Locatiespecifieke creatieve economie als katalysator voor ruimtelijke ontwikkeling. Food Hub Sugar City
Tessa Van Gucht Gepubliceerd op 1 juni 2015 als onderdeel van het masterproefproject (major theorie, minor ontwerp) van de master Stedenbouw en Ruimtelijke Planning. onderzoeksthemagroep 'reflective theory' onder leiding van Catherine Mengé promotor: Catherine Mengé co-promotor: Karel Wuytack
Dankwoord Eerst en vooral wil ik graag mijn promotor, Catherine MengĂŠ, en copromotor, Karel Wuytack, bedanken. Zij hebben mij beiden week na week met raad en daad bijgestaan. Op momenten waar ik het bos door de bomen niet meer zag hebben zij mij opnieuw helpen focussen en de moed gegeven verder te gaan. Hun twee verschillende perspectieven hebben mijn kijk op het onderwerp verbreed en tot een rijk resultaat geleid. Ik wil ook de organisatie, begeleidende docenten en sprekers van de summerschool 'The Big Reset on Neighbourhood Design' in Amsterdam bedanken voor een leerrijke 10daagse en inspiratie voor deze masterproef. Daarnaast wil ik ook mijn ouders bedanken die mij al 25 jaar lang ondersteunen waar ze kunnen, in alles wat ik onderneem, en mij de kans hebben gegeven mijn dromen te verwezenlijken.
Voorwoord In augustus 2014 nam ik deel aan de summerschool 'The Big Reset on Neighbourhood Design' in Amsterdam. Tijdens deze summerschool werd Amsterdam-West onder de loep genomen. De onderzoeksvraag luidde 'How to facilitate 750.000 people with an ideal living environment the next 25 years? How to design for the collective?' Deze onderzoeksvraag vormt echter niet de basis voor deze masterproef. In het kader van de summerschool werden verschillende lezingen georganiseerd. Evert Verhagen was ĂŠĂŠn van de sprekers. Verhagen gaf een lezing in verband met hergebruik en zijn organisatie Creative Cities. Tijdens deze lezing kwam het project van de Westergasfabriek, dat zich ook in Amsterdam-West bevindt, aan bod. Waarom net deze lezing en net dit project mij bijbleven? In tegenstelling tot de lezing die Ton Schaap gaf over de ontwikkeling van de Ijoevers, waar er volledig contextloos wordt ontwikkeld, raakte Verhagen een onderwerp aan dat mij reeds langer boeit: de herontwikkeling van industriĂŤle sites met behoud van historisch DNA. Verhagen merkte begin jaren '90 een tendens op: een stad die aantrekkelijk wilde zijn moest zich profileren als een creatieve stad. Dit inzicht verwerkte hij in de herontwikkeling van de Westergasfabriek. De voormalige kolengasfabriek werd getransformeerd tot culturele en creatieve hotspot. Locatiespecifieke creatieve economie werd hier ingezet om leegstand tegen te gaan en sitebekendheid te verwerven, in afwachting van een lange termijnoplossing. Deze tijdelijke invulling kende echter zo'n groot succes dat ze een permanente plaats kreeg. Het verhaal van de Westergasfabriek wekte mijn interesse in creatieve economie als katalysator voor ruimtelijke ontwikkeling. Verhagen vertaalde deze creatieve economie destijds onder de vorm van theaters, gallerijen, ed. Nu, 20 jaar later, bemerken we echter een nieuwe tendens. Het is niet langer de creatieve stad die de hippe stad is maar de bewuste, duurzame stad.
INHOUDSTAFEL Inleiding p. 17
I
p. 18 p. 19 p. 25 p. 52
Deel 1: Theoretisch kader vanuit de visie van Evert Verhagen Deel 2: Methodiek Deel 3: Westergasfabriek en gelijkaardige reconversieverhalen Deel 4: Conclusie
p. 57
II
p. 65 p. 74 p. 78 p. 95
Deel 5: Situering in Metropoolregio Amsterdam Deel 6: Historische duiding Deel 7: Beleidsmatige en planologische situering Deel 8: Kwalitatieve analyse
p. 105 III
Theoretisch kader met respectievelijke casussen
Analyse Amsterdam-West
Beeld/denkbeeld vanuit een voedselperspectief
p. 110 Deel 9: Westergasfabriek en Sugar City als complementaire polen aan de Haarlemmervaart p. 115 Deel 10: Een visie op de ontwikkeling van Sugar City als Food Hub p. 118 Deel 11: Een ruimtelijke strategie voor de ontwikkeling van Food Hub Sugar City en de Haarlemmervaart p. 129 Deel 12: Ruimtelijke uitwerking van Food Hub Sugar City en de Haarlemmervaart p. 165 IV
Conclusie
p. 166 Deel 13: Inhoudelijke reflectie en besluit Bibliografie Afbeeldingenlijst Abstract
INLEIDING
Wat is creatieve economie? Creatieve economie gaat niet om het vak dat je uitoefent, maar de wijze waarop je je werk doet. Of de vrijheid die je krijgt om je werk te doen. Volg je bij iedere handeling een standaardprocedure of is er de ruimte of zelfs noodzaak om er je eigen draai aan te geven?1 (Milikowski, 2013) Creatieve economie is dus niet hetzelfde als creatieve industrie dat enkel kunstenaars, architecten en dergelijke omvat. Bij creatieve economie gaat het om het creatieve proces dat tijdens het werk wordt doorlopen. Probleemstelling Amsterdam moet zichzelf als stad continu heruitvinden en opnieuw profileren. Evert Verhagen merkte in de jaren '90 een bepaalde tendens op: de aantrekkelijkheid van een creatieve stad. Hij linkte deze tendens aan beleid en zo kwam het project van de Westergasfabriek tot stand. De Westergasfabriek bracht creatieve economie, onder de vorm van creatieve industrie, in the picture binnen Amsterdam. Dit leidde tot het profileren van Amsterdam als creatieve stad. De herontwikkeling van de Westergasfabriek heeft zijn invloed gehad op Amsterdam-West. Het krioelt er nu van de creatieve broedplaatsen. De creatieve economie, van de grootschalige Westergasfabriek en 1
Milikowski, F. (2014). De creatieve stad. Te duur voor de middenklasse.De Groene Amsterdammer, 41,
31.
9
figuur 1: Amsterdam-West met Haven-Stad en Creatieve Radiaal West
Haven-Stad
Creatieve Radiaal West
10
kleinschalige creatieve broedplaatsen, heeft de stedelijke ontwikkeling van Amsterdam-West gestimuleerd. Dit is merkbaar aan twee projecten die het gebied onder handen nemen: enerzijds is er het lopende project Creatieve Radiaal West, anderzijds het toekomstige transformatiegebied Haven-Stad. De Creatieve Radiaal West, een socio-economisch project, focust zich op de aanwezige creatieve economie in het gebied van AmsterdamWest, meer bepaald de wijken Westerpark, Bos & Lommer en Geuzenveld-Slotermeer, en gaat op zoek naar een manier om deze beter te ontsluiten en toegankelijker te maken voor alle Amsterdammers. Dit omdat creatieve economie een bijdrage levert aan de socio-economische veerkracht, de concurrentiepositie van regio's, steden, wijken en buurten en de waardestijging van vastgoed.2 ('tIdee! BV, 2009) De ingrepen die binnen het kader van de Creatieve Radiaal West worden verwezenlijkt hebben als doel: meer (nieuwe) werkgelegenheid op lange termijn, meer en nieuwe kansen voor jongeren in de buurt, een sterker (economisch) imago voor de hele wijk en het benutten van de aantrekkingskracht van creatief succes op (ook niet creatieve) bedrijven en organisaties. Meer creatieve economie in de Creatieve Radiaal West levert een aantoonbare bijdrage aan de versterking van het gebied als woonplek en als vestigingsgebied voor economische bedrijvigheid in het algemeen.3 ('tIdee! BV, 2009) Het project van de Creatieve Radiaal West is nog volop in uitwerking maar heeft nu al een sterke invloed op het gebied. Haven-Stad is een uitwerking van de Structuurvisie Amsterdam 2040. Het havengebied wordt aangeduid als transformatiegebied. Haven-Stad zal tot gemengd stedelijk gebied worden omgevormd. Amsterdam wordt steeds voller en ruimte voor ontwikkeling is schaars. Om nieuwe mogelijkheden te creëren is Haven-Stad, het deel van het havengebied binnen de Ring A10, in de Structuurvisie Amsterdam 2040 aangewezen als transformatiegebied. Na een motie van de gemeenteraad is de Transformatiestrategie Haven-Stad opgesteld en in juli 2013 door dezelfde raad vastgesteld. Het doel van de strategie is om Haven-Stad te ontwikkelen tot een gemengd stedelijk gebied.4 (Maurits de Hoog, 2013) 2 ‘tIdee! BV. (2009). Creatieve Radiaal West. Visie en uitgangspunten. Geraadpleegd op http://www. amsterdam.nl/toerisme-vrije-tijd/groen-natuur/parken/bretten-0/bretten/ 3 ‘tIdee! BV. (2009). Creatieve Radiaal West. Visie en uitgangspunten. Geraadpleegd op http://www. amsterdam.nl/toerisme-vrije-tijd/groen-natuur/parken/bretten-0/bretten/ 4 Milikowski, F. (2014). De creatieve stad. Te duur voor de middenklasse.De Groene Amsterdammer, 41, 30-35.
11
De Westergasfabriek profileert Amsterdam als creatieve stad. Amsterdam moet zich nu echter, inspelend op de huidige tendensen, profileren als bewuste, duurzame stad. Meer specifiek begint het duurzaam produceren, consumeren en verwerken van voedsel een grote rol te spelen binnen het denken over de stad. In Amsterdam-West bevindt zich een potentiële nieuwe hotspot: Sugar City. Net zoals de Westergasfabriek is Sugar City een voormalige industriële site, meer bepaald een oude suikerfabriek. Beide sites zijn langs de Haarlemmervaart gelegen. Ze bevinden zich echter elk in een andere context. De Westergasfabriek bevindt zich in een meer stedelijke context, Sugar City in een eerder landschappelijke. Amsterdam-West herbergt namelijk één van de groene scheggen of groene vingers die Amsterdam tot een lobbenstad maakt. De site van Sugar City vormt de ideale locatie voor het neerstrijken van een nieuwe, hedendaagse vorm van creatieve economie. Hypothese Locatiespecifieke creatieve economie is een katalystor voor ruimtelijke, zowel stedelijke als landschappelijke, ontwikkeling. - Ruimtelijke plannen, geënt op de identiteit van de plek en de participatie en co-creatie van en gedragenheid bij bewoners en gebruikers – inclusief tijdelijk gebruik, zijn kwalitatiever en duurzamer. - Creatieve economie, tijdelijk of permanent, kan de ruimtelijke ontwikkeling van stad en landschap initiëren en/of intensifiëren. Deze hypothese wordt getest op Amsterdam-West. Het projectgebied strekt zich uit langs de Haarlemmervaart, van de Westergasfabriek tot Sugar City in Halfweg.
12
Methode De toegepaste methode is reflective theory. Uit de analyse van verschillende casussen worden lessen getrokken die vervolgens op een bepaalde site worden toegepast. Ook Evert Verhagen pastte deze methode toe. Aan de hand van verschillende casussen kwam hij tot drie perspectieven of thema's voor het creĂŤren van een aantrekkelijke stad. Die drie thema's zijn beleid, historisch DNA en creatieve economie. Deze drie thema's vormen de rode draad doorheen deze masterproef. In het kader van het thema beleid werden beleidsteksten als de structuurvisie en voedselvisie doorgenomen. Het historisch DNA werd geĂŻdentificeerd na een uitvoerige analyse van het projectgebied. Het thema creatieve economie tenslotte werd uitgediept aan de hand van casussen. Op basis van de visie van Evert Verhagen werden drie casussen geanalyseerd: Westergasfabriek in Amsterdam, Emscher Park in het Ruhrgebied en La Confluence in Lyon. De lessen uit deze drie casussen werden meegenomen naar Amsterdam-West. Op basis van deze lessen werd een visie en strategie voor Amsterdam-West opgesteld. Deze visie en strategie kregen vervolgens een ruimtelijke vertaling op de site van Amsterdam-West. lessen visie Evert Verhagen en drie casussen visie voor Amsterdam-West strategie voor Amsterdam-West ruimtelijke vertaling strategie
13
In Deel 1 wordt het theoretisch kader opgebouwd aan de hand van de visie van Evert Verhagen, projectmanager van de Westergasfabriek. Dit deel vertelt hoe Verhagen tot zijn specifieke methodologie komt. In Deel 2 wordt de methodiek voor het onderzoek geschetst. Deze methodiek bestaat uit 3 thema's: beleid, historisch DNA en creatieve economie. Deze drie thema's vormen de rode draad doorheen deze masterproef. In Deel 3 wordt het thema creatieve economie uitgediept. Naast de casus Westergasfabriek worden twee andere casussen geanalyseerd. De eerste, Emscher Park in het Ruhrgebied, werd door Verhagen zelf als voorbeeld genomen. De laatste casus, La Confluence in Lyon, is een eigen bezochte casus die binnen het onderzoek kadert. In Deel 4 wordt een conclusie gevormd omtrent het thema creatieve economie. Dit op basis van de drie doorgelichte casussen die werden geanalyseerd met als leidraad de drie thema's van Evert Verhagen. In Deel 5 wordt de casus Westergasfabriek in vergelijking gesteld met Sugar City. Beiden zijn gelijkaardige situaties die in een verschillende context ontwikkelden. Deel 6 houdt een historische duiding van het meest relevante historisch DNA van Amsterdam-West in. Zowel de Westergasfabriek als Sugar City komen aan bod. Daarnaast worden ook de Haarlemmervaart en volkstuinparken in de geschiedenis gesitueerd. In Deel 7 wordt het beleid doorgelicht. Aan de hand van de structuurvisie en de voedselvisie wordt een beeld gevormd van de visievorming voor Amsterdam-West. Daarnaast worden ook relevante lopende projecten binnen het projectgebied aangehaald. In Deel 8 wordt het projectgebied zelf doorgelicht. De huidige stand van zaken en de meest belangrijke kenmerken, het historisch DNA, worden aangehaald. In dit deel wordt geconcludeerd welk soort creatieve economie in Sugar City op z'n plaats is.
14
In Deel 9 worden de twee sites, Westergasfabriek en Sugar City, tegenover elkaar geplaatst. De potentiĂŤle complementariteit van deze twee polen langs de Haarlemmervaart wordt hier geduid. In Deel 10 komt de visie voor Amsterdam-West aan bod. Deze visie kijkt vanuit het perspectief van voedsel, het nieuwe soort creatieve economie dat in Sugar City zal neerstrijken. In Deel 11 wordt de strategie voor het verwezenlijken van de visie voor Amsterdam-West omschreven. Deze strategie wordt opnieuw onderverdeeld in de drie thema's van Verhagen: beleid, historisch DNA en creatieve economie. In Deel 12 wordt de ruimtelijke vertaling van de strategie voor Amsterdam-West verbeeld. Deze verbeelding gebeurd op drie schaalniveaus: op schaal van Metropoolregio Amsterdam, op schaal van de Haarlemmervaart en enkele zoom-ins binnen het projectgebied. In Deel 13 komt een inhoudelijke reflectie aan bod. Deze reflectie leidt tot een algemeen besluit over de drie thema's: beleid, historisch DNA en creatieve economie.
15
figuur 2: Westergasfabriek
16
I THEORETISCH KADER MET RESPECTIEVELIJKE CASUSSEN
In dit hoofdstuk wordt de visie van Evert Verhagen verwoord. Uit deze visie wordt een methodiek voor het analyseren van casussen en het opbouwen van een strategie gedistilleerd. Drie verschillende casussen worden geanalyseerd aan de hand van deze methodiek. De conclusie uit deze visie en casussen wordt meegenomen naar Amsterdam-West.
17
Deel 1: Theoretisch kader vanuit de visie van Evert Verhagen
Evert Verhagen was, van 1994 tot 2005, de projectmanager van het Projectbureau Westergasfabriek en reeds sinds 1990 betrokken bij het Westergasfabriekproject als sectorhoofd stadsdeelwerken voor het stadsdeel Westerpark. Verhagen was voorheen sectorhoofd van de stadsdeelwerken voor het stadsdeel Westerpark. Hij is dus iemand die vanuit beleid in de praktijk is gestapt. Dit gaf Verhagen een unieke kijk op het project van de Westergasfabriek. Als projectleider van het Projectbureau Westergasfabriek werkte Verhagen, samen met zijn team, aan de ontwikkeling en de uitvoering van de transformatiestrategie voor de Westergasfabriek. De ontwikkeling van de oude kolengasfabriek was echter geen lineair proces. Onverwachte situaties gooiden continu roet in het eten. Om die reden was Verhagen genoodzaakt de transformatiestrategie voor de Westergasfabriek meermaals aan te passen aan nieuwe, onvoorziene omstandigheden. Het is op deze manier dat Verhagen tot een succesvol resultaat is gekomen. De expertise die hij tijdens de transformatie van de Westergasfabriek heeft opgebouwd past hij nu toe op andere, gelijkaardige cases, met Creative Cities, een organisatie opgericht door Verhagen zelf. Creative Cities helpt steden creatief en aantrekkelijk te worden. Ze doen dit onder de vorm van strategieontwikkeling, projectmanagement en coaching. Het hergebruik van industriĂŤle sites, en andere plaatsen van historische waarde, is een belangrijke factor in hun aanpak.
18
Deel 2: Methodiek
Evert Verhagen benadert met Creative Cities stedelijke transformatieprojecten vanuit drie verschillende perspectieven: 'het platteland', 'het bedrijf ' en 'de stad'. Het perspectief van het platteland is eerder traditioneel. Dat van het bedrijf focust op de ratio en functionaliteit. Het perspectief van de stad tenslotte kijkt dan naar creativiteit en cultuur. Faith, ratio and creativity have all played an important role in the development of today’s world and they are also equally important in determining the degree of attractiveness of a city. Creative Cities always focuses on the right balance between the minister, the engineer and the artist.5 Het verzoenen van de drie perspectieven is wat, volgens Verhagen, een aantrekkelijke stad creÍert, een stad waar iedereen zich thuis voelt. De geschiedenis, de verhalen en tradities van een plek samen met de beleidsmatige, planologische en economische context maken een stad tot wat ze is.
figuur 3: Land. Factory. City
De drie perspectieven die Creative Cities hanteert worden vertaald naar drie thema's die de rode draad vormen doorheen deze masterproef: beleid (perspectief van het bedrijf), historisch DNA (perspectief van het platteland) en creatieve economie (perspectief van de stad).
5
Creative Cities. (n.d.) What we do. Geraadpleegd op http://creativecities.nl/what-we-do/
19
Thema 1: Beleid Het terrein van de Westergasfabriek werd lange tijd gezien als een probleemzone. Om deze reden was er weinig belangstelling voor het gebied en kon Verhagen, wanneer het project werd opgestart, onder de oppervlakte opereren. Wanneer het succes, vooral in de culturele en creatieve sector, en het potentieel van de Westergasfabriek de buitenwereld bereikte werd het transformatieproces echter bemoeilijkt. Dankzij Verhagen werd het oorspronkelijke idee, een culturele en creatieve hotspot, behouden. Essentieel daarin is dat er dan een gedreven en sterke projectleider is die durft vast te houden aan de uitgangspunten. Minstens even belangrijk is de bestuurlijke back-up, in dit geval van de stadsdeelraad. Een groot voordeel daarbij was dat het stadsdeel Westerpark nog niet lang bestond en er korte lijnen tussen het projectbureau en het deelraadbestuur waren, waardoor er veel draagvlak voor de ideeën was. Het feit dat er succesvolle evenementen en tijdelijke activiteiten hadden plaatsgevonden, versterkte het geloof dat men met de aanpak op de goede weg was.6 (Evert Verhagen, n.d.) De organisatievorm van een projectbureau heeft vele voordelen waaronder de dichte connectie met beleid. Een projectbureau blijft steeds onder het gezag van een stadsdeel staan. Het bureau is bemiddelaar tussen beleid en huurders, gebruikers en andere actoren. Tijdens het transformatieproces van de Westergasfabriek liepen deze twee uiterst verschillende sporen naast elkaar. Enerzijds was er het creatieve netwerkspoor, de huurders en gebruikers van de site, anderzijds het formeel-bestuurlijke en planologische spoor dat alles vanop een afstand bekijkt. De kunst - én de moeilijkheid – van herontwikkelingsprojecten is om beide sporen met elkaar te verbinden. Het gaat om verschillende mensen en organisaties die een heel verschillende taal spreken en andere belangen hebben. Je hebt beide sporen nodig om tot een goed eindresultaat te komen. Je hebt te maken met formele zaken als het bestemmingsplan, inspraakprocedures, bouwvoorschriften, veiligheidseisen en financiering – zaken waar juist de creatieve sector vaak minder aandacht voor heeft. Tegelijkertijd heb je de creativiteit, de frisse ideeën en de betrokkenheid van ondernemers, kunstenaars en omwonenden juist nodig. Om die twee sporen met elkaar te verbinden moet je met beide groepen goed communiceren, zodat het belang van beide sporen duidelijk wordt. Daar moet je veel tijd voor nemen. En de besluitvorming moet 6 Belvedere. (2008). Project Creativity and the City: Westergasfabriek. Geraadpleegd op http://www. belvedere.nu/page.php?section=08&pID=5&mID=3&prID=493
20
heel duidelijk georganiseerd zijn: wie neemt wanneer welke beslissing, en wat is daarvoor nodig?7 (Evert Verhagen, n.d.) Communication is key. Het bemiddelen en verzoenen van verschillende partijen en meningen is cruciaal in een stedelijk herontwikkelingsproces. Thema 2: Historisch DNA De Westergasfabrieksite kent een rijke geschiedenis. Dit zette Verhagen aan tot het kritisch nadenken over het tot dan overheersende tabula rasaprincipe. Bij herontwikkeling van voormalige industriegebieden heerste tot voor enkele jaren de sloop-nieuwbouwgedachte nog volop. ... Geleidelijk aan verschuift de aanpak echter naar herontwikkeling met behoud van de waardevolle elementen en aandacht voor herbestemming van gebouwen en terreinen voor sociaal-economische functies.8 (Susanne Piët en Evert Verhagen, 1998) Verhagen benadrukt het belang van het historisch DNA en het behoud ervan. We hebben duidelijk moeten maken dat het plan mét cultuurhistorie veel beter en aantrekkelijker zou worden; bij cultuurhistorie gaat het niet om subsidies, regeltjes en beperkingen maar juist om extra waarde en vitaliteit. Juist in de creatieve economie van uitgaan, kunst, manifestaties en jonge ondernemers – waarop de Westergasfabriek zich heeft gericht – vormt het verhaal van de plek en de beleefbare geschiedenis een enorme meerwaarde, ook in direct financieel opzicht. Die moet je niet weggooien maar juist benutten.9 (Evert Verhagen, n.d.) Verhagen speelt hier in op een wereldwijde trend. Meer en meer leren stadsbesturen en ook bewoners de kwaliteit en het potentieel van verwaarloosde en, in hun ogen, problematische sites te zien. Men begrijpt meer en meer het kwaad van de afbraak- en nieuwbouwmethode van de naoorlogse periode. Het gaat bij historische DNA ook niet enkel om de gebouwen die een bepaalde site herbergt maar ook de sfeer die er hangt, het gevoel dat een plaats met een sterke en invloedrijke geschiedenis teweegbrengt.
7 Belvedere. (2008). Project Creativity and the City: Westergasfabriek. Geraadpleegd op http://www. belvedere.nu/page.php?section=08&pID=5&mID=3&prID=493 8 Piët, S., Verhagen, E. (1998). Een park voor de 21ste eeuw. Bussum: THOTH. 9 9 Belvedere. (2008). Project Creativity and the City: Westergasfabriek. Geraadpleegd op http://www. belvedere.nu/page.php?section=08&pID=5&mID=3&prID=493
21
Thema 3: Creatieve economie Om leegstand van de gebouwen van de Westergasfabriek te voorkomen, en om de site op de culturele kaart van Amsterdam te zetten, werd gezocht naar een oplossing op korte termijn. Deze oplossing werd de tijdelijke invulling van de gebouwen met creatieve economie. Niemand had echter verwacht dat deze tijdelijke invulling zo'n succes zou kennen. De tijdelijke invulling werd dan ook een permanente. Het succes van het Westergasfabriekverhaal zette Verhagen aan om deze methode ook op andere plaatsen toe te passen met zijn Creative Cities. In navolging van Richard Florida gelooft ook Verhagen in creativiteit als factor die een stad aantrekkelijk maakt. Attractive cities are creative cities. They are places where talent can find inspiration. An attractive city is always a marketplace, where the important goods of a time are on offer. An attractive city has a history: it tells its story through it’s architecture and it’s people. And attractive cities are functioning well: they are green, clean and safe. Creativity, tradition and functionality are all important in making a city attractive.10 (Creative Cities, n.d.) Creative Cities voegt, in hun projecten, een nieuw verhaal, onder de vorm van creatieve economie, toe aan het bestaande. Programme comes first at Creative Cities. We believe that the things that happen in a place, are more important than the things that are. Programme is what attracts people to a place. The quality of it makes them return.11 Het toegevoegde programma is van groot belang voor het al dan niet slagen van een bepaald transformatieproject. Het is belangrijk dat de creatieve economie die wordt ingezet locatiespecifiek is, geënt op de site en zijn omgeving.
10 11
22
Creative Cities. (n.d.). Creative Cities. Geraadpleegd op http://creativecities.nl/creative-cities/ Creative Cities. (n.d.) What we do. Geraadpleegd op http://creativecities.nl/what-we-do/
23
figuur 4: situering Westergasfabriek
figuur 5: situering Emscher Park
figuur 6: situering La Confluence
24
Deel 3: Westergasfabriek en gelijkaardige reconversieverhalen
Met de visie van Evert Verhagen als leidraad worden, in dit hoofdstuk, drie casussen geanalyseerd: Westergasfabriek in Amsterdam, Emscher Park in het Ruhrgebied en La Confluence in Lyon. In deze drie casussen worden de drie thema's: beleid, historisch DNA en creatieve economie, onderzocht. Westergasfabriek zelf werd gekozen omdat Verhagen hier zijn ervaring met creatieve economie heeft opgedaan. Emscher Park is een voorbeeld dat Verhagen zelf hanteerde bij de herontwikkeling van de Westergasfabriek. La Confluence, tenslotte, is een eigen bezochte casus die vanuit een gelijkaardige situatie als de twee andere casussen vertrekt. De analyse van deze gelijkaardige casussen helpt om op een kritische manier naar de theorie van Evert Verhagen te kunnen kijken.
25
Casus 1: Westergasfabriek
figuur 7: Westergasfabriek
doel ruimte bieden voor zijn omgeving, een centrum voor omliggende wijken programma park, ruimte voor creatieve ondernemingen, evenementen en festivals schaal 14,5 ha Zestig procent van de ruimten wordt verhuurd aan vaste huurders: creatieve bedrijven, culturele organisaties en uitgaansgelegenheden. Onze huurders wonen in een dorp. Ze kennen elkaar en helpen elkaar. Dat is belangrijk omdat juist door samenwerking samenhang ontstaat. Tijdens grote festivals stellen de huurders hun ruimtes en faciliteiten beschikbaar. Veel huurders organiseren ook zelf evenementen op de Westergasfabriek.12 (Westergasfabriek BV, n.d.) 12
26
Westergasfabriek BV. (n.d.) Huurders; Geraadpleegd op http://www.westergasfabriek.nl/huurders
27
De Westergasfabriek in Amsterdam is een voormalig industriĂŤle site gelegen ten westen van het historisch centrum van Amsterdam. De oude kolengasfabriek werd getransformeerd tot een culturele en creatieve hotspot. Verloop In 1967 sluit de Westergasfabriek zijn deuren. Na het sluiten van de fabriek wordt het terrein in gebruik genomen door het gemeenteenergiebedrijf (GEB) als opslagplaats. Men denkt op dat moment ook al na over de herbestemming van de voormalige kolengasfabriek. EĂŠn van de voorstellen is het verbreden van de Haarlemmerweg, een verbindingsweg die zich langs de Westergasfabriek bevindt. Buurtbewoners komen hier echter tegen op en stellen een groene bestemming, ten dienste van de omliggende wijken, voor. Eind jaren '70 wordt dan ook een ambtelijke werkgroep ingesteld die een nieuw en groen bestemmingsplan opstellen. Het terrein krijgt in dit nieuwe plan de bestemming recreatie. Eind jaren '80 wordt nog steeds nagedacht over de mogelijke herbestemming van de voormalige kolengasfabriek. In deze periode krijgen de gebouwen, die niet werden gesloopt, de status van rijksmonument. Het is ook eind jaren '80 dat de buurtbewoners zich, om samen sterk te staan tegen ongewilde plannen, verenigen in Westerparkoverleg, later Vrienden van het Westerpark. In 1990 vindt dan een bodemonderzoek plaats om de graad van vervuiling vast te stellen en te kunnen bepalen wat er met de vervuilde grond zou moeten gebeuren. De vervuilde grond wordt uiteindelijk helemaal ingepakt en er wordt een nieuwe toplaag, geschikt voor het aanleggen van beplanting, aan toegevoegd. De herbestemming van de voormalige fabriek valt sinds 1990 ook onder de bevoegdheid van stadsdeel Westerpark. Evert Verhagen is er in die periode het sectorhoofd van stadsdeelwerken. In 1991 wordt een ideeĂŤnoproep voor de herbestemming gelanceerd. In 1992 vervolgens draagt het GEB het terrein over aan stadsdeel Westerpark. Ook wordt in 1992 Projectbureau Westergasfabriek opgericht. Dit projectbureau functioneert relatief zelfstandig naast het ambtelijk stadsdeelapparaat. Het is in dit jaar ook dat wordt beslist tot de tijdelijk invulling van de gebouwen met creatieve economie. In 1993 wordt de Ijsbreker-coalitie, het nationaal centrum voor moderne muziek, gekozen als hoofdhuurder. In het Rhizomeplan, een plan opgesteld door
28
een buurtbewoner, worden de andere gebouwen gereserveerd voor de buurt. Evert Verhagen wordt projectmanager van de Westergasfabriek vanaf 1994. Verhagen staat op dat moment onder een politieke bestuurder van het stadsdeel Westerpark die eindverantwoordelijkheid heeft over het project. De Ijsbreker-coalitie beslist in 1995 om niet langer zijn intrek te nemen in de Westergasfabriek. In 1997 wordt dan uiteindelijk een contract afgesloten met projectontwikkelaar MAB. In 1999 wordt een samenwerkingsovereenkomst en een erfpachtcontract afgesloten en er wordt een nieuw bestemmingsplan ontwikkeld. In 2000 wordt Westergasfabriek BV opgericht, een dochtermaatschappij van MAB. Westergasfabriek BV verzorgt, tot op de dag van vandaag, het beheer en de exploitatie van de gebouwen. De gebouwen zijn, sinds 2004, na een fusie, eigendom van Meijer-Bergmans BV. Middelen De middelen om dit project te realiseren kwamen uit verschillende hoeken. Voor de openbare ruimte kon gerekend worden op stadsdeel Westerpark en bijkomende subsidies en bijdragen. De sanering werd gefinancieerd door het Rijk en de Gemeente Amsterdam. Het renoveren van de gebouwen vervolgens gebeurde aan de hand van fondsen van stadsdeel Westerpark, projectontwikkelaar MAB en het Nationaal Restauratiefonds die projectontwikkelaar MAB een lening verschaften. Het jaarlijks onderhoud van het park tenslotte valt ten laste van het stadsdeel Westerpark. Thema 1: Beleid met aandacht voor twee verschillende sporen De focus op vlak van beleid werd reeds in het deel Methodiek aangehaald. Bemiddelen tussen het creatieve netwerkspoor en het formeelbestuurlijk en planologisch spoor is geen evidente opgave. De formule van het projectbureau zou deze rol moeten vervullen. Projectbureau Westergasfabriek stond volledig ten dienste van de projectmanager, Evert Verhagen. Het behandelde alles wat bij het project kwam kijken maar nam niet zelf de leiding op zich. Projectbureau Westergasfabriek trachtte een overzicht te houden over het gehele project. Het is ook het projectbureau, onder leiding van Evert Verhagen, dat besliste tot de tijdelijke invulling van de gebouwen met creatieve economie.
29
Thema 2: Zorgvuldige renovatie historisch DNA Er werden 13 originele gebouwen van de kolengasfabriek behouden. Elk van deze gebouwen werd vervolgens benoemd tot rijksmonument. Omdat het hier om rijksmonumenten gaat vond er een zorgvuldige maar terughoudende renovatie van de gebouwen plaats waarbij de oorspronkelijke samenhang van de gebouwen gerespecteerd werd. Het terrein van de Westergasfabriek werd ontwikkeld tot een park en de daarop gelegen gebouwen werden ontwikkeld ten behoeve van de huisvesting van creatieve en culturele bedrijvigheid in de breedste zin van het woord.13 (Stadsdeel Westerpark, n.d.)
figuur 8: Gashouder
Eén van de meest monumentale en karakteristieke gebouwen van de Westergasfabriek is de Gashouder. Deze werd in 1902 gebouwd en was toen de grootste van Europa. Gas werd bovenop de Gashouder opgeslagen, in een uitschuifbare stalen tank. De pilaarloze ronde ruimte met gietijzeren plafondconstructie vormt nu het toneel voor onder andere beurzen, grote bedrijfspresentaties en live shows. De monumentale ruimte wordt ook ingezet voor events.
figuur 9: Zuiveringshal West
Langs de Haarlemmervaart bevindt zich Zuiveringshal West, een lange hoge hal die in 1885 werd gebouwd. Zuiveringshal West bood onderdak aan grote ketels waarin gas werd gezuiverd. Momenteel is het één van de meest veelzijdige ruimtes van de Westergasfabriek die de ideale locatie vormt voor het ontvagen van een grote groep voor bijvoorbeeld plenaire bijeenkomsten, diners of bedrijfspresentaties. Zuiveringshal West is met zijn vorm ook de geschikte locatie voor een modeshow. Tegenover de Gashouder bevindt zich het Transformatorhuis dat in 1904 dienst deed als watergasfabriek en later door het GEB als transformatorwerkplaats werd gebruikt. De intieme sfeer die het gebouw uitstraalt wordt ingezet als club of ruimte voor een diner. Het Transformatorhuis biedt ook ruimte voor internationale conferenties.
figuur 10: Transformatorhuis
In Zuiveringshal Oost, dat ook in 1885 werd opgericht en dezelfde karakteristieken heeft als Zuiveringshal West, bevindt zich het Westergastheater. Deze theaterzaal en -foyer zijn flexibel in te delen. 13 Stadsdeel Westerpark. (n.d.) Project Westergasfabriek. Geraadpleegd op http://www.projectwestergasfabriek.nl/nederlands
30
Oud en nieuw worden mooi met elkaar in contract gebracht. Dankzij de flexibiliteit van het Westergastheater kunnen er uiteenlopende evenementen plaatsvinden zoals concerten, theatervoorstellingen maar ook congressen en diners. EĂŠn van de kleinere gebouwen van de Westergasfabriek is het Machinegebouw. Ook dit gebouw dateert uit 1885 en vormde toen het hart van de fabriek. De grote, lichte zaal vormt de ideale locatie voor presentaties en diners maar wordt ook vaak als trouwlocatie uitgekozen. Het Westelijk Meterhuis bevindt zich naast het Machinegebouw en dateert ook uit 1885. De gasdrukmeters van de Westergasfabriek bevonden zich in de Meterhuizen. Deze kleine, flexibele locatie wordt ingezet voor vergaderingen, trainingen, break-out sessies, workshops of als tijdelijke kantoorruimte. Als laatste historische waardevolle gebouw van de Westergasfabriek hebben we het Leidinghuis. Het Leidinghuis werd in 1902 gebouwd om de afsluiters waarmee de aan- en afvoer van gas werd gecontroleerd te herbergen. Deze karakteristieke ruimte werd getransformeerd tot een appartement, te huren in combinatie met de Gashouder of apart voor brainstormsessies, vergaderingen, creatieve workshops of een diner.
figuur 11: Zuiveringshal Oost
figuur 12: Machinegebouw
figuur 13: Westelijk Meterhuis
Thema 3: De inzet van creatieve economie tegen leegstand Creatieve economie werd tijdens het transformatieproces ingezet om leegstand van de gebouwen tegen te gaan en de Westergasfabriek op de culturele kaart van Amsterdam te zetten. De tijdelijke invulling werd echter zo succesvol dat het een permanente werd. Er wordt nu zowel aan vast als aan tijdelijk verhuur gedaan en ook zowel commercieel als cultureel verhuur, dit omwille van evenwicht, wederzijdse ondersteuning en rendabiliteit. De huurders die zich momenteel in de gebouwen van de Westergasfabriek nestelen zijn heel gevarieerd maar ze werken ook nauw samen. De meesten van hen zijn lid van de Verenigde Promotie Westergasfabriek, een vereniging die, naast leven in de brouwerij brengen aan de hand van het ondernemen en ondersteunen van activiteiten, ook voor een kruisbestuiving tussen de verschillende huurders zorgt.
figuur 14: Leidinghuis
31
Het zijn voornamelijk creatieve en innovatieve organisaties die een plekje veroverden in de Westergasfabriek. Zo is er bijvoorbeeld de Art Directors Club Nederland (ADCN), een organisatie die zich inzet voor creatievelingen aan de hand van een vakprijs, het Jaarboek, seminaries en workshops. Ook Big Shots, een bureau voor videocontent, kreeg een plaatsje in de Westergasfabriek. Ook in de videobranche is er Present Plus, bekend van onder andere WeTransfer. De adviesraad, de Dutch Creative Industries Council, die zich inzet voor de versterking van de creatieve industrie in Nederland bevindt zich ook op de site van de Westergasfabriek. Er is ook IJsfontein, een organisatie die ontwikkeling ondersteunt van onder andere educatieve uitgevers, non-profit organisaties en culturele instellingen. IJsfontein doet dit op verschillende manieren. Enerzijds de strategische inzet van serious gaming, interactieve communicatie in de publieke ruimte en interactieve communicatie gericht op kinderen en jongeren. Reeds 10 jaar maakt ook Parkers, een ontwerp- en nieuwe media collectief, deel uit van de Westergasfabriek. Zij werken in dienst van zowel nonprofit als profit organisaties, culturele uitgaanssites, grote festivals en uitgeverijen. Onder andere Westergasfabriek BV is klant bij Parkers. Ook ĂŠĂŠn van Europa's meest toonaangevende music agencies bevindt zich op de site van de Westergasfabriek. Soundscape Music bestaat uit een internationaal team van componisten, muzikanten en producers en is gespecialiseerd in Audio Branding. Youwe, een internetbureau heeft zich ook in de Westergasfabriek gevestigd. Youwe gelooft in de kracht van Open Source. Naast deze organisaties vinden we ook THNK, de Amsterdamse school voor creatief leiderschap, terug in de Westergasfabriek. De doelstelling van deze school is het opleiden van de creatieve leiders van morgen die een betekenisvolle sociale impast zullen hebben op de wereld. Ook het meer bekende Kunstbende, een jongerorganisatie voor talentontwikkeling, nestelt zich in de creatieve hotspot die de Westergasfabriek is. De Westergasfabriek herbergt ook INFACT, een biologisch kledingmerk dat duurzame kleding maakt van biologisch katoen. Ook creatievelingen in de voedselsector zijn op de site van de Westergasfabriek neergestreken. Zo is er Instock, een organisatie die de massale voedselverspilling wil tegengaan. Dit doen ze door elke dag langs te gaan bij alle Albert Heijn winkels in de stad en daar voedsel op te halen dat de supermarkt niet langer kan/wil verkopen. Dit voedsel wordt dan verwerkt tot het menu van de dag. Ook in de voedselsector
32
is er Tony's Chocolonely. Zij streven naar een slaafvrije chocolade industrie. Dit doen ze door de consumptie van Fairtrade chocolade aan te moedigen. Conclusie We kunnen besluiten dat de Westergasfabrieksite zoals ze nu is zijn succes te danken heeft zowel aan het beleid van Evert Verhagen maar ook deels aan de buurtbewoners. Indien de buurtbewoners niet waren opgekomen voor het vrijwaren van de site hadden de monumentale gebouwen allicht plaats moeten ruimen voor de verbreding van de Haarlemmerweg. Ook indien Evert Verhagen niet was opgekomen tegen het tabula rasaprincipe dat tot dan nog sterk heerste waren de historisch waardevolle gebouwen toch verloren gegaan. Het is de inzet van creatieve economie om de leegstand van deze waardevolle gebouwen tegen te gaan dat het succes van de Westergasfabriek betekende. Tot vandaag staat de Westergasfabriek bekend als de creatieve en culturele hotspot van Amsterdam.
33
Casus 2: Emscher Park
figuur 15: Emscher Park
Doel meer levensen woonkwaliteit creĂŤren, architecturale, stedenbouwkundige, sociale en ecologische maatregelen als basis voor de economische verandering van een voormalig industriegebied Programma 120 projecten, woningen, technologiecentra, recreatie en cultuur Schaal 80.000 ha The project has achieved lasting improvements in the living and working environment of the involved towns by upgrading the ecological and aesthetic quality of their nearby countryside. Furthermore, by reusing and preserving the impressive relics of the industrial era, the Ruhr region has been able to keep it's unique identity and has branded itself as an ancient monument of industrial society.1 (Danish Architecture Centre, 2014)
34
35
Emscher Park in het Ruhrgebied in de Duitse deelstaat NordrheinWestfalen groeide de laatste jaren uit tot hét voorbeeld bij uitstek met betrekking tot de herontwikkeling van voormalige industriegebieden, een problematiek die wereldwijd leeft. Verloop In 1989 gaat de IBA (Internationale Bauausstellung) Emscher Park van start. IBA's zijn internationale architectuurtentoonstellingen. Binnen Duitsland worden ze gehanteerd als een tool voor nieuwe stedelijke concepten en architectuur. Tijdens een IBA worden nieuwe sociale, culturele en ecologische ideeën voorgesteld. De eerste IBA vond in 1901 plaats in Darmstadt, een stad in de Duitse deelstaat Hessen, en stelde stadsplannen, appartementsgebouwen, tentoonstellingsruimten en interieurs met dagdagelijkse objecten voor. Het was een samenwerking tussen architecten, schilders en beeldhouwers die de dagelijkse omgeving een nieuwe gestalte wouden geven door kunst, het dagelijks leven, stad en natuur met elkaar te verzoenen. Een keerpunt voor de internationale architectuurtentoonstellingen is IBA Berlijn (19771987). Deze IBA stond niet in het teken van nieuwigheden maar had twee werkpistes voor ogen voor het heropbouwen van het verwoestte Berlijn: kritische reconstructie (critical reconstruction) maar ook zorgzame stedelijke herontwikkeling (gentle urban redevelopment). IBA Berlijn was, dankzij zijn unieke omstandigheden, een voorbode voor de verschuiving van het tabula rasa principe naar het nadenken over behoud en reconversie. “IBA Emscher Park is geen tentoonstelling in de strikte zin van het woord maar een programma voor de toekomst van NordrheinWestfalen. Het wil impulsen geven aan de hand van nieuwe ideeën en projecten. Het doel: meer levens- en woonkwaliteit en architecturale, stedenbouwkundige, sociale en ecologische maatregelen als basis voor de economische verandering van een voormalig industriegebied.” (IBA) IBA Emscher Park was een nieuw administratief initiatief, voor 10 jaar in het leven geroepen, bestaande uit verschillende collaboratieve vennootschappen met diverse agentschappen en de betrokken steden en gemeenten. Seminaries en internationale wedstrijden werden georganiseerd met als doel innovatieve ideeën te verzamelen. De IBA
36
omvatte 120 projecten in 17 verschillende steden en gemeenten tussen Duisburg en Bergkamen. Er werd zo'n 300 km2 aan groenvoorzieningen geïmplementeerd en 350 km aan riolering werd getransformeerd van een open naar een afgesloten systeem. Naast deze infrastructuurwerken werden ook 17 nieuwe technologiecentra en 3000 nieuwe woningen gebouwd en werden 3000 bestaande woningen gerestaureerd. De aanpak binnen de IBA steunde op drie pijlers: ecologie als centrale focus en integrerend concept voor een regionaal ontwikkelingsinitiatief, hergebruik van industriële gebouwen en de mentaliteitswijziging die deze bij buurtbewoners teweegbrengt en kunst in het landschap om een nieuw beleid toonbaar te maken. Ecologie De Emscher rivier is 170 km lang en stroomt langsheen 17 gemeenten. Het stroomgebied van de Emscher bedraagt zo'n 800 km2 waarvan 460 km2 landschap. Het reinigen van de rivier is het hoofddoel binnen de ecologische pijler, daaraan wordt het ontwikkelen en integreren van bestaande open ruimtes in een regionaal parksysteem gekoppeld. Dankzij de gestage introductie van een rioleringsstelsel kon de Emscher gerenaturaliseerd worden. Concreet betekent dit het weghalen van de betonnen kanalen, het opnieuw verbreden en opnieuw laten meanderen van de rivier. Ook de natuurlijke vegetatie wordt hersteld. Daarnaast worden verlaten industriële sites, hun verbindende transportsysteem en oude mijnterrils opgenomen in een nieuw regionaal parksysteem. Thematische wandel- en fietsroutes zowel voor toeristen als buurtbewoners, die vroeger van de industriesites werden uitgesloten, doorkruisen het park. Het ecologische aspect wordt geïntegreerd met de economische en residentiële ontwikkeling. Hergebruik IBA Emscher Park daagt buurtbewoners uit om, in plaats van het verleden in vraag te stellen, na te denken over hoe waardevolle kwaliteiten van het Ruhrgebied een nieuwe economie kunnen genereren in de regio. Men wil de buurtbewoners duidelijk maken dat de ecologische 'vernieling' in functie van geografische, politieke en economische krachten gebeurde. De ontoegankelijke, hinderlijke industriële sites worden toegankelijk gemaakt en krijgen een recreatieve of culturele functie.
37
Kunst De kunst die we in het Emscher Park vinden werd geselecteerd aan de hand van verschillende internationale wedstrijden. Dit gedeelte van het project stootte op protest van de buurtbewoners. 'Kunnen we het geld, dat we nu inzetten voor kunst niet beter gebruiken voor huisvesting en andere sociale noden?' klonk het. Het aanbrengen van kunst doorheen het park wil de vooruitziendheid van het initiatief toonbaar maken en een systeem van nieuwe landmarks creëren. Er worden twee verschillende soorten kunst geïntegreerd in het Emscher Park. Enerzijds worden kunstwerken op de top van mijnterrils geplaatst. Zij fungeren als nieuwe referentiepunten in het landschap. Anderzijds worden kleinere sculpturen in de park- en recreatiegebieden geplaatst. Zij hebben als functie de mensen in het park- of recreatiegebied lokken. Een gebied dat voor hen vroeger off-limits was. De kleine sculpturen worden vaak gemaakt van industriële artefacten gevonden op de site. Middelen De middelen voor het realiseren van IBA Emscher Park bestonden voor 2/3 uit publieke investeringen. Thema 1: Tijdelijk beleid "Een IBA is een tijdelijke organisatie die als voornaamste taak heeft: het IBA curatorium. Bij voorgaande IBA’s is een parallelle, bestuurlijke entiteit gecreëerd waarbij deelnemende bestuurs- en planningsorganen, bijvoorbeeld gemeentebesturen of planologische diensten, zich verbinden aan IBA doelstellingen. De IBA organisatie heeft een IBAmandaat voor haar projecten, waarbij kortere lijnen mogelijk zijn in de projectorganisatie en waarbij het experiment niet geschuwd wordt. Een IBA implementeert daarmee een vorm van gedeeld leiderschap. Aan het hoofd van een IBA organisatie staat vaak een aansprekend boegbeeld, met een wetenschappelijke statuur en vaak ook met bestuurlijke ervaring. Het gewicht van de IBA, wordt vooral gebruikt om innovatieve en risicovolle projecten mogelijk te maken, om met name bij het middenmanagement dat procedurele beren op de weg ziet of opwerpt ruimte te creëren." (Reicher, Uttke, 2011) IBA Emscher Park ging op een gedecentraliseerde en eerder top down manier te werk.
38
Met gedecentraliseerd wordt bedoeld dat vanuit een gelaagde visie contextafhankelijke, custom made, aparte projecten worden uitgezet, een aanpak die onoverkomelijk was gezien de omvang van het project. Met top down wordt bedoeld dat het project vanuit een centrale visie en initiatief werd ontworpen. "De IBA-Emscher Park organisatie kreeg een meer aanjagende en beoordelende rol, in plaats van een planvormende zoals bij de vorige IBA’s het geval was. De initiatieven werden middels open prijsvragen opgehaald. Bewoners werden betrokken, hoewel veel projecten vooral een activerende en stimulerende inzet hadden." (Jasper, 2011) Ook in tegenstelling tot bij zijn voorgangers ging het bij IBA Emscher Park eerder om een proces-georiënteerd tentoonstellingsidee in plaats van hét ultieme concept. Economische verandering binnen het Ruhrgebied en zodoende meer levens- en woonkwaliteit voor zijn bewoners creëren vormde het uitgangspunt voor de IBA Emscher Park. Om dit doel te bereiken waren architecturale, stedenbouwkundige, sociale en ecologische maatregelen nodig. Architecturale en stedenbouwkundige maatregelen Niet enkel de industriële architectuur werd tijdens de IBA met het nodige respect behandeld, ook in bestaande tuinsteden en arbeiderswijken werd de woon- en leefkwaliteit opgekrikt. Bewonersparticipatie was essentieel in dit proces. Zo'n 3000tal woningen hebben een grondige renovatie ondergaan. Naast de renovatie van een groot aantal woningen werden ook zo'n 3000 nieuwe woningen gerealiseerd, elk van hen met de grootste aandacht voor ecologische, sociale, stedelijke en esthetische aspecten. 75% van de gerealiseerde woningen kwamen er dankzij financiering van de overheid. Sociale maatregelen De IBA Emscher Park heeft zijn resultaten mede te danken aan de inwoners van het Ruhrgebied. De bewonersparticipatie gedurende het proces was erg groot. Bewoners bouwden mee aan de nieuwe wijken, bedachten ideeën voor oude en verlaten gebouwen en werkten actief mee aan de ontwerpen voor de recreatiegebieden, dit allemaal met het grootste respect voor de rijke geschiedenis van het Ruhrgebied. De meest overtuigende en innoverende ideeën verkregen financiële steun
39
van de deelstaat Nordrhein-Westfalen. Dankzij deze initiatieven werd werkgelegenheid gecreëerd en ontstond de mogelijkheid tot educatie wat jonge langdurig werklozen een kans gaf op de arbeidsmarkt. Ecologische maatregelen De grootste ecologische maatregel die tijdens de IBA Emscher Park werd getroffen was het hervormen van het Emschersysteem. Voor het beheer van het Emschersysteem werd de coöperatieve Emscher Lippe opgericht. Naast het reinigen en renaturaliseren van de rivier en zijn zijstromen werden twee nieuwe efficiënte zuiveringsinstallaties geplaatst. Thema 2: Groots historisch DNA De innovatieve aanpak van herontwikkeling met behoud van waardevolle elementen vinden we ook terug tijdens IBA Emscher Park. De gebouwen van het industriële verleden van het Ruhrgebied krijgen een nieuwe bestemming en worden zo geconserveerd. Die nieuwe bestemming wordt gezocht in de wereld van recreatie en cultuur. Emscher Park barst van de voorbeelden van oude industriële sites die heropgewaardeerd worden aan de hand van herbestemming van gebouwen en omliggende ruimten.
figuur 16: Gasometer Oberhausen
40
Zo is er de Gasometer in Oberhausen, een in onbruik geraakte gasmeter - gebouwd eind jaren '20 - die nu dienst doet als ruimte voor exposities, theater en muziek. Onder andere Christo had er ooit installaties. Tussen 1993 en 1994 werd de gasmeter omgebouwd: de gasdrukschijf werd vastgepind zodat een vrije hoogte van 4,5 meter werd bekomen, twee stalen trappen werden geïnstalleerd die leiden naar een verhoogd podium en een deel van de structuur werd een tribune. De 'kathedraal van de industrie' is nu een landmark voor de stad Oberhausen en een herkenningspunt in de hele regio. De Gasometer maakt deel uit van de Route of Industrial Culture - een thematische toeristische route doorheen het Ruhrgebied - en de European Route of Industrial Heritage - een route die zo'n zestigtal mijlpalen van het industriële verleden van Groot-Brittanië, Nederland, Frankrijk, Luxemburg en Duitsland verbindt.
Ook de Zollverein Colliery is een succesverhaal wat betreft behoud van industrieel erfgoed. In 1986 moet de koolmijn in Zollverein noodgedwongen het werk neerleggen, in 1993 volgt ook de cokesfabriek. De ooit 'Forbidden City' werkte als een magneet voor creatievelingen die in de oude hallen en gebouwen potenties zagen voor hun activiteiten. Ook nu nog worden er allerlei culturele activiteiten ondergebracht in de oude koolmijn en cokesfabriek: een museum, een expositieruimte beiden gerelateerd aan de geschiedenis van de site - een buurtcentrum, een restaurant, een door zonne-energie aangedreven reuzenrad,... In 2001 werden verschillende relicten v -an de site zelfs opgenomen op de UNESCO werelderfgoedlijst. Het befaamde Landschaftspark Duisburg Nord kan uiteraard niet ontbreken in het lijstje van successen binnen de IBA Emscher Park. Ook Duisburg Nord was ooit een bloeiende industriële site - Duisburg Meiderich Ironworks was er actief. Na de crisis verloor ook deze industriële site zijn functie. Bij de transformatie van Duisburg Nord lag de focus eerder op recreatie. In 1994 opent het innoverende landschapspark zijn deuren voor het grote publiek. Gedurende verschillende jaren werd de site langzaamaan verder getransformeerd tot een recreatieoord: ze hebben er onder andere een klimmuur, een glijbaan, veelkleurige nachtverlichting - een verwijzing naar het verleden, een duiktank.,...
figuur 17: Zollverein Colliery
figuur 18: Landschaftspark Duisburg Nord
De industriële relicten van het Ruhrgebied werden tijdens IBA Emscher Park niet enkel bewaard omdat herontwikkeling duurzamer is dan sloop en nieuwbouw maar ook omdat ze sterke en karakteristieke beelden opleveren en een nieuwe natuurervaring teweegbrengen. Thema 3: Creatieve economie als resultaat van transformatie Het aantrekken van creatieve economie vormde geen doel op zich in IBA Emscher Park. Het is echter wel zo dat de karakteristieken van de voormalige industriële gebouwen en constructies, naast een cultureel programma, de specifieke invulling met creatieve economie uitlokte. Getuige daarvan zijn bijvoorbeeld de installaties van Christo in de Gasometer maar ook het feit dat het specifieke karakter van Zollverein Colliery heel wat creatievelingen aantrok die er zich gingen vestigen.
41
Conclusie Verhagen zelf gebruikte Emscher Park als voorbeeld voor de ontwikkeling van de Westergasfabriek. Wat Verhagen meeneemt uit het project is voornamelijk gefocust op economie. Hoe de investeringen in het park, het watersysteem, het herstellen van het industriële erfgoed en nieuwe verbindingen een gunstig klimaat voor een nieuwe economie creëerde. Wanneer we echter teruggrijpen naar de drie thema's: beleid, historisch DNA en creatieve economie zien we dat deze tijdens de IBA Emscher Park met grote zorgvuldigheid werden behandeld. Dit is grotendeels te danken aan de sterke bewonersparticipatie die tijdens de IBA heeft plaatsgevonden. Het waren bijvoorbeeld de bewoners die ijverden voor het behoud van het industriële erfgoed en er grote potentie in zagen om de eens negatieve betekenis van de steenkoolmijnen en staalindustrie om te zetten in een plek die een positieve, recreatieve en culturele betekenis krijgt voor zijn omgeving. Het behoud van het historische DNA van het Ruhrgebied is de reden van zijn succes. Wie had ooit gedacht dat oude industrieterreinen toeristische trekpleisters zouden kunnen worden? Op vlak van beleid moeten we kritisch tegenover de werkwijze van IBA Emscher Park kunnen staan. De gedecentraliseerde en top down benadering lijkt hier de beste oplossing maar kan zeker niet overal toegepast worden. Kleinschaligere projecten vragen misschien een eerder gecentraliseerde of bottom-up aanpak. Veel hangt af van de schaal van het te herontwikkelen gebied. De deelprojecten van de IBA Emscher Park kunnen in die zin wel een voorbeeld vormen voor vergelijkbare kleinschaligere projecten. IBA Emscher Park heeft zijn succes zeker en vast te danken aan de specifieke aanpak die gehanteerd werd. Een tabula rasa benadering had wellicht niet zo'n succesvol park én een nieuwe, sterke economie teweeggebracht.
42
43
Casus 3: La Confluence
figuur 19: La Sucrière
Doel showcase voor 'the City of Tomorrow', internationale ambities Groot Lyon, lokale identiteit creĂŤren Programma woningen, kantoren, bedrijvigheid, winkels, publieke voorzieningen, publieke en groene ruimte, drie nieuwe bruggen Schaal 150 ha Reclaimed from the waters in centuries past, this riversidesite is reembracing its banks and natural environment. The redevelopment is gradually highlighting an outstanding location and unique landscapes. Set to ultimately double thesize of the city centre, this project is a rarity in Europe, a major challenge for the metropolitan area, and an opportunity for its residents.2 (Lyon Confluence, n.d.)
44
45
La Confluence in Lyon is een herontwikkeling van een voormalig industriegebied en dit tot een volwaardig stadsdeel. Men wil een centrale, aantrekkelijke, drukbezochte plaats creĂŤren die een levendige en innoverende kwaliteit uitstraalt. De lokale identiteit die wordt ontwikkeld is gebaseerd op creatieve economie, media, cultuur en recreatie. Verloop Na het wegtrekken van de industrie wordt nagedacht over de mogelijke herontwikkeling van La Confluence. In 1997 wordt een aanbesteding uitgeschreven die gewonnen wordt door Oriol Bohigas en Thierry Melot. In 1999 wordt het contract echter verbroken omwille van een snelle overschrijding van het voorziene budget. Vervolgens wordt, in 2001, SEM Lyon Confluence opgericht voor een stadsuitbreidingsproject gesitueerd op de site van La Confluence. In 2003 wordt de overeenkomst met SEM Lyon Confluence voor de herontwikkeling ondertekend. De projectontwikkelaars voor fase 1 worden in 2004 gekozen. In 2005 kunnen dan de werken voor fase 1 van start gaan. De opening van Maison de la Confluence, een informatiecentrum on site, volgt in 2006. In 2008 wordt SEM Lyon Confluence SPLA Lyon Confluence, het eerste lokaal ontwikkelingsbedrijf in volle publieke eigendom in Frankrijk. Herzog & de Meuron en Desvigne worden in 2009 gekozen voor het masterplan voor de tweede fase van La Confluence. Er wordt ook een participatief controleorgaan opgericht. Dit controleorgaan heeft een louter reflectieve functie. Ook in 2009 wordt een ideeĂŤnoproep gelanceerd voor de herbestemming van de gevangenissen van SaintJoseph en Saint-Paul die, samen met de markt naar Corbas verhuisden. In 2010 wordt het masterplan voor fase 2, ontworpen door Herzog & de Meuron en Desvigne, goedgekeurd en wordt een overeenkomst met WWF Frankrijk gesloten. Het ontwerp krijgt een herziening in 2011. En in 2012 volgt tenslotte de verkoop van de eerste gronden van de tweede fase van de herontwikkeling. La Confluence is momenteel nog volop in ontwikkeling.
