Dzone 142

Page 1


inhoud

colofon

#142

Uitgeverij Three Publishers Binnenkadijk 329 1018 AX Amsterdam T +31 (0)20 625 67 82 E info@threepublishers.com Uitgever Hans Voorn hansvoorn@threepublishers.nl Hoofdredactie Hans Frederiks, hans@dzone.nl Eindredactie Jan Verberne, jan@dzone.nl Cover Loudmouth / SHOP AROUND Papier en druk HET PAPIER VAN HET OMSLAG IS 250 GRS PROPOFF , HET PAPIER VAN HET BINNENWERK IS ON OFFSET 120 G/M2 EN WERDen GELEVERD DOOR PROOST EN BRANDT, DIEMEN. DRUKWERK WERD VERZORGD DOOR ZWAAN PRINTMEDIA, WORMERVEER. DE UV-LAK OP HET OMSLAG WerD VERZORGD DOOR HELDER ZEEFDRUK, WORMERVEER ART DIRECTION / Vormgeving Frankie Tjoeng tessa valk DDK (ddk.nl) iPad-editie Frankie Tjoeng tessa valk DDK (ddk.nl) Redactiemedewerkers Peter van Ammelrooy, Erwin Blom, Leo Diker, Antoni Dol­, Bert Hagendoorn, Joost van der Hoeven, Sander ­Kessels, ­Albert Kiefer, Rick Le Roy, Linda Lee, Michiel van Lith, Peter Luit, Aad Metz, Timan Rebel, Herbert van Staveren en Peter Villevoye, Illustraties Linda Lee, Sauerkids, Tiquestar Illuminat Rex Advertenties SalesQ Sales Manager Dennis Wilman T +31 (0)23 71132 00 F +31 (0)23 532 7122 E dennis@dzone.nl W www.dzone.nl/adverteren

07 Redactioneel: Omdat ik daar op geklikt heb 08 Interview: Max Kisman: ‘In mijn werk zit meer gevoel dan ik zelf wil prijsgeven’

16 Versch Werk 20 Portfolio: Loudmouth 22 De studio van… 21bis & From-The-Hill 24 De inspiratie van… Laser 3.14 26 Tees: De nieuwste en creatiefste T-shirts 28 Review: Adobe Creative Cloud: Een hoognodig weerpraatje 30 Workshop: InDesign CS6: In 7 stappen naar een digitaal magazine 34 Hardware: HP’s werkstation Z1: Krachtig, stil en zelf te herconfigureren

38 Ontwerp: Wired 1.1.1: Eerbetoon aan ‘ziel van een nieuwe samenleving’ 42 Test: Epson Stylus Pro 3880: Goede prints, geschikt als kleurproef

46 Dingetjes: Ikea-camera, Chrome voor iOS, Surface-pad, MultiTouch Tafel, beveiligingsaccessoires, Mercury Electra Max 3G SSD, Drobo Mini

49 Doorgeefcolumn: Timan Rebel: De designer – co-founder 50 Interview: Luanne Seymour Cohen: ‘Illustrator was een nieuwe manier om kunst te maken die klassiek wordt’

53 Column Peter van Ammelrooy: Duimpje omlaag 54 Video: Adobe SpeedGrade CS6: Adobe biedt kleur­beheer voor bewegend beeld

57 Review: Adobe Proto: Digitaal ruitjeskladblok 58 Test: Dzone laat Wacom Intuos5 testen 60 Creatief ondernemen: Grondstoffen 61 Koele apps: De voorgekookte genialiteit van Figure 62 Review: Metro Design Language: Bronnen van Zwitsers grafisch ontwerp

65 Volgend nummer

Abonnementenservice FBW Abonneeservice Postbus 612 3440 AP WOERDEN T +31 (0)348 431393 E abonnementen@dzone.nl W www.dzone.nl/abonnement

DZONE MAGAZINE VERSCHIJNT 6 KEER PER JAAR IN NEDERLAND EN BELGIË. ­ABONNEMENTEN KUNT U SCHRIFTELIJK AANVRAGEN BIJ THREE PUBLISHERS OF DOOR HET FORMULIER IN TE VULLEN OP DE DZONE-WEBSITE WWW.DZONE.NL. ­ABONNEMENTEN DIENEN TWEE MAANDEN VOOR DE EINDDATUM TE WORDEN OPGEZEGD. ANDERS WORDEN ZIJ AUTOMATISCH VERLENGD VOOR EEN JAAR. Alle merk- en productnamen zijn handelsmerken, of gedeponeerde handelsmerken, van hun respectievelijke houders en kunnen zijn gedeponeerd in bepaalde rechtsgebieden. Dzone is een geregistreerd handelsmerk van Three Publishers. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, gebruikt, gepubliceerd of worden opgeslagen in een gegevensbestand, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.

