10 minute read

Goede hoop

Goede

THet woord optimisme vindt zijn oorsprong in het Latijn: optimum. Het is van oudsher het geloof in ‘de beste van alle mogelijke werelden’ te leven. Optimisme is van origine dus geen lichtvoetige grondhouding, maar een wereldbeschouwing.

Optimisten zagen elke tegenslag en onheilspellende stand van zaken in het verleden in het licht van deze uiteindelijk positieve toekomstverwachting.

hoop

Het lezen van en schrijven voor The Optimist doet voor mij echter eer aan de oorspronkelijke betekenis van het woord optimum: het geloof in een actieve bijdrage in en op weg naar een betere wereld voor onze kinderen en (achter)kleinkinderen. Optimisme en geloof zijn daarin voor mij onlosmakelijk met elkaar verbonden.

GELOOF, HOOP EN LIEFDE

‘De pessimist klaagt over de wind, de optimist verwacht dat het verandert. De realist past de zeilen aan’ stelde William George Ward. Graag zou ik eraan toevoegen: ‘De moralist reflecteert op de koers, het gebruik van duurzaam materiaal en de toegevoegde waarde van de reis aan mensheid en aarde’. Het zouden mooie deelgevers aan een (internationaal) samenwerkingsteam zijn. Maar wie of wat heeft dan de meeste invloed?

Want, is er een grens, een correlatie of wederkerige beïnvloeding tussen invloed hebben en bepaald worden? Tussen lotsbepaling en wilsbeschikking? En is naast het geloven, bijvoorbeeld geloof in de wetenschap, ook hoop een krachtige drijfveer? Een kracht, waarbij we ook het ‘niet weten’ durven te omarmen?

De woorden geloof, hoop en liefde zijn voor de meeste mensen wel bekend. Het zijn woorden, die OPTIMUM

afkomstig zijn uit de Bijbel. In 56 na Christus schreef Paulus aan de christelijke kerk in Korinthe een brief. In deze brief schrijft hij over de liefde. Hij zegt: ‘Ons resten geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde’.

Het thema liefde is ontegenzeglijk al sinds mensenheugenis een onuitputtelijke inspiratiebron voor literatuur, muziek en overige kunstvormen. In woord, geluid en beeld willen we uitdrukking geven aan onze wereld, wat we in liefde ervaren. Liefde lijkt onze cruciale levensbron. In liefde verbinden we ons met elkaar. Maar in een blinde, ‘vervormde liefde’ kunnen we soms ook onze geliefde(n) en idealen doorslaand beschermen, voor hen vechten en zijn we zelfs in staat....te doden. Dus tsja, wat is liefde?

Er zijn gelukkig vele, vele liefdevolle momenten in mijn leven geweest. Maar dat ene moment van ware liefde zal ik nooit vergeten. Zo’n ervaringsmoment, waar we in het Nederlands niet een woord voor hebben, dat de volledige lading dekt. De Duitsers hebben het wel: ‘verstehen’. In het Afrikaans is het ‘raaksien’.

Het was 2001. Mijn jongste zoontje Shaun was zeven jaar oud. We waren in Zuid-Afrika. Gedurende onze reis van drie maanden hadden we een reisgenoot: Sweety. Sweety was een klein landschildpadje, aangetroffen ‘op die grondpad in die Karoo’. Drie maanden lang werd Sweety gevoerd, gestreeld en gekust door mijn zoontje. Hij was ‘mal Tegenwoordig gebruiken we – in onze hedendaagse taal – optimisme vaak in een afgezwakte vorm: het geloven in een goede afloop.

oor die skilpaaie’. In onze auto reed hij mee in een doosje en ’s nachts sliep hij bij Shaun in de tent of slaapkamer. Er kwam echter een moment van niet te voorkomen afscheid, omdat we weer naar Nederland terug reisden. Mijn zoontje vroeg, staande op een uitgebreide vlakte, een moment van stilte. Hij bracht Sweety honderd meter verderop, zette het kleine diertje in het hoge gras en kuste hem zacht. Shaun stond op en holde, huilend naar mij toe. Halverwege stond hij stil en schreeuwde het uit van verdriet: ‘Ik kán het niet’ en hij holde weer terug. Na enkele minuten rende hij opnieuw naar me toe, Sweety achterlatend, en viel snikkend in mijn armen. ‘Mama, als ik écht van hem houd...dan, dan laat ik Sweety hier he?’ Ik streelde mijn zoontje door zijn haren en dacht: ‘jij weet wat liefde is’.

Ik geloof, dat liefde de bron van alles is: liefde voor mensen, dieren, planten, kunsten, moeder Aarde. In een diep besef, dat alles en iedereen met elkaar verbonden is, dat ik ontegenzeglijk onderdeel ben van een groter geheel.

Gedragswetenschappers zijn het er niet over eens, wat de allergrootste drijfveer in ons leven is: liefde of angst? Ik geloof, of wil graag geloven, dat het krachtiger is om de liefde te bedrijven, dan de angst te bestrijden. Ook wetende, dat alles wat we aandacht geven, groeit.

HOOP

Maar hoe zit het met dat wonderlijke fenomeen hoop? Zijn hoop, geloof en liefde te splitsen of is het een drie-eenheid en versterken ze elkaar? Kunnen we bijvoorbeeld liefde ervaren, hopen en nergens in geloven? Kunnen we geloven en hopen zonder liefde?

Mijn gedachten gaan uit naar de begrafenis van Nelson Mandela. Daar sprak de toenmalige president Zuma uit dat vanuit de Afrikaanse Ubuntu-filosofie het leven wordt gezien als de stroom van ons bestaan: Bron, Pijlers, Dragers en Baken. Deze circulaire ‘indeling’ omarm ik sindsdien van harte: De bron van liefde, van onuitputtelijke medemenselijkheid. De morele waarden als pijlers, vastgelegd in onze wet. Wij, de levenden, de levende doden en de nog niet geborenen als dragers en gelovers. En dan het baken, de stip op de horizon gevoed door hoop.

Zuid-Afrika. Hét land van hoop en verzoening. Een land, dat nog dagelijks vecht met het verleden, verscheurd door de apartheid en dus raciale ongelijkheid en diepgeworteld racisme. Maar zoals Stef Bos zo mooi zegt: ‘Een pessimist is iemand, die op te korte termijn naar de realiteit kijkt’. ‘In liefde

verbinden

we ons met elkaar.’

Steve Biko schreef in 1972: ‘De westerse wereld heeft veel bereikt door en na het industriële tijdperk, er zijn wereldmachten groot geworden door militaire strijd. Maar er komt een tijd, dat de wereld leert van Afrika: de wereld een menselijker gezicht geven!’

Kort daarna stierf Steve Biko, medestrijder en vriend van Nelson Mandela, gefolterd in zijn cel.

Zuid-Afrika, het land dat niet koos voor wraak en burgeroorlog. Mede door de kracht van invloedrijke en standvastige ‘gelovers in universele medemenselijkheid en verbondenheid met de aarde’, zoals Nelson Mandela en Desmond Tutu. Dat was de kern van het proces van The Commission of Truth. Nelson Mandela heeft bijna 28 jaar gevangen gezeten. Hij geloofde in zijn idealen en hij had hoop! Hoop, dat er een dag zou komen dat hij en zijn comrads vrij zouden komen. Hoop, geloof en liefde. Die liefde, die medemenselijkheid ervoer hij van zijn vrienden in de gevangenis, maar niet in de laatste plaats, en hoe uitzonderlijk is dat, van zijn gevangenbewaarder Christo Brand. Natuurlijk had Mandela zijn wanhoopmomenten, maar de kracht van hoop hield hem op de been. Want wat zou er met Madiba zijn gebeurd als hij gedurende zijn gevangenschap de hoop op overleven, vrijlating en het volbrengen van zijn missie voor zijn land en de wereld had opgegeven? Hij zou het niet overleefd hebben.

KAAP DE GOEDE HOOP

Zuid-Afrika, het land waar ooit Bartolomeus Dias in 1488 de zuidelijkste punt van Afrika wist te passeren op zoek naar een vaarroute naar India. Aangezien het er op dat moment vreselijk stormde gaf Dias de zuidelijke punt de naam ‘Cabo das Tormentas’, oftwel ‘Kaap der Stormen’. Na zijn terugkeer was het (vermoedelijk) de Portugese koning Joao II die de Kaap omdoopte naar ‘Cabo da Boa Esperanca’ ofwel ‘Kaap de Goede Hoop’, aangezien hij het ronden van de Kaap als een goede ontwikkeling zag in het vinden van een nieuwe vaarroute. In 1497 maakte de Portugees Vasco da Gama opnieuw melding van het passeren van de Kaap, maar ook hij besloot om er geen permanente nederzetting te vestigen.

Kaap de Goede Hoop kreeg en behield de kracht en symboliek van haar naam. Niet gericht op het huidige probleem van ‘de stormen’, maar

gericht op de hoop, de kwaliteit van de verversingsplaats en de kracht van toekomstperspectief: het baken India!

HOOP EN PERSPECTIEF

Hoop is de onzekere verwachting dat een bepaalde gewenste gebeurtenis zal plaatsvinden. Hoop kan passief zijn, zoals een wens, maar ook actief. In het laatste geval wordt de kans op de gewenste gebeurtenis vergroot door persoonlijke inspanningen. Telkens lijkt het om drie elkaar beïnvloedende componenten te gaan: willen, kunnen en omstandigheden. Het kunnen feiten dan wel overtuigingen zijn, die bepalend dan wel van invloed zijn op de hoop.

