de magneet kwartaaltijdschrift het roze huis - antwerpse regenboogkoepel
verantwoordelijke uitgever s. pichal, draakplaats 1, 2018 antwerpen - www.hetrozehuis.be
afgiftekantoor 2100 deurne 1 erkenning: P2A6126 driemaandelijks jaargang 14
Š Jesse Willems
het roze huis antwerpse regenboogkoepel
| herfst 10 | september oktober november |
// DE MAGNEET //
empowerment jef neve klasse onderuit paul rademakers homohumor hij bestaat! de roze groentjes elio het scheppingsverhaal mechelen roze soep de huisarts bisi alimi GBA dubbel leven roze pen expo roze pers info / groepen & activiteiten
3 4 6 8 12 14 16 17 18 20 24 25 26 28 30 32 33 34 35 36
De Magneet is een uitgave van vzw Het Roze Huis- Antwerpse Regenboogkoepel. Het tijdschrift verschijnt om de drie maanden en richt zich tot de holebi-gemeenschap, de bezoek(st)ers van Café Den Draak en alle sympathisanten. Hoofdredactie: Timothy Junes & Dennis De Roover magneet@hetrozehuis.be Eindredactie: Frank Gout, frank.gout@hetrozehuis.be Redactiemedewerkers: Denis Bouwen, Dirk Clotman, Marc Daems, Hendrik De Clerck, Dennis De Roover, Timothy Junes, Ramses Noffels, Sven Pichal, Gerd Raeymaekers, Alex Scheirs, Geert Vanden Abeele & Leen Watzeels Vormgeving: Thanh Beels, info@tandesign.be Illustratie (De Roze Groentjes en cartoons): Bob Torfs & Ludwig De Vocht Abonnementen: Thuisabonnement De Magneet (7 euro per jaar): Bel ons secretariaat via 03 288 00 84 of e-mail naar secretariaat@hetrozehuis.be. Je kunt het abonnementsgeld van 7 euro overschrijven naar het rekeningnummer 0013555032-58 van vzw Het Roze Huis - Antwerpse Regenboogkoepel, met de vermelding abonnement De Magneet’. Advertenties: afspraken over adverteren in De Magneet 03 288 00 84 of e-mail naar secretariaat@hetrozehuis.be. Correspondentieadres: De Magneet - hoofdredactie - Het Roze Huis - Antwerpse Regenboogkoepel - Draakplaats 1 - 2018 Antwerpen E-mail: magneet@hetrozehuis.be Wilt u iemand uit onze redactie e-mailen? voornaam.naam@hetrozehuis.be. De redactie dankt alle occasionele medewerk(st)ers en leveranciers van beeldmateriaal en iedereen die meewerkt aan de verzending van harte voor hun bijdrage tot De Magneet. Wie een vlotte pen heeft en wil meewerken aan De Magneet, wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met de hoofdredactie.
Het nieuwe boek van uitgeverij ’t Verschil. Na jaren afwezigheid keert Tommy terug naar het kustplaatsje Walcott om zijn broer Nathan te bezoeken. Tommy is uitbundig en lichtzinnig van aard. Hij is charmant en onweerstaanbaar, lokt mannen zijn bed in met zijn verleidelijke glimlach en gooit ze er net zo snel weer uit. Nathan daarentegen is beheerst en zwaarmoedig. Maar allebei worstelen ze met de gebeurtenissen uit het verleden die hen elk op een andere manier hebben getekend. De terugkeer van Tommy – met in zijn kielzog drie vrienden met elk hun eigen problemen – brengt het evenwicht dat Nathan gevonden dacht te hebben aan het wankelen. De bekrompen seksuele moraal in Amerika maakt een vreselijke ontknoping onvermijdelijk. Een boek over verwrongen vaderliefde en de broederliefde die daardoor ontstaat, en over de dubbele moraal in de samenleving: slaan mag, liefhebben niet. Over The Brothers Bishop: “… smoothly written, well-paced exploration of issues of fathers and sons, forgiveness and acceptance.” – Booklist “Bart Yates combines the tender and the toe-curling in a novel about two gay brothers reuniting at the old family home – in the company of a half-crazed clutch of friends… you can’t put it down.” – Kilian Melloy, edgeboston.com “One of the strengths of Yates’s writing is his ability to work out complicated plot points and weave together the threads of the story in a dramatically effective manner.” – Bay Area Reporter
’t Verschil GAY & LESBIAN BOOKSHOP elijke titel: Oorspronk rs Bishop The Brothe
boeken • dvd’s • gadgets Minderbroedersrui 33 - 2000 Antwerpen T/F 0032 - (0)3 226 08 04 Open van 11u tot 18u. Op zon- en feestdagen van 13u tot 18u. www.verschil.be
Minder klagen, meer empowerment Een van de taken van de holebibeweging is discriminatie tegen holebi’s en transgenders tegengaan. Homofobe uitlatingen aankaarten valt daar ook onder. Denk aan zangers met homofobe liedjesteksten, bekende mensen met homo-onvriendelijke uitspraken, overdreven clichébevestigde reportages. Er is voldoende stof om ons als holebi’s en transgenders druk over te maken. Alleen mogen we daar niet in overdrijven. Niemand houdt van klaagbarakken en organisaties met te lange tenen. Deze zomer hebben we precies een grens overschreden. Het optreden van Beenie Man, de Jamaicaanse reggaezanger die ons liever weg wilt, tijdens Couleur Café was een doorn in ons oog. Na druk op de organisatie, de politiek en de sponsors werd zijn optreden geannuleerd. Die uitkomst viel in de kranten echter in heel slechte aarde. De maatregel werd gezien als censuur - wat het ook is - en daar scoor je natuurlijk nooit mee. Zowel Het Laatste Nieuws als De Standaard gebruikten het woord homolobby. Wie als lobby bestempeld wordt, heeft zich niet populair gemaakt. Aan het woord hangt een negatieve connotatie en wordt bijna uitsluitend in die in negatieve zin gebruikt. Denk maar aan tabaklobby of wapenlobby. Eind juli illustreert een zinnetje in De Standaard nog hoe diep de censuur van Couleur Café een maand eerder wel zit. Over de up and coming reggaeartiesten Mavado en Busy Signal schreef De Standaard op 31 juli “Gelukkig nog niet in de ban geslagen door de homo-organisaties”. Een killerzinnetje. We hebben ons in juni duidelijk niet populair gemaakt. Als dat de toekomstige goodwill maar niet te veel in het gedrang brengt. Er zullen altijd mensen zijn die niets van holebi’s en transgenders moeten weten en dat ook in niet al te fraaie bewoordingen uiten. In plaats van steeds te jammeren, is het geen slechte zaak om een wat dikkere huid te kweken. Het is daarom belangrijk dat we hard werken aan empowerment: holebi’s wapenen tegen discriminatie en tegen homo-onvriendelijkheid. Binnen de grote familie holebi’s en transgenders zijn er extra kwetsbare groepen: nog niet of net geoute jongeren, senioren, allochtonen. De holebibeweging werkt al hard om hun leven als geoute holebi of transgender gemakkelijker te maken. We zullen er nooit voor kunnen zorgen dat alle hetero’s ons graag zien en dat alle discriminaties en pesterijen wegvallen. Holebi’s empoweren, leren omgaan met homo-onvriendelijkheid, is daarom even belangrijk. Onszelf leren ‘vermannen’. Wat minder klagen, en wat meer empowerment.
Timothy Junes
de magneet - 3
Van Vlaamse zandbodems op hoogvlucht naar de wereldmuziekscène Jef Neve overtuigt met explosief toetsentalent In nauwelijks tien jaar heeft jazzen klassiek pianist Jef Neve een internationaal niveau bereikt. Van Mexico tot New York, van Stockholm tot Nice en zelfs in China loven muziekcritici zijn uitzonderlijk talent. Jef bezit een enorm potentieel en behoort nu reeds tot de groten van de Europese jazzwereld. Vrijdag 1 en zaterdag 2 mei 2009 speelde de tot dan als ‘jazzpianist’ bestempelde Jef Neve zijn eerste zelf gecomponeerde pianoconcerto in het Gentse Cultureel Centrum De Bijloke. Hij oogstte er met de Brusssels Philharmonic een daverend succes en staande ovaties in uitverkochte concerten mee. Terecht. In het heerlijke, 36 minuten durende stuk demonstreert hij zijn speelse maar tegelijk virtuoze beheersing van de 88 toetsen. Zijn linkerhand wipt een paar keer over zijn rechter. Duidelijke invloeden van George Gershwins
‘Rhapsody in blue’ wisselen af met een snuifje ‘Love Story’, een druppeltje ‘Moldau’ van Grieg en gevleugelde vioolpartijen. In dit dynamische concerto is Jef een boeiende antagonist van het filharmonisch orkest dat niet door de dirigent, maar door de pianist zelf met strakke hoofdknikken gedirigeerd wordt. In de luwe passages merk je Jefs emotie bij het spelen: hij koestert bijwijlen ei zo na de toetsen met het hoofd. Het concerto, dat je nog steeds op internet kan bijwonen (http://www. jefneve.be/classical.html) documenteert hoe creatief Jef tijdens zijn opleiding de klassieke meesters geabsorbeerd heeft. Daar zat een toppianist op het podium. En hij ontwikkelt zich explosief. Rond deze tijd wordt zijn nieuwste full-cd uitgebracht. Hoe belandt een 33-jarige Kempenaar in de top van de internationale muziekscène?
Te veel met muziek bezig In het Sint-Aloysiuscollege te Geel volgde Jef Latijn-Moderne talen. Maar hij was daar absoluut geen haantjede-voorste. Daarvoor was Neve te veel met muziek bezig. Hij kreeg die muzikale genen mee van zijn moeder die amateur-pianiste was. Al op zijn vierde jaar beroert hij de toetsen. Op negen gaat Jef naar de muziekacademie in Geel, toen al volledig in de ban van klassieke muziek. Rond zijn 13 ontdekt hij ook andere genres, waaronder funk en jazz. Op zijn vijftiende raakt hij in de ban van de jazz dankzij het samen musiceren met de Geelse gitarist Toon Luyckx die jazzstudio gedaan had in Antwerpen. Neve zal echter nooit zijn klassieke meesters loslaten. Daarvoor heeft hij in het Lemmensinstituut in Leuven te veel geproefd van het ernstige van pianostudie, van discipline, dagelijks hard oefenen, kritisch zijn tegenover jezelf en de noodzaak om te evolueren. In 2006 vertelt hij aan de Franstalige krant Le Soir: “Je evolueert, je leert bij en je ontdekt. Je voegt er elders opgedane informatie aan toe, en waarom geen humor? Emoties zijn de wortels van de muziek”. En evolueren doet Jef. Concerteren en cd’s Jef Nevens virtuositeit kon de platenbonzen en concertorganisatoren niet ontgaan. Over zijn eerste cd ‘Blue Saga’ had het weekblad Knack in mei 2003 een bijzonder lovende kritiek: “Jef Neve is nauwelijks 26 maar zijn maturiteit is verbazingwekkend. Iedereen die de jongeman met Wynton Marsalis en zijn muzikanten van de Lincoln Jazz Orchestre (…) zag spelen, wist het al: Jef Neve is een blijver.”
© Jos L. Knaepen
4 - de magneet
Na Ketje Toots Thielemans (88 jaar!) zit met Jef Neve een nieuw Vlaams jazzfenomeen op de wereldpodia
In 2005 volgt de release van de plaat ‘It’s gone’ van het Jef Neve Trio, met drummer Teun Verbruggen en aan de contrabas Piet Verbist. Zoals de eerste cd is die volledig uitverkocht en alleen nog via iTunes te bemachtigen. Jammer, want de plaat is een opwindende rit doorheen een gevarieerd programma van Neves creatieve composities, blij en erg swingend.
November 2006 komt Jefs derde cd uit. In ‘Nobody is illegal’ toont hij zijn potentieel om een topspeler te worden in de Europese jazzscene. De schijf staat bol van jeugdig avonturisme en improvisaties. Bij een concert van het trio in maart 2008 in Mexico-stad werd ‘Nobody is illegal’ ongelooflijk warm onthaald. Geen wonder met zo’n titel, als honderdduizenden van je landgenoten illegaal in de VS moeten werken om de mondjes te voeden. Een Mexicaanse recensent verwoordde het zo: “Nobody is illegal is geladen van emotionele en apotheotische momenten die hun hoogtepunt bereiken in een harmonieuze kalmte”. Het trio kreeg ook hier staande ovaties. Live in Brussel In mei 2008 brengt het Jef Neve Trio ‘Soul in a picture’ uit, met bijdragen van de Puertoricaanse zanger Gabriel Rios. De cd is verkrijgbaar met een bonus-cd van Jef solo, live opgenomen in de Brusselse Beursschouwburg. In 2009 ontvangt Neve de titel van Beste Muzikant in de Music Industry Awards (MIA’s). Tussendoor verzorgt Jef ook de soundtracks van de Vlaamse films ‘De helaasheid der dingen’ en ‘Dagen zonder lief’ (2009). Van zichzelf vindt hij trouwens dat hij “een beter componist dan pianist is”.
kindvriendelijke liefdeslied geschreven door George Gershwin en vertolkt door alle groten der aarde, inclusief Frank Sinatra, Nat King Cole en Ella Fitzgerald. Waarmee Neve terugkeert naar één van de grote jazzcomponisten die hem overduidelijk inspireren. En dan ben ik – wanneer je dit leest – al naar de platenwinkel gehold voor de nieuwste van Jef Neve die in de komende maanden wereldwijd verspreid zal worden. Vanaf de release van deze plaat komt er een wereldtournee tot diep in 2011. Als Barbara Streisand al zong ‘A star is born’, dan weten wij dat na Ketje Toots Thielemans (88 jaar!) met Jef Neve een nieuw Vlaams jazzfenomeen op de wereldpodia staat. Dirk Clotman
Jef Neve: www.jefneve.be
Met vibrafonist Pascal Schumacher realiseert hij in januari 2010 de cd ‘Face to face’. Al in mei 2010 brengt hij met de Britse zangsensatie José James zijn volgende plaat ‘For all we know’ uit. Die werd in amper zes uur opgenomen in de Galaxy Studios van het Kempische Mol. De warme bariton van James vult er heerlijk het pianospel van Jef aan in ‘Embraceable you’, het warme, © Copyright Jesse Willems
Get Ready! Jef beschouwt het als een jeugdzonde en kan er mee lachen: zijn muzikale periode met de boysband Get Ready !. Hij begeleidde de in 1997 gestarte populaire groep op hun live optredens. Met titels als ‘Dromen’, ‘Geef me tijd’ (met Liliane St.-Pierre), ‘Requiem 1998’ (met het koor Fine Fleur en een van Queen afgekeken cover, clip en zelfs orkestratie met exact dezelfde lead guitar als in ‘Bohemian Rhapsody’), ‘Happy End’, ‘Eigen zin’ halen de jongens een hoop nummeréénhits in Vlaanderen. De videoclips zijn megaglitter, met onnozele ingestudeerde danspasjes, podiumrook en lichtjes vals zingende jongens. Maar Get ready! ligt volledig in de tijdgeest en geniet van successen bij het jonge volkje, homo én hetero. Na de single ‘Ga door’ in 2000 halen de boys hun laatste nummer één in 2002 met ‘Kom nu maar’. Dat het holebimagazine ZiZo de jongens outte als homo’s kon Jef niet echt deren, ondanks het proces dat de groep tegen de Holebifederatie aanspande. Neve wordt voor het eerst op een jongen verliefd op het einde van zijn middelbare school in Geel, ook al is hij dan samen met een meisje. Het wordt niets, voor allebei. Nadien beseft hij op zijn kot in Leuven dat hij echt wel op jongens valt. Ook al heeft hij twee jaar lang zijn homo-zijn ontkend en zelfs homo’s publiek uitgelachen en beschimpt. Daar schaamt hij zich nadien over en komt met zichzelf in het reine. De muzikant Jef Neve kon aan zijn zelfontplooiing beginnen.
de magneet - 5
Holebi’s in het onderwijs
Hoe voelen holebi leerkrachten zich op de werkvloer? Dat zichzelf outen als holebi niet altijd eenvoudig is, behoeft weinig woorden. Als je dan nog eens in het onderwijs staat, maakt dat het er zeker niet gemakkelijker op. Niet alleen zijn er de kinderen of scholieren waar er rekening mee moet gehouden worden, ook de ouders, de directie en de collega’s kunnen wel eens afkeurend reageren. Homoseksualiteit is op heel veel scholen nog een zeer groot taboe. Maar al te veel leerkrachten wringen zich daardoor in veel bochten om hun seksuele geaardheid verborgen te houden. De Magneet sprak met Geert Vanden Abeele, een Antwerpse leerkracht die het middelbaar beroepsonderwijs geruild heeft voor het kleuteronderwijs en zich dan ook in beide omgevingen outte als homo.
ook mijn zegje. Die coming-out ging geruisloos. Het team had al een vermoeden dat ik homo was en door mijn spontane verhalen werd dat bevestigd. Er werd zelfs geen extra aandacht aan geschonken omdat het gespreksonderwerp ‘mannen’ nu eenmaal voor ging op dat moment.
De Magneet: Een coming-out is zelden simpel, mogen we aannemen dat dat in het onderwijs niet anders is? Wat waren zo de pijnpunten die erbij kwamen kijken? Geert Vanden Abeele: Voor mij was de druk van de omgeving groot. Mensen die nauw met me samenwerkten, vermoedden al langer iets, terwijl anderen dan weer niets in de gaten hadden. Dan is er onder collega’s ook nog steeds de groep die vanalles vermoedt en daar gretig over speculeert, zij zorgen ervoor dat je op termijn ‘je geheim’ niet meer kan bewaren. In mijn ene school was dat allemaal veel minder ingewikkeld. Daar zitten we met ons kleuterteam redelijk afgescheiden in ons eigen gebouw met een eigen leraarskamer. Tijdens mijn tweede schooljaar ging het toevallig over mannen en verliefd worden en van die typische vrouwenzaken. Omdat ik de gewoonte had om over alles mee te praten, deed ik hierover
stond ook een praatzieke kuisvrouw, de plaatselijke gesproken versie van de Dag Allemaal zullen we maar zeggen, ik besefte dat ik zeker over de tongen zou rollen en kon het niet goed verdragen dat ik niet in de hand had hoe en op welke manier mijn outing zou verlopen.
6 - de magneet
DM: Maar in je andere school was het minder eenvoudig? GVA: Laten we zeggen dat het daar iets ingewikkelder was. Daar had je de groep die graag roddelt over alles waar over te roddelen valt. Ik voelde dat ik stilaan regelmatig onderwerp van de gesprekken werd. Een collega van het kleuterteam stapte op een dag gewoon op mij af om het rechtuit te vragen. Ik waardeerde die aanpak, dus gaf meteen een duidelijk antwoord maar in de buurt
DM: Ik kan me inbeelden dat je daar weinig aan kan doen? GVA: Het enige dat je daar kan aan doen is jezelf outen op de manier die je zelf wilt. Onder de tijdsdruk die ik had waren de timing en de omstandigheden niet ideaal te noemen maar ik besloot toch mijn kans te grijpen tijdens het onderdeel varia op de volgende personeelsvergadering. Meestal gaat het dan over elkaar op tijd aflossen tijdens een toezicht of de prijs van de koffie, dus mijn inbreng was op zijn minst origineel te noemen.
DM: Waren de reacties een beetje zoals je verwacht of gehoopt had? GVA: Ik moet toegeven dat die heel positief waren. Ik heb eigenlijk geen enkel negatief geluid gehoord. Twee collega’s uit de basisschool hadden de dag erna zelfs een cadeautje voor mij. Het waren drie kaarsen met de woorden: moed, kracht en liefde. Ze vonden dat die eigenschappen mij typeerden en wilden dat even op die manier laten weten. Ik vond het eigenlijk bijzonder hartverwarmend en die kaarsen heb ik nog steeds. DM: Denk je dat er grote verschillen zijn in het kleuterondewijs dan in pakweg het middelbaar technisch onderwijs? GVA: Collega’s blijven natuurlijk collega’s, daar verandert weinig aan, maar de leerlingen in het middelbaar onderwijs zijn veel minder eenvoudig te hanteren dan die van het kleuteronderwijs. Ik heb nog een tijdje lesgegeven in het middelbaar beroepsonderwijs dus ik kan het goed vergelijken. Af en toe gebeurt het dat kleuters, al dan niet onder druk van hun ouders, komen vragen of ik al een vrouw heb of waarom ik er nog geen heb. Dan vraag ik op de speelplaats een collega-juf ten huwelijk, geven we op een vrijdagmiddag een feestje met limonade en chips, en de storm gaat weer liggen. De pubers uit het middelbaar onderwijs zijn minder gemakkelijk om de tuin te leiden. Zij bomen enerzijds door tot ze de waarheid kennen en zijn anderzijds ook veel harder voor hun omgeving. Dat is leeftijdgebonden maar als je dan in een school staat waar er vooral allochtone leerlingen zitten, wordt het er niet gemakkelijker op. Ik stond daar in een extreme omgeving maar de reacties waren toch wel intimiderend. Die riepen gewoon dat ik homo was en dat ze daar een hekel aan hadden. “Homo’s kloppen wij in elkaar, wacht maar tot je straks naar huis gaat!” Dat herhaalde zich vrijwel elke les. Tot ik zei : “Ik heb vorige week een half uur op u staan wachten maar je bent niet gekomen lafaard, nu hoeft het ook niet meer voor mij.” Een grote groep vond dat een heel coole reactie maar ik was eigenlijk doodsbang elke keer ik naar huis ging. Nu moet ik er wel bij vertellen dat
collega’s me in het begin al de raad gaven om niets over mijn privéleven te vertellen aan de leerlingen. Partner, kinderen, familie, iedere informatie die je lost kan en zal ooit tegen je gebruikt worden… Toch voelde ik me niet veilig als homo en geviseerd om mijn geaardheid. DM: Mocht je je coming-out kunnen overdoen, wat zou je anders doen en wat zijn je eventuele tips naar collega’s die zich nog niet geout hebben of dat niet durven? GVA: Het enige wat ik anders zou doen is mezelf sneller outen. Je hebt er geen baat bij om jezelf steeds te verstoppen of om je anders voor te doen dan je werkelijk bent. Hoe je zoiets aanpakt, is heel persoonlijk, dus echte tips kan ik niet geven, denk ik. Collega’s die het niet durven, zou ik nog willen zeggen: Ik heb ondertussen veel positieve reacties gekregen en af en toe eens een negatieve. Ik had zelf ook veel schrik voor de eerste negatieve ervaring maar heb ondervonden dat je beter gehaat wordt om wat je bent dan graag gezien om wat je niet bent. Foute aanpak In theorie is ons land een ideale plek voor holebi’s om te wonen. Gelijke rechten voor iedereen, holebi’s zonder problemen in de media, een uitgebreid sociaal en cultureel leven rond holebi’s, enzovoort. Maar die theorie staat soms mijlenver van de realiteit. Holebiseksualiteit is in veel schoolomgevingen nog steeds een zeer groot taboe. Holebi leerkrachten kunnen in de school niet vaak op veel sympathie rekenen. Vaak worden leerkrachten die zich outen in een schoolomgeving gepest, beledigd, uitgelachen of zelfs fysiek bedreigd. Daardoor ontwijken ze
vaak een coming-out en blijven ze een dubbel en lastig leven lijden (!).
belangrijke factor, dat maakt immers de weg vrij naar tolerantie.
