Cover: Clowns Babusio rond 1926 met vlnr: Mariette, Eugène jr en Eugène Babusiau, Pierre Demeyer (in auto) en Nederlander Willem.
Eerste uitgave 2009 Uitgeverij Tempus maakt deel uit van: The History Press The Mill, Brimscombe Port, Stroud, Gloucestershire, gl5 2qg Groot-Brittannië www.thehistorypress.co.uk www.uitgeverijtempus.be © André De Poorter, 2009 Alle rechten voorbehouden. Alle rechten op reproductie, vertaling en adaptatie, zelfs gedeeltelijk en onder gelijk welke vorm, zijn voorbehouden voor alle landen. wettelijk depot: D/2009/8557/015 ISBN 978-90-76684-40-6 NUR 693 Regionale en stadsgeschiedenis en 671 Biografieën podiumkunsten
archiefbeelden
Antwerpse Circusartiesten
A n d rĂŠ De Po or ter
In de piste van Circus Saratos. Familie en artiesten vieren moederdag, omstreeks 1945.
4
Inleiding Antwerpen, de metropool aan de Schelde, zal zoals alle Europese steden in de zeventiende eeuw ook wel bezoek gekregen hebben van ruitergezelschappen. Die kwamen er hun rijvaardigheden demonstreren. Deze troepen mogen als de voorlopers beschouwd worden van de circussen. De Engelsman Philip Astley (1742–1814) wordt als stichter van het circus aangezien. In 1769 startte hij in Londen ruiterdemonstraties die hij binnen een afgebakend terrein vertoonde. Hij was de eerste die niet zoveel later een gevarieerd programma samenstelde met voltige te paard, een komische ruiterscène, evenwicht op paarden, ruiterpantomime, draadlopen, evenwicht en acrobatie. Astley kwam in 1787 voor het eerst naar Brussel waar hij rij- en andere kunsten vertoonde. We mogen ervan uitgaan dat vanaf omstreeks 1800 ook Antwerpen regelmatig circussen op zijn grondgebied ontving. Daarover is verder onderzoek gewenst, maar toch weten we dat Franconi (rond 1816),Tourniaire (1835), Didier Gautier (1846 en ‘52), Blanus en Dassie (1848), François Loisset (1857, ‘68, ‘73 en ‘74),Wollschläger (1860), Rancy (1862, ‘63 en ‘73), Carré (1864, ‘75, ‘76, ‘77 en ‘81), Milanais (1877) en Pierre Corty (1879) er optraden. Meestal speelden ze tijdens de Sinksenfoor, met standplaats aan het Burgplein (Sint-Walburgaplein). Dit plein verdween door rechttrekking van de havenkaaien.Vanaf 1882 lieten de circusdirecteurs door gespecialiseerde ondernemingen tijdelijke houten circusgebouwen optrekken. Deze half-constructies stonden op de Gemeenteplaats, te situeren aan het Franklin Rooseveldtplein. Kwamen opeenvolgend: Oscar Carré (1882, ‘83 en ‘85), Péninsulaire (1884), Plège (1886 en ‘88), Herzog (1887, ‘89 en ‘90), Lenka (1891, ‘92 en ‘93) en Sam Lockhart (1894, ‘95 en ‘96).
5
Toen Circus Guillaume in 1899 een half-constructie had laten optrekken door de mannen van circusconstructeur Bovyn aan de Amerikalei, brandde het circus af. Ook een paar huizen in de buurt werden fel geteisterd. Vanaf 1900 begonnen circussen meer uit te wijken naar andere plaatsen zoals het Sint-Jansplein en de Vlaamse Kaai en kwamen ze ook regelmatiger op bezoek buiten de foorperiode. Onvergetelijke momenten beleefde Antwerpen in 1901 met The biggest show on earth door het Amerikaanse Circus Barnum and Bailey dat zijn tentdorp opsloeg op de Leien (Wipplein).Vijf jaar later was het de beurt aan het even spraakmakende gezelschap van Buffalo Bill’s Wild West Show. Grote buitenlandse ondernemingen en kleine Belgische circussen bleven regelmatig naar de Scheldestad komen. Een gebeurtenis die lang in de herinnering is blijven hangen, was de brand die Circus Sarrasani overkwam aan de oude vesting te Berchem. Dat was tijdens de nacht van 12 op 13 januari 1932. Daarbij kwamen vijf van de tweeëntwintig olifanten om het leven. Na de Tweede Wereldoorlog kon men genieten van de programma’s gebracht door gekende circussen zoals Williams, De Jonghe, Jos Mullens, Medrano, Franz Althoff, Pinder, Sarrasani, Bouglione, Busch-Roland en niet te vergeten Toni Boltini. Die waagde het in 1964 om met zijn karavaan de Scheldetunnel te blokkeren omdat hij geen speelvergunning kreeg. Later heeft Boltini Antwerpen nog vijf keer met een visite vereerd.