In onze samenleving wordt binnen organisaties veelal nadruk gelegd op marktonderzoek (omstandigheden), visie (toekomst), competentiemanagement (kunnen) en op individueel niveau loopbaancoaching met carrièreperspectief. Een van mijn favoriete ‘managementboeken’ met het licht op bovenstaande thema’s is het kinderboek Pluk van de Petteflet van Annie M.G. Schmidt. Specifiek die ene anekdote, waarin zij de impact van onze overtuigingen én de kracht van hoop op perspectief zo schitterend heeft belicht: Pluk wil de zeldzame vogel de Krullevaar redden uit de handen van de commerciële museumdirecteur en bedenkt dat de Krullevaar kan vliegen (competentie), dus wegvliegen. Als hij kan wegvliegen is hij vrij. Maar de Krullevaar heeft ondanks zijn inzicht en

talent belemmerende overtuigingen, zoals zijn eenzaamheid. Maar de grootste blokkade komt aan het licht als hij zich realiseert: ‘Ik weet niet waarheen’. Kortom, zonder perspectief en hoop komt niemand tot actie en kan geen talent floreren.

POSTCORONA EN HOOP

Corona, de wereld lijkt in de ban van het grensoverschrijdende virus en daarmee gepaard gaande duivelse dilemma’s, standpunten en keu zes. Onze politici, virologen, economen, zorgverleners, artsen en wij als burgers in ‘andere functies’ moeten continu beslissingen nemen tussen ogenschijnlijk meervoudig tegenstrijdige waarden. Tussen acuut en langere termijn, privacy en gezondheid, totale controle of burgerschap. En op grotere schaal, zoals Harari stelt: tussen nationale isolatie of mondiale solidariteit?

Is angst een slechte raadgever of brengt het ons de juist realistische alertheid, voorzichtigheid en zorgvuldigheid, die nu zo hard nodig zijn? Grenst optimisme hier aan naïviteit? Wat te doen en hoe het verloop zal zijn... we weten het niet, om met de woorden van Roel Coutinho te spreken.

Ook ik ben ongerust en weet ‘het’ niet. En bij niet weten resteert hoop, geloof en vertrouwen. En ja, ik heb vertrouwen in zoveel goeds – ik neem hierbij de verantwoordelijkheid van mijn eigen subjectieve morele kompas – wat ik nu, ten tijde van de coronacrisis, om me heen zie gebeuren. Het sterkt mijn hoop op een optimum, een ‘betere’ wereld: • Een wereld, waarin regeringsleiders de wetenschap als leidraad ter harte nemen in plaats van de vrijheid van meningsuiting van populistische manipulators. Een wereld, waarin primair waarde wordt gehecht aan feiten, vertrouwen wordt geschonken aan experts van het ‘weten’ en fake news wordt bestempeld met het etiket van ‘onverantwoordelijk’. • Een wereld, waarin we ons allemaal bewust worden van de onlosmakelijke verbondenheid met elkaar en met de aarde. Dat zorgen voor de ander zorgen voor jezelf is! Dat we zelf meer zorgen voor onze naasten in plaats van ‘geïnstitutionaliseerde zorginstellingen’ ter discussie stellen. ‘Bij niet weten resteert hoop, geloof en vertrouwen.’ Dat we vanuit dit éénheidsbesef de waarden van saamhorigheid, gelijkheid en solidariteit omarmen en de autonomie en vrijheid, vanuit het perspectief van diversiteit, respecteren en inzetten als kracht voor een sterker samen. • Een wereld met de garantie van een basisinkomen voor iedereen. Niet enkel vanuit een gefragmenteerd economisch oogpunt, maar vanuit een grondbeginsel en mensbeeld van vertrouwen, solidariteit en zorgzaamheid. Vanuit de overtuiging dat ‘de meeste mensen deugen’ en van betekenis willen zijn indien ze erkenning krijgen. Dat we allemaal willen bijdragen aan een groter geheel, waar we zelf onderdeel van zijn. • Een wereld, waarin een gratis volksvaccin voor iedereen op ‘de markt’ komt. Patentvrij, zonder monopolies, rauwe concurrentie en kortzichtig nationalisme. • Een voetbalwereld, die bereid is ‘zonder publiek’ te spelen en daarmee voor het publiek speelt in plaats van voor het grote geld. • Een wereld , waarin de politiek partij- en grensoverstijgend gaat samenwerken met het oog op cruciale mondiale vraagstukken zoals de vluchtelingenproblematiek en het klimaat. Dat onze regeringsleiders en andere ‘significant others’ en besluitvormers daarmee voorbeeldgedrag tonen. Een voorbeeldgedrag aan alle burgers, vanuit overtuiging en noodzaakbeleving. Weten wat te doen en daarmee draagkracht creëren voor een humanitaire olievlek en een mondiale bewustwording van de betekenis van onze moeder Aarde. De noodzaak van een mondiale solidariteit: I am because we are, we are because the planet is. Ik heb goede hoop, dat we dit uiteindelijk samen kunnen bereiken. Mits we ook ethisch verantwoord worden voorgelicht en moreel worden (be)geleid. Want ik geloof, dat we dit allemaal willen. Wie ‘we’ zijn? De pessimisten, de optimisten, de realisten en de moralisten. En we hebben elkaar keihard nodig. • Annette Nobuntu Mul, oprichter van Ubunty Society, voorzitter van Stichting Ubuntu Nederland en publicist.

This article is from: