JAARGANG 19 N O7 SEPTEMBER 2017
Op de fiets
Gezondheidsvoordelen
Los nummer E 7,50
Lithium
Het wondermiddel
Vetten
Dokters zien het licht
Stem het brein af Verbeter stabiliteit, spierkracht en hersensignalen
MEDISCH DOSSIER | SEPTEMBER 2017
4
|||INHOUD|||
2
9
|||COLOFON|||
12 OVER MEDISCH DOSSIER Medisch Dossier is de Nederlandse vertaling en bewerking van het Britse maandblad What Doctors Don’t Tell You. Hiermee bieden we onafhankelijke informatie over zowel de risico’s en gevaren van medicijnen en behandelingen als over de beloften van mogelijke alternatieven. Ons doel: patiënten stimuleren hun gezondheid meer in eigen hand te nemen. Medisch Dossier verzet zich niet tegen de reguliere geneeskunde, maar stimuleert de samenwerking tussen artsen en patiënten. Toonaangevende medische vaktijdschriften vormen de bron van onze artikelen, zodat alle informatie is gebaseerd op gevestigd wetenschappelijk onderzoek. De redactie van What Doctors Don’t Tell You bevindt zich in Engeland; Medisch Dossier verzorgt de Nederlandse vertaling, bewerking en administratie. Hoofdredactie: Bryan Hubbard en Lynne McTaggart Coördinatie: Sabina Knezevic Vertaling: Taalpraktijk Mieke Prins Corrector: Selma Kers Vormgeving: Saskia Geleedts Drukwerk: Print Consult Redactieraad internationaal: Dr. Jean Monro, Dr. Damien Downing, Dr. Harald Gaier, Dr. Michel Odent, Dr. Melvyn Werbach, Dr. Jonathan Wright, Dr. Sarah Myhill, Janet Balaskas, Craig Sams, Sally Bunday
17
4 9 10 12 17
DE HERSENEN AFSTEMMEN Nieuw onderzoek in de neurowetenschappen wijst erop dat chiropraxie veel meer kan doen dan het behandelen van nek- en rugpijn.
SPRING OP DE FIETS Gaat u altijd met de trein of auto naar uw werk? Neem voortaan de fiets of ga lopen: dat kan verschil maken voor uw gezondheid.
NIEUWS Dit zijn de signalen van een hartaanval; Standaardmedicijn tegen botontkalking verzwakt de botten; Korter leven door dieselfraude Volkswagen.
WONDERMIDDEL VOOR DE HERSENEN Lithium is een mineraal dat vaak wordt gezien als een sterk verouderde behandeling, maar Cate Montana heeft ontdekt dat het een wondermiddel is voor veel psychiatrische aandoeningen.
DE OORLOG OVER VETTEN Het is het suiker uit koolhydraten – niet het vet uit vlees – dat hart- en vaatziekten veroorzaakt. Dokters zijn het daar nu eindelijk over eens aan het worden.
ABONNEMENTEN Een jaarabonnement op Medisch Dossier (tien nummers) kost € 68,25 en geeft u onbeperkt toegang tot het digitale archief op www.medischdossier.org. Abonnementen kunnen op elk moment ingaan. Indien drie maanden voor het verstrijken van de abonnementsperiode geen bericht van opzegging is ontvangen, wordt het abonnement automatisch verlengd. Adreswijzigingen en opzeggingen kunnen uitsluitend schriftelijk of per e-mail worden doorgegeven. Nieuwe abonnees ontvangen binnen vier weken na aanvraag hun eerste nummer. Adreswijzigingen graag vier weken van tevoren doorgeven per post of e-mail. Medisch Dossier behoudt zich het recht voor een keer per jaar een prijsindexatie toe te passen. Wij nemen uw gegevens op in een gegevensbestand. Deze gegevens worden gebruikt voor de met u gesloten overeenkomsten, zoals de abonnementenadministratie van de uitgeverij. Daarnaast kunnen wij uw gegevens gebruiken om u op de hoogte te houden van interessante informatie en/of het doen van aanbiedingen van Medisch Dossier of van door ons zorgvuldig geselecteerde bedrijven. Mocht u hiertegen bezwaar hebben, stelt u ons hiervan dan per post of via e-mail op de hoogte. ABONNEESERVICE Postbus 105, 2400 AC Alphen aan den Rijn Tel. 0172 476085 medischdossier@spabonneeservice.nl www.medischdossier.org/abonneeservice
ARCHIEF De eerste editie van Medisch Dossier verscheen in 1999. Via www.medischdossier.org kunt u oude nummers voor vijf euro exclusief verzendkosten per stuk nabestellen. Wanneer u abonnee bent, heeft u via uw abonneecode gratis toegang tot het digitale archief, dat al het gepubliceerde materiaal vanaf 2004 bevat. DISCLAIMER Hoewel aan de voorbereiding van deze uitgave alle zorg is besteed, kan de uitgever niet verantwoordelijk worden gehouden voor eventuele schade of leed, veroorzaakt door behandelingen, advies of informatie gepubliceerd in dit nummer. Alvorens een behandeling te ondergaan is het raadzaam om een specialist te raadplegen. © Medisch Dossier. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en openbaar worden gemaakt zonder toestemming van de uitgever. Deze nieuwsbrief wordt uitgebracht onder licentie van WDDTY Publishing Ltd (UK). Alle rechten op het gelicentieerde materiaal behoren toe aan WDDTY Publishing Ltd. Het materiaal mag niet worden gereproduceerd, als geheel of in delen, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van WDDTY Publishing Ltd. De naam What Doctors Don’t tell You is eigendom van WDDTY Publishing Ltd.
MEDISCH DOSSIER | SEPTEMBER 2017
3
Hoewel chiropraxie een zeer populaire vorm van alternatieve geneeskunde is, kwam deze behandelmethode de laatste jaren slecht in het nieuws – met name in het Verenigd Koninkrijk. Het begon in 2008 met een artikel van Simon Singh – iemand die zich heeft voorgenomen alles wat alternatief is te bestrijden – in The Guardian, dat met name gericht was tegen chiropractors. ‘Je zou denken dat moderne chiropractors zich beperken tot het behandelen van rugproblemen, maar in werkelijkheid houden zij er nogal rare ideeën op na’ schreef Singh. Hij doelde op een folder van de Britse Vereniging voor Chiropraxie, waarin zij stelt een aantal kinderziekten te kunnen behandelen, zoals darmkrampjes, astma en bedplassen. Singh beschuldigde de vereniging ervan ‘vrolijk onzinbehandelingen te promoten’, waarvoor ‘geen enkel bewijs’ was. De vereniging besloot Singh aan te klagen wegens smaad. Zij won de eerste ronde, maar toen Singh in hoger beroep ging werd de aanklacht verworpen. Sindsdien is de jacht geopend. Kranten als The Guardian schreven dat er geen wetenschappelijke basis is voor de theorie dat subluxaties (een of meer wervels die niet goed op hun plek zitten) de levensenergie belemmeren – dit euvel proberen veel chiropractors te behandelen – en dat routinebehandelingen voor kinderen potentieel gevaarlijk zijn. Binnen de chiropraxie zijn er feitelijk twee scholen. De eerste is de ‘mechanische’ school. Zij beschouwt de behandelingen als een verfijnde vorm van fysiotherapie, staat een puur mechanische behandeling van rug- en nekproblemen voor, en wil tot de reguliere geneeskunde behoren. De tweede ‘vitalistische’ school kijkt op een andere manier naar het lichaam dan conventionele biologen. Chiropractors van deze school geloven dat, zoals de Amerikaanse Life-universiteit het zegt, alle organismen in het universum een ‘bewust, zichzelf ontwikkelend, zichzelf onderhoudend en zelfhelend vermogen’ hebben. In hun visie kan het lichaam zichzelf genezen als je blokkades – zoals uit positie geraakte ruggenwervels – verhelpt. Die blokkades belemmeren de vrije doorstroom van deze energie, als losgewaaide takken op de treinrails. Het grootste probleem voor de vitalisten is dat veel onderzoek naar chiropraxie zich beperkt tot de mechanische effecten op de rug en nek. En de studies die tot dusver zijn uitgevoerd, laten slechts matig succes zien. En hoewel chiropractors overal ter wereld zeggen dat ze opmerkelijke resultaten hebben geboekt bij allerlei schijnbaar niet-gerelateerde ziekten en aandoeningen, kunnen ze niet uitleggen hoe het precies werkt. Tot op heden… want er is nu nieuw bewijs, dat zelfs de materialisten kunnen begrijpen. Ons hoofdartikel van deze maand gaat over nieuw onderzoek uit Nieuw-Zeeland en Denemarken. Hieruit blijkt dat behandelingen door chiropractors grote veranderingen in de hersenen teweegbrengen, waardoor signalen naar de rest van het lichaam worden versterkt.
De belangrijkste ontdekking was dat een aanpassing in de wervelkolom niet alleen lokale veranderingen veroorzaakt, maar ook de informatievoorziening naar het centrale besturingssysteem in de hersenen bleek te beïnvloeden. Daardoor veranderden de signalen naar andere, verder gelegen lichaamsdelen. Dit proces kan een gigantisch effect hebben op met name spierkracht en rompstabiliteit, doordat spieren efficiënter worden in het produceren van kracht. Deze ontdekking kan bovendien bij allerlei aandoeningen – van zenuwschade tot spierzwakte na een operatie – grote invloed hebben op het verbeteren van de spierkracht. Zelfs sporters die op een hoog niveau sporten, kunnen hiervan profiteren. Maar het meest veelbelovend is het bewijs – zij het nog niet definitief – voor het effect van chiropraxie op ouderen en patiënten die een beroerte hebben gehad. Uit een van de nieuwe studies bleek dat één enkele behandeling de spierkracht in het been van patiënten na een beroerte met bijna tweederde kon vergroten. Uit ander onderzoek bleek dat chiropraxie ouderen kan helpen om hun evenwicht te verbeteren en de kans op vallen te verkleinen. In de geneeskunde is het erg gemakkelijk om alles wat je niet begrijpt aan te vallen, vooral als je andere belangen hebt. Het is ook gemakzuchtig om te beweren dat een bepaalde behandeling zinloos is omdat je die niet kunt uitleggen. De meeste pogingen om de draak te steken met homeopathie, chiropraxie, acupunctuur en andere vormen van alternatieve geneeskunde hanteren een traditioneel en achterhaald beeld van het lichaam, dat bestaat uit stelsels en mechanismen die niet altijd begrepen worden. Misschien kunnen we niet altijd verklaren hoe iets werkt, maar de belangrijkste vraag is: hebben mensen baat bij een bepaalde behandeling zonder dat het schadelijk is? Chiropractors willen vaak niet onder de noemer van de conventionele geneeskunde vallen. Ze zijn liever idealisten, die zich volledig wijden aan grensverleggende maatschappelijke innovatie. Ze willen een revolutie in de gezondheidszorg veroorzaken, en lopen voorop bij het inslaan van een nieuwe koers: bij de ‘ziektezorg’ van de conventionele geneeskunde vandaan naar een model van holistisch welzijn. Hopelijk steekt dit nieuwe onderzoek hun een hart onder de riem. Lynne McTaggart
|||VAN||DE||HOOFDREDACTIE|||
Een mentale aanpassing
4
MEDISCH DOSSIER | SEPTEMBER 2017
|||REPORTAGE||| ||||DOOR:|CELESTE|MCGOVERN|||
De hersenen afstemmen Nieuw onderzoek in de neurowetenschappen wijst erop dat chiropraxie veel meer kan doen dan het behandelen van nek- en rugpijn. Celeste McGovern onderzoekt de groeiende hoeveelheid bewijs dat manipulatie van de ruggengraat ook goed is voor uw hersenen.