4

Cover Artwork Artist: Loudmouth Web: www.shop-around.nl vakblad voor designers 18e jaargang www.dzone.nl


inhoud

16

08

58

Gadgets

26

Interview: Max Kisman

Tees

22

Versch werk

De studio van‌ 21Bis & From-the-hill

24

De inspiratie van... Laser 3.14

5


Maakt jouw applicatie het verschil in de zorg? Hoewel er zo’n 10.000 Apps bestaan voor een gezonde leefstijl, zijn er amper applicaties die innovatie in de zorg stimuleren. Patiënten, mensen met een beperking en ouderen kunnen geholpen worden met slimme applicaties die informeren en diensten aanbieden via mobiele technologie. mHealth noemen we dat. Heb jij een goed idee voor mHealth? Doe dan nu mee met de Mobiles for Good Challenge. Je maakt kans op € 40.000 en professionele begeleiding bij de uitvoering ervan.

e Doe me met de or f Mobilesllenge ha Good C k kans op en maa 00! € 40.0

Maak het verschil in de zorg en meld je vandaag nog aan via mobilesforgood.nl.

De Mobiles for Good Challenge is een initiatief van de Vodafone Foundation in samenwerking met Waag Society.

Vodafone Mobiles for Good


redactioneel

Omdat ik daar op geklikt heb Tekst

Hans Frederiks

ILLUSTRATIE

Linda Lee

Zes miljoen wachtwoorden van LinkedIn in handen van criminelen, waaronder die van mij. Zo gauw ik het las, haastte ik me om het password te veranderen en om andere in dezelfde tijd gemaakte wachtwoorden aan te passen. Die van mijn Amerikaanse Amazon-account bijvoorbeeld, van mijn persoonlijke Twitteraccount, welke zou ik zijn vergeten? Het zette me wel aan het denken over LinkedIn. LinkedIn, inmiddels een beursgenoteerd bedrijf met 130 miljoen accounts, waarvan 3 miljoen in Nederland. En van die 130 miljoen accounts ben ik verbonden met 317 professionals. Fijn. Mooi. En ik voeg er af en toe weer eentje toe. Als iemand me vraagt en ik ken die persoon: prima. Dan zit ik meestal meteen even op LinkedIn en kijk bij People you may know en klik daar wat mensen aan die ik inderdaad ken. Hee! Mijn zoon staat er ook tussen. Klik. Jan van Boesschoten van Lightmaker in Amsterdam! Klik. Kijk nou: Mareije Roosen is getrouwd en heet nu Houben-Roosen! Hee! Jack Druppers, een Amsterdamse buurtregisseur, die me ooit enorm goed had geholpen. Klik! Het zal zijn dat ik LinkedIn niet begrijp, dat ik er geen goed gebruik van maak. Hans, je zou je er meer in moeten verdiepen! Lees er eens een boekje over... Nu ik toch op Amazon was om mijn password aan te passen, kijk ik even voor een boekje over LinkedIn. Er zijn tientallen boeken en boekjes over LinkedIn met prachtige titels als How to write a killer LinkedIn Profile, The Complete Idiot’s guide to Linked­In Mar­ keting, enzovoort, enzovoort. Ik herinner me dat ik ooit een boekje kreeg, De kleine Linked­ In voor dummies van Raymond Janssen (ben ik met hem eigenlijk verbonden?), en vis dat uit het stapeltje boeken dat in de plee ligt. In het ‘spiekbriefje’ voorin lees ik dat het blijven vergroten van mijn netwerk, het netwerken dus, een actieve sport is. Klik, klikkerdeklik. En dat ik vooral mijn profiel up-to-date moet houden, andermans updates moet volgen en vooral sociaal moet zijn en moet laten weten waar ik mee bezig ben. Oké. Ik schrijf een

redactioneel over LinkedIn voor Dzone 142. En ik moet deelnemen aan discussies, deel­ nemen aan groepen in LinkedIn. Volgens Linked­In – dat me regelmatig mails stuurt – zijn de groepen Magazine, Dutch Media Intelligence, Who’s who in Publishing en Dutch ICT Media Professionals wel wat voor mij. Dat zijn hele mooie adviezen, LinkedIn. Op maat, als het ware, maar ik wilde me net afmelden voor de Nederlandse Apple Professionals vanwege tijdgebrek om die discussies te lezen. Ik ben nog lid van Dutch Media Professionals, Nederlands Media Netwerk en nog een stuk of tien andere groepen die gelukkig verder buiten mijn gezichtsveld vallen, omdat ik geen mail van ze wil ontvangen over hun discussies. Waarom ik dan lid ben? Omdat ik daar een keer op geklikt heb.

Terwijl ik dit schrijf krijg ik een verzoek van Bert de Jong om toegevoegd te worden tot zijn professionele netwerk. Ken ik Bert? Misschien, hij heeft wat te maken met P/F en ooit heb ik daar wel eens wat voor geschreven. Klik. Ik zie nog meer medeprofessionals die ik ken, maar wat moet ik ermee? Ik verzamel geen contacten, wat voegen al die professionals toe aan mijn professionele leven? Ja, als ze allemaal een abonnement op Dzone zouden nemen, dat zou wat zijn. Wat moet ik dus met LinkedIn? Ik doe er niks mee, ik zoek geen baan, ik wil geen groepen volgen, het kost allemaal tijd. En bovendien heb ik heb zelf al een organisatie: de lezers van Dzone. Voor jullie maak ik elke twee maanden een status-update: de volgende Dzone. Reageren? Mail me op hans@dzone.nl.

