LEERJAAR VMBO-KGT(T/H)
1
Leerwerkboek 2
Voedsel Auteurs Inge Berg Kirsten Bos Jeannette Kooistra Natasja Leoné Theo Peenstra Eindredactie Theo Peenstra Hannebeth Haffmans
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 1
5/04/19 13:25
Colofon Over ThiemeMeulenhoff ThiemeMeulenhoff ontwikkelt zich van educatieve uitgeverij tot een learning design company. We brengen content, leerontwerp en technologie samen. Met onze groeiende expertise, ervaring en leeroplossingen zijn we een partner voor scholen bij het vernieuwen en verbeteren van onderwijs. Zo kunnen we samen beter recht doen aan de verschillen tussen lerenden en scholen en ervoor zorgen dat leren steeds persoonlijker, effectiever en efficienter wordt. Samen leren vernieuwen. www.thiememeulenhoff.nl ISBN 978 90 06 978803 3e editie, 1e druk, eerste oplage, 2019 � ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2019
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieen in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
Deze uitgave is volledig CO2-neutraal geproduceerd. Het voor deze uitgave gebruikte papier is voorzien van het FSC®-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.
2
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 2
5/04/19 13:25
Inhoud Methodeoverzicht Hoe werk je met Mundo? Start Mieren bij de film Blok 1 Op zoek naar voedsel Keuzemenu A Keuzemenu B Keuzemenu C
4 5 8 10 30 32 33
Blok 2 Van rondtrekken naar een vaste woonplaats Keuzemenu A Keuzemenu B Keuzemenu C
34 52 54 55
Blok 3 Landbouw in de woestijn Keuzemenu A Keuzemenu B Keuzemenu C
56 75 76 77
Blok 4 Wat eet jij? Keuzemenu A Keuzemenu B Keuzemenu C
78 98 101 102
Afsluiting 104 Overzichtskaart Voedselproductie in de wereld 105 Tijdwijzer 106 Eindsprint 108 Begrippen 110 Vaardigheden Mens en maatschappij
114
3
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 3
5/04/19 13:25
Methodeoverzicht vmbo-kgt(t/h)
vmbo-bk
vmbo-kgt(t/h) leerjaar 1
vmbo-bk leerjaar 1
Leerwerkboek
1
Wie ben ik?
Leerwerkboek
1
Wie ben ik?
Leerwerkboek
2
Voedsel
Leerwerkboek
2
Voedsel
Leerwerkboek
3
Grieken en Romeinen
Leerwerkboek
3
Grieken en Romeinen
Leerwerkboek
4
Mens en natuur
Leerwerkboek
4
Mens en natuur
Leerwerkboek
5
Steden en dorpen
Leerwerkboek
5
Steden en dorpen
Leerwerkboek
6
Uitvindingen
Leerwerkboek
6
Uitvindingen
vmbo-kgt(t/h) leerjaar 2
vmbo-bk leerjaar 2
Leerwerkboek
7
Handel
Leerwerkboek
7
Handel
Leerwerkboek
8
Samenleven
Leerwerkboek
8
Samenleven
Leerwerkboek
9
Grondstoffen
Leerwerkboek
9
Grondstoffen
Leerwerkboek
10
Oorlog en vrede
Leerwerkboek
10
Oorlog en vrede
Leerwerkboek
11
Media
Leerwerkboek
11
Media
Leerwerkboek
12
Afval en energie
Leerwerkboek
12
Afval en energie
4
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 4
5/04/19 13:25
Hoe werk je met Mundo? Dit is Mundo. In dit boek staan teksten en opdrachten die je elke les nodig hebt voor het vak Mens en maatschappij. Op deze pagina’s zie je hoe je met het boek gaat werken. In elk boek wordt een thema behandeld. Het boek is op een vaste manier opgebouwd:
Start De Start is de themaopening. Hier lees je een verhaal over het thema en ontdek je waar het thema over gaat. Start Mieren bij de film
Start Mieren bij de film
1
Challenge!
a
Veel mensen schrikken als ze erachter komen wat er allemaal in hun eten zit. Of als ze horen hoe het wordt gemaakt. In dit thema leer je daarover. Misschien schrik jij ook wel. Toch lukt het vaak maar weinig mensen om hun eetgedrag aan te passen. Gedrag veranderen is best moeilijk. Lukt het jou om een week lang minder suiker of minder zout te eten? Bedenk hoe jij gezonder zou kunnen eten en/of drinken. Schrijf hier op wat jouw uitdaging voor de komende week wordt. Overleg zo nodig met je docent, klasgenoten of degene die bij jou thuis meestal kookt. □ Ik drink een week geen frisdrank en energiedrankjes. □ Ik eet een week geen snoep / chocola / koek. □ Ik eet een week geen hartige tussendoortjes, zoals chips en nootjes. □ Ik eet een week alleen verse producten bij de maaltijden. □ Ik eet een week geen vlees. □ Eigen uitdaging, namelijk:
Start Mieren bij de film
Ja, ik ga de uitdaging aan! Mijn challenge-periode gaat in op
b ‘Roer de sprinkhanen door een mengsel van suiker, boter en siroop en bak ze in de oven totdat ze gekaramelliseerd zijn.’ Lopen de rillingen over je rug? Of zou je weleens een gebakken sprinkhaan willen proeven?
en eindigt op
.
Wat denk je dat deze week het moeilijkst vol te houden zal zijn van je challenge? En wat zal het gemakkelijkst zijn?
In veel landen is het eten van insecten, zoals sprinkhanen, krekels en wormen, heel gewoon. Niet omdat mensen geen geld voor ander voedsel hebben; ze vinden insecten juist lekker. Zo eet de Japanse keizer zijn rijst het liefst met gekookte wespen. Dat is niet alleen lekker, maar ook gezond. Insecten bevatten namelijk vaak meer eiwitten en minder vet dan andere dierlijke voeding, zoals melk, vlees en eieren. Het eten van insecten is ook nog eens beter voor het milieu. Om een koe een kilo te laten groeien, heb je al snel tien kilo veevoer nodig. Het verbouwen van veevoer neemt veel landbouwgrond in beslag en al die koeien hebben ook ruimte nodig om te leven. Voor een kilo sprinkhanen heb je aan een kilo bladeren al genoeg en veel ruimte hebben ze niet nodig. Bovendien zijn ze makkelijk te produceren. Dat komt goed uit, zeker omdat de wereldbevolking snel groeit. Er zal in de toekomst niet genoeg landbouwgrond zijn om iedereen van vlees te voorzien. In sommige Nederlandse supermarkten kun je al insectenburgers en meelwormen kopen. Maar echt populair zijn deze burgers en wormen nog niet, want niet iedereen durft iets met pootjes en vleugels in zijn mond te stoppen. Maar wie weet, misschien zijn de geroosterde parasolmieren, die de Cambodjanen graag in de bioscoop eten, wel veel smakelijker dan onze vertrouwde bak popcorn.
8
9
Blokken Blokken met lesstof. Hierin staan begrippen, leerteksten, afbeeldingen en andere bronnen. Met deze informatie kun je de opdrachten in het blok maken. 1 Op zoek naar voedsel
1 Op zoek naar voedsel
d
3
Bron 1 De verspreiding van de moderne mens over de aarde.
2
De moderne mens bereikte Amerika aan het eind van een koude periode via het noorden. Waarom was dat toen mogelijk?
Klimaatverandering a
Lees De verspreiding van de mens. Bedenk waarom de dieren verdwenen door de klimaatverandering.
b
Hoe kon de moderne mens toch overleven in het koude noorden?
c
In de Verenigde Staten wonen mensen nu in steden in de woestijn, zoals in Las Vegas. Bedenk hoe mensen hier kunnen overleven.
d
Wat voor soort landschap was de Sahara toen het na de ijstijd warmer en natter werd? Hoe weten we dat?
e
Ook tegenwoordig verhuizen mensen door de gevolgen van een klimaatverandering. Bedenk welke klimaatverandering dat is.
Oude resten a
b
c
Bekijk bron 1 en lees De verspreiding van de mens. In bron 1 zie je hoe de mens zich vanuit Afrika verspreidde over de hele wereld. Onderzoekers hebben uitgezocht hoe oud de menselijke resten zijn die op verschillende plaatsen zijn gevonden. Waar werden de oudste resten gevonden? Waar de jongste? Zet de werelddelen op volgorde van oud naar jong. Schrijf de cijfers 1 t/m 6 in de hokjes voor het werelddeel. 1 betekent oudste resten, 6 betekent jongste resten. Europa
Noord-Amerika
Azië
Australië
Afrika
Zuid-Amerika
Toen en daar
De eerste vondsten zijn niet alleen menselijke resten, maar vaak ook stenen gebruiksvoorwerpen. Bedenk waarvoor de voorwerpen werden gebruikt uit bron 1. Kijk in Noord- en ZuidAmerika.
De eerste Britten waren niet blank Cheddar Man, zo heet de man die honderd jaar geleden is gevonden in een grot in Zuid-Engeland. Zijn skelet is meer dan 10.000 jaar oud. Het is het oudste geraamte dat in Engeland is gevonden. In 2018 hebben wetenschappers een DNA-test uitgevoerd en ontdekt dat de man zwart was en blauwe ogen had. Vermoedelijk werden de Europeanen blank toen ze van de landbouw gingen leven en niet alleen van de jacht. Daardoor aten ze minder vlees en moesten ze meer vitamine D uit het zonlicht halen. Een lichte huid kan dat beter dan een donkere. Er wordt geschat dat tien procent van de Britten afstamt van de familie van Cheddar Man.
Bekijk bron 1. Behalve gebruiksvoorwerpen werden er ook kunstvoorwerpen gevonden. Welke afbeeldingen in bron 1 zijn kunstvoorwerpen? Bedenk waarom dit kunst is. De afbeeldingen in
,
en
zijn kunstvoorwerpen, omdat
Bron 2 Cheddar Man. 12
13
5
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 5
5/04/19 13:26
Kennen en kunnen Elk blok wordt afgesloten met Kennen en kunnen: hierin staat een opsomming van wat je hebt geleerd in dit blok. Je kunt Kennen en kunnen zelf aanvullen, als je meer geleerd hebt dan in het lijstje staat. 1 Op zoek naar voedsel
1 Op zoek naar voedsel
d
Waarom is het bij de evenaar warm en bij de polen koud?
Kennen en kunnen Als je klaar bent met dit blok, kun je:
e
• • • • • • • • • •
Kies het juiste antwoord. Bij de evenaar wordt de plantengroei vooral bepaald door de neerslag / temperatuur. Bij de polen wordt de plantengroei vooral bepaald door de neerslag / temperatuur.
Oefenbladen vaardigheden
Extra
Vraag aan je docent of je het extra oefenblad Klimaatgrafieken maken moet maken. Vraag aan je docent of je het extra oefenblad Klimaatgrafieken lezen moet maken.
•
vertellen waar de eerste mensen woonden. vertellen waar de eerste mensen van leefden. vertellen waarom mensen zich verspreid hebben over de wereld. vertellen wat nomaden zijn en waarom ze rondtrekken. drie eerste levensbehoeften noemen. uitleggen waarom de ontdekking van het vuur belangrijk was voor de mens. vier factoren noemen die van invloed zijn op de plantengroei. uitleggen wat het verschil is tussen weer en klimaat. uitleggen waarom het bij de evenaar warm is en bij de polen koud. de volgorde van de klimaten noemen als je een reis maakt van de evenaar naar de Noordpool. de belangrijkste kenmerken noemen van de plantengroei in ieder klimaat dat je op die reis tegenkomt.
Andere belangrijke dingen die je hebt geleerd:
• • Begrippen het gematigd gebied de jager-verzamelaar het klimaat het loofbos het naaldbos de neerslag de nomade de savanne de steppe de toendra het tropisch regenwoud het weer de woestijn Andere woorden uit dit blok die je belangrijk vindt:
Vaardigheden 7a Grafieken en diagrammen
Tijdwijzer Tijd van jagers en boeren
28
29
Menukaarten Na elk blok volgt een menukaart met keuzeopdrachten. Je mag hier zelf kiezen welke van de opdrachten je van de menukaart wil gaan doen. 1 Op zoek naar voedsel
1 Op zoek naar voedsel
Keuzemenu B
Het leven van de San Leven van de laatste jager-verzamelaars Tegenwoordig leven er nog mensen als jager-verzamelaars in het zuiden van Afrika. Het zijn de San, die ook wel Bosjemannen worden genoemd. Ze houden geen vee, maar leven van de jacht en ze verzamelen alles wat eetbaar is in de natuur: vruchten, knollen, wortels, maar ook honing en struisvogeleieren. Ze wonen nergens vast. Wel hebben ze eigen gebieden en plekken waar ze steeds terugkomen, veilige plekken in grotten of in het veld met een paar eenvoudige grashutten. Ze volgen de trek van de wilde dieren in het droge seizoen en trekken over grote afstanden binnen hun gebied. Hun kennis van sporen is groot. Ze herkennen moeiteloos van welk dier een spoor is, hoe groot de groep dieren is en of er een gewond is. Urenlang volgen de San een dier voordat ze hem neerschieten met pijl en boog. Vuur maken ze op de traditionele manier door een stokje in hout rond te draaien waardoor er hitte ontstaat. Kinderen gaan niet naar school, maar leren van de vele verhalen die bij het kampvuur worden verteld en van het overleven in de natuur. Een jongen is volwassen als hij zijn eerste antilope heeft gedood. Als een jongen een meisje vindt met wie hij wil trouwen, schenkt hij het vet van het hart van de antilope aan de ouders van zijn toekomstige vrouw. Bron 20 De San jagen op wild.
De rituele dans is voor de San heel belangrijk. Ze geloven dat ze daarmee mensen kunnen genezen. Tijdens deze dans zitten de vrouwen rond een centraal vuur, terwijl ze zingen en in hun handen klappen. De mannen dansen rond de vrouwen. Naarmate de dans intenser wordt, raken de dansers in trance. Ze zeggen dan te kunnen praten met de geesten en vragen om genezing van de zieken in de groep.
1
Dagboek Lees Leven van de laatste jager-verzamelaars en bekijk bron 19 en 20. Kies welke opdracht je wilt doen: • Ik schrijf een dagboek van een San-meisje. • Ik schrijf een dagboek van een San-jongen. Beschrijf een dag uit het leven van jouw persoon. Schrijf in ieder geval iets over: • Hoe helpt jouw persoon mee aan het verkrijgen van voedsel? • Welke gereedschappen kan jouw persoon gebruiken? • Jouw persoon gaat een keer wat verder van huis en komt in een dorp terecht. Hoe reageert hij/zij? Je mag natuurlijk in je dagboek ook tekeningen maken om het mooi te maken of om iets duidelijk te maken.
