32 3 218 20 20

by


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.