Medisch dossier 1710 december 2015 januari 2016

Page 1

Jaargang 17 N o10 DEC 2015/JAN 2016

Los nummer E 7,50

JAARGANG 14 NO 14 JANUARI 2012

Diabetes

Hoe je de risico’s beperkt

Luchtwegen

Natuurlijke oplossingen

Ziekte van Crohn Voeding voor gezonde darmen

RUG

PIJN Wat u er tegen kunt doen


2

Medisch Dossier | dec 2015/jan 2016

|||inhoud|||

4 10 4

12 Toxische stoffen

|||colofon|||

12

16

18

Over Medisch Dossier Medisch Dossier is de Nederlandse vertaling en bewerking van het Britse maandblad What Doctors Don’t Tell You. Hiermee bieden we onafhankelijke informatie over zowel de risico’s en gevaren van medicijnen en behandelingen als over de beloften van mogelijke alternatieven. Ons doel: patiënten stimuleren hun gezondheid meer in eigen hand te nemen. Medisch Dossier verzet zich niet tegen de reguliere geneeskunde, maar stimuleert de samenwerking tussen artsen en patiënten. Toonaangevende medische vaktijdschriften vormen de bron van onze artikelen, zodat alle informatie is gebaseerd op gevestigd wetenschappelijk onderzoek. De redactie van Medisch Dossier bevindt zich in Engeland; Uitgeverij The Optimist BV verzorgt ­uitsluitend de Nederlandse vertaling en administratie. De redactie is in het Engels bereikbaar via www.wddty.com Hoofdredactie: Bryan Hubbard en Lynne McTaggart Coördinatie: Els Kwaks Vertaling: Taalpraktijk Mieke Prins Artdirector: Carl de Vaal Vormgeving: Saskia Geleedts Uitgever: Ode Management BV Drukwerk: Print Consult Redactieraad internationaal: Dr. John Mansfield, Dr. Leo Galland, Dr. Alan Franklin, Dr. Patrick Kingsley, Dr. Jean Monro, Dr. J. Anthony Morris, Annemarie Colbin, Anne Gaskell (La Leche

16 18

Wat te doen bij rugpijn Een van de belangrijkste redenen dat mensen naar de huisarts gaan, is chronische pijn. Maar de moderne geneeskunde heeft meestal geen oplossing. Dat komt vooral omdat ze op de verkeerde plekken zoekt.

Nieuws Verzadigde vetten geen oorzaak hart- en vaatziekten; een op vijf borstkankergevallen klopt niet; tai chi bij versleten knie; lichttherapie bijna twee keer zo effectief als fluoxetine; en meer.

Diabetes: de werkelijke boosdoeners Slechte eetgewoonten, obesitas en gebrek aan beweging zijn veelgehoorde oorzaken van diabetes. Maar er zijn andere, minder bekende oorzaken. En het goede nieuws: het risico op diabetes is te beperken.

Recept voor gezonde darmen Karen Ward leed jarenlang aan de ziekte van Crohn, die haar leven lamlegde. Totdat ze besloot haar weg naar een goede gezondheid te zoeken in de juiste voeding.

Gewoon doorademen Dit is het seizoen waarin allerlei luchtwegaandoeningen de kop opsteken. Gelukkig zijn er natuurlijke oplossingen.

League), Janet Balaskas, Dr. J. Levenson, Dr. Ellen Grant, Dr. Melvyn Wehrbach, Dr. Michel Odent, Dr. Keith Mumby, Dr. J. Wright, Prof. Gordon Stewart, Dr. Vickie Rippere, Dr. Anthony Newburry, Sally Bunday

Abonneeservice Postbus 105, 2400 AC Alphen aan den Rijn Tel. 0172 476085 medischdossier@spabonneeservice.nl www.medischdossier.org/abonneeservice

Redactieraad Nederland: Jan C. van Beek, arts en manueel geneeskundige, Robert K.T.H. Trossèl, arts.

Archief De eerste editie van Medisch Dossier verscheen in 1999. Via www.medischdossier.org kunt u oude nummers voor vijf euro exclusief verzendkosten per stuk nabestellen. Wanneer u abonnee bent, heeft u via uw abonneecode gratis toegang tot het digitale archief, dat al het gepubliceerde materiaal vanaf 2004 bevat.

Abonnementen Een jaarabonnement op Medisch Dossier (tien nummers) kost € 68,25 en geeft u onbeperkt toegang tot het digitale archief op www.medischdossier.org. Abonnementen kunnen op elk moment ingaan. Indien drie maanden voor het verstrijken van de abonnementsperiode geen bericht van opzegging is ontvangen, wordt het abonnement automatisch verlengd. Adreswijzigingen en opzeggingen kunnen uitsluitend schriftelijk of per e-mail worden doorge­geven. Nieuwe abonnees ontvangen binnen vier weken na aanvraag hun eerste nummer. Adreswijzigingen graag vier weken van tevoren doorgeven per post of e-mail. Uitgeverij The Optimist BV behoudt zich het recht voor een keer per jaar een prijsindexatie toe te passen. Wij nemen uw gegevens op in een gegevensbestand. Deze gegevens worden gebruikt voor de met u gesloten overeenkomsten, zoals de abonnementen­ administratie van de uitgeverij. Daarnaast kunnen wij uw gegevens gebruiken om u op de hoogte te houden van interessante informatie en/of het doen van aanbiedingen van Uitgeverij The Optimist BV of van door ons zorgvuldig geselecteerde bedrijven. Mocht u hiertegen bezwaar hebben, stelt u ons hiervan dan per post of via e-mail op de hoogte.

Disclaimer Hoewel aan de voorbereiding van deze uitgave alle zorg is besteed, kan de uitgever niet verantwoordelijk worden gehouden voor eventuele schade of leed, veroorzaakt door behandelingen, advies of informatie gepubliceerd in dit nummer. Alvorens een behandeling te ondergaan is het raadzaam om een specialist te raadplegen. © Ode Management BV. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en openbaar worden gemaakt zonder toestemming van de uitgever. Deze nieuwsbrief wordt uitgebracht onder licentie van WDDTY Publishing Ltd (UK). Alle rechten op het gelicentieerde materiaal behoren toe aan WDDTY Publishing Ltd. Het materiaal mag niet worden gereproduceerd, als geheel of in delen, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van WDDTY Publishing Ltd. De naam What Doctors Don’t tell You is eigendom van WDDTY Publishing Ltd.


Als een hamer je enige gereedschap is… Ik heb al rugklachten sinds mijn eerste zwangerschap, 26 jaar geleden. Misschien dat de veranderingen rond de zwangerschap een rol speelden, maar in de jaren daarna werd het erger doordat ik voor mijn werk urenlang voorovergebogen achter de computer zat. Waarschijnlijk speelt er ook een familiaire component mee: mijn vader had dezelfde klachten. Aan het begin was het afdoende om af en toe naar een osteopaat te gaan, die de boel weer rechtzette. Maar in de loop der jaren werden mijn pijntjes steeds erger, en mijn houding en heup begonnen op te spelen. Steeds vaker bezocht ik de osteopaat. Ik besloot op zoek te gaan naar iemand die de problemen voor eens en altijd kon oplossen. Mijn osteopaat had gezegd: ‘Er zitten een paar gewrichten in uw onderrug die gewoon niet zo goed werken. Blijf bewegen.’ Mijn nieuwe therapeut dacht daar heel anders over. Hij bekeek me van top tot teen, schudde zijn hoofd en zei treurig: ‘Uiteindelijk zult u een nieuwe heup nodig hebben.’ Omdat de pijn niet in mijn heup zat, klonk dat me weinig logisch in de oren. Dus ik zocht verder… en vond een beweegspecialist. ‘U hebt een scoliose,’ zei hij me. ‘U moet uw rug ontzien; u mag alleen wandelen en stijldansen.’ Op dat moment begon ik me serieus af te vragen hoelang mijn wervelkolom het nog zou volhouden. Ik voelde me net een pop wiens ledematen in de verkeerde gaten zijn gestopt. Ik kreeg een peesontsteking in mijn schouder en een stijve nek. Wat was er met me aan de hand? Dit jaar vond ik een chiropractor gespecialiseerd in houdingsproblemen. Ik moest wel eerst röntgenfoto’s laten maken. Met tegenzin stemde ik toe. Ik bleek geen scoliose te hebben. Ik had geen nieuwe heup nodig. Mijn onderste wervels stonden iets te veel naar voren, maar ze werkten prima. Er zat wel iets verkeerd in mijn nek. Een jaar lang ging ik plichtsgetrouw elke week naar mijn therapeut. Ik voelde mijn rug soepeler worden, evenals mijn nek, en mijn ledematen leken eindelijk op de goede plek te zitten. Maar mijn houding verbeterde niet, noch mijn heupproblemen. Eindelijk, tijdens een reis naar Dubai, toen alles pijn deed en ik me liet masseren, viel het kwartje. Ik voelde me wonderbaarlijk genezen. Ik realiseerde me dat de oplossing niet in mijn gewrichten lag, maar in mijn spieren. Daar ben ik me op gaan richten. Diepeweefselmassage, samen met een aantal doelgerichte oefeningen, zoals Mitchell Yass uitlegt in ons hoofdartikel, brengen nu eindelijk verbetering. Mijn verhaal is geen uitzondering. Er zijn miljoenen mensen met chronische pijn die stad en land afreizen op zoek naar verlichting. Zoals iemand ooit zei: als een hamer je enige gereedschap is, ga je elk probleem als een spijker zien. Al mijn therapeuten waren competent, maar ze bekeken mijn rug maar vanuit één perspectief. Ze hadden alleen geleerd die ene hamer te hanteren. Het oplossen van chronische pijn vraagt om een integrale aanpak. Therapeuten en specialisten moeten met elkaar samenwerken en vanuit verschillende invalshoeken naar hun patiënten kijken. Pas dan heeft de geneeskunde een volle gereedschapskist om mee te werken. Lynne McTaggart

3

|||van||de||hoofdredactie|||

Medisch Dossier | dec 2015/jan 2016


4

Medisch Dossier | dec 2015/jan 2016

|||Dossier|rugpijn||| |||Door:|mitchell|yass|||

Rugpijn, de ware Een van de belangrijkste redenen dat mensen naar de huisarts gaan, is chronische pijn. Maar de moderne geneeskunde heeft meestal geen oplossing. Dat komt vooral omdat ze op de verkeerde plekken zoekt.

