GVT PORTFOLIO Tessa Van Gucht
korte inhoud
curriculum vitae architectuurprojecten
Shifting Boundaries - Maribor, Slovenië
Stapelplein - Gent, België
stedenbouwprojecten
Liège 2040 - Luik, België
De/Re-colonising Versailles - Brussel, België
workshops
Rijsel becomes Lille, la reine des citadelles, lady of the ring - Rijsel, Frankrijk
The Big Reset on Neighbourhood Design - Amsterdam, Nederland
curriculum vitae Tessa Van Gucht Plotersgracht 16, Gent +32 477/42.07.36 tessa.van.gucht@hotmail.com
talenkennis Nederlands moedertaal Engels zeer goed Frans goed vaardigheden AutoCAD Sketchup Vectorworks Adobe Photoshop, Illustrator, InDesign opleiding
Bachelor of Science in de architectuur, Hogeschool voor Wetenschap & Kunst, 2011 Master of Science in de architectuur, LUCA School of Arts, 2013 Master of Science in de stedenbouw en ruimtelijke planning, KU Leuven LUCA, heden
ervaring jobstudent (Januari - Juni 2014) Architect Verstraete Y. Gentbruggekouter 13 9050 Gentbrugge
Shifting Boundaries - Maribor, SloveniĂŤ
Shifting Boundaries - 1ste Master Architectuur UAD - schooljaar 2011-2012
Dankzij de invloed van hedendaagse ontwikkelingen als technologie, verbeterde mobiliteit en een onafhankelijke levensstijl is de mens geëvolueerd van Homo Sapiens naar Homo Mobilis. We zijn Urban Nomads die de eeuwig veranderende stad innemen. De architectuur van De Stad van de toekomst moet dit proces uitlokken. Dit project kwam tot stand in het kader van Maribor 2012 - European Capital of Culture. Op uitnodiging van Tom Kovac namen we in verschillende groepen, onder leiding van Martine De Maeseneer en Gideon Boie, deel aan de wedstrijd 2112AI 100YC. Per deelnemende school werden drie projecten uitgekozen die tentoongesteld zouden worden op de Biennale van Venetië 2012. Dit project was één van die drie projecten. Binnen de opdracht werd de betekenis, de problematiek en de potenties voor stadsplanning in Maribor, Slovenië onderzocht. Het resultaat is geen masterplan maar een prototype, een filsofie voor De Stad van de toekomst. Maribor, gelegen in het noorden, vlakbij de grens met Zwitserland, is de tweede grootste stad van Slovenië. Binnen de wedstrijd werd ons gevraagd na te denken over De Stad over 100 jaar. Hoe zal architectuur De Stad van de toekomst vormgeven? Het is algemeen bekend dat over 100 jaar een groot percentage van de bevolking in steden zal leven. Gezien Maribor de tweede grootste stad van Slovenië is moet zij op groei voorzien worden. De Stad is een complex levend wezen, een organisme dat groeit en zich aanpast. Doorheen de geschiedenis hebben steden zich ontwikkeld als embryo's, van het centrum naar de buitensteden. Nieuwe cellen groeien en oude cellen sterven af, zonder gevolg voor de stad als een geheel. Het organisme verandert voortdurend. Maribor kent een polycentrische groei waarbij elke buurt zijn eigen identiteit en sfeer heeft ontwikkeld. Het resultaat is een verdeelde eenheid, een stad vol grenzen zowel fysiek als mentaal. Darwin zei ooit: "It’s not the strongest of the species, nor the most intelligent that survives. It is the one that is the most adaptable to change." Ook steden werken op die manier. Een belangrijk aspect van de stad als een organisme is dat we niet weten aan wie de stad nu toebehoort. Bestaande structuren worden door inwoners steeds opnieuw aangepast. Na verloop van tijd kan iedereen elk publiek gebouw of publieke ruimte toevoegen aan zijn eigen privécel. Deze eigenschap zit al jaren in onze genen gecodeerd. Mensen komen en gaan, bezetten plaatsen en geven ze door aan anderen. Het gedrag van de mens is geëvolueerd door de jaren heen. Dankzij de invloed van hedendaagse ontwikkelingen als technologie, verbeterde mobiliteit en een onafhankelijke levensstijl is de mens geëvolueerd van Homo Sapiens naar Homo Mobilis. We zijn Urban Nomads die de eeuwig veranderende stad innemen. De architectuur van De Stad van de toekomst moet dit proces uitlokken.