7


interview

‘Bij ontwerpen moet je teruggaan naar de essentie van informatie in tekst en beeld’

Max Kisman, de man die tekens maakt

‘In mijn werk zit meer gevoel dan ik zelf wil prijsgeven’ Tekst en fotografie

Hans Frederiks

De carrière van Max Kisman omspant inmiddels zo’n 35 jaar. Kisman werkte na zijn opleiding als grafisch vormgever voor een variëteit aan media en opdrachtgevers. Hij gaf het beeldbepalende muziektijdschrift Vinyl vorm, ontwierp posters voor Paradiso, was ontwerper voor de televisiepoot van de VPRO en maakte daarvoor talloze animaties, gaf en geeft les in grafisch ontwerp en typografie en werkte begin 2000 in San Francisco als artdirector voor Wired Television. In het gesprek dat Dzone met hem had, vertelt hij uitgebreid over het ontstaan van zijn eigen ‘handschrift’, zijn ideeën over ontwerpen en zijn toekomstplannen. Laten we beginnen bij je opleiding... Max Kisman: ‘Na eerst het basisjaar aan de AKI – Akademie voor Kunst en Industrie – in Enschede te hebben gevolgd, heb ik aan de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam de opleiding Grafisch Ontwerpen voltooid. Daar

8

tekende ik veel, en volgde ook de vakken illustratie en modeltekenen. Striptekenen is een oude liefde, maar ik ben niet een echte verhalenverteller. Ik was gefascineerd door platenhoezen, waarbij beeld en tekst – taal, letters – samen het geheel vormen en wilde

grafisch ontwerpen gaan doen. Op de Rietveld volgde ik de lettertekenlessen van Sien ten Holt en Gerard Unger, maar ik ben niet echt een letterontwerper geworden. Hoewel ik graag letters tekende had ik geen behoefte om hele alfabetten te maken. Het


interview

Covers uit 1981, 1982 en 1984 voor muziektijdschrift Vinyl, dat was voortgekomen uit de experimentele Ultra-muziek en kunststroming die in 1980 in Amsterdam ontstond. Dat uitte zich in een controversiële vormgeving.

ontwerpen van een alfabet was een enorm monnikenwerk. Mijn ontwerpen waren meer rudimentair. Ik kreeg wel de behoefte om andersoortige lettervormen te koppelen aan het totaal van het grafisch ontwerp. Zeker in die tijd – eind jaren zeventig – wilde ik niet refereren aan bestaande conventionele vormen. Met de nieuwe vormen wilden we laten zien dat er nieuwe dingen gebeurden. Andere lettervormen hoorden daar bij. Die maakte je dan zelf maar. Dat paste ik later vooral toe bij het muziektijdschrift Vinyl.’

Viel dat samen met het begin van desktoppublishing? Max: ‘Vinyl begon in 1980. Pas in 1985 raakte ik serieus bij desktoppublishing betrokken. Gedurende de eerste jaren bij Vinyl raakte ik wel geïnteresseerd in computers. In die tijd waren er al digitale zetmachines. Daarmee kon je bijvoorbeeld een cursieve letter nog eens extra 12 procent cursiveren. Op het net gelanceerde MTV had ik videoclips gezien met gepixelleerde beelden. En de populaire Fairlight-computer kon videobeelden modificeren op een psychedelische manier. Ik kocht een ZX

Spectrum-computer om te kijken wat een computer nu eigenlijk was. De ingebouwde letters kon je naar een andere plek in het geheugen overzetten. Vanuit dat deel kon je ze aansturen, veranderen en printen. Het maakte mij duidelijk wat het cursiveren en vet maken in die zetmachines was. Gewoon wat pixels ernaast zetten of pixels verschuiven. Ik heb die experimenten van de Spectrum wel gebruikt in heel ruwvormige affiches. Mijn inzichten in computers kon ik pas echt toepassen toen Louis Rosetto mij in 1985 benaderde om het tijdschrift Language