De olifantendressuur, een van de glansnummers bij Circus Sarrasani, enkele dagen voor de brand waarbij 5 olifanten het leven lieten te Berchem in 1932. 6
In navolging van het buitenland verrezen in ons land vanaf omstreeks 1850 vaste circussen of circusgebouwen. Het verschijnsel kwam hier in de mode omdat de hogere burgerij haar winteravonden niet alleen met theater- en operabezoek wilde opfleuren, maar ook met circusvermaak. De grote steden Brussel, Gent, Luik,Verviers en Charleroi beschikten over een stenen circusgebouw. Dus Antwerpen kon niet achterblijven.Vanaf 1877 verrees er een gebouw in steen en ijzer in de Jezusstraat, te situeren op de plaats waar nu het Provinciaal Veiligheidsinstituut is gevestigd. Het kreeg de naam Cirque Anversois of Antwerps Circus. Carré, Fernando en Meyers gaven er circusvoorstellingen. De publieke belangstelling viel tegen en het pand werd verbouwd.Vanaf 1891 deed het gebouw vooral dienst voor toneelproducties, soms ook voor allerhande manifestaties en bals. Op een meinacht in 1900 werd De reis rond de wereld van een Antwerpse straatjongen getoond. Daarna brandde het complex af. In 1902 verrees het Hippodroompaleis aan de Leopold De Waelplaats. Het werd in 1903 geopend door het Brusselse Circus De Kock. Dat kwam ook de volgende jaren terug. Deze circusschouwburg maakte tweemaal een brand mee. De eerste keer was dat in 1913 na een toneelopvoering. Een tweede keer was het in 1920. De zaal werd toen volledig vernield en daarna heropgebouwd met 2500 zitplaatsen.
De sinds 1972 verdwenen Hippodroom, door de Antwerpenaars De Cirk genaamd. 7
Niet zoveel circusgezelschappen zijn er op bezoek geweest. De bekendste waren Williams, Jacob Busch, Bouglione, De Jonghe-Spessardy, Strassburger, Knie, Mikkenie en laatst in 1956 de circussen van Moskou en Peking. Er grepen ook shows, filmvertoningen en bokswedstrijden plaats.Vooral bekend waren de succesvolle revues van ondermeer Rik Senten. Na een laatste show met zanger Frankie Lane in 1958 stond het gebouw jaren leeg. Toen de dienst Inspectie van Gebouwen het had afgekeurd, was de afbraak een feit. De circuskoepel werd in 1972 neergehaald. Het Sportpaleis was dikwijls het toneel van circusvertoon zoals met het Wereldfestival van het Circus (1963 en ‘64) en meermaals het Circus van Moskou. Ook de Arenahal heeft al circussen ontvangen. Circussen zijn reeds lang niet meer te vinden op de Sinksenfoor.Toch kan men nog steeds genieten van circensisch vermaak buiten de kermisperiode. Denken we maar aan de Zomer van Antwerpen, de bezoeken van Cirque du Soleil en sinds jaren het Kerst- en Nieuwjaarscircus aan de Vlaamse Kaai van de familie Gebruers-Malter die het traditionele circus in ere houden met een echt gezellig familiespektakel. Naast het feit dat Antwerpen zoveel circusgezelschappen op zijn grondgebied heeft ontvangen, vonden ook heel wat Antwerpenaars de weg naar het artiestenleven.Velen zijn via een turnclub in het artiestenvak terecht gekomen. Sommigen onder hen bouwden zelfs een internationale carrière uit, anderen genoten regionale bekendheid.Vooraleer hun namen in de vergetelheid raken, wil deze uitgave hulde brengen aan de families Babusiau,Vuylsteke de Laps,Van Passel,Verswijvel, Gebruers, Guerre en de vele andere verdienstelijke Antwerpenaars. Dat doen we met een reeks oude foto’s en illustraties uit de periode tot 1975.Toen telde de Scheldestad nog veel circusartiesten.
Sinds jaren is het Circus Rose-Marie Malter een trouw bezoeker aan Antwerpen tijdens de Kerst- en Nieuwjaarsperiode 8
9
FAMILIE BABUSIAU We beginnen onze reeks Antwerpse circusartiesten met de familie Babusiau. Die heeft een heel belangrijke rol gespeeld in het Belgisch circusleven. Het verhaal vangt aan met Charles Babusiau die gehuwd was met Joanna Van Lommen. Hij oefende in Antwerpen het beroep van beeldhouwer uit. Zijn kleinzoon François vertelde dat een biechtstoel in de Antwerpse St. Jacobskerk, een preekstoel in een andere kerk, enkele poorten langsheen een lei en een Venetiaans schip aan de gevel van een herenhuis op de hoek de Plaatsnijdersstraat en de Schildersstraat van zijn hand waren. Samen met zijn vrouw was hij tevens uitbater van een ‘estaminet’ in de Herderstraat. Het gezin telde veel kinderen. Daarvan vermelden we de vier bekendste. Charles had dezelfde naam als zijn vader. François was orkestleider en in de jaren dertig dirigent van de Harmonie Willen is Kunnen uit Temse en van de Harmonie Vooruit uit Lier.Tot slot zijn er actrice Marie en Eugène. We beginnen met zoon Charles (+-1871–1933). Hij was lid van een turnvereniging en met twee collega’s trad hij op als equilibrist. Met twee vrienden had hij ook een komische muzikale act waarbij muziek werd gemaakt op de meest onmogelijke voorwerpen. Wellicht was zijn broer François er ook bij. Als 3 Albions waren ze in 1900 bij Circus De Kock. Ze stonden ook in Engeland op de affiche van Felix’ Imperial Circus en zaal Palace in Plymouth.
Antwerpse acrobatengroep met in het midden Charles Babusiau. 10
De 3 Albions, komische muzikale act met uiteenvallende tafel, voor 1900. Charles Babusiau staat in het midden.