In de Sancultuur is iedereen gelijk. Er is geen baas of opperhoofd. Problemen lossen ze op tijdens lange discussies waarbij iedereen de kans krijgt om zijn of haar mening te geven. Zo’n discussie gaat door totdat iedereen het eens is.
Keuzemenu C
Grottekeningen Maak de opdracht op de website van Mundo. Jagers en verzamelaars maakten al tekeningen. Zij tekenden over hun omgeving, over wat zij zagen: dieren bijvoorbeeld. Onderzoek hoe de eerste mensen tekeningen maakten, wat zij tekenden en maak zelf een tekening in die stijl. Bron 19 De San verzamelen eetbare gewassen.
32
33
6
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 6
5/04/19 13:26
Overzichtskaart In elk thema vind je een overzichtskaart, die een gebied of ontwikkeling laat zien.
Tijdwijzer In de Tijdwijzer vind je een grote tijdbalk waar belangrijke gebeurtenissen uit de geschiedenis op staan. De Tijdwijzer helpt je om het onderwerp te plaatsen in de tijd. Je kunt bijvoorbeeld zien wat 50 jaar geleden of 5.000 jaar geleden een belangrijke gebeurtenis was.
Eindsprint Dit zijn afsluitende opdrachten aan het eind van het thema. Je oefent nog een keer met kaarten en de tijdbalk. Zo herhaal je nog eens de belangrijkste theorie en begrippen. Hierdoor ontdek je of je alles goed kent.
Begrippen Als een woord blauw en vetgedrukt is, dan is het een belangrijk begrip waarvan je de betekenis moet kennen. Achter in het lesboek staat een lijst waarin alle begrippen van het thema zijn opgenomen.
Bronnen en figuren In het boek vind je bronnen. Dit zijn afbeeldingen en teksten over een onderwerp. Ook staan er figuren in het boek, dat zijn plaatjes of tabellen waarin jij iets moet doen: kleuren, tekenen of schrijven.
Mundo digitaal Als er een bij een opdracht of tekst staat, betekent dit dat je een opdracht op www.thiememeulenhoff.nl/mundo moet maken. Je kunt ook bijvoorbeeld een animatie of video bekijken of een zelftoets doen. Alle teksten en opdrachten staan ook op www.thiememeulenhoff.nl/mundo. Je kunt je werk hier nakijken en opslaan.
QR-code Bij sommige opdrachten staat een QR-code. Zo’n code verwijst naar een video of tekst. Door deze code met je telefoon of tablet te scannen, kun je die bekijken.
Iconen Bij sommige opdrachten worden iconen gebruikt die je vertellen welke hulpmiddelen je nodig hebt voor de opdracht. Bij deze opdracht heb je de atlas nodig. Bij deze opdracht heb je de computer nodig. Bij deze opdracht heb je extra spullen nodig, bijvoorbeeld een schaar of lijm. Bij deze opdracht ga je samenwerken.
Bij deze opdracht heb je de Vaardigheden nodig.
7
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 7
5/04/19 13:26
Start Mieren bij de film
Start Mieren bij de film ‘Roer de sprinkhanen door een mengsel van suiker, boter en siroop en bak ze in de oven totdat ze gekaramelliseerd zijn.’ Lopen de rillingen over je rug? Of zou je weleens een gebakken sprinkhaan willen proeven? In veel landen is het eten van insecten, zoals sprinkhanen, krekels en wormen, heel gewoon. Niet omdat mensen geen geld voor ander voedsel hebben; ze vinden insecten juist lekker. Zo eet de Japanse keizer zijn rijst het liefst met gekookte wespen. Dat is niet alleen lekker, maar ook gezond. Insecten bevatten namelijk vaak meer eiwitten en minder vet dan andere dierlijke voeding, zoals melk, vlees en eieren. Het eten van insecten is ook nog eens beter voor het milieu. Om een koe een kilo te laten groeien, heb je al snel tien kilo veevoer nodig. Het verbouwen van veevoer neemt veel landbouwgrond in beslag en al die koeien hebben ook ruimte nodig om te leven. Voor een kilo sprinkhanen heb je aan een kilo bladeren al genoeg en veel ruimte hebben ze niet nodig. Bovendien zijn ze makkelijk te produceren. Dat komt goed uit, zeker omdat de wereldbevolking snel groeit. Er zal in de toekomst niet genoeg landbouwgrond zijn om iedereen van vlees te voorzien. In sommige Nederlandse supermarkten kun je al insectenburgers en meelwormen kopen. Maar echt populair zijn deze burgers en wormen nog niet, want niet iedereen durft iets met pootjes en vleugels in zijn mond te stoppen. Maar wie weet, misschien zijn de geroosterde parasolmieren, die de Cambodjanen graag in de bioscoop eten, wel veel smakelijker dan onze vertrouwde bak popcorn.
8
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 8
5/04/19 13:26
Start Mieren bij de film
1
Challenge!
a
Veel mensen schrikken als ze erachter komen wat er allemaal in hun eten zit. Of als ze horen hoe het wordt gemaakt. In dit thema leer je daarover. Misschien schrik jij ook wel. Toch lukt het vaak maar weinig mensen om hun eetgedrag aan te passen. Gedrag veranderen is best moeilijk. Lukt het jou om een week lang minder suiker of minder zout te eten? Bedenk hoe jij gezonder zou kunnen eten en/of drinken. Schrijf hier op wat jouw uitdaging voor de komende week wordt. Overleg zo nodig met je docent, klasgenoten of degene die bij jou thuis meestal kookt. □□ Ik drink een week geen frisdrank en energiedrankjes. □□ Ik eet een week geen snoep / chocola / koek. □□ Ik eet een week geen hartige tussendoortjes, zoals chips en nootjes. □□ Ik eet een week alleen verse producten bij de maaltijden. □□ Ik eet een week geen vlees. □□ Eigen uitdaging, namelijk:
Ja, ik ga de uitdaging aan! Mijn challenge-periode gaat in op
en eindigt op
.
b Wat denk je dat deze week het moeilijkst vol te houden zal zijn van je challenge? En wat zal het gemakkelijkst zijn?
9
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 9
5/04/19 13:26
1  Op zoek naar voedsel
Blok 1  Op zoek naar voedsel Waar gaat dit blok over? Als je zin hebt in eten, pak je iets uit de koelkast. Die staat vol met spullen uit de winkel. Maar wat nou als er geen winkels bestaan? En geen tuinen en geen akkers? Hoe kom je dan aan eten? Je moet op zoek naar voedsel in de natuur. Bladeren, wortels en vruchten van planten kun je eten. Maar waar vind je eetbare planten? En waar leven dieren waarop je kunt jagen? Hoe deed de mens dat vroeger toen er nog geen winkels waren? Waar woonden de eerste mensen eigenlijk? Waarom verspreidden zij zich over de wereld? Heeft dat soms te maken met veranderingen in het klimaat?
10
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 10
5/04/19 13:26
1 Op zoek naar voedsel
1
Waar gaat dit blok over? a
Lees Waar gaat dit blok over? en bekijk de titels, teksten en bronnen van dit blok. Waar gaat dit blok over?
b Stel je eens voor dat jij in de natuur moet overleven. Wat voor weer of wat voor klimaat zou je dan graag hebben?
c
Je moet natuurlijk ook eten. Bedenk een voorbeeld van een blad, een wortel en een vrucht van een plant uit Nederland die je kunt eten. Blad: Wortel: Vrucht:
d Bedenk waarom planten op bepaalde plekken op aarde beter groeien dan op andere plekken.
De verspreiding van de mens De klimaten veranderen heel langzaam. De eerste mensen moesten zich daaraan aanpassen. Ongeveer 100.000 jaar geleden werd het kouder en droger in het deel van Afrika waar de eerste mensen woonden. De planten en dieren waarvan ze leefden verdwenen daardoor. In groepen gingen deze mensen op zoek naar nieuw voedsel in het noorden. Ze trokken langs de kusten van Afrika en Azië en zij leefden daar van schelpdieren en vis. De mensen trokken ook de binnenlanden van Azië in. Ze vonden nieuwe planten om te eten en dieren om op te jagen, zoals buffels en antilopen. Trekkend van de ene naar de andere plaats verspreidde de mens zich langzaam over de hele wereld. En steeds pasten ze hun manier van leven aan. In koude gebieden jaagden de mensen bijvoorbeeld op mammoeten. Mensen pasten zich niet alleen maar aan, ze veranderden de natuur ook. Door de jacht stierven de mammoeten bijvoorbeeld uit. In koude perioden, de ijstijden, lagen er dikke pakken sneeuw en ijs op het land. De zee stond daarom lager. Sommige groepen mensen konden daarom van Azië over de drooggevallen zeebodem naar Amerika trekken. Toen de laatste ijstijd voorbij was, werd het snel warmer en natter. Daardoor steeg de zeespiegel weer en werden Azië en Amerika van elkaar gescheiden. In die tijd groeide er zelfs gras in de woestijnen. Er zijn rotstekeningen gevonden van grote graslanddieren in gebieden die nu de Saharawoestijn zijn.
11
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 11
5/04/19 13:26
1 Op zoek naar voedsel
Bron 1 De verspreiding van de moderne mens over de aarde.
2
Oude resten Bekijk bron 1 en lees De verspreiding van de mens.
a In bron 1 zie je hoe de mens zich vanuit Afrika verspreidde over de hele wereld. Onderzoekers hebben uitgezocht hoe oud de menselijke resten zijn die op verschillende plaatsen zijn gevonden. Waar werden de oudste resten gevonden? Waar de jongste? Zet de werelddelen op volgorde van oud naar jong. Schrijf de cijfers 1 t/m 6 in de hokjes voor het werelddeel. 1 betekent oudste resten, 6 betekent jongste resten. Europa
Noord-Amerika
Azië
Australië
Afrika
Zuid-Amerika
b De eerste vondsten zijn niet alleen menselijke resten, maar vaak ook stenen gebruiksvoorwerpen. Bedenk waarvoor de voorwerpen werden gebruikt uit bron 1. Kijk in Noord- en ZuidAmerika.
c
Bekijk bron 1. Behalve gebruiksvoorwerpen werden er ook kunstvoorwerpen gevonden. Welke afbeeldingen in bron 1 zijn kunstvoorwerpen? Bedenk waarom dit kunst is. De afbeeldingen in
,
en
zijn kunstvoorwerpen, omdat
12
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 12
5/04/19 13:26
1  Op zoek naar voedsel
d De moderne mens bereikte Amerika aan het eind van een koude periode via het noorden. Waarom was dat toen mogelijk?
3 a
Klimaatverandering Lees De verspreiding van de mens. Bedenk waarom de dieren verdwenen door de klimaatverandering.
b Hoe kon de moderne mens toch overleven in het koude noorden?
c
In de Verenigde Staten wonen mensen nu in steden in de woestijn, zoals in Las Vegas. Bedenk hoe mensen hier kunnen overleven.
d Wat voor soort landschap was de Sahara toen het na de ijstijd warmer en natter werd? Hoe weten we dat?
e Ook tegenwoordig verhuizen mensen door de gevolgen van een klimaatverandering. Bedenk welke klimaatverandering dat is.
Toen en daar
De eerste Britten waren niet blank Cheddar Man, zo heet de man die honderd jaar geleden is gevonden in een grot in Zuid-Engeland. Zijn skelet is meer dan 10.000 jaar oud. Het is het oudste geraamte dat in Engeland is gevonden. In 2018 hebben wetenschappers een DNA-test uitgevoerd en ontdekt dat de man zwart was en blauwe ogen had. Vermoedelijk werden de Europeanen blank toen ze van de landbouw gingen leven en niet alleen van de jacht. Daardoor aten ze minder vlees en moesten ze meer vitamine D uit het zonlicht halen. Een lichte huid kan dat beter dan een donkere. Er wordt geschat dat tien procent van de Britten afstamt van de familie van Cheddar Man. Bron 2  Cheddar Man. 13
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 13
5/04/19 13:26
1  Op zoek naar voedsel
4 a
Generaties Lees Toen en daar. De eerste Britten waren niet blank. Een generatie is een periode van 25 jaar. Hoeveel generaties geleden leefde Cheddar Man? De resten van Cheddar Man zijn
jaar oud.
gedeeld door 25 jaar is
generaties geleden.
b Hoeveel generaties (voorouders) ken jij?
c
Bedenk waarom de resten van Cheddar Man zo goed bewaard zijn gebleven.
d Bekijk bron 2. Bedenk waarom de Engelsen de uitkomst van de DNA-test heel bijzonder vonden.
e
5
a
Leg uit waardoor de huidskleur van de Europeanen veranderde.
Nepnieuws
Stap hoger
Ga naar de website van Mundo. Lees De Europese oermens wit en blond? Nee hoor, Europa werd grotendeels door donkere mensen bewoond. Een aantal Britten beweert dat het verhaal over Cheddar Man nep is. Wat zou er niet kloppen volgens deze mensen?
b Waarom geloven deze mensen dit verhaal niet? Wat zijn hun argumenten?
c
Bedenk waarom parlementariĂŤr David Lammy blij is met de vondst van Cheddar Man.
d Denk jij dat wetenschappers de uitkomst van het onderzoek hebben verzonnen om ervoor te zorgen dat er bijvoorbeeld minder discriminatie is? Leg je antwoord uit.
14
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 14
5/04/19 13:26
1  Op zoek naar voedsel
Jagers en verzamelaars De eerste moderne mensen leefden van de jacht en zij verzamelden voedsel in de natuur. Daarom heten ze jager-verzamelaars. Ze leefden in kleine groepen van twintig tot dertig personen. De mannen jaagden op dieren. Een hert of rendier was een goede vangst, want dat leverde zowel eten als kleding op. Het vlees kon je eten. Van de huid kon je kleding, tentdoek of schoenen maken. De vrouwen verzamelden noten, vruchten en knollen. De jager-verzamelaars verhuisden vaak. Ze trokken achter de dieren aan waarop ze jaagden. Ze woonden dus niet op een vaste plek, maar trokken rond als nomaden. Op plaatsen waar voldoende voedsel was, bouwden ze eenvoudige kampplaatsen. Vaak kwamen jagerverzamelaars op dezelfde plekken terug, omdat ze wisten dat daar in bepaalde jaargetijden voedsel te vinden was.