9


interview

‘Het gaat om de complexiteit van de eenvoud – dat is mijn motto geworden’ Technology vorm te geven. Hij wilde in één lijn schrijven, vormgeven en drukken. Dat werd voor mij de entree in desktoppublishing. Met een collega die een Apple Macintosh had, kon ik die opdracht aannemen. Het was een kick om met eigen ideeën over vormgeving en tijdschriften, met onze eigen lettertypes en tekeningen tijdschriften in die nieuwe techniek uit te voeren. Ik had net een eigen donkere kamer ingericht met een reproductiecamera, omdat ik voor Paradiso de affiches met copyproof prints in elkaar knutselde. Door de komst van de computer kon ik die camera weer de deur uitdoen. Ook ging ik affiches voor Paradiso toen allemaal op de computer maken.’ Wanneer voelde je dat je een eigen stijl, een eigen handschrift kreeg? Max: ‘Het liefst deed ik alles zelf. Mijn eigen letters, foto’s, tekeningen en vormgeving. Ik vind dat je dat als eenling in de vingers moet hebben. Ik had sterke liefde voor tekenen, ik ben daarmee opgegroeid. Mijn vader was ook tekenaar en ontwerper. Het was niet zo dat ik echt een perfecte tekenaar wilde zijn. Bij het ontwerpen moet je erg selecteren, combineren en teruggaan naar de essentie van informatie in tekst en beeld. Het compositorische aspect van typografie, beeld en informatie interesseerde mij en ik maakte ook wel kleine tekeningetjes in bladen. Ik verzon altijd wel iets waardoor dat nodig was, zoals de pictogrammen voor Language Technology. Het tijdschrift had ook een krantenkatern, waarvoor heel snel, op één avond, tekeningen gemaakt moesten worden. Mijn huidige stijl komt wellicht voort uit de experimenten met typografie, met de witruimte tussen de letters, de verhouding van het zwart en wit en restvormen. Die silhouettekeningen zijn er op een gegeven moment ingeslopen en daarna ben ik ze verder gaan gebruiken, als een soort vondst. Ze zijn onuitputtelijk. De context waarin je iets moet maken is steeds anders. De manier van werken wordt een vaardigheid, maar mijn uitdaging is iets te verzinnen wat ik nog niet eerder heb gedaan. Het was belangrijk om er een podium voor te vinden, in mijn geval Het Financieele Dagblad.’

10

Je had met je affiches en je werk voor Vinyl al een duidelijke eigen stijl en eigen aanpak. Max: ‘Ik denk dat mijn aanpak de basis

is waarop een aantal ontwerpbeslissingen worden genomen, meer dan de visueel herkenbare stijl. Het gaat om de complexiteit van de eenvoud. Dat is in de loop van de tijd mijn motto geworden. Het gaat om het grafische aspect, de visuele impact, het ritmische aspect, en de subtiliteit die erin zit. Er zit meer gevoel in – denk ik – dan ik zelf wil prijsgeven. Het zijn soms heel brute dingen, hard, zwart-wit, maar

Tussen 1981 en 1988 ontwerpt Kisman posters voor Amsterdams premium-poppodium Paradiso. Naast de gangbare concertposters waren die voor het Tegentonen Festival hét podium voor zijn typografische experimenten.

De Tegentonen-poster uit 1991 is de sleutel tot het gebruik van vorm en tegenvorm in zowel zijn typografische ontwerpen als zijn illustraties en beelden.


interview

er zit een lijn doorheen die de nuance aangeeft. Ik kan het niet helemaal zelf analyseren. Wat ik heel belangrijk vind is het idee van compositie, hoe bijvoorbeeld een schilderij is opgebouwd met compositorische wetten; die hebben net zoveel waarde en diepgang bij een grafisch ontwerp en een tekening. Zoals een schilderij is opgebouwd – boompje hier, zon daar, mannetje in het midden op de diagonaal – denk ik ook

Herdenkingsposter uit 2001 voor de honderdste verjaardag van de dood van Henri de Toulouse-Lautrec.

Double Dutch resulteerde in een publicatie (Nijhof & Lee) en zijn lettertype Mata Hari, zoals te zien op dit affiche.

dat het zo werkt bij het grafische ontwerp. Die spanningsboog, zoals bij (klassieke) muziek, zit ook hier in. Er is een begin en een einde, een hoogtepunt ergens in het midden, en daarbinnen moet alles gebeuren. Er zijn onderzoeken naar ons kijkgedrag, hoe je ergens op focust en hoe je andere delen minder scherp bekijkt. Je oog gaat langs alles. Zelfs naar het vierkant van Malevitsj kun je lang kijken: je kijkt niet star

In 2003 en 2004 organiseerde Kisman de symposia Spaced Out: Black Holes in Typography (San Francisco) en Double Dutch, the Word of Image (San Francisco/Los Angeles).

Affiche uit 2005 om Lieve Lust, een gelimiteerde uitgave met erotische tekeningen en teksten, aan te kondigen.

naar hét beeld, je kijkt naar meerdere plekken in het beeld. Het is eigenlijk een non-lineaire compositie, terwijl het een lineair ding is. Dat zijn interessante gedachten over de onderliggende kwaliteit van een werk, ook van mijn eigen werk. Gerard Unger gebruikt weinig rechte lijnen in zijn letterontwerpen. Ze zijn altijd een beetje gebogen. Hij is erg gefascineerd door de curve, en ik merk bij mezelf dat ik ook graag gebruikmaak van de curve. Elke ronding in de tekening is een andere ronding. Een ronding, een curve moet je kunnen voelen. Je kunt op je computer een cirkel maken, daar een stuk uithalen en dan heb je de volmaakte ronding, maar die heeft geen gevoel. Ik moet die ronding zelf getrokken hebben, met een potlood of met een pen op bijvoorbeeld de iPad. Ik moet hem aangeraakt hebben en er tegenaan gedrukt hebben. Fysiek. Die getekende curve gebruik ik dan voor de digitale curve. Dat is de basis. Daarna mag het wel anders worden. Soms zit ik ineens met een tekening met teveel elementen, waarmee het verhaal verteld wordt. Maar voor de krant hoeft dat niet en omdat ook de tekeningen klein zijn, moet het een helder beeld zijn. Door de vereenvoudiging wordt de tekening er niet minder op. Hoe meer je weggooit, hoe sterker de keuze is wat je wel toont. Dat is ook het uitdagende van dit soort opdrachten. Je toont iets wat niet geschreven is, terwijl de mensen het wel kunnen lezen. Het is een commentaar waarbij mensen binnen hun eigen referentiekader en associatie maken, gekoppeld bijvoorbeeld aan de kop van het artikel. Ik noem mijn tekeningen dan ook wel “visuele headlines”. Toen ik in 1987 met de Commodore Amiga de Rode Kruiszegels had ontworpen, werd mijn werk door Paul Hefting in verband gebracht met Matisse en Saul Bass. Daar had ik zelf nooit bij stilgestaan. Ik was veel meer bezig met de sociaal-maatschappelijke context van mijn werk, en had nooit gedacht aan dat soort kunstenaars. Ik zag mezelf toen niet als beeldenmaker, maar als ontwerper. In de loop van de tijd ben ik natuurlijk – vooral door de latere tekeningen en vanwege de eenvoud en kracht die ze uitstralen – dicht bij Dick Bruna gekomen. Ik heb altijd gedacht dat mijn invloeden uit de westerse cultuur kwamen. Toen ik een paar jaar geleden naar Indonesië ging om een lezing te geven, realiseerde ik me echter dat er vroeger thuis batikdoeken met wajangfiguren in

11


interview

‘Tekenen blijft de basis voor het denken’ de kamer hingen. Het zijn schaduwpoppen, die als silhouetten geprojecteerd worden op een wit doek. Het was duidelijk: dat heeft met mijn werk te maken.’ Pratend over zijn stijl komen we ineens op de betaling voor ontwerpwerk en illustraties en hoe dit de laatste jaren is veranderd. Max: ‘Op de academie tekende ik naar de natuur. Dat kostte veel tijd. Voor m’n opdrachten krijg ik steeds minder tijd en heb ik een vorm ontwikkeld die zowel snel als goed is. Er wordt tegenwoordig niet meer voor je uren betaald. Ik ken goede illustratoren die een dag of een paar dagen over een illustratie doen. Maar er is geen opdrachtgever die zegt: ik betaal je voor die twee dagen. Dat was twintig jaar geleden anders. Met de animaties die ik in de jaren negentig voor de VPRO maakte, was ik vier tot vijf dagen per week bezig, en dat werd betaald.’

en de studenten een eigen programma aanbieden. Verder heb ik in alle aspecten van grafisch vormgeven wel les gegeven. Maar het komt altijd op hetzelfde neer: om tot een helder en persoonlijk beeld te komen moeten bepaalde hiërarchische keuzes gemaakt worden. Voor mij begint dat met tekenen, schetsen maken. Tekenen blijft de basis voor het denken.’

Waarom ging je naar Amerika en waarom kwam je weer terug? Max: ‘Begin jaren negentig had Louis Rosetto gevraagd of ik voor het tijdschrift Wired in San Francisco wilde komen werken. Hij was oprichter en hoofdredacteur. Ik had echter net de opdracht gekregen om de vormgeving van de VPRO te gaan doen. Dat was voor mij de ultieme opdracht, de mooiste die ik kon bedenken. Jaap Drupsteen, die dat vóór mij deed, was voor mij hét voorbeeld uit de jaren zeventig. Er was

Waarom is die mentaliteit zo veranderd? Max: ‘We leiden heel veel creatieven op die dit werk kunnen doen, maar er wordt niet bij stilgestaan of er wel voldoende werk is. Heel veel mensen werken onder hun niveau en hebben baantjes ernaast om rond te komen. Mensen die er wel van kunnen leven, hebben ook een bepaalde visie binnen hun vak – economisch, filosofisch of sociaal-maatschappelijk – en gaan daarmee aan de slag. Je moet erg gedreven zijn, met een ideaal en een behoorlijke mate van realisme. Je moet met mensen kunnen praten, je moet je ergens ín kunnen praten. Je moet naar iemand kunnen luisteren en niet alleen maar de idealist uithangen. En ook niet afwachten en denken: ik ben erg getalenteerd, het komt wel naar me toe. Het is heel toevallig áls iemand je ontdekt. Er is heel veel concurrentie, maar er is ook heel veel slechte kwaliteit. Dat geldt ook voor opdrachtgevers. Er zijn heel veel opdrachtgevers, er is potentieel heel veel werk, maar er zijn ook heel veel slechte opdrachtgevers, die helemaal niet weten wat ze aan het doen zijn of weten wat ze willen.’ Naast je ontwerpwerk en tekenen geef je ook nog les. Max: ‘Ja, in Den Haag. Afgelopen studiejaar was ik onderdeel van Letterstudio, waarin Frank Blokland, Peter Verheul en ik elk vanuit onze eigen invalshoeken met letters bezig zijn

12

Omslag/affiche voor Klein Woordenboek van Tijd met 26 woorden die iets over tijd zeggen, beknopt beschreven door 26 auteurs. Elke illustratie verhoudt zich tot het woord en de letter in het alfabet. Dit resulteerde in een gelaagd lettertype, gratis verkrijgbaar via Hollandfonts.com


interview

voor mij maar één plek en dat was daar, bij de VPRO. Daarom ben ik toen niet naar Amerika gegaan. Maar op een gegeven moment ging Wired ook televisie maken en mij werd gevraagd of ik dan wél wilde komen. Ik zei: oké! Ik heb al mijn schepen verbrand en ben erheen gegaan. Na een jaar stond ik weer op straat. Wired werd verkocht aan uitgeverij CondéNast. Die wilde geen televisie maken. Ik kwam er als laatste in en ging ik er als eerste uit. Toen ben ik voor mezelf begonnen. Dat ging goed tot 2000, totdat de

Artposter uit 2011 voor BNO Tallks, Design Rocks.

Omslag voor bankierstijdschrift Schretlen Magazine, 2011.

internetindustrie in elkaar zakte. Dat hakte er erg in en dat ben ik niet meer te boven gekomen. Ook andere ontwerpers en illustratoren hebben het daar erg moeilijk mee gehad. In 2005 kwam ik terug in Nederland en kwam ik erachter wat mijn eigenlijke habitat was. Ik had nog wel een reputatie, maar of die goed of slecht was kon ik niet beoordelen. Ik kreeg wat opdrachten, een tentoonstelling en animaties voor Submarine voor een televisieprogramma, ik ben gaan doceren en na vier jaar was het weer stabiel.

Sinds 2007 illustreert Kisman de weekendessays op zaterdag in Het Financieele Dagblad op puntige wijze.

Ik ben erg blij met de positie die ik nu weer inneem nadat ik acht jaar ben weggeweest. In die tijd is er veel veranderd, zowel sociaal-maatschappelijk als economisch en technologisch. En dat ik het gevoel heb dat ik daar nog steeds aansluiting bij heb. Ik zou nu ook eigen producties willen doen. Door het IJsseloeverproject met Wim Brands wil ik wat meer die kant op gaan.’ Hoe is dat project ontstaan? Je hebt daar een heel ander soort tekeningen voor gemaakt. Romantisch bijna. Max: ‘Het is een heel bijzondere productie geworden. Een romantische productie, met een heel andere manier van tekenen inderdaad. IJsseloever was het verhaal van Wim Brands. Ik vond dat de tekeningen bij de teksten van Wim niet die aanwezigheid moesten hebben die mijn tekeningen vaak wel hebben. Ik was aan het schetsen met het idee dat ik ze later zou uitwerken. Dat had ik kunnen doen, maar dan was ik daar erg aanwezig geweest, in vorm en inhoud. Ik vind die transparante, niet erg aanwezige tekeningen mooi zo. Het geheel is bedacht vanuit de vormgeving van het product, vanuit het artdirecten, en niet vanuit het kiezen waarmee je jezelf kunt profileren. Ik weet niet of het er minder op was geworden als ik dat wel had gedaan, maar dan waren de teksten misschien meer de bijschriften bij de tekeningen geworden. Wim en ik zijn nu wel bezig met beeldgedichten. Het worden affiches, waarbij ik zijn gedichten aanvul met mijn beeld.’ Wat heb je nog meer voor projecten?

Omslag voor het VBA_journaal, vereniging van beleggingsadviseurs, uit 2011: dogma’s en dilemma’s in benchmarking.

Max: ‘Via Mijksenaar Wayfinding ben ik gevraagd om de pictogrammen in de P1 parkeergarage van Schiphol te restylen, opnieuw te ontwerpen. Dat is erg leuk. Die pictogrammen zijn een begrip. Je parkeert je auto bij Klomp, Kaas of Boerin. De beelden als begrip – Kaas, Klomp, enzovoort – blijven, maar de oorspronkelijke tekeningen van Opland worden vervangen door mijn tekeningen. Het is een langlopend project, maar erg leuk. Soms ben je zolang bezig dat je denkt dat ze toch weer anders kunnen. Ik kijk er naar uit als dat klaar is. Dit soort opdrachten zou ik graag meer willen doen. Verder ben ik bezig met “Bloedlijn”, een vijfluik gebaseerd op mijn familiegeschiedenis. Daar zou ik een theatervoorstelling van willen maken. Die familiegeschiedenis is vrij dramatisch en het gaat over het koloniale Nederland en het Nederland in Europa zoals het nu is. Het is een beetje te

