10 minute read
Femininiteit in balans
Als opbloeiend feminist in een vrouwonvriendelijk klimaat zocht dr. Kaouthar Darmoni haar heil in het Westen, maar wat voor een Tunesisch meisje leek op het mekka van vrouwenrechten bleek een desillusie. Grote voorbeelden als Amerika, Frankrijk en ook Nederland lijken schokkend dichtbij haar moederland op emancipatiegebied. Wij spraken Darmoni over onze maatschappij, het feminisme en femininiteit.
DOOR: ARIE DEKKER
‘Het is grappig, de carrière van een vrouw. De dingen die je loslaat om sneller hogerop te komen. Je denkt er niet aan dat je ze nodig gaat hebben wanneer je weer vrouw wordt.’ Het zijn de woorden van Margo Channing in de film All About Eve, gespeeld door filmdiva Bette Davis. Hoewel de klassieker bijna zeventig jaar geleden uitkwam, sluiten de woorden van Channing goed aan bij wat Kaouthar Darmoni ziet als een modern probleem. Zij promoveerde in genderstudies en is directeur van Atria, het kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis. Volgens haar wordt er niet naar een vrouw gezocht om een positie in te vullen, maar naar een man in een vrouwelijk jasje. Darmoni: ‘Om het ver te schoppen moet een vrouw nog steeds te vaak voldoen aan het uitgangspunt van de witte, conservatieve man van boven de vijftig.’
Gedeelde femininiteit
Het gevolg van het moderne probleem is volgens haar dat ‘toxische masculiniteit’ heerst; de knellende normen over hoe mannen zich horen te gedragen en onderwaardering van het vrouwelijke. Om het toxische te bestrijden moeten we af van het beeld dat femininiteit vrouwelijk is, vertelt ze. ‘Het is niet statisch. Er zijn twee energieën die samenkomen in elk mens. Een compleet mens is in balans met vrouwelijke en mannelijke kwaliteiten. Mannen hebben daar ook baat bij.’ Een man met ontwikkelde kwaliteiten die wij als vrouwelijk beschouwen is automatisch in balans met zijn masculiene krachten. Zij vindt dan ook een herwaardering nodig van waarden die de samenleving als ‘vrouwelijk’ beschouwt en stelselmatig onderwaardeert. Door deze visie zet Atria zich in voor meer feminiene kracht in leiderschap voor zowel man als vrouw. Zij vinden dat dit niet een monopolie moet zijn van vrouwen alleen. Darmoni: ‘Het is niet dat mannelijke trekjes niet leuk zijn, maar het is dat toxische waar we vanaf moeten. Mannen moeten zich hiervan bevrijden.’ Door genderstereotypes te bestrijden, hechten mannen geen superieure waarde aan bijvoorbeeld heteroseksualiteit ‘Dan leidt een gevoel van gekrenkte mannelijkheid niet tot gendergebaseerd of seksueel geweld.’ Volgens haar heerst de norm dat vrouwen en moeders parttime werken en verantwoordelijk zijn voor de kinderen. ‘Dit vormt een probleem op twee fronten. Vrouwen hebben het idee dat de man hoog en droog zit, maar ze werken zich kapot. Mannen zien hun kinderen niet opgroeien, mogen niet over hun gevoelens praten en zitten in een competitieve wereld. Mannen hebben ook behoefte aan rust, om te huilen en over hun emoties te praten.’ Al deze beperkingen hebben volgens Darmoni grote gevolgen voor de man. ‘Dit brengt ook mannen steeds meer in de knel. Ik denk dat de volgende emancipatie die van de man is. Het is daarom belangrijk om meer ‘vrouwelijke waarden’ te introduceren, het zal
AFBEELDING: CARMEN DE VOS
mannen bevrijden. Door dit te omarmen geeft een man een andere definitie aan succes. Succes is niet per se een dikke auto of een hoog salaris, maar het betekent ook tijd kunnen investeren in sociale contacten en de mensen waarvan je houdt.’
Het Nederlandse probleem
Hoewel toxische mannelijkheid wereldwijd de kop opsteekt, is Nederland volgens Darmoni een geval apart. Ze noemt een belangrijke reden voor de achterstand die ons land opliep: ‘Wij komen allemaal uit een patriarchale cultuur. De Tweede Wereldoorlog zorgde er in de meeste Europese landen voor dat mannen ten strijde trokken waardoor vrouwen buitenshuis moesten werken, in het bijzonder in fabrieken.’ Aangezien Nederland bijna niet heeft gevochten tijdens de oorlog is hier een scheiding ontstaan. Anders dan in de rest van Europa, bleven vrouwen thuis. Hierdoor was het latere toetreden van de Nederlandse vrouw tot de arbeidsmarkt volgens Darmoni redelijk abrupt. ‘De vrouw werd een indringer die de mannelijke ruimte binnendrong. Om geaccepteerd te worden in de mannelijke wereld van studeren en werken, moesten vrouwen hun masculiene kwaliteiten naar voren duwen. Hierdoor werd het vrouwelijke dus genegeerd.’ »
KAOUTHAR DARMONI
Volgens haar is het daarom erg belangrijk dat vrouwen eerst weer hun vrouwelijke kwaliteiten met trots leren omarmen. ‘Zo geven ze het goede voorbeeld aan de man en laten ze zien dat werk ook met vrouwelijke kwaliteiten kan. Mannen hebben een rolmodel nodig in vrouwen om dit te kunnen leren en omarmen.’