MEDISCH DOSSIER | SEPTEMBER 2017
telt u zich eens voor: een bijeenkomst waar lezingen over de nieuwste inzichten op het gebied van natuurlijke gezondheid worden gegeven, met een open en enthousiaste sfeer en lekker veel live rock-’n-roll-muziek. Ziedaar het California Jam-festival dat in januari in Costa Mesa (VS) heeft plaatsgevonden. Dit festival, aangekondigd als ‘het grootste evenement voor gezondheid, welzijn en chiropraxie ter wereld’, is een jaarlijkse bijeenkomst van duizenden uitdrukkelijk alternatieve therapeuten. Er worden demonstraties gegeven en in het auditorium zijn er twee dagen lang continu presentaties van belangrijke sprekers. Een van de grootste publiekstrekkers op het California Jam-festival was dit jaar een relatief onbekende spreker: neurofysioloog en chiropractor Heidi Haavik. Zij is een pionier in een heel nieuw onderzoeksveld, dat bestudeert wat er met iemands hersenen gebeurt wanneer een chiropractor de ruggengraat corrigeert. Haavik is afgestudeerd aan het College voor Chiropraxie in Nieuw-Zeeland, heeft daarna neurowetenschappen gestudeerd en doet tegenwoordig wetenschappelijk onderzoek. Zij betoogt enthousiast: ‘Chiropraxie kan zoveel meer dan het behandelen van rug-, nek- en hoofdpijn.’ Tot nu toe is er altijd een grote kloof geweest tussen de beschikbare onderzoeksresultaten en de praktijk. Uit enkele onderzoeken is gebleken dat chiropraxie maar matig werkt – hoewel nog altijd substantieel beter dan geneesmiddelen – bij het in de kiem smoren van nek- en rugpijn,1 dat het kan helpen bij migraine2 en zelfs op raadselachtige wijze hoge bloeddruk kan verlagen.3 Deze aandoeningen worden al veertig jaar in verband gebracht met slecht werkende nekgewrichten. De onderzoeksresultaten zijn wel voldoende hard om chiropraxie al meer dan een eeuw te ondersteunen
De vele gezichten van de chiropraxie
In het denken over chiropraxie zijn er twee scholen: de ‘mechanici’, die ervoor pleiten om chiropraxie in de reguliere geneeskunde op te nemen als standaardbehandeling voor rug- en nekpijn; en de ‘vitalisten’, die denken dat de behandeling veel verder reikt en kan helpen bij vermoeidheid, gewrichtspijn, migraine, allergie, astma, bedplassen en zelfs onvruchtbaarheid. De laatste filosofie verschilt radicaal van het huidige medische model. ‘Het lichaam heeft een aangeboren vermogen om te gene-
als de populairste alternatieve behandeling; alleen al in Nederland bezochten 170.000 mensen in de periode 2010-2012 de chiropractor.4 ‘Het onderzoek van Haavik kan uiteindelijk de wetenschappelijke verklaring leveren voor de verbazingwekkende resultaten die chiropractors in de klinische praktijk bereiken,’ zegt Ross McDonald, praktiserend chiropractor en voorzitter van de Schotse vereniging voor chiropraxie. De neurowetenschappelijke onderzoeken kijken naar de onderliggende werking van deze resultaten: hoe de ruggengraat en het centrale zenuwstelsel (CZS) met elkaar verbonden zijn en met elkaar ‘praten’, en hoe een slecht werkende ruggengraat onze gezondheid en ons welzijn kan aantasten. Een van de onderzoeken van Haavik is dit jaar gepubliceerd in het tijdschrift Brain Sciences.5 In dit onderzoek keek ze naar het effect van chiropraxie bij 28 patiënten met ‘subklinische’ pijn – mensen die met tussenpozen rug- of nekpijn hadden of stijfheid, waarvoor ze nooit behandeld waren – maar die op de dag van het onderzoek pijn hadden. Bij het lichamelijk onderzoek hadden alle patiënten gevoelige plekken en bewegingsbeperking in hun ruggengraat. Vergeleken met ‘schijnbehandeling’ veroorzaakte chiropraxie van de ruggengraat bij deze mensen een duidelijk hogere hersenactiviteit, of ‘prikkelbaarheid van de hersenschors’ (dit heeft te maken met elektrische signalen in de zenuwen, die ontstaan wanneer de hersenen of spieren van de romp en ledematen gestimuleerd worden). Dit werd gemeten met TMS (transcraniale magnetische stimulatie), een techniek die gebruikmaakt van magnetische velden om zenuwcellen in de hersenen te stimuleren, en van de kracht van arm- en beenspieren. Het is bewezen dat de spierkracht na manipulatie van de ruggengraat toeneemt als gevolg van hersenactiviteit, en niet door veranderingen in de ruggengraat zelf. Dit biedt grote mogelijkheden voor bijvoorbeeld
zen, zolang er geen storingen zijn,’ zegt Gilles LaMarche, vice-voorzitter van beroepsrelaties bij de Life-universiteit in het Amerikaanse Atlanta, de grootste chiropraxie-opleiding ter wereld. ‘Het ontwikkelt, onderhoudt en geneest zichzelf.’ In deze vitalistische kijk op chiropraxie is zelfs de beste chiropractor alleen maar iemand die – stel dat u een infectie of een schaafwond op uw knie krijgt – uw lichaam bijstaat in het spontaan en spectaculair zorgen voor zijn eigen genezing. De taak van een chiropractor is, volgens vitalisten, het verwijderen van alle storingen in het lichaam ter hoogte van de ruggengraat,
die zij een centrale plaats toekennen. ‘Conventionele geneeskunde interpreteert symptomen niet zoals wij dat doen,’ verklaart LaMarche vanuit zijn kijk op de chiropraxie. Hij ziet koorts bijvoorbeeld als een van de natuurlijke manieren van het lichaam om infecties te bestrijden: verhoging van de lichaamstemperatuur doodt bacteriën en virussen, en stimuleert andere functies van het immuunsysteem. ‘Veel artsen zien koorts als iets slechts, iets om te bestrijden,’ zegt hij, ‘en daarom geven ze paracetamol. Ze zien dat niet als een gif dat in de lever blijft zitten en daardoor de genezing en de gezondheid belemmert.’
5
6
MEDISCH DOSSIER | SEPTEMBER 2017
|||REPORTAGE|||
Hoe chiropraxie de hersenen verandert Wat gebeurt er eigenlijk in de hersenen van patiënten die een beroerte hebben gehad, na een spierversterkende chiropraxiebehandeling? Een onderzoek uit 2016 van het Universiteitsziekenhuis van Aalborg in Denemarken toonde aan dat één chiropraxiebehandeling al helpt om de zogenaamde ‘somatosensorische integratie’ te verbeteren. Dit betekent dat de hersenen de juiste signalen van de zintuigen krijgen, zodat ze daaropvolgend gedrag op de juiste manier kunnen organiseren en uitvoeren.1 Zo’n verandering vindt meestal plaats in de prefrontale hersenschors, het gedeelte van de hersenen dat een sleutelrol speelt in uitvoerende functies. Het is een soort commandocentrum, dat de vele binnenkomende zenuwsignalen uit een voortdurend veranderende omgeving samenvoegt en coördineert, om problemen op te lossen en doelen te bereiken. ‘Chiropraxie blijkt, door de ontwrichte wervels te behandelen, de verwerking van signalen door de prefrontale hersenschors te veranderen,’ concluderen de auteurs. Dus terwijl sommige chiropractors (en hun patiënten) misschien dachten dat hun behandelingen plaatselijke veranderingen teweegbrachten – direct in de ruggengraat – werkt de verandering in feite blijkbaar indirect. Ze wordt eerst naar de ‘centrale commandopost’ (de hersenen) gestuurd en vervolgens langs de zenuwbanen teruggestuurd, wat zorgt voor minder pijn en andere verbeteringen. ‘Dat wijst erop dat chiropraxie ook andere voordelen kan hebben, naast alleen pijnbestrijding of spierversterking, en dat de signalen die de hersenen ontvangen en verwerken een verklaring kunnen zijn voor wat sommige chiropractors beweren,’ zeggen de onderzoekers. Die beweringen gaan onder andere over het vermogen van behandelingen om spieren te versterken en de stabiliteit te verhogen, de reactietijd te versnellen en het positiegevoel (het kennen van de positie van uw lichaam in de ruimte) te verbeteren en zo de kans op letsel te verkleinen. 1 N eural Plast, 2016; 2016: 3704964
het herstel van spierkracht na een zenuwbeschadiging. De conclusie van het onderzoek was dat ‘manipulatie van het ruggenmerg daarom geschikt kan zijn’ voor patiënten met een verminderde spierspanning, of voor patiënten die herstellen van een beroerte of een orthopedische operatie waarbij spieren zijn beschadigd. Het kan zelfs interessant zijn voor sporters.6 Deze resultaten zijn een bevestiging van een onderzoek uit 2015, waarin werd aangetoond dat de spierkracht in de benen na een chiropraxiebehandeling van de gehele ruggengraat met 16 procent toenam, terwijl de elektrische activiteit in de gemeten spier met bijna 60 procent steeg. Maar het meest spectaculair was dit: de onderzoekers (van het Centrum voor chiropraxieonderzoek in Nieuw-Zeeland) ontdekten dat de activiteit in de reflexbaan van de hersenen naar de spieren met 45 procent was toegenomen (dit is een maat voor het vermogen van de hersenen om spieren te activeren). In de controlegroep, die een schijnbehandeling kreeg, waren de spierkracht en de hersenactiviteit naar de gemeten spier daarentegen afgenomen.7
Hetzelfde team uit Nieuw-Zeeland, onder leiding van Haavik en twee collega’s, is nu nieuw baanbrekend onderzoek aan het opzetten. Zij kijken naar de communicatie tussen de hersenen en het lichaam bij patiënten na een beroerte.8 In een vooronderzoek testten ze het effect van chiropraxie bij twaalf patiënten die een beroerte hadden gehad. Ze ontdekten dat de spierkracht in de benen met gemiddeld 64 procent toenam, en de hersenactiviteit naar de ledematen met meer dan 50 procent. In de controlegroep waren beide meetresultaten na de schijnbehandelingen juist afgenomen. Normaal gesproken zou je niet verwachten dat spieren sterker worden nadat ze herhaaldelijk een bepaalde weerstand hebben moeten bieden, omdat spieren daardoor vermoeid raken. Nu we de techniek hebben om de spierkracht na een ingreep objectief te meten, zegt Haavik, wijzen deze resultaten erop dat ‘chiropraxie niet alleen vermoeidheid voorkomt, maar spieren zelfs efficiënter maakt in het kracht zetten.’ De resultaten van de nieuwe studie kunnen grote invloed hebben op de rol van chiropraxie bij mensen die na een beroerte een slechtere spierwerking hebben, zegt zij. KANS OP LETSEL In een interessant onderzoek dat Haavik en haar collega’s onlangs hebben uitgevoerd, werd specifiek gekeken naar de invloed van chiropraxie op de kans op vallen bij ouderen.9 Vallen is bij ouderen een belangrijke oorzaak van overlijden, letsel en afnemende gezondheid. Ongeveer 30 tot 40 procent van de zelfstandig wonende ouderen valt ten minste eenmaal per jaar, of vaker naarmate zij ouder worden. Deze gerandomiseerde, gecontroleerde studie werd uitgevoerd met een groep van 60 mensen die ouder waren dan 65 en in een tehuis in Auckland woonden. De helft van de groep kreeg twaalf weken chiropraxie (twee behandelingen per week), terwijl de andere helft de ‘gebruikelijke zorg’ kreeg, zonder behandeling door een chiropractor. De patiënten werden getest op hun positiegevoel (in dit geval of ze wisten waar hun enkelgewricht zich precies bevond), hun stabiele houding en hun vermogen om informatie van meerdere zintuigen tegelijk te verwerken: een test met door geluid (piepjes) veroorzaakte lichtflitsen. Deze test is bedoeld om de kans op vallen te bepalen, omdat hij meet hoe goed iemand twee verschillende soorten prikkels tegelijkertijd kan verwerken.10 De deelnemers kregen ook een test om te meten hoe goed ze hun voeten konden bewegen als reactie op een paneel op de vloer dat plotseling oplichtte (sensorimotorische functietest), en een vragenlijst waarin ze zelf hun kwaliteit van leven in verband met hun gezondheid moesten beoordelen. In de loop van de twaalf weken verbeterde het gevoel voor de positie van het enkelgewricht aanzienlijk bij personen die chiropraxie kregen. Dit betekent dat hun hersenen mogelijk beter wisten wat hun voeten deden. Ze konden ook sneller reageren en hun voeten op het verlichte paneel bewegen dan vóór de behandelingen. Deze verbeteringen werden niet in de controlegroep gezien.