In nog steeds té veel gevallen wordt er ook door de school – naar leerlingen toe – geen of te weinig aandacht besteed aan holebiseksualiteit en transgenders, dat maakt het voor holebi leerkrachten vaak nog moeilijker. In vele onderwijsinstellingen heerst nog steeds een ouderwetse mentaliteit waarbij holebiseksualiteit maar al te vaak wordt doodgezwegen en waarbij men doet of het onderwerp niet eens bestaat. In sterk cultureel gemengde scholen en het katholiek onderwijs ontbreekt het de directie en de leerkrachten vaak aan moed om holebiseksualiteit en transgenderisme bespreekbaar te maken. Ook in het technisch middelbaar onderwijs is het vaak moeilijk deze zaken voor de klas te gooien.
Studie In 2008 deed het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding (kortweg CGKR) in samenwerking met de Universiteit Gent een onderzoek naar het welzijn van holebi’s op de werkvloer. Daaruit bleek dat de Vlaamse onderwijssector ook niet altijd een holebi-vriendelijke plek is om te werken. Ongeveer een vijfde van de Vlaamse holebi leerkrachten kiest er voor om zijn of haar seksuele voorkeur verborgen te houden. Leerkrachten die gedeeltelijk voor hun seksuele geaardheid uitkomen, vertellen dit slechts aan een beperkte groep mensen. Diegene die er wel openlijk voor uitkomen, worden het meest geconfronteerd met discriminatie. In de eerste plaats het meest door hun collega’s en leerlingen en in mindere mate door de directie, maar de gevolgen van discriminatie door de directie hebben vaak veel zwaardere gevolgen.
In de lessen seksuele voorlichting komen deze thema’s nog veel te weinig aan bod, waardoor de holebi leerlingen hun leerkrachten vaak noodgedwongen moeten ruilen voor het internet. Het is ook zo dat de directie vaak negatief staat tegenover een comingout van een leerkracht tegenover de leerlingen. Net dat is fout, want een holebi-leerkracht als rolmodel kan echt wel een lans breken voor de holebileerlingen op school. Bij gebrek aan een rolmodel blijven veel leerlingen in de kast om stigmatisering, discriminatie en pestgedrag te vermijden. Ze staan alleen en ontzien zich het gedoe van een coming-out.
http://www.diversiteit.be Met dank aan Geert Neirynck, eindredacteur bij Klasse Voor Leraren. http://www.klasse.be Ramses Noffels
Uiteraard is het niet in elke school zo erg gesteld, er valt steeds meer een trend op te merken waarbij scholen het thema letterlijk uit de kast halen. Het blijft echter wel een heikel punt waar blijvend moet aan gewerkt worden. Bespreekbaarheid is daarbij een
“Bespreekbaarheid is een belangrijke factor, dat maakt immers de weg vrij naar tolerantie.”
de magneet - 7
OVERUIT: Het regenboognetwerk van de Vlaamse overheid Op 7 mei werd het statschot gegeven voor Overuit, het Regenboognetwerk van de Vlaamse overheid. Als één van de grootste werkgevers van het land stelt de Vlaamse overheid ruim 45.000 ambtenaren te werk in diverse sectoren. Van cultuur, sport en vrije tijd tot onderwijs, wetenschap, economie en werk. En van wonen, milieu en energie tot mobiliteit, welzijn en gezondheid. Kortom: een diversiteit aan bevoegdheden zorgt voor een divers personeelsbestand. Daarbij kunnen holebi’s en transgenders uiteraard niet ontbreken en dus was het de hoogste tijd voor initiatief. De Magneet sprak met Ingrid Pelssers en Peter Bruyninckx, twee van de bezielers van Overuit.
Open zijn over je seksuele geaardheid moet ongeremd kunnen vinden ze bij de Vlaamse overheid. Een open en respectvolle werksfeer is er van zeer groot belang. In dat opzicht wil Overuit bouwen aan een klimaat waarin holebi’s zich met gemak kunnen outen, waardoor ze zich beter in hun vel voelen. Werk en privé zijn nooit volledig van elkaar los te koppelen want je ‘ik’ laat je immers nooit volledig thuis en je geaardheid breng je hoe dan ook mee naar je werk. Probeer de maandagmorgen maar eens niet over je voorbije weekend te praten, terwijl je collega’s dat wel doen. Of probeer weeral maar eens een verhaal te verzinnen over je weekend omdat je schrik hebt om je te outen op de werkvloer. Zulke zaken komen nog steeds te vaak voor, terwijl dat eigenlijk
niet zou mogen. Collega’s die zich outen, gaan ook actiever deelnemen aan de werksfeer, wat de sfeer alleen maar ten goede komt. Tevens is het constant bedenken van strategieën om je geaardheid verborgen te houden een zeer lastige en vaak vermoeiende en energieverspillende bezigheid. Een grote zonde, want ‘out’ is beter dan ‘in’ en dus komt Overuit uit de kast als één van de grootste personeelsverenigingen voor holebi’s en transgenders. Voormalig VRT-journalist Peter Bruyninckx is communicatieverantwoordelijke en stafmedewerker voor holebi’s op de Dienst Emancipatiezaken van de Vlaamse overheid. Ingrid Pelssers is er leidinggevend Emancipatieambtenaar én een sterk drijvende kracht achter Overuit. De Magneet: Kan je eens kort uitleggen waarvoor Overuit staat? Ingrid Pelssers: Overuit staat voor ‘overheid’ en ‘uit de kast’. Over die naam hebben we lang nagedacht maar ze is wel toepasselijk. Het is tenslotte waar het allemaal om draait. Peter Bruyninckx: We hebben trouwens ook expliciet voor een ‘regenboognetwerk’ gekozen en niet voor een ‘roze netwerk’ omdat het veel opener klinkt. Van een expliciet roze netwerk wou niemand van de holebi collega’s echt weten omdat het ook de bedoeling is dat we de hetero collega’s erbij betrekken. Het is dus geen roze clubje, maar een initiatief waarbij we met zoveel mogelijk collega’s willen werken rond een algemene sfeer van wederzijds respect waarin holebi’s ook hun plaats hebben uiteraard. DM: Was er nood aan een initiatief als Overuit binnen de Vlaamse overheid? Peter: In 2008 hebben we, in samenwerking met Jan Vandersmissen (oud-voorzitter van Het Roze Huis), een onderzoek gedaan naar de situatie van holebi-personeelsleden bij de Vlaamse overheid en dat heeft het rapport ‘(On)
Zichtbaar holebi’ opgeleverd. Daaruit kwamen een aantal heel frappante knelpunten aan het licht waarvan het voornaamste was dat holebi collega’s die bij ons starten, hun geaardheid eigenlijk heel lang voor zich houden. Dat vinden wij jammer, omdat we dan eigenlijk moeten vaststellen dat we als organisatie nog te weinig het signaal geven dat het oké is om zoiets meteen te zeggen en jezelf te kunnen zijn. Ingrid: De Vlaamse overheid wil niet alleen als werkgever maar ook als voorbeeld in onze samenleving een sterk signaal geven dat problemen rond holebiseksualiteit goed moeten aangepakt worden. Daarom is het ook zeer goed dat we zijn kunnen starten vanuit het onderzoek. Het is dus niet zomaar een vriendenclubje geweest onder collega’s zoals je die in het buitenland wel eens vaker ziet. Nee, we zijn echt kunnen beginnen vanuit de feiten omdat we wisten waar de knelpunten lagen. DM: Hoe begin je dan aan zoiets? Ingrid: We hebben een beetje een atypische aanpak gekend, waarbij we dus niet vanuit een initiatief van enkele holebi collega’s zijn gestart zoals dat elders meestal het geval is. Omdat de Vlaamse overheid ook de internationaal aanvaarde principes omtrent holebi’s heeft ondertekend (de zogenaamde Yogyakarta-beginselen voor de toepassing van Mensenrechten met betrekking tot Seksuele Geaardheid en Geslachtsidentiteit) wou ze echt heel consequent zijn in haar beleid op vlak van diversiteit. Dan is het ook logisch dat we eens in eigen boezem kijken en dat beleid ook doorvoeren voor eigen personeelsleden. Zo is het beleid rond seksuele geaardheid toegevoegd aan het emancipatiebeleid en zijn we op zoek gegaan naar een nieuwe collega (Peter) die mee heeft gezorgd voor de operationalisering van dat beleid op de werkvloer door middel van een personeelsnetwerk. Peter: We zijn de mosterd wel ergens anders gaan halen. Zo hebben we heel veel prospectie gedaan bij bedrijven waar er wel al een ‘roze netwerk’ is. Vaak zijn dat multinationals die, vanuit het Amerikaanse systeem, al wel langer zulke initiatieven hebben. Ook in Nederland zijn er wel meerdere zulke netwerken, zoals de roze justitieambtenaren en Trainbow bij de
“Die herkenbaarheid of zichtbaarheid is voor ons een zeer belangrijk gegeven. Het gaat tenslotte over de individuele mensen en hoe ze zich voelen bij hun seksuele geaardheid.” 8 - de magneet
Nederlandse Spoorwegen. Met de ideeën en ervaringen die ik daar heb opgedaan, hebben we hier met een werkgroep van een dertigtal geïnteresseerde holebi collega’s Overuit opgericht. DM: Een groep van dertig gemotiveerde holebi collega’s, is dat makkelijk bijeen te krijgen? Peter: Toen we in 2008 het onderzoek gedaan hebben, zijn we ook gestart met de zogenaamde focusgroepen om die knelpunten te bespreken. Heel wat holebi collega’s hebben toen input gegeven bij het onderzoek en toen hen de vraag werd gesteld of ze bereid waren om ook effectief mee te werken aan oplossingen, was de respons dus zeer groot.
DM: Overuit werd ook intern gelanceerd via een eigen Open Brief. Slechts twee derde van de leidinggevende ambtenaren heeft die ondertekend, daarmee neem ik aan dat het werk nog niet af is? Ingrid: Mocht er niets aan de hand zijn, dan zou er ook geen nood zijn aan dergelijk beleid. Nu merken we ook uit het onderzoek dat het aantal geoute collega’s fel daalt als het om leidinggevende ambtenaren gaat. Het is ook van uitermate belang dat we de leidinggevenden erbij betrekken omdat ze, of ze nu holebi zijn of niet, een sterk en positief signaal naar hun team kunnen geven dat zoiets kan, maar ook omdat ze als eventueel rolmodel kunnen fungeren. We denken wel dat er veel managers zijn die zulke initiatieven niet nodig vinden omdat ze de problemen gewoonweg niet zien en niet kennen, maar dat wil daarom niet meteen zeggen dat zij ‘anti’ zijn. Daarom blijven we acties ondernemen om het gegeven kenbaar te maken waardoor het beter begrepen zal worden. Maar we zijn positief over de resultaten, het glas is voor twee derden vol. Peter: Leidinggevenden zijn zich vaak ook niet bewust van het feit dat ze door kleine dingen of door actief mee te werken, het signaal geven dat het oké is om te zijn wie je bent. Ze denken ook nog vaak vanuit de alom tegenwoordige hetero norm. Daarom hebben we, naar aanleiding van de lancering van Overuit, naar alle leidinggevenden een open brief gestuurd met de vraag of zij achter zo’n initiatief stonden en dat ook kenbaar wilden maken door die brief te ondertekenen. Uiteindelijk heeft twee derden de brief
wel ondertekend en waren er ook heel wat managers op het lanceringsfeest. We zijn dus best tevreden met het cijfer en misschien moeten we binnenkort weer eens zo’n initiatief ondernemen om te zien hoe ver we nu staan. DM: Wat doen jullie zoal naast de werkvloer omtrent ambtenaren die holebi zijn? Peter: Wij zijn er voor holebi’s, transgenders én hetero’s, mannen én vrouwen. In onze uitnodigingen komen al deze groepen telkens weer aan bod. Alle personeelsleden van de Vlaamse overheid, waar zo ook werken en wat ze ook doen, zijn welkom alsook hun partners of hun gezin. In dat opzicht organiseren wij ongeveer om de zes weken een informele activiteit of bijeenkomst buiten de werkuren waarbij holebi’s en transgenders ervaringen kunnen uitwisselen of met collega’s die zich nog niet durven te outen en met hetero’s kunnen praten over hun ervaringen en belevenissen. Op die manier leert iedereen elkaar beter kennen en begrijpen. Zoiets gebeurt het best in een rustige en warme omgeving waarbij iedereen elkaar ongeremd kan ontmoeten. De activiteiten zijn zeer divers en op verschillende locaties in Vlaanderen en lopen uiteen van gegidste wandelingen tot museabezoeken, als we maar gezellig samen zijn. Ingrid: Er is vaak nog een sluimerende homo negativiteit en door de collega’s vanuit diverse departementen en diensten (leidinggevend-, administratief- en technisch personeel, holebi’s en hetero’s) samen te brengen in een kader met een heel open en losse sfeer, trachten we dat taboe en het onbegrip of ongemak rond het thema aan te pakken. DM: En op de werkvloer? Peter: Daar werken we vooral sensibiliserend. Het zichtbaar maken van de holebi’s en transgenders op de werkvloer. Daar waren het lanceringsfeest en de ‘open brief’-actie heel belangrijk in, evenals goede en uitgebreide interne communicatie over het initiatief. Dat past ook heel goed bij de aanpak van Overuit omdat we echt willen werken aan ‘een gezicht geven’ aan holebi’s en transgenders. Zo hebben we letterlijk het gezicht van een negental collega’s op een pamflet gezet met een kleine tekst erbij die hen als persoon karakteriseert en wat meer uitleg geeft over hun coming-out. Ze zijn trouwens ook op onze website geplaatst en worden heel druk bekeken. Op die manier maken we de zaken herkenbaar en bespreekbaar voor zij die
er niet veel over weten of over durven vragen. Ingrid: Die herkenbaarheid of zichtbaarheid is voor ons een zeer belangrijk gegeven. Het zou zeker niet goed zijn mochten we er een abstract thema van maken. Het gaat tenslotte over de individuele mensen en hoe ze zich voelen bij hun seksuele geaardheid. Door die concrete en persoonlijke verhalen naar voor te brengen, bereik je het best de mensen en op die manier wordt de kloof voor collega’s die zich (nog) niet durven outen weer wat kleiner. Aan juridische teksten of eindeloze beleidsnota’s hebben ze weinig. Het is veel beter om actieve informatie te verspreiden. DM: Zijn er ook holebi collega’s die dit geen goed idee vinden, die denken dat dit de hokjesmentaliteit alleen maar versterkt? Peter: Aanvankelijk had je wel enkelen die zo dachten maar dat aantal staat in schril contrast met het aantal enthousiastelingen. Je hebt inderdaad holebi’s die daar liever niet aan meedoen of die vinden dat ze zoiets niet nodig hebben, wat hun volste recht is uiteraard. Je hebt ook holebi’s die geen stempel willen dragen en die niet steeds met hun geaardheid naar buiten willen komen, maar toch vinden ze het een goed idee dat er over gepraat kan worden om bepaalde knelpunten die er nu nog zijn opgelost te krijgen. Maar we steken onszelf zeker niet in een hokje, net omdat we ook de hetero collega’s er bij betrekken, we stappen juist heel openlijk naar buiten. Ingrid: Niet heel holebi-Vlaanderen verenigt zich ook en komt met zichzelf graag naar buiten op die manier. Maar ik denk wel dat holebi-Vlaanderen tevreden is dat er zulke initiatieven bestaan, evenals diverse verenigingen en bijvoorbeeld het Roze Huis, omdat ze ook af en toe wel eens nood hebben om over de zaken te kunnen praten. We hebben naast een flinke groep actievelingen ook veel stille supporters. Je hebt er die heel actief meewerken aan de organisatie van de activiteiten en je hebt er ook die gewoon genoeg hebben aan de gezellige bijeenkomsten. Het is dus een heel heterogene groep. DM: Worden jullie op deze manier een nog aantrekkelijkere werkgever voor holebi’s en transgenders? Ingrid: In onze samenleving zijn er niet ongelooflijk veel burgers die transgender zijn, maar ze zijn er wel. Ondanks dat we dat niet met cijfermateriaal kunnen bewijzen, ben ik er wel van overtuigd dat we binnen onze organisatie de magneet - 9
verhoudingsgewijs meer transgenders hebben dan in andere ondernemingen. Ik vermoed dat dat te maken heeft met het feit dat men binnen de overheid (als werkgever) een zekere veiligheid voelt door statuten en allerlei andere regelingen toe en ook omdat de overheid de maatschappij er op wijst dat zij niet hoort te discrimineren. Ze voelen zich hier dus veilig en zeker. Peter: Een organisatie die zelf wetten maakt om discriminatie te verbieden, zal die regels ook toepassen op haar eigen personeel. Dat is die garantie die mensen aanvoelen, waardoor ze sneller geneigd zijn om bij de overheid aan de slag te gaan. Uit het onderzoek bleek ook dat heel veel holebi’s bij de overheid (als werkgever) terechtkomen na een teleurstellende ervaring in de privésector. Privé oké! Overuit is op gebied van overheidsinstellingen en –bedrijven zeker en vast de koploper. Andere overheidsbedrijven (zoals Belgacom en de NMBS-groep) dragen diversiteit hoog in het vaandel en vlaggenzwaaien daarbij vooral met hun recent verkregen diversiteitslabel, maar als het op holebibeleid aankomt, dan merken we toch dat er nog heel veel werk aan de winkel is om het stilzwijgen te doorbreken. Zelfs de federale overheidsdienst die de
labels uitreikt, zou ook wel een tandje mogen bijsteken in het goede voorbeeld tonen. Hier en daar doen ze bij diverse overheidsdiensten wel inspanning voor holebi-werknemers, zoals bij de politie, maar nergens is het initiatief zo uitgebreid als bij Overuit. Bij enkele private ondernemingen doen ze ook heel wat inspanningen, waarbij IBM Eagle, Ford Globe en ING Gala de belangrijkste voorbeelden zijn. Echter, er is in de privé-sector ook nog heel wat werk aan de winkel, zeker in industriële en productionele fabrieksomgevingen. Kommer en vel Veel werkgevers en leidinggevenden beseffen nog al te weinig dat holebi’s het op de werkvloer vaak niet gemakkelijk hebben. Toch zouden ze er beter meer aandacht aan besteden, want een gelukkige medewerker – of die nu holebi is of niet – is een productievere medewerker. Bovendien zijn werknemers die zich goed in hun vel voelen op de werkvloer en waar ze dus zichzelf kunnen zijn, vaker geneigd om een engagement op langere termijn aan te gaan bij hun werkgever. Zo krijg je geen komen en gaan van nieuwe medewerkers die telkens weer opnieuw moeten worden opgeleid en wordt de knowhow binnen het bedrijf gehouden. Vanuit economisch opzicht is het dus belangrijk om inspanningen te
leveren qua diversiteit. Diversifiëren is ook innoveren. Nog meer aub... Uiteindelijk zijn we als holebimagazine blij dat de Vlaamse overheid hier een lans breekt voor het welzijn van de holebi’s en transgenders op het werk. Laat ons dan ook hopen dat er veel gevolg aan gegeven wordt en dat het een inspiratie mag zijn voor anderen die ook een voorbeeldfunctie hebben. Of het nu op de werkvloer is of op school, in een jeugdbeweging of in de sportclub: holebi’s hebben het recht om zich goed te voelen in hun vel, evenals andere minderheden trouwens. Zo leven we allemaal toe naar een betere en tolerante samenleving. In or out? Ben je als holebi actief bij de Vlaamse overheid en nog niet uit de kast of heb je daar nog problemen bij om die stap te zetten, dan kan je via de website heel veel informatie vinden. Ben je medewerker van de Vlaamse overheid en heb je vragen? Contacteer dan Overuit. Discretie verzekerd! Dienst Emancipatiezaken / Overuit Boudewijnlaan 30, bus 33, Lokaal 4c 1000 BRUSSEL Tel. 02 553 49 57 overuit@vlaanderen.be Ramses Noffels
Met onder meer 09/09 tot 03/10 Theater aan de stroom // ANTWERPEN ‘Bent’ in een regie van Jean-Paul Van Steerteghem 12/10 tot 23/10 Internationaal Filmfestival // GENT Avant-première ‘L’arbre et la fôret’ 09/11 tot 26/11 Holebifilmfestival // VLAAMS-BRABANT
Holebi’s onder het naziregime Film // Theater // Expo
‘Novembermond’ 14 november 2010 ‘Paragraph 175’ 14 november 2010 08/10 tot 17/10 Festival Curieus // DEURNE Expo ‘Wie kan ik nog vertrouwen?’
