JAARGANG 19 N O8 OKTOBER 2017
Nierkanker Raw en vegan leven
Los nummer E 7,50
Cholesterol
Helpen de medicijnen?
Vaccineren De bijwerkingen
Leven zonder angst Geen psychische aandoening maar een vitaminetekort
|||INHOUD|||
2
MEDISCH DOSSIER | OKTOBER 2017
4
|||COLOFON|||
12 OVER MEDISCH DOSSIER Medisch Dossier is de Nederlandse vertaling en bewerking van het Britse maandblad What Doctors Don’t Tell You. Hiermee bieden we onafhankelijke informatie over zowel de risico’s en gevaren van medicijnen en behandelingen als over de beloften van mogelijke alternatieven. Ons doel: patiënten stimuleren hun gezondheid meer in eigen hand te nemen. Medisch Dossier verzet zich niet tegen de reguliere geneeskunde, maar stimuleert de samenwerking tussen artsen en patiënten. Toonaangevende medische vaktijdschriften vormen de bron van onze artikelen, zodat alle informatie is gebaseerd op gevestigd wetenschappelijk onderzoek. De redactie van What Doctors Don’t Tell You bevindt zich in Engeland; Medisch Dossier verzorgt de Nederlandse vertaling, bewerking en administratie. Hoofdredactie: Bryan Hubbard en Lynne McTaggart Coördinatie: Sabina Knezevic Vertaling: Taalpraktijk Mieke Prins Corrector: Selma Kers Vormgeving: Saskia Geleedts Drukwerk: Print Consult Redactieraad internationaal: Dr. Jean Monro, Dr. Damien Downing, Dr. Harald Gaier, Dr. Michel Odent, Dr. Melvyn Werbach, Dr. Jonathan Wright, Dr. Sarah Myhill, Janet Balaskas, Craig Sams, Sally Bunday
18
4 9 10 12 15 18
VITAMINE B-TER Veel patiënten zouden bij angst en spanning baat hebben bij een simpel vitaminepilletje, ontdekte Celeste McGovern.
DR SARAH MYHILL, DE INTEGRALE HUISARTS Een detox en verandering van dieet maakten een gezonde zwangerschap mogelijk.
NIEUWS ‘Onschuldig’ virus veroorzaakt coeliakie; Hoge bloeddruk? Laat hem vaker meten; Vetoplosbare vitaminen versterken antibiotica;
MIJN STRIJD TEGEN NIERKANKER Een veganistisch ‘raw food’-dieet is niet voor iedereen weggelegd. Maar Connell McNelis zegt dat het zijn leven heeft gered.
HET GROTE CHOLESTEROLBEDROG Uit nieuw onderzoek blijkt dat we met het slikken van cholesterolverlagers hooguit vier dagen langer leven.
MAAR VACCINS ZIJN TOCH VEILIG? Drie nieuwe studies wijzen uit dat er naast autisme meer nadelen aan vaccins kleven.
ABONNEMENTEN Een jaarabonnement op Medisch Dossier (tien nummers) kost € 68,25 en geeft u onbeperkt toegang tot het digitale archief op www.medischdossier.org. Abonnementen kunnen op elk moment ingaan. Indien drie maanden voor het verstrijken van de abonnementsperiode geen bericht van opzegging is ontvangen, wordt het abonnement automatisch verlengd. Adreswijzigingen en opzeggingen kunnen uitsluitend schriftelijk of per e-mail worden doorgegeven. Nieuwe abonnees ontvangen binnen vier weken na aanvraag hun eerste nummer. Adreswijzigingen graag vier weken van tevoren doorgeven per post of e-mail. Medisch Dossier behoudt zich het recht voor een keer per jaar een prijsindexatie toe te passen. Wij nemen uw gegevens op in een gegevensbestand. Deze gegevens worden gebruikt voor de met u gesloten overeenkomsten, zoals de abonnementenadministratie van de uitgeverij. Daarnaast kunnen wij uw gegevens gebruiken om u op de hoogte te houden van interessante informatie en/of het doen van aanbiedingen van Medisch Dossier of van door ons zorgvuldig geselecteerde bedrijven. Mocht u hiertegen bezwaar hebben, stelt u ons hiervan dan per post of via e-mail op de hoogte. ABONNEESERVICE Postbus 105, 2400 AC Alphen aan den Rijn Tel. 0172 476085 medischdossier@spabonneeservice.nl www.medischdossier.org/abonneeservice
ARCHIEF De eerste editie van Medisch Dossier verscheen in 1999. Via www.medischdossier.org kunt u oude nummers voor vijf euro exclusief verzendkosten per stuk nabestellen. Wanneer u abonnee bent, heeft u via uw abonneecode gratis toegang tot het digitale archief, dat al het gepubliceerde materiaal vanaf 2004 bevat. DISCLAIMER Hoewel aan de voorbereiding van deze uitgave alle zorg is besteed, kan de uitgever niet verantwoordelijk worden gehouden voor eventuele schade of leed, veroorzaakt door behandelingen, advies of informatie gepubliceerd in dit nummer. Alvorens een behandeling te ondergaan is het raadzaam om een specialist te raadplegen. © Medisch Dossier. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en openbaar worden gemaakt zonder toestemming van de uitgever. Deze nieuwsbrief wordt uitgebracht onder licentie van WDDTY Publishing Ltd (UK). Alle rechten op het gelicentieerde materiaal behoren toe aan WDDTY Publishing Ltd. Het materiaal mag niet worden gereproduceerd, als geheel of in delen, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van WDDTY Publishing Ltd. De naam What Doctors Don’t tell You is eigendom van WDDTY Publishing Ltd.
Psychische honger Veel terreinen van de moderne geneeskunde – de psychiatrie, de farmaceutische industrie, zelfs veel therapeutische takken in de psychologie – gaan uit van het idee dat chronische spanning, angst en een aantal andere psychische ziekten ontzettend moeilijk te behandelen zijn, en dat mensen jarenlang medicatie moeten slikken voordat, in het gunstigste geval, hun symptomen afnemen. Veel psychiaters in Amerika nemen tegenwoordig zelfs niet eens meer de moeite om gesprekstherapie te proberen; ze schrijven alleen nog pillen voor. Een paar jaar geleden interviewde The New York Times een vooraanstaand psychiater die bekende dat zijn praktijk was uitgegroeid tot 1200 cliënten. Dat was mogelijk omdat hij voor elke cliënt slechts een kwartier uittrok, waarin hij vooral de voorgeschreven medicatie besprak. Geen wonder dat psychiatrische medicatie de meest winstgevende sector vormt van de farmaceutische industrie. Ongeveer één op de vijf Amerikanen gebruikt enige vorm van psychofarmacon: een medicament dat je mentale toestand verandert. In de VS wordt jaarlijks ongeveer 9 miljard euro aan antidepressiva en 13,5 miljard euro aan antipsychotica uitgegeven. Veel daarvan is om spanning en angst te bestrijden. Maar of het helpt? Al die medicatie doet namelijk weinig goeds. Uit studies blijkt dat antidepressiva vaak niet beter werken dan een placebo, en dat meer dan de helft van de voorgeschreven antipsychotica gebaseerd is op onduidelijk wetenschappelijk bewijs. Dat zeggen wetenschappers aan de Stanford Universiteit en de Universiteit van Chicago. Op dit moment ligt het gemiddelde succespercentage voor de behandeling van spanning en angst op 12 procent. Bovendien is het risico op verslaving groot: medicijnen tegen angstklachten zijn berucht om hun onmiddellijk verslavende effect. Nu blijkt uit nieuw onderzoek dat deze psychofarmaca de zieke hersenen helemaal niet genezen, maar ze blijvend beschadigen. Zoals ons hoofdartikel op pagina 4 laat zien, is deze medicalisering bovendien overbodig. De oplossing voor veel spanning en angst, is waarschijnlijk gelegen in het slikken van een simpel vitaminepilletje. De Canadese psychiater Abram Hoffer was de eerste die ervoor pleitte psychische ziekten te behandelen door eerst naar iemands voedingstoestand te kijken. Hij had ontdekt dat de symptomen van een tekort aan bepaalde B-vitaminen leken op die van schizofrenie. ‘Als er geen vitamine B3 meer in onze voeding zou zitten, zouden we binnen een jaar allemaal psychotisch zijn,’ schreef Hoffer. Hoffer, en na hem vele anderen, gingen ernstige angst- en spanningsklachten
met groot succes te lijf door vitamine B voor te schrijven. Mensen die jarenlang aan invaliderende fobieën hadden geleden of zelfmoordneigingen hadden gehad, en die een hele batterij aan medicijnen hadden geprobeerd, werden plotseling beter. Nu is er een nieuwe studie die een verklaring biedt voor hoe dit mogelijk is: een groot deel van de mensen heeft een mutatie in het gen dat is betrokken bij de opname van B-vitaminen. Door deze mutatie hebben deze mensen meer van deze vitaminen nodig om hun vitamine B-spiegel op peil te houden. Ook uit andere studies blijkt dat B-vitaminen het aangewezen supplement zijn voor allerlei zogeheten psychische ziekten. Al eerder toonde onderzoek aan dat het innemen van vitamine B12 een eenvoudige oplossing kan bieden bij depressie. In Engeland is een huisarts die veel van zijn depressieve patiënten met B12-injecties heeft genezen. Patiënten met een obsessief-compulsieve of bipolaire stoornis en zelfs een psychose, knapten op door het gebruik van multivitaminesupplementen die hoge doses B-vitaminen bevatten. Naast psychische ziekten blijkt ook bij neurologische aandoeningen zoals MS (multiple sclerose) vitamine B12-tekort een belangrijke onderliggende oorzaak te zijn. De onlangs overleden Britse arts Patrick Kingsley behandelde duizenden MS-patiënten met succes. Een van de hoofdbestanddelen van zijn behandeling waren injecties met hoge doses B12. Dat wijst allemaal in de richting van een wonderlijk idee: dat veel zogeheten psychische ziekten, ernstige spanning en angst of neurologische aandoeningen misschien wel helemaal niet psychisch zijn, maar gewoon het gevolg van een tekort aan essentiële micronutriënten die voor onze rust, balans en stemming zorgen. Dat hoeft geen verbazing te wekken, gezien het feit dat juist B-vitaminen verloren gaan bij de bewerking van voedingsmiddelen: het raffinageproces. Een psychische ziekte is vaak niet zozeer een ziekte; we kunnen het beter een ‘psychisch tekort’ noemen. En als dat zo is, dan kunnen we de volgende conclusie over onszelf trekken: we zijn niet gespannen of ‘gek’. We hebben gewoon honger. Lynne McTaggart
3
|||VAN||DE||HOOFDREDACTIE|||
MEDISCH DOSSIER | OKTOBER 2017
4
MEDISCH DOSSIER | OKTOBER 2017
|||REPORTAGE||| ||||DOOR:|CELESTE|MCGOVERN|||
Vitamine B-ter Angst en spanning behoren tot de meest voorkomende aandoeningen. Vaak wordt bij deze klachten medicatie voorgeschreven, maar veel patiĂŤnten zouden waarschijnlijk meer baat hebben bij een simpel vitaminepilletje, ontdekte Celeste McGovern.
MEDISCH DOSSIER | OKTOBER 2017
lisa Black ging op haar 25ste weer thuis wonen omdat op zichzelf wonen niet ging. Ze sloot zichzelf drie maanden lang in haar kamer op, ervan overtuigd dat ze dood zou gaan als ze naar buiten ging. Eliza was altijd al een nerveus kind geweest. Op jonge leeftijd was ze geobsedeerd door grote modderplassen, bang dat die haar ouders zouden verzwelgen. Ze ontwikkelde steeds weer nieuwe fobieën: smetvrees, angst om lepra te krijgen, angst voor water, angst om in het openbaar te eten omdat ze misschien moest overgeven. Ze werd geteisterd door paniekaanvallen. Ze had, vertelt ze in het boek dat ze schreef over haar fobieën, voortdurend last van ‘het eeuwige gevoel dat zich elk moment een ramp kon voltrekken’. Dat is een angstgevoel dat we misschien allemaal weleens hebben gehad, maar dat bij sommige mensen, zoals bij Elisa, constant aanwezig is en alles overheerst. Elisa probeerde van alles. Ze liep bij psychiaters en slikte bergen medicatie: paroxetine, citalopram, venlafaxine en sertraline. Ze bezocht psychologen en probeerde cognitieve gedragstherapie, hypnose en exposuretherapie (confrontatie met de angst). Ze experimenteerde met yoga, lichaamsbeweging, meditatie, natuur- en kruidengeneeskunde, en nog veel meer. Uiteindelijk, na jaren waarin ze steeds stukliep en zichzelf verweet niet hard genoeg haar best te doen, kwam ze iets tegen wat eindelijk wel werkte. Dat iets was vitamine B. Elisa vertelt haar verhaal in The anxiety book: A true story of phobias, flashbacks and freak-outs and how I got my inner calm back (2016). Haar relaas is slechts een van de duizenden verhalen van mensen die uiteindelijk zijn overgestapt op een behandeling met micronutriënten (voedingsstoffen waarvan je maar heel weinig nodig hebt) om psychisch gezond te worden. Al die mensen hebben een blijvende oplossing voor hun problemen gevonden, zonder de bijwerkingen van psychofarmaca. EEN ZIEKTE MET VELE GEZICHTEN Angst is een van de meest voorkomende psychiatrische ziekten. Van alle Amerikanen krijgt 18 procent ermee te maken1, in ons land treft de ziekte meer dan 1 miljoen (volwassen) mensen.2 Angststoornissen komen vaker voor onder vrouwen dan onder mannen, en de term omvat uiteenlopende aandoeningen, zoals paniekstoornis, sociale fobie,
gegeneraliseerde angststoornis (ook wel piekerstoornis genoemd), posttraumatische stressstoornis (PTSS) en obsessieve-compulsieve stoornis of dwangstoornis (OCD). Ze zorgen vaak voor sociale en persoonlijke beperkingen en beperkingen op het gebied van werk. Het RIVM berekende dat alleen al de directe zorg voor mensen met angststoornissen in 2011 626 miljoen euro kostte. Dat is dus exclusief de indirecte zorgkosten of kosten van arbeidsongeschiktheid. Alsof angst op zich nog niet erg genoeg is, gaat deze vaak over in andere stemmingsstoornissen, zoals depressie en bipolaire stoornis. Die laatste, ook wel manisch-depressieve stoornis genoemd, wordt gekenmerkt door manische ‘pieken’, waarin iemand uitgelaten en overactief is, en depressieve ‘dieptepunten’ met grote somberheid en futloosheid. BEHANDELING GEEN SUCCES In de medische literatuur wordt toegegeven dat angst ‘ontzettend moeilijk succesvol te behandelen is’ en dat naar schatting minstens een derde van de patiënten niet reageert op de standaardbehandelingen.1 Maar dat is misschien nog een optimistische schatting. Diverse studies naar de behandeling van angst schetsen een minder rooskleurig beeld. Eén ervan keek bijvoorbeeld naar patiënten met een gegeneraliseerde angststoornis, paniekstoornis of een persisterende depressie na vijf jaar behandeling. Slechts 12 procent van hen bleek volledig genezen. Nog eens 47 procent ervoer verbetering, maar die was ‘niet helemaal bevredigend’ vanwege aanhoudende symptomen. En 40 procent meldde een ‘slecht totaalresultaat’ en was nog steeds ziek.3 ‘Hoewel er aanzienlijke vooruitgang is geboekt, reageren veel patiënten met een angststoornis niet adequaat op de huidige medicinale behandelingen,’ luidde de conclusie van een overzicht van angstbehandelingen.4 Dat is nog maar zacht uitgedrukt. GEVAREN VAN MEDICIJNEN Die in het overzicht genoemde vooruitgang is niet om over naar huis te schrijven. Al meer dan vijftig jaar schrijven artsen kalmerende middelen voor, meestal benzodiazepinen zoals oxazepam en lorazepam. Maar het werd steeds duidelijker dat deze middelen een grote kans op verslaving gaven, met ernstige, duidelijk beschreven ontwenningsverschijnselen. Bovendien was er risico op hersenschade en een kans van 50 procent op alzheimer,5 reden waarom het tegenwoordig wordt afgeraden om meteen met kalmerende middelen te beginnen. Al decennialang is de eerst aangewezen behandeling
5
6
MEDISCH DOSSIER | OKTOBER 2017
|||REPORTAGE|||
Vitaminen voor het brein Tweevoudig Nobelprijswinnaar en moleculair bioloog Linus Pauling, die pleitte voor het gebruik van hogere doses vitamine C bij allerlei medische problemen, was geboeid door het werk van psychiater Abram Hoffer. In 1968 introduceerde Pauling de term ‘orthomoleculair’ voor het voorkomen en behandelen van ziekten door het lichaam te voorzien van optimale hoeveelheden voedingsstoffen, waaronder vitaminen. Bij dit nieuwe terrein in de geneeskunde hoorde ook de ‘orthomoleculaire psychiatrie’ zoals Hoffer die beoefende. Er is nooit een diagnostisch onderzoek geweest dat kan aantonen dat een psychiatrische ziekte – zoals een angststoornis – het gevolg is van een chemische disbalans in de hersenen. Maar uit onderzoek naar de voedingstoestand van psychiatrische patiënten blijkt dat zij vaak een tekort hebben aan bepaalde B-vitaminen en mineralen.1 Onlangs bleek uit een Turkse studie bij 52 kinderen en adolescenten met een dwangstoornis dat ze aanmerkelijk lagere vitamine B12- en D-spiegels hadden en een hogere homocysteïnespiegel dan de 30 gezonde deelnemers uit de controlegroep.2 Mutaties van het MTHFR-gen (zie hoofdartikel) hebben ook invloed op de verwerking van dit aminozuur. Er blijkt een oorzakelijk verband te zijn tussen een verhoogde homocysteïnespiegel en schizofrenie,3 en ook vergroot zo’n mutatie de kans op dementie en alzheimer.4 1 P rostaglandins Leukot Essent Fatty Acids, 2006; 74: 75-85; Am J Psychiatry, 2004; 161: 1705-8 2P sychiatry Res, 2017; 254: 232-7 3 B MC Med Genet, 2015; 16: 54 4B rain, 2013; 136: 2707-16
De magere resultaten van de standaardbehandeling In een studie onder patiënten met een gegeneraliseerde angststoornis, paniekstoornis of een persisterende depressie bleek na vijf jaar behandeling slechts 12 procent van hen volledig genezen. Nog eens 47 procent merkte verbetering, maar die was ‘niet helemaal bevredigend’ vanwege aanhoudende symptomen. En 40 procent meldde ‘een slecht totaalresultaat’ en was nog steeds ziek.3
12%
volledige genezing
47%
‘niet helemaal bevredigend’
40%
‘slecht totaalresultaat’
bij angst die met antidepressiva: met serotonine- en noradrenalineheropnameremmers. Daarna worden andere categorieën antidepressiva voorgeschreven: tricyclische antidepressiva en monoamino-oxidaseremmers (MAO-remmers). Bij mensen die hier niet op reageren, kunnen artsen antipsychotica zoals risperidon (Risperdal) of aripiprazol (Abilify) voorschrijven. Maar behalve dat ze meestal niet werken, hebben deze psychofarmaca allemaal bijwerkingen waar patiënten vaak zo misselijk en slaperig van worden dat ze al snel geen zin meer hebben om deze middelen in te nemen. En het wordt nog erger. Een grote studie waarin veertien jaar lang geregeld hersenscans werden gemaakt, bevestigde waar velen al bang voor waren: antipsychotica veroorzaken hersenschade. Ze verminderen namelijk geleidelijk de hoeveelheid hersenweefsel, wat leidt tot cognitieve stoornissen, zoals geheugenproblemen.6 Deze categorie medicijnen houdt ook verband met een reeks andere gezondheidsproblemen, waaronder het metaboolsyndroom (obesitas, hoge bloeddruk, diabetes), tardieve dyskinesie (een neurologische ziekte met onwillekeurige en oncontroleerbare bewegingen), haperende spraak, tremoren (trilling van lichaamsdelen), angst, rusteloosheid, innerlijke onrust, agitatie en depressie. Niet echt de ‘behandeling’ waar patiënten die aan angsten lijden op zitten te wachten. ORTHOMOLECULAIRE BEHANDELING ‘Medicijnen maken gezonde mensen ziek. Hoe kunnen medicijnen dan zieke mensen gezond maken?’ Dat was de simpele vraag die de inmiddels overleden Canadese psychiater Abram Hoffer stelde. Hij verdiepte zich in de behandeling van psychische ziekten op basis van voeding. Als een van de eersten zag hij overeenkomsten tussen bepaalde symptomen van schizofrenie en de symptomen van pellagra ofwel een tekort aan vitamine B3 (niacine). Bij beide treden verwardheid en dementie op. ‘Als er geen vitamine B3 in onze voeding zou zitten, zouden we allemaal binnen een jaar psychotisch zijn,’ schreef Hoffer. ‘Lang voordat de psychose zich zou openbaren, zou een pandemie aan neuroses uitbreken, in alle soorten en maten: depressie, hypochondrie, angst en dwangstoornissen, en persoonlijkheidsproblemen.’7 In de jaren vijftig begon Hoffer schizofreniepatiënten te behandelen met een dieet zonder suiker en geraffineerde koolhydraten, en daarnaast hoge doses vitamine B3 en soms vitamine B6, met enorm succes.8 Omdat vitaminen en mineralen bij vrijwel elk biologisch proces betrokken zijn, kunnen tekorten hieraan verspreid door het hele lichaam symptomen veroorzaken. B-vitaminen spelen een belangrijke rol in de celstofwisseling en we hebben voldoende voorraad nodig om het lichaam en de hersenen van energie te voorzien. Het is logisch dat er dingen misgaan als er te weinig van is. Het is zelfs zo dat alle bekende symptomen van een tekort aan de verschillende B-vitaminen in
MEDISCH DOSSIER | OKTOBER 2017