MEDISCH DOSSIER | SEPTEMBER 2017
De chiropraxiepatiënten waren 13 procent beter in staat om het juiste aantal lichtflitsen met het overeenkomende aantal piepjes te melden. Dat betekent dat hun kans op vallen kleiner was geworden. Bovendien meldden de deelnemers die chiropraxie hadden gekregen aan het eind van het onderzoek een 2,4 maal hogere verbetering van hun kwaliteit van leven dan de controlegroep. UW VERVORMBARE HERSENEN Haavik probeert nu te verklaren hoe dit alles met chiropraxie wordt bereikt, en waarom het herstel van de juiste bewegingen zo’n grote invloed kan hebben op de hersenen en de algehele gezondheid. Het CZS (hersenen en ruggenmerg) en alle zenuwen vanaf het CZS (het perifere zenuwstelsel, of PZS) vormen een complex netwerk met wel 10 miljard zenuwcellen (neuronen) en 60 triljoen synapsen (piepkleine verbindingen tussen neuronen, die in sterk gespecialiseerde circuits signalen tussen de cellen doorgeven, via stoffen die we ‘neurotransmitters’ noemen). Uit elk segment van de ruggengraat komen er inderdaad zenuwen naar buiten, als spaghettislierten, en deze verzorgen de communicatie met de verschillende delen van het lichaam, in beide richtingen. Alles wat we doen – van onze bewegingsreflexen tot ons vermogen tot abstract denken en voelen – steunt op de nauwkeurigheid van de rekenprocessen die door deze circuits van het CZS en PZS worden uitgevoerd. Die processen zijn op hun beurt weer afhankelijk van gezonde stimulerende en remmende systemen. Een zenuwcel wordt geprikkeld wanneer hij voldoende wordt gestimuleerd. Als dat gebeurt, stuurt de zenuwcel een elektrische boodschap naar een van zijn uitlopers (‘axonen’ genoemd), zodat die met een andere zenuwcel kan ‘praten’ door meer neurotransmitters bij de synapsen af te geven. Dit praten gebeurt voortdurend wanneer de zenuwcellen signalen ontvangen van onze zintuigen (ogen, oren, mond, neus en tast), en ook via een inwendige ‘kaart’ van de plaats van onze spieren en gewrichten ten opzichte van elkaar in de driedimensionale ruimte (positiegevoel), terwijl de hersenen beslissingen nemen en hun functies uitvoeren. Anders dan altijd door de wetenschap werd aangenomen, heeft een golf van onderzoeken de laatste tijd aangetoond dat de hersenen zich gedurende ons hele leven goed kunnen aanpassen aan hun steeds veranderende omgeving. Dit doen ze door continu een lijst bij te houden van de signalen die ze van de zintuigen ontvangen en de inwendige kaart van het lichaam. Dit vermogen om zich aan te passen wordt ‘neurale plasticiteit’ (vervormbaarheid van het zenuwstelsel) genoemd. Haavik vergelijkt de plasticiteit van het CZS met de subtiele veranderingen in een rivierbedding. ‘Je kunt nooit tweemaal in precies dezelfde rivier stappen; het water, de stenen en het slik van de rivierbedding veranderen voortdurend,’ zegt ze. Op dezelfde manier veranderen je hersenen bij elke gedachte en elke actie; ze ontwikkelen zich voortdurend. Haavik gelooft dat haar onderzoek aantoont dat
Wat is een subluxatie? In 1895 claimde de grondlegger van de chiropraxie, Daniel David Palmer, dat hij het gehoor van de dove conciërge Harvey Lillard had hersteld, door dát deel van zijn ruggengraat te behandelen dat, zoals hij kon voelen, ‘niet goed uitgelijnd’ was. Hieruit ontwikkelde Palmer de theorie dat niet goed uitgelijnde delen van de ruggengraat een goede werking van de zenuwen verstoren, en dat het terugbrengen van deze onderdelen naar hun normale positie de druk op de zenuwen verlicht en de werking van de zenuwen herstelt. Chiropractors onderzoeken de ruggengraat op gebieden waar kleine spiertjes, die aan de afzonderlijke wervels vastzitten, verkrampt zijn, als gevolg van letsel, gebogen zitten over mobiele telefoons en computers, of simpelweg door overbelasting. Wanneer deze verkrampte spiertjes de wervels – de botjes waaruit de ruggengraat is opgebouwd – verdraaien, kunnen bepaalde delen van die botjes uitsteken en ‘niet goed uitgelijnd’ of ‘onbeweeglijk’ aanvoelen. Chiropractors noemen dit een (gedeeltelijk) ontwrichte wervel, of ‘subluxatie’. ‘Het is eigenlijk dat een wervel minder ideaal functioneert of beweegt, op een manier die niet ‘normaal’ is voor het lichaam,’ zegt Heidi Haavik. En chiropractors behandelen deze afwijking door deze ‘recht te zetten’. ‘We duwen de botten niet echt terug op hun plaats wanneer we de ruggengraat behandelen,’ legt Haavik uit. Het doel van de korte, snelle bewegingen van een chiropraxiebehandeling van de ruggengraat is om het natuurlijke bewegingsbereik te herstellen.
gedeeltelijk ontwrichte wervels (onderdelen van de ruggengraat die niet goed werken, zie bovenstaand kader) ervoor zorgen dat de hersenen de bewegingen van de ruggengraat niet meer goed kunnen herkennen en sturen. Als de ruggengraat niet goed werkt, heeft dit niet alleen invloed op hoe de hersenen de ruggengraat herkennen en sturen, maar ook hoe ze andere delen van het lichaam herkennen en sturen. Wanneer de hersenen ook maar enigszins onjuiste informatie krijgen, klopt de kaart die ze van het lichaam maken niet meer. Dat kan de zenuwsignalen net zo remmen als gedempte signalen van de zintuigen, zoals wanneer je een blinddoek draagt of je tastzin verliest. En dit vertaalt zich in slecht functioneren. Chronische pijn en neurodegeneratieve aandoeningen (met afbraak van zenuwcellen) zijn in verband gebracht met deze onjuiste waarnemingen door de vervormbare hersenen.11 ‘Pijn en aandoeningen met andere symptomen hoeven niet plotseling en zonder reden te ontstaan. Ze kunnen zich langzaam ontwikkelen zonder dat u er erg in hebt. Zoals je duizend strohalmen op de rug van een kameel kunt leggen voordat die bezwijkt,’ zegt Haavik. ‘Pas als je het laatste strootje neerlegt, voel je het effect.’ Haaviks team veronderstelt dat je, door de ruggengraat te behandelen en zo normale bewegingen te herstellen, ook een normalere doorgifte van signalen van
7
8
MEDISCH DOSSIER | SEPTEMBER 2017
|||REPORTAGE|||
Hoe vindt u een goede chiropractor?
In de VS en in diverse Europese landen is chiropractor een erkend beroep. Chiropraxie wordt door de Nederlandse overheid echter niet erkend; er bestaat dus ook geen officieel erkende opleiding in ons land. De titel chiropractor is hier ook niet beschermd. Een aantal chiropractors is aangesloten bij de Nederlandse Chiropractoren Associatie (NCA), de grootste Nederlandse beroepsorganisatie voor chiropractors. Een aantal Nederlandse chiropractors zijn ook erkend (BIG-geregistreerd) fysiotherapeut. Chiropractors bieden een breed scala aan benaderingen, specialismen en technieken. Zorg er in elk geval voor dat u een chiropractor kiest: • die aan uw specifieke behoeften tegemoet kan komen. Sommige chiropractors hebben een biomechanische benadering, of behandelen slechts enkele aandoeningen. Zij zien mensen alleen zodra zij een probleem hebben (zoals pijn), terwijl anderen een ‘welzijnsbenadering’ hebben en mensen behandelen om problemen te voorkomen. Veel chiropractors hebben speciale aandachtsgebieden: sportletsel, zwangerschap, kinderen, of zelfs functionele geneeskunde, het testen op voedingstekorten zoals vitamine D-gebrek en voorschrijven van supplementen. • die een goede reputatie heeft. Het is de moeite waard om na te gaan of de chiropractor bij anderen goede resultaten heeft bereikt. • die u een gratis gesprek aanbiedt om uw behoeften en zijn/haar vaardigheden en diensten te bespreken, en technieken gebruikt die bij u passen. Sommige chiropractors gebruiken alleen handmatige technieken, terwijl anderen gebruikmaken van apparaten zoals valtafels – onderzoekstafels die bewegen tijdens de behandeling van de chiropractor, zodat de impuls wordt gegeven door de beweging van de tafel – en activators – draagbare hulpmiddelen die op een soort ventiel lijken en nauwkeurig gecontroleerde impulsen afgeven aan gebieden zoals de halswervels. Sommigen kunnen ook getraind zijn in technieken zoals acupunctuur, dry needling (acupunctuurnaalden worden in spierweefsel geprikt om het ontspannen vanuit ‘triggerpunten’ te stimuleren, daar waar spieren verkrampt zijn) en active release technique (ART), die ook gericht is op samentrekkingen van spieren, ligamenten (bindweefselbanden) en pezen om de belasting van gewrichten te verminderen. • die een grondig onderzoek uitvoert voordat hij/zij met de behandeling begint. De chiropractor moet uw medische voorgeschiedenis beoordelen en een lichamelijk onderzoek uitvoeren om uit te sluiten dat u aandoeningen hebt die hij/zij niet zelf kan behandelen of waarvoor u moet worden doorverwezen. Een chiropractor is opgeleid om röntgenfoto’s te maken en te interpreteren. Dat is soms nodig, maar alleen als u aan bepaalde gestandaardiseerde criteria voldoet. • die u duidelijke criteria geeft om verbetering te meten, zoals minder pijn of een algehele verbetering van uw welbevinden. • die voldoende tijd en aandacht voor u heeft. De beste chiropractor is ook een coach of compagnon, die u helpt om uw optimale gezondheidstoestand te bereiken. Kies alleen iemand aan wie u echt steun hebt.
de ruggengraat naar de hersenen krijgt. Hierdoor kunnen het ruggenmerg, de hersenstam en de hersenen op hun beurt de binnenkomende informatie beter verwerken. ‘Wij geloven dat dit de mechanismen zijn waarmee we, door gedeeltelijk ontwrichte wervels te behandelen, de werking van het zenuwstelsel kunnen verbeteren, zoals chiropractors over de hele wereld dagelijks zien.’ Hoewel de onderzoekers uit NieuwZeeland niet willen speculeren over het afweersysteem, komt er steeds meer bewijs dat het zenuwstelsel en het afweersysteem ook met elkaar verbonden zijn. Pas in 2015 is door een team onderzoekers van de Universiteit van Virginia een heel nieuw lymfatisch stelsel in de hersenen ontdekt.12 Hieruit blijkt hoe weinig wij nog altijd begrijpen van onze hersenen, en van het effect van het zenuwstelsel op onze algehele gezondheid. Het leidt ook tot nieuwe vragen over hoe het verbeteren van het ene systeem tot verbetering van een ander systeem kan leiden… en dus misschien waarom sommige mensen met een immuunziekte baat hebben bij chiropraxie. `Het wordt nu duidelijk dat chiropraxie invloed lijkt te hebben op het “hoofdkwartier” van onze hersenen. Door de juiste verwerking en integratie van de signalen van onze zintuigen te herstellen, verandert de manier waarop onze hersenen ons lichaam aansturen,’ zegt Haavik. `Het is boeiend om te zien dat er nu andere manieren zijn om de effecten van chiropraxie te verklaren, en dat deze in feite overeenkomen met de huidige neurowetenschappen,’ zegt ze. `Het gaat in werkelijkheid nog dieper en het is nog krachtiger dan we ooit hadden kunnen denken.’