10 - de magneet
Armani Acqua Rossa Aussiebum Bjorn Borg Body Art Calvin Klein Christian Audigier Christian Cane Diesel TOWER
Ed Hardy ES Hom Hugo Boss Isotoner Jockey Joe Snyder Julipet Kitaro
Op vertoon van deze advertentie
15% korting
Open van maandag tot en met zaterdag: 10:00 tot 18:00 Quellinstraat 17 - 2018 Antwerpen Telefoon: 03 233 67 98
www.towersmen.be
Korting niet cumuleerbaar met andere promoties of solden
Legend & Soul Look me Moonday Man Store Muchachomalo Olaf Benz Olivier Strelli Replay 2(x)ist XTG de magneet - 11
Paul Rademakers (90): holebi pionier op rust Het is voor de jeugd van tegenwoordig best wel eens nuttig om naar de belevenissen van een rasechte pionier te luisteren, daar steek je nog wat van op. DM: Hoelang verblijft u hier al hier in dit rustoord ‘Het Gouden Anker’? Paul: Als het december wordt, 5 jaar. Ik ben hier einde 2005 gekomen. Toen ging het thuis nog moeizaam. Ik was nog alleen op mijn appartement en zat zo’n beetje in een depressie. Mijn vriend heeft er toen voor gezorgd dat ik hier kon komen. Ik kon hier direct binnen, want het was pas open, het was zelfs nog niet helemaal af. Maar toch, ze namen hier reeds mensen binnen. Maar uiteindelijk is dit rustoord gemaakt voor de schippers van de binnenvaart. DM: U heeft hier een zeer mooi uitzicht op al die bootjes in de jachthaven. Paul: Er is er zelfs eentje met de regenboogvlag. DM: Nu zie je in de Van Schoonhovenstraat nog maar bitter weinig regenboogvlaggen. De jonge holebi’s kunnen nu ongestoord uitgaan in vele hetero dancings. Maar in de beginjaren van het GOC (Gespreks- en Onthaalcentrum) in de Dambruggestraat lag dat wel even anders. Paul: Het GOC was nodig in die tijd. Het is zowat het begin geweest van alles eigenlijk hé. Het Gesprekscentrum was er het eerst en daar is dan het GOC uit voortgekomen. Met nog een paar andere mensen hebben we dat dan gesticht, en werd het een vzw. Ik ben zo ongeveer 13 jaar voorzitter van de beheerraad geweest. DM: Met Will Ferdy dacht ik? Paul: Will Ferdy is mee oprichter geweest maar was verder niet zo actief in de organisatie. Die kwam daar wel af en toe. Maar jammer genoeg: wij speelden zijn platen niet, wij speelden meer algemene ontspanningsmuziek. En onze dj heeft hem dat eens vlakaf gezegd en dat viel niet in goede aarde. Will heeft ons dat een beetje kwalijk genomen. Hij heeft natuurlijk zéér veel gedaan door zich in de jaren 60 te outen op tv. Maar ja, het GOC was iets totaal anders en de sfeer in de bar vroeg niet 12 - de magneet
om luisterliedjes. DM: Voor u zal het wel een enorme aanpassing geweest zijn om naar hier te moeten verhuizen. U had een zeer fraai appartement aan de Lombardenvest met mooi uitzicht op de kathedraal en om dat te moeten opgeven en naar een veel beperktere ruimte te verhuizen, vroeg zeker wel een hele aanpassing! Paul: Eerlijk gezegd, ik was daar op het laatst flink depressief en het kon me allemaal niet meer schelen. En ik was blij dat ik naar hier kon komen. Mijn vriend had al wat informatie rond rustoorden ingewonnen. Maar het was overal zoveel jaren wachten voor er plaats was. En dit rustoord ging toen open gaan en daar kon ik direct binnen. Van de eerste dagen kan ik me zoveel niet meer herinneren. Doch in mijn leven zijn er, zoals in elk leven ook momenten geweest van pijn en verdriet, ontgoocheling, angsten en depressies. Maar al met al, als ik het nu op negentigjarige leeftijd overschouw, was het toch een mooi leven. Voor veel mensen heb ik iets betekend, en durf ik zeggen dat ik niet tevergeefs geleefd heb. Ik kan nu wel zeggen dat ik een gelukkig mens ben, ook al woon ik hier hier nu samen met meestal oudere vrouwen! Maar ik heb me hier gewoon aangepast en ik ben hier ook heel gelukkig. Doordat ik zelf nog in redelijk fysieke staat verkeer, kan ik mindervalide mensen helpen met ze naar hun kamer te leiden of te bedienen enz. Ze hebben hier al gezegd: we zullen u ook op de loonlijst plaatsen! DM: Weten de mensen hier dat je
homo bent?” Paul: “Neen, dat heb ik stilgehouden. Ik zit daar echter niks mee in dat ze het te weten zouden komen. Maar ik zie er echt het nut niet van in om hier terug ‘uit de kast’ te komen. Vergeet niet dat ik hier samen woon met de generatie waarvoor ik eind jaren zestig het Gesprekscentrum heb opgericht om informatie, voorlichtingsvergaderingen te geven. Hier heb ik links en rechts wat reacties gehoord op homofilie en die waren niet erg positief. En voor mij, ik zie niet in dat het voor mij een extra voordeel zou geven wanneer ik hen laat blijken dat ik homo ben en het erge is: als het mij hier niet meer aanstaat, dan zal het moelijk zijn hier weg te geraken En ergens anders moet ik mij dan op mijn leeftijd weer helemaal terug aanpassen! Ik zie er echter het nut niet meer van in. Er is hier al wel eens een koppel homo’s geweest en één ervan kwam zijn moeder hier opzoeken, die ik ook al wel eens naar haar kamer had gebracht. En die is dan ineens plots op een paar dagen gestorven. En toen heb ik met die mannen eens een woordje gesproken. Bleek toen dat ze elkaar al 31 jaar geleden in het GOC hadden leren kennen. DM: Ikzelf ben nu 55, maar ik denk dat wanneer voor mijn generatie de tijd komt om naar een rustoord te gaan, dat het dan wel beter zal meevallen. Ik bemerk dat toch ook aan generatiegenoten die toleranter over holebi’s praten. Althans, ik hoop dat! Paul: Nu zijn er voor de homo’s ook veel, veel meer ontmoetingsmogelijkheden. Indertijd
in het GOC stuurde professor Steven Debatselier, ook een medeoprichter van het GOC, een berichtje naar mij om onthaal te doen van nieuwe jongens. Die vertelden dan aan mij voor de eerste keer zenuwachtig dat ze homo waren. En het eerste wat ze altijd vroegen was of ik gene vriend voor ze had! Ik zei altijd: ik heb die niet in mijn kast hangen. Vrienden moet je zelf maken. En je gaat hier nu in het GOC mensen ontmoeten en kennismaken. En van kennismaken komt dan vriendschap en uit vriendschap kan dan ook wel een relatie ontstaan. En was die relatie dan het voornaamste? Neen, mensen ontmoeten is veel belangrijker. Dat is begonnen met het Gesprekscentrum dat ik maar elke maand een keer open hield. Maar in het GOC kwamen ze met honderden en daar was dus veel meer kans om kennissen en vrienden te maken.” DM: Het GOC heeft toch jarenlang succes gehad. Spijtig wel dat het tijdens het weekend soms volgens heel wat bezoekers veel te vroeg sloot (zaterdag om 2 uur, zondag om 12 uur). Paul: Maar het was een opvangcentrum, een vzw en geen commerciële bar. Het was wel een excuus voor velen om naar Antwerpen te komen en, door het feit dat het al vroeg sloot, om dan tesamen in groep naar het Pilarenhof (MarcusAntonius), of Bacchus, of een andere bar te trekken, richting Van Schoonhovenstraat. DM: Ziet u nog vele bekenden van vroeger? Paul: Nee, ik zag die vroeger wel eens toen ik nog in de binnenstad woonde en ik dan ging wandelen. Af en toe kwam ik dan wel eens een oude kennis tegen. Ik heb wel een paar vrienden die mij hier regelmatig komen bezoeken. Die ook al ettelijke jaren samen zijn, en die mij soms komen halen. Zij hebben mij onlangs nog meegenomen op de Flandriaboot om heel de haven af te varen. En een paar weken geleden ben ik nog bij hen thuis geweest met vriend Jan, die ik ook al 31 jaar ken. Maar dat is wel altijd een platonische liefde geweest. Dat was van in het begin afgesproken, hij was dan ook veel jonger dan ik. Toch heeft hij zeer veel voor mij gedaan. En toen ik naar hier kwam heeft hij gezorgd voor de verkoop van mijn huis en de inboedel. En voor die nieuwe eigenaar heeft hij
het huis dan helemaal verbouwd. Ik had daar 46 jaar gewoond en het was dus een beetje uitgeleefd. DM: De buurt van het GOC, Dambruggestraat is nu ook fel veranderd. Er zijn daar nu vele allochtonen. Supermarkt Van Doren is nu een Turkse supermarkt en diezelfde eigenaars hebben nu ook het pand van het GOC opgekocht. Paul: Het GOC had zijn taak vervuld. De laatste ploeg die er actief was, heeft er jammer genoeg een knoeiboel van gemaakt. Maar ik heb daar gedaan wat ik kon. Op een bepaald ogenblik werd ik 60 en werd het tijd dat de jongeren het overnamen. DM: Het Roze Huis heeft ook toenadering gezocht tot de laatste ploeg die het GOC runde… Paul: Och, het waren heel speciale mensen. En ze zijn failliet gegaan, iets wat ik helemaal niet kan begrijpen,want het huis was van hen. Destijds sloten wij met de eigenaar Willy een overeenkomst op lijfrente. Indien de huiseigenaar dan overleed was het huis van ons. Die Willy pikte echter wildvreemden op om het bed te delen en is dan gedurende zo’n activiteit vermoord. Maar toen was het pand echter wel van de vzw.” DM: Hoelang bent u bij het GOC actief geweest? Paul: In 1983 was mijn mandaat ten einde en dan heb ik mij niet meer als kandidaat-voorzitter opgegeven. ik had daar heel veel taken verricht, zoals ook onthaal. Ik zette bij wijze van spreken de ene pet na de andere op! Maar het is allemaal goed gegaan en er is veel uit voortgekomen. Daarom ben ik blij dat ik zo oud ben kunnen worden om dat resultaat nog te zien. Vanuit dat Gesprekscentrum waar ik toen mee begonnen, ben had ik al gepleit voor de juridische bescherming van het homokoppel. En wat is daar allemaal uit ontstaan: dat men nu kan trouwen voor het stadhuis. Eerst hebben we ook gewerkt om dat leeftijdonderscheid tussen homo’s en hetero’s weg te werken. Seks mocht voor hetero’s vanaf 16 jaar, voor homo’s pas als ze 18 jaar waren. Toen ben ik voor de eerste keer in een stoet mee opgestapt door de stad; dat was als het ware daar de eerste Gay Pride. DM: Je hebt hier nog wel enkele zeer
fraaie schilderijtjes hangen, zie ik. Paul: Die hingen dus bij mij op het appartement en zijn enkele van de weinige dingen die ik heb meegenomen. DM: Voor mij zou dat een heel groot probleem zijn dat ik zoveel dingen moet achterlaten. Paul: Mijn vriend heeft voor het opruimen destijds gezorgd en ik heb hem maar laten doen, want ik was er met mijn hoofd niet helemaal bij. Ik heb vrienden die een heleboel van mij hebben overgenomen, van die kleinigheden en zo. Maar ik had ook een klavecimbel en dat is ook bij hen terechtgekomen. Dat zijn vrienden die mij regelmatig komen bezoeken of waar ik regelmatig mee telefoneer. Als ik dan daar kom en ik zie dat clavecimbel, dan voel ik me weer een beetje thuis. DM: “ Ik zie hier toch een aantal dikke boeken liggen. Leest u nog veel?” Paul: “Ik ken iemand van Brugge. En die komt dan van Brugge mij bezoeken en brengt boeken mee…Thuis had ik ook nog veel brieven en geschriften, maar die zijn door het Fonds Suzan Daniel naar Kadoc gegaan (Katholiek Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Religie, Cultuur en Samenleving in Leuven). Dat neemt daar wel zo’n 2 meter in beslag. En dat is ook (ik weet niet meer door wie) ook allemaal op internet gepubliceerd onder het trefwoord ‘Paul Rademakers, homo’(zie ook: kadoc.kuleuven.be).” DM: Soms, wanneer ik zie wat er nu allemaal al voor holebi’s verwezenlijkt is, denk ik: ik ben te vroeg geboren!” Paul: Ik was ook eerst 25 voor ik uitvond dat ik homo was. Ik had een oorlog meegemaakt, in ’40 was ik 20 jaar. Dus die jongerenperiode waarin je bij jezelf bewust wordt van je anderszijn, die heb ik nooit gekend DM: Ga je nog wel eens op je eentje naar de Grote Stad? Paul: Enkel wanneer ik naar mijn bank moet, in het Torengebouw. Maar daarna trakteer ik mezelf eens gezellig bij Désiré de Lille. Ik hou nu van mijn rust en de kleine genoegens des levens. DM: Beste Paul, wij danken u voor dit interview en komen zeker terug wanneer je 100 bent geworden! Marc Daems de magneet - 13
Homohumor in Vlaanderen
Is homohumor in Vlaanderen nog steeds taboe? Bij De Magneet vinden we dat er nogal braaf met homogerelateerde humor wordt omgesprongen in Vlaanderen. Dergelijke humor wordt wel eens achterwege gelaten of men gaat er met een haast excuserende boog ruim omheen. Hebben de Vlaamse comedians dan schrik van de holebi’s? Zijn homo’s, lesbo’s en transgenders plots niet meer grappig? Of is komisch Vlaanderen eerder bang dat holebi’s te preuts zijn en daardoor maar al te snel op hun tenen getrapt zijn, waardoor ze wel eens een klacht aan hun been gesmeerd kunnen krijgen? De redactie van uw favoriete magazine ging hiervoor eens op bezoek bij Fokke van het Antwerpse comedycafé The Joker.
de redacteurs van De Magneet stond er ook wel al eens te ratelen door de microfoon. Of dit door het talrijk aanwezige publiek gesmaakt werd, laten we volledig in het midden. Fokke, die samen met Yasmine (de vriendin van stand-up comedian Alex Agnew) het café uitbaat, is dan ook stilaan de legendarische Godfather van de Vlaamse comedy-scene aan het worden. Zelf fungeert hij zo nu en dan eens als MC tijdens één van de vele comedy-avonden en omdat hij dan ook zowat elke rechtstaande komiek in Vlaanderen en Nederland kent, is hij de aangewezen man om dit mysterie uit te klaren. Maar misschien kent homominnend Vlaanderen hem beter als Lt. Castillo, één van de DJ’s
cabaretier die in Antwerpen woont, Kees Meerman, hij doet wel veel rond zijn homoseksualiteit, maar wat hij brengt is echt wel heel cabaretesk. DM: Zou het kunnen dat holebi’s wat te preuts zijn, dat ze wat snel op hun tenen zijn getrapt en dat er daardoor misschien al wat sneller een klacht tegen een comedian zou kunnen worden ingediend? Fokke: Dat weet ik niet zo goed. Mijn ervaring is dat homo’s nogal ruimdenkend zijn en zelf vinden dat het allemaal moet kunnen, totdat iemand anders er iets over zegt. Dat is mijn ervaring als een mens die nogal vaak ongenuanceerde shit uit z’n bakkes gooit. Maar dat doe ik over iedereen hoor. Ik merk wel dat het bij
Yasmine & Fokke
Voor wie van het café en zijn Nederlandse, doch grappige, medeeigenaar nog nooit heeft gehoord, geven we graag even wat meer uitleg. The Joker opende voor het eerst zijn deuren op 1 april 2006. Allesbehalve een grap, maar wel een concept dat bedoeld is om grappige dingen in het daglicht te plaatsen. Deze gezellige bruine kroeg met een überhoog rockgehalte is tegenwoordig zowat het Mekka van de Vlaamse comedy. Elke zichzelf serieus nemende standup comedian heeft wel al eens op het kleine podiumpje van The Joker zijn ding gedaan. En ja hoor, zelfs één van 14 - de magneet
van de Homo Top 100 die jaarlijks in de Red&Blue doorgaat. De Magneet: Er zijn nogal weinig stand-up comedians in Vlaanderen die homohumor brengen. Is dat een misvatting of niet? Fokke: Er zijn wel hier en daar comedians die er grappen over maken hoor, maar ik ken zelf geen comedians die homo zijn en daar heel openlijk voor uitkomen én er nog eens materiaal over brengen ook. Zelfs in Nederland kon ik er niet meteen op één komen. Dus dat is een niche die in principe nog open ligt, want ik denk wel dat er ruimte voor is. Ik ken wel een Nederlandse
homoseksuelen nogal moeilijk ligt. Ik zat ook eens met een bevriende homo op een terras en toen er een knappe kerel voorbij kwam, wees die me daar dan ook op. Dat mag hij gerust zeggen, voor mij geen probleem. Maar toen ik hem daar een beetje belachelijk bij maakte door er een mop over te maken, werd er wel wat groen gelachen. Dus ik moest wel meegaan in zijn ding, maar het omgekeerde was dan weer niet zo vanzelfsprekend. Ik denk dat er een hoop mensen het er nogal moeilijk mee hebben. Als ik een mop maak over homo’s maakt me dat niet meteen een homofoob. Die homo die op z’n tenen getrapt is, kan ook gewoon een
vervelend iemand zijn, ongeacht zijn seksuele voorkeur. DM: Als er al eens gelachen wordt met homo’s dan blijft dat vaak wat oppervlakkig braaf en algemeen. Zwaardere thema’s zoals het homohuwelijk en –adoptie worden zelden aangekaart. Is daar een verklaring voor, denk je? Fokke: In het buitenland wordt er wel heftig mee gelachen hoor, zeker in Amerika. In Vlaanderen en Nederland wat minder, maar ik denk dat zoiets voornamelijk komt door het feit dat het onder de homogemeenschap fel leeft, maar dat de rest van de gemeenschap daar nauwelijks van wakker ligt. Veel mensen zijn er tolerant tot zelfs onverschillig tegenover. Andere thema’s zoals allochtonen komen veel vaker aan bod omdat het vaak dichter bij de mensen staat. Maar als homo’s willen trouwen, dat ze van mij maar doen. Als ze in dezelfde stomme val willen trappen als andere mannen, voor mij geen probleem, haha. Who gives a shit?! DM: Zou humor daarover werken, denk je? Fokke: Tuurlijk! Zoals Robin Williams ook zegt: “All marriages are same sex, it’s always the same sex.” Ik denk gewoon dat die onderwerpen niet zo hard leven bij de gemiddelde comedian. Nu moet ik wel opmerken dat vele nieuwe en beginnende stand-up comedians ook niet intensief op zoek gaan naar hun onderwerpen. Enkel de gevorderde comedians gaan hard op zoek naar onderwerpen op plaatsen waar andere mensen wat minder hard gaan zoeken. Misschien zou het wel eens goed zijn als er een paar mensen daar eens iets over zouden zeggen, in plaats van altijd dezelfde onderwerpen als: “mijn vriendin is zo dom dat …”, of
schoonmoedermoppen. Daar ben ik echt wel klaar mee. Het is echt een nog onontgonnen terrein. Er is dus absoluut ruimte voor homoseksuele comedians die daar ook goeie grappen over brengen. DM: Er zijn tevens weinig vrouwelijke comedians in Vlaanderen, laat staan lesbo’s. Kent u er toevallig? Fokke: Nee. Ik ken wel vrouwelijke comedians, maar niemand waarvan ik weet dat ze lesbisch is. Ik weet wel dat de Amerikaanse Jovanka Steele, die hier vaak speelt, lange tijd in San Francisco in het lesbo- en homomilieu speelde. Maar echt materiaal heeft ze daar niet over, ze is gewoon supergrappig. DM: Naast weinig homohumor wordt er ook nagenoeg niet gelachen met lesbo’s. Zijn die dan niet grappig of valt daar weinig humor rond te verzinnen? Fokke: Xander De Rycke had er eens een stuk over, maar dat kwam omdat zijn buren een lesbisch koppel waren en dus vertrekt hij vanuit zijn eigen belevenissen. Goeie stand-up comedy vertrekt altijd vanuit je eigen leefwereld, dus als je totaal geen affiniteit hebt met homo’s of lesbo’s, ga je daar ook weinig over brengen. En dat is met alles zo. Het enige waar je moet mee oppassen is dat het niet alleen daarover gaat. Als je een minderheid bent, kun je jezelf wel distantiëren van de rest, maar dan moet je dat ook niet gaan uitbuiten, anders wordt het eentonig. Maar het kan voor elke minderheid, of je nu een dwerg of een Marokkaan of een spastisch iemand bent, alles is mogelijk. DM: Hoe ver durft u te gaan in uw homohumor? Fokke: Wat mij betreft heb ik daar geen grenzen in, ik lach met alles en ik heb een gezonde hekel aan iedereen. Het mag grof zijn, maar niet enkel om gewoon grof te doen. Er moet een goeie grap in zitten en het mag niet kwetsend bedoeld zijn. Maar mensen zijn nogal rap gekwetst vind ik. Je mag tegenwoordig geen mop meer maken over de joden of die krijg je ook op je dak, nou daar heb ik het schijt aan.