C

hronische pijn is een internationale epidemie geworden: naar schatting leven 1 miljard mensen over de hele wereld dagelijks met pijn. Chronische pijn is de op een na belangrijkste reden dat mensen medische hulp zoeken (verkoudheidsverschijnselen staan op nummer één). In de twintig jaar dat ik pijn behandel, heb ik ontdekt dat veel van deze mensen nodeloos lijden. De meeste patiënten die bij me kwamen, beschouwden me als laatste redmiddel vóór een operatie, of ná een operatie die hun niet van hun pijn had afgeholpen. Veel patiënten hadden te horen gekregen dat ze de rest van hun leven medicijnen moesten slikken of erger nog, dat ze uitbehandeld waren en maar met hun pijn moesten leren leven. Het was vaak hetzelfde verhaal: de patiënt was naar een arts gegaan, die diagnostisch onderzoek liet doen, zoals een röntgenfoto en MRI. Dan werd er een een afwijking aan bot of gewricht gevonden, zoals een vernauwing, hernia, gescheurde meniscus of gewrichtsontsteking, en dat werd de diagnose. De pijn werd behandeld op basis van deze afwijking. Vaak kregen ze medicatie: injecties of zenuwblokkades. Soms bleef de pijn even weg, maar uiteindelijk was die teruggekomen en was het enige alternatief een operatie. Voor de patiënt een lastige keus: een operatie of pijnbestrijding. Soms werd er gedreigd met verlamming als iemand zich niet liet opereren. Anderen kregen te horen dat een operatie misschien hielp, maar misschien ook niet, en dat de keus aan hen was. Zo kwamen veel mensen bij mij terecht, hopend op een wonder. Maar er was helemaal geen wonder nodig. Het verhelpen van hun pijn was een kwestie van logisch nadenken en analyseren wat de ware oor-


Medisch Dossier | dec 2015/jan 2016

oorzaak

zaak van hun pijn was, zodat die kon worden aangepakt. In 90 tot 95 procent van de gevallen waarin artsen een bot- of gewrichtsprobleem de schuld gaven van de pijn, ontdekte ik iets heel anders: spierzwakte of disbalans in de spieren. Spieren uit balans Mensen voeren de hele dag taken uit: ze lopen, gaan staan, lopen de trap op: allerlei eenvoudige bewegingen waarbij groepen spieren samenwerken. Als één spier verzwakt is of niet functioneert, bijvoorbeeld door overbelasting, gaan mensen gewoon door met die activiteiten. Maar om ze te kunnen uitvoeren, moet het lichaam andere spieren inschakelen, die daardoor meer doen dan waarvoor ze bedoeld zijn. Dat leidt tot spierzwakte of disbalans in de spieren. De spier die overbelast wordt, geeft pijn of veroorzaakt zelfs een scheefstand van het gewricht waaraan de spier verbonden is. Dat leidt weer tot gewrichtspijn. Door naar symptomen te kijken in plaats van een röntgenfoto of MRI, kon ik vaststellen of de oorzaak van de pijn met botten of spieren samenhing. Bij het overgrote deel van mijn patiënten was de pijn afkomstig van spieren. Dan moest ik vaststellen welke spieren sterker moesten worden om de zwakte of

5


6

Medisch Dossier | dec 2015/jan 2016

|||Dossier|rugpijn|||

disbalans op te heffen. Door de patiënten een paar eenvoudige oefeningen te laten doen, kon ik ze van hun pijn afhelpen. Zo’n behandeling geeft niet slechts verlichting van pijn, maar helpt patiënten volledig van hun pijn af. Wat is pijn? Eerst moet u begrijpen wat pijn is. In haar eenvoudigste vorm is pijn een poging van het lichaam om u bewust te maken van lichamelijk gevaar, zodat u maatregelen kunnen treffen. Pijn is dus gewoon een waarschuwing van het lichaam dat er iets moet gebeuren. Iets ingewikkelder: als de functie van een bepaald weefsel in gevaar komt, geeft dat weefsel een signaal aan de nociceptoren (pijnreceptoren). Die sturen de informatie naar de hersenen, die het vertalen in een sensatie van pijn. Een van de grootste misvattingen over pijn is dat ze altijd van een zenuw afkomstig is. Dus om pijn te behandelen, zouden we de zenuw moeten behandelen. Dat klopt niet. Pijnreceptoren zijn vooral in bindweefsel te vinden, dat overal in het lichaam zit. Bindweefsel bevindt zich vooral rond de organen, dus als zich een storing voordoet in de cellen van een orgaan, wordt er een pijnsignaal naar de hersenen gestuurd. Niet alleen zenuwen, maar de meeste andere weefsels hebben ook het vermogen deze waarschuwingssignalen te versturen. Dat kan het geval zijn bij een niersteen, een hartaanval, buikpijn of een snee. Dan verstuurt de nier, het hart, de maag of de huid een pijnsignaal via de pijnreceptoren in het bindweefsel rond deze organen. Ook spieren hebben het vermogen pijnsignalen te versturen. Ginevra Liptan van het Frida Centrum voor Fibromyalgie in Oregon schreef een artikel over de pijnreceptoren in de spierfascie: de beschermende laag bindweefsel waarmee alle spieren omgeven zijn. Ze schrijft dat de pijn bij fibromyalgie niet moet worden toegeschreven aan een storing in het zenuwstelsel, maar aan overprikkeling van de pijnreceptoren rond de spieren.1 Met andere woorden: elke prikkeling zal de pijnsensoren activeren. Jammer genoeg wordt bij de huidige pijnbehan-

Pijn is een poging van het lichaam om u bewust te maken van lichamelijk gevaar delingen geen rekening gehouden met het feit dat alle weefsels pijn kunnen uitzenden. Als er een duidelijke oorzaak voor de pijn is, zoals een botbreuk of hartaanval, dan is de diagnose vrij eenvoudig. Maar als de pijn niet kan worden toegeschreven aan een bepaald incident of de daarmee samenhangende weefselschade, richt het lichamelijk onderzoek zich vooral op vormafwijkingen in gewrichten en botten, die de zenuwen

zouden kunnen prikkelen. Artsen gaan dus op zoek naar beknelde zenuwen als gevolg van uitstulpende tussenwervelschijven of vernauwingen in de nek. Chronische pijn, vooral in de ledematen, heet al snel ‘neuropathie’ (schade aan de zenuwen), afkomstig uit het ruggenmerg. In werkelijkheid kan pijn afkomstig zijn van allerlei verschillende bronnen. Maar in het huidige systeem van pijnbehandeling is er geen specialisme dat alle mogelijkheden in ogenschouw neemt en nagaat welk weefsel de pijn veroorzaakt. Er zijn te veel verschillende specialismen, die allemaal beweren te weten waar de pijn vandaan komt en hoe ze die moeten behandelen. Maar de beroepsbeoefenaars zijn opgeleid om de pijn alleen te zien binnen hun eigen, afzonderlijke terrein. U krijgt daardoor bij elk specialisme een ander antwoord op uw pijn. Als u naar de chirurg gaat, hebt u waarschijnlijk een operatie nodig. Dat komt doordat chirurgen zijn opgeleid om te kijken hoe een operatie kan helpen. Dit versplinterde systeem van afzonderlijke specialisten, in combinatie met hun beperkte methoden om de oorzaken van pijn te achterhalen, is de belangrijkste reden dat de huidige geneeskunde zo ineffectief is als het om pijn gaat. MRI is zinloos Gelukkig begint dat te veranderen. In een artikel uit 2011 adviseert het Amerikaanse College of Physicians niet langer MRI te gebruiken om lage rugpijn te onderzoeken. Ze merken op dat bij 84 procent van de patiënten met lage rugpijn deze niet kon worden


Medisch Dossier | dec 2015/jan 2016

bleken te hebben als degenen zónder pijnklachten. Het scheuren van de meniscus ging gelijk op met de artrose in de knie en was onderdeel van het slijtageproces zelf. Dat betekent dat een operatie de pijn niet zou wegnemen.4 Om te testen of MRI’s misleidend kunnen zijn bij sporters met een blessure, onderwierp James Andrews, een bekende sportarts uit Florida, 31 volkomen gezonde professionele honkbalpitchers aan een MRI. Deze pitchers hadden geen blessure en geen pijn. Maar op de MRI’s bleek 90 procent van hen een kraakbeenafwijking in hun schouder te hebben en 87 procent aan hun rotatorcuffpees (de pees boven op de schouder). ‘Als je een excuus zoekt om een pitcher te opereren, dan hoef je alleen maar een MRI te maken,’ aldus Andrews.5 De bron achterhalen Gelukkig onderschrijft een aantal grote medische beroepsgroepen inmiddels de stelling dat een hernia die bij een MRI ontdekt wordt niet per se verantwoordelijk is voor lage rugpijn. Zoals de Cleveland Kliniek, een groot orthopedisch ziekenhuis in Ohio, in juli 2011 in haar tijdschrift schreef: ‘De meeste rugpijn is afkomstig van spieren. […] Operaties aan de wervelkolom hebben een slechte naam gekregen doordat mensen wervels ieten vastzetten [wervelfusie] terwijl er geen sprake was van instabiliteit. Ze kregen een MRI toegeschreven aan een afwijking aan het ruggenmerg, zoals een hernia, vernauwing of andere aandoening. ‘Het is belangrijk te begrijpen dat de aanwezigheid van afwijkingen op de beelden niet hoeft te betekenen dat die verantwoordelijk zijn voor de symptomen,’ aldus het artikel. Verder zegt het College dat dergelijke diagnostische onderzoeken tot onnodige behandelingen en ingrepen kunnen leiden, en zo de zorgkosten verhogen.2 In een studie naar de discrepantie tussen MRIuitslagen en pijn, voerden de onderzoekers MRI’s uit bij mensen die helemaal geen pijn hadden. Uit de scans bleek ongeveer 70 procent van hen een uitstulpende tussenwervelschijf (hernia) te hebben. Als dat zo is, kunnen we concluderen dat bij ongeveer 70 procent van de mensen die wél pijn hebben en ook een hernia, de pijn een andere oorzaak heeft. De onderzoekers concludeerden: ‘Bij MRIonderzoek van de lumbale wervelkolom [het onderste deel] blijken veel mensen zonder rugpijn een prolaps of protrusie [twee gradaties van uitpuilende tussenwervelschijf] te hebben, maar geen extrusie [kapotgescheurde tussenwervelschijf]. Aangezien deze resultaten vaak voorkomen en rugpijn vaak voorkomt, kan de ontdekking van uitstulpingen op een MRI bij mensen met lage rugpijn vaak toevallig zijn.’3 Een gelijksoortige situatie zien we bij gescheurde meniscussen. In een onderzoek in 2008 ontdekte David Felson, hoogleraar geneeskunde en epidemiologie aan de medische faculteit van de Universiteit van Boston, dat mensen met een versleten knie mét pijnklachten net zo vaak een gescheurde meniscus

Als u met uw pijn naar de chirurg gaat, hebt u waarschijnlijk een operatie nodig omdat ze pijn hadden. Op de beelden was een afwijkende tussenwervelschijf te zien en daarom kregen ze een wervelfusie. Dat is een vreselijk slechte indicatie, omdat je niet weet of die tussenwervelschijf de oorzaak van de pijn is. Slijtage van tussenwervelschijven hoort bij het ouder worden; uiteindelijk krijgt iedereen dat.’6 Hoewel afwijkingen aan botten en gewrichten pijn kunnen veroorzaken, weten we pas definitief of dat de oorzaak is als we een aantal andere dingen hebben vastgesteld. Bij elke patiënt die ik zie, negeer ik eventuele uitslagen van diagnostisch onderzoek. In plaats daarvan vraag ik ze naar hun beweeglijkheid en waar ze pijn ervaren, en ook wanneer de pijn erger of minder wordt en of er iets voorgevallen is waarna de symptomen begonnen. Die informatie, samen met een aantal eenvoudige testjes waarmee ik naar bewegingsbereik, flexibiliteit, functie en houding kijk, gebruik ik om te begrijpen waar de pijn echt vandaan komt. Als het probleem bij de spieren vandaan komt, is er heel veel wat u zelf kunt doen, zonder operatie of medicatie. Als u lage rugpijn hebt, voer dan de doehet-zelftestjes uit (zie volgende pagina) om te kijken of u dezelfde onbalans in uw spieren hebt als de meeste mensen met die klacht. Zo ja, dan vindt u oefeningen die uw spieren rekken of versterken.

7


8

Medisch Dossier | dec 2015/jan 2016

|||Dossier|rugpijn|||

Pijn aan beide kanten van de rug

Veruit de meest voorkomende oorzaak van pijn in de hele onderrug is een disbalans tussen enerzijds de dijspieren en heupflexoren (aan de voorkant van het lichaam) en anderzijds de bilspieren en hamstrings (aan de achterkant van het lichaam). Het is een veelvoorkomend scenario, omdat we bij de meeste functionele activiteiten, of dat nu traplopen, gaan zitten of opstaan is, vooral de spieren aan de voorkant gebruiken. De dijbeenspieren en heupflexoren gebruiken we dus vaker, waardoor ze sterker worden dan de bilspieren en hamstrings. Als deze onevenwichtigheid doorzet, worden de dijbeenspieren en heupflexoren korter. Omdat de dijbeenspier aan de voorkant van het bekken vastzit, trekt de kortere spier het bekken daar naar beneden, waardoor de achterkant van het bekken omhoog kantelt. Dat zorgt voor overmatige holling van de onderrug, waardoor de spieren in de onderrug op hun beurt korter worden. Als deze onderrugspieren korter worden, verliezen ze hun vermogen om kracht uit te oefenen en de romp te ondersteunen, een belangrijke taak van deze spieren. Dit leidt tot overbelasting van deze spieren en veroorzaakt pijn in de hele onderrug. Voer onderstaande testjes uit om na te gaan of dit de oorzaak van uw lage rugpijn is.

Analyseer uw houding De eerste aanwijzing voor een disbalans tussen de spieren aan de voor- en de achterkant is een abnormale stand van het bekken. Er zijn twee knobbels op het bekken die u kunt voelen: de spina iliaca anterior superior (afgekort SIAS) aan de voorkant en de spina iliaca posterior superior (SIPS) aan de achterkant van het bekken (zie afbeelding). Als uw dijbeenspieren sterker zijn dan uw hamstrings, zal de SIAS lager liggen dan de SIPS. Om de lijn tussen uw SIAS en SIPS te bepalen, kijkt u gewoon vanaf de zijkant naar uzelf in de spiegel. Ga staan zoals u normaal staat (niet uw buik intrekken). Zoek deze twee punten op uw bekken en trek een denkbeeldige lijn tussen de SIAS en SIPS. Als de lijn van voren naar achter stijgt, is dat een teken dat uw spieren mogelijk niet in balans zijn. Als dat zo is, zal ook de holling in uw onderrug te sterk zijn.

Test de flexibiliteit van uw spieren Vervolgens kijkt u naar de flexibiliteit van de dijbeenspieren en hamstrings. Als uw dijbeenspieren erg strak staan en uw hamstrings heel soepel zijn, is dat opnieuw een aanwijzing dat de eerste sterker zijn dan de

laatste. Test de flexibiliteit van uw dijbeenspieren door te gaan staan terwijl u met uw ene hand een stevig object vasthoudt. Pak nu de enkel van uw been aan de andere kant. Probeer uw enkel naar uw bil te trekken. Als u niet met uw hiel bij uw bil kunt komen terwijl u tegelijkertijd uw knie verder naar achteren houdt dan uw heup, dan is uw dijbeenspier kort. Om uw hamstrings te testen, gaat u op uw rug liggen. Trek uw ene been op en zet de voet van dat been plat op de ondergrond. Vraag iemand om het andere been met gestrekte knie op te tillen. U moet in staat zijn uw been op te tillen tot een verticale positie. Dat wordt beschouwd als het normale bewegingsbereik van de hamstrings. Als uw been verder kan dan verticaal, zijn de hamstrings te slap. Strakke dijbeenspieren met normale of te flexibele hamstrings zijn een indicatie van een disbalans tussen die spieren.

Test uw spierkracht Om de dijbeenspieren en hamstrings op hun kracht te testen, gaat u op een stevige stoel zitten. Uw ene voet zet u plat op de grond, uw andere knie buigt u tot slechts 70 graden. Vraag iemand zijn ene hand boven op uw dij te leggen en zijn andere op de enkel van het deels gebogen been. Probeer vervolgens uw knie te strekken, terwijl uw assistent uw enkel tegenhoudt. Hiermee test u de kracht van uw dijbeenspier. Vraag nu of uw assistent zijn hand achter de enkel legt. Vanuit dezelfde startpositie als daarnet (knie tot 70 graden gebogen) probeert u uw knie te buigen, terwijl uw assistent uw enkel aan de achterkant tegenhoudt. Als het strekken beter lukt dan het buigen, is ook dat een aanwijzing voor een disbalans die lage rugpijn tot gevolg heeft.

Palperen Tot slot kunt u de onderkant van uw rug palperen (betasten) om vast te stellen welk weefsel het pijnsignaal afgeeft. De vierkante lendenspier is de belangrijkste spier van de onderrug. Oefen druk uit langs de hele spier, vanaf de aanhechting aan de ribbenkast tot de aanhechting aan het bekken. Pijn door overbelasting van deze spier kan op elk punt langs deze spier voelbaar zijn. Als de pijn die u ervaart, verergert door op deze spier te drukken, is dat een bevestiging dat uw lage rugpijn veroorzaakt wordt door overbelasting van deze spier, die weer een gevolg is van de disbalans tussen de dijspieren en hamstrings. Als u hebt vastgesteld dat dit inderdaad de oorzaak van uw pijn is, ligt de oplossing ervan in het oprekken van de dijbeenspieren en het versterken van de bilspieren, hamstrings


Medisch Dossier | dec 2015/jan 2016

en heupabductoren (spieren die het been naar buiten toe bewegen). Doe dit met de onderstaande oefeningen.

Dijspier strekken Ga op een verhoging liggen en laat het been waarvan u de dijspier wilt strekken langs de zijkant hangen, terwijl u het andere been hebt opgetrokken, uw voet plat op het oppervlak. Rol een handdoek om de enkel van het been dat u gaat strekken, zodat u houvast hebt. Pak de handdoek, buig langzaam de knie en trek de voet naar uw bil, totdat u spanning voelt aan de voorkant van uw dij. Als u deze spanning voelt, houdt u uw been 20 seconden in deze positie, waarna u naar de startpositie terugkeert. Zorg ervoor dat uw rug niet hol trekt tijdens deze oefening.

Hamstring curl Ga zitten en zorg voor tegendruk aan de achterkant van uw enkel (bijvoorbeeld iemand die uw enkel tegenhoudt). Zorg dat uw rug goed ondersteund is. Strek het been dat u wilt oefenen recht naar voren zonder uw knie op slot te zetten. Buig uw knie nu tot 90 graden. Keer daarna langzaam terug naar uw startpositie. Om u beter op de hamstrings te richten, trekt u de tenen van het oefenbeen tijdens de oefening naar u toe. Als u deze oefening met een fitnessapparaat uitvoert, zorg dan dat het draaipunt van het apparaat precies ter hoogte van uw kniegewricht zit.

Heupextensie Ga staan, til uw ene been op zodat uw heup tot ca. 60 graden gebogen is en zorg voor tegenwicht achter uw knie. Buig uw rug en zorg dat de knie van het been waarop u staat niet op slot zit. Buig de knie van het oefenbeen tot ongeveer 10 graden achter de heup. Keer terug naar uw startpositie.