1 Ann Intern Med, 2012; 156: 1–10 2 Eur J Neurol, 2017; 24: 143–53 3 J Hum Hypertens, 2007; 21: 347–52 4 CBS; https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2014/11/
bijna-1-miljoen-mensen-onder-behandeling-van een-alternatieve-genezer 5 H. Haavik et al., Brain Sci. 2017, 7(1), 2 6 Brain Sci, 2016; 7: 2; doi: 10.3390/ brainsci7010002 7 Exp Brain Res, 2015; 233: 1165–73 8 Centre for Chiropractic Research; http://strokestudy. info/#about 9 J Manipulative Physiol Ther, 2016; 39: 267–78 10 Front Aging Neurosci, 2014; 6: 250 11 Pain, 1993; 52: 259–85; Funct Neurol, 2012; 27: 131–45 12 Nature, 2015; 523: 337-41
|||UITGELICHT||
MEDISCH DOSSIER | SEPTEMBER 2017
Spring op de fiets Gaat u altijd met de trein of auto naar uw werk? Neem voortaan de fiets of ga lopen: dat kan verschil maken voor uw gezondheid.
D
e dagelijkse reis naar uw werk en terug kan uw leven redden. Maar alleen als u niet meer met de auto of het openbaar vervoer reist, en in plaats daarvan gaat fietsen of lopen. Een actievere manier om naar uw werk te gaan kan uw kans op hart- en vaatziekten, een dodelijk hartinfarct en zelfs op kanker verkleinen. Deze risicodaling is afhankelijk van de afstand die u dagelijks aflegt, en of u loopt of fietst. Het zal u niet verbazen dat de kans dat u een van genoemde ziekten krijgt, afneemt naarmate u langer onderweg bent. Lopen blijkt bijvoorbeeld een enorme impact te hebben op uw gezondheid en levensduur, maar alleen als u minimaal 10 kilometer per week aflegt. Om de invloed van ‘actief pendelen’ te bepalen, keken onderzoekers van de Universiteit van Glasgow naar de leefstijl en gezondheid van 263.450 mensen. Zij hadden een gemiddelde leeftijd van 52 jaar, waren in loondienst en gingen dagelijks lopend of fietsend naar hun werk.1 Nadat de onderzoekers de gegevens hadden gecorrigeerd voor zaken als roken en andere lichaamsbeweging zoals fitness, konden ze nagaan wat het effect van actief pendelen was op hartziekte, kanker, en sterfgevallen als gevolg hiervan. De resultaten verschilden van persoon tot persoon, maar fietsen bleek het meeste voordeel op te leveren. Dat komt
mogelijk doordat het een intensievere vorm van bewegen is dan lopen. De daling van het risico gold voor alle aandoeningen, van hart- en vaatziekten en kanker tot het sterfterisico in het algemeen. Alle deelnemers die lopend naar hun werk gingen, hadden minder kans op hartziekte en sterfte. Maar de impact was beduidend groter bij degenen die vaker liepen, en minstens 10 kilometer per week. Vreemd genoeg was het beschermende effect minder groot bij de mensen die deels lopend en deels fietsend naar hun werk gingen. BEPERK UW RISICO Lopen of fietsen naar uw werk verlaagt de kans dat u hartziekte of kanker krijgt, en ook de kans dat u aan een van de twee overlijdt. Uw risico is lager dan dat van iemand die altijd met de auto of de trein naar zijn werk gaat. Hoeveel lager? Dat hangt af van de lengte van uw reis, en of u fietst of loopt. Maar omdat de steekproefomvang soms klein was, kwamen er enkele afwijkende resultaten naar boven. Zo leek de kans om aan kanker te overlijden groter voor iemand die een kort stukje naar zijn werkt loopt dan voor iemand die helemaal niet naar zijn werk loopt. Om de risicoafname te bepalen, zijn in de studie de trein- en autoreizigers op 100 gezet (als referentiewaarde), wat dus niet betekent dat het 100 procent zeker is dat zij een hartziekte of kanker krijgen!
NADELIG RISICOEFFECT AFNAME STERFTE DOOR HARTZIEKTE Woon-werkverkeer per auto/trein Korte afstand lopen Lange afstand lopen Korte afstand fietsen Lange afstand fietsen
100 70% 47% 71% 48%
KRIJGEN VAN HARTZIEKTE Woon-werkverkeer per auto/trein Korte afstand lopen Lange afstand lopen Korte afstand fietsen Lange afstand fietsen
100 79% 59% 67% 53%
STERFTE DOOR KANKER Woon-werkverkeer per auto/trein Korte afstand fietsen Lange afstand fietsen
100 86% 55%
KRIJGEN VAN KANKER Woon-werkverkeer per auto/trein Korte afstand lopen Lange afstand lopen Korte afstand fietsen Lange afstand fietsen
100 96% 89% 80% 44%
1 BMJ, 2017; 357: j1456
9
10
MEDISCH DOSSIER | SEPTEMBER 2017
Licht gevoel in het hoofd of duizeligheid
|||NIEUWS|||
Misselijkheid of braken
Pijn op de borst, die gepaard gaat met een drukkend, beklemmend gevoel, alsof iemand een band om uw borst snoert. Dit kan zowel ernstig als mild zijn (vergelijkbaar met spijsverteringsklachten). Vrouwen, oude mensen en diabetici voelen vaak helemaal geen pijn
Hoesten of piepende ademhaling
Kortademigheid of moeite met ademhalen
Een erg onrustig en angstig gevoel, lijkt op paniekaanval
Zweten
Pijn in andere lichaamsdelen, met name de armen – meestal de linkerarm – kaak, hals, schouderbladen of maagstreek
Dit zijn de signalen van een hartaanval Britse artsen zien bij een op de zes gevallen die later fataal blijken, zelfs de meest opvallende signalen van een hartaanval – zoals pijn op de borst – over het hoofd. Ongeveer 16 procent van de Britten die aan een hartinfarct overlijden, wordt in de maand daarvoor wel in het ziekenhuis opgenomen, maar zonder dat de artsen doorhebben dat ze een infarct doormaken. Het gebeurt zelfs dat artsen in het ziekenhuis duidelijke symptomen zoals pijn op de borst, benauwdheid (dyspneu) en plotselinge bewusteloosheid (syncope) niet herkennen, zeggen onderzoekers van het Imperial College in Londen. In de illustratie vindt u de kenmerkende symptomen van een hartinfarct, die vaak gelijktijdig voorkomen. Bron: Lancet Public Health, 2017; 2: 191-201
Diabetes? Ga minder eten of een paar dagen vasten Diabetes type 2 hoeft geen levenslange straf te zijn. Het kan gebeuren dat u de symptomen in slechts vier maanden overwint door minder te eten. U kunt de ziekte een halt toeroepen door minder te eten, tegelijkertijd meer te bewegen en uw bloedsuiker onder controle te houden door koolhydraten te nemen die langzaam worden afgebroken (met een lage glykemische index). In een trial had ongeveer 40 procent van de patiënten die op dieet gingen, daarna geen symptomen meer. En ze hadden ook geen medicijnen meer nodig om de ziekte in de hand te houden. Onderzoekers van de Mcmaster Universiteit in Canada testten deze dieetaanpak bij 83 mensen waarvan een aantal al drie jaar de diagnose diabetes type 2 had. Hoewel de studie oorspronkelijk een jaar zou duren, zagen de onderzoekers al na vijf maanden grote veranderingen, vooral wanneer de patiënten stopten met hun antidiabetica – die de bloedsuiker verlagen – terwijl ze doorgingen met hun leefstijlveranderingen. De grootste verandering deed zich voor nadat mensen hun dagelijkse calorie-inname met 500-750 calorieën beperkten, door bewerkte koolhydraten te vermijden: die bevatten veel suikers. Het dieet had bovendien meer effect dan de medicijnen. Na acht weken had ongeveer de helft van de patiënten door het slikken van medicijnen hun bloedsuiker onder controle. Maar toen ze met het dieet van vier maanden startten, steeg dat naar 70 procent. Nadat de deelnemers drie maanden met het dieet waren gestopt, werd de bloedsuikerspiegel opnieuw gemeten: bij 40 procent was de diabetes nog steeds ‘compleet of gedeeltelijk verdwenen’, zeggen de onderzoekers. Ze denken dat het dieet effectief was omdat het de alvleesklier even rust geeft, zodat die niet constant insuline hoeft te produceren. Vier dagen vasten – met een maximale calorie-inname van 750-1100 calorieën per dag – kan ook de symptomen van diabetes terugdraaien. Onderzoekers van de Universiteit van ZuidCalifornië, onder leiding van Valter Longo, zeggen dat door het vasten de insulineproducerende bètacellen in de alvleesklier een nieuwe impuls krijgen. In proeven met muizen reageerden zelfs de dieren met een vergevorderd stadium van diabetes goed op vasten: hun bètacellen gingen weer insuline produceren. ‘Het afwisselen van vasten en gewoon eten zorgde er in wezen voor dat niet-insulineproducerende cellen werden geherprogrammeerd tot insulineproducerende cellen,’ zegt Longo. De muizen kregen weer een gezonde insulineproductie, hun insulineresistentie nam af, en ze hadden stabielere bloedsuikerspiegels in elke fase van de ziekte. Een vergelijkbaar effect werd gezien bij de menselijke bètacellen die de onderzoekers testten. Bron: McMaster-studie: J Clin Endocrinol Metab, 2017; doi: https://doi. org/10.1210/jc.2016-3373; Californische studie: Cell, 2017; 168: 775-88. e12
WAT IS DIABETES TYPE 2? Een aandoening die het gevolg is van insulineresistentie, waarbij de alvleesklier niet langer in staat is voldoende insuline te produceren om de suikers uit voeding – met name koolhydraten – af te breken. Als we suikerrijke koolhydraten nemen, zoals die in bewerkte en ‘witte’ voedingsmiddelen, is het lichaam in constante staat van paraatheid en produceert het voortdurend grote hoeveelheden insuline.