verband zijn gebracht met aandoeningen aan het zenuwstelsel. De reguliere geneeskunde blijft erbij dat onze voeding meer dan voldoende van deze voedingsstoffen bevat en dat tekorten zeldzaam zijn. Maar veel mensen zijn het daar niet mee eens. Charles Popper, psychiater aan de Harvard Universiteit, zegt: ‘De meeste mensen hebben een tekort aan voedingsstoffen, zelfs in bevolkingsgroepen die voldoende te eten hebben, en vooral patiënten met psychiatrische ziekten worden getroffen, waaronder jongeren en volwassenen met een stemmmingsstoornis.’ Volgens Popper zorgen moderne landbouwtechnieken, het verlies van voedingsstoffen in de grond, het bewerken van voedsel en de grootschalige consumptie van sterk bewerkt ‘junkfood’ en van suikers dat de opname van deze voedingsstoffen afneemt en de behoefte eraan juist toeneemt. Factoren als deze, stelt hij, hebben allemaal bijgedragen aan de toename van psychische ziekten.9 GENMUTATIE Er komt steeds meer bewijs dat maar liefst een op de vijf mensen een mutatie heeft van het MTHFRgen: dat gen hangt samen met de productie van het enzym MTHFR, nodig voor de opname van vitamine B11 (foliumzuur). Door deze mutatie heeft het lichaam moeite B-vitaminen te verwerken. Dit leidt tot een tekort aan deze voedingsstoffen, wat voor allerlei problemen kan zorgen, van angst en depressie tot miskramen, beroerte, hart- en vaatziekten en diabetes. Bij een test bleek Elisa Black deze genmutatie te hebben. Toen haar arts haar folinezuur (een actieve vorm van vitamine B11) en methylcobalamine (een biologisch beschikbare vorm van vitamine B12 die de stofwisseling ondersteunt) voorschreef, bracht dat een ingrijpende verandering teweeg. ‘Had ik maar eerder geweten dat zoiets simpels – en iets zonder bijwerkingen – als B-vitaminen een betrouwbare remedie was, dan had ik mijn smetvrees veel eerder onder de knie gekregen, en al mijn geld niet aan ontsmettingsmiddelen hoeven uit te geven,’ zegt ze. Toch zijn de meeste huisartsen nog niet op de hoogte van MTHFR-mutaties en hun mogelijke rol bij psychische ziekten. Carolyn Ledowsky, natuurgeneeskundige en grondlegger van MTHFR Support, zegt: ‘De meeste medici zullen ontkennen dat er een verband is met angst of depressie.’ Maar zij denkt dat maar liefst 70 procent van de patiënten met deze mutatie angstklachten heeft. ‘De meeste MTHFR-patiënten met angstklachten hebben ook te weinig vitamine B6 en zink in hun lichaam,’ voegt Ledowsky eraan toe. ‘Als dat wordt aangepakt, en het B11- en B12-gehalte weer zijn hersteld, nemen de angstklachten binnen drie weken met ongeveer 80 procent af.’ Functioneel geneeskundige Gill Carnahan adviseert patiënten een DNAtest te laten doen om te bepalen of ze
Natuurlijke remedies tegen angst EET VIS, VISOLIE EN LIJNZAAD. Een tekort aan docosahexaeenzuur (DHA) – een omega 3-vetzuur en bestanddeel van visolie – is vaak in verband gebracht met een grotere kans op angststoornissen. Essentiële vetzuren kunnen spanningsklachten rond de zwangerschap verlichten, cortisolwaarden verlagen, en zowel premenstruele als overgangsklachten bij vrouwen verminderen.1 Voorgestelde dosering: er is visolie, lijnzaad of lijnzaadolie verkrijgbaar met een hoog percentage DHA of met pure DHA. Streef naar 20 gram of meer per dag van zowel DHA als EPA (eicosapentaeenzuur) NEEM MAGNESIUM. Dierstudies toonden een verband aan tussen een magnesiumtekort en angststoornissen.2 Daarnaast kan een combinatie van magnesium en vitamine B6 milde angst en angst bij PMS (premenstrueel syndroom) bij vrouwen verminderen.3 Voorgestelde dosering: magnesiumoxide: 200-600 mg; vitamine B6 (pyridoxine): 50 mg NEEM OOK VITAMINE C. Hoge doses vitamine C met vertraagde afgifte kunnen angstklachten verminderen, en een verhoogde bloeddruk als reactie op spanning verlagen. Voorgestelde dosering: 8 gram (in doseringen van 2 gram verspreid over de dag) GEBRUIK CURCUMINE. Dit bestanddeel van kurkuma, dat vaak aan Aziatisch eten wordt toegevoegd en dat ook als supplement verkrijgbaar is, blijkt de synthese van DHA te versterken, met name DHA afkomstig van plantaardige lijnzaadolie.4 Voorgestelde dosering: tweemaal daags 500 mg (als capsule) ZORG GOED VOOR UW DARMBACTERIËN. Het eten van meer prebiotica kan de schade herstellen die stress veroorzaakt. Prebiotica vormen voeding voor de goede darmbacteriën. Prebiotica zitten in plantaardige vezels zoals rauwe knoflook, rauwe prei, rauwe asperges en rauwe en gekookte ui. Laboratoriumonderzoek wijst erop dat prebiotica ook kunnen zorgen dat de goede bacteriën beschermd zijn tijdens stressvolle perioden, zeggen onderzoekers van de Universiteit van Colorado. Prebiotica kunnen zelfs bijdragen aan het herstel van een gezond slaappatroon, wat op zijn beurt weer helpt tegen angstklachten.5 PROBIOTICA ZOALS YOGHURT, KEFIR en gefermenteerde groenten zoals zuurkool zorgen ervoor dat er weer goede bacteriën in uw darmen komen. KOM IN BEWEGING. Onderzoekers uit Texas die tientallen studies bekeken, ontdekten dat lichaamsbeweging invloed heeft op die hersendelen die depressie en angst tegengaan. Al na 25 minuten lichaamsbeweging is er stemmingsverbetering en afname van spanning waarneembaar.6 Het advies is om twee tot tweeënhalf uur per week matig tot hoog intensief te bewegen GEBRUIK SINT-JANSKRUID: het extract van sint-janskruid (Hypericum perforatum) wordt al lange tijd in de traditionele geneeskunde gebruikt en het mag in Duitsland officieel worden voorgeschreven voor de behandeling van angst, depressie en slaapproblemen. In onderzoek is aangetoond dat het even goed werkt als antidepressiva, maar veel minder bijwerkingen heeft.7 Over hoe het kruid precies werkt, is nog veel onduidelijkheid. Voorgestelde dosering: 300-1000 mg per dag
1 2 3 4 5 6 7
J BI Database System Rev Implement Rep, 2017; 15: 402-53 N europharmacology, 2012; 62: 304-12 N utrients, 2017; 9: 429; doi: 10.3390/nu9050429 B iochim Biophys Acta, 2015; 1852: 951-61 F ront Behav Neurosci, 2017; 10: 240; doi: 10.3389/fnbeh.2016.00240 F ront Psychiatry, 2013; 4: 27; doi: 10.3389/fpsyt.2013.00027 B MJ, 1996; 313: 253-8
7
8
MEDISCH DOSSIER | OKTOBER 2017
|||REPORTAGE|||
drager zijn van een MTHFR-genvariant en zo ja, om dan extra supplementen te gaan slikken. ‘Zorg ervoor dat u de belangrijkste voedingsstoffen aanvult, zoals methylcobalamine, methylfolaat (natuurlijke vorm van respectievelijk vitamine B12 en foliumzuur), N-acetylcysteïne, riboflavine (vitamine B2), curcumine, visolie, vitamine C, D en E, en probiotica.’ Maar het is een wankel evenwicht, waarschuwt Carnahan, want mensen met een MTHFR-mutatie in beide kopieën van het gen (dus mensen met een bijzonder slechte werking van het MTHFR-enzym) moeten heel voorzichtig zijn met methylcobalamine en methylfolaat, want hun lichaam kan misschien geen hoge doses verwerken. ‘En wees uiterst voorzichtig met niacinesupplementen, want die kunnen methylering (een algemeen biochemisch proces in het lichaam) onderdrukken.’10 ‘Alles bij elkaar is er voldoende bewijs voor het gebruik van hoge doses B-vitaminen bij de behandeling van spanning en angst. Er is zelfs een onderzoek dat uitwijst dat er nog meer voordeel kan worden geboekt als B-vitaminen gecombineerd worden met een breed assortiment mineralen,’ schrijven Julia Rucklidge, hoogleraar psychologie aan de Universiteit van Canterbury, en Bonnie Kaplan, hoogleraar gezondheidswetenschappen aan de Universiteit van Calgary in Canada, in een recente literatuurstudie.11 Steeds vaker hebben onderzoekers voorkeur voor het gebruik van ‘breedspectrum’ vitaminen en mineralen, in plaats van megadoses van één bepaalde voedingsstof zoals niacine of vitamine B12. Rucklidge en Kaplan hebben onderzoek gedaan naar een bepaald merk multivitamine (EMPowerplus, in Nederland alleen online verkrijgbaar), dat werd ontwikkeld door Tony Stephan. Zijn vrouw Debbie had een bipolaire stoornis en pleegde in 1994 zelfmoord. Hij was ten einde raad toen zijn zoon Joseph, destijds een tiener, en zijn volwassen dochter Autumn ook allebei de diagnose bipolair kregen. Ze slikten allebei veel medicatie en liepen een verhoogd risico op suïcide. De artsen hadden tegen Stephan gezegd dat er weinig perspectief was voor zijn kinderen en dat hij ‘de werkelijkheid moest accepteren’ en zich op het ergste moesten voorbereiden. Maar tijdens een toevallig gesprek met een vriend, David Hardy, die veevoer produceerde, zag Stephan overeenkomsten tussen de symptomen van psychische ziekten bij mensen en bepaald gedrag bij varkens. Het was de gewoonte om opgehokte slachtvarkens die prikkelbaar waren, bepaalde voedingsstoffen bij te voeren. Hardy had succes geboekt met bepaalde vitaminen en spoorelementen. Ze richtten samen in de keuken een provisorisch laboratorium in en creëerden een menselijke variant van Hardy’s varkensvoer door vier verschillende producten met verschillende ingrediënten te combineren. Dat probeerden ze uit op Stephans zoon Joseph. Toen die het supplement vijf dagen geslikt had, was hij compleet veranderd. ‘Plotseling werd hij zacht,’ herinnert zijn vader zich. ‘Zijn gedrag veranderde. Hij werd positiever over zijn leven.’
Ondertussen werd Stephans dochter Autumn in de gaten gehouden omdat ze suïcidaal was. Ze had veel psychofarmaca gekregen vanwege haar paranoia en paniekaanvallen. Ook mocht ze niet alleen zijn met haar baby, vanwege haar moorddadige gedachten. Vijf dagen nadat ze het ‘aangepaste varkensvoer’ kreeg, was ze over haar dieptepunt heen. Ze was voor het eerst in staat een douche te nemen zonder dat ze haar kleren aanhield uit angst te worden aangevallen. Het ging vervolgens steeds beter met haar en in de jaren daarna genas ze volledig. Verbaasd over het resultaat gingen Stephan en Hardy met hun product naar onderzoekers en wetenschappers. Het huidige product met 36 ingrediënten is een van de meest geteste multivitaminen voor de psychische gezondheid. Dat is bijzonder, aangezien dergelijk onderzoek decennialang is tegengehouden door de conventionele opvattingen over de oplossing voor psychische gezondheidsproblemen. Ook werd dergelijk onderzoek gedwarsboomd omdat er aan medicijnen veel meer te verdienen valt dan aan natuurlijke stoffen. Rucklidge en Kaplan voerden gecontroleerde onderzoeken uit onder mensen met angst en PTSS na de aardbeving van 2010-2011 in Christchurch (NieuwZeeland) en na de overstromingen in en rond de Canadese stad Calgary. Na slechts vier tot zes weken de door hen ontwikkelde multivitamine geslikt te hebben, verbeterde de stemming en energie van de deelnemers en verminderde hun angst aanzienlijk (en zelfs ‘heel sterk’).12 Twee casestudies, van een jongen van elf met een psychose en OCD (dwangstoornis), en een jongen van twaalf met een bipolaire stoornis, bevestigden dat de behandeling met micronutriënten ‘beter werkte dan de conventionele behandeling’. De verbeteringen verdwenen weer toen met inname van het supplement werd gestopt.13 Rucklidge onderzoekt nu de effecten van een soortgelijke formule bij zwangere vrouwen. Zowel de multivitamine van Stephan en Hardy als het supplement voor zwangerschap wijken sterk af van de gangbare multivitaminen, die in de winkel verkrijgbaar zijn, zegt Rucklidge. Ze bevatten veel hogere doses vitaminen die bij de hersenen betrokken zijn, en een breed scala aan spoorelementen.
1 Dialogues Clin Neurosci, 2015; 17: 305-17 2 www.volksgezondheidenzorg.info 3 Psychol Med, 1998; 28: 1149-57 4 J Clin Psychiatry, 2010; 71: 839-54 5 BMJ, 2014; 349: g5205 6 Arch Gen Psychiatry, 2011; 68: 128-37 7 Psychosomatics, 1970; 11: 522-5 8 Can Fam Physician, 1975; 21: 78-82 9 Child Adolesc Psychiatr Clin N Am, 2014; 23: ix-xii 10 http://doccarnahan.blogspot.co.uk/2013/05/ mthfr-gene-mutation-whats-big-deal.html 11 Expert Rev Neurother, 2013; 13: 49-73 12 Hum Psychopharmacol, 2012; 27: 440-54; Psychiatry Res, 2015; 228: 373-9 13 BMJ Case Rep, 2012; doi: 10.1136/bcr-2012-007213;
J Child Adolesc Psychopharmacol, 2009; 19: 453-60
MEDISCH DOSSIER | OKTOBER 2017
Dr Sarah Myhill DE INTEGRALE HUISARTS
Een wonderlijke afloop bij een medisch raadsel
Een detox en verandering van dieet maakten een gezonde zwangerschap mogelijk. Sarah Myhill werkt sinds 1981 als arts in de Britse nationale en particuliere gezondheidszorg. Ze zat zeventien jaar lang in het bestuur van de Britse Vereniging voor Ecologische Geneeskunde, die zich bezighoudt met ziekten door milieu-oorzaken en met niet-farmacologische behandelingen. Ze geeft daar trainingen en houdt lezingen over onderwerpen als het chronischevermoeidheidssyndroom.
T
oen ik me voor het eerst begon te verdiepen in de omgevingsoorzaken van gezondheidsproblemen – de ecologische en integratieve geneeskunde – was de arts Honor Anthony een van mijn voorbeelden. Ze zei vaak dat we dagelijks wonderen zien. Dit is het verhaal van een wonderbaby.
Ik zag Agnes en Jim voor het eerst in december 2008. Ze hadden heel graag een kind willen krijgen, maar ofwel het lukte niet om zwanger te worden, of er volgde een miskraam. Ze kwamen in aanmerking voor ivf (in-vitrofertilisatie): daarbij vindt de bevruchting buiten het lichaam plaats, waarna het embryo in de baarmoeder wordt geplaatst. Maar dat wilden ze niet. Ik kon me in dat besluit vinden, want het was Agnes en Jim immers wel gelukt zwanger te worden. Het probleem lag bij het voldragen van een zwangerschap. Eerst schreef ik zowel Agnes als Jim mijn ‘basispakket’ voor: een combinatie van het paleodieet en voedingssupplementen (multivitaminen en -mineralen plus extra vitamine D en C, en essentiële vetzuren). Het paleodieet is gebaseerd op wat onze vroege voorouders aten, zoals vlees, vis, groenten, noten en zaden, en vermijdt voedingsmiddelen als zuivel, granen, en alles wat suikerrijk en bewerkt is. Vervolgens nam ik hun leefstijl onder de loep. Ik ontdekte dat Agnes door haar werk als restaurateur van glas-in-loodramen aan giftige metalen werd blootgesteld. Ze kwam door de kleurstoffen die voor het glas worden gebruikt geregeld in aanraking met onder andere cadmiumgeel, kobaltblauw, nikkelviolet en antimoonwit. Deze kleurstoffen zijn deels opgebouwd uit giftige mineralen die allemaal na inademen of inslikken makkelijk door het lichaam worden geabsorbeerd. Hun giftigheid wordt erger als iemand ook tekorten heeft aan micronutriënten. Als ons lichaam namelijk een tekort heeft aan een spoorelement zoals zink, kiest het ervoor iets te gebruiken wat op zink lijkt, zoals lood, cadmium of kwik. Op die manier komen deze giftige mineralen in de enzymsystemen van ons lichaam terecht, waar ze een biochemische chaos veroorzaken. Het was duidelijk dat ik Agnes’ toxische belasting moest onderzoeken. Een snelle en goedkope manier daarvoor is een haaranalyse, maar die test is niet betrouwbaar. Hij kán toxiciteit (giftigheid) aantonen, maar geeft vaak vals-negatieve resultaten. Tegenwoordig gebruik ik om giftige elementen op te sporen altijd een urinetest, in combinatie met een chelator (ontgifter) zoals DMSA. Dat is een eenvoudige test: de patiënt leegt zijn blaas, neemt DMSA (verkrijgbaar via internet) en verzamelt zijn urine in de daaropvolgende zes uur. Hij meet de
totale hoeveelheid urine en stuurt een urinemonster naar het laboratorium. Maar in 2008 gebruikte ik nog bloedonderzoek. En Agnes’ bloedonderzoek bevestigde de aanwezigheid van lood, antimoon, cadmium, kobalt en nikkel in haar lichaam: metalen die bijna allemaal kankerverwekkend zijn. Nader onderzoek wees uit dat het lood, nikkel en kobalt zich aan haar DNA hadden gehecht. Dat was slecht nieuws. Met name nikkel was in grote hoeveelheden aanwezig op het gen dat zorgt voor de aanmaak van DNA-ligase. Dit enzym is van groot belang voor de reparatie van DNA en het kan directe invloed hebben op vruchtbaarheid en de kwaliteit van de eicellen. Nu hadden we een biologisch plausibele verklaring voor Agnes’ onvruchtbaarheid. Daarom was het belangrijk eerst deze giftige metalen op te ruimen. Allereerst moest Agnes van baan veranderen om te voorkomen dat ze nog langer aan deze metalen blootgesteld werd. Vervolgens gebruikte ik vier methoden om haar lichaam te helpen van de giftige stoffen af te komen. • Chelatietherapie met DMSA. Ik schreef dit eenmaal per week voor, een dosering gebaseerd op 15 mg per kilo lichaamsgewicht. En omdat DMSA ook sommige lichaamsvriendelijke mineralen verdringt, was het nodig dat Agnes op de andere zes dagen een goed multimineralensupplement slikte. • Extra doses zink, selenium en magnesium om de giftige mineralen van hun bindingsplaats te verdrijven, plus glutathion, dat helpt de verdrongen giftige mineralen uit te scheiden. • Extra vitamine C, dat de uitscheiding van giftige metalen bevordert. • Jodium, dat eveneens de uitscheiding van giftige metalen verhoogt. Een halfjaar later herhaalden we de DNA-test. Het enige giftige metaal dat nog aanwezig was, was nikkel, maar de hoeveelheid was met meer dan de helft gedaald. Alles ging de goede kant op. Het was belangrijk dat Agnes niet zwanger zou raken terwijl ze nog bezig was met de detox. Daarom adviseerde ik beiden om nog een halfjaar met de therapie door te gaan, voordat ze weer zouden proberen zwanger te raken. Twee jaar later, na een probleemloze zwangerschap, beviel Agnes van een gezonde zoon: hij woog 3742 gram en ze noemden hem Ben. Agnes was toen 46. Weer een medisch raadsel opgelost.
9
10
MEDISCH DOSSIER | OKTOBER 2017
|||NIEUWS|||
’s Nachts vaak plassen? ‘Onschuldig’ Eet minder zout virus veroorAls u ’s nachts vaak moet plassen, krijgt u misschien te veel zout binnen. Mensen die een gemiddelde hoeveelheid zout per dag gebruiken (mannen 9,9 en vrouwen 7,5 gram/dag), kunnen al last krijgen van nycturie: twee of meer keer per nacht moeten plassen. Als u per dag 2 gram minder zout binnen krijgt, kunt u waarschijnlijk de hele nacht doorslapen, zeggen onderzoekers van de Nagasaki Universiteit in Japan. Toen ze de leefstijl en de eetgewoonten bijhielden van een groep van 728 mannen en vrouwen zagen ze een verband tussen zoutgebruik en nycturie. De meeste mensen gebruikten ongeveer 9,2 gram zout per dag; zij moesten gemiddeld meer dan twee keer per nacht naar het toilet. Maar toen ze 2 gram minder zout gingen gebruiken, gingen ze ’s nachts één keer minder naar het toilet. Ook hun toiletbezoek overdag nam af. Omgekeerd moesten degenen die tijdens de studie meer zout gingen eten, ’s nachts vaker plassen. Nycturie komt hoe dan ook vaker voor bij mensen van 60 jaar en ouder, zegt hoofdonderzoeker Tomohiro Matsuo. Maar het probleem valt te verminderen door dagelijks minder zout te consumeren. Int J Urol, 2017; 24: 384-9
Hoge bloeddruk? Laat hem nog eens meten Als uw huisarts zegt dat u een hoge bloeddruk hebt, laat uw bloeddruk dan nogmaals meten. In 20 procent van de gevallen wordt de diagnose namelijk onterecht gesteld. Daar kunnen allerlei oorzaken voor zijn. In een Canadees onderzoek bleek ongeveer de helft van de huisartsen nog handmatige bloeddrukmeters te gebruiken. Het zou beter zijn als zij elektronische apparaten zouden gebruiken, want die zijn nauwkeuriger, zeggen onderzoekers van de Universiteit van Montreal. Behalve dat de handmatige apparaten gebrekkig zijn, kan een verkeerde diagnose ook aan de arts liggen: als die twee bloeddrukmetingen moet doen, zou daar minimaal een kwartier tussen moeten liggen. De meeste artsen hebben daar echter geen tijd voor, zegt hoofdonderzoeker Janusz Kaczorowski. Bij automatische bloeddrukmeting – waarbij uw bloeddruk gedurende een langere periode met tussenpozen gemeten wordt – hebt u bovendien geen last van het ‘wittejassensyndroom’: daarbij stijgt uw bloeddruk door de stress die u voelt als u bij een arts zit. Elektronische apparaten zijn wel duurder, maar ze verdienen zichzelf terug doordat er niet langer ten onrechte medicijnen tegen hoge bloeddruk ofwel hypertensie (antihypertensiva) worden voorgeschreven. Can Fam Physician, 2017; 63: e193-9
zaakt coeliakie Een virusinfectie kan het begin zijn van chronische aandoeningen zoals diabetes type 1 en ME (myalgische encefalomyelitis). Nu denken onderzoekers dat het waarschijnlijk ook coeliakie veroorzaakt: een auto-immuunreactie op gluten. Gewone reovirussen – die meestal alleen bij jonge kinderen milde diarree kunnen veroorzaken en daarom als onschadelijk worden beschouwd – blijken het immuunsysteem te kunnen treffen. Dat ‘maakt de weg vrij voor een auto-immuunziekte, met name voor coeliakie,’ zegt Bana Jabri van de Universiteit van Chicago. Baby’s die deze reovirussen in het eerste jaar van hun leven oplopen, als hun immuunsysteem dus nog in ontwikkeling is, hebben de meeste kans op het krijgen van coeliakie. Vooral als de moeder in het eerste halfjaar stopt met borstvoeding en de kinderen hun eerste vaste voedsel krijgen dat gluten bevat. Eén aanwijzing die Jabri en haar onderzoeksteam op het spoor kwamen, was dat coeliakiepatiënten veel meer antilichamen tegen reovirussen in hun bloed hebben – wat betekent dat ze daar op zeker moment mee zijn geïnfecteerd – en ook meer genetische merkers (deel van een DNA-sequentie) die de tolerantie van gluten reguleren. Eén op de 133 mensen krijgt coeliakie, maar vermoedelijk wordt slechts 17 procent van de gevallen ooit ontdekt. Mensen met coeliakie kunnen niet tegen gluten: bepaalde eiwitten die voorkomen in tarwe, rogge en gerst. Daardoor raakt uiteindelijk de darmwand van hun dunne darm beschadigd. Een streng glutenvrij dieet is daarbij de enige bekende behandeling. Science, 2017; 356: 44-50
MEDISCH DOSSIER | OKTOBER 2017
Gezond cholesterol, toch een hartinfarct Opnieuw ligt de theorie dat een hoog cholesterol hart- en vaatziekten veroorzaakt, onder vuur. Uit een nieuwe studie onder mensen die een hartinfarct hebben gehad, blijkt dat zij allemaal een ‘gemiddelde’ cholesterolspiegel hadden. Met andere woorden: de hoeveelheid ‘slechte’ LDLcholesterol in hun bloed was normaal en vormde geen waarschuwing voor een dreigende hartziekte. Hart- en vaatziekten kunnen net zo goed veroorzaakt worden door roken of slechte eetgewoonten, zeggen onderzoekers van het Minneapolis Hartinstituut. Ze onderzochten 1823 patiënten die allemaal een ST-elevatie-myocardinfarct (STEMI) hadden overleefd: een van de ernstigste infarcten waarbij een grote kransslagader volledig is afgesloten. Dat is meestal het gevolg van slagaderverkalking: ophopingen van vet in de vaatwand – volgens de gangbare theorie door een hoge cholesterolspiegel – waardoor een bloedvat op den duur volledig verstopt raakt. ‘Hartziekte is een proces dat meerdere oorzaken kan hebben, en er zijn naast cholesterol andere factoren die het risico kunnen vergroten, zelfs bij een gezond cholesterol. We ontdekten zelfs dat de gemiddelde cholesterolspiegels bij deze groep patiënten heel gewoon was,’ zegt hoofdonderzoeker Michael Miedema. Ondanks hun normale cholesterolspiegel voldeed 79 procent van de groep aan de nieuwe, strengere Amerikaanse criteria om met statines, cholesterol verlagende medicijnen, te beginnen. Onder de oude richtlijn zou dat slechts 39 procent zijn geweest.