46
Middelen De eerste fase van de herontwikkeling werd gefinancieerd door private investeerders, publieke investeerders, Groot Lyon, Stad Lyon, SYTRAL voor de metro, de provincieraad voor het museum en de regionale raad. Thema 1: Publiek beleid Tijdens het mandaat van burgemeester Gérard Collomb, vanaf 2001, ontstaat een publiek-publieke samenwerking die de ontwikkeling van La Confluence op zich neemt, SEM (Société d'Economie Mixte) Lyon Confluence. Vermoedelijk heeft de gemeente zijn lessen getrokken uit voorgaande stedelijke ontwikkelingsprojecten en deze keer bewust gekozen voor een 100% openbaar bestuur. Het betreft hier een samenwerking tussen Groot Lyon en een naamloze vennootschap met overheidskapitaal. Hoewel de samenwerking een 100% openbaar bestuur had werd het project gefinancieerd aan de hand van private investeringen. De private investeerders hadden niet alleen een financieel ondersteunende rol voor de stedelijke ontwikkeling maar kregen ook een grote invloed op het ontwikkelingsbeleid dat in La Confluence werd gevoerd. De Gemeente ziet SEM Lyon Confluence als een krachtige tool om de ontwikkeling van La Confluence te beheren en te onderhandelen met de verschillende private investeerders. In 2005 komt er echter een verordening die verklaart dat in de toekomst alle aanbestedingen van overheidsopdrachten en -contracten moeten gebeuren aan de hand van procedures van concurrende biedingen en publiciteit. Deze verordening heeft ook zijn effect op SEM Lyon Confluence. Dit kan betekenen dat, door deze concurrende biedingen, via een aanbesteding een andere kandidaat moet worden gekozen dan diegene die SEM Lyon Confluence voor ogen had. Een nieuwe wet, die van 13 Juli 2006, biedt Groot Lyon echter de mogelijkheid SPLA (Société Publique Locale d'Aménagement) Lyon Confluence op te richten. Deze nieuwe vorm van naamloze vennootschap is in staat 100% publiek kapitaal te creëren. Voor deze vorm van vennootschap zijn geen procedures van concurrende biedingen en publiciteit vereist bij een aanbesteding.
47
Voor de uitvoering van de stedelijke ontwikkeling van La Confluence heeft Groot Lyon twee ZAC's (Zone d'Aménagement Concerté) of ontwikkelingszones gecreëerd. Een ZAC is een vorm van publiek-private samenwerking die in het verleden reeds veel succes kende. Aan de hand van de ZAC wil men de publieke investeringen terugverdienen door private investeerders aan te trekken met een financieel aantrekkelijk aanbod, dat tegelijk een break-even voor de publieke investeringen betekent. Er zijn dus slecht twee grote spelers in het verhaal van La Confluence. Enerzijds het openbare bestuur en anderzijds de private investeerders. Buurtbewoners en/of toekomstige bewoners en gebruikers kunnen terecht in Maison de la Confluence voor meer informatie over het stedelijk ontwikkelingsproject. Maison de la Confluence bevindt zich in een voormalig marktgebouw en bevat een tentoonstelling over de herontwikkeling van La Confluence. Thema 2: Herbestemming historisch DNA In de eerste fase van de herontwikkeling werden verschillende oude gebouwen van Port Rambaud behouden waaronder La Sucrière, Les Salins, en het Espace Group complex. Deze werden herbestemd tot ruimtes voor recreatie, cultuur en bedrijvigheid.
figuur 20: La Sucrière
Een eerste gebouw van Port Rambaud dat werd behouden is La Sucrière. Het Magasin Général des Sucres werd in 1930 opgericht en ingezet als opslagplaats voor suiker. In 1990 werd het gebouw echter verlaten. Nu bevat de voormalige opslagplaats een mix aan functies: polyvalente ruimtes voor tentoonstellinge, concerten, shows, musea, conventies en congressen, een museum, kantoren en een club. Naast La Sucrière werd ook een andere opslagplaats behouden en herbestemd. Les Salins, een voormalige opslagplaats voor zout werd getransformeerd tot restaurant Selcius. Selcius biedt ruimte zowel voor het grote publiek, als voor groepen en zakelijke evenementen.
figuur 21: Selcius
48
Het Espace Group complex tenslotte is het nieuwe hoofdkwartier van de Franse mediagroep Espace Group. De Espace Group vestigde zijn nieuwe hoofdkantoor in oude pakhuizen van Port Rambaud. Het is voornamelijk de façade van de pakhuizen die onder handen werd genomen door toevoeging van een lichtgevende dubbele gevel. In de voormalige pakhuizen bevinden zich nu kantoren en opnamestudio's. Naast het behoud van verschillende gebouwen loopt er ook een project, geïniteerd door Groot Lyon in 2002, dat de stad wil bijstaan om zijn rivieren te reclaimen. Een deel van dit project krijgt vorm onder de noemer 'Rives de Saône' en behandelt de connectie tussen Lyon en de Saône. Het proces van het reclaimen zal deels met de hulp van kunstenaars gebeuren. Het doel is het teruggeven van de Saône aan de inwoners van Lyon. Een eerste deel van het Rives de Saône project is een 11km lang pad dat start ter hoogte van La Confluence. Het doel is de natuur opnieuw de stad binnen te brengen en zo opnieuw biodiversiteit te creëren. Het project bestaat uit verschillende sequenzen waarvan Espace Kitchener-Marchand en bas-port Rambaud, ter hoogte van La Confluence, er één is. Over een lengte van ongeveer 1,2 km volgen, in dit deel van het traject, drie sequenzen elkaar op: in het zuiden het nieuwe theater en Saône park, centraal de residentiële zone met huisboten en in het noorden de infrastructurele knoop van het Perrache station. Het ontwerp voor dit deel van het project werd uitgewerkt door Georges en Julien Descombes. Eerder maakten zij al een ontwerp voor de Place Nautique en het Saône Park. In samenspraak met SPLA Lyon Confluence zoeken zowel de architecten als het team van kunstenaars naar een manier om continuïteit langsheen het pad te verzekeren zodat er een aantrekkelijke route ontstaat tussen het oude en nieuwe gedeelte van Lyon.
figuur 22: Espace Group complex
figuur 23: Espace Kitchener en bas-port Rambaud
In fase 2 van de herontwikkeling wordt 30% van de voormalige markthallen behouden. Deze markthallen krijgen een nieuw programma met woningen, kantoren, winkels en publieke voorzieningen. De rubberhal, de Girard hal en de bloemenhallen zijn architecturaal gezien de meest kwalitatieve hallen. Deze hallen zullen worden gerenoveerd en, voor een deel, ruimte bieden aan Maison de la Danse.
figuur 24: Halle aux Fleurs
49
Daarnaast worden ook andere, kleinere hallen, getransformeerd. Hal C6 zal een scholencomplex worden en hal C5 biedt ruimte aan SPLA Lyon Confluence. Het toegangsgebouw wordt nu reeds ingezet als concertzaal en zal in de toekomst ook ruimte bieden aan vzw's.
Naast deze gebouwen werden ook de gevangenissen van Saint Joseph en Saint Paul herbestemd. De gevangenissen kregen een nieuw programma onder de vorm van een universiteit, woningen en kantoren. figuur 25: Campus Saint Paul
Thema 3: Creatieve economie als brandingtool In 2003 vond de Lyon Biennale for Contemporary Art deels plaats in La Sucrière. Dit evenement luidde de start van het herontwikkelingsproject van La Confluence in en wilde sitebekendheid teweegbrengen. De Lyon Biennale for Contemporary Art vindt vanaf dan telkens een plaatsje in La Sucrière. Naast dit grootschalige evenement krijgen ook andere creatieve en culturele events een kans in La Sucrière. Hoewel er zich in het gebouw, en op de rest van de site, heel wat kantoren bevinden worden bedrijven binnen de creatieve economie niet rechtstreeks als doelgroep aangehaald. In een ander deel van het projectgebied, genaamd Le Champ, worden wel ruimtes voor creatieve economie en cultuur voorzien. Dit deel van La Confluence moet echter nog worden gerealiseerd. Momenteel bevindt er zich een groep creatievelingen in de Halle aux Fleurs maar zij moeten weldra plaats ruimen voor het geplande programma. Conclusie Hoewel het doel van het project het creëren van een lokale identiteit gebaseerd op creatieve economie, media, cultuur en recreatie is wordt creatieve economie amper ingezet in het geplande programma. Het label creatief wordt louter gebruikt voor de branding van de site. Het spreekt mensen aan en lokt nieuwsgierigheid uit. Op vlak van beleid is er ook geen enkele aanwijzing dat er een overleg heeft plaatsgevonden met mensen uit het creatieve netwerkspoor. Het hele project is top-down gepland en bevat dus geen bemiddeling tussen de creatievelingen en het
50
formeel-bestuurlijk en planologisch spoor. Het is vermoedelijk ook nooit echt de intentie van Groot Lyon geweest een plaats te geven aan creatieve economie. Het gaat hier om een stedelijk herontwikkelingsproject dat zich als creatief wil profileren voor publiciteit. Creativiteit krijgt hier een andere betekenis. In het project Rives de Sa么ne daarentegen wordt creatieve economie onder de vorm van kunstenaars ingezet in het ontwerp van de oevers. Het gaat hier echter enkel om het verwezenlijken van kunst en niet het cre毛ren van ruimtes voor creatieve economie. Toch is de ontwikkeling van de oevers van de Sa么ne belangrijk voor Lyon. Het reclaimen van de oevers versterkt de identiteit van de stad en geeft de rivier opnieuw betekenis.
51
Deel 4: Conclusie
Thema 1: Beleid Op vlak van beleid blijft, na analyse van de verschillende casussen, duidelijk dat communicatie en participatie uiterst belangrijk zijn. Een louter top-down manier van werken is niet langer realistisch. Het sterk betrekken van het creatief netwerkspoor op het formeel-bestuurlijk en planologisch spoor heeft een duurzaam resultaat tot gevolg. In de Westergasfabriek was er, dankzij Projectbureau Westergasfabriek onder leiding van Evert Verhagen, een nauwe samenwerking tussen het creatief netwerkspoor en het formeel-bestuurlijk en planologisch spoor. De herontwikkeling werd ge茂nitieerd vanuit buurtbewoners en zowel zij, als potenti毛le toekomstige huurders, kregen een stem tijdens het proces. Ook in Emscher Park was er een sterke graad van participatie. In dit geval zelfs tot op het punt van cocreatie. Buurtbewoners werkten fysiek en mentaal mee aan bepaalde projecten binnen de herontwikkeling. Tijdens de ontwikkeling van La Confluence was en is er nauwelijks sprake van participatie. Enkel la Maison de la Confluence verstrekt informatie over het lopende project. In het Rives de Sa么ne project wordt wel de hulp van enkel kunstenaars ingeschakeld voor het reclaimen van de oevers van de Sa么ne. Zij krijgen de kans hun eigen stempel te drukken binnen dit project maar het effect hiervan blijft eerder beperkt.
52
Thema 2: Historisch DNA Het behoud van historisch DNA blijkt in alle casussen evident. De meest duurzame en effectieve manier om dit historisch DNA te behouden is herbestemming. Een zorgvuldige maar minimale renovatie houdt het historisch DNA in stand en geeft het opnieuw betekenis. Het historisch DNA van de Westergasfabriek bevat, na zorgvuldige renovatie, een diversiteit aan ruimtes waar verschillende functies neergestreken zijn. Naast flexibele kantoor- en bedrijfsruimtes is er ook ruimte voor horeca en uitgaan. Het historisch DNA van de Westergasfabriek biedt ruimte voor creatieve en culturele activiteiten. Ook in Emscher Park kregen de historisch waardevolle gebouwen een creatieve en culturele invulling. Hier is zowel het historisch DNA als de schaal waarop deze creatieve en culturele functies werken groter dan in de Westergasfabriek. Het historisch DNA in La Confluence krijgt verschillende nieuwe functies toebedeeld. Sommige van de gebouwen bieden ook ruimte aan voornamelijk culturele activiteiten. Maar er worden ook andere functies zoals kantoren, een universiteit en publieke voorzieningen in de historisch waardevolle gebouwen ondergebracht.
53
Thema 3: Creatieve economie Creatieve economie blijkt een grotere potentie te hebben dan louter voor branding. Het inzetten van creatieve economie in functie van herontwikkeling en het behoud van historisch DNA is effectief en duurzaam. Het toevoegen van creatieve economie heeft ook zijn effect op de omgeving. Het is een katalysator voor stedelijke ontwikkeling. In de Westergasfabriek werd creatieve economie ingezet als tijdelijke invulling voor het tegengaan van leegstand van de gebouwen en het verwerven van sitebekendheid. De creatieve economie bleek echter een succesvolle invulling en kreeg een vaste plaats. Tot op de dag van vandaag biedt de Westergasfabriek ruimte aan creatieve ondernemingen. In Emscher Park zien we het omgekeerd verhaal. De herontwikkelde industriĂŤle sites trekken zelf creatieve en culturele functies aan. La Confluence is een buitenbeentje en gebruikt creatieve economie enkel als branding en biedt er nauwelijks ruimte voor.
54
55
figuur 26: Sugar City
56
II ANALYSE AMSTERDAM-WEST
In dit hoofstuk wordt het projectgebied op verschillende manieren geanalyseerd. Als eerste volgt een korte situering van het projectgebied binnen de Amsterdamse Metropoolregio op geografisch vlak. Daarna volgt een historische duiding van verschillende belangrijke plaatsen die het projectgebied vorm geven. De Haarlemmertvaart, Sugar City, de Westergasfabriek en volkstuinparken worden doorgelicht. In een situering op beleidsmatig en planologisch vlak komen de structuurvisie, Amsterdam 2040, en de voedselvisie, Voedsel en Amsterdam, aan bod. Vervolgens krijgen we een kwalitatieve analyse van het projectgebied, gebaseerd op observaties ter plaatse. Deze gevarieerde analyse bepaalt, samen met het eerder geziene theoretische kader, de visie, strategie en ruimtelijke uitwerking van Amsterdam-West.
57
figuur 27: projectgebied Amsterdam-West
58
59
figuur 28: projectgebied
60
61
figuur 29: I amsterdam Westergasfabriek
62
63
figuur 30: projectgebied en centrum Amsterdam
Sugar City
64
Westergasfabriek
Deel 5: Situering in Metropoolregio Amsterdam
Geografische situering Het projectgebied situeert zich in het Westen van Amsterdam. Het begin en het einde van het gebied wordt bepaald door twee industriële sites: de Westergasfabriek, die zich vlak bij het historisch centrum bevindt, en Sugar City, dat in de Gemeente Halfweg is gelegen. Tussen deze twee voormalige industriële sites loopt de Haarlemmervaart. Ten noorden van de Haarlemmervaart ligt de Brettenscheg, een groene scheg die ter hoogte van Sloterdijk onderbroken wordt door hoogbouwkantoren. De Brettenscheg bevat, ter hoogte van de Haarlemmervaart, enkele volkstuinparken en een sportpark. Ook Westerpark, het park langs de Westergasfabriek maakt deel uit van de Brettenscheg. Ten zuiden van de Haarlemmervaart vinden we overwegend residentiële zones. Een groot deel van deze residentiële wijken werd gepland in het Algemeen Uitbreidingsplan (AUP) Van Eesteren. Nabij Sugar City gaan de residentiële wijken over in een recreatieve groenzone, Tuinen van West. figuur 31: AUP
65
figuur 32: Sugar City en Westergasfabriek
Sugar City 108.000 vierkante meter 56 bedrijven Amsterdam
10 minuten met auto 5/10 minuten met openbaar vervoer
1862
opening Suikerfabriek Holland
1992
sluiting Suikerfabriek Holland
2000
herontwikkeling onder leiding van Cobraspen Vastgoedontwikkeling BV plannen woon- en werkruimtes kunstenaars plannen megacomplex Ă la Uplace plannen Outletcenter plannen Outletcenter krijgen definitief groen licht enkel Suiker Silo's en Pakhuis herontwikkeld Middenfabriek en Puntloods ingezet voor events
2004 2011 2012 2015
66
Westergasfabriek 145.000 vierkante meter 43 vaste huurders Amsterdam
2 minuten met auto 5 minuten met openbaar vervoer
1885 1967 eind jaren '80 1992 1997 1999
opening Westergasfabriek sluiting Westergasfabriek eerste aanzet herontwikkeling vanuit buurtbewoners tijdelijke invulling met creatieve economie start herontwikkeling samenwerkings- en erfpachtovereenkomst huurders
2015
succesvolle creatieve en culturele hotspot
67
figuur 33: krantenartikel Sugar City 2004
68
Van Westergasfabriek 2.0 ...
... naar kledijdump.
figuur 34: krantenartikel Sugar City 2012
69
figuur 35: krantenartikel Westergasfabriek 1993
Van bedreigd historisch DNA ...
70
... naar culturele hotspot.
figuur 36: Westergasfabriek overlijd aan de gevolgen van ernstige bezuinigingen door Jamie Smit
71
figuur 37: Sugar City en Westergasfabriek
Voormalig industriële site Sugar City in ontwikkeling
figuur 38: Factory Outlet
figuur 39: ontwikkeling Sugar City
De voormalige suikerfabriek die zich aan het einde van de Haarlemmervaart bevindt, als tegenpool van de Westergasfabriek, is momenteel in handen van Cobraspen Vastgoedontwikkeling BV. Deze willen op de site ruimte voorzien voor actieve vrije tijd. Zoals ook al opgenomen in de eerste plannen van Sugar City, zal er op het voormalige terrein van de Suikerfabriek Holland in Halfweg een volume van ongeveer 108.000 m² aan nieuwe functies worden gerealiseerd. Deze nieuwe functies komen deels in nieuw te realiseren gebouwen, maar deels ook in de al bestaande gebouwen met een industriële uitstraling. Wel is de soort functies dat gerealiseerd gaat worden in de afgelopen jaren – onder druk van de economische recessie – aangepast. Zo zijn de kantoren (grotendeels) en de mega-bioscoop uit de plannen verdwenen en is het thema actieve vrije tijd er voor teruggekomen.14 (Cobraspen Vastgoedontwikkeling BV, n.d.) Het geplande megacomplex zal, na uitvoerig marktonderzoek, dan toch niet als aanvankelijke gepland doorgevoerd worden. Wel wordt de site nog steeds opgevuld met een eerder stedelijk programma als horeca, winkels, kantoren, een hotel, etc. De impact van dit programma op zijn (natuurrijke) omgeving is momenteel nog onduidelijk. Het is voor de buurtbewoner en Amsterdammer echter wel duidelijk dat het geplande programma de site van oude suikerfabriek geen eer aan doet. Arjan Klok, hoofd masteropleiding Stedenbouw op de Academie van Amsterdam, noemt het zelfs een schande dat dergelijk historisch waardevolle plek een 'dumpplaats' (outlet) voor kledij wordt. 14 Cobraspen Vastgoedontwikkeling BV. (n.d.) Sugar City: over ons. Geraadpleegd op http://www. sugarcity.com/nl/about-us
72
Creatieve en culturele hotspot Westergasfabriek De Westergasfabriek werd, na een lang proces, dĂŠ creatieve hotspot in Amsterdam-West. Naast eigenzinnige horecazaken en winkeltjes vind je er ook kleine kantoren waar creatieve bedrijven zich hebben genesteld. De voormalige fabriekssite vormt ook vaak het decor voor groot- en kleinschalige evenementen en festivals. De Westergasfabriek leeft, en hoe. De site met gerenoveerde gebouwen en een nieuw stadspark werkt niet enkel op het niveau van de wijk maar heeft ook invloed op het niveau van de stad, het land en zelfs internationaal. De Westergasfabriek stelt een voorbeeld voor andere landen wat betreft de reconversie van industriĂŤle sites en ruimte bieden aan creatieve economie. Na Emscher Park kijkt iedereen nu naar het Nederlandse voorbeeld. In 2004 werd het congres Creativity and the City georganiseerd op de site. Onder andere Richard Florida verzorgde tijdens dit congres een lezing. Van toen af aan waren alle ogen op Amsterdam gericht. Het project van de Westergasfabriek heeft zeker en vast invloed gehad op zijn omgeving. Amsterdam-West is nu een creatieve broedplaats, meer dan andere stadsdelen buiten het centrum.
73
Deel 6: Historische duiding
Haarlemmertrekvaart, verbinding tussen Haarlem en Amsterdam
figuur 40: Haarlemmertrekvaart 1746
figuur 41: trekschuit op de Haarlemmertrekvaart
74
In 1631 valt het besluit bij de steden Amsterdam en Haarlem om een trekvaart tussen beiden aan te leggen. Voorheen liep de voornaamste vaarweg tussen beiden over het Ij. De landweg die de steden verbond werd begin 16e eeuw overspoeld door het Haarlemmermeer. Een vlottere verbinding dan de Spaarndammerdijk tussen Amsterdam en Haarlem was dus gewenst. De in 1632 voltooide Haarlemmertrekvaart werd de eerste in Holland. De trekvaart liep in die tijd in een rechte lijn tussen de Haarlemmerpoort en de Amsterdamse Poort. Halverwege de Haarlemmertrekvaart bevond zich een sluizencomplex. Reizigers moesten er bijgevolg overstappen. Het sluizencomplex ligt aan de oorsprong van het dorp Halfweg. Het begon met enkele herbergen en groeide uit tot een volwaardig dorpje. Een trekvaart werd bevaren door trekschuiten, kleine boten voornamelijk gebruikt voor het vervoer van reizigers. Een trekschuit leent zijn naam aan het feit dat de boot vanaf de wal werd voortgetrokken door een paard of mensen. Het jaagpad, of pad van waar de trekschuit werd getrokken, langs de Haarlemmertrekvaart werd in 1762 verhard en is nu de Haarlemmerweg. Langs deze weg en trekvaart verscheen in de 17e en 18e eeuw in beperkte mate bebouwing. In de 19e eeuw vestigde ook de industrie zich er en in 1883 vond de Westergasfabriek een plaatsje langs de Haarlemmertrekvaart.Tot de 19e eeuw vormde de Haarlemmertrekvaart de voornaamste vorm van openbaar vervoer
tussen Amsterdam en Haarlem. Met de komst van de spoorwegen raakt de trekvaart echter overbodig. Momenteel ligt de Haarlemmervaart er betekenisloos bij. Van kasteel tot suikerfabriek Bij het ontstaan van Halfweg werd in 1648 het Gemeenlandshuis Swanenburg gebouwd. Gezien het uiterlijk van het gebouw werd het ook wel Kasteel Swanenburg genoemd. In 1862 werd het Gemeenlandshuis onderdeel van de Suikerfabriek Holland. Tot 1950 stonden er de verdampingsketels in opgesteld. De suikerfabriek sloot de deuren in 1992. Sinds 2000 is de voormalige fabriek, onder leiding van een projectontwikkelaar, getransformeerd naar onder andere kantoren. De site is nu nog volop in ontwikkeling.
figuur 42: Gemeenlandshuis Swanenburg 1700
Westergasfabriek als licht voor de stad In 1885 wordt de bouw van de Westergasfabriek, in opdracht van de Imperial Continental Gas Association (ICGA), afgerond. De fabriek bevindt op een zeer strategische plaats tussen water spoor en toeganswegen. De Westergasfabriek voorzag in het gas voor de stadsverlichting. De gasproductie nam in de loop van de jaren echter geleidelijk af en werd in 1967 definitief stopgezet. Het achtergebleven vervuilde terrein bleef jarenlang een lastig vraagstuk. Het werd als opslag- en werkplaats gebruikt door het Gemeentelijk Energie Bedrijf
figuur 43: Westergasfabriek 1903
75
(EGB). 15 Eind jaren '80 wordt de molen in gang gezet die leed tot de huidige toestand van de Westergasfabriek. Creatieve industrie nam er zijn intrek en transformeerde het terrein tot een culturele en creatieve hotspot. Volkstuin als persoonlijk productielandschap
figuur 44: tuingroep Nut en Genoegen 1977
In het begin van de vorige eeuw deed zich een nieuw fenomeen voor langs de Haarlemmervaart: volkstuinparken. Deze verzameling van volkstuinen bevinden zich traditioneel aan de rand van de stad en manifesteren zich in verschillen vormen en maten. Langs de Haarlemmertrekvaart vinden we volkstuinparken Nut en Genoegen, Sloterdijkermeer, De Bretten en De Groote Braak, respectievelijk opgericht in 1920, 1936, 1976 en 1983. Volkstuinen zijn kennelijk een fenomeen van de 20ste eeuw. Ze bieden ruimte voor actieve recreatie. Een volkstuin is een stukje grond waarop men siergewassen en/of groente mag telen en waarop men veelal ook nog een huisje mag plaatsen, waarin men dan kan overnachten in de periode van april tot oktober. Het belangrijkste aspect van een volkstuin is echter "het tuinieren". Als men een volkstuin huurt zal men zich er dus terdege van bewust moeten zijn dat de tuin op de eerste plaats komt.16 (Bond van Volkstuinders, n.d.) De volkstuinparken langs de Haarlemmervaart neigen vandaag de dag meer naar kleine buitenverblijven, als vlucht van de drukte van de stad, dan naar actieve moes- of siertuinen.
15 Westergasfabriek BV. (n.d.). Geschiedenis. Geraadpleegd op http://www.westergasfabriek.nl/ westergasfabriek/geschiedenis 16 Bond van Volkstuinders. (n.d.). Volkstuinen. Geraadpleegd op http://www.bondvanvolkstuinders.nl/ index.php?menu=2&stijl=1&id=258
76
77
Deel 7: Beleidsmatige en planologische situering
Ontwikkelingsbeeld 2040 In navolging van Structuurvisie Randstad 2040 en Ontwikkelingsbeeld Metropoolregio 2040 ontwikkelde de Gemeente Amsterdam Structuurvisie Amsterdam 2040, gepubliceerd in maart 2011. Uit deze structuurvisie vloeide ook een voedselvisie voort: Voedsel en Amsterdam, een voedselvisie en agenda voor de stad, gepubliceerd op 22 december 2014. Samen met de Creatieve Radiaal West hebben deze visies hun invloed op de toekomst van Amsterdam-West. Ook de groene scheggen, of hoe Amsterdam een lobbenstad is en moet blijven, hebben een niet te verwaarlozen invloed op het gebied. Daarnaast is ook een analyse van de huidige toestand op vlak van creatieve economie noodzakelijk. Hier komen de Westergasfabriek, de vele broedplaatsen en Sugar City aan bod. Vanuit de Structuurvisie Randstad 2040, die, binnen de noordelijke Randstad Amsterdam, Almere en Utrecht als de 3 hoekpunten voor verstedelijking ziet, wordt een ontwikkelingsbeeld voor deze Noordvleugel opgesteld. Het ontwikkelingsbeeld tracht te antwoorden op volgende vraag: Hoe kan de netwerkregio Noordvleugel zich ontwikkelen tot een Europese metropool in 2040? Behoud en versterking van de internationale concurrentiepositie noodzaakt de Noordvleugel van de Randstad als belangrijke trekker van de Nederlandse economie zich in de komende decennia te ontwikkelen tot een Europese metropool. Het succesvol verder ontwikkelen van de Noordvleugel moet gericht zijn op
78
het creĂŤren van een hoogwaardig en duurzaam leef- en woonmilieu waar bedrijven, bewoners en bezoekers zich graag willen vestigen en willen verblijven.17 (Regiegroep Noordvleugel 2040, 2008) Het Ontwikkelingsbeeld voor de Noordvleugel heeft 4 doelstellingen. Een eerste doelstelling is de intensivering en transformatie van het stedelijk gebied, dit met aandacht voor voldoende aanbod van bedrijfslocaties. Daarnaast beoogt men een betere interne en externe bereikbaarheid door in te zetten op regionaal openbaar vervoer. Het ontwikkelen van het metropolitane landschap is een derde doelstelling. En last but not least: het bekomen van een duurzame en klimaatbestendige stad. Deze 4 doelstellingen vormen de basis voor de Structuurvisie Amsterdam 2040. Uitrol centrumgebied en verweving metropolitaan landschap en stad, Amsterdam 2040 Amsterdam economisch sterk en duurzaam. Het motto van de structuurvisie spreekt voor zich. Amsterdam wil zijn economie verder versterken. Een stad met een sterke economie is immers een aantrekkelijke stad. Duurzaamheid is dan weer een doelstelling waar geen enkele (groot)stad nog onderuit kan. Binnen dit motto stelt de Gemeente Amsterdam enkele pijlers voorop.
17 Regiegroep Noordvleugel 2040. (2008). Ontwikkelingsbeeld Noordvleugel 2040. Geraadpleegd op www.metropoolregioamsterdam.nl
79
Intensivering grondgebruik Een eerste pijler is de intensivering van het grondgebruik, ofte densifiĂŤren. Monofunctionele gebieden moeten worden getransformeerd tot woonwerkgebieden, de woningvoorraad, en dus ook voorzieningen, moeten worden uitgebreid en men moet investeren in de openbare ruimte. Dit alles zonder het bestaande landschap aan te tasten. Om de economische motor goed te laten functioneren in het belang van de Nederlandse economie is het noodzakelijk de mensen die de motor draaiende houden te huisvesten. Een keuze om deze huisvesting buiten Amsterdam en de metropoolregio op te vangen is wat ons betreft de verkeerde weg.18 (Gemeente Amsterdam, 2011)
Samenhangend OV-netwerk Een samenhangend OV-netwerk is een tweede belangrijke pijler. Er moet een regionaal OV-netwerk op schaal van de metropool worden geĂŻnstalleerd. De groei van de stad moet ook worden gekoppeld aan bestaande en in ontwikkeling zijnde OV-lijnen. Inrichting publiek domein Een derde pijler behandelt het publiek domein, meer bepaald de inrichting ervan. Voornamelijk in het dense weefsel binnen de A10 moet het publieke domein optimaal worden benut. Deze maatregel mag echter niet ten koste van de auto gaan. Het autovrij maken van Amsterdam is geen doelstelling. Aantrekkelijk groen en water Aantrekkelijk groen en water kan niet ontbreken in het lijstje. Groen is, naast een stimulans voor het algemene welzijn, ook een belangrijke economische factor. Groen en water zijn troeven die Amsterdam in handen heeft maar nog niet optimaal uitspeelt. Investeren in de beleving en gebruiksmogelijkheden van dit groen-blauwe netwerk zal een sterk positief effect hebben. Het groen en water in en rondom de stad moet aantrekkelijker worden voor de Amsterdammer, in de wetenschap dat het gebruik ervan alleen maar toeneemt en een steeds belangrijker rol vervuld voor het welzijn van de bewoners en voor bedrijven om zich hier te vestigen; groen is een belangrijke economische factor geworden.19 18 Gemeente Amsterdam. (2011). Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam. Geraadpleegd op http://www.amsterdam.nl/gemeente/organisatie/ruimte-economie/ruimte-duurzaamheid/ruimteduurzaamheid/publicaties/publicaties/structuurvisie/structuurvisie/, 19 Gemeente Amsterdam. (2011). Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam. Geraadpleegd op http://www.amsterdam.nl/gemeente/organisatie/ruimte-economie/ruimte-duurzaamheid/ruimteduurzaamheid/publicaties/publicaties/structuurvisie/structuurvisie/
80
Het aantrekkelijker maken van de bestaande groen- en waterstructuur speelt in op beide delen van het motto van de structuurvisie, economisch sterk en duurzaam. Wonen en werken in een aangename groene omgeving haalt de levenskwaliteit sterk omhoog. Hoewel Amsterdam reeds heeft ingezet op aantrekkelijk groen in en rond de stad, is er nog steeds ruimte voor verbetering. De groene scheggen of groene vingers die Amsterdam tot een lobbenstad maken bereiken nog niet het gewenste resultaat. De Amsterdamse scheggen hebben een hoge waardering en een groeiend gebruik. Ten opzichte van de parken bieden ze rust, ruimte en schaal. Toch scoren elementen als rust en diversiteit van het groen in en rond Amsterdam beneden het Nederlandse gemiddelde.20 (Gemeente Amsterdam, 2011) (Gemeente Amsterdam, 2011)
Deze kaart toont de ecologische structuur in en rond Amsterdam. Binnen het gebied van Amsterdam-West worden verschillende op te heffen knelpunten gesignaleerd. Deze knelpunten situeren zich voornamelijk ter hoogte van infrastructurele knooppunten. Het behandelen van deze probleempunten moet bijdragen tot het verkrijgen van aantrekkelijker groen voor Amsterdam. Het is overbodig te zeggen dat Amsterdam, en op grotere schaal Nederland, onlosmakelijk met water verbonden is. De Amsterdamse grachten zijn wereldberoemd. De stad bevat echter nog meer 'waterpotentieel' dat tot nog toe niet wordt benut. Amsterdam heeft met het huidige watersysteem een sterke troefkaart in handen: het heeft een prachtige waterstructuur, geroemd op wereldschaal. ... Echter, de kansen die het water biedt worden nog lang niet altijd optimaal benut. ... Door sterk in te zetten op water, als kwaliteit van de stad, water als onderdeel van het dagelijks leven, zichtbaar en inspirerend en waar tegen de stad bestand is, zet Amsterdam zich op de wereldkaart als stad waar het leefbaar is, aangenaam is en veilig.21 (Gemeente Amsterdam, 2011) De Haarlemmertrekvaart is het perfecte voorbeeld van een onderbenutte kans. De trekvaart heeft vandaag de dag geen enkele functie. Een terugblik naar het verleden, wanneer de Haarlemmertrekvaart de belangrijkste verbinding vormde tussen Haarlem en Amsterdam,
figuur 45: ecologische structuur
20 Gemeente Amsterdam. (2011). Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam. Geraadpleegd op http://www.amsterdam.nl/gemeente/organisatie/ruimte-economie/ruimte-duurzaamheid/ruimteduurzaamheid/publicaties/publicaties/structuurvisie/structuurvisie/ 21 Gemeente Amsterdam. (2011). Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam. Geraadpleegd op http://www.amsterdam.nl/gemeente/organisatie/ruimte-economie/ruimte-duurzaamheid/ruimteduurzaamheid/publicaties/publicaties/structuurvisie/structuurvisie/
81
toont ons dat het ooit anders was. De trekvaart werd onlangs reeds opnieuw bevaarbaar gemaakt maar deze functie blijft, bij gebrek aan een bestemming, onderbenut. Transformatie De transformatie van gebieden is een volgende pijler. Van een monofunctioneel gebied naar een gebied met meer gemengde functies als wonen, werken en recreĂŤren. Postfossiele brandstoftijdperk Een voorlaatste pijler is het postfossiele brandstoftijdperk. Amsterdam wil ruimte voorzien voor het opwekken van duurzame energie en zo, deels, zelfvoorzienend worden. Elk van voorgaande pijlers, afgezien van de Olympische Spelen, zal zijn invloed hebben op het projectgebied. Uit deze visionaire pijlers komen ruimtelijk ingrepen voort. Deze zijn: uitrol van het centrumgebied, verweving metropolitane landschap en stad, herontdekking van het waterfront en internationalisering van de zuidflank. Het zijn de eerste twee bewegingen die worden meegenomen in het project. Uitrol centrumgebied Het hart van Amsterdam werkt als een magneet. Het centrum breidt zich concentrisch uit. Deze tendens reikt nu al verder dan de 19e eeuwse gordel en zelfs tot buiten de A10. Dit betekent onder andere dat verschillende parken en waterpartijen, zoals bijvoorbeeld Slotermeer maar ook de Haarlemmervaart, centraler in de stad komen te liggen. Ze worden nieuwe stedelijke ontmoetingsplekken. Verweving metropolitaan landschap en stad Amsterdam is een lobbenstad. Dit stedenbouwkundig model wordt sinds begin 20ste eeuw toegepast bij stadsuitbreiding. Stedelijke lobben met bebouwing dringen het omringende landschap binnen. Het metropolitane landschap dringt de stad binnen via de groene scheggen en is zo vlot en snel bereikbaar vanuit het stadscentrum. Deze structuur van groene scheggen in de uitdijende stad werd vastgelegd in het Algemeen Uitbreidingsplan (AUP) in 1934. De groene scheggen verhogen enerzijds de aantrekkelijkheid van de stad en anderzijds geeft
82
de structuur de mogelijkheid tot verdichten binnen het bestaand stedelijk gebied. De ambitie binnen de structuurvisie is het geheel uitbouwen tot een metropolitaan landschap. Binnen de groene scheggen moeten er snellere en aantrekkelijkere routes voorzien worden, dit in combinatie met elektische fietsen, wat de actieradius vergroot. Daarnaast moet er ook meer bekendheid met de groene scheggen worden verworven. Men streeft naar diversiteit en differentiatie binnen de scheggen. De Westrand, bestaand uit de Brettenzone en de Tuinen van West, is één van de groene scheggen die het dichtst bij het centrum van Amsterdam komt. Deze scheg onderscheidt zich ook van andere door zijn programma. De Brettenzone bestaat niet enkel uit natuur maar heeft ook een cultureel programma. Het project Radiaal West onderzocht deze specifieke groene scheg reeds en deed een aantal voorstellen tot ingreep in het kader van de strucuurvisie. De Brettenscheg maakt onderdeel uit van de Radiaal West en richt zich op de gradiënt cultuurnatuur, waarbij in het Westerpark de nadruk meer op cultuur ligt en nabij Geuzenveld meer op natuur. Uitgangspunt voor de versterking van Radiaal West is het verbeteren van de oost-west wandel- en fietsverbindingen de stad in en uit. Verder bestaat de wens tot het bevaarbaar maken van de Haarlemmervaart en de koppeling van de Brettenzone aan de Tuinen van West. Betere noord-zuidverbindingen over de Haarlemmerweg vergroten de bereikbaarheid vanuit de aanliggende stadsdelen en de bereikbaarheid tussen deze woongebieden en de haven en Teleport.22 (Gemeente Amsterdam, 2011) De Tuinen van West kennen een eerder recreatief programma. In dit deel van het gebied is de doelstelling het beter toegankelijk maken van agrarische landschappen, dit met het oog op stadslandbouw. In de Tuinen van West komen beter toegankelijke agrarische landschappen en intensieve recreatievoorzieningen. De agrarische landschappen bieden een uitgelezen kans voor stadslandbouw en daaraan gekoppelde natuurontwikkeling en extensieve recreatie. ... Intensieve recreatieve voorzieningen, zoals het toppark de Eendracht, komen vooral in het noordelijk deel van de Tuinen van West.23 (Gemeente Amsterdam, 2011)
22 Gemeente Amsterdam. (2011). Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam. Geraadpleegd op http://www.amsterdam.nl/gemeente/organisatie/ruimte-economie/ruimte-duurzaamheid/ruimteduurzaamheid/publicaties/publicaties/structuurvisie/structuurvisie/ 23 Gemeente Amsterdam. (2011). Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam. Geraadpleegd op http://www.amsterdam.nl/gemeente/organisatie/ruimte-economie/ruimte-duurzaamheid/ruimteduurzaamheid/publicaties/publicaties/structuurvisie/structuurvisie/
83
Visie Amsterdam 2040 Waterfront
Algemeen capaciteitsuitbreiding snelweg bovengronds
wonen - werken werken - wonen
capaciteitsuitbreiding snelweg ondergronds
werken
hogesnelheidslijn
projecten in planvorming of recent gerealiseerd
HOV (bus/tram/metro) bovengronds HOV (bus/tram/metro) ondergronds
Uitrol
internationaal OV knooppunt
wonen - werken
hoofd OV knooppunt
werken - wonen
secundair OV knooppunt
beperkte kwaliteitsimpuls stadsstraten en -pleinen
1
optie Regiorail Schiphol - Almere
kwaliteitsimpuls stadsstraten
2
optie Oostwest metrolijn
kwaliteitsimpuls pleinen
nieuwe pont-/veerverbinding
Marine etablissement
ondergrondse verbinding**
kwaliteitsimpuls stadspark
P+R locatie zeesluis
Zuidflank
2e zeecruise terminal
Zuidas
wachtplaats binnenscheepvaart
wonen - werken
intensivering RAI-terrein
werken - wonen
topwinkelgebied
werken
intensivering haven
projecten in planvorming of recent gerealiseerd
stadsverzorgend bedrijventerrein kwaliteitsimpuls stadsdeelcentrum
Metropolitaan landschap
*
**
jachthaven
1
Amstelscheg
zoeklocatie uitbreiding havengebied
2
Amsterdamse Bosscheg
(grond-)water gerelateerd project
3
Tuinen van west
2e terminal Schiphol
4
Brettenzone
5
Zaansescheg
studiegebied*
6
Waterland
regionale fietsroute
7
Diemerscheg
Stelling van Amsterdam
8
IJmeerscheg
Voor studiegebied Haven-Stad is scenario 3 weergegeven, met uitzondering van Buiksloterham. Voor het gehele studiegebied Haven-stad geldt dat naar aanleiding van toekomstige studies verschuivingen mogelijk zijn. Mogelijke ontwikkelingen aan de zuidoever van de Gaasperplas zijn onderwerp van 84bij de Verkenning Gaasperdam. studie Als uit de plannen van Haven-Stad blijkt dat een verbinding nodig is, dan wordt deze gerealiseerd in de vorm van een tunnel.
A/B
optie locatie Olympische Spelen
strand metropolitane plek recreatief programma suggestie natuurontwikkeling ontwikkeling waterrand kwaliteitsimpuls overgang stad–scheg Sportas Kompaseiland en fietsbrug
figuur 46: visie Amsterdam 2040
6
5
8
A
4
7 3
B
2 1
2
1
85
Overzicht Een overzichtskaart (zie vorige pagina) van de structuurvisie toont ons de overkoepelende visie voor het gebied van Amsterdam-West. Zowel de Westergasfabriek als de oever van de Sloterplas worden als metropolitane plek aangeduid. De Brettenscheg wordt dan weer als metropolitaan landschap bestempeld. Amsterdam ziet haar omgeving dus als een metropolitaan landschap. Dit is een mede op de stedelingen afgestemd landelijk gebied, waarbij de wensen van stedelingen samensmelten met het karakter van de landschappen. Metropolitaan landschap bouwt meestal voort op de nu aanwezige sterke cultuurhistorische identiteit van gebieden en gaat die versterken.24 (Gemeente Amsterdam, 2011) Daarnaast krijgen de Tuinen van West en Sloterplas een recreatief programma en vinden we een mix van wonen en werken tussen de A10 en de spoorweg. Het overige deel van Amsterdam-West blijft overwegend residentieel. Voedsel en Amsterdam, een voedselvisie in 4 thema's Voedsel en Amsterdam is de verwoording van de visie van B&W op de relatie tussen de stad Amsterdam en haar voedsel. Deze relatie wordt onderzocht in vier thema's: voedsel en gezondheid, voedsel en economie, voedsel en duurzaamheid en voedsel en participatie. Voedsel en gezondheid Wanneer het gaat om voedsel en gezondheid gaat het voornamelijk over het stijgend aantal mensen met obesitas. Mensen bewust maken van hun voedingspatroon is een eerste stap in het reduceren van obesitas. Dat kan door mensen direct met gezond voedsel in aanraking te brengen - door een gezondere keuze aan te bieden: in winkels, automaten, horeca en op markten.25 (DRO, 2014) Er is, met betrekking tot dit probleem, reeds een actie opgezet genaamd Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht. Ook tonen hoe het voedsel dat we consumeren groeit is een stap richting bewustwording.
24 Gemeente Amsterdam. (2011). Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam. Geraadpleegd op http://www.amsterdam.nl/gemeente/organisatie/ruimte-economie/ruimte-duurzaamheid/ruimteduurzaamheid/publicaties/publicaties/structuurvisie/structuurvisie/ 25 Dienst Ruimtelijke Ordening, Gemeente Amsterdam. (2014). Voedsel en Amsterdam. Een voedselvisie en agenda voor de stad. Geraadpleegd op http://www.amsterdam.nl/gemeente/organisatie/ruimte-economie/ruimteduurzaamheid/ruimte-duurzaamheid/publicaties/publicaties/voedselvisie/
86
Voedsel en economie De voedselindustrie in de Amsterdamse Metropoolregio brengt heel wat tewerkstelling met zich mee. De voedselproductie in Amsterdam zelf is relatief klein. Er wordt in de stad wel veel voedsel gedistribueerd en geconsumeerd. Voedselproductie bevindt zich meer in het ommeland. Het is voornamelijk de distributie van voedsel die in de stad zichtbaar is. Maar ook in de Metropoolregio bevinden zich heel wat voedselgerelateerde bedrijven. Zo kan Amsterdam zich profileren als voedselstad en nieuwe bedrijven aantrekken. Amsterdam is een voedselstad. De stad en haar regio hebben immers veel in huis op dit terrein. Er is een uitgebreide voedsel- infrastructuur, zowel voor de hardware (productie, verwerking en logistiek) als voor de software (kennis, innovatie en initiatieven).26 (DRO, 2014) Voedsel en duurzaamheid De huidige manier van voedsel produceren weegt zwaar op het milieu. Dit komt niet alleen door het transport maar ook door massale verspilling van voedsel en de overconsumptie van vlees en zuivel, waarvan de productie erg milieubelastend is. Hoewel de voedselproductie in de Metropoolregio Amsterdam aanzienlijk is wordt er toch niet voldoende geproduceerd om de dagelijkse consumptie van de stad te dekken. De bijdrage van voedsel in de stad ligt dan ook niet primair in het aandeel van de voedselproductie, maar meer in de bewustwording (leidend tot gezonder en duurzamer consumptie), de aantrekkelijkheid van de stad en de verbetering van de sociale samenhang in de stad. De ambitie van Amsterdam met voedsel ligt op die terreinen en niet op het streven naar zelfvoorzienendheid in voedsel.27 (DRO, 2014) Sensibiliseren is dus de sleutel tot een duurzamere voedselketen. Voedsel en participatie Voedsel speelt een belangrijke rol in de Amsterdamse samenleving. Voedsel heeft een direct verband met de gezondheid van Amsterdammers, met de economische kracht van de stad en de regio, met de participatie van Amsterdammers in de samenleving en met de duurzaamheid van de 26 Dienst Ruimtelijke Ordening, Gemeente Amsterdam. (2014). Voedsel en Amsterdam. Een voedselvisie en agenda voor de stad. Geraadpleegd op http://www.amsterdam.nl/gemeente/organisatie/ruimte-economie/ruimteduurzaamheid/ruimte-duurzaamheid/publicaties/publicaties/voedselvisie/ 27 Dienst Ruimtelijke Ordening, Gemeente Amsterdam. (2014). Voedsel en Amsterdam. Een voedselvisie en agenda voor de stad. Geraadpleegd op http://www.amsterdam.nl/gemeente/organisatie/ruimte-economie/ruimteduurzaamheid/ruimte-duurzaamheid/publicaties/publicaties/voedselvisie/
87
figuur 47: stadslandbouw
88
89
stad.28 (DRO, 2014) Samen voedsel produceren, bereiden of consumeren schept een band. Mensen leren elkaar kennen maar ook re-integratie in de samenleving kan op deze manier worden vergemakkelijkt. Ook educatie speelt een belangrijke rol in dit verhaal. Jong geleerd is oud gedaan. Door kinderen in hun opleiding kennis te laten maken met de verschillende facetten van voedsel wordt een zeker bewustzijn gecreĂŤerd. Voedselagenda De voedselagenda volgend uit de voedselvisie houdt 4 actiepunten in: bevorderen van telen van voedsel in de stad, bevorderen van het aandeel gezond en duurzaam voedsel in de voedselconsumptie, bevorderen van een duurzame voedselkringloop en bevorderen van kennisuitwisseling over voedsel. Food Center Amsterdam
figuur 48: Food Center Amsterdam
Ook het reeds aanwezig Food Center Amsterdam, gelegen in Amsterdam-West zelf, kan een belangrijke rol vervullen binnen de voedselvisie. De in 1943 opgerichtte Centrale Markt groeide uit tot een groothandelsmarkt. Food Center Amsterdam beslaat nu een enorme oppervlakte. Er zijn ongeveer 90 bedrijven gevestigd met producten uit alle werelddelen. In de toekomst zal Food Center Amsterdam worden hervormd en worden er woningen en publieke ruimte aan de tot nu toe ontoegankelijke site toegevoegd. Het openbreken van de introverte site zal een sterke invloed hebben op de omgeving.29 Creatieve Radiaal West met focus op creatieve economie Specifiek voor Amsterdam-West loopt een project genaamd Creatieve Radiaal West (CRW). Dit socio-economische project wil, aan de hand van creatieve industrie, de levenskwaliteit in Amsterdam-West opkrikken. Zoals onder andere blijkt uit de structuurvisie wordt er naar het Westen gekeken om de overloop (van creatieve industrie) van het volle stadscentrum op te vangen. De wijken rond het centrum lopen langzamerhand een beetje over (cijfers DRO, wachtlijsten 28 Dienst Ruimtelijke Ordening, Gemeente Amsterdam. (2014). Voedsel en Amsterdam. Een voedselvisie en agenda voor de stad. Geraadpleegd op http://www.amsterdam.nl/gemeente/organisatie/ruimte-economie/ruimteduurzaamheid/ruimte-duurzaamheid/publicaties/publicaties/voedselvisie/ 29 Food Center Amsterdam. (n.d.). Informatie. Geraadpleegd op http://www.foodcenter.nl/index. php?buttonID=4
90
Westergasfabriek). Die overloop zou – samen met nieuwe toestroom! – goed kunnen landen in een aantal focuslocaties in Westerpark, Bos & Lommer, Geuzenveld- Slotermeer.30 ('tIdee BV, 2009) Het doel van de CRW is een netwerk opzetten waarin creatieve industrie optimale kansen krijgt. Dit realiseren ze onder leiding van een projectbureau dat in direct contact staat met de stadsdelen Westerpark, Bos & Lommer en Geuzenveld-Slotermeer. De CRW wil de druk vanuit het centrum opvangen door ruimte te voorzien voor creatieve industrie, dit op verschillende focuslocaties binnen het gebied (zie kaart). Enkele inspirerende uitganspunten van de CRW zijn: clusterstrategie: niet alleen creatie/ontwerp maar ook andere delen van de keten, kleinschalige werkruimtes en atelierwoningen en koester Local Heroes en vind nieuwe boegbeelden. De focus binnen de CRW ligt niet enkel op creativiteit als in 'het bedenken van' maar ook op de creatieve productie van gebiedseigen producten en diensten. Clustering van verschillende delen van de productieketen zorgt niet alleen voor betere communicatie en bijgevolg betere producten, het heeft ook een kortere keten en dus hogere duurzaamheidsgraad tot gevolg. Focussectoren van de CRW zijn: mode en serious gaming, ambachtenmaakindustrie, groen(e ambachtelijkheid) en talentontwikkeling. Het is voornamelijk groen(e ambachtelijkheid) die inspirerend werkt. De groene sector in de creatieve industrie ontwikkelt zich de laatste tijd sterk, onder meer door de toenemende aandacht voor duurzaamheid, klimaat en natuur, leefbare omgevingen, groene wijken en werkomgevingen. Landschapsarchitecten, recycle-kunstenaars en biologische tuinen/ boerderijen en tuinrestaurants staan volop in de belangstelling. Groen biedt bovendien kansen voor het faciliteren van (groene) evenementen en festivals en voor mooie werkplekken en ateliers (weggewerkt) in het groen.31 ('tIdee BV, 2009) Met zijn groot percentage aan groene ruimten, voornamelijk in het Westen van het gebied, lijkt Amsterdam-West inderdaad de ideale locatie voor het implementeren van groene creatieve industrie.
30 ‘tIdee! BV. (2009). Creatieve Radiaal West. Visie en uitgangspunten. Geraadpleegd op http://www. amsterdam.nl/toerisme-vrije-tijd/groen-natuur/parken/bretten-0/bretten/ 31 ‘tIdee! BV. (2009). Creatieve Radiaal West. Visie en uitgangspunten. Geraadpleegd op http://www. amsterdam.nl/toerisme-vrije-tijd/groen-natuur/parken/bretten-0/bretten/
91
Bureau Broedplaatsen biedt ruimte aan creatievelingen Naast de CRW is ook Bureau Broedplaatsen actief in AmsterdamWest. In 1999 werd, op vraag van verschillende krakerscollectieven, het project Broedplaats Amsterdam, nu Bureau Broedplaatsen, opgezet. Naar aanleiding van ontruimingen van vrijplaatsen in functie van bouwplannen eisten de krakerscollectieven een meer constructief vestigingsbeleid. Na een openbare hoorzitting werd besloten tot oprichting van het project Broedplaats Amsterdam. Het Amsterdamse broedplaatsenbeleid gaat ervan uit dat de doelgroep zelf initiatieven neemt. Groepen kunstenaars en creatieve ondernemers kijken zelf waar zij zich willen vestigen en wat er nodig is om dat te realiseren. Ook stadsdelen, woningcorporaties of BBp zoeken naar geschikte gebouwen en bieden deze aan de doelgroep in de vorm van bijvoorbeeld een prijsvraag. De vraag die de initiatiefnemers en BBp samen beantwoorden is bij ieder vastgoedproject: wat is nodig om de huisvestingsdroom van de initiatiefnemers te verwezenlijken?32 (Gemeente Amsterdam, n.d.) De taak van Bureau Broedplaatsen is eerder beperkt. Ze bieden gebouwen aan en leveren advies op maat. Gebruikers van de broedplaatsen krijgen vrijheid wat betreft de invulling van de broedplaats. Aan dit project, in combinatie met de Westergasfabriek, heeft Amsterdam-West zijn groeiende creatieve karakter te danken.
32 Gemeente Amsterdam. (n.d.). Bureau Broedplaatsen. Geraadpleegd op http://www.amsterdam.nl/ gemeente/organisaties/organisaties/bureau-broedplaatsen/
92
93
figuur 49: verkenningsroute
94
Deel 8: Kwalitatieve analyse
Aan de hand van twee verschillende vervoersmodi, fiets en auto, heb ik getracht vat te krijgen op het gebied langs de Haarlemmervaart. Tijdens de fietstocht ben ik op verkenning gegaan in het gebied ten noorden en ten zuiden van de Haarlemmertrekvaart, van de Westergasfabriek tot Sugar City. De auto bracht me naar uithoeken van het projectgebied. Deze beide ervaringen brengen mij tot enkele conclusies over het gebied. Betekenisloze Haarlemmervaart Tijdens de fietstocht heb ik me laten leiden door de Haarlemmervaart, dit tot in het dorp Halfweg, meer bepaald tot aan de voormalige suikerfabriek, Sugar City. Opvallend is dat er op de fietsroute ten noorden van de Haarlemmervaart vaker relatie gezocht wordt met het water dan ten zuiden. De relatie tussen fietsroute en trekvaart is op vele plaatsen echter niet optimaal en vaak louter visueel. Ten noorden van de vaart vinden we een eerder recreatieve fietsroute. Naar het dorp Halfweg toe wordt deze route van de vaart gescheiden door de spoorweg. Ten zuiden van de Haarlemmervaart wordt het fietspad van het water gescheiden door de Haarlemmerweg, een drukbereden viervaksweg. Fietsen langs deze weg is onaangenaam en lawaaierig. Het fietspad langs de Haarlemmerweg is puur functioneel en heeft geen enkele recreatieve waarde. De scheiding tussen fietspad en weg gebeurt op verschillende manieren: een groene berm, een vangrail, zelfs een geluidsscherm. De loutere visuele relatie met de Haarlemmertrekvaart verdwijnt helemaal in de wijken ten zuiden van de Haarlemmerweg.
figuur 50: Haarlemmervaart
figuur 51: Haarlemmervaart
figuur 52: Haarlemmerweg
95
figuur 53: broedplaatsen
96
Van stad naar landschap De route van de Westergasfabriek naar Sugar City is er één van stad naar landschap. De overgang tussen beide verloopt geleidelijk aan doorheen de verschillende tuinwijken van Nieuw-West. In het gebied rond de Westergasfabriek bevinden zich de meer stedelijke functies zoals supermarkten, horeca, winkels, etc. Naarmate we meer richting Sugar City vorderen vinden we meer recreatieve functies zoals sportvelden, speeltuinen, volkstuinen, etc. Een sequens van verschillende groene ruimtes zorgt voor een geleidelijk overgang van het dense stadsweefsel naar de Tuinen van West. Net als in het centrum van Amsterdam is water ook in Amsterdam-West een constante. Een blauw-groennetwerk zit verweven in de wijken van Westerpark, Bos & Lommer en GeuzenveldSlotermeer en geeft ze ademruimte. Broedplaatsen Amsterdam-West herbergt heel wat zogeheten 'broedplaatsen'. Broedplaatsen zijn gebouwen of gebieden die vanuit de organisatie Bureau Broedplaatsen (BBp) beschikbaar worden gesteld voor kunstenaars en creatieve ondernemers. Op eigen initiatief kan de doelgroep zich in één van de broedplaatsen vestigen en er een atelier, werk- of woonplaats uitbouwen. BBp staat klaar voor de kunstenaars en creatieve ondernemers met advies op maat, van organisatie tot exploitatie tot administratie. Financiering van dit initatief wordt ondersteund door de Gemeente.33 Eén van de broedplaatsen die we in het projectgebied terugvinden is WOW Amsterdam, een schoolvoorbeeld van dé broedplaats. Volgens de regels moet een broedplaats een vloeroppervlak van tenminste 40% beslaan. Deze ruimte moet beschikbaar zijn als werk of woon/werkruimte voor kunstenaars of creatieve ondernemers. De overige ruimte kan dan gebruik worden voor expo/projectruimten, horeca, sociaal maatschappelijke functies, commerciële ruimte, etc. WOW Amsterdam voldoet volledig aan deze voorwaarde. WOW is a hostel, artist-in-residence, restaurant and much more. WOW is a place where tourists open to cultural exchange rub shoulders with recent art school graduates, where influencers in the community walk the halls with 33 Gemeente Amsterdam. (n.d.). Bureau Broedplaatsen. Geraadpleegd op http://www.amsterdam.nl/ gemeente/organisaties/organisaties/bureau-broedplaatsen/
figuur 54: De Wittenstraat
figuur 55: J.M. Den Uylstraat
figuur 56: Fluisterbos
figuur 57: WOW Amsterdam
figuur 58: Krelis Louwenstraat
97
figuur 59: Atlas Sociale Woningbouw Amsterdam en Regio
98
the cultural change makers of tomorrow.34 (WOW Amsterdam, n.d.) Naast WOW Amsterdam zijn er nog tal van broedplaatsen te vinden in het gebied. Wat echter opvalt is dat deze broedplaatsen geen relatie aangaan met hun omgeving. Ze zijn toevalligerwijs ergens geplaatst omdat dat gebouw of gebied beschikbaar was. Net zoals in de Westergasfabriek wordt ook hier creatieve economie ingezet om leegstand tegen te gaan. Overmaat aan sociale woningbouw Een eerste indruk wekte het vermoeden, dat later ook werd bevestigd, dat een groot aandeel van de woningen in Amsterdam-West eigendom zijn van sociale wooncorporaties. Groepjes copy/pastewoningen wisselen elkaar gestructureerd af en creëren zo een bevreemdende en artificiële sfeer. Het is er doods en identiteitsloos. Dit fenomeen doet zich eerder buiten de A10 voor. Binnen de A10 vinden we ook heel wat sociale koop-en huurwoningen maar met een eerder stedelijk karakter.
figuur 60: J.M. Den Uylstraat
Jungle aan typologieën Het aantal verschillende woningcorporaties, in Amsterdam-West zelf loop het aantal op tot maar liefst 10, heeft een grote variatie aan typologieën als gevolg. Elke corporatie werkte zijn eigen plot uit zonder veel rekening te houden met de omgeving. Het gevolg is een gestructureerde chaos. Verschillende typologieën volgen elkaar systematisch op maar keren elkaar tegelijkertijd de rug toe. Bos & Lommer en Geuzenveld-Slotermeer zijn een aaneenschakeling van eilandjes, van elkaar gescheiden door wegen, kanalen of parken.
figuur 61: P. Lieftinckstraat
Het projectgebied is dus voornamelijk toegankelijk voor gezinnen van een lagere sociale klasse. De creatievelingen die zich momenteel in de broedplaatsen binnen Amsterdam-West nestelen vinden moeilijk een plaatsje op de woningmarkt.