DM: Dat gevoel hebben wij dus ook bij de homo’s, dat daar vaak niet mee durft gelachen te worden. Fokke: Haha, ach nee, wat gaan ze doen? Met hun handtasje slaan? Kijk, als je een vreemdeling beledigt, kan het zijn dat ze je huis leegroven. Maar een homo? Wat gaat ie doen? Een musical voor je brengen? Het volledige oeuvre van Barbara Streisand staan zingen? Hahaha! DM: Tja, dat kan ook tergend pijnlijk zijn. Fokke: Dat wel, haha. Maar ik denk niet dat comedians bang zijn om te lachen met holebi’s, ze zijn er gewoon niet mee bezig. DM: Hoe meer grappen er over homo’s gemaakt worden, des te minder de zaken taboe worden en des te meer bespreekbaar ze worden, vinden wij. Fokke: Absoluut! Zo is heel veel politieke humor begonnen. Door in plaats van openlijk kritiek te spuien grappen te maken over dingen die echt waar zijn, daar krijg je de aandacht van de mensen mee en via een lach kom je zo bij de mensen binnen. Dat is zeker waar en dat is met elke vorm van humor zo. Wil je eens een virtueel bezoekje brengen aan dit kleine, maar o zo fijne lachkroegje, dan kan je terecht op http://www.cafethejoker.be Er is tevens een MySpace, een Facebook- en een Netlogpagina. Voor wie het aan de lijve wil ondervinden, eens een goeie pint wil gaan drinken terwijl een stevige rockplaat weergalmt of gewoon eens een avondje wil bulderen en misschien wel wenen van het lachen, die kan terecht in het café zelf. Voor wie zelf eens de microfoon ter handen wil nemen om zijn of haar eigen komisch talent aan het publiek te onderwerpen, kan eveneens terecht in Café The Joker: Kleine Markt 16, 2000 Antwerpen. Ramses Noffels
“Homohumor is echt een nog onontgonnen terrein. Er is dus absoluut ruimte voor homoseksuele comedians die daar ook goeie grappen over brengen.” de magneet - 15
Hij bestaat! En net omdat zo’n homoseksuele stand-up comedians zeldzaam zijn, zijn we even moeten gaan zoeken op eigen bodem. Ramses Noffels is een 28-jarige, van origine West-Vlaamse, beginnende stand-up comedian die tevens ook homo is. Hij woonde gedurende 27 jaar in de WestVlaamse ezelsgemeente Kuurne, om uiteindelijk in het stedelijke en mooie Antwerpen terecht te komen. Hij is amper tien maanden bezig als komiek, maar dat neemt niet weg dat we hem even aan de tand kunnen voelen over hoe hij homohumor ervaart. De Magneet: Wat is de reden dat je als stand-up comedian homograppen vertelt? Ramses Noffels: Het zou spijtig zijn, moest ik die kans zelf niet grijpen. In het begin deed ik het wel wat minder en op een meer subtiele manier. Maar naarmate het zelfvertrouwen groeide en ik ook wel merkte dat er mensen waren die vonden dat ik daar meer rond moest doen, ben ik meer homograppen beginnen brengen. Om een grap te maken vertrek je meestal vanuit je eigen leefwereld en ervaringen, dus vind ik het ook maar logisch dat ik daar grappen over maak. Ik breng er zelfs steeds meer omdat ik alsmaar meer belevenissen heb daaromtrent. DM: Vertel je enkel homograppen? RN: Nee, absoluut niet, ik denk ook niet dat zoiets zou werken. Het grootste deel van het publiek is hetero en moet al moeite doen om de klik naar homohumor te maken, als je dan in één of andere parochiezaal in een boeregat moet spelen voor pakweg de Katholieke Arbeidersvrouwen, is het al helemaal niet zo simpel. Het zou ook veel te eentonig zijn en het publiek zou er al snel mee verveeld zijn, denk ik. Een volledige show over allochtonen, dwergen of gehandicapten zou ook al snel saai beginnen worden. Vandaar dat ik er heel veel variatie in probeer te steken. Ik steek ook diverse soorten humor in mijn homograppen om de aandacht van het publiek te behouden. Van doordachte, fijnzinnige grappen en subtiele woordspelingen tot echt wel ranzige, vettige en platte humor en al wat ertussen ligt. Alles komt aan bod. DM: Wat zijn de reacties van het publiek, staat het open voor het onderwerp? RN: De reacties zijn vaak verdeeld. Maar dat komt omdat de mensen het vaak niet snappen. Het is ook voor velen onbekend terrein en ze moeten er ook wel open voor staan. De meeste mensen hun brein is voorgeprogrammeerd op heterosituaties en verwachten daar dan ook humor rond. Als dan op het einde van de grap blijkt dat het om een man gaat waarmee ik het bed indook en niet om een vrouw, schrikken ze vaak. Het komt ook vaak voor hen ongeloofwaardig over. Ik zie er immers totaal niet ‘gay’ uit en dan denken de mensen al snel dat het om een typetje of volledig fictieve situaties gaat. In het begin had ik daar moeite mee, maar nu heb ik geleerd dat ik de zaken moet benoemen. Ik moet expliciet vermelden dat ik homo ben en hen dat ook uitleggen, anders geloven de mensen mijn grappen niet. En om de twijfel dus voor eens en voor altijd uit de wereld te helpen: al mijn grappen zijn voortvloeisels vanuit de dingen die ik in het dagelijkse leven meemaak en dat zijn er nogal wat. 16 - de magneet
Ramses
DM: Hoe komt het dat zo weinig andere stand-uppers dit onderwerp durven aanraken? RN: Ik denk dat we hierbij twee soorten comedians moeten onderscheiden. Eerst en vooral zijn er de heteroseksuele comedians die homograppen vertellen en daarnaast heb je de homoseksuele comedians die over hun eigen ding grappen brengen. De hetero’s brengen hier en daar wel een grap over homo’s, maar dat gaat dan meestal over clichés. Dat is ook normaal, want mensen lachen sneller met zaken die ze kennen, met situaties waarin ze zich kunnen terugvinden. Een homoseksuele comedian gaat veel meer dingen brengen die dichter bij hem staan maar dat kent het heteropubliek meestal niet zo goed. Dat werkt trouwens enkel en alleen maar als je heel openlijk voor je seksuele geaardheid uitkomt. Iemand die niet uit de kast is, gaat ook niet op een podium staan en voor een publiek een deel van zijn leven gaan vertellen in de vorm van grappen. Of je komt er zeer openlijk en expliciet voor uit dat je homo bent en vertelt daar grappen over, of je blijft braafjes in de kast en je brengt meer gewone grappen. Er is geen grijze zone mogelijk, denk ik. DM: Heb jij het gevoel dat er nog een taboesfeertje rond dit onderwerp hangt? RN: Een beetje wel, maar ik denk wederom dat dat ligt aan het feit dat onze maatschappij gebrainwasht is door heterosituaties. Zolang je bij herkenbare zaken blijft, kunnen de mensen je daar wel gemakkelijk in volgen. Maar als je hele expliciete homograppen brengt, dan moet je de mensen uit hun comfortzone halen en dat is niet altijd vanzelfsprekend. De meeste mensen liggen ook niet wakker van het homoleven of het typische gaymilieu. Stel dat ik voor een zaal vol bejaarden een grap breng over een dark room of over rimmen, dan weet 95% van de zaal niet eens waar het over gaat. Maar als ik daarentegen een grap zou brengen over een homokoppel dat door de winkelstraten fladdert en waarvan de ene het preutse vrouwtje met de handtas is en de andere de stoere bink met snor en zonnebril, dan weten ze wel waarover het gaat. Vrijwel iedereen heeft zo’n – tot vervelens toe gebruikt – cliché al wel eens op televisie gezien. Maar ik heb het een beetje gehad met zo’n grappen, bij mij ga je geen clichés terugvinden. Mijn ultieme publiek zou een zaal vol homo’s zijn, haha, die weten tenminste waarover ik het heb. Geert Vanden Abeele
de magneet - 17
Premier Elio Di Rupo? Als Elio Di Rupo premier wordt, verkeert hij in goed gezelschap. Er zijn immers wel meer holebi’s in Europa die politiek gewicht in de schaal leggen. Ze bepa(a)l(d)en mee de nationale koers van hun land. Een top 5 van succesvolle holebipolitici in Europa: 1. Guido Westerwelle Guido Westerwelle werd geboren in 1961 in Bad Honnef in de Duitse deelstaat Noord-Rijnland-Westfalen. Hij werd in 1980 lid van de Freie Demokratische Partei (FDP), de Duitse liberale partij. Westerwelle werd er voorzitter van de Jonge Liberalen. Van 1994 tot 2001 was hij secretaris-generaal van de FDP. In mei 2001 werd hij op het partijcongres met een grote meerderheid tot voorzitter van de liberalen verkozen. In juli 2004 deed Westerwelle zijn officiële coming-out toen hij met zijn partner Michael Mronz verscheen op het verjaardagsfeest van Angela Merkel. Intussen boekte zijn partij kleine winsten tijdens de parlementsverkiezingen in 2002 en 2005. De grote overwinning volgde in oktober 2009 toen Guido Westerwelle zijn partij naar een klinkende verkiezingsoverwinning leidde. Met 14,6 procent van de stemmen haalde de FDP haar beste uitslag ooit bij parlementsverkiezingen. De FDP vormde een coalitie met de CDU van Angela Merkel en Westerwelle werd prompt minister van buitenlandse zaken en vicekanselier van Duitsland. 2. Jóhanna Sigurðardóttir Jóhanna Sigurðardóttir is een ervaren IJslandse politica. Ze werd in 1978 voor het eerst verkozen voor het IJslandse parlement, waar ze tot nu toe ononderbroken zitting in had. Sigurðardóttir is lid van Samfylkingin, een sociaaldemocratische partij. Ze was twee keer minister van sociale zaken van juli 1987 tot juni 1994 en van mei 2007 tot februari 2009. Door de financiële economische crisis van eind 2008 kwam de politieke carrière van Sigurðardóttir in een stroomversnelling. De crisis trof IJsland genadeloos: de volledige banksector van het land stortte in elkaar. Na hevige protesten viel in januari 2009 de conservatieve regering. Jóhanna Sigurðardóttir werd aangeduid om een overgangskabinet te leiden waarvan de leden van haar partij en de Links-Groenen deel uitmaakten. Haar populariteit nam toe waardoor de centrumlinkse interim-regering onder haar leiding in april 2009 overtuigend de vervroegde verkiezingen won. Ze werd daardoor de eerste geoute premier ter wereld. Van Sigurðardóttir was immers al jaren geweten dat ze een lesbische relatie had. Deze zomer trouwde de 67-jarige Sigurðardóttir nog met haar levensgezellin Jónína Leósdóttir nadat het homohuwelijk in IJsland werd ingevoerd. Sigurðardóttir staat voor grote uitdagingen: haar land uit het economische slop helpen en binnenleiden in de Europese Unie zijn haar grootste prioriteiten. 18 - de magneet
3. Jörg Haider († 11 oktober 2008) Jörg Haider was een Oostenrijks extreemrechts politicus. Hij groeide op in een nazistisch gezin: zijn beide ouders waren lid van de NSDAP en actief in de Hitlerjugend. Haider sloot zich aan bij de Freiheitliche Partei Österreichs (FPÖ), een rechtse en liberaalconservatieve partij. Haider deed Europa opschrikken door zijn antisemitische uitspraken. Hij prees “de fatsoenlijke tewerkstellingspolitiek” van het Derde Rijk en zijn partij beweerde in een publicatie dat niet Hitler maar de joden de oorlog waren begonnen. Bij de nationale Oostenrijkse verkiezingen in 1999 bereikte Haider zijn hoogtepunt als partijleider van de FPÖ: zijn partij behaalde 26,9 procent van alle geldige stemmen. Toen de Oostenrijkse Volkspartij (ÖVP) in een coalitieregering stapte met de FPÖ leidde dat tot internationaal protest en Europese sancties. Toen er onenigheden ontstonden in de FPÖ, verliet Haider die partij en stichtte hij een nieuwe: de Bündnis Zukunft Österreich (BZÖ). De BZÖ haalde bij de verkiezingen in 2006 een bedroevende 4,1 procent van de stemmen. Haider trok zich terug in Karinthië, waar zijn machtbasis lag. In 2008 leek even een politieke wederopstanding in de maak toen de BZÖ tijdens nationale verkiezingen 11 procent van de stemmen haalde. In oktober 2008 kwam Haider evenwel om in een verkeersongeval doordat hij dronken achter het stuur kroop. Stefan Petzner volgde Haider op als partijleider. In een emotioneel radio-interview kort na Haiders overlijden vertelde Petzner dat hij tot zijn dood jarenlang de minnaar van Haider was. Het werd duidelijk dat de gevreesde politicus biseksueel was. Jörg Haider liet een vrouw en twee dochters achter. 4. Peter Mandelson Peter Mandelson is een invloedrijk politicus binnen de Britse Labour partij. Hij was verschillende keren minister in het Verenigd Koninkrijk onder zowel Tony Blair als Gordon Brown. In 1985 werd hij hoofd communicatie van de Britse sociaaldemocratische partij. Hij wordt gezien als één van de eerste spindoctors in Groot-Brittannië en kreeg daardoor de bijnaam “the Prince of Darkness”. In 1994 steunde hij Tony Blair toen die het opnam tegen Gordon Brown om de partij te leiden. Mandelson werd Blairs trouwe bondgenoot en was één van de architecten van de vernieuwingsoperatie van Labour die onder het nieuwe handelsmerk ‘New Labour’ naar de kiezer trok. In 1997 was hij campagneleider toen Labour een grote stembusoverwinning boekte. Tony Blair werd premier en Mandelson werd opgenomen in diens kabinet. Hij werd er verantwoordelijk voor het Millennium Dome-project (het grote evenementencomplex in Londen). Mandelson is een uiterst controversieel politicus. Hij moest twee keer ontslag nemen uit de regering door zaken van vermeende belangenvermenging. Een keer omdat hij een renteloze lening van 373.000 pond kreeg van partijgenoot Geoffrey Robinson, wiens handel en wandel door het
ministerie van Mandelson werd onderzocht. Een andere keer omdat hij druk had uitgeoefend op de minister van binnenlandse zaken om Srichand Hinduja te naturaliseren, een Indische zakenman en een belangrijke sponsor van de Millennium Dome. In 2000 deed Mandelson zijn comingout toen hij toeliet te worden gefotografeerd met zijn Braziliaanse vriend Reinaldo Avila da Silva. Van november 2004 tot oktober 2008 werd Mandelson EU-commissaris van Handel, een zware portefeuille. Ook in deze functie was hij niet onbesproken: zo onderhield hij privé-contacten met de Russische oligarch Oleg Deripaska, hoewel hij als commissaris verantwoordelijk was voor twee beslissingen tot vermindering van de toltarieven op aluminium, wat gunstig was voor Deripaska’s bedrijf. In 2008 kreeg Mandelson de adellijke titel baron waardoor hij lid werd van het Britse Hogerhuis. 5. Pim Fortuyn († 6 mei 2002) Pim Fortuyn was een omstreden Nederlands politicus. Hij had aanvankelijk communistische sympathieën. Fortuyn was een tijd lid van de sociaaldemocratische PvdA en later van de liberale VVD. Begin jaren 90 deed Fortuyn al zijn publieke coming-out. In de jaren 90 werd Fortuyn steeds politiek actiever. Zo was hij acht jaar lang columnist voor het weekblad Elsevier waarin hij de paarse kabinetten van toenmalig premier Wim Kok bekritiseerde. In 2001 sloot Fortuyn zich aan bij de pas opgerichte partij Leefbaar Nederland waar hij werd verkozen tot lijsttrekker voor de Nederlandse Tweede Kamerverkiezingen van 2002. In februari 2002 zorgde hij echter voor grote opschudding door in De Volkskrant de islam “een achterlijke cultuur” te noemen. Hij bepleitte in dat interview een streng vreemdelingenbeleid en toonde zich voorstander om de controles aan de Belgische en Duitse grenzen te herstellen. Hij werd daarop ontslagen als lijstrekker van Leefbaar Nederland en richtte zijn eigen politieke beweging op: Lijst Pim Fortuyn. Op 6 maart 2002 won Fortuyn nog de gemeenteraadsverkiezingen met de lokale partij Leefbaar Rotterdam waarvan hij lijsttrekker was. Leefbaar Rotterdam werd in één klap de grootste partij van de havenstad met 17 van de 45 zetels. Toen een paar dagen daarna actievoerders een taart in Fortuyns gezicht gooiden, ontstond er een discussie over de beveiliging van de politicus. In de aanloop van de Nederlandse Tweede Kamerverkiezingen (parlementsverkiezingen) van 15 mei 2002 werden er harde debatten gehouden waarin Fortuyn door zijn tegenstanders duivels werd afgeschilderd. Op 6 mei 2002 werd Fortuyn vermoord door een links-radicale milieuactivist. De verkiezingen gingen door en 1.614.801 Nederlanders stemden op Lijst Pim Fortuyn, waardoor de partij meteen de twee grootste werd van de Tweede Kamer. Thema’s die voorheen politiek incorrect waren, werden bespreekbaar. Verder werden bepaalde ideeën van Fortuyn door zijn vroegere tegenstanders overgenomen. Bovendien bleef de Nederlandse politiek verdeeld achter over thema’s als immigratie en integratie. Pim Fortuyns partij brokkelde stilaan af na zijn overlijden en werd uiteindelijk opgeheven.
Elio Di Rupo Wanneer we dit schrijven, is Elio Di Rupo nog preformateur. Of hij de nieuwe regering zal leiden, is dus nog niet zeker. Maar met Di Rupo zullen we toch enkele primeurs hebben: de eerste mannelijke openlijk homoseksuele regeringsleider, de eerste allochtoon van de 2de generatie in België om dit hoge ambt te bekleden. Hij zou ook de eerste Franstalige eerste minister zijn sinds socialist Edmond Luberton (19731974). Di Rupo, zoon van een Italiaans immigrant, was vicepremier en minister van Economie en Telecommunicatie toen mythomaan Olivier Trusgnach hem in 1996 beschuldigde een pedofiel te zijn. Jean-Luc Dehaene bleef hem in het Dutrouxtijdperk steunen en Di Rupo bleef minister. Di Rupo dacht in die periode aan zelfmoord, vertrouwde hij toe aan Paris Match in 2007. De affaire-Trusgnach sleurde Di Rupo uit de kast. Niet zo evident in 1996. Toenmalig CVP-voorzitter Marc Van Peel verklaarde “dat een homoseksuele minister kan, maar een liederlijke niet”. Ook nu is niet iedereen opgezet met een homoseksuele regeringsleider. Moslimextremisten stuurden in augustus via vtm doodsbedreigingen aan het adres van Elio Di Rupo. De brief opent met “in naam van Allah”, en dan staat er onder meer dat “in een toekomstig moslimland als België, geen homoseksueel premier mag worden”. Het eindigt met het dreigement dat “zondaar en homoseksueel Di Rupo zal sterven door het blanke zwaard”. In 1999 werd Di Rupo voorzitter van de Parti Socialiste. De 59-jarige oudgediende van de Waalse en Belgische politiek is nu de premier in spe. Timothy Junes
Elio Di Rupo
Dennis De Roover de magneet - 19
Een idee, grote vonk … en er was licht! Het scheppingsverhaal van Het Roze Huis door de verwekkers Het Roze Huis en café Den Draak zijn in september tien jaar open en de vzw Het Roze Huis bestaat een dikke vijftien jaar. Een prachtige dubbele verjaardag! Het Roze Huis is een ontmoetingspunt geworden in de Antwerpse wijk Zurenborg en een begrip in de Vlaamse holebiwereld. Toch was de oprichting van Het Roze Huis allesbehalve vanzelfsprekend. Alex Heijens, Denis Bouwen en Dennis De Brauwer waren erbij vanaf het prille begin: Alex was jarenlang secretaris, Denis was de eerste voorzitter van de vzw Het Roze Huis en Dennis was penningmeester en een grote drijvende kracht achter café Den Draak. Zij schreven het Genesis van Het Roze Huis en creëerden samen met vele anderen het Hof van Eden voor het Antwerpse holebiverenigingsleven…
We moeten wel het hele plaatje schetsen. Er bestonden al allerlei holebiverenigingen in Antwerpen. Je had ook het Gespreks- en Onthaalcentrum (GOC) dat een heel prominente rol speelde in de Vlaamse homobeweging. Na een glansrijke periode begon die organisatie echter wat weg te deemsteren. De holebiverenigingen van toen waren vervreemd van het GOC. Daardoor begon die organisatie een beetje rond haar eigen as te draaien. Het Antwerpse verenigingsleven bestond toen uit een allegaartje aan groepen die elkaar niet altijd konden uitstaan of niet altijd de beste vrienden waren. De verenigingen kenden elkaar amper en er was weinig sprake van samenwerking. Er ging allemaal weinig dynamiek van uit. Dennis De Brauwer: Het GOC had immers veel geëngageerde mensen
wel de eerste keer dat mensen met dat idee echt iets wilden doen. Uit die groep mensen zijn dus een aantal personen aan de slag gegaan met dat idee. In juni 1994 ontstond zo wat ik graag ‘de initiatiefgroep’ noem. Later zou uit die groep het project Het Roze Huis (HRH) voortkomen. Alex Heijens: Ik herinner me dat die initiatiefgroep voor het eerst bijeen kwam bij de Volkshogeschool ElkerIck. Via een vriend hoorde ik dat er in Antwerpen iets gaande was. Uit nieuwsgierigheid ben ik er naartoe gegaan en voor ik het wist, zat ik bij de groep die het idee van Het Roze Huis verder ging ontwikkelen. Dennis De Brauwer: Ik kwam erbij toen de statuten werden opgesteld. Mijn partner en ik waren van Gent naar Antwerpen verhuisd. Ik was in
vlnr Denis, Alex & Dennis
Denis Bouwen: De aanzet voor Het Roze Huis is gegeven tijdens de Roze Zaterdag van 1994 die in Antwerpen plaatsvond. Pour la petite histoire, we hebben toen een paardenkoets samen met de stoet door de stad gejaagd. Er zaten drie mensen in die koets: Inge Wallaert verkleed als non, Vic Mees verkleed als paus en ikzelf in de rol van kardinaal. Het was in de sfeer van die heel geslaagde Roze Zaterdag dat bij mij het idee rijpte: is het niet fantastisch dat we op zo’n manier homoseksualiteit in de stad zichtbaar kunnen maken, terwijl er de rest van het jaar in de stad maar weinig gebeurt?