Vetoplosbare vitaminen versterken antibiotica Vetoplosbare vitaminen kunnen ervoor zorgen dat antibiotica beter werken tegen superbacteriën. Die laatste heten zo omdat ze resistent zijn tegen antibiotica. Het versterkende effect van de vitaminen werd aanvankelijk gebruikt om mensen met taaislijmziekte (cystic fibrosis) te behandelen: een erfelijke ziekte die de longen en het spijsverteringskanaal treft. Maar misschien kunnen deze vitaminen ook dienen als een nieuwe manier om superbacteriën aan te pakken. Een internationaal onderzoeksteam (uit het Verenigd Koninkrijk, Canada, Egypte en Spanje) ontdekte dat vetoplosbare vitaminen zoals vitamine E bepaalde superbacteriën gevoelig kunnen maken voor antibiotica. Bijvoorbeeld de Burkholderia cepacia, die ernstige longontstekingen kan veroorzaken bij taaislijmpatiënten, en die niet reageert op de gangbare medicijnen. Bacteriële eiwitten (lipocalines) blokkeren de antibiotica door zich daaraan te binden. Maar als iemand tegelijk met de antibiotica deze vitaminen inneemt, kunnen die bacteriële eiwitten zich daaraan hechten, en krijgen de antibiotica zo de kans de superbacteriën aan te pakken. Hoofdonderzoeker Miguel Valvano legt uit: ‘Bacteriën kunnen niet alleen ongevoelig zijn voor de werking van antibiotica, maar die ook “insluiten” voordat ze de bacteriële cellen bereiken en binnendringen. Vetoplosbare vitaminen kunnen de bacteriële eiwitten absorberen voordat die de kans krijgen zich aan de antibiotica te hechten. Daardoor kunnen de antibiotica de bacteriën beter bereiken.’ mBio, 2017; 8: e00225-17
J Am Heart Assoc, 2017; 6: e005333
Dierenartsen gebruiken acupunctuur Dierenartsen in Zwitserland worden opgeleid om acupunctuur te gebruiken bij koeien. De acupunctuurlessen maken deel uit van een breder programma dat tot doel heeft meer alternatieve behandelingen in de dierenartsenpraktijk te introduceren, vooral ter vervanging van antibiotica of andere medicijnen. Studenten diergeneeskunde aan de Universiteit van Bern volgen een cursus acupunctuur en oefenen daarna op een kudde van 80 koeien en kalveren van het Holstein-Friesianras. Het is voor het eerst dat in Zwitserland lessen acupunctuur bij dieren worden gegeven, zegt het Landbouwbureau van het kanton Fribourg, waar de kudde onder valt. Er wordt ook naar alternatieve behandelingen gekeken, vooral naar behandelingen die kunnen worden ingezet als alternatief voor antibiotica. Een woordvoerder van het Landbouwbureau zegt dat de alternatieve geneeskunde steeds meer wordt toegepast als methode om dieren zonder medicijnen gezond te houden. Er werd een Australische specialist aangetrokken om de studenten les te geven. Dit gebeurt op een biologische boerderij in Sorens, die bij een opleidingsboerderij hoort die al meer dan tien jaar nauw samenwerkt met de Universiteit van Bern. Daar loopt nu een project om het gebruik van antibiotica in de melkveehouderij te verminderen. www.thelocal.ch/20170323/swiss-cows-to-receive-acupuncture-in-new-classes-for-trainee-vets
11
12
MEDISCH DOSSIER | OKTOBER 2017
|||ALTERNATIEVEN||| ||||DOOR:|JOANNA|EVANS|||
Mijn strijd tegen nierkanker
Een veganistisch ‘raw food’-dieet is niet voor iedereen weggelegd. Maar Connell McNelis uit Derby (35), die drie jaar geleden de diagnose nierkanker kreeg, zegt dat het zijn leven heeft gered.
C
onnell, constructeur van beroep en vader van een dochter van vier, heeft zich nog nooit zo fit gevoeld. Hij heeft energie voor tien en heeft onlangs de halve marathon van Nottingham gelopen. Hij legde die afstand van 21 kilometer in 1 uur en 44 minuten af: een indrukwekkende prestatie én een persoonlijk record. Dat klinkt misschien niet heel bijzonder voor een man van zijn leeftijd, maar nog geen drie jaar geleden vocht Connell tegen gevorderde nierkanker. Toen was hij zo verzwakt dat hij niet eens tot het eind van de straat kon lopen. ‘Ik was mijn eigen begrafenis al aan het regelen,’ vertelt hij. In maart 2013 werd een tumor van bijna zeven centimeter verwijderd. Daarbij werd gelijk de hele nier weggehaald. Maar de kanker bleek uitgezaaid naar andere delen van zijn lichaam. Hij moest zich op het ergste voorbereiden. Toch was het niet zozeer de kanker zelf die hem de das omdeed. De chemotherapie was de grootste boosdoener. Hij kreeg het middel sunitinib, dat hij volgens zijn arts de rest van zijn leven moest gebruiken, ook al zou het hem niet genezen. ‘Mijn haar werd grijs, mijn huid zag er grauw uit en mijn oogwit was verkleurd. Ik had voortdurend pijn en mijn energieniveau was gedaald tot nul.’ Het medicijn bleek een enorme aanslag op zijn immuunsysteem. Het aantal witte bloedcellen was gedaald tot nog geen een miljard per liter bloed. Een normale hoeveelheid is vier tot elf miljard per liter. Toen hij niet bij de eerste verjaardag van zijn dochtertje kon zijn vanwege infectiegevaar, was voor hem de maat vol. ‘Ik had voor mijn gevoel niets te verliezen, dus ik stopte met de chemotherapie. Dat bleek de beste beslissing die ik ooit had genomen.’ OVER EEN ANDERE BOEG Zijn artsen, familie en vrienden verklaarden hem voor gek, maar voor Connell was dit een heel rationeel besluit. ‘Ik besefte dat ik sterk moest zijn, zowel mentaal als lichamelijk, als ik de strijd tegen kanker wilde
MEDISCH DOSSIER | OKTOBER 2017
winnen. En de chemotherapie maakte dat onmogelijk.’ Hij zocht urenlang op internet naar alternatieve behandelingen en natuurlijke manieren om zijn immuunsysteem op te peppen en de kanker te lijf te gaan. ‘Alles leek in de richting van voeding te wijzen,’ vertelt hij, ‘en dan vooral een veganistisch dieet met rauwe voeding.’ Connell, gek op vlees en zuivel, had geen idee waar hij moest beginnen. Daarom boekte hij een weekje in The Raw Retreat, een kuuroord gespecialiseerd in ‘raw food’. Dit kuuroord, gelegen in een klein dorpje in het landelijke Cornwall, is opgericht door voedingsdeskundige Beverley Bird met als doel cliënten te helpen weer zo gezond mogelijk te worden. Omdat elke behandeling volledig op maat wordt uitgedokterd, is er slechts plek voor één persoon of koppel tegelijk. De behandeling bestaat uit gezondheidscoaching en verschillende detox- en ‘verjongingskuren’. Connell begon de dag hier gewoonlijk met een vers groentesapje, meditatie en een stevige strandwandeling. Daarna was er tijd voor een workshop over ‘raw food’ en een individuele yogasessie. De lunch en de avondmaaltijd waren natuurlijk bereid met veganistische, rauwe ingrediënten. Daarnaast onderging Connell een darmspoeling, infraroodsaunasessies en reiki-handoplegging. ‘Ik dacht altijd dat ik redelijk gezond was, maar mijn verblijf hier opende mijn ogen,’ vertelt Connell. ‘Wat ik hier heb geleerd, heeft de basis gelegd voor mijn eigen veganistische raw-fooddieet en gezondheidsrituelen.’ EEN ACTIEPLAN Eenmaal weer thuis stelde hij op basis van de opgedane kennis een plan op om weer gezond te worden. Hij kocht een sapcentrifuge en dronk voortaan dagelijks meerdere groene sapjes. Ook schrapte hij vlees, zuivel, suikers en bewerkte voedingsmiddelen van het menu. Hij ging volledig over op een rauw, veganistisch en biologisch dieet. ‘Het was in het begin zwaar,’ herinnert hij zich, ‘maar het voelde fantastisch om de controle over mijn lichaam weer terug te krijgen.’ Ook zijn dochtertje doet inmiddels mee. ‘Ze vindt het geweldig om samen met mij sapjes te maken. Het hoort nu bij ons ochtendritueel.’ Connell veranderde niet alleen zijn eetgewoonten, hij begon ook met yoga, een keer per week. Daarnaast onderging hij regelmatig darmspoelingen, onder andere koffieklysma’s (een darmspoeling met biologische koffie), infraroodsaunasessies en zuurstofbehandelingen. Het doel van dit alles was om het lichaam te
ontgiften om zo een ‘vijandige omgeving te creëren voor de kanker,’ legt hij uit. Ook ging hij langs bij dokter Patrick Kingsley, van wie hij had gehoord dat hij vele kankerpatiënten heeft geholpen via natuurlijke en holistische behandelmethoden (zie het artikel ‘Eerste hulp bij kanker’ in de uitgave van Medisch Dossier van oktober 2014). Kingsley adviseerde verschillende supplementen om Connells immuunsysteem een oppepper te geven, waaronder MGN-3: een natuurlijk supplement dat wordt gemaakt door rijstzemelen te laten afbreken door enzymen van de shiitakepaddenstoel. Kingsley adviseerde ook liposomale vitamine C: vitamine C ‘verpakt’ in vetbolletjes, zodat ons lichaam het beter kan opnemen. (Zonder die ‘inkapseling’ wordt een groot deel van dit in water oplosbare vitamine uitgescheiden.) ELK JAAR IS ER ÉÉN Na ongeveer drie maanden voelde Connell zich al een stuk beter. Dat kwam ongetwijfeld ook voor een groot deel doordat het medicijn sunitinib uit zijn lichaam was verdwenen. Al snel kon hij weer hardlopen, wat hij altijd graag had gedaan voordat hij kanker kreeg. Hij kon steeds langere afstanden lopen en zijn herstel verliep volgens een stijgende lijn. Zijn oncoloog stond nog het meest versteld van de drastische verbetering van Connells gezondheid. Hij had Connell eerder verteld dat zijn kanker dodelijk was en dat zijn dagen geteld waren. Hoewel de tumor in zijn nier en kort daarna een uitzaaiing in zijn hoofdhuid succesvol waren verwijderd, was de prognose vanaf het begin niet goed. Volgens het Britse kankeronderzoekscentrum (Cancer Research UK) overleeft slechts 5 procent van de mensen met uitgezaaide nierkanker (stadium IV) de eerste vijf jaar na de diagnose. Connell heeft die grens van vijf jaar nog niet bereikt en hij wil zeker niet te vroeg juichen, maar hij is al meer dan twee jaar tumorvrij. Dat is gebleken uit regelmatige scans. ‘In maart heb ik mijn volgende scan. Als ik dan schoon ben, ben ik al vier jaar verder sinds ik de diagnose kanker kreeg,’ zegt Connell. ‘Hoe langer het geleden is, hoe kleiner de kans dat de kanker terugkomt.’ IETS TERUGDOEN Hoewel hij dus nog niet uit de gevarenzone is, is hij ontzettend positief en voelt hij zich beter dan ooit. Hij is zo overtuigd geraakt van zijn nieuwe manier van eten dat hij inmiddels een studie voedingstherapie volgt aan het College voor Natuurgeneeskunde in Birmingham. Hij wil graag meer weten over de wetenschap erachter, zodat hij straks anderen kan helpen. Hij heeft zelfs een stichting opgericht: de