Grenzen zorgden ooit voor een gevoel van veiligheid maar vandaag scheiden ze verschillende delen van de stad en belemmeren ze de mobiliteit van de Urban Nomad. Het vervagen van grenzen en het opnieuw linken van verschillende buurten is een must. Door het overlappen van verschillende buurten zullen grenzen veranderen en louter visueel worden. Binnen deze overlapping zal een gefragmenteerd weefsel ontstaan waarin een meer open gevoel wordt gecreĂŤerd. Dit nieuwe weefsel zal de Urban Nomad aanzetten tot bewegen.
Stapelplein - Gent, BelgiĂŤ
Stapelplein - 2de Master Architectuur UAD - schooljaar 2012-2013
Het alternatieve voorstel voor de site zorgt voor een bijna naadloze overgang tussen het bestaande en nieuwe stadsweefsel, integreert het Handelsdokcentrum, stelt gedifferentieerder groen voor en laat de hoogbouwaccenten voor de andere zijde van de dokken waar ze minder hinder veroorzaken. Dit project had als doel het kritisch uitwerken van het door OMA ontworpen masterplan voor de Oude Dokken en het daaruitvolgende gemeentelijk RUP Oude Dokken. Het projectgebied bevindt zich tussen stad en industrie, tussen/ in verkeersknooppunten en is programmatorisch complex en toekomstgericht. Duurzaamheid vormde een belangrijke leidraad doorheen de oefening. Het Stapelplein bevindt zich in voormalig havengebied, langs de R40, op de rand tussen stad en haven. Het plein wordt, met de uitvoering van het gemeentelijk RUP, omgevormd tot woongebied. Het satémodel waarop het door OMA ontwikkelde masterplan gebaseerd is, is sterk voelbaar in het RUP voor het Stapelplein. Stroken bebouwing en groen wisselen elkaar systematisch af. Ook de focus op hoogbouw die we in OMA's masterplan terugvinden werd overgenomen in het RUP. Het zijn net deze twee aspecten die in het ontwerp kritisch werden bekeken. "Het ritme van de oost-west zones wordt zo georganiseerd dat het zowel aansluit bij het bestaande binnenstadweefsel als ook op de bestaande structuren in het gebied van de oude dokken." (OMA) Dit vormt een echte uitdaging binnen het projectgebied. Het Stapelplein bevindt zich op de grens tussen het bestaande binnenstadweefsel en het masterplan én bevat een waardevolle bestaande structuur, namelijk het Handelsdokcentrum. Binnen het RUP lijkt echter niet aan deze eisen te worden voldaan. De voorgestelde configuratie sluit amper aan op het bestaande binnenstadweefsel en de hoogbouwaccenten vergroten enkel het contrast tussen beide weefsels, ook de integratie van het Handelsdokcentrum is eerder geforceerd. De groene stroken tussen de bebouwing zijn eentonig en onvoldoende groot. Het alternatieve voorstel voor de site zorgt voor een bijna naadloze overgang tussen het bestaande en nieuwe stadsweefsel, integreert het Handelsdokcentrum, stelt gedifferentieerder groen voor en laat de hoogbouwaccenten voor de andere zijde van de dokken waar ze minder hinder veroorzaken. De bouwhoogte binnen het plan wordt beperkt tot 14m, dit gebaseerd op de omgeving. Er wordt diversiteit gecreëerd aan de kaaien door een afwisseling van publiek toegankelijke en private eigendommen. De groenruimtes binnen het project kennen verschillende gradaties van publiek langs de kaaien naar semi-privaat binnen de bouwblokken. Ten slotte wordt het Handelsdokcentrum geintegreerd in het project, dit door het deels publiek toegankelijk te maken. Deze ingrepen zullen een betere integratie van het nieuwe en het bestaande stadsweefsel teweegbrengen.
Op vlak van architectuur speelde duurzaamheid een grote rol. Een flexibele indeling van de percelen was het streefdoel. Dit om te kunnen anticiperen op een continue veranderende vastgoedmarkt. De mogelijkheid tot flexibele indeling werd gerealiseerd aan de hand van functionele wanden. Deze functionele wanden vormen niet alleen de perceelsgrens maar zijn ook dragend en fungeren als leidingenkoker. Deze wanden geven totale vrijheid bij het invullen van de percelen. Er worden ook verschillende maten van percelen voorzien: 4m x 9m, 8m x 9m en 12m x 9m. Zo zijn meerdere programma's en architecturale invullingen mogelijk op elk perceel. Op die manier wordt een diversiteit aan woningen verzekerd. Om alles binnen de perken te houden worden wel enkele uitbreidingsregels voorzien. Onderstaande snede is een voorbeeldwoning voor een perceel van 4m breed.