20 - de magneet
onder zich maar zij hadden een afkeer van het GOC gekregen wegens de koers die de organisatie was gaan varen. Een hoop geëngageerde mensen stond opeens in de leegte. Ze riepen dat er iets moest gebeuren. Initiatiefgroep Denis Bouwen: Het besef dat in een stad als Antwerpen, toch de op één na grootste stad van België, meer mogelijk was als homobeweging, spoorde mij aan tot actie. Ik heb toen een achttal mensen bij mij thuis in Mortsel samengeroepen. Was ik de eerste met dat idee? Wellicht niet! Maar het was
Gent actief geweest in verschillende holebiverenigingen en wou mijn ervaring in Antwerpen gebruiken. Het was een verbijsterende ervaring om te zien hoe weinig initiatieven er hier waren. In Gent besefte de homobeweging toen al dat ze een satelliet moesten uitbouwen. Er was daar meer sprake van clustervorming. In Antwerpen was nog niet iedereen zover. Toen ik mijn tentakels hier uitstak, vernam ik dat er een initiatiefgroep bestond. Daar waren de geesten zo gerijpt dat men ervan overtuigd was dat er actie moest worden ondernomen. We moesten een centraal cultureel centrum creëren voor
de holebibeweging in al haar facetten. In het begin werd dat heel rudimentair verwoord. We zeiden: “Zo’n centrum moet een bindmiddel zijn om verenigingen samen te brengen.” We zijn dan gaan nadenken over het concept. Op één van onze vergaderingen hebben we lang nagedacht: hoe moet zo een centrum er uitzien? Waar moet het liggen? Wie heeft de leiding? Gaan we er een café in steken? Gaan we er een bibliotheek in inrichten? Zullen we zelf activiteiten organiseren? Het was als een lege doos die we gingen opvullen. We moesten statuten uitschrijven en toen is de vzw ontstaan. Vereniging zonder winstoogmerk Denis Bouwen: In juni 1995 is de vzw Het Roze Huis officieel opgericht. Dennis De Brauwer: We hebben toen onze eigen leden ingelicht: we wilden een duidelijke, doorzichtige structuur, mensen mogen niet vasthouden aan hun macht, er moest een hele waaier aan activiteiten worden ontplooid enzovoort. Bij de oprichting van de vzw waren we bijzonder ambitieus. Het solidariteitsbeginsel, het gevoel van de jaren 60, is zeer duidelijk in de statuten vervat: “Alle groeperingen moeten deel kunnen uitmaken van Het Roze Huis.” Er is ook een hele lange discussie geweest over individuele ledendeelgenoten. Dat waren mensen die geen zin hadden om zich aan te sluiten bij een vereniging maar toch een engagement wouden tonen. Het toelaten van individuen was een moeilijke evenwichtsoefening, want we lieten daarnaast ook verenigingen toe die misschien vijftig mensen groepeerden. We hebben ons afgevraagd hoe de stemverhoudingen daartussen moesten worden verdeeld. Alex Heijens: De statuten zijn eigenlijk in de voorbije vijftien jaar nauwelijks veranderd, wat toch een verdienste is van wie ze heeft geschreven. Er zijn alleen kleine aanpassingen geweest. Ik kan het weten, want ik was zelf jarenlang secretaris. Monsterhuis in minibakstenen Alex Heijens: In de beginjaren moesten we uiteraard geld inzamelen om ons project te kunnen realiseren. Je kan wel zeggen dat je ‘een centrum
wil waar iedereen bijeen kan komen’, maar dan heb je een gebouw nodig. De eerste jaren waren boeiend maar ook heel frustrerend. Dennis De Brauwer: We mogen daar wel fier op zijn. Ik heb de twee heren hier naast mij leren kennen door dag en nacht fuiven te organiseren. Je mag gerust spreken van pionierswerk. We organiseerden minstens zes keer per jaar fuiven. Die fuiven waren een schot in de roos en brachten vele duizenden oude franken op. Alex Heijens: Er waren tal van initiatieven. Wij organiseerden bijvoorbeeld ook klassieke concerten in het Antwerpse Rubenianum. We hadden ook het idee om een huis te bouwen met kleine bakstenen die we verkochten. Is dat huis eigenlijk ooit afgeraakt? Denis Bouwen: Dat laatste idee kwam vermoedelijk van Mark Dillen. Mark had een plaat waarop we roze baksteentjes lijmden naarmate we die konden verkopen. Zo’n baksteen kostte 100 frank, geloof ik. De verkoop van die dingen liep iets moeilijker dan verhoopt. (lacht) Alex Heijens: Het was ook een monster van een huis. Denis Bouwen: Wat Dennis zegt over die fuiven is waar. We hebben daar enorm veel bekendheid mee gekregen. Onze fuifaffiches waren vaak pareltjes. Bij ons bestond echter het naïeve idee dat we met die inkomsten na verloop van tijd wel genoeg geld zouden vergaren om een huis te kopen. Dat was natuurlijk niet het geval. Woestijnjaren Dennis De Brauwer: De eerste jaren waren zeer moeilijk omdat je veel mensen had die vlug opbrandden. In het begin waren ze heel enthousiast. Toen bleek dat de politiek nog niet mee was, er nog geen pand was en we ons wat moesten inhouden, haakten ze af. Gelukkig waren er altijd doorzetters zoals Denis, Alex, onze overleden ondervoorzitter Jan Denissen, … Denis Bouwen: Jij ook. Dennis De Brauwer: We kwamen iedere week samen bij de mensen thuis.
Alex Heijens: Nu hebben we een vast secretariaat maar in de beginjaren was dat wel anders. In het tweede jaar dat de vzw bestond, werd ik secretaris. Van mobiele telefoons was er nog geen sprake, mensen hadden vooral een vaste lijn. Wie naar ons vast nummer belde, kwam terecht bij mijn ouders. Ik woonde toen nog thuis maar mijn ouders wisten nog niet dat ik homo was. Mijn moeder nam uiteraard al die telefoons op: dat was geen gemakkelijke periode. Als je naar buiten treedt, verwachten mensen ook iets. Je werd geconfronteerd met allerlei telefoontjes waar je niet echt een antwoord op had. Nu zou je zeggen: “bel me even op mijn gsm” maar dat bestond toen nog niet. Zodra mijn moeder wist dat ik homo ben, gebruikte ik haar als mijn persoonlijke secretaresse om de telefoons op te nemen. Ze wilde dan ook op de hoogte zijn van alles wat er gaande was met HRH, zodat ze de oproepen kon beantwoorden. Zo raakten mijn ouders persoonlijk betrokken. Dennis De Brauwer: Ik wil niet oud klinken maar ik denk dat zoiets nu nét niet meer mogelijk is. We moesten werken zonder een centrale infrastructuur: geen secretariaat, geen gsm, … Op mijn vorig werk maakte ik clandestien honderden fotokopijen van verslagen voor HRH. (Denis lacht) Alex Heijens: En ik zat thuis dus De Magneet te vouwen hé. Na verloop van tijd was dat niet meer doenbaar. (lacht) Denis Bouwen: Die eerste vijf tot zes jaar zou ik haast onze woestijnjaren noemen. Qua initiatieven zijn er uit die jaren prachtige zaken voortgekomen en - dit kan nu misschien dramatisch klinken - maar ikzelf heb er toen werkelijk slapeloze nachten aan overgehouden. Soms zat ik echt in de put omdat je een idee wou realiseren en je verder wilde staan dan waar je op dat moment stond. Huizenjacht Dennis De Brauwer: We wisten dat we op een bepaald moment iets moesten realiseren, een springplank vinden. Het cynisme over HRH begon hard toe te slaan. We hebben naarstig gezocht naar een geschikt pand. Ik weet nog goed dat we in Hoboken ooit een de magneet - 21
oud dierenasiel zijn gaan bezoeken. Een dierenasiel met kennels: dat vonden we wel leuk, misschien kon dat ook de leermannen aanspreken. We gingen daar ver in. (Denis lacht) Maar de stad wilde daar niet in meegaan. Alex Heijens: Tussen het dierenasiel en het moment dat we de huidige locatie vonden, zijn we nog tal van andere gebouwen gaan bekijken. Enkele voorbeelden: een vroegere bank op de Paardenmarkt, een school in de buurt van het oude justitiepaleis en het gebouw waar nu de Modenatie is. Denis Bouwen: We hielden onze ogen goed open en soms zagen we gebouwen waarvan we wisten of vermoedden dat ze tot het stadspatrimonium behoorden. We spraken dan de stad aan maar die had altijd wel een goede reden om het gebouw niet toe te kennen. Politieke doorbraak Denis Bouwen: De stad heeft zich in het begin heel afwachtend opgesteld. Toen we voor het eerst naar ’t Schoon Verdiep trokken om ons project te verdedigen, werd het woord ‘homo’ daar nauwelijks uitgesproken. Homobeleid bestond toen niet in de politieke geesten. Om onze geloofwaardigheid te vergroten hebben wij op de Antwerpse homofuiven een soort van niet-wetenschappelijke enquête gehouden waaruit dan niet geheel onverwacht - bleek dat de fuifbezoekers het idee van een gemeenschappelijk huis wel genegen waren. Zo hebben we ons project proberen te verantwoorden. We zijn door de jaren heen het stadsbestuur altijd blijven bestoken met onze ideeën en argumenten. We onderhielden contacten met burgemeester Leona Detiège, Patsy Sörensen, Marc Wellens en Mieke Vogels. Op een bepaald moment bleek toenmalig schepen van Sociale Zaken Marc Wellens (CD&V) echt bereid in de portemonnee te tasten. Mijn vriend Ludwig heeft toen het pand Den Draak gezien op de Draakplaats. Een particulier bood het pand te koop aan voor zo’n 6,4 miljoen frank. Ik heb toen als voorzitter met gierende zenuwen een fax gestuurd naar Marc Wellens. De schepen bleek gelukkig bereid om de aankoop te onderzoeken. Wellens heeft het er toen doorgedrukt dat de 22 - de magneet
stad Antwerpen het pand kocht. Het gebouw werd daarna in concessie gegeven aan de vzw Het Roze Huis. FC Dragon Dennis De Brauwer: Het Roze Huis is echter geen cadeau dat we zomaar hebben gekregen van de stad Antwerpen. Daar mag geen misverstand over bestaan! De vzw heeft er zelf ook een kleine twee miljoen Belgische frank in gestoken om het te renoveren. Het huis was immers verkommerd. Ik heb destijds samen met een stadsambtenaar een staat en boedelbeschrijving opgesteld. Alex Heijens: Hier op zolder stonden drie muren waar je maar tegen moest duwen om ze te doen omvallen. Dennis De Brauwer: De vloer moest worden schoongemaakt, de elektriciteit was aan vernieuwing toe, de hele kelder moest worden leeggehaald, er stroomde water binnen, de ramen moesten worden vernieuwd, …We moesten haast met niets beginnen. Denis Bouwen: Voor café Den Draak er kwam, heette het café FC Dragon. Het was het stamcafé van een motorclub die neigde naar de Hell’s Angels. Op het raam hing hun logo met een gevaarlijk ogende draak erin. Dennis De Brauwer: Er hingen hier foto’s van blote vrouwen op motorfietsen. Denis Bouwen: Die hebben we meteen buiten gekieperd. (Dennis lacht) Werkkampen Dennis De Brauwer: In 1999 kregen we het gebouw toegewezen. We hebben in de zomer van 1999 een ‘afbraakmoment’ gehad. We slaagden erin om een internationaal werkkamp te organiseren. Met de hulp van Via. De vzw Via organiseert interculturele uitwisselingen via vrijwilligerswerk. We stapten bij Via in de Draakstraat binnen en zeiden: “we hebben hier een fantastisch project maar we moeten nog heel de kelder leeghalen.” Denis Bouwen: Via publiceerde telkens onze oproep via hun kanalen. Daar zijn mensen op afgekomen uit de hele wereld: Amerika, Israël, Oekraïne, Kroatië, Italië, Spanje, Duitsland, Frankrijk, Nederland, Engeland
enzovoort. We spreken dan vooral over hetero’s en holebi’s die hun comingout nog niet hadden gedaan. Het was trouwens lastig om mensen uit Antwerpen aan te trekken om hier te komen werken. Dennis De Brauwer: We hebben geprobeerd maar werden wederom geconfronteerd met het cynisme dat misschien wel eigen is aan de Antwerpenaren. Er kwamen vooral Antwerpenaren kijken en commentaar te leveren. Alex Heijens: Na die afbraak zijn we meteen gaan opbouwen met de hulp van een aannemer en een architect. We moesten uiteraard ook betaalde vaklui inschakelen voor het werk dat we niet zelf konden doen. Denis Bouwen: De stad heeft uiteraard ook geld in die renovatie gestoken maar de grootste inspanning is geleverd door vrijwilligers. Wij hebben ook sponsoring uit bedrijven gezocht. In mijn geval was dat heel moeilijk. Elke keer dat je een bedrijf aansprak, deed je ook impliciet je coming-out bij de mensen die je er kende. Ik denk dat we op die manier toch aan meer dan één miljoen oude Belgische franken zijn gekomen. Alex Heijens: In de zomer van 2000 vond het tweede internationale werkkamp plaats. We moesten toen alles schilderen en afwerken. Uiteindelijk hebben we alles op anderhalf jaar gerealiseerd, behalve de zolderverdieping. Openingsfeest Denis Bouwen: In het weekend van 23 en 24 september 2000 was er het openingsfeest. Een Antwerpse Kung Fu-vereniging kwam een symbolische drakendans opvoeren bij de onthulling van de naam van het café: Den Draak. Er daagde veel volk op en we hadden prachtig weer. Het was een erg
begeesterend moment.” Alex Heijens: Het was echt een fantastisch weekend maar iedereen zat op zijn tandvlees. Je moet begrijpen: ook voor het openingsweekend werkten we met vrijwilligers. Maar in het begin had café Den Draak geen sluitingsuren. We voerden snel sluitingsuren in, want we waren na één week al onze vrijwillige barmedewerkers kwijt. Ze deden tijdens het openingsweekend natuurlijk nachten door. Dennis De Brauwer: Alex was ook een stille getuige van onhoudbare toestanden. Er stond bijvoorbeeld een vrijwilliger achter de toog die niet wist hoe hij een pint moest tappen. Liters bier zijn hier door de goot gegaan. Vanuit een puur economisch standpunt is er dus waanzinnig verspild. Het heeft wat maanden gekost om daar wat professionalisme in te krijgen. Na een paar maanden werd er een tapcursus georganiseerd.
Meteen na het openingsweekend bleek Het Roze Huis goed verankerd te raken in de Zurenborg-wijk. Strategisch bekeken was deze buurt een schitterende keuze. De Zurenborg was en is toch vrij alternatief, waardoor we ontzettend worden gedragen door de buurt. Ze hebben hier even de kat uit de boom gekeken maar hebben heel snel de meerwaarde van HRH ingezien. Denis Bouwen: Het neerstrijken van café Den Draak en HRH op dit plein, heeft ook een gunstig effect gehad op de Draakplaats. Op ons plein gebeurde voordien niet al te veel. Kort voor de opening van Den Draak werd het plein volledig heraangelegd, wat HRH gunstig uitkwam want we kregen ruimte voor een groot terras: daarvoor was er een heel smal verhoogd voetbad. Het plein was een kasseienvlakte waar auto’s elkaar kris kras voorbijreden. Volgens mij is café Den Draak toch een katalysator geweest voor de andere horecazaken die hier nadien zijn geopend.
Verjaardagswensen De Magneet: Het Roze Huis is nu vijftien jaar oud en tien jaar open. Wat wensen jullie HRH toe voor de toekomst? Denis Bouwen: Ik hoop dat Het Roze Huis ook in de toekomst de oprichting van nieuwe holebi-initiatieven zal in de hand werken. Dat was een belangrijke doelstelling vanaf het begin. Hopelijk ontstaan er nog veel synergie-effecten tussen de diverse verenigingen. Dennis De Brauwer: Ik wens dat het bestuur altijd integer zal blijven en de doelstellingen van HRH voor ogen zal blijven houden. Alex Heijens: Aansluitend op de twee andere wensen, hoop ik dat HRH zal blijven leven naar de geest van zijn oorspronkelijke statuten. Dennis De Roover
Foto’s uit de oude doos de magneet - 23
Rondleiding in Mechelen Vrouwen aan de macht!
Toen bij de onderwerpverdeling van deze editie van ons tijdschrift werd beslist dat ik mocht schrijven over het uitgangsleven in Mechelen, was ik dolgelukkig. Een reportage maken over uitgaan, een terraske doen, praatje maken en mensen leren kennen,…dat was nu eens helemaal mijn ding. Vertrek 3pm Mechelen is voor mij wel altijd een beetje de onbekende grijze zone geweest tussen Antwerpen en Brussel, dus om goed voorbereid aan mijn zoektocht naar de Mechelse hotspots en de notspots te beginnen, besloot ik enig opzoekingswerk te doen. Al snel kwam ik erachter dat het Mechelse
de maand is er een samenkomst in de Metteko aan de Zakstraat in Mechelen. Dit in het achterhoofd en een stadsplan in mijn rugzak stap ik de wagen in en rij de E19 op. De afslag MechelenNoord is de mijne. Ik word in de zomerzon meteen begroet door de Sint-Romboutstoren en beslis haar dan ook als uitvalsbasis te nemen bij het vervolgen van mijn tocht. Het is 17u en dus nog veel te vroeg om me al in het uitgaansleven te storten. Ik besluit mijn intellectuele zelf nog enigszins te voeden en begeef me richting boekhandel De Zondvloed. Voor wie houdt van boeken, boeken en nog eens boeken moet daar echt
koos de middag uit om net als ik even de sfeer op te snuiven van literatuur met een vleugje koffiebonen en zo de wereld even te ontvluchten. We praten wat over Jana’s voorliefde voor Japanse keuken, haar passies voor literatuur theater en muziek. Jana is wel thuis in Mechelen en mijn ideale partner in crime om het Mechelse nachtleven te leren kennen, maar eerst iets eten. Het is zomer en dus mag het wel eens iets zuiderser. Jana kent een goed Marokkaans restaurant aan de Vismarkt waar je voor een 25 euro heerlijk kan eten. Ronda is bovendien gelegen in het centrum van het Mechelse nachtleven aan de Vismarkt, er is dus niet veel nodig om me te overtuigen mee te gaan. De Vismarkt toont zich al een groot dorp. Tal van bars en cafés, rustig om gewoon iets te drinken, of iets ruiger. Jana vertelt me dat dit toch wel the place to be is van Mechelen. Perfect, denk ik bij mezelf, dan moet ik hier dus zijn. Wanneer ik Jana vraag waar zich de holebi-scene van Mechelen afspeelt, is ze kort en bondig: overal en nergens. Mechelen heeft HWLM en SWATT, maar echte holebi-cafés zijn er niet. Rond de Vismarkt hangt wel een sfeer van verdraagzaamheid als je wil, en dat voel je ook. Iedereen is er welkom, homo of hetero, maar toch...
verenigingslandschap gekenmerkt wordt door twee hoofdrolspelers: HWLM of voluit Homo- Lesbienne Werking Mechelen en SWATT. Waar HWLM zich richt tot alle leeftijdsgroepen, beperkt SWATT zich eerder tot holebi’s onder de dertig. Beide organiseren met de regelmaat van de klok tal van activiteiten, en bovendien, ze staan alletwee in voor regelmatige bijeenkomsten onder de vorm van een praatcafé, mijn aandacht is aangewakkerd. Voor het praatcafé van HWLM kan ik elke vrijdag terecht in de Hanswijkstraat, SWATT doet het iets minder frequent, één avond in 24 - de magneet
naartoe. Het aanbod is immens! Bovendien kan je er op een vrije namiddag, maar evengoed tussen de middag of voor je aan je werkdag begint, genieten van een tas koffie of een kom thee. De ontmoeting Ik bestel een expresso en zit wat rond te kijken. Aan een tafeltje naast me zit een enthousiaste jonge vrouw gepassioneerd in een boek te bladeren. Jana Kerremans is haar naam. Jana blijkt 26, werkt in de culturele sector en is een fiere lesbische mama met partner en een dochter van bijna drie jaar. Ze
Planet@Mille Na onze couscous te hebben verorberd begeven we ons richting café de Mille. Een club met industriële look. We bestellen een glaasje wijn. Jana vertrouwt me toe dat er toch wel nood bestond aan een soort van identificatie-fuif, open voor iedereen, maar toch meer gericht naar een publiek van iets oudere vrouwen. Voor wie zijn gading niet meer vindt bij SWATT, zeg maar. Omdat ze samen met haar lief een dochter heeft rondlopen, werd uitgaan minder evident, maar de nood aan dat verkwikkende stapje in de wereld zetten bleef, dus is ze samen met vier vriendinnen gaan brainstormen. Resultaat is een fuif die een paar keer per jaar wordt georganiseerd op de Pplace m’a tu vu van Mechelen in het waanzinnige kader van de Mille.
