Garnizoen Antwerpen 1831-1970 Het leger in het dagelijks leven van de Antwerpenaar

Page 1

Archiefbeelden

GArnIzoen AntWerPen 1831 - 1970 ARCHIEFBEELDEN Het leger in het dagelijks leven van de Antwerpenaar

GARNIZOEN ANTWERPEN 1831 - 1970 f R A N S LA U W E R S

Het leger in het dagelijks leven van de Antwerpenaar FRA N S LA U WERS


Eerste uitgave juni 2010 The History Press The Mill, Brimscombe Port, Stroud, Gloucestershire, gl5 2qg Verenigd Koninkrijk www.thehistorypress.co.uk www.uitgeverijtempus.be Š Frans Lauwers, 2010 Alle rechten voorbehouden. Alle rechten op reproductie, vertaling en adaptatie, zelfs gedeeltelijk en onder gelijk welke vorm, zijn voorbehouden voor alle landen. The right of Frans Lauwers to be identified as the Author of this work has been asserted in accordance with the Copyrights, Designs and Patents Act 1988. All rights reserved. No part of this book may be reprinted or reproduced or utilised in any form or by any electronic, mechanical or other means, now known or hereafter invented, including photocopying and recording, or in any information storage or retrieval system, without the permission in writing from the Publishers. British Library Cataloguing in Publication Data. A catalogue record for this book is available from the British Library. isbn 978 1 84588 645 5 nur 693


Inhoud een

Inleiding

5

Hoe het begon

7

Van Chazal tot von Beseler 1859 -1914

17

drie

De operettesoldaatjes van de burgerwacht

37

vier

Duitse wolven in schaapsvel (1890 -1918)

59

vijf

Heldenverering, moffenhaat en

twee

zes zeven

woningnood tijdens het Interbellum

73

De kazernes in het Interbellum

89

Oorlog en demilitarisering

113


1833: Aandenken voor oudstrijders aan het Zuidkasteel in 1832 4


Inleiding “En we zijn d’er van de klas, en we drinken bier mè iemerkes. Terwijl die arme schachten aan ’t petatten jassen zijn, vergeten we den troep en zijn droevige doage. En roepen w’alle gelijk: smeerlappen ge zijt ons kwijt!” Dit afzwaailied klonk in 1993 voor de laatste keer bij de miliciens, de dienstplicht werd toen immers opgeschort. In december 1909 voerde koning Leopold II op zijn sterfbed de dienstplicht in om de onrechtvaardigheid van de militieloting ongedaan ten maken. Destijds heette het Ministerie van Landsverdediging nog “Ministerie van Oorlog”, voor een landje dat sedert zijn onstaan in 1830 steeds met de stekels omhoog stond. Samen met de burgerwachten moest ons leger dus instaan voor ‘s lands onafhankelijkheid. De jonge Belgische staat was immers de mening toegedaan dat aangrenzende landen constant en begerig naar ons grondgebied lonkten. Dit gold aanvankelijk voor onze noorder- en zuidergrenzen, maar nadien zou blijken dat het gevaar uit het oosten kwam. Antwerpen was onze belangrijkste Belgische havenstad en militair van hoog strategisch belang. Qua weerbaarheid moest de metropool dus in “de militaire watten” worden gelegd. Men trof hier heel wat legerplaatsen aan zoals bolwerken, kazemes, schietbanen, forten ... De militaire overheden waren echter niet altijd volksvriendelijk. Geregeld onteigenden ze privégronden om er als boude bouwheren hun gang te gaan, dit tot constematie van onze bewoners of eigenaars. Typisch voorbeeld hiervan was het graven van de meer dan 11 km lange Brialmontvesting (nu Binnensingel) rondom de stad in de jaren 1860-’70. Als het er in 1914 op aankwam, bleek die vesting als verdedigingsgordel bovendien volledig verouderd en dus nutteloos te zijn. Een maat voor niets, die de staat 80 miljoen 5