Liège 2040 - Luik, België
Liège 2040 - 1ste Master Stedenbouw en Ruimtelijke Planning - schooljaar 2013-2014
De wijk Pierreuse neemt de rol op van relais tussen de productielandschappen en de stedelijke landschappen. De grootschaligheid neemt af en productielandschappen worden meer en meer in relatie gesteld met een stedelijke verhaal. De stad Luik voert actueel een doorgedreven reconversiestrategie, dit aan de hand van grote investeringsprojecten als het station Guillemins, de Mediacité en het museum Grand Curtius. Het doel van deze opdracht was het analyseren van het 'spectrum' van ruimtes dat een organisch gegroeide stad met zich meedraagt. Een kritische reflectie op deze analyse vormde de basis voor een ontwerpmatig onderzoek van de stedelijke ruimte. In dit geval is die stedelijke ruimte de wijk Pierreuse en de citadel. De wijk Pierreuse bevindt zich op de grens tussen stad en landschap. Deze conditie is sterk bepalend voor het ontwerp. De strategie voor de wijk Pierreuse manifesteert zich op drie schaalniveaus. Op macroschaal werd gekeken naar de relatie tussen stad en landschap en werd een dubbele relatie tot stand gebracht: van landschap naar stad en van stad naar landschap. Wat betekent de site voor het omringende productielandschap? In het bekken tussen Luik en Aken bevinden zich productielandschappen. Deze landschappen zijn grootschalig en kondigen een vernieuwde economie aan. De wijk Pierreuse neemt de rol op van connector tussen de productielandschappen en de meer stedelijke landschappen. De wijk krijgt hierbij de unieke duale rol en zorgt er voor dat er specifieke projecten kunnen plaatsvinden die in het stedelijke landschap of in het productielandschap geen kans zouden krijgen. Wat betekent de site voor het omringende exploratief toeristische landschap? Een wandeling wordt gevormd tussen de landschapsparken van ‘Pays du Terrils’. Deze wandeling, Sentier du Terrils, vormt de sequens tussen de verschillende mijnterrils en verbindt ze via interessante voetwegen. De wijk vormt hier opnieuw de connector tussen het grotere landschappelijk exploratief toerisme en het kleinschaligere stedelijk toerisme. De toerist krijgt de kans om van zijn exploratief pad af te wijken en ook de stad te gaan bezoeken. Wat betekent de site voor het stedelijk landschap? De productielandschappen die de stad binnendringen via allerlei uithoeken geven de mogelijkheid aan de stad om deze sites in te zetten als stedelijk groen. Het zijn plekken zeer dicht bij de stad die een groenpool kunnen vormen naast de bestaande groenpool bois de Saint - Laurent. De groenpool Pierreuse is een gebied van ongeveer 1 000 ha. De wijk heeft de potentie om uit te groeien tot stadsbos. Door het openstellen en verbinden van specifieke binnengebieden krijgen de Luikenaars meer voeling met de wijk. Ze wordt in het mentale beeld van de bewoners van de stad gebracht. De ingreep van de wandelingen brengt een positieve evolutie mee voor de Luikenaars.
Op schaal van de wijk zelf wordt een systeem van thematische wandelingen aangelegd. De wandelingen openen en verbinden binnengebieden. De stad wordt via deze binnengebieden op een letterlijke manier verbonden met de landschappen rondom de stad. Verschillende wandelingen leiden de wandelaar langsheen een productief ge誰nspireerde sequens of een exploratief ge誰nspireerd sequens. Naast een geleidelijke overgang worden de wandelingen ook verbonden aan die specifieke plek. Aan de hand van de bestaande elementen van het landschap worden de wandelingen op een juiste manier geimplementeerd. De wandelingen sluiten aan op een bestaand dens voetgangers- en gemotoriseerd verkeersnetwerk. De extra verbindingen zorgen voor een hogere doorwaadbaarheid van de wijk en de binnengebieden. Aan de hand van deze twee specifieke wandelingen wordt de wijk opengesteld. Een aantal specifieke plekken worden door de wandelingen verbonden met elkaar. De wandelingen duiden een overgang van stedelijk netwerk van straten en pleinen naar een landschappelijk netwerk van aaneenschakelingen van percelen, een groensequens. De productieve wandeling verbindt de stad, via de wijk Pierreus met de landschappen rondom. De specifieke elementen die verbonden worden zijn elementen die iets te maken hebben met de productie in de landschappen buiten de stad. De exploratieve wandeling verbindt de toeristische plekken van de wijk Pierreuse aan elkaar. De wandeling is ge誰nspireerd op het alternatievere toerisme van het exploratieve. Ze is de afleiding van Sentier de Terrils die de stad in verbinding stelt met de meest dichtbijzijnde mijnterril.