34
WOW Amsterdam. (n.d.) The Place Geraadpleegd op http://www.wow-amsterdam.nl/#/the-place/
99
Introverte volkstuinparken
figuur 62: volkstuinpark De Bretten
Amsterdam-West herbergt ook enkele volkstuinparken. Deze bevinden zich grotendeels ten noorden van de Haarlemmervaart. Deze volkstuinparken bestaan bijna 100 jaar. De moestuinen zijn de laatste 50 jaar echter getransformeerd naar siertuinen en de volkstuinparken doen dienst als ruimte voor een buitenverblijf. Het is voornamelijk in de volkstuinparken binnen de A10 dat dit fenomeen zich voordoet. In de volkstuinparken buiten de A10 worden nog vaak groenten en fruit gekweekt. De volkstuinparken hebben een sterk introvert karakter en weren alle tussenkomst van buitenaf. Men zit er letterlijk en figuurlijk op een eiland in de stad. Toplocatie Sugar City
figuur 63: Sugar City
Aan het einde van de Haarlemmervaart, in het dorpje Halfweg, vinden we Sugar City, een voormalige suikerfabriek. Sugar City is volop in ontwikkeling. Momenteel bevinden zich in de suikersilo's kantoren van (creatieve) bedrijven en verschillende van de gebouwen worden ingezet voor evenementen. Het gebied van de voormalige suikerfabriek draagt geschiedenis met zich mee. Voor het een suikerfabriek werd stond hier een 'kasteel'. De site draagt een groot potentieel in zich met zijn toplocatie aan het water en vlakbij één van de groene vingers van Amsterdam en de aanwezigheid van creatieve economie. Voorlopig wordt dat potentieel echter niet benut en ligt de site er verlaten bij, als een soort geest van het verleden. Voedselpioniers Net buiten het projectgebied, naast de Houthavens, zijn heel wat voedselpioniers aanwezig. Ze nestelen zich meer bepaald in Maakplaats HEM, een bedrijfsgebouw op bedrijventerrein Hempoint.
figuur 64: Maakplaats HEM
100
Eén van deze voedselpioniers is Mushroom Farm Kit, dat DIY (do it yourself) kweekkits voor paddestoelen heeft ontwikkeld. Deze DIY Mushroom Farm Kits maken gebruik van koffiedik dat bij bedrijven wordt ingezameld. In dit project komt duidelijk het thema voedsel en duurzaamheid uit de voedselvisie, Voedsel en Amsterdam, naar
voor. Naast Mushroom Farm Kit bevindt ook de Food Line-Up zich in Maakplaats HEM. De Food Line-Up is een cateringbedrijf voor evenementen. De aanpak van de Food Line-Up verschilt echter sterk van de gemiddelde Sbarro. Het gaat hen niet alleen om de ervaring van het eten zelf maar ook om de producten, de mensen en de verhalen achter de gerechten. Deze focus bereiken ze door Food Makers aan te trekken en hun verhaal en identiteit in de verf te zetten, food management van de bovenste plank. Voedsel en duurzaamheid en voedsel en participatie zijn de thema's uit de voedselvisie, Voedsel en Amsterdam, die hier naar voor komen. Tijdens het paasweekend maakte de Food Line-UP deel uit van het Culy Food Festival, een festival gewijd aan voedsel dat op de site van Sugar City plaatsvond. Een derde voedselpioniers in Maakplaats HEM is Rainbow Popcorn, een mobiele elektrische popcornfabriek. De John Altman Rainbow Popcorn Factory is een samenwerking met de Amsterdamse Regenboog Groep, een organisatie die de ontwikkeling van mensen in sociale armoede stimuleert zodat zij opnieuw actief kunnen deelnemen aan de maatschappij. De John Altman Rainbow Popcorn Factory geeft ex-daklozen een kans op re-integratie door ze een job aan te bieden. Het thema voedsel en participatie uit de voedselvisie, Voedsel en Amsterdam, is hier zeer sterk aanwezig. Andere voedselpioniers aanwezig in Maakplaats Hem zijn A'dam Kitchen, Incubator en Pief Paf Poffertjes. Al deze voedselpioniers duiden op een nieuwe trend, niet alleen binnen het projectgebied maar binnen heel Amsterdam. Verdergaand op de voedselvisie, Voedsel en Amsterdam, en de actuele tendensen binnen het projectgebied wordt een denkbeeld voor Amsterdam-West ontwikkeld.
101
figuur 65: Three Spots: Damned, Dream, Desert - Ahmet Ogut
102
103
figuur 66: food is the new black
104
III BEELD/DENKBEELD VANUIT EEN VOEDSELPERSPECTIEF
Na vertrouwd te zijn geraakt met de visie van Evert Verhagen en met zijn drie thema's: beleid, historisch DNA en creatieve economie naar Amsterdam-West te hebben gekeken wordt een visie, strategie en ruimtelijke uitwerking van die strategie voor Amsterdam-West, meer bepaald voor Sugar City en de Haarlemmervaart, ontwikkeld. In de visie voor Sugar City en de Haarlemmervaart wordt een toekomstbeeld geschetst. Waar willen we naartoe en waarom? De strategie duidt hoe die visie bereikt kan worden. Vervolgens wordt deze strategie ruimtelijk vertaald op de site van Sugar City en langs de Haarlemmervaart.
105
figuur 67: Pitch Festival Westergasfabriek
106
Van ...
... naar
figuur 68: Eten is het nieuwe uitgaan
107
108
figuur 69: Sugar Cty en Westergasfabriek
109
Deel 9: Westergasfabriek en Sugar City als complementaire polen aan de Haarlemmervaart
De Westergasfabriek en Sugar City bevinden zich beiden langs dezelfde infrastructurele lijn, namelijk de Haarlemmerweg en de Haarlemmervaart. Toch bevinden beiden zich in een heel verschillende context. De Westergasfabriek bevindt zich net buiten het historisch centrum van Amsterdam. Aangezien de stad uit z'n voegen barst en het historische centrum lang niet meer het enige verstedelijkte gebied is binnen de Metropoolregio Amsterdam bevindt de Westergasfabriek zich, hoewel initieel buiten het centrum gelegen, toch in een stedelijke context. Deze stedelijke context heeft een invloed op het programma dat in de Westergasfabriek is neergestreken. Je vindt er restaurants en bars, shops en gallerijen en je kan er zelfs uitgaan. De voormalige industriĂŤle site werd, onder invloed van zijn omgeving, een creatieve en culturele hotspot. Sugar City bevindt zich in een heel andere context. De site van de oude suikerfabriek bevindt zich ten westen van een klein dorpje, Halfweg. Aan de overkant van het water bevindt zich een ander kleine woonkern, Zwanenburg. Afgezien van deze twee kleine residentiĂŤle zones is Sugar City volledig omgeven door twee groene scheggen, de Brettenscheg in het noorden en de Tuinen van West in het zuiden. Samen vormen deze twee groene scheggen de Westrand.
110
Elke groene scheg onderscheidt zich van een andere aan de hand van programma. Het programma van de Brettenscheg bevat naast natuur ook cultuur. Het culturele aspect van de Brettenscheg bevindt zich meer naar het historisch stadscentrum toe en manifesteert zich onder de vorm van de Westergasfabriek. Hoe verder we van het centrum zijn verwijderd hoe meer de nadruk komt te liggen op het natuurlijke aspect. Daar ligt, op een strategische plaats langs de Haarlemmervaart, Sugar City. Deze voormalige industriĂŤle site bezit, dankzij zijn ligging, het potentieel om de tegenpool van de culturele en creatieve hotspot Westergasfabriek te worden. De Westergasfabriek staat symbool voor cultuur, Sugar City voor natuur. Deze twee complementaire polen versterken de beleving van de Westrand. Sugar City wordt een Food Hub. Deze specifieke site en dit specifieke programma werden bepaald enerzijds aan de hand van het theoretisch kader en anderzijds door een uitvoerige analyse van het projectgebied en huidige tendensen. Uit het theoretisch kader blijkt dat voormalige industriĂŤle sites de plaatsen bij uitstek zijn om creatieve economie te laten neerstrijken. Het inzetten van creatieve economie blijkt de manier om deze historisch waardevolle, maar problematische, locaties succesvol te transformeren. De Westergasfabriek is, binnen Metropoolregio Amsterdam, een voorbeeld hiervan. Creatieve economie voegt een extra verhaal toe aan een reeds geladen plek en maakt zo niet alleen de plek maar de hele stad
111
aantrekkelijker. Dit toegevoegde programma moet echter zorgvuldig worden uitgekozen en locatiespecifiek zijn. Uit de analyse van Amsterdam-West blijkt dat er heel wat rond voedsel gaande is in het gebied. Zo zijn er onder andere de voedselpioniers in maakplaats HEM, de ontwikkelingsplannen voor het Food Center Amsterdam, de verschillende volkstuinparken en het Culy Food Festival. Op schaal van de Metropoolregio zijn er ook onder andere de voedselvisie, Voedsel en Amsterdam, en het Food Film Festival. Daarnaast doet zich ook een bepaalde tendens voor in de wereld van citybranding. Een decennia geleden gebeurde citybranding al aan de hand van creatieve economie. Deze creatieve economie werd in die tijd echter vertaald onder de vorm van theaters, gallerijen en dergelijke. De Westergasfabriek is hier het toonbeeld van. Citybranding nu gaat echter een andere richting uit. Een tendens die we kunnen opmerken, met steden als Rotterdam en de Expo 2015 in Milaan, is dat voedsel een hip en trendy onderwerp is. Een stad die hip en trendy wil zijn moet dus een uitspraak doen over voedsel en zich positioneren binnen de wereld. Dat is exact wat Amsterdam, met zijn voedselvisie Voedsel en Amsterdam, wil bereiken. Zoals men vroeger voormalige industriĂŤle sites inzette voor het branden van de stad door er creatieve en culturele activiteiten te laten neerstrijken, het verhaal dat zich op de site van de Westergasfabriek heeft afgespeeld, zo kan Amsterdam ook vandaag gebruik maken van deze historisch waardevolle sites om zich, in dit geval, als voedselstad te profileren. Sugar City blijkt hiervoor de uitgelezen plek.
112
113
figuur 70: Food Hub Sugar City
114
Deel 10: Een visie op de ontwikkeling van Sugar City als Food Hub
Food Hub Sugar City als creatieve tegenpool van de Westergasfabriek. Doorheen de jaren zijn we de connectie met ons voedsel verloren. We weten niet langer waar het eten op ons bord vandaan komt. Deze disconnectie leidt tot ondoordacht consumeren. Het huidige mondiale dieet zorgt voor ontbossing, bodemerosie, uitdroging, vergiftiging en vervuiling.35 Amsterdam wil, als voedselstad, een voorbeeld stellen voor de rest van de wereld. Het platteland om de stad – van oudsher een groen uitloopgebied voor Amsterdammers – heeft de stad heel wat te bieden: natuur, cultuurhistorie en ruimte om te wandelen en te fietsen. Een belangrijk, en steeds gevarieerder deel van de attractiviteit heeft directe of indirecte raakvlakken met de productie, verwerking of consumptie van voedsel: de weilanden met koeien, de tuinderijen, de boerderijeducatie, de streekproducten die rechtstreeks bij de boer kunnen worden gehaald.36 (DRO, 2014) Amsterdam-West lijkt de geschikte locatie om een voedselstatement te maken. Amsterdam stelt, in zijn voedselvisie, Voedsel en Amsterdam, het installeren van Food Hubs voor. Een Food Hub is een gecentraliseerde plaats waar voedsel de hoofdrol speelt, waar de vier thema's: voedsel en gezondheid, voedsel en economie, voedsel en duurzaamheid en voedsel en participatie de toon zetten. 35 Steel, C. (2011). De Hongerige Stad. Hoe voedsel ons leven vormt. Rotterdam: NAi. p.55 36 Dienst Ruimtelijke Ordening, Gemeente Amsterdam. (2014). Voedsel en Amsterdam. Een voedselvisie en agenda voor de stad. Geraadpleegd op http://www.amsterdam.nl/gemeente/organisatie/ruimte-economie/ruimteduurzaamheid/ruimte-duurzaamheid/publicaties/publicaties/voedselvisie/
115
figuur 71: ontwikkeling Haarlemmervaart
116
Sugar City heeft, met zijn ligging, verleden en schaal, de potentie om zo'n Food Hub te worden. Food Hub Sugar City moet helpen Amsterdam te profileren als voedselstad. Naast voedselpioniers kunnen ook de meest belangrijke bedrijven in de voedingsindustrie neerstrijken op de site van deze oude suikerfabriek. De schaal en flexibiliteit van de site biedt potentieel voor groei en verandering. Waar we vandaag allen gezamenlijk kiezen voor vegatarisme of veganisme, bedenken we morgen misschien een andere manier om nog meer ecologisch verantwoord te eten. Sugar City kan dergelijke verandering opvangen en op een duurzame manier doorvoeren. Samen met de omringende landbouwgronden en aanwezige volkstuinparken en in relatie tot het Food Center Amsterdam en bestaande marktplaatsen, kan een duurzaam voedselnetwerk worden opgezet met Sugar City als centrum of Food Hub. Food Hub Sugar City als katalysator voor ruimtelijke ontwikkeling met de Haarlemmervaart als drager. Net als de Westergasfabriek, zal ook Sugar City een invloed hebben op de ruimtelijke, zowel stedelijke als landschappelijke, ontwikkeling van Amsterdam-West. Sugar City als creatieve Food Hub zal een katalysator vormen voor landschappelijke ontwikkeling, van het omringende landschap, en stedelijke ontwikkeling, langs de Haarlemmervaart. Er wordt naar het Westen gekeken voor het uitbreiden van de stad, uitrol centrumgebied uit de structuurvisie, Amsterdam 2040 is daarvan het bewijs. Transformatiegebied Haven-Stad biedt reeds een oplossing voor het gebied binnen de A10. De volgende stap is de verdere ontwikkeling van het gebied buiten de ring, meer bepaald langs de Haarlemmervaart. Sugar City kan, als creatieve Food Hub, een katalysator vormen voor deze ontwikkeling. De Haarlemmervaart verbindt stad en landschap, cultuur en natuur, Westergasfabriek en Sugar City. Hoewel de vaart momenteel weinig betekenis heeft voor zijn omgeving bezit hij potentieel om de drager te vormen voor toekomstige ruimtelijke ontwikkeling. De Haarlemmervaart wordt een oriĂŤntatiepunt, een adres. Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen worden aan de vaart opgehangen en zo opgenomen in een stedelijk en landschappelijk netwerk.
117
Deel 11: Een ruimtelijke strategie voor de ontwikkeling van Food Hub Sugar City en de Haarlemmervaart
De strategie voor Amsterdam-West krijgt vorm onder invloed van het theoretisch kader van Evert Verhagen met doorgelichte cases, het beleidsmatig en planologisch kader met als leidraad de structuurvisie, Amsterdam 2040, en voedselvisie, Voedsel en Amsterdam, en een analyse van Amsterdam-West. Net als de theoretische ondersteuning wordt de strategie onderverdeeld in 3 thema's: beleid, historisch DNA en creatieve economie. figuur 72: Land. Factory. City
Het project wordt opgedeeld in twee delen. Het eerste deel behandelt de Food Hub Sugar City en het bijhorend duurzaam voedselnetwerk. Deel twee houdt de ontwikkeling langs de Haarlemmervaart in. Beiden vragen een specifieke aanpak op vlak van beleid, historisch DNA en creatieve economie. Thema 1: Passend beleid Op vlak van beleid is het, volgens Verhagen, essentieel te bemiddelen tussen het creatief netwerkspoor en het formeel-bestuurlijk en planologisch spoor. Creative Cities always focuses on the right balance between the minister, the engineer and the artist.37 (Creative Cities, n.d.) The minister is, in dit geval, Gemeente Amsterdam, meer bepaald de Dienst Ruimtelijke Ordening (DRO), en Gemeente Halfweg. The engineer zijn de bedrijven van de voedingsindustrie waaronder ook en voornamelijk agrarische bedrijven worden gerekend. Tot slot zijn the artist in dit verhaal de voedselpioniers. 37
118
Creative Cities. (n.d.) What we do. Geraadpleegd op http://creativecities.nl/what-we-do/
Het bemiddelen tussen deze twee sporen waaronder deze drie perspectieve valle, en projectondersteuning in het algemeen, gebeurt in Nederland meer en meer aan de hand van een projectbureau of project management oďŹƒce (PMO). Zo zijn er reeds enkele projectbureaus actief (geweest) in het projectgebied: Projectbureau Westergasfabriek, Projectbureau Creatieve Radiaal West en Projectbureau Parkstad. Een projectbureau neemt voornamelijk de administratieve kant van een project op zich. Het projectbureau ondersteunt de projectmanager zodat die zich kan focussen op zijn hoofdtaak: het managen van het project zelf. Een Project Management OďŹƒce (PMO) of projectbureau draait om de informatievoorziening rond projecten. Deze informatie stelt organisaties in staat projecten beter te controleren en te sturen. Een PMO kan een organisatie helpen grip te krijgen op hun projectportfolio waardoor zij hun doelstellingen beter, sneller en tegen lagere kosten bereiken.38 Het projectbureau behandelt dus voornamelijk alles wat bij een project komt kijken, het neemt zelf niet de leiding van het project op zich. Doel van het projectbureau is overzicht houden over verschillende deelprojecten en deze op elkaar afstemmen. Een PMO verzamelt, aggregeert en analyseert projectinformatie en geef zo inzicht en overzicht.39 (te Winkel, 2008) Het is dus ook de taak van het projectbureau te bemiddelen tussen de voorgenoemde drie perspectieven: het platteland, het bedrijf en de stad.
figuur 73: taken van het projectbureau
38 te Winkel, R. (2008). De definitie van het Project Management Office, Geraadpleegd op http://www. pmoguru.nl/?q=node/31 39 te Winkel, R. (2008). De definitie van het Project Management Office, Geraadpleegd op http://www. pmoguru.nl/?q=node/31
119
Zowel voor het eerste deel, Food Hub Sugar City met bijhorend duurzaam voedselnetwerk, als voor het tweede deel, de ontwikkeling langs de Haarlemmervaart, wordt een projectbureau opgericht. Beide projectbureaus zullen echter op een andere manier te werk gaan. Waar het in het eerste deel meer gaat om het verwezenlijken van een metropolitane plek met citybranding kwaliteiten, ligt de nadruk in het tweede deel op een stedelijke ontwikkeling. Projectbureau Sugar City In het eerste deel van het project wordt Projectbureau Sugar City opgericht. In deze fase zijn er heel wat verschillende actoren waartussen bemiddeld moet worden: Gemeente Halfweg; Gemeente Amsterdam; stadsdelen West en Nieuw-West; Cobraspen vastgoedontwikkeling BV, eigenaar van Sugar City; Tuinen van West; vokstuinparken Nut en Genoegen, Sloterdijkmeer, De Bretten, De Groote Braak, Tigeno, Bijenpark en Osdorp; potentiele huurders Sugar City; het Amsterdams Natuur en Milieu Educatie Centrum (ANMEC) en Food Center Amsterdam. Al deze actoren op ĂŠĂŠn lijn krijgen is geen eenvoudige opgave. Een goede communicatie is dus essentieel. Vooreerst zal een sterke campagne gevoerd moeten worden om alle actoren te overtuigen van de voordelen en het belang van een Food Hub op de site van de oude suikerfabriek. Argumenten als de ambitie die Amsterdam heeft om een duurzame stad te worden en de voedselvisie, Voedsel en Amsterdam, die Amsterdam als voedselstad wil profileren, zullen hierbij helpen. Eens alle actoren overtuigd, moeten zij meermaals de kans krijgen hun wensen en noden toe te lichten. Hiertoe worden verschillende projectvergaderingen georganiseerd. Het projectbureau zal ervoor zorgen dat bij het uitwerken van het project met de wensen en noden van alle actoren rekening wordt gehouden. Alleen zo kan een duurzaam resultaat worden bekomen. Projectbureau Haarlemmervaart Voor het tweede deel van het project wordt Projectbureau Haarlemmervaart opgericht om te bemiddelen tussen actoren die in dit deel van het project aan bod komen. Actoren in deze fase van het project zijn: Gemeente Amsterdam, stadsdelen West en NieuwWest, woningcorporaties, projectontwikkelaars, particulieren en het Amsterdams Natuur en Milieu Educatie Centrum (ANMEC). Ook hier
120
is communicatie essentieel om alle partijen met de neus in één richting te krijgen. De ontwikkeling langs de Haarlemmervaart kan pas van start gaan wanneer een duidelijke visie voor Food Hub Sugar City is ontwikkeld. Food Hub Sugar City zal een specifiek publiek, voornamelijk creatievelingen, aantrekken. Dit doelpubliek heeft het momenteel moeilijk een plaatsje te vinden in de Metropoolregio Amsterdam maar kan in de toekomst terecht langs de Haarlemmervaart. Het bereiken van dit specifiek doelpubliek is een taak die allereerst het projectbureau aangaat. Later in het proces zullen ook woningcorporaties en projectontwikkelaars naar dit doelpubliek moeten streven. Voedsel en Amsterdam De voedselvisie, Voedsel en Amsterdam, speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van zowel Sugar City en het bijhorend duurzaam voedselnetwerk als de ontwikkeling van de Haarlemmervaart. Beiden zijn namelijk een ruimtelijke uitwerking van deze voedselvisie. Binnen de visie worden 4 thema's aangekaart: voedsel en gezondheid, voedsel en economie, voedsel en duurzaamheid en voedsel en participatie. Deze 4 thema's moeten op een gepaste manier worden vertaald naar Amsterdam-West. Voedsel en gezondheid Europa zal tegen 2030 te maken hebben met een ‘immense’ obesitasepidemie.40 (WHO, 2015) Enkel Nederland lijkt aan deze Europese epidemie te ontsnappen. Het percentage obese mannen zal dalen van 10% naar 8%. Deze cijfers bewijzen dat Nederland nu al voortrekker is binnen Europa op vlak van voedsel en gezondheid. De toenemende belangstelling van gezonde voeding is iets waar Amsterdam als voedselstad op kan inspelen. Food Hub Sugar City zal de bevolking op een actieve manier aanzetten tot gezonder eten en leven. Bewustwording speelt hierin een grote rol. Aan de hand van evenementen, workshops, (avond)opleidingen, etc. zal Sugar City trachten bewustwording en verandering in onze levensstijl en voedingsgewoonte teweeg te brengen. Momenteel neemt het ANMEC, het Amsterdams Natuur en Milieu 40 Dgs, km. (2015, 6 mei).België heeft tegen 2030 meeste vrouwen met overgewicht in Europa. De Standaard. Geraadpleegd op http://www.standaard.be/cnt/dmf20150506_01666105
121
Educatie Centrum deze rol op zich. Het is dan ook belangrijk deze organisatie voldoende ruimte te bieden in Sugar City. De doelstellingen van ANMEC situeren zich niet alleen in de het milieu van voeding. De organisatie focust zich op 6 verschillende thema's: natuurlijk spelen, voedsel in de stad, klimaat en energie, duurzaam in bedrijf, leren in de (stads)natuur en afval in de stad.41 Amsterdams Natuur en Milieu Educatie Centrum wordt bijgevolg een belangrijke hoofdrolspeler binnen de ontwikkeling van Food Hub Sugar City en het bijhorend duurzaam voedselnetwerk, maar ook binnen de ontwikkeling van de Haarlemmervaart. De toekomstige bewoners van de Haarlemmervaart zullen in een nieuw soort ruimtelijkheid terechtkomen. ANMEC kan ondersteuning bieden, waar nodig, om deze overstap zo efficiĂŤnt mogelijk te laten verlopen. Een goed voorbeeld voor het herstellen van de relatie tussen voedsel en consument is De Kas. De Kas is een restaurant en kwekerij gelegen in het kassencomplex (serrecomplex) van de voormalige Amsterdamse stadskwekerij. De Kas kweekt zelf de kruiden en groenten die in hun recepten voor het restaurant worden gebruikt, zowel naast het restaurant zelf als op een akker in de Beemster polder. Je kan dus voor je aanschuift aan tafel de ruimte bezoeken waar de tomaten en sla die op je bord zullen verschijnen zijn gekweekt.
figuur 74: samenwerking beleid, landbouwer en omgeving
122
Voedsel en economie Naast het Amsterdam Natuur en Milieu Educatiecentrum zullen ook innovatieve bedrijven uit de voedingsindustrie een plaatsje vinden in de oude suikerfabriek. Het groene en creatieve klimaat zorgt voor een ideale productie- en werkomgeving. Ook deze bedrijven kunnen een ondersteuning van het ANMEC genieten en zo optimaal hun steentje bijdragen aan Food Hub Sugar City. Deze bedrijven zullen niet alleen meewerken aan het verwezenlijken van een nieuwe kijk op voedsel maar zullen ook werkgelegenheid naar Amsterdam-West brengen, zowel voor laaggeschoolden, creatievelingen als hooggeschoolden. De veranderingen in (voedsel)productie en consumptie, naar meer hedendaagse praktijken, heeft ook zijn effect op bestaande agrarische bedrijven. Het is daarom essentieel dat het beleid nauw samenwerkt met de landbouwer en zijn bedrijfsvoering en de omgeving. Alleen zo kan een duurzaam productief landschap ontstaan.42 41 ANMEC. (n.d.). Beleid. Geraadpleegd op http://www.anmec.nl/over-ons/beleid.html 42 BWMSTR. (n.d.). Pilootprojecten productief landschap. Geraadpleegd op http://www.vlaamsbouwmeester.be/nl/subsite/productief-landschap
Er zijn verschillende voorbeelden hoe een agrarisch bedrijf zich kan aanpassen aan de verandering in voedselproductie en -consumptie. Zo is er bijvoorbeeld de verbreding van de landbouw. Dit betekent dat naast landbouw een agrarische bedrijf ook nevenprogramma's organiseert. Een voorbeeld daarvan is de Sint-Jozefshoeve in Balen. Naast landbouw organiseert de hoeve ook educatie voor kinderen, is er een zorgboerderij voor probleemjongeren en kunnen er op hun terrein ook teambuildings en seminaries plaats vinden. Voedsel en duurzaamheid Onze huidige voedselconsumptie is uiterst schadelijk voor het milieu. Ze brengt veel onnodig en vervuilend transport met zich mee, we gooien massaal voedsel weg en overconsumeren vlees en zuivel, waarvan de productie sterk vervuilend is. Er moet dus een wijziging in ons dieet plaatsvinden. Op vlak van transport doet zich al langer de trend van korte keten transport voor. Het consumeren van lokaal geproduceerd voedsel is niet alleen beter voor het milieu, het herstelt ook de connectie met ons voedsel die we doorheen de jaren zijn verloren. Dankzij de aanwezigheid van de Haarlemmervaart en de bekende grachtengordel wordt het niet alleen mogelijk voedsel via bestelwagens en cargofietsen maar ook via boten, zogenaamde city suppliers, in de stad te verdelen. De massale voedseloverschot die we dagelijks weggooien bezit een enorm potentieel om een meerwaarde te creĂŤren. Daarnaast is het uiteraard ook noodzakelijk de voedselverkwisting te reduceren tot het absolute minimum. Deze doelstelling kan enkel worden bereikt door sensibilisering en een globale aanpak van bovenaf. Er zijn reeds heel wat projecten die aan korte keten transport doen. Voor Gent is er zelfs een korte keten kaart ontwikkeld door Boer'n Brood, een organisatie die in 2012 verschillende korte keten stadspicknicks organiseerde. De kaart toont waar hoevewinkels, stadslandbouw, markten en restaurants zich bevinden. De kaart toont ook waar zich een winkel bevindt of waar ze werken met een abonnement. Zo wordt er in Gent ook gewerkt met voedselteams. Binnen een voedselteam kopen consumenten samen lokaal geproduceerd voedsel. Wekelijks kunnen de leden van het voedselteam bestellen en hun bestelling ophalen in een afhaalpunt.
123
Voedsel en participatie Het sociale aspect van voedsel valt niet te onderschatten. Samen voedsel verbouwen, bereiden of consumeren schept een band en kan mensen sensibiliseren en mobiliseren maar ook (re)integreren in de maatschappij. Het is daarom belangrijk in te zetten op plaatsen waar dit soort sociale interactie plaats kan vinden. Er moeten een soort van actieve publieke ruimtes worden georganiseerd waar men samen kan plukken, oogsten en wieden maar ook koken en eten. Een interessant project in verband met het sociale aspect van voedsel is Groe(n)ten uit Gent in de DOKmoestuin. Groe(n)ten uit Gent is een sociaal tewerkstellingsproject in samenwerking met Sociale Werkplaats De Sleutel. De groenten en kruiden die in de DOKmoestuin worden geteeld komen op het menu van de restaurants van DOKstrand maar ook bij een sociale kruidenier en bij de voedselbedeling. Een ander project dat zowel het thema voedsel en participatie als voedsel en gezonheid in zich draagt zijn zelfpluk- en zelfoogstboerderijen. In een zelfplukboerderij kan je zelf je groenten en fruit plukken en betaal je aan de boer. Zelfoogstboerderijen werken echter met een lidmaatschap. Je investeert in een boerderij en ondersteunt de boer en in ruil daarvoor kan je groenten en fruit oogsten op diezelfde boerderij. Op vlak van beleid gaat het dus niet alleen om het bemiddelen tussen het creatief netwerkspoor en het formeel-bestuurlijk en planologisch spoor maar ook om de vertaling van een visie, in dit geval de voedselvisie, naar een ruimtelijke strategie. Thema 2: Stedelijk en landschappelijk historisch DNA In het geval van Amsterdam-West bestaat het aanwezige historisch DNA niet enkel uit bebouwing maar ook uit niet bebouwde ruimtes. Deze twee condities vragen een verschillende aanpak wanneer het aankomt op het behoud van dit historisch DNA. Enerzijds hebben we stedelijk historisch DNA bestaande uit Sugar City, anderszijds het landschappelijk historisch DNA bestaande uit de groene scheggen, de Haarlemmervaart en de volkstuinparken. Het stedelijk historisch DNA vraagt om een zorgvuldige renovatie en herbestemming en aan
124
het landschappelijk historisch DNA moet opnieuw betekenis gegeven worden. De renovatie van het gebouwde historisch DNA onder de vorm van Sugar City werd reeds ingezet. Er zijn nog heel wat gebouwen van de oude suikerfabriek die staande zijn gebleven na het stoppen van de productie. Een deel van de gebouwen van Sugar City, waaronder de Suiker Silo's, het Pakhuis en het Poortgebouw werden reeds (deels of volledig) onder handen genomen. De Suiker Silo's en het Pakhuis werden getransformeerd tot kantoorruimtes. Het Poortgebouw werd deels opengebroken zodat een rechtstreekse doorgang naar het water ontstond. De rest van het Poortgebouw leent zich ook tot het installeren van kantoorruimtes maar deze werden nog niet gerealiseerd. Andere gebouwen op de site van Sugar City, zoals de Puntloods en de Middenfabriek, worden momenteel ingezet voor het organiseren van events. Deze en de andere overgebleven gebouwen zullen in de toekomst een zorgvuldige maar minimale renovatie ondergaan zodat zij ruimte kunnen bieden aan voedselpioniers die zich in Sugar City willen vestigen. Er is in Amsterdam-West ook heel wat onbebouwd historisch DNA. Zo is er het Oud Hollands landschap van de Brettenscheg en het historisch polderlandschap van de Tuinen van West. Hoewel het landschap van de Brettenscheg met het nodige respect wordt behandeld kan hetzelfde niet gezegd worden van de Tuinen van West, meer bepaald van de Lutkemeerpolder. Deze historische polder wordt, gezien hij niet langer voor productie wordt gebruikt, weldra de locatie voor een nieuw bedrijventerrein. Dit in onbruik geraakte productielandschap heeft echter potentie om ingezet te worden in functie van Food Hub Sugar City. Op die manier kan het opnieuw betekenis krijgen voor zijn omgeving. Ook de Haarlemmervaart heeft een hoge historische waarde. Hoewel de trekvaart vroeger de belangrijkste vorm van openbaar vervoer tussen Amsterdam en Haarlem was ligt de Haarlemmervaart er nu betekenisloos bij. Net zoals Lyon opnieuw connectie zoekt met de oevers van de Sa么ne, zo moet ook Amsterdam-West de verloren gegane relatie met de Haarlemmervaart herstellen. De voormalige trekvaart kan een rol spelen in het verhaal van Food Hub Sugar City en de voedselvisie en zo opnieuw betekenis krijgen. Naast het historisch
figuur 75: ontwikkeling Sugar City
figuur 76: Lutkemeer 1746
figuur 77: Haarlemmertrekvaart circa 1800
125
polderlandschap en de Haarlemmervaart zijn ook de volkstuinparken een vorm van onbebouwd historisch DNA. Het eerste volkstuinpark in Amsterdam-West was Nut en Genoegen/Sloterdijkmeer dat er in 1920 kwam. Daarna volgden volkstuinpark De Bretten, De Groote Braak en Tigeno/Bijenpark/Osdorp. Deze kleine productielandschappen zijn echter volledig afgesloten van hun omgeving, een eiland in de stad. Wanneer dit introverte karakter wordt doorbroken kunnen zij echter, net zoals het historische polderlandschap en de Haarlemmervaart, ook een rol spelen in het Food Hub Sugar City verhaal en zo, in tegenstelling tot nu, betekenis krijgen voor hun omgeving. Thema 3: Creatieve economie met voedsel als focus Creatieve economie voegt een verhaal toe aan een plek. Zo krijgt de plek verschillende layers en betekenissen. In Food Hub Sugar City zijn het de voedselpioniers die een verhaal aan de plek zullen toevoegen. Het nieuwe verhaal verwijst naar het verleden van de site, toen de suikerfabriek er nog gevestigd was, maar vult het op een hedendaagse manier in. Het verschil met het oude verhaal is dat Food Hub Sugar City nu inspeelt op een wereldwijde tendens, een shift in het denken over voedsel. Door in te spelen op deze trend helpt Food Hub Sugar City Amsterdam zich te profileren als voedselstad. De site zal niet enkel op het niveau van de Metropoolregio werken maar tot ver daarbuiten, op een internationale schaal, het wordt een metropolitane plek. De creatieve economie die op de site zal neerstrijken zal, in tegenstelling tot wat in de Westergasfabriek gebeurde in de jaren '90, bestaan uit voedselpioniers. Deze voedselpioniers vinden we momenteel reeds terug binnen het projectgebied, meer bepaald in Maakplaats HEM. Het doel is een aantrekkelijk klimaat voor deze voedselpioniers te creĂŤren op de site van Sugar City. Eens de pioniers de site hebben ingenomen volgen de grotere bedrijven vanzelf. Deze voedselgeĂŻnspireerde economie zal onder andere onderzoeken hoe plantaardige producten niet alleen een rol kunnen vervullen als voeding maar ook een uitgebreidere, meer ecologische, functie kunnen vervullen, meer bepaald als de vijf F's: Food, Fibre, Feed, Fuel en Farmacie.
126
127
128
Deel 12: Ruimtelijke uitwerking van Food Hub Sugar City en de Haarlemmervaart
De ruimtelijke uitwerking van de strategie voor Food Hub Sugar City en de Haarlemmervaart situeert zich op 3 niveaus. Op microschaal wordt geduid hoe de creatieve Food Hub Sugar City invloed heeft op de landschappelijke en stedelijke ontwikkeling die zich op mesoschaal binnen Amsterdam-West voor doet. Deze tweeledige ontwikkeling heeft enerzijds een voedselnetwerk en anderszijds een nieuwe stedelijke ontwikkeling langs de Haarlemmervaart tot gevolg. Op macroschaal krijgt het project een betekenis voor zowel de voedselvisie, Voedsel en Amsterdam, als de structuurvisie, Amsterdam 2040.
129
130
figuur 78: voedselnetwerk
131
figuur 79: locaties voedselnetwerk
maakplaats HEM De Groote Braak
De Bretten
Nut en Genoegen/Sloterdijkmeer Haarlemmerplein Lindengracht Westerstraat
Plein ‘40-’50
Food Center Amsterdam Bos en Lommerplein
Tigeno/Bijenpark/Osdorp Tuinen van West
Amstelveld Singel
132
Op schaal van de Haarlemmervaart doet zich een tweeledige ontwikkeling voor. Enerzijds is er de landschappelijk ontwikkeling van de Haarlemmervaart, de Tuinen van West en de volkstuinparken die, samen met Food Hub Sugar city, samensmelten in een duurzaam voedselnetwerk. Anderzijds is er de stedelijke ontwikkeling langs de Haarlemmervaart die tegemoet komt aan de stijgende woningnood. Duurzaam voedselnetwerk langs de Haarlemmervaart De ontwikkeling van het duurzaam voedselnetwerk langs de Haarlemmervaart vertrekt vanuit Amsterdam-West zelf. Er zijn reeds heel wat plekken aanwezig die potentieel hebben op vlak van voedselproductie en -consumptie. Het linken van deze plekken met potentie kan tot een korte keten metabolisme leiden. Er ontstaat een lokale productie-, consumptie- en recyclageketen langs de Haarlemmervaart die de stad en zijn inwoners van lokaal geproduceerd voedsel voorziet. Anderzijds wordt ook de omgekeerde beweging gemaakt en wordt (voedsel)afval getransporteerd naar Sugar City om op een duurzame manier te recycleren. De bestaande plaatsen die in dit duurzaam voedselnetwerk worden opgenomen zijn: Sugar City, de Haarlemmervaart, Tuinen van West, volkstuinparken Nut en Genoegen/Sloterdijkmeer, De Bretten, De Groote Braak en Tigeno/Bijenpark/Osdorp, Food Center Amsterdam, de Westergasfabriek en lokale markplaatsen die bereikbaar zijn via water: Plein '40-'50, Bos en Lommerplein, Haarlemmerplein, Lindengracht, Westerstraat, Singel en Amstelveld. Elk van deze plaatsen krijgt een specifieke rol binnen het voedselnetwerk toebedeeld. Sugar City wordt Food Hub Sugar City, het epicentrum van het duurzaam voedselnetwerk. Hier komen productie, consumptie en recyclage samen. Het wordt de 'toeristische attractie' van het netwerk, de plaats waar het grote publiek kennis maakt met de ecologische tendensen binnen de voedingsindustrie. Het historisch landschap van de Tuinen van West wordt opnieuw een productielandschap. Hoewel het gebied vermoedelijk werd ingepolderd voor productie heeft het nu die functie verloren. In samenwerking met
133
Food Hub Sugar City kan het opnieuw als productielandschap worden ingezet. Dit lokaal geproduceerde voedsel kan op verschillende plaatsen binnen het duurzaam voedselnetwerk worden verkocht. Zo wordt het historisch landschap herstelt en krijgt het opnieuw betekenis binnen Amsterdam-West. Ook de talrijke volkstuinparken kunnen een belangrijke rol spelen binnen het duurzaam voedselnetwerk. Momenteel worden zij enkel als privaat productielandschap of zelfs siertuin gebruikt. Sommige hobbytuinders hebben er echter baat bij wanneer zij hun zelf geproduceerde overschot via een netwerk op de lokale markt kunnen verkopen. Dit kan ook andere huurders, die hun tuin in het volkstuinpark enkel als siertuin gebruiken, overtuigen groenten te produceren voor verkoop. Food Center Amsterdam wordt ook opgenomen in het duurzaam voedselnetwerk langs de Haarlemmervaart. Toekomstige ontwikkelingen zullen van deze momenteel ontoegankelijke site een nieuwe centraliteit maken. Deze kan ingezet worden in het voordeel van het duurzaam voedselnetwerk. Het wordt ĂŠĂŠn van de afzetplaatsen voor het lokaal geproduceerde voedsel. Ook het succes van de Westergasfabriek kan worden aangewend in het duurzaam voedselnetwerk. Een markt met lokaal geproduceerd voedsel hier zal een grootschalige bekendheid teweegbrengen. Daarnaast worden de productielandschappen ook gelinkt aan bestaande markplaatsen in Amsterdam-West en zelfs het historisch centrum van de stad. Op die manier krijgt een relatief groot publiek toegang tot lokaal geproduceerd voedsel. Het vervoer binnen dit duurzaam voedselnetwerk zal grotendeels gebeuren via boten, city suppliers enerzijds en een floating market anderzijds. Daarnaast kan er ook gewerkt worden met afhaalpunten en cargofietsen. Een city supplier is een soort vrachtschip, ontwikkeld door Mokum Maritiem, dat goederen vervoert via de grachten van Amsterdam. De city suppliers worden aangedreven door elektromotoren en maken gebruik van bestaande vervoerseenheden als rolcontainers, europallets en gaascontainers. Ze vormen dus een waardig alternatief voor goederenvervoer. Daarnaast worden city suppliers momenteel ook
134
reeds ingezet voor het vervoeren van zogenaamde Retour goederen als afval en reststoffen. Naast het vervoer naar specifieke plaatsen aan de hand van city suppliers wordt er binnen het duurzaam voedselnetwerk ook gebruik gemaakt van floating markets. Floating markets is een concept met origine in Bangkok. Voedingswaren worden van op een kleine boot verkocht. De markt kan een hele rivier afreizen en op verschillende plaatsen aanmeren om goederen te verkopen. Aangezien Amsterdam een uitgebreid systeem van grachten, ook buiten het historisch centrum, bezit zijn floating markets ook hier een mogelijkheid. Dankzij de ontwikkeling van het duurzaam voedselnetwerk krijgt de Haarlemmervaart opnieuw betekenis. De vaart fungeert als hoofdas van het netwerk en wordt het adres, de bestemming. De oevers van de vaart worden herontwikkeld in functie van het duurzaam voedselnetwerk. Op die manier worden ze niet alleen functioneler maar krijgen de oevers ook terug een betekenis voor Amsterdam-West. Het voedselnetwerk ent zich op bestaande plaatsen en gaat die inzetten in functie van Food Hub Sugar City. Dit systeem zal echter ook een verdere ontwikkeling van productie, consumptie en recyclage langsheen de Haarlemmervaart stimuleren. Zo ontstaan er naast gevestigde waardes ook nieuwe ontwikkelingen die samenwerken in relatie tot Food Hub Sugar City.
135
136
figuur 80: ontwikkeling Haarlemmervaart
137
Uitrol centrumgebied met de Haarlemmervaart als drager Naast een eerder landschappelijke ontwikkeling onder de vorm van een voedselnetwerk vindt er op schaal van de Haarlemmervaart ook een stedelijke ontwikkeling plaats. Door de ontwikkeling van Food Hub Sugar City en het aansluitend duurzaam voedselnetwerk wordt de Haarlemmervaart opnieuw aantrekkelijk, ook voor huisvesting. De Haarlemmerweg, het verharde jaagpad dat buiten de A10 uitgroeide tot een weg van twee maal twee rijvakken, vormde tot voor kort de enige verbinding tussen Amsterdam en Haarlem. Met de komst van de Westrandweg, een parallelle route aan de Haarlemmerweg die ook op de A10 aanlsuit vormt de Haarlemmerweg niet langer de enige verbinding met Haarlem en kan deze dus worden gedownsized van twee maal twee rijvakken naar twee maal één rijvak. Dit creëert heel wat ruimte die voor de uitrol van het centrumgebied naar het westen kan worden ingezet. Net zoals het voedselnetwerk wordt ook de nieuwe stedelijke ontwikkeling geënt op de omgeving. Zo is hoogbouw enkel toegestaan op plaatsen waar reeds hoogbouw aanwezig is. Op die manier ontstaat er een sequens van verschillende soorten huisvesting langsheen de Haarlemmervaart. Hoe meer naar het historisch centrum toe hoe denser de bebouwing wordt. Meer naar Food Hub Sugar City toe neemt de densiteit af en wordt er meer ruimte voorzien voor groen. In tegenstelling tot de ontwikkelingen die zich momenteel in Ijburg of Almere voordoen gaat het hier om een ontwikkeling binnen een historisch geladen context. Dit geeft een zekere meerwaarde aan deze stedelijke ontwikkeling. Zeker in een land als Nederland waar groot belang wordt gehecht aan cultuurhistorie.
138
139
figuur 81: Food Hub Sugar City
140
141
figuur 82: huidige toestand Sugar City
kantoren
events
events
kantoren
figuur 83: Outletcenter Sugar City outlet
kantoren
events
supermarkt
events
kantoren
hotel horeca
figuur 84: Food Hub Sugar City
afvalverwerking
zelfplukboerderij
kantoren bedrijfsruimte
markthal
kantoren
educatietuin kantoren
serres
142
bedrijfsruimte woningen studio’s keuken testtuinen horeca ANMEC
Op microschaal wordt ingezoomd op drie verschillende situaties: Sugar City, de Lutkemeerpolder en de Haarlemmervaart ter hoogte van volkstuinpark de Bretten. De invloed van het project op deze drie verschillende contexten wordt hier onderzocht en in beeld gebracht. Sugar City wordt een Food Hub, de Lutkemeerpolder wordt opnieuw een productielandschap en langs de Haarlemmervaart krijgt het voedselnetwerk vorm en groeit een nieuwe stedelijke ontwikkeling. Food Hub Sugar City Food Hub Sugar City moet eerst en vooral een plaats worden waar voedselpioniers zich willen settelen. Het zijn deze voedselpioniers die later grotere bedrijven in de voedingsindustrie zullen aantrekken. De kiemen voor het transformeren van Sugar City naar een Food Hub zijn reeds aanwezig. Getuige daarvan is het Culy Food Festival dat tijdens het paasweekend van 2015 op de site van Sugar City plaatsvond. Culy Food Festival is een samenwerking tussen Culy.nl, een culinaire website, en The Food Line-Up, een voedselpionier die tijdens de analyse reeds werd besproken. Er moet nu echter een aantrekkelijk klimaat worden gecreĂŤerd zodanig dat voedselpioniers de potentie van Sugar City als Food Hub inzien en zich er willen settelen. Met Maakplaats HEM als voorbeeld kunnen we achterhalen naar welke soort ruimtes voedselpioniers op zoek zijn. Maakplaats HEM verhuurt zowel flexible als vaste werkplekken, zowel kantoorruimte als bedrijfsruimte en voorziet een hoogwaardige, professionele keuken. Daarnaast zijn er vlakbij de maakplaats ook moestuinen gelegen. De bestaande historische gebouwen van Sugar City lijken de ideale ruimtes om voedselpioniers in onder te brengen. Gezien de schaal en de diversiteit van de gebouwen kunnen zij zowel flexibele als vaste werkplekken voorzien en zowel kantoorruimte als bedrijfsruimte. Sommige van de historische gebouwen van de oude suikerfabriek zijn eerder geschikt voor het installeren van kantoren. Andere, grootschaligere ruimtes vormen dan weer de ideale locatie voor bedrijfsruimtes. Daarnaast is er op de site ook voldoende ruimte om in woningen te voorzien.
143
figuur 85: interieurschets Dudok
figuur 86: interieurschets Middenfabriek
144
Zowel de Suiker Silo's als het Pakhuis werden reeds gerenoveerd en getransformeerd tot kantoorruimtes. Daarnaast zijn ook het Poortgebouw, Dudok en het Magazijn geschikt om deze functie te ondersteunen. Gezien de structuur van deze ruimtes kunnen hier zowel flexibele als vaste kantoorruimtes worden ondergebracht. Het kasteel, het oudste en historisch meest waardevolle gebouw van Sugar City is dankzij zijn geschiedenis, schaal en locatie op de hoek van de site, het uitgelezen gebouw om tot woningen te transformeren. Zowel de Pulppersloods als de Middenfabriek zijn ruimtes die voor de functie bedrijfsruimte in aanmerking komen. In de Pulppersloods kunnen zich eerder experimentele laboratoria nestelen, in de Middenfabriek kunnen dan flexibele en vaste werkplaatsen, een professionele keuken en ook studio's worden ondergebracht. Het Koelwatergebouw, de Kalkoven en Puntloods lenen zich eerder tot een publieke functie. In de huidige plannen voor Sugar City wordt het Koelwatergebouw herbestemd tot ruimte voor horeca. Deze functie zal ook in het plan voor Food Hub Sugar City worden behouden. De Kalkoven kan worden ingezet in de publieke ruimte en dienen als soort podium. De Puntloods tenslotte vormt de ideale ruimte voor het onderbrengen van een overdekte marktplaats Ă la Mercat de Boqueria in Barcelona. Wanneer de voedselpioniers hun intrek hebben genomen in Sugar City is het slechts een kwestie van tijd tot zij de aandacht van grote bedrijven binnen de voedingsindustrie trekken. De site van Sugar City moet echter ook voorzien zijn op het opvangen van deze grote bedrijven. De eisen die deze bedrijven voor hun werkomgeving stellen zijn heel anders dan die van de voedselpioniers. Grote bedrijven zijn steeds op zoek naar een groene en creatieve werkomgeving. Deze groene en creatieve omgeving wordt deels gecreĂŤerd door de aanwezige voedselpioniers maar ook de publieke ruimte op de site speelt hier een belangrijke rol. Op de vrije ruimte naast de Pulppersloods en de Middenfabriek zullen enkele publiek toegankelijke serres worden geplaatst die ook kunnen worden ingezet bij events. De vrije ruimte
145
figuur 87: exterieurschets Kalkoven
figuur 88: interieurschets Puntloods
146
naast het Kasteel zal worden ingezet voor testtuinen in functie van de huurder van Sugar City. De publieke ruimte aan de Kalkoven wordt een natuurlijke speel- en educatietuin. Daarnaast wordt naast de Puntloods een zelfplukboerderij aangeplant. Deze zelfplukboerderij is publiek toegankelijk en voorziet dus zowel de voedselpioniers en grote bedrijven als buurtbewoners van groenten, fruit en kruiden. Naast de bestaande gebouwen van de voormalige suikerfabriek is er nog heel wat ruimte voor nieuwbouw op de site van Sugar City. Zo is er in het westen van de site voldoende ruimte om een afvalverwerkings- en recyclagebedrijf te laten neerstrijken. In het gebied naast de Suiker Silo's, tegenover de zelfplukboerderij, wordt ook ruimte voorzien voor nieuwe kantoor- en bedrijfsruimtes. De samenwerking tussen de bestaande en nieuwe bebouwing brengt een aangename dynamiek teweeg. Kortom Food Hub Sugar City wordt een plaats waar voedsel en gezondheid, voedsel en economie, voedsel en duurzaamheid en voedsel en participatie samenkomen. Voedsel en gezondheid vertaalt zich in de bewustwording in verband met voedsel die Food Hub Sugar City met zich mee zal brengen. De toegang tot lokaal en ecologisch geproduceerd voedsel en kennis over de voordelen ervan zal een shift in ons eetpatroon teweegbrengen. Op vlak van voedsel en economie zijn het voornamelijk de grote bedrijven die in veel werkgelegenheid zullen voorzien. Daarnaast hebben voedselpioniers ook een grotere kans op slagen wanneer zij zich in een gunstige omgeving als Food Hub Sugar City bevinden. Voedsel en duurzaamheid uit zich niet enkel op de site van Food Hub Sugar City zelf, onder andere onder de vorm van het afvalverwerkings- en recyclagebedrijf, maar ook in het duurzaam voedselnetwerk dat aan Food Hub Sugar City wordt opgehangen. Tenslotte is voedsel en participatie ook een thema dat op grotere schaal voorkomt. Zelfplukboerderijen, workshops, events maar ook de participatie van volkstuinders in het grotere netwerk maken hier deel van uit. Food Hub Sugar City, is naast de ruimtelijke vertaling van de voedselvisie, een nieuwe centraliteit voor Amsterdam-West en zal de ontwikkeling van zijn omgeving stimuleren.
147
figuur 89: toekomstbeeld Lutkemeerpolder
148
149
figuur 90: huidige toestand Lutkemeerpolder
figuur 91: bedrijventerrein Lutkemeerpolder
figuur 92: toekomstbeeld Lutkemeerpolder
150
Landschappelijke ontwikkeling Lutkemeerpolder Het installeren van een Food Hub op de site van Sugar City heeft zijn effect op Amsterdam-West. Eerst en vooral heeft het effect op het omliggende agrarische landschap. Het agrarische landschap dat zich ten zuidoosten van Sugar City bevindt werd ooit ingepolderd, vermoedelijk om in te zetten als productielandschap. Het gebied van de Osdorper- en Lutkemeerpolder heeft momenteel echter geen productieve waarde meer. De industrialisering van de landbouw en gebrek aan ruimte voor uitbreiding zitten hier allicht voor iets tussen. Er moest dus naar een oplossing worden gezocht voor deze in onbruik geraakte productielandschappen. Zo krijgt het gebied van de Osdorperpolder nu een recreatieve bestemming. Voor de Lutkemeerpolder zijn er echter andere plannen. Het gebied van het voormalige Lutkemeer wordt weldra een bedrijvenpark, Amsterdam Osdorp. Dit bedrijvenpark zal de productielandschappen, voormalig eigendom van de boerdijen gelegen aan de Lutkemeerweg, innemen. Wanneer Food Hub Sugar City gerealiseerd wordt kunnen deze productielandschappen echter opnieuw een betekenis krijgen binnen een groter geheel, namelijk het duurzaam voedselnetwerk. Het historisch gegroeid polderlandschap kan zo behouden blijven en opnieuw voor productie worden ingezet. Wanneer de bestaande boerderijen echter worden opgenomen in het duurzaam voedselnetwerk zullen zij anders gaan functioneren dan voorheen. Zo kan een bepaalde boerderij, onder invloed van Food Hub Sugar City en het duurzaam voedselnetwerk, een zelfpluk- of zelfoogstboerderij worden en de voedseloverschot verkopen op de lokale markt. De boerderij in kwestie hoeft niet langer in een groter, (inter)nationaal systeem opboksen tegen grotere agrarische bedrijven. Het spreekt voor zich dat een zelfpluk- of zelfoogstboerderij een ander ruimtegebruik heeft dan een bedrijf dat binnen een groter systeem opereert. Er zal bijvoorbeeld een grotere diversiteit aan gewassen op kleinere percelen worden gekweekt.
151
figuur 93: exterieurschets landschap
figuur 94: exterieurschets zelfoogstboerderij
152
Een andere mogelijkheid is het transformeren van een voormalige, in onbruik geraakte boerderij tot een knooperf. Knooperven, een nieuw concept uit Nederland afkomstig, zijn bedoeld om het landelijk gebied een impuls te geven. Het gaat hier om cohousing en collectieve eigendom in voormalige boerderijen. Alle bewoners zijn niet enkel verantwoordelijk voor hun eigen woning en tuin maar ook het gemeenschappelijk erf en de aanpalende gronden. Zo ontstaat er een nieuwe dynamiek in het landschap. Naast deze nieuwe vormen van landbouw kunnen bestaande boerderijen de productie gewoon verder zetten. Hun producten kunnen dan, indien gewenst, via het duurzaam voedselnetwerk, lokaal aan de man worden gebracht. Dit heeft heel wat voordelen ten opzichte van het verkopen op grote veilingen waar de prijs laag wordt gehouden om maximaal te verkopen. Iedereen heeft baat bij het lokaal produceren, consumeren en verwerken van voedsel. De invloed van Food Hub Sugar City op het landschap is gunstig. Er kan opnieuw, en op een duurzame en ecologische manier, geproduceerd worden vlak bij de stad. Het historisch landschap wordt op die manier hersteld en krijgt opnieuw betekenis voor Amsterdam(-West).
153
figuur 95: toekomstbeeld Haarlemmervaart
154
155
figuur 96: huidige toestand Haarlemmervaart
figuur 97: toekomstbeeld Haarlemmervaart
156
Landschappelijke en stedelijke ontwikkeling Haarlemmervaart Naast een effect op het omliggende agrarische landschap zal Food Hub Sugar City ook een effect hebben op de landschappelijke en de stedelijke ontwikkeling langs de Haarlemmervaart. Momenteel ligt de Haarlemmervaart er verlaten bij en heeft hij geen enkele betekenis voor Amsterdam-West. De vaart draagt echter een grote potentie in zich. Deze infrastructurele lijn kan het adres worden voor een nieuwe landschappelijke en stedelijke ontwikkeling. Eerst en vooral heeft het duurzaam voedselnetwerk dat samen met Food Hub Sugar City wordt gerealiseerd een invloed op de Haarlemmervaart zelf. Gezien de vaart de connectie vormt tussen verschillende (potentiĂŤle) productielandschappen wordt die opnieuw opgeladen met betekenis. De frequentie van het gebruik van de vaart zal sterk verhogen. Daarnaast zullen er langsheen de vaart verschillende aanmeerplaatsen worden voorzien voor de floating markets. Aan deze aanmeerplaatsen zullen nieuwe publieke ruimtes ontstaan in relatie tot het water. Hetgeen momenteel sterk ontbreekt langs de Haarlemmervaart. Naast de transformatie van de Haarlemmervaart zelf heeft het duurzaam voedselnetwerk ook zijn invloed op de bestaande volkstuinparken. De productie binnen deze parken zal sterk verhogen gezien de stimulans die de mogelijkheid tot verkoop op lokale markten teweegbrengt. De siertuinen transformeren zo tot kleine productielandschappen. Het water rond de volkstuinparken wordt via een klein kanaal verbonden met de Haarlemmervaart. Zo kan het voedsel dat hier wordt geproduceerd aantakken op het duurzaam voedselnetwerk. Deze functionele verbinding kan ook een grote recreatieve waarde teweegbrengen. De introverte volkstuinparken worden getransformeerd tot productie- en recreatiecentra.
157
figuur 98: exterieurschets volkstuinpark de Bretten
figuur 99: exterieurschets ontwikkeling Haarlemmervaart
158
Naast de landschappelijke ontwikkeling van de Haarlemmervaart en de volkstuinparken vindt er ook een stedelijke ontwikkeling op de Haarlemmerweg plaats. Zoals eerder vermeld kan de Haarlemmerweg worden gedownsized zodat er ruimte voor ontwikkeling vrijkomt. Een minimale perceelsdiepte van 10 meter kan worden vrijgemaakt. Deze afmetingen zijn vergelijkbaar met de perceelsdiepte van de woningen aan de Prinsengracht. Door de komst van Food Hub Sugar City en het duurzaam voedselnetwerk wordt de Haarlemmervaart, net zoals diezelfde Prinsengracht, aantrekkelijk voor wonen aan het water. Hoewel in het geval van de Haarlemmervaart de connectie met het water sterker is dan in centrum Amsterdam. Men kan er op sommige plaatsen letterlijk tot op het water bouwen. Er wordt ook een connectie gemaakt tussen de nieuwe stedelijke ontwikkeling en het bestaand stedelijk weefsel. Deze connectie is niet louter visueel, gebaseerd op gelijkaardige bouwhoogtes en materiaalgebruik, maar ook fysiek onder de vorm van voetgangers- en fietserbruggen die de Haarlemmerweg oversteken. Zowel de landschappelijk ontwikkeling aan de noordzijde van de Haarlemmervaart als de stedelijke ontwikkeling aan de zuidzijde van de vaart brengen publieke ruimte met zich mee. Het gaat hier echter om een andere vorm van publieke ruimte. Zo ontstaat er een diverse sequens van publieke ruimtes langsheen de voorheen betekenisloze Haarlemmervaart.
159
figuur 100: visie Amsterdam 2040 inclusief project
160
161
Op schaal van de metropoolregio krijgen Food Hub Sugar City en de ontwikkeling langs de Haarlemmervaart een betekenis zowel binnen de voedselvisie, Voedsel en Amsterdam, als binnen de structuurvisie, Amsterdam 2040. Food Hub Sugar City als boegbeeld van voedselvisie Voedsel en Amsterdam Eerder werd al vermeld dat een stad die aan citybranding wil doen zich nu als voedselstad moet profileren. Hoewel het hoofddoel van Food Hub Sugar City bewustwording van ons huidige mondiale dieet teweegbrengen is heeft het project ook de welkome bijwerking Amsterdam te helpen bij dat profileren als voedselstad. Het installeren van Food Hub Sugar City geeft Amsterdam de mogelijkheid koploper te worden binnen de voedingsindustrie en een voorbeeld te stellen voor andere steden. Food Hub Sugar City is de ge誰ntegreerde vertaling van de voedselagenda die uit de voedselvisie volgt en vier actiepunten bevat. Een eerste actiepunt is het bevorderen van het telen van voedsel in de stad. Het voedselnetwerk biedt hierop een antwoord door nieuwe productielandschappen langsheen het netwerk te stimuleren. Actiepunt twee is het bevorderen van het aandeel gezond en duurzaam voedsel in de voedselconsumptie. Door het eenvoudiger beschikbaar maken van lokaal geproduceerd voedsel en het sensibiliseren in verband met de schadelijkheid van ons huidig eetpatroon zal het aandeel gezond en duurzaam voedsel in het dieet van de Amsterdammer toenemen. Een derde actiepunt is het bevorderen van een duurzame voedselkringloop. Het geheel van het voedselnetwerk biedt hier een antwoord. Laatste actiepunt is de kennisuitwissling over voedsel. Deze kennisuitwisseling zal grotendeels op de site van Food Hub Sugar City zelf plaatsvinden. Daarnaast zal ook langsheen het voedselnetwerk via verschillende media informatie over voedsel worden verstrekt. Het onderzoek naar en de ruimtelijke vertaling van de vier thema's: voedsel en gezondheid, voedsel en economie, voedsel en duurzaamheid en voedsel en participatie, van de voedselvisie helpen bij het uitbouwen van een volwaardige Food Hub. De focus van de Food Hub die in
162
Sugar City zal neerstrijken is duurzame en ecologische productie en consumptie, geĂŤnt op wat zich in de omgeving van deze site bevindt. Op andere plaatsen in de stad kunnen andere Food Hubs ontstaan met een verschillende focus, geĂŤnt op hun omgeving. Deze verschillende Food Hubs vormen samen een metropolitaan netwerk en zetten Amsterdam op de kaart als voedselstad. Food Hub Sugar City, een metropolitane plek Ook binnen de structuurvisie, Amsterdam 2040 zullen Food Hub Sugar City en de ontwikkeling langs de Haarlemmervaart een rol spelen.De structuurvisie stelde enkele pijlers voorop die in ruimtelijke ingrepen werden vertaald. Food Hub Sugar City en de ontwikkeling langs de Haarlemmervaart zijn een vertaling van twee van deze ruimtelijke ingrepen. De uitrol van het centrumgebied enerzijds en de verweving van metropolitaan landschap en stad anderzijds. Het historisch centrum van Amsterdam groeit concentrisch, nu reeds voorbij de A10. Er komt een enorme ontwikkelingsdruk te staan op de gebieden rond het centrum en dan voornamelijk in het westen. Wanneer er langs de Haarlemmervaart ruimte wordt gecreĂŤerd voor een nieuwe stedelijke ontwikkeling kan die druk (deels) worden opgevangen. Het duurzaam voedselnetwerk en de ontwikkeling langs de Haarlemmervaart zullen sterkere verweving van stad en landschap in Amsterdam-West teweegbrengen. Enerzijds wordt het metropolitane landschap de stad binnengetrokken aan de hand van het voedselnetwerk. Anderzijds dringt de stad, op een respectvolle manier, de natuur binnen onder de vorm van de ontwikkeling langs de Haarlemmervaart. Zo ontstaat er een diversiteit aan zowel landschappelijk als stedelijke ruimtes binnen Amsterdam-West. Hoewel Sugar City momenteel niet als strategische locatie in de structuurvisie is opgenomen krijgt de site, samen met de Haarlemmervaart, toch een betekenis binnen de visie. Food Hub Sugar City wordt een nieuwe metropolitane plek die de uitrol van het centrumgebied begeleid en een duurzame verweving tussen landschap en stad tot stand brengt.
163
164
CONCLUSIE
In dit hoofdstuk wordt gereflecteerd over de inhoud van deze masterproef. Is de toegepaste methode effectief geweest binnen dit onderzoek? In welke zin heeft het theoretisch kader het ontwerp be誰nvloed? Meer bepaald wat is de conclusie in verband met de drie thema's: beleid, historisch DNA en creatieve economie? Blijft de hypothese die aan het begin van het onderzoek werd gesteld overeind? Daarnaast wordt ook geduid in welke zin dit onderzoek relevant is binnen het vakgebied.
165
Deel 13: Inhoudelijke reflectie en besluit
Methode De gehanteerde methode, reflective theory, blijkt een efficiĂŤnte methode om het onderzoek naar de gestelde hypothese 'Locatiespecifieke creatieve economie als katalysator voor ruimtelijke ontwikkeling' te voeren. Er zijn namelijk reeds heel wat casussen in welke creatieve economie wordt ingezet. Met Evert Verhagen's visie als rode draad drie inhoudelijk verschillende casussen analyseren was een leerrijk proces. Dankzij de focus op de drie thema's: beleid, historisch DNA en creatieve economie kwam bepaalde, essentiĂŤle informatie aan het licht. Dat leverde soms onverwachte resultaten. De analyse van de drie casussen samen met het toepassen van de conclusies omtrent de verschillende thema's op het projectgebied geven mij de mogelijkheid een samenvatting over mijn bevindingen in verband met de drie thema's: beleid, historisch DNA en creatieve economie te formuleren. Thema 1: Beleid Verhagen stelt in zijn visie, vertrekkend vanuit het perspectief van het bedrijf - de functionaliteit, dat het essentieel is te bemiddelen tussen het creatief netwerkspoor en het formeel-bestuurlijk en planologische spoor. Het belang hiervan werd reeds na de analyse van de drie casussen duidelijk. In het, op vlak van creatieve economie, minst succesvolle project, La Confluence, was er een lage graad van communicatie en participatie tijdens de ontwerpfase van het project. Zo kan er
166
geen of weinig draagkracht worden opgebouw. Tijdens de projecten Westergasfabriek en Emscher Park kwam er meer communicatie en participatie, zelfs cocreatie, aan te pas wat voor meer draagkracht zorgde en dus tot een groter succes leidde. In het project rond Sugar City wordt dus ook voldoende ruimte gelaten voor communicatie, participatie en cocreatie. Dit voornamelijk door het project sterk te enten op zijn omgeving maar ook door het oprichten van twee projectbureau's. Het is een algemene tendens dat buurtbewoners en toekomstige huurders en/of bewoners betrokken worden tijdens het ontwerpproces. Deze groep wordt ook steeds mondiger en een top-down manier van werken stoot vaker op verzet. Het is ook deze groep die de nodige expertise bezit om een project tot een goed einde te brengen. Een nauwe samenwerking tussen het creatief netwerkspoor en het formeel-bestuurlijke en planologisch spoor leidt tot een duurzaam project. Thema 2: Historisch DNA In verband met historisch DNA zegt Verhagen, vertrekkend vanuit het perspectief van het platteland - de tradities, dat het behoud ervan een must is. De meerwaarde van het behoud van historisch DNA bij herontwikkelingsprojecten blijkt ook reeds uit de drie casussen. In elk van de drie casussen vindt er behoud van historisch DNA aan de hand van herbestemming plaats. Zowel in de Westergasfabriek als in Emscher
167
Park wordt creatieve economie ingezet voor deze herbestemming. Het historisch DNA onder de vorm van bebouwing leent zich hier perfect toe. In La Confluence gebeurt de herbestemming aan de hand van andere functies dan creatieve economie: kantoren, universiteit en publieke funties. Ook op deze manier kan het historisch DNA op een duurzame manier worden behouden. Dankzij het behoud van het sitespecifieke historisch DNA krijgt de herontwikkeling onmiddelijk een sterke identiteit. Er werd reeds langere tijd geleden besloten tot het behoud van het historisch DNA van Sugar City. Het is echter ook belangrijk het historisch DNA alle eer aan te doen en niet te laten verbleken bij de geplande nieuwbouw. Er werd uitgezocht waar nieuwbouw mooi aan kan sluiten op de bestaande bebouwing zonder alle aandacht op te eisen. Daarnaast wordt voor het verder en duurzam behoud van het historisch DNA onder de vorm van bebouwing ook creatieve economie ingezet. Deze methode is in het verleden effectief gebleken en zal in de toekomst nog vaak worden toegepast. Thema 3: Creatieve economie Over creatieve economie, vertrekkend vanuit het perspectief van de stad - de creativiteit en cultuur, zegt Verhagen dat het ideale tool is voor het herontwikkelen van een in onbruik geraakte site. Zoals eerder in deze reflectie aangehaald werd creatieve economie in twee van de drie casussen, namelijk Westergasfabriek en Emscher Park, ingezet voor de herbestemming van het historisch DNA. La Confluence is op vlak van creatieve economie geen relevante casus gezien het louter als een label wordt gebruikt. Deze toepassing onthult echter een bijwerking van het inzetten van creatieve economie bij herontwikkeling. Creatieve economie is een sterke (city)brandingtool. De creatieve economie die in de Westergasfabriek en Emscher Park werd ingezet beperkt zich echter tot de creatieve industrie en culturele activiteiten. Binnen het project voor Sugar City wordt creatieve economie in een breder spectrum geplaatst. Het gaat om een vernieuwende manier van werken, een creatief denkproces met ruimte voor eigen inbreng. Locatiespecifiek en inspelend op huidige tendensen vertaald deze
168
creatieve economie zich op de site van Sugar City in voeding. Deze vertaling volgt dus zowel vanuit het projectgebied als vanuit een wereldwijde shift in citybranding. Enerzijds bevindt Sugar City zich in een omgeving van (potentiĂŤle) productielandschappen, anderzijds wil Amsterdam zich profileren als voedselstad. De visie van Verhagen, die uit de jaren '90 stamt, wordt hier dus aangepast aan huidige tendensen om tot een duurzaam resultaat te komen. Besluit De methodiek die Verhagen hanteerde bij de herontwikkeling van de Westergasfabriek en verder uitbouwde met zijn organisatie Creatieve Cities is tot op vandaag nog steeds relevant. Verhagen's methodiek moet echter wel aangepast worden aan huidige tendensen. Op vlak van beleid en historisch DNA zullen er niet onmiddellijk aanpassingen moeten worden doorgevoerd. Op vlak van creatieve economie zal echter buiten de visie van Verhagen moeten worden gekeken. Creatieve economie doet zich niet langer enkel onder de vorm van creatieve industrie en culturele activiteiten voor. De kijk hierop moet worden verbreed. Het is daarnaast ook essentieel dat de creatieve economie die wordt ingezet locatiespecifiek is. De vorm waarin creatieve economie wordt ingezet voor herontwikkeling moet dus steeds worden aangepast aan huidige tendensen en de context waarin wordt gewerkt. Hypothese De hypothese die doorheen deze masterproef werd onderzocht luidt: Locatiespecifieke creatieve economie is een katalysator voor ruimtelijke, zowel stedelijke als landschappelijke, ontwikkeling. Deze hypothese blijft aan het einde van dit project nog steeds overeind. Het woord locatiespecifiek speelt, achteraf gezien, een belangrijke rol in deze stelling. De creatieve economie die als katalysator wordt ingezet moet geĂŤnt worden op de plek. Enkel op deze manier kan een duurzaam resultaat verkregen worden. Tijdens het onderzoek werd ook duidelijk dat creatieve economie en creatieve industrie vaak met elkaar worden verward. Een juiste definitie van creatieve economie was noodzakelijk om de hypothese ten volle te kunnen onderzoeken. De hypothese zal echter niet in alle situaties van toepassing zijn. Het is namelijk zo dat
169
de site waar de locatiespecifieke creatieve economie kan worden ingezet een bepaalde draagkracht moet bezitten. Onder andere voormalige industriĂŤle sites, zoals de Westergasfabriek en Sugar City, bezitten deze draagkracht. De nabijheid van een stad is zeker ook een vereiste voor het kunnen toepassen van locatiespecifieke creatieve economie als katalysator voor ruimtelijke ontwikkeling. Creatieve economie, zoals Verhagen reeds stelde, leeft immers van de stad. Bijdrage onderzoek Nog steeds kampen vele steden met in onbruik geraakte industriĂŤle sites die hen kopzorgen bezorgen. Dit onderzoek wil een mogelijke methodiek voor de herontwikkeling van dergelijke uitzichtloze situaties aanbieden. Hoewel de uitwerking ervan locatiespecifiek is vormt de theorie achter deze masterproef een houvast voor andere, gelijkaardige situaties. Ik wil niet pretenderen dat deze methodiek de enige en ultieme methodiek is voor de herontwikkeling van voormalige industriĂŤle sites. Het is echter wel een werkwijze die sterkt vertrekt vanuit het bestaande en dit als een meerwaarde aanschouwt binnen het project. Gezien het toepassen van het tabula rasaprincipe afneemt en het herontwikkelen met behoud van historisch DNA toeneemt is dit onderzoek relevant binnen de discipline stedenbouw en ruimtelijke planning.
170
171
BIBLIOGRAFIE
BOEKEN Bishop, P., Williams, L. (2012). The Temporary City. New York: Routledge. Franke, S., Verhagen, E. (2005). reflect #05 Creativiteit en de stad. Hoe de creatieve economie de stad verandert. Amsterdam: Nai Uitgevers. Lehmann, S. (2009). The Commodification of Urban Culture, or: The (Re)emergence of Berlin as Creative City. In S. Lehmann (Ed.), Back to the City: Strategies for Informal Urban Interventions: Collaboration between Artist and Architects. (pp. 48-63). Distributed Art Pub Incorporated. Oswalt, P., Overmeyer, C., Misselwitz, P. (2013). Urban Catalyst: The Power of Temporary Use. Dom Publishers. Piët, S., Verhagen, E. (1998). Een park voor de 21ste eeuw. Bussum: THOTH Senatsverwaltung für Stadtentwicklung Berlin (2007). Urban pioneers: Berlin: Stadtentwicklung durch Zwischennutzung. Berlijn: jovis Verlag. Steel, C. (2011). De Hongerige Stad. Hoe voedsel ons leven vormt. Rotterdam: NAi. ARTIKELS Dgs, km. (2015, 6 mei). België heeft tegen 2030 meeste vrouwen met overgewicht in Europa. De Standaard. Geraadpleegd op http://www.standaard.be/cnt/dmf20150506_01666105 Milikowski, F. (2014). De creatieve stad. Te duur voor de middenklasse.De Groene Amsterdammer, 41, 30-35.
172
STUDIES
Bureau Parkstad, Gemeente Amsterdam. (2007). Herziening Richting Parkstad 2015. Geraadpleegd op http://www.amsterdam.nl/gemeente/organisatie/ruimte-economie/ wonen/wonen/woonbeleid-onderzoek/stedelijke/sv-gebieden/virtuele-map/vernieuwing- nieuw/herziening-richting/ BWMSTR. (n.d.). Pilootprojecten productief landschap. Geraadpleegd op http://www.vlaamsbouw meester.be/nl/subsite/productief-landschap Dienst Ruimtelijke Ordening, Gemeente Amsterdam. (2014). Voedsel en Amsterdam. Een voedselvisie en agenda voor de stad. Geraadpleegd op http://www.amsterdam.nl/ gemeente/organisatie/ruimte-economie/ruimte-duurzaamheid/ruimte-duurzaamheid/ publicaties/publicaties/voedselvisie/ Gemeente Amsterdam. (2011). Structuurvisie Amsterdam 2040: Economisch sterk en duurzaam. Geraadpleegd op http://www.amsterdam.nl/gemeente/organisatie/ruimte-economie/ ruimte-duurzaamheid/ruimte-duurzaamheid/publicaties/publicaties/structuurvisie/ structuurvisie/ Regiegroep Noordvleugel 2040. (2008). Ontwikkelingsbeeld Noordvleugel 2040. Geraadpleegd op www.metropoolregioamsterdam.nl INTERNET ANMEC. (n.d.). Beleid. Geraadpleegd op http://www.anmec.nl/over-ons/beleid.html Belvedere. (2008). Project Creativity and the City: Westergasfabriek. Geraadpleegd op http://www. belvedere.nu/page.php?section=08&pID=5&mID=3&prID=493 Bond van Volkstuinders. (n.d.). Volkstuinen. Geraadpleegd op http://www.bondvanvolkstuinders.nl/index.php?menu=2&stijl=1&id=258
173
Cobraspen Vastgoedontwikkeling BV. (n.d.). Sugar City: development. Geraadpleegd op http:// www.sugarcity.com/nl/development Cobraspen Vastgoedontwikkeling BV. (n.d.). Sugar City: ons aanbod. Geraadpleegd op http://www.sugarcity.com/nl/facilities Cobraspen Vastgoedontwikkeling BV. (n.d.). Sugar City: over ons. Geraadpleegd op http://www.sugarcity.com/nl/about-us Creative Cities. (n.d.). About. Geraadpleegd op http://creativecities.nl/creative-cities/about/ Creative Cities. (n.d.). Creative Cities. Geraadpleegd op http://creativecities.nl/creative-cities/ Creative Cities. (n.d.) What we do. Geraadpleegd op http://creativecities.nl/what-we-do/ Danish Architecture Centre. (2014). Emscher Park: from dereliction to cenic landscapes. Geraadpleegd op http://www.dac.dk/en/dac-cities/sustainable-cities/all-cases/green-city/ emscher-park-from-dereliction-to-scenic-landscapes/ Dienst Ruimtelijke Ordening, Gemeente Amsterdam. (2006). Stadsvorm Amsterdam. Geraadpleegd op http://www.amsterdam.nl/gemeente/organisatie/ruimte-economie/ruimte- duurzaamheid/ruimte-duurzaamheid/plan-amsterdam/stadsvorm-amsterdam/ Food Center Amsterdam. (n.d.). Informatie. Geraadpleegd op http://www.foodcenter.nl/index. php?buttonID=4 Gemeente Amsterdam. (n.d.). Bureau Broedplaatsen. Geraadpleegd op http://www.amsterdam.nl/gemeente/organisaties/organisaties/bureau-broedplaatsen/ Lyon Confluence. (2012). Presentation. Geraadpleegd op http://www.lyon-confluence.fr/en/ presentation.html Smets, A. (2014). Ruimte voor woonmilieus in de Metropoolregio Amsterdam. Geraadpleegd op http://www.metropoolregioamsterdam.nl/nieuwsarchief/nieuws/ruimte-voor- woonmilieus-in-de-metropoolregio-amsterdam-277 Stadsdeel Westerpark. (n.d.). Project Westergasfabriek. Geraadpleegd op http://www.project- westergasfabriek.nl/nederlands te Winkel, R. (2008). De definitie van het Project Management Office, Geraadpleegd op http:// www.pmoguru.nl/?q=node/31 ‘tIdee! BV. (2009). Creatieve Radiaal West. Visie en uitgangspunten. Geraadpleegd op http://www. amsterdam.nl/toerisme-vrije-tijd/groen-natuur/parken/bretten-0/bretten/ Westergasfabriek BV. (n.d.). Geschiedenis. Geraadpleegd op http://www.westergasfabriek.nl/ westergasfabriek/geschiedenis Westergasfabriek BV. (n.d.). Huurders; Geraadpleegd op http://www.westergasfabriek.nl/huurders WOW Amsterdam. (n.d.). The Place. Geraadpleegd op http://www.wow-amsterdam.nl/#/the-place/
174
175
AFBEELDINGENLIJST
figuur 1: Amsterdam-West met Haven-Stad en Creatieve Radiaal West, bron: http://bing.com/maps figuur 2: Westergasfabriek, bron: beeldmateriaal auteur figuur 3: Land. Factory. City., bron: http://creativecities.nl/what-we-do/ figuur 4: situering Westergasfabriek, bron: http://bing.com/maps figuur 5: situering Emscher Park, bron/ http://bing.com/maps figuur 6: situering La Confluence, bron: http://bing.com/maps figuur 7: Westergasfabriek, bron: beeldmateriaal auteur figuur 8: Gashouder, bron: http://www.westergasfabriek.nl/zakelijk/verhuur-van-locaties-en- gebouwen/gashouder figuur 9: Zuiveringshal West, bron: http://www.westergasfabriek.nl/zakelijk/verhuur-van-locaties- en-gebouwen/zuiveringshal-west figuur 10: Transformatorhuis, bron: http://www.westergasfabriek.nl/zakelijk/verhuur-van-locaties en-gebouwen/transformatorhuis figuur 11: Zuiveringshal Oost, bron: http://www.westergasfabriek.nl/zakelijk/verhuur-van-locaties- en-gebouwen/westergastheater figuur 12: Machinegebouw, bron: http://www.westergasfabriek.nl/zakelijk/verhuur-van-locaties-en- gebouwen/machinegebouw figuur 13: Westelijk Meterhuis, bron: http://www.westergasfabriek.nl/zakelijk/verhuur-van-locaties- en-gebouwen/westelijk-meterhuis figuur 14: Leidinghuis, bron: http://www.westergasfabriek.nl/zakelijk/verhuur-van-locaties-en- gebouwen/leidinghuis figuur 15: Emscher Park, bron: onbekend figuur 16: Gasometer Oberhausen, bron: http://www.ruhr-barrierefrei.de/Oberhausen.292.0.html figuur 17: Zollverein Colliery, bron: http://2010.rvrcms.kdvz.de/en/press-media/photos-ruhr- metropolis/photos-shaft-signs.html
176
figuur 18: Landschaftspark Duisburg Nord, bron: http://en.wikipedia.org/wiki/Landschaftspark_ Duisburg-Nord#/media/File:LaPaDu_Panorama_2010-10-03.jpg figuur 19: La Sucrière, bron: beeldmateriaal auteur figuur 20: La Sucrière, bron: http://www.archdaily.com/600955/la-sucriere-zarchitecture/54e698fde5 8ece33a800008f_la-sucriere-z-architecture_00portada-jpg/ figuur 21: Selcius, bron: http://cdn.sit.lyon-france.com/original/257641/3-447684.jpg figuur 22: Espace Group complex, bron: http://www.bureau205.fr/espace-group_article_f_4.html figuur 23: Espace Kitchener en bas-port Rambaud, bron: http://www.lesrivesdesaone-grandlyon. com/along-the-water-side/espace-kitchener-marchand-and-bas-port-rambaud/ figuur 24: Halle aux Fleurs, bron: http://thisiscentralstation.com/featured-blog/nuits-sonores/ figuur 25: Campus Saint Paul, bron: http://www.agencecentrale.eu/immobilier/actu-immo/les- grands-chantiers-lyonnais.html figuur 26: Sugar City, bron: beeldmateriaal auteur figuur 27: projectgebied Amsterdam-West, bron: http://bing.com/maps figuur 28: projectgebied, bron: http://bing.com/maps figuur 29: I amsterdam Westergasfabriek, bron: http://beeldbank.cultureelerfgoed.nl/ afbeelding/20413429 figuur 30: projectgebied en centrum Amsterdam, bron: http://bing.com/maps figuur 31: AUP, bron: http://commons.wikimedia.org/wiki/File:Algemeen_uitbreidingsplan_ amsterdam1935.jpg#/media/File:Algemeen_uitbreidingsplan_amsterdam1935.jpg figuur 32: Sugar City en Westergasfabriek, bron: kaartmateriaal auteur figuur 33: krantenartikel Sugar City 2004, bron: http://cobraspen.blogspot.be/2010/04/sugarcity silos-industriejuwelen.html figuur 34: krantenartikel Sugar City 2012, bron: http://www.inretail.nl/pages/1450/Halfweg.html
figuur 35: krantenartikel Westergasfabriek 1993, bron: http://www.delpher.nl/nl/kranten/view?query =industrieel+erfgoed+westergasfabriek&coll=ddd&identifier=ddd%3A010622910%3Amp eg21%3Aa0380&resultsidentifier=ddd%3A010622910%3Ampeg21%3Aa0380 figuur 36: Westergasfabriek overlijd aan de gevolgen van ernstige bezuinigingen door Jamie Smit, bron: http://slashart.nl/page/4 figuur 37: Sugar City en Westergasfabriek, bron: kaartmateriaal auteur figuur 38: Factory Outlet, bron: http://www.sugarcity.com/nl/facilities figuur 39: ontwikkeling Sugar City, bron: http://www.sugarcity.com/nl/facilities figuur 40: Haarlemmertrekvaart 1746, bron: http://watwaswaar.nl/#Qq-a8-4-1-1v-1-2qJA-2X8g--- lCS figuur 41: trekschuit op de Haarlemmertrekvaart, bron: http://art.famsf.org/reinier-nooms-zeeman/ haarlem-trekschuiten-haarlemmertrekvaart-seen-north-19633011397
177
figuur 42: Gemeenlandshuis Swanenburg 1700, bron: http://am.adlibhosting.com/amonline/details/ collect/37491 figuur 43: Westergasfabriek 1903, bron: http://www.westergasfabriek.nl/westergasfabriek/ geschiedenis figuur 44: tuingroep Nut en Genoegen, bron: http://stadsarchief.amsterdam.nl/presentaties/ amsterdamse_schatten/uitgaan/volkstuin/index.html figuur 45: ecologische structuur, bron: Structuurvisie Amsterdam 2040 figuur 46: visie Amsterdam 2040, bron: Structuurvisie Amsterdam 2040 figuur 47: stadslandbouw, bron: http://maps.amsterdam.nl/stadslandbouw/?LANG=nl figuur 48: Food Center Amsterdam, bron: http://www.foodcenter.nl/markt-van-1001-smaken/ markt-van-1001-smaken-2013 figuur 49: verkenningsroute, bron: kaartmateriaal auteur figuur 50: Haarlemmervaart, bron: beeldmateriaal auteur figuur 51: Haarlemmervaart, bron: beeldmateriaal auteur figuur 52: Haarlemmerweg, bron: beeldmateriaal auteur figuur 53: broedplaatsen, bron: kaartmateriaal auteur figuur 54: De Wittenstraat, bron: beeldmateriaal auteur figuur 55: J.M. Den Uylstraat, bron: beeldmateriaal auteur figuur 56: Fluisterbos, bron: beeldmateriaal auteur figuur 57: WOW Amsterdam, bron: beeldmateriaal auteur figuur 58: Krelis Louwenstraat, bron: beeldmateriaal auteur figuur 59: Atlas Sociale Woningbouw Amsterdam en Regio, bron: http://www.afwc.nl/publicaties/ atlas-sociale-woningbouw.html, copyright: 2012 Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties figuur 60: J.M. Den Uylstraat, bron: beeldmateriaal auteur figuur 61: P. Lieftinckstraat, bron: beeldmateriaal auteur figuur 62: volkstuinenpark De Bretten, bron: beeldmateriaal auteur figuur 63: Sugar City, bron: beeldmateriaal auteur figuur 64: Maakplaats HEM, bron: http://kettinghuls.com/?p=1763 figuur 65: Three Spots: Damned, Dream, Desert - Ahmet Ogut, bron: Van Abbemuseum Eindhoven figuur 66: food is the new black, bron: http://organiceyourlife.com/food-new-black/ foodisthenewblack/ figuur 67: Pitch Festival Westergasfabriek, bron: http://www.iamexpat.nl/lifestyle/whats-on/ upcoming/amsterdam/festivals/pitch-festival-2012 figuur 68: Eten is het nieuwe uitgaan, bron: http://www.thefoodlineup.nl figuur 69: Sugar City en Westergasfabriek, bron: kaartmateriaal auteur figuur 70: Food Hub Sugar City, bron: beeldmateriaal auteur figuur 71: ontwikkeling Haarlemmervaart, bron: beeldmateriaal auteur
178
figuur 72: Land. Factory. City., bron: http://creativecities.nl/what-we-do/ figuur 73: taken van het projectbureau, bron: http://bpug.nl/downloads/finish/55-24-9-2008-- workshop-24-september-inrichting-en-tooling-van-een-project-support-office/1366- workshop-24-september-presentatie-inrichting-en-tooling-van-een-project-support-office. html figuur 74: samenwerking beleid, landbouwer en omgeving. bron: Pilootprojecten Productief Landschap - BWMSTR figuur 75: ontwikkeling Sugar City, bron: http://www.sugarcity.com/nl/development figuur 76: Lutkemeer 1746, bron: http://watwaswaar.nl/#Qq-a8-4-1-1v-1-2qJA-2X8g---lCS figuur 77: Haarlemmertrekvaart circa 1800, bron: http://fast.mediamatic.nl/f/mngs/ image/161/32305-950-749.jpg figuur 78: voedselnetwerk, bron: kaartmateriaal auteur figuur 79: locaties voedselnetwerk, bron: kaartmateriaal auteur figuur 80: ontwikkeling Haarlemmervaart, bron: kaartmateriaal auteur figuur 81: Food Hub Sugar City, bron: beeldmateriaal auteur figuur 82: huidige toestand Sugar City, bron: beeldmateriaal auteur figuur 83: Outletcenter Sugar City, bron: beeldmateriaal auteur figuur 84: Food Hub Sugar City, bron: beeldmateriaal auteur figuur 85: interieurschets Dudok, bron: beeldmateriaal auteur figuur 86: interieurschets Middenfabriek, bron: beeldmateriaal auteur figuur 87: exterieurschets Kalkoven, bron: beeldmateriaal auteur figuur 88: interieurschets Puntloods, bron: beeldmateriaal auteur figuur 89: toekomstbeeld Lutkemeerpolder, bron: beeldmateriaal auteur figuur 90: huidige toestand Lutkemeerpolder, bron: beeldmateriaal auteur figuur 91: bedrijventerrein Lutkemeerpolder, bron: beeldmateriaal auteur figuur 92: toekomstbeeld Lutkemeerpolder, bron: beeldmateriaal auteur figuur 93: figuur 94: figuur 95: toekomstbeeld Haarlemmervaart, bron: beeldmateriaal auteur figuur 96: huidige toestand Haarlemmervaart, bron: beeldmateriaal auteur figuur 97: toekomstbeeld Haarlemmervaart, bron: beeldmateriaal auteur figuur 98: figuur 99: figuur 100: visie Amsterdam 2040 inclusief project, bron: kaartmateriaal auteur
179
180
Dit document is de synthese van het onderzoek dat ik voerde tot het behalen van het masterdiploma Stedenbouw en Ruimtelijke Planning aan de KU Leuven - Faculteit Architectuur Campus LUCA. INLEIDING In augustus 2014 nam ik deel aan de summerschool 'The Big Reset on Neighbourhood Design' in Amsterdam. Tijdens deze summerschool werd Amsterdam-West onder de loep genomen. Het verhaal van de Westergasfabriek, dat zich in Amsterdam-West bevindt, wekte mijn interesse. Meer specifiek in creatieve economie als katalysator voor ruimtelijke ontwikkeling. Evert Verhagen, projectmanager van de Westergasfabriek, vertaalde deze creatieve economie destijds onder de vorm van theaters, gallerijen, ed. Nu, 20 jaar later, bemerken we echter een nieuwe tendens. Het is niet langer de creatieve stad die de hippe stad is maar de bewuste, duurzame stad. Wat is creatieve economie?
Creatieve economie gaat niet om het vak dat je uitoefent, maar de wijze waarop je je werk doet. Of de vrijheid die je krijgt om je werk te doen. Volg je bij iedere handeling een standaardprocedure of is er de ruimte of zelfs noodzaak om er je eigen draai aan te geven?1 (Milikowski, 2013)
Sugar City
Probleemstelling Amsterdam moet zichzelf als stad continu heruitvinden en opnieuw profileren. Evert Verhagen merkte in de jaren '90 een bepaalde tendens op: de aantrekkelijkheid van een creatieve stad. Hij linkte deze tendens aan beleid en zo kwam het project van de Westergasfabriek tot stand. De Westergasfabriek bracht creatieve economie, onder de vorm van creatieve industrie, in the picture binnen Amsterdam. Dit leidde tot het profileren van Amsterdam als een creatieve stad. Amsterdam moet zich nu echter, inspelend op de huidige tendensen, profileren als bewuste, duurzame stad. Meer specifiek begint het duurzaam produceren, consumeren en verwerken van voedsel een grote rol te spelen binnen het denken over de stad. In Amsterdam-West bevindt zich een potentiĂŤle nieuwe hotspot: Sugar City. Net zoals de Westergasfabriek is Sugar City een voormalige industriĂŤle site.
A B S T R A C T
Hypothese Locatiespecifieke creatieve economie is een katalystor voor ruimtelijke, zowel stedelijke als landschappelijke, ontwikkeling. Deze hypothese wordt getest op AmsterdamWest. Het projectgebied strekt zich uit langs de Haarlemmervaart, van de Westergasfabriek tot Sugar City in Halfweg. figuur 1: projectgebied en centrum Amsterdam
Westergasfabriek
181
A B S T R A C T
Methode De toegepaste methode is reflective theory. Uit de analyse van verschillende casussen worden lessen getrokken die vervolgens op een bepaalde site worden toegepast. Ook Evert Verhagen pastte deze methode toe. Aan de hand van verschillende casussen kwam hij tot drie perspectieven of thema's voor het creëren van een aantrekkelijke stad. Die drie thema's zijn beleid, historisch DNA en creatieve economie. Deze drie thema's vormen de rode draad doorheen deze masterproef. In het kader van het thema beleid werden beleidsteksten als de structuurvisie en voedselvisie doorgenomen. Het historisch DNA werd geïdentificeerd na een uitvoerige analyse van het projectgebied. Het thema creatieve economie tenslotte werd uitgediept aan de hand van casussen. Op basis van de visie van Evert Verhagen werden drie casussen geanalyseerd: Westergasfabriek in Amsterdam, Emscher Park in het Ruhrgebied en La Confluence in Lyon. De lessen uit deze drie casussen werden meegenomen naar Amsterdam-West. Op basis van deze lessen werd een visie en strategie voor Amsterdam-West opgesteld. Deze visie en strategie kregen vervolgens een ruimtelijke vertaling op de site van Amsterdam-West. THEORETISCH KADER De visie van Evert Verhagen Evert Verhagen was, van 1994 tot 2005, de projectmanager van het Projectbureau Westergasfabriek en reeds sinds 1990 betrokken bij het Westergasfabriekproject als sectorhoofd stadsdeelwerken voor het stadsdeel
182
Westerpark. Verhagen was voorheen sectorhoofd van de stadsdeelwerken voor het stadsdeel Westerpark. Hij is dus iemand die vanuit beleid in de praktijk is gestapt. Dit gaf Verhagen een unieke kijk op het project van de Westergasfabriek. Methodiek Evert Verhagen benadert stedelijke transformatieprojecten nu, met zijn organisatie Creative Cities, vanuit drie verschillende perspectieven: 'het platteland', 'het bedrijf ' en 'de stad'.
figuur 2: Land. Factory. City
Het perspectief van het platteland is eerder traditioneel. Dat van het bedrijf focust op de ratio en functionaliteit. Het perspectief van de stad tenslotte kijkt dan naar creativiteit en cultuur. Faith, ratio and creativity have all played an important role in the development of today’s world and they are also equally important in determining the degree of attractiveness of a city. Creative Cities always focuses on the right balance between the minister, the engineer and the artist.2 Het verzoenen van de drie perspectieven is wat, volgens Verhagen, een aantrekkelijke stad creëert, een
stad waar iedereen zich thuis voelt. De geschiedenis, de verhalen en tradities van een plek samen met de beleidsmatige, planologische en economische context maken een stad tot wat ze is. De drie perspectieven die Creative Cities hanteert worden vertaald naar drie thema's die de rode draad vormen doorheen deze masterproef: beleid (perspectief van het bedrijf), historisch DNA (perspectief van het platteland) en creatieve economie (perspectief van de stad). Casussen Met de visie van Evert Verhagen als leidraad werden drie casussen geanalyseerd: Westergasfabriek in Amsterdam, Emscher Park in het Ruhrgebied en La Confluence in Lyon. In deze drie casussen worden de drie thema's: beleid, historisch DNA en creatieve economie, onderzocht. Westergasfabriek zelf werd gekozen omdat Verhagen hier zijn ervaring met creatieve economie heeft opgedaan. Emscher Park is een voorbeeld dat Verhagen zelf hanteerde bij de herontwikkeling van de Westergasfabriek. La Confluence, tenslotte, is een eigen bezochte casus die vanuit een gelijkaardige situatie als de twee andere casussen vertrekt. De analyse van deze gelijkaardige casussen helpt om op een kritische manier naar de theorie van Evert Verhagen te kunnen kijken en conclusies te trekken in verband met de drie thema's.
realistisch. Het sterk betrekken van het creatief netwerkspoor op het formeelbestuurlijk en planologisch spoor heeft een duurzaam resultaat tot gevolg. Thema 2: Historisch DNA Het behoud van historisch DNA blijkt in alle casussen evident. De meest duurzame en effectieve manier om dit historisch DNA te behouden is herbestemming. Een zorgvuldige maar minimale renovatie houdt het historisch DNA in stand en geeft het opnieuw betekenis.
A B S T R A C T
Thema 3: Creatieve economie Creatieve economie blijkt een grotere potentie te hebben dan louter voor branding. Het inzetten van creatieve economie in functie van herontwikkeling en het behoud van historisch DNA is effectief en duurzaam. Het toevoegen van creatieve economie heeft ook zijn effect op de omgeving. Het is een katalysator voor stedelijke ontwikkeling.
Thema 1: Beleid Op vlak van beleid blijft, na analyse van de verschillende casussen, duidelijk dat communicatie en participatie uiterst belangrijk zijn. Een louter topdown manier van werken is niet langer 183
A B S T R A C T
STRUCTUURVISIE EN VOEDSELVISIE In navolging van Structuurvisie Randstad 2040 en Ontwikkelingsbeeld Metropoolregio 2040 ontwikkelde de Gemeente Amsterdam Structuurvisie Amsterdam 2040, gepubliceerd in maart 2011. Uit deze structuurvisie vloeide ook een voedselvisie voort: Voedsel en Amsterdam, een voedselvisie en agenda voor de stad, gepubliceerd op 22 december 2014. Structuurvisie 2040: Amsterdam economisch sterk en duurzaam Amsterdam economisch sterk en duurzaam. Het motto van de structuurvisie spreekt voor zich. Amsterdam wil zijn economie verder versterken. Een stad met een sterke economie is immers een aantrekkelijke stad. Duurzaamheid is dan weer een doelstelling waar geen enkele (groot)stad nog onderuit kan. Binnen dit motto stelt de Gemeente Amsterdam enkele pijlers voorop: intensivering grondgebruik, samenhangend OV-netwerk, inrichting publiek domein, aantrekkelijk groen en water, transformatie en postfossiele brandstoftijdperk. Uit deze pijlers komen ruimtelijk ingrepen voort. Deze zijn: uitrol van het centrumgebied, verweving metropolitane landschap en stad, herontdekking van het waterfront en internationalisering van de zuidflank. Het zijn de eerste twee bewegingen die worden meegenomen in het project. Uitrol centrumgebied Het hart van Amsterdam werkt als een magneet. Het centrum breidt zich concentrisch uit. Deze tendens reikt nu al verder dan de 19e eeuwse
184
gordel en zelfs tot buiten de A10. Dit betekent onder andere dat verschillende parken en waterpartijen, zoals bijvoorbeeld Slotermeer maar ook de Haarlemmervaart, centraler in de stad komen te liggen. Ze worden nieuwe stedelijke ontmoetingsplekken. Verweving metropolitaan landschap en stad Amsterdam is een lobbenstad. Dit stedenbouwkundig model wordt sinds begin 20ste eeuw toegepast bij stadsuitbreiding. Stedelijke lobben met bebouwing dringen het omringende landschap binnen. Het metropolitane landschap dringt de stad binnen via de groene scheggen en is zo vlot en snel bereikbaar vanuit het stadscentrum. Deze structuur van groene scheggen in de uitdijende stad werd vastgelegd in het Algemeen Uitbreidingsplan (AUP) in 1934. De groene scheggen verhogen enerzijds de aantrekkelijkheid van de stad en anderzijds geeft de structuur de mogelijkheid tot verdichten binnen het bestaand stedelijk gebied. De ambitie binnen de structuurvisie is het geheel uitbouwen tot een metropolitaan landschap. Binnen de groene scheggen moeten er snellere en aantrekkelijkere routes voorzien worden. Daarnaast moet er ook meer bekendheid met de groene scheggen worden verworven. Men streeft naar diversiteit en differentiatie binnen de scheggen. Voedsel en Amsterdam: een voedselvisie en agenda voor de stad Voedsel en Amsterdam is de verwoording van de visie van B&W op de relatie tussen de stad Amsterdam en haar voedsel. Deze relatie wordt onderzocht in vier thema's: voedsel en gezondheid, voedsel
en economie, voedsel en duurzaamheid en voedsel en participatie. De voedselagenda volgend uit de voedselvisie houdt 4 actiepunten in: bevorderen van telen van voedsel in de stad, bevorderen van het aandeel gezond en duurzaam voedsel in de voedselconsumptie, bevorderen van een duurzame voedselkringloop en bevorderen van kennisuitwisseling over voedsel. POTENTIEEL AMSTERDAM-WEST Naast Sugar City zijn er nog enkele getuigen van het potentieel van Amsterdam-West. Van stad naar landschap De route van de Westergasfabriek naar Sugar City is er ĂŠĂŠn van stad naar landschap. De overgang tussen beide verloopt geleidelijk aan doorheen de verschillende tuinwijken van Nieuw-West. In het gebied rond de Westergasfabriek bevinden zich de meer stedelijke functies zoals supermarkten, horeca, winkels, etc. Naarmate we meer richting Sugar City vorderen vinden we meer recreatieve functies zoals sportvelden, speeltuinen, volkstuinen, etc. Een sequens van verschillende groene ruimtes zorgt voor een geleidelijk overgang van het dense stadsweefsel naar de Tuinen van West. Net als in het centrum van Amsterdam is water ook in Amsterdam-West een constante. Een blauw-groennetwerk zit verweven in de wijken van Westerpark, Bos & Lommer en Geuzenveld-Slotermeer en geeft ze ademruimte.
Introverte volkstuinparken Amsterdam-West herbergt enkele volkstuinparken. Deze bevinden zich grotendeels ten noorden van de Haarlemmervaart. Deze volkstuinparken bestaan bijna 100 jaar. De moestuinen zijn de laatste 50 jaar echter getransformeerd naar siertuinen en de volkstuinparken doen dienst als ruimte voor een buitenverblijf. Het is voornamelijk in de volkstuinparken binnen de A10 dat dit fenomeen zich voordoet. In de volkstuinparken buiten de A10 worden nog vaak groenten en fruit gekweekt. De volkstuinparken hebben een sterk introvert karakter en weren alle tussenkomst van buitenaf. Men zit er letterlijk en figuurlijk op een eiland in de stad.
A B S T R A C T
Voedselpioniers Net buiten het projectgebied, naast de Houthavens, zijn heel wat voedselpioniers aanwezig: Mushroom Farm Kit, de Food Line-Up, Rainbow Popcorn, A'dam Kitchen, Incubator en Pief Paf Poffertjes. Ze nestelen zich meer bepaald in Maakplaats HEM, een bedrijfsgebouw op bedrijventerrein Hempoint. Deze voedselpioniers duiden op een nieuwe trend, niet alleen binnen het projectgebied maar binnen heel Amsterdam. Verdergaand op de voedselvisie, Voedsel en Amsterdam, en de actuele tendensen binnen het projectgebied wordt een denkbeeld voor Amsterdam-West ontwikkeld.
185
A B S T R A C T
SUGAR CITY WESTERGASFABRIEK
VS
Voormalig industriële site Sugar City in ontwikkeling De voormalige suikerfabriek die zich aan het einde van de Haarlemmervaart bevindt, als tegenpool van de Westergasfabriek, is momenteel in handen van Cobraspen Vastgoedontwikkeling BV. Deze willen op de site ruimte voorzien voor actieve vrije tijd. Zoals ook al opgenomen in de eerste plannen van Sugar City, zal er op het voormalige terrein van de Suikerfabriek Holland in Halfweg een volume van ongeveer 108.000 m² aan nieuwe functies worden gerealiseerd. Deze nieuwe functies komen deels in nieuw te realiseren gebouwen, maar deels ook in de al bestaande gebouwen met een industriële uitstraling. Wel is de soort functies dat gerealiseerd gaat worden in de afgelopen jaren – onder druk van de economische recessie – aangepast. Zo zijn de kantoren (grotendeels) en de mega-bioscoop uit de plannen verdwenen en is het thema actieve vrije tijd er voor teruggekomen.3 (Cobraspen
Vastgoedontwikkeling
BV,
Van Westergasfabriek 2.0 ...
figuur 4: krantenartikel Sugar City 2004
... naar kledijdump.
n.d.)
Het geplande megacomplex zal, na uitvoerig marktonderzoek, dan toch niet als aanvankelijke gepland doorgevoerd worden. Wel wordt de site nog steeds opgevuld met een eerder stedelijk programma als horeca, winkels, kantoren, een hotel, etc. De impact van dit programma op zijn (natuurrijke) omgeving is momenteel nog onduidelijk. Het is voor de buurtbewoner en Amsterdammer echter wel duidelijk dat het geplande programma de site van oude suikerfabriek geen eer aan doet.
186
figuur 3: Sugar City en Westergasfabriek
figuur 5: krantenartikel Sugar City 2012
Van bedreigd historisch DNA ...
figuur 6: krantenartikel Westergasfabriek 1993
... naar culturele hotspot.
Creatieve en culturele hotspot Westergasfabriek De Westergasfabriek werd, na een lang proces, dĂŠ creatieve hotspot in Amsterdam-West. Naast eigenzinnige horecazaken en winkeltjes vind je er ook kleine kantoren waar creatieve bedrijven zich hebben genesteld. De voormalige fabriekssite vormt ook vaak het decor voor groot- en kleinschalige evenementen en festivals. De Westergasfabriek leeft, en hoe. De site met gerenoveerde gebouwen en een nieuw stadspark werkt niet enkel op het niveau van de wijk maar heeft ook invloed op het niveau van de stad, het land en zelfs internationaal. De Westergasfabriek stelt een voorbeeld voor andere landen wat betreft de reconversie van industriĂŤle sites en ruimte bieden aan creatieve economie. Na Emscher Park kijkt iedereen nu naar het Nederlandse voorbeeld. In 2004 werd het congres Creativity and the City georganiseerd op de site. Onder andere Richard Florida verzorgde tijdens dit congres een lezing. Van toen af aan waren alle ogen op Amsterdam gericht. Het project van de Westergasfabriek heeft zeker en vast invloed gehad op zijn omgeving. Amsterdam-West is nu een creatieve broedplaats, meer dan andere stadsdelen buiten het centrum.
A B S T R A C T
figuur 7: Westergasfabriek overlijd aan de gevolgen van ernstige bezuinigingen door Jamie Smit
187
A B S T R A C T
figuur 8: Eten is het nieuwe uitgaan
188
A B S T R A C T
BEELD/DENKBEELD VANUIT EEN VOEDSELPERSPECTIEF Sugar City wordt een Food Hub. Deze specifieke site en dit specifieke programma werden bepaald enerzijds aan de hand van het theoretisch kader en anderzijds door een uitvoerige analyse van het projectgebied en huidige tendensen. Visie
figuur 9: Food Hub Sugar City
figuur 10: ontwikkeling Haarlemmervaart
Food Hub Sugar City als creatieve tegenpool van de Westergasfabriek. Doorheen de jaren zijn we de connectie met ons voedsel verloren. We weten niet langer waar het eten op ons bord vandaan komt. Deze disconnectie leidt tot ondoordacht consumeren. Het huidige mondiale dieet zorgt voor ontbossing, bodemerosie, uitdroging, vergiftiging en vervuiling.
Food Hub Sugar City als katalysator voor ruimtelijke ontwikkeling met de Haarlemmervaart als drager. Net als de Westergasfabriek, zal ook Sugar City een invloed hebben op de ruimtelijke, zowel stedelijke als landschappelijke, ontwikkeling van Amsterdam-West. Sugar City als creatieve Food Hub zal een katalysator vormen voor landschappelijke ontwikkeling, van het omringende landschap, en stedelijke ontwikkeling, langs de Haarlemmervaart. 189
A B S T R A C T
Strategie Thema 1: Passend beleid Op vlak van beleid is het, volgens Verhagen, essentieel te bemiddelen tussen het creatief netwerkspoor en het formeel-bestuurlijk en planologisch spoor. Creative Cities always focuses on the right balance between the minister, the engineer and the artist.4 (Creative Cities, n.d.) The minister is, in dit geval, Gemeente Amsterdam, meer bepaald de Dienst Ruimtelijke Ordening (DRO), en Gemeente Halfweg. The engineer zijn de bedrijven van de voedingsindustrie waaronder ook en voornamelijk agrarische bedrijven worden gerekend. Tot slot zijn the artist in dit verhaal de voedselpioniers. Het bemiddelen tussen deze twee sporen waaronder deze drie perspectieve vallen, en projectondersteuning in het algemeen, gebeurt in Nederland meer en meer aan de hand van een projectbureau of project management office (PMO). Zowel voor het eerste deel, Food Hub Sugar City met bijhorend duurzaam voedselnetwerk, als voor het tweede deel, de ontwikkeling langs de Haarlemmervaart, wordt een projectbureau opgericht. Beide projectbureaus zullen echter op een andere manier te werk gaan. Waar het in het eerste deel meer gaat om het verwezenlijken van een metropolitane plek met citybranding kwaliteiten, ligt de nadruk in het tweede deel op een stedelijke ontwikkeling. De voedselvisie, Voedsel en Amsterdam, speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van zowel Sugar City en het bijhorend duurzaam voedselnetwerk als de ontwikkeling
190
van de Haarlemmervaart. Beiden zijn namelijk een ruimtelijke uitwerking van deze voedselvisie. Binnen de visie worden 4 thema's aangekaart: voedsel en gezondheid, voedsel en economie, voedsel en duurzaamheid en voedsel en participatie. Deze 4 thema's moeten op een gepaste manier worden vertaald naar Amsterdam-West. Thema 2: Stedelijk en landschappelijk historisch DNA In het geval van Amsterdam-West bestaat het aanwezige historisch DNA niet enkel uit bebouwing maar ook uit niet bebouwde ruimtes. Deze twee condities vragen een verschillende aanpak wanneer het aankomt op het behoud van dit historisch DNA. Enerzijds hebben we stedelijk historisch DNA bestaande uit Sugar City, anderszijds het landschappelijk historisch DNA bestaande uit de groene scheggen, de Haarlemmervaart en de volkstuinparken. Het stedelijk historisch DNA vraagt om een zorgvuldige renovatie en herbestemming en aan het landschappelijk historisch DNA moet opnieuw betekenis gegeven worden. Thema 3: Creatieve economie met voedsel als focus Creatieve economie voegt een verhaal toe aan een plek. Zo krijgt de plek verschillende layers en betekenissen. In Food Hub Sugar City zijn het de voedselpioniers die een verhaal aan de plek zullen toevoegen. Het nieuwe verhaal verwijst naar het verleden van de site, toen de suikerfabriek er nog gevestigd was, maar vult het op een hedendaagse manier in. Het verschil met het oude verhaal is dat Food Hub Sugar City nu inspeelt op een wereldwijde
tendens, een shift in het denken over voedsel. Door in te spelen op deze trend helpt Food Hub Sugar City Amsterdam zich te profileren als voedselstad. De site zal niet enkel op het niveau van de Metropoolregio werken maar tot ver daarbuiten, op een internationale schaal, het wordt een metropolitane plek. Ruimtelijke uitwerking De ruimtelijke uitwerking van de strategie voor Food Hub Sugar City en de Haarlemmervaart situeert zich op 3 niveaus. Op microschaal wordt geduid hoe de creatieve Food Hub Sugar City invloed heeft op de landschappelijke en stedelijke ontwikkeling die zich op mesoschaal binnen Amsterdam-West voor doet. Deze tweeledige ontwikkeling heeft enerzijds een voedselnetwerk en anderszijds een nieuwe stedelijke ontwikkeling langs de Haarlemmervaart tot gevolg. Op macroschaal krijgt het project een betekenis voor zowel de voedselvisie, Voedsel en Amsterdam, als de structuurvisie, Amsterdam 2040. Meso: Duurzaam voedselnetwerk langs de Haarlemmervaart
deze plekken met potentie kan tot een korte keten metabolisme leiden. Er ontstaat een lokale productie-, consumptie- en recyclageketen langs de Haarlemmervaart die de stad en zijn inwoners van lokaal geproduceerd voedsel voorziet. Anderzijds wordt ook de omgekeerde beweging gemaakt en wordt (voedsel)afval getransporteerd naar Sugar City om op een duurzame manier te recycleren. Meso: Uitrol centrumgebied met de Haarlemmervaart als drager
A B S T R A C T
figuur 12: ontwikkeling Haarlemmervaart
Naast een eerder landschappelijke ontwikkeling onder de vorm van een voedselnetwerk vindt er op schaal van de Haarlemmervaart ook een stedelijke ontwikkeling plaats. Door de ontwikkeling van Food Hub Sugar City en het aansluitend duurzaam voedselnetwerk wordt de Haarlemmervaart opnieuw aantrekkelijk, ook voor huisvesting. Micro: Food Hub Sugar City
figuur 11: voedselnetwerk
De ontwikkeling van het duurzaam voedselnetwerk langs de Haarlemmervaart vertrekt vanuit Amsterdam-West zelf. Er zijn reeds heel wat plekken aanwezig die potentieel hebben op vlak van voedselproductie en -consumptie. Het linken van
figuur 13: Food Hub Sugar City
191
A B S T R A C T
Food Hub Sugar City moet eerst en vooral een plaats worden waar voedselpioniers zich willen settelen. Het zijn deze voedselpioniers die later grotere bedrijven in de voedingsindustrie zullen aantrekken. Er moet nu echter een aantrekkelijk klimaat worden gecreĂŤerd zodanig dat voedselpioniers de potentie van Sugar City als Food Hub inzien en zich er willen settelen. De bestaande historische gebouwen van Sugar City lijken de ideale ruimtes om voedselpioniers in onder te brengen. Gezien de schaal en de diversiteit van de gebouwen kunnen zij zowel flexibele als vaste werkplekken voorzien en zowel kantoorruimte als bedrijfsruimte. Sommige van de historische gebouwen van de oude suikerfabriek zijn eerder geschikt voor het installeren van kantoren. Andere, grootschaligere ruimtes vormen dan weer de ideale locatie voor bedrijfsruimtes. Daarnaast is er op de site ook voldoende ruimte om in woningen te voorzien. Micro: Landschappelijke ontwikkeling Lutkemeerpolder
figuur 14: toekomstbeeld Lutkemeerpolder
Het agrarische landschap dat zich ten zuidoosten van Sugar City bevindt werd ooit ingepolderd, vermoedelijk om in te zetten als productielandschap. Het gebied van de Osdorper- en Lutkemeerpolder 192
heeft momenteel echter geen productieve waarde meer. De industrialisering van de landbouw en gebrek aan ruimte voor uitbreiding zitten hier allicht voor iets tussen. Er moest dus naar een oplossing worden gezocht voor deze in onbruik geraakte productielandschappen. Wanneer Food Hub Sugar City gerealiseerd wordt kunnen deze productielandschappen opnieuw een betekenis krijgen binnen een groter geheel, namelijk het duurzaam voedselnetwerk. Het historisch gegroeid polderlandschap kan zo behouden blijven en opnieuw voor productie worden ingezet. Micro: Landschappelijke en stedelijke ontwikkeling Haarlemmervaart
figuur 15: toekomstbeeld Haarlemmervaart
Momenteel ligt de Haarlemmervaart er verlaten bij en heeft hij geen enkele betekenis voor Amsterdam-West. De vaart draagt echter een grote potentie in zich. Deze infrastructurele lijn kan het adres worden voor een nieuwe landschappelijke en stedelijke ontwikkeling. Zowel de landschappelijk ontwikkeling aan de noordzijde van de Haarlemmervaart als de stedelijke ontwikkeling aan de zuidzijde van de vaart brengen publieke ruimte met zich mee. Het gaat hier echter om een andere
vorm van publieke ruimte. Zo ontstaat er een diverse sequens van publieke ruimtes langsheen de voorheen betekenisloze Haarlemmervaart.
twee van deze ruimtelijke ingrepen. De uitrol van het centrumgebied enerzijds en de verweving van metropolitaan landschap en stad anderzijds.
Macro: Food Hub Sugar City als boegbeeld van voedselvisie Voedsel en Amsterdam
CONCLUSIE
Hoewel het hoofddoel van Food Hub Sugar City bewustwording van ons huidige mondiale dieet teweegbrengen is heeft het project ook de welkome bijwerking Amsterdam te helpen bij dat profileren als voedselstad. Het installeren van Food Hub Sugar City geeft Amsterdam de mogelijkheid koploper te worden binnen de voedingsindustrie en een voorbeeld te stellen voor andere steden. Macro: Food Hub Sugar City, een metropolitane plek
De methodiek die Verhagen hanteerde bij de herontwikkeling van de Westergasfabriek en verder uitbouwde met zijn organisatie Creatieve Cities is tot op vandaag nog steeds relevant. Verhagen's methodiek moet echter wel aangepast worden aan huidige tendensen. Op vlak van beleid en historisch DNA zullen er niet onmiddellijk aanpassingen moeten worden doorgevoerd. Op vlak van creatieve economie zal echter buiten de visie van Verhagen moeten worden gekeken. Creatieve economie doet zich niet langer enkel onder de vorm van creatieve industrie en culturele activiteiten voor. De kijk hierop moet worden verbreed. Het is daarnaast ook essentieel dat de creatieve economie die wordt ingezet locatiespecifiek is. De vorm waarin creatieve economie wordt ingezet voor herontwikkeling moet dus steeds worden aangepast aan huidige tendensen en de context waarin wordt gewerkt.
A B S T R A C T
figuur 16: visie Amsterdam 2040 inclusief project
Ook binnen de structuurvisie, Amsterdam 2040 zullen Food Hub Sugar City en de ontwikkeling langs de Haarlemmervaart een rol spelen. De structuurvisie stelde enkele pijlers voorop die in ruimtelijke ingrepen werden vertaald. Food Hub Sugar City en de ontwikkeling langs de Haarlemmervaart zijn een vertaling van 193
194
195