6
Jagers en verzamelaars
Lees Jagers en verzamelaars. a Kies het juiste antwoord. Kleding en voedsel zijn dingen die je altijd nodig hebt / die je eigenlijk niet nodig hebt. Een nomade woont op een vaste plek / steeds ergens anders. Jager-verzamelaars jagen op dieren en verbouwen eten in hun tuin / zoeken eten in de natuur. b De eerste levensbehoeften van mensen zijn: voedsel, kleding en een huis. Wat weet je over de kleding en het huis van jager-verzamelaars? En hoe is het bij jou? Vul bron 3 in. Kleding
Huis
Hoe ziet het bij de jager-verzamelaars eruit? Hoe ziet het bij jou eruit?
Hoe komen de jager-verzamelaars eraan?
Hoe kom jij eraan?
Mijn huis is van steen of hout en gebouwd door bouwvakkers.
Bron 3  De eerste levensbehoeften toen en nu.
15
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 15
5/04/19 13:26
1 Op zoek naar voedsel
c
De jager-verzamelaars aten niet altijd hetzelfde. Niet altijd was alles in de natuur aanwezig. Bedenk welk voedsel de jager-verzamelaars per seizoen konden eten. Kies uit: bessen, eieren, noten, vlees. Je mag elk woord meer dan één keer gebruiken. Vul bron 4 in. Seizoen
Soort voedsel
Lente Zomer Herfst Winter Bron 4 Het voedsel van de jager-verzamelaars.
Bron 5 Schildering in een grot in Zuid-Algerije.
7 a
Jagen op dieren Bekijk bron 5. Op wat voor dier jagen de jagers, die in de grot zijn afgebeeld?
b Wat voor wapens gebruiken de jagers? c
Op de tekening zie je meerdere jagers. Bedenk waarom de jagers in een groepje op jacht gingen.
16
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 16
5/04/19 13:26
1 Op zoek naar voedsel
8 a
Tijdwijzer Bekijk de Tijdwijzer. Over welke tijd gaat dit blok?
b Kleur die tijd in bron 6. c Hoelang geleden eindigde die tijd?
−14.000
−12.000
−10.000
−8000
−6000
−4000
−2000 voor Christus
0
2000 na Christus
Bron 6 Tijdbalk van de tijd van jagers en boeren.
De ontdekking van het vuur Het leven van de jager-verzamelaars werd makkelijker toen het lukte om zelf vuur te maken, zodat ze daarvoor niet meer afhankelijk waren van een bosbrand of blikseminslag. Ze tikten vuurstenen tegen elkaar tot de vonken eraf sprongen of wreven met een houten stok in een gat van een plankje tot het begon te gloeien. De ontdekking van het vuur was erg belangrijk, want het vuur hield de mens warm in koude tijden. Maar het gaf ook licht in de nacht en in donkere grotten. Bovendien gebruikten de mensen het vuur om harde speerpunten te maken en potten te bakken. In deze potten konden ze bijvoorbeeld water halen en voedsel bewaren. En dat niet alleen! De mensen gingen hun eten in de potten op het vuur koken, zodat ze dit niet langer rauw hoefden te eten. Op het zachtere voedsel hoefden ze minder lang te kauwen. Het lichaam kon het eten dus sneller verteren. Uiteindelijk werd daardoor het darmstelsel van de mens korter. De energie die nu niet meer nodig was voor de darmen, ging naar de groei van de hersenen. Grotere hersenen leidden tot steeds slimmere mensen.
Bron 7 Met een vuurplankje konden jagers vuur maken.
9 a
Vuur Lees De ontdekking van het vuur en bekijk bron 7. Noem vier voordelen van vuur. •
•
•
• 17
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 17
5/04/19 13:26
1 Op zoek naar voedsel
b Behalve voor praktische zaken kun je vuur ook als bescherming gebruiken. Bedenk daarvan een voorbeeld.
c
Leg uit waarom de ontdekking van het vuur tot slimmere mensen leidde.
d Bedenk een voorbeeld waaruit blijkt dat de mens na de tijd van de jagers en verzamelaars steeds slimmer werd.
e
Bedenk hoe je met een vuurplankje vuur kunt maken. Teken een korte strip waarin je dat uitlegt.
Planten en klimaat Of planten kunnen groeien in een gebied is afhankelijk van licht, temperatuur, water en de voedingsstoffen in de bodem. Het weer is het resultaat van de temperatuur, de neerslag en de beweging van de lucht in de dampkring om ons heen oftewel de wind. Het weer kan van dag tot dag flink verschillen. Ook kan het van plek tot plek verschillen. Het weer is dus tijdelijk en plaatselijk. Het klimaat is het gemiddelde weer in een gebied over een periode van dertig jaar. De plantengroei van een gebied is afhankelijk van het klimaat. Sommige planten hebben meer neerslag of warmte nodig dan andere.
10 a
Weerselementen Lees Planten en klimaat. Noem de drie elementen (onderdelen) van het weer. • • •
b Kies in het weerbericht van bron 8 de elementen van het weer.
18
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 18
5/04/19 13:26
1 Op zoek naar voedsel
c
Van welk land is het weerbericht in bron 8?
d Schrijf zelf een weerbericht voor het weer van vandaag. Gebruik in jouw weerbericht de drie elementen van het weer.
e
Kies de zinnen die over het weer gaan. □□ Vandaag is er 10 mm regen gevallen. □□ In Spanje zijn de wintertemperaturen hoger dan in Nederland. □□ Morgen wordt het zomers weer. Waarschijnlijk wel 25 graden. □□ Volgende week gaat het vriezen. □□ Op Curaçao waait het altijd. □□ In de tropen valt dagelijks veel neerslag. 250
Weerbericht Volgende week wordt het zomers! De zon zal uitbundig schijnen en vooral in het zuidoosten is er kans op zomerse temperaturen van 25 graden of meer. Ook aan de westkust wordt het warm met maxima van 20-25 graden. Op de Wadden wordt het circa 17 graden. Het is overdag op de meeste plaatsen droog met geregeld zon. Omdat de (zuid)oostenwind in de loop van de week aantrekt, blijft zeewind op de stranden waarschijnlijk uit.
a
ºC
30
200
20
150
10
100
0
50
0
Bron 8 Een weerbericht.
11
mm
−10
j
f
m
a
m
j
j
a
s
o
n
d maand
−20
Bron 9 Klimaatgrafiek van de Bilt.
Klimaatgrafiek Lees Vaardigheid 7a Grafieken en diagrammen en bekijk bron 9. Het klimaat van een plaats kun je laten zien in een klimaatgrafiek. De temperatuur in een grafiek wordt gemeten in . De temperatuur wordt weergegeven als een lijndiagram / staafdiagram. De neerslag wordt gemeten in . De neerslag wordt weergegeven in een lijndiagram / staafdiagram. 19
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 19
5/04/19 13:26
1  Op zoek naar voedsel
b De temperatuur in een klimaatgrafiek wordt getekend met een rode lijn.
d
Kleur die lijn in bron 9 rood. De neerslag in een klimaatgrafiek wordt getekend met staven. Kleur die staven in de grafiek blauw. In welke maand is het in de Bilt het warmst?
e
In welke maand regent het in De Bilt het meest?
c
Warm en koud Waarom zijn sommige gebieden op aarde altijd koud en andere altijd warm? Dat heeft te maken met de stand van de zon. De zon verwarmt de aarde en de aarde verwarmt de lucht erboven. Sommige gebieden krijgen meer en fellere zonnestralen dan andere gebieden. Waar de zon veel en fel schijnt, is het warmer. Hoe hoger de zon staat, hoe warmer het is. Je kunt dat zien aan de schaduwen. Als de schaduw kort is, staat de zon hoog en is het warm. Het omgekeerde geldt voor gebieden waar de zon laag staat en de schaduwen lang zijn, zoals op de Noord- en Zuidpool. Daar is het altijd koud.
12 a b c
Bron 10  Op de Noordpool staat de zon altijd laag aan de hemel.
Zon Lees Warm en koud en bekijk bron 10. Kies het juiste antwoord. Gebieden rond de evenaar / polen zijn warm, omdat de zon hier hoog / laag staat en het gebied meer / minder felle zonnestralen krijgt. Kies het juiste antwoord. Als de zon hoog staat, is je schaduw kort / lang. Als de zon laag staat, is je schaduw kort / lang. Bedenk hoe de schaduw eruitziet van iemand die midden op de dag op de evenaar in de zon staat.
20
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 20
5/04/19 13:26
1 Op zoek naar voedsel
d
In Nederland hebben we seizoenen. De zon staat niet altijd op hetzelfde punt aan de hemel. Kies het juiste antwoord. De zon staat in Nederland in de zomer hoger / lager dan in de winter. De zon staat in Nederland in de zomer hoger / lager dan bij de evenaar. De zon staat in Nederland in de winter hoger / lager dan bij de polen. Z O N N E S T R A L I N G
evenaar
Bron 11 Zonnestraling.
13
Schaduwen
a
Bekijk bron 11. Bij de Zuidpool en bij de evenaar staan twee even grote oppervlaktes van 1 m2 getekend. Op welke vierkante meter vallen de meeste zonnestralen?
b
Op welke vierkante meter wordt het het warmst?
c
d e
In bron 11 staan twee bomen getekend. Bij de boom op de evenaar is de schaduw van die boom getekend. Kijk goed waar de zonnestralen vandaan komen. Teken nu ook de schaduw van de tweede boom. Teken in bron 11 naast beide bomen een precies even grote boom ten noorden ervan. Welke boom staat het minst in de schaduw van een andere boom?
f
Bedenk waarom de planten in het tropisch regenwoud heel dicht op elkaar staan.
21
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 21
5/04/19 13:26
1 Op zoek naar voedsel
Van evenaar tot pool Dicht bij de evenaar vind je het tropisch regenwoudklimaat. Het regent er veel en de dagen zijn er altijd even lang. Die vaste omstandigheden zorgen ervoor dat er heel veel verschillende soorten planten kunnen groeien. Het tropisch regenwoud dat hier groeit, heeft verschillende etages met planten die het hele jaar groen zijn. Verder van de evenaar verandert het klimaat en valt er minder regen. Er ontstaat een klimaat met een droog seizoen. Als de regentijd langer is dan de droge tijd, vind je savanne. Dat is grasland met hoge grassen, struiken en af en toe een boom. Op de savannes leven veel dieren in kuddes, zoals zebra’s en olifanten. In gebieden waar de droge tijd langer wordt dan de regentijd, vind je de steppe. Daar groeit alleen gras. Wanneer er vrijwel geen regen meer valt, kan er ook niets meer groeien. In die gebieden vind je woestijnen.
neerslag 2.000 mm en meer 12 maanden neerslag
neerslag 500 - 2.000 mm 4 - 6 maanden droge tijd
Bron 12 De invloed van de neerslag op de plantengroei.
loofbos zomer: meer dan 10 °C winter: meer dan −3 °C
naaldbos (taiga) zomer: meer dan 10 °C winter: minder dan −3 °C
Bron 13 De invloed van de temperatuur op de plantengroei. 22
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 22
5/04/19 13:26
1 Op zoek naar voedsel
Europa hoort bij de gematigde gebieden. Het belangrijkste verschil tussen de seizoenen is de temperatuur. In de winter is het kouder dan in de zomer. In de loofbossen groeien de planten daarom in het warme deel van het jaar. De bomen verliezen in de winter hun bladeren. Als de dagen in de winter kort zijn en de winters koud, zijn naaldbomen de enige bomen die nog kunnen groeien. De bomen in naaldbossen houden het hele jaar hun bladeren (naalden) vast. Bij de polen is het koud. Bij een temperatuur van een paar graden boven nul in de zomer kunnen er grassen en mossen groeien. Dit is de toendra. Wanneer het het hele jaar vriest, kunnen er geen planten groeien en is er weinig leven mogelijk.
neerslag 250 - 500 mm droge tijd circa 9 maanden
neerslag minder dan 250 mm bijna altijd droog
toendra hele jaar: minder dan 10 °C
landijs/zee-ijs hele jaar: minder dan 0 °C
23
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 23
5/04/19 13:26
1 Op zoek naar voedsel
14 a b c
Van evenaar tot pool Lees Van evenaar tot pool en bekijk bron 12 en 13. Zet de namen savanne, steppe, tropisch regenwoud en woestijn op de juiste invullijn in bron 12. Kies het juiste antwoord. Vooral de neerslag / temperatuur bepaalt welke planten er groeien in de omgeving van de evenaar. De gebieden met een tropisch regenwoudklimaat liggen rond de evenaar in de drie werelddelen: • • •
d Welke klimaten komen vooral in Europa voor?
15
Klimaten Lees Van evenaar tot pool en bekijk bron 13 en 14.
a Zet de namen loofbos, naaldbos, poolgebied en toendra op de juiste invullijn in bron 13. b Bron 14 is nog niet compleet. Vul het schema verder in met de kenmerken van de klimaten. Klimaat Sneeuwklimaat
Temperatuur Hele jaar: onder het vriespunt Winter:
Toendraklimaat
Zeeklimaat
Landklimaat
Neerslag vooral sneeuw
koud
Zomer: Winter:
niet erg koud
Zomer:
hele jaar neerslag, vooral regen
Winter: Zomer:
Woestijnklimaat
Hele jaar:
Steppeklimaat
Hele jaar:
een korte, natte tijd
Savanneklimaat
Hele jaar: warm
een duidelijke natte en droge tijd
Tropisch regenwoudklimaat
Hele jaar: heet
veel neerslag
Bron 14 Klimaatoverzicht.
c
Welk klimaat heeft Nederland?
24
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 24
5/04/19 13:26
1 Op zoek naar voedsel
Bronbestand: GEO_OB_9e_BB_02_35
n aa ce eO Grot
At lan tis
e ch eaa Oc
evenaar
n
Grot eO
che Oceaan Indis
ce aa n
0
Tropische klimaten tropisch regenwoudklimaat: warm, hele jaar neerslag
Gematigde klimaten
4.000 km
Koude klimaten sneeuw- en hooggebergteklimaat: eeuwige sneeuw
gematigd klimaat met zachte winters
toendraklimaat: ‘s zomers 0 - 10 °C
savanneklimaat: warm, met een droog seizoen Droge klimaten
2.000
Continentale klimaten
steppeklimaat: soms wat regen
landklimaat met koude winters
woestijnklimaat: heel droog
Bron 15 Klimaten op aarde.
d Bekijk bron 15. Vul in. De grootste gebieden met een landklimaat vind je in de werelddelen en
.