In Antwerpen worden in de Red & Blue op zondagavond Café de Lovefuiven georganiseerd, gericht naar de werkende vrouw, die zondagavond op een redelijk uur al kan komen fuiven, en die dus geen zondagmorgen kwijtspeelt aan een kater, maar ook op maandagochtend niet te kampen krijgt met een zwaar hoofd. Zoiets bestond in Mechelen nog niet en voor de meisjes was dit echt het gat in de markt! Inspiratie voor de benaming gingen de vriendinnen zoeken bij de tv-reeks The L Word, over het leven van een aantal lesbische vrouwen in hedendaags Los Angeles. Omdat een fuif als deze uniek was in Mechelen, wilden de dames wat naam geven, met de bedoeling een ankerpunt te scheppen, een herkenbaarheid, ook al zou de The Planet@de Mille geen permanent open bar worden zoals The Planet in de serie. Op The Planet@Mille is iedereen welkom, ze hanteren bijvoorbeeld ook geen dresscode. Wél willen de vrouwen met hun fuiven een stijlvol een persoonlijk karakter uitstralen. “Vrouwen, dat is sexyness. En drinken en eten is ook sexy”, zegt Jana. Vandaar er voor gekozen werd iedere editie
met iets fijns voor de smaakpapillen voor de dag te komen, een drankje, een zoetigheid, noem maar op, maar telkens een verrassing. De eigenheid van de fuiven wordt zeker en vast onderstreept door de locatie, café Mille. De vier organiserende dames zorgen altijd voor een persoonlijke ontvangst en verzorgen ook steeds een lekkere versnapering die wordt rondgedeeld. De Girl power komt dan weer van vrouwelijke dj’s als Karolien Debecker (MNM).
anderzijds, wat is er mooier dan dat iedereen gewoon met mekaar zichzelf kan zijn?! En voor de sexy ladies, maar ook voor iedereen anders, die toch zin heeft om een compleet ongeneerd zijn of haar ding te doen: 12 september @ de Mille! Hendrik De Clerck
Jana geeft me ook meteen een flyer mee voor de volgende editie, 12 september. Erg stijlvol. Ware het niet dat ik dan een vakantie heb gepland, ik zou sterk overwegen mijn Antwerpse roots achter te laten en naar Mechelen te komen voor dit evenement. Afscheid Het is onderhand de klok van twaalven ver voorbij en de vermoeidheid neemt het toch van me over, de Onze Lieve Vrouwentoren roept. Ik neem afscheid van Jana en zet mijn koers terug naar ‘t Stad. Ik heb werkelijk genoten van mijn trip. Mechelen is een stad open voor iedereen, met gezellige warme mensen. Misschien is er wel nood aan meer gay & lesbian meetingspots: cafés waar je altijd jezelf kan zijn, maar
Roze soep ‘à La Maison Rose’ Het Roze Huis schitterde tijdens het Bollekesfeest in Antwerpen met een roze soep. De vrijwilligers en medewerkers van Het Roze Huis dongen mee voor de titel van De Soep van ‘t Stad. Was je er niet bij en wil je van de soep proeven? Maak ze dan zelf! Roze soep Ingrediënten: 2-3 rauwe bieten / 1 limoen (sap) / 1 tl gemalen komijn 1 tl gemalen koriander / 1,5 l hete kippen- of groenteboullion / 2 lenteuien, in de lengte doormidden gesneden / 2,5 dl zure room / zout en peper Bereiding: 1. Groentenbouillon / 2. Knalroze soep Verwarm de oven voor op 200 graden. Wikkel de bieten elk apart in aluminiumfolie en pof ze 1 tot 1,5 uur tot ze gaar zijn. Laat ze daarna even afkoelen. Trek afwashandschoenen aan en pel de bieten. Snijd ze in stukken. Doe deze samen met het limoensap, de komijn en koriander in je keukenmachine en pureer ze terwijl je door de opening langzaamaan de bouillion er bij giet. Proef of er peper/zout bij moet en giet dan over in een kan. Doe de uitjes erbij, laat helemaal afkoelen en bewaar met plastic folie erover nog maximaal 3 dagen in de koelkast. Haal hem er vlak voordat je wil eten uit en verwijder de lenteuitjes. Doe de soep in de keukenmachine en giet de room erbij (niet meteen alles maar in etappes).
de magneet - 25
Seksuele voorkeur patiënt is vaak onbekend bij huisarts Gezondheidsconsulent Leon Cools merkt groot gebrek aan kennis Huisartsen en andere zorgverleners weten vaak niet dat hun patiënten of cliënten homo- of biseksueel zijn. Veel mensen hebben ook geen zin of zijn bang om een arts te informeren over hun andere seksuele voorkeur. Gezondheidsconsulent Leon Cools roept holebi’s op om toch meer openheid en fierheid aan de dag te leggen. “Je bewijst daar niet alleen de arts maar ook jezelf een grote dienst mee”, zegt hij. Voor bewoners van Zurenborg, de Antwerpse wijk waar ook Het Roze Huis ligt, is Leon Cools geen onbekende. Meer dan twintig jaar lang runde hij in de wijk de populaire natuurvoedingswinkel ’t Kleine Beertje. Hij opende zijn zaak in 1987. In augustus 2009 vond hij een overnemer voor de winkel en concentreerde hij zich volop op zijn nieuw beroep: gezondheidsconsulent of gezondheidsbegeleider. “Gezondheidsconsulent word je niet zomaar”, vertelt Leon. “Ik studeerde vier jaar lang aan De Levensschool in Tongerlo om het diploma te kunnen behalen. In mijn nieuwe job geef ik elke dag voetmassages aan cliënten. Ik geef ook voedingsadvies, leer mensen werken met Bachbloesems en voer gesprekken met cliënten.” Alleen al in de provincie Antwerpen zijn er toch al zo’n 40 gezondheidsconsulenten officieel aan de slag. “We hebben zelfs een eigen beroepsvereniging die over de kwaliteit moet waken.” In het kader van zijn studie maakte Leon een eindwerk over de relatie tussen holebi’s en hun huisarts of zorgverlener. ‘Help! Holebi’s in de wachtkamer. Een onderzoek naar de relatie tussen homoseksuelen en zorgverleners’ heet het eindwerk voluit. “Tijdens mijn studie merkte ik dat medestudenten erg volwassen reageerden als ze hoorden dat ik op mannen viel. Maar ik was wel één van de weinigen op de school die openlijk homoseksueel waren. Dat vond ik toch raar. Er heerste een heel open klimaat, en toch kwam bijna niemand uit voor zijn of haar homoseksualiteit. Zo groeide ook mijn vermoeden dat er 26 - de magneet
bij huisartsen en zorgverleners ook nog veel werk aan de winkel was.” Minder complexen Leon Cools hoopt dat holebi’s minder gecomplexeerd zullen worden wanneer ze in de wacht- of spreekkamer belanden. “Als je open bent over je seksuele voorkeur, maak je de situatie voor jezelf een stuk eenvoudiger. Bovendien is het belangrijk dat zorgverleners meer en meer merken dat heel wat van hun patiënten homoseksueel zijn. Op die manier zullen ze vragen en problemen minder bagatelliseren. Als we met zijn allen opener worden, zullen we veel onwetendheid wegnemen en vooroordelen tegengaan. Toegegeven, het is niet altijd simpel. Zo begon ik zelf ook te stotteren toen ik een lezing moest geven over homoseksualiteit. Coming-out is en blijft een permanent proces.”
patiënten en cliënten. Daarnaast had ik interviews met professionals als artsen, verpleegkundigen en medewerkers uit de jeugdzorg. Er zat zelfs een homoseksuele hersenspecialist bij.” “In de zorgsector is er tegenwoordig al veel openheid rond homoseksualiteit. Een positieve vaststelling. Maar veel professionals kennen nauwelijks of geen mensen die homoseksueel zijn. Ze hebben eigenlijk informatie nodig maar willen dat niet zo graag gezegd hebben.
Aanvankelijk speelde Leon met het idee om op eigen houtje een onderzoek op te zetten. Maar dat bleek te hoog gegrepen. Gelukkig kon hij terugvallen op het al bestaande ‘Zzzipp’onderzoek dat heel wat cijfermateriaal bevatte. “Die cijfers sloten goed aan bij mijn eindwerk. Zelf voerde ik gesprekken met heel wat mensen, mannen en vrouwen van uiteenlopende leeftijden. Ik praatte vooral met Leon Cools: “Veel professionals uit de zorgsector hebben informatie over homoseksualiteit nodig maar willen dat niet zo graag gezegd hebben.”
Wanneer een huisarts met openlijke homo’s geconfronteerd wordt, gaat het vaak om mensen met hepatitis, hiv of andere seksueel overdraagbare aandoeningen. Homo Modaal heeft op dat vlak minder problemen en vertelt ook niet zo snel dat hij homoseksueel is.” Cijfers Uit de beschikbare cijfers blijkt dat maar liefst 40 procent van de patiënten zijn homoseksuele geaardheid verborgen houdt voor de huisarts. Bij jongeren beneden de 27 jaar vertelt maar 43,1 procent aan de huisarts dat hij of zij homo- of biseksueel is. In die groep stelde driekwart nog nooit een vraag over seksualiteit aan een professionele hulpverlener. “Veel patiënten onthullen niet graag aan hun huisarts dat ze homoseksueel zijn”, bevestigt Leon. “Ouderen blijken op dit punt soms verder te staan dan jongeren. Eén van de verklaringen daarvoor is dat het contact met de huisarts in de loop der jaren veranderd is. In een niet al te ver verleden was de huisarts een echte vertrouwenspersoon die vaak huisbezoeken aflegde. Tegenwoordig zien mensen hun huisarts meestal in de spreekkamer, waar een gemiddelde consultatie tien tot twaalf minuten duurt. Heel wat mensen zijn bovendien geneigd om medische informatie te zoeken op het anonieme internet.” Gemiddeld verstrijkt er zo’n vier jaar tussen het besef dat je homoseksueel bent en een coming-out in bredere kring. “Tijdens die periode spreek je misschien met vrienden en kennissen over je seksuele voorkeur, maar zeker niet met een officieel iemand als een arts.” Coming-out Zeker tijdens de coming-outfase blijven heel wat patiënten in de kou staan omdat ze bij de huisarts niet het achterste van hun tong laten zien, denkt Leon. “Deze mensen hebben wel wat morele steun aan de openlijke homoseksuelen die ze kennen uit de media.” Jongeren die met hun coming-out worstelen, beginnen soms opvallend slecht te presteren op school. Ze worden onhandelbaar of trekken zich
terug in hun eigen wereldje. Terwijl ze voordien juist erg open en toegankelijk waren. “Zorgverleners zouden zoiets beter moeten kunnen oppikken om erop in te spelen. Soms laten ze geweldige kansen liggen. Natuurlijk is het veel gemakkelijker om aan een depressieve jongere medicatie voor te schrijven dan om te proberen de spaakgelopen dialoog tussen ouders en kind weer op gang te krijgen.” Artsen en andere zorgverleners onderschatten volgens de gezondheidsconsulent ‘het probleem’. “Zij bouwen veel te weinig specifieke kennis rond holebi’s op. Als ze dan toch horen of ervaren dat iemand homoseksueel is, gebeurt dat dikwijls wanneer de patiënt hiv of een andere soa heeft of wanneer hij kampt met gevoelens van depressiviteit. De enige homo’s die ze verder kennen, zijn de relnichten van de gay prides die de media zo graag opvoeren. Zo ontstaat een sterk vertekend beeld waarin de ‘gewone’ homo of lesbienne compleet ontbreekt.” Volgens Leon denken veel artsen op basis van hun jarenlange opleiding dat ze het allemaal prima weten en dat ze geen extra informatie nodig hebben. “Mijn medecursisten op school waren ervan overtuigd dat ze ‘het probleem’ perfect konden aanvoelen. Als je dan bijvoorbeeld over holebiouderschap begon te praten, bleek hoeveel misverstanden en verkeerde opvattingen er nog leefden.” Bij de overheid groeide ondertussen het besef dat er in de gezondheidszorg nog veel kennis ontbreekt over de noden van holebi’s. “Gelukkig zijn ze nu gezondheidscentra aan het ontwikkelen die specifiek moeten inspelen op vragen van holebi’s. Hierdoor zal het gebrek aan kennis zeker voor een stuk kunnen worden opgevuld. Eén van de nieuwe centra zal trouwens in Antwerpen worden uitgebouwd.”
“Oudere holebi’s voelen zich erg kwetsbaar. Als ze in een rusthuis verblijven en daar verzorgd worden door een diepgelovige christen of moslim, zullen ze wel uitkijken voor ze iets zeggen over hun seksuele geaardheid, uit schrik daarna slechter te worden behandeld. In het kader van mijn interviews ging ik trouwens op bezoek bij een grote voorvechter uit de Antwerpse en Vlaamse homobeweging die nu in een rusthuis woont. Die man stelde zich bewust discreet op, ook al kreeg het personeel in de gaten dat hij wel érg vaak bezocht werd door mannenstellen.” Leon zou de bevindingen uit zijn eindwerk graag ruimer bekendmaken in de zorgsector. “Alleen weet ik nog niet goed hoe. Ik zal zeker een voordracht geven aan mijn collegagezondheidsconsulenten. Daarnaast zou ik ook graag een lezing geven aan huisartsen, maar dat lijkt vooralsnog niet te lukken. In rusthuizen bereik je vooral personeelsleden die al niet zo’n drama maken van homoseksualiteit, terwijl de anderen juist weg blijven. Laten we ook niet vergeten dat er nog wel degelijk artsen en hulpverleners zijn die ronduit negatief denken over homoseksualiteit. Zelfs nu.” De gezondheidsconsulent zou het toejuichen als er een publiek toegankelijke lijst zou komen met informatie over holebi-vriendelijke zorgverleners. “In Nederland bestaat zoiets al. Wie bij ons een holebi vriendelijke zorgverlener wil vinden, moet nog altijd passeren via de Holebifoon.” Denis Bouwen
Rusthuizen In rust- en verzorgingstehuizen is volgens Leon ook nog veel werk te verrichten. Een vaststelling die hij deed door deel te nemen aan de activiteiten van Janus, het seniorenproject bij Het Roze Huis. De mensen achter Janus geven onder meer vorming in rusthuizen. de magneet - 27
De eerste nationaal geoute man van Nigeria Bisi Alimi, acteur en mensenrechtenactivist Bisi Alimi is in België niet zo bekend, in Nigeria des te meer. In 2004 verwierf hij er nationale beruchtheid toen hij de eerste homoseksuele man werd die zich op de Nigeriaanse televisie liet interviewen. Eerder waren er al geruchten over zijn seksualiteit toen de schoolkrant van de universiteit waar hij studeerde hem outte. Zijn nationale comingout zorgde voor heel wat ophef en dwong Bisi uiteindelijk om Nigeria te verlaten. Momenteel woont Bisi in Londen waar hij nog studeert. Toen hij tijdens de afgelopen Belgian Pride ons land bezocht, was dat een uitgelezen kans voor De Magneet om hem te interviewen. We ontmoeten hem bij het Brusselse Regenbooghuis waar hij in alle rust zijn levensverhaal kan vertellen. Bisi Alimi is geboren in 1975 in Mushin, een buitenwijk van Lagos. Hij had het geluk op te groeien in een welgesteld gezin. Bisi besefte rond zijn negen jaar al dat hij anders was dan de andere jongens: “Er werden op de lagere school verschillende culturele activiteiten gegeven. Ik was toen de enige jongen die deelnam aan het dansen en acteren.” Bisi had het op jonge leeftijd moeilijk met zijn gevoelens voor jongens maar op de middelbare school belandde hij op een jongensschool en ontmoette hij andere jongens die zich ook aangetrokken voelden tot hetzelfde geslacht: “Het klikte meteen en we werden goede vrienden. In de laatste jaren van de middelbare school gingen we voor het eerst naar een homofuif.” Toen Bisi 16 jaar was, verloor zijn vader zijn werk. Alleen zijn moeder werkte toen nog. Bisi’s broers en zussen gingen werken om het gezin te onderhouden. Ook Bisi begon te werken toen hij 18 was. Acteursambities Bisi wou na de middelbare school drama gaan volgen maar die plannen stuitten op verzet bij zijn ouders. “Ik zal nooit een acteur in mijn familie hebben”, zei zijn vader. Bisi’s moeder stortte in elkaar en barstte uit in huilen toen Bisi haar vertelde over 28 - de magneet
zijn acteursambities. Zijn ouders vonden advocaat of journalist een beter beroep voor hun zoon. “Daar had ik het moeilijk mee,” vertelt Bisi, “tussen 1995 en 1997 moest ik naar de polytechnische school om massacommunicatie (journalistiek) te gaan studeren. Ik ben daar weggegaan want ik snapte er de ballen van.” Bisi’s moeder probeerde haar zoon nog binnen te krijgen om rechten te gaan studeren maar ze slaagde daar niet in. In Nigeria moet je namelijk connecties hebben om ergens binnen te raken. “Connecties zijn in mijn land de enige manier om een mooie toekomst voor jezelf te verzekeren”, weet Bisi ons te vertellen. Daarop besloot Bisi te gaan voor de volgende mogelijkheid, wat altijd zijn eerste keuze was geweest. Hij deed een toegangsexamen voor de richting drama aan de universiteit van Lagos en slaagde voor de test. Deze keer kon Bisi wel rekenen op de volle steun van zijn moeder. Ter verantwoording geroepen In het tweede jaar van zijn opleiding begonnen de problemen. Bisi leerde via internet de hoofdredacteur van een internationaal tijdschrift kennen en begon een relatie met de man. Zijn vriend kwam hem in een dure wagen op school afhalen. “Ik was er me er niet van bewust dat er geruchten de ronde deden over mijn seksualiteit,” verduidelijkt Bisi, “ik wist dat gezien worden met een witte man geruchten in gang kon zetten maar het kon me weinig schelen. In Afrika wordt homoseksualiteit namelijk beschouwd als iets dat door blanke mannen wordt geïmporteerd. Als mensen je zien met een blanke man in een romantische situatie, gaan ze er vaak vanuit dat er meer aan de hand is. Het gerucht bestaat dat als je geld wilt verdienen, je moet uitgaan met een blanke man en mogelijk seks met hem moet hebben. Men denkt ook vaak dat homomannen rijk zijn omdat ze afspraakjes hebben met blanke mannen. Ik dacht dat ik vrij discreet omging met mijn vriend.” De schoolkrant kreeg echter
Met de Nigeriaanse vlag in de hand door de straten van Brussel
belangstelling voor Bisi’s doen en laten omdat hij politiek actief was. Hij zat in de studentenvakbond en voerde in zijn derde jaar een verkiezingsstrijd om voorzitter te worden van zijn afdeling. Op dat moment werd Bisi geout door de schoolkrant. “Ik wou toen helemaal niet dat men wist dat ik homoseksueel ben,” benadrukt Bisi, “op een bijeenkomst stond iemand recht en vroeg me of ik homo was. Ik ontkende en zei dat de krant het verhaal verzon.” De geruchten bereikten de schoolautoriteiten. Ze richtten een schoolpanel op dat moest nagaan of Bisi homoseksueel was. “Ik moest verschijnen voor dit panel, vragen beantwoorden en bewijzen dat ik niet homo was”, herinnert Bisi zich. “Het was echt een traumatische ervaring voor mij, want ze hadden mij gefotografeerd bij een hotel toen ik mijn vriend kuste en foto’s waarop we hand in hand over straat liepen. Ik moest constant worstelen en blijven
ontkennen.” In het laatste jaar van zijn opleiding moest Bisi ook nog verschijnen voor het panel. In Nigeria volstaat het echter niet om goede punten halen om te slagen voor een opleiding, je moet ook een goede beoordeling van je gedrag krijgen. Aanvankelijk kreeg Bisi een slechte beoordeling voor gedrag maar zijn moeder onderhield goede relaties met de rector magnificus van de universiteit. Met haar hulp kon Bisi in mei 2004 afstuderen. Geïnspireerd door Gene Robinson Bisi Alimi had het moeilijk met de ontkenning van zijn seksualiteit tijdens zijn universitaire studies: “Misschien als ik het niet had ontkend, was er nog iets goed uitgekomen.” Internationale gebeurtenissen inspireerden hem om toch zijn coming-out te doen. In november 2003 werd Gene Robinson, een homoseksuele dominee, gewijd tot bisschop van de Anglicaanse Kerk in Amerika. Er werden manifestaties gehouden in Nigeria tegen zijn benoeming. Vooral Peter Akinola, de aartsbisschop van de Anglicaanse Kerk in Nigeria, voerde het protest aan. Olusegun Obasanjo, de toenmalige president van Nigeria, verklaarde zelfs dat er “geen homo’s zijn in Afrika”. Daar wou Bisi het niet bij laten: “Ik ben naar de nationale televisie gestapt om tegen de president te zeggen dat er homoseksuele personen in Afrika zijn, zelfs in Nigeria en elke keer dat hij zegt dat er geen homo’s in Afrika zijn, spreekt hij niet namens ons. We zijn er en we verdienen ook een beetje respect.” Bisi kwam terecht bij Funmi Iyanda, een populaire journaliste die haar eigen show heeft op de Nigeriaanse staatstelevisie. In oktober 2004 sprak Bisi in een op voorhand opgenomen item over zijn seksualiteit in New Dawn, de show van Funmi die normaal live werd uitgezonden. Toen de show werd uitgezonden, kwamen er veel mensen naar de gebouwen van de televisie om te protesteren. “Je kunt je voorstellen wat er zou zijn gebeurd als het een live show was”, bedenkt Bisi. Als reactie op het interview werd de vrijdageditie van Fumni’s show geannuleerd. De show werd voortaan niet meer live uitgezonden en al haar gasten werden voortaan gescreend en gecensureerd. Bovendien mocht Fumni geen sociale of politieke
kwesties meer aankaarten. Bisi kreeg op zijn beurt veel haatberichten. “Maar er waren ook positieve reacties,” verzekert Bisi ons, “mensen die zeiden: als je dit niet had gedaan, dan zou ik onzelfzeker en ongelukkig zijn over mezelf. Het waren die e-mails die me het vertrouwen gaven dat ik op z’n minst een paar mensen had geholpen.” De show lanceerde Bisi als mensenrechtenactivist. Weggejaagd Na zijn coming-out werd Bisi door zijn ouders het huis uitgezet. “Mijn ouders wisten zelfs niet dat ik homo was tot ik naar de nationale televisie stapte”, geeft Bisi toe. Hij onderhoudt nog wel contact met zijn ouders en denkt dat ze tijd nodig hebben om te accepteren dat hun zoon homo is. Bisi’s coming-out veranderde hem plots in de woordvoerder van de Nigeriaanse holebi’s: homo’s die hulp nodig hadden, kwamen bij hem aankloppen. In 2005 richtte Bisi daarom mee een organisatie op voor holebi’s in zijn land: Independent Project for Equal Rights Nigeria. De organisatie is intussen uitgegroeid tot een nationale organisatie. In 2007 stuitte Bisi op de grenzen van activisme in Nigeria. Er stond een antihomoseksuele wetgeving in Nigeria in de steigers en Bisi was in Europa om steun gaan vragen in zijn verzet ertegen. Hij werd geïnterviewd door de BBC, een interview dat vele Afrikaanse huiskamers bereikte. Bij zijn terugkeer naar Afrika werd Bisi in elkaar geslagen. De politie nam zijn paspoort af, sloot hem op en hij werd afgeranseld. Met de hulp van zijn vader die politieagent was op dat moment, geraakte Bisi vrij de laatste keer dat hij werd gearresteerd. “Jullie moeten ervoor zorgen hem kwijt te raken of wij zorgen ervoor dat jullie hem kwijtraken”, lieten de autoriteiten verstaan. Bisi’s ouders gingen ermee akkoord dat Bisi zijn geboorteland zou verlaten na de vrijlating. Bisi verliet het land en verbleef een tijd in het Verenigd Koninkrijk zonder asielaanvraag. Toen Bisi begin 2008 zijn aanvraag indiende, kreeg hij meteen asiel. Bisi dacht dat hij in Europa veilig zou zijn maar dat bleek niet het geval: “In Londen ben ik twee keer aangevallen door Afrikaanse personen. Maar ook blanke mensen hebben commentaar
op het feit dat je hand in hand met je vriend over straat loopt. Haatmisdrijven gebeuren nog steeds in het Verenigd Koninkrijk” Bisi beschouwdt homohaat niet als een louter Afrikaans fenomeen: “Haatmisdrijven worden ook door de blanke gemeenschap gepleegd.” De tegenslagen verhinderen niet dat Bisi het naar zijn zin heeft in Londen. Hij studeert er film aan de universiteit en gaat nu voor zijn master. “Ik hoop film te gebruiken voor internationale ontwikkeling wanneer ik het als hoofdvak ga studeren,” licht Bisi toe, “in Afrikaanse films komen wel homokarakters voor maar ze worden altijd op een negatieve manier voorgesteld. Ik wil positieve rollen introduceren.” Bisi wil een script schrijven over een Afrikaanse man die worstelt met zijn gevoelens. Daarbij kan hij gebruik maken van zijn eigen ervaringen. Acteren en opkomen voor mensenrechten: het zou alleszins een bijzondere combinatie zijn! Dennis De Roover
WISH to Be Ambassador Bisi Alimi bezocht België in het kader van de WISH to Be Ambassadorcampagne van WISH vzw. Die actie brengt tot drie keer per jaar een holebi-activist(e) naar België. Op die manier krijgen activisten uit het Zuiden de kans om in ons land te lobbyen en sensibiliseringswerk te verrichten inzake holebirechten. Van 13 tot 25 november is Judith Ngunjiri aan de beurt. Tijdens het bezoek van deze lesbische activiste uit Kenia vindt de L-week plaats.