MEDISCH DOSSIER | SEPTEMBER 2017
Curcuminegel doet wonderen bij brandblaren en -wonden
Standaardmedicijn tegen botontkalking verzwakt de botten
Curcuminegel is een effectief middel om brandblaren en -wonden te behandelen. Als u de gel direct op de huid smeert, gaat dat pijn en ontsteking tegen, het versnelt de genezing en voorkomt littekenvorming, zo blijkt uit een nieuwe studie. Eerdere onderzoeken naar curcumine leverden wisselende resultaten op. Daarbij gebruikten de onderzoekers capsules (dus inname via de mond). In deze vorm werd de curcumine niet goed door het lichaam opgenomen. Volgens Madalene Heng van de Universiteit van Californië in Los Angeles waren de resultaten van het gebruik van curcuminegel, die plaatselijk op de huid werd aangebracht, compleet anders. Zij gebruikt de gel al 25 jaar in haar eigen dermatologiepraktijk. Heng zegt dat het middel effectief is bij brandwonden en littekens, maar ook bij andere huidaandoeningen. Dat komt omdat curcumine een krachtige ontstekingsremmer is die het enzym fosforylase kinase remt, dat vrijkomt als de huid beschadigt. Curcumine is een stof die onderdeel uitmaakt van het kruid kurkuma (geelwortel), dat vaak in kerriegerechten wordt gebruikt voor de gele kleur.
De gebruikelijke medicijnen tegen osteoporose (botontkalking) maken de botten alleen maar zwakker. Ouderen en kankerpatiënten krijgen standaard bisfosfonaten voorschreven ter bescherming van hun botten. Maar uit nieuw onderzoek blijkt dat die het risico op botbreuken vergroten. Bisfosfonaten zijn ontworpen om het natuurlijke proces te vertragen waarbij ons lichaam beschadigd of verouderd botweefsel afvoert. De botten van mensen die deze medicijnen slikken, laten microscopisch kleine barstjes zien, ontdekten onderzoekers van het Imperial College in Londen toen ze patiënten met een gebroken heup onderzochten. Artsen constateerden dat ook patiënten die de medicijnen al langere tijd gebruikten nog steeds botbreuken opliepen. Dat bracht de onderzoekers op het idee om bij zestien patiënten met een heupfractuur die bisfosfonaten gebruikten, wat botweefsel voor onderzoek af te nemen. Ze vergeleken dit weefsel met dat van mensen in dezelfde leeftijdsgroep die de medicijnen niet slikten. Het botweefsel van degenen die de medicijnen slikten, vertoonde allemaal scheurtjes, waardoor hun botten brozer zijn en eerder breken. Bisfosfonaten worden als standaardmedicijn gegeven voor de behandeling van osteoporose en botverlies als gevolg van chemotherapie hij kankerpatiënten.
Bron: BioDiscovery, 2017; 20: e11207
Bron: BBC News, 1 maart 2017; www.bbc.com/news/health-39122541
Korter leven door dieselfraude Volkswagen Het aantal mensen in Europa dat korter leeft als gevolg van de te hoge dieseluitstoot door Volkswagens wordt geschat op 1200. De fabrikant sjoemelde opzettelijk met de boordcomputers, zodat deze tijdens het testen onterecht voor een ‘veilige’ uitslag zorgden. In totaal gaat het om 13 duizend verloren levensjaren op de totale Europese bevolking, hebben de onderzoekers van het Massachusetts Instituut voor Technologie berekend. In de VS zullen nog eens 59 mensen te vroeg overlijden. Dieselauto’s van de Volkswagen Groep – waaronder Volkswagen, Audi, Skoda en Seat – hebben tussen 2008 en 2015 (toen de fraude eindelijk aan het licht kwam) te veel stikstofoxide uitgestoten. Dit teveel aan uitstoot werd nooit opgemerkt door de testers doordat de autofabrikant ‘manipulatie-instrumenten’ in de motoren van 11 miljoen dieselauto’s had ingebouwd. Die gaven onjuiste, lage waarden om aan de milieueisen te voldoen. Hoewel de auto’s die met sjoemelsoftware waren uitgerust inmiddels zijn teruggeroepen, duurt de erfenis van deze fraude voort, zeggen de onderzoekers. Ongeveer 500 van de vroegtijdige sterfgevallen zullen in Duitsland – het thuisland van de Volkswagen Groep – plaatsvinden en de overige 700 sterfgevallen in de omringende landen, zoals Polen, Frankrijk en Tsjechië. Bron: Environ Res Lett, 2017; 12: 034014
Blauwe bessen houden u scherp
Vijfenzestigplussers die elke dag een glas blauwebessensap drinken, hebben betere cognitieve vaardigheden. Dat blijkt uit een nieuwe studie. Het fruitsap lijkt ook het werkgeheugen te verbeteren, ontdekten onderzoekers van de Universiteit van Exeter in het Verenigd Koninkrijk, nadat ze het drankje drie maanden lang aan een groep gezonde ouderen hadden gegeven. Deze groep kreeg dagelijks 30 ml geconcentreerd blauwebessensap, wat gelijkstaat aan 230 g fruit. De controlegroep kreeg ‘namaaksap’, oftewel een placebo. Na twaalf weken werden beide groepen getest op hun geheugen en cognitieve vaardigheden, terwijl hun hersenen werden bekeken met een functionele MRI-scan die de plaats van de hersenactiviteit kan bepalen. Daarop was te zien dat de groep die het echte blauwebessensap had gedronken, in elke test ‘significant’ beter presteerde dan de andere groep. Tijdens de tests was ook meer hersenactiviteit te zien. Blauwe bessen zijn rijk aan flavonoïden, die een antioxidante en ontstekingsremmende werking hebben. Bron: Appl Physiol Nutr Metab, 2017; doi: 10.1139/apnm-2016-0550
11
12
MEDISCH DOSSIER | SEPTEMBER 2017
|||ALTERNATIEVEN||| ||||DOOR:|CATE|MONTANA|||
Wondermiddel voor de hersenen Lithium is een mineraal dat vaak wordt gezien als een sterk verouderde behandeling, maar Cate Montana heeft ontdekt dat het een wondermiddel is voor veel psychiatrische aandoeningen van fibromyalgie, clusterhoofdpijn tot Âalcoholisme.
MEDISCH DOSSIER | SEPTEMBER 2017
T
ientallen jaren lang was lithium dé behandeling voor bipolaire stoornis. Het voorkomt zelfbeschadiging en zelfdoding bij manisch-depressieve (bipolaire) patiënten vaker dan de tegenwoordig frequent voorgeschreven middelen als quetiapine, valproaat en olanzapine, waar farmaceutische bedrijven miljarden aan verdienen.1 Veel artsen, onder wie Jeffrey Dach, medisch directeur van een kliniek in Florida en een strijder voor de rechten van patiënten, zijn voorstanders van het gebruik van lithium. Zij stellen het gebruik van een aantal andere medicijnen voor de behandeling van stemmingsstoornissen en andere psychiatrische ziektes keihard aan de kaak. Want er is een veel effectiever, veiliger en goedkoper medicijn beschikbaar. ‘De meeste van die medicijnen zijn niet effectief, dus nutteloos, en ze veroorzaken afschuwelijke bijwerkingen,’ zegt Dach. ‘De middelen die tegenwoordig bij psychose worden gebruikt, zoals Haldol, Risperdal, Seroquel en Zyprexa, kunnen als chemische lobotomie (een lobotomie is een hersenoperatie die vroeger in de psychiatrie werd gebruikt) of chemische dwangbuis werken voor gevaarlijke gekken, maar ze zijn ongeschikt voor kinderen en andere slachtoffers van het medische systeem die de vergissing maakten om hulp te vragen voor hun stemmingsstoornissen of andere emotionele problemen.’ Op openbare forums over bipolaire stoornis zijn honderden getuigenissen te vinden van voorstanders van behandeling met lithium. Want behalve de voordelen ervan voor de geestelijke gezondheid, heeft klinisch onderzoek laten zien dat lithium goede en snelle pijnverlichting geeft bij patiënten met fibromyalgie,2 heel effectief is bij traumatisch hersenletsel (dat wil zeggen door een oorzaak buiten het lichaam),3 de achteruitgang tegengaat van zenuwweefsel, zoals bij een beroerte,4 en de ziekte van Alzheimer kan vertragen en misschien zelfs kan voorkomen.5 Lithium blijkt ook verbazingwekkend effectief bij clusterhoofdpijn.6 Ward Dean, de auteur van The Unique Safe Mineral with Multiple Uses toont aan dat lithium ook met succes is gebruikt om lage aantallen witte bloedcellen te verhogen, en dat het een positieve rol kan spelen bij de behandeling van migraine, alcoholisme en leveraandoeningen. ‘Elke keer dat ik op het werk het woord “lithium” noemde, keken de mensen moeilijk, ze trokken hun neus op en maakten zich uit de voeten,’ vertelt Dach. ‘Waarom? Omdat de meeste mensen lithium associëren met psychiatrische aandoeningen en met de nare bijwerkingen van lithiumcarbonaat, dat meestal wordt gebruikt voor bipolaire stoornis. En dát is de oorzaak van het grote misverstand.’ VERSCHILLENDE VORMEN VAN LITHIUM Lithium is een zacht, zilverwit metaal, dat hoort bij de groep van de alkalimetalen, die weer te rangschikken zijn onder de mineralen. Het gaat gemakkelijk een verbinding aan met sommige andere elementen en dan ontstaat er bijvoorbeeld lithiumzout, zoals lithiumcar-
bonaat, lithiumorotaat (lithium gebonden aan orootzuur: een verbinding die in de hersenen van de mens wordt gemaakt), lithiumaspartaat en lithiumnitride. Het element lithium komt van nature voor in de bodem, in zeewater, en in zeer kleine hoeveelheden in de meeste planten en dieren. Dat lithium effectief is bij de behandeling van stemmingsstoornissen werd in 1948 ontdekt door John Cade, een Australische psychiater. Omdat het een enorm kalmerende werking heeft op bipolaire patiënten kwam hij zelfs met de theorie dat deze psychische stoornis veroorzaakt zou kunnen zijn door een tekort aan lithium. Cade concentreerde zijn onderzoek op het gebruik van lithiumcarbonaat, en het zou nog jaren duren voordat er een standaardprotocol was ontwikkeld dat voorschrijft dat de lithiumgehaltes in het bloed regelmatig moeten worden gecontroleerd. In die experimentele fase veroorzaakte het langdurige gebruik van hoge doses lithiumcarbonaat voor bipolaire stoornis soms vergiftiging en nierfalen. Soms overleden patiënten zelfs hieraan. Als gevolg hiervan werd deze verbinding in veel kringen als verdacht beschouwd. Tot 1970 was lithiumcarbonaat zelfs verboden in de VS. Het hielp ook niet echt dat lithium een goedkope, natuurlijk voorkomende stof is, zodat farmaceutische bedrijven er geen patent op konden aanvragen om het voor commerciële doeleinden te gebruiken. Niemand kon echter ontkennen dat lithium effectief is bij wat vroeger ‘manische depressie’ werd genoemd. Uiteindelijk werd lithiumcarbonaat, met de juiste controles en bloedonderzoeken, de gouden standaard voor de behandeling van bipolaire stoornis. Er zijn tot op heden honderden klinische onderzoeken met lithium uitgevoerd, waarvan de meeste gericht waren op het gebruik van lithiumcarbonaat. Hoewel lithium altijd lithium blijft, in welke verbinding ook, hebben maar heel weinig laboratoria de effectiviteit van andere lithiumverbindingen onderzocht – tenminste, tot aan de jaren zeventig van de twintigste eeuw, want toen besloot de Duitse alternatieve geneeskundige Hans Nieper om dat wel te doen. ‘Nieper experimenteerde met het gebruik van lithium verbonden aan acetaat of orotaat,’vertelt Jonathan Wright, medisch directeur van een kliniek in Seattle.‘Het blijkt dat deze lithiumverbindingen de lichaamscellen kunnen binnengaan, zodat lithium ook intracellulair aanwezig is. Bij lithiumcarbonaat is dat anders: dat blijft bijna volledig buiten de cellen – want de carbonaatverbinding kan moeilijk door de celwand heendringen en wordt slechter door het lichaam opgenomen.’ Lithiumorotaat wordt ook langzamer door het lichaam uitgescheiden dan de carbonaatverbinding, wat zowel voor- als nadelen heeft. Peter Smith, een holistisch gezondheidsadviseur en voedingstherapeut uit Londen, legt uit: ‘Het is goed om een stof te hebben die langzaam wordt uitgescheiden, omdat de dosis dan mooi evenredig over de dag wordt verdeeld. Maar als je een overdosis neemt, is het wel moeilijker om die kwijt te raken.’ Het sleutelwoord is hier ‘overdosis’. Gelukkig