Heupabductie Deze oefening kunt u staand doen of liggend op uw zij. Het is belangrijk om uw been niet te ver naar buiten te bewegen. Veel mensen denken: hoe groter het bewegingsbereik, hoe beter. Maar in dit geval betekent het dat u uw onderrugspier gaat gebruiken. Het gaat erom uw heupspier te gebruiken: die kan het been slechts tot aan het heupgewricht opzij bewegen. Als u uw been nog verder naar buiten beweegt, gebruikt u de verkeerde spieren. Ga op uw zij liggen met uw onderste been gebogen, terwijl u het been dat bovenop ligt, gestrekt houdt. Beweeg het gestrekte been in één rechte lijn ten opzichte van uw romp. Als het been namelijk in een hoek staat ten opzichte van uw romp, gaat u ook een andere spier dan uw heupspier gebruiken. Til het been dat bovenop ligt omhoog totdat het evenwijdig aan de vloer is. Buig het been zo, dat de hiel als eerste omhoog beweegt. Dit zorgt ervoor dat uw heupspier in een optimale positie komt om het been te tillen. Als uw been evenwijdig is met de grond, laat u het weer terugzakken.

Deadlift met gestrekt been Zet uw voeten uit elkaar, iets wijder dan schouderbreedte, en uw tenen iets naar buiten gedraaid. Ga rechtop staan zonder uw knieën op slot te zetten en duw uw achterwerk lichtjes naar achteren. Houd een gewicht aan de voorkant van uw dijen. Houd uw rug recht en blijf voor u uit kijken, terwijl u vanuit uw heupen vooroverbuigt en het gewicht langs uw benen laat zakken. Zorg dat uw knieën niet buigen en de beweging uit uw heupen komt. Terwijl u vooroverbuigt, voelt u hoe het gewicht zich naar uw hielen verplaatst. Zodra u spanning voelt aan de achterkant van uw bovenbenen, komt u weer overeind naar uw startpositie. Er is geen specifiek eindpunt tot waar u moet buigen. U bepaalt zelf hoe ver u voorover buigt: totdat u spanning voelt aan de achterkant van uw dijen. Het is belangrijk dat uw rug recht blijft en niet rond wordt. Als uw rug zich kromt tijdens de oefening, loopt u het risico dat u uw rug overbelast.

Dit artikel komt uit het boek The pain cure Rx: the Yass method for diagnosing and resolving chronic pain van Mitchell Yass, een fysiotherapeut die al twintig jaar lang mensen met pijn behandelt. Uitgave: Hay House UK, 2015. 1 J Bodyw Mov Ther, 2010; 14: 3-12 2 Ann Intern Med, 2011; 154: 181-9 3 N Engl J Med, 1994; 331: 69-73 4 N Engl J Med, 2008; 359: 1108-15 5 Kolata G. ‘Sports Medicine Said to Overuse M.R.I.’s’.

In: The New York Times, 28 oktober 2011 6 Cleveland Clinic Arthritis Advisor. ‘When is Back Surgery a Good Idea?’ juli 2011; www.arthritis-advisor.com/issues/10_7/ features/733-1.html

9


10

Medisch Dossier | dec 2015/jan 2016

|||nieuws|||

Placebo’s werken, zelfs als we weten dat we ze slikken

Hoe meer seks, hoe gelukkiger? Nou, tot op zekere hoogte. Volgens nieuw onderzoek zijn mensen die een keer per week seks hebben het gelukkigst, ongeacht leeftijd, geslacht en of ze getrouwd zijn of niet. Minder vaak seks kan zorgen dat u zich minder gelukkig voelt, maar meer dan een keer per week seks voegt niets toe aan uw Geluksquotiënt (GQ), zeggen onderzoekers van de Universiteit van Toronto-Mississauga. Ondanks de stereotiepe ideeën dat mannen vaker seks willen en oudere mensen minder vaak seks hebben, was er geen verschil in frequentie en geluk tussen de seksen of de verschillende leeftijden, aldus de onderzoekers. Ze analyseerden de reacties in een enquête onder meer dan 11.000 mannen en meer dan 14.000 vrouwen in de VS. Belangrijker is de context van de relatie en of er naast seks ook andere verbondenheid en intimiteit is. Hoewel we niet zoveel seks nodig hebben om gelukkig te zijn als men graag wil geloven, is het wel belangrijker dan geld, zeggen de onderzoekers. De kloof in geluksniveau tussen de mensen die minder dan eens per week seks hadden en degenen die wekelijks seks hadden, was groter dan die in inkomensniveau. Bron: Social Psychological and Personality Science, November, 2015; doi: 10.1177/1948550615616462

Wortels zijn goed voor uw ogen

Dat mopje over een konijn met een bril klopt toch: wortels zijn goed voor uw gezichtsvermogen (maar ze helpen niet in het donker te kijken). Alle kleurrijke, carotenoïderijke groenten, waaronder ook spinazie en zoete aardappel, blijken te beschermen tegen achteruitgang van ons gezichtsvermogen als we ouder worden. Een groot nieuw onderzoek heeft ontdekt dat groenten en fruit die veel carotenoïden bevatten de kans op leeftijdsgerelateerde maculadegeneratie (AMD) met 35 procent verminderen. AMD is de belangrijkste oorzaak van slechter zicht en blindheid bij het ouder worden. Onderzoekers deden de ontdekking toen ze de gezondheid en voeding van 102.000 deelnemers aan de Nurses’ Health Study onderzochten, een Amerikaans epidemiologisch onderzoek. Het grootste beschermende effect werd gevonden bij degenen die de meeste wortels, tomaten, spinazie, sinaasappels en andere groenten en fruit die rijk zijn aan carotenoïden aten. Carotenoïden zijn plantaardige kleurstoffen die de voeding hun opvallende kleur geven en die door het lichaam in vitamine A kunnen worden omgezet. De meest heilzame carotenoïden zijn luteïne en zeaxanthine, ontdekten de onderzoekers. Bron: JAMA Ophthalmol, 2015: published online, October 8, 2015

Een placebo is het krachtigste middel dat er is: hoewel ze ‘tussen de oren’ zitten, werken ze bijna net zo goed als de meeste geneesmiddelen en bij een grote verscheidenheid aan ziekten. En ze werken zelfs als we weten dat we placebo’s slikken, blijkt uit nieuw onderzoek. Meestal krijgen deelnemers aan een medische trial niet te horen of ze een placebo krijgen of een echte pil. Dus als ons van tevoren verteld wordt dat we een placebo krijgen, duurt het wel vier sessies voordat ze beginnen te werken. Blijkbaar hebben we tijd nodig om geconditioneerd te worden, zodat we geloven dat de placebo werkt, aldus onderzoekers van de Universiteit van Colorado. Maar nadat we vier sessies hebben gehad, begint de pijn af te nemen. Als we weten dat het een placebo is, werkt het na slechts één sessie nog niet. De onderzoekers denken dat placebo’s kunnen werken als we geloven in de kracht van de behandeling en ervaringen hebben die met dat geloof overeenkomen. Als dat gebeurt, kunnen de hersenen reageren alsof het ‘echt’ is, zelfs als we weten dat we een placebo innemen. Voor het experiment legden de onderzoekers een verwarmingselement op de onderarm van de deelnemers. Vervolgens werd het hete gebied ‘behandeld’ met een verkoelende gel, die in werkelijkheid slechts uit vaseline met blauwe kleurstof bestond. Bron: Journal of Pain, 2015; 16: 412


Medisch Dossier | dec 2015/jan 2016

Verzadigde vetten geen oorzaak hart- en vaatziekten Voor diegenen die in een grot geleefd hebben (of nooit eerder Medisch Dossier hebben gelezen): onderzoekers hebben bevestigd dat verzadigde vetten geen hartziekte of diabetes veroorzaken. Al die tijd waren bewerkte transvetten de ware boosdoeners, waaronder de vetten die voor koekjes, taart en margarine gebruikt worden. En dan te bedenken dat margarine altijd werd aangeprezen omdat het zo goed was voor ons hart. Verzadigde vetten – die in roomboter, melk, vlees, zalm en eieren zitten – veroorzaken geen hart- en vaatziekten of beroertes, en onze slagaders raken er niet van verstopt. Dat hebben onderzoekers van de McMaster Universiteit in Canada bevestigd, nadat ze de gegevens van 12 onderzoeken bestudeerden met in totaal meer dan 339.000 deelnemers. De voedingsmiddelenindustrie heeft vele miljarden verdiend met vetarme producten door de wijdverbreide overtuiging dat verzadigde vetten hartziekte veroorzaken. Margarine werd zelfs een van de best verkopende producten ter wereld. Maar terwijl mensen al die tijd geloofden dat ze met margarine goed voor hun bloedvaten zorgden, deden ze feitelijk het tegenovergestelde. De transvetten in margarine, koekjes en taarten kunnen juist tot hartziekte leiden, waaraan mensen kunnen doodgaan. En van de transvetten is de soort die de industrie gebruikt – die gehard en verhit is – gevaarlijker dan de transvetten die van nature in bepaalde dierlijke producten voorkomen. Bron: BMJ, 2015;351: h3978

Tai chi bij versleten knie Tai chi, de sport gebaseerd op langzame en bewuste bewegingen, kan de pijn bij knie-artrose verminderen en de patiënt helpen zijn mobiliteit te verbeteren, blijkt uit nieuw onderzoek. Het is net zo effectief als gewone fysiotherapie en het is een interessant alternatief, aldus de onderzoekers van de medische faculteit van de Tufts Universiteit in Boston. Ze testten de sport bij 204 mensen met artrose in de knie. Ze kregen 12 weken twee keer per week tai chi of standaard oefeningen. Hun pijn en mobiliteit werden gemeten met een scoresysteem waarin het niveau van pijn, functioneren, depressie, kwaliteit van leven en pijnmedicatie werden bijgehouden. Degenen die aan tai chi deden, rapporteerde een score die 167 punten verbeterde, terwijl degenen met fysiotherapie een verbetering van slechts 143 punten hadden. De tai chi-groep had ook minder last van sombere periodes, en beide groepen gebruikten minder pijnmedicatie. Bron: Proceedings of the American College of Rheumatology annual meeting, San Francisco, 7 november 2015

Lichttherapie bijna twee keer zo effectief als fluoxetine

Een op vijf borstkanker­gevallen klopt niet Een op de vijf vrouwen die te horen krijgen dat ze borstkanker hebben, hebben de ziekte helemaal niet. Ze hebben slechts het voorstadium van borstkanker, DCIS: ductaal carcinoom in situ. Maar door de foute diagnose krijgen de vrouwen een operatieve ingreep of bestraling alsof het kanker is. De behandeling maakt dus niet uit voor de kans dat vrouwen aan borstkanker overlijden, en artsen moeten anders gaan kijken naar DCIS, blijkt uit nieuw onderzoek. Van de ‘kankergevallen’ die bij routinematig borstonderzoek (mammografie) ontdekt worden, is 20 procent DCIS, dat zich zelden ontwikkeld tot agressieve borstkanker. Onderzoekers van het Women’s College Ziekenhuis in Toronto volgden de gezondheid van 108.000 vrouwen die voor hun zeventigste de diagnose DCIS hadden gekregen. Ze ontdekten dat 3,3 procent van hen 20 jaar daarna aan borstkanker was overleden. Degenen die invasieve borstkanker (de kwaadaardige soort) in dezelfde borst terugkregen, hadden 18 keer zoveel kans aan borstkanker te overlijden als degenen bij wie het niet terugkwam. Een borstbesparende operatie met bestraling, of een borstamputatie verminderden de kans dat de kanker binnen 10 jaar terugkwam, maar het verminderde niet de kans dat iemand aan borstkanker overleed. DCIS moet anders behandeld worden en vrouwen moeten niet routinematig bestraling krijgen, zeggen de onderzoekers. Bron: JAMA Oncology, 2015; doi: 10.1001/jamaoncol.2015.2510

Mensen die acht weken lang elke morgen een halfuur een lichtbak gebruikten, zagen hun depressie bijna twee keer zoveel afnemen als mensen die alleen fluoxetine slikten, blijkt uit nieuw onderzoek. In de studie kregen 120 mensen met een ernstige depressie ofwel lichttherapie – waarbij witte fluorescentielampen van 10.000 lux worden gebruikt – een placebo of fluoxetine (beter bekend als Prozac). Aan het eind van de achtweekse trial rapporteerden degene die alleen lichttherapie hadden gekregen een vermindering in hun depressie van 13,4 op een schaal van 60 punten. Degenen die fluoxetine slikten, meldden een verbetering van slechts 8,8 punten. Hoewel de lichttherapie werkte, leed niemand van de patiënten aan een winterdepressie (de seizoensafhankelijke depressie, kortweg SAD), waarbij de depressie verband houdt met minder uren daglicht. Bron: JAMA Psychiatry, 2015; doi: 10.1001/ jamapsychiatry.2015.2235)

11


12

Medisch Dossier | dec 2015/jan 2016

|||omgeving|&|gezondheid||| |||Door:|joanna|evans|||

|Diabetes:| |de|werkelijke| Tstoxoisffechne |boosdoeners| Vraag aan iemand waarom zovelen van ons de ‘leefstijlziekte’ diabetes type 2 ontwikkelen en hij zal met de beschuldigende vinger naar slechte eetgewoonten, obesitas en gebrek aan beweging wijzen. Maar de aandacht richt zich nu op een paar nieuwe, minder bekende oorzaken. Die kunnen een licht werpen op hoe we deze invaliderende en dodelijke aandoening, waarvan het aantal gevallen snel toeneemt, kunnen voorkomen.

V

olgens een rapport uit 2013 van de Britse diabetesvereniging hadden toen alleen al in Engeland meer dan 3 miljoen mensen diabetes, waarvan 90 procent type 2. En elke dag komen daar nieuwe diagnoses bij met een frequentie van één persoon er 3 minuten.1 In Nederland hebben meer dan 1 miljoen mensen de ziekte en stijgt hun aantal met 1000 per week, aldus het Diabetesfonds. Dat is iets minder snel, maar nog altijd één per 10 minuten.2 De minder bekende aanstichters waar dit artikel over gaat, zijn verschillende chemicaliën die overal in onze omgeving voorkomen en hun weg vinden naar ons voedsel en water, namelijk persistente organische verontreinigende stoffen (POP’s), zware metalen en bisfenol A. In dit artikel vindt u een overzicht van het overtuigende bewijs dat deze giftige, verontreinigende stoffen bij diabetes betrokken zijn én wat u kunt doen om ze te vermijden.

Een baanbrekend onderzoek uit 2006 onder meer dan 2000 Amerikaanse volwassenen onder leiding van Duk Lee, hoogleraar in de preventieve geneeskunde, liet een opvallend verband zien tussen de hoeveelheid POP’s in het bloed van de deelnemers en diabetes. Persistente organische verontreinigende stoffen (POP’s) zijn toxische stoffen die niet worden afgebroken en zich ophopen in het vetweefsel van dieren en mensen. Ze zijn zeer schadelijk voor de volksgezondheid en het milieu en in deze categorie vallen stoffen zoals polychloorbifenyl (pcb) en dioxine. Lee, die verbonden is aan de Kyungpook Universiteit een Daegu in Zuid-Korea, keek naar zes specifieke POP’s, omdat ze die aantrof in minstens 80 procent van de deelnemers aan het onderzoek – een representatieve steekproef van de algehele Amerikaanse bevolking. Ze ontdekte met haar team dat hoe hoger het gehalte aan deze POP’s in de bloeds-


Medisch Dossier dec 2015/jan 2016

Zware metalen

omloop, hoe groter de kans op diabetes.3 Hoewel dit onderzoek geen onderscheid maakte tussen de verschillende typen diabetes, meldden de onderzoekers dat de meeste diabetische deelnemers waarschijnlijk type 2 hadden. Ze waren namelijk bijna allemaal ouder dan veertig en type 1 wordt meestal geconstateerd bij kinderen en jongvolwassenen. Het was alarmerend om te ontdekken dat degenen die het meest aan POP’s waren blootgesteld, bijna 40 keer zo vaak diabetes hadden. Maar zeker zo ernstig was wat het onderzoek níet ontdekte. Bij de deelnemers die geen waarneembare hoeveelheid POP’s in hun bloed hadden, bleek er geen verband te zijn tussen diabetes en obesitas, een van de factoren die altijd in verband wordt gebracht met diabetes type 2. Obesitas was alleen een risicofactor voor diabetes bij de aanwezigheid van een bepaalde concentratie aan POP’s. Dit wijst erop dat, zoals in het commentaar

Bisfenol A

in The Lancet stond, ‘vrijwel alle risico op diabetes dat bij obesitas ontstaat, is toe te schrijven aan persistente organische verontreinigende stoffen, en dat obesitas slechts de drager is van dit soort chemicaliën.’4 Met andere woorden: het kon wel eens zijn dat het niet de obesitas zelf is die diabetes veroorzaakt, maar dat het de toxische chemicaliën zijn die in vet worden opgeslagen. Sinds de publicatie van deze studie heeft het onderzoek naar het verband tussen POP’s en diabetes type 2 een vlucht genomen. In een recente literatuurstudie waarin 72 epidemiologische onderzoeken werden geanalyseerd, werd een ondubbelzinnig verband ontdekt tussen bepaalde POP’s en de aandoening.5 Blootstelling aan zware metalen in de omgeving, met name arsenicum, is ook in verband gebracht met diabetes. Studies uitgevoerd in Taiwan, Bangladesh en Mexico lieten zien dat mensen die in gebieden wonen waar heel

13


14

Medisch Dossier | dec 2015/jan 2016

|||omgeving|&|gezondheid|||

Toxische stoffen

Beperk de risico’s Alleen al in Engeland hebben naar schatting 9,6 miljoen mensen – een op de vier volwassenen – grote kans diabetes type twee te krijgen, zegt het Britse diabetesfonds.1 Het Diabetesfonds schat dat dat aantal in Nederland op 750.000 ligt. 2 Naast gezond eten en voldoende beweging kunt u de kans om de ziekte te krijgen flink verlagen door te zorgen dat u minder vaak aan giftige chemicaliën wordt blootgesteld. In de kaders leest u wat u kunt doen tegen de belangrijkste boosdoeners.

Persisterende organische verontreinigende stoffen (POP’s) zijn er in vele soorten en maten. Daarom is het moeilijk om de manieren van blootstelling precies vast te stellen. Maar volgens milieu-onderzoeker David Carpenter krijgen we de meeste POP’s binnen door dierlijke vetten te eten. Dus als u de consumptie daarvan beperkt, verkleint u uw risico op diabetes.3 Ook kan het helpen zoveel mogelijk biologische producten te eten.

Bisfenol A • Gebruik verse, onbewerkte voedingsmiddelen en vermijd producten uit blik. • Vermijd levensmiddelenverpakkingen met polycarbonaat (te herkennen aan het cijfer 7 in het recyclinglogo), want die bevatten meestal Bisfenol A (BPA). Vaak zijn het harde, doorzichtige plastic verpakkingen. Plastic met nummer 1,2 en 4 is veiliger. • Kies glazen in plaats van plastic flessen water of zoek naar flessen waarop staat dat ze geen bisfenol A bevatten. Vermijd ook metalen flesjes, want die zijn soms aan de binnenzijde bekleed met plastic dat BPA bevat. • Verwarm geen plastic verpakkingen in de magnetron. Aardewerk, glas en ander magnetronbestendig serviesgoed zijn veiliger alternatieven. • Bewaar geen eten en drinken in plastic bakken. Glas en roestvrijstaal zijn veiliger.

|Degenen|die|het|meest| |aan|POP’s|waren|blootgesteld,| |hadden|bijna|40|keer| |zo|vaak|diabetes veel arsenicum in het drinkwater zit, tot 10 keer meer kans op diabetes hebben dan mensen die niet aan het metaal worden blootgesteld.6 Maar zelfs een laag niveau van blootstelling blijkt het risico al te verhogen. In een onderzoek uit de VS, waar het gehalte arsenicum in het drinkwater meestal laag is, werd een duidelijk verband ontdekt tussen arsenicum en diabetes type 2. Degenen met de hoogste hoeveelheden arsenicum in hun urine hadden bijna vier keer zo vaak diabetes als degenen met de laagste gehaltes.7 Kwik en cadmium zijn ook in verband gebracht met diabetes, maar het bewijs daarvoor is minder consistent. Een groot Amerikaans onderzoek ontdekte dat mensen die als jongvolwassene veel aan kwik worden blootgesteld, op latere leeftijd een verhoogd risico op diabetes kunnen hebben.8 Maar andere onderzoeken konden geen verband vinden tussen diabetes en gangbare blootstellingsniveaus.9 Op soortgelijke wijze kwamen onderzoeken naar

blootstelling aan cadmium en diabetes tot tegenstrijdige conclusies. Maar dit kan komen doordat het risico verschilt per leeftijd, zo blijkt uit een van de laatste berichten. In een grootschalig onderzoek onder volwassenen van 40 jaar en ouder hadden alleen de deelnemers van 60 jaar en ouder een beduidend hoger risico op prediabetes (het grijze gebied waarin de bloedsuikerwaarde al iets hoger ligt) bij een hoger gehalte aan cadmium in de urine.10 Het hormoonverstorende bisfenol A (BPA) is een chemische stof die gebruikt wordt voor de productie van plastic consumentenartikelen. Ook het laagje epoxyhars aan de binnenkant van blikken eten en drinken bestaat uit BPA. Het komt overal in het milieu voor, en ook in mensen, vooral omdat het in ons eten en drinken lekt. Amerikaanse studies vonden waarneembare hoeveelheden BPA bij 90 procent van de algehele bevolking.11 De meeste onderzoeken naar de gevolgen van BPA op de gezondheid richtten zich op de beruchte oestrogene werking van de stof. BPA en andere hormoonverstorende stoffen tasten de spermaproductie aan, versnellen de start van de puberteit en beschadigen de geslachtsorganen.12 Maar uit nieuwe gegevens blijkt dat BPA ook de suikerstofwisseling in de war kan schoppen en daarom een rol kan spelen in de ontwikkeling van diabetes.


Medisch Dossier | dec 2015/jan 2016

Ontgiften

Zware metalen Investeer in een waterfilter die het water uit uw kraan filtert of, beter nog, die u aansluit op de waterleiding. Daarmee kunt u de hoeveelheid zware metalen waaraan u dagelijks wordt blootgesteld flink beperken. Als u vis eet, beperk u dan tot tweemaal per week en kies soorten die minder vaak vervuild zijn met grote hoeveelheden kwik (over het algemeen geldt: hoe kleiner hoe beter). Ansjovis, sardines, forel en wilde zalm zijn goede keuzes. Stop met roken en vermijd meeroken, want daarmee inhaleert u cadmium en arsenicum, naast een aantal andere giftige stoffen.

Een andere benadering is regelmatig grote schoonmaak te houden, om het lichaam te helpen eventuele schadelijke stoffen uit de omgeving, die in uw systeem zijn opgeslagen, kwijt te raken. Een paar goede manieren om dit te doen zijn: Sauna: de sauna zorgt dat u meer gaat zweten. Daardoor bevordert u de uitscheiding van allerlei giftige chemicaliën, van zware metalen tot pesticiden en medicijnen.4 Ga na afloop meteen douchen. Beweging: lichamelijke activiteit helpt ook schadelijke stoffen uit te zweten. Bovendien verhoogt beweging de aanmaak van detox-enzymen.5 Kruiden en supplementen: mariadistel (Silybum marianum), vitamine C, selenium, alfaliponzuur en N-acetylcysteïne helpen allemaal de hoeveelheid glutathione te verhogen, een enzym dat nodig is om te ontgiften.6 Ook zijn er supplementen verkrijgbaar met chlorella (een algensoort) en koriander, die helpen arsenicum, cadmium, kwik en andere zware metalen uit het lichaam te verwijderen en daarbij de essentiële mineralen te sparen.7

Uit een onderzoek bij dieren bleek dat BPA – in een dosering ver onder wat het EPA (het Amerikaanse RIVM) als NOAEL heeft vastgesteld: het laagste niveau waarbij schadelijke effecten zijn waargenomen – het functioneren van de bètacellen in de alvleesklier verstoorde. Deze cellen zijn verantwoordelijk voor de opslag en afgifte van insuline. Daardoor veroorzaakte BPA de insulineresistentie die het begin inluidt van diabetes type 2.12,13 In een ander onderzoek bleek dat muizen die injecties met een lage dosering BPA kregen, al na vier dagen insulineresistent werden.14 Deze resultaten gelden niet automatisch voor mensen. Maar een Amerikaans onderzoek onder bijna 1500 volwassenen liet zien dat degenen met meer BPA in hun urine 39 procent meer kans op diabetes hadden dan degenen met minder BPA. 15 De onderzoekers ontdekten ook dat de deelnemers met een body mass index (BMI) van 35 kg/m2 of hoger bijna twee keer zoveel BPA in hun urine hadden als degenen met een BMI tussen de 18,5 en 24,9 kg/ m2. Dit wijst er opnieuw op dat het niet per se obesitas is die verantwoordelijk is voor diabetes, maar de consumptie van meer giftige chemicaliën zoals BPA of een grotere opslag daarvan in het lichaamsvet.

1 www.diabetes.org.uk 2 www.diabetesfonds.nl 3 Rev Environ Health, 2008; 23: 59-74 4 Beitr Gerichtl Med, 1990; 48: 45-9; Clin Chem, 1973; 19: 1288-92; Townsend Lett Docs, 1992: 107: 470-8 5 Life Sci, 1990; 47: 427-32 6 Altern Med Rev, 2000; 5: 133-43 7 Explore!, 2007; vol 16 no 6 (9 pages)

|Levensmiddelenverpakkingen| |met|polycarbonaat| (te|herkennen|aan|het|cijfer|7| |in|het|recyclinglogo)| |bevatten|meestal|BPA| 1 www.diabetes.org.uk 2 www.diabetesfonds.nl 3 Diabetes Care, 2006; 29: 1638-44 4 Lancet, 2006; 368: 558-9 5 Environ Health Perspect, 2013; 121: 774-83 6 Am J Epidemiol, 1994; 139: 484-92; Am J Epidemiol, 1998;

148: 198-203; Environ Res, 2007; 104: 383-9 7 JAMA, 2008; 300: 814-22 8 Diabetes Care, 2013; 36: 1584-9 9 Diabetes Care, 2013; 36: 3578-84 10 Int J Hyg Environ Health, 2014; 217: 854-60 11 JAMA, 2008; 300: 1303-10 12 Environ Health Perspect, 2006; 114: A48-9 13 Int J Androl, 2008; 31: 194-200 14 Environ Health Perspect, 2006; 114: 106-12 15 JAMA, 2008; 300: 1303-10

15


16

Medisch Dossier | dec 2015/jan 2016

|||voeding||| |||Door:|joanna|evans|||

Recept voor gezonde darmen Karen Ward leed jarenlang aan de ziekte van Crohn, die haar leven lamlegde. Totdat ze besloot haar weg naar een goede gezondheid te zoeken in de juiste voeding. Voedingstherapeut Karen Ward (40) omschrijft zichzelf als een Duracell-konijn. Ze adviseert cliënten over een gezond eetpatroon in haar drukke praktijk in het graafschap Cork in Ierland. Als ze daar niet is, geeft ze lezingen over voeding en verzorgt voedingsdemonstraties op scholen, sportclubs en gezondheidsbeurzen, en zorgt ze samen met haar man Steve voor hun twee jonge dochters. Zeven jaar geleden zag Karens leven er heel anders uit. ’s Nachts lag ze dubbelgevouwen van de pijn op de badkamervloer, terwijl ze overdag ‘volledig uitgeput’ op de bank lag. Haar bestaan leek een nachtmerrie. De oorzaak? De ziekte van Crohn. De ziekte van Crohn is een chronische ontsteking van het spijsverteringskanaal. De ziekte tast het slijmvlies van de darmwand aan. De bekendste symptomen zijn diarree, ernstige vermoeidheid, ongewild gewichtsverlies, bloed of slijm in de ontlasting en buikpijn. Die pijn omschrijft Karen als ‘erger dan barensweeën’ en ‘alsof je een bol prikkeldraad in je ingewanden hebt die continu ronddraait’. Een gangbare remedie is er niet. Artsen kunnen slechts medicijnen voorschrijven om de ontsteking te bestrijden (corticosteroïden) of de werking van het afweersysteem te remmen (immunosuppressiva). Men vermoedt namelijk dat dat bij mensen met de ziekte van Crohn overactief is. Ongeveer de helft van alle patiënten ondergaat op een gegeven moment een chirurgische ingreep, waarbij meestal de ontstoken en beschadigde delen van het maag-darmkanaal verwijderd worden. Maar daarmee is het probleem nog niet opgelost. Karen probeerde alle behandelingen. En toen een cocktail van medicijnen niet het gewenste effect had, onderging ze in februari 2009 een hemicolectomie. Bij die operatie werd de gehele rechterzijde van haar dikke darm verwijderd. Karen was blij dat ze het had overleefd, maar ze zou de rest van haar leven een batterij aan medicijnen moeten innemen en ze had het gevoel dat haar gesloopte lichaam dat niet aankon.

Toen ze in haar ziekenhuisbed zat met een ontbijt voor haar neus dat bestond uit een witte geroosterde boterham met marmelade, cornflakes en een kop sterke zwarte thee – voedingsmiddelen die werden aanbevolen bij haar aandoening – zag Karen ineens het licht. ‘Ik vroeg me af hoe mijn lichaam ooit zou kunnen herstellen met dat wat er op mijn bord lag,’ zei ze. Toen besloot ze om haar gezondheid in eigen hand te nemen en ‘niet het volgende cijfertje te worden in de statistieken.’ Rust en research Karen gebruikte de herstelperiode na de operatie om onderzoek te doen naar haar aandoening. Ze las elk tijdschriftartikel dat ze kon vinden over het onderwerp. De grote ommezwaai kwam met het populaire boek Doorbreek de vicieuze cirkel van de hand van biochemicus en celbioloog Elaine Gottschall. Het boek is gewijd aan het genezen van de darmen door een dieet dat voedingsmiddelen vermijdt die slecht zijn voor het spijsverteringskanaal. Je eet alleen dingen die een gezonde darmfunctie ondersteunen. Dat sprak Karen direct aan. Geen van de diëtisten die ze de jaren daarvoor gesproken had, had haar specifieke voedingsadviezen gegeven. Ze moest vooral véél eten, want ze was broodmager. ‘Ze vertelden me alleen dat ik “mocht eten wat ik maar wilde”,’ aldus Karen. Het was dan ook een openbaring voor haar om over het SCDieet (Specific Carbohydrate Diet) te lezen: een dieet dat bedoeld is voor mensen met de ziekte van Crohn, colitis ulcerosa en andere ontstekingsziekten van de darmen. Het werd ontwikkeld door de Amerikaanse kinderarts Sidney Haas en beschrijft welke koolhydraten je wel niet mag eten. Monosacchariden, die een enkel suikermolecule bevatten, zijn toegestaan; disacchariden en polysacchariden (met twee of meer suikermoleculen) moeten van het menu. Zoals het boek uitlegt, ‘voeden complexe koolhydraten die niet makkelijk verteerd worden schadelijke bacteriën in onze darmen; daardoor gaan deze bacteriën sterk groeien en produceren bijproducten, zodat er ontstekingen in de darmwand ontstaan.’ Het dieet zou deze bacteriën ‘uithongeren’ en de bacteriële balans in de darmen herstellen Karen stelde een voedingsplan samen, gebaseerd op de principes van het SCDieet. Ze schrapte alle


Medisch Dossier | dec 2015/jan 2016

granen, geraffineerde suikers en zuivelproducten van haar boodschappenlijstje en bande alle bewerkte levensmiddelen uit haar keukenkastjes. Het dieet viel haar mee. Karen ontdekte dat het haar mogelijkheden helemaal niet beperkte, integendeel. Haar nieuwe dieet gaf haar veel vrijheid en ze viel van de ene verbazing in de andere. ‘Ik realiseerde me weer hoeveel ik van eten en koken hield. Ik voelde letterlijk dat ik al kokend van deze vreselijke ziekte genas.’ Haar voeding bestond nu voornamelijk uit kleurrijk fruit en groenten, in plaats van brood en ander voedsel waar haar spijsverteringsstelsel helemaal niet tegen kon, zoals ze inmiddels had ontdekt. Ook at ze regelmatig gefermenteerde voedingsmiddelen en dranken, zoals kimchi (een traditioneel Koreaans gerecht dat bestaat uit gefermenteerde kool en groenten), zuurkool, en probiotische drankjes als waterkefir. Gefermenteerde voedingsmiddelen bevatten namelijk heilzame bacteriën, die goed zijn voor je darmen. Karen vulde het aan met allerlei voedingssupplementen om de spijsvertering en het darmherstel te bevorderen, zoals probiotica, vetzuren, vitamine A, spijsverteringsenzymen en het aminozuur glutamine. Weg met die medicijnen Het duurde niet lang of Karen merkte dat haar conditie verbeterde en vijf weken na de operatie kon ze stoppen met de medicijnen. Ook haar sinusproblemen (ontstoken neusbijholten), waar ze een groot deel van haar leven mee had gekampt, verdwenen. ‘Ik kon eindelijk door mijn neus ademen,’ zei ze. Karen voelde zich zelfs goed genoeg om een bezoek te brengen aan haar zus in Dubai, al nam ze een koffer vol voedingssupplementen, speciale crackers en kokosmelk mee. Omdat Karen zich nog steeds zorgen maakte over hoe haar lichaam zich zou houden zonder de medicijnen, riep ze de hulp in van acupuncturist en arts Stephen Gascoigne. ‘Hij speelde een grote rol in mijn herstel,’ vertelt Karen. De arts hielp haar weer de energieke persoon te worden die ze ooit was. Een halfjaar na haar operatie waren Karens vermoeidheid, de pijn en andere ondermijnende symptomen van de ziekte verdwenen. ‘Ik voelde me fantastisch,’ verklaart Karen, ‘en ik heb sindsdien geen pijn meer gehad.’ De toekomst Karen begon, geïnspireerd door haar eigen herstel, na te denken over hoe ze anderen kon helpen die in dezelfde omstandigheden verkeerden. Ze had als projectmanager bij een telecombedrijf gewerkt, maar toen het bedrijf werd opgeheven, bleef ze thuis om fulltime voor de kinderen te zorgen. Ook wilde ze erachter komen wat ze met de rest van haar leven aan moest. Aangemoedigd door haar schoonzus, ging ze naar een open dag van het College of Naturopathic Medicine (CNM), dat natuurgeneeskundige opleidingen verzorgt in het Verenigd Koninkrijk. Ze meldde zich aan voor de driejarige opleiding voedingsthera-

pie, die ze in 2013 afrondde. Nu heeft Karen haar eigen praktijk in Oysterhaven in Cork. Ze helpt mensen met de ziekte van Crohn en andere darmaandoeningen, waaronder het prikkelbaredarmsyndroom en overgevoeligheid voor gluten. Haar verhaal is het beste bewijs dat de methode werkt. Ze is al vier jaar niet meer bij de dokter geweest voor klachten die verband houden met de ziekte van Crohn. Maar ook de ervaringen van haar man Steve liegen er niet om. Hij volgt een suiker- en glutenvrij dieet en heeft niet langer last van de rugpijn die hem jarenlang plaagde. ‘Hij staat er op zijn vijftigste beter voor dan op dan op zijn veertigste,’ aldus Karen. Ook de kinderen van Karen en Steve plukken de vruchten van gezonde eetgewoonten. Ze eten geen gluten of bewerkte voedingsmiddelen en komen nooit bij de huisarts. Karen ziet strikt op hun dieet toe. ‘Ik wil dat het voedsel dat ik ze voorzet als medicijn werkt, niet dat het hen vergiftigt,’ zegt ze. Als ze denkt aan wat ze heeft moeten doorstaan kost het haar geen moeite om met haar anti-Crohndieet door te gaan. Heel soms heeft ze een zwak moment, maar dan moet ze het meteen bezuren, dus Karen weet hoe belangrijk het is om op het rechte pad te blijven. ‘Ik zal altijd de ziekte van Crohn houden,’ zegt Karen, ‘maar of de ziekte actief is of niet hangt van mezelf af en dat geeft me een kick.’

Het SCDieet Verschillende onlangs gepubliceerde studies bevestigen dat het Specific Carbohydrate Diet, oftewel het Specifieke Koolhydraten-dieet helpt bij de ziekte van Crohn en andere ontstekingsziekten van de darmen. Een evaluatie achteraf bij zeven kinderen met Crohn meldde dat ‘alle symptomen zichtbaar waren verdwenen bij een routinebezoek drie maanden nadat met het dieet was gestart.’1 Een ander klein onderzoek ontdekte ‘klinische verbetering en verbeteringen van het darmslijmvlies’ bij kinderen met de ziekte van Crohn nadat ze twaalf weken het SCDieet hadden gevolgd, en opnieuw bij een follow-up na één jaar.2 Maar wat kunt u eigenlijk wel en niet eten bij dit dieet? Hier volgt een lijst met een paar voedingsmiddelen die wel en niet zijn toegestaan bij het SCDieet, gebaseerd op het boek Doorbreek de vicieuze cirkel van Elaine Gottschall. Kijk voor een uitgebreide lijst op www.scdiet.nl.

WEL

• vis, gevogelte, varkensvlees, rundvlees • vers fruit, groenten, kool, bieten, koolraap • zwarte bonen • noten • honing (zonder toegevoegde suiker) • belegen/oude kaas, brie, camembert • eieren • zelfgemaakte yoghurt

NIET

• boekweit, bulgur, rijst, graanproducten, pasta • brood, koekjes, crackers • (karne)melk, yoghurt, kwark • knollen, (zoete) aardappels • groenten in blik • margarine, halvarine • mozzarella, ricotta, feta, smeerkaas • chocola • mais • sojabonen • suiker, zoetstoffen, fructose(siroop) • worst, verwerkt vlees, zure haring

1 J Pediatr Gastroenterol Nutr, 2014; 58: 87-91 2 J Pediatr Gastroenterol Nutr, 2014; 59: 516-21

17


18

Medisch Dossier | dec 2015/jan 2016

|||vraag|en|antwoord|||| |||Door:|harald|gaier|||

Gewoon doorademen Ik zou graag een antwoord vinden voor een aantal luchtwegproblemen waarmee mijn gezinsleden in deze tijd van het jaar altijd kampen. De een krijgt keelontsteking, de ander worstelt met COPD (chronische obstructieve luchtwegaandoeningen) en heeft een constant piepende ademhaling, en weer een ander heeft een zeer ernstige en aanhoudende bronchitis. Verschillende gezinsleden worden elke winter opnieuw getroffen door deze kwalen. Soms ontstaan ze na een verkoudheid of griep, soms komen ze gewoon uit zichzelf. Zelfs mijn zoontje van 18 maanden heeft er last van. Ze hebben waarschijnlijk weinig weerstand. Tot nu toe hebben we niet echt een permanente oplossing kunnen vinden. Hebt u een idee wat kan helpen? – R.B. – per e-mail

I

k heb ideeën genoeg. Hier volgt een opsomming van een aantal natuurlijke medicinale hulpmiddelen die nuttig kunnen zijn voor alle klachten in uw gezin.

Tijm en primula zijn planten verlichting geven bij astmatische klachten. Onderzoek naar de olie in tijm (Thymus vulgaris) laat zien dat het de zwelling van de binnenbekleding van de longen kan verminderen. Deze zwelling ligt meestal ten grondslag aan het taaie slijm waar mensen met longaandoeningen last van hebben, wat op zijn beurt hoest veroorzaakt en een vernauwing van de bronchiën, waardoor iemand het benauwd heeft. Tijm werkt ook sterk tegen microben, en valt de bacteriën en virussen aan die de ontsteking veroorzaken. Daarnaast kunnen de flavonoïden in tijm hoestbuien verlichten en de terpenen vergemakkelijken het om slijm op te hoesten.1 Uit verschillende klinische studies is gebleken dat de slijmoplossende activiteit van tijm versterkt wordt als het wordt toegediend in combinatie met sleutelbloemwortel (Primulae radix). Een preparaat dat beide planten combineert kan zowel de symptomen als de duur van acute bronchitis flink verminderen.2 De gulden sleutelbloem (Primula veris) is een bekende, vroegbloeiende plant. Dit kruid zorgt dat het vastzittende slijm loskomt, zodat de longen zich gemakkelijker van dit slijm kunnen ontdoen. Het bevat ook saponienen, die de vorming van meer vloeibare bronchiale afscheiding stimuleren. Deze afscheiding zorgt dat de luchtwegen ‘gesmeerd’ worden. Saponienen bevorderen ook de weerstand en beschermen tegen infectie. U maakt zelf een aftreksel van tijm door één volle theelepel verse, biologische tijm (liefst van een natuurgeneeskundige of fytotherapeut) in 250 ml kokend water op te lossen. Laat dit vijf minuten trek-

ken. U kunt drie koppen thee per dag nemen, die u zoveel mogelijk over de dag verdeelt. IJslands mos (Cetraria islandica) is een korstmos (licheen), wat iets heel anders is dan een mos. Het wordt al sinds de zeventiende eeuw in Noorwegen, Lapland en IJsland gebruikt als effectieve slijmoplosser bij bronchitis en verstopte luchtwegen.3 De gedroogde licheen is als tinctuur verkrijgbaar. Baardmos (Usnea) is een borstelig korstmos dat meestal aan boomtakken groeit. Het kan helpen tegen tonsillitis (angina of ontstoken keelamandelen). Ook dit korstmos is als tinctuur verkrijgbaar.4 Salie (Salvia officinalis), toegediend met behulp van een spray, wordt goed verdragen. Het helpt snel en goed tegen acute faryngitis (ontsteking van de keelholte) veroorzaakt door een virus of schimmel. Het geeft al binnen twee uur verlichting van de symptomen, met name een zere keel.5 Er zijn ook middelen te koop die tijm en salie combineren. Let op: voorkom dat de spray in uw neus of ogen komt. Een meer traditionele manier van toedienen is met behulp van thee: laat één volle theelepel verse saliebladeren drie minuten trekken in een beker kokend water, waarna u het zeeft. Drink drie bekers thee per dag. Tussen twee haakjes: salie heeft ook een remmende werking op het herpessimplexvirus type 1, die de beruchte koortslip veroorzaakt. Dep de betreffende plek gewoon met het extract van salie. Ganzerik (Aremonia agrimonoides) kan de slijmvliezen van de luchtwegen sterker maken, ontstekingen tegengaan, de aanmaak van slijm remmen en de groei en verspreiding van bacteriën belemmeren. Het helpt tegen een geïrriteerde keel en heeft soms een licht


Medisch Dossier | dec 2015/jan 2016

Dit is het seizoen waarin allerlei luchtweg­ aandoeningen de kop opsteken. Gelukkig zijn er natuurlijke oplossingen.

pijnstillende werking.6 Maak een ganzerikextract door één tot anderhalve theelepel aan 150 ml kokend water toe te voegen. Laat een kwartier trekken, zeef de vloeistof en laat afkoelen tot lauwwarm. Dan kunt u hem gebruiken om 1 minuut te gorgelen. Smalle weegbree (Plantago lanceolata). Dit traditionele, Oostenrijkse medicijn wordt als siroop of thee ingenomen. Onderzoek heeft bevestigd dat het een zeer effectief hoestmiddel is.7 Zelf thee maken: voeg 3 gram van het gedroogde kruid aan 150 ml kokend water toe. Laat tien minuten trekken en drink drie bekers per dag. Cistusroos (Cistus incanus) is rijk aan polyfenolen. Verschillende studies hebben aangetoond dat deze stoffen ervoor zorgen dat cistusroos een geweldige antiviraal middel is voor mensen met luchtweginfecties, met name griep.8 Virussen infecteren cellen door zichzelf succesvol te camoufleren en zo te voorkomen dat ze worden opgemerkt door de cellen die ze willen binnendringen. Maar cistusroos verhindert dit door de oppervlaktestructuur van het virus te veranderen, waardoor de cellen het als indringer kunnen identificeren.9 Cistusroos was vooral van invloed op C-reactieve proteïne (CRP), toen het bloed van patiënten op ontstekingsmarkers (stoffen die op een ontsteking duiden) werd onderzocht. Het plantengeneesmiddel gaf een duidelijke afname van de symptomen vergeleken met een placebo.10 In de Oostenrijkse natuurgeneeskundige traditie wordt Cistus incanus vaak gegeven in combinatie met groene thee. Onderzoek heeft echter aangetoond dat deze combinatie minder goed werkte tegen de symptomen.11 Zelf thee maken: doe drie theelepels van het kruid

in een liter kokend water en laat drie minuten trekken. Neem vijf koppen thee per dag en verspreid ze over de dag. Koninginnenkruid of leverkruid (Eupatorium cannabinum) versterkt het immuunsysteem. De flavonoïden, etherische oliën en niet-giftige alkaloïden stimuleren immunologische, antibacteriële en celgroeiremmende activiteiten. De antimicrobiële activiteit van de essentiële olie werd ook onderzocht bij acht grampositieve en gramnegatieve bacteriesoorten, waaronder Staphylococcus aureus, Streptococcus faecalis, Bacillus subtilis, Escherichia coli en Salmonella typhi. De olie bleek tegen alle soorten goed te werken, vooral de grampositieve bacteriën. Onlangs bleek de plant ook werkzaam als een oppepper van het afweersysteem doordat ze de weerstand van het lichaam tegen plotselinge virale en andere infecties in stand hield.12 Het kruid is onder de Latijnse naam alshomeopathisch geneesmiddel verkijgbaar. Pelargonium sidoides: deze plant, die oorspronkelijk uit Zuid-Afrika komt en vaak ten onrechte ‘geranium’ wordt genoemd, is onderzocht in een analyse waarin zes gerandomiseerde, gecontroleerde en gepubliceerde studies werden samengevoegd. Ze bleek werkzaam bij patiënten met acute bronchitis.13 De plant zou de afweermechanismen van ons lichaam tegen bacteriën en virussen bevorderen, symptomen zoals slijm verminderen, en veilig en geschikt zijn voor het hele gezin (zelfs kinderen van een jaar oud).14 Een extract van de wortels van de Pelargonium sidoides is als kruidengeneesmiddel verkrijgbaar. Gelukkig dat er zoveel natuurlijke remedies voorhanden zijn waarvan wetenschappelijk is vastgesteld dat ze werken. Je vraagt je af waarom er nog mensen zijn die naar de minder-effectieve chemofarmaceutische producten grijpen. Die zijn weliswaar overal vrij verkrijgbaar, maar gaan vaak met bijwerkingen gepaard. 1 Life Sci J, 2013; 10: 693-9 2 Phytomedicine, 1997; 4: 287-93 3 Committee on Herbal Medicinal

Products (HMPC). ‘Assessment report on Cetraria islandica (L.) Acharius s.I., thallus’ [draft]. Londen: European Medicines Agency, 2014: 6-8 4 Blumenthal M, ed. ‘Usnea’, in The Complete German Commission E Monographs. Austin: American Botanical Council, 1998: 224 5 Eur J Med Res, 2006; 11: 20-6 6 Schilcher H, Kammerer S. Leitfaden Phytotherapie [Guide to Phytotherapy]. München: Urban & Fischer Verlag, 2000: 164-5, 481 7 J Ethnopharmacol, 2013; 149: 750-71 8 Antiviral Res, 2007; 76: 38-47 9 Am J Pathol, 1993; 143: 1241-9; Asian J Anim Vet Adv, 2011; 6: 1125-52 10 Antiviral Res, 2009; 84: 267-71 11 Phytother Res, 2010; 24: 96-100 12 Rom Biotech Lett, 2013; 18: 8779-86 13 Phytomedicine, 2008; 15: 378-85 14 Committee on Herbal Medicinal Products (HMPC). ‘Assessment report on Pelargonium sidoides DC and/or Pelargonium reniforme Curt., radix’. Londen: European Medicines Agency, 2013: 25-6

19 17


Help je mee om Homeopathie in Nederland toegankelijk te houden?

WORD LID EN ONTVANG EEN EERSTE HULP PAKKET T.W.V.

Dat is nu harder nodig dan ooit, omdat door regelgeving steeds minder over homeopathie geschreven mag worden en er hierdoor steeds meer homeopathische middelen uit de winkels verdwijnen. Dankzij onze leden kunnen wij: • Publiekscampagnes en politieke lobby voeren • Onderhandelen met verzekeraars • Investeren in wetenschappelijk onderzoek En heel veel andere acties inzetten om te bewerkstelligen dat de homeopathie een volwaardige positie in het Nederlandse zorgstelsel krijgt. Als lid ontvang je: • 4 x per jaar het Homeopathie Magazine • Korting op je zorgverzekering • Korting op producten en diensten in vele webshops • Een Eerste Hulp Pakket t.w.v. € 19,40 Lid worden kan door de bon hiernaast in te vullen of via: vereniginghomeopathie.nl/lid-worden.

19,40

JA

ik word lid van de Vereniging Homeopathie voor € 39,95 per jaar en ontvang een Eerste Hulp Pakket t.w.v. € 19,40.

Achternaam.* Dhr. / Mevr.* Voorletter(s)* Adres* Postcode*

Plaats*

E-mail Telefoonnr. Bankrekening (Iban) *

Geb. datum

/

/

Handtekening*

Verplicht in te vullen.

Stuur deze bon naar: Vereniging Homeopathie, Antwoordnummer 16156, 1000 TE Amsterdam.

020 617 83 08 www.vereniginghomeopathie.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.