Het tropisch regenwoudklimaat kom je tegen in en
en .
Australië heeft voor het grootste deel een Het werelddeel dat voor de helft een gematigd klimaat heeft is
. .
25
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 25
5/04/19 13:26
1 Op zoek naar voedsel
16
a
Begroeiing
Stap verder
Ga naar de website van Mundo en bekijk de foto's. Bekijk ook de tekeningen van bron 12 en 13. Beschrijf de begroeiing van de savanne.
b Bedenk waaraan je kunt zien of de foto van de savanne in een droge of natte tijd is gemaakt. De foto is in een droge / natte tijd gemaakt, omdat
c
Bedenk waaraan je kunt zien of de foto van het naaldbos in een koude of warme tijd is gemaakt. De foto is in een warme / koude tijd gemaakt, omdat
d Bedenk waaraan je kunt zien of de foto van het landijs is gemaakt in een koude of warme tijd. De foto is in een koude / warme tijd gemaakt, omdat
17 a
b
c
Stap meer
Klimaat en plantengroei
Deze opdracht doe je met z’n tweeën. Leerling 1 leest de opdracht. Leerling 2 doet het leerwerkboek dicht. Leerling 1: Vertel aan leerling 2 over een van de volgende klimaten. Je mag daarbij het klimaat niet noemen. Je mag ook de schuingedrukte woorden niet noemen. Leerling 2 moet raden over welk klimaat het gaat. Als leerling 2 het klimaat raadt, draai je de rollen om. Sneeuwklimaat: Zuidpool, Noordpool, sneeuw, koud, wit Zeeklimaat: Nederland, loofbomen, regen, zee, zachte winter Landklimaat: land, koude winters, naaldbomen Tropisch regenwoudklimaat: veel verschillende planten, regen, warm, heet, tropisch regenwoud, Afrika, Zuid-Amerika Maak nu kaartjes met soorten plantengroei. Bedenk zelf woorden die veel te maken hebben met die soorten plantengroei. Schrijf die woorden in rood op het kaartje. Ruil de set kaarten die je hebt gemaakt met een ander tweetal. Verdeel de kaartjes in twee even grote stapeltjes. Vertel elkaar over de soorten plantengroei, zonder de in rood geschreven woorden te noemen. Probeer de plantengroei waar de ander over vertelt te raden. Doe dat om de beurt.
26
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 26
5/04/19 13:26
1 Op zoek naar voedsel
18 a
Op een rij
Puzzel Maak de puzzel in bron 16. 1 het weer over langere tijd 2 sneeuw en regen zijn soorten ... 3 rond de evenaar vind je het ... regenwoud 4 mensen zonder vaste woonplaats 5 in het landschap met deze plantengroei leefden de rendierjagers 6 landschap met plantengroei van afwisselend bomen en gras 7 landschap waarin de plantengroei bestaat uit bijna alleen gras 1 2 3 4 5 6 7 Bron 16
b Welk woord staat in de blauwe kolom? c
19 a
Leg uit wat dit woord te maken heeft met hoe mensen aan hun voedsel komen.
Terugblik
Op zoek naar voedsel Waarvan leefden de eerste mensen?
b Waarom gingen mensen over de wereld trekken?
c
Welke vier factoren zijn van invloed op de plantengroei? • • • •
27
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 27
5/04/19 13:26
1  Op zoek naar voedsel
d Waarom is het bij de evenaar warm en bij de polen koud?
e
Kies het juiste antwoord. Bij de evenaar wordt de plantengroei vooral bepaald door de neerslag / temperatuur. Bij de polen wordt de plantengroei vooral bepaald door de neerslag / temperatuur.
Oefenbladen vaardigheden
Extra
Vraag aan je docent of je het extra oefenblad Klimaatgrafieken maken moet maken. Vraag aan je docent of je het extra oefenblad Klimaatgrafieken lezen moet maken.
28
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 28
5/04/19 13:26
1 Op zoek naar voedsel
Kennen en kunnen Als je klaar bent met dit blok, kun je:
• • • • • • • • • • •
vertellen waar de eerste mensen woonden. vertellen waar de eerste mensen van leefden. vertellen waarom mensen zich verspreid hebben over de wereld. vertellen wat nomaden zijn en waarom ze rondtrekken. drie eerste levensbehoeften noemen. uitleggen waarom de ontdekking van het vuur belangrijk was voor de mens. vier factoren noemen die van invloed zijn op de plantengroei. uitleggen wat het verschil is tussen weer en klimaat. uitleggen waarom het bij de evenaar warm is en bij de polen koud. de volgorde van de klimaten noemen als je een reis maakt van de evenaar naar de Noordpool. de belangrijkste kenmerken noemen van de plantengroei in ieder klimaat dat je op die reis tegenkomt.
Andere belangrijke dingen die je hebt geleerd:
• •
Begrippen het gematigd gebied de jager-verzamelaar het klimaat het loofbos het naaldbos de neerslag de nomade de savanne de steppe de toendra het tropisch regenwoud het weer de woestijn Andere woorden uit dit blok die je belangrijk vindt:
Vaardigheden 7a Grafieken en diagrammen
Tijdwijzer Tijd van jagers en boeren
29
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 29
5/04/19 13:26
1 Op zoek naar voedsel
Keuzemenu A
Het weer op je verjaardag Weet jij wat voor weer het was op de dag dat je werd geboren? Was het koud, warm, nat of droog? Zijn er grote verschillen tussen het ene en het andere jaar? Dat ga je uitzoeken in dit menu.
1
Het weer op je verjaardag
a
Maak de opdracht online. Kies station De Bilt. Kies je geboortejaar, -maand en -dag en druk op de knop ‘toon’. Nu zie je het weer op jouw geboortedag. Hoe was het weer op jouw geboortedag? Wat is het gemiddelde weer voor je geboortedatum? Vul de tabel in. Het weer op mijn geboortedag:
Het normale weer op ...
Gemiddelde temperatuur Maximumtemperatuur (= dagtemperatuur) Minimumtemperatuur (= nachttemperatuur) Hoeveelheid neerslag (mm) Bron 17 Het weer op je geboortedag.
30
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 30
5/04/19 13:26
1 Op zoek naar voedsel
b Teken in bron 18 twee lijnen: de maximum- en minimumtemperatuur op al je verjaardagen. Zet eerst puntjes in het midden van alle kolommen. Trek daarna met rood de lijn.
50
mm
ºC
25
35 30 25
20
20 15
15
10 5 0
10
–5 5
–10 –15
0
0 1
2
3
4 5
6 7
8 9 10 11 12 13 14 15 jaar oud
–20
Bron 18 Het weer op mijn verjaardagen.
c d
Teken in bron 18 ook de staafjes met de neerslag op al je verjaardagen. Zet eerst een streepje over de breedte van de kolom van het juiste jaar. Kleur daarna de staafjes blauw. Wat zijn de weerrecords op je verjaardagen? Vul in. Laagste temperatuur: Hoogste temperatuur: Meeste neerslag:
31
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 31
5/04/19 13:26
1 Op zoek naar voedsel
Keuzemenu B
Het leven van de San Leven van de laatste jager-verzamelaars Tegenwoordig leven er nog mensen als jager-verzamelaars in het zuiden van Afrika. Het zijn de San, die ook wel Bosjemannen worden genoemd. Ze houden geen vee, maar leven van de jacht en ze verzamelen alles wat eetbaar is in de natuur: vruchten, knollen, wortels, maar ook honing en struisvogeleieren. Ze wonen nergens vast. Wel hebben ze eigen gebieden en plekken waar ze steeds terugkomen, veilige plekken in grotten of in het veld met een paar eenvoudige grashutten. Ze volgen de trek van de wilde dieren in het droge seizoen en trekken over grote afstanden binnen hun gebied. Hun kennis van sporen is groot. Ze herkennen moeiteloos van welk dier een spoor is, hoe groot de groep dieren is en of er een gewond is. Urenlang volgen de San een dier voordat ze hem neerschieten met pijl en boog. Vuur maken ze op de traditionele manier door een stokje in hout rond te draaien waardoor er hitte ontstaat. Kinderen gaan niet naar school, maar leren van de vele verhalen die bij het kampvuur worden verteld en van het overleven in de natuur. Een jongen is volwassen als hij zijn eerste antilope heeft gedood. Als een jongen een meisje vindt met wie hij wil trouwen, schenkt hij het vet van het hart van de antilope aan de ouders van zijn toekomstige vrouw. De rituele dans is voor de San heel belangrijk. Ze geloven dat ze daarmee mensen kunnen genezen. Tijdens deze dans zitten de vrouwen rond een centraal vuur, terwijl ze zingen en in hun handen klappen. De mannen dansen rond de vrouwen. Naarmate de dans intenser wordt, raken de dansers in trance. Ze zeggen dan te kunnen praten met de geesten en vragen om genezing van de zieken in de groep. In de Sancultuur is iedereen gelijk. Er is geen baas of opperhoofd. Problemen lossen ze op tijdens lange discussies waarbij iedereen de kans krijgt om zijn of haar mening te geven. Zo’n discussie gaat door totdat iedereen het eens is.
Bron 19 De San verzamelen eetbare gewassen.
32
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 32
5/04/19 13:26
1 Op zoek naar voedsel
Bron 20 De San jagen op wild.
1
Dagboek Lees Leven van de laatste jager-verzamelaars en bekijk bron 19 en 20. Kies welke opdracht je wilt doen: •• Ik schrijf een dagboek van een San-meisje. •• Ik schrijf een dagboek van een San-jongen. Beschrijf een dag uit het leven van jouw persoon. Schrijf in ieder geval iets over: •• Hoe helpt jouw persoon mee aan het verkrijgen van voedsel? •• Welke gereedschappen kan jouw persoon gebruiken? •• Jouw persoon gaat een keer wat verder van huis en komt in een dorp terecht. Hoe reageert hij/zij? Je mag natuurlijk in je dagboek ook tekeningen maken om het mooi te maken of om iets duidelijk te maken.
Keuzemenu C
Grottekeningen Maak de opdracht op de website van Mundo. Jagers en verzamelaars maakten al tekeningen. Zij tekenden over hun omgeving, over wat zij zagen: dieren bijvoorbeeld. Onderzoek hoe de eerste mensen tekeningen maakten, wat zij tekenden en maak zelf een tekening in die stijl.
33
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 33
5/04/19 13:26
2 Van rondtrekken naar een vaste woonplaats
Blok 2 Van rondtrekken naar een vaste woonplaats Waar gaat dit blok over? De eerste mensen verzamelden hun eten en alles wat ze nodig hadden in de natuur. Als na een tijdje alles op was in het gebied waar ze leefden, dan trokken ze verder naar een ander gebied waar genoeg eten te vinden was. Ze leefden als nomaden. Op een gegeven moment gingen mensen op een vaste plek wonen. Ze werden boeren. Waarom deden ze dat? Waar deden ze dat? Hoe veranderde het landschap?
34
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 34
5/04/19 13:26
2 Van rondtrekken naar een vaste woonplaats
1
Waar gaat dit blok over? a
Lees Waar gaat dit blok over? en bekijk de openingsfoto. Weet je nog? Waar leefden de eerste mensen?
b Bekijk bron 21. Het is een kaart van het gebied waar de eerste boeren gingen wonen. Waar in de wereld is dat?
c
Bekijk de openingsfoto. Is dit een foto van vroeger of van nu? Waar kun je dat aan zien?
d Wat heeft deze foto met landbouw te maken?
Het ontstaan van landbouw Toen de mensen de landbouw ontdekten, hoefden ze niet langer rond te trekken. Ze leerden hun omgeving beter kennen en kwamen erachter dat ze zelf planten konden zaaien. Zo gingen de mensen hun omgeving veranderen. Planten die niet lekker of niet bruikbaar waren, lieten ze staan. Maar de zaadjes van de grootste vruchten of lekkerste bladeren zaaiden ze. Daardoor groeiden er meer van die grote, smakelijke vruchten. Wilde plantensoorten werden steeds geschikter om te verbouwen en te eten. Het werden landbouwgewassen. De mensen zaaiden en oogsten die planten op speciale velden: akkers. Zo ontstond er akkerbouw. De mensen werden boeren. Met dieren ging het ongeveer hetzelfde. Sommige dieren gaven meer melk dan andere. De dieren die de meeste melk gaven en het gemakkelijkst te fokken waren, hielden mensen dicht bij huis. Daardoor veranderden de dieren. Wilde dieren werden tamme huisdieren, zoals de koe, het schaap en de geit. Het houden van dieren heet veeteelt. Akkerbouw en veeteelt samen is landbouw. De eerste boeren die planten en dieren geschikt maakten voor de landbouw, woonden ongeveer 10.000 jaar geleden in het Midden-Oosten. Aan de rand van de gebergten heerste een droog en vrij warm klimaat. Veel soorten planten en dieren daar waren geschikt voor de landbouw. Rivieren uit de bergen zorgden voor voldoende water. Door de vorm van het gebied heet dit gebied ook wel de Vruchtbare Halvemaan.
35
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 35
5/04/19 13:26
2 Van rondtrekken naar een vaste woonplaats
D 7 4C 6 b 5 3
f 2
E
8 e
I d
H
9 G
B c F
1
h a A
g 500 km
Bron 21 De Vruchtbare Halvemaan in het Midden-Oosten.
