20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

Page 1

Handboek sector Economie N3-4

Business English

Robert Hempelman


Handboek sector Economie N3-4

Business English

Robert Hempelman H lm


Colofon Auteur

ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen

Robert Hempelman

voor primair onderwijs, voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs en volwasseneneducatie en

Redactie

hoger onderwijs.

Sascha van der Aa, Amsterdam Meer informatie over ThiemeMeulenhoff en Vormgeving

een overzicht van onze leermiddelen:

EnOf Ontwerp + communicatie, www.thiememeulenhoff.nl of via onze Utrecht

klantenservice (088) 800 20 16.

Beeldredactie en opmaak:

ISBN 978 90 06 81450 7

Studio Imago, Amersfoort

Eerste druk, eerste oplage, 2011

Omslagfotografie

© ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2011

Shutterstock Fotografie binnenwerk iStock Website bij deze uitgave

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

www.2020english.nl Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16 Auteurswet j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl., dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

Deze uitgave is voorzien van het FSC-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw voor het gebruikte papier op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.

2


Voorwoord Dit is de nieuwe editie van het Handboek van de methode 20/20 Business English. In deze druk wordt een nadrukkelijke koppeling gemaakt met het Europees ReferentieKader (ERK), waarbij er naar gestreefd is de oorspronkelijke opzet en indeling zoveel mogelijk intact te laten. Hopelijk vindt de gebruiker van de vorige editie ook in deze nieuwe editie weer snel zijn weg. Dit handboek bestaat uit de volgende delen: A Luisteren, Gesprekken Voeren, Spreken B Lezen C Schrijven D Spelling E Grammatica F Achtergrondinformatie G Woordenlijst Nederlands-Engels H Register De codering is ongewijzigd gebleven. Dus C5 verwijst naar paragraaf 5 van Deel C | Schrijven. Van de lijsten uit de vorige editie zijn op www.2020english.nl de volgende terug te vinden: – woorden die vaak met elkaar verward worden – lastige spellingen – namen van landen en inwoners – andere aardrijkskundige namen – afkortingslijsten Ook nu weer bedank ik alle gebruikers die door hun opmerkingen en vragen hebben bijgedragen aan deze verbeterde editie. Robert Hempelman

3


Inhoud A Luisteren, gesprekken voeren en spreken 5 B Lezen

71

C Schrijven D Spelling

89 135

E Grammatica 147 F Achtergrondinformatie

221

G Woordenlijst Nederlands-Engels 229 H Register 255

4


Luisteren, gesprekken voeren en spreken

Deel A

In dit deel vind je informatie over allerlei aspecten van spreken en luisteren. Deze twee vaardigheden worden hier samen behandeld omdat ze nu eenmaal onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.


Deel A Algemeen

Algemeen A1

Luisteren, gesprekken voeren en spreken Op school worden luisteren en spreken nogal eens als aparte vaardigheden geoefend en getoetst. Dit heeft vaak een praktische reden. In de praktijk zul je merken dat luisteren en spreken sterk met elkaar verbonden zijn, want als je een gesprek voert zul je aandachtig moeten luisteren om goed te kunnen reageren. Het is daarom verstandig goed te luisteren naar voorbeelden van correct Engels taalgebruik. Bij de Engelse televisiezenders BBC1 en BBC2 kun je gebruikmaken van teletekst (Ceefax), pagina 888. Ceefax is ook beschikbaar bij veel live-uitzendingen. Door tegelijk te luisteren en de ondertiteling te lezen kun je controleren of je het goed hebt verstaan. Bovendien leer je zo ook sneller de correcte uitspraak van woorden die je nog niet kende.

A2

Formeel en informeel Ook al sta je er misschien zelden bij stil, je past vaak je taalgebruik aan de situatie aan. Als je bijvoorbeeld met vrienden praat, gebruik je andere woorden en uitdrukkingen dan wanneer je een sollicitatiegesprek voert. Tegen je vrienden ben je informeel, tijdens een sollicitatiegesprek formeel. In zakelijke situaties kun je het best formeel blijven totdat je merkt dat dit niet nodig is. Hieronder zie je enkele voorbeelden van informeel en formeel taalgebruik.

6

informeel

formeel

Hello! / Hi!

Good morning / afternoon / evening,

It was great seeing you.

sir. It’s been a pleasure meeting you,

I’m here to see Michael about

Ms Usherwood. I have an appointment with Mr Gray.

something. Ta! / Cheers, mate! No problem.

Thank you very much. You’re welcome.


Deel A

Algemeen

A

Uitspraak Als je je verstaanbaar wilt maken in het Engels, moet je goed letten op klanken, klemtonen, intonatie en ritme. Probeer de correcte uitspraak zo dicht mogelijk te benaderen, zodat er geen misverstanden ontstaan. Er zijn nu eenmaal grote verschillen in betekenis tussen bed, bad, bet, bat en bath, ook al lijken deze woorden op elkaar. Op internet zijn goede woordenboeken te vinden die je ook de uitspraak van woorden laten horen. In dit boek wordt steeds uitgegaan van de uitspraak zoals die in GrootBrittanniĂŤ gangbaar is.

A4

Klanken Als je een woordenboek gebruikt, kom je misschien voor jou nog onbekende tekens tegen, zoals [twentie twentie biznis ingglisj]. Deze tekens staan vaak tussen vierkante haken of schuine strepen en geven de uitspraak weer van het woord dat je hebt opgezocht. De tekens hierboven geven aan hoe je de naam van deze methode uitspreekt: 20/20 Business English. Deze tekens maken deel uit van een fonetisch schrift. In het woordenboek waarin ze gebruikt worden, wordt aan het begin met simpele voorbeeldwoorden uitgelegd hoe je ze moet uitspreken. De overzichten in A5 en A6 hieronder zijn gebaseerd op een eenvoudig notatiesysteem dat gebruikt wordt in de Van Dale Pocketwoordenboeken EngelsNederlands en Nederlands-Engels.

A5

Medeklinkers

symbool sleutelwoord andere spellingsvormen met dezelfde klank p b t d k g tsj dzj f v u d s

pen back tea day key get chat jump fat very thing then soon

happy rubber butter, walked, doubt ladder, called, could cool, soccer, lock, school, cheque bigger, ghost match, nature, question, cello age, edge, soldier, gradual coffee, cough, physics, half of – mother city, psychology, mess, scene, listen

7

Luisteren, gesprekken voeren en spreken

A3


Deel A Algemeen

z sj zj h m n ng l r j w ch

zero shake pleasure hot man no long land red yet wet loch

was, puzzle sure, station, tension, vicious vision, rouge whole hammer, calm, bomb funny, know, gnaw sink balloon, battle marry, wriggle, rhubarb onion, use, new, Europe one, when, queen Deze klank wordt ook uitgesproken als k en wordt in het Schots met een g-klank uitgesproken.

A6

8

Klinkers

symbool

sleutelwoord

andere spellingsvormen met dezelfde klank

ie: i e æ a: o o: oe oe: u !: ! ee oo aj au oj i! e! oe! ee! oo! ajj! au! ojj!

sheep ship bed bad father pot four put boot but bird cupboard make note bite now boy here there poor player lower fire tower employer

field, team, key, scene savage, guilt, system, women any, said, bread, bury, friend – calm, heart, laugh watch, cough ball, board, draw, floor, caught wood, wolf, could move, shoe, group, blue, rude some, blood, does burn, worm, earn, journal, Bert the, colour, actor, nation, danger, asleep pray, prey, steak, vein soap, soul, grow, toe pie, buy, try, guide, sigh spout, plough poison, lawyer beer, appear, fierce hair, bear, bare, prayer tour, sure greyer – buyer our –


Deel A

Algemeen

A

Stomme medeklinkers Er zijn nogal wat Engelse woorden met stomme medeklinkers. Die moet je wel schrijven, maar je spreekt ze niet uit! Let speciaal op de uitspraak in de volgende gevallen. – De b wordt niet uitgesproken na een m: bomb, comb, climb, lamb, tomb, womb. – De k wordt niet uitgesproken vóór een n: knight, knee, know. – De l wordt niet uitgesproken aan het eind van sommige woorden: folk, walk, calf. – De p wordt niet uitgesproken vóór een s aan het begin van een woord: psychology, psalm. – De r wordt meestal niet uitgesproken aan het eind van het woord: mother, manager, your. De r aan het eind van een woord wordt wel uitgesproken als het woord erna met een klinkerklank begint: your uncle, mother-in-law. Deze verbindings-r vergemakkelijkt de uitspraak van het volgende woord. – De w wordt niet uitgesproken vóór een r aan het begin van een woord: wrong, write, wrap. – De w wordt ook niet uitgesproken vóór ho aan het begin van sommige woorden: who, whole.

A8

Verschillen in uitspraak Hieronder zie je een aantal klanken die op elkaar lijken, maar die verschillend uitgesproken moeten worden om verwarring te voorkomen. d/t Een d aan het eind van een woord wordt meestal ook als een d uitgesproken en niet als een t: ride, beard, card, heard. Na een f, k, p, s wordt een d wel uitgesproken als een t: stopped, missed, worked, stuffed. s/z Een s aan het eind van een woord wordt als z uitgesproken: cars, hears, catalogues, lives, finances. De s wordt wel als een (scherpe) s uitgesproken na f, k, p, t: stops, hits, works, handcuffs. f/v Maak goed onderscheid in de Engelse uitspraak tussen een f en een v, ferry / very. 9

Luisteren, gesprekken voeren en spreken

A7


Deel A Algemeen

u/d De u hoor je wanneer je lucht uitblaast bij de uitspraak: thick, throw, bath. De d wordt uitgesproken zonder dat er lucht uitgeblazen wordt en lijkt een beetje op de uitspraak van de Nederlandse d: this, therefore, rather. æ/e Het verschil in uitspraak tussen deze klanken kun je horen als je de volgende woorden goed uitspreekt: bad / bed, bat / bet, had / head.

A9

Klemtoon Als een woord uit meer dan één lettergreep bestaat, moet je weten op welke lettergreep of lettergrepen de klemtoon valt. Anders gezegd: welke delen van het woord worden met meer nadruk uitgesproken? Ook hier kan het woordenboek je helpen. Bij de uitspraaknotatie van woorden met meer lettergrepen zie je dat sommige tekens onderstreept zijn, bijvoorbeeld [divvell!pm!nt]. De onderstreping hier geeft aan dat de klemtoon op de tweede lettergreep valt: development.

A10

Intonatie en ritme Nederlanders die Engels spreken, komen nogal eens als vlak, eentonig, ongeïnteresseerd, of zelfs onbeleefd op Engelsen over. Dit komt doordat de Engelsen veel meer gebruikmaken van intonatie dan Nederlanders. Engelse woorden, woordgroepen en zinnen hebben een andere intonatie (klankpatroon) dan Nederlandse. Denk hierbij aan korte pauzes na een woordgroep, of aan woorden die met een hoge of lage klank worden uitgesproken. Een goed voorbeeld is de klank van het woord idee. In het Nederlands gaat bij de uitspraak van dit woord aan het eind de klank omhoog. Bij het Engelse woord idea gaat de klank juist omlaag. Dit geldt niet alleen voor losse woorden, maar ook voor hele zinnen. Je kunt het beste een zin met een hoge stem beginnen, dit zolang mogelijk gedurende de zin volhouden en pas aan het eind van de zin zo snel mogelijk met je stem omlaaggaan. Een voorbeeld: What would you like for dinner tonight? Spreek de zin maar eens voor je gevoel overdreven uit zoals Engelsen dat zouden doen: zo hoog mogelijk beginnen, hoog aanhouden en pas bij de eerste lettergreep van dinner zo snel als je kunt met je stem omlaag, zo diep als je kunt. Voor jou klinkt dit misschien overdreven, voor een Engelsman helemaal niet. Hoe kun je dit het snelst leren? Luister goed naar Engelsen of Amerikanen en

10


Deel A

Algemeen

A

zal een grammaticale fout of een verkeerd woord makkelijker geaccepteerd worden.

A11

Het alfabet Je zult waarschijnlijk regelmatig een naam of woord in het Engels moeten spellen, bijvoorbeeld tijdens een telefoongesprek. Daarom is het belangrijk dat je de letters van het Engelse alfabet goed kunt uitspreken. Wees altijd voorbereid op de vraag: Could you spell that, please? Hieronder vind je het Engelse alfabet met de uitspraak van de afzonderlijke letters.

a b c d e f g h i j k l m

ee bie: sie: die: ie: ef dzjie: eetsj aj dzjee kee el em

n o p q r s t u v w x y z

en oo pie: kjoe: a: es tie: joe vie: dubl joe eks waj zed

Hoofdletters kun je aangeven door vóór de uitspraak van de letter het woord capital (hoofdletter) toe te voegen: Pelmolenplantsoen. That’s spelled: capital P-e-l-m-o-l-e-n-p-l-a-n-t-s-o-e-n. Soms is het verstandig om het Engelse telefoonalfabet te gebruiken, zie A48.

11

Luisteren, gesprekken voeren en spreken

probeer hen te imiteren. Als je het Engels met de juiste intonatie uitspreekt,


Deel A Luistervaardigheid

Luistervaardigheid A12

Voorbereiden op luisteren Als je een luisteroefening moet doen, ga je als volgt te werk.

• Bereid je erop voor dat je geconcentreerd moet gaan luisteren. • Zorg ervoor dat je eventueel aantekeningen kunt maken (als dat toegestaan is).

• Lees de opdracht goed door. Begrijp je precies wat er van je verwacht wordt? Het heeft geen zin te beginnen aan een opdracht die je niet of niet helemaal begrijpt.

• Zorg ervoor dat je weet hoe vaak je de tekst te horen krijgt. A13

Gebruikmaken van wat je al weet Je begrijpt beter wat je hoort als je al iets over het onderwerp afweet. Als je weet dat de luistertekst over Australië gaat, denk dan van tevoren goed over dit land na. Eventuele nieuwe informatie in de luistertekst kun je dan combineren met wat je al weet (oude informatie). Behalve het onderwerp zijn ook andere zaken van invloed op jouw begrip van de informatie. Enkele voorbeelden:

• Hoor je achtergrondgeluiden? De omgeving helpt je ook dingen beter te begrijpen. Waar bevindt de spreker zich? In een winkel? Op een congres? Op een handelsbeurs? Op een luchthaven?

• Met wat voor spreker heb je hier te maken? Man of vrouw? Leeftijd? Opleiding?

• Hoe spreekt iemand? Op wat voor toon? Spreekt iemand vlot? Met veel aarzelingen en pauzes?

• Wat voor taalgebruik hanteert de spreker? Is de stijl formeel of informeel (zie hiervoor A2)? Gebruikt de spreker veel moeilijke woorden?

A14

Omgaan met onbekende woorden en uitdrukkingen Het zou erg handig zijn als je in elke situatie letterlijk alle Engelse woorden en uitdrukkingen begrijpt die iemand gebruikt. Jammer genoeg is dat maar zelden het geval. Belangrijk is hoe je daarmee omgaat. Dat kan op twee manieren.

• Je negeert gewoon de onbekende woorden of uitdrukkingen die je niet begrijpt. Misschien zijn ze niet van belang om de spreker te kunnen volgen en de boodschap te begrijpen.

12


Deel A

Luistervaardigheid

A

uitdrukkingen. Dat doe je op basis van de rest van de zin, het onderwerp, andere dingen die eerder gezegd zijn of je eigen voorkennis. Aan de ene kant moet je proberen een zekere feeling te krijgen voor wat je met onbekende woorden of uitdrukkingen moet doen. Dan kun je steeds sneller beslissen of iets genegeerd of voorspeld moet worden. Aan de andere kant kun je ook aan de context horen of iets genegeerd kan worden of niet. Enkele voorbeelden maken dit duidelijk. De spreker zegt: And what I’m going to say now is of great importance. The disclosures of last week’s meeting must be used to take action at once! Wat denk je: negeren of voorspellen…? Voorspellen natuurlijk! De spreker geeft immers zelf aan dat de zaak van great importance is en dat er at once gehandeld moet worden. De spreker zegt: Maybe you’re right. It reminds me of something else. Let me think of another example … Yes, you can also see it as a case of loose lips sink ships. Wat denk je: negeren of voorspellen…? Negeren mag misschien wel! De spreker probeert nog een voorbeeld te bedenken voor iets wat hij of zij al eerder verteld heeft.

A15

Begrijpen van de structuur Je kunt een spreker ook beter begrijpen door te letten op hoe hij of zij het verhaal heeft vormgegeven. Met andere woorden: hoe is het verhaal opgebouwd, gestructureerd? Let hierbij op de volgende aandachtspunten.

• Hoe hoor ik welke gedeelten belangrijker zijn dan andere? • Hoe kan ik horen of bepaalde informatie al eerder gegeven is? • Hoe wordt er verband gelegd tussen de verschillende delen van een verhaal?

• Hoe worden samenvattingen gegeven? Wat is daarbij belangrijke en wat is minder belangrijke informatie? De paragrafen A16 tot en met A26 helpen je een antwoord te vinden op deze vragen.

13

Luisteren, gesprekken voeren en spreken

• Je voorspelt zo goed mogelijk de betekenis van de onbekende woorden of


Deel A Luistervaardigheid

A16

Woorden die een volgorde aangeven

• first, in the first place, firstly • second, in the second place, secondly • third, in the third place, thirdly • lastly • finally • after that A17

• ten eerste, in de eerste plaats • ten tweede, in de tweede plaats • ten derde, in de derde plaats • ten laatste • ten slotte • daarna

Woorden die nieuwe informatie aankondigen

• in addition, moreover, furthermore,

• bovendien, verder, daarnaast

what’s more, besides

• again, once more • also, as well, too • neither, nor, not … either • and • and then • besides, except, except for • equally important • further … • another (example) • one more (example) • finally A18

• weer, opnieuw, nogmaals • ook • ook niet, evenmin • en • en dan • behalve • even belangrijk • verdere … • nóg een (voorbeeld) • nog één (voorbeeld) • ten slotte

Woorden die het belang aangeven

• important • very important, vital, essential,

• belangrijk • zeer belangrijk

major, of the utmost importance

• first, best, strongest, cheapest, ... • remember, don’t forget • keep in mind • the solution A19

Woorden die een vergelijking aangeven

• just as important, equally important • no less important • in the same way / manner, likewise, similarly

14

• eerste, beste, sterkste, goedkoopste, ... • onthoud, denk eraan, vergeet niet • houd in gedachten • dé oplossing • al even / net zo belangrijk • niet minder belangrijk • op dezelfde wijze / manier, evenzo


Deel A

Luistervaardigheid

A

Woorden die een gevolg aankondigen

• as a result, consequently • therefore • the result / consequence is A21

Luisteren, gesprekken voeren en spreken

A20

• met als gevolg / resultaat • daardoor, om die reden • het gevolg / resultaat is

Woorden die een tegenstelling aankondigen

• although, though • at the same time • but • even so, still, nevertheless, yet • however • in contrast to • on the contrary • on the other hand • or, alternatively • quite the reverse is true of

• hoewel • tegelijkertijd • maar • toch • echter • in tegenstelling tot / met • integendeel • aan de andere kant • of • precies het tegenovergestelde / omgekeerde geldt voor

A22

Woorden die een voorbeeld aankondigen

• as an illustration • for example, for instance • say, ... • to give / mention an example • let’s say • to demonstrate this • to show how it works A23

• ter illustratie • bijvoorbeeld • zeg, ... / bijvoorbeeld... • om een voorbeeld te geven / noemen • laten we zeggen • om dit te laten zien • om te laten zien hoe het werkt

Woorden die een doel aangeven

• for this purpose • for this reason • in order to do so, to do that • so • the point of all this is • what I would like to do is • therefore, that is why • for this / that reason

• voor dit doel • om deze reden • om dat te kunnen doen • dus • de reden voor dit alles is • wat ik wil doen is • daarom • om deze / die reden

15


Deel A Luistervaardigheid

A24

Woorden die een herhaling aankondigen

• as I have said before / as I said earlier

• in other words • put differently • in brief / short • what I really mean to say is … A25

gegeven

• met andere woorden • anders gezegd • in het kort gezegd • wat ik eigenlijk wil zeggen is …

Woorden die aangeven dat je terugverwijst

• as I said just now • to get back to your question • referring back to • you will remember what I said about

A26

• zoals ik hiervoor / eerder al heb aan-

• zoals ik daarnet al zei • om terug te komen op uw vraag • ik verwijs terug naar • u zult zich herinneren wat ik heb gezegd over

Woorden die een samenvatting aankondigen

• finally • in short / in brief • in conclusion • summing up, to conclude,

• ten slotte, tot slot • in het kort • ter afsluiting • om samen te vatten, samengevat

to sum up

• in a nutshell • anyway, to cut a long story short

• in een notendop • maar goed, om een lang verhaal kort te maken

A27

Intonatie en nadruk Ook met zijn stem en met zijn intonatie kan een spreker aangeven wat hij belangrijk vindt. Welke passages worden met meer nadruk uitgesproken? Een voorbeeld. It’s the production of toys that causes the biggest problem. Door het woord toys luider uit te spreken, maakt de spreker duidelijk dat hij dit een belangrijk onderdeel vindt. Woorden die vooraan (of achteraan) in de zin geplaatst worden, krijgen meer nadruk – en dus meer aandacht – dan als ze in het midden van de zin staan. Vergelijk het verschil in nadruk dat the losses krijgt in de onderstaande zinnen.

16


Deel A

Luistervaardigheid

A Luisteren, gesprekken voeren en spreken

I think we should talk about the losses of the last three months. (midden) The losses of the last three months is what I think we should talk about. (begin) When we discuss the last three months, I think we should talk about the losses. (eind)

A28

De grote lijn bepalen of bepaalde informatie zoeken? Voordat je gaat luisteren, moet je weten met welk doel je gaat luisteren: wil je de grote lijn volgen van wat er gezegd wordt (skimmen) of zoek je gericht naar bepaalde informatie (scannen)? Skimmen (de grote lijn volgen, de algemene strekking achterhalen) Hierbij let je vooral op:

• De opening van het verhaal. Wat is het onderwerp? • De structuurwoorden die aangeven hoe het verhaal is opgebouwd, bijvoorbeeld first, second, finally, in short enzovoort en wat er direct daarna gezegd wordt.

• De openingszinnen na elke pauze die iemand neemt. • De slotopmerking(en). Scannen (gericht naar bepaalde informatie zoeken) Hierbij let je vooral op:

• Woorden of uitdrukkingen die rechtstreeks te maken kunnen hebben met de door jou gezochte informatie. Je wilt bijvoorbeeld weten wat de leveringsvoorwaarden zijn van een bedrijf. Je let dan vooral op woorden als delivery, terms, conditions, if, weeks, months, enzovoort.

A29

Gespreksvaardigheid en spreekvaardigheid Er is een verschil tussen gespreksvaardigheid (Gesprekken Voeren) en spreekvaardigheid (Spreken). Bij gespreksvaardigheid, het woord zegt het al, heb je een gesprek met andere mensen. In zo’n gesprek hebben alle deelnemers invloed op het verloop en de inhoud van het gesprek. Bij gespreksvaardigheid is luistervaardigheid van groot belang. Een gesprek zou immers vreemd verlopen als je niet echt luistert, maar af en toe zomaar iets zegt. Bij spreekvaardigheid is er minder wisselwerking tussen de betrokkenen. Denk bijvoorbeeld maar aan een presentatie, lezing, instructie enzovoort. De luisteraars kunnen wel op je reageren, bijvoorbeeld met vragen, maar in principe staat wat de spreker wil zeggen al vast. 17


Deel A Luistervaardigheid

Bij zowel gespreksvaardigheid als spreekvaardigheid doe je allerlei dingen om het gesprek, de instructie, de presentatie zo goed mogelijk te laten verlopen, bijvoorbeeld:

• je probeert de informatie die je wilt overbrengen zo goed mogelijk te ordenen;

• je probeert het gesprek zo vlot mogelijk te laten verlopen; • je probeert communicatiestoornissen te voorkomen of zo snel mogelijk te verhelpen.

General phrases | Algemene uitdrukkingen Hier volgt een aantal uitdrukkingen die je kunt gebruiken om vlot te leren spreken.

A30

Opening / Bringing something up for discussion – Beginnen / Onderwerp ter sprake brengen

• I’d like to talk to you about… • By the way, I’d like to ask you something.

• Could I have a word with you? • There is something I need to

• Ik wil het met u hebben over... • Tussen haakjes, ik wil u graag iets vragen.

• Kan ik u even spreken? • Er is iets dat ik met u moet bespreken.

discuss with you.

• Theo, would you know if…? • Theo, weet jij of...? • I say, Tom, do you happen to know • Zeg, Tom, weet jij toevallig wanneer...? when…?

• Have you got a minute? A31

Giving an example – Voorbeeld geven

• Let me give you an example. • for example / for instance • To illustrate this… A32

• Heeft u een ogenblik tijd voor mij? • Laat me u een voorbeeld geven. • bijvoorbeeld • Om dit te illustreren...

Stressing – Benadrukken

• I’d like to stress / emphasise / underline that…

• It’s very important / vital / essential / of the utmost

• Ik wil graag benadrukken / onderstrepen dat...

• Het is heel belangrijk / essentieel / van het allergrootste belang.

importance.

• It’s absolutely necessary. 18

• Het is absoluut noodzakelijk.


Deel A

Luistervaardigheid

A

problems we need to pay more

• Het zijn juist zulke problemen waar we meer aandacht aan moeten besteden.

attention to.

• I cannot say / repeat this often enough.

• That goes without saying. • Don’t forget… A33

herhalen.

• Dat spreekt vanzelf. • Vergeet niet...

Summarising – Samenvatten

• In short / brief, … • in a nutshell • To summarise, ... A34

• Ik kan dit niet vaak genoeg zeggen /

• Om kort te gaan... / Kortom... • in een notendop • Samenvattend... / Samengevat...

Changing the subject – Veranderen van onderwerp

• The next subject / issue I’d like to • Het volgende onderwerp / De volgende discuss is…

kwestie die ik wil bespreken is...

• Could we change the topic, please? • Kunnen we het (misschien) over iets anders hebben?

• I’d rather talk about something else • Ik wil het liever eerst over iets anders first.

• By the way, … A35

hebben.

• Tussen haakjes, ...

Returning to a topic – Terugkomen op een onderwerp

• To get back to what I was saying… • Om terug te komen op wat ik daarnet zei...

• Anyway, … • Anyway, as I was saying… • In any case, ... • Where was I? A36

• Maar goed, ... • Maar goed, zoals ik al zei... • In elk geval... • Waar was ik (gebleven)?

Indicating you would like to finish the conversation – Einde aangeven en afsluiten

• It’s been a pleasure talking to you. • Ik vond het fijn / prettig u te hebben gesproken.

• I don’t think there is much more that we can say about this, is there?

• I am afraid I can’t say anything more about this.

• Ik denk niet dat we hier nog veel over kunnen zeggen, of wel?

• Ik ben bang dat ik hier niets meer / verder over kan zeggen.

• This is more or less what I wanted • Dit is zo’n beetje wat ik u wilde zeggen. to tell you. 19

Luisteren, gesprekken voeren en spreken

• It is exactly / precisely such


Deel A Luistervaardigheid

• I think we’ve discussed just about • Ik denk dat we zo’n beetje alles wel everything.

• I hope we will meet again soon.

besproken hebben.

• Ik hoop dat we elkaar spoedig weer ontmoeten.

• That’s about all (for now), I think. • Dat is het wel zo’n beetje (voor het ogenblik), denk ik.

A37

Understanding and encouraging – Kunnen volgen en aanmoedigen

• I see. • I see what you mean. • I get it. • You mean… • Right! • Sure. / Of course. • Oh, absolutely. • That’s most interesting. • Really? • Yes, go on. A38

• Ik begrijp het. • Ik begrijp wat u bedoelt. • Ik snap het. • U bedoelt... • Ja! / Precies! • Natuurlijk. • O, absoluut. • Dat is heel interessant. • Echt? / Echt waar? / Is dat zo? • Ja, ga door.

Interrupting – Onderbreken

• I’d like to say something if I may / • Ik wil graag iets zeggen als dat mag / can.

• If I may interrupt you there…

kan.

• Als ik u hier even mag onderbreken / in de rede mag vallen.

• Please, I’d like to say something. • Ik wil graag iets zeggen, alstublieft. • Can I add something? • Mag ik hier iets aan toevoegen? • Sorry to interrupt you there, but… • Sorry dat ik u hier even in de rede val, maar...

• Excuse me, I don’t think…

• Pardon, / Sorry, (maar) ik denk / vind niet...

• I’m sorry, but… A39

Stopping an interruption – Onderbreking niet toestaan

• Excuse me, I’d like to finish my point first.

• I am sorry, I’ll answer you in a minute.

• Please let me finish. • Please do not interrupt me. 20

• Het spijt me, maar... • Pardon, ik wil graag even mijn verhaal afmaken.

• Sorry, ik zal u zo dadelijk antwoord geven.

• Laat u mij alstublieft even uitspreken. • Wilt u mij alstublieft niet onderbreken?


Deel A

Luistervaardigheid

A

Survival tactics – Overlevingstactieken De communicatie verloopt misschien niet altijd even gemakkelijk en er kunnen gemakkelijk misverstanden of onbegrip ontstaan. Je kunt veel problemen oplossen met behulp van de volgende uitdrukkingen.

A41

Saying you do not understand and asking for help – Zeggen dat je het niet begrijpt en hulp vragen

• I beg your pardon? Could you say • Pardon? / Sorry? Kunt u dat nog een that again, please?

• I’m sorry, I don’t get it. Could you speak more slowly, please?

keer zeggen?

• Sorry, ik begrijp het niet. / Ik kan het niet volgen. Kunt u misschien iets langzamer spreken?

• I’m sorry, I don’t understand what • Het spijt me, ik begrijp niet wat u you mean.

• I’m sorry, could we go back to…?

bedoelt.

• Sorry, kunnen we even teruggaan naar...?

• I’m not sure if I understand what • Ik weet niet zeker of ik begrijp wat u you’re saying.

zegt.

• I don’t think I can follow you. Could • Ik geloof niet dat ik u kan volgen. you rephrase that, please?

• I’m sorry, I don’t follow. A42

Zou u dat anders kunnen zeggen?

• Het spijt me, ik volg u niet.

Asking if you understand correctly – Vragen of je het goed hebt begrepen

• If I understand you correctly, then… • Do you mean to say... • Are you saying / suggesting that… • So, what you mean / are saying is... • Let me get this straight.

• Als ik u goed begrijp, dan... • Wilt u (daarmee) zeggen... • Zegt u nu dat... / Wilt u nu zeggen dat... • Dus, wat u bedoelt is / wat u zegt is... • Ik wil even nagaan of ik het goed begrijp. / Dus als ik het goed begrijp...

• So, in other words, ... • Let me repeat that. • Is that right? A43

• Dus, met andere woorden, ... • Laat me dat even herhalen. • Klopt dat? / Is dat juist?

Hesitating and correcting yoursel – Aarzelen en jezelf corrigeren

• No, that’s not right, I’m sorry, what • Nee, dat is niet juist. Het spijt me, wat ik I meant to say is...

• Let me rephrase that… • Er, … what I meant was... • Well, what I really mean is…

wilde zeggen is...

• Laat ik het anders zeggen... • Uh, wat ik bedoelde is... • Nou, wat ik eigenlijk bedoel is... 21

Luisteren, gesprekken voeren en spreken

A40


Deel A Luistervaardigheid

• In other words • Well, let me see / think... • How shall I put it? A44

• Met andere woorden • Nou, laat ik eens kijken / even nadenken... • Hoe zal ik het zeggen?

Asking for an explanation – Uitleg vragen

• Could you give me more details,

• Kunt u me meer bijzonderheden geven?

please?

• Do you think you could be more specific?

• I am sorry, what do you mean? • Please explain. A45

• Kunt u misschien iets duidelijker / preciezer zijn?

• Sorry, wat bedoelt u? • Legt u dat eens uit, alstublieft.

Spelling and writing down – Spellen en opschrijven

• Could you spell that, please? • Could you write it down here, please?

• What I mean is the village of

• Zou u dat even kunnen spellen? • Zou u het hier even kunnen opschrijven?

• Wat ik bedoel is het dorp Dommelvoort,

Dommelvoort, it is spelled capital

dat spel je hoofdletter D-o-m-m-e-l-v-o-

D-o-m-m-e-l-v-o-o-r-t.

o-r-t.

• It’s spelled… • Dat spel je... • That’s Groenburg, George-Robert- • Dat is Groenburg, George-Robert-Oliver-

A46

Oliver-Edward-Nellie-Benjamin-

Edward-Nellie-Benjamin-Uncle-Robert-

Uncle-Robert-George.

George.

Describing – Omschrijven / Beschrijven

• I can’t think of the word in English. • Ik kan niet op het Engelse woord komen.

• What’s that called in English? • Hoe heet dat in het Engels? • Allow me to / Let me explain what I • Laat me even uitleggen wat ik bedoel... mean…

• What I mean is… • A person who… • A company that… • Something that… • Something with which / in which /

• Wat ik bedoel is... • Iemand die... • Een bedrijf dat... • Iets dat... • Iets waarmee / waarin / waarop...

on which…

• A place where… • It’s an expression that means…

22

• Een plaats waar... • Het is een uitdrukking die betekent...


Deel A

Luistervaardigheid

A

A47

Preparation – Voorbereiding Bereid je goed voor als je een telefoongesprek in het Engels gaat voeren. Hieronder zie je een checklist:

• Je weet wat je wilt gaan zeggen (gebruik eventueel een puntsgewijze opsomming, zodat je niets vergeet).

• Je kent de vaste uitdrukkingen die met telefoneren te maken hebben. • Je kunt namen en adressen vlot spellen, zowel met het gewone alfabet als met het telefoonalfabet.

• Je weet wat je moet doen als de persoon die je wilt spreken niet bereikbaar is (boodschap achterlaten, zelf nog eens proberen, terug laten bellen).

• Je hebt pen en papier bij de hand. • Je hebt eventuele documentatie (brief, factuur, bon enzovoort) bij de hand. A48

Telephone alphabet – Telefoonalfabet Als het spellen met het normale alfabet (zie A11) niet goed lukt of misverstanden oplevert, biedt het telefoonalfabet uitkomst.

A B C D E F G H I

for Alfred for Benjamin for Charles for David for Edward for Frederick for George for Harry for Isaac

J for Jack K for King L for London M for Mary N for Nellie O for Oliver P for Peter Q for Queen R for Robert

S for Samuel T for Tommy U for Uncle V for Victor W for William X for X-ray Y for Yellow Z for Zebra

Voorbeeld My name is Spruyt. I’ll spell that for you. That’s S for Samuel, P for Peter, R for Robert, U for Uncle, Y for Yellow, T for Tommy. Spruyt.

A49

Telephone numbers – Telefoonnummers ++ 31 (0)20 497 47 51 Zo ziet een Nederlands telefoonnummer eruit als je vanuit het buitenland naar Nederland wilt bellen. De ++ staan voor het toegangsnummer dat je moet kiezen om een internationaal gesprek te kunnen beginnen. In Nederland is dit toegangsnummer 00. Bij internationaal telefoneren laat je de 0 vóór een netnummer weg. 23

Luisteren, gesprekken voeren en spreken

Telephone | Telefoon


Deel A Luistervaardigheid

In het Nederlands zijn er verschillende manieren om een telefoonnummer uit te spreken. In het Engels spreek je telefoonnummers bijna altijd op dezelfde manier uit. The telephone number where you can reach me until half past six is: 31 40 242 1566. Three – one (for the Netherlands / and then) four-oh / two-four-two / one-five / double six. Opmerkingen 1 0 wordt uitgesproken als oh of als zero (US). 2 In plaats van double six hoor je ook wel six-six. 3 Probeer een telefoonnummer altijd met een bepaald ritme uit te spreken, dat wil zeggen met korte pauzes na elke twee of drie cijfers (zie de schuine strepen in het volgende voorbeeld). Three – one // four – oh // two – four – two / one – five / double six. 4 Let op: 0800 1546: oh eight hundred – one – five – four – six.

A50

Email Addresses – E-mailadressen Het is heel belangrijk dat je e-mailadressen correct noteert. Als je ook maar één letter weglaat kan dat betekenen dat je mailtje niet aankomt. Hier volgen de codes van enkele landen.

Ierland Verenigd Koninkrijk Nederland Duitsland België

Ireland United Kingdom The Netherlands Germany Belgium

.ie .co.uk .nl .de .be

Receiving a call | Gebeld worden A51

Answering the phone – Telefoon aannemen

• Good morning / afternoon /

• Goedemorgen / Goedemiddag /

evening, Eltion Corporation, Nabil

Goedenavond. Eltion Corporation.

El Boughlali speaking. How can I

U spreekt met Nabil El Boughlali.

help you?

Hoe kan ik u van dienst zijn?

• What can I do for you?

• Wat kan ik voor u doen? / Hoe kan ik u helpen?

• What is it about, please? • Waar gaat het over? • Who would you like to talk to, sir? • Wie wilt u spreken, meneer? 24


Deel A

Luistervaardigheid

A

number.

A52

• Met wie spreek ik? • En uw naam was...? • Kunt u dat even herhalen? • Zou u dat even kunnen spellen? • Ik ben bang dat u het verkeerde num-

Luisteren, gesprekken voeren en spreken

• Who is calling, please? • And your name was…? • Can you repeat that, please? • Could you spell that, please? • I am afraid you have the wrong

mer heeft.

Putting through – Doorverbinden

• I will put you through to… / I will • Ik zal u doorverbinden met... connect you to...

• Putting you through. • I am sorry, the line is busy /

• Ik verbind u nu door. • Het spijt me, de lijn is bezet.

engaged.

• I am sorry, there is no answer. • Het spijt me, er wordt niet opgenomen. • Would you mind calling back later • Kunt u later nog eens bellen of zal ik or shall I ask him to call you

vragen of hij u wil bellen? Wat heeft u

instead? Which would you prefer?

het liefst?

• What would suit you?

• Wat is voor u het handigst? / Wat komt u het beste uit?

• What are your contact details? • How can she reach you? • I am sorry, the manager is in a meeting at the moment.

• Wat zijn uw contactgegevens? • Hoe kan zij u bereiken? • Het spijt me, de directeur is momenteel in vergadering / zit in een vergadering.

• He is at lunch / on a business trip / • Hij is aan het lunchen / op zakenreis / on holiday / not in today.

op vakantie / vandaag afwezig.

• I am sorry, he is away from his desk • Het spijt me, hij zit momenteel niet at the moment. Shall I take a

op zijn plaats. Zal ik een boodschap

message or would you like him to

aannemen of wilt u dat hij u later

call you back later?

terugbelt?

• I am sorry, Mr Kooper is not available.

A53

• Het spijt me, de heer Kooper is niet bereikbaar.

Taking a message – Bericht aannemen

• If you give me your telephone number, she will call you back

• Als u me uw telefoonnummer geeft, belt zij u later terug.

later.

• Shall I tell Ms Baggen that you called?

• Zal ik mevrouw Baggen zeggen dat u gebeld heeft?

• Would you like to leave a message? • Wilt u misschien een boodschap achterlaten? 25


Deel A Luistervaardigheid

• Perhaps you’d like to leave a message?

• Could / Can I take a message, sir?

• Misschien wilt u een boodschap achterlaten?

• Kan ik (misschien) een boodschap aannemen, meneer?

• What was your name again,

• Hoe was uw naam ook weer, mevrouw?

madam?

• Could you spell that, please? • At what number can she reach

• Zou u dat even kunnen spellen? • Op welk nummer kan zij u bereiken?

you?

• What is your mobile phone

• Wat is uw mobiele nummer?

number?

• So, your name is Whyte, W-h-y-t-e, • Dus uw naam is Whyte, W-h-y-t-e, en and your phone number is 06 1756

uw telefoonnummer is 06 1756 1791.

1791.

• So you would like to postpone the • Dus u wilt de afspraak van 25 novemappointment for 25th November,

ber, 11 uur verzetten naar 30 november,

at 11 o’clock to 30th November, at

9 uur ’s morgens. Klopt dat? / Is dat

9.00 a.m. Is that correct / right?

juist?

• Could you speak up a bit, please? I • Zou u misschien iets harder kunnen can’t hear you very well.

spreken? Ik kan u niet zo goed horen.

• The telephone line is not clear / the • De lijn / ontvangst is niet zo goed, kunt telephone reception is not clear,

u dat misschien nog een keer herhalen?

can you please repeat that again?

• Can you please speak more slowly? • Kunt u misschien iets langzamer My English is not that good.

A54

spreken? Mijn Engels is niet zo goed.

Showing that you hear and understand – Aangeven dat je luistert en begrijpt

• I see what you mean. • I understand. • (That is) right. • Bloomfield plc. I’ve got that. • I’ve written it down. • I’ve made a note of it and I will ask

• Ik begrijp wat u bedoelt. • Dat begrijp ik. • Dat klopt. / Dat is juist / correct. • Bloomfield plc. Dat heb ik. • Ik heb het opgeschreven. • Ik heb er een notitie van gemaakt en ik

him to call you as soon as he

zal hem vragen u te bellen zodra hij

returns to the office.

weer op kantoor is.

• I have sent him an email and asked • Ik heb hem een e-mailtje gestuurd en him to call you on your mobile

gevraagd u op uw mobiele nummer te

phone number.

bellen.

• Sure. / Certainly. 26

• Zeker. / Geen probleem.


Deel A Luistervaardigheid

A

A55

• Natuurlijk (niet). • Geen probleem.

Luisteren, gesprekken voeren en spreken

• Of course (not). • No problem.

Asking someone to hold – Iemand vragen aan de lijn te blijven

• Hold on, please. / Hang on, please. / • Blijft u aan de lijn. Hold the line, please.

• One moment please, I will ask a colleague of mine.

• Thank you for waiting. How can I help you?

• Thank you for waiting. Well, it seems that…

A56

• Een ogenblik alstublieft, ik vraag het even aan een collega van mij.

• Bedankt voor het wachten. Hoe kan ik u helpen?

• Dank u voor het wachten. Nou, het schijnt dat...

Asking someone to call back – Iemand vragen terug te bellen

• Could you please call back in an hour / this afternoon / tomorrow?

• Zou u alstublieft over een uur / vanmiddag / morgen terug kunnen bellen?

• Would you mind calling back later? • Kunt u misschien later even terugbellen?

Making a call | Zelf bellen A57

Opening and introducing yourself – Openen en jezelf voorstellen

• Good morning / afternoon / evening…

• My name is... I’m calling from (Amersfoort in) the Netherlands.

• Goedemorgen / Goedemiddag / Goedenavond...

• Mijn naam is... en ik bel uit (Amersfoort,) Nederland.

• This is Fred Orton from Alpha Mail • U spreekt met Fred Orton van Alpha Services.

A58

Mail Services.

Asking for someone / asking to be put through – Vragen naar iemand / vragen om doorverbonden te worden

• I would like to speak to Mrs West, • Ik wil graag mevrouw West spreken. please.

• Could you put me through to the … • Kunt u doorverbinden met de department, please?

afdeling...?

• Can you please connect me to your • Kunt u me doorverbinden met After Sales Department?

• Can I speak to one of your

uw aftersalesafdeling?

• Kan ik een van uw technici spreken?

engineers, please? 27


Deel A Luistervaardigheid

• Could I speak to someone in the

• Zou ik met iemand kunnen spreken

Finance / Human Resource /

van de afdeling Financiën / Human

Administration / Sales / Customer

Resources / Administratie / Verkoop /

Service Department, please?

Klantenservice?

• Would you know if Ms Tuld is in? • Weet u misschien of mevrouw Tuld aanwezig is?

• Could you connect me to extension • Zou u me kunnen doorverbinden met 6174, please?

A59

toestel 6174?

Leaving a message – Boodschap achterlaten

• Could I leave a message? • I would like to leave a message if that’s all right.

• Kan ik een boodschap achterlaten? • Ik wil graag een boodschap achterlaten, als dat kan.

• Would you have her return my call, • Kunt u haar mij terug laten bellen? please? It’s urgent.

A60

Het is dringend.

Asking for information – Vragen om informatie

• I would like to know more about... • Ik zou graag wat meer willen weten Would you have any information

over... Heeft u daar meer informatie

on this?

over?

• Could you please send me...? • Would you know if…? • The reason for my call is that I… • The reason I’m calling is… • I am calling to find out… • I have a request. Could you… ? • I am especially interested in information on…

• Do you happen to know when /

• Zou u mij alstublieft ... willen sturen? • Weet u misschien of...? • De reden dat ik bel is dat ik... • De reden dat ik bel is... • Ik bel omdat ik wil weten... • Ik heb een verzoek. Kunt u misschien...? • Ik ben vooral geïnteresseerd in informatie over...

• Weet u toevallig wanneer / waar...?

where… ?

• Do you happen to know about… ? • Weet u toevallig iets over...? • Can you connect me to someone in • Kunt u me doorverbinden met iemand your technical department?

• Who can help me with this problem?

28

van uw technische afdeling?

• Wie kan mij helpen met dit probleem?


Deel A

Luistervaardigheid

A

Asking if you are understood – Vragen of je begrepen wordt

Luisteren, gesprekken voeren en spreken

A61

• Do you understand me / my request • Begrijpt u mij / mijn verzoek / mijn / my question, sir?

• I am not sure if I have expressed myself clearly enough.

• I will repeat my question. A62

vraag, meneer?

• Ik weet niet zeker of ik me duidelijk genoeg heb uitgedrukt.

• Ik zal mijn vraag even herhalen.

Calling again or finishing – Vervolggesprek of afsluiten

• Could I call you back about this in • Kan ik u hierover over een half uur / half an hour / tomorrow?

morgen terugbellen?

• Shall we call each other again next • Zullen we elkaar volgende weer even week?

• I will call you sometime next month to see if…

bellen?

• Ik bel u ergens volgende maand even terug om te kijken of...

• Thank you very much for your help. • Hartelijk dank voor uw hulp. • Thank you madam, you’ve been • Dank u wel, mevrouw, u heeft me erg most helpful.

• Thank you for your time and

geholpen.

• Bedankt voor uw tijd en hulp.

assistance.

• Thank you for your help. A63

• Dank u voor uw hulp.

Own answering machine – Eigen antwoordapparaat

• This is (the voicemail of/ the

• Dit is (de voicemail / het antwoord-

answering machine of) Odos

apparaat van) Odos Software. Wij kun-

Software. We are not available to

nen u momenteel niet te woord staan /

answer your call at the moment /

Ons kantoor is momenteel gesloten,

Our office is closed at the moment

maar als u uw naam en telefoonnum-

but if you leave your name and

mer achterlaat na het signaal, bellen

telephone number after the tone

wij u zo spoedig mogelijk terug.

we will call you back as soon as possible.

• This is the voicemail of Odos

• Dit is de voicemail van Odos Software.

Software. You are in a call waiting

U bevindt zich momenteel in de wacht.

queue at the moment. Please hold

Blijft u alstublieft aan de lijn en dan zal

and one of our operators will be

een van onze medewerkers u zo spoedig

with you shortly.

mogelijk te woord staan.

29


Deel A Luistervaardigheid

• This is the voicemail of Odos

• Dit is de voicemail van Odos Software.

Software. At the moment we are

Wij zijn momenteel gesloten, maar als u

closed, but if you leave your name

uw naam en telefoonnummer inspreekt

and telephone number after the

na het piepje, bellen wij u morgen-

tone, we’ll call you first thing

ochtend meteen terug. [Piep!]

tomorrow morning. [Beep!]

A64

Leaving a message – Een boodschap achterlaten

• Answering machine: Good

• Antwoordapparaat: Goedemiddag, u

afternoon, this is Keenan

spreekt met Keenan International.

International. We are sorry that we

Helaas kunnen wij u momenteel niet te

cannot answer your call right now.

woord staan. Als u een boodschap

If you leave a message after the

inspreekt na de piep, nemen wij zo

tone, we’ll get back to you as soon

spoedig mogelijk contact met u op.

as possible. Geef je naam (eventueel spellen) en telefoonnummer, vermeld in het kort de reden waarom je belt en dat je teruggebeld wilt worden, eventueel door een bepaalde persoon (noem naam).

• My name is Veerle Knechten of

• Mijn naam is Veerle Knechten van

Meulenmeester Elektra, my

Meulenmeester Elektra, mijn telefoon-

telephone number is 06 53 24 23 43.

nummer is 06 53 24 23 43. U beloofde

You promised to send me your new

mij uw nieuwe catalogus te sturen,

catalogue but I haven’t heard from

maar ik heb niets meer van u gehoord.

you. Could you please let me know

Kunt u mij laten weten hoe dat komt?

why?

Appointments and invitations | Afspraken en uitnodigingen A65

Making appointments – Afspraken maken

• I would like to make an

• Ik wil graag een afspraak met de heer

appointment with Mr Devon.

Devon maken. Ik wil uw bedrijf bezoe-

I would like to come and visit your

ken om te praten over de mogelijkheid

company to discuss the possibility of

om met u samen te werken aan toe-

working with you on future projects.

komstige projecten.

• I would like to make an appointment to see Ms Tóth.

• Ik wil graag een afspraak maken met mevrouw Tóth.

• Could I make an appointment with • Zou ik een afspraak kunnen maken met Mrs Son? 30

mevrouw Son?


Deel A

Luistervaardigheid

A

Confirming appointments – Afspraken bevestigen

• Let me just check if I have the correct time and date.

Luisteren, gesprekken voeren en spreken

A66

• Laat ik even controleren of ik de juiste datum en tijd heb.

• Can I just confirm that, please? • Kan ik dat even bevestigen? • Have I got this right? • Klopt dat, wat ik zeg? • So that is Monday 3rd March, right? • Dus dat is maandag 3 maart? (Spreek uit: the third of March)

• So the appointment is for 25 October, / 11. a.m. / 2 p.m.

A67

• Dus de afspraak is voor 25 oktober, elf uur ’s morgens / twee uur ’s middags.

Changing appointments – Afspraken wijzigen

• Would it be possible to move our appointment to next week?

• I am afraid I will not be able to make it tomorrow.

• Is het mogelijk onze afspraak te verzetten naar volgende week?

• Ik vrees dat ik het morgen niet haal. / Ik ben bang dat ik morgen niet kan.

• Could we change our appointment • Kunnen we onze afspraak naar vrijdag / to Friday? / move our appointment

naar volgende week verzetten?

to next week?

• I am sorry, something has come up. • Het spijt me, er is iets tussengekomen. Could we make it tomorrow

Zouden we dan voor morgen kunnen

instead?

afspreken?

• I am afraid I need to reschedule my • Ik moet helaas mijn afspraak met appointment with Mrs Richards.

A68

mevrouw Richards verzetten.

Cancelling appointments – Afspraken afzeggen

• I’m terribly sorry, but I’m going to • Het spijt me vreselijk, maar ik zal have to cancel my appointment

helaas mijn afspraak met mevrouw

with Ms Salsify.

Salsify moeten afzeggen.

• I’m afraid I won’t be able to make it • Ik ben bang dat ik dinsdag niet kan on Tuesday.

(komen).

• Unfortunately, I won’t be coming to • Helaas kom ik morgen niet naar Chichester tomorrow, but I will be

Chichester, maar ik kan wel volgende

available for a meeting next week

week vergaderen als u dat ook uitkomt.

if that suits you as well.

• I’m sorry about this, but there’s nothing I can do about it.

• Het spijt me, maar ik kan er niets aan doen.

• I am sorry but due to circumstances • Het spijt me, maar door omstandigI will not be able to attend the

heden kan ik de vergadering niet

meeting.

bijwonen.

31


Deel A Luistervaardigheid

A69

Invitations – Uitnodigingen

• Would you like to come to our

• Wil je aanstaande maandag naar ons

office next Monday?

kantoor komen?

– Yes, that’d be nice.

– Ja, dat lijkt me leuk.

– I’d love to, but I have already

– Dat zou ik graag doen, maar ik heb al

made other arrangements.

iets anders afgesproken.

• How about going to Paris together • Wat vind je ervan om volgende week next week?

samen naar Parijs te gaan?

– Yes, I’d love to.

– Ja, dat lijkt me geweldig.

– Nice of you to ask me, but I’ve

– Dat is erg aardig van je, maar ik heb

already made other

al wat anders afgesproken.

arrangements.

• Shall we go out for a quick lunch / • Zullen we even ergens gaan lunchen / brunch / dinner?

brunchen / dineren?

– Yes that would be very nice. / Yes,

– Dat lijkt me heel erg leuk. / Ja, heel

I’d love to. – Well, actually I’m planning to eat

graag. – Nou, ik wilde vandaag eigenlijk hier

here today.

eten.

• Do you feel like going for a drink? • Heb je zin om (ergens) iets te gaan drinken?

– Yes, that’d be great.

– Ja, goed idee.

– No, not really, but thanks for the

– Nou nee, maar bedankt voor de

invitation. – Maybe some other time.

A70

uitnodiging. – Een andere keer misschien.

Dates and times – Data en tijdstippen

• When would it suit you? • Wanneer zou het u goed uitkomen? • Would Tuesday at half past two in • Zou dinsdagmiddag half drie u the afternoon be convenient /

uitkomen / schikken?

suitable / good for you? – Yes, that would be convenient / suitable. – I am afraid I have got another engagement on Tuesday.

32

– Ja, dat komt goed uit / dat zou goed uitkomen. – Ik heb op dinsdag helaas al een andere afspraak.


Deel A

Luistervaardigheid

A

2 uur?

– Yes, Thursday would suit me.

– Ja, donderdag zou mij goed uitkomen.

– I am afraid I am busy on

– Ik ben helaas op donderdag bezet.

Thursday.

• Are you free in the afternoon? • Bent u ’s middags vrij? • Have you any appointments in the • Heeft u afspraken in de middag? afternoon? – Yes, I am free the entire

– Ja, ik ben de hele middag vrij.

afternoon. – No, I am afraid I have got something else planned /

– Nee, ik heb helaas al iets anders gepland.

scheduled.

• Shall we say Wednesday morning • Zullen we het dan maar op woensdagthen?

morgen houden?

– Yes, that would be fine.

– Ja, dat zou mij goed uitkomen.

– No, I am afraid I can’t make it on

– Nee, ik kan woensdag jammer

Wednesday.

• 9 a.m. then?

genoeg niet.

• Om 9 uur dan?

– Yes, that is perfect.

– Ja, dat is uitstekend.

– Well, I’d prefer 9.30, if possible / if

– Nou, liever om half tien, als dat kan /

that’s okay with you.

als u het niet erg vindt.

Reservations | Reserveringen A71

Making reservations – Reserveren

• I would like to make a reservation • Ik wil graag reserveren voor 16 maart. for 16 March.

• I would like to book a room for the • Ik wil graag een kamer reserveren voor week commencing 2 February.

de week van 2 februari.

• Is it possible to make a reservation • Is het mogelijk om te reserveren voor for Friday at 7 pm?

• Could I reserve a meeting room tomorrow from 9 to 11 am?

vrijdag, 7 uur ’s avonds?

• Kan ik voor morgenochtend een vergaderzaal reserveren van 9 tot 11 uur?

33

Luisteren, gesprekken voeren en spreken

• How about Thursday at 2 o’clock? • En (wat zou u vinden van) donderdag


Deel A Luistervaardigheid

A72

Confirming reservations – Reserveringen bevestigen

• Could I just confirm my reservation? • Mag ik even mijn reservering bevestigen? That was one single room for three

Het ging om een eenpersoonskamer

nights from 21 January.

voor drie nachten vanaf 21 januari.

• I’d like to confirm my reservation. • Ik wil graag mijn reservering bevestigen. • Could you tell me if this • Kunt u mij zeggen of deze informatie information is correct, please?

juist is?

• Have I got this right? • Klopt het wat ik zeg? • That was all the information that I • Dat is alles wat ik op dit moment wil

A73

need for now, but if I have any

weten, maar als ik nog vragen heb, mag

questions can I contact you later?

ik dan later nog even contact met u

What is your name and your direct

opnemen? Hoe is uw naam en wat is uw

telephone number?

rechtstreekse telefoonnummer?

Changing reservations – Reserveringen wijzigen

• I am afraid I have to change my reservation.

• I would like to make a change in my reservation for next week.

• Ik moet helaas mijn reservering wijzigen.

• Ik wil graag mijn reservering voor volgende week wijzigen.

• I am sorry, there has been a change • Ik ben bang dat de plannen zijn

A74

of plans. Is it possible to move my

gewijzigd. Is het mogelijk om mijn

reservation to one week later?

reservering een week te verzetten?

Cancelling reservations – Reserveringen annuleren

• I am afraid I need to cancel my reservation.

• Ik ben bang dat ik mijn reservering moet annuleren.

• Will there be any cancellation fee? • Zijn er annuleringskosten (aan Is it a percentage of the cost?

verbonden)? Is dat een percentage van de kosten?

• Is it possible to cancel my reservation? Something has come up.

• Is het mogelijk om mijn reservering te annuleren? Er is iets tussengekomen.

Information | Inlichtingen A75

Asking for information – Informatie vragen

• I would like some more information about this product.

• Ik wil graag meer informatie over dit product.

• We would like to know a bit more • Wij zouden graag wat meer willen about this new sound system. 34

weten over dit nieuwe geluidssysteem.


Deel A

Luistervaardigheid

A

products?

• I would like more information about the services your company

• Kunt u me wat (meer) vertellen over uw producten?

• Ik wil graag meer informatie over de diensten die uw bedrijf aanbiedt.

offers.

• I would like to know more about your guarantee conditions.

• What are your payment and delivery terms?

• Can you please give me a quotation?

• Ik wil graag wat meer weten over uw garantievoorwaarden.

• Wat zijn uw betalings- en leveringsvoorwaarden?

• Kunt u mij misschien een prijsopgave geven?

• Is that inclusive of VAT? • Is dat inclusief BTW? • Does this price include VAT or has • Is deze prijs inclusief / met BTW of komt that to be included?

• Is that the unit price / price per

die er nog bovenop?

• Is dat de stuksprijs?

unit?

• Would there be a cash discount?

• Krijgen we / Krijg ik dan een korting wegens contante betaling?

• Do you offer any discounts for bulk • Geeft u ook kortingen voor grote orders?

orders?

• Do you offer any cash discounts for • Geeft u ook contante kortingen voor early payment?

• Is there a minimum order

snelle betalers?

• Is er een minimumbestelhoeveelheid?

quantity?

• Can the goods be supplied from stock?

• Kunnen de goederen uit voorraad geleverd worden?

• Do you have this item in stock? • Heeft u dit artikel in voorraad? • What is the lead-time for this item? • Wat is de levertijd voor dit artikel? • Do / Would you know how / how • Weet u (misschien) hoe / hoe lang / wie long / who / why / when / where…?

A76

/ waarom / wanneer / waar...?

Requesting information – Verzoeken om toezending informatie

• Could you send me a brochure / pricelist / catalogue?

• Please send me a registration form / an application form.

• Kunt u mij misschien een brochure / prijslijst / catalogus sturen?

• Stuurt u mij alstublieft een inschrijfformulier / aanvraagformulier.

• I was wondering if you could send • Ik vroeg me af of u mij een sollicitatieme an application form.

formulier kunt toesturen.

35

Luisteren, gesprekken voeren en spreken

• Could you tell me about your


Deel A Luistervaardigheid

A77

Investigating buying behaviour / buying needs – Onderzoek naar koopgedrag / koopbehoeften

• I am conducting a survey on

• Ik houd momenteel een enquête over

consumer behaviour. Would you be

consumentengedrag. Zou u misschien

so kind as to answer a few

enkele vragen willen beantwoorden?

questions?

• Would you please take some time • Heeft u misschien even tijd om mee te to participate in this survey / study?

doen aan deze enquête / dit onderzoek?

• Would you please take some time • Heeft u even tijd om deze vragenlijst in to complete this questionnaire?

• I would like to ask you a few questions about your buying

te vullen?

• Ik wil u graag enkele vragen stellen over uw koopgewoonten.

preferences / buying habits.

• When / Where / How often / What • Wanneer / Waar / Hoe vaak / Wat voor / kind of / Why … ?

• Thank you for your information. • Thank you for your time and

Waarom ...?

• Dank u voor uw informatie. • Bedankt voor uw tijd en medewerking.

cooperation.

• Thank you for your time and

• Bedankt voor uw tijd en hulp.

assistance.

A78

Giving information – Informatie verstrekken

• Yes, I can explain this for you. • Ja, dat kan ik u wel even uitleggen. • Is there anything in particular you • Is er iets speciaals dat u wilt weten? would like to know?

• I would be happy to tell you more • Ik wil u heel graag wat meer vertellen about our latest product range.

over ons nieuwste assortiment.

• I am afraid I can’t tell you off hand. • Ik kan u dat helaas niet zo uit het hoofd If you have / give me a minute,

vertellen. Als u een ogenblik heeft, / Als u

I’ll check it for you.

mij even de tijd geeft, ga ik het voor u na.

• I will check this out and get back to • Ik zal dit even nagaan en kom dan zo you as soon as possible.

spoedig mogelijk bij u terug / en neem dan zo spoedig mogelijk contact met u op.

A79

Making promises – Toezeggen

• You can rely on prompt delivery.

• U kunt rekenen op onmiddellijke levering.

• We guarantee next day delivery.

• Wij garanderen levering op de eerstvolgende dag.

• I promise that we will have it for you at the beginning of next week. 36

• Ik kan u beloven dat wij het begin volgende week voor u in huis hebben.


Deel A Luistervaardigheid

A

superior to other brands currently

beter zijn dan andere merken die

on the market.

momenteel op de markt zijn.

• We guarantee you that our products are of superior quality.

• I will personally make sure that you receive them this Thursday.

• It should be in on Monday.

• Wij garanderen u dat onze producten van superieure kwaliteit zijn.

• Ik zal er persoonlijk voor zorgen dat u ze aanstaande donderdag krijgt.

• Het zou maandag binnen moeten zijn. / Als het goed is, is het maandag binnen.

• I am sure it will be no problem at • Ik weet zeker dat het helemaal geen all.

probleem zal zijn.

Orders | Bestellingen A80

Placing orders (by telephone) – Orders plaatsen (per telefoon)

• I would like to place an order for… • Ik wil graag een order / bestelling plaatsen voor...

• We would like to order 400 of model number 3B45.

• We would like 200 of model

nummer 3B45 bestellen.

• Wij willen graag 200 stuks van model

18MCAA, description / catalogue

18MCAA, omschrijving / catalogus

number...

nummer...

• I would like to order five cases of red wine, Merlot.

• I will take the larger one, please. A81

• We willen graag 400 stuks van model-

• Ik wil graag vijf kisten rode wijn bestellen, Merlot.

• Ik neem de grootste. Dank u.

Booking orders – Orders noteren

• How many copies would you like to • Hoeveel exemplaren wilt u bestellen? order?

• How many (units) would you like • Hoeveel stuks / eenheden wilt u to order?

• Would there be anything else? • Is there anything else that you

bestellen?

• Was / Is er anders nog iets? • Is er nog iets dat u nodig heeft?

need / require?

• I am afraid we are out of stock at

• Ik ben bang dat we ze niet meer op

the moment. They should be in

voorraad hebben. Volgende week

next week.

komen ze weer binnen.

• I am afraid that we do not have this • Ik vrees dat we dit onderdeel / artikel part / item in stock at the moment.

op dit moment niet op voorraad hebben. 37

Luisteren, gesprekken voeren en spreken

• We guarantee that our products are • Wij garanderen dat onze producten veel


Deel A Luistervaardigheid

A82

Changing orders – Orders wijzigen

• I would like to change my order,

• Ik wil graag mijn bestelling wijzigen.

please.

• I would like to revise my order. • I am afraid I need to change my

• Ik wil graag mijn order herzien. • Ik ben bang dat ik mijn order moet

order.

wijzigen.

• I am sorry, could you make that 4 • Sorry, kunt u daar 4 van maken in instead of 3?

• I am sorry, I have changed my

plaats van 3?

• Sorry, ik ben van gedachten veranderd.

mind. I will take the red one after

Ik wil toch graag de rode.

all, please.

A83

Cancelling orders – Orders annuleren

• I would like to cancel my order,

• Ik wil graag mijn order annuleren.

please.

• Is it possible to cancel our order?

• Is het mogelijk om onze order te annuleren?

• Is there a cancellation fee?

• Zijn er annuleringskosten (aan verbonden)?

• I am sorry, I need to cancel our last • Het spijt me, ik moet onze laatste order order.

• I am afraid I have to cancel that.

annuleren.

• Ik vrees dat ik die / dat moet annuleren.

Meeting people | Ontmoetingen A84

Addressing someone – Iemand aanspreken

• Excuse me, are you Mr Zucchini?

• Pardon, bent u (misschien) meneer Zucchini?

• It’s Deirdre Putey, isn’t it? • Are you Herman Lier by any

• U bent toch Deirdre Putey? • Bent u toevallig Herman Lier?

chance?

• Ms Lefevre? A85

Introducing yourself – Jezelf voorstellen

• How do you do? My name’s

• Hoe maakt u het? Mijn naam is William

William Poort. I am from DP

Poort. Ik ben van DP Promotions en wij

Promotions and we are located in

zijn in Nederland gevestigd.

the Netherlands.

38

• Mevrouw Lefevre?


Deel A

Luistervaardigheid

A

of Waterman International.

• May I introduce myself: Jacqui Quinn.

• Pleased to meet you. I’m Andy Oosterveld.

van Waterman International.

• Mag ik me even voorstellen? Jacqui Quinn.

• Aangenaam kennis te maken. Ik ben Andy Oosterveld.

• Excuse me, I don’t think we’ve met • Neemt u me niet kwalijk. Ik geloof niet before. I’m Cilla White.

dat wij elkaar eerder ontmoet hebben. Ik ben Cilla White.

• Hello, I’m Ade Ballard. Nice to meet • Hallo, ik ben Ade Ballard. Leuk u te ontyou.

A86

moeten.

Introducing someone – Iemand voorstellen

• Mrs Wilkes, may I introduce our

• Mevrouw Wilkes, mag ik u onze ver-

Sales Manager to you, Mr Carl

koopleider, meneer Carl Shunt, voorstel-

Shunt?

len?

– How do you do?

– Aangenaam kennis met u te maken.

– How do you do?

– Aangenaam.

• I would like you to meet a

• Ik wil u graag aan een collega van mij,

colleague of mine, Mr Beets. /

de heer Beets voorstellen. Ik wil u graag

I would like you to meet my

aan mijn collega, meneer Beets, voor-

colleague, Mr Beets.

stellen.

– Pleased to meet you.

– Aangenaam kennis met u te maken.

– How do you do?

– Hoe maakt u het?

• I want you to meet our Dutch

• Ik wil u graag aan onze Nederlandse

student / placement student from

student / aan onze stagiair uit Neder-

the Netherlands.

land voorstellen.

– Nice to meet you.

– Leuk u te ontmoeten.

– Nice to meet you too.

– Insgelijks.

• Do you know each other?

• Kent u elkaar?

Carol Whitelaw – Arthur Fishall.

Carol Whitelaw – Arthur Fishall.

– No, I don’t think so. How do you

– Ik geloof van niet. Hoe maakt u het?

do? – How do you do?

– Hoe maakt u het?

39

Luisteren, gesprekken voeren en spreken

• How do you do? I’m Rudy McNiall • Hoe maakt u het? Ik ben Rudy McNiall


Deel A Luistervaardigheid

• John, this is Thomas, a friend of

• John, dit is Thomas, een vriend van mij.

mine.

A87

– Hello, Thomas.

– Hallo, Thomas.

– Hello, John.

– Hallo, John.

Greeting someone – Iemand begroeten

• Good morning, sir / Mr Harrison.

• Goedemorgen, meneer / meneer Harrison.

• Good morning. • Good afternoon, madam / Mrs Cork.

• Goedemorgen. • Goedemiddag, mevrouw / mevrouw Cork.

• Good afternoon. • Goedemiddag. • Good evening, miss / Miss Tiddles. • Goedenavond, juffrouw / juffrouw Tiddles.

• Good evening. • Goedenavond. • Hello, Ms Abelova, nice to see you • Hallo, mevrouw Abelova, leuk u weer again.

te zien.

• Hello, Mr Morrison, how are you? • Hallo, meneer Morrison, hoe gaat het met u?

• How are you? • Fine, thanks, and you? • How are you getting on? • Fine thank you, how about you? • How have you been? • Fine thanks, and how are you? • Hello Candy. How have you been

• Hoe gaat het met u? • Goed, dank u. En met u? • Hoe gaat het met u? • Prima, dank u. En met u? • Hoe gaat het? • Goed, dank u. En hoe gaat het met u? • Hallo, Candy. Hoe gaat het met jou?

doing?

• I can’t really complain, what about • Ik mag niet klagen, en jij? you?

• Hi Kenneth! How are you? • Couldn’t be better. And you? A88

• Hoi Kenneth! Hoe gaat het met jou? • Kan niet beter. En jij?

Business card – Visitekaartje

• Would you like to have my business • Wilt u misschien mijn visitekaartje card?

hebben?

• Here’s my business card. Here you • Hier heeft u mijn visitekaartje. Alstuare.

40

blieft.


Deel A Luistervaardigheid

A

Ending – Afsluiten

Luisteren, gesprekken voeren en spreken

A89

• I am afraid I really must / should be • Sorry, maar ik moet nu echt gaan. going.

• I have got to go now. It was nice

• Ik moet nu gaan. Leuk u te ontmoeten.

meeting you.

• It’s been very nice talking to you. • Goodbye. I’ll see you at lunch / later.

• See you soon / next week. Bye! • See you!

• Het was leuk u gesproken te hebben. • Tot ziens. Ik zie je straks wel bij de lunch. Ik zie je straks nog.

• Tot gauw. Tot volgende week. Dag! • Tot ziens!

Receiving visitors | Bezoekers ontvangen A90

Asking for (repetition of) a name – Vragen om (herhaling van) een naam

• Could / Can / May I have your

• Mag ik uw naam?

name, please?

• I am sorry, could you repeat that,

• Sorry, kunt u dat even herhalen?

please?

• How do you spell your name? • How do you pronounce your

• Hoe spel je uw naam? • Hoe spreek je uw achternaam uit?

surname?

• I am sorry, I didn’t catch your name. • Het spijt me, ik heb uw naam niet verstaan.

• I am afraid I didn’t catch your first • Ik heb uw voornaam helaas niet vername.

staan.

• What did you say your name was? • Hoe zei u dat uw naam was? A91

Making a polite request to a visitor – Bezoeker beleefd iets vragen

• Could you just fill in this form,

• Kunt u misschien even dit formulier

please?

invullen?

– Yes, certainly / of course.

– Ja, geen probleem.

• Would you like to take a seat in the • Wilt u misschien even in de lounge lounge?

plaatsnemen?

– Yes, that’ll be fine.

– Ja, goed / prima.

• Could you sign here, please?

• Kunt u hier even tekenen, alstublieft?

– Yes, I’d be happy to.

– Ja, natuurlijk. 41


Deel A Luistervaardigheid

• Would you mind waiting in the

• Zou u even in de lobby willen wachten?

lobby? – No, not at all.

– Ja hoor, geen probleem.

• I just need you to write your name • Als u hier dan nog even uw naam voluit

A92

in full here.

wilt opschrijven.

– Sure, no problem.

– Natuurlijk, geen probleem.

Offering someone something – Iemand iets aanbieden

• Would you like something to drink • Wilt u misschien iets drinken terwijl while you wait / are waiting?

u wacht?

– Yes, please.

– Ja, graag.

• Would you like to borrow my pen? • Wilt u mijn pen even lenen? – Yes, thank you very much.

– Ja, graag. Dank u zeer.

• Could / Can I offer you a soft drink? • Kan ik u iets fris aanbieden? – No, thank you.

– Nee, dank u.

• How do you take / like your coffee? • Hoe drinkt / wilt u uw koffie? • Cream and sugar? • Melk en suiker? – Black, no sugar, please.

• Could / Can I get you a cup of

– Zwart en zonder suiker, alstublieft.

• Kan ik een kopje koffie voor u halen?

coffee? – Oh, that’d be nice.

• Help yourself to the coffee. – Thank you.

A93

– Dat zou lekker zijn.

• Neemt u gerust zelf koffie. – Dank u.

Offering assistance – Hulp aanbieden

• How can / may I help you, sir? – I have an appointment with

Mrs Vartiainen. – No thank you, I’m already being

• Hoe kan ik van dienst zijn, meneer? – Ik heb een afspraak met mevrouw Vartiainen. – Nee dank u, ik word al geholpen.

helped.

• May I be of any assistance? – Yes, thank you very much.

– Ja, heel graag.

– It’s good of you to offer, but I’m

– Dat is erg aardig van u, maar ik wacht

just waiting here for someone.

• Would you like any help?

hier even op iemand.

• Heeft u misschien hulp nodig?

– Yes, please.

– Graag.

– No, it’s all right. Thank you very

– Nee, het gaat wel. Dank u wel.

much.

42

• Kan ik u ergens mee van dienst zijn?


Deel A

Luistervaardigheid

A

• Kan ik iets doen? / Kan ik u ergens mee helpen?

– Yes, …

– Ja, ...

– No, thank you very much.

– Nee, dank u wel.

• Let me help you with your luggage. • Laat mij u even helpen met uw bagage. – Oh, that’d be great.

– O, dat zou heel fijn zijn.

– Thanks very much, but there’s no

– Dank u wel, maar dat is niet nodig.

need.

• Can I give you a hand with your

• Kan ik even helpen met uw tassen?

bags?

A94

– Yes, please. Thanks a lot.

– Graag ja. Dank u wel.

– No, thank you.

– Nee, dank u wel.

Escorting – Begeleiden

• I’ll show you the way to her office. • Ik zal u even de weg naar haar kantoor wijzen.

• Would you follow me, please? • Right this way, please. • Please follow me. A95

• Wilt u mij maar even volgen? • Deze kant op. • Volgt u mij maar.

Answering questions – Vragen beantwoorden

• Just a moment, please, I’ll look it up • Een ogenblikje alstublieft, ik zoek het for you.

even voor u op.

• I am afraid I don’t know. Shall I ask • Dat weet ik helaas niet. Zal ik het even my colleague / supervisor?

aan mijn collega / chef vragen?

• Let me see… yes, the meeting starts • Eens even kijken... ja, de vergadering at 10 o’clock.

begint om 10 uur.

Giving or asking for directions | De weg wijzen of vragen A96

Asking for directions – De weg vragen

• Could / Can you tell me where the • Kunt u me zeggen waar het damestoilet / ladies’ / men’s room is, please?

herentoilet is?

• Excuse me, madam, can you tell me • Pardon, mevrouw, kunt u mij de weg the way to Mrs Tikaram’s office,

wijzen naar het kantoor van mevrouw

please?

Tikaram?

• Could you tell me where the toy department is?

• Kunt u me zeggen waar de speelgoedafdeling is?

43

Luisteren, gesprekken voeren en spreken

• Is there anything I can do?


Deel A Luistervaardigheid

• I am looking for the bus station. I wonder if you could tell me where

• Ik ben op zoek naar de bushalte. Kunt u me misschien zeggen waar die is?

it is?

• Excuse me, I’m trying to find

• Pardon, ik ben op zoek naar Amsterdam

Amsterdam Avenue. Can you tell

Avenue. Kunt u me zeggen hoe ik daar

me how to get there?

moet komen?

• Where’s the nearest post office?

• Waar is het dichtstbijzijnde postkantoor?

• Sorry, sir, I seem to be lost. Am I anywhere near the post office?

• Pardon, meneer, ik denk dat ik verdwaald ben. Ben ik hier in de buurt van het postkantoor?

A97

Giving directions in a building – De weg wijzen in een gebouw

• Go straight along the main corridor • U volgt gewoon de grote gang totdat u until you see the lift.

• Take the lift to the second floor.

de lift ziet.

• Neem de lift naar de tweede verdieping / etage.

• Turn right and then immediately • U gaat naar rechts en dan meteen links. left.

• Take the first left and then turn right.

• It’s the third door on the right. • Turn right / left at the end of the corridor.

• Neem de eerste links en ga dan naar rechts.

• Het is de derde deur aan de rechterkant. • Ga rechts / links aan het eind van de gang.

• It’s opposite the stairs. You cannot • Het is tegenover de trap. U kunt het niet miss it.

• Go past the canteen, through the double doors and then it is in front

missen.

• U gaat voorbij de kantine, door de dubbele deuren en dan ziet u het voor u.

of you.

A98

Giving directions in a city – De weg wijzen in een stad

• It’s about a twenty minutes’ walk • Het is ongeveer twintig minuten lopen from here.

vanaf hier.

• It’s about ten minutes by bus from • Het is hier ongeveer tien minuten vanhere.

• Go straight on until you come to the first crossroads.

• Cross the bridge. • Turn left / right at the second traffic lights. 44

daan met de bus.

• U gaat rechtdoor tot u bij de eerste kruising komt.

• U gaat de brug over. • Ga links / rechts bij het tweede verkeerslicht.


Deel A

Luistervaardigheid

A

right.

• Take the third exit from the

rechts.

• U neemt de derde afslag op de rotonde.

roundabout.

• Follow the signs to the Convention • Volgt u de borden naar de Convention Hall.

• There should be a sign there.

Hall.

• Als het goed is, staat daar een bord.

Small talk | Een praatje maken A99

Safe subjects – Veilige onderwerpen

• Interests (hobbies, sports, films, music, books)

• Media (television programmes, newspapers, magazines)

• Food (likes and dislikes, typical dishes)

• Countries, cities • What’s typically Dutch? • Travel, holidays • Accommodation: hotel, bed and

• Interesses (hobby’s, sport, films, muziek, boeken)

• Media (televisieprogramma’s, kranten, tijschriften)

• Eten (waar je van houdt / niet van houdt, typische gerechten)

• Landen, steden • Wat is nou typisch Nederlands? • Reizen, vakanties • Accommodatie: hotel, pension

breakfast

• Jobs • Family A100

• Banen • Familie

Sensitive subjects – Gevoelige onderwerpen

• Religion • Politics • War

• Religie • Politiek • Oorlog

Opening a conversation | Een gesprek beginnen A101

Questions about travel to place of meeting – Vragen over reizen naar plaats van bijeenkomst

• Did you have a nice flight / a good • Heeft u een goede / prettige vlucht / journey?

reis gehad?

• Did you have any trouble finding • Kon u ons kantoor gemakkelijk vinden? our office? 45

Luisteren, gesprekken voeren en spreken

• Take the first / second turn on the • U neemt de eerste / tweede straat


Deel A Luistervaardigheid

A102

Questions about place of meeting – Vragen over plaats van bijeenkomst

• Have you ever been to Amsterdam • Bent u ooit eerder in Amsterdam before?

• What do you think of London so

geweest?

• Wat vindt u tot nu toe van Londen?

far?

• What is your impression of London • Wat is uw indruk van Londen tot nu so far?

toe?

• What was your first impression of • Wat was uw eerste indruk van New York?

A103

New York?

Other questions – Andere vragen

• Have you got the time, please? • Weet u hoe laat het is? • Have you heard the news about…? • Heeft u het nieuws gehoord over...? • Excuse me, haven’t we met before? • Pardon, hebben wij elkaar niet eerder ontmoet?

• Excuse me, aren’t you the new Sales Manager / Mrs Scalfa?

• Neem me niet kwalijk, bent u niet de nieuwe directeur Verkoop / mevrouw Scalfa?

A104

Comments about the weather – Opmerkingen over het weer

• At last some nice weather. • Lovely day, isn’t it? • When is it ever going to stop raining?

• What was the weather like in

• Eindelijk eens mooi weer. • Mooi weer vandaag, vindt u niet? • Wanneer houdt het nou eens op met regenen?

• Hoe was het weer in Berlijn?

Berlin?

A105

Complaints – Klachten

• The traffic here is incredible, isn’t • Dat verkeer hier is niet te geloven, vindt it?

u niet?

• The bus services are getting worse • De busverbindingen worden met de dag every day.

slechter.

• Can you believe it? The train tickets • Het is toch niet te geloven! De treinhave gone up again!

46

kaartjes zijn weer duurder geworden!


Deel A

Luistervaardigheid

A

A106

Showing interest – Interesse tonen

• Yes / Uh-huh / Mh-hmm. • Really?

• Ja / Uh-huh / Mm-mm. • Echt waar? / Is het echt? / Meent u dat nou?

• I see. • Right / okay / exactly / sure. • I know what you mean. • How interesting! • Is that right? • It is a good proposal.

• Ik begrijp het al. • Juist / oké / precies / zeker. • Ik begrijp wat je bedoelt. • Dat is interessant! • Klopt dat? / Is dat zo? / O ja? • Het is een goed voorstel.

– Is it?

• I saw We will rock you in London.

– Vindt u? / Is dat zo?

• Ik ben in Londen naar We will rock you geweest.

– Did you?

• He’s quite an expert on wine.

– O ja?

• Hij heeft veel verstand van wijn.

– Is he?

• They are the best suppliers of

A107

– Echt? / O ja?

• Zij zijn de beste leveranciers van

cotton fabrics.

katoenen stoffen.

– Are they?

– Is dat zo? / O ja?

Showing surprise – Verbazing tonen

• Really? • I don’t believe it! • That’s incredible / amazing!

• Echt? / Echt waar? / Werkelijk? • Ik geloof er niets van! • Dat is niet te geloven! / Daar sta ik van te kijken!

• You can’t be serious! • You must be kidding / joking! • He slapped her in the face. – He didn’t!

• They have cancelled the entire

• Dat meent u toch niet! • U maakt zeker een grapje. • Hij sloeg haar in het gezicht. – Nee toch?

• Ze hebben de hele bestelling

order.

geannuleerd.

– They haven’t!

– Het is toch zeker niet waar!

• I am going to Vietnam for my

• Ik ga deze zomer op vakantie in

summer holiday.

Vietnam.

– You’re not!

– O ja? / Echt?

• Peter can speak five languages

• Peter spreekt vijf talen vloeiend.

fluently. – He doesn’t!

– Echt waar? / O ja? 47

Luisteren, gesprekken voeren en spreken

Reacting to what others say | Reageren op wat anderen zeggen


Deel A Luistervaardigheid

A108

Showing sympathy – Medeleven tonen

• Oh dear! • Oh no! • Oh, what a pity / shame! • How awful! • That’s too bad! • Oh, how awful / terrible! • Oh, I’m sorry to hear that. A109

• O jee! • O nee! • Ach, wat jammer! • Wat vreselijk! • Dat is jammer! • O, wat vreselijk / verschrikkelijk! • O, het spijt me dat te horen.

Showing enthusiasm – Enthousiasme tonen

• I’m very pleased to hear that. • Ik ben erg blij dat te horen. • That is really good news! • Kijk, dat is echt goed nieuws! • Good for you! • Goed gedaan! / Goed zo! • That’s great / fantastic / wonderful / • Dat is geweldig / fantastisch / prachtig / brilliant!

• I’m so glad. • I’m so happy for you! • Oh good!

schitterend!

• Ik ben zo blij. • Ik ben zo blij voor je! • O, goed zo! / O, dat is mooi! / O, mooi zo!

Restaurant | Restaurant A110

Arrival – Aankomst

• We have a reservation for 8 o’clock. • We hebben gereserveerd voor 8 uur, op The name is Gilmour.

• We would like a table for four, please.

naam van Gilmour.

• Wij willen graag een tafel voor vier (personen).

• Could we have a table by / near the • Zouden wij een tafel bij het raam window?

• We would like to sit in the nonsmoking section, please.

A111

kunnen krijgen?

• We willen graag een plaatsje in het niet-rokengedeelte hebben.

Getting ready to order – Voordat je bestelt

• Would you like me to describe some of the dishes for you?

• Zal ik even enkele van de gerechten voor u toelichten?

• Do you have any questions about • Heeft u misschien nog vragen over het the menu?

• I’m not very familiar with the

48

menu?

• Ik ben niet erg bekend met de Engelse

English cuisine. Could you tell me

keuken. Kunt u me uitleggen wat

what kidney pie is?

kidney pie is?


Deel A

Luistervaardigheid

A

ordering / made a choice yet?

• Is de soep erg pittig / gekruid? • Heeft u al een keus gemaakt / kunnen maken?

• What are the chef’s specials? • Wat zijn de specialiteiten van de kok? • What would you recommend from • Wat kunt u ons aanbevelen van het the menu?

menu?

• What is the soup of the day? • Wat is de soep van de dag? • Ravi, do you know what you want? • Ravi, weet jij al wat je wilt hebben? • We haven’t really decided. Do you • We hebben eigenlijk nog niet besloten. mind if we have / take a few extra

Kunnen we nog een paar minuten krij-

minutes to decide what to order?

gen om te beslissen wat we bestellen?

• That sounds nice / delicious. • Dat klinkt lekker / heerlijk. • Caroline, how would you like your • Caroline, hoe wil jij je biefstuk: rood, steak: rare, medium, well done?

medium, doorbakken?

• Could we see the wine list, please? • Mogen we de wijnkaart zien? A112

Ordering – Bestellen

• I’d like the sirloin, please, medium • Ik wil graag de lendebiefstuk, medium rare.

• I’ll have the prawn cocktail as a starter.

• Could I have a sherry, please? • Are there any specials this

rood.

• Ik wil graag als voorgerecht de garnalencocktail.

• Mag ik van u een sherry? • Heeft u vanavond specialiteiten?

evening?

• Which would you recommend, the • Wat zou / kunt u aanbevelen, de zalm of salmon or the trout?

de forel?

• Could you tell me what Lancashire • Kunt u mij uitleggen waaruit hotpot is made of?

A113

Lancashire hotpot bestaat?

Paying – Afrekenen

• May I have the bill, please? • Shall we share the bill? • This is my treat. You can pick up the tab next time.

• It’s on me.

• Mag ik de rekening van u? • Zullen we de rekening delen? • Ik trakteer / betaal (vandaag). Volgende keer mag jij betalen.

• Ik betaal. / De rekening is voor mij.

49

Luisteren, gesprekken voeren en spreken

• Is the soup very spicy? • Have you decided what you’re


Deel A Luistervaardigheid

Meeting and consulting | Vergaderen en overleggen A114

Interrupting someone – Iemand in de rede vallen

• Excuse me for interrupting you, but…

• If I could just come in here... • On that note / On that point, I would like to add the following…

• Neemt u me niet kwalijk dat ik u onderbreek, maar...

• Als ik hier even mag inbreken... • Over dit onderwerp zou ik het volgende willen toevoegen...

• I would just like to take up the last • Ik zou het graag nog even over het point mentioned.

laatstgenoemde punt willen hebben.

• Are we sure we are talking about • Weten we zeker dat we het over hetzelfthe same thing?

• I would like to comment on that.

de praten?

• Daar zou ik graag nog iets over willen zeggen.

• May I ask something? • Can I ask a question about that? • Can I say something here? • Sorry, but… A115

• Mag ik iets vragen? • Kan ik daar een vraag over stellen? • Mag ik nu even iets zeggen? • Sorry, maar...

Stopping an interruption – Onderbreking niet toestaan

• Excuse me, I would like to finish my point first.

• I’m sorry, I will answer you in a minute.

• Sorry, maar ik wil eerst even mijn verhaal afmaken.

• Neemt u me niet kwalijk, ik zal zo meteen uw vraag beantwoorden.

• I have allowed you to have your say, • Ik heb u uw zegje laten doen, laat u mij please allow me to have mine.

• Please let me finish. • Please, do not interrupt me. A116

• Laat u mij alstublieft even uitpraten. • Wilt u mij alstublieft niet onderbreken?

Giving an opinion – Mening geven

• I think / believe / feel that… • I am sure that... • It seems to me that… • In my view / opinion… • If you ask me, … • To my mind… • I would say that…

50

nu ook uitspreken.

• Ik denk / geloof dat... • Ik weet zeker dat... • Het lijkt mij dat... • Zoals ik het zie... / Naar mijn mening... • Als u het mij vraagt... • Zoals ik het zie... / Naar mijn mening... • Ik zou zeggen dat...


Deel A

Luistervaardigheid

A

Agreeing with someone – Het met iemand eens zijn

Luisteren, gesprekken voeren en spreken

A117

• I absolutely / entirely / quite agree. • Daar ben ik het volkomen / helemaal mee eens.

• I agree with you on that point. • Op dat punt ben ik het met u eens. • Yes, quite / absolutely / definitely! • Zo is het precies! / Ja, absoluut! • I couldn’t agree more. But let me • Daar ben ik het voor 100 procent mee also add to that by saying this…

eens. Maar ik wil er toch nog het volgende aan toevoegen...

• That’s right, because… A118

• Dat is juist, omdat... / Dat klopt, want...

Disagreeing partially with someone – Het gedeeltelijk met iemand oneens zijn

• I see your point, but… • That’s one way of looking at it, but…

• Yes, but on the other hand… • Could be, but I have my doubts. • That may / might be true, but…

• Ik begrijp wat u bedoelt, maar... • Dat is een manier om het te bekijken, maar...

• Ja, maar aan de andere kant... • Kan wel zijn, maar ik heb mijn twijfels. • Dat kan (misschien) wel waar / zo zijn, maar...

A119

Disagreeing strongly with someone – Het helemaal niet eens zijn met iemand

• I’m afraid I disagree / don’t agree • Ik ben het daar niet mee eens. / Ik ben with you.

• I totally disagree. • No, that’s not correct / accurate.

het niet met u eens.

• Ik ben het er helemaal niet mee eens. • Nee, dat is niet juist / niet helemaal juist.

• No, that is not the case. • Nee, dat is niet het geval. • No, that is not the same situation • Nee, dat is niet dezelfde situatie als dit. as this.

• No, that is a separate matter. • Oh, surely not. • You must be joking. • Nonsense! / Rubbish! • No way!

• Nee, die kwestie staat hier los van. • O, dat zal toch niet. • U maakt zeker een grapje. • Onzin! / Nonsens! • Helemaal niet! / Geen sprake van!

51


Deel A Luistervaardigheid

A120

Asking for an opinion – Mening vragen

• What do you think about / of…?

• Wat vindt u van...? / Hoe denkt u over...?

What / How do you feel about...?

• What are your views on…?

• Hoe ziet u...? / Wat is uw visie / kijk op...?

• Do you have anything to add to

• Heeft u daar iets aan toe te voegen?

that?

• What’s your opinion of…? A121

• Wat is uw mening over...?

Returning to a topic – Terugkomen op een onderwerp

• Anyway, as I was saying… • Maar goed, zoals ik al zei... • To get back to what I was saying, … • Om terug te komen op wat ik zei... • Let’s go back to the point mentioned / • Laten we even teruggaan naar het eerraised earlier.

der genoemde / ter sprake gebrachte punt.

• The purpose of today’s meeting is • Het doel van de vergadering van vanto examine the issues raised at our

daag is de kwesties / punten te bespre-

last meeting.

ken die tijdens onze vorige vergadering ter sprake werden gebracht.

• In any case, … • Where was I? A122

• In elk geval, ... • Waar was ik (gebleven)?

Subject to be discussed later – Vooruit verwijzen naar een onderwerp

• I will address that issue at the next • Ik zal die kwestie in de volgende meeting.

• We will discuss that in a while. • I will get to that in a minute. • We will discuss that point after lunch.

• We will talk about the new business unit next.

• We will come back to that later.

52

vergadering behandelen.

• Wij zullen dat straks bespreken. • Daar zal ik het zo meteen over hebben. • Dat punt zullen we na de lunch bespreken.

• Hierna zullen we het over de nieuwe business unit hebben.

• Wij komen daar later op terug.


Deel A

Luistervaardigheid

A

Allowing someone to speak (first) – Iemand het woord geven of voor laten gaan

• Nicola will take over where I left

• Nicola neemt het over waar ik gisteren /

off yesterday / left off in the last

tijdens de laatste vergadering gebleven

meeting.

was.

• Frits will tell you about the latest • Frits zal het met u over de laatste / sales figures.

meest recente verkoopcijfers hebben.

• Kira will provide an update on… / • Kira zal het laatste nieuws / een inleian introduction on…

• Sorry, you wanted to say

ding geven over...

• Sorry, u wilde iets zeggen?

something?

• I am sorry, please continue with what you were saying.

• Go ahead. A124

• Sorry, gaat u verder (met waarover u het had).

• Ga uw gang.

Making a suggestion – Voorstel doen

• I’d like to make a suggestion. • If I may interrupt and make a suggestion?

• Ik wil graag een voorstel doen. • Als ik even mag onderbreken om een voorstel te doen?

• If I may interrupt and raise another • Als ik even mag onderbreken om een question / point?

andere vraag te stellen / een andere kwestie aan de orde te stellen?

• What do you think about…? • How about… ?

• Wat vindt u van...? • Wat dacht / vindt / zou u ervan vinden als...?

• I suggest we discuss this tomorrow. • Ik stel voor dat we dit morgen bespreken. • We could… • We zouden kunnen... • Perhaps we should wait … • Misschien zouden we moeten wachten ... • Why don’t we go / work / wait / …? • Waarom gaan / werken / wachten / … we niet?

53

Luisteren, gesprekken voeren en spreken

A123


Deel A Luistervaardigheid

Instructions and advice | Instructies en advies A125

Asking someone to do something for you – Iemand vragen iets te doen

• Would you mind helping me with • Zou u me even willen helpen met deze this machine?

machine?

• Do you know how to operate this • Weet u hoe je deze machine moet bediemachine?

nen?

• How does this appliance work? • Hoe werkt dit apparaat? • Do you have a service manual for • Heeft u hiervoor een handleiding voor this?

het onderhoud?

• Could you give me a hand with…? • Kunt u me even helpen met...? • If you have a minute, can you • Als u even tijd heeft, kunt u me dan please help me with this / give me

hiermee helpen?

a hand with this?

• Would you do me a favour? • I need your help with this. A126

• Zou u iets voor me willen doen? • Ik heb hierbij / hiervoor uw hulp nodig.

Giving instructions – Instructies geven

• Please remember to let the machine warm up first.

• It’s very important to follow the correct procedure.

• You have to take notes very carefully.

• Vergeet niet de machine / het apparaat eerst warm te laten worden.

• Het is erg belangrijk de juiste werkwijze te volgen.

• U moet zorgvuldig aantekeningen maken.

• Make sure you listen carefully and • Zorg ervoor dat u goed luistert en zorgtake notes correctly.

vuldig aantekeningen maakt.

• Listen, you must always push this • Luister, je moet altijd eerst deze knop button first.

A127

indrukken.

Giving advice – Advies geven

• You should… • You’d better… • What do you think? • What would you recommend? • What would you do if you were in

• U moet... / behoort... / doet er goed aan... • U kunt beter... • Wat vindt u (ervan)? • Wat zou u aanraden / aanbevelen? • Wat zou u in mijn plaats doen?

my shoes?

• Why don’t you go / wait / work / …? • Waarom gaat / wacht / werkt / … u niet? • If I were you, I would… • Als ik u was, zou ik... • You could always… • U kunt altijd.... • Have you ever thought of…? • Heeft u er ooit over gedacht om...? 54


Deel A

Luistervaardigheid

A

Sequencers – Structuurwoorden

• Firstly, secondly, thirdly, …

Luisteren, gesprekken voeren en spreken

A128

• Ten eerste, / tweede, / derde, ... / Op de eerste / tweede / derde plaats...

• Then… • Next... • After that… • Lastly… • Finally…

• Dan... / Vervolgens... • Daarna... / Vervolgens... • Daarna... • Ten laatste... / Op de laatste plaats... • Ten slotte...

Complaints | Klachten A129

Complaining – Klagen

• I’m sorry to bother you, but this isn’t the colour I ordered.

• Het spijt me u lastig te moeten vallen, maar dit is niet de kleur die ik heb besteld.

• I’m not at all satisfied with the quality of these articles.

• Ik ben helemaal niet tevreden over de kwaliteit van deze artikelen.

• I think you may have forgotten to • Ik denk dat u misschien bent vergeten include the silk scarves.

• There seems to have been a

om de zijden sjaals erbij te doen.

• Er schijnt iets niet goed te zijn gegaan.

mistake. We ordered 400 items, but

Wij hebben 400 stuks besteld, maar we

we received only 40.

hebben er maar 40 ontvangen.

• There seems to be a misunderstanding about the

• Er schijnt een misverstand te zijn over de leverdatum.

delivery date.

• I am having problems with the

• Ik heb problemen met de sloten.

locks.

• We’ve discovered that two cases were damaged during transport /

• Wij hebben ontdekt dat twee kisten transportschade hebben.

in transit.

• You haven’t included our discount. • U bent onze korting vergeten. • I will take care of it / will handle • Ik ga het (voor u) regelen / zal deze your case, and get back to you as

kwestie voor u afhandelen en zo spoe-

soon as possible.

dig mogelijk contact met u opnemen.

• We still haven’t received the goods. • Wij hebben de goederen nog steeds niet ontvangen.

• Our customers are getting impatient.

• Onze klanten / afnemers worden ongeduldig.

• The books are simply unsaleable. • De boeken zijn gewoon onverkoopbaar. 55


Deel A Luistervaardigheid

A130

Dealing with complaints – Omgaan met klachten

• I am so sorry.

• Het spijt me heel erg. / Ik vind het heel vervelend (voor u).

• I am very sorry for the

• Mijn excuses voor het ongemak.

inconvenience.

• The cause of the longer lead-time • De oorzaak van de langere levertijd lag was out of our control, and was

buiten onze macht en was onverwacht.

unexpected.

• I will look into it right away. • I will sort it out straight away. • I am certain we can work something out.

• We will find out what has gone

• Ik zal het meteen nagaan. • Ik ga het onmiddellijk uitzoeken. • Ik weet zeker dat we er samen wel uit zullen komen.

• Wij zullen nagaan wat er mis is gegaan.

wrong.

A131

Asking for causes and reasons – Vragen naar oorzaken en redenen

• Could you please tell me what is causing the delay?

• Would you mind explaining the problem to me?

• Kunt u mij alstublieft vertellen wat de oorzaak van de vertraging is?

• Wilt u me alstublieft het probleem uitleggen?

• Why haven’t we been informed of • Waarom is ons dit niet eerder verteld? this before / earlier?

• Why did it take your company so long to inform us?

• I would like to speak to your manager / superior please.

• Why have we not received the goods yet?

• Waarom duurde het zo lang voordat uw bedrijf ons informeerde?

• Ik wil graag uw directeur / chef spreken.

• Waarom hebben we de goederen nog niet ontvangen?

• What happened to cases 1 and 3? • Wat is er met kisten 1 en 3 gebeurd? • Why have we not heard from you • Waarom hebben we nog niets van u yet?

• How could something like this

gehoord?

• Hoe heeft zoiets kunnen gebeuren?

happen?

• What exactly went wrong? • What happened?

56

• Wat is er precies misgegaan? • Wat is er gebeurd?


Deel A Luistervaardigheid

A

Explaining – Uitleggen

• I am sorry. I meant to include the • Het spijt me. Ik had de extra onderdelen extra parts but unfortunately

erbij willen doen, maar er ging helaas

something went wrong with the

iets mis met het verpakken.

packaging.

• I did not realise that you had ordered special packing material.

• I am afraid we have been having

• Ik realiseerde me niet dat u speciaal verpakkingsmateriaal had besteld.

• Wij hebben helaas al een tijdje proble-

problems with our computer

men met ons computersysteem / ons

system at our Headquarters (HQ) /

hoofdkantoor / onze fabriek / leveran-

Head office / factory / suppliers.

ciers.

• I am terribly sorry. There has been • Het spijt me vreselijk. Er is iets in het a mix-up in our department.

honderd gelopen op onze afdeling.

• There is a supply shortage of parts • We hebben te weinig aanvoer van in our Headquarters. We are

onderdelen op ons hoofdkantoor. Wij

working on this at the moment and

zijn hier momenteel mee bezig en

hope to be able / hope to be in a

hopen dit probleem zo spoedig mogelijk

position to resolve the problem as

te verhelpen.

soon as possible.

• We did what we could / We did all • We hebben alles gedaan wat we konden / in our power to find an alternative

wat in ons vermogen lag om een alter-

solution, however, we were not

natieve oplossing te vinden, maar dat is

able to do so.

helaas niet gelukt.

• Please accept our apology. We are • Wij hopen dat u onze verontschuldigin-

A133

willing to provide a different

gen hiervoor wilt aanvaarden. Wij zijn

model free of charge as a goodwill

bereid u bij wijze van gebaar kosteloos

gesture.

een ander model aan te bieden.

Solutions – Oplossingen

• I am convinced we can find a solution.

• I will have it corrected

• Ik weet zeker dat we een oplossing kunnen vinden.

• Ik zal het onmiddellijk laten corrigeren.

immediately.

• Would you like a replacement? • Would you like a refund / your

• Wilt u een vervangend artikel? • Wilt u restitutie / uw geld terug?

money back?

• If you return it to us, we can check / • Als u het naar ons terugstuurt, kunnen inspect the paint.

we de verf controleren / inspecteren.

• Well, we can / could send someone • Eens kijken, we kunnen iemand langs to repair the machine.

sturen om de machine te repareren. 57

Luisteren, gesprekken voeren en spreken

A132


Deel A Luistervaardigheid

• Our engineer will visit your

• Onze technicus komt deze week bij uw

premises this week and will work

bedrijf langs en zal aan het probleem

on the problem.

werken.

• We are willing to offer you a

• Wij zijn bereid u restitutie / een credit-

refund / credit note, and you can

nota te geven en u kunt een ander

purchase a different item in our

artikel in onze winkel kopen.

store.

• I will make sure that you receive

• Ik zal ervoor zorgen dat u de nieuwe

the new articles before the end of

artikelen voor het eind van de week

the week.

ontvangt.

• Perhaps I could offer you a

• Misschien kan ik u 20% korting

20% discount.

• What if I reimburse you for the

aanbieden?

• En als ik u nu eens de schade aan uw

damage to your car?

• You can return the damaged

auto terugbetaal?

• U kunt de beschadigde artikelen op

articles at our expense.

onze kosten retourneren.

Apologies | Verontschuldigingen A134

Offering apologies – Verontschuldigingen aanbieden

• Please accept my apologies.

• Ik hoop dat u mijn verontschuldigingen wilt aanvaarden.

• I apologise / I am sorry for any

• Ik wil mijn verontschuldigingen aan-

inconvenience caused to you and

bieden voor het eventuele ongemak

your company.

voor u en uw bedrijf.

• I am so sorry. / I do apologise.

• Het spijt me erg. / Mijn welgemeende excuses (hiervoor).

• I am terribly sorry about the mix-up. • Het spijt me vreselijk van dit misverstand. • I am sorry about the inconvenience. • Mijn excuses voor het ongemak. A135

Accepting apologies – Verontschuldigingen aanvaarden

• Oh, that’s all right. • Oh, it really doesn’t matter. • It could easily happen to anyone. • It’s quite all right. • Don’t worry about it. • Never mind. • It’s O.K. • No problem. • Don’t mention it. 58

• O, dat geeft niet / het is al goed. • O, dat geeft echt niet. • Zoiets / dat kan iedereen overkomen. • Het is al goed. • Maakt u zich er maar geen zorgen over. • Geeft niet. / Laat maar. / Het maakt niet uit. • Het is (al) goed. • Geen probleem. • Geen dank. / Niets te danken.


Deel A Luistervaardigheid

A

A136

Reminders – Aanmaningen

• Polite: I am afraid we really need to • Beleefd: Het spijt me, maar we willen receive your payment within the

nu graag uw betaling binnen de

next 14 days.

komende 14 dagen ontvangen.

• Affirmative: We need to receive

• Nadrukkelijk: We moeten uw betaling

your payment within the next 14

binnen de komende 14 dagen ontvan-

days.

gen.

• I am sorry, but we have to insist on • Het spijt me, maar we moeten aandrinpayment before the end of the

gen op betaling voor het eind van de

month.

maand.

• Are you quite sure you won’t change your mind?

• U weet zeker dat u bij uw beslissing blijft?

• Are you really sure you can’t send a • Weet u zeker dat u volgende maand payment next month?

geen betaling kunt doen?

• If we do not receive the goods by

• Als we de goederen vrijdag niet hebben

Friday, we will cancel our order.

ontvangen, annuleren wij onze order.

• We must have the shipment by the • We moeten de zending / partij op de first of the month, otherwise we

eerste (van de maand) hebben, anders

will cancel everything.

annuleren we alles.

• Otherwise, we will end our business relationship with your

• Anders beëindigen we onze zakelijke relatie met uw bedrijf.

company.

A137

Reminding of – Herinneren aan

• I would like to remind you that your payment is overdue.

• Perhaps you have forgotten our agreement?

• We have allowed adequate / sufficient time for you to make a

• Ik wil u eraan herinneren dat uw betaling te laat is.

• Misschien bent u vergeten wat wij hebben afgesproken?

• Wij hebben u nu voldoende tijd gegeven om tot betaling over te gaan.

payment.

A138

Permission – Toestemming

• May I borrow your pen?

• Mag ik uw pen even lenen?

– Yes, go ahead.

– Ja, ga uw gang.

– No, I’m sorry. I need it.

– Nee, ik heb hem zelf nodig. Sorry.

• Could / Can I take a break now?

• Mag ik nu even pauze houden?

– Sure / Yes, go ahead.

– Natuurlijk, ga je gang.

– No, not yet.

– Nee, nog niet. 59

Luisteren, gesprekken voeren en spreken

Reminders and reminding of | Aanmanen en herinneren aan


Deel A Luistervaardigheid

• Do you mind if I close the

A139

• Vindt u het goed dat ik de ramen dicht-

windows?

doe?

– No, not at all.

– Ja, natuurlijk.

– Yes, I’d rather you didn’t.

– Nee, liever niet.

Job interview – Sollicitatiegesprek

• I am good at languages. • I like working with people. • I worked in the Marketing

• Ik ben goed in talen. • Ik werk graag met mensen. • Ik werkte op de marketingafdeling als ...

Department as a ...

• I am very interested in ... • Ik ben heel erg geïnteresseerd in ... • I would like to get more experience • Ik zou graag meer ervaring willen in ...

krijgen in ...

• I am applying for this job because ... • Ik solliciteer naar deze baan omdat ... • I think I can say that I am a fast • Ik denk dat ik mag zeggen dat ik snel learner.

• I left my previous job because I

leer.

• Ik heb mijn vorige baan opgezegd

didn’t get along with my

omdat ik niet met mijn chef kon

supervisor.

opschieten.

• Working overtime is no problem

• Overwerken is geen punt voor mij.

for me.

• From 2007 to 2009 I worked at ... • At the moment I am in between

• Van 2007 tot 2009 werkte ik bij ... • Momenteel heb ik geen werk.

jobs.

• I can handle stress. • I don’t mind working under pressure.

• Ik kan met stress omgaan. • Ik vind het niet erg om onder druk te werken.

• I used to work as a shelf-filler at ... • Ik werkte als vulploegmedewerker bij .... • You will find the details in my cv. • U kunt de bijzonderheden in mijn cv vinden.

• What are the office hours exactly? • What exactly will my duties be? • In the job ad it says that... • Does the job involve travelling? • What can you tell me about the job prospects?

• Will I be working in a team? • I can’t start the job until 1 December, would that be a problem? 60

• Wat zijn precies de kantooruren? • Wat zijn mijn werkzaamheden precies? • In de personeelsadvertentie staat dat ... • Moet ik voor deze baan ook reizen? • Wat kunt u me vertellen over de carrièrevooruitzichten?

• Kom ik in een team te werken? • Ik kan pas op 1 december beginnen, zou dat een probleem zijn?


Deel A

Luistervaardigheid

A

A140

Preparation – Voorbereiding Ga van tevoren na wat je precies met je presentatie wilt bereiken. Wil je de toehoorders informeren of overtuigen? Dit doel moet je aan het begin van je presentatie duidelijk aangeven. Zorg dat je alle aantekeningen overzichtelijk bij elkaar hebt, dat de benodigde audiovisuele middelen en apparatuur (bijvoorbeeld voor een powerpointpresentatie) bij de hand hebt en dat alles goed functioneert. Hieronder tref je uitdrukkingen aan die je kunnen helpen bij het geven van een presentatie in het Engels. Over presentaties valt veel meer te vertellen dan we hier doen. Wil je nog meer weten, dan zijn hierover goede boeken beschikbaar. Tijdens de presentatie neem je een goede houding aan. Tegenwoordig ‘verbergen’ veel sprekers zich niet meer achter een spreekgestoelte, maar bewegen zich vrij vóór of tussen het publiek. Let vooral op wat je dan met je handen doet. Houd je ze in je zakken of achter je rug of gebruik je ze zelfverzekerd om je verhaal kracht bij te zetten? Het is ook belangrijk om oogcontact te houden met de toehoorders.

A141

Introduction – Inleiding In je inleiding vertel je onder andere het doel van je presentatie, wanneer je eventueel een pauze wilt inlassen en wanneer er vragen mogen worden gesteld. Vertel ook of je een papieren versie van je presentatie hebt en wanneer je die wilt uitdelen.

• The reason I am here this morning • Ik ben hier vanmorgen omdat ik u een is because I want to introduce you

inleiding wil geven op...

to…

• The reason I was invited here is to • De reden dat ik hier uitgenodigd ben is tell you…

• What I would like to talk about today is…

• I am going to talk about… • In my presentation I am going to explain how / why...

om u te vertellen...

• Waar ik het vandaag met u over wil hebben is...

• Ik ga het hebben over... • In mijn presentatie zal ik uitleggen hoe / waarom...

61

Luisteren, gesprekken voeren en spreken

Presentations | Presentaties


Deel A Luistervaardigheid

• This afternoon I would like to show • Vanmiddag wil ik u graag laten zien you how…

• We will have a short tea break in an hour.

hoe...

• Na een uur houden we een korte theepauze.

• If you have any questions, feel free • Als u vragen heeft, onderbreekt u mij to interrupt me at any moment.

• If you have any questions, please ask them after I am finished.

dan gerust, wanneer u maar wilt

• Mocht u vragen hebben, stelt u ze dan na afloop van mijn presentatie.

Je kunt je presentatie ook beginnen met een verrassende vraag in plaats van direct aan te geven waarover je wilt praten. Stel dat het onderwerp het nieuwe assortiment vaatwassers is, dan kun je als volgt beginnen.

• How many of you did the dishes

A142

• Wie van u heeft gisteravond de afwas

last night? Did you enjoy washing

gedaan? En vond u het leuk die oven-

those baking dishes in which you

schalen af te wassen waarin u lasagne

cooked lasagna?

had gemaakt?

Referring forwards and backwards – Vooruit verwijzen en terugverwijzen

• I am going to talk about three major aspects of…

• Firstly, / Secondly, / Thirdly, / …

• Ik ga het hebben over drie belangrijke aspecten van...

• Op de eerste / tweede / derde / ... plaats...

• First, I am going to tell you…, second…, and finally…

• Eerst ga ik vertellen over..., ten tweede..., en ten slotte...

• My presentation will consist of two • Mijn presentatie zal bestaan uit twee parts. In the first part…

• As I said / mentioned earlier /

delen. In het eerste deel...

• Zoals ik al eerder heb gezegd...

previously...

• You may remember what I said at • Misschien herinnert u zich nog wat ik the beginning.

A143

Answering questions – Vragen beantwoorden

• When you say…, do you mean… ? • If I understand your question correctly, you are interested in…

• Als u zegt…, bedoelt u dan…? • Als ik uw vraag goed begrijp, bent u geïnteresseerd in…

• Sorry, could you repeat that? • That’s right, sir / madam. On the

• Sorry, kunt u dat even herhalen? • Dat is juist, meneer / mevrouw. Aan de

other hand, we can say that…

andere kant kunnen we stellen dat…

• Could we discuss that later? 62

aan het begin zei.

• Kunnen we dat misschien later bespreken?


Deel A

Luistervaardigheid

A

matter later?

bespreken?

• May I ask you why you would like • Mag ik u vragen waarom u dat wilt to know this?

• I am afraid I am not the right person to answer your question

weten?

• Ik vrees dat ik niet de juiste persoon ben om uw vraag nu te beantwoorden.

right now.

• Perhaps there is someone who would like to answer that question.

A144

• Misschien is er iemand (anders) die die vraag wil beantwoorden.

Summarising and concluding – Samenvatten en afsluiten

• As we have seen, the main

• Zoals we hebben gezien, waren de voor-

problems were… and we also saw

naamste problemen..., en we hebben

how they could be solved by…

ook gezien hoe deze konden worden opgelost door...

• Thank you very much for your

• Hartelijk dank voor uw aandacht.

attention.

• Thank you for your time and

• Dank u voor uw tijd en aandacht.

attention.

• I hope what you have heard from • Ik hoop dat wat u vanmorgen van mij me this morning is what you

heeft gehoord is wat u verwachtte te

expected to hear.

horen.

• I hope that you have learnt something from this morning’s

• Ik hoop dat u iets heeft geleerd van de sessie / vergadering vanmorgen.

session / meeting.

• I hope that what you heard this

• Ik hoop dat wat u vanmorgen heeft

morning is relevant to you and that

gehoord relevant voor u is en dat u

you can apply the same techniques

dezelfde technieken in uw dagelijks

in your daily work.

werk kunt toepassen.

• I really appreciated your enthusiasm.

• If there are any final questions? Yes, madam?

• Ik heb uw enthousiasme erg op prijs gesteld.

• Zijn er tot slot misschien nog vragen? Ja, mevrouw?

• On the table near the door you will • Op de tafel bij de ingang vindt u een find a summary / copy of my

samenvatting / kopie van mijn presen-

presentation together with some

tatie met daarbij enige interessante

interesting specialist literature.

vakliteratuur.

63

Luisteren, gesprekken voeren en spreken

• Can we discuss that point / issue / • Kunnen we dat punt / die kwestie later


Deel A Luistervaardigheid

Sales pitch | Verkoopgesprek A145

Greeting – Begroeting

• Good morning / afternoon / evening, sir / madam / miss.

• Goedemorgen / Goedemiddag / Goedenavond, meneer / mevrouw / juffrouw.

• Can I be of service? • Can I help you or are you just looking around / browsing?

• If you need me, I’ll be right over

• Kan ik u van dienst zijn? • Kan ik u (ergens mee) helpen of wilt u eerst even rondkijken?

• Ik ben daar, als u mij nodig heeft.

there.

A146

Giving directions in a shop – De weg wijzen in een winkel

• The toy department is on the third • De speelgoedafdeling is op de derde floor.

• The toilets are in the back of the store.

verdieping.

• De toiletten bevinden zich aan de achterzijde van de winkel.

• Our self-service restaurant is on the • Ons zelfbedieningsrestaurant bevindt top floor.

zich helemaal bovenin.

• You will find the lift / the aisle you • U vindt de lift / het gangpad aan de need on the other side of the

andere zijde van de afdeling sportarti-

sporting goods department.

kelen.

• Toasters are located in the appliance department in the

• De broodroosters vindt u op de afdeling elektrische apparaten in de kelder.

basement.

A147

Investigating buying preferences – Koopwensenonderzoek

• Could you tell me what it is you

• Kunt u me zeggen wat u zoekt?

need / want / are looking for?

• Did you see it in our advertisement • Heeft u het in onze advertentie / folder / / leaflet / catalogue?

catalogus gezien?

• What would you like to use it for, • Waar wilt u het voor gebruiken, sir?

meneer?

• Did you have a particular colour / • Had u een bepaalde kleur / prijs / een price / model in mind?

bepaald model in gedachten?

• What amount were you thinking of • Wat was u van plan uit te geven? spending?

• What size do you take? • Welke maat heeft u? • Is it for daily wear or for a special • Wilt u het door de week dragen, of is occasion? 64

het voor een speciale gelegenheid?


Deel A

Luistervaardigheid

A

Giving product information – Productinformatie geven

• This is a very good type. We’ve sold • Dit type is heel goed. We verkopen er de a lot of them lately.

laatste tijd veel van.

• This is a very popular model. It is in • Dit model is heel populair. Er is grote great demand.

vraag naar.

• It is a top quality product. • Het product is van topkwaliteit. • It’s very durable / strong / flexible / • Het is heel duurzaam / sterk / buigzaam / sturdy...

• No, if you are going to use it on a daily basis, I would advise the

stevig...

• Nee, als u het dagelijks wilt gebruiken, zou ik u de ST800 aanraden.

ST800.

• It is not suitable for children under • Het is niet geschikt voor kinderen onder

A149

the age of three because of those

de drie jaar vanwege die kleine onder-

small parts.

delen.

Showing and demonstrating – Laten zien en demonstreren

• We have a special video for do-it- • We hebben een speciale video voor doeyourselfers. Please walk this way to

het-zelvers. Loopt u maar even met mij

the TV set over there.

mee naar het televisietoestel daar.

• Would you like to see how it works • Wilt u zelf zien hoe het werkt? for yourself?

• If you’d like to try it yourself, feel free.

• For all other information, please check the manual.

• Allow me to show you how it

• Als u het zelf eens wilt proberen, ga gerust uw gang.

• Kijk voor alle overige informatie in de handleiding.

• Mag ik u even laten zien hoe het werkt?

works.

• You plug it in and then switch it on. • U sluit het toestel aan en dan zet u het aan.

• Be sure to wear protective glasses. • Zorg ervoor dat u een veiligheidsbril draagt.

• The batteries go in here and then • U doet de batterijen er hier in, dan you push the red button and then…

• First you…, then you… and finally you… It is really very easy.

drukt op het rode knopje en dan...

• Eerst u..., dan u... en ten slotte u... Het is echt heel eenvoudig.

65

Luisteren, gesprekken voeren en spreken

A148


Deel A Luistervaardigheid

A150

Price – Prijs

• The price is € 8.95. (The price is

• De prijs is € 8,95. (De prijs is 8 euro 95.)

8 euros and 95 cents.)

• This price is really a bargain. • Het is echt een koopje, voor die prijs. • You won’t find it cheaper anywhere • U vindt het nergens anders goedkoper. else.

• If you just wait three more days,

• Als u nog drie dagen wacht, is er een

the article will be on special offer /

speciale aanbieding voor dit artikel. /

discount.

krijgt u extra korting op het artikel.

• I guarantee you, it’s really value for • Ik verzeker u, u krijgt echt waar voor uw your money.

• The price will go up in January because of the new VAT rate.

• This is absolutely a rock-bottom

geld.

• De prijs gaat in januari omhoog vanwege het nieuwe BTW-tarief.

• Dit is echt een bodemprijs.

price.

• We cannot go any lower on that

• Wij kunnen die prijs niet meer verla-

price. We already match our

gen. We zitten met deze prijs al net zo

competitor’s price.

laag als onze concurrent.

• It’s free (of charge). • Het is gratis. • The price is on the label at the back. • De prijs staat op het label / etiket aan de achterkant.

• The discounted price is on the price • De prijs na korting vindt u op het prijstag.

A151

kaartje.

Service and guarantee – Service en garantie

• We have an excellent repair service. • We hebben een uitstekende reparatieservice.

• If you are not happy, customer service will refund your money.

• You have a six months’ / a year’s guarantee on this machine.

• Would you fill in this guarantee card, madam?

• Als u niet tevreden bent, krijgt u van de klantenservice uw geld terug.

• U krijgt zes maanden / een jaar garantie op deze machine.

• Wilt u dit garantiebewijs even invullen, mevrouw?

• Please send us the invoice as proof • Stuurt u ons de factuur als aankoopof purchase along with your

bewijs, samen met uw garantiebewijs.

warranty card.

• Be sure to keep the receipt with the • Zorgt u ervoor dat u het betalingsbewijs guarantee card.

bij het garantiebewijs bewaart.

• Please keep the receipt as proof of • Bewaart u de kassabon als aankooppurchase. 66

bewijs.


Deel A Luistervaardigheid

A

guarantee for one year.

• You have a 36-month warranty term.

• I am sorry, sir, I am afraid the guarantee expired a month ago.

• Op deze computer heeft u een jaar on-sitegarantie.

• U heeft een garantietermijn van 36 maanden.

• Het spijt me, meneer, de garantie is een maand geleden verlopen.

• While your TV is being repaired, we • Zolang uw televisietoestel in reparatie will lend you another one free of

is, lenen wij u kosteloos een ander toe-

charge.

stel.

• We will send you a replacement model.

A152

• Wij zullen u een vervangend model sturen.

Methods of payment – Betalingsmogelijkheden

• The check-out / customer service desk is over there.

• You can pay for this in cash / by cheque / by cheque card / by bank

• De kassa / klantenservicebalie is daarginds.

• U kunt dit contant / per cheque / pinpas / bankpas afrekenen.

card.

• This machine can be paid for in monthly instalments.

• U kunt deze machine / dit apparaat in maandelijkse termijnen afbetalen.

• We do not sell on credit. • Wij verkopen niet op krediet. • For amounts under € 20 we must • Voor bedragen onder de € 20 moeten charge 50 cents extra if you want to

we helaas 50 cent extra rekenen als u

use your bank card.

met uw pinpas wilt betalen.

• In Holland we also have the chipknip. It’s a card you can load at a

knip. Dat is een kaart die je bij een geld-

cash machine. You use it for small

automaat kunt opladen. Je gebruikt

amounts only.

hem alleen voor kleine bedragen.

• Please check the lease terms or

A153

• In Nederland hebben we ook de chip-

• Controleert u alstublieft de leasevoor-

terms of the contract / the terms

waarden of voorwaarden van het con-

and conditions.

tract / de voorwaarden en bepalingen.

Delivery – Bezorging

• We offer home delivery. It’s free of • Wij bezorgen ook thuis. Dat is gratis als charge if you spend € 750 or more.

• For smaller amounts we have to

u € 750 of meer besteedt.

• Voor lagere bedragen moeten wij € 15

charge € 15 if you live in The Hague

voor extra transportkosten in rekening

and € 30 for extra transportation

brengen als u in Den Haag woont en

costs if you live outside The Hague.

€ 30 als u buiten Den Haag woont.

67

Luisteren, gesprekken voeren en spreken

• This computer carries an on-site


Deel A Luistervaardigheid

• No, I’m sorry. We can keep our

• Nee, het spijt me. Wij kunnen onze

prices this low because customers

prijzen laag houden omdat we van onze

are expected to take the articles

klanten verwachten dat ze zelf de

home themselves.

artikelen mee naar huis nemen.

• The reason our prices are so low / • Onze prijzen zijn zo laag / concurrerend

A154

competitive is because our

omdat we van onze klanten verwach-

customers are expected to take the

ten dat ze zelf de artikelen mee naar

articles home themselves.

huis nemen.

Recommending and persuading – Aanbevelen en overtuigen

• I really think your work will

• Ik ben echt van mening dat uw werk

become much easier with this

gemakkelijker wordt met deze

microwave (oven).

magnetron.

• This model did very well in the test • Dit model presteerde heel goed in de carried out / conducted by the

door de consumentenbond uitgevoerde

consumers’ association.

test.

• Would you like to see the other model again?

• Wilt u het andere model nog een keer zien?

• I can really recommend this model. • Ik kan u dit model echt aanraden / aanbevelen.

• I know it’s rather expensive, but it’s • Ik weet dat het nogal duur is, maar het worth every cent you spend on it.

• The reason this model is so much more expensive is because of the

is elke cent waard die u eraan uitgeeft.

• Dit model is zoveel duurder vanwege de grotere keuze aan functies zoals...

wider selection of functions such as…

• This is excellent quality, I guarantee you.

• You won’t find this cheaper

• Dit is van uitstekende kwaliteit, dat garandeer ik u.

• U vindt dit nergens goedkoper.

anywhere.

• Hold onto your receipt in case you • Bewaart u uw betalingsbewijs voor het wish to return this item within

geval dat u dit artikel binnen zeven

seven days.

dagen wilt terugbrengen.

• If you purchase more than € 250 we will give you a voucher for € 25.

• Do you have a club card / membership card?

• Would you like our shop / client card?

• Als u voor meer dan € 250 besteedt, krijgt u van ons een waardebon van € 25.

• Heeft u een clubkaart / lidmaatschapskaart?

• Zou u onze winkelkaart / klantenkaart willen hebben?

• Are you interested in becoming a • Heeft u interesse om lid te worden? member? 68


Deel A

Luistervaardigheid

A

Concluding – Afsluiten

• I don’t think you will regret your

• U krijgt hier geen spijt van.

choice.

• This is really a good decision. • It looks great on you. • The dress does a lot for your looks. • Fine / excellent / thank you. If you’d walk with me to the cash-

• Dat is een hele goede beslissing. • Het / Hij staat u heel goed. • In die jurk ziet u er heel goed uit. • Uitstekend / Dank u. Als u even met mij meeloopt naar de kassa...

register…

A156

Paying and wrapping up – Afrekenen en inpakken

• Would you perhaps have anything • Heeft u (het) misschien kleiner? Ik heb smaller than that? I’m a bit short of

op het moment niet zoveel kleingeld.

change at the moment.

• Yes, madam, we do accept VISA and • Jazeker, mevrouw, wij accepteren VISA traveller’s cheques. If you’d be so

and traveller’s cheques. Als u zo vrien-

kind as to go to Customer Service,

delijk zou willen zijn om naar Klanten-

it’s at the back of this floor.

service te gaan, het is aan de andere kant van deze verdieping.

• That’ll be € 89.75, sir. • You can pay for the magazine at the cash-desk over there.

• Dat wordt dan € 89,75, meneer. • U kunt het tijdschrift afrekenen bij die kassa daar.

• Thank you. Here is your receipt and • Dank u. Hier is uw bon en uw kleingeld. your change.

• Have you got the coupon for the

• Heeft u de bon voor 15% korting bij u?

15% reduction with you?

• Is it a gift? • Is het (voor) een cadeau? • Shall I put them in a bag for you? • Zal ik ze voor u in een zak doen? Of in Or in a cardboard box?

• Shall I wrap them for you? • Shall I gift-wrap it for you? • Thank you for shopping with us today.

een kartonnen doos?

• Zal ik ze voor u inpakken? • Zal ik het voor u in cadeaupapier doen? • Dank u voor uw bezoek aan onze winkel vandaag.

69

Luisteren, gesprekken voeren en spreken

A155


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.