Bisi vroeg in 2004 op de Nigeriaanse staatstelevisie om homoseksualiteit te aanvaarden de magneet - 29
Johan Dexters: Van zeephandel tot begrafenisondernemer Gedreven, gepassioneerd, geëngageerd in tal van beroeps- en andere verenigingen, Johan Dexters is het allemaal. Sedert 1995 is hij zaakvoerder van Begrafenissen Peeraer-Dexters. De Magneet had een gesprek met deze volksfiguur in zijn appartement aan de voet van de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal van Antwerpen. Zeep De Magneet: Jij bent begrafenisondernemer. Dat is nu niet direct een ‘homo attractief’ beroep. Hoe ben jij ertoe gekomen om dergelijk beroep uit te oefenen? Johan Dexters: Mijn ouders hadden vroeger een antiekzaak. Toen ik me op mijn zestiende bij een klant en collegabegrafenisondernemer, beklaagde over een helse vakantiejob die ik destijds deed bij een zeepgroothandel, stelde deze voor om drager te worden. In weerwil tot mijn ouders’ wil ben ik zo in de sector terechtgekomen. Een paar jaar later kreeg ik dan de mogelijkheid om op vaste basis te werken bij Rudi De Meerleire in Mechelen, omdat ik schoolmoe was en al wat ervaring had met het drager-zijn, besliste ik op het aanbod in te gaan. Bij Rudi heb ik uiteindelijk de kneepjes van het vak geleerd. DM: Kwam het nooit in je op om de zaak van jouw ouders over te nemen? JD: Toch wel, na een jaar gewerkt te hebben in Mechelen stak twijfel de kop op. Ik was op zeer jonge leeftijd in de branche gerold en het is dan ook niet onlogisch dat je je jezelf dan soms vragen stelt over de toekomst. Ik heb dan ook een tijdje het begrafeniswezen de rug toegekeerd om in mijn ouders’ zaak mee te draaien, maar al vrij snel liet het gemis van het begrafeniswezen zich voelen. Ik realiseerde me redelijk vlug dat antiek niet mijn dada was. Eind 1994 heb ik samen met mijn ex-vrouw een business overgenomen die toen aan haar zwanenzang was begonnen.
30 - de magneet
Op de koffie bij de begrafenisondernemer DM: Kan je een sociaal leven combineren met een begrafenisonderneming? Een dode wacht niet, denk ik zo. JD: Ik ben altijd actief geweest in tal van beroeps-en andere verenigingen. In de beginjaren van de zaak deden we een 75 uitvaarten op jaarbasis. We hadden ons werk, maar ook nog voldoende ruimte voor sociaal contact. Ik weet dat het bij ons op woensdag markt was. Mensen voor wiens partner we de uitvaart hadden verzorgd, nodigde ik dan uit voor een koffie. Het was altijd de zoete inval en ik genoot enorm van de warme contacten die ik met die mensen had. De appreciatie die je krijgt van diegenen die je ontmoet in het zwakste en meest kwetsbare moment van het leven is onbeschrijflijk. Die persoonlijke benadering heeft er ook toe bijgedragen dat de zaak door de jaren heen is gegroeid. Vandaag verzorgen we een kleine 240 uitvaarten per jaar. Voor die woensdagen is er jammer genoeg geen ruimte meer gebleven, maar mijn engagement voor het verenigingsleven is gebleven. DM: Hoe groot is de rol van je seksuele geaardheid in de uitoefening van je vak? JD: Als begrafenisondernemer lever je een belangrijke bijdrage aan een geleefd leven. Het verschil zit hem in de invulling hiervan. Homo’s zijn zachter, warmer, laagdrempeliger. We hebben een groter inlevingsvermogen. En al die eigenschappen zorgen voor een betere connectie met de familie van de overledene. Zij hebben op dat moment in hun leven nood aan een luisterend oor, aan een raadgever. Onze vrouwelijke kant maakt dat het bijeenkomen rond het overlijden van een dierbare verwordt van een zakelijke transactie tot een warm samenzijn. Ik zie ook bij collega’s dat zij hierom steeds vaker beroep doen op homoseksuele medewerkers.
Als homo heb je ook vaak oog voor gevoeligheden, waar een hetero minder voeling mee heeft. Ooit werd ik opgeroepen voor een uitvaart van een oude vrouw. Ik kwam daar aan en trof haar vier kinderen. De zoon in vrouwenkleren. Je kon de schaamte op het gezicht van die mensen
aflezen, maar omdat je zelf vanuit je persoonlijke leefwereld dagelijks geconfronteerd wordt met dergelijke ‘stressmomenten’ kan je de spanning vaak met een kwinkslag wegnemen. DM: Spreek je openlijk over je homoseksualiteit in de uitoefening van je job? Ervaar je soms hinder van je anders geaard zijn? JD: We roepen het niet van de daken, maar iedereen weet het wel. Ik mag niet zeggen dat ik al ooit negatieve reacties heb gekregen. Negatieve reacties over homo’s zijn vaak gestoeld op niets, op een negatief of stereotiep beeld dat men heeft van homo’s. Spijtig, want vaak is dat negatieve beeld het gevolg van een karikaturale uitvergroting van de vrouwelijke eigenschappen van homo’s. Eigenschappen die vaak juist de kracht zijn van homo’s. Daar is volgens mij ook een mooie rol weggelegd voor het GBA, een positief beeld uitdragen van de holebi gemeenschap in Antwerpen.
GBA DM: Nu je er zelf over begint. Je geesteskind Gay Business Antwerp is niet zo lang geleden geboren. Was het een succes? JD: Het initiatief is van Ludo Smits, Nico Volckeryck en Johan Van Bosch, ere wie ere toekomt. Voor mij was de keuze om mee te doen snel gemaakt. Samenhorigheid, samenwerken is belangrijk; iets wat we vandaag als Antwerpse holebi’s veel te weinig doen. GBA geeft ons hopelijk deze opportuniteiten. Het was dan ook niet evident om aan de vooravond van de start van de Antwerp Pride mensen bijeen te brengen. Zeker niet als het over ondernemers en zelfstandigen gaat: sommigen onder hen hadden andere verplichtingen of liepen zich in die week de benen van onder het lijf van de ene naar de andere receptie die wel hier of daar werd georganiseerd. Hierdoor hebben we allicht een belangrijke groep niet aangesproken en daarenboven kennen we nog niet alle holebi-zelfstandigen. Alle omstandigheden in acht genomen was de opkomst toch behoorlijk groot. Bovendien hebben we mogen genieten
van heel wat media-aandacht, wat uiteraard ook zeer goed meegenomen is … ik denk dus te mogen spreken van een succesrijke aftrap! DM: Wat is volgens jou de belangrijkste meerwaarde van GBA in vergelijking tot andere serviceclubs? JD: GBA betekent niet alleen business to business, Gay Business Antwerp kan ook zorgen voor het uitdragen van een positieve boodschap, waarbij de kwaliteiten van de holebi gemeenschap als ondernemers in de verf worden gezet. Anderzijds, voor ondernemers die zich niet noodzakelijk altijd in het uitgangsleven kunnen of willen begeven is het veelal erg moeilijk om mensen te ontmoeten met eenzelfde achtergrond, met dezelfde interesses en ambities, maar daar kan GBA misschien wel dienst doen als relatienetwerk in de meest letterlijke betekenis van het woord.
bedrijfsbezoek bij Goodwill in Kontich (groothandelaar in kerstartikelen), waar we ondergedompeld worden in de kerstsfeer, mode 2010-2011. Daarnaast plannen we nog andere activiteiten o.a. een bezoek aan het paleis op de Meir, maar alle andere ideëen zijn welkom. Cultuur, fashion, gastronomie, en bedrijfsbezoeken staan op het menu, maar bovenal elkaar beter leren kennen op een tof moment. DM: We kijken rijkhalzend uit naar meer! Bedankt! Hendrik De Clerck
DM: Kan je al een tipje van de sluier lichten omtrent de op stapel staande activiteiten van GBA? JD: Er staat heel wat op stapel. Op 12 oktober organiseren we een
de magneet - 31
Micha Meinderts: Dubbel Leven
Dubbel leven
Het langverwachte vervolg op Cadans Rondom zich ziet hij zowel is dit voorjaar eindelijk verschenen zijn hetero collega’s als zijn September 1982 en het verhaal van Arthur Hartman homovrienden allerlei vormen van Ik leef nog steeds, maar daar is alles wel mee gezegd. Elke keer als ik denk dat het gaat onverdroten verder. In Cadans relaties aangaan, maar zelf lukt het wel meevalt, gebeurt er weer iets. ontdekt hij als opgroeiende jongen zijn hemMetniet zich te (willen) binden. Hij de gebeurtenissen uit het verleden nog vers in zijn geheugen probeert mogelijk Arthur een homoseksualiteit (je dient te weten wil vooral zoveel genieten voorzichtige balans te vinden tussen zijn als vrijheid politieagent en alsen homo.zijn Zijn leven en gaat dat het verhaal zich afspeelt in de jaren van levens zijn ambitie maakt hem voorzichtig op het bureau: promotie, dan uit voluit de kast. Dat isvoor. het plan tenminste. 1980) en verlaat hij het huis terwijl hij eerst daar OokMaar al duikt er een zoals hij op zijn veertiende verjaardag al merkte, niet alles gaat volgens plan. Tegen een achtergrond van crisis, kernwapens en een opleiding tot politieagent volgt. In aids leeft en nieuwe ziekte op, die vooral onder leert Arthur. Mensen dichtbij laten durft hij niet meer, voor dehomomannen pijn die dat veroorzaakt, maar schijnt hoe lang kan hijtoe te slaan. Dubbel Leven probeert hij zijn leven bang volhouden dat dit het leven is dat hij wil leiden? uit te bouwen op zijn eigen manier. Een verhaal over toenadering en afstand, over vriendschap en Iedereen heeft liefde maar welke manierhij past het Maar zijnnodig, leven kan niet voor Dat verloopt zeker niet zonder slag vijanden. best bij Arthur Hartman? eeuwig verborgen blijven houden, of stoot, want als politieagent, een bij Over Cadans van Micha Meinderts: en hoe herkenbaar (nog steeds…) andere schrijvers soms moeite doen om met veel wollige uitstek ‘machoberoep’, kan hij zichzelf“Waar woorden gevoelens te omschrijven is Meinderts duidelijk: zijn dan de oplossingen reacties: “Ben je ook is seks, problemen zijn problemen, zijn niet zomaar blootgeven als mietje. Eénseks oplossingen.” op mij ooit…” en “Blijf uit de Remco van Schellen (rozegolf.nl) van zijn collega’s neemt dat risico wél, “Een feest vanbuurt herkenning” van mijn kind, want hij is nog maar wordt op sociaal vlak volledig Zinnen heerlijkerg boek.” beïnvloedbaar en ik zou niet geïsoleerd door zijn collega’s tot hij “Een Zizo willen en “Heb je ooit wel het korps verlaat. Arthur ziet dit alles “Het verhaal sleept je mee endat…” het boek geeft de roes die hoort bij een goed geschreven boek: geprobeerd met een vrouw, maar je op elk vrij moment verder zou willen eerst vanop een veilige afstand, maar dat lezen.” dan misschien niet hard genoeg…” Sven Pichal (Radio 1) wanneer hij zijn collega in een homobar en “Die enge ziekte van jullie…”. ontmoet, moet hij wel kleur bekennen – en erkennen dat hij meer had kunnen Hij blijft echter koppig wie hij is, doen om zijn collega bij te springen. hij wéét ook wie hij is en blijft voor Zichzelf outen, bijvoorbeeld, maar daar zichzelf uitmaken wat goed en wat deinst hij voor terug. Hij wil zijn job verkeerd is voor zijn leven – en op niet riskeren, noch de vriendschap met die manier komt hij in het reine met zijn andere collega’s. zichzelf en de wereld rondom hem. Micha Meinderts
Kortom: Arthur blijft stevig in zijn kast zitten, en leidt op kantoor een dubbelleven. Daar is hij de sterke arm der wet die meedraait in zijn team en over alles meepraat, behalve over zijn privéleven. In zijn privéleven daarentegen wil hij niet geweten hebben dat hij een politieagent is, om (potentiële) bedgenoten niet af te schrikken.
32 - de magneet
Dubbel Leven is inhoudelijk een sterk boek, dat de sfeer van de jaren 80 knap weergeeft. Dat het voornamelijk verhalend van aard is, en de gebeurtenissen elkaar te snel opvolgen om even te kunnen pauzeren en te beschouwen, stoort wel eens. Maar
Ouders konden met een gerust gemoed hun kroost achterlaten, het jonge volkje amuseerde zich te pletter…
Dubbel leven leven Dubbel Micha Meinderts
eens je weg bent met het boek, kan je het moeilijk laten liggen. Wanneer verschijnt het derde deel…? Alex Scheirs Dit boek werd uitgegeven en geschonken door Boekhandel ‘t Verschil Minderbroedersrui 33 2000 Antwerpen
Met een Roze Pen Geschreven 2010 zal geboekstaafd staan in de annalen van de Holebibib als Het Jaar Waarin De Minister Kwam Spreken op De Roze Pen. Maar niet alleen daarom was deze editie meer dan memorabel, uiteindelijk heeft minister Pascal Smet niets anders gedaan dan de aftrap geven voor de Derde Editie van het literaire evenement dat in zijn volledigheid gewijd was aan holebijeugdliteratuur, op vlotte wijze aan elkaar gepraat door Sven Pichal. Een eerste bijdrage was dit jaar, in tegenstelling tot de voorbije uitgaven van de Roze Pen, eerder ‘theoretisch’ van aard. Wat zeker niet wil zeggen dat het saai was, wel integendeel. Lies Offeciers deed de mensen in de zaal even beseffen dat het geen evidentie is om hoe dan ook jeugdboeken over holebiseksualiteit te bespreken. Tot ver in de jaren 70 moesten jongeren die ‘anders geaard’ waren het stellen zonder enig literair voorbeeld. En toen er dan eindelijk de eerste gedurfde boeken over dit taboe(!)onderwerp verschenen, was het letterlijk huilen met de pet op. De verhalen waren stuk voor stuk vanuit een negatief standpunt geschreven: je kon en mocht wel ‘homo’ zijn (de eerste boeken gingen uitsluitend over jongens, meisjes moesten nog véél langer wachten…), maar dan moest je je er wel terdege van bewust zijn dat je een moeilijk leven koos. Heelder boeken draaiden enkel rond bewustwording en de negatieve houding van de buitenwereld, en hoe je die moeilijkheden moest zien te overwinnen – tenzij je overging tot
zelfmoord, natuurlijk, maar dán zou iedereen inzien hoe verkeerd het was om homo’s te veroordelen. Anno 2010 is het duidelijk gebleken dat de tijden zeer grondig veranderd zijn. Floortje Zwigtman pende een hele trilogie samen over Oscar Wilde, gezien door de ogen van een zestienjarige jongen die gewild/ongewild in de Londense scene terechtkomt en het hele plaatje rond Wilde bijeenpuzzelt. Een ijzersterke reeks, degelijk onderbouwd, en nergens, maar dan ook nergens, is de hoofdpersoon zielig. Hij stáát er, ondanks zijn twijfels af en toe, en hij blijft leven (!) en vechten tot hij uitkomt waar hij wil zijn. Floortje heeft er ettelijke jaren van haar leven voor opgeofferd, om deze reeks bijeen te schrijven, en verdiende er niet voor niets een Gouden Uil mee. En een Gouden Zoen. En ook Dirk Bracke mocht, als een van de populairste jeugdschrijvers van Vlaanderen, niet op ons klein podium ontbreken. Met Zij en Haar schreef hij een eigentijds verhaal over het comingoutproces van een opgroeiend meisje – dat ook helemaal niét zielig was, maar integendeel zichzelf én haar omgeving verbaast door gewoon te leren zijn wie ze is. Hij heeft, net als Floortje, ook degelijk ‘veldstudie’ gedaan, niet in Londen, wel op voetbalpleinen, op jongerenfuiven en op café. Hij heeft urenlang gepraat over hoe en wat en wanneer en waarom, en aan de hand van dat ‘studiemateriaal’ heeft hij zijn boek geschreven dat intussen wijd en zijd zijn weg gevonden heeft.