franken van destijds had gekost. Hoewel: de nationale veiligheid ging destijds immers voor alles, wat jammer genoeg meer dan eens werd bevestigd door invallen van vreemde troepen. Talrijk waren vroeger de eenheden die hier voor lange tijd gekazemeerd waren onder het bevel van een luitenant-generaal als plaatscommandant van de zogenaamde “2de divisie Antwerpen”. Door onze straten struinden dan ook jarenlang piotten, lanciers, kanonniers, bruggenleggers, sapeurs of geniesoldaten, die soms afkomstig waren uit het verre Wallonië en samen met heel wat van hun officieren Frans spraken. De oudste binnensteedse kazemes hadden hun eigen benaming naargelang ze gelegen waren in de Falconbuurt, de Sint-Jorispoortbuurt of in de Prekersstraat van het Sint-Andrieskwartier. Zoals de hierboven genoemde kringvest zijn ze gesloopt of hebben reeds lang een andere functie gekregen. Sommige danszalen in deze buurten werden “soldatenkoten” genoemd, en er bestond ook een zogenaamde “Blijen Hoek” aan het in 1874 gesloopte Zuidkasteel, omdat sommige soldaten er zich in de omliggende drankhuizen als heuse drankorgels gedroegen. Al decennialang zijn er geen kazemes meer in Antwerpen. Daarom dit boek dat de militaire historiek van de metropool in de belangstelling wil brengen. Frans Lauwers, 2010.

1840: Plan van Antwerpen met de Zuidercitadel, de Spaanse Vesten en het oude Noorderfort. 6


een

Hoe het begon Toen BelgiĂŤ in 1830 onafhankelijk werd, moest er nog heel wat werk verzet worden om een geregeld leger op te richten. Het verdrijven van de Hollanders uit ons land was mede te danken aan de versterking met Franse troepen en toen Leopold I in 1831 ons grondgebied betrad, deed hij dat nog gekleed in een generaalsuniform van de burgerwacht. Het oprichten van een Antwerps legergarnizoen lag voor de hand, maar de vraag die zich onmiddellijk stelde was waar men de lotelingen zou gaan kazerneren. Opties waren de verouderde en gebombardeerde Zuidercitadel, het oorlogsarsenaal aan de Scheldeoever, de Spaanse kringvest daterend uit de zestiende eeuw, waar eerder al bezettingslegers hun intrek hadden genomen of geconfisqueerde kloosters in de binnenstad, eveneens fel verouderd. Met die erfenissen van hun Franse en Hollandse voorgangers moesten de Belgische troepen in Antwerpen het voorlopig stellen. Omstreeks 1845 werden verscheidene legereenheden gekazerneerd binnen de kringvest, waar zich nu de leien bevinden. In de Falconrui (op nummer 21) stond sinds 1810 de Falconkazerne, gebouwd op de vroegere grond van het in 1784 afgeschafte klooster met dezelfde naam. De Franse bezetter had er nadien een militair hospitaal gevestigd. Een tweede kazerne was gelegen in de Begijnevest 35. In de volksmond stond deze Sint-Joriskazerne beter bekend als de kazerne van de Geuzendrink. Later werd ze tot kazerne luitenant-generaal Drubbel herdoopt. De naam Geuzendrink vond zijn oorsprong in de zestiende-eeuwse wreedheden ten aanzien van ketters. In de periode dat de Spaanse koning Filips II over Antwerpen regeerde, van 1555 tot 1598, werden die immers in een grote waterput verdronken. De derde negentiende-eeuwse kazerne binnen de muren van de stad was de Prekerskazerne in het Sint-Andrieskwartier, met hoofdingangen in de Prekersstraat 14 en in de Kloosterstraat. In het begin van de negentiende eeuw was dit De Waelpoort, tot men er in 1843 de Prekerskazerne bouwde voor kanonniers. De kazerne werd later nog gebruikt door de rijkswacht, tot ze midden jaren 70 onder de sloophamer ging. Verder was er nog de kazerne van de miniemen op de Meir, bestemd voor het voetvolk, die verdween omstreeks 1850. Op het huidige Oud-Arsenaalplein was het Arsenal de Construction gevestigd, een legermagazijn dat gebruikt werd door de genietroepen. Het staat nu bekend als de Vogelenmarkt. Decennialang stond het leeg, tot het vroegere klooster van de discalsen (hervormde karmelieten) in 1905 werd gesloopt. 7