2
Topografie Gebruik bron 21 en de atlas. Vul de naam van de landen, wateren, streek en steden in. A
f
B
g
C
h
D
I
E
1
F
2
G
3
H
4
a
5
b
6
c
7
d
8
e
9
36
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 36
5/04/19 13:26
2 Van rondtrekken naar een vaste woonplaats
3 a
Het ontstaan van de landbouw Lees Het ontstaan van landbouw. Bedenk welke kenmerken dieren hebben die geschikt zijn als landbouwhuisdier. Kruis de juiste kenmerken aan. □□ Het dier levert bijvoorbeeld melk, vlees, wol, leer of trekkracht. □□ Het dier is niet agressief of gevaarlijk. □□ Het dier groeit snel. □□ Het dier wordt groot. □□ De mensen moeten voor het voer van het dier kunnen zorgen. □□ Het dier moet een zoogdier zijn. □□ Het dier moet in gevangenschap jongen kunnen krijgen. □□ Het dier moet goed alleen kunnen leven.
b De hond was al een huisdier voordat de eerste mensen boer werden. Bedenk waarom juist de hond een huisdier was van de jager-verzamelaars.
c
Niet alleen in de Vruchtbare Halvemaan maakten de mensen planten en dieren geschikt voor de landbouw. Ook in andere delen van de wereld gebeurde dat. Planten en dieren geschikt maken voor landbouw heet domesticatie. Zoek op internet in welk werelddeel de domesticatie van de volgende planten en dieren gebeurde. In welke periode was dat? Vul bron 22 in. Domesticatie Plant of dier
Werelddeel
Periode
Aardappel Maïs Rijst Tarwe Tomaat Geit Kip Koe Lama Paard Schaap Varken Bron 22 Wilde planten worden geschikt voor landbouw. Wilde dieren worden huis- of landbouwdieren.
37
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 37
5/04/19 13:26
2 Van rondtrekken naar een vaste woonplaats
4
a b
Soorten landbouw De landbouw bestaat uit veel verschillende onderdelen, die je op verschillende manieren kunt indelen. Vul bron 23 in. Vul in de tweede kolom in de juiste vakken in: akkerbouw, bosbouw, tuinbouw, veeteelt. Vul in de derde kolom in de juiste vakken in: aardappelen, bloemen, ei, fruit, graan, groente, hout, melk, suikerbieten, vlees, wol. grote velden
akkerbouw
graan aardappelen suikerbieten groente bloemen
kleine velden
bosbouw
landbouw
boomproduct
fruit
bomen
veeteelt
hele boom
hout
dierproduct
tuinbouw
melk ei wol
hele dier
vlees Bron 23 De indeling van de landbouw.
Aanpassingen voor de landbouw De landbouw maakte het voor mensen steeds gemakkelijker om aan voedsel te komen. Ze hoefden niet meer rond te trekken. Ze hielden daardoor tijd over om andere dingen te doen. Ze bouwden bijvoorbeeld betere huizen en zetten die bij elkaar in dorpen. Omdat ze dicht bij elkaar woonden, konden de mensen zichzelf en hun vee beter beschermen tegen wilde dieren. Zo gingen mensen samenwerken. Samen bedachten ze ook steeds handiger werktuigen om akkers te bewerken en betere manieren om voedsel klaar te maken en te bewaren. Omdat boeren meer voedsel konden produceren, konden er meer mensen in hetzelfde gebied wonen. Boeren leerden over de natuur. Planten hebben lucht, water, voedingsstoffen en licht nodig om te kunnen groeien. Of bepaalde planten groeien goed bij een bepaalde temperatuur. De voedingsstoffen in de bodem raken op als op een stuk grond steeds dezelfde planten groeien. Soms wordt de grond te droog. Boeren merkten dat op en gingen het land verbeteren voor de voedselproductie. Ze gebruikten daarvoor mest en irrigatie. Ze lieten water uit een rivier over de te droge grond lopen.
38
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 38
5/04/19 13:26
2 Van rondtrekken naar een vaste woonplaats
1
3
6
2 4 5 Bron 24 Werktuigen van de eerste mensen.
5 a
Werktuigen Lees Aanpassingen voor de landbouw. Bekijk bron 24 en 26. Wat deden de eerste boeren met de werktuigen uit bron 24? Schrijf het doel ervan op in kolom 2 van bron 25. Werktuig
Doel
Moderne vorm
1 pijlpunten
jagen, vechten
geweer, pistool
2 3 4 5
6
Bron 25 Werktuigen van de eerste mensen.
b Bedenk wat wij nu voor dat doel gebruiken. Schrijf dat in kolom 3 van bron 25 op. c
Mensen passen dingen aan als de natuur niet helemaal geschikt is voor wat ze willen verbouwen. Soms is er te weinig of juist te veel water. Soms is het te koud en te donker. Soms zitten er te weinig voedingsstoffen in de bodem. Leg bij elke foto van bron 26 uit wat er niet goed is aan het klimaat en hoe mensen dat hebben opgelost.
39
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 39
5/04/19 13:26
2 Van rondtrekken naar een vaste woonplaats
Bron 26 Aanpassingen voor de landbouw.
6 a b c d
e
Voedingsstoffen Gebruik bron 26 en 27. Gezond eten bevat verschillende soorten voedingsstoffen, die in allerlei producten zitten. Voedingsstoffen zijn bijvoorbeeld: eiwitten, koolhydraten en vitamines. Om voedsel te produceren heeft een boer diverse grondstoffen nodig uit de omgeving van het dorp. In kolom 1 van bron 27 staan grondstoffen en voedingsstoffen. Bedenk in welke producten die stoffen zitten. Schrijf die producten in kolom 2. Bedenk wat je in het landschap nodig hebt voor de verschillende producten. Bijvoorbeeld: een akker, weiland, rivier enzovoort. Schrijf dat in kolom 3 van bron 27 op. Om de omgeving van het dorp handig in te richten, is het slim om te bedenken of je de producten vaak nodig hebt. Moet je vaak naar de plek in het landschap, bijvoorbeeld om het product goed te laten groeien? Beslis per onderdeel van het landschap of het dicht bij het dorp of ver van het dorp moet liggen. Schrijf het in kolom 4 van bron 27 op. Bron 28 is de kaart van een gebied waar je je dorp kunt bouwen. De beek is al getekend. Teken in bron 28 waar je je dorp wilt bouwen en hoe je de omgeving inricht.
40
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 40
5/04/19 13:26
2 Van rondtrekken naar een vaste woonplaats
Grondstoffen en voedingsstoffen voor:
Product
Nodig in het landschap
Dichtbij of veraf?
bouwmateriaal brandstof, energie eiwitten
vlees, melk en eieren
koolhydraten
granen, knollen en wortels
vezels, vitaminen, mineralen wassen, koken en drinken Bron 27
beek
Bron 28 De inrichting van de omgeving van een dorp.
De verspreiding van de boeren Het houden van dieren had ook nadelen. Omdat er veel contact was tussen mens en dier, konden mensen ziek worden van zieke dieren. Als een dierziekte een mensenziekte werd, gingen er veel mensen dood. Uiteindelijk overleefden alleen de mensen die fit genoeg waren om van zo’n ziekte te herstellen. Jager-verzamelaars leefden niet met dieren, onder hen vond dus niet op dezelfde manier natuurlijke selectie plaats. Toen zij veel later in aanraking kwamen met dit soort ziektes, konden zij daar niet tegen en stierven ze. Soms kregen mensen in dorpen ruzie met de bewoners van een ander dorp, bijvoorbeeld over een stuk vruchtbare grond. Daardoor ontstonden er gevechten en oorlogen. Het dorp met de best getrainde vechters en de beste wapens won. Zo werden de boeren steeds beter in oorlog voeren. Toen de boeren zich vanuit de Vruchtbare Halvemaan verspreidden naar andere werelddelen, konden ze de jager-verzamelaars vaak gemakkelijk wegjagen. De boeren gebruikten de spullen die ze hadden ontwikkeld sinds ze op een vaste plek waren gaan wonen. Ze konden in de strijd bijvoorbeeld paarden gebruiken en zij hadden zwaardere wapens leren maken, omdat zij niet met hun bezittingen hoefden rond te trekken.
41
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 41
5/04/19 13:26
2 Van rondtrekken naar een vaste woonplaats
gerst tarwe kikkererwten linzen erwten gierst
zonnebloem
rijst (lange korrel)
pompoen mais
sorghum
zoete aardappel
rijst (korte korrel) meloen
bonen
pompoen
cassave quinoa
4.000 km
Bron 29 Gebieden waar wilde planten landbouwplanten zijn geworden.
7 a
De eerste landbouw Bekijk bron 29. Zoek in bron 29 de Vruchtbare Halvemaan op. Daar werden van wilde planten voor het eerst landbouwplanten gemaakt. Welke planten werden in dit gebied als eerste verbouwd?
b Wat valt je op aan de hoeveelheid planten die in de Vruchtbare Halvemaan werden verbouwd?
c
Bekijk nu de hele kaart. Uit welk gebied komen de planten die in Europa worden verbouwd vooral?
d Teken in bron 29 een pijl van dat gebied naar Europa. e Bedenk waarom de Europese landbouwplanten vooral uit dat gebied komen.
42
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 42
5/04/19 13:26
2 Van rondtrekken naar een vaste woonplaats
Daar en nu
Deel Amazonewoud mag worden gekapt Brazilië vindt het goed dat er in het Amazonewoud meer bomen worden gekapt om goud, ijzer en andere grondstoffen te winnen. Een gebied zo groot als Nederland mag ontgonnen worden. Maar volgens de regering van Brazilië blijven daarin wel negen gebieden beschermd. Toch zijn natuurbeschermers bang dat ook in die gebieden gekapt gaat worden. Door het gebied beschikbaar te stellen, hoopt de regering bedrijven aan te trekken die voor meer werk zorgen. Brazilië zit in de ergste crisis sinds dertig jaar. Het Wereldnatuurfonds waarschuwde dat het winnen van grondstoffen in het Amazonegebied zou leiden tot ontbossing, vernietiging van waterbronnen en het verdwijnen van planten en diersoorten. Sinds het begin van de 21e eeuw was de jaarlijkse boskap in Brazilië juist sterk afgenomen doordat er een verbod was op het kappen van bomen om ruimte te maken voor het verbouwen van veevoer. Sinds 1970 is twintig procent van het Amazonebos verdwenen.
Bron 30 Een stuk bos gekapt in het regenwoud.
8
Amazonewoud Lees Daar en nu: Deel van Amazonewoud mag worden gekapt.
a De uitbreiding van de landbouw naar Europa zorgde voor het verdwijnen van natuurlijke bossen. Het hout werd gebruikt en de grond werd veranderd in akkers. Voor welk doel wordt het bos in Brazilië gekapt?
b Waarom vindt de Braziliaanse regering het goed dat het bos wordt gekapt?
43
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 43
5/04/19 13:26
2  Van rondtrekken naar een vaste woonplaats
c
Bekijk de foto in bron 30 goed. Het bos is gekapt, maar de houtzagers hebben niet alle bomen afgevoerd. Bedenk waarom er bomen zijn achtergebleven.
d Gebruik Vaardigheid 4b Stappenplan eigen mening. Denk aan wat je in blok 1 hebt geleerd over het tropisch regenwoud. Europese natuurbeschermers protesteren tegen het kappen van het Amazonewoud. Maar de Brazilianen zeggen dat de Europeanen niets over hun land te zeggen hebben. De Europeanen hebben immers zelf al lang geleden bijna alle Europese bossen omgehakt! Met wie ben jij het eens? Leg je antwoord uit.
De eerste boeren in Nederland De eerste boeren in Nederland konden niet precies dezelfde planten verbouwen als de eerste boeren in het Midden-Oosten. Nederland had immers een ander klimaat. Het was hier kouder en natter. Daarom kozen de boeren in Nederland granen, bonen en erwten en pasten die soorten verder aan. Ook zochten de boeren noten, bessen en vruchten die hier in het wild groeiden en zij maakten die geschikt om zelf te kweken. Daarnaast bleven ze jagen en vissen. Omdat het in Nederland kouder was dan in het Midden-Oosten, hadden de mensen hier andere huizen en kleding nodig en ook brandstof. Voor al die zaken waren ze afhankelijk van materialen die ze in de natuur vonden. Huizen werden daarom gebouwd van hout, leem, stro en riet. Ze kapten bomen voor brandstof en ze lieten hun vee grazen in het deel van het bos dat niet werd gekapt. Omdat het vee vooral gras en jonge boompjes at, veranderde dat bos. Langzaam veranderde de landbouw het natuurlandschap in een door mensen ingericht landschap. De eerste boeren in Nederland woonden ongeveer 7.000 jaar geleden in Zuid-Limburg. Die periode heet de steentijd. De meeste voorwerpen die later zijn teruggevonden, zijn namelijk gemaakt van steen. Daarnaast maakten de mensen gebruiksvoorwerpen van hout, been (botten) en aardewerk. De boerderijen uit de steentijd zijn helemaal verdwenen. Toch kun je terugvinden waar ze hebben gestaan, omdat de palen van de boerderij de grond hebben verkleurd. De meest opvallende resten van de eerste boeren in Nederland vind je in Drenthe: de hunebedden. Dit waren grafkamers, waarin de doden werden begraven.
44
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 44
5/04/19 13:26
2 Van rondtrekken naar een vaste woonplaats
9 a
Hunebedden Lees De eerste boeren in Nederland en bekijk bron 31 en 32. Leg uit waarom je geen boerderijen uit de steentijd terugvindt, maar wel hunebedden.
b Hunebedden zijn gebouwd zonder machines, zelfs zonder wielen. Het kostte dus veel moeite om de stenen te verplaatsen en op elkaar te stapelen. Bedenk wat je daaruit kunt afleiden over hoe belangrijk de mensen het begraven van de doden vonden.
c
Zie je in bron 32 een natuurlandschap of een ingericht landschap? Leg je antwoord uit.
d Horen bomen bij een ingericht landschap? Leg je antwoord uit.
Bron 31 Aan verkleuringen in de grond kun je zien waar in de steentijd palen van boerderijen hebben gestaan.
Bron 32 Een hunebed in Drenthe.
45
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 45
5/04/19 13:26
2 Van rondtrekken naar een vaste woonplaats
10
a
Eerste boeren Bekijk online het filmpje over het leven van de eerste boeren. De eerste boeren maakten bijna alles zelf wat ze nodig hadden om te leven. Schrijf een voorbeeld op van iets wat jij niet kunt.
b Schrijf een voorbeeld op van iets wat jij wel kunt, maar liever niet doet. c
Leg uit waarom je dat liever niet doet.
d Schrijf iets op wat jij ook zelf doet of maakt.
Bron 33 De kerk in Odoorn, een dorp in Drenthe, is voor een deel gebouwd van hunebedstenen.
11 a
b
c
Bouwmaterialen
Stap hoger
Bekijk bron 33. De eerste kerken in Nederland werden veel later gebouwd dan de hunebedden. De hunebedden werden toen al lang niet meer als begraafplaats gebruikt. Veel hunebedden zijn zelfs verdwenen, omdat mensen de stenen opnieuw wilden gebruiken. Daarvoor werden de stenen bewerkt tot rechte blokken. Omcirkel in bron 33 het stuk van de kerk dat van hunebedstenen is gebouwd. Zitten de hunebedstenen in een oud of een nieuw stuk van de kerk? Leg uit waaraan je dat ziet.