De 3 Albions maken muziek op tafelpoten. 11
Daarna is Charles beginnen op te treden met zijn vijftien jaar jongere broer Eugène (1886–1950) die ook een goed turner was.Tijdens hun uniek evenwichtsnummer vertoonden ze ondermeer een kop op kop met Charles als onderman. Daarbij werd door Charles een halter opgegooid die door Eugène op zijn voeten werd opgevangen. Men kon ze dus ook een beetje als krachtacrobaten en antipodisten beschouwen. Als Les frères Babusiau en later als Bros Babusio wisten ze contracten te versieren bij de circussen De Kock (1902), Maximilian (1904), International (Witdoeck), Gebr. Karoly (1909) en De Jonghe (1909–10), en dat waren niet van de minste. Rond 1910 hield de samenwerking tussen de broers op, want Eugène was te zwaar geworden als bovenman. Charles zette het equilibristennummer dan nog een tijdje verder met de in Brussel wonende Italiaan Sandro Gozzini. Ze deden ondermeer een Engeland-tournee.
Het evenwichtsnummer van de broers Babusiau. Charles op de handen staande met het hoofd naar voor en Eugène, met de handen steunend in Charles hals, in dezelfde houding in evenwicht. 12
Eugène (links) en Charles (rechts) poserend voor Antwerpse fotograaf P. Edmond uit de Offerandestraat.
13
Toen Charles’ zoon Charlie (°1900) veertien jaar was, gingen vader en zoon optreden als equilibristen in circussen en theaters. Rond 1922 moest Charles er noodgedwongen mee stoppen daar hij beide dijen had gebroken en niet meer als acrobaat kon werken.Wel hebben vader en zoon nog enkele jaren opgetreden als clownsduo Les frères Babusio. Charles is dan begonnen met een artiestenbureau.
Les frères Babusio: Charles en zoon Charlie Babusiau.
Charles Babusiau aan zijn bureau als artiestenagent. 14
Eugène was intussen gehuwd met Gertrude De Baere. Haar ouders bezochten kermissen met eerst een fotografiebarak en daarna een paardenmolen. Gertrude was verwant met de circusfamilie Semay. In de periode 1911–17 ging Eugène samenwerken met de Spaanse clown Manolo Lago. Ze vertoonden equilibre, komische nummers en pantomime. Als Manolo en Babusio stonden ze in de piste van de circussen Max. Schumann,Wilke en De Jonghe en in het Cirque des Variétés van Charleroi.
Witte clown Manolo en august Eugène Babusiau. 15
Trouwfoto van Gertrude De Baere en Eugène Babusiau.
Eugène Babusio (links) en Manolo. 16
Vlnr Eugène Babusiau, vrouw Getrude en Harry Merks als clownstrio rond 1919.
Vervolgens kwam het acrobatennummer Babusio-Trio tot stand met Eugène en Gertrude als onderman. Er was ook de jonge Nederlander Harry Merks die Eugène in dienst had genomen. Harry deed ook mee in de clownsact. In de periode 1920–22 waren ze in contract bij het Vlaamse Circus Demeyer en in 1923 bij Circus Caroli. Eugène was toen overgeschakeld van august naar witte clown en dat zou zijn verdere leven zo blijven. Intussen was het Babusio-Trio met zijn acrobaten-springnummer veranderd in The Otawa Troup waarbij Polly De Baets zich bij de drie had gevoegd. Het gezin van Eugène en Gertrude was toen al uitgebreid met twee kinderen: Mariette (1911–1936) en Eugène jr (1914–1972). Die hadden ook al hun aandeel in het programma. Later kwam er nog zoon François (1926–2000) bij. The Otawa Troup in 1923 met vlnr Polly De Baets, Gertrude De Baere, Harry Merks en Eugène Babusiau. 17
Van december 1923 tot najaar 1925 trok het gezelschap, bestaande uit Eugène, Gertrude (die wel vroeger naar huis terugkeerde daar ze in verwachting was), Polly De Baets en Joseph Storms mee met Circus Sarrasani naar Zuid-Amerika. In de jaren 1926-27 werd in Duitsland getoerd bij de circussen Birkeneder en Sarrasani, met andere partners.Toen Eugène dan een kwetsuur opliep aan het rechteroog, was hij genoodzaakt het reizen te stoppen. Zo werd hij in 1928 tijdelijk uitbater van een café te Gentbrugge. Daar kon iedere zondag gedanst worden met de Babusio’s Band: Eugène jr saxofoon, Mariette accordeon, vader Eugène drums. Na een tijdje werd de band aangevuld met Mimile Coryn als trompettist. Mimile zou vanaf dan gedurende jaren als leerling meetrekken met de Babusio-familie. Vanaf juni 1930 hadden de clowns Babusio een contract bij het reuzencircus van Julius Gleich. Men bracht er een muzikaal nummer en een entree met een kinderwagen die ontplofte en in stukken vloog. Met Gleich reisde men naar Amsterdam, Rotterdam, Antwerpen, Luik en dan naar Salzburg en Wenen. Het ging zo tot 1933 van land tot land. De meeste Europese landen werden bezocht: Hongarije, Boedapest,Tsjechoslovakije, Joegoslavië, Italië. In 1933 gingen ze naar het Circus Amar. Met dit Franse circus maakten ze ook de overtocht mee per schip naar Tunesië, Algerije en Marokko. Eens in België terug kocht Eugène de circustent van Walter Semay. Met deze kiosk werd in 1937 en 1938 als Cirque Babusio door het land getrokken. Het was een tent met 800 plaatsen, een houten buitenwand in blauw-wit geschilderd en een groen zeildak.Vooral kermissen werden bezocht. In het spektakel hadden de Babusio’s uiteraard een belangrijke inbreng als clowns en als The Albions. Dat was een naam die oom Charles vroeger al veel gebruikte. Het was een act waarin acrobatie en muziek werden gecombineerd. Na de pauze kon het publiek genieten van de komische revue ‘Batist wordt filmstar te Hollywood’ door Eugène Babusiau zelf geschreven.