13
14
MEDISCH DOSSIER | SEPTEMBER 2017
|||ALTERNATIEVEN|||
Hoe lithium de hersenen beschermt
De uitzonderlijke effecten van lithium op het brein hebben vooral te maken met het feit dat dit metaal het afsterven van bepaalde hersencellen vertraagt, terwijl het de activering van andere cellen juist stimuleert. Lithium zorgt voor een toename van het herseneiwit bcl2, waarvan is aangetoond dat het de natuurlijke celdood van zenuwcellen in de hersenen onderdrukt, zowel bij ratten als bij mensen. Lithium zorgt er ook voor dat axonen sneller aangroeien. Axonen zijn de lange, dunne uitlopers van zenuwcellen die elektrische impulsen door het centrale zenuwstelsel geleiden om informatie aan andere cellen door te geven. Tegelijkertijd remt lithium het enzym GSK3B, dat verband houdt met een grotere kans op bipolaire stoornis en met de afbraak van zenuwcellen, zoals bij de ziekte van Alzheimer.1 Uit klinisch onderzoek blijkt dat langdurig gebruik van lithium niet alleen de verdere achteruitgang vertraagt van de cognitieve vermogens bij mensen met MCI (mild cognitive impairment: een cognitieve stoornis die soms een voorstadium is van dementie), maar het draagt ook bij aan de vorming van BDNF, een stof die de groei van zenuwcellen bevordert.2 ‘BDNF (brain-derived neurotrophic factor) is een eiwit dat in de hersenen wordt gevormd,’ zegt Smith. ‘Sommige mensen noemen het “wondervoeding voor de hersenen”. Het komt erop neer dat deze stof de groei stimuleert van dendrieten, dat zijn de vertakte uitsteeksels aan het eind van de zenuwcellen. Het volume van de hersenen (de grijze substantie, die bestaat uit zenuwcellen met hun communicerende vertakkingen) neemt voornamelijk toe omdat lithium de hoeveelheid BDNF verhoogt, de stof die de groei van hersenverbindingen stimuleert.’ 1 ACS Chem Neurosci, 2014; 5: 443–50 2 Drugs Aging, 2012; 29: 335–42
hoeven patiënten niet zoveel lithiumorotaat als lithiumcarbonaat in te nemen om hetzelfde resultaat te bereiken, aangezien de orotaatverbinding gemakkelijker door het lichaam wordt opgenomen en langer aanwezig blijft. Dit betekent dat de kans op een giftige overdosis bij lithiumorotaat aanzienlijk kleiner is. In de psychiatrie is de aanbevolen standaarddosis lithiumcarbonaat bij bipolaire stoornis 900 tot 1200 mg per dag. Maar volgens Smith bestaat lithiumcarbonaat maar voor 18,8 procent uit lithium; de rest is carbonaat. De standaarddosis van lithium zelf varieert dus tussen 170 mg en 225 mg per dag: een dosering die in het hele vakgebied als veilig en aanvaardbaar wordt beschouwd voor de langdurige behandeling van bipolaire stoornis. Smith daarentegen schrijft slechts 30 mg lithiumorotaat per dag voor om de hersenen gezond te houden, en maximaal 120 tot 240 mg per dag voor de behandeling van bipolaire stoornis. Omdat lithiumorotaat ongeveer 4 procent lithium bevat en de rest orotaat is, komen deze doseringen overeen met ongeveer 1 mg lithium voor algemene doeleinden, en ongeveer 5 tot 9 mg lithium per dag voor de behandeling van bipolaire stoornis (vergeleken met de hiervoor
genoemde 170 tot 225 mg bij lithiumcarbonaat). Zulke lage doses betekenen dat de kans op bijwerkingen veel kleiner is, terwijl het middel toch effectief is. OVER ANGSTIGE GEVOELENS HEENSTAPPEN Smith kwam voor het eerst lithiumorotaat tegen toen hij op zoek was naar een behandeling voor zijn eigen bipolaire stoornis. Hij hoorde al jaren verhalen over mensen die langdurig hoge doses lithiumcarbonaat kregen voorgeschreven en vervolgens kampten met vergiftigingsproblemen. Ondanks zijn opleiding en beroep was hij ervan overtuigd dat lithium – in welke vorm dan ook – een giftige stof was die je koste wat het kost moest vermijden. Maar toen begon hij de klinische onderzoeken te bestuderen. ‘Het eerste wat ik ontdekte, is dat lithium heel goed helpt bij mensen met PTSS (posttraumatische stressstoornis),’ zegt hij. ‘Veel antidepressiva verhogen het risico op zelfdoding. Maar lithium is juist een medicijn waarvan bekend is dat het de kans op zelfdoding verlaagt. Zoals bekend komen zelfmoordgedachten vaak voor bij getraumatiseerde oorlogsveteranen en andere mensen met een ernstig trauma. En deze mensen maken ook vaker dan gemiddeld een einde aan hun leven.’ Het volgende dat Smith ontdekte, was dat lithium heel goed werkt om na een beroerte of ander hersenletsel het herstel te versnellen. ‘Het ondersteunt de groei van nieuwe grijze stof in de hersenen,’ zegt hij. ‘Het werkt ontstekingsremmend. Het stimuleert de vorming van nieuwe verbindingen in de hersenen, vergroot het hersenvolume, verbetert de stofwisseling, en geeft aan de frontale hersenkwab DHA af (een omega 3-vetzuur dat belangrijk is voor de structuur van onze hersenen). Hij las ook over het werk van Hans Nieper. Smith was enigszins gerustgesteld dat hij lithium, in de vorm van orotaat, in lage doses kon innemen. Hij begon zichzelf te behandelen en merkte direct een verbetering in zijn slaappatroon. Hij verhoogde de dosis geleidelijk, totdat hij 170 mg per dag innam. In de afgelopen vijf jaar heeft hij zijn bipolaire stoornis volledig onder controle kunnen houden met lithiumorotaat, met veel lagere doses dan nodig zijn bij het veel vaker voorgeschreven lithiumcarbonaat. Hij ontdekte ook dat vergiftigingsverschijnselen van lithium, zoals trillen en vaak overgeven, volledig kunnen verdwijnen door de hoeveelheid essentiële vetzuren in de voeding te verhogen. Deze oplossing is ook door Wright genoemd. ‘Visolie werkt het beste voor dit doel, maar als mensen vegetariër of veganist zijn schrijf ik een paar eetlepels lijnzaadolie voor’ zegt hij, ‘dan zijn de vergiftigingsverschijnselen van lithiumcarbonaat binnen drie tot vier weken verdwenen, zonder de lithiumdosering te veranderen.’ Nu Smith er volledig van overtuigd is dat lithiumorotaat veilig is, beveelt hij het gebruik ook aan veel van zijn patiënten aan.
MEDISCH DOSSIER | SEPTEMBER 2017
‘Nog steeds zie ik mensen die faliekant tegen het innemen van lithium zijn, zelfs in microdoses, omdat zij net zo over lithium denken als over lood en kwik: dat het heel giftig is en geen enkel voordeel oplevert. Terwijl lithium, in een goede dosering, juist ongelooflijk gezond is voor de hersenen. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is het een essentiële voedingsstof. Het is een van de beste remedies voor verschillende aandoeningen.’ Het is bovendien aangetoond dat zelfs de kleine hoeveelheden lithium die in het drinkwater aanwezig zijn, gunstig zijn voor de (geestelijke) gezondheid. Uit een onderzoek, dat in 1990 in 27 gemeenten in Texas is gehouden, bleek dat in de gemeenten waarin er van nature kleine hoeveelheden lithium in het drinkwater voorkwamen de suïcidecijfers ‘statistisch significant’ lager zijn dan in de onderzochte gemeenten waarin bijna of helemaal niets van dit metaal in het drinkwater zat.7 Uit een soortgelijk onderzoek in Japan bleek dat de hoeveelheden lithium in het drinkwater omgekeerd evenredig waren met de suïcidecijfers van mensen met stemmingswisselingen.8 Deze resultaten werden ook in Oostenrijk gevonden.9 ‘In Japan heeft men ontdekt dat mensen langer leefden naarmate er meer lithium in het water zat,’ zegt Wright. ‘Hoe minder lithium in het water, hoe lager de levensverwachting.’ Lithium kan er dus voor zorgen dat we langer leven. Dat klinkt logisch wanneer je bedenkt dat dit metaal de vorming van nieuwe hersencellen bevordert. Het verbetert ook de kwaliteit van mitochondriën: dat zijn de energiecentrales in elke cel, die zuurstof en voedingsstoffen omzetten in ATP (Adenosinetrifosfaat), de stof die energie aan het lichaam levert. Beide werkingen zijn recepten om langer te leven. Medisch directeur Jeffrey Dach wijst erop dat lithium onder andere zo goed werkt bij bipolaire stoornis, doordat het juist een gunstige invloed heeft op de aanmaak van hersencellen die belangrijk zijn voor een gezond brein. ‘Een van de verrassende vondsten bij bipolaire stoornis, die onlangs zichtbaar gemaakt is met een nieuwe MRItechniek, is dat het aantal zenuwcellen in de hippocampus en het volume van de hersenen kleiner worden,’ zegt hij. ‘Dat is aangetoond in een muizenmodel, dat wil zeggen in genetisch veranderde muizen met in dit geval een bipolaire stoornis, waarin GSK3B (een enzym dat de afbraak van zenuwen bevordert) in grotere hoeveelheden voorkomt. Deze muizen vertonen manisch gedrag en hebben een kleiner hersenvolume, maar dat werd hersteld door behandeling met lithium. ‘De ontdekking dat mensen met bipolaire stoornis en andere stemmingsstoornissen zenuwcellen hebben verloren, was aanleiding voor een heel nieuwe theorie over stemmingsstoornissen als gevolg van veranderingen in de hersenen,’ zegt Dach. Zowel Smith, Wright als hijzelf schrijven lage doses lithium voor aan mensen zónder (psychiatri-
sche) problemen, vanwege de beschermende eigenschappen voor de hersenen. ‘Als er diabetes type 2 of alcoholisme in de familie voorkomt, adviseer ik om rond de leeftijd van twintig jaar al te beginnen met het innemen van lage doses lithiumorotaat (5 tot 20 mg per dag)’ zegt Wright. ‘In andere gevallen zouden de meeste mensen het later kunnen gaan slikken, bijvoorbeeld vanaf veertig jaar.’ Over alcohol gesproken: het is klinisch aangetoond dat lithiumorotaat werkt bij de behandeling van alcoholisme. In een in 1986 gehouden studie naar lithium, waarbij 36 patiënten betrokken waren die ten minste eenmaal in hun leven in een ziekenhuis waren opgenomen voor een ziekte in verband met alcoholmisbruik, bleven tien van hen met behulp van lithium drie tot tien jaar geheelonthouder, voor dertien van hen gold dat maximaal drie jaar, terwijl de overigen
Behandeling van alcoholisme met lithium Veel artsen zoals Wright hebben de voordelen van lithium ontdekt. Het helpt niet alleen bij de behandeling van psychische ziekten en alcoholverslaving, maar het kan ook geweldsuitbarstingen voorkomen. Het helpt zelfs bij relatieproblemen. Tracy, een jonge vrouw van 21, bezocht Wright een keer om te vragen of ze een recept kon krijgen voor een lage dosis lithium (5 tot 20 mg per dag). Wright had haar als tiener gezien en had haar ouders, beiden verslaafd aan alcohol, met succes met lage doses lithium behandeld. Tijdens het consult bedankte ze Wright. Ze vertelde hem: ‘Mijn vader gaat niet meer door het lint en slaat mijn moeder niet meer in elkaar. Hij wordt nog weleens boos, maar lang niet zo erg als vroeger. Hij heeft geen woedeaanvallen meer. En mijn moeder heeft veel minder last van depressies. En ze drinken allebei niet meer zoveel.’ Tracy wilde zelf ook aan de lithium. Toen Wright haar vroeg waarom, antwoordde ze: ‘Ik heb gezien wat het voor mijn ouders heeft gedaan. Zij hebben toch hun genen aan mij doorgegeven?’ Tien maanden later kwam Tracy terug voor controle. Ze leek wel een ander mens: ze kleedde zich anders en zat duidelijk beter in haar vel. ‘Ik wilde u laten zien wat lithium voor me gedaan heeft,’ zei ze. ‘Ik heb zelfs een nieuwe vriend!’ Dat was opmerkelijk voor Tracy, want ze had sinds de middelbare school geen vriendje meer gehad. En haar relaties destijds hielden niet langer dan een paar maanden stand. ‘Ik heb nu al zes maanden verkering, ik word op meer feestjes uitgenodigd en mensen willen weten wat ik doe om er zo goed uit te zien. Lithium heeft me echt geholpen!’
15
16 16
MEDISCH DOSSIER | SEPTEMBER 2017
|||ALTERNATIEVEN|||
na zes tot twaalf maanden terugvielen in alcoholgebruik.10 Wright heeft zelf met succes probleemdrinkers met lithium behandeld (zie het kader op pagina 15). Deze klinische ervaring wordt ondersteund door een onderzoek van een medisch centrum voor oorlogsveteranen in Colorado, waarin een kleine groep onlangs afgekickte veteranen ofwel lage doses lithiumcarbonaat kregen, of een placebo. De veteranen werden daarna een jaar gevolgd, waarna er bij degenen die lithium hadden gekregen duidelijk minder terugval was.11 Wright voegt hieraan toe: ‘En wanneer artsen aan de gezinnen van de veteranen in de lithiumgroep vroegen welk verschil ze tijdens de behandeling in het gedrag van hun man of vader hadden gezien, kregen ze dezelfde antwoorden als ik krijg van familieleden van alcoholisten die ik met lithium behandel: minder huiselijk geweld, minder boosheid, minder drinken en minder somberheid.’
BRONNEN Dr Jeffrey Dach: www.jeffreydachmd.com Peter Smith, voedingstherapeut, Hale Clinic, London, VK: www.petersmithuk.com; www.balancingbrainchemistry. co.uk Dr Jonathan Wright: www.tahomaclinic.com; www.infowars.com/is-lithiumorotate-good-or-bad-for-you/ LITHIUM KOPEN Lithiumorotaat is online verkrijgbaar.
1 JAMA Psychiatry, 2016; 73: 630–7 2 CMAJ, 1990; 143: 902–4 3 ACS Chem Neurosci, 2014; 5:
422–33 4 J Neurotrauma, 2012; 29: 362–74 5 Drugs Aging, 2012; 29: 335–42 6 J Neurol, 1980; 224: 1–8 7 Biol Trace Elem Res, 1990; 25: 105–13 8 Br J Psychiatry, 2009; 194: 464–5 9 Br J Psychiatry, 2011; 198: 346–50 10 Alcohol, 1986; 3: 97–100 11 Alcohol Clin Exp Res, 1991; 15: 978–81
Lithium bij fibromyalgie: drie gevallen Naast alle andere toepassingen lijkt lithium ook te helpen bij fibromyalgie: een aandoening met chronische pijn in spieren, gewrichten en botten, en vermoeidheid. Het allereerste artikel over deze toepassing van lithium, geschreven door de Canadese huisarts Murray Tyber, werd gepubliceerd in de Canadian Medical Association Journal (1990; 143:902 4). In dit artikel werden drie gevallen beschreven waarin fybromyalgiepatiënten een directe en duidelijke en blijvende vermindering van hun pijn en stijfheid ondervonden, als ze lithium toevoegden aan hun behandeling met tricyclische antidepressiva. Twee patiënten hadden voor het eerst sinds ze de zojuist genoemde klachten hadden gekregen pijnvrije dagen-, en de derde had tot achttien maanden na de behandeling slechts ‘minimale pijn’.
Geval 1
Geval 2
Geval 3
Een vrouw van 48 die al 22 jaar last had van terugkerende depressies, leed ook al drie jaar aan polymyalgie (spierpijn en -stijfheid) en polyartralgie (pijn in meerdere gewrichten). Toen Tyber haar zag, gebruikte ze amitriptyline (een antidepressivum) en indomethacine (een niet-steroïdale ontstekingsremmer, of NSAID), maar die hielpen niet om haar pijn te verlichten. Nadat ze was gestopt met indomethacine en in plaats daarvan viermaal daags 300 mg lithiumcarbonaat nam, waren haar pijn en stijfheid na drie maanden enorm verminderd, en gedurende de behandeling met lithium werd haar depressie steeds minder. De verbetering van de pijn en stijfheid hield nadat de behandeling met lithium was beëindigd, nog achttien maanden aan.
Een vrouw van 49 die al dertien jaar last had van pijn in haar nek en rug, was driemaal opgenomen geweest voor psychiatrische behandeling (vanwege ‘buitensporige bewegingsdrang en vertelbehoefte, en theatraal gedrag’). Ze kreeg trimipramine (een antidepressivum/antipsychoticum) en diazepam (voor angst en paniekaanvallen) voorgeschreven. Een jaar nadat ze met lithiumcarbonaat startte (eerst tweemaal daags, daarna viermaal daags 300 mg) in plaats van diazepam, had ze minder problemen met haar gewrichten, veel minder pijn, en al haar onrust was verdwenen.
Een vrouw van 56 die al drie jaar last had van pijn en stijfheid in spieren en gewrichten, gebruikte amitriptyline (een antidepressivum), timolol (een bètablokker) en clonazepam (tegen toevallen en angst). Ze had ook viermaal een injectie met corticosteroïden in haar ruggenmerg gehad, maar dat had niet tegen haar lage rugpijn geholpen. Nadat lithiumcarbonaat, driemaal per dag 300 mg, aan haar medicatie was toegevoegd, voelde ze ‘nagenoeg volledige pijnverlichting’, maar de bijwerking was ‘onaanvaardbaar trillen’. Toen de dosis lithium werd teruggebracht naar tweemaal daags, verdween het trillen, maar kwamen haar pijn en stijfheid enigszins terug. Omdat lithium een van de belangrijke enzymen blokkeert die het lichaam helpen om essentiële vetzuren om te zetten, hebben artsen zoals Jonathan Wright en Peter Smith ontdekt dat verschijnselen van lithiumvergiftiging, zoals trillen en veelvuldig overgeven, volledig kunnen worden tegengegaan door de hoeveelheden essentiële omega 3-vetzuren en omega 6-vetzuren in de voeding te verhogen (zie hoofdtekst).
|||GEZONDE|VOEDING|| ||||DOOR:|BRYAN|HUBBARD|
MEDISCH DOSSIER | SEPTEMBER 2017
D
DE OORLOG OVER VETTEN Het is het suiker uit koolhydraten – niet het vet uit vlees – dat hart- en vaatziekten veroorzaakt. Dokters zijn het daar nu eindelijk over eens aan het worden.
e officiële leer over gezond eten, zoals die sinds de jaren zeventig wordt verkondigd, is broodnodig aan een revisie toe. De verzadigde vetten die we eten – voornamelijk uit vlees, boter en kaas – zijn toch niet dé oorzaak van onze verstopte vaten; de echte boosdoener is suiker. Nieuw onderzoek toont aan dat overgewicht, diabetes en verstopte vaten allemaal te maken hebben met een overproductie van insuline. Dit hormoon zorgt er namelijk niet alleen voor dat glucose wordt opgenomen als brandstof in de lichaamscellen, maar ook dat een overschot aan glucose wordt opgeslagen in het vetweefsel. Dat is de reden dat insuline ook weleens het ‘‘vetopslaghormoon’’ wordt genoemd. Dus hoe meer koolhydraten we eten, hoe meer insuline er wordt geproduceerd en hoe groter de vetopslag is. Maar wanneer we te veel koolhydraten eten die ook nog toegevoegde suikers bevatten – zoals in koekjes en toetjes, kan een overproductie van insuline ook tot insulineresistentie leiden, een proces dat resulteert in diabetes en dichtgeslibde vaten. Desondanks was het de “verzadigde-vetten-theorie” die leidde tot de vetarme dieetindustrie, die ditmaal veel suiker in voedingsmiddelen stopte om ze alsnog smakelijk te maken. Dokters beginnen nu pas te accepteren dat een vetarm dieet gebaseerd is op ondeugdelijk onderzoek. Maar in de afgelopen decennia hebben gezondheidsadviseurs telkens weer verkondigd dat we minder verzadigde vetten moeten eten, en tegenwoordig wordt ons verteld dat maximaal 10 procent van onze dagelijkse calorie-inname uit verzadigd vet mag bestaan. Hoewel het er nu op lijkt dat dit advies fout is, zal die verouderde theorie niet zonder strijd overboord worden gegooid. Twee dokters, een in Zuid-Afrika en de ander in Australië, zijn aangeklaagd vanwege hun pleidooi voor een vetrijk dieet. Een van hen zal zich zelfs moeten verdedigen tegen de aanklacht dat hij door zijn dieetadviezen de diabetes van een van zijn patiënten ‘heeft doen verslechteren’. EEN KEERPUNT Afgelopen december weigerde het Britisch Medical Journal een kritisch artikel in de prullenbak te gooien
17
18
MEDISCH DOSSIER | SEPTEMBER 2017
|||GEZONDE|VOEDING|||
‘De verzadigde vetten die we eten – voornamelijk uit vlees, boter en kaas – zijn niet de oorzaak van onze verstopte vaten; de echte boosdoener is suiker’
over voedingsrichtlijnen van de Amerikaanse overheid, de zogeheten Dietery Guidelines for Americans (DGA). Volgens die richtlijnen zou een vetarm dieet met een hoog koolhydraatgehalte het allerbeste zijn om hart- en vaatziekten te voorkomen. De Amerikaanse belangengroep Centrum voor Wetenschap voor het Algemeen Belang (CSPI) wilde publicatie van het artikel voorkomen, maar twee onafhankelijke deskundigen waren het eens met de conclusie van dit artikel dat het comité achter deze richtlijnen, het Dietary Guidelines Advisory Committee (DGAC), de tegenstrijdige bewijzen voor het vetarme dieet had genegeerd. Erger nog, de twee
Ken uw vetten en koolhydraten De vetten ONVERZADIGDE VETTEN. Deze ‘goede’ vetten komen in twee soorten voor: enkelvoudig onverzadigde vetten – aanwezig in bijvoorbeeld olijfolie, noten, zaden en avocado’s – en meervoudig onverzadigde vetten – te vinden in zonnebloemolie, walnoten, lijnzaad en vis. Een belangrijk meervoudig onverzadigd vet is omega3 uit vette vis, lijnzaad en walnoten. VERZADIGDE VETTEN. Deze zitten in vlees en zuivelproducten, zoals kaas en melk, maar ook in kokosnoten en kokosolie. Ze zijn overvloedig aanwezig in koekjes en in hamburgers, pizza’s en ander fastfood. TRANSVETTEN. Deze worden gecreëerd door een proces genaamd ‘hydrogeneren’, waarbij waterstof wordt toegevoegd aan vloeibare plantaardige oliën om deze te laten stollen bij kamertemperatuur – denk aan margarine en frituurvet. Gedeeltelijk gehydrogeneerde oliën worden vaak gebruikt door restaurants en de voedselindustrie voor het bakken en frituren van gerechten. Transvetten komen van nature in kleine hoeveelheden voor in rundvlees en zuivelvet.