13


interview

In Bloedlijn uit 2912, een vijfluik over zijn familiegeschiedenis, legt Kisman verbanden met de Javaanse Wayang Kulit. ingewikkeld om die geschiedenis hier te vertellen, maar het is voor een deel het verhaal van mijn grootmoeder, die ik zelf nooit gekend heb. Dat verhaal zou ik graag vertellen, met schaduwpoppen, projectie, animatie en muziek. Dat idee borrelt een beetje bij me. Het is ook een zoektocht naar mijzelf en dat is wel eng om te doen. Eigenlijk bestaat alles wat ik doe uit oefeningen om daarbij uit te komen. Het mooiste is als ik door het tekenen in mijn levensonderhoud kan blijven voorzien. Ik vind het heel leuk om tijdschriften te maken, ik vind het leuk om apps te maken, dat is het dienende aspect van mijn werk, maar ik merk dat ik daar toch in gedachten en in mijn hart steeds meer van wegdrijf. Maar misschien is dat wel normaal op deze leeftijd.’ Je bent eigenlijk meer illustrator aan het worden dan vormgever... Max: ‘Tekenaar, de man die tekens maakt, zou ik eigenlijk willen zeggen… Ja, aan de ene kant ben ik bang om daarin weg te glijden, maar dat heb ik met ontwerpen of met het maken van letters ook. Ik wil nog steeds alle dingen doen, én letters én tekeningen én foto’s én affiches, maar uiteindelijk kom ik waarschijnlijk toch bij die tekeningen terecht. Mijn vader begon als tekenaar en illustrator en eindigde als ontwerper en fotograaf. Misschien moet ik het net andersom doen en eindigen als illustrator.’

Meer info maxkisman.com, kismanstudio.nl en hollandfonts.com IJsseloever is te vinden in de Apple Store: itunes.com/apps/ijsseloever

14

Cover voor de VPRO-gids uit 2012.


15


inspiratie

Versch werk

Designer: Josie van der Mark Omschrijving: Een verbeelding van virtueel water: de hoeveelheid liters water die opgaan bij de productie van kleding of voedsel. Om een kopje koffie te produceren is bijvoorbeeld 840 liter water nodig en voor de productie van een appel 70 liter (vrij werk). Contact: josievandermark@gmail.com Website: josievdmark.blogspot.com

16


inspiratie

Insturen Elke editie wordt voor deze rubriek werk geselecteerd van designers en illustratoren over wie wij enthousiast zijn. Dat doen we om te inspireren, maar ook om iedereen de kans te geven zijn beelden hier te etaleren. Verras ons dus met jouw werk! Heb je beelden van een recent project of nieuw vrij werk waarvan je vindt dat het hier een plaats verdient, stuur daarvan dan de JPG’s met een korte toelichting naar verschwerk@dzone.nl

Designer: Bas van Houwelingen / Baixo Illustraties Omschrijving: Vrij werk, portret illustratie. Special illustratie ‘Chamaeleon’ in opdracht van Young Design®. Vrij werk, sketchy fashion illustratie. Vrij werk, Milwaukee Art Museum Software: Illustrator, Photoshop Contact: + 31 (0)6 42104760 mail@baixo.nl Website: www.baixo.nl

17


inspiratie

Designer: Guido de Boer Omschrijving: Voor het 25 jarig jubileum van Te Kiefte Architecten maakte ik dit Artwork. “De jonge Utrechtse kunstenaar werd getipt door een schoolvriend die de oproep van Te Kiefte zag. Zijn enthousiasme en zijn goeddoordachte ontwerp zorgden ervoor dat zijn kunst in maart en april voor het pand van Te Kiefte te Borne te bewonderen is. Hij heeft een typografisch kunstwerk geplaatst, een landmark, dat speciaal voor hem uit een 3 meter hoge aluminium plaat werd gesneden met een waterjet. Dit kunstwerk staat symbool voor de combinatie van passie en luisteren naar de klant wat het werk van de architect vormt. Uit aluminium zijn de woorden ‘art’ en ‘work’ gesneden. Enerzijds creëert en schept een architect, waardoor er ‘kunst’ ontstaat. Aan de andere kant is er ook het klantcontact, het zorgen voor een gedegen ontwerp en het soepel laten verlopen van een bouwproces. Dit vormt het werkaspect van de activiteiten van een architect. Volgens De Boer geeft dit kunstwerk als een fysieke mijlpaal de 25 jaar weer die Te Kiefte reeds heeft besteed aan art en work.” - Te Kiefte Contact: + 31 (0)6 18233999, guidodeboer@gmail.com Website: www.guidodeboer.info, cargocollective.com/ guidodeboer#ARTWORK

18


inspiratie

Designer: Patrick van Vliet Omschrijving: Suited /Autonoom werk / Ik houd van verhalende beelden. Vanuit een bedacht verhaal verzamel ik aansprekend beeldmateriaal en verwerk dat met behulp van Photoshop tot ik ruwweg de juiste compositie heb gevonden. Schetsend en knippend zet ik het doek op, om vervolgens al schilderend een pad op te gaan waarbij tot op het laatste moment toch alles anders kan worden. Software: Photoshop & acrylverf op doek, 200 x 100 cm Contact: +31 6 26452550 Website: www.patrickvanvliet.com

19


inspiratie

20


inspiratie

Voor elk omslag van Dzone kiezen Shop Around en de redactie van Dzone voor een maker uit de grote groep beeldenmakers die Shop Around vertegenwoordigt. Deze keer is dat Loudmouth. Loudmouth speelt met letters, beeld en de grenzen van toelaatbaarheid. ‘Louder than words’, geen fratsen, maar knallen. ‘Mijn werk is goed als het swingt als een tiet. Dat is de basis voor alles wat ik maak.’ Na drie maanden kunstacademie in Utrecht komt Robert ‘Loudmouth’ Adriaanse (1973) erachter dat hij muziek maken interessanter vindt dan studeren. Hij stopt met de opleiding om zich echt te kunnen storten op zijn twee grootste hobby’s: muziek maken en grafisch ontwerpen. In 2005 start Robert met twee kompanen het Amsterdamse ontwerpbureau Dog and Pony. Na vijf jaar vlammen, gieren en brullen is het tijd voor nieuwe energie en een nieuwe koers: ‘Loudmouth’ is geboren. Loudmouth is geïnspireerd door het vakmanschap van oude drukletters, die je bijvoorbeeld ziet in Woodtype-posters uit het begin van 1900. Het ontwerp is simpel en krachtig. ‘Ik pak het op en ga verder waar ze gestopt zijn. Omdat ik speel met bestaande elementen, creëer ik voor mezelf de vrijheid om deze vormen om te bouwen naar illustraties en ze in een nieuwe dimensie weer te geven.’ www.loudmouth.nl

Guitar Wolf. Poppodium DBS, poster Verschillende logo’s James Worthy – Because I’m Worthy. Lebowski Uitgeverij, boekcover The Lunatics – Bingo. Theaterposter The Lunatics – Hominid. Theaterposter Cultureel Centrum Concordia – Visuele identiteit Roberto Saviano - Serie. Lebowski Uitgeverij, boekcover The Riots – R&R MFS. Tear It Up Records, zeefdruk, vinyl single.

Shop Around

Shop Around werd opgericht in 1998 als een rep bureau, vooral gericht op illustratoren en grafisch ontwerpers. In de loop der jaren heeft het zich ontwikkeld tot een creatief productiebureau dat gespecialiseerd is in eigentijdse illustraties, grafisch design, wall design, animatie, motion graphics en interactieve vormgeving. Shop Around heeft vestigingen in Amsterdam en Rotterdam. Sinds twee jaar is er ook een vestiging in New York. www.shop-around.nl

21


inspiratie

22


inspiratie

De studio van

21bis & From-The-Hill De werktafel, het bureau, de studio, de werkomgeving van een creatief ziet er vaak bijzonder uit. Soms strak, soms chaotisch, vaak met veelzeggende details. Elke Dzone leggen we zo’n studio vast. Deze keer de studio van 21bis & From-The-Hill.

Op de vierde etage van het Duintjer CSverzamelgebouw delen 21bis & From-The-Hill een studio. Samen studeerden Frank Dresmé (21bis) en Stefan van den Heuvel (From-TheHill) af aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (Illustratie) in 2007. Na een jaartje aanklooien besloten ze op een dronken avond dat ze vooral niet samen gingen werken maar wel een ruimte konden delen. Voor een kritisch oog, de gezelligheid en ondanks de eerder gemaakte afspraak bundelen ze sindsdien regelmatig de krachten om de grotere klussen aan te kunnen pakken.

Samen werkten ze onder andere voor De Grote Prijs van Nederland, Taste Snowboard Magazine en Nike ACG. Frank (21bis) werkt onder meer voor Perquisite, Nowhere Amsterdam en GZG – momenteel aan een verse albumhoes en Roots on the Road (de Alliantie). Samen met Erik Hoogendorp maakte hij recentelijk de typografie voor Johan Kramers’ korte film over zzp’ers Zonder. Stefan (From-The-Hill) heeft de laatste tijd als freelancer gewerkt bij Thonik en EDHV voor onder andere de Amsterdamse

Hogeschool voor de Kunsten, Manifesta 9 en de High Tech Campus. In de studio wordt veel tijd besteed aan eigen werk. Samen bezoeken ze een paar keer per maand het Amsterdams Grafisch Atelier om te zeefdrukken, maken ze boekjes in kleine oplage en tappen ze veelal typografische grappen met wisselende technieken. Binnen­ kort wordt een webshop geopend met onder meer de zeefdrukken onder de alias The Leftovers. (www.leftoversshop.com) www.21bis.nl | www.from-the-hill.nl

23


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.