De Babusio-familie in 1926. Vlnr Eugène jr en Mariette Babusiau, Pierre Demeyer, Willem (Nederlander) en Eugène Babusiau. 18
De muzikale Babusio-clowns rond 1930 bestaande uit Eugène, Eugène jr en Mariette Babusiau, en Emile Coryn. 19
De prachtige voorgevel van Cirque Babusio.
The Albions in 1937 met Eugène, Eugène jr en François Babusiau, Bella Strassburger (vrouw van Eugène jr) en Mimile Coryn. 20
Voorpagina van de programmabrochure Cirque Babusio.
21
In mei 1938 was Bouglione op tournee in dezelfde steden waar Circus Babusio kwam en daartegen kon men niet op. Joseph Bouglione vroeg of ze bij hem wilden werken en zo gebeurde. Aan het einde van het seizoen werd met Bouglione in het Koninklijk Circus te Brussel opgetreden.Tijdens de winter 1940-41 verzorgden ze optredens in cabarets en variétézalen. Na de oorlog kregen de Babusio’s, vader Eugène en de zonen Eugène jr en François contracten bij gereputeerde ondernemingen zoals de circussen Belli (Denemarken), Jos Mullens (Nederland) en in ons land bij de gevestigde namen als Demuynck en Semay. In 1950 overleed papa Eugène Babusio te Landshut, toen de familie er optrad bij Europa’s grootste Circus Krone. Hij werd begraven op het Waldfriedhof van München. Zijn beide verdienstelijke zonen zijn dan nog een tiental jaren samen blijven optreden. Daarna zijn ze hun eigen weg gegaan. Eugène jr ging samenwerken met clown Peter Bento. François oogstte bijval met zijn komische taxi. Deze bijdrage wil een hulde zijn aan deze verdienstelijke clownsfamilie Babusio, met vader Eugène op kop. Hij was een gespierde man, met het uitzicht van een bokser.Veeleisend en streng voor zijn gezin en zeven talen machtig. Maar een man met een groot talent, wiens leven enkel als doel had de mensen te vermaken en die zijn komische gaven doorgaf aan zijn zonen.
22
Zoals hiervoor vermeld hadden Charles en Eugène Babusiau een zuster Marie die als toneelspeelster triomfen beleefde in het Antwerpse theater. Ze huwde met zeekapitein François Storms die met een passagiersschip op de wereldzeeën voer. Hun zonen Joseph en Pierre Storms werden de artiesten Frères Rosario.Tijdens hun optredens combineerden ze acrobatie met hondendressuur. Bij ons kon men het duo aan het werk zien in Nieuw Circus Gent (1910) en Circus Libot (1912).
Frères Rosario, met links Joseph en rechts zijn jongere broer Pierre. 23
Later bleef alleen Joseph Storms (1893–1958) in het vak. Hij huwde in 1919 in Frankrijk met de Antwerpse Maria Pauwels (1899–1998) die er zoals hij toen in een fabriek werkte. Met de hondendressuur zijn ze samen blijven optreden, maar als bijkomend nummer en te zien bij de circusreuzen Gleich en Sarrasani. Laatst opgemerkt in 1941 bij Circus Adolf Althoff. Na de Eerste Wereldoorlog vormde Joseph met een collega een clownsduo. Dat was met Circus Blumenfeld in Carré Amsterdam te gast. In 1923 ging hij met oom Eugène Babusiau samenwerken, waar ook Polly De Baets bij was en samen vormden ze een clownstrio. Ze trokken met Circus Sarrasani mee op Zuid-Amerika-tournee. In het najaar 1925 eindigde de samenwerking met Babusiau. Storms ging met Polly De Baets en René Frans het trio The Original Bento’s vormen. Met Circus Dunbar en Schweijer reisden ze als muzikale clowns en acrobaten door diverse Zuid-Amerikaanse landen als Argentinië, Chili, Peru,Venezuela en Brazilië.
Peter Bento in 1925 met zijn ouders per boot op weg naar Zuid-Amerika.
24
Met de boot naar Zuid-Amerika, najaar 1925. Polly De Baets en René Frans kijken toe terwijl Joseph Storms de bol, vervaardigd uit stukjes spiegelglas, oppoetst. Deze was een uitvinding van Joseph en voordien nog nooit te zien. Deze bol werd gebruikt in hun muzikaal clownsnummer en door belichting had men het effect van een sterrenhemel. Ze speelden klassieke muziek.
In de periode 1923–25, bij Sarrasani in Zuid-Amerika, brachten (vlnr) Eugène Babusiau, Joseph Storms, Gertrude De Baere, Polly De Baets en Mariette Babusiau ook een springnummer als The Otawa Troup.
The Original Bento’s, vlnr Maria Pauwels, Polly De Baets, Graciëlla (vrouw van René), Joseph Storms (zittend), René Frans (witte clown) en Jenny Moreels (vrouw van Polly) in 1928. 25
Na hun terugkeer waren ze in 1928 bij Circus Gleich in Duitsland. Ook hun echtgenotes werden ingeschakeld in de komische muzikale act waarbij talloze instrumenten werden bespeeld. Vanaf 1929 ging Storms zijn eigen weg als Bento Storms en twee jaar later werd zijn enige zoon Peter Storms (° Antwerpen 1923) ook ingeschakeld, vooral als acrobaat, maar Peters voorliefde bleek al vlug de clownerie te zijn. Joseph Storms en Maria Pauwels gingen na de Tweede Wereldoorlog uit elkaar. Maria zou nadien vele jaren in de Antwerpse Olijftakstraat wonen. Haar laatste levensjaren bracht ze door in de bejaardenhome aan de Van Schoonbekestraat. Joseph is nog hertrouwd met de Duitse Elisabeth Kröger. Van 1941 tot 1950 waren Joseph en Peter bij Circus Adolf Althoff. Daar leerde Peter de veelzijdige artieste Irene Danner van de gekende circusfamilie Lorch kennen. Ze huwden eind december 1945 en vestigden zich in het Duitse plaatsje Escholbrücken nabij Darmstadt.
Joseph Storms, august met grote oren, rond 1928.
Bento’s Co met van boven naar onder: Jenny Moreels, Polly De Baets, witte clown Joseph Storms, kleine Otto (uit Fulda) en Maria Pauwels. 26
De Bento’s poserend voor de tent van Circus Williams, rond 1952–54, vlnr Polly De Baets, Joseph en Peter Storms.
In actie bij Circus Williams, rond 1952–54 als muzikale clowns, vlnr Polly De Baets, Joseph en Peter Storms. 27
Nadien kon men vader en zoon Storms als Bentos clowns steeds treffen bij gewaardeerde ondernemingen als Williams,Van Bever, Strassburger en Krone.Vanaf 1957 moest vader Joseph afhaken wegens ziekte. Hij stierf in München en werd er op het Waldfriedhof naast zijn oom en leermeester Eugène Babusiau begraven. Gedurende enkele jaren werkte Peter Bento dan samen met de French clowns bij Krone. Vervolgens werkte hij met zijn neef Eugène Babusiau jr, om uiteindelijk met zijn zonen, de clownstroep Peter Bento en Cie te vormen. Ook dochter Daisy werd een internationaal gewaardeerde artieste als kophang-jongleuse.
Peter Storms-Bento in 1962. 28
Deze prentkaart uit 1910 toont wat Arthur Vuylsteke de Laps, met medewerking van een collega, allemaal kon zoals op zijn hoofd lopen. 29
FAMILIE VUYLSTEKE DE LAPS De stichter van het Circus Saratos was Arthur Petrus Vuylsteke de Laps (1877–1946). Hij werd geboren in Maldegem waar zijn Waalse vader in functie was als brigadier van de douane. Als gevolg van een val van zijn paard is hij gestorven toen de kinderen nog klein waren. Zijn moeder was een boerendochter die daarna een winkeltje hield in haar geboortedorp Kaprijke. Zij overleed niet lang na haar echtgenoot waardoor de kinderen als wees achterbleven. Tegen zijn zin belandde Arthur in de pupillenschool.Voor hem was immers een militaire toekomst weggelegd. Hij was zeer muzikaal en sportief aangelegd, maar had ook zin voor avontuur. Dat avontuurlijke zorgde er voor dat hij het leger verliet om als leerling-acrobaat mee te gaan met Circus Sosman. Daar vatte hij het idee op om later een acrobatentroep te stichten. Hij huwde met Rosalie Toetenel (1881–1955) uit Berchem-Antwerpen. Daar gingen ze zich ook vestigen en zeven van de negen kinderen werden in Berchem geboren: Hypolite (1901–1984), Maria (1902–1984), Guido (1905–1984), Jozef (1908–1979), Hélène (1912–1999), Jeanne (1914–1977) en Hilda (1922–1972). Alleen Arthur jr (1915–1968) en Pompeo (1918–1993) werden respectievelijk in Den Haag en New York City geboren. Arthur werd een gewaardeerd circusartiest. Zo speelde hij trompet terwijl hij een handstand op één hand uitvoerde. Hij kon zich ook alleen op zijn hoofd steunend in evenwicht houden en zich zo springend voortbewegen. Met dergelijke tricks was het niet moeilijk om aan contracten te geraken.Tijdens een verblijf in Griekenland werd hij bevriend met een opperhoofd van de Griekse opstandelingen van wie hij de naam Saratos overnam. Zo kon men hem samen met een collega treffen in het Nieuw Circus Gent en de circussen Semay (1909) en Sosman (1910). In 1912 waren vader Vuylsteke de Laps en oudste zoon Hypolite als evenwichtsartiestenslangenmensen aangeworven bij Semay en het jaar erop bij De Jonghe. Na samen met een paar artiesten in Egypte en Frankrijk te hebben opgetreden, kwam in 1915 het Hollandse Circus Carré aan de beurt. De familie was naar Nederland gevlucht. Daar ondertekende Arthur een verbintenis bij Circus Barnum and Bailey. Met de oudste zoon ondernam hij de boottocht naar Noord-Amerika en na een tijd volgde de rest van de familie. Ze verbleven in New York waar de jongsten school liepen. De oudsten traden op met hun vader. In 1919 keerden ze terug, vestigden zich opnieuw in Berchem en gingen aan de slag bij Circus De Jonghe. Amper een jaar later kwamen ze naar buiten met een eigen Cirque Moderne. Ze hadden een pareltje van een tweemasttent. De binnenbekleding was in rood velours en in de plaats van zaagsel was de piste bekleed met een mooi tapijt. Het zaakje raakte niet van de grond en werd al na korte tijd opgedoekt. Rond 1922 trokken de vier oudste kinderen samen met Jean Cordonnier, Maria’s man, en Paul Mortier opnieuw naar Noord-Amerika. Ze waren er een tijd verbonden aan het Ringling Bros. Barnum and Bailey Circus.Toen ze hier vier jaar later weer voet aan wal zetten, gingen ze hier en daar engagementen aan.Toch duurde het niet lang vooraleer weer met een eigen Salon Cirkus Saratos van start werd gegaan. 30
Voor de terugkeer van de familie Vuylsteke de Laps in 1919 uit Amerika hadden de twee oudste kinderen Hypolite en Maria een geldige pas. Voor de andere kinderen moest voor het bekomen van een pas deze foto genomen worden. We zien vlnr Jozef, Arthur jr, moeder Rosalie Toetenel, vader Arthur, de jongste Pompeo, Jeanne, Guido en HÊlène. 31
Cirque Moderne van de familie Saratos te Oude God rond 1920–21.