Toen de eerste kerken in Drenthe werden gebouwd, werden alle huizen nog van hout, leem, stro en riet gemaakt. Bedenk waarom mensen een kerk van stenen wilden bouwen.
46
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 46
5/04/19 13:26
2 Van rondtrekken naar een vaste woonplaats
d Bekijk het filmpje. In onze tijd bouwen we huizen van bakstenen. Die stenen maken mensen van gebakken klei. De keien van hunebedden zijn natuurlijke stenen. Ze heten ook wel zwerfstenen. Hoelang geleden zijn die zwerfstenen naar Nederland gekomen? Op welke manier? En waar komen ze vandaan? Kijk naar het filmpje voor je antwoord.
e Er zijn nog ongeveer vijftig hunebedden in Drenthe. Die zijn beschermd. Vind jij het belangrijk dat hunebedden worden beschermd? Leg je antwoord uit.
Online op de site van het hunebedcentrum vind je meer informatie over hunebedden.
12
Archeologie
Stap meer
Archeologie is de wetenschap die het verleden onderzoekt door opgravingen te doen. Op veel plekken in Nederland zijn opgravingen gedaan. Sommige vertellen iets over jager-verzamelaars, andere iets over de eerste boeren, maar ook over latere tijden. Ga naar de site Archeologie op de kaart en kies een opgraving bij jou in de buurt. Schrijf in ongeveer 50 woorden op wat deze opgraving vertelt over het leven in die tijd. Als je rechtsboven op het symbool menu klikt, kun je een tijdperk kiezen.
Verschillende producten uit verschillende streken In blok 1 leerde je dat het klimaat bepaalt welke planten ergens kunnen groeien. Dat geldt natuurlijk ook voor landbouwplanten. Producten uit het tropisch regenwoud die wij kennen, zijn bijvoorbeeld koffie, cacao, bananen, mango’s, rijst en palmolie. Verder van de evenaar af heeft het klimaat een droog seizoen en vind je de savanne en steppe. Boeren verbouwen daar graan. Dat is niet zo gek, want graansoorten zijn eigenlijk verbeterde grassoorten. Andere producten uit die streken die ook bij ons worden verkocht, zijn katoen en pinda’s. Wij wonen in een gematigd klimaat. In gebieden met een gematigd klimaat zijn er verschillende seizoenen: een koude winter en een warme zomer. De lengte van de seizoenen verschilt. In gebieden met een lange, warme zomer groeien sinaasappels en druiven. Als de zomers korter en koeler zijn, verbouwen de boeren aardappelen en bosbessen. In de koude klimaten bij de polen is het te koud voor bomen. Daar groeien maar weinig planten die geschikt zijn voor de landbouw. Op de toendra groeien vooral grassen en mos, rendieren smullen daarvan. Er zijn ook nog streken op aarde die helemaal ongeschikt zijn voor landbouw. Dat zijn plekken waar helemaal niets groeit, bijvoorbeeld omdat het er zo koud is dat er alleen maar landijs ligt. In woestijnen regent het bijna nooit en door de droogte groeit er niets.
47
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 47
5/04/19 13:26
2 Van rondtrekken naar een vaste woonplaats
13 a
Tropische producten Lees Verschillende producten uit verschillende streken. Zet de volgende producten op volgorde van waar ze worden verbouwd (van evenaar naar pool). Schrijf in de hokjes voor de producten de cijfers 1 t/m 7. 1 is het dichtst bij de evenaar, 7 is het verst van de evenaar. Je mag internet gebruiken om het op te zoeken. appel
druif
banaan
kokosnoot
bosbes
pinda
citroen
b Sommige tropische producten, zoals koffie en cacao, zijn al heel lang in Europa bekend. Andere, bijvoorbeeld mango’s en avocado’s, liggen eigenlijk nog maar sinds het begin van deze eeuw in de supermarkt. Bedenk wat dat te maken heeft met de opslag en het transport van die producten.
14
a
Kaart Bekijk de kaart op bladzijde 104-105. Bekijk de legenda van de kaart. Wat denk jij? Wat zijn de belangrijkste producten voor het voeden van de wereldbevolking?
b Maak van verschillende producenten (landen) een top 3. c
Schrijf in bron 34 de grootste producent op 1 en de volgende op 2 en 3. Het rijtje van tarwe is al voorgedaan. Welke landen komen het vaakst voor in de rijtjes?
d Bedenk waarom die landen zo veel landbouwproducten produceren. e Bekijk het rijtje met de waarde van de landbouwproducten die landen verkopen aan andere landen (exportwaarde). Welk land valt op in dat rijtje?
48
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel Blok2_Van rondtrekken naar vaste woonplaats.indd 48
9/04/19 12:48
2 Van rondtrekken naar een vaste woonplaats
f
Bedenk welk landbouwproduct ervoor zorgt dat dat land in het lijstje voorkomt.
Tarwe
Rijst
Mais
Gierst
Aardappelen Exportwaarde van landbouwproducten
1
China
Verenigde Staten
2
India
Nederland
3
Verenigde Staten
Duitsland
Bron 34 Grootste landbouwproducenten.
15
Landbouwgewassen
Bekijk de kaart op bladzijde 104-105 nog een keer. a Op de kaart staan misschien landbouwgewassen die je niet kent. Ga naar Wikipedia voor meer informatie over die gewassen. Zoek er een foto bij en onderzoek op welke manier het gewas wordt gegeten. b Er staan ook heel veel landbouwgewassen niet op de kaart. Op Wikipedia kun je daar veel informatie over vinden. Kies een gewas of product dat je goed kent. Denk aan: aardappel, ananas, appel, tomaat of ui. Maak alleen of samen met een andere leerling een kleine poster (A4 of A3, staand formaat) over zo’n gewas. Je mag schrijven, tekenen, maar ook op de computer werken. Zet op de poster in elk geval: •• in welk gebied de plant in het wild voorkwam (en een kaart van dat gebied); •• wanneer de plant als landbouwgewas gebruikt ging worden; •• een foto van de plant en/of het deel dat je eet; •• hoe de plant wordt verbouwd, bewerkt en gegeten; •• andere opvallende dingen aan de plant. c Plak alle posters aan elkaar tot een grote poster voor in het lokaal. Bedenk met je klasgenoten of je dat op volgorde van tijd, gebied of een ander kenmerk doet.
49
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel Blok2_Van rondtrekken naar vaste woonplaats.indd 49
9/04/19 12:48
2 Van rondtrekken naar een vaste woonplaats
16
Samenvatting
Op een rij
Maak van iedere tekst in dit blok een samenvatting van één zin. Doe het zo: •• Lees elk tekstblok. •• Bedenk wat de belangrijkste twee of drie woorden van de tekst zijn. •• Maak van die woorden één zin van maximaal 20 woorden.
17
a
Van rondtrekken naar vaste woonplaats
Terugblik
Waarom werden mensen boeren? Hoe veranderde het landschap door de landbouw? Vergelijk de eerste boeren met jager-verzamelaars. Waarom kon je beter boer zijn?
b Waarom kon je beter jager-verzamelaar zijn? c
Noem twee manieren waarop mensen het landschap hebben aangepast om aan landbouw te kunnen doen.
d Wat is je conclusie? Kies het juiste antwoord. □□ Voedselzekerheid (zeker weten dat je altijd genoeg te eten hebt) is voor mensen belangrijker dan op een gemakkelijke manier aan eten komen. □□ Op een gemakkelijke manier aan eten komen is voor mensen belangrijker dan voedselzekerheid.
50
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 50
5/04/19 13:26
2 Van rondtrekken naar een vaste woonplaats
Kennen en kunnen Als je klaar bent met dit blok, kun je:
• • • • • • • • • •
vertellen hoe mensen planten gingen verbouwen en dieren gingen houden. uitleggen wat het verschil is tussen akkerbouw, veeteelt en landbouw. de belangrijkste landen, wateren, streken en steden in het Midden-Oosten aanwijzen op een kaart. voorbeelden noemen van hoe mensen het landschap veranderden om aan landbouw te kunnen doen, vroeger en nu. drie redenen noemen waarom boeren zich over de hele wereld hebben verspreid en jager-verzamelaars hebben verdreven. voorbeelden noemen van waar en waarom mensen nu nog steeds natuurlandschappen veranderen in een ingericht landschap. vertellen waar in Nederland de eerste boeren woonden. voorbeelden noemen van resten van de eerste boeren in Nederland. uitleggen waarom boeren in verschillende delen van de wereld verschillende producten verbouwen. vertellen in welke landen van de wereld het meeste voedsel wordt geproduceerd.
Andere belangrijke dingen die je hebt geleerd:
• •
Begrippen de akkerbouw het ingerichte landschap de irrigatie de landbouw het natuurlandschap de natuurlijke selectie de steentijd de veeteelt Andere woorden uit dit blok die je belangrijk vindt:
Vaardigheden 4b Stappenplan eigen mening
Tijdwijzer Tijd van jagers en boeren
51
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 51
5/04/19 13:26
2 Van rondtrekken naar een vaste woonplaats
Keuzemenu A
Stadslandbouw In steden wordt ook aan landbouw gedaan. Maak een model van de landbouw rond de stad en voorspel of de stad voor zichzelf kan zorgen.
Stadslandbouw Stadslandbouw is het verbouwen van voedsel in de stad. Er zijn veel verschillende vormen van stadslandbouw: de simpelste vorm is een tomatenplant in een pot op het balkon. De modernste vorm is een hightechkas in een verlaten kantoorgebouw. Maar er zijn ook volkstuincomplexen, tuinen die buurtbewoners samen bewerken, en zorgboerderijen aan de rand van de stad. Soms zijn het vrijwillige projecten. Soms zijn het bedrijven, die er geld mee verdienen. Het gaat niet alleen om het verbouwen van het voedsel, maar ook om de verwerking en verspreiding van het voedsel naar de klant. Doordat er steeds meer mensen in steden wonen, weten veel mensen niet waar hun voedsel vandaan komt. Als het voedsel in de stad wordt verbouwd, wordt dat weer zichtbaar. Dat is om verschillende redenen belangrijk.
•
•
•
1
Als mensen in de stad zelf voedsel verbouwen, werken ze samen en leggen ze contacten. Omdat het lichamelijk werk is, is het een gezonde manier van vrijetijdsbesteding. Voor het werken in een tuin heb je andere vaardigheden nodig dan voor typische stadsbanen in een winkel of op een kantoor. Mensen die daar niet zo goed in zijn, krijgen door stadslandbouw een kans om zulke talenten te ontdekken. Door stadslandbouw komt er meer groen in de stad en daardoor komen er meer insecten, bijen en vogels. De planten nemen CO2 op uit de lucht en filteren de lucht, die daardoor schoner wordt. Door het groen wordt de stad in warme zomers ook minder heet. Omdat er minder voedsel van buiten de stad gehaald hoeft te worden, is er minder vervoer en daarom ook minder brandstofgebruik voor voedseltransport. Vaak wordt bij stadslandbouw met weinig bestrijdingsmiddelen gewerkt. Er komt meer werk in de stad. Omdat de stad groener is, ziet de omgeving er mooier uit en daardoor worden verloederde en onbenutte gebieden in de stad meer waard. Ook zal er meer duurzaam geproduceerd voedsel beschikbaar zijn.
Stadslandbouw a
Lees Stadslandbouw en bekijk bron 35. Ken je voorbeelden van voedselproductie in je eigen omgeving?
b Stadslandbouw is niet nieuw. Op bron 35, de kaart van Delft uit 1649, zie je landbouw binnen en vlak buiten de stad. Kijk goed naar de grootte van de akkers en tuinen. Bedenk welke producten je zelf kent die vooral bij stadslandbouw worden geproduceerd.
52
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 52
5/04/19 13:26
2 Van rondtrekken naar een vaste woonplaats
c
Bedenk twee redenen waarom juist die producten in de buurt van de stad worden verbouwd.
d Stel dat je het land rond een stad helemaal opnieuw mag inrichten voor de voedselproductie. In welke volgorde van dichtbij naar veraf zou je dan de volgende producten gaan produceren? graan, aardappelen en suikerbieten – groente en fruit – melk, boter, kaas en eieren – vleeskoeien en schapen
e Houd rekening met de redenen die je in opdracht 1c hebt opgeschreven en redenen uit de
f
g
tekst. Maak een model van de landbouwgebieden op een vel A4-papier. Teken de stad in het midden en daaromheen cirkels met jouw voorstel voor de inrichting van de landbouwgebieden. Schrijf er in het kort bij waarom je het zo hebt gedaan. Vergelijk je tekening met die van je klasgenoten en een model van je leraar. Welke overeenkomsten en verschillen zijn er?
Bedenk of je met stadslandbouw alle voedsel voor de hele stad kunt produceren. Leg je antwoord uit.
Bron 35 Een stukje van de kaart van Delft uit 1649. 53
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 53
5/04/19 13:26
2 Van rondtrekken naar een vaste woonplaats
Keuzemenu B
Eten van de hele wereld 1
Eten van de hele wereld
a
b
c
Jouw eten komt van over de hele wereld. Bekijk bron 36 maar eens. Op de bordjes bij de groente en het fruit in de supermarkt staat waar het product vandaan komt. Als het voedsel is verpakt, staat het land waar het vandaan komt vaak op de verpakking. Verzamel landen en producten. Doe het zo: •• Ga thuis op zoek naar verpakkingen van voedsel. Maak ze schoon en neem ze mee naar school. •• Neem in de supermarkt of op de markt foto’s van bordjes waar de herkomst van het voedsel op staat. •• Spreek met elkaar en je docent af wie waar op let. Verdeel de klas in groepen. Je kunt bijvoorbeeld met een groepje leerlingen een werelddeel voor je rekening nemen of een bepaald soort product, bijvoorbeeld: groente, fruit, vis (in blik), overig. Maak in de klas een grote wereldkaart. Teken bijvoorbeeld de wereld op het whiteboard in de klas of op een heel groot vel papier. Print de foto’s. Plak de foto’s en de verpakkingen in het juiste land op de kaart. Zorg dat je nog wel kunt zien om welk land het gaat. Bekijk de wereldkaart op bladzijde 104-105. Uit welke landen komen weinig voedingsmiddelen? Bedenk wat dat te maken heeft met de bevolkingsdichtheid, het klimaat en de afstand tot Nederland. Gebruik zo nodig de atlas om ten minste drie ‘lege’ gebieden op de kaart uit te leggen. Schrijf je antwoorden op een apart vel papier.