13
14
MEDISCH DOSSIER | OKTOBER 2017
|||ALTERNATIEVEN|||
Connells plan tegen kanker DIEET EN LEEFSTIJL • Een veganistisch dieet van rauwe voeding, zonder geraffineerde suikers en bewerkte voedingsmiddelen • Elke ochtend een glas sap van tarwegras • Meerdere keren per dag versgeperste groentesappen • Veel gefilterd water drinken • Bewegen: dagelijks hardlopen en een keer per week yoga ALTERNATIEVE BEHANDELINGEN • Een keer per week een infraroodsaunasessie • Een keer per halfjaar een darmspoeling, bijvoorbeeld met biologische koffie (koffieklysma) • Een keer per maand een zuurstofbehandeling SUPPLEMENTEN • Multivitaminen en mineralen • Liposomale vitamine C • Probiotica (levende bacteriën) • Biologische lijnzaadolie • MGN-3 • Vitamine D CONNELLS GROENE SAP VOOR BEGINNERS: 1 komkommer 3 stengels bleekselderij 1 citroen 3 boerenkoolbladeren 1 groene appel 1 theelepel spirulina Een handjevol verse spinazie Meng alle ingrediënten samen in een sapcentrifuge en drink het direct op.
Savourlife Charity. Hiermee zamelt hij geld in voor voedings- en sapcursussen voor kankerpatiënten, en voor testen en onderzoeken die niet beschikbaar zijn via de Britse Nationale Gezondheidsdienst (NHS). Dat was ook de reden dat hij zich inschreef voor de halve marathon van Nottingham. Hij wilde daarmee vijfhonderd pond ophalen, maar uiteindelijk werd dat bedrag zeven keer zo veel. Als hij terugdenkt aan zijn oude gewoonten, vindt Connell het niet gek dat hij ziek werd. ‘Ik at bijna geen groenten en fruit, maar wel veel suikers en bewerkte voedingsmiddelen.’ Nu ziet hij zichzelf als een echte ‘vegan hippie’, en daar is hij trots op! IN DE BAN VAN RAUW Het plan van Connell lijkt erg op het Gerson-dieet. Dit vegetarische dieet bestaat uit het eten en drinken van rauwe voedingsmiddelen. Het is een van de bekendste alternatieve behandelingen van kanker. Dokter Max Gerson ontwikkelde het dieet in eerste instantie om zijn migraine te behandelen. Hij at vetarm, zoutvrij, biologische groenten en fruit en geen
vlees. Daarnaast dronk hij om het uur een versgeperst sapje, in totaal dertien per dag. Dokter Gerson adviseerde ook voedingssupplementen en koffieklysma’s. De gedachte achter het Gerson-dieet is dat kanker een ziekte is van het hele organisme. En dat kanker het resultaat is van verschillende schadelijke factoren die samen de stofwisseling aantasten. Een kankergezwel is slechts een symptoom hiervan. Het doel van deze behandeling is om de stofwisseling te herstellen en het immuunsysteem te versterken door middel van detoxkuren. Er zijn geen gerandomiseerde klinische onderzoeken met controlegroepen gedaan (dé ‘gouden standaard’ in het wetenschappelijk onderzoek) naar het effect van het Gerson-dieet op kanker. Wel zijn er retrospectieve (achteraf) analyses van individuele gevallen gepubliceerd. Gerson zelf schreef het boek A Cancer Therapy: Results of Fifty Cases & The Cure of Advanced Cancer by Diet Therapy (The Gerson Institute, 1958), over gevallen van verschillende soorten kanker waarbij zijn dieet succes had. Ook verschenen enkele artikelen van zijn hand in wetenschappelijke tijdschriften. Het Amerikaanse kankerinstituut NCI vond na een analyse van de beschikbare ziektegevallen in 1959 echter geen bewijs dat het dieet werkt. Toch wijst ditzelfde instituut in een recent overzicht van het Gerson-dieet op de volgende veelbelovende onderzoeken: • In 1990 werd in Oostenrijk een dieet onderzocht dat lijkt op het Gerson-dieet. De kankerpatiënten volgden dit dieet naast de standaardbehandeling. De onderzoekers concludeerden dat ‘patiënten mede door het dieet langer leefden dan gewoonlijk en minder bijwerkingen hadden.’1 • In 1995 voerde de Gerson Research Organization een retrospectief onderzoek uit onder patiënten met melanoom (een vorm van huidkanker) die het Gerson-dieet hadden gevolgd. Daaruit bleek dat de onderzochte patiënten met melanoom stadium III of IV langer leefden dan meestal het geval is bij patiënten met een dergelijke ernstige vorm van kanker. (Deze typen melanoom zijn het lastigst te behandelen, omdat de tumoren zich hebben verspreid naar de lymfeklieren en verder.)1 • In een casestudy van zes patiënten met uitgezaaide kanker die het Gerson-dieet volgden of hadden gevolgd, bleek dat ‘deze patiënten in zekere mate zowel lichamelijk als psychisch baat hadden van de kuur.’2 Als u overweegt om het Gerson-dieet of een ander soortgelijk dieet tegen kanker te volgen, laat u dan eerst adviseren door uw arts of een andere gekwalificeerde deskundige.
1 www.ncbi.nil.nih.gov/books 2 Integr Cancer Ther, 2007; 6: 80-8
|||UITGELICHT|| ||||DOOR:|BRYAN|HUBBARD|
MEDISCH DOSSIER | OKTOBER 2017
Het grote cholesterolbedrog Rond het zestigste levensjaar beginnen veel mensen cholesterolverlagers te slikken. Maar uit nieuw onderzoek blijkt dat we met deze medicijnen hooguit vier dagen langer leven.
S
tatines, beter bekend als cholesterolverlagers, zijn de bestverkochte medicijnen ter wereld. Ze zijn ontwikkeld om het gehalte aan ‘slecht’ cholesterol, het zogeheten LDL of low density lipoproteïne-cholesterol in ons bloed te verlagen. Dat is het spul waarvan onze aderen verstopt raken en dat hart- en vaatziekten veroorzaakt. Daarom worden statines vaak als levensreddende medicijnen beschouwd. Ze zijn een schoolvoorbeeld van medicijnen die voor alle zekerheid gegeven worden, zelfs aan gezonde mensen die een bepaalde leeftijd bereiken. Het Britse NICE, een instituut dat de kosteneffectiviteit van medicijnen beoordeelt, schat dat als alle Britse mannen boven de 60 en vrouwen boven de 65 regelmatig statines zouden slikken, ze 50.000 levens per jaar kunnen redden. Vanwege deze gigantische winst worden Britse artsen aangemoedigd om alle zestigplussers statines voor te schrijven, of ze nu een verhoogd risico op hart- en vaatziekten hebben of niet. De kosten zijn enorm. De rekening voor dat massaal voorschrijven van statines loopt wereldwijd op tot zo’n 30 miljard euro per jaar. Maar als de medicijnen inderdaad zoveel levens besparen, zijn ze dat geld zeker waard. Maar klopt dat wel? De schattingen van het NICE over het aantal levens dat kan worden gespaard, lijken in strijd met het wetenschappelijk bewijs. Onderzoekers van verschillende instellingen in het Verenigd Koninkrijk schatten dat de medicijnen in hun land slechts 750 levens per jaar redden.1 Ze keken naar de sterftecijfers door coronaire hartziekten (CHZ: ziekte van de kransslagaders) in de periode van 2000 tot 2007, en zagen dat het cijfer met 38.000 gedaald was. Slechts 1800 daarvan konden direct in verband worden gebracht met het gebruik van statines. Het grootste deel van de daling was toe te schrijven aan veranderingen in leefstijl, zoals gezonder eten en meer bewegen.2 LEVENS REDDEN? Maar wat betekent het eigenlijk om levens te redden? Vreemd genoeg is de wetenschap daar niet duidelijk over. Vaak wordt een leven als ‘gered’ beschouwd als het met dat van iemand anders wordt vergeleken, meestal een deelnemer die het medicijn niet kreeg en die tijdens de trial overleed. Het is het soort statistisch gegoochel dat betekenis krijgt door de strakke logische
kaders van een wetenschappelijke studie, maar dat weinig met de werkelijkheid te maken heeft. Deense onderzoekers besloten dit schemerige en vage gebied eens nader onder de loep te nemen en deden een verrassende ontdekking. Ze zochten niet naar het aantal geredde levens, maar gebruikten een nauwkeuriger meetinstrument: hoeveel langer het gemiddeld duurde voordat iemand overleed. Met die definitie konden de onderzoekers precies nagaan met hoeveel tijd een leven werd verlengd: gemiddeld slechts drie tot vier dagen. Met andere woorden, bij mensen met hartproblemen die statines slikken verlengen deze medicijnenhet leven gemiddeld met vier dagen. De grootste winst in levensduur in de elf studies die de Denen analyseerden, bedroeg 27 dagen, en dat bij hartpatiënten die al langer dan vijf jaar statines slikten. Dus de patiënten met statines leefden nog geen maand langer dan patiënten zonder medicijnen.3 Dit zeer bescheiden voordeel bleek ook uit andere onderzoeken. In een literatuurstudie daalde het sterfterisico van hartpatiënten die vijf jaar lang statines slikten slechts met 1,2 procent.4 Maar dat voordeel verdwijnt bij mensen die geen hartaandoening hebben. Mensen die minder dan 20 procent kans hebben binnen tien jaar een hartaandoening te ontwikkelen, hebben absoluut geen baat bij het slikken van een statine. Dat bleek uit een grote onderzoeksanalyse van de Cochrane Collaboration: een internationale, onafhankelijke organisatie die medicijnstudies analyseert.5 ZIN IN EEN PLACEBO? Als statines niet helpen om langer te leven, beschermen ze ons dan misschien wel tegen een hartaanval of beroerte, waardoor we verzwakt kunnen raken of die onze kwaliteit van leven verlaagt? Ook hiervoor is het bewijs mager: statines verminderen de kans op een hartinfarct of beroerte zonder dodelijke afloop bij mensen die de eerste tien jaar een laag risico (namelijk minder dan 10 procent) hebben op hart- en vaatziekten met maar 0,7 procent.5 De medicijnen werken niet beter dan een placebo, aldus onderzoekers van de Cambridge Universiteit, die elf studies naar statines onder de loep namen. Daarbij waren 65.000 mensen betrokken, van wie de helft statines slikte. Inderdaad, degenen zonder statines hadden een hogere LDL-cholesterolspiegel. Maar in beide groepen overleden in de vier jaar die de stu-
15
16 16
MEDISCH DOSSIER | OKTOBER 2017
|||UITGELICHT||| Cholesterol: hoeveel is gezond?
