20/20 Businese English Werkboek B1 Administratie

Page 1

Werkboek B1 sector Administratie N3-4

Business English

Anke Horlings Robert Hempelman


Werkboek B1 sector Administratie N3-4

Business English

Anke Horlings Robert Hempelman


Auteur

ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor primair

Robert Hempelman

volwasseneneducatie en hoger onderwijs.

Anke Horlings

Redacteur

Suzanne Loohuis Vormgeving

EnOf Ontwerp + communicatie, Utrecht Beeldredactie en opmaak

onderwijs, voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs en

Meer informatie over ThiemeMeulenhoff en een overzicht van onze leermiddelen: www.thiememeulenhoff.nl of via onze klantenservice (088) 800 20 16. ISBN 978 90 06 81451 4

Eerste druk, eerste oplage, 2011

Studio Imago, Amersfoort

© ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2011

Omslagfotografie

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag

Shutterstock

Fotografie binnenwerk Alamy

Dreamstime iStockphoto

worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige

vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch,

door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Shutterstock

Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is

Website bij deze uitgave

Besluit van 23 augustus 1985, Stbl., dient men de daarvoor

www.2020english.nl

toegestaan op grond van artikel 16 Auteurswet j° het

wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan

Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie

(PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichtingpro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze

uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de

uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl.

De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die

desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

Deze uitgave is voorzien van het FSC®-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw voor het gebruikte papier op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.


Voorwoord Dit is het Werkboek B1 sector Administratie N3-4 van de herziene methode 20/20 Business English. Je gebruikt dit werkboek in combinatie met het eveneens herziene Handboek Economie N3-4.

Het handboek is een uitgebreid naslagwerk waarvan je vaak gebruik zult maken tijdens, en misschien ook wel na je studie.

In dit werkboek word je regelmatig verwezen naar paragrafen in het handboek. Om een oefening te kunnen maken moet je bijvoorbeeld eerst theorie bestuderen of achtergrondinformatie lezen.

Voorbeeld: in Exercise 1 (bladzijde 10) staat: For more information, study your handbook, A90-A95. Deze paragrafen gaan over het ontvangen van bezoekers.

Dit werkboek is verdeeld in tien units die allemaal over zakelijke onderwerpen gaan. De instructies zijn zoveel moge-

lijk in het Engels. De antwoorden op de vragen en de uitwerkingen van de opdrachten kun je in het boek zelf schrijven, zodat je altijd je werk bij de hand hebt.

Na elke unit volgt een case, waarin je kunt laten zien dat je de geleerde stof beheerst en dat je communicatief vaardiger bent geworden.

De methode 20/20 Business English is bedoeld om zelfstandig leren en werken te vergemakkelijken. Als je de aanwij-

zingen in dit werkboek volgt en de opdrachten naar behoren uitvoert, zul je merken dat je veel vragen over Engels zelf kunt beantwoorden en problemen zelf kunt oplossen.

Je docent heeft alle uitwerkingen. Bespreek met haar/hem of je over deze uitwerkingen mag beschikken. Als je alle tien units en cases aandachtig hebt doorgewerkt, zul je merken dat je je in veel situaties al heel goed kunt

redden. Je woordenschat is groter geworden, je kunt eenvoudige gesprekken voeren, teksten lezen en samenvatten en eenvoudige e-mailberichten en brieven schrijven. You won’t be at a loss for words. Anke Horlings

Robert Hempelman


Gebruiksaanwijzing In elke unit worden de vaardigheden Gesprekken voeren, Lezen, Schrijven, Luisteren en Spreken (presenteren) geoefend. Daarnaast is er aandacht voor grammatica en belangrijke woorden. Aan het eind van elke unit vind je een Case. Speaking interaction / Gesprekken voeren

In dit boek vind je veel oefeningen die je helpen een eenvoudig gesprek in het Engels te voeren over vertrouwde onderwerpen. In veel gevallen kun je al voorbeelden ontlenen aan de luisteroefeningen bij dit boek. Speaking / Spreken

Bij dit onderdeel zul je een aantal presentaties over verschillende zakelijke onderwerpen moeten voorbereiden en houden.

Listening / Luisteren

De vele luisteroefeningen zijn er niet alleen op gericht je luistervaardigheid te vergroten, maar ook om je een groot aantal voorbeeldgesprekken te laten horen die je in allerlei situaties kunt gebruiken. Reading / Lezen

Je vindt in deze rubriek een groot aantal niet al te lange leesteksten over uiteenlopende onderwerpen waarmee je te maken kunt krijgen. De teksten worden gevolgd door een aantal verschillende opdrachten. Writing / Schrijven

In dit deel leer je eenvoudige e-mailtjes schrijven en eenvoudige zinnen vertalen. Grammar / Grammatica

Je vindt in dit deel een aantal grammatica-oefeningen bij de theorie uit het Handboek. Important words and phrases / Belangrijke woorden en uitdrukkingen

Dit is een lijst van woorden en uitdrukkingen afkomstig uit de module die je zojuist hebt doorgewerkt. Je moet er zelf voor zorgen dat je deze woorden en uitdrukkingen actief in het Engels kunt gebruiken. Case

De case wordt in het Engels gepresenteerd. In de case laat je je communicatieve vaardigheden zien. Het is dus belangrijk dat je de vaardigheden en de woorden en uitdrukkingen uit de voorafgaande unit goed beheerst. Betekenis iconen Speaking interaction / Gesprekken voeren

Reading / Lezen

Speaking / Spreken

Writing / Schrijven

Listening / Luisteren

Grammar / Grammatica


Inhoudsopgave Unit 1

Welcome to our company!