De/Re-colonising Versailles - Brussel, BelgiĂŤ
De/Re-colonising Versailles - 2de Master Stedenbouw en Ruimtelijke Planning - schooljaar 2014-2015
Het doel van de strategie die voor deze wijk werd opgesteld is de transformatie van een sociale woonwijk, die nu geen betekenis heeft tegenover Brussel, Vlaanderen of zichzelf, tot een productief landschap waarin de lokale bevolking een kans krijgt om nieuwe vaardigheden te leren en de mogelijkheid krijgt om deel te nemen in een lokaal en regionaal systeem van jobs, diensten en activiteiten. Small Metropole/Big Issues, Brussel is een stad met verschillende buurten, een sterk toenemende bevolking, een complexe historische groei en een gemengd politiek landschap. De opdracht ‘The Big, the Bad and the Ugly?’ eiste het herdenken van modernistische utopieĂŤn om de veerkracht van de 21ste eeuwse Stad te verhogen. Hoe kunnen sociale hoogbouwprojecten bijdragen aan het opnieuw op de kaart zetten van de 20ste eeuwse stadsuitbreidingen en Brussel in het algemeen? Versailles is een sociale woonwijk in het noorden van Brussel, op de grens met Vlaanderen. De wijk is volledig afgesloten van het centrum van Brussel en kent ook geen enkele connectie met Vlaanderen. De bewoners leven er in een sociaal en economisch isolement. Het doel van de strategie die voor deze wijk werd opgesteld is de transformatie van een sociale woonwijk, die nu geen betekenis heeft tegenover Brussel, Vlaanderen of zichzelf, tot een productief landschap waarin de lokale bevolking een kans krijgt om nieuwe vaardigheden te leren en de mogelijkheid krijgt om deel te nemen in een lokaal en regionaal systeem van jobs, diensten en activiteiten. We willen Versailles 'metabolisen' met als doel het elimeren van de sociale en ruimtelijke isolatie van de wijk in het noorden van Brussel. Het grote aantal bestaande sociale initiatieven in Versailles is een indicator van de ondernemingsgeest van zijn inwoners. Samen met de hoge concentratie aan scholen in de buurt en de aantrekkelijke groenruimtes heeft Versailles potentieel om een lokale centraliteit te worden. In de bedachte strategie zal Versailles een productief leercentrum worden, voornamelijk gericht op de bewoners en hun noden. Een beroepsschool met tuin- en landbouw-, technische, zorg- en kookopleidingen zal de bewoners nieuwe vaardigheden aanleren en meer productiviteit teweegbrengen. Dit zal ook van pas komen op een grotere schaal, meer specifiek voor Vlaanderen, waar een grote vraag naar technisch en laaggeschoolde werkkrachten bestaat dan in Brussel. Het resultaat is een leer-leef-werkplatform dat een systeem van interagerende omgevingen in werking stelt. Dit zal het lokale ondernemersschap stimuleren en zo de specifieke noden van de site en zijn omgeving vervullen binnen een lokaal metabolisme waar productiviteit, kennis en diensten elkaar ondersteunen. De ruimtelijke interventies van deze strategie maken gebruik van bestaande structuren van gebouwen en publieke ruimte en transformeren deze in bruikbare ruimten.
Handi Congo De Wasboot
NOH Maison des Jeunes
CPAS
Agora
Moestuin 117 Versailles Seniors Multijob Babykot Versailles-Val Marie Petits dĂŠjeuners entre femmes
Agri- and horticulture school
Workshops (technical) Classrooms, cafetaria
Classrooms Workshops (nursing, cooking)
Ateliershop
Greengrocer Ready meals Social Restaurant
Local Entrepreneur Local Entrepreneur Local Entrepreneur Local Entrepreneur Local Entrepreneur
Local Entrepreneur Local Entrepreneur Local Entrepreneur
Local Entrepreneur Local Entrepreneur
De strategie voor Versailles vertrekt vanuit de bestaande sociale initiatieven. Op basis van deze initiatieven worden verschillende opleidingen voorzien in de nieuwe beroepsschool. De school wordt dan ook gelinkt aan de bestaande initiatieven, dit aan de hand van producten of diensten. Naast de specifieke opleidingen wordt ook een opleiding voor ondernemerschap voorzien. Beide opleidingen zullen nieuwe ondernemingen, specifiek gelinkt aan de site, tot gevolg hebben. Om deze ondernemingen een plaats te bieden in de wijk worden onder andere leegstaande ondergrondse parkings aangewend. Daarnaast is er ook de mogelijkheid tot het omvormen van een bestaand appartement of het bouwen van een nieuw volume op of aan de bestaande volumes. Zo ontstaat een onderling samenhangend systeem, een metabolisme. Al deze ingrepen zullen een meer autonoom Versailles, dat zijn betekenis tegenover Vlaanderen en zichzelf kan herwinnen, tot gevolg hebben.
Agri- and horticulture school
NOH Maison des Jeunes Local Entrepreneur Workshop (technical)
Ateliershop
Classrooms, cafetaria Local Entrepreneur
CPAS
Handi Congo
Ready Meals Local Entrepreneur
Local Entrepreneur Local Entrepreneur Workshop (nursing, cooking)
De Wasboot Local Entrepreneur
Greengrocer
Social Restaurant Local Entrepreneur Local Entrepreneur
Agora
Versailles Seniors
Local Entrepreneur Multijob
Moestuin 117
Classrooms
Local Entrepreneur
Babykot Petits DĂŠjeuners entre Femmes Versailles-Val Marie
Rijsel becomes Lille, la reine des citadelles, lady of the ring - Rijsel, Frankrijk
Rijsel becomes Lille - 1ste Master Stedenbouw en Ruimtelijke Planning - schooljaar 2013-2014 De ringweg moet als in-between-zone worden geconserveerd. Deze conditie betekent niet dat dit gebied altijd een fysieke grens moeten blijven vormen tussen de binnen- en 'buiten'stad. Het gebied langsheen de ringweg heeft potentieel om beide delen van de stad net te connecteren. Elk schooljaar wordt in de opleiding stedenbouw en ruimtelijke planning een internationale workshop georganiseerd. In het schooljaar 2013-2014 ging deze internationale workshop door in het Franse Lille. Tijdens de workshop werd gefocust op ruimtelijke veranderingen en transities vanaf de 17e eeuw tot op vandaag. Tegelijk werd ook ingegaan op het ruimtelijk en sociaal duurzaam beleid waar meer en meer op wordt ingezet. Dit project neemt specifiek de citadel en oude omwallingen onder handen. De vraag die zich in dit specifieke geval stelt is: "Wat rest er nog van de oude omwallingen en wat is hun actuele betekenis voor de stad?" Het is namelijk zo dat de huidige vorm van de stad Lille voornamelijk gedefinieerd wordt door de omwalling gebouwd door Sébastien Le Prestre de Vauban en de uitbreiding van deze omwalling in 1858. Na de stichting van Lille in de 11de eeuw kende de stad een gestage en ongestructureerde groei tijdens de Middeleeuwen. Het was Sébastien Le Prestre de Vauban die de stad van een absolute grens voorzag door het optrekken van een omwalling en citadel in het Westen. In de 19e eeuw creëerde een explosieve bevolkings- en economische groei nood aan stadsuitbreiding. Men besloot niet concentrisch uit te breiden maar om een deel van de omwalling in het zuiden van de stad af te breken en een nieuwe omwalling te bouwen, meer naar het Zuiden toe. Vandaag zijn er erchter nog amper relicten van de omwalling terug te vinden. Na de afbraak van de omwalling na WOI bleef een gebied vol potentie voor nieuwe ontwikkeling achter. Het gebied werd aangewend voor het aanleggen van een ringweg. Dit creëerde opnieuw een absolute grens tussen de binnen- en 'buiten'stad van Lille. Los daarvan creëerde de ringweg ook mogelijkheden voor nieuwe woningen, scholen, industrie, etc. Deze verschillende functies vinden we terug langsheen specifieke delen van de ringweg. Deze conditie creërt een sequens van verschillende zones langsheen de ring, elke zone met zijn eigen gebruik en identiteit. De morfologie van deze ringwegconditie verschilt van het naburig stadsweefsel. De ringweg moet als in-between-zone worden geconserveerd. Deze conditie betekent niet dat dit gebied altijd een fysieke grens moeten blijven vormen tussen de binnenen 'buiten'stad. Het gebied langsheen de ringweg heeft potentieel om beide delen van de stad net te connecteren. Bewoners moeten de mogelijkheid krijgen om van het ene naar het andere stadsdeel te kunnen oversteken. Het gebied rond de ringweg mag daarom niet enkel als grens maar ook, op sommige plaatsen, ook als connector fungeren. De manier van connecteren hangt af van de omgeving en zijn identiteit. We kunnen 7 verschillende identiteiten onderscheiden langsheen de ringweg: het noordelijke gedeelte met historische relicten, Euralille, het in-between-land, de universiteitscampus, de modernistische hoogbouw met sportfaciliteiten, de watergebonden industrieën en het park aan de oever. Elke identiteit gebruikt het gebied langs de ring op een andere manier. Het intensifiëren van dat gebruik zal de specifieke identiteiten versterken en het gebied als connector tussen binnen- en 'buiten'stad laten fungeren.