De koolhydraten Koolhydraten bestaan uit suikers, zetmeel en/of vezels. Suikers en zetmeel worden in het lichaam omgezet in de energiebron glucose (bloedsuiker), die het lichaam op gang houdt. Er zijn twee soorten koolhydraten: enkelvoudige en complexe. ENKELVOUDIGE KOOLHYDRATEN bestaan uit één suiker (monosacharide) of twee suikers (disacharide). Fructose (in fruit) en galactose (in zuivel) behoren tot de monosachariden. Sucrose (tafelsuiker), lactose (in zuivel) en maltose (in bier en sommige groenten) zijn disachariden. COMPLEXE KOOLHYDRATEN, of polysachariden, bevatten drie of meer suikers en komen voor in zetmeelrijke voedingsmiddelen, zoals bonen, erwten, tomaten, mais, pastinaak, volkorenbrood en granen. Enkelvoudige koolhydraten geven een energieboost en kunnen een piek in de bloedsuikerspiegel veroorzaken, terwijl complexe koolhydraten zorgen voor een meer constante bloedsuikerspiegel en voor langdurige energie.
ingeschakelde deskundigen – Mark Hefand van de Gezondheids- en Wetenschapsuniversiteit van Oregon en Lisa Bero van de Universiteit van Sydney – betoogden dat de pleitbezorgers van het vetarme dieet niet het belang van de consument voor ogen hebben. Met andere woorden, deze onderzoekers worden gefinancierd door de voedselindustrie, die veel geld verdient met vetarme producten. NEGEREN VAN DE BEWIJZEN Het gepubliceerde ongewijzigde artikel, geschreven door onderzoeksjournalist Nina Teicholz, kwam hard aan. Teicholz, auteur van het boek The Big Fat Surprise (Simon & Schuster, 2014) had van het British Medical Journal de opdracht gekregen om naar de wetenschap achter de nieuwe voedselrichtlijnen van het Dietary Guidelines Advisory Committee te kijken, in 2015 gepubliceerd. (De richtlijnen van dit comité worden elke vijf jaar geüpdatet.)1 Hun meest recente aanbeveling is dat we maar 10 procent van onze calorieën zouden moeten opnemen uit verzadigde vetten in vlees en zuivel, en dat we een van de volgende drie gezonde diëten moeten volgen: het gezonde vegetarische dieet; het gezonde mediterrane dieet of het gezonde Amerikaanse dieet. Maar Teicholz beargumenteert dat het Amerikaanse comité de recente bewijzen dat de vetarme-theorie niet deugt, heeft genegeerd, óf te veel waarde heeft gehecht aan andere studies. De aanbevelingen voor de drie diëten waren gebaseerd op slechts enkele onderzoeken die alleen gedeeltelijk de bewering ondersteunen dat deze diëten tot een betere gezondheid kunnen leiden Enkele dagen na het verschijnen van het bewuste artikel in het Britisch Medical Journal – het artikel werd door de Zuid-Afrikaanse voedselexpert professor Tim Noakes geprezen als ‘een keerpunt’ – vroeg een groep van ruim tweehonderd Canadese dokters via een open brief aan hun overheid om het advies om vetarm te eten kritisch te bekijken. Zij duiden aan dat sinds het vetarme dieet wordt gepromoot, vanaf de jaren zeventig, de percentages van obesitas, diabetes en hartziekten enorm verhoogd zijn. Deze tweehon-
MEDISCH DOSSIER | SEPTEMBER 2017
derd dokters beargumenteren dat het vetarme dieet de risicofactoren voor hart- en vaatziekten juist heeft vergroot en dat dokters en voedingsdeskundigen de vrijheid zouden moeten hebben om andere diëten te adviseren, zoals een koolhydraatarm dieet voor mensen met diabetes en hart- en vaatziekten. Deze artsen vonden weerklank bij Amerikaanse en Britse non-profit voedingvoorlichting organisaties, die ook vragen om een openbare discussie over de nadelen van het vetarme dieet. Zulke oproepen voor een grotere vrijheid van meningsuiting – en vrijheid van behandeling – zijn een steun voor de twee dokters die voor een hoorzitting waren opgeroepen omdat ze een vetrijk dieet aan hun patiënten hadden voorgeschreven. De eerste is Gary Fettke, een orthopedisch chirurg uit Tasmanië. Het Australische Bureau voor de Regulering van Geneeskunde (AHPRA) verbood hem afgelopen november om dit dieet ooit nog aan te raden. Hij mag er zelfs niet eens meer over praten. De zaak tegen de tweede arts, de al eerder in dit artikel genoemde professor Tim Noakes, een gerenommeerde voedseldeskundige uit Zuid-Afrika, loopt nog. Chirurg Fettke kreeg vlak na de uitspraak te maken met een nieuwe beschuldiging. De diabetes van een patiënt van hem zou zijn ontstaan doordat Fettke de persoon in kwestie een vetrijk dieet heeft aangeraden. De klacht werd ingediend door een diëtist, die beweert dat Fettke als chirurg niet gekwalificeerd is om een voedingsdieet aan te bevelen. HET BESTE DIEET Fettke, die zijn beroep uitoefent in het universitair-medisch-centrum in Tasmanië en colleges geeft aan de universiteit aldaar, vertelt in zijn getuigenis aan de AHPRA: ‘Mijn patiënten liggen in het ziekenhuis met geamputeerde ledematen vanwege rottend vlees. En dat heeft denk ik te maken met hun obesitas en de adviezen die zij overal kregen om vetarm te eten.’ Ook zei hij dat de voordelen van een vetarm dieet niet bewezen zijn, en dat dit dieet alleen maar in het belang is van de voedselindustrie. Tim Noakes moest zijn koolhydraatarme en vetrijke methode (LCHF) verdedigen tegenover de Raad van Gezondheidszorgberoepen van Zuid-
De geboorte van een theorie Het idee dat hartziekten veroorzaakt worden door verzadigde vetten werd gepromoot door Ancel Keys, een onderzoeker aan de Universiteit van Minnesota. Nadat Keys in 1970 zijn befaamde Seven Countries Study publiceerde, waarin gesuggereerd wordt dat volkeren die minder vet eten ook minder risico op hart- en vaatziekten lopen, begon deze theorie veranderingen teweeg te brengen in de volksgezondheid.1 Ongeveer op hetzelfde moment beargumenteerde Prof. John Yudkin van het Queen Elizabeth College in Londen dat suiker de echte boosdoener is, maar deze theorie werd toentertijd grotendeels genegeerd, om vervolgens in de afgelopen paar jaar herontdekt te worden. In 1977 raadde het Amerikaanse Comité van Voeding en Menselijke Behoeften een nieuw, gezond dieet aan bestaande uit 60 procent koolhydraten en 40 procent vet, om zo de kans op hart- en vaatziekten, kanker en beroertes te verminderen. Het bewijs voor dit dieet was echter zwak, wat Philip Handler, toentertijd president van de Amerikaanse Nationale Wetenschapsacademie ertoe bewoog om het te beschrijven als een ‘grootschalig voedingsexperiment’. Niet lang nadat de nieuwe voedselpiramide het licht zag met koolhydraten als de basis, groeide het aantal gevallen van obesitas dramatisch.2 Nog zorgwekkender was dat het aantal gevallen van diabetes – een voorloper van hart- en vaatziekten –fors begon te groeien. Vandaag zijn hart- en vaatziekten de grootste doodsoorzaak in het Westen. Dit is omdat obesitas en hart- en vaatziekten niets te maken hebben met de verzadigde vetten die we eten, maar veroorzaakt worden door de grote hoeveelheden insuline die ons lichaam moet aanmaken om de bloedsuikerspiegel op peil te houden, zegt Osama Hamdy, een diabetoloog aan de Medische School van Harvard.3 Die hoge levels insuline vergroten de kans op insulineresistentie. Als gevolg hiervan maakt het lichaam nog meer insuline aan en het uiteindelijke resultaat is atherosclerose, of verharding van de slagaders. Zoals Hamdy beargumenteert: totdat de vettheorie aandacht kreeg, werd diabetes altijd gezien als een ziekte die met koolhydraten te maken heeft en behandeld met een koolhydraatarm dieet. Elliot P. Joslin heeft zijn patiënten die leden aan diabetes type 2 succesvol behandeld – met een dieet van slechts 2 procent koolhydraten en 75 procent vet. 1 Circulation, 1970; 41 (4 Suppl): I186–95 2 JAMA, 2004; 291: 2847–50 3 US Endocrinology, 2014; 10: 103–4
Afrika (HPCSA), nadat hij beschuldigd was van het geven van een verkeerd dieetadvies via Twitter aan een jonge moeder die hem gevraagd had hoe ze haar baby moest voeden. In de bewuste tweet raadt Noakes, professor aan de Universiteit van Kaapstad, haar aan haar kind te voeden met de ‘echte’ voedingsmiddelen van het LCHF-dieet. De HPCSA-hoorzitting werd gehouden omdat diëtiste Claire Julsing Strydom, voormalig president van de Zuid-Afrikaanse Associatie voor Diëtisten, een klacht over Noakes indiende. Deze hoorzitting is uitgeroepen tot de ‘voedingsrechtzaak van de eeuw’ en de ‘Banting voor Baby’s’ rechtszaak. Die laatste term verwijst naar William Banting, een Britse begrafenisondernemer die negentien kilo afviel nadat hij suiker, zetmeel en bier in de ban had gedaan. Banting, overle-
den in 1878, was tevens auteur van het eerste bestverkochte dieetboek. Hoewel de uitspraak van de hoorzitting van Noakes pas in april 2017 is, vrezen sceptici dat deze rechtszaak niets meer is dan een schijnproces. Dit idee wordt versterkt door de aankondiging van de HPCSA, afgelopen oktober, dat Noakes al schuldig is bevonden aan onprofessioneel gedrag, ook al trok de raad die mededeling binnen twee uur alweer in. Noakes poneerde in de hoorzitting dat het advies dat hij aan de moeder gegeven had noch ongebruikelijk noch gevaarlijk is. ‘Kijk maar naar onze voorouders,’ zei hij. ‘Zij aten volop verzadigde vetten, terwijl in hun tijd diabetes en hart- en vaatziekten nog niet de epidemieën waren die het vandaag de dag wel zijn.’ 1 BMJ, 2015; 351: h4962
19
Manuka Health; meetbaar de beste Manuka Honing, uniek uit Nieuw Zeeland www.manukahoning.nl Benelux Importeur & Distributeur Star Remedies B.V. T. +31 (0) 20 659 3228 / E. info@starremedies.nl
Given by Nature, Proven by Science.