7

Unit 2

Give me a call

39

Unit 3

To the trade fair

69

Unit 4

Products & services

95

Unit 5

An offer you can’t refuse

125

Unit 6

It’s a deal

151

Unit 7

All over the world

179

Unit 8

On the move

203

Unit 9

Money, money, money

231

Unit 10

The right person for the job

255

Case 1

Case 2

Case 3

Case 4

Case 5

Case 6

Case 7

Case 8

Case 9

Case 10

Visitors from abroad

Working at Cromwell

New York, New York

Garden furniture

Best Appliances

Troubleshooting

Holland Cheese

Fashion Import

Late payments

Job hunting

34

65

92

120

147

176

199

227

251

281



Welcome to Unit 1 our company!

Receiving visitors may be part of your job in the near future. This type of personal contact is very important in business. In a competitive world where everyone is using the

telephone or computer to conduct business, meeting in

person is still the most effective means of communicating. The impression customers have of you and your company

may make all the difference. You may contribute to what is called ‘the competitive edge’.


Unit 1

Welcome to our company!

i Speaking

interaction

Exercise 1

Work in pairs or in a group.

Answer the following questions. 1 Why would a visitor visit a company? Write down three reasons.

2 What is important when meeting a visitor?

Now discuss your answers with your classmates. ➜➜ For more information, study your handbook, A90-A95.

l Listening Listen to track 1.

Exercise 2

You will hear three short conversations between an employee and a visitor. As you listen, complete the following chart.

1

Where are they?

Conversation 1

Conversation 2

Conversation 3

2 Why is the

visitor there?

l Listening Listen to track 1.

Exercise 3

Now listen to the three conversations a second time. Tick [✓] the correct answers.

8


Unit 1 Welcome to our company!

Conversation 1

1 The employee asks the visitor... ■➜ a ... for a name.

■➜ b ... for an address. 2 The employee asks the visitor... ■➜ a ... to take a seat in the lobby.

■➜ b ... to take a seat in the lounge.

4 The employee asks the visitor...

■➜ a ... to fill in a visitors registration form.

■➜ b ... to fill in a visitor administration form. Conversation 3

5 The employee offers... ■➜ a ... assistance. ■➜ b ... a pen.

Conversation 2

6 The employee offers...

■➜ a ... to repeat a name.

■➜ b ... to show the way to Mr Simpson’s office.

3 The employee asks the visitor... ■➜ b ... to repeat an address.

i Speaking

■➜ a ... to show the way to Mr Simmons’ office.

interaction

Exercise 4

Work in pairs.

In the following conversations, (A) is a company employee and (B) is a visitor. During conversation 1 you are at a company and during conversation 2 you are at a conference centre. Practise the conversations in English. 1

(A)

ochtend – groet – bied hulp aan

(A)

nog in vergadering – over enkele minuten klaar

(B) (B)

(A) (B)

(A) (B) 2

reageer – stel je voor – werk bij Euromarketing – afspraak 10 uur meneer Kindle reageer

plaatsnemen – wachtruimte reageer

iets te drinken? kopje thee

(A)

spreek (B) aan

(A)

eerst inschrijven

(B) (B)

(A) (B)

(A) (B)

(A) (B)

reageer – zoek workshop ‘De consument in 2020’ wist niet – hier inschrijven? dat kan – naam? stel je voor

vraag (B) om herhaling naam herhaal je naam

vraag (B) formulier in te vullen reageer

9


Unit 1

Welcome to our company!

l Listening Exercise 5

➜➜ Study your handbook, A12-A15 to learn about listening skills.

Write down the answers to the following questions in English. 1 You are going to do a listening exercise. Write down two things you have to do before you start listening.

2 Why is it a good idea to try to predict how a story or how information will continue?

3 In a listening exercise, you will hear words you do not know. How can you deal with these words? Write down two ways.

l Listening Exercise 6

In exercise 7 you will hear a radio programme. James Blake of Business Week is presenting a story about Sara Hansel, the Chief Executive Officer (CEO) of Sneakers Galore, a chain of shoe stores in the US.

1 Before listening to the programme, match the following words (1-10) with the correct translations (a-j). 1 to capitalise on

a verhuurder

3 competitor

c inventaris

2 chain store 4 expansion

5 imagination 6 industry

7 inventory 8 landlord 9 retailer

10 sneaker

b profiteren van d industrie

e gymschoen f groei

g filiaal van grootwinkelbedrijf h fantasie

i detaillist

j concurrent

2 Now that you have seen these words, write down what you think the radio programme will be about.

l Listening Listen to track 2.

Exercise 7

Listen to the radio programme about Sara Hansel, CEO of Sneakers Galore. Fill in the missing information in the following company description.

10


Unit 1 Welcome to our company!

Name of company:

(1)

Sneakers (2)

Number of stores in the US:

(3)

Goal of the stores: (4) Hansel

CEO: Turnover per year in each store:

$

Average price of a pair of sneakers: $ Quote from Sara Hansel:

million (5) (6)

‘All that I’ve been doing all my life is just building. Building my

(7), building my management

structure. Building on

(8)?

The United Kingdom

Many Dutch people say ‘England’ when they talk about

the United Kingdom, but this is wrong. Also, the United

3

Kingdom is not the same as Great Britain. The United

Kingdom consists of the island of Great Britain and of

Northern Ireland (4), which lies in the north-eastern part of the island of Ireland. The United Kingdom has an area of 244,111 km2. The island of Great Britain, in turn,

consists of England (1), which occupies the southern

4

two-thirds of the island, Scotland (3), which occupies the northern third, and Wales (2) in the west.

All these parts of Great Britain have very strong

identities: the people who live there feel English,

2

1

Scottish or Welsh, rather than British. You can imagine that someone from Scotland may feel insulted when you call him or her English...

