4 minute read

De monumentale eigenwijsheid van The Beatles

Het is nog steeds moeilijk te geloven dat vier broekies uit Liverpool zich zó rechtlijnig hebben laten leiden door hun talent. Alles moest ervoor wijken, en daarom kozen The Beatles na 1965 voor een avontuur waarvan niemand wist waar het toe zou leiden. Achteraf heb je makkelijk praten en dus kunnen we nu terugkijken op die tijd en een deel van dat non-conformisme afschuiven op de ‘tijdgeest’. We kunnen de illusie koesteren dat wij, als wij vijfentwintig jaar oud waren geweest in 1966, net zo eigenwijs geweest waren. Maar we moeten ook toegeven dat de monumentale eigenwijsheid van de Beatles niet de beste eigenschap is om je te wijden aan het reproduceren van andermans muziek (zoals The Analogues doen).

De belastinginspecteur als keuze voor het avontuur

Advertisement

De jaren zestig blijven een fascinerend decennium. We waren er graag bij geweest, zoals je inmiddels weet. The Beatles konden zich onderdompelen in dat avontuur, London was het creatieve centrum van der wereld.

Aan inspiratie geen gebrek. Je zou bijna zeggen: lekker makkelijk. Maar terugkijkend blijft het een riskante keuze, om het vanaf 1965 muzikaal en inhoudelijk over een heel andere boeg te gooien. Vóór Rubber Soul hebben The Beatles heel veel geniale popliedjes gebakken, allemaal variaties op het thema ‘I love you’. Meestal met de persoonlijke voornaamwoorden ‘I’, ‘me’ of ‘you’ in de songtitel, want op die manier voelden de luisteraartjes zich persoonlijk aangesproken. Een succesformule waar ze rustig nog jaren mee door hadden kunnen gaan. Dus dan is het voor de luisteraartjes best schrikken als het eerste nummer van het nieuwe album niet over de liefde gaat, maar over de belastinginspecteur.

Een liedje over de belastinginspecteur, of over een eenzame vrouw (die ook nog eens dood gaat) … dat is een keuze voor het avontuur!

Een nieuwe generatie Analogues?

Elke vergelijking met de Beatles is een beetje pedant, maar vooruit: wat wij vanaf 2015 hebben meegemaakt was óók een avontuur. Het idee voor The Analogues speelde al veel eerder dan in 2015, maar er waren – zoals dat gaat –steeds andere dingen die onze aandacht vroegen. En als we dit avontuur zouden aanvangen, dan alleen met volledige toewijding. Er waren natuurlijk al duizenden Beatles-tributebands (en ook een heleboel echt goeie) maar er was er geen een die deed wat wij voor ogen hadden: het integraal reproduceren van de albums vanaf 1966. We hadden dus geen voorbeeld. We hopen eigenlijk dat wíj nu het voorbeeld zijn: door The Beatles te reproduceren hebben we ervoor gezorgd dat liefhebbers dat tot in lengte van jaren kunnen blijven doen, zoals dat nou ook gebeurt met klassieke muziek. Wij hebben ook niet het eeuwige leven, dus we hopen dat een nieuwe generatie Analogues al ongeduldig staat te wachten in de coulissen.

We maken het de ‘nieuwe Analogues’ wel makkelijk, want dit hoeven ze allemaal niet meer te doen:

1. Uitpluizen

De bij elkaar 97 nummers die we onder handen wilden nemen kan je niet over één kam scheren. Aan de ene kant van het spectrum zijn er songs van een bedrieglijke eenvoud, zoals Blackbird: Paul zingt en begeleidt zichzelf op gitaar, that’s it. Er zijn overzichtelijke meezingers, zoals With A Little Help From My Friends of Yellow Submarine. Er zijn zwaar groovende rockers met een belangrijke rol voor de complexe, meerstemmige zang, zoals Paperback Writer.