The Saratos in Amerika, bij hun tweede verblijf tussen 1922 en 1926. 32
Vier Saratossen in prachtige outfit. Het zijn vlnr: Arthur, Pompeo, Hilda Vuylsteke de Laps en Jos Vermeulen.
De acrobaten Saratos in de jaren twintig met vlnr achteraan Paul Mortier, Hypolite en Guido Vuylsteke de Laps en vooraan Jean Cordonnier, Maria en Jozef Vuylsteke de Laps. 33
In 1926 verhuisden ze naar Edegem. In 1933 vonden ze hun definitieve stek in Kontich waar vader Arthur een huis liet bouwen. De kinderen, schoondochters- en zonen en kleinkinderen, overwinterden in zelfgebouwde wagens. Door de oorlog lagen ze een tijd stil, maar in 1943 ging de ganse familie weer de baan op met een programma dat voor een groot deel uit huisnummers bestond. Er werd in de twee landsdelen gereisd. In tegenstelling tot de andere circussen waren ze nooit op kermissen terug te vinden en paarden of roofdieren kwamen er niet in de piste. Het spektakel bestond hoofdzakelijk uit acrobatie en evenwichtskunsten gecombineerd met dans, muziek en ballet. Na het overlijden van vader Vuylsteke de Laps braken moeilijke jaren aan. In 1953, toen nog slechts de helft van de kinderen meewerkte, werd de zaak als gevolg van onenigheid en het slechte zakelijk cijfer opgedoekt.
De Saratos-artiesten met vlnr Maria, Jeanne, Hélène, Jean Cordonnier, Arthur, Hypolite. 34
3 Gidonas bestaande uit Guido, Hypolite en Pompeo. 35
De 8 Bently’s, balletgroep van de familie Saratos, in 1948 met vlnr: Ann (dochter van Maria), Margriet (dochter van Guido), Hilda, Ottilie (gezellin van Pompeo), Gabriëlle, Hélène en Viviane (dochter van Jozef). Vooraan Jeanne.
De Saratossen waren artiesten van de bovenste plank. Er was vader Arthur als kopspringer. Zo sprong hij op zijn hoofd op en af de treden van een trap. Zijn kinderen kregen al heel jong een intensieve opleiding. Hypolite was gekend voor zijn kopstand, maar naast acrobaat wat hij ook muzikale clown. Maria was contorsioniste en daar zij heel sterk was ook porteur (onderman) bij een menselijke piramide. Guido werd handstandspecialist, hij kon zich zelfs op één vinger in evenwicht houden, kon draadlopen en speelde clown Flup. Jozef werkte aan de solotrapeze. Hij speelde zelfs mandoline en zong terwijl hij zich op zijn hoofd op de trapeze in evenwicht hield. Met zijn muzikaal talent verscheen hij ook als muzikale clown. Hélène en Jeanne waren acrobates. Arthur jr was een heel goed acrobaat en Pompeo een uitstekend slangenmens, komisch acrobaat en later een veelzijdige august. Hilda, de jongste, was acrobate en demonstreerde soms haar zangtalent. Allemaal waren ze lenig en met muzikaal talent begiftigd. Zo verschenen ze soms in de piste met twaalf familieleden als Les Mélodies, terwijl ze diverse instrumenten bespeelden zoals gitaar, viool, mandoline en xylofoon. De dochters en kleindochters konden tevens goed dansen en vormden de balletgroep Bently’s.
36
Programma Circus Saratos rond 1947 met portretten van Arthur Vuylsteke de Laps en echtgenote Rosalie Toetenel. 37
Pompeo heeft samen met zijn schoonbroer Gustaaf Laport (1909–1988), de man van Hilda, in 1956 nog een poging gedaan om een nieuw Circus Saratos op te starten. In die slechte jaren vijftig slaagden ze niet in hun opzet, want de zaak ging twee jaar later op de fles. Laport was afkomstig uit Deurne en is meermaals Belgisch kampioen worstelen geweest. Hij nam in 1936 zelfs deel aan de Olympische Spelen in Berlijn. Van deze grote familie zit geen enkele afstammeling nog in het circusvak, maar de naam leeft wel voort op andere terreinen, denken we maar aan de burgemeester van Hove Luc Vuylsteke de Laps en de in Normandië wonende beeldhouwster Nancy Vuylsteke de Laps.
Circus Carrington 1972. August Pompeo samen met spreekstalmeester Pierre Jegers.
38
Personenregister Alberto, 121 Albions, The, 10, 18 Allioti’s, Bros, 74 Andy’s, 97 Antonio en Crafton, 62 Armandos, Troep, 124 Arton’s Troup, Joe, 89 Artons, Les, 89 Athléta, Miss, 57 Avan, Dick, 123 Babusiau, Charles, 10, 12, 14, 23 Babusiau, Charlie, 14 Babusiau, Eugène jr, 17, 18, 22, 28 Babusiau, Eugène, 10, 12, 15, 17, 18, 22, 23, 24, 28 Babusiau, François jr, 17, 22 Babusiau, François, 10 Babusiau, Frères, 12 Babusiau, Marie, 10, 23 Babusiau, Mariette, 17, 18 Babusio, Bros, 12 Babusio, Frères, 14 Babusio-Trio, 17 Baltos, Paul, 90 Bar, Jean en Molly, 85 Belganis, The, 93 Bellachino, 123 Bellardi, 74 Bently’s, 36 Bento’s, The Original, 24 Bianca, La, 122 Biancas de Toledo, Denita and Roney, 122 Bistrew’s, 80 Boets, Carola, 103 Boets, Charly, 103 Bombay, Trio, 124 Bonnes Comp, 77 Bosco, 78 Bouglione, Joseph, 22 Boumans, Ben, 110 Bradfort, Troupe, 43 Bryon, Franciscus, 68 Carlo, 72 Caroly’s, Les 2, 59 Cavelli, Willy, 124 Cesar, Jean, 43 Chaplin, Charly, 92 Charlos, Troupe, 39 Cherokees, 59 Clifton, Les, 124
Cliftons, The, 124 Coenen, Jan, 59 Coenen, Jules, 59 Coenens, The, 59 Constant’s, Trio, 115 Cordonnier, Ann, 120 Cordonnier, Jean, 30, 120 Coryn, Mimile, 18 Crafton, Harry en Al, 62 Crafton’s, The, 62 Dando Bros, The, 72 Danner, Irene, 26 De Baere, Gertrude, 15, 17, 18 De Baets, Polly, 17, 18, 24 De Cleir, Les, 123 De Clercq, Charles, 72 De Groelard, Yves, 117 De Lathouwer, 119 De Latt, Elly, 119 De Vries, Eugène, 72 De Vries, Frans, 72 Deltons, The four, 123 Demuynck, Lievin, 53 Dictus, John, 64 Didi, 81 Dixie, 81 Dixis et Gerstmans, Les, 124 Driessens, Victor, 56 Drollars, The, 123 Edwards, 124 Eldy, 123 Elo Esto, Miss, 51 Emilions, The four, 123 Enricos, Les, 120 Etrangleurs, Les frères, 123 Eyckmans, Jan, 124 Fahrenholz, Eduard, 47 Fahrenholz, Louise, 47 Fahrenholz, Selma, 45, 47, 49 Festas, The, 123 Flemings, The 3, 114 Ford, 81 Forgyros, 123 Francine en Harry, 100 Frank, Charles, 92 Frans, René, 24 Fransky, 72 Gaillards, The, 64 Galetti, 118 125
Gebruers, August, 51 Gebruers, Eugene, 54 Gebruers, Felix, 54 Gebruers, Jean, 54 Gebruers, John, 53, 54 Gebruers, Jos, 54 Gebruers, Julien, 54 Geerts, trio, 61 Ghyselinck, Julia, 93 Gozzini, Sandro, 12 Greif, Josephine, 54 Guerre, Armand Pierre, 42 Guerre, Armand, 42, 43 Guerre, Gustave, 42 Guerre, Jeanne, 42, 43 Guerre, Lucy, 43 Gysel Bros, 123 Hart, Josephina, 39 Harway’s, 49 Horemans, A., 102 Huibers, Paul, 124 Huysmans, Gerard, 85 Jack and Josée, 106 Jack in the Box jr, 117 Jack in the Box, 117 Jacob, 124 Jaenen, Albert, 121 Jager, Pit, 117, 118 Janssen, Frans, 96, 97, 100 Janssen, Liliane, 97, 98 Jegers, Pierre, 117 Jensen, The, 96, 97, 100 Jonny, 53 Josephko and Selma, 47 Josmah, 95 Juwels, The, 114 Keaton, Buster, 97 Kirils, 123 Korolenko, 113 Kröger, Elisabeth, 26 Lago, Manolo, 15 Lampo, 3 Gebroeders, 123 Lane, Frankie, 7 Langdom, Harry, 92 Laport, Gustaaf, 38, 104 Laury’s, The, 102 Lemput, 71 Leonardi, 123 Liliane, Miss, 96 Lissy, Miss, 109 Little Fred Junior, 76 Little Fred Senior, 76 Lotti, Patrizia, 49 126
Loyen, A., 102 Lucy-Mary, 43 Maes, Albert, 104 Maes, Alberto, 104 Malter, Harry, 117 Malter, Rose-Marie, 54 Manolo en Babusio, 15 Marion Troupe, The, 124 Martinelli’s, 115 Matadors, 115 Meeus, Ed., 62 Mélands, The, 124 Mélodies, Les, 36 Merks, Harry, 17 Missouri Trio, 123 Monbar, Les 4, 42 Mortier, Paul, 30 Myadors Namretto’s, 123 Naessens, José, 106 Nandje en Franske, 87 Nards, Les 4, 123 Niotna, 69 Nock, 118 Novel, 68 Odiston, Les 3, 123 Opol, Paul, 81 Otawa Troup, The, 17 Passel, Les, 39 Paul, King, 123 Pauwels, Maria, 24, 26 Pedro en Colombine, 118 Perès, Alice, 76, 109 Perès, Auguste, 93 Perès, Marcella, 93 Perès, Zusters, 93 Persy, Armandus Ludovicus, 66 Pit en Pat, 85 Ploegaerts, Trio, 123 Plompen, Trio, 123 Pondours, The, 109 Prescher, Guus, 70 Proscanini, 123 Ray-Ans, The, 114 Regals, The four, 123 Rigolas, Les, 90 Rio, Trio, 107 Rockan, Mac, 124 Rodgers, The two, 119 Rom, Lissy, 109, 110 Roose, Jan, 83 Roose, Jim, 83 Rosario, Frères, 23 Roselly’s, Les, 124