➜➜ For more information about the UK, see your handbook, F2-F4.

p Speaking Exercise 8

➜➜ Work in pairs or in a gr0up. Study your handbook, A140-A144 to learn about giving presentations. Then answer the following questions.

11


Unit 1

Welcome to our company!

1 What do you think makes a good presentation? Think about presentations you have attended or

presentations you have given yourself. Work in pairs, in a group or with your whole class. Discuss your answers with your classmates.

2 Write down three things you need to do to prepare your presentation.

3 Write down three things that you talk about in the introduction of your presentation.

p Speaking Exercise 9

When you receive a group of visitors, you may have to give a short speech, for example about the company or the programme of the visit.

Complete the speech by filling in the elements (a-g) in the blanks (1-7). (1) My name is Lars de Jong. our programme for today.

(2) (3),

I will give you a tour of InterFeed, and show you all our buildings and departments. during the tour, feel free to interrupt me.

(4)

At one o’clock, we will have a lunch together in the canteen. At half past two, our PR Manager will give a presentation about the latest developments at InterFeed. after an hour.

Tonight at half past seven, we will have dinner together in restaurant ‘Riche’. (6) (7)

12

(5)


Unit 1 Welcome to our company!

a Are there any questions? b First,

c I am going to talk about

d If you have any questions

e Thank you for your attention.

f There will be a short coffee break g Welcome everyone.

p Speaking Exercise 10

Work in pairs or in a group.

You’re giving a tour of your company for a group of foreign visitors. You start with a short speech about the history of the company, InterFeed.

Prepare the speech. Use the following information. Use a dictionary to look up any words you do not know. Then give the speech to your classmates. 1 passende opening en inleiding

2 InterFeed opgericht in 1961 door Piet de Groot, die veevoeders verkocht aan de plaatselijke boeren 3 1961-nu: klanten niet meer plaatselijk, maar internationaal, groei van twee naar tweehonderd medewerkers

4 nu toonaangevend bedrijf op het gebied van verschillende soorten veevoeders 5 nieuwe ontwikkelingen:

• focus op groeiende markten in Azië en Zuid-Amerika • streven naar duurzaam produceren van veevoeders

6 passende afsluiting

r Reading Exercise 11

You are at a company called Taylor Woodrow to talk

about a work placement opportunity. You are asked to wait a few minutes in the reception area, because you will be collected by the HR Manager. You are given a

cup of coffee. On the table in the reception area there is a leaflet in English about the Taylor Woodrow

Group. You decide to take a closer look at the leaflet.

The Taylor Woodrow Group Teamwork

Fundamental to the success of the Taylor Woodrow Group is the quality of its team. Regardless of the economic environment, the people who make up this group are, in fact, its greatest asset.

13


Unit 1

Welcome to our company!

Training 5

In spite of the present economic climate, Taylor Woodrow remains loyal to the training and personal

development of its team, regardless of age, ethnic background, gender or disability. The progression of all team members within the group is determined exclusively on the basis of personal merit, effective performance and business requirements. Taylor Woodrow has maintained a high level of cost-effective training activity, undertaking the equivalent of 8,000 days. 10

Safety

The Group continues to develop and improve good safety practices around the world. A high level of safety and awareness training, involving over 2,000 site visits in the UK alone, ensures that team members are aware of the latest safety procedures and techniques. Aid 15

Through its sponsorship arrangements around the world, Taylor Woodrow continues to help a wide variety of

worthy causes. The Group helped raise a total of over £ 30,000 for the Cancer Relief MacEwan Fund, while group companies have actively supported aid appeals for countries in distress. Communication

Effective communication is essential to the successful operation of Taylor Woodrow. To further group-wide 20

communication, the group’s in-house magazine was recently relaunched. Now published in A4 format, the new style magazine dovetails with existing information bulletins and video presentations to keep the team worldwide informed of a wide range of issues.

Answer the following questions. 1 What is a leaflet and what kind of information do you think you may find in this one?

2 You can see in the text that the first subheading is teamwork. What kind of information do you expect to find here? Why is it useful to answer this question?

➜➜ Study your handbook, B8 to learn about skimming and scanning. Then answer questions 3, 4 and 5.

3 Skim the text so that you can comment on it when you meet the Human Resource Manager. How do you do this?

4 Scan the text to find the following information.

a Numbers are used four times. Write these numbers down.

b The name of one country is mentioned. Write this down.

14


Unit 1 Welcome to our company!

5 What is the difference between skimming and scanning? Answer in English or Dutch.

Now read the text in detail, but do not use a dictionary. ➜➜ Study your handbook, B2 to learn more about finding out the main purpose of a text. Then answer question 6.

6 What type of text is this, broadly speaking? ■➜ a informative ■➜ b persuasive ■➜ c expressive ■➜ d amusing

➜➜ Study your handbook, B10-B13 to learn more about dealing with unknown words. Then answer questions 7, 8 and 9.

7 Would you look up the following words in a dictionary? Explain why or why not, as in the example.

I wouldn’t look up ‘asset’ (3) because I already know what it means, namely ‘value’.

a environment (3)

b gender (6)

c merit (7)

d worthy (16)

e distress (17)

f relaunched (20)

8 Look at the word disability (6). Write down ten words in English that start with dis-.

9 What does dis- mean? Write down other beginnings of words that have the same meaning as dis-.

15


Unit 1

Welcome to our company!

r Reading Exercise 12

You can remember more new words if you try to learn them together with other related words. For example, you may associate the word manager with words like office, boss, in charge, meeting and buying.

Complete the following diagram by filling in words you associate with time, appointment, client and conversation. time

appointment

client

conversation

r Reading Exercise 13 Work in pairs.

Another way you can learn new words is to see them as parts of a phrase instead of separate words. Choose a verb from the left and match it with a phrase on the right. After you have finished, work in pairs to ask each other questions or make offers using the phrases you have found. 1 answer

a an appointment

3 offer

c a client

2 make

4 pick up 5 receive 6 show 7 sign

8 take

9 talk to 10 wait

b assistance d a minute

e your name f questions g a seat

h the telephone i a visitor j the way

w Writing Exercise 14

In this book you will learn about letters and other written forms of business communication. Before you can

actually start writing letters, emails, memos, etc., you need to read some background information. Study your handbook, C1-C12.

16


Unit 1 Welcome to our company!

Write down the answers to the following questions. 1 Write down two forms of written communication that are used in companies.

2 Why is the structure of a letter or email so important?

3 What are the advantages of using the ‘KISS’ formula when writing a letter or email?

4 What are the differences between the structure of a letter and the structure of an email?

w Writing Exercise 15

➜➜ Study your handbook, C3-C12 to learn about writing a business letter. Correct the mistakes in the following parts of a business letter.

1 Audrecia Street 24

6 Dear Mrs Unknown

2 2rd April 2012

7 dear sirs

3 Dear Mister Andrews

8 31-9-2013

4 Look at the next page.

9 Enclose 1

5 12 january 2012

10 yours sincerely

17


Unit 1

Welcome to our company!

w Writing Exercise 16

Write a complete letter by filling in the elements (a-j) in the blanks (1-10).

20/20 CONTACT LENSES LTD

Profile House, 23 High Street Eton, Windsor, SL4 6AX

(1)

(2) (3)

(4) Thank you for sending us a confirmation of your intended visit to our new production site. We look forward to

meeting you on 4 July. Ms Brahms will be your personal assistant during the entire day. She will collect you from the airport at 8.30 a.m.

If you have any further questions, please do not hesitate to contact us. (5)

(6) (7)

(8)

(9)

(10)

a

Roger Williams TMC

130 Queens Road Reading, Berks RGI 4DG b

c

Yours sincerely

18

d

h

e

i

f

j

Encl.

20/20 CONTACT LENSES LTD

Chief Executive Officer g

Dear Mr Williams

21 June 2012

re: PRODUCTION SITE VISIT

M. Taylor (Mrs)


Unit 1 Welcome to our company!

i Speaking

interaction

Exercise 17

You may find it difficult to start a conversation with a stranger. However, in business there are many

occasions when you need to do this. For example, an employee meets a visitor at the reception desk and shows him or her to a meeting room, or an employee of a company picks up a visitor at the airport. Answer the following questions. 1 Think of two other situations when you might need to start a conversation.

2 Why do you think you are expected to start a conversation? What impression does it make if you do not say anything?

3 What subjects can you start a conversation with? Can you think of subjects you had better avoid?

➜➜ For more information, study your handbook, A99-A109.

l Listening Listen to track 3.

Exercise 18

You will hear two short conversations. The first conversation is at a conference. The second one is at an airport. The following conversations are not quite the same as the ones you will hear. As you listen, spot the differences and write them down. 1

Employee

Good morning, madam. I’ll show you to the conference room. Right this way, please.

Employee

Did you have any trouble finding the hotel?

Visitor Visitor

Employee Visitor

Employee Visitor

Oh, yes. Thank you.

No, not at all. I came by train.

I see. And did you take the bus from the station?

No, I took a taxi. I wasn’t really prepared for rain today.

Yes, that’s right, it was supposed to snow today, wasn’t it? Well here’s the room, madam. Enjoy the presentation. Thank you.

19


Unit 1

Welcome to our company!

2

Anne Bosman

Excuse me, are you Mr McFee of Brighton Manufacturing?

Anne Bosman

Hello, nice to meet you. I’m Anne Bosman. Welcome to Manchester.

Anne Bosman

Oh, it’s no problem at all. Did you have a nice journey?

Anne Bosman

That’s good to hear. Well, I’ll take you to the office first, if that’s all right with you.

Anne Bosman

Can I help you with your luggage?

Anne Bosman

My car’s just right outside. Shall we go then?

Mr McFee

Yes, I am.

Mr McFee

How do you do. It’s so nice of you to meet me here.

Mr McFee

Yes, it was quite comfortable, thank you.

Mr McFee

Yes, that’d be fine.

Mr McFee

Yes, thank you. Here you are.

l Listening Listen to track 4.

Exercise 19

➜➜ Study your handbook, A101-A105 to learn about conversation starters. You will hear ten questions. Answer each one as in the example.

question answer

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 20

Did you have any trouble fi nding our offi ce?

No, it was quite easy actually. The directions you gave me were very helpful.


Unit 1 Welcome to our company!

i Speaking

interaction

Exercise 20 Work in pairs.

Write down a short conversation for each of the following situations. Then practise the conversations. 1 You are at a business lunch and someone sits down beside you. You recognise him from the workshop you have just attended.

2 You are attending a trade fair in Brussels. You see someone you have met before, but you cannot remember where.

3 You pick up a company visitor at Schiphol airport who has just flown in from Orlando, Florida.

4 You meet a job candidate at the main entrance of your company. She is here for a job interview for a secretarial position. You were asked to guide her to the meeting room on the fourth floor.

5 You are waiting for a presentation to begin. It is going to be about a new sales campaign for Eastern Europe. You are sitting next to a manager from your Head Office in London. You work in Breda.

r Reading Exercise 21 From California to the New York Island

It is very diffi cult for a foreigner to grasp the size of the US and the

great variety of life which goes on within it. In fact, one of the most frequent comments made by tourists who have traveled around

the country is that they were surprised how big it is. And they were 5

also surprised at the tremendous variety, when they expected to fi nd everything much the same all over the United States.

Still, how can someone who lives in a country which can be driven across in a day or two be given a feeling for the immense distances of America, or for those ‘wide open spaces’? One common approach is to make

comparisons, for instance, to say that San Francisco is about as far away from New York City – some 4,500 10

kilometers – as Paris is from Baghdad.

Unlike Paris and Baghdad, however, both American cities are within the same country and culture. It might

therefore be better to imagine what it would be like if Paris and Marseilles were as far apart as are San Francisco

and the Big Apple. Imagine that we wanted to cross England, for instance from Liverpool to London, but had to pass through four time zones, go over three continental mountain ranges, cross literally hundreds of rivers and spend 15

days on the vast, fl at prairie lands. We would drive past hundreds of lakes, woods and forests, farms and ranches, the large cities with their millions, and the small towns that are just dots on the map. We would go through the world’s most productive agricultural regions and the crowded industrial centers. We would still see enormous stretches of wilderness where motels and gas stations are few and far between. We would need to imagine these things

between Liverpool and London, if we wished to have a feeling of what separates the new New World of the West 20

Coast from the old New World of the East and, at the same time, what holds them together.

While tourists are so often surprised by how big America really is, most Americans take the size and the variety

of their country for granted. They don’t fi nd it exceptional to be able to drive thousands of miles and still be able

to speak the same, common language along the way. They don’t have stickers on their cars which say USA: what else would it be?

Read the title and the first sentence of the text. 21


Unit 1

Welcome to our company!

1 Describe in one sentence what you think the text will be about.

2 Write down ten words that you expect to come across in the text.

r Reading Exercise 22

Now read the text carefully. Here are ten words from the text and their meaning in Dutch. Use them in the following sentences to show that you understand their meaning. grasp (1) begrijpen

dots (16) stippen

tremendous (5) enorme

crowded (17) drukke

frequent (3) vaak gehoorde

agricultural (17) landbouw-

approach (8) aanpak

variety (21) verscheidenheid

literally (14) letterlijk

common (23) gemeenschappelijke

1 English is the 2 A

language of the UK, the US, Canada, Australia and New Zealand. complaint is about poor service.

3 Your

to our clients is rude and very bad for the company’s name.

4 I thought she was making a joke, but she meant it 5 Our company receives a

.

amount of mail each day.

6 Mrs Harrison was wearing a blouse with black and red 7 Our department produces sweaters in a wide 8 I failed to 9 If you want to sell 10 London streets are very

on it. of colours.

the message he left for me. products, you have to know some things about farming. during rush hours.

g Grammar Exercise 23

➜➜ Study your handbook, E27-E28 to learn more about prepositions (voorzetsels). Fill in appropriate prepositions.

22


Unit 1 Welcome to our company!

1 The meeting starts 2 I arrived just

ten o’clock. time for the meeting.

3 Turn left here, you will find room 205

your right.

4 Could you show the visitors around 5 Did you come

taxi?

6 This information is just 7 Ahmed went

I come back?

you and me.

the manager’s office to look for some papers.

8 When you arrive at the reception, ask

Mr Jansen.

9 I don’t want the rest of the staff to know 10 He will be able to see you

it.

half an hour.

g Grammar Exercise 24

➜➜ 1 Study your handbook, E27-E28 to learn about prepositions (voorzetsels).

Use a dictionary. Fill in a preposition to complete the following sentences.

2 When you have completed all sentences, write down in simple English words what the verb together with the preposition means, as in the example.

We cannot put off the meeting, we need to decide today. put off = postpone, set on a later date

1 Could somebody please pick

2 Our guest couldn’t make

=

=

Mrs Davidson from the station?

his mind about where to go for dinner.

3 I don’t know where Wandsworth High is, but I’ll find =

4 I gave

in a minute.

to the temptation and lit a cigarette. =

5 He was late for his appointment, because his car had broken =

.

23


Unit 1

Welcome to our company!

6 Our plane took

an hour late. =

7 Terry made a mistake when filling in the visitors registration form and had to cross =

8 When you’re in Tampa, call

something.

Audrey at our Florida office. She would like to meet a Dutch

colleague.

=

9 John, could you look

=

our Korean guest for the rest of the afternoon?

10 Our Swedish client had such a bad stomach-ache, that we thought it best to send =

a doctor.

g Grammar Exercise 25

➜➜ Study your handbook, E29-E37 to learn about verbs (werkwoorden).

Fill in a correct form of the present simple (onvoltooid tegenwoordige tijd) or past simple (onvoltooid verleden tijd) of the verbs between brackets.

1 Did you have any trouble finding us? – No, I 2 My boss always 3 We

our guests out to dinner when they stay more than one day. (take) many potential customers at the trade fair. (meet)

4 Mr Udink? He

five minutes ago, why? (leave)

5 Well, he 6 I

by taxi. (come)

he would stay to discuss the new terms of delivery with me. (say) I heard her come in at 9 o’clock. (think)

7 I think the last train to the airport 8 This list

at 11.05 p.m. (leave)

exactly what their current prices are. (show)

9 The delegates who were late

the conference room in a hurry and

10 Unfortunately, our manager

our flight to Indonesia. (cancel)

down quietly. (enter – sit)

11 We 12 Our company

a new catalogue every other year. (publish) to Flushing in 1997. (move)

13 Our former CEO never had any cash on him and always 24

with his credit cards. (pay)


Unit 1 Welcome to our company!

14 Where 15 I

you born? (be) them a confirmation of the appointment by email. (send)

w Writing Exercise 26

➜➜ Study your handbook, C14-C17 to learn more about writing appointments and invitations. Tick [✓] the best translation for each sentence.

1 Ik wil graag een afspraak met u maken voor volgende week vrijdag.

■➜ a I would like to make an appointment with you for Friday next week. ■➜ b I would like to make an appointment with you for next week Friday. 2 Hierbij bevestig ik onze afspraak voor een demonstratie van uw nieuwe collectie.

■➜ a By means of this letter I would like to confirm our demonstration appointment of your new collection. ■➜ b This is to confirm our appointment for a demonstration of your new collection. 3 Wilt u aan dhr. De Rooij doorgeven dat ik onze lunchafspraak moet afzeggen? ■➜ a Please inform Mr de Rooij that I cannot make it for our lunch appointment. ■➜ b Please inform Mr de Rooij that I have to cancel our lunch appointment. 4 Ik zal u later deze week nog bellen om een nieuwe afspraak te maken. ■➜ a I will call you later this week to make a new appointment. ■➜ b I will call you later this week for an appointment again.

5 Kunt u mij laten weten of deze datum en dit tijdstip u uitkomen?

■➜ a Could you let me know if this date and this location are convenient for you? ■➜ b Could you let me know if this date and this time are convenient for you? 6 Kunt u mij een bevestiging sturen van deze afspraak?

■➜ a Could you please sent me this appointment’s confirmation?

■➜ b Could you please send me a confirmation of this appointment? 7 Het doet ons genoegen u uit te nodigen voor onze jaarvergadering. ■➜ a We are pleased to invite you for our annual meeting. ■➜ b We are pleased to invite you to our annual meeting.

8 De vergadering wordt gehouden op 12 mei op het hoofdkantoor. ■➜ a The meeting will be held on 12 May at head office. ■➜ b The meeting will be held at head office on 12 May. 9 We hebben zowel de agenda van de vergadering bijgesloten als verdere informatie. ■➜ a We have included the meeting’s agenda and further information.

■➜ b We have enclosed the agenda of the meeting as well as further information. 10 Als u de jubileumreceptie niet kunt bijwonen, neemt u dan contact op met mw. Dingemans. ■➜ a If you are unable to attend the anniversary reception, take contact with Ms Dingemans. ■➜ b If you are unable to attend the anniversary reception, please contact Ms Dingemans.

25


Unit 1

Welcome to our company!

w Writing Exercise 27

1 Below you see the contents of four short emails in connection with appointments. For each email state if it is a:

a confirmation of the appointment b change in the appointment

c cancellation of the appointment Email 1:

Email 2:

Email 3:

Email 4:

2 Underline words or sentences in each of the four emails that show that it is a cancellation, a change or a confirmation.

1

Dear Mr Mortimer We made an appointment with your secretary on 11 November for a meeting with Ms Martinet. The meeting was to be held at your office on 2 December at 11 a.m.

We regret to inform you that Ms Martinet was transferred to our office in South Africa. We had hoped to

appoint a new sales agent for the UK in time to keep the appointment. Unfortunately, interviews have not been finished yet.

We will contact your secretary as soon as it is possible to make a new appointment.

2

Dear Mr Mortimer This is to confirm the appointment your secretary made with us by phone on 11 November. One of our representatives will meet you at your office on 2 December at 11 a.m.

Unless we hear from you, Ms Martinet will meet you at the date and time mentioned above to demonstrate our latest assortment of design calculators.

26


Unit 1 Welcome to our company!

3

Dear Mr Mortimer We made an appointment with your secretary on 11 November for a meeting with Ms Martinet, one of our sales agents. The meeting was to be held at your office on 2 December at 11 a.m.

We regret to inform you that Ms Martinet was transferred to our office in South Africa. We have appointed a new sales agent, Mr Young, for the UK.

We hope it will be agreeable to you that Mr Young will take her place and meet you in your office an hour later, at 12.

Mr Young is not able to meet you at 11 a.m. because on that day there is no earlier flight from Amsterdam Airport.

4

Dear Mr Mortimer We made an appointment with your secretary on 11 November for a meeting with Ms Martinet, one of our sales agents. The meeting was to be held at your office on 2 December at 11 a.m.

We are very sorry to tell you that Ms Martinet will not be able to attend this meeting. She has other obligations on 11 November.

Please accept our apologies for this inconvenience. We would like to make a new appointment with you. We hope 6 December at 12 is convenient for you. If not, please contact us so we can make other arrangements.

27


Unit 1

Welcome to our company!

w Writing Exercise 28

➜➜ Study your handbook, C14 to learn about confirming appointments in writing. Write a complete letter by filling in the following words and expressions. a attend

f invitation

c conference

h personally

b chance

g Mr Williams

d forward

i realise

e interested

j sincerely

15 November 2012 Roger Williams TMC

130 Queens Road Reading UK

RG1 4DG Dear

(1)

Thank you very much for your as planned after all. We will We hope we will have a busy.

We look Yours

(2). We were very

(3) to see that the second

(5) on both 6 and 7 January.

(6) to meet you

(7), although we do

(4) on telemarketing will go on

(8) that on those two days you will be very

(9) to seeing you. (10)

TELECARE ROTTERDAM K. Willemse (Ms)

Chief Executive Officer

i Speaking

interaction

Exercise 29

Dining out is very common in business life. You may be invited to a business or social dinner when you are abroad. Perhaps you will entertain foreign guests here in the Netherlands and will need to explain Dutch dishes.

Answer the following questions in English.

28


Unit 1 Welcome to our company!

1 Name two typically a) English; b) American; c) Dutch dishes. a

b c 2 What is your favourite kind of food?

3 Is there any kind of food which you really hate?

4 Fill in the names of the fish, meat, vegetables and fruits. Fish

Meat

Vegetables

apple

codfish

lobster

sausage

banana

cucumber

melon

sprouts

bacon beans beef

broccoli carrots

cauliflower celery

chicken

crab eel

grapes ham

hamburger herring lemon liver

mango onion

orange peach pear

peas

pork

salmon

Fruits

shrimps steak

strawberry sushi

tomato trout

tuna fish veal

29


Unit 1

Welcome to our company!

i Speaking

interaction

Exercise 30

➜➜ Study your handbook, A110-A113 to learn phrases to use when dining out. Translate the following sentences. 1 Wat wil jij drinken, Peter?

2 Wat zou je aanbevelen, de zalm of de forel?

3 Weet je al wat je wilt bestellen?

4 De erwtensoep is erg lekker.

5 Mag ik even afrekenen?

6 Ik zou graag een cappuccino willen hebben.

7 Mogen we een tafel voor drie personen?

8 Ik zal deze keer trakteren.

9 Zullen we een fles rode wijn bestellen?

10 Ik ben niet erg bekend met de Engelse keuken.

i Speaking

interaction

Exercise 31 Work in pairs.

You are a Dutch executive (part B) and you are visiting a restaurant with a Swedish business relation (part A). During dinner you talk to this business relation.

Write out the two conversations in English and then practise them.

30


Unit 1 Welcome to our company!

1

(A) wil graag in niet-rokersgedeelte zitten

(B) geen probleem – ziet er best gezellig uit – daar is het menu (A) weet (B) wat hij/zij wil bestellen?

(B) nog niet – heeft (A) vragen over het menu? (A) is in het Nederlands – begrijp het niet (B) proberen te vertalen?

(A) graag – zijn er gerechten die vermeden moeten worden? (B) nee – beveel zalm of forel van dit restaurant aan (A) prima – vind vis erg lekker

(B) zal ober roepen voor de wijnkaart (A) graag 2

(A) heerlijk

(B) inderdaad – ook niet te druk vanavond – goede service trouwens (A) nog wat wijn?

(B) nee, ga gerust zelf je gang – moet zelf nog rijden – ook morgen vroeg op (A) vergadering?

(B) nee – klant die per se vóór achten wil komen (A) niet leuk – zullen we rekening delen? (B) nee – trakteer – spreekt voor zich

(A) als (B) in Zweden komt in oktober is het voor rekening (A) (B) stem toe – vertrekken?

(A) prima – bedank voor heerlijke diner (B) graag gedaan – oberrr!

Menu ‘Le Bouquet’ Dagelijks wisselend 4-gangenmenu à € 37,50 Voorgerechten

Zalmsalade met walnoten en een yoghurtdressing à € 10,00 Romige tomatensoep met croutons à € 9,00

Salade met gerookte kip, oude kaas en gedroogde tomaatjes à € 11,00 Hoofdgerechten Kreeft à € 25,00

Gerookte zalm met een aardappeltaartje in witte wijnsaus à € 21,00

Gegrilde eendenborst met gestoomde groenten in een rode portsaus à € 19,50 Runderbiefstukjes met verschillende groenten in een peperroomsaus à € 17,50 Desserts

Vanille-, chocolade- en aardbeienijs met vruchten en slagroom à € 10,00 Diverse Franse kaassoorten geserveerd met notenbrood à € 8,50

31


Unit 1

Welcome to our company!

i Speaking

interaction

Exercise 32 Work in pairs.

Practise playing both parts, (A) and (B). (A) You work for a company in Amsterdam. There is a Scottish business associate visiting your company. You

have invited him/her to have dinner at a small restaurant in Amsterdam. Study the menu on page 26, answer any questions about the menu and discuss what you are each going to order. You are not expected to explain or translate every detail but it must become clear to your guest what he or she may expect from certain dishes.

(B) You are Scottish and are in Amsterdam on business. You have been invited to have dinner with a Dutch

business associate you met a few days ago. Ask questions about the menu, since you do not speak any Dutch. Discuss what you are each going to order.

32


Unit 1 Welcome to our company!

Important words and phrases Make sure that you know how to use the following words and phrases in English. They can all be found in Unit 1.

een bedrijf bezoeken

plaatsnemen een formulier invullen

voorspellen afdeling koffiepauze buitenlandse gast

ophalen folder vragen

beantwoorden een

afspraak maken hulp aanbieden bezoekers

receptiebalie iemand

herkennen hoofdingang uitnodiging een afspraak bevestigen

een afspraak afzeggen

een bevestiging sturen

jaarvergadering een vergadering houden

aanbevelen een conferentie bijwonen

keuken, kookstijl

ontvangen

gerecht

iemand de

heerlijk

weg wijzen contact met

rekening

iemand

opnemen

33


Unit 1

Welcome to our company!

Case 1 | Visitors from abroad You work for Heijmans, a construction company. You receive a group of new colleagues from the UK for a course about sustainable (duurzame) construction materials.

w Writing An invitation

One of the UK colleagues you wish to invite is Mrs King. Write an invitation to Mrs King. Use the following information. Also think of a proper subject line (onderwerpregel), salutation (aanhef) and complimentary close (afsluiting). You may use a dictionary. Use paper or a computer to write the invitation. • uitnodiging voor cursus duurzame bouwmaterialen • datum: 24-25 januari

• locatie: hoofdkantoor in ’s-Hertogenbosch

• programma en verdere documentatie zijn bijgevoegd • contact opnemen met jou als ze er niet bij kan zijn

l Listening Listen to track 5.

The first visitor

The first visitor arrives. Listen to the conversation between the receptionist and the visitor. As you listen, answer the following questions. 1 At what time does the course start?

2 What is the visitor’s name?

3 What does the visitor have to do with the visitors registration form?

4 What does the visitor want to borrow?

5 How long does the visitor have to wait?

6 Where can the visitor wait?

7 What does the visitor drink?

34


Unit 1 Welcome to our company!

r Reading http://www.heijmans.nl

Company history Company History Heijmans N.V. has built a road to the number three position in the Netherlands’ construction industry, trailing only Koninklijke Volker Wessels Stevin and BAM. Street builder in the 1920s Rosmalen native Jan Heijmans was just 20 years old when he went into business for himself as a street builder in 1923. Heijmans’ first project was a contract for paving the road in front of the Den Bosch train station. Hampered by the difficult economic climate of the late 1920s and 1930s and by the Nazi occupation of the country during World War II, Heijmans remained a small company. Yet Heijmans was also well-positioned to take advantage of the vast reconstruction needed in the Netherlands following the war. During this period, the company also extended its business beyond street-building into the general construction sector. Post-war period Founder Jan Heijmans died at the age of 63. By then, he had decided to concentrate the company’s activities in the Netherlands, where it began competing for national contracts. The company also extended its operations to cover a wider range of construction markets during this time. Central player Heijmans remained a modest-sized business, among many others in the highly fragmented Dutch construction industry through the 1980s. Toward the end of that decade, however, the sector began making its first movement to consolidation, particularly in view of the coming single European market slated for 1992. Heijmans began positioning itself as a central player in the emerging market in the late 1980s with the naming of Joop Janssen as company chairman. Under Janssen, Heijmans set itself a goal of topping NLG 1 billion in sales before the mid-1990s, a level that would place the company among the Netherlands’ top construction groups. Becoming a Dutch leader in the 2000s By the early 1990s, Heijmans had already outgrown its corporate structure as a family-owned company. In order to achieve further growth, the company required capital. In 1993, the company listed on the Euronext Amsterdam Stock Exchange. The listing provided Heijmans with the capital to begin a steady series of acquisitions that lifted the company to the number three spot in the Netherlands by the turn of the 21st century. International targets for the new century With little room for dramatic growth in the Netherlands, Heijmans began developing plans for further international expansion. Germany became the group’s new objective in a so-called ‘oil slick’ expansion strategy that limited the company’s acquisition targets to nearby markets. Acquisitions of three companies from the Holzmann Group placed Heijmans in a position to compete for high-rise construction contracts and engineered construction and public works projects in Germany’s southern and western regions. From Germany, Heijmans’ eye turned to the United Kingdom. At the beginning of 2003, Heijmans completed its entry into the U.K. market when it announced that it had agreed to acquire Leadbitter Ltd. The addition of Leadbitter gave Heijmans a firm foothold for future expansion into the United Kingdom. Bron: www.heijmans.nl

35


Unit 1

Welcome to our company!

You have found this text about the history of Heijmans on the internet. Scan the text and answer the following questions.

1 How old was Jan Heijmans when he founded the company?

2 When was the company founded?

3 How old was Jan Heijmans when he died?

4 Which other chairman (besides founder Jan Heijmans) is mentioned in the text?

5 When did Heijmans list on the Euronext Amsterdam Stock Exchange?

6 What three countries are mentioned in the text?

p Speaking A short speech

All visitors have arrived. Your colleagues have never been to the Netherlands office before, so they will get a

tour of the office. Your boss has asked you to give a short speech about the history of Heijmans before the tour starts.

Use the text you found on the internet. Follow these steps. 1 Skim the text and write down all the information you need for the speech. 2 Make notes of what you are going to say.

3 Make sure you start and end your speech properly. 4 Make sure your speech is about five minutes long. 5 Give your speech to your classmates.

i Speaking

interaction

Dinner

Work in pairs.

Practise playing both parts, (A) and (B). (A) You are having dinner with your colleagues from the UK in a restaurant in Den Bosch. You are sitting next to Mrs King. Study the menu and discuss what you are each going to order. You are not expected to explain or translate every detail but it must become clear to your guest what he or she may expect from certain dishes.

36


Unit 1 Welcome to our company!

(B) You are Mrs King from the UK. You are visiting your company’s headquarters for a product demonstration. You are having dinner with some Dutch and British colleagues. You are sitting next to a Dutch colleague. Ask questions about the menu, since you do not speak any Dutch. Discuss what you are each going to order.

Menukaart – A la carte Voorgerechten

Gesneden ossenhaas met pesto, geserveerd met Old Amsterdam en pijnboompitten

€ 11,75

Vispalet van garnalen, gerookte zalm en IJsselmeerpaling, met een romige mosterddressing

€ 11,25

Salade met gegrilde kipfi let, olijfjes, tomaten, Pardanokaas en een Ceasardressing Licht gebonden tomatensoep met kip en room Hoofdgerechten

€ 9,50 € 5,00

Ossenhaas duet, belegd met brie en begeleid door een zachte pepersaus. Topper!

€ 21,75

In knofl ook gebakken gamba’s, geserveerd op tagliatelle met een fris limoensausje

€ 23,50

Op de huid gebakken zalmfi let met een saus van basilicum en pasta

Tagliatelle met gewokte groenten en zachte Camembert, bestrooid met tuinkruiden Nagerechten

€ 19,75

€ 18,50

Vanillebourbonijs rustend op slagroom begeleid door warme chocoladesaus

€ 6,50

Kaasplateau van diverse heerlijke kaassoorten geserveerd met oerbrood en stroop

€ 8,75

Crème brûlée met een zachte citroensmaak en een bolletje vanilleijs

€ 7,75

37


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.