Bron 36 Op de groente- en fruitafdeling van de supermarkt vind je producten uit de hele wereld.
54
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel Blok2_Van rondtrekken naar vaste woonplaats.indd 54
9/04/19 12:49
2 Van rondtrekken naar een vaste woonplaats
Keuzemenu C
Irrigatie in de woestijn Maak de opdracht op de website van Mundo. De oude Egyptenaren wisten het al: voor landbouw heb je vruchtbare grond en water nodig. Saudi-Arabië is een land met veel woestijn. Je gaat uitpuzzelen hoe de landbouw in dat land voor voldoende voedsel kan zorgen voor haar snelgroeiende bevolking.
55
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 55
5/04/19 13:26
3  Landbouw in de woestijn
Blok 3  Landbouw in de woestijn Waar gaat dit blok over? Het oude Egypte is een van de vroegste beschavingen in de wereld. Aan de oevers van de rivier de Nijl ontstonden indrukwekkende steden, piramides en tempels. De Egyptenaren konden al schrijven, terwijl de mensen in ons land nog aan het jagen en verzamelen waren! Hoe konden zij voedsel verbouwen in de woestijn? Hoe konden Egyptenaren zulke grote tempels en piramides bouwen? Waarom is deze cultuur eigenlijk verdwenen?
56
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 56
5/04/19 13:26
3  Landbouw in de woestijn
1
Waar gaat dit blok over? a
Wat weet jij al van Egypte? Schrijf hieronder vijf woorden op. 1
4
2
5
3
b Vergelijk je woorden met die van je buurman. Omcirkel dezelfde woorden.
c
Welke woorden had jij niet opgeschreven, maar je klasgenoot wel? Schrijf ze hier op.
d Bekijk de openingsfoto. Deze boer maakt akkertjes in de woestijn. Bedenk wat je op deze foto niet ziet, maar wat er toch nodig is om plantjes te laten groeien.
Geschenk van de Nijl De Nijl is 6.853 kilometer lang en daarmee de langste rivier van de wereld. De bronnen van de Nijl liggen diep in de oerwouden van Afrika. De bron van een rivier is de plek waar de rivier begint. Het water stroomt daarna door de grootste en heetste woestijn van de wereld naar de Middellandse Zee. Wanneer het regenseizoen begint, wordt de rivier snel breder. Soms zo breed dat je de overkant niet meer kunt zien. Het water komt zo hoog dat de oevers onderlopen. In het water zweven klei en zand. Dit heet sediment of slib. Het vruchtbare slib zakt naar de bodem en blijft achter als het water zakt. Zo wordt de grond steeds vruchtbaarder. De oude Egyptenaren konden alleen op die smalle vruchtbare strook langs de rivier voedsel verbouwen. Die smalle strook leverde heel veel graan. Dat is heel bijzonder in een woestijnland waar het bijna nooit regent.
2 a
Geschenk van de Nijl Lees Geschenk van de Nijl. De Nijl ontstaat uit twee zijrivieren: de Blauwe Nijl en de Witte Nijl. In welk land begint de Blauwe Nijl?
b Bij welk groot meer begint de Witte Nijl? c
Welk klimaat vind je bij dit meer?
d Welke klimaten komt de Nijl nog meer tegen op weg naar de Middellandse Zee?
57
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 57
5/04/19 13:26
3 Landbouw in de woestijn
Nijldelta Suezkanaal Alexandrië Cairo El Faiyum
N ijl LIBIË
SAUDI-ARABIË Aswan
jl Ni TSJAAD
a b
500 km
tropisch regenwoudklimaat
+ 4620 m Ethiopisch woestijnklimaat Hoogland
savanneklimaat
Middellandse Zeeklimaat
steppeklimaat
gematigd klimaat met droge winter Addis Abbeba ETHIOPIË
Bron 37
3
ERITREA
Khartoum SUDAN
Klimaten Gebruik bron 37. Als de Nijl overstroomt, komt het gebied langs de rivier onder water te staan. Daar blijft vruchtbaar slib achter. Kleur deze strook groen op de kaart in bron 37. Hoe ziet de rest van Egypte eruit?
c Kleur de klimaten in op de kaart. Kleur ook de vakjes van de legenda. d Bedenk een titel voor de kaart.
58
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 58
5/04/19 13:26
3 Landbouw in de woestijn
e
Schrijf de cijfers en letters van de volgende steden, historische plaatsen en wateren op de juiste plaats in de kaart. Steden
Historische plaatsen
Wateren
1 Caïro
I Aboe Simbel
a Nijl
2 Alexandrië
II Vallei der Koningen
b Suezkanaal
3 Port Said
III Piramides van Gizeh
c Middellandse Zee
4 Suez
d Rode Zee
5 Hurghada
e Aswandam
6 Luxor
Sedimentatieproef Wat heb je nodig? • een afsluitbare glazen pot, bijvoorbeeld van appelmoes • klei, zand en kleine steentjes • water Dit ga je doen • Vul de glazen pot voor ongeveer de helft met klei, zand en de steentjes. • Vul de rest van de pot met water. • Sluit de pot goed af. • Schud de pot, zodat alles goed door elkaar gaat. • Zet de pot op een tafel en kijk wat er gebeurt. Bron 38 Sedimentatieproef
4 a
Proef
Stap meer
Lees bron 38. Voer de proef van bron 38 uit. Beschrijf wat je ziet.
59
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 59
5/04/19 13:26
3 Landbouw in de woestijn
b Vergelijk de pot als alles is bezonken met de doorsnede van de Nijl in bron 39. Let op de volgorde van de steentjes, het zand en de kleideeltjes. Vul de legenda van bron 39 in. Gebruik de woorden: hoogwater - klei/slib - laagwater - steentjes - zand.
..................................................
1
..................................................
.................................................. ..................................................
..................................................
Bron 39 De Nijl in de natuurlijke situatie.
c
Bedenk waarom op de akkers van Egyptische boeren geen steentjes liggen.
Irrigatie Het water in de Nijl staat een korte periode hoog. Om langer van het water gebruik te maken bedachten de Egyptenaren een manier om het water uit de Nijl op te vangen. Ze legden dijken aan en groeven kanalen naar hun akkers. Zo konden de boeren het water opvangen, bewaren en gebruiken, wanneer het waterpeil in de rivier weer zakte. Zo maakten de Egyptenaren al gebruik van irrigatie. De boeren konden hierdoor meer voedsel verbouwen. De Nijl zorgde niet alleen voor vruchtbare grond, maar ook voor drinkwater, vissen en watervogels. Bovendien was de rivier goed bevaarbaar. Met schepen konden de opbrengsten van de landbouw gemakkelijk naar de grote steden worden vervoerd. Deze lagen allemaal aan de Nijl.
Bron 40 Dwarsdoorsnede van de Nijl. 60
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 60
5/04/19 13:26
3 Landbouw in de woestijn
5 a
Irrigatie Lees Irrigatie en bekijk bron 40. Zet de nummers van de volgende zinnen op de juiste plek in bron 40. 1 In de zomer en het najaar overstroomt de Nijl. 2 In de winter staat het water in de Nijl laag. 3 Als het water na een overstroming zakt, blijft er water achter de dijkjes staan.
b Zet de volgende woorden op de juiste plek in bron 40.
• • • •
c
dijk Nijl Nijldal waterreservoir
Bedenk waarom de Egyptische boeren moesten samenwerken bij het aanleggen van dijken en het graven van kanalen naar hun akkers.
d Leg in je eigen woorden uit wat irrigatie is.
6 a
De Nijl Egypte wordt ook weleens het geschenk van de Nijl genoemd. Leg deze zin in je eigen woorden uit.
b Noem drie manieren waarop de Egyptenaren het water uit de Nijl gebruikten.
61
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 61
5/04/19 13:26
3  Landbouw in de woestijn
Specialisatie Omdat het slib van de rivier de Nijl erg vruchtbaar is, was de oogst groot in het oude Egypte. Door die grote opbrengst was het niet nodig dat iedereen bezig was met het verbouwen van voedsel. Niet iedereen hoefde meer boer te zijn en dus gingen mensen zich specialiseren in het verwerken van voedsel. Er kwamen molenaars en bakkers. Iemand die goed schoenen kon maken, ging dat voor het hele dorp doen. Zo ontstonden er verschillende beroepen. En er kwamen handelaren die goederen uit het ene dorp in het andere verkochten. Als mensen samenwerken en van elkaar afhankelijk zijn, moeten er afspraken worden gemaakt. Sommige mensen kregen daarbij meer macht dan anderen. De farao had de meeste macht. De Egyptenaren geloofden dat de farao door de goden gestuurd was om hen te leiden. De farao liet de boeren belasting betalen, niet in geld maar in graan. Zijn ambtenaren haalden het graan bij de boeren op. In ruil daarvoor zou de farao een goed woordje doen bij de goden, zodat die de boeren zouden beschermen tegen misoogsten en aanvallen van vijanden. Met het graan betaalde de farao de mensen die voor hem werkten: de werklieden, priesters en ambtenaren. Zij hoefden dus niet zelf graan te verbouwen, maar kregen het in ruil voor hun werk. De samenleving werd steeds ingewikkelder. Kleine dorpen groeiden uit tot steden. Er ontstond een landbouwstedelijke samenleving. Sommige farao’s werden heel machtig en rijk.
7 a
Specialisatie Lees Specialisatie. Bedenk vijf beroepen die als eerste in het oude Egypte ontstonden, toen niet iedereen meer boer hoefde te zijn.
b Bedenk waarom juist deze beroepen als eerste ontstonden.
c
8 a
Stel dat jij in het oude Egypte woonde. Welk beroep zou je willen hebben als je geen boer meer was?
Beroepen Lees Specialisatie. Schrijf alle beroepen op die je tegenkomt in Specialisatie.
62
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 62
5/04/19 13:26
3 Landbouw in de woestijn
b De farao had de meeste macht. Maar er waren ook slaven, die hadden heel weinig macht. Schrijf de beroepen die je bij de vorige vraag hebt opgeschreven in bron 41 op de juiste plaats.
farao
........................................................................................................................................
........................................................................................................................
........................................................................................................... ......................................................................................................
slaven
• • • •
ambtenaren bakkers boeren handelaren
• • • •
molenaars priesters schoenmakers werklieden
Bron 41 Gelaagdheid in de Egyptische samenleving.
c
Bedenk of de gelijkheid tussen mensen groter of kleiner is geworden door de komst van de landbouw. Leg je antwoord uit. De gelijkheid is kleiner / groter geworden, want
d Vul de volgende woorden op de juiste plaats in bron 42 in: boeren – diensten – graan – geld – iedereen die werkt – landbouw. Egypte
Nu
De farao betaalde zijn ambtenaren in
. De regering betaalt haar ambtenaren in
De farao kreeg belasting van
. De regering krijgt belasting van
.
. De meeste mensen werkten in de
. De meeste mensen werken in de
.
Bron 42 63
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 63
5/04/19 13:26
3  Landbouw in de woestijn
Griekse schrijver De Griekse schrijver Herodotos schreef in 400 voor Christus: De farao liet alle kanalen graven die er momenteel in Egypte zijn. Hij wilde de steden die landinwaarts op enige afstand van de Nijl lagen van water voorzien. Tot dan toe hadden de inwoners een tekort aan water als het peil van de rivier zakte. Ze moesten zich behelpen met vies stilstaand water. Vandaar al die sloten tegenwoordig in Egypte. Bron 43  Een Griekse schrijver over Egypte.
9
a
Egypte Lees bron 43. Egypte moet vroeger al een fascinerend land zijn geweest voor bezoekers uit andere landen. Door de eeuwen heen bezochten veel volkeren dit bijzondere land met zijn mysterieuze bouwwerken en cultuur. Bedenk hoe het zou zijn als jij opeens een week in het oude Egypte zou rondlopen. Schrijf een kort reisverslag.
b Hoe zou je in het oude Egypte merken dat de farao heel machtig was?
c
10
Bedenk wat een oude Egyptenaar van onze moderne wereld zou vinden. Waar zal hij het meest van schrikken? Beschrijf dit in minimaal vijf zinnen.
Oude Egypte Stel je voor dat een groepje oude Egyptenaren in onze moderne wereld terecht zou komen. Van wie zouden zij dan denken dat het belangrijke mensen zijn? Leg je antwoord uit.
64
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 64
5/04/19 13:26
3 Landbouw in de woestijn
Het ontstaan van het schrift Het is best lastig als je altijd alles moet onthouden. Spiekbriefjes, boodschappenlijstjes of een berichtje op je telefoon zijn toch wel erg handig. De boeren in Egypte maakten die lijstjes ook. Om de opbrengst van de landbouw bij te houden, kerfden ze tekens in kleitabletten. Zo wisten ze precies hoeveel zakken graan ze nog hadden. Op de kleitabletten werden al snel kleine tekeningetjes gemaakt: hiërogliefen. Na een paar jaar wisten ze ook of ze genoeg hadden tot de volgende oogst en konden de Egyptische boeren voorraden aanleggen voor slechtere tijden. Overschotten konden ze ruilen tegen bijvoorbeeld een schaap of een werktuig. De ambtenaren die het graan ophaalden bij de boeren, hielden een administratie bij. Ambtenaren schreven wetten op. Dat zijn regels over wat wel en niet mag. Tempels werden versierd met hiërogliefen. Zo ontstond het eerste schrift en werden kennis en gedachten van mensen bewaard voor later. Met het ontstaan van het schrift begint de geschiedenis. De tijd voor de uitvinding van het schrift noemen we de prehistorie. Pre betekent voor en historie betekent geschiedenis of verhaal.
11 a
Schrift Lees Het ontstaan van het schrift. Wat vind jij de belangrijkste afspraak bij jou in de klas?
b Waarom is het belangrijk om je aan afspraken te houden? c
12 a
Bedenk een voorbeeld waarbij het goed kan zijn om je niet aan de wet te houden.
Prehistorie Wat betekent prehistorie?
b Welke andere woorden ken je die beginnen met pre? Weet je wat ze betekenen?
c
Hoe werden de verhalen in de prehistorie bewaard?
d Bedenk een voordeel van het gebruik van het schrift.