Salobral-Garcia, Antonio, 62 Sax and Phon, 107 Saxon, 79 Scandalli’s, 103 Schampaert, Annie, 96, 97 Schampaert, Francine, 96, 100 Schickler, Dominik, 98 Schickler, Natacha, 98 Schickler, Sacha, 98 Semay, Pierre, 80 Semay, Walter, 18 Senten, Rik, 7 Si and Si, 102 Silo, 74 Smans, Jan, 95 Smets, Anna, 114 Smits, Jacob, 106 Soldo, 74 Souhait, Charles, 76 Steurs, Alphonse, 59 Storky, Eddy, 124 Storms, Daisy, 28 Storms, François, 23 Storms, Joseph, 18, 23, 24, 26 , 28 Storms, Peter, 22, 26, 28 Storms, Pierre, 23 Strenght bros, The, 123 Stroobants, René, 114 Symkays, Elza en Vera, 90 Tady, Les frères, 123 Tescon and Flo, 123 Théron, Maurice (Billy), 123 Tijck, Jan, 70 Tijcky, Little, 70 Tirryose, troep, 123 Toetenel, Rosalie, 30 Torfs, Hendrik, 96, 100 Torfys, Les, 100 Troost, Bertha, 64 Troost, Charles, 64 Van Camp, Henri, 62 Van Dam, Al, 117 Van de Vloet, Juul, 123 Van den Bergh, Ferdinand, 87 Van den Bergh, Frans, 87 Van den Eynde, Jeanne, 85 Van Huffelen, Anna, 57 Van Huffelen, Brada, 57 Van Huffelen, Gommarus Louis, 57 Van Huffelen, Louise, 57 Van Lommen, Joanna, 10 Van Paemel, Erik, 120 Van Passel, Alfons, 39
Van Passel, Charles, 39 Van Passel, Flora, 39 Van Royen, Louisa, 87 Van Winkel, Elsa, 107 Vanko, Victor, 89 Verbist, G., 80 Vercauteren, Bertha, 45 Vercauteren, Edouard, 45, 49 Vercauteren, Fien, 45 Vercauteren, Jef, 45, 49 Vercauteren, Karel Alfons, 45 Verdal, Frans, 68 Verswijvel, Benoni, 45 Verswijvel, Jozef, 45, 47, 49 Verswijvel, Leo, 45, 49, 120 Verswijvel, Leonard, 45 Verswijvel, Louis jr, 45 Verswijvel, Louis, 49 Verswijvel, Louise, 45 Verswijvel, Marie, 45 Verswijvel, Selma, 45 Vervloet, Alfons, 74 Vuylsteke de Laps, Arthur jr, 30, 36 Vuylsteke de Laps, Arthur, 30, 34, 36 Vuylsteke de Laps, Guido, 30, 36 Vuylsteke de Laps, Hélène, 30, 36 Vuylsteke de Laps, Hilda, 30, 36 Vuylsteke de Laps, Hypolite, 30, 36 Vuylsteke de Laps, Jeanne, 30, 36 Vuylsteke de Laps, Jozef, 30, 36 Vuylsteke de Laps, Luc, 38 Vuylsteke de Laps, Maria, 30, 36, 120 Vuylsteke de Laps, Nancy, 38 Vuylsteke de Laps, Pompeo, 30, 36, 38 Wheeler, Marcel, 112 Willeys, Les, 81 Wilsons, The four, 123 Wyns, Victor, 117 Zachritz, Maria, 57 Zanonis, Les, 123 Zavatta, 118
127
Benieuwd naar de rest van het boek? Het is te koop in de boekhandels, krantenwinkels en warenhuizen in Antwerpen of on-line via www. proxis.be en www.azur.be
In dezelfde reeks Gentse Circusartiesten André De Poorter ISBN 978-9076684-91-8
Archiefbeelden Gentse Circusartiesten toont een reeks foto’s en illustraties uit een ver verleden, toen Gent zich werkelijk een circusstad mocht noemen. Een échte circusstad: niet enkel omdat alle grote circussen er op bezoek kwamen of omdat het een prachtig circusgebouw bezat aan de Sint-Pietersnieuw- en Lammerstraat. Ook niet enkel omdat de stad bijna alle bekende circusdirecteuren heeft voortgebracht. Maar vooral omdat er zoveel circusartiesten in Gent zijn geboren of er hebben gewoond. De meesten van hen zijn rond de Eerste Wereldoorlog via een turnclub in het artiestenvak terecht gekomen. Sommigen bouwden een internationale carrière uit, anderen genoten enkel regionale bekendheid. Deze uitgave brengt hulde aan die verdienstelijke Gentenaars. En zoals blijkt uit dit boek, waren ze met velen. De foto’s en verhalen van de artiesten dompelen je onder in de speelse kant van de geschiedenis van Gent: laat je meenemen naar een verleden van glamour en mystiek, van sterke mannen en lenige dames, van stoere dierentemmers en grappige clowns.
www.uitgeverijtempus.be