7mmol/L
Dit was 20 jaar geleden een ‘gezonde’ score
Net zoals mensen vaak precies weten hoe hoog hun bloeddruk is, kennen ze ook hun cholesterolgehalte. Een waarde onder 5 mmol/l wordt als gezond beschouwd. Artsen zien het liefst dat ons LDL-cholesterol onder de 2,5 mmol/l blijft, en dat het ‘goede’ cholesterol HDL stijgt. In Nederland krijgen mensen met een LDL hoger dan 2,5 mmol/l en een verhoogde kans op hart- en vaatziekten een statine voorgeschreven. Maar wat een gezonde cholesterolwaarde is, lijkt nogal aan mode onderhevig. Twintig jaar geleden was 7 mmol/l nog een gezonde waarde; tien jaar terug werd die verlaagd naar 6,5 en nu is dus 5 mmol/l pas gezond.5 De voorspelling is dat de gezonde score binnenkort 4 mmol/l zal zijn: op dit moment de ideale waarde voor iemand die een hartinfarct heeft gehad. Cardiologen denken dat over tien jaar slechts 2,5 mmol/l als gezond zal worden beschouwd.
5mmol/L
Een waarde hieronder wordt als ‘gezond’ beschouwd
4mmol/L
Wordt een waarde hieronder binnenkort pas als gezond beschouwd?
2,5 mmol/L
Bij een hogere waarde krijgt u medicijnen voorgeschreven
die duurde ongeveer evenveel mensen. Dus hart- en vaatziekten kunnen niet alleen gerelateerd worden aan het gehalte ‘slecht’ cholesterol en de behandeling met statines.6 Twee onderzoekers van het Ierse University College in Galway trokken een gelijksoortige conclusie toen ze 55 eerder gepubliceerde studies analyseerden. Ze zagen geen voordelen, maar ontdekten dat mensen die statines slikken helemaal niet langer leven en net zoveel kans hebben een hartziekte te ontwikkelen als degenen zonder statines. Sterker nog: vrouwen, diabetici en jonge mensen die statines slikken, hebben zelfs meer kans op een hartziekte.7 Dat statines het risico op hartziekte en overlijden zelfs kunnen verhogen, kwam aan het licht in de Illuminate-trial: een studie die snel gestopt werd toen bleek dat deelnemers door statinegebruik plotseling overleden of kanker kregen.8 MET GELD IS ALLES TE KOOP Hoe kan het dan dat gezondheidsinstanties over de hele wereld, zoals het Britse NICE, zo positief zijn over de voordelen van statines? De studies die de basis vormen voor hun volksgezondheidsbeleid zijn allemaal gefinancierd door medicijnenfabrikanten. Die hebben er direct belang bij dat de uitkomsten van zo’n studie positief zijn. Om het nog duidelijker te zeggen: farmaceutische bedrijven gebruiken ‘statistische misleiding’ om de voordelen van statines te overdrijven en de risico’s af te zwakken. Dat zeggen twee onderzoekers, die schatten dat slechts één procent van de bevolking baat heeft bij de medicijnen. Onderzoekers David Diamond van het Veterans Hospital in Florida en onafhankelijk onderzoeker Uffe Ravnskov hielden de data van een van de grootste onderzoeken naar statines tegen het licht. Ze moesten concluderen dat er misleidende cijfers waren gebruikt om de illusie te wekken dat statines een wondermiddel zijn. In werkelijkheid worden de bescheiden voordelen echter ruimschoots teniet gedaan door ‘de tal-
MEDISCH DOSSIER | OKTOBER 2017
Slechte voeding is waarschijnlijk de belangrijkste oorzaak van hart- en vaatziekten, op de voet gevolgd door roken en een inactieve leefstijl
loze bijwerkingen van een behandeling met statines’.9 In het Verenigd Koninkrijk werd de beslissing van het NICE om het voorschrijven van statines uit te breiden, deels beïnvloed door de Cholesterol Treatment Trialists Collaboration (CTT), die – zoals later bleek – veel geld ontving van farmaceutische bedrijven. Zo had Merck, een van de grootste fabrikanten van statines, 253 miljoen euro gedoneerd. Toen onafhankelijke onderzoekers zoals Cochrane dezelfde gegevens opnieuw analyseerden, bleken de genoemde voordelen niet te bestaan. Zij telden namelijk de gegevens van 36 procent van de deelnemers mee, van wie de gegevens door de CTT waren weggelaten omdat ze in eerdere trials bijwerkingen hadden gehad: hun gegevens zouden namelijk het evenwicht tussen de voor- en nadelen hebben verstoord en een minder gunstig beeld van het medicijn simvastatine hebben gegeven.10 Mensen die statines slikken merken vaak ongewenste effecten en bijwerkingen. Uit een Amerikaans bevolkingsonderzoek bleek dat de helft van de mensen die statines slikt binnen een jaar weer stopt. Van hen geeft 62 procent als reden daarvoor bijwerkingen als spierzwakte, gewrichtspijn, misselijkheid en ‘hersenmist’ op.11 Alleen mensen die al een hartziekte hebben kunnen een kleine verbetering ondervinden door het gebruik van statines. Maar zij zouden evenveel – of misschien meer – baat hebben bij een gezonder dieet. Er is geen enkel onafhankelijk onderzoek dat erop wijst dat anderen baat hebben bij het slikken van ’s werelds best verkochte medicijn.
Eet gewoon gezond Gezond eten en regelmatig bewegen voorkomt zes keer zoveel sterfte door hart- en vaatziekten als statines doen. Als statines in het Verenigd Koninkrijk 750 levens per jaar redden, zoals Britse onderzoekers zeggen (zie hoofdtekst), dan zou een gezonde leefstijl weleens 4600 levens kunnen redden. Dat komt doordat 80 procent van de hart- en vaatziekten wordt veroorzaakt door leefstijlfactoren als ongezonde voeding, roken, te veel alcohol en een gebrek aan lichaamsbeweging.1 Ongezonde voeding lijkt de voornaamste oorzaak van hartziekte te zijn en omgekeerd biedt gezond eten de beste bescherming. Bij gezonde mensen heeft het eten van een appel per dag hetzelfde beschermende effect tegen een hartinfarct als een statine.1 En een mediterraan dieet, met name als het wordt aangevuld met 30 gram noten of 4 eetlepels extra vierge olijfolie per dag, kan de kans op een hartinfarct of beroerte met een derde verminderen.2 Wat het extra interessant maakt, is dat deze verminderde risico’s zelfs gelden voor mensen met een verhoogd LDL-cholesterol (de slechte variant). Veel belangrijker voor het voorkomen van hartziekte is de hoeveelheid alfalinoleenzuur, polyfenolen en omega 3-vetzuren, die allemaal voornamelijk in groenten en fruit zitten.3 ‘Als we alleen focussen op het verlagen van het LDL, als doel op zich, kon dat weleens contraproductief zijn. Waarschijnlijk is insulineresistentie de belangrijkste factor voor ziekte van de kransslagaders,’ aldus cardioloog Aseem Malhotra van het Engelse Frimley Park Ziekenhuis.4 1 2 3 4
BMJ, 2013; 347: f7267 N Engl J Med, 2013; 368: 1279-90 Cardiovasc Ther, 2010; 28: 227-35 BMC Med, 2016; 14: 4
Negatieve emoties Slechte voeding is waarschijnlijk de belangrijkste oorzaak van hart- en vaatziekten, op de voet gevolgd door roken en een inactieve leefstijl. Maar is er misschien nog een oorzaak? Malcolm Kendrick, auteur van The great cholesterol con, denkt dat stress en isolement twee onbekende oorzaken zijn, die toenemen als het aantal kerngezinnen minder wordt. Hoewel stress een nuttig mechanisme is om problemen aan te kunnen, kan het tot hartziekte leiden als we ons machteloos voelen en geen uitweg zien. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij langdurige geldzorgen, een intimiderende leidinggevende of voortdurende discriminerende beledigingen, aldus Kendrick.
1 www.telegraph.co.uk/news/science/science-news/11363785/
Statins-save-fewer-lives-than-exercising-and-eating-sensibly say-scientists.html 2 BMJ Open, 2015; 5: e006070 3 BMJ Open, 2015; 5: e007118 4 www.thennt.com/nnt/statins-for-heart-disease-prevention without-prior-heart-disease/ 5 BMJ, 2013; 347: f6123 6 Arch Intern Med, 2010; 170: 1024-31 7 Open J Endocr Metab Dis, 2013; 3: 179-85 8 J Lipid Res, 2012; 53: 2436-42 9 Expert Rev Clin Pharmacol, 2015; 8: 201-10 10 Lancet, 2002; 360: 7-22 11 www.statinusage.com/Pages/key-findings-and-implications.aspxn Exp Res, 1991; 15: 978–81
17
18
MEDISCH DOSSIER | OKTOBER 2017
|||UITGELICHT||| ||||DOOR:|BRYAN|HUBBARD|||
MAAR VACCINS ZIJN TOCH VEILIG? In het debat over de veiligheid van vaccinatie bij kinderen gaat het meestal over autisme dat zou worden veroorzaakt door vaccinatie. Drie nieuwe studies wijzen uit dat er meer nadelen aan vaccins kleven.
D
e controverse rond de Britse maagdarmspecialist Andrew Wakefield en zijn suggestie dat het BMR-vaccin (bof-mazelenrode hond) autisme kan veroorzaken, heeft jarenlang het debat over de veiligheid van vaccinatie in het algemeen overheerst. Nu Wakefields onderzoek – en daarmee Wakefield zelf – in twijfel is getrokken, achten zijn critici de veiligheid van vaccins bewezen. Tegelijk houden zijn medestanders vol dat de waarheid wordt verzwegen, en dat vaccins wel degelijk autisme kunnen veroorzaken. Gezondheidsinstanties overal ter wereld stellen ouders gerust: de vaccinatie van hun kinderen is volkomen veilig. Toch zijn er dit jaar drie studies gepubliceerd die daar vraagtekens bij plaatsen. Uit deze studies blijkt dat de ‘anti-vaccingelovigen’ of ‘complotdenkers’, zoals Wakefields aanhangers onder andere genoemd worden, misschien wel een punt hebben. Vaccins blijken toch niet helemaal veilig te zijn. Uit een van die nieuwe studies kwam naar voren dat er een verband is tussen vaccins en allerlei ‘neuropsychiatrische aandoeningen’. Autisme komt niet op die lijst voor, maar wel bijvoorbeeld depressie, bipolaire stoornis en ADHD. Uit een andere studie bleek dat het DKTP-vaccin (difterie-kinkhoest-tetanus-polio) onder Afrikaanse kinderen die in de jaren tachtig zijn ingeënt, het sterfterisico had verhoogd. De derde studie verklaart waarom vaccinaties gevaarlijker zijn dan fabrikanten en gezondheidsinstanties denken: tijdens het productieproces komen er microscopisch kleine verontreinigingen in de vaccins terecht. Het is bepaald geen nieuws dat vaccins niet volkomen veilig zijn. In
2011 verklaarde een Amerikaans instituut (nu de Nationale Academie voor Geneeskunde genaamd) dat ‘vaccins niet zonder bijwerkingen of nadelige effecten zijn’.1 Bovendien zijn er over de hele wereld 29 overheden die aansprakelijkheid hebben aanvaard voor eventuele schade als gevolg van hun vaccinatieprogramma. Ze hebben speciaal daarvoor compensatiestelsels in het leven geroepen. De VS heeft sinds 1988 al 3,5 miljard dollar aan schadevergoedingen uitgekeerd voor 16.616 gevallen van schade en 1219 sterfgevallen door vaccins. In meer dan 1300 van de schadegevallen gaat het om hersenschade. EEN OVERBELAST IMMUUNSYSTEEM? Onderzoekers van de medische faculteit van de staatsuniversiteit van Pennsylvania denken dat vaccins het nog niet volgroeide immuunsysteem van een kind verstoren. Dat immuunsysteem is van groot belang voor de gezonde ontwikkeling van de hersenen. Ze wijzen erop dat het vaccin tegen de Mexicaanse griep (H1N1) in 2009 voor een plotselinge stijging zorgde in het aantal gevallen van narcolepsie: een auto-immuunziekte met overdag onbedwingbare slaapaanvallen. Elk verband tussen het BMR-vaccin en autisme is ‘overtuigend weerlegd’. Maar volgens de onderzoekers kan dit niet worden gezegd van het verband tussen diverse vaccins en allerlei neuropsychiatrische aandoeningen, zoals OCD (dwangneurose), anorexia, angststoornissen, tics (zenuwtrekken), ADHD, depressie en bipolaire stoornis.2 De onderzoekers gebruikten een database van zorgdeclaraties van ongeveer 56 miljoen mensen. Ze zochten naar kinderen van 6 tot 15 jaar oud, bij wie tussen 2002 en 2007 een neuropsychiatrische aandoening werd
vastgesteld. Als controlegroep gebruikten ze kinderen die in die periode een botbreuk of open wond opliepen: aandoeningen die duidelijk niet door een vaccin veroorzaakt kunnen zijn. Ze ontdekten dat kinderen met anorexia in de drie maanden voor hun diagnose bijna twee keer zo vaak een vaccinatie hadden gehad. En de vaccins tegen hepatitis en meningitis (lever- en hersenvliesontsteking) gaven een bijna anderhalf keer zo grote kans op OCD, anorexia en tics. Maar hoewel de problemen kort na de vaccinatie ontstonden, zeggen de onderzoekers dat dit niet automatisch betekent dat het vaccin de oorzaak was. STERFTE IN AFRIKA Andere onderzoekers zijn minder terughoudend. Een team van het Bandim Gezondheidsproject, dat in de jaren tachtig kinderen in Guinee-Bissau vaccineerde, ontdekte jaren later dat het sterftecijfer onder de kinderen die het DKT-vaccin hadden gekregen ongeveer vijf keer zo hoog lag.3 De kinderen, die tussen de drie en vijf maanden oud waren ten tijde van de vaccinatie, waren officieel een natuurlijke dood gestorven. Maar de onderzoekers vermoeden dat het vaccin de kinderen vatbaarder heeft gemaakt voor andere infecties die niet samenhingen met de ziekten waartegen ze werden ingeënt. Het wrange is dat de kinderen die niet gevaccineerd waren omdat ze zwakker, zieker of ondervoed waren, juist níet vroegtijdig zijn overleden. Dat versterkt het vermoeden dat de sterfte aan het vaccin lag. Andere studies in Afrika hadden gelijksoortige uitkomsten. In één ervan bleken in Congo meer kinderen te overlijden die het BMR-vaccin hadden gehad. Deze uitkomsten zijn bevestigd door grotere studies onder bevolkingsgroepen, en door pre-poststudies in een aantal landen (een vergelijking van de score voor en na een behandeling). Voor het Bandimproject werden zorgverleners gezocht vanwege het alarmerende sterftecijfer in de regio: de helft van de kinderen overleed er aan ondervoeding. Onderdeel van het project was de vaccinatie van alleen díe kinderen die daar sterk genoeg voor leken: van de 1057 kinderen in het project kreeg 55 procent het DKT-vaccin. Sommige kinderen kregen bovendien een oraal poliovaccin.
MEDISCH DOSSIER | OKTOBER 2017
Is vaccinatie veilig?
Het poliovaccin lijkt een zeker beschermend effect te hebben gehad. Maar de kinderen die beide vaccins ontvingen, hadden meer dan twee keer zoveel kans te overlijden. ‘Al het huidig beschikbare bewijs duidt erop dat er meer kinderen doodgaan aan een oorzaak die samenhangt met het DKTvaccin, dan dat er kinderen door worden gered van difterie, tetanus of kinkhoest,’ concluderen de onderzoekers. VERONTREINIGING ONTDEKT Het dodelijk effect van vaccins zou ook kunnen komen door de verontreiniging tijdens het productieproces. Toen onderzoekers een speciale elektronenmicroscoop met röntgenstralen gebruikten om 44 soorten vaccins te onderzoeken die in Italiaanse en Franse fabrieken werden geproduceerd, bleken die op één na allemaal verontreinigd. Sommige vaccins bevatten slechts één verontreinigende stof, maar in andere – waaronder Fluarix, het griepvaccin van GlaxoSmithKline en het BMR-vaccin van Sanofi – zaten wel elf anorganische deeltjes. Onderzoekers van de Italiaanse Nationale Raad van Onderzoek denken dat zo’n verontreiniging moet zijn ontstaan tijdens de bewerkings- of filteringsfase.4 Deze deeltjes zijn niet biocompatibel – dat betekent dat ze ‘lichaams-
vreemd’ zijn – en ze zijn ook biologisch persistent: het lichaam kan ze niet afbreken. In veel gevallen zul je ze niet opmerken, behalve als ze een zwelling veroorzaken op de plek rond de inenting. Maar in zeldzame gevallen kunnen ze door het lichaam gaan zwerven en in organen achterblijven. De verontreiniging kan verklaren waarom sommige mensen bijna direct na de vaccinatie een reactie vertonen, terwijl anderen zeggen dat het een paar weken duurde voordat er iets gebeurde. In sommige gevallen komen de deeltjes in de hersenen terecht, wat voor neurologische reacties kan zorgen. Dat kan het grote aantal koortsstuipen verklaren: epilepsie-achtige trekkingen bij iemand met hoge koorts. Onderzoekers van Cochrane, een wereldwijde onafhankelijke medische onderzoeksorganisatie, maakten hier melding van toen ze de veiligheid van het BMR-vaccin onder de loep namen. Hoewel zulke stuipen veel voorkomen bij kinderen, bleken ze vier keer zo vaak voor te komen bij kinderen tussen de 12 en 23 maanden, en bijna zes keer zo vaak bij kinderen van 12 tot 35 maanden in de 6 tot 11 dagen na hun vaccinatie.5 En wat nog zorgwekkender is: de Cochrane-onderzoekers, die studies bekeken waarbij bijna 15 miljoen kin-
Kort nadat het vaccin tegen difterie, tetanus en acellulaire kinkhoest door klinische studies veilig werd bevonden, meldden ouders bijwerkingen die hun kinderen ondervonden. De negatieve reacties waren onder meer: • ITP, immuuntrombocytopenie. Dat is een immuunziekte waarbij er te veel bloedplaatjes worden afgebroken, waardoor iemand snel blauwe plekken heeft en bloedt; • wiegendood; • anafylactische oftewel ernstige en soms fatale allergische reacties; • cellulitis: ontsteking van onderhuids bindweefsel; • autisme; • stuipen of een ernstige epileptische aanval (tonisch-klonisch insult); • encefalopathie: ziekte, schade of verstoorde functie van de hersenen; • hypotonie: verlaagde spierspanning; • neuropathie: zenuwpijn; • slaperigheid; • apneu: tijdelijke ademstilstand. Deze reacties staan allemaal in de bijsluiter. Toch zegt Sanofi Pasteur, de fabrikant van het vaccin, dat in grote studies deze reacties niet voorkwamen.
deren waren betrokken, ontdekten dat de kans op niet-infectieuze meningitis (een hersenvliesontsteking die niet door een bacterie wordt veroorzaakt) gemiddeld 14 keer zo hoog werd door de BMR-injectie. Sommige studies wijzen zelfs uit dat het risico 25 keer zo hoog is. Hoewel de meeste gevallen mild verlopen en snel genezen, zijn er ook ernstige en zelfs levensbedreigende gevallen bij. Dus als u iemand hoort beweren dat vaccinaties ‘veilig’ zijn voor kinderen – wat meestal betekent: nee hoor, ze veroorzaken geen autisme – dan weet u dat hij of zij in het gunstigste geval niet goed is geïnformeerd. 1 Institute of Medicine of the National Academies.
Adverse Effects of Vaccines, 2011; www.hrsa.gov/vaccinecompensation/resources/ adverseeffects.pdf 2 Front Psychiatry, 2017; 8: 3; doi: 10.3389/ fpsyt.2017.00003 3 EBioMedicine, 2017; 17: 192-8 4 Int J Vaccines Vaccin, 2017; 4: 00072; doi: 10.15406/ijvv.2017.04.00072 5 Cochrane Database Syst Rev, 2012; 2: CD004407
19
Help je mee de homeopathie in Nederland toegankelijk te houden?
Dat is nu harder nodig dan ooit, omdat door regelgeving steeds minder over homeopathie geschreven mag worden en er hierdoor steeds meer homeopathische middelen uit de winkels verdwijnen. Dankzij je lidmaatschap kunnen wij informatie verstrekken over homeopathie, investeren in wetenschappelijk onderzoek, in overleg treden met overheid en verzekeraars en heel veel andere acties inzetten om te bewerkstelligen dat de homeopathie een volwaardige positie in het Nederlandse zorgstelsel krijgt!
Word nu lid van de Vereniging Homeopathie voor € 39,95 per jaar en ontvang:
• • • •
4 x per jaar het Homeopathie Magazine; Korting op producten en diensten in vele webshops; Korting op de Gezond Leven zorgverzekering; Een tube Rescue Cream 30 g. en een handig pleisterblikje gevuld met pleisters t.w.v. € 18,90 cadeau!
JA, ik word lid van de Vereniging Homeopathie voor € 39,95 per jaar en ontvang een Rescue Eerste Hulppakket t.w.v. € 18,90 cadeau! Achternaam.................................................................................................... Dhr/Mw* Voorletter(s)*......................................................................... Adres*............................................................................................................... Postcode*...................... Plaats*................................................................. Email.................................................................................................................. Telefoon..................................... Geb.datum............................................. Handtekening*............................................................................................... * Verplicht in te vullen
Meer informatie? Bel 020-617 83 08 of kijk op www.vereniginghomeopathie.nl
Stuur deze bon naar: Vereniging Homeopathie, Antwoordnummer 16156, 1000 TE Amsterdam. MD