Maar wordt er nog wel gelezen, en zijn er enkel jeugdboeken – naast boeken voor volwassenen? Hierover ging ’t Kwadraat in gesprek met Sven Pichal. Naast jeugdboeken zijn er natuurlijk ook kinderboeken, en naast jeugd- en kinderboeken die als onderwerp ‘holebiseksualiteit’ hebben, of waarin een nevenpersonage homo, lesbisch of bi is, zijn er nu ook boeken die handelen over alternatieve gezinsvormen. Kinderen herkennen zich graag in boeken, maar als je opgroeit met twee mama’s, en/of twee papa’s, of in andere gezinsvormen, dan had je tot voor kort niet veel keuze. Daarin is de laatste jaren zeker verandering gekomen. Op zeer eenvoudige, speelse, tussen-de-regels-doorse wijze komt het onderwerp aan bod. Zonder Grote Woorden, zonder Zware Depressies, gewoon, zonder meer. Deze uitgave van Met een Roze Pen Geschreven kon tientallen mensen boeien. Opdat zoveel mogelijk (holebi-) ouders van het programma konden meegenieten, had ’t Kwadraat voor aangepaste kinderopvang gezorgd. En opdat niemand met een lege maag des middags weer op straat gezet zou worden, trakteerde de Holebibib met een broodjesreceptie. Kortom: dit keer was werkelijk aan alles en iedereen gedacht. Het is een hele uitdaging om volgend jaar weer een minstens even zo goede editie uit de grond te stampen. Wie zin zou hebben om de Holebibib te helpen hierbij, geeft een seintje op holebibib@hetrozehuis.be – welkom! Leen Wazeels
“The trail of the Pink Pencil”is geboren uit de Roze Pen, maar slaat gaandeweg eigen wegen in. Het hele verhaal kan je binnenkort meevolgen in de Holebibib… Medewerkers van ’t Verschil en de Holebibib luisterden met volle aandacht.
de magneet - 33
34 - de magneet
Roze Persagentschap Sven Pichal getrouwd Radio 1-coryfee en voorzitter van Het Roze Huis Sven Pichal is op 21 augustus getrouwd met Kristof. De twee vormen al enkele jaren een koppel. Ooit had Sven in Dag Allemaal aangegeven dat hij “homo genoeg is om gevraagd te willen worden”. Dat gebeurde dan ook. De redactie van De Magneet feliciteert de tortelduifjes met hun huwelijksgeluk. (TJ) VS: “Proposition 8 ongrondwettelijk” Een federale rechter heeft Proposition 8 ongrondwettelijk verklaard. Proposition 8 was het amendement dat het homohuwelijk in Californië annuleerde. De zaak verhuist nu naar de 9th Circuit, een regionale tak van het federaal gerecht in de Verenigde Staten. Naar alle waarschijnlijkheid zal de casus nadien ook verhuizen naar het federaal hooggerechtshof in Washington DC. De juridische strijd tegen het verbod op homohuwelijk is ook bij holebi’s controversieel. Als de pleitende holebi’s de zaak voor het US Supreme Court verliezen, dreigt het homohuwelijk in Amerika voor lange tijd utopie te worden. Ook in staten waar holebi’s al kunnen trouwen. (TJ) Pionier homoactivisme Walter Van Boxelaer overleden Walter Van Boxelaer is in juli overleden. In 1962 stichtte hij met COC Vlaanderen een Nederlandstalige versie van het Brusselse Centre de Culture et de Loisirs. Van Boxelaer engageerde zich gedurende meer dan dertig jaar voor de roze zaak. (TJ) Homokoppels in wiskundevraagstukken
Gay Games Keulen luiden World Outgames Antwerpen 2013 in De achtste vierjaarlijkse Gay Games hielden Keulen een week lang in de ban. Ter plaatse promootten de World Outgames Antwerpen 2013 zichzelf. De Gay Games hebben de lat hoog gelegd, met meer dan 10.000 atleten, ontelbare bezoekers en twee hospitalitydorpen. Er participeerden 161 Belgen. Ter vergelijking: 658 Nederlanders, 524 Fransen, 841 Britten, 2955 Duitsers en 5 Luxemburgers zakten af naar Keulen. (TJ)
WEBHOSTING OP MAAT
20% KORTING
GENIET VAN OP DE CATALOGUSPRIJS BIJ DE VERMELDING VAN DE PROMOTIECODE “DE MAGNEET”
De Nederlandse schoolboekenuitgever Noordhoff gaat in de leerboeken holebikoppels integreren. Homoseksualiteit mag niet worden beperkt tot de lessen biologie, klinkt het. Het zal wel even duren vooral de holebistellen ook daadwerkelijk figureren in het lesmateriaal. (TJ)
WWW.INTERHOST.BE
de magneet - 35
Maak kennis met Het Roze Huis - Antwerpse Regenboogkoepel Met een dertigtal aangesloten holebi-verenigingen vervult Het Roze Huis – Antwerpse Regenboogkoepel één van de belangrijkste rollen binnen het Vlaamse holebi-landschap. Gedragen door een hele hoop vrijwilligers werkt de organisatie naar een aanvaarding van holebi-seksualiteit in de ruimste zin. Ook bij minderheden binnen onze samenleving, zoals allochtonen en ouderen, maakt Het Roze Huis – Antwerpse Regenboogkoepel holebi-seksualiteit bespreekbaar. Naast een eigen werking met een aantal werkgroepen, richt Het Roze Huis Antwerpen zich naar de hele provincie Antwerpen. Door plaatselijke initiatieven financieel en logistiek te steunen, draagt de organisatie bij tot holebi-emancipatie in alle uithoeken van de provincie. Het Roze Huis Antwerpen wil er dan ook zijn voor elke holebi die vandaag de dag met vragen zit rond zijn geaardheid. Daarnaast wil ze ook een plaats bieden aan zij die zich gewoon, onder gelijkgezinden, eens flink willen amuseren. Het Activiteitenteam staat daar garant voor! Het Roze Huis – Antwerpse Regenboogkoepel wil vooral ook wegen op diegenen die vandaag het holebi – beleid in ons land bepalen. Door politiek lobbywerk slaagt de organisatie erin zich door het politieke kluwen te wringen. Kortom, Het Roze Huis – Antwerpse Regenboogkoepel is er voor iedereen! Zin om mee te werken aan deze droom? Het Roze Huis Antwerpen is steeds op zoek naar enthousiaste vrijwilligers
Onthaal Nood aan een babbel? Zit je met vragen of ben je bezig met jouw coming-out. Blijf er niet mee zitten… Vrijwiwilligers van de Werkgroep Onthaal staan voor je klaar! Elke donderdagavond van 19u tot 21u. Meer info: onthaal@hetrozehuis.be of 03 288 00 84 HolebiBib Zin in een goed boek of film?Of wil je gewoon meer informatie over holebi-seksualiteit in de ruimste zin van het woord?Vrijwilligers van de HolebiBib staan voor je klaar! Elke dinsdagavond van 18u tot 20u. Elke zaterdagmiddag van 15u tot 17u. Meer info: holebibib@hetrozehuis.be of 03 288 00 84 Aangesloten verenigingen Een recent overzicht van onze aangesloten verenigingen vind je op www.hetrozehuis.be of elders in deze Magneet. Neem ook eens een kijkje op de infotoog en het infobord in Café Den Draak! Zaalverhuur: Plan je privé of met je organisatie of bedrijf een vergadering, receptie of activiteit? Reserveer dan één van onze zalen. De prijzen zijn democratisch en onze vrijwilligers leggen je in de watten. Meer info en reservaties via secretariaat@hetrozehuis.be of 03 288 00 84.
Algemeen contactadres: Het Roze Huis – Antwerpse Regenboogkoepel Draakplaats 1 2018 Antwerpen www.hetrozehuis.be info@hetrozehuis.be 03 288 00 84
STEUN ONS PROJECT Het Roze Huis kan niet bestaan zonder extra financiële ondersteuning. We rekenen dan ook op jou om ons het broodnodige duwtje in de rug te geven. Wist je dat je voor elke gift vanaf 30 euro op jaarbasis een fiscaal attest ontvangt? Dit doe je door te storten op onze projectrekening bij de Koning Boudewijnstichting met als mededeling ‘L78039-Het Roze Huis – Antwerpse Regenboogkoepel’. Je kan ons ook op tal van andere manieren steunen, bv. door ons te (laten) sponsoren door je bedrijf, geldelijk of in natura. Je kan ook ‘Krekelsparen’. Of informeer bij je notaris over een legaat t.v.v. Het Roze Huis.
Het Roze Huis Antwerpse Regenboogkoepel vzw Café Den Draak Draakplaats 1, 2018 Antwerpen, 03 288 00 84 info@hetrozehuis.be; www.hetrozehuis.be Elke dinsdag (18u – 20u) en zaterdag (15u-17u): Holebibib Elke donderdag (19u – 21u) Onthaal in café Den Draak. Ook op afspraak op een ander moment of andere plaats; bellen of mailen. Bellen kan enkel op donderdag tussen 19u-21u op 03/288.00.84 of mail naar onthaal@hetrozehuis.be Elke laatste vrijdag van de maand: Spellenclub (vanaf 20u). Gezellige avond waarop allerlei gezelschapspelen worden gespeeld, gratis en iedereen welkom. Niet tijdens de zomermaanden. Het Roze Huis is lid van lid van çavaria (www. cavaria.be), de wereldkoepelorganisatie ILGA (www.ilga.org) en de Europese koepelvereniging ILGA Europe (www.ilga-europe.org). Onze aangesloten verenigingen : AA-holebigroep ‘De Eerste’ Holebi’s met verslavingsproblemen p/a Draakplaats 1, 2018 Antwerpen Gauke.poppema@kreatos.be Elke dinsdag:bijeenkomst AA De Eerste (holebi’s met verslavingsproblemen) in Het Roze Huis (2022u30) Active Company Actieve sport en ontspanning voor holebi’s p/a Draakplaats 1, 2018 Antwerpen Tel. 0477 51 03 05 , Fax. 03 248 37 85 info@activecompany.be; http://www. activecompany.be Elke maandag:badminton, ballroomdansen en zwemmen Elke dinsdag:conditiegym en volleybal. Elke woensdag:koor, voetbal, worstelen en zwemmen Elke donderdag: yoga en zwemmen Elke zaterdag: badminton en tennis Elke zondag: badminton, ballroomdansen, tennis, fietsen en hiking. Voor gedetailleerde informatie rond de sporten, zie www.activecompany.be of Time Out, het magazine van Active Company. Bij Active Company vinden sommige van de activiteiten niet plaats op feestdagen en tijdens schoolvakanties. Antar Een regenboog aan cultuur en vrije tijd p/a Draakplaats 1, 2018 Antwerpen 0486 66 67 01 antar.vzw@gmail.com; www.antar.tk Elke derde donderdag:(behalve in augustus) ledenvergadering Antar in Het Roze Huis, vanaf 20u. Meer info op antar.vzw@gmail.com
Antwerp Pride vzw p/a Draakplaats 1, 2018 Antwerpen bart@antwerppride.com; www.antwerppride.eu. Atthis Voor vrouwen die van vrouwen houden Geuzenstraat 27, 2000 Antwerpen 03 216 37 37 atthis@atthis.be; http://www.atthis.be Elke vrijdag en zaterdag:praatcafé voor lesbiennes van in het lokaal van Atthis (20.30u) Elke eerste vrijdag: danscafé voor lesbiennes vanaf 20.30u bij Atthis Elke vierde vrijdag: 40-pluspraatavond voor lesbiennes vanaf 20.30u Bonus Social club voor holebi’s die jong van hart en open van geest zijn p/a Draakplaats 1, 2018 Antwerpen bonusplusminus@hotmail.com Elke eerste en derde donderdag: praatcafé Bonus, Den Draak (café van Het Roze Huis), Draakplaats 1, 2018 Antwerpen (21u) Boysproject – CAW De Terp Sociale organisatie voor jongens en mannen die geld verdienen met sekswerk. Ook gratis SOA check-up Quellinstraat 56, 2018 Antwerpen 03 293 95 90 Boysproject@cawdeterp.be; www.boysproject.be Elke woensdag: Drop-Inn van Boysproject van 14u tot 20u Elke donderdag en vrijdag: Drop-Inn van Boysproject van 14u tot 17u. Voor meer informatie rond de Drop-Inns zie www. boysproject.be De Flamingo’s Antwerpse holebi-studentenclub p/a Draakplaats 1, 2018 Antwerpen deflamingos@hotmail.com; http://www. clubflamingo.be De Klaproos Praatgroep voor holebi’s Goudvinkstraat 32, 2260 Westerlo 016 69 60 46 klaprooskempen@msn.com Dubbelzinnig Praatgroep voor bi’s p/a Draakplaats 1, 2018 Antwerpen info@dubbel-zinnig.be; http://www.dubbel-zinnig. be Elke eerste donderdag van de maand: bijeenkomst bi-praatgroep Dubbelzinnig in Het Roze Huis, Draakplaats 1, 2018 Antwerpen (20u). Alle inlichtingen: info@dubbel-zinnig.be El Mismo Kempische holebi-vereniging voor 26+ Markt 2, 2270 Herenthout info@elmismo.be; www.elmismo.be
Enig Verschil Holebi-jongerengroep p/a Draakplaats 1, 2018 Antwerpen info@enigverschil.be; http://www.enigverschil.be Elke woensdag: praatcafé (vanaf 20u) Elke eerste woensdag van de maand: een activiteit; voor meer info zie website. Praatcafés gaan door in jongerencentrum Kavka, Oudaan 14, Antwerpen. Ook de meeste activiteiten gaan door op hetzelfde adres. Maken van onthaalafspraken: via www. enigverschil.be. FalconFair vzw Platform voor de fetisj community Draakplaats 1, 2018 Antwerpen info@falconfair.be, http://www.falconfair.be Gay Business Antwerp Belangengroep voor roze ondernemers Draakplaats 1, 2018 Antwerpen gaybusinessantwerp@telenet.be G2O (Gays Going Out) Activiteitengroep voor homo’s p/a Draakplaats 1, 2018 Antwerpen 0486 97 46 35 info@G2O.be; http://www.G2O.be HijZijZo! Holebi-vriendenkring Molenstraat 76, 2300 Turnhout info@hijzijzo.be; www.hijzijzo.be onthaal@hijzijzo.be : 0494/85 04 77 HijZijZo! Ouders van Holebi’s p/a Molenstraat 76, 2300 Turnhout ouders@hijzijzo.be; www.ouders.hijzijzo.be onthaal@hijzijzo.be ; 0494/85 04 77 Homo- en Lesbiennewerking Mechelen (HLWM) Holebi-vereniging voor alle leeftijden Hanswijkstraat 74, 2800 Mechelen 0486 14 17 87 info@hlwm.be; http://www.hlwm.be Elke donderdag: voetbaltraining mannen HLWM, Vrijbroekpark Mechelen (19-20u), info via 0486/14 17 87 of info@hlwm.be En volleybal niveau c van HLWM, Mechelen (20u15 – 22u30). Info via 0486/14 17 87 of info@ hlwm.be Elke vrijdag:babbelkroeg HLWM (21.00u-01.00u), Hanswijkstraat 74, Mechelen (21u). De babbelkroeg is rookvrij. Maandelijks: mountainbiketochten met HLWM 0472/51.81.43 of info@hlwm.be Voor het mountainbikeprogramma kan je surfen naar www. hlwm.be. Klein Detail Holebi-jongerengroep Kwakkelstraat 71, 2300 Turnhout 2 info@kleindetail.be; http://www.kleindetail.be Elke derde zaterdag van de maand: praatcafé Klein Detail, Kwakkelstraat 71, Turnhout (vanaf 20u)
’t Kwadraat Vereniging voor holebi-ouders p/a Draakplaats 1; 2018 Antwerpen info@tkwadraat.be, www.tkwadraat.be LINQT vzw Online community voor holebi’s Salvi Jansen, Draakplaats 1, 2018 Antwerpen 0494 16 56 53 info@linqt.be, www.linqt.be Mangho Opvang en begeleiding van (ex–) getrouwde homo’s François Verhaert, Draakplaats 1, 2018 Antwerpen 0496 16 63 66 (François) 0476 36 62 26 (René) mangho-a@hotmail.com, http://www.mangho.be Elke derde woensdag van de maand:praatavond Mangho in de Grote Zaal van Het Roze Huis, Draakplaats 1, 2018 Antwerpen, van 20 tot 22u. Bijeenkomst vanaf 19u30 in Café Den Draak, zelfde adres. Info en aanmelden via mangho-a@ hotmail.com. Meer informatie www.mangho.be Oekandana? vereniging voor (ex-)partners van holebi’s en transgenders p/a Draakplaats 1, 2018 Antwerpen 0479/73 28 45 (Hilde) praatgroep.oekandana@gmail.com Pimpernel vereniging voor lesbiennes 40+ p/a Draakplaats 1, 2018 Antwerpen 03/218 97 56 (Leentje) pimpernel40plus@telenet.be Elke eerste zondag van de maand: vanaf 14u bijeenkomst in café Den Draak Pinkwave Holebi-radioprogramma in Antwerpen, 106.7 FM Noordlaan 7a, 2040 Zandvliet redactie@pinkwave.be, http://www.pinkwave.be Elke donderdag: uitzending holebi-programma Pink Wave op Antwerpse Radio Centraal, 106.7 FM (van 20.30u tot 22.00u) Shouf Shouf vzw Multiculturele holebi-organisatie p/a Draakplaats 1, 2018 Antwerpen 0499 70 50 07 info@shouf-shouf..be, www.shouf-shouf.be Elke laatste vrijdag van de maand: bijeenkomst op de zolder(19u) van Het Roze Huis. Info: info@ Shouf-Shouf.com SWATT Groep voor en door holebi’s en hetero’s tot 30 jaar Mechelen p/a Draakplaats 1, 2018 Antwerpen info@swatt.be, http://www.swatt.be
Vlaamse Gender Kring Gendervereniging p/a Draakplaats 1, 2018 Antwerpen info@vlaamsegenderkring.be, brittspelters@ skynet.be http://www.vlaamsegenderkring.be Elke derde vrijdag van de maand: Vaste bijeenkomst Vlaamse GenderKring, HRH, Draakplaats 1, 2018 Antwerpen (20u30) info: info@vlaamsegenderkring.be of brittspelters@ skynet.be
Het Nieuwe Huis Kuringersteenweg 179, 3500 Hasselt 011 74 06 01 (LACH vzw) 011 25 22 94 (De Madam vzw) info@holebilimburg.be ; www.holebilimburg.be
VREAK Holebitheater Holebitheatergroep p/a Draakplaats 1, 2018 Antwerpen 0498 53 33 44 wim.morbee@gmail.com; http://www.vreak.be
Maison Arc-en-Ciel (Alliàge asbl) 7, Hors-Château, 4000 Liège (Luik) courrier@alliage.be; www.alliage.be
Werkgroep Homofilie Kempen (WHK) Holebivereniging voor alle leeftijden p/a de Merodelei 40/1, 2300 Turnhout 0486 88 22 37 of 0486 40 86 79 whk@skynet.be; http://www.whk.be Werkgroep Internationale Solidariteit met Holebi’s (WISH) Engagement rond holebi’s en mensenrechten p/a Draakplaats 1,2018 Antwerpen 03 288 00 84 wish@hetrozehuis.be; http://www.starttowish.be Onze partnerorganisaties: çavaria Vlaamse koepelvereniging Kammerstraat 22, 9000 Gent 09 223 69 29 info@cavaria.be; www.cavaria.be Wel Jong Niet Hetero (WJNH) Holebi-jongeren in Vlaanderen en Brussel Kammerstraat 22, 9000 Gent tel 09/355 41 87 info@weljongniethetero.be; www. weljongniethetero.be De andere Roze Huizen: Casa Rosa Kammerstraat 22, 9000 Gent 09 269 28 12 info@casarosa.be; www.casarosa.be
Het Holebihuis Diestsesteenweg 24, 3010 Kessel-Lo admin@holebihuis.be
Regenbooghuis Polaris Groentemarkt 19a, 8400 Oostende 059 43 96 17 info@polaris-wvl.be, www.polaris-wvl.be Regenbooghuis (vzw Rainbowhouse) Kolenmarkt 42, 1000 Brussel 02 503 59 90 info@rainbowhouse.be ; www.rainbowhouse.be Holebi-diensten: Holebifoon (info over holebi-seksualiteit) 0800-99 533 gratis nummer www.holebifoon.be Holebitext: Teletekstpagina’s op Eén en Canvas pagina’s 738 en 739 op VT4 en VijfTV vanaf pagina 280. Zizo Magazine voor holebi’s www.zizo-magazine.be Sensoa Centrum voor seksuele gezondheid en hiv 03 238 68 68 info@sensoa.be www.sensoa.be Elke tweede zondag: HIV-café van 15u tot 19u, De stroming(ACV), Almoezenierstraat 12, 2000 Antwerpen. Meer info positief@sensoa.be Elke vierde zondag: HIV-café van 19u tot 23u, De stroming(ACV), Almoezenierstraat 12, 2000 Antwerpen. Meer info positief@sensoa.be Holebi-sites: Gaybelgium, portaalsite voor holebi’s www.gaybelgium.be Gaylive, portaalsite voor holebi’s www.gaylive.be Gayworld, portaalsite voor holebi’s www.gayworld.be
40 - de magneet