Toxische femininiteit
Voor mannelijke emancipatie ligt een verrassend obstakel in de weg: het Nederlandse feminisme. ‘Feminisme is tot nu toe heel erg gericht op de vrouw. In 2004 was ik net in Nederland aangekomen. Toen mocht ik de Aletta Jacobs Lezing geven. Er werd gehakt van mij gemaakt. Dit kwam omdat ik mijn lezing opende met de Nederlandse uitdrukking “eerst je eigen stoep schoonvegen voordat je bij de buren begint”. Ik wilde het niet over mannen hebben, maar over wat vrouwen doen om het patriarchale systeem in stand te houden. Over toxische femininiteit en wat vrouwen elkaar aandoen. Mijn standpunt dat wanneer je als vrouw een vingertje naar de man wijst, je er drie naar jezelf wijst, wordt me in Nederland vaak niet in dank afgenomen.’ Ze herinnert zich een gesprek met haar toen tienjarige zoon. ‘Hij zei tegen mij: “Mama, is het niet hoog tijd dat jij niet meer over feminisme praat, maar over femanisme?”’ Dit zette haar aan het denken. ‘Ik denk niet dat het goed is als je alleen vrouwen aan de macht hebt, met alleen maar vrouwelijke kwaliteiten. Dan ga je helemaal schuin zitten. Dan ga je niet naar patriarchale dominantie, maar naar de andere kant, toxische femininiteit. Dat is niet zaligmakend. Vrouwen kunnen net zo erg zijn als mannen. Mannen zijn niet de enigen die geweld plegen naar vrouwen toe’.
De schoonheid van verschil
Eén van de belangrijkste dingen die we volgens Darmoni in het westerse, en in het bijzonder het Nederlandse feminisme nog moeten accepteren is de schoonheid van het verschil. ‘Feminisme is niet inclusief voor mannen, het was zelfs niet insluitend voor vrouwelijke minderheden. Het begon met witte geëmancipeerde vrouwen.’ Ze vertelt dat hierdoor andere groepen niet alleen genegeerd worden, maar, zeker in het geval van de man, het ook leidt tot distantiëring. ‘Stel je voor dat je als man de hele dag “mannen dit, mannen dat, mannen, mannen, mannen” hoort, dan ga je jezelf haten. Je gaat deze harde woorden daarom maar gewoon negeren. Dat betekent dus ook dat je niet helpt er verandering in te brengen.’ Als we naar echte emancipatie willen, moet het feminisme opengebroken worden. ‘Het moet inclusief zijn, met als visie de schoonheid van verschil. Zoals de Afrikaanse filosofie Ubuntu zegt: ‘Ik ben omdat wij zijn’. Ik kan niet zonder jou, jij kan niet zonder mij. Zwart kan niet zonder wit. Man kan niet zonder vrouw. Vrouw kan niet zonder LHBTI. We kunnen niet zonder elkaar. Wij moeten de schoonheid van verschil laten shinen, in plaats van centraal uniform allemaal hetzelfde. Dat is niet interessant, niet innovatief en niet leuk. Dan is het plezier van het leven weg. Je hoeft niet bang te zijn voor verschil.’
De dialoog aangaan
Darmoni vertelt over het zwemmen met haar Tunesische familie. Waar haar moeder en zussen in een boerkini de zee in duiken, voelt zij zich wel erg naakt in een bikini. Dit wordt niet geholpen door haar moeder, die dit vaak opmerkt. ‘Dan voel ik echt woede. Uit mijn bekken, uit mijn vagina letterlijk. Ik voel me beoordeeld en geïsoleerd, maar ik blijf bij mijn punt.’ Ze gaat de discussie aan met haar moeder. Niet om haar van diens ongelijk te overtuigen, maar om wederzijds respect op te bouwen. ‘Er is een vers in de Koran (Soera 109:6 - red.) dat zegt: “Jij hebt jouw geloof en ik het mijne.” Jij gelooft in de boerka, ik geloof in de bikini. Ik respecteer jou, omdat ik je respecteer als mens. Het gaat ook om tole-
rantie. Jij tolereert wat jij in mij ondraaglijk vindt, mijn naaktheid, ik tolereer wat ik in jou ondraaglijk vindt, jouw boerka.’ Een van de belangrijkste stappen die het Nederlands feminisme moet zetten is de dialoog aangaan. Darmoni neemt het racismedebat van Jort Kelder dat vorig jaar plaatsvond als voorbeeld. ‘Ik werd uitgenodigd om bij Jort de stelling te bespreken, die was “het racismedebat drijft Nederland uit elkaar”. Een groot deel van de achterban bij Atria wilde mij verbieden naar het programma te gaan. Ze wilden liever dat ik naar Pakhuis de Zwijger ging, waar het racismedebat met de zwarte gemeente plaatsvond, om Jorts programma te boycotten. Ze noemen hem white supremacist, een rechtse, seksistische, racistische, en ga zo maar door met -ismes. Ik zelf heb in gesprekken met hem totaal niet die ervaring. Pas du tout. Waarom mogen wij niet de dialoog aangaan met andersdenkenden? Ga in discussie met Thierry Baudet, met de aanhang van meneer Trump. Het zijn gewoon mensen zoals jij en ik. Je moet anderen niet ontmenselijken of reduceren naar een kleurtje.’
Een andere strategie
Wanneer we de dialoog aangaan, moeten we dat doen zonder onszelf te verliezen, want dat blijft volgens Darmoni belangrijk. ‘Ik wil altijd in verbinding blijven met mijn familie, maar zonder mijn idealen en visie te verliezen. Ik blijf trouw aan mezelf, terwijl ik de verbinding met anderen in stand houd. Ik werd gezien als een verrader door het gesprek met Jort aan te gaan. Maar waarom zou je zo’n programma boycotten? Omdat Jort Kelder wit is? Dat weiger ik. Hij mag niet praten over gender omdat hij zogenaamde seksistische dingen zegt? Ik ervaar dat helemaal niet. Nada. En zelfs als dat het geval zou zijn: ga het gesprek aan.’ Ze laat zich hierbij inspireren door haar roots. ‘In Tunesië zeggen we “onze beste soldaten zijn de mannen”. Wij zijn altijd in dialoog met mannen, om de mannen gendersensitief te maken. Dat is strategisch beter. Zo brengen die mannen de boodschap terug naar hun mannenwereld. Zij veranderen de situatie. Zo’n samenwerking mis ik in het Nederlandse feminisme. Wij moeten mannen benaderen met medeleven en begrip. En als hij dan iets zegt waar je bloed van gaat koken, moet je denken: oké, diep ademen, niet reageren. Gebruik de duizend-en-een nacht strategie, vertel verhalen, zodat de man beseft dat wat hij eerder wilde zeggen een beetje stom was. In plaats van dat je zegt: “Wat jij nu zegt is hartstikke seksistisch”. Dan zie je de man krimpen.’
Een nieuw tijdperk
Volgens Darmoni is verval in het patriarchale systeem zichtbaar. ‘Het is aan het veranderen, maar de laatste loodjes wegen het zwaarst. Wij gaan van het patriarchaat naar een nieuw tijdperk. Wij bij Atria willen naar een egalitarisch systeem. Dit betekent dat mannelijkheid en vrouwelijkheid op dezelfde hoogte staan en samenwerken. Er komt geen gelijkheid, maar gelijkwaardigheid, er moet ook ruimte komen voor non-binaire identiteiten: verschil mag er zijn. Naast dat we gelijk zijn, respecteren we dat ieder van ons zijn eigen waarde heeft. De schoonheid van verschil zal maken dat wij vrouwelijkheid en mannelijkheid een andere waarde gaan geven. Op deze basis moeten we een nieuw systeem creëren, een revolutie starten.’ De eerste stap hiervoor is een zogenaamde gender policy. ‘Gender moet een serieus deel worden van de politieke visie. In Nederland is gender geen serieuze zaak. Wij in Nederland hebben de arrogantie om te denken dat onze emancipatie voltooid is. Realiseer je dat onze premier, voor wie ik trouwens veel respect heb, in 2017 weinig vrouwen en geen mensen van kleur in zijn kabinet had, omdat hij vond dat er niet meer te vinden waren. Wij moeten een andere bril opzetten. We willen ze niet zien. Ik wens echt dat monsieur Rutte, als hij premier blijft, als eerste een gendervisie introduceert in zijn politiek en beleid. Dat dit zijn nalatenschap wordt en dat hij gelijkwaardigheid in de politiek introduceert. Dat is ook mijn en Atria’s visie. Dit is wat ik als migrant uit Afrika, die een kind heeft geschonken aan dit land, hoop.’ •