Ook een gedeelte van het vroegere dominicanenklooster in de hovingen van de Sint-Pauluskerk diende als logies voor het Belgisch leger tot 1852, toen de Sint-Paulusstraat werd aangelegd. Na 1832 werd de Spaanse citadel op het Zuid opgeknapt, opdat ze nog een tijdje als legerbasis zou meegaan. De buurt kreeg al snel de bijnaam Blijen Hoek, omdat soldaten er nogal geregeld de bloemetjes buiten zetten in de vele drankhuizen nabij de Boeksteeg. Het Zuidkasteel werd in 1874 gesloopt om plaats te maken voor het nieuwe Zuiderkwartier en de voortzetting van de Brialmontvesting tot aan de Schelde. VLAAMS HOOFD Op het Vlaams Hoofd, tegenover de Antwerpse rede, bouwde men omstreeks 1840 de kazerne van de pontonniers of bruggenleggers. De gronden bevonden zich toen officieel nog in het Oost-Vlaamse Zwijndrecht, maar militair was de kazerne ingedeeld bij het Antwerpse garnizoen. Het laaggelegen gebied had regelmatig te lijden van overstromingen. Desondanks meende minister van Oorlog Chazal dat een groot artilleriefort daar nodig was. De kleine forten van Calloo en de Liefkenshoek, die er tijdens de Hollandse periode landinwaarts waren neer geplant, kwamen bij een dijkbreuk in februari 1837 nochtans volledig onder water te staan. Een soldaat wachtte er dertig uur lang op hulp, op opeengestapelde tafels en met het water tot aan de borst, tot roeibootjes het ondergelopen fort binnen voeren. Tegen de Scheldedijk aan waren er in de negentiende eeuw ook de kleine forten Isabella en Burcht en landinwaarts het grotere fort Stengel. Ondanks het overstromingsgevaar, kreeg Chazal in 1852 ‘zijn’ fort van Sint-Anneke. Antwerpen zou nadien nog vaak problemen ondervinden met deze onwrikbare ijzervreter. Al deze militaire centra verdwenen in de loop van de twintigste eeuw onder opgespoten zand van de Schelde. Tot een goed stuk in de twintigste eeuw waren zelfs de noordelijke Scheldeforten – waarvan enkele zestiende-eeuws – nog in gebruik: Fort Philippe in Wilmarsdonk (intussen een klein natuurgebied), Fort Oorderen te Lillo en Fort Frederik-Hendrik te Berendrecht.

1830: Litho Kloosterstraat, Oorlogsarsenaal nabij de Zuidercitadel op de Hollanders veroverd. 8


Litho interieur van het Zuidkasteel of citadel onder de Hollanders.

1832: Serenade aan de Franse maarschalk GĂŠrard als dank voor de Franse hulp bij de verovering van het Zuidkasteel. 9


1874: Plan Zuidkasteel, even voor de afbraak.

1860: Zicht op de Spaanse Vesten uit de zestiende eeuw met achteraan de oude kruit- of poedertoren van de Tabaksvest. 10


1850: Ingang Zuidercitadel. 11


1860: Het kruitmagazijn ten oosten van de Spaanse Vesten (nu de Antwerpse leien).

De Blauwe Toren, poedertoren uit de veertiende eeuw gesloopt in 1879, nabij de Nationale Bank. 12


De Spaanse Vesten, nog militair gebied. In 1860 gedempt en gesloopt tussen 1864 en 1866.

1860: Het kruitmagazijn ter hoogte van de huidige Frankin Rooseveltplaats, toen nog middenin de militaire zone. 13


1863: Majoor Armand Jean Henri Mamet, tweede in bevel van het legerarsenaal, gelegen op de plek waar zich nu de Vogelmarkt en de Stadsschouwburg bevinden.

1905: Op de militaire feesten te Antwerpen werden historische Belgische uniformen getoond.

1936: Marktbedrijvigheid op het Oud-Arsenaalplein. Omstreeks 1980 wordt hier de Stadsschouwburg geopend. 14


1957: De gronden van het vroegere discalsenklooster en nadien het Arsenal de Construction. Wachten op marktkramers.

1900: Antwerpse burgerwachten paraderen op de gedempte Spaanse Vesten.

15


1908: Achterzijde van de pontonnierskazerne uit de jaren 1840 op het Vlaams Hoofd of Sint-Anneke tegen de fortwaters.

1908: Ingang van het fort van de kanonniers op het Vlaams Hoofd, gebouwd in 1852 onder het bevel van generaal Chazal. Het werd opgeblazen in 1932. 16


‌

BENIEUWD NAAR DE REST VAN HET BOEK? Het is te koop in de plaatselijke boekenwinkel, supermarkt en krantenwinkel. U kunt het boek ook bestellen bij distributeur Agora (053 788700) of via het bestelformulier op www.uitgeverijtempus.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.