En aan het andere eind van het spectrum zijn er rijk georkestreerde stukken, zoals A Day In The Life of Golden Slumbers En dan zijn er óók nog de buitenissige studioexperimenten, zoals de in stukken geknipte en weer aan elkaar geplakte opnames van orgels, in Being For The Benefit Of Mr. Kite. Helaas heeft niemand destijds een partituur nagelaten, of iets anders dat bruikbaar is om erachter te komen wat er nou exact gespeeld wordt. En tijdens

Pepper werd er gewerkt met een viersporenrecorder, die optimaal gebruikt werd door eerst drie sporen te gebruiken en een mix van die drie sporen te kopiëren naar het vierde spoor, zodat er vervolgens weer drie sporen vrij kwamen om te gebruiken. In 1967 heel handig, maar voor de muzikale archeologen in 2015 juist bijzonder onhandig, want er bestaan dus geen opnames waarbij de afzonderlijk partijen van de verschillende instrumenten beluisterd kunnen worden.

Lang verhaal kort: we hebben eigenlijk alléén de plaat als uitgangspunt, en ons eigen gehoor om te ontrafelen wat er precies gespeeld wordt.

2. Reconstrueren Bart en Diederik hebben digitale versies opgenomen van alle nummers. Nee sorry, niet analoog, maar dat moest even. Want we hadden nu een versie van alle nummers, met alle partijen – elke noot die er volgens ons gespeeld is. Alle nummers teruggebracht tot bouwpakket, het perfecte uitgangspunt voor een nauwkeurige reconstructie. En die wordt dan wél analoog, natuurlijk.

3. Opbouwen

We weten nu dus wat er gespeeld en gezongen werd. Dan moet er een rolverdeling bepaald worden: wie zingt wat, wie speelt welke partij? Soms is dat meteen duidelijk, soms moet er enorm geschoven worden met de opstelling. Zo eindigt Jac weleens achter de drumkit, heeft Felix opeens een bas in zijn handen of jongleert Bart met twee mondharmonica’s ter grootte van een broodrooster. En het komt ook voor dat we er zelf niet uitkomen en er extra specialisten nodig zijn. Een harpist of tablaspeler. Goed, dan is de personele bezetting bekend. Maar dan zijn er natuurlijk ook nog de spullen. In principe kan je nu een apparaat bestellen voor €119 (morgen bezorgd) waarmee we alle benodigde geluiden heel aardig kunnen benaderen. Dat zou misschien efficiënt zijn. Maar efficiëntie, daar zijn we niet zo in geïnteresseerd. We willen avontuur. En romantiek. En daarom willen we dezelfde spullen die The Beatles ook gebruikten.

Kijk er vanavond alsjeblieft goed naar, want geloof me: alles vanavond werkend en wel op het podium krijgen is nog best een gedoetje geweest.

4. Uitvoeren

Elke avond is een avontuur op zich. Bij een show zoals we die vanavond spelen zijn we eigenlijk allemaal ontzettend grote Beatles-fans, alleen zit één deel in de zaal en staat het andere deel op het podium. Maar de liefhebbers op het podium genieten elke keer net zo veel als de liefhebbers in de zaal.

Ontroering

Voor de afzonderlijke Analogues – Bart, Diederik, Felix, Jac, Jan en Fred – was het voor het eerst dat zij zich wijdden aan een zogenaamde tributeband, een gezelschap dus dat uitsluitend muziek speelt die door anderen gemaakt is. Alle Analogues hebben een muziekleven lang eigen muziek gemaakt, misschien ook wel omdat ‘iets zelf creëren’ hoger wordt aangeslagen dan iets reproduceren. In klassieke muziek is het juist de gebruikelijke procedure om iets zo mooi mogelijk te reproduceren. En in de jazz is er een heel repertoire van zogenaamde standards, stukken die al tientallen jaren gebruikt worden als basismateriaal (het is dan wel ➞

This article is from: