Handboek sector Economie N3-4
Business English
Robert Hempelman
20/20 Business English Handboek sector Economie N3-4 20/20 Business English is de methode zakelijke communicatie Engels voor de sector Economie van het mbo. Voor niveau 3-4 bestaat de methode uit een handboek, aparte werkboeken en bijbehorende website (www.2020english.nl), en is geschikt voor alle opleidingen binnen de sector Economie. Dit handboek van 20/20 Business English is een zeer uitgebreid naslagwerk, dat alle vaardigheden van het Europees Raamwerk voor Vreemde Talen (ERK) behandelt, inclusief contextrijke voorbeelden, woordenlijsten en grammatica. De werkboeken van 20/20 Business English bestaan uit een aantal units waarbinnen de leerling zijn taalvaardigheden oefent rondom één specifieke (beroeps)situatie. De leerling sluit elke unit af met een case waarin de verschillende taalvaardigheden geïntegreerd aan bod komen. Er zijn werkboeken beschikbaar voor niveau A1, A2, B1 en B2. De website (www.2020english.nl) geeft ondersteuning aan de werkboeken en het handboek door middel van veel audiofragmenten, extra oefenmateriaal en woordenlijsten voor de leerling, en didactische aanwijzingen en uitwerkingen voor de docent. De combinatie van het handboek als naslagwerk, de gevarieerde oefenstof in de werkboeken en het extra materiaal op de website maakt van 20/20 Business English een complete methode zakelijke communicatie Engels, die uitstekend past binnen de actuele eisen van het Moderne Vreemde Talenonderwijs in het mbo.
9 789006 814507
Handboek sector Economie N3-4
Business English
Robert Hempelman H lm
Colofon Auteur
ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen
Robert Hempelman
voor primair onderwijs, voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs en volwasseneneducatie en
Redactie
hoger onderwijs.
Sascha van der Aa, Amsterdam Meer informatie over ThiemeMeulenhoff en Vormgeving
een overzicht van onze leermiddelen:
EnOf Ontwerp + communicatie, www.thiememeulenhoff.nl of via onze Utrecht
klantenservice (088) 800 20 16.
Beeldredactie en opmaak:
ISBN 978 90 06 81450 7
Studio Imago, Amersfoort
Eerste druk, eerste oplage, 2011
Omslagfotografie
© ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2011
Shutterstock Fotografie binnenwerk iStock Website bij deze uitgave
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
www.2020english.nl Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16 Auteurswet j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl., dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
Deze uitgave is voorzien van het FSC-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw voor het gebruikte papier op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.
2
Voorwoord Dit is de nieuwe editie van het Handboek van de methode 20/20 Business English. In deze druk wordt een nadrukkelijke koppeling gemaakt met het Europees ReferentieKader (ERK), waarbij er naar gestreefd is de oorspronkelijke opzet en indeling zoveel mogelijk intact te laten. Hopelijk vindt de gebruiker van de vorige editie ook in deze nieuwe editie weer snel zijn weg. Dit handboek bestaat uit de volgende delen: A Luisteren, Gesprekken Voeren, Spreken B Lezen C Schrijven D Spelling E Grammatica F Achtergrondinformatie G Woordenlijst Nederlands-Engels H Register De codering is ongewijzigd gebleven. Dus C5 verwijst naar paragraaf 5 van Deel C | Schrijven. Van de lijsten uit de vorige editie zijn op www.2020english.nl de volgende terug te vinden: – woorden die vaak met elkaar verward worden – lastige spellingen – namen van landen en inwoners – andere aardrijkskundige namen – afkortingslijsten Ook nu weer bedank ik alle gebruikers die door hun opmerkingen en vragen hebben bijgedragen aan deze verbeterde editie. Robert Hempelman
3
Inhoud A Luisteren, gesprekken voeren en spreken 5 B Lezen
71
C Schrijven D Spelling
89 135
E Grammatica 147 F Achtergrondinformatie
221
G Woordenlijst Nederlands-Engels 229 H Register 255
4
Luisteren, gesprekken voeren en spreken
Deel A
In dit deel vind je informatie over allerlei aspecten van spreken en luisteren. Deze twee vaardigheden worden hier samen behandeld omdat ze nu eenmaal onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.
Deel A Algemeen
Algemeen A1
Luisteren, gesprekken voeren en spreken Op school worden luisteren en spreken nogal eens als aparte vaardigheden geoefend en getoetst. Dit heeft vaak een praktische reden. In de praktijk zul je merken dat luisteren en spreken sterk met elkaar verbonden zijn, want als je een gesprek voert zul je aandachtig moeten luisteren om goed te kunnen reageren. Het is daarom verstandig goed te luisteren naar voorbeelden van correct Engels taalgebruik. Bij de Engelse televisiezenders BBC1 en BBC2 kun je gebruikmaken van teletekst (Ceefax), pagina 888. Ceefax is ook beschikbaar bij veel live-uitzendingen. Door tegelijk te luisteren en de ondertiteling te lezen kun je controleren of je het goed hebt verstaan. Bovendien leer je zo ook sneller de correcte uitspraak van woorden die je nog niet kende.
A2
Formeel en informeel Ook al sta je er misschien zelden bij stil, je past vaak je taalgebruik aan de situatie aan. Als je bijvoorbeeld met vrienden praat, gebruik je andere woorden en uitdrukkingen dan wanneer je een sollicitatiegesprek voert. Tegen je vrienden ben je informeel, tijdens een sollicitatiegesprek formeel. In zakelijke situaties kun je het best formeel blijven totdat je merkt dat dit niet nodig is. Hieronder zie je enkele voorbeelden van informeel en formeel taalgebruik.
6
informeel
formeel
Hello! / Hi!
Good morning / afternoon / evening,
It was great seeing you.
sir. It’s been a pleasure meeting you,
I’m here to see Michael about
Ms Usherwood. I have an appointment with Mr Gray.
something. Ta! / Cheers, mate! No problem.
Thank you very much. You’re welcome.
Deel A
Algemeen
A
Uitspraak Als je je verstaanbaar wilt maken in het Engels, moet je goed letten op klanken, klemtonen, intonatie en ritme. Probeer de correcte uitspraak zo dicht mogelijk te benaderen, zodat er geen misverstanden ontstaan. Er zijn nu eenmaal grote verschillen in betekenis tussen bed, bad, bet, bat en bath, ook al lijken deze woorden op elkaar. Op internet zijn goede woordenboeken te vinden die je ook de uitspraak van woorden laten horen. In dit boek wordt steeds uitgegaan van de uitspraak zoals die in GrootBrittanniĂŤ gangbaar is.
A4
Klanken Als je een woordenboek gebruikt, kom je misschien voor jou nog onbekende tekens tegen, zoals [twentie twentie biznis ingglisj]. Deze tekens staan vaak tussen vierkante haken of schuine strepen en geven de uitspraak weer van het woord dat je hebt opgezocht. De tekens hierboven geven aan hoe je de naam van deze methode uitspreekt: 20/20 Business English. Deze tekens maken deel uit van een fonetisch schrift. In het woordenboek waarin ze gebruikt worden, wordt aan het begin met simpele voorbeeldwoorden uitgelegd hoe je ze moet uitspreken. De overzichten in A5 en A6 hieronder zijn gebaseerd op een eenvoudig notatiesysteem dat gebruikt wordt in de Van Dale Pocketwoordenboeken EngelsNederlands en Nederlands-Engels.
A5
Medeklinkers
symbool sleutelwoord andere spellingsvormen met dezelfde klank p b t d k g tsj dzj f v u d s
pen back tea day key get chat jump fat very thing then soon
happy rubber butter, walked, doubt ladder, called, could cool, soccer, lock, school, cheque bigger, ghost match, nature, question, cello age, edge, soldier, gradual coffee, cough, physics, half of – mother city, psychology, mess, scene, listen
7
Luisteren, gesprekken voeren en spreken
A3
Deel A Algemeen
z sj zj h m n ng l r j w ch
zero shake pleasure hot man no long land red yet wet loch
was, puzzle sure, station, tension, vicious vision, rouge whole hammer, calm, bomb funny, know, gnaw sink balloon, battle marry, wriggle, rhubarb onion, use, new, Europe one, when, queen Deze klank wordt ook uitgesproken als k en wordt in het Schots met een g-klank uitgesproken.
A6
8
Klinkers
symbool
sleutelwoord
andere spellingsvormen met dezelfde klank
ie: i e æ a: o o: oe oe: u !: ! ee oo aj au oj i! e! oe! ee! oo! ajj! au! ojj!
sheep ship bed bad father pot four put boot but bird cupboard make note bite now boy here there poor player lower fire tower employer
field, team, key, scene savage, guilt, system, women any, said, bread, bury, friend – calm, heart, laugh watch, cough ball, board, draw, floor, caught wood, wolf, could move, shoe, group, blue, rude some, blood, does burn, worm, earn, journal, Bert the, colour, actor, nation, danger, asleep pray, prey, steak, vein soap, soul, grow, toe pie, buy, try, guide, sigh spout, plough poison, lawyer beer, appear, fierce hair, bear, bare, prayer tour, sure greyer – buyer our –
Deel A
Algemeen
A
Stomme medeklinkers Er zijn nogal wat Engelse woorden met stomme medeklinkers. Die moet je wel schrijven, maar je spreekt ze niet uit! Let speciaal op de uitspraak in de volgende gevallen. – De b wordt niet uitgesproken na een m: bomb, comb, climb, lamb, tomb, womb. – De k wordt niet uitgesproken vóór een n: knight, knee, know. – De l wordt niet uitgesproken aan het eind van sommige woorden: folk, walk, calf. – De p wordt niet uitgesproken vóór een s aan het begin van een woord: psychology, psalm. – De r wordt meestal niet uitgesproken aan het eind van het woord: mother, manager, your. De r aan het eind van een woord wordt wel uitgesproken als het woord erna met een klinkerklank begint: your uncle, mother-in-law. Deze verbindings-r vergemakkelijkt de uitspraak van het volgende woord. – De w wordt niet uitgesproken vóór een r aan het begin van een woord: wrong, write, wrap. – De w wordt ook niet uitgesproken vóór ho aan het begin van sommige woorden: who, whole.
A8
Verschillen in uitspraak Hieronder zie je een aantal klanken die op elkaar lijken, maar die verschillend uitgesproken moeten worden om verwarring te voorkomen. d/t Een d aan het eind van een woord wordt meestal ook als een d uitgesproken en niet als een t: ride, beard, card, heard. Na een f, k, p, s wordt een d wel uitgesproken als een t: stopped, missed, worked, stuffed. s/z Een s aan het eind van een woord wordt als z uitgesproken: cars, hears, catalogues, lives, finances. De s wordt wel als een (scherpe) s uitgesproken na f, k, p, t: stops, hits, works, handcuffs. f/v Maak goed onderscheid in de Engelse uitspraak tussen een f en een v, ferry / very. 9
Luisteren, gesprekken voeren en spreken
A7
Deel A Algemeen
u/d De u hoor je wanneer je lucht uitblaast bij de uitspraak: thick, throw, bath. De d wordt uitgesproken zonder dat er lucht uitgeblazen wordt en lijkt een beetje op de uitspraak van de Nederlandse d: this, therefore, rather. æ/e Het verschil in uitspraak tussen deze klanken kun je horen als je de volgende woorden goed uitspreekt: bad / bed, bat / bet, had / head.
A9
Klemtoon Als een woord uit meer dan één lettergreep bestaat, moet je weten op welke lettergreep of lettergrepen de klemtoon valt. Anders gezegd: welke delen van het woord worden met meer nadruk uitgesproken? Ook hier kan het woordenboek je helpen. Bij de uitspraaknotatie van woorden met meer lettergrepen zie je dat sommige tekens onderstreept zijn, bijvoorbeeld [divvell!pm!nt]. De onderstreping hier geeft aan dat de klemtoon op de tweede lettergreep valt: development.
A10
Intonatie en ritme Nederlanders die Engels spreken, komen nogal eens als vlak, eentonig, ongeïnteresseerd, of zelfs onbeleefd op Engelsen over. Dit komt doordat de Engelsen veel meer gebruikmaken van intonatie dan Nederlanders. Engelse woorden, woordgroepen en zinnen hebben een andere intonatie (klankpatroon) dan Nederlandse. Denk hierbij aan korte pauzes na een woordgroep, of aan woorden die met een hoge of lage klank worden uitgesproken. Een goed voorbeeld is de klank van het woord idee. In het Nederlands gaat bij de uitspraak van dit woord aan het eind de klank omhoog. Bij het Engelse woord idea gaat de klank juist omlaag. Dit geldt niet alleen voor losse woorden, maar ook voor hele zinnen. Je kunt het beste een zin met een hoge stem beginnen, dit zolang mogelijk gedurende de zin volhouden en pas aan het eind van de zin zo snel mogelijk met je stem omlaaggaan. Een voorbeeld: What would you like for dinner tonight? Spreek de zin maar eens voor je gevoel overdreven uit zoals Engelsen dat zouden doen: zo hoog mogelijk beginnen, hoog aanhouden en pas bij de eerste lettergreep van dinner zo snel als je kunt met je stem omlaag, zo diep als je kunt. Voor jou klinkt dit misschien overdreven, voor een Engelsman helemaal niet. Hoe kun je dit het snelst leren? Luister goed naar Engelsen of Amerikanen en
10
Deel A
Algemeen
A
zal een grammaticale fout of een verkeerd woord makkelijker geaccepteerd worden.
A11
Het alfabet Je zult waarschijnlijk regelmatig een naam of woord in het Engels moeten spellen, bijvoorbeeld tijdens een telefoongesprek. Daarom is het belangrijk dat je de letters van het Engelse alfabet goed kunt uitspreken. Wees altijd voorbereid op de vraag: Could you spell that, please? Hieronder vind je het Engelse alfabet met de uitspraak van de afzonderlijke letters.
a b c d e f g h i j k l m
ee bie: sie: die: ie: ef dzjie: eetsj aj dzjee kee el em
n o p q r s t u v w x y z
en oo pie: kjoe: a: es tie: joe vie: dubl joe eks waj zed
Hoofdletters kun je aangeven door vóór de uitspraak van de letter het woord capital (hoofdletter) toe te voegen: Pelmolenplantsoen. That’s spelled: capital P-e-l-m-o-l-e-n-p-l-a-n-t-s-o-e-n. Soms is het verstandig om het Engelse telefoonalfabet te gebruiken, zie A48.
11
Luisteren, gesprekken voeren en spreken
probeer hen te imiteren. Als je het Engels met de juiste intonatie uitspreekt,
Deel A Luistervaardigheid
Luistervaardigheid A12
Voorbereiden op luisteren Als je een luisteroefening moet doen, ga je als volgt te werk.
• Bereid je erop voor dat je geconcentreerd moet gaan luisteren. • Zorg ervoor dat je eventueel aantekeningen kunt maken (als dat toegestaan is).
• Lees de opdracht goed door. Begrijp je precies wat er van je verwacht wordt? Het heeft geen zin te beginnen aan een opdracht die je niet of niet helemaal begrijpt.
• Zorg ervoor dat je weet hoe vaak je de tekst te horen krijgt. A13
Gebruikmaken van wat je al weet Je begrijpt beter wat je hoort als je al iets over het onderwerp afweet. Als je weet dat de luistertekst over Australië gaat, denk dan van tevoren goed over dit land na. Eventuele nieuwe informatie in de luistertekst kun je dan combineren met wat je al weet (oude informatie). Behalve het onderwerp zijn ook andere zaken van invloed op jouw begrip van de informatie. Enkele voorbeelden:
• Hoor je achtergrondgeluiden? De omgeving helpt je ook dingen beter te begrijpen. Waar bevindt de spreker zich? In een winkel? Op een congres? Op een handelsbeurs? Op een luchthaven?
• Met wat voor spreker heb je hier te maken? Man of vrouw? Leeftijd? Opleiding?
• Hoe spreekt iemand? Op wat voor toon? Spreekt iemand vlot? Met veel aarzelingen en pauzes?
• Wat voor taalgebruik hanteert de spreker? Is de stijl formeel of informeel (zie hiervoor A2)? Gebruikt de spreker veel moeilijke woorden?
A14
Omgaan met onbekende woorden en uitdrukkingen Het zou erg handig zijn als je in elke situatie letterlijk alle Engelse woorden en uitdrukkingen begrijpt die iemand gebruikt. Jammer genoeg is dat maar zelden het geval. Belangrijk is hoe je daarmee omgaat. Dat kan op twee manieren.
• Je negeert gewoon de onbekende woorden of uitdrukkingen die je niet begrijpt. Misschien zijn ze niet van belang om de spreker te kunnen volgen en de boodschap te begrijpen.
12
Deel A
Luistervaardigheid
A
uitdrukkingen. Dat doe je op basis van de rest van de zin, het onderwerp, andere dingen die eerder gezegd zijn of je eigen voorkennis. Aan de ene kant moet je proberen een zekere feeling te krijgen voor wat je met onbekende woorden of uitdrukkingen moet doen. Dan kun je steeds sneller beslissen of iets genegeerd of voorspeld moet worden. Aan de andere kant kun je ook aan de context horen of iets genegeerd kan worden of niet. Enkele voorbeelden maken dit duidelijk. De spreker zegt: And what I’m going to say now is of great importance. The disclosures of last week’s meeting must be used to take action at once! Wat denk je: negeren of voorspellen…? Voorspellen natuurlijk! De spreker geeft immers zelf aan dat de zaak van great importance is en dat er at once gehandeld moet worden. De spreker zegt: Maybe you’re right. It reminds me of something else. Let me think of another example … Yes, you can also see it as a case of loose lips sink ships. Wat denk je: negeren of voorspellen…? Negeren mag misschien wel! De spreker probeert nog een voorbeeld te bedenken voor iets wat hij of zij al eerder verteld heeft.
A15
Begrijpen van de structuur Je kunt een spreker ook beter begrijpen door te letten op hoe hij of zij het verhaal heeft vormgegeven. Met andere woorden: hoe is het verhaal opgebouwd, gestructureerd? Let hierbij op de volgende aandachtspunten.
• Hoe hoor ik welke gedeelten belangrijker zijn dan andere? • Hoe kan ik horen of bepaalde informatie al eerder gegeven is? • Hoe wordt er verband gelegd tussen de verschillende delen van een verhaal?
• Hoe worden samenvattingen gegeven? Wat is daarbij belangrijke en wat is minder belangrijke informatie? De paragrafen A16 tot en met A26 helpen je een antwoord te vinden op deze vragen.
13
Luisteren, gesprekken voeren en spreken
• Je voorspelt zo goed mogelijk de betekenis van de onbekende woorden of
Deel A Luistervaardigheid
A16
Woorden die een volgorde aangeven
• first, in the first place, firstly • second, in the second place, secondly • third, in the third place, thirdly • lastly • finally • after that A17
• ten eerste, in de eerste plaats • ten tweede, in de tweede plaats • ten derde, in de derde plaats • ten laatste • ten slotte • daarna
Woorden die nieuwe informatie aankondigen
• in addition, moreover, furthermore,
• bovendien, verder, daarnaast
what’s more, besides
• again, once more • also, as well, too • neither, nor, not … either • and • and then • besides, except, except for • equally important • further … • another (example) • one more (example) • finally A18
• weer, opnieuw, nogmaals • ook • ook niet, evenmin • en • en dan • behalve • even belangrijk • verdere … • nóg een (voorbeeld) • nog één (voorbeeld) • ten slotte
Woorden die het belang aangeven
• important • very important, vital, essential,
• belangrijk • zeer belangrijk
major, of the utmost importance
• first, best, strongest, cheapest, ... • remember, don’t forget • keep in mind • the solution A19
Woorden die een vergelijking aangeven
• just as important, equally important • no less important • in the same way / manner, likewise, similarly
14
• eerste, beste, sterkste, goedkoopste, ... • onthoud, denk eraan, vergeet niet • houd in gedachten • dé oplossing • al even / net zo belangrijk • niet minder belangrijk • op dezelfde wijze / manier, evenzo
Deel A
Luistervaardigheid
A
Woorden die een gevolg aankondigen
• as a result, consequently • therefore • the result / consequence is A21
Luisteren, gesprekken voeren en spreken
A20
• met als gevolg / resultaat • daardoor, om die reden • het gevolg / resultaat is
Woorden die een tegenstelling aankondigen
• although, though • at the same time • but • even so, still, nevertheless, yet • however • in contrast to • on the contrary • on the other hand • or, alternatively • quite the reverse is true of
• hoewel • tegelijkertijd • maar • toch • echter • in tegenstelling tot / met • integendeel • aan de andere kant • of • precies het tegenovergestelde / omgekeerde geldt voor
A22
Woorden die een voorbeeld aankondigen
• as an illustration • for example, for instance • say, ... • to give / mention an example • let’s say • to demonstrate this • to show how it works A23
• ter illustratie • bijvoorbeeld • zeg, ... / bijvoorbeeld... • om een voorbeeld te geven / noemen • laten we zeggen • om dit te laten zien • om te laten zien hoe het werkt
Woorden die een doel aangeven
• for this purpose • for this reason • in order to do so, to do that • so • the point of all this is • what I would like to do is • therefore, that is why • for this / that reason
• voor dit doel • om deze reden • om dat te kunnen doen • dus • de reden voor dit alles is • wat ik wil doen is • daarom • om deze / die reden
15
Deel A Luistervaardigheid
A24
Woorden die een herhaling aankondigen
• as I have said before / as I said earlier
• in other words • put differently • in brief / short • what I really mean to say is … A25
gegeven
• met andere woorden • anders gezegd • in het kort gezegd • wat ik eigenlijk wil zeggen is …
Woorden die aangeven dat je terugverwijst
• as I said just now • to get back to your question • referring back to • you will remember what I said about
A26
• zoals ik hiervoor / eerder al heb aan-
• zoals ik daarnet al zei • om terug te komen op uw vraag • ik verwijs terug naar • u zult zich herinneren wat ik heb gezegd over
Woorden die een samenvatting aankondigen
• finally • in short / in brief • in conclusion • summing up, to conclude,
• ten slotte, tot slot • in het kort • ter afsluiting • om samen te vatten, samengevat
to sum up
• in a nutshell • anyway, to cut a long story short
• in een notendop • maar goed, om een lang verhaal kort te maken
A27
Intonatie en nadruk Ook met zijn stem en met zijn intonatie kan een spreker aangeven wat hij belangrijk vindt. Welke passages worden met meer nadruk uitgesproken? Een voorbeeld. It’s the production of toys that causes the biggest problem. Door het woord toys luider uit te spreken, maakt de spreker duidelijk dat hij dit een belangrijk onderdeel vindt. Woorden die vooraan (of achteraan) in de zin geplaatst worden, krijgen meer nadruk – en dus meer aandacht – dan als ze in het midden van de zin staan. Vergelijk het verschil in nadruk dat the losses krijgt in de onderstaande zinnen.
16
Deel A
Luistervaardigheid
A Luisteren, gesprekken voeren en spreken
I think we should talk about the losses of the last three months. (midden) The losses of the last three months is what I think we should talk about. (begin) When we discuss the last three months, I think we should talk about the losses. (eind)
A28
De grote lijn bepalen of bepaalde informatie zoeken? Voordat je gaat luisteren, moet je weten met welk doel je gaat luisteren: wil je de grote lijn volgen van wat er gezegd wordt (skimmen) of zoek je gericht naar bepaalde informatie (scannen)? Skimmen (de grote lijn volgen, de algemene strekking achterhalen) Hierbij let je vooral op:
• De opening van het verhaal. Wat is het onderwerp? • De structuurwoorden die aangeven hoe het verhaal is opgebouwd, bijvoorbeeld first, second, finally, in short enzovoort en wat er direct daarna gezegd wordt.
• De openingszinnen na elke pauze die iemand neemt. • De slotopmerking(en). Scannen (gericht naar bepaalde informatie zoeken) Hierbij let je vooral op:
• Woorden of uitdrukkingen die rechtstreeks te maken kunnen hebben met de door jou gezochte informatie. Je wilt bijvoorbeeld weten wat de leveringsvoorwaarden zijn van een bedrijf. Je let dan vooral op woorden als delivery, terms, conditions, if, weeks, months, enzovoort.
A29
Gespreksvaardigheid en spreekvaardigheid Er is een verschil tussen gespreksvaardigheid (Gesprekken Voeren) en spreekvaardigheid (Spreken). Bij gespreksvaardigheid, het woord zegt het al, heb je een gesprek met andere mensen. In zo’n gesprek hebben alle deelnemers invloed op het verloop en de inhoud van het gesprek. Bij gespreksvaardigheid is luistervaardigheid van groot belang. Een gesprek zou immers vreemd verlopen als je niet echt luistert, maar af en toe zomaar iets zegt. Bij spreekvaardigheid is er minder wisselwerking tussen de betrokkenen. Denk bijvoorbeeld maar aan een presentatie, lezing, instructie enzovoort. De luisteraars kunnen wel op je reageren, bijvoorbeeld met vragen, maar in principe staat wat de spreker wil zeggen al vast. 17
Deel A Luistervaardigheid
Bij zowel gespreksvaardigheid als spreekvaardigheid doe je allerlei dingen om het gesprek, de instructie, de presentatie zo goed mogelijk te laten verlopen, bijvoorbeeld:
• je probeert de informatie die je wilt overbrengen zo goed mogelijk te ordenen;
• je probeert het gesprek zo vlot mogelijk te laten verlopen; • je probeert communicatiestoornissen te voorkomen of zo snel mogelijk te verhelpen.
General phrases | Algemene uitdrukkingen Hier volgt een aantal uitdrukkingen die je kunt gebruiken om vlot te leren spreken.
A30
Opening / Bringing something up for discussion – Beginnen / Onderwerp ter sprake brengen
• I’d like to talk to you about… • By the way, I’d like to ask you something.
• Could I have a word with you? • There is something I need to
• Ik wil het met u hebben over... • Tussen haakjes, ik wil u graag iets vragen.
• Kan ik u even spreken? • Er is iets dat ik met u moet bespreken.
discuss with you.
• Theo, would you know if…? • Theo, weet jij of...? • I say, Tom, do you happen to know • Zeg, Tom, weet jij toevallig wanneer...? when…?
• Have you got a minute? A31
Giving an example – Voorbeeld geven
• Let me give you an example. • for example / for instance • To illustrate this… A32
• Heeft u een ogenblik tijd voor mij? • Laat me u een voorbeeld geven. • bijvoorbeeld • Om dit te illustreren...
Stressing – Benadrukken
• I’d like to stress / emphasise / underline that…
• It’s very important / vital / essential / of the utmost
• Ik wil graag benadrukken / onderstrepen dat...
• Het is heel belangrijk / essentieel / van het allergrootste belang.
importance.
• It’s absolutely necessary. 18
• Het is absoluut noodzakelijk.
Deel A
Luistervaardigheid
A
problems we need to pay more
• Het zijn juist zulke problemen waar we meer aandacht aan moeten besteden.
attention to.
• I cannot say / repeat this often enough.
• That goes without saying. • Don’t forget… A33
herhalen.
• Dat spreekt vanzelf. • Vergeet niet...
Summarising – Samenvatten
• In short / brief, … • in a nutshell • To summarise, ... A34
• Ik kan dit niet vaak genoeg zeggen /
• Om kort te gaan... / Kortom... • in een notendop • Samenvattend... / Samengevat...
Changing the subject – Veranderen van onderwerp
• The next subject / issue I’d like to • Het volgende onderwerp / De volgende discuss is…
kwestie die ik wil bespreken is...
• Could we change the topic, please? • Kunnen we het (misschien) over iets anders hebben?
• I’d rather talk about something else • Ik wil het liever eerst over iets anders first.
• By the way, … A35
hebben.
• Tussen haakjes, ...
Returning to a topic – Terugkomen op een onderwerp
• To get back to what I was saying… • Om terug te komen op wat ik daarnet zei...
• Anyway, … • Anyway, as I was saying… • In any case, ... • Where was I? A36
• Maar goed, ... • Maar goed, zoals ik al zei... • In elk geval... • Waar was ik (gebleven)?
Indicating you would like to finish the conversation – Einde aangeven en afsluiten
• It’s been a pleasure talking to you. • Ik vond het fijn / prettig u te hebben gesproken.
• I don’t think there is much more that we can say about this, is there?
• I am afraid I can’t say anything more about this.
• Ik denk niet dat we hier nog veel over kunnen zeggen, of wel?
• Ik ben bang dat ik hier niets meer / verder over kan zeggen.
• This is more or less what I wanted • Dit is zo’n beetje wat ik u wilde zeggen. to tell you. 19
Luisteren, gesprekken voeren en spreken
• It is exactly / precisely such
Deel A Luistervaardigheid
• I think we’ve discussed just about • Ik denk dat we zo’n beetje alles wel everything.
• I hope we will meet again soon.
besproken hebben.
• Ik hoop dat we elkaar spoedig weer ontmoeten.
• That’s about all (for now), I think. • Dat is het wel zo’n beetje (voor het ogenblik), denk ik.
A37
Understanding and encouraging – Kunnen volgen en aanmoedigen
• I see. • I see what you mean. • I get it. • You mean… • Right! • Sure. / Of course. • Oh, absolutely. • That’s most interesting. • Really? • Yes, go on. A38
• Ik begrijp het. • Ik begrijp wat u bedoelt. • Ik snap het. • U bedoelt... • Ja! / Precies! • Natuurlijk. • O, absoluut. • Dat is heel interessant. • Echt? / Echt waar? / Is dat zo? • Ja, ga door.
Interrupting – Onderbreken
• I’d like to say something if I may / • Ik wil graag iets zeggen als dat mag / can.
• If I may interrupt you there…
kan.
• Als ik u hier even mag onderbreken / in de rede mag vallen.
• Please, I’d like to say something. • Ik wil graag iets zeggen, alstublieft. • Can I add something? • Mag ik hier iets aan toevoegen? • Sorry to interrupt you there, but… • Sorry dat ik u hier even in de rede val, maar...
• Excuse me, I don’t think…
• Pardon, / Sorry, (maar) ik denk / vind niet...
• I’m sorry, but… A39
Stopping an interruption – Onderbreking niet toestaan
• Excuse me, I’d like to finish my point first.
• I am sorry, I’ll answer you in a minute.
• Please let me finish. • Please do not interrupt me. 20
• Het spijt me, maar... • Pardon, ik wil graag even mijn verhaal afmaken.
• Sorry, ik zal u zo dadelijk antwoord geven.
• Laat u mij alstublieft even uitspreken. • Wilt u mij alstublieft niet onderbreken?
Deel A
Luistervaardigheid
A
Survival tactics – Overlevingstactieken De communicatie verloopt misschien niet altijd even gemakkelijk en er kunnen gemakkelijk misverstanden of onbegrip ontstaan. Je kunt veel problemen oplossen met behulp van de volgende uitdrukkingen.
A41
Saying you do not understand and asking for help – Zeggen dat je het niet begrijpt en hulp vragen
• I beg your pardon? Could you say • Pardon? / Sorry? Kunt u dat nog een that again, please?
• I’m sorry, I don’t get it. Could you speak more slowly, please?
keer zeggen?
• Sorry, ik begrijp het niet. / Ik kan het niet volgen. Kunt u misschien iets langzamer spreken?
• I’m sorry, I don’t understand what • Het spijt me, ik begrijp niet wat u you mean.
• I’m sorry, could we go back to…?
bedoelt.
• Sorry, kunnen we even teruggaan naar...?
• I’m not sure if I understand what • Ik weet niet zeker of ik begrijp wat u you’re saying.
zegt.
• I don’t think I can follow you. Could • Ik geloof niet dat ik u kan volgen. you rephrase that, please?
• I’m sorry, I don’t follow. A42
Zou u dat anders kunnen zeggen?
• Het spijt me, ik volg u niet.
Asking if you understand correctly – Vragen of je het goed hebt begrepen
• If I understand you correctly, then… • Do you mean to say... • Are you saying / suggesting that… • So, what you mean / are saying is... • Let me get this straight.
• Als ik u goed begrijp, dan... • Wilt u (daarmee) zeggen... • Zegt u nu dat... / Wilt u nu zeggen dat... • Dus, wat u bedoelt is / wat u zegt is... • Ik wil even nagaan of ik het goed begrijp. / Dus als ik het goed begrijp...
• So, in other words, ... • Let me repeat that. • Is that right? A43
• Dus, met andere woorden, ... • Laat me dat even herhalen. • Klopt dat? / Is dat juist?
Hesitating and correcting yoursel – Aarzelen en jezelf corrigeren
• No, that’s not right, I’m sorry, what • Nee, dat is niet juist. Het spijt me, wat ik I meant to say is...
• Let me rephrase that… • Er, … what I meant was... • Well, what I really mean is…
wilde zeggen is...
• Laat ik het anders zeggen... • Uh, wat ik bedoelde is... • Nou, wat ik eigenlijk bedoel is... 21
Luisteren, gesprekken voeren en spreken
A40
Deel A Luistervaardigheid
• In other words • Well, let me see / think... • How shall I put it? A44
• Met andere woorden • Nou, laat ik eens kijken / even nadenken... • Hoe zal ik het zeggen?
Asking for an explanation – Uitleg vragen
• Could you give me more details,
• Kunt u me meer bijzonderheden geven?
please?
• Do you think you could be more specific?
• I am sorry, what do you mean? • Please explain. A45
• Kunt u misschien iets duidelijker / preciezer zijn?
• Sorry, wat bedoelt u? • Legt u dat eens uit, alstublieft.
Spelling and writing down – Spellen en opschrijven
• Could you spell that, please? • Could you write it down here, please?
• What I mean is the village of
• Zou u dat even kunnen spellen? • Zou u het hier even kunnen opschrijven?
• Wat ik bedoel is het dorp Dommelvoort,
Dommelvoort, it is spelled capital
dat spel je hoofdletter D-o-m-m-e-l-v-o-
D-o-m-m-e-l-v-o-o-r-t.
o-r-t.
• It’s spelled… • Dat spel je... • That’s Groenburg, George-Robert- • Dat is Groenburg, George-Robert-Oliver-
A46
Oliver-Edward-Nellie-Benjamin-
Edward-Nellie-Benjamin-Uncle-Robert-
Uncle-Robert-George.
George.
Describing – Omschrijven / Beschrijven
• I can’t think of the word in English. • Ik kan niet op het Engelse woord komen.
• What’s that called in English? • Hoe heet dat in het Engels? • Allow me to / Let me explain what I • Laat me even uitleggen wat ik bedoel... mean…
• What I mean is… • A person who… • A company that… • Something that… • Something with which / in which /
• Wat ik bedoel is... • Iemand die... • Een bedrijf dat... • Iets dat... • Iets waarmee / waarin / waarop...
on which…
• A place where… • It’s an expression that means…
22
• Een plaats waar... • Het is een uitdrukking die betekent...
Deel A
Luistervaardigheid
A
A47
Preparation – Voorbereiding Bereid je goed voor als je een telefoongesprek in het Engels gaat voeren. Hieronder zie je een checklist:
• Je weet wat je wilt gaan zeggen (gebruik eventueel een puntsgewijze opsomming, zodat je niets vergeet).
• Je kent de vaste uitdrukkingen die met telefoneren te maken hebben. • Je kunt namen en adressen vlot spellen, zowel met het gewone alfabet als met het telefoonalfabet.
• Je weet wat je moet doen als de persoon die je wilt spreken niet bereikbaar is (boodschap achterlaten, zelf nog eens proberen, terug laten bellen).
• Je hebt pen en papier bij de hand. • Je hebt eventuele documentatie (brief, factuur, bon enzovoort) bij de hand. A48
Telephone alphabet – Telefoonalfabet Als het spellen met het normale alfabet (zie A11) niet goed lukt of misverstanden oplevert, biedt het telefoonalfabet uitkomst.
A B C D E F G H I
for Alfred for Benjamin for Charles for David for Edward for Frederick for George for Harry for Isaac
J for Jack K for King L for London M for Mary N for Nellie O for Oliver P for Peter Q for Queen R for Robert
S for Samuel T for Tommy U for Uncle V for Victor W for William X for X-ray Y for Yellow Z for Zebra
Voorbeeld My name is Spruyt. I’ll spell that for you. That’s S for Samuel, P for Peter, R for Robert, U for Uncle, Y for Yellow, T for Tommy. Spruyt.
A49
Telephone numbers – Telefoonnummers ++ 31 (0)20 497 47 51 Zo ziet een Nederlands telefoonnummer eruit als je vanuit het buitenland naar Nederland wilt bellen. De ++ staan voor het toegangsnummer dat je moet kiezen om een internationaal gesprek te kunnen beginnen. In Nederland is dit toegangsnummer 00. Bij internationaal telefoneren laat je de 0 vóór een netnummer weg. 23
Luisteren, gesprekken voeren en spreken
Telephone | Telefoon
Deel A Luistervaardigheid
In het Nederlands zijn er verschillende manieren om een telefoonnummer uit te spreken. In het Engels spreek je telefoonnummers bijna altijd op dezelfde manier uit. The telephone number where you can reach me until half past six is: 31 40 242 1566. Three – one (for the Netherlands / and then) four-oh / two-four-two / one-five / double six. Opmerkingen 1 0 wordt uitgesproken als oh of als zero (US). 2 In plaats van double six hoor je ook wel six-six. 3 Probeer een telefoonnummer altijd met een bepaald ritme uit te spreken, dat wil zeggen met korte pauzes na elke twee of drie cijfers (zie de schuine strepen in het volgende voorbeeld). Three – one // four – oh // two – four – two / one – five / double six. 4 Let op: 0800 1546: oh eight hundred – one – five – four – six.
A50
Email Addresses – E-mailadressen Het is heel belangrijk dat je e-mailadressen correct noteert. Als je ook maar één letter weglaat kan dat betekenen dat je mailtje niet aankomt. Hier volgen de codes van enkele landen.
Ierland Verenigd Koninkrijk Nederland Duitsland België
Ireland United Kingdom The Netherlands Germany Belgium
.ie .co.uk .nl .de .be
Receiving a call | Gebeld worden A51
Answering the phone – Telefoon aannemen
• Good morning / afternoon /
• Goedemorgen / Goedemiddag /
evening, Eltion Corporation, Nabil
Goedenavond. Eltion Corporation.
El Boughlali speaking. How can I
U spreekt met Nabil El Boughlali.
help you?
Hoe kan ik u van dienst zijn?
• What can I do for you?
• Wat kan ik voor u doen? / Hoe kan ik u helpen?
• What is it about, please? • Waar gaat het over? • Who would you like to talk to, sir? • Wie wilt u spreken, meneer? 24
Deel A
Luistervaardigheid
A
number.
A52
• Met wie spreek ik? • En uw naam was...? • Kunt u dat even herhalen? • Zou u dat even kunnen spellen? • Ik ben bang dat u het verkeerde num-
Luisteren, gesprekken voeren en spreken
• Who is calling, please? • And your name was…? • Can you repeat that, please? • Could you spell that, please? • I am afraid you have the wrong
mer heeft.
Putting through – Doorverbinden
• I will put you through to… / I will • Ik zal u doorverbinden met... connect you to...
• Putting you through. • I am sorry, the line is busy /
• Ik verbind u nu door. • Het spijt me, de lijn is bezet.
engaged.
• I am sorry, there is no answer. • Het spijt me, er wordt niet opgenomen. • Would you mind calling back later • Kunt u later nog eens bellen of zal ik or shall I ask him to call you
vragen of hij u wil bellen? Wat heeft u
instead? Which would you prefer?
het liefst?
• What would suit you?
• Wat is voor u het handigst? / Wat komt u het beste uit?
• What are your contact details? • How can she reach you? • I am sorry, the manager is in a meeting at the moment.
• Wat zijn uw contactgegevens? • Hoe kan zij u bereiken? • Het spijt me, de directeur is momenteel in vergadering / zit in een vergadering.
• He is at lunch / on a business trip / • Hij is aan het lunchen / op zakenreis / on holiday / not in today.
op vakantie / vandaag afwezig.
• I am sorry, he is away from his desk • Het spijt me, hij zit momenteel niet at the moment. Shall I take a
op zijn plaats. Zal ik een boodschap
message or would you like him to
aannemen of wilt u dat hij u later
call you back later?
terugbelt?
• I am sorry, Mr Kooper is not available.
A53
• Het spijt me, de heer Kooper is niet bereikbaar.
Taking a message – Bericht aannemen
• If you give me your telephone number, she will call you back
• Als u me uw telefoonnummer geeft, belt zij u later terug.
later.
• Shall I tell Ms Baggen that you called?
• Zal ik mevrouw Baggen zeggen dat u gebeld heeft?
• Would you like to leave a message? • Wilt u misschien een boodschap achterlaten? 25
Deel A Luistervaardigheid
• Perhaps you’d like to leave a message?
• Could / Can I take a message, sir?
• Misschien wilt u een boodschap achterlaten?
• Kan ik (misschien) een boodschap aannemen, meneer?
• What was your name again,
• Hoe was uw naam ook weer, mevrouw?
madam?
• Could you spell that, please? • At what number can she reach
• Zou u dat even kunnen spellen? • Op welk nummer kan zij u bereiken?
you?
• What is your mobile phone
• Wat is uw mobiele nummer?
number?
• So, your name is Whyte, W-h-y-t-e, • Dus uw naam is Whyte, W-h-y-t-e, en and your phone number is 06 1756
uw telefoonnummer is 06 1756 1791.
1791.
• So you would like to postpone the • Dus u wilt de afspraak van 25 novemappointment for 25th November,
ber, 11 uur verzetten naar 30 november,
at 11 o’clock to 30th November, at
9 uur ’s morgens. Klopt dat? / Is dat
9.00 a.m. Is that correct / right?
juist?
• Could you speak up a bit, please? I • Zou u misschien iets harder kunnen can’t hear you very well.
spreken? Ik kan u niet zo goed horen.
• The telephone line is not clear / the • De lijn / ontvangst is niet zo goed, kunt telephone reception is not clear,
u dat misschien nog een keer herhalen?
can you please repeat that again?
• Can you please speak more slowly? • Kunt u misschien iets langzamer My English is not that good.
A54
spreken? Mijn Engels is niet zo goed.
Showing that you hear and understand – Aangeven dat je luistert en begrijpt
• I see what you mean. • I understand. • (That is) right. • Bloomfield plc. I’ve got that. • I’ve written it down. • I’ve made a note of it and I will ask
• Ik begrijp wat u bedoelt. • Dat begrijp ik. • Dat klopt. / Dat is juist / correct. • Bloomfield plc. Dat heb ik. • Ik heb het opgeschreven. • Ik heb er een notitie van gemaakt en ik
him to call you as soon as he
zal hem vragen u te bellen zodra hij
returns to the office.
weer op kantoor is.
• I have sent him an email and asked • Ik heb hem een e-mailtje gestuurd en him to call you on your mobile
gevraagd u op uw mobiele nummer te
phone number.
bellen.
• Sure. / Certainly. 26
• Zeker. / Geen probleem.
Deel A Luistervaardigheid
A
A55
• Natuurlijk (niet). • Geen probleem.
Luisteren, gesprekken voeren en spreken
• Of course (not). • No problem.
Asking someone to hold – Iemand vragen aan de lijn te blijven
• Hold on, please. / Hang on, please. / • Blijft u aan de lijn. Hold the line, please.
• One moment please, I will ask a colleague of mine.
• Thank you for waiting. How can I help you?
• Thank you for waiting. Well, it seems that…
A56
• Een ogenblik alstublieft, ik vraag het even aan een collega van mij.
• Bedankt voor het wachten. Hoe kan ik u helpen?
• Dank u voor het wachten. Nou, het schijnt dat...
Asking someone to call back – Iemand vragen terug te bellen
• Could you please call back in an hour / this afternoon / tomorrow?
• Zou u alstublieft over een uur / vanmiddag / morgen terug kunnen bellen?
• Would you mind calling back later? • Kunt u misschien later even terugbellen?
Making a call | Zelf bellen A57
Opening and introducing yourself – Openen en jezelf voorstellen
• Good morning / afternoon / evening…
• My name is... I’m calling from (Amersfoort in) the Netherlands.
• Goedemorgen / Goedemiddag / Goedenavond...
• Mijn naam is... en ik bel uit (Amersfoort,) Nederland.
• This is Fred Orton from Alpha Mail • U spreekt met Fred Orton van Alpha Services.
A58
Mail Services.
Asking for someone / asking to be put through – Vragen naar iemand / vragen om doorverbonden te worden
• I would like to speak to Mrs West, • Ik wil graag mevrouw West spreken. please.
• Could you put me through to the … • Kunt u doorverbinden met de department, please?
afdeling...?
• Can you please connect me to your • Kunt u me doorverbinden met After Sales Department?
• Can I speak to one of your
uw aftersalesafdeling?
• Kan ik een van uw technici spreken?
engineers, please? 27
Deel A Luistervaardigheid
• Could I speak to someone in the
• Zou ik met iemand kunnen spreken
Finance / Human Resource /
van de afdeling Financiën / Human
Administration / Sales / Customer
Resources / Administratie / Verkoop /
Service Department, please?
Klantenservice?
• Would you know if Ms Tuld is in? • Weet u misschien of mevrouw Tuld aanwezig is?
• Could you connect me to extension • Zou u me kunnen doorverbinden met 6174, please?
A59
toestel 6174?
Leaving a message – Boodschap achterlaten
• Could I leave a message? • I would like to leave a message if that’s all right.
• Kan ik een boodschap achterlaten? • Ik wil graag een boodschap achterlaten, als dat kan.
• Would you have her return my call, • Kunt u haar mij terug laten bellen? please? It’s urgent.
A60
Het is dringend.
Asking for information – Vragen om informatie
• I would like to know more about... • Ik zou graag wat meer willen weten Would you have any information
over... Heeft u daar meer informatie
on this?
over?
• Could you please send me...? • Would you know if…? • The reason for my call is that I… • The reason I’m calling is… • I am calling to find out… • I have a request. Could you… ? • I am especially interested in information on…
• Do you happen to know when /
• Zou u mij alstublieft ... willen sturen? • Weet u misschien of...? • De reden dat ik bel is dat ik... • De reden dat ik bel is... • Ik bel omdat ik wil weten... • Ik heb een verzoek. Kunt u misschien...? • Ik ben vooral geïnteresseerd in informatie over...
• Weet u toevallig wanneer / waar...?
where… ?
• Do you happen to know about… ? • Weet u toevallig iets over...? • Can you connect me to someone in • Kunt u me doorverbinden met iemand your technical department?
• Who can help me with this problem?
28
van uw technische afdeling?
• Wie kan mij helpen met dit probleem?
Deel A
Luistervaardigheid
A
Asking if you are understood – Vragen of je begrepen wordt
Luisteren, gesprekken voeren en spreken
A61
• Do you understand me / my request • Begrijpt u mij / mijn verzoek / mijn / my question, sir?
• I am not sure if I have expressed myself clearly enough.
• I will repeat my question. A62
vraag, meneer?
• Ik weet niet zeker of ik me duidelijk genoeg heb uitgedrukt.
• Ik zal mijn vraag even herhalen.
Calling again or finishing – Vervolggesprek of afsluiten
• Could I call you back about this in • Kan ik u hierover over een half uur / half an hour / tomorrow?
morgen terugbellen?
• Shall we call each other again next • Zullen we elkaar volgende weer even week?
• I will call you sometime next month to see if…
bellen?
• Ik bel u ergens volgende maand even terug om te kijken of...
• Thank you very much for your help. • Hartelijk dank voor uw hulp. • Thank you madam, you’ve been • Dank u wel, mevrouw, u heeft me erg most helpful.
• Thank you for your time and
geholpen.
• Bedankt voor uw tijd en hulp.
assistance.
• Thank you for your help. A63
• Dank u voor uw hulp.
Own answering machine – Eigen antwoordapparaat
• This is (the voicemail of/ the
• Dit is (de voicemail / het antwoord-
answering machine of) Odos
apparaat van) Odos Software. Wij kun-
Software. We are not available to
nen u momenteel niet te woord staan /
answer your call at the moment /
Ons kantoor is momenteel gesloten,
Our office is closed at the moment
maar als u uw naam en telefoonnum-
but if you leave your name and
mer achterlaat na het signaal, bellen
telephone number after the tone
wij u zo spoedig mogelijk terug.
we will call you back as soon as possible.
• This is the voicemail of Odos
• Dit is de voicemail van Odos Software.
Software. You are in a call waiting
U bevindt zich momenteel in de wacht.
queue at the moment. Please hold
Blijft u alstublieft aan de lijn en dan zal
and one of our operators will be
een van onze medewerkers u zo spoedig
with you shortly.
mogelijk te woord staan.
29
Deel A Luistervaardigheid
• This is the voicemail of Odos
• Dit is de voicemail van Odos Software.
Software. At the moment we are
Wij zijn momenteel gesloten, maar als u
closed, but if you leave your name
uw naam en telefoonnummer inspreekt
and telephone number after the
na het piepje, bellen wij u morgen-
tone, we’ll call you first thing
ochtend meteen terug. [Piep!]
tomorrow morning. [Beep!]
A64
Leaving a message – Een boodschap achterlaten
• Answering machine: Good
• Antwoordapparaat: Goedemiddag, u
afternoon, this is Keenan
spreekt met Keenan International.
International. We are sorry that we
Helaas kunnen wij u momenteel niet te
cannot answer your call right now.
woord staan. Als u een boodschap
If you leave a message after the
inspreekt na de piep, nemen wij zo
tone, we’ll get back to you as soon
spoedig mogelijk contact met u op.
as possible. Geef je naam (eventueel spellen) en telefoonnummer, vermeld in het kort de reden waarom je belt en dat je teruggebeld wilt worden, eventueel door een bepaalde persoon (noem naam).
• My name is Veerle Knechten of
• Mijn naam is Veerle Knechten van
Meulenmeester Elektra, my
Meulenmeester Elektra, mijn telefoon-
telephone number is 06 53 24 23 43.
nummer is 06 53 24 23 43. U beloofde
You promised to send me your new
mij uw nieuwe catalogus te sturen,
catalogue but I haven’t heard from
maar ik heb niets meer van u gehoord.
you. Could you please let me know
Kunt u mij laten weten hoe dat komt?
why?
Appointments and invitations | Afspraken en uitnodigingen A65
Making appointments – Afspraken maken
• I would like to make an
• Ik wil graag een afspraak met de heer
appointment with Mr Devon.
Devon maken. Ik wil uw bedrijf bezoe-
I would like to come and visit your
ken om te praten over de mogelijkheid
company to discuss the possibility of
om met u samen te werken aan toe-
working with you on future projects.
komstige projecten.
• I would like to make an appointment to see Ms Tóth.
• Ik wil graag een afspraak maken met mevrouw Tóth.
• Could I make an appointment with • Zou ik een afspraak kunnen maken met Mrs Son? 30
mevrouw Son?
Deel A
Luistervaardigheid
A
Confirming appointments – Afspraken bevestigen
• Let me just check if I have the correct time and date.
Luisteren, gesprekken voeren en spreken
A66
• Laat ik even controleren of ik de juiste datum en tijd heb.
• Can I just confirm that, please? • Kan ik dat even bevestigen? • Have I got this right? • Klopt dat, wat ik zeg? • So that is Monday 3rd March, right? • Dus dat is maandag 3 maart? (Spreek uit: the third of March)
• So the appointment is for 25 October, / 11. a.m. / 2 p.m.
A67
• Dus de afspraak is voor 25 oktober, elf uur ’s morgens / twee uur ’s middags.
Changing appointments – Afspraken wijzigen
• Would it be possible to move our appointment to next week?
• I am afraid I will not be able to make it tomorrow.
• Is het mogelijk onze afspraak te verzetten naar volgende week?
• Ik vrees dat ik het morgen niet haal. / Ik ben bang dat ik morgen niet kan.
• Could we change our appointment • Kunnen we onze afspraak naar vrijdag / to Friday? / move our appointment
naar volgende week verzetten?
to next week?
• I am sorry, something has come up. • Het spijt me, er is iets tussengekomen. Could we make it tomorrow
Zouden we dan voor morgen kunnen
instead?
afspreken?
• I am afraid I need to reschedule my • Ik moet helaas mijn afspraak met appointment with Mrs Richards.
A68
mevrouw Richards verzetten.
Cancelling appointments – Afspraken afzeggen
• I’m terribly sorry, but I’m going to • Het spijt me vreselijk, maar ik zal have to cancel my appointment
helaas mijn afspraak met mevrouw
with Ms Salsify.
Salsify moeten afzeggen.
• I’m afraid I won’t be able to make it • Ik ben bang dat ik dinsdag niet kan on Tuesday.
(komen).
• Unfortunately, I won’t be coming to • Helaas kom ik morgen niet naar Chichester tomorrow, but I will be
Chichester, maar ik kan wel volgende
available for a meeting next week
week vergaderen als u dat ook uitkomt.
if that suits you as well.
• I’m sorry about this, but there’s nothing I can do about it.
• Het spijt me, maar ik kan er niets aan doen.
• I am sorry but due to circumstances • Het spijt me, maar door omstandigI will not be able to attend the
heden kan ik de vergadering niet
meeting.
bijwonen.
31
Deel A Luistervaardigheid
A69
Invitations – Uitnodigingen
• Would you like to come to our
• Wil je aanstaande maandag naar ons
office next Monday?
kantoor komen?
– Yes, that’d be nice.
– Ja, dat lijkt me leuk.
– I’d love to, but I have already
– Dat zou ik graag doen, maar ik heb al
made other arrangements.
iets anders afgesproken.
• How about going to Paris together • Wat vind je ervan om volgende week next week?
samen naar Parijs te gaan?
– Yes, I’d love to.
– Ja, dat lijkt me geweldig.
– Nice of you to ask me, but I’ve
– Dat is erg aardig van je, maar ik heb
already made other
al wat anders afgesproken.
arrangements.
• Shall we go out for a quick lunch / • Zullen we even ergens gaan lunchen / brunch / dinner?
brunchen / dineren?
– Yes that would be very nice. / Yes,
– Dat lijkt me heel erg leuk. / Ja, heel
I’d love to. – Well, actually I’m planning to eat
graag. – Nou, ik wilde vandaag eigenlijk hier
here today.
eten.
• Do you feel like going for a drink? • Heb je zin om (ergens) iets te gaan drinken?
– Yes, that’d be great.
– Ja, goed idee.
– No, not really, but thanks for the
– Nou nee, maar bedankt voor de
invitation. – Maybe some other time.
A70
uitnodiging. – Een andere keer misschien.
Dates and times – Data en tijdstippen
• When would it suit you? • Wanneer zou het u goed uitkomen? • Would Tuesday at half past two in • Zou dinsdagmiddag half drie u the afternoon be convenient /
uitkomen / schikken?
suitable / good for you? – Yes, that would be convenient / suitable. – I am afraid I have got another engagement on Tuesday.
32
– Ja, dat komt goed uit / dat zou goed uitkomen. – Ik heb op dinsdag helaas al een andere afspraak.
Deel A
Luistervaardigheid
A
2 uur?
– Yes, Thursday would suit me.
– Ja, donderdag zou mij goed uitkomen.
– I am afraid I am busy on
– Ik ben helaas op donderdag bezet.
Thursday.
• Are you free in the afternoon? • Bent u ’s middags vrij? • Have you any appointments in the • Heeft u afspraken in de middag? afternoon? – Yes, I am free the entire
– Ja, ik ben de hele middag vrij.
afternoon. – No, I am afraid I have got something else planned /
– Nee, ik heb helaas al iets anders gepland.
scheduled.
• Shall we say Wednesday morning • Zullen we het dan maar op woensdagthen?
morgen houden?
– Yes, that would be fine.
– Ja, dat zou mij goed uitkomen.
– No, I am afraid I can’t make it on
– Nee, ik kan woensdag jammer
Wednesday.
• 9 a.m. then?
genoeg niet.
• Om 9 uur dan?
– Yes, that is perfect.
– Ja, dat is uitstekend.
– Well, I’d prefer 9.30, if possible / if
– Nou, liever om half tien, als dat kan /
that’s okay with you.
als u het niet erg vindt.
Reservations | Reserveringen A71
Making reservations – Reserveren
• I would like to make a reservation • Ik wil graag reserveren voor 16 maart. for 16 March.
• I would like to book a room for the • Ik wil graag een kamer reserveren voor week commencing 2 February.
de week van 2 februari.
• Is it possible to make a reservation • Is het mogelijk om te reserveren voor for Friday at 7 pm?
• Could I reserve a meeting room tomorrow from 9 to 11 am?
vrijdag, 7 uur ’s avonds?
• Kan ik voor morgenochtend een vergaderzaal reserveren van 9 tot 11 uur?
33
Luisteren, gesprekken voeren en spreken
• How about Thursday at 2 o’clock? • En (wat zou u vinden van) donderdag
Deel A Luistervaardigheid
A72
Confirming reservations – Reserveringen bevestigen
• Could I just confirm my reservation? • Mag ik even mijn reservering bevestigen? That was one single room for three
Het ging om een eenpersoonskamer
nights from 21 January.
voor drie nachten vanaf 21 januari.
• I’d like to confirm my reservation. • Ik wil graag mijn reservering bevestigen. • Could you tell me if this • Kunt u mij zeggen of deze informatie information is correct, please?
juist is?
• Have I got this right? • Klopt het wat ik zeg? • That was all the information that I • Dat is alles wat ik op dit moment wil
A73
need for now, but if I have any
weten, maar als ik nog vragen heb, mag
questions can I contact you later?
ik dan later nog even contact met u
What is your name and your direct
opnemen? Hoe is uw naam en wat is uw
telephone number?
rechtstreekse telefoonnummer?
Changing reservations – Reserveringen wijzigen
• I am afraid I have to change my reservation.
• I would like to make a change in my reservation for next week.
• Ik moet helaas mijn reservering wijzigen.
• Ik wil graag mijn reservering voor volgende week wijzigen.
• I am sorry, there has been a change • Ik ben bang dat de plannen zijn
A74
of plans. Is it possible to move my
gewijzigd. Is het mogelijk om mijn
reservation to one week later?
reservering een week te verzetten?
Cancelling reservations – Reserveringen annuleren
• I am afraid I need to cancel my reservation.
• Ik ben bang dat ik mijn reservering moet annuleren.
• Will there be any cancellation fee? • Zijn er annuleringskosten (aan Is it a percentage of the cost?
verbonden)? Is dat een percentage van de kosten?
• Is it possible to cancel my reservation? Something has come up.
• Is het mogelijk om mijn reservering te annuleren? Er is iets tussengekomen.
Information | Inlichtingen A75
Asking for information – Informatie vragen
• I would like some more information about this product.
• Ik wil graag meer informatie over dit product.
• We would like to know a bit more • Wij zouden graag wat meer willen about this new sound system. 34
weten over dit nieuwe geluidssysteem.
Deel A
Luistervaardigheid
A
products?
• I would like more information about the services your company
• Kunt u me wat (meer) vertellen over uw producten?
• Ik wil graag meer informatie over de diensten die uw bedrijf aanbiedt.
offers.
• I would like to know more about your guarantee conditions.
• What are your payment and delivery terms?
• Can you please give me a quotation?
• Ik wil graag wat meer weten over uw garantievoorwaarden.
• Wat zijn uw betalings- en leveringsvoorwaarden?
• Kunt u mij misschien een prijsopgave geven?
• Is that inclusive of VAT? • Is dat inclusief BTW? • Does this price include VAT or has • Is deze prijs inclusief / met BTW of komt that to be included?
• Is that the unit price / price per
die er nog bovenop?
• Is dat de stuksprijs?
unit?
• Would there be a cash discount?
• Krijgen we / Krijg ik dan een korting wegens contante betaling?
• Do you offer any discounts for bulk • Geeft u ook kortingen voor grote orders?
orders?
• Do you offer any cash discounts for • Geeft u ook contante kortingen voor early payment?
• Is there a minimum order
snelle betalers?
• Is er een minimumbestelhoeveelheid?
quantity?
• Can the goods be supplied from stock?
• Kunnen de goederen uit voorraad geleverd worden?
• Do you have this item in stock? • Heeft u dit artikel in voorraad? • What is the lead-time for this item? • Wat is de levertijd voor dit artikel? • Do / Would you know how / how • Weet u (misschien) hoe / hoe lang / wie long / who / why / when / where…?
A76
/ waarom / wanneer / waar...?
Requesting information – Verzoeken om toezending informatie
• Could you send me a brochure / pricelist / catalogue?
• Please send me a registration form / an application form.
• Kunt u mij misschien een brochure / prijslijst / catalogus sturen?
• Stuurt u mij alstublieft een inschrijfformulier / aanvraagformulier.
• I was wondering if you could send • Ik vroeg me af of u mij een sollicitatieme an application form.
formulier kunt toesturen.
35
Luisteren, gesprekken voeren en spreken
• Could you tell me about your
Deel A Luistervaardigheid
A77
Investigating buying behaviour / buying needs – Onderzoek naar koopgedrag / koopbehoeften
• I am conducting a survey on
• Ik houd momenteel een enquête over
consumer behaviour. Would you be
consumentengedrag. Zou u misschien
so kind as to answer a few
enkele vragen willen beantwoorden?
questions?
• Would you please take some time • Heeft u misschien even tijd om mee te to participate in this survey / study?
doen aan deze enquête / dit onderzoek?
• Would you please take some time • Heeft u even tijd om deze vragenlijst in to complete this questionnaire?
• I would like to ask you a few questions about your buying
te vullen?
• Ik wil u graag enkele vragen stellen over uw koopgewoonten.
preferences / buying habits.
• When / Where / How often / What • Wanneer / Waar / Hoe vaak / Wat voor / kind of / Why … ?
• Thank you for your information. • Thank you for your time and
Waarom ...?
• Dank u voor uw informatie. • Bedankt voor uw tijd en medewerking.
cooperation.
• Thank you for your time and
• Bedankt voor uw tijd en hulp.
assistance.
A78
Giving information – Informatie verstrekken
• Yes, I can explain this for you. • Ja, dat kan ik u wel even uitleggen. • Is there anything in particular you • Is er iets speciaals dat u wilt weten? would like to know?
• I would be happy to tell you more • Ik wil u heel graag wat meer vertellen about our latest product range.
over ons nieuwste assortiment.
• I am afraid I can’t tell you off hand. • Ik kan u dat helaas niet zo uit het hoofd If you have / give me a minute,
vertellen. Als u een ogenblik heeft, / Als u
I’ll check it for you.
mij even de tijd geeft, ga ik het voor u na.
• I will check this out and get back to • Ik zal dit even nagaan en kom dan zo you as soon as possible.
spoedig mogelijk bij u terug / en neem dan zo spoedig mogelijk contact met u op.
A79
Making promises – Toezeggen
• You can rely on prompt delivery.
• U kunt rekenen op onmiddellijke levering.
• We guarantee next day delivery.
• Wij garanderen levering op de eerstvolgende dag.
• I promise that we will have it for you at the beginning of next week. 36
• Ik kan u beloven dat wij het begin volgende week voor u in huis hebben.
Deel A Luistervaardigheid
A
superior to other brands currently
beter zijn dan andere merken die
on the market.
momenteel op de markt zijn.
• We guarantee you that our products are of superior quality.
• I will personally make sure that you receive them this Thursday.
• It should be in on Monday.
• Wij garanderen u dat onze producten van superieure kwaliteit zijn.
• Ik zal er persoonlijk voor zorgen dat u ze aanstaande donderdag krijgt.
• Het zou maandag binnen moeten zijn. / Als het goed is, is het maandag binnen.
• I am sure it will be no problem at • Ik weet zeker dat het helemaal geen all.
probleem zal zijn.
Orders | Bestellingen A80
Placing orders (by telephone) – Orders plaatsen (per telefoon)
• I would like to place an order for… • Ik wil graag een order / bestelling plaatsen voor...
• We would like to order 400 of model number 3B45.
• We would like 200 of model
nummer 3B45 bestellen.
• Wij willen graag 200 stuks van model
18MCAA, description / catalogue
18MCAA, omschrijving / catalogus
number...
nummer...
• I would like to order five cases of red wine, Merlot.
• I will take the larger one, please. A81
• We willen graag 400 stuks van model-
• Ik wil graag vijf kisten rode wijn bestellen, Merlot.
• Ik neem de grootste. Dank u.
Booking orders – Orders noteren
• How many copies would you like to • Hoeveel exemplaren wilt u bestellen? order?
• How many (units) would you like • Hoeveel stuks / eenheden wilt u to order?
• Would there be anything else? • Is there anything else that you
bestellen?
• Was / Is er anders nog iets? • Is er nog iets dat u nodig heeft?
need / require?
• I am afraid we are out of stock at
• Ik ben bang dat we ze niet meer op
the moment. They should be in
voorraad hebben. Volgende week
next week.
komen ze weer binnen.
• I am afraid that we do not have this • Ik vrees dat we dit onderdeel / artikel part / item in stock at the moment.
op dit moment niet op voorraad hebben. 37
Luisteren, gesprekken voeren en spreken
• We guarantee that our products are • Wij garanderen dat onze producten veel
Deel A Luistervaardigheid
A82
Changing orders – Orders wijzigen
• I would like to change my order,
• Ik wil graag mijn bestelling wijzigen.
please.
• I would like to revise my order. • I am afraid I need to change my
• Ik wil graag mijn order herzien. • Ik ben bang dat ik mijn order moet
order.
wijzigen.
• I am sorry, could you make that 4 • Sorry, kunt u daar 4 van maken in instead of 3?
• I am sorry, I have changed my
plaats van 3?
• Sorry, ik ben van gedachten veranderd.
mind. I will take the red one after
Ik wil toch graag de rode.
all, please.
A83
Cancelling orders – Orders annuleren
• I would like to cancel my order,
• Ik wil graag mijn order annuleren.
please.
• Is it possible to cancel our order?
• Is het mogelijk om onze order te annuleren?
• Is there a cancellation fee?
• Zijn er annuleringskosten (aan verbonden)?
• I am sorry, I need to cancel our last • Het spijt me, ik moet onze laatste order order.
• I am afraid I have to cancel that.
annuleren.
• Ik vrees dat ik die / dat moet annuleren.
Meeting people | Ontmoetingen A84
Addressing someone – Iemand aanspreken
• Excuse me, are you Mr Zucchini?
• Pardon, bent u (misschien) meneer Zucchini?
• It’s Deirdre Putey, isn’t it? • Are you Herman Lier by any
• U bent toch Deirdre Putey? • Bent u toevallig Herman Lier?
chance?
• Ms Lefevre? A85
Introducing yourself – Jezelf voorstellen
• How do you do? My name’s
• Hoe maakt u het? Mijn naam is William
William Poort. I am from DP
Poort. Ik ben van DP Promotions en wij
Promotions and we are located in
zijn in Nederland gevestigd.
the Netherlands.
38
• Mevrouw Lefevre?
Deel A
Luistervaardigheid
A
of Waterman International.
• May I introduce myself: Jacqui Quinn.
• Pleased to meet you. I’m Andy Oosterveld.
van Waterman International.
• Mag ik me even voorstellen? Jacqui Quinn.
• Aangenaam kennis te maken. Ik ben Andy Oosterveld.
• Excuse me, I don’t think we’ve met • Neemt u me niet kwalijk. Ik geloof niet before. I’m Cilla White.
dat wij elkaar eerder ontmoet hebben. Ik ben Cilla White.
• Hello, I’m Ade Ballard. Nice to meet • Hallo, ik ben Ade Ballard. Leuk u te ontyou.
A86
moeten.
Introducing someone – Iemand voorstellen
• Mrs Wilkes, may I introduce our
• Mevrouw Wilkes, mag ik u onze ver-
Sales Manager to you, Mr Carl
koopleider, meneer Carl Shunt, voorstel-
Shunt?
len?
– How do you do?
– Aangenaam kennis met u te maken.
– How do you do?
– Aangenaam.
• I would like you to meet a
• Ik wil u graag aan een collega van mij,
colleague of mine, Mr Beets. /
de heer Beets voorstellen. Ik wil u graag
I would like you to meet my
aan mijn collega, meneer Beets, voor-
colleague, Mr Beets.
stellen.
– Pleased to meet you.
– Aangenaam kennis met u te maken.
– How do you do?
– Hoe maakt u het?
• I want you to meet our Dutch
• Ik wil u graag aan onze Nederlandse
student / placement student from
student / aan onze stagiair uit Neder-
the Netherlands.
land voorstellen.
– Nice to meet you.
– Leuk u te ontmoeten.
– Nice to meet you too.
– Insgelijks.
• Do you know each other?
• Kent u elkaar?
Carol Whitelaw – Arthur Fishall.
Carol Whitelaw – Arthur Fishall.
– No, I don’t think so. How do you
– Ik geloof van niet. Hoe maakt u het?
do? – How do you do?
– Hoe maakt u het?
39
Luisteren, gesprekken voeren en spreken
• How do you do? I’m Rudy McNiall • Hoe maakt u het? Ik ben Rudy McNiall
Deel A Luistervaardigheid
• John, this is Thomas, a friend of
• John, dit is Thomas, een vriend van mij.
mine.
A87
– Hello, Thomas.
– Hallo, Thomas.
– Hello, John.
– Hallo, John.
Greeting someone – Iemand begroeten
• Good morning, sir / Mr Harrison.
• Goedemorgen, meneer / meneer Harrison.
• Good morning. • Good afternoon, madam / Mrs Cork.
• Goedemorgen. • Goedemiddag, mevrouw / mevrouw Cork.
• Good afternoon. • Goedemiddag. • Good evening, miss / Miss Tiddles. • Goedenavond, juffrouw / juffrouw Tiddles.
• Good evening. • Goedenavond. • Hello, Ms Abelova, nice to see you • Hallo, mevrouw Abelova, leuk u weer again.
te zien.
• Hello, Mr Morrison, how are you? • Hallo, meneer Morrison, hoe gaat het met u?
• How are you? • Fine, thanks, and you? • How are you getting on? • Fine thank you, how about you? • How have you been? • Fine thanks, and how are you? • Hello Candy. How have you been
• Hoe gaat het met u? • Goed, dank u. En met u? • Hoe gaat het met u? • Prima, dank u. En met u? • Hoe gaat het? • Goed, dank u. En hoe gaat het met u? • Hallo, Candy. Hoe gaat het met jou?
doing?
• I can’t really complain, what about • Ik mag niet klagen, en jij? you?
• Hi Kenneth! How are you? • Couldn’t be better. And you? A88
• Hoi Kenneth! Hoe gaat het met jou? • Kan niet beter. En jij?
Business card – Visitekaartje
• Would you like to have my business • Wilt u misschien mijn visitekaartje card?
hebben?
• Here’s my business card. Here you • Hier heeft u mijn visitekaartje. Alstuare.
40
blieft.
Deel A Luistervaardigheid
A
Ending – Afsluiten
Luisteren, gesprekken voeren en spreken
A89
• I am afraid I really must / should be • Sorry, maar ik moet nu echt gaan. going.
• I have got to go now. It was nice
• Ik moet nu gaan. Leuk u te ontmoeten.
meeting you.
• It’s been very nice talking to you. • Goodbye. I’ll see you at lunch / later.
• See you soon / next week. Bye! • See you!
• Het was leuk u gesproken te hebben. • Tot ziens. Ik zie je straks wel bij de lunch. Ik zie je straks nog.
• Tot gauw. Tot volgende week. Dag! • Tot ziens!
Receiving visitors | Bezoekers ontvangen A90
Asking for (repetition of) a name – Vragen om (herhaling van) een naam
• Could / Can / May I have your
• Mag ik uw naam?
name, please?
• I am sorry, could you repeat that,
• Sorry, kunt u dat even herhalen?
please?
• How do you spell your name? • How do you pronounce your
• Hoe spel je uw naam? • Hoe spreek je uw achternaam uit?
surname?
• I am sorry, I didn’t catch your name. • Het spijt me, ik heb uw naam niet verstaan.
• I am afraid I didn’t catch your first • Ik heb uw voornaam helaas niet vername.
staan.
• What did you say your name was? • Hoe zei u dat uw naam was? A91
Making a polite request to a visitor – Bezoeker beleefd iets vragen
• Could you just fill in this form,
• Kunt u misschien even dit formulier
please?
invullen?
– Yes, certainly / of course.
– Ja, geen probleem.
• Would you like to take a seat in the • Wilt u misschien even in de lounge lounge?
plaatsnemen?
– Yes, that’ll be fine.
– Ja, goed / prima.
• Could you sign here, please?
• Kunt u hier even tekenen, alstublieft?
– Yes, I’d be happy to.
– Ja, natuurlijk. 41
Deel A Luistervaardigheid
• Would you mind waiting in the
• Zou u even in de lobby willen wachten?
lobby? – No, not at all.
– Ja hoor, geen probleem.
• I just need you to write your name • Als u hier dan nog even uw naam voluit
A92
in full here.
wilt opschrijven.
– Sure, no problem.
– Natuurlijk, geen probleem.
Offering someone something – Iemand iets aanbieden
• Would you like something to drink • Wilt u misschien iets drinken terwijl while you wait / are waiting?
u wacht?
– Yes, please.
– Ja, graag.
• Would you like to borrow my pen? • Wilt u mijn pen even lenen? – Yes, thank you very much.
– Ja, graag. Dank u zeer.
• Could / Can I offer you a soft drink? • Kan ik u iets fris aanbieden? – No, thank you.
– Nee, dank u.
• How do you take / like your coffee? • Hoe drinkt / wilt u uw koffie? • Cream and sugar? • Melk en suiker? – Black, no sugar, please.
• Could / Can I get you a cup of
– Zwart en zonder suiker, alstublieft.
• Kan ik een kopje koffie voor u halen?
coffee? – Oh, that’d be nice.
• Help yourself to the coffee. – Thank you.
A93
– Dat zou lekker zijn.
• Neemt u gerust zelf koffie. – Dank u.
Offering assistance – Hulp aanbieden
• How can / may I help you, sir? – I have an appointment with
Mrs Vartiainen. – No thank you, I’m already being
• Hoe kan ik van dienst zijn, meneer? – Ik heb een afspraak met mevrouw Vartiainen. – Nee dank u, ik word al geholpen.
helped.
• May I be of any assistance? – Yes, thank you very much.
– Ja, heel graag.
– It’s good of you to offer, but I’m
– Dat is erg aardig van u, maar ik wacht
just waiting here for someone.
• Would you like any help?
hier even op iemand.
• Heeft u misschien hulp nodig?
– Yes, please.
– Graag.
– No, it’s all right. Thank you very
– Nee, het gaat wel. Dank u wel.
much.
42
• Kan ik u ergens mee van dienst zijn?
Deel A
Luistervaardigheid
A
• Kan ik iets doen? / Kan ik u ergens mee helpen?
– Yes, …
– Ja, ...
– No, thank you very much.
– Nee, dank u wel.
• Let me help you with your luggage. • Laat mij u even helpen met uw bagage. – Oh, that’d be great.
– O, dat zou heel fijn zijn.
– Thanks very much, but there’s no
– Dank u wel, maar dat is niet nodig.
need.
• Can I give you a hand with your
• Kan ik even helpen met uw tassen?
bags?
A94
– Yes, please. Thanks a lot.
– Graag ja. Dank u wel.
– No, thank you.
– Nee, dank u wel.
Escorting – Begeleiden
• I’ll show you the way to her office. • Ik zal u even de weg naar haar kantoor wijzen.
• Would you follow me, please? • Right this way, please. • Please follow me. A95
• Wilt u mij maar even volgen? • Deze kant op. • Volgt u mij maar.
Answering questions – Vragen beantwoorden
• Just a moment, please, I’ll look it up • Een ogenblikje alstublieft, ik zoek het for you.
even voor u op.
• I am afraid I don’t know. Shall I ask • Dat weet ik helaas niet. Zal ik het even my colleague / supervisor?
aan mijn collega / chef vragen?
• Let me see… yes, the meeting starts • Eens even kijken... ja, de vergadering at 10 o’clock.
begint om 10 uur.
Giving or asking for directions | De weg wijzen of vragen A96
Asking for directions – De weg vragen
• Could / Can you tell me where the • Kunt u me zeggen waar het damestoilet / ladies’ / men’s room is, please?
herentoilet is?
• Excuse me, madam, can you tell me • Pardon, mevrouw, kunt u mij de weg the way to Mrs Tikaram’s office,
wijzen naar het kantoor van mevrouw
please?
Tikaram?
• Could you tell me where the toy department is?
• Kunt u me zeggen waar de speelgoedafdeling is?
43
Luisteren, gesprekken voeren en spreken
• Is there anything I can do?
Deel A Luistervaardigheid
• I am looking for the bus station. I wonder if you could tell me where
• Ik ben op zoek naar de bushalte. Kunt u me misschien zeggen waar die is?
it is?
• Excuse me, I’m trying to find
• Pardon, ik ben op zoek naar Amsterdam
Amsterdam Avenue. Can you tell
Avenue. Kunt u me zeggen hoe ik daar
me how to get there?
moet komen?
• Where’s the nearest post office?
• Waar is het dichtstbijzijnde postkantoor?
• Sorry, sir, I seem to be lost. Am I anywhere near the post office?
• Pardon, meneer, ik denk dat ik verdwaald ben. Ben ik hier in de buurt van het postkantoor?
A97
Giving directions in a building – De weg wijzen in een gebouw
• Go straight along the main corridor • U volgt gewoon de grote gang totdat u until you see the lift.
• Take the lift to the second floor.
de lift ziet.
• Neem de lift naar de tweede verdieping / etage.
• Turn right and then immediately • U gaat naar rechts en dan meteen links. left.
• Take the first left and then turn right.
• It’s the third door on the right. • Turn right / left at the end of the corridor.
• Neem de eerste links en ga dan naar rechts.
• Het is de derde deur aan de rechterkant. • Ga rechts / links aan het eind van de gang.
• It’s opposite the stairs. You cannot • Het is tegenover de trap. U kunt het niet miss it.
• Go past the canteen, through the double doors and then it is in front
missen.
• U gaat voorbij de kantine, door de dubbele deuren en dan ziet u het voor u.
of you.
A98
Giving directions in a city – De weg wijzen in een stad
• It’s about a twenty minutes’ walk • Het is ongeveer twintig minuten lopen from here.
vanaf hier.
• It’s about ten minutes by bus from • Het is hier ongeveer tien minuten vanhere.
• Go straight on until you come to the first crossroads.
• Cross the bridge. • Turn left / right at the second traffic lights. 44
daan met de bus.
• U gaat rechtdoor tot u bij de eerste kruising komt.
• U gaat de brug over. • Ga links / rechts bij het tweede verkeerslicht.
Deel A
Luistervaardigheid
A
right.
• Take the third exit from the
rechts.
• U neemt de derde afslag op de rotonde.
roundabout.
• Follow the signs to the Convention • Volgt u de borden naar de Convention Hall.
• There should be a sign there.
Hall.
• Als het goed is, staat daar een bord.
Small talk | Een praatje maken A99
Safe subjects – Veilige onderwerpen
• Interests (hobbies, sports, films, music, books)
• Media (television programmes, newspapers, magazines)
• Food (likes and dislikes, typical dishes)
• Countries, cities • What’s typically Dutch? • Travel, holidays • Accommodation: hotel, bed and
• Interesses (hobby’s, sport, films, muziek, boeken)
• Media (televisieprogramma’s, kranten, tijschriften)
• Eten (waar je van houdt / niet van houdt, typische gerechten)
• Landen, steden • Wat is nou typisch Nederlands? • Reizen, vakanties • Accommodatie: hotel, pension
breakfast
• Jobs • Family A100
• Banen • Familie
Sensitive subjects – Gevoelige onderwerpen
• Religion • Politics • War
• Religie • Politiek • Oorlog
Opening a conversation | Een gesprek beginnen A101
Questions about travel to place of meeting – Vragen over reizen naar plaats van bijeenkomst
• Did you have a nice flight / a good • Heeft u een goede / prettige vlucht / journey?
reis gehad?
• Did you have any trouble finding • Kon u ons kantoor gemakkelijk vinden? our office? 45
Luisteren, gesprekken voeren en spreken
• Take the first / second turn on the • U neemt de eerste / tweede straat
Deel A Luistervaardigheid
A102
Questions about place of meeting – Vragen over plaats van bijeenkomst
• Have you ever been to Amsterdam • Bent u ooit eerder in Amsterdam before?
• What do you think of London so
geweest?
• Wat vindt u tot nu toe van Londen?
far?
• What is your impression of London • Wat is uw indruk van Londen tot nu so far?
toe?
• What was your first impression of • Wat was uw eerste indruk van New York?
A103
New York?
Other questions – Andere vragen
• Have you got the time, please? • Weet u hoe laat het is? • Have you heard the news about…? • Heeft u het nieuws gehoord over...? • Excuse me, haven’t we met before? • Pardon, hebben wij elkaar niet eerder ontmoet?
• Excuse me, aren’t you the new Sales Manager / Mrs Scalfa?
• Neem me niet kwalijk, bent u niet de nieuwe directeur Verkoop / mevrouw Scalfa?
A104
Comments about the weather – Opmerkingen over het weer
• At last some nice weather. • Lovely day, isn’t it? • When is it ever going to stop raining?
• What was the weather like in
• Eindelijk eens mooi weer. • Mooi weer vandaag, vindt u niet? • Wanneer houdt het nou eens op met regenen?
• Hoe was het weer in Berlijn?
Berlin?
A105
Complaints – Klachten
• The traffic here is incredible, isn’t • Dat verkeer hier is niet te geloven, vindt it?
u niet?
• The bus services are getting worse • De busverbindingen worden met de dag every day.
slechter.
• Can you believe it? The train tickets • Het is toch niet te geloven! De treinhave gone up again!
46
kaartjes zijn weer duurder geworden!
Deel A
Luistervaardigheid
A
A106
Showing interest – Interesse tonen
• Yes / Uh-huh / Mh-hmm. • Really?
• Ja / Uh-huh / Mm-mm. • Echt waar? / Is het echt? / Meent u dat nou?
• I see. • Right / okay / exactly / sure. • I know what you mean. • How interesting! • Is that right? • It is a good proposal.
• Ik begrijp het al. • Juist / oké / precies / zeker. • Ik begrijp wat je bedoelt. • Dat is interessant! • Klopt dat? / Is dat zo? / O ja? • Het is een goed voorstel.
– Is it?
• I saw We will rock you in London.
– Vindt u? / Is dat zo?
• Ik ben in Londen naar We will rock you geweest.
– Did you?
• He’s quite an expert on wine.
– O ja?
• Hij heeft veel verstand van wijn.
– Is he?
• They are the best suppliers of
A107
– Echt? / O ja?
• Zij zijn de beste leveranciers van
cotton fabrics.
katoenen stoffen.
– Are they?
– Is dat zo? / O ja?
Showing surprise – Verbazing tonen
• Really? • I don’t believe it! • That’s incredible / amazing!
• Echt? / Echt waar? / Werkelijk? • Ik geloof er niets van! • Dat is niet te geloven! / Daar sta ik van te kijken!
• You can’t be serious! • You must be kidding / joking! • He slapped her in the face. – He didn’t!
• They have cancelled the entire
• Dat meent u toch niet! • U maakt zeker een grapje. • Hij sloeg haar in het gezicht. – Nee toch?
• Ze hebben de hele bestelling
order.
geannuleerd.
– They haven’t!
– Het is toch zeker niet waar!
• I am going to Vietnam for my
• Ik ga deze zomer op vakantie in
summer holiday.
Vietnam.
– You’re not!
– O ja? / Echt?
• Peter can speak five languages
• Peter spreekt vijf talen vloeiend.
fluently. – He doesn’t!
– Echt waar? / O ja? 47
Luisteren, gesprekken voeren en spreken
Reacting to what others say | Reageren op wat anderen zeggen
Deel A Luistervaardigheid
A108
Showing sympathy – Medeleven tonen
• Oh dear! • Oh no! • Oh, what a pity / shame! • How awful! • That’s too bad! • Oh, how awful / terrible! • Oh, I’m sorry to hear that. A109
• O jee! • O nee! • Ach, wat jammer! • Wat vreselijk! • Dat is jammer! • O, wat vreselijk / verschrikkelijk! • O, het spijt me dat te horen.
Showing enthusiasm – Enthousiasme tonen
• I’m very pleased to hear that. • Ik ben erg blij dat te horen. • That is really good news! • Kijk, dat is echt goed nieuws! • Good for you! • Goed gedaan! / Goed zo! • That’s great / fantastic / wonderful / • Dat is geweldig / fantastisch / prachtig / brilliant!
• I’m so glad. • I’m so happy for you! • Oh good!
schitterend!
• Ik ben zo blij. • Ik ben zo blij voor je! • O, goed zo! / O, dat is mooi! / O, mooi zo!
Restaurant | Restaurant A110
Arrival – Aankomst
• We have a reservation for 8 o’clock. • We hebben gereserveerd voor 8 uur, op The name is Gilmour.
• We would like a table for four, please.
naam van Gilmour.
• Wij willen graag een tafel voor vier (personen).
• Could we have a table by / near the • Zouden wij een tafel bij het raam window?
• We would like to sit in the nonsmoking section, please.
A111
kunnen krijgen?
• We willen graag een plaatsje in het niet-rokengedeelte hebben.
Getting ready to order – Voordat je bestelt
• Would you like me to describe some of the dishes for you?
• Zal ik even enkele van de gerechten voor u toelichten?
• Do you have any questions about • Heeft u misschien nog vragen over het the menu?
• I’m not very familiar with the
48
menu?
• Ik ben niet erg bekend met de Engelse
English cuisine. Could you tell me
keuken. Kunt u me uitleggen wat
what kidney pie is?
kidney pie is?
Deel A
Luistervaardigheid
A
ordering / made a choice yet?
• Is de soep erg pittig / gekruid? • Heeft u al een keus gemaakt / kunnen maken?
• What are the chef’s specials? • Wat zijn de specialiteiten van de kok? • What would you recommend from • Wat kunt u ons aanbevelen van het the menu?
menu?
• What is the soup of the day? • Wat is de soep van de dag? • Ravi, do you know what you want? • Ravi, weet jij al wat je wilt hebben? • We haven’t really decided. Do you • We hebben eigenlijk nog niet besloten. mind if we have / take a few extra
Kunnen we nog een paar minuten krij-
minutes to decide what to order?
gen om te beslissen wat we bestellen?
• That sounds nice / delicious. • Dat klinkt lekker / heerlijk. • Caroline, how would you like your • Caroline, hoe wil jij je biefstuk: rood, steak: rare, medium, well done?
medium, doorbakken?
• Could we see the wine list, please? • Mogen we de wijnkaart zien? A112
Ordering – Bestellen
• I’d like the sirloin, please, medium • Ik wil graag de lendebiefstuk, medium rare.
• I’ll have the prawn cocktail as a starter.
• Could I have a sherry, please? • Are there any specials this
rood.
• Ik wil graag als voorgerecht de garnalencocktail.
• Mag ik van u een sherry? • Heeft u vanavond specialiteiten?
evening?
• Which would you recommend, the • Wat zou / kunt u aanbevelen, de zalm of salmon or the trout?
de forel?
• Could you tell me what Lancashire • Kunt u mij uitleggen waaruit hotpot is made of?
A113
Lancashire hotpot bestaat?
Paying – Afrekenen
• May I have the bill, please? • Shall we share the bill? • This is my treat. You can pick up the tab next time.
• It’s on me.
• Mag ik de rekening van u? • Zullen we de rekening delen? • Ik trakteer / betaal (vandaag). Volgende keer mag jij betalen.
• Ik betaal. / De rekening is voor mij.
49
Luisteren, gesprekken voeren en spreken
• Is the soup very spicy? • Have you decided what you’re
Deel A Luistervaardigheid
Meeting and consulting | Vergaderen en overleggen A114
Interrupting someone – Iemand in de rede vallen
• Excuse me for interrupting you, but…
• If I could just come in here... • On that note / On that point, I would like to add the following…
• Neemt u me niet kwalijk dat ik u onderbreek, maar...
• Als ik hier even mag inbreken... • Over dit onderwerp zou ik het volgende willen toevoegen...
• I would just like to take up the last • Ik zou het graag nog even over het point mentioned.
laatstgenoemde punt willen hebben.
• Are we sure we are talking about • Weten we zeker dat we het over hetzelfthe same thing?
• I would like to comment on that.
de praten?
• Daar zou ik graag nog iets over willen zeggen.
• May I ask something? • Can I ask a question about that? • Can I say something here? • Sorry, but… A115
• Mag ik iets vragen? • Kan ik daar een vraag over stellen? • Mag ik nu even iets zeggen? • Sorry, maar...
Stopping an interruption – Onderbreking niet toestaan
• Excuse me, I would like to finish my point first.
• I’m sorry, I will answer you in a minute.
• Sorry, maar ik wil eerst even mijn verhaal afmaken.
• Neemt u me niet kwalijk, ik zal zo meteen uw vraag beantwoorden.
• I have allowed you to have your say, • Ik heb u uw zegje laten doen, laat u mij please allow me to have mine.
• Please let me finish. • Please, do not interrupt me. A116
• Laat u mij alstublieft even uitpraten. • Wilt u mij alstublieft niet onderbreken?
Giving an opinion – Mening geven
• I think / believe / feel that… • I am sure that... • It seems to me that… • In my view / opinion… • If you ask me, … • To my mind… • I would say that…
50
nu ook uitspreken.
• Ik denk / geloof dat... • Ik weet zeker dat... • Het lijkt mij dat... • Zoals ik het zie... / Naar mijn mening... • Als u het mij vraagt... • Zoals ik het zie... / Naar mijn mening... • Ik zou zeggen dat...
Deel A
Luistervaardigheid
A
Agreeing with someone – Het met iemand eens zijn
Luisteren, gesprekken voeren en spreken
A117
• I absolutely / entirely / quite agree. • Daar ben ik het volkomen / helemaal mee eens.
• I agree with you on that point. • Op dat punt ben ik het met u eens. • Yes, quite / absolutely / definitely! • Zo is het precies! / Ja, absoluut! • I couldn’t agree more. But let me • Daar ben ik het voor 100 procent mee also add to that by saying this…
eens. Maar ik wil er toch nog het volgende aan toevoegen...
• That’s right, because… A118
• Dat is juist, omdat... / Dat klopt, want...
Disagreeing partially with someone – Het gedeeltelijk met iemand oneens zijn
• I see your point, but… • That’s one way of looking at it, but…
• Yes, but on the other hand… • Could be, but I have my doubts. • That may / might be true, but…
• Ik begrijp wat u bedoelt, maar... • Dat is een manier om het te bekijken, maar...
• Ja, maar aan de andere kant... • Kan wel zijn, maar ik heb mijn twijfels. • Dat kan (misschien) wel waar / zo zijn, maar...
A119
Disagreeing strongly with someone – Het helemaal niet eens zijn met iemand
• I’m afraid I disagree / don’t agree • Ik ben het daar niet mee eens. / Ik ben with you.
• I totally disagree. • No, that’s not correct / accurate.
het niet met u eens.
• Ik ben het er helemaal niet mee eens. • Nee, dat is niet juist / niet helemaal juist.
• No, that is not the case. • Nee, dat is niet het geval. • No, that is not the same situation • Nee, dat is niet dezelfde situatie als dit. as this.
• No, that is a separate matter. • Oh, surely not. • You must be joking. • Nonsense! / Rubbish! • No way!
• Nee, die kwestie staat hier los van. • O, dat zal toch niet. • U maakt zeker een grapje. • Onzin! / Nonsens! • Helemaal niet! / Geen sprake van!
51
Deel A Luistervaardigheid
A120
Asking for an opinion – Mening vragen
• What do you think about / of…?
• Wat vindt u van...? / Hoe denkt u over...?
What / How do you feel about...?
• What are your views on…?
• Hoe ziet u...? / Wat is uw visie / kijk op...?
• Do you have anything to add to
• Heeft u daar iets aan toe te voegen?
that?
• What’s your opinion of…? A121
• Wat is uw mening over...?
Returning to a topic – Terugkomen op een onderwerp
• Anyway, as I was saying… • Maar goed, zoals ik al zei... • To get back to what I was saying, … • Om terug te komen op wat ik zei... • Let’s go back to the point mentioned / • Laten we even teruggaan naar het eerraised earlier.
der genoemde / ter sprake gebrachte punt.
• The purpose of today’s meeting is • Het doel van de vergadering van vanto examine the issues raised at our
daag is de kwesties / punten te bespre-
last meeting.
ken die tijdens onze vorige vergadering ter sprake werden gebracht.
• In any case, … • Where was I? A122
• In elk geval, ... • Waar was ik (gebleven)?
Subject to be discussed later – Vooruit verwijzen naar een onderwerp
• I will address that issue at the next • Ik zal die kwestie in de volgende meeting.
• We will discuss that in a while. • I will get to that in a minute. • We will discuss that point after lunch.
• We will talk about the new business unit next.
• We will come back to that later.
52
vergadering behandelen.
• Wij zullen dat straks bespreken. • Daar zal ik het zo meteen over hebben. • Dat punt zullen we na de lunch bespreken.
• Hierna zullen we het over de nieuwe business unit hebben.
• Wij komen daar later op terug.
Deel A
Luistervaardigheid
A
Allowing someone to speak (first) – Iemand het woord geven of voor laten gaan
• Nicola will take over where I left
• Nicola neemt het over waar ik gisteren /
off yesterday / left off in the last
tijdens de laatste vergadering gebleven
meeting.
was.
• Frits will tell you about the latest • Frits zal het met u over de laatste / sales figures.
meest recente verkoopcijfers hebben.
• Kira will provide an update on… / • Kira zal het laatste nieuws / een inleian introduction on…
• Sorry, you wanted to say
ding geven over...
• Sorry, u wilde iets zeggen?
something?
• I am sorry, please continue with what you were saying.
• Go ahead. A124
• Sorry, gaat u verder (met waarover u het had).
• Ga uw gang.
Making a suggestion – Voorstel doen
• I’d like to make a suggestion. • If I may interrupt and make a suggestion?
• Ik wil graag een voorstel doen. • Als ik even mag onderbreken om een voorstel te doen?
• If I may interrupt and raise another • Als ik even mag onderbreken om een question / point?
andere vraag te stellen / een andere kwestie aan de orde te stellen?
• What do you think about…? • How about… ?
• Wat vindt u van...? • Wat dacht / vindt / zou u ervan vinden als...?
• I suggest we discuss this tomorrow. • Ik stel voor dat we dit morgen bespreken. • We could… • We zouden kunnen... • Perhaps we should wait … • Misschien zouden we moeten wachten ... • Why don’t we go / work / wait / …? • Waarom gaan / werken / wachten / … we niet?
53
Luisteren, gesprekken voeren en spreken
A123
Deel A Luistervaardigheid
Instructions and advice | Instructies en advies A125
Asking someone to do something for you – Iemand vragen iets te doen
• Would you mind helping me with • Zou u me even willen helpen met deze this machine?
machine?
• Do you know how to operate this • Weet u hoe je deze machine moet bediemachine?
nen?
• How does this appliance work? • Hoe werkt dit apparaat? • Do you have a service manual for • Heeft u hiervoor een handleiding voor this?
het onderhoud?
• Could you give me a hand with…? • Kunt u me even helpen met...? • If you have a minute, can you • Als u even tijd heeft, kunt u me dan please help me with this / give me
hiermee helpen?
a hand with this?
• Would you do me a favour? • I need your help with this. A126
• Zou u iets voor me willen doen? • Ik heb hierbij / hiervoor uw hulp nodig.
Giving instructions – Instructies geven
• Please remember to let the machine warm up first.
• It’s very important to follow the correct procedure.
• You have to take notes very carefully.
• Vergeet niet de machine / het apparaat eerst warm te laten worden.
• Het is erg belangrijk de juiste werkwijze te volgen.
• U moet zorgvuldig aantekeningen maken.
• Make sure you listen carefully and • Zorg ervoor dat u goed luistert en zorgtake notes correctly.
vuldig aantekeningen maakt.
• Listen, you must always push this • Luister, je moet altijd eerst deze knop button first.
A127
indrukken.
Giving advice – Advies geven
• You should… • You’d better… • What do you think? • What would you recommend? • What would you do if you were in
• U moet... / behoort... / doet er goed aan... • U kunt beter... • Wat vindt u (ervan)? • Wat zou u aanraden / aanbevelen? • Wat zou u in mijn plaats doen?
my shoes?
• Why don’t you go / wait / work / …? • Waarom gaat / wacht / werkt / … u niet? • If I were you, I would… • Als ik u was, zou ik... • You could always… • U kunt altijd.... • Have you ever thought of…? • Heeft u er ooit over gedacht om...? 54
Deel A
Luistervaardigheid
A
Sequencers – Structuurwoorden
• Firstly, secondly, thirdly, …
Luisteren, gesprekken voeren en spreken
A128
• Ten eerste, / tweede, / derde, ... / Op de eerste / tweede / derde plaats...
• Then… • Next... • After that… • Lastly… • Finally…
• Dan... / Vervolgens... • Daarna... / Vervolgens... • Daarna... • Ten laatste... / Op de laatste plaats... • Ten slotte...
Complaints | Klachten A129
Complaining – Klagen
• I’m sorry to bother you, but this isn’t the colour I ordered.
• Het spijt me u lastig te moeten vallen, maar dit is niet de kleur die ik heb besteld.
• I’m not at all satisfied with the quality of these articles.
• Ik ben helemaal niet tevreden over de kwaliteit van deze artikelen.
• I think you may have forgotten to • Ik denk dat u misschien bent vergeten include the silk scarves.
• There seems to have been a
om de zijden sjaals erbij te doen.
• Er schijnt iets niet goed te zijn gegaan.
mistake. We ordered 400 items, but
Wij hebben 400 stuks besteld, maar we
we received only 40.
hebben er maar 40 ontvangen.
• There seems to be a misunderstanding about the
• Er schijnt een misverstand te zijn over de leverdatum.
delivery date.
• I am having problems with the
• Ik heb problemen met de sloten.
locks.
• We’ve discovered that two cases were damaged during transport /
• Wij hebben ontdekt dat twee kisten transportschade hebben.
in transit.
• You haven’t included our discount. • U bent onze korting vergeten. • I will take care of it / will handle • Ik ga het (voor u) regelen / zal deze your case, and get back to you as
kwestie voor u afhandelen en zo spoe-
soon as possible.
dig mogelijk contact met u opnemen.
• We still haven’t received the goods. • Wij hebben de goederen nog steeds niet ontvangen.
• Our customers are getting impatient.
• Onze klanten / afnemers worden ongeduldig.
• The books are simply unsaleable. • De boeken zijn gewoon onverkoopbaar. 55
Deel A Luistervaardigheid
A130
Dealing with complaints – Omgaan met klachten
• I am so sorry.
• Het spijt me heel erg. / Ik vind het heel vervelend (voor u).
• I am very sorry for the
• Mijn excuses voor het ongemak.
inconvenience.
• The cause of the longer lead-time • De oorzaak van de langere levertijd lag was out of our control, and was
buiten onze macht en was onverwacht.
unexpected.
• I will look into it right away. • I will sort it out straight away. • I am certain we can work something out.
• We will find out what has gone
• Ik zal het meteen nagaan. • Ik ga het onmiddellijk uitzoeken. • Ik weet zeker dat we er samen wel uit zullen komen.
• Wij zullen nagaan wat er mis is gegaan.
wrong.
A131
Asking for causes and reasons – Vragen naar oorzaken en redenen
• Could you please tell me what is causing the delay?
• Would you mind explaining the problem to me?
• Kunt u mij alstublieft vertellen wat de oorzaak van de vertraging is?
• Wilt u me alstublieft het probleem uitleggen?
• Why haven’t we been informed of • Waarom is ons dit niet eerder verteld? this before / earlier?
• Why did it take your company so long to inform us?
• I would like to speak to your manager / superior please.
• Why have we not received the goods yet?
• Waarom duurde het zo lang voordat uw bedrijf ons informeerde?
• Ik wil graag uw directeur / chef spreken.
• Waarom hebben we de goederen nog niet ontvangen?
• What happened to cases 1 and 3? • Wat is er met kisten 1 en 3 gebeurd? • Why have we not heard from you • Waarom hebben we nog niets van u yet?
• How could something like this
gehoord?
• Hoe heeft zoiets kunnen gebeuren?
happen?
• What exactly went wrong? • What happened?
56
• Wat is er precies misgegaan? • Wat is er gebeurd?
Deel A Luistervaardigheid
A
Explaining – Uitleggen
• I am sorry. I meant to include the • Het spijt me. Ik had de extra onderdelen extra parts but unfortunately
erbij willen doen, maar er ging helaas
something went wrong with the
iets mis met het verpakken.
packaging.
• I did not realise that you had ordered special packing material.
• I am afraid we have been having
• Ik realiseerde me niet dat u speciaal verpakkingsmateriaal had besteld.
• Wij hebben helaas al een tijdje proble-
problems with our computer
men met ons computersysteem / ons
system at our Headquarters (HQ) /
hoofdkantoor / onze fabriek / leveran-
Head office / factory / suppliers.
ciers.
• I am terribly sorry. There has been • Het spijt me vreselijk. Er is iets in het a mix-up in our department.
honderd gelopen op onze afdeling.
• There is a supply shortage of parts • We hebben te weinig aanvoer van in our Headquarters. We are
onderdelen op ons hoofdkantoor. Wij
working on this at the moment and
zijn hier momenteel mee bezig en
hope to be able / hope to be in a
hopen dit probleem zo spoedig mogelijk
position to resolve the problem as
te verhelpen.
soon as possible.
• We did what we could / We did all • We hebben alles gedaan wat we konden / in our power to find an alternative
wat in ons vermogen lag om een alter-
solution, however, we were not
natieve oplossing te vinden, maar dat is
able to do so.
helaas niet gelukt.
• Please accept our apology. We are • Wij hopen dat u onze verontschuldigin-
A133
willing to provide a different
gen hiervoor wilt aanvaarden. Wij zijn
model free of charge as a goodwill
bereid u bij wijze van gebaar kosteloos
gesture.
een ander model aan te bieden.
Solutions – Oplossingen
• I am convinced we can find a solution.
• I will have it corrected
• Ik weet zeker dat we een oplossing kunnen vinden.
• Ik zal het onmiddellijk laten corrigeren.
immediately.
• Would you like a replacement? • Would you like a refund / your
• Wilt u een vervangend artikel? • Wilt u restitutie / uw geld terug?
money back?
• If you return it to us, we can check / • Als u het naar ons terugstuurt, kunnen inspect the paint.
we de verf controleren / inspecteren.
• Well, we can / could send someone • Eens kijken, we kunnen iemand langs to repair the machine.
sturen om de machine te repareren. 57
Luisteren, gesprekken voeren en spreken
A132
Deel A Luistervaardigheid
• Our engineer will visit your
• Onze technicus komt deze week bij uw
premises this week and will work
bedrijf langs en zal aan het probleem
on the problem.
werken.
• We are willing to offer you a
• Wij zijn bereid u restitutie / een credit-
refund / credit note, and you can
nota te geven en u kunt een ander
purchase a different item in our
artikel in onze winkel kopen.
store.
• I will make sure that you receive
• Ik zal ervoor zorgen dat u de nieuwe
the new articles before the end of
artikelen voor het eind van de week
the week.
ontvangt.
• Perhaps I could offer you a
• Misschien kan ik u 20% korting
20% discount.
• What if I reimburse you for the
aanbieden?
• En als ik u nu eens de schade aan uw
damage to your car?
• You can return the damaged
auto terugbetaal?
• U kunt de beschadigde artikelen op
articles at our expense.
onze kosten retourneren.
Apologies | Verontschuldigingen A134
Offering apologies – Verontschuldigingen aanbieden
• Please accept my apologies.
• Ik hoop dat u mijn verontschuldigingen wilt aanvaarden.
• I apologise / I am sorry for any
• Ik wil mijn verontschuldigingen aan-
inconvenience caused to you and
bieden voor het eventuele ongemak
your company.
voor u en uw bedrijf.
• I am so sorry. / I do apologise.
• Het spijt me erg. / Mijn welgemeende excuses (hiervoor).
• I am terribly sorry about the mix-up. • Het spijt me vreselijk van dit misverstand. • I am sorry about the inconvenience. • Mijn excuses voor het ongemak. A135
Accepting apologies – Verontschuldigingen aanvaarden
• Oh, that’s all right. • Oh, it really doesn’t matter. • It could easily happen to anyone. • It’s quite all right. • Don’t worry about it. • Never mind. • It’s O.K. • No problem. • Don’t mention it. 58
• O, dat geeft niet / het is al goed. • O, dat geeft echt niet. • Zoiets / dat kan iedereen overkomen. • Het is al goed. • Maakt u zich er maar geen zorgen over. • Geeft niet. / Laat maar. / Het maakt niet uit. • Het is (al) goed. • Geen probleem. • Geen dank. / Niets te danken.
Deel A Luistervaardigheid
A
A136
Reminders – Aanmaningen
• Polite: I am afraid we really need to • Beleefd: Het spijt me, maar we willen receive your payment within the
nu graag uw betaling binnen de
next 14 days.
komende 14 dagen ontvangen.
• Affirmative: We need to receive
• Nadrukkelijk: We moeten uw betaling
your payment within the next 14
binnen de komende 14 dagen ontvan-
days.
gen.
• I am sorry, but we have to insist on • Het spijt me, maar we moeten aandrinpayment before the end of the
gen op betaling voor het eind van de
month.
maand.
• Are you quite sure you won’t change your mind?
• U weet zeker dat u bij uw beslissing blijft?
• Are you really sure you can’t send a • Weet u zeker dat u volgende maand payment next month?
geen betaling kunt doen?
• If we do not receive the goods by
• Als we de goederen vrijdag niet hebben
Friday, we will cancel our order.
ontvangen, annuleren wij onze order.
• We must have the shipment by the • We moeten de zending / partij op de first of the month, otherwise we
eerste (van de maand) hebben, anders
will cancel everything.
annuleren we alles.
• Otherwise, we will end our business relationship with your
• Anders beëindigen we onze zakelijke relatie met uw bedrijf.
company.
A137
Reminding of – Herinneren aan
• I would like to remind you that your payment is overdue.
• Perhaps you have forgotten our agreement?
• We have allowed adequate / sufficient time for you to make a
• Ik wil u eraan herinneren dat uw betaling te laat is.
• Misschien bent u vergeten wat wij hebben afgesproken?
• Wij hebben u nu voldoende tijd gegeven om tot betaling over te gaan.
payment.
A138
Permission – Toestemming
• May I borrow your pen?
• Mag ik uw pen even lenen?
– Yes, go ahead.
– Ja, ga uw gang.
– No, I’m sorry. I need it.
– Nee, ik heb hem zelf nodig. Sorry.
• Could / Can I take a break now?
• Mag ik nu even pauze houden?
– Sure / Yes, go ahead.
– Natuurlijk, ga je gang.
– No, not yet.
– Nee, nog niet. 59
Luisteren, gesprekken voeren en spreken
Reminders and reminding of | Aanmanen en herinneren aan
Deel A Luistervaardigheid
• Do you mind if I close the
A139
• Vindt u het goed dat ik de ramen dicht-
windows?
doe?
– No, not at all.
– Ja, natuurlijk.
– Yes, I’d rather you didn’t.
– Nee, liever niet.
Job interview – Sollicitatiegesprek
• I am good at languages. • I like working with people. • I worked in the Marketing
• Ik ben goed in talen. • Ik werk graag met mensen. • Ik werkte op de marketingafdeling als ...
Department as a ...
• I am very interested in ... • Ik ben heel erg geïnteresseerd in ... • I would like to get more experience • Ik zou graag meer ervaring willen in ...
krijgen in ...
• I am applying for this job because ... • Ik solliciteer naar deze baan omdat ... • I think I can say that I am a fast • Ik denk dat ik mag zeggen dat ik snel learner.
• I left my previous job because I
leer.
• Ik heb mijn vorige baan opgezegd
didn’t get along with my
omdat ik niet met mijn chef kon
supervisor.
opschieten.
• Working overtime is no problem
• Overwerken is geen punt voor mij.
for me.
• From 2007 to 2009 I worked at ... • At the moment I am in between
• Van 2007 tot 2009 werkte ik bij ... • Momenteel heb ik geen werk.
jobs.
• I can handle stress. • I don’t mind working under pressure.
• Ik kan met stress omgaan. • Ik vind het niet erg om onder druk te werken.
• I used to work as a shelf-filler at ... • Ik werkte als vulploegmedewerker bij .... • You will find the details in my cv. • U kunt de bijzonderheden in mijn cv vinden.
• What are the office hours exactly? • What exactly will my duties be? • In the job ad it says that... • Does the job involve travelling? • What can you tell me about the job prospects?
• Will I be working in a team? • I can’t start the job until 1 December, would that be a problem? 60
• Wat zijn precies de kantooruren? • Wat zijn mijn werkzaamheden precies? • In de personeelsadvertentie staat dat ... • Moet ik voor deze baan ook reizen? • Wat kunt u me vertellen over de carrièrevooruitzichten?
• Kom ik in een team te werken? • Ik kan pas op 1 december beginnen, zou dat een probleem zijn?
Deel A
Luistervaardigheid
A
A140
Preparation – Voorbereiding Ga van tevoren na wat je precies met je presentatie wilt bereiken. Wil je de toehoorders informeren of overtuigen? Dit doel moet je aan het begin van je presentatie duidelijk aangeven. Zorg dat je alle aantekeningen overzichtelijk bij elkaar hebt, dat de benodigde audiovisuele middelen en apparatuur (bijvoorbeeld voor een powerpointpresentatie) bij de hand hebt en dat alles goed functioneert. Hieronder tref je uitdrukkingen aan die je kunnen helpen bij het geven van een presentatie in het Engels. Over presentaties valt veel meer te vertellen dan we hier doen. Wil je nog meer weten, dan zijn hierover goede boeken beschikbaar. Tijdens de presentatie neem je een goede houding aan. Tegenwoordig ‘verbergen’ veel sprekers zich niet meer achter een spreekgestoelte, maar bewegen zich vrij vóór of tussen het publiek. Let vooral op wat je dan met je handen doet. Houd je ze in je zakken of achter je rug of gebruik je ze zelfverzekerd om je verhaal kracht bij te zetten? Het is ook belangrijk om oogcontact te houden met de toehoorders.
A141
Introduction – Inleiding In je inleiding vertel je onder andere het doel van je presentatie, wanneer je eventueel een pauze wilt inlassen en wanneer er vragen mogen worden gesteld. Vertel ook of je een papieren versie van je presentatie hebt en wanneer je die wilt uitdelen.
• The reason I am here this morning • Ik ben hier vanmorgen omdat ik u een is because I want to introduce you
inleiding wil geven op...
to…
• The reason I was invited here is to • De reden dat ik hier uitgenodigd ben is tell you…
• What I would like to talk about today is…
• I am going to talk about… • In my presentation I am going to explain how / why...
om u te vertellen...
• Waar ik het vandaag met u over wil hebben is...
• Ik ga het hebben over... • In mijn presentatie zal ik uitleggen hoe / waarom...
61
Luisteren, gesprekken voeren en spreken
Presentations | Presentaties
Deel A Luistervaardigheid
• This afternoon I would like to show • Vanmiddag wil ik u graag laten zien you how…
• We will have a short tea break in an hour.
hoe...
• Na een uur houden we een korte theepauze.
• If you have any questions, feel free • Als u vragen heeft, onderbreekt u mij to interrupt me at any moment.
• If you have any questions, please ask them after I am finished.
dan gerust, wanneer u maar wilt
• Mocht u vragen hebben, stelt u ze dan na afloop van mijn presentatie.
Je kunt je presentatie ook beginnen met een verrassende vraag in plaats van direct aan te geven waarover je wilt praten. Stel dat het onderwerp het nieuwe assortiment vaatwassers is, dan kun je als volgt beginnen.
• How many of you did the dishes
A142
• Wie van u heeft gisteravond de afwas
last night? Did you enjoy washing
gedaan? En vond u het leuk die oven-
those baking dishes in which you
schalen af te wassen waarin u lasagne
cooked lasagna?
had gemaakt?
Referring forwards and backwards – Vooruit verwijzen en terugverwijzen
• I am going to talk about three major aspects of…
• Firstly, / Secondly, / Thirdly, / …
• Ik ga het hebben over drie belangrijke aspecten van...
• Op de eerste / tweede / derde / ... plaats...
• First, I am going to tell you…, second…, and finally…
• Eerst ga ik vertellen over..., ten tweede..., en ten slotte...
• My presentation will consist of two • Mijn presentatie zal bestaan uit twee parts. In the first part…
• As I said / mentioned earlier /
delen. In het eerste deel...
• Zoals ik al eerder heb gezegd...
previously...
• You may remember what I said at • Misschien herinnert u zich nog wat ik the beginning.
A143
Answering questions – Vragen beantwoorden
• When you say…, do you mean… ? • If I understand your question correctly, you are interested in…
• Als u zegt…, bedoelt u dan…? • Als ik uw vraag goed begrijp, bent u geïnteresseerd in…
• Sorry, could you repeat that? • That’s right, sir / madam. On the
• Sorry, kunt u dat even herhalen? • Dat is juist, meneer / mevrouw. Aan de
other hand, we can say that…
andere kant kunnen we stellen dat…
• Could we discuss that later? 62
aan het begin zei.
• Kunnen we dat misschien later bespreken?
Deel A
Luistervaardigheid
A
matter later?
bespreken?
• May I ask you why you would like • Mag ik u vragen waarom u dat wilt to know this?
• I am afraid I am not the right person to answer your question
weten?
• Ik vrees dat ik niet de juiste persoon ben om uw vraag nu te beantwoorden.
right now.
• Perhaps there is someone who would like to answer that question.
A144
• Misschien is er iemand (anders) die die vraag wil beantwoorden.
Summarising and concluding – Samenvatten en afsluiten
• As we have seen, the main
• Zoals we hebben gezien, waren de voor-
problems were… and we also saw
naamste problemen..., en we hebben
how they could be solved by…
ook gezien hoe deze konden worden opgelost door...
• Thank you very much for your
• Hartelijk dank voor uw aandacht.
attention.
• Thank you for your time and
• Dank u voor uw tijd en aandacht.
attention.
• I hope what you have heard from • Ik hoop dat wat u vanmorgen van mij me this morning is what you
heeft gehoord is wat u verwachtte te
expected to hear.
horen.
• I hope that you have learnt something from this morning’s
• Ik hoop dat u iets heeft geleerd van de sessie / vergadering vanmorgen.
session / meeting.
• I hope that what you heard this
• Ik hoop dat wat u vanmorgen heeft
morning is relevant to you and that
gehoord relevant voor u is en dat u
you can apply the same techniques
dezelfde technieken in uw dagelijks
in your daily work.
werk kunt toepassen.
• I really appreciated your enthusiasm.
• If there are any final questions? Yes, madam?
• Ik heb uw enthousiasme erg op prijs gesteld.
• Zijn er tot slot misschien nog vragen? Ja, mevrouw?
• On the table near the door you will • Op de tafel bij de ingang vindt u een find a summary / copy of my
samenvatting / kopie van mijn presen-
presentation together with some
tatie met daarbij enige interessante
interesting specialist literature.
vakliteratuur.
63
Luisteren, gesprekken voeren en spreken
• Can we discuss that point / issue / • Kunnen we dat punt / die kwestie later
Deel A Luistervaardigheid
Sales pitch | Verkoopgesprek A145
Greeting – Begroeting
• Good morning / afternoon / evening, sir / madam / miss.
• Goedemorgen / Goedemiddag / Goedenavond, meneer / mevrouw / juffrouw.
• Can I be of service? • Can I help you or are you just looking around / browsing?
• If you need me, I’ll be right over
• Kan ik u van dienst zijn? • Kan ik u (ergens mee) helpen of wilt u eerst even rondkijken?
• Ik ben daar, als u mij nodig heeft.
there.
A146
Giving directions in a shop – De weg wijzen in een winkel
• The toy department is on the third • De speelgoedafdeling is op de derde floor.
• The toilets are in the back of the store.
verdieping.
• De toiletten bevinden zich aan de achterzijde van de winkel.
• Our self-service restaurant is on the • Ons zelfbedieningsrestaurant bevindt top floor.
zich helemaal bovenin.
• You will find the lift / the aisle you • U vindt de lift / het gangpad aan de need on the other side of the
andere zijde van de afdeling sportarti-
sporting goods department.
kelen.
• Toasters are located in the appliance department in the
• De broodroosters vindt u op de afdeling elektrische apparaten in de kelder.
basement.
A147
Investigating buying preferences – Koopwensenonderzoek
• Could you tell me what it is you
• Kunt u me zeggen wat u zoekt?
need / want / are looking for?
• Did you see it in our advertisement • Heeft u het in onze advertentie / folder / / leaflet / catalogue?
catalogus gezien?
• What would you like to use it for, • Waar wilt u het voor gebruiken, sir?
meneer?
• Did you have a particular colour / • Had u een bepaalde kleur / prijs / een price / model in mind?
bepaald model in gedachten?
• What amount were you thinking of • Wat was u van plan uit te geven? spending?
• What size do you take? • Welke maat heeft u? • Is it for daily wear or for a special • Wilt u het door de week dragen, of is occasion? 64
het voor een speciale gelegenheid?
Deel A
Luistervaardigheid
A
Giving product information – Productinformatie geven
• This is a very good type. We’ve sold • Dit type is heel goed. We verkopen er de a lot of them lately.
laatste tijd veel van.
• This is a very popular model. It is in • Dit model is heel populair. Er is grote great demand.
vraag naar.
• It is a top quality product. • Het product is van topkwaliteit. • It’s very durable / strong / flexible / • Het is heel duurzaam / sterk / buigzaam / sturdy...
• No, if you are going to use it on a daily basis, I would advise the
stevig...
• Nee, als u het dagelijks wilt gebruiken, zou ik u de ST800 aanraden.
ST800.
• It is not suitable for children under • Het is niet geschikt voor kinderen onder
A149
the age of three because of those
de drie jaar vanwege die kleine onder-
small parts.
delen.
Showing and demonstrating – Laten zien en demonstreren
• We have a special video for do-it- • We hebben een speciale video voor doeyourselfers. Please walk this way to
het-zelvers. Loopt u maar even met mij
the TV set over there.
mee naar het televisietoestel daar.
• Would you like to see how it works • Wilt u zelf zien hoe het werkt? for yourself?
• If you’d like to try it yourself, feel free.
• For all other information, please check the manual.
• Allow me to show you how it
• Als u het zelf eens wilt proberen, ga gerust uw gang.
• Kijk voor alle overige informatie in de handleiding.
• Mag ik u even laten zien hoe het werkt?
works.
• You plug it in and then switch it on. • U sluit het toestel aan en dan zet u het aan.
• Be sure to wear protective glasses. • Zorg ervoor dat u een veiligheidsbril draagt.
• The batteries go in here and then • U doet de batterijen er hier in, dan you push the red button and then…
• First you…, then you… and finally you… It is really very easy.
drukt op het rode knopje en dan...
• Eerst u..., dan u... en ten slotte u... Het is echt heel eenvoudig.
65
Luisteren, gesprekken voeren en spreken
A148
Deel A Luistervaardigheid
A150
Price – Prijs
• The price is € 8.95. (The price is
• De prijs is € 8,95. (De prijs is 8 euro 95.)
8 euros and 95 cents.)
• This price is really a bargain. • Het is echt een koopje, voor die prijs. • You won’t find it cheaper anywhere • U vindt het nergens anders goedkoper. else.
• If you just wait three more days,
• Als u nog drie dagen wacht, is er een
the article will be on special offer /
speciale aanbieding voor dit artikel. /
discount.
krijgt u extra korting op het artikel.
• I guarantee you, it’s really value for • Ik verzeker u, u krijgt echt waar voor uw your money.
• The price will go up in January because of the new VAT rate.
• This is absolutely a rock-bottom
geld.
• De prijs gaat in januari omhoog vanwege het nieuwe BTW-tarief.
• Dit is echt een bodemprijs.
price.
• We cannot go any lower on that
• Wij kunnen die prijs niet meer verla-
price. We already match our
gen. We zitten met deze prijs al net zo
competitor’s price.
laag als onze concurrent.
• It’s free (of charge). • Het is gratis. • The price is on the label at the back. • De prijs staat op het label / etiket aan de achterkant.
• The discounted price is on the price • De prijs na korting vindt u op het prijstag.
A151
kaartje.
Service and guarantee – Service en garantie
• We have an excellent repair service. • We hebben een uitstekende reparatieservice.
• If you are not happy, customer service will refund your money.
• You have a six months’ / a year’s guarantee on this machine.
• Would you fill in this guarantee card, madam?
• Als u niet tevreden bent, krijgt u van de klantenservice uw geld terug.
• U krijgt zes maanden / een jaar garantie op deze machine.
• Wilt u dit garantiebewijs even invullen, mevrouw?
• Please send us the invoice as proof • Stuurt u ons de factuur als aankoopof purchase along with your
bewijs, samen met uw garantiebewijs.
warranty card.
• Be sure to keep the receipt with the • Zorgt u ervoor dat u het betalingsbewijs guarantee card.
bij het garantiebewijs bewaart.
• Please keep the receipt as proof of • Bewaart u de kassabon als aankooppurchase. 66
bewijs.
Deel A Luistervaardigheid
A
guarantee for one year.
• You have a 36-month warranty term.
• I am sorry, sir, I am afraid the guarantee expired a month ago.
• Op deze computer heeft u een jaar on-sitegarantie.
• U heeft een garantietermijn van 36 maanden.
• Het spijt me, meneer, de garantie is een maand geleden verlopen.
• While your TV is being repaired, we • Zolang uw televisietoestel in reparatie will lend you another one free of
is, lenen wij u kosteloos een ander toe-
charge.
stel.
• We will send you a replacement model.
A152
• Wij zullen u een vervangend model sturen.
Methods of payment – Betalingsmogelijkheden
• The check-out / customer service desk is over there.
• You can pay for this in cash / by cheque / by cheque card / by bank
• De kassa / klantenservicebalie is daarginds.
• U kunt dit contant / per cheque / pinpas / bankpas afrekenen.
card.
• This machine can be paid for in monthly instalments.
• U kunt deze machine / dit apparaat in maandelijkse termijnen afbetalen.
• We do not sell on credit. • Wij verkopen niet op krediet. • For amounts under € 20 we must • Voor bedragen onder de € 20 moeten charge 50 cents extra if you want to
we helaas 50 cent extra rekenen als u
use your bank card.
met uw pinpas wilt betalen.
• In Holland we also have the chipknip. It’s a card you can load at a
knip. Dat is een kaart die je bij een geld-
cash machine. You use it for small
automaat kunt opladen. Je gebruikt
amounts only.
hem alleen voor kleine bedragen.
• Please check the lease terms or
A153
• In Nederland hebben we ook de chip-
• Controleert u alstublieft de leasevoor-
terms of the contract / the terms
waarden of voorwaarden van het con-
and conditions.
tract / de voorwaarden en bepalingen.
Delivery – Bezorging
• We offer home delivery. It’s free of • Wij bezorgen ook thuis. Dat is gratis als charge if you spend € 750 or more.
• For smaller amounts we have to
u € 750 of meer besteedt.
• Voor lagere bedragen moeten wij € 15
charge € 15 if you live in The Hague
voor extra transportkosten in rekening
and € 30 for extra transportation
brengen als u in Den Haag woont en
costs if you live outside The Hague.
€ 30 als u buiten Den Haag woont.
67
Luisteren, gesprekken voeren en spreken
• This computer carries an on-site
Deel A Luistervaardigheid
• No, I’m sorry. We can keep our
• Nee, het spijt me. Wij kunnen onze
prices this low because customers
prijzen laag houden omdat we van onze
are expected to take the articles
klanten verwachten dat ze zelf de
home themselves.
artikelen mee naar huis nemen.
• The reason our prices are so low / • Onze prijzen zijn zo laag / concurrerend
A154
competitive is because our
omdat we van onze klanten verwach-
customers are expected to take the
ten dat ze zelf de artikelen mee naar
articles home themselves.
huis nemen.
Recommending and persuading – Aanbevelen en overtuigen
• I really think your work will
• Ik ben echt van mening dat uw werk
become much easier with this
gemakkelijker wordt met deze
microwave (oven).
magnetron.
• This model did very well in the test • Dit model presteerde heel goed in de carried out / conducted by the
door de consumentenbond uitgevoerde
consumers’ association.
test.
• Would you like to see the other model again?
• Wilt u het andere model nog een keer zien?
• I can really recommend this model. • Ik kan u dit model echt aanraden / aanbevelen.
• I know it’s rather expensive, but it’s • Ik weet dat het nogal duur is, maar het worth every cent you spend on it.
• The reason this model is so much more expensive is because of the
is elke cent waard die u eraan uitgeeft.
• Dit model is zoveel duurder vanwege de grotere keuze aan functies zoals...
wider selection of functions such as…
• This is excellent quality, I guarantee you.
• You won’t find this cheaper
• Dit is van uitstekende kwaliteit, dat garandeer ik u.
• U vindt dit nergens goedkoper.
anywhere.
• Hold onto your receipt in case you • Bewaart u uw betalingsbewijs voor het wish to return this item within
geval dat u dit artikel binnen zeven
seven days.
dagen wilt terugbrengen.
• If you purchase more than € 250 we will give you a voucher for € 25.
• Do you have a club card / membership card?
• Would you like our shop / client card?
• Als u voor meer dan € 250 besteedt, krijgt u van ons een waardebon van € 25.
• Heeft u een clubkaart / lidmaatschapskaart?
• Zou u onze winkelkaart / klantenkaart willen hebben?
• Are you interested in becoming a • Heeft u interesse om lid te worden? member? 68
Deel A
Luistervaardigheid
A
Concluding – Afsluiten
• I don’t think you will regret your
• U krijgt hier geen spijt van.
choice.
• This is really a good decision. • It looks great on you. • The dress does a lot for your looks. • Fine / excellent / thank you. If you’d walk with me to the cash-
• Dat is een hele goede beslissing. • Het / Hij staat u heel goed. • In die jurk ziet u er heel goed uit. • Uitstekend / Dank u. Als u even met mij meeloopt naar de kassa...
register…
A156
Paying and wrapping up – Afrekenen en inpakken
• Would you perhaps have anything • Heeft u (het) misschien kleiner? Ik heb smaller than that? I’m a bit short of
op het moment niet zoveel kleingeld.
change at the moment.
• Yes, madam, we do accept VISA and • Jazeker, mevrouw, wij accepteren VISA traveller’s cheques. If you’d be so
and traveller’s cheques. Als u zo vrien-
kind as to go to Customer Service,
delijk zou willen zijn om naar Klanten-
it’s at the back of this floor.
service te gaan, het is aan de andere kant van deze verdieping.
• That’ll be € 89.75, sir. • You can pay for the magazine at the cash-desk over there.
• Dat wordt dan € 89,75, meneer. • U kunt het tijdschrift afrekenen bij die kassa daar.
• Thank you. Here is your receipt and • Dank u. Hier is uw bon en uw kleingeld. your change.
• Have you got the coupon for the
• Heeft u de bon voor 15% korting bij u?
15% reduction with you?
• Is it a gift? • Is het (voor) een cadeau? • Shall I put them in a bag for you? • Zal ik ze voor u in een zak doen? Of in Or in a cardboard box?
• Shall I wrap them for you? • Shall I gift-wrap it for you? • Thank you for shopping with us today.
een kartonnen doos?
• Zal ik ze voor u inpakken? • Zal ik het voor u in cadeaupapier doen? • Dank u voor uw bezoek aan onze winkel vandaag.
69
Luisteren, gesprekken voeren en spreken
A155
Lezen
Deel B
In dit deel vind je informatie over het effectief lezen van diverse soorten Engelse teksten waarmee je te maken kunt krijgen en over het samenvatten van teksten in het Nederlands. Voordat je een Engelse tekst in het Nederlands samenvat, wil je natuurlijk eerst te weten komen of de tekst wel de informatie bevat die je nodig hebt. Je moet erachter zien te komen wat de bedoeling van de tekst is en waar de belangrijkste informatie in die tekst te vinden is. Eerst moet je goed begrijpen waar de tekst over gaat en daarna leer je snel en doelmatig samenvatten in het Nederlands.
Deel B
B1
Leesstrategieën Telkens als je een tekst onder ogen krijgt, pas je bewust of onbewust strategieën toe om efficiënt met zo’n tekst om te gaan. Je wilt meestal snel antwoord krijgen op de vraag: Is deze tekst voor mij van belang? en - als het antwoord ja is - Hoe haal ik nu de voor mij belangrijke informatie er zo snel mogelijk uit? Deze strategieën zijn tegenwoordig onmisbaar. Bij het woord tekst moet je niet alleen denken aan informatie op papier, maar ook op het scherm, want het internet is een zeer belangrijke bron van informatie geworden. In de moderne maatschappij spelen het vinden en verwerken van informatie een steeds belangrijker rol. Het is dan ook erg belangrijk dat je verschillende leesstrategieën toe kunt passen, zodat je de informatiestroom de baas blijft. In de volgende paragrafen gaan we hier dieper op in.
• Herkennen van tekstsoorten (B2-B6) • Mobiliseren van voorkennis en voorspellen (B7) • Skimmen of scannen (B8) • Intensief lezen (B9) • Omgaan met onbekende woorden (B10-B13) B2
Herkennen van tekstsoorten Er bestaan veel verschillende soorten teksten. Alleen al in de zakenwereld worden duizenden soorten documenten gebruikt, denk maar aan allerlei brieven, contracten, formulieren, bonnen, garantiebewijzen, certificaten, verklaringen enzovoort. Hoe je een document leest hangt onder meer af van het belang van het document voor jou in de gegeven situatie. Om de juiste strategie te kunnen kiezen moet je zo snel mogelijk kunnen achterhalen met wat voor soort tekst je te maken hebt. Als je probeert vast te stellen met welke tekstsoort je te maken hebt, kijk dan goed naar de lay-out van de tekst. Wat zie je voor je: een speciaal lettertype, hele kleine of juiste hele grote letters (en dan ook nog eens vet, schuingedrukt, onderstreept, in kleur), jaartallen, titel, kopjes tussen blokken tekst? Zijn er foto’s, tekeningen, grafieken, schema’s, logo’s enzovoort aan de tekst toegevoegd? Al deze zaken geven je aanwijzingen over de soort tekst waarmee je te maken hebt: factuur, advertentie, garantiebewijs, vragenlijst, e-mailtje, catalogus, lijst van telefoonnummers, bankafschrift, en ga zo maar door. Je kunt teksten ook onderverdelen naar hun hoofddoel. Je probeert er dan achter te komen wat de schrijver met de tekst wil bereiken. Hieronder vind je vier belangrijke soorten teksten.
72
Deel B
Lezen
B3
B
• Informatieve teksten (B3) • Persuasieve teksten (B4) • Expressieve teksten (B5) • Diverterende teksten (B6) Informatieve teksten Het doel van een informatieve tekst is de lezer informatie te geven. Het voorbeeld hieronder spreekt voor zich.
B4
Persuasieve teksten Het doel van een persuasieve tekst is de lezer te overtuigen (denk aan to persuade = overtuigen). De schrijver zet zijn standpunt of mening uiteen en probeert de lezer te overtuigen van zijn gelijk, zoals in de onderstaande tekst over kinderarbeid.
250,000,000 tiny hands According to a study by the International Labor Organization (ILO), some 250 million children aged 4 to 15 work in streets, factories, mines, and rock quarries. Often they work and live in dangerous or filthy conditions for miserable wages or no compensation at all. Although most working children – nearly 153 million – are in Asia, the highest incidence is found in Africa, where 40 percent of all children work. About 17.5 million child workers live in Latin America. Child labor also exists in developed countries, including the United States, the United Kingdom, Italy, and Portugal, and is growing in Eastern European countries. Sumptuous, high-pile, hand-knotted carpets produced in Nepal by such children accounted for 60 percent of that country’s export income in 1997. Nepal is one of the world’s poorest countries, and it, along with other countries where child labor is prevalent, resents criticism from sources such as the ILO, which they feel is dominated by the rich countries. They are suspicious of campaigns such as those by the ILO and others to eradicate countries’ child labor and improve the lot of their work force. They consider these to be masked attempts to wipe out one of the few advantages they enjoy in the world economy: low wages. They also point out that in the poorest countries, most children have no other opportunities. School exists only for the wealthy, a tiny group. The owner of a Nepalese carpet factory says, ‘If a child is not employed, it will beg or lie in the street, or use drugs.’ Another example of the type of campaign resented by poor countries was a 1996 call by the United Nations Children’s Fund (UNICEF) that urged international companies to adopt child labor codes. In November 1996, the World Federation of the Sporting 73
Deel B
Goods Industry drew up a code of practice aimed at eradicating child labor in that industry, and several large retail groups have done the same.
B5
Expressieve teksten In een expressieve tekst werkt de schrijver op de emoties van de lezer. De onderstaande korte teksten zijn afkomstig van een Engelse sensatiekrant, The Daily Mirror. Dit dagblad riep de lezers op per e-mail hun mening te geven over Groot-Brittannië van nu.
Why don’t all you picky people move to the countryside – unlike the hideous metropolis that you all seem to inhabit, we have fresh air, cows, beaches, sunshine ... lots of lovely things. I think if I was forced to live in Slough I might consider suicide the preferable option. As for London, it’s great if you’re rich, but if you’re not you are forced to live in a smelly flea pit with dubious stains on the rented sofa and cat food jelly all over the floor, with marauding perverts for neighbours and mice as your closest chums. Get out while you can before it extracts any sense of humanity that you may once have been born with!!! THEN you might think living in Britain isn’t so bad. Patsy from Devon People who think they are always right really wind me up. These are people who don’t buy British any more. We invent all the sports, then our managers ruin our chances of winning tournaments because they don’t listen to the staff. Wake up to the 21st century. Learn to listen to the staff. Mark Clements from Caterham
B6
Diverterende teksten Met een diverterende tekst wil de schrijver de lezer amuseren, vermaken, zoals in de volgende Amerikaanse tekst.
74
Deel B
Shoes for people with two left feet
B
For days, cargo thieves were watching construction crews enlarging one of Los Angeles’ large container terminals. Toward the end of the work, the crews began
Lezen
moving the fences out to the expanded perimeter. When they ran out of highsecurity fence, they used lightweight fencing temporarily. This was the chance the thieves had been waiting for. That night, they cut the fence and drove a tractortrailer truck up to a line of containers. After breaking into a number of them, they found one full of sports shoes that retailed for $150 a pair. They connected it to the tractor-trailer and escaped in the darkness. But it was the importer who had the last laugh. A week later, the police found the abandoned container with its cargo intact. The thieves didn’t know that the importer routinely shipped all its left shoes in one container and its right shoes in another. They had stolen a container with left shoes. Buy expensive high-tech global positioning devices to know where your container is? No, use cheap low-tech methods. Ship all left shoes.
B7
Mobiliseren van voorkennis en voorspellen Als je een tekst gaat lezen, doe je er goed aan vast te stellen met welk type tekst je te maken hebt. Teksten die voor zakelijk gebruik bedoeld zijn, zijn meestal informatief van aard, maar ook vaak persuasief (overtuigend). Dat is logisch, want in de zakenwereld is het belangrijk dat je anderen kunt overtuigen. Een advertentie die niet overtuigt (dat wil zeggen, niet tot kopen uitnodigt) is weggegooid geld. Probeer snel vast te stellen met welk type tekst je te maken hebt. Vraag je af wat je al van een bepaald onderwerp afweet. Door dit te doen, zul je sneller een tekst begrijpen en kun je ook vaker voorspellen welke informatie je in een tekst zult tegenkomen.
B8
Skimmen of scannen Skimmen is het in grote lijnen verkennen van een tekst. Je leest niet letterlijk wat er overal precies staat, maar je zoekt zo snel mogelijk naar de voor jou belangrijke elementen. Bij skimmen spelen lay-out en foto’s, kortom alles wat je aandacht trekt, een belangrijke rol. Skim de onderstaande tekst maar eens.
75
Deel B
What’s for dinner? Eat, drink and be wary. Away from home, eating is a language all its own. No words can match it for saying ‘glad to meet you ... glad to be doing business with you ... glad to have you here.’ Mealtime is no time for a thanks-but-no-thanks response. Accepting what is on your plate is tantamount to accepting host, country, and company. So no matter how tough things may be to swallow, swallow. Often what’s offered constitutes your host country’s proudest culinary achievements. Squeamishness comes not so much from the thing itself as from your unfamiliarity with it. After all, an oyster has remarkably the same look and consistency as a sheep’s eye (a delicacy in Saudi Arabia). Most business travellers say there’s no alternative to taking at least a few bites. It helps to slice unfamiliar food very thin so that you minimize the texture and the reminder of where it came from. Another useful dodge is not knowing what you’re eating. What’s for dinner? Don’t ask.
Scannen doe je als je gericht op zoek gaat naar bepaalde informatie, bijvoorbeeld een telefoonnummer, een bedrag, een adres, een kortingspercentage, een datum enzovoort. Je doet dit door alle informatie waarop je oog valt en die voor jou niet belangrijk is, zoveel mogelijk te negeren. Het raadplegen van een telefoonboek of de Gouden Gids (Yellow Pages), een catalogus of een database zijn goede voorbeelden van scannen.
B9
Intensief lezen Intensief lezen doe je nadat je alle hierboven genoemde strategieën hebt toegepast en je hebt vastgesteld dat de tekst belangrijk genoeg voor je is om volledig gelezen en begrepen te worden. Je leest dan zó nauwkeurig, dat je zelfs informatie uit een tekst probeert te krijgen die niet letterlijk op papier staat. Dat wil zeggen dat je ook probeert te bedenken wat de schrijver van een tekst nu precies bedoeld heeft door het op deze manier op te schrijven. Je let dan bijvoorbeeld ook meer op de toon en niet alleen op de letterlijke inhoud.
B10
Omgaan met onbekende woorden Hoe ga je om met voor jou onbekende woorden? Als je intensief leest, wil je eigenlijk elk woord begrijpen dat iemand geschreven heeft. Ongetwijfeld kom je woorden tegen die je niet kent. Elke keer moet je een keuze maken: negeren en doorlezen, of proberen te achterhalen wat het woord betekent. Negeren doe je als je er zeker van bent dat het niet zo belangrijk is of je het woord begrijpt of niet. De beslissing om te negeren is in zekere zin een per-
76
Deel B
soonlijke keuze. Het is wel goed om je te realiseren dat het negeren van voor jou onbekende woorden niet altijd slecht is. Het is soms zelfs de enige
B
manier. Je kunt immers niet bij elk woord uitvoerig stilstaan, lang nadenken over de betekenis of deze opzoeken in een woordenboek. Op die manier zou In sommige gevallen zul je onbekende woorden moeten opzoeken, zie B12 en B13.
B11
Onbekende woorden negeren Hieronder staan twee korte tekstfragmenten die laten zien dat je onbekende woorden soms gerust kunt negeren. 1 (Uit ‘Groups that work’, van Gerard M. Blair)
In the beginning, God made an individual – and then He made a pair. The pair formed a group, together they begat others and so the group grew. Unfortunately, working in a group led to friction, the group disintegrated in conflict. There has been trouble with groups ever since.
In dit voorbeeld is het niet erg als je niet precies weet wat begat betekent; wel zie je dat het gevolg van begat was dat de groep groter werd. 2 (Uit een folder waarin software wordt aangeprezen waarmee je eenvoudig formulieren en documenten kunt opmaken.)
AllForm is a powerful multi-purpose utility which works directly with your own word processing program. It easily performs such diverse functions as expense reports, estimates, proposals, automating real estate and loan closings, completing sales transaction documents, entire personnel department records, and much more. AllForm’s uses are limited only by your own imagination!
Deze korte tekst is goed te begrijpen zonder dat je precies weet welke documenten hier allemaal opgenoemd worden.
77
Lezen
je voor sommige teksten te veel tijd kwijt zijn.
Deel B
B12
Achterhalen van de betekenis met behulp van de context Je kunt de betekenis van een woord op verschillende manieren achterhalen. Hoe je dit doet, is afhankelijk van je doel. Wil je ongeveer weten wat de betekenis is, dan kun je proberen deze aan de hand van de zin of de hele tekst (de context) logisch af te leiden. 1 (Uit een tekst die beschrijft dat het aantal winkels in Groot-Brittannië nauwelijks meer kan groeien.)
Shopping saturation point There is a group of experts, however, that believes that there will be no further growth at all for retailers. They think that Great Britain is now saturated with stores so that profits will fall dramatically. Dr Ross Davies has been looking at retail saturation. He concludes that there will be a slow-down in the number or retail outlets simply because it will be difficult to find sites. ‘That doesn’t mean that we won’t see any changes,’ he says. ‘Retailers will refurbish existing stores; they will go back to older stores to improve them – and they may well be in the high street.’
Als je deze tekst aandachtig leest, begrijp je dat er niet genoeg ruimte is voor alle winkels, en zelfs dat het aantal winkels zal afnemen. Je zult voor de vetgedrukte woorden ongeveer de volgende betekenis hebben vastgesteld: saturation = verzadiging saturated = verzadigd refurbish = opknappen 2 (Uit een tekst over zakenlieden die in het buitenland werken en wonen.)
The expatriate’s family Nine of out ten expatriates’ failures are family-related. The stress an overseas move places on spouses and children will ultimately affect the employees no matter how dedicated they may be to the company. Unhappy spouses are the biggest reason for employees asking to go home early, and moving expenses for high-level executives run into the hundreds of thousands of dollars.
78
Deel B
Als je de titel en de tekst goed leest, kom je er al gauw achter dat het gaat om werknemers die met hun gezin in het buitenland wonen en werken.
B
expatriate = emigrant, iemand die in het buitenland woont en werkt spouses = echtgenoten
context is, moet je een woordenboek gebruiken. Let er wel steeds op dat je de gevonden betekenis toepast in de tekst. Controleer of de gevonden betekenis past, dat wil zeggen, logisch is in de context. Veel woorden hebben immers meer dan één betekenis. Stel dat je de volgende zin tegenkomt: Han Oomen is a pilot. Bij het woord pilot dringt zich als eerste vertaling natuurlijk piloot op. En als de tekst blijkt te gaan over bijvoorbeeld Schiphol, of KLM, mogen we inderdaad concluderen dat Oomen piloot is. Maar als de context bijvoorbeeld de haven van Rotterdam vermeldt, ligt het voor de hand dat pilot vertaald moet worden met loods, de tweede hoofdbetekenis van pilot. In de meeste gevallen zul je natuurlijk gebruikmaken van een woordenboek Engels–Nederlands, maar het is heel verstandig ook een woordenboek Engels–Engels te raadplegen: zo leer je er snel veel Engels bij.
B13
Onbekende woorden opzoeken Soms is het belangrijk dat je een tekst helemaal begrijpt. Als je dan onbekende woorden tegenkomt, zul je deze op moeten zoeken. Het onderstaande voorbeeld is ontleend aan een tekst over zakendoen met Tsjechen.
Czech negotiations are contemplative, practical and rational. They do not like confrontation and pride themselves on their flexibility and adaptability. They have a gradualistic approach to problem solving, not unlike the Dutch and Belgian styles. Decisions can be deferred until tomorrow, but not indefinitely.
Je begrijpt dat de tekst gaat over het onderhandelen met Tsjechen. De vetgedrukte woorden zijn je misschien onbekend. In dat geval moet je de betekenis opzoeken, omdat jou anders te veel van de informatie ontgaat. Dit is des te ernstiger als jij degene bent die moet gaan onderhandelen.
79
Lezen
Maar als je zeker wilt weten wat de precieze betekenis van een woord in de
Deel B
contemplative = bedachtzaam, nadenkend gradualistic < gradual = geleidelijk, dus gradualistic = met een voorkeur voor geleidelijkheid deferred < defer = uitstellen, opschorten
B14
Structuur van teksten Elke tekst heeft een bepaalde structuur, een indeling. Hoe is de informatie verdeeld over de tekst en de bladspiegel? Waar staan de kopjes, de illustraties, de blokken tekst? Een tekst heeft vaak een titel of een kop. Na de inleiding (introduction) krijg je de hoofdtekst (body) en tot slot meestal een samenvatting (summary) of conclusie (conclusion). Een goede tekst is onderverdeeld in alinea’s (paragraphs). De alinea’s zijn van elkaar gescheiden door een witregel (onder andere in brieven) of door het inspringen van het eerste woord van elke alinea. Net als in het Nederlands is een alinea een eenheid binnen een tekst. In deze eenheid wordt een onderdeel van de tekst besproken. Als het goed is, wordt in een volgende alinea een nieuw aspect van het besproken onderwerp behandeld.
B15
Verbindingswoorden of signaalwoorden Verbindingswoorden of signaalwoorden helpen je om een tekst beter te begrijpen. Zij geven het verband tussen de zinnen of alinea’s van een tekst aan. Ze laten je zien wat de functie is van tekstonderdelen die erop volgen.
80
functie
verbindingswoord
betekenis
– reden
as because since
daar, aangezien, omdat omdat daar, aangezien
– resultaat
consequently thereafter therefore so
daardoor, als gevolg daarvan daarna daarom, om die reden dus
– tegenstelling
although but however nevertheless still yet
hoewel maar echter niettemin toch toch
Deel B
ook bovendien voorts bovendien bovendien
– voorbeeld
e.g. for example for instance
bijvoorbeeld bijvoorbeeld bijvoorbeeld
– voorwaarde
if provided, provided that,
als, indien mits, op voorwaarde dat
providing unless
tenzij
Lezen
also besides furthermore in addition moreover
B
B16
– toevoegen
Leestekens De functie van leestekens is het lezen te vergemakkelijken. Leestekens ondersteunen het begrip van de tekst. In principe zijn er geen grote verschillen tussen het Nederlandse en het Engelse gebruik van leestekens. Let erop dat in het Engels bijna nooit gebruik wordt gemaakt van de zogenaamde woordleestekens, zoals é, è, ï, â enzovoort. Dit zijn de Engelse termen voor de meest voorkomende leestekens. Zie ook D7-D16.
teken
benaming
. , : ; ? ! [] () ‘Hello’ @ * / \ – … John’s
full stop, period, dot comma colon semi-colon question mark exclamation mark square brackets round brackets, parentheses quotation marks, inverted commas at asterisk (forward) slash, stroke backslash hyphen (koppelteken in woorden) dash (gedachtenstreepje in een zin) ellipsis mark apostrophe
81
Deel B
De onderstaande tekst laat zien welke invloed leestekens op de betekenis kunnen hebben.
‘Eats shoots and leaves’ can also be differently interpreted as ‘Eats, shoots and leaves’. A panda walks into a cafe. He orders a sandwich, eats it, then draws a gun and fires two shots in the air. ‘Why?’ asks the confused waiter, as the panda makes towards the exit. The panda produces a badly punctuated wildlife manual and tosses it over his shoulder. ‘I’m a panda,’ he says, at the door. ‘Look it up.’ The waiter turns to the relevant entry and, sure enough, finds an explanation. ‘Panda. Large black-and-white bear-like mammal, native to China. Eats, shoots and leaves.’
B17
Samenvatten Het is niet eenvoudig een Engelse tekst goed in het Nederlands samen te vatten. Voordat je een samenvatting kunt maken, moet je eerst de tekst goed begrijpen. Soms is het voldoende dat je de tekst globaal begrijpt. Er zijn verschillende soorten samenvattingen. Welke soort je gebruikt, hangt af van wat je met de samenvatting wilt doen. In dit deel bespreken we drie soorten samenvattingen:
• Themasamenvatting (B18) • Globale samenvatting (B19) • Leesvervangende samenvatting (B20) In de volgende paragrafen wordt uitgelegd wat je in deze samenvattingen moet opnemen en daarna volgen voorbeelden van deze drie soorten samenvattingen.
B18
Themasamenvatting Een themasamenvatting kun je bijvoorbeeld gebruiken voor een kaartsysteem (al dan niet elektronisch) waarop je aan wilt geven welke artikelen, boeken, brochures enzovoort je in je archief hebt. De themasamenvatting geeft heel kort weer voor welk doel de informatie bruikbaar is. In een themasamenvatting geef je de inhoud van een volledige tekst in één zin weer. Geef het onderwerp van de tekst aan en de belangrijkste mededeling over dat onderwerp. Omdat zakelijke teksten vaak informatief zijn, geef
82
Deel B
je in de themasamenvatting een feit weer. Als een zakelijke tekst tegelijkertijd persuasief is, bevat de samenvatting naast een feit ook de mening die de
B
schrijver van de tekst naar voren brengt. Je themasamenvatting geeft dan een heel korte indruk van het onderwerp van de tekst én een beoordeling
B19
Lezen
van dat onderwerp (door de schrijver).
Globale samenvatting Een globale samenvatting kun je nodig hebben als ondersteuning van bijvoorbeeld een presentatie, een werkstuk of een (markt)onderzoek. Deze samenvatting is uitgebreider dan een themasamenvatting en vertelt meer over de inhoud. Zij bevat – indien dat mogelijk is – de volgende elementen. Inhoud samenvatting
wat
waar
– schrijver, titel, bron – aanleiding (welke gebeurtenis?) – doel (informeren, overtuigen, uiten
als kop boven de samenvatting eerste zin van eerste alinea eerste alinea
van emoties, amuseren) – thema – belangrijkste mededeling
eerste alinea tweede alinea
(feit of argument) die het thema ondersteunt
Vooral die tweede alinea is belangrijk. Je geeft dus niet alleen het onderwerp of de mening uit de themasamenvatting weer, maar ook het belangrijkste feit of argument dat dit onderwerp of deze mening ondersteunt.
B20
Leesvervangende samenvatting De leesvervangende samenvatting is de uitgebreidste soort samenvatting. Stel dat er in het bedrijf waar jij werkt een nieuw kopieerapparaat moet komen. Dan kan iemand jou vragen of je in een rapport wilt aangeven welk type kopieerapparaat dat moet zijn. Men zal eerst alle belangrijke zaken op een rijtje willen zetten om dan tot een verantwoorde aanschaf te kunnen komen. De leesvervangende samenvatting van een Nederlandse tekst die in het Nederlands wordt samengevat, heeft een lengte van ongeveer 20% van de oorspronkelijke tekst. De Engelse taal heeft soms minder woorden nodig om 83
Deel B
iets uit te drukken dan het Nederlands. Een goede richtlijn is een lengte van 20-30% van de oorspronkelijke tekst. Inhoud samenvatting
wat
waar
– schrijver, titel, bron – aanleiding (welke gebeurtenis?) – doel (informeren, overtuigen,
als kop boven de samenvatting eerste zin van eerste alinea eerste alinea
uiten van emoties, amuseren) – thema – alle hoofdzaken
eerste alinea aantal alinea’s met behulp van signaalwoorden
Niet verwerken: inleiding, slot, herhalingen, voorbeelden. Wel verwerken: trefwoorden per alinea, signaalwoorden die horen bij belangrijke alinea’s. Vermijd in de leesvervangende samenvatting de volgende zaken:
• lange zinnen • vaag taalgebruik • bijwoordelijke en bijvoeglijke bepalingen • veelvuldig gebruik van hulpwerkwoorden • lijdende vorm. B21
Samenvattingen – voorbeelden
Why Switzerland makes watches Watches, lace, carvings, chocolate, cheese, precision machinery, pharmaceuticals – what do they have in common? All are produced in Switzerland; all have a high value per kilo; the Swiss versions are known for their quality; and physical forces are primarily responsible for their being produced in Switzerland. To appreciate why this is so, consider the following: (1) Switzerland is mostly mountainous, with little level land, (2) it is close to the heavily populated lowlands of Western Europe, (3) transportation across the mountains to these markets is relatively expensive, and (4) Switzerland has practically no mineral resources. One way to overcome the lack of local resources of raw materials and high 84
Deel B
transportation costs is to import small amounts of raw materials, add high value to them, and export a lightweight finished product. The Swiss have done exactly
B
this with the manufacture of watches. They import small volumes of highquality Swedish steel costing 40 cents per ounce that they then convert to watch movements selling for $60 per ounce. Because of their light weight, the cost of
Lezen
transporting these movements to market is minimal. Precision machinery and pharmaceuticals are other products that minimise the need for importing bulky raw materials. For all of these products, emphasis is placed on the value added by manufacturing, which is based on skill, care, and tradition. Although the Swiss slopes do not support much agriculture, they are adequate for raising cattle and goats. Production of milk is no problem, but getting it to its major markets outside Switzerland is. Fluid milk is bulky in relation to its value and expensive to transport. The dairymen do to the milk what the watchmakers do to the steel â&#x20AC;&#x201C; convert it to a concentrated high-value product: cheese. Because Swiss cheesemakers have no advantage over their counterparts in the lowland dairying areas nearer to important markets, they have to compete on the basis of high quality and reputation, which they have carefully promoted. The plentiful supply of milk is responsible for another product: milk chocolate. The Swiss import the raw chocolate and convert the milk into another high-value-perkilo product. Certainly the Swiss manufacturer pays higher transportation costs to bring sugar and chocolate in and ship the finished product out than does Hershey in Pennsylvania. Again, the Swiss product must be perceived to be superior so that it will bring a higher price to offset the greater costs. What about the lace and carvings? Physical forces are responsible for these also. The heavy snowfall and cold temperatures of the Swiss winter leave the dairymen and their wives with little to do. About the only work necessary is feeding the animals with stored hay. To help pass the time and earn some money, Swiss women make lace and embroidery while the men carve figures and cuckoo clocks.
Donald A. Ball et al: International Business. The Challenge of Global Competition Omvang: 467 woorden
â&#x20AC;˘ Themasamenvatting Onderwerp: Waarom er in Zwitserland horloges gemaakt worden. Thema: In Zwitserland heeft men de nadelen van geografische hindernissen (bergen) overwonnen door zich te specialiseren in de productie van lichtgewichtproducten van hoge kwaliteit, zoals horloges, kaas en melkchocolade. Omvang: 37 woorden
85
Deel B
• Globale samenvatting Bron: Rhoads Murphy, The Scope of Geography, in Donald A. Ball, International Business. The Challenge of Global Competition, McGraw-Hill/Irwin, New York 2002. Zwitserland is zeer succesvol in de productie van een aantal hoogwaardige producten (horloges, kaas, melkchocola, precisieapparatuur enz.). Zwitserland heeft hiervoor een aantal belangrijke geografische beperkingen moeten overwinnen en zich noodgedwongen beperkt tot lichtgewichtproducten die zich onderscheiden door hun hoge kwaliteit. Omvang: 62 woorden
• Leesvervangende samenvatting Rhoads Murphy, The Scope of Geography, in Donald A. Ball, International Business. The Challenge of Global Competition, McGraw-Hill/Irwin, New York 2002. Zwitserland is zeer succesvol in de productie van een aantal hoogwaardige producten (horloges, kaas, melkchocola, precisieapparatuur, farmaceutische producten, kant, houtsnijwerk). Dat deze producten hier gemaakt worden is te danken aan de geografische beperkingen van het land: voornamelijk berglandschap, weinig vlak land; transport door de bergen naar de dichtbevolkte afzetgebieden in West-Europa is relatief duur; weinig minerale grondstoffen. Zwitserland heeft zich hierdoor moeten toeleggen op het maken van lichtgewichtproducten die zich onderscheiden door hun hoge kwaliteit. Deze hoogwaardige producten zijn het resultaat van vakmanschap, zorg en traditie. De Zwitsers hebben van de nood een deugd gemaakt: om de Zwitserse winters door te komen houden vrouwen zich bezig met de productie van kant en borduurwerk en de mannen met houtsnijwerk. Omvang: 139 woorden
B22
Beantwoorden van tekstvragen Samenvatten is een goede manier om te controleren of je een tekst goed begrepen hebt. Maar het kan ook zo zijn dat je tekstbegrip bij een examen wordt getoetst aan de hand van tekstvragen, die dan in het Engels of het Nederlands beantwoord moeten worden. Er bestaat geen ideale manier om tekstvragen te beantwoorden. Hieronder tref je één manier aan waarop je het zou kunnen doen. Sta vooral stil bij het feit dat het gaat om tekstvragen. Dit betekent dat alle informatie die je in je antwoord verwerkt, uit de tekst moet komen. Het kan
86
Deel B
zijn dat je al veel weet van het onderwerp. Het is dan verleidelijk om in je antwoord ook andere feiten of je eigen mening op te nemen. Dit mag niet!
B
Controleer of wat in jouw antwoord staat ook is terug te vinden in de tekst.
Lezen
Bij het beantwoorden van een tekstvraag neem je de volgende stappen: Stap 1 Lees de vraag goed door en controleer of je de vraag goed begrijpt. Vertaal de vraag desnoods als deze in het Engels is gesteld. Stap 2 Bepaal wat volgens jou de kernelementen zijn van de vraag. Om welke twee, drie elementen draait de vraag? Stap 3 Zoek in de tekst de alinea(â&#x20AC;&#x2122;s) waar je deze elementen samen terugvindt. Vaak zijn ze met andere woorden weergegeven. Stap 4 Lees de vraag nog een keer. Wat wordt er precies over deze elementen gevraagd? Wees je ervan bewust dat je in de alinea(â&#x20AC;&#x2122;s) waarin je de kernelementen herkent, de benodigde informatie kunt vinden. Stap 5 Maak korte aantekeningen van wat je in je antwoord wilt opnemen. Op deze manier kun je er min of meer zeker van zijn dat je bij het uitwerken van je antwoorden geen belangrijke elementen over het hoofd ziet.
87