The Big Reset on Neighbourhood Design - Amsterdam, Nederland
The Big Reset on Neighbourhood Design - Summerschool Amsterdam - zomer 2014 Gedurende lange tijd was de straat een plaats waar mensen elkaar ontmoetten, een plaats waar de meeste dagelijkse interacties plaatsvonden. Vandaag de dag is de straat teruggedrongen tot ruimte voor circulatie en vinden onze interacties plaats in gesloten dozen. In de zomer van 2014 nam ik deel aan een 10daagse summerschool in het Nederlandse Amsterdam. Deze summerschool had als doel het herdenken van ‘the neighbourhood’ en droeg de titel ‘The Big Reset on Neighbourhood Design’. Verschillende internationale groepen bogen zich over het gebied rond Sloterdijk station, een voormalig havengebied dat weldra ook andere functies, waaronder wonen, zal toestaan. Hoe kan dit havengebied de druk die op het groeiende Amsterdam zit opvangen en dit op een duurzame manier? Bij de eerste teammeetings kwam meteen een eerste moeilijkheid aan het licht want wat is nu een 'neighbourhood'? Een Portugees heeft niet hetzelfde beeld als een Indiër, zelfs een Nederlander en een Belg hebben een heel verschillende visie op wat een buurt nu precies moet zijn. Deze verschillen hebben echter tot interessante discussies geleid en samen kwamen we tot een conclusie: a neighbourhood is not a place, it's a system. Een systeem van actie en interactie. We vertrokken vanuit het idee van de straat als ontmoetingsplaats. Gedurende lange tijd was de straat een plaats waar mensen elkaar ontmoetten, een plaats waar de meeste dagelijkse interacties plaatsvonden. Vandaag de dag is de straat teruggedrongen tot ruimte voor circulatie en vinden onze interacties plaats in gesloten dozen. Hoe kunnen we er voor zorgen dat straten terug als ontmoetingsplaats gebruikt zullen worden? Het aanleggen van een aangename omgeving, een rustplek, en het toevoegen van programma zijn een eerste stap in de strategie voor het omvormen van het havengebied tot een echte buurt. Het moet wel duidelijk zijn dat er niet gepleit wordt voor een tabula rasaverhaal. Het omvormen van het havengebied naar een woonbuurt start vanuit de bestaande situatie. Men gaat op een non-destructieve manier om met bestaande structuren en creëert een omgeving die ontmoeting stimuleert. Een tweede belangrijke aspect is het aanpassingsvermogen van een plek of gebouw. Industriële panden en gronden zijn het summum wat betreft flexibiliteit. Met een minimale ingreep kunnen ze omgevormd worden tot ateliers, horeca, kantoren, woningen, etc. Ook het nieuwe programma dat aan de site toegevoegd wordt moet in een flexibele structuur worden ondergebracht. Flexibiliteit is de sleutel tot een duurzame ontwikkeling, zeker in deze snel veranderende economie. Het resultaat van deze strategie is diversiteit, niet alleen op vlak van bebouwing maar ook op vlak van programma en publiek. Een geleidelijke integratie van het gebied in de stad is nodig om voldoende draagkracht te verkrijgen. We willen van een traditionele samenleving, met hiërarchie in interacties, naar een open samenleving, waar het individu interacties kan ondergaan binnen verschilende groepen. Het gebied rond Sloterdijk station: from a place to go to a place to vertoeven. Deze summerschool vormt ook de basis voor de masterproef Stedenbouw en Ruimtelijke Planning.