65
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 65
5/04/19 13:26
3 Landbouw in de woestijn
Daar en nu
Beeldtaal Het Chinese schrift is een beeldtaal, net als de hiërogliefen van de oude Egyptenaren. Elk woord of deel van een woord heeft een eigen karakter (teken). Chinees is erg moeilijk om te leren. Er zijn namelijk wel 40.000 verschillende karakters. Flink oefenen dus. Maar met veel fantasie zie je soms wat het betekent. De meeste talen nu gebruiken een alfabet. Dat is een stuk eenvoudiger. Je hebt immers veel minder tekens nodig en je kunt er eindeloos mee variëren.
Bron 44 Chinese karakters en hun betekenis.
13
Beeldtaal Lees Beeldtaal en bekijk bron 44.
a De Chinese karakters (letters) bestaan alleen uit de zwarte lijnen. Bedenk zelf een uitbreiding van de tekening in bron 44 om de betekenis van regen en koe in het Chinees gemakkelijker te onthouden.
b Hoeveel letters heeft ons alfabet? c Bedenk waarom de meeste talen nu met een alfabet worden geschreven.
d Toch gebruiken we nu niet alleen maar letters. Bedenk waar we nog steeds eenvoudige tekeningen (pictogrammen) gebruiken.
e Probeer een zin of een verhaaltje te schrijven met pictogrammen en de tekeningetjes die je bij de vorige vraag hebt genoemd. Kan jouw klasgenoot de zin lezen?
66
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 66
5/04/19 13:26
3 Landbouw in de woestijn
14
Oud naar nieuw Gebruik bron 45. Zet de foto’s in de juiste volgorde: van oud naar nieuw. Gebruik de cijfers 1 t/m 5. 1 is het oudst, 5 is het nieuwst.
Schat, ik ben vanavond later thuis. Vergeet je de hond niet uit te laten? Pizza’s liggen in de koelkast. mamma
Bron 45 Vijf vormen van ‘schrift’.
Wereldbeeld Volgens de oude Egyptenaren was de aarde plat en stroomde de Nijl in het midden. Ze waren ervan overtuigd dat de goden verantwoordelijk waren voor alles wat er gebeurde. Alles gebeurde steeds opnieuw: de zon kwam op en de zon ging onder, de vier seizoenen volgden elkaar op en ieder jaar overstroomde de Nijl. Als de goden boos werden, deelden ze straffen uit. Ze konden er bijvoorbeeld voor zorgen dat de Nijl niet meer zou overstromen of dat de zon de volgende dag niet meer zou opkomen. Om de goden te eren bouwden de Egyptenaren veel tempels, die ze versierden met beelden en hiërogliefen. Voor de Egyptenaren was de dood niet het einde van het leven. De dode werd opnieuw geboren om eeuwig verder te leven. Daarom moest je er ook na je dood goed uitzien. Rijke mensen lieten zich na hun dood zo behandelen dat hun lichaam lang bewaard bleef als mummie. Een mummie is een gebalsemd lijk dat niet vergaat. De Egyptische koningen
67
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 67
5/04/19 13:26
3  Landbouw in de woestijn
werden begraven in rotsgraven of in piramides. Arme mensen werden begraven in de woestijn. Daar droogden de lichamen vanzelf uit. De doden moesten ook eten. Elke ochtend werd daarom in de kapel van het rotsgraf of de piramide het ontbijt voor de dode klaargezet. De geur van het verse eten was genoeg om de dode het voedsel te laten opnemen. De rest van de maaltijd aten de familieleden van de dode op.
Bron 46  Dit is een grafkamer in een van de rotsgraven in de Vallei der Koningen. Hier is de mummie van farao Toetanchamon gevonden.
15 a
Wereldbeeld Lees Wereldbeeld. Geef drie voorbeelden uit jouw eigen leven die steeds opnieuw gebeuren.
b Noem een verschil tussen jouw wereldbeeld en dat van de oude Egyptenaren. c
16 a
Zijn er ook overeenkomsten tussen jouw wereldbeeld en dat van de oude Egyptenaren? Geef een voorbeeld.
Grafkamer Bekijk bron 46. Beschrijf hoe een mummie eruitziet.
68
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 68
5/04/19 13:26
3 Landbouw in de woestijn
b Waaraan kun je zien dat de farao een belangrijk persoon was?
c
Ben je weleens op een begraafplaats geweest? Wat is in Nederland het verschil tussen de graven van rijke en arme mensen?
Smakelijk eten Bi-I-Hana wa-esj-Sjiffa betekent: eet met plezier en gezondheid. Het eten in het moderne Egypte is redelijk gevarieerd. Maar de Egyptenaren zijn net als duizenden jaren geleden afhankelijk van wat er aan de oevers van de Nijl wordt verbouwd. De maaltijd bestaat vaak uit aardappels, groente, pitabrood, peulvruchten en rijst. Daarnaast gebruiken de Egyptenaren kruiden en specerijen om het eten op smaak te brengen. Egypte heeft honderd miljoen inwoners. De komende twintig jaar komen er nog eens vijftig miljoen bij. Maar is er voor al die mensen wel genoeg voedsel? Veel Egyptenaren wonen in steden, maar ongeveer een derde deel van de mensen werkt in de landbouw. Zij verbouwen voedsel voor de plaatselijke markt. Door slechte opslag en gebrekkig vervoer gaat veel daarvan verloren. Ongeveer de helft van het voedsel dat Egypte nodig heeft, wordt daarom uit het buitenland gehaald. Maar er zijn ook grote landbouwbedrijven die landbouwproducten verbouwen voor het buitenland. In Nederland kun je bijvoorbeeld in de winter vers fruit en sperziebonen uit Egypte kopen. Niet alleen langs de Nijl, maar ook in de woestijn wordt geëxperimenteerd met kassen om de opbrengsten te vergroten.
Bron 47 Kassen in de woestijn. 69
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 69
5/04/19 13:26
3  Landbouw in de woestijn
17 a
Smakelijk eten Lees Smakelijk eten, bekijk bron 47 en gebruik Vaardigheid 2 Vergelijken op bladzijde 116. Welke overeenkomst is er tussen de landbouw in het oude Egypte en de landbouw in Egypte nu?
b Welke verschillen zijn er tussen de landbouw in het oude Egypte en de landbouw nu?
c
Welke landbouwproducten verbouwen de traditionele boeren in het moderne Egypte?
d Welke landbouwproducten verbouwen de grote landbouwbedrijven?
e
Bedenk hoe de verse producten in de winter uit Egypte naar Nederland worden vervoerd.
f
Heeft de landbouw nu meer gevolgen voor het milieu dan vroeger? Leg je antwoord uit.
18
a
Voldoende voedsel
Stap hoger
Het is een grote uitdaging voor de regering van Egypte om de komende jaren iedereen van voedsel te voorzien. Er zijn verschillende oorzaken voor dit probleem. Maar er zijn ook mogelijke oplossingen. Ga naar de website van Mundo. Lees Minder neerslag, Meer mensen en Chinese kassen. Waardoor krijgt de Nijl steeds minder water?
b Waarom heeft Egypte meer voedsel nodig? c
Bedenk welk voordeel Chinese bedrijven hebben van het bouwen van kassen in de Egyptische woestijn.
70
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel Blok 3 Landbouw in de woestijn.indd 70
9/04/19 12:50
3 Landbouw in de woestijn
d Denk jij dat het bouwen van kassen in de woestijn een oplossing is voor het Egyptische voedselprobleem? Leg je antwoord uit.
Toen en nu
Een bijzondere verhuizing Goden en farao’s waren erg belangrijk voor de oude Egyptenaren. Om de farao’s en goden te eren, bouwden zij piramides en tempels. In de rotsen bij Aboe Simbel liet farao Ramses II twee grote tempels uithakken. Twee dagen van het jaar schijnt de zon door de ingang van de tempel precies op drie van de vier beelden. Het vierde beeld is dat van de god van de duisternis. Dat beeld blijft altijd in het donker staan. In 1960 werd begonnen met de bouw van de Aswandam, een stuwdam in de Nijl. Achter de dam zou een enorm stuwmeer ontstaan waardoor dorpen in de omgeving en de 3200 jaar oude tempels onder water dreigden te verdwijnen. Er ontstond zo veel protest dat er een plan is bedacht om de tempels en de beelden te verplaatsen naar een plek die 65 meter hoger lag. De tempels werden in stukken gezaagd en er werden grote betonnen koepels gebouwd met zandsteen ertegenaan. Daar werden de stukken weer in gezet, zodat het nog steeds lijkt of de tempels op die plek uit de rotsen zijn gehakt.
Bron 48 De tempels van Aboe Simbel.
71
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 71
5/04/19 13:26
3  Landbouw in de woestijn
19 a
Verhuizing Lees Toen en nu: Een bijzondere verhuizing en bekijk bron 48. Toen bekend werd welk gebied door de bouw van de Aswandam onder water zou komen te staan, kwamen de bewoners van het gebied in verzet. Bedenk waarom deze mensen gingen protesteren
b Bedenk waarom de Egyptische regering de dam graag wilde bouwen.
c
Hoe kun je aan de foto zien dat het verplaatsen van de tempels een bijzondere prestatie was?
d Bedenk waarom de Egyptische regering zo veel moeite heeft gedaan om de tempels van Aboe Simbel te redden.
20 Vroeg naar laat
Op een rij
Zet in de juiste volgorde van vroeg naar laat. Schrijf de cijfers 1 t/m 5 in de hokjes. 1 is het vroegst, 5 is het laatst. Farao Toetanchamon wordt begraven in de Vallei der Koningen. De tempels van Aboe Simbel worden verplaatst. Egypte heeft 150 miljoen inwoners. Boeren in Egypte bouwen de eerste irrigatiesystemen. Egypte verkoopt sperziebonen aan het buitenland.
21 a
Landbouw in de woestijn
Terugblik
Wat is het belangrijkste probleem als je in de woestijn aan landbouw wilt doen?
b Hoe hebben de oude Egyptenaren dat opgelost?
c
Wat was er nodig om grote bouwwerken in Egypte te maken?
d Wat is de overeenkomst tussen een irrigatiekanaal en een piramide? Bedenk hoe het bouwen ervan is georganiseerd?
72
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 72
5/04/19 13:26
3 Landbouw in de woestijn
Wist je dat ... … je 1,6 kilometer verband nodig hebt om een mummie te maken? … Egyptenaren bordspellen heel leuk vonden? … de oude Egyptenaren al tandpasta gebruikten (een mengsel van as, mirte, gebroken eierschalen en gemalen puimsteen)? Mmmm … lekker! … het haar van de farao heilig was (en je dat niet mocht zien)? … farao Ramses II maar liefst 156 kinderen had? … ook mannen in het oude Egypte make-up droegen?
73
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 73
5/04/19 13:26
3 Landbouw in de woestijn
Kennen en kunnen Als je klaar bent met dit blok, kun je:
• • • • • • • • •
uitleggen waardoor landbouw op de oevers van de Nijl mogelijk is. de belangrijkste steden, historische plaatsen en wateren van Egypte aanwijzen op een kaart. beschrijven hoe irrigatie werd toegepast in het oude Egypte. beschrijven waarom het overschot aan landbouwproducten ervoor zorgde dat niet iedereen in het oude Egypte meer in de landbouw hoefde te werken. uitleggen hoe in Egypte een gelaagde samenleving ontstond en je kunt deze beschrijven. vertellen hoe het schrift is ontstaan en waarvoor het werd gebruikt. vertellen wat het wereldbeeld van de oude Egyptenaren was en daar voorbeelden van geven. vertellen wat de Egyptenaren aten en eten. uitleggen voor welke uitdagingen het Egypte van nu staat op landbouwgebied.
Andere belangrijke dingen die je hebt geleerd:
• • Begrippen de belasting de farao de hiëroglief de piramide het slib zich specialiseren de wet Andere woorden uit dit blok die je belangrijk vindt:
Vaardigheden 2 Vergelijken
Tijdwijzer Tijd van jagers en boeren
74
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 74
5/04/19 13:26
3 Landbouw in de woestijn
Keuzemenu A
De laatste reis van de farao Je maakt een spel over het oude Egypte en begeleidt de farao naar zijn laatste rustplaats.
1
Laatste reis
a
b
c
Lees Specialisatie, Het ontstaan van het schrift, Beeldtaal en Wereldbeeld. Bekijk bron 37, 41, 43, 45, 46 en 48. Je doet deze opdracht met z’n tweeën. Je hebt nodig: A3-papier, kleurpotloden: rood en blauw, eventueel karton, A4-papier, dobbelsteen, pionnen. Jullie gaan een spel maken over de laatste reis van de farao. Teken een zo groot mogelijke piramide op het vel A3-papier. •• Teken in de piramide de cijfervakjes 1 t/m 35 (zoals in het spel ganzenbord). •• Vakje 1 is de ingang van de piramide, vakje 35 is de grafkamer. •• Kleur de vakjes afwisselend: rood, blauw, wit (niet gekleurd). •• Plak het spel op karton. Dan blijft het stevig. Maak spelkaarten. •• Knip dertig kaartjes uit twee vellen A4-papier. •• Teken een rood teken op twintig kaartjes en een blauw teken op tien kaartjes. Het is leuk als je tekening iets met Egypte heeft te maken. Kijk nog eens goed naar de afbeeldingen in het leerwerkboek. •• Ieder van jullie bedenkt tien vragen over alles wat je over Egypte hebt geleerd. Schrijf ieder de tien vragen op de rode kaartjes. Schrijf het antwoord op z’n kop onderaan het kaartje. •• Bedenk voor de blauwe kaartjes gebeurtenissen die de reis van de farao versnellen of juist vertragen. Bijvoorbeeld: Er is te weinig verband om het lichaam van de farao in te pakken. Of: De piramide is nog niet klaar. Ga twee plaatsen terug. •• Leg de kaartjes in twee stapeltjes op het spelbord. Vraag een ander tweetal dat ook deze opdracht heeft gekozen, om samen het spel te spelen. Leg hun rode en blauwe kaartjes bij die van jullie en schud ze door elkaar. •• Als je aan de beurt bent, gooi je de dobbelsteen. Je loopt met je pion zoveel stappen als je hebt gegooid. •• Als je op een blauw vakje komt, trekt degene die na jou aan de beurt is een blauw kaartje en leest de instructies voor. •• Als je op een rood vakje komt, trekt degene die na jou aan de beurt is een rood kaartje en leest de vraag voor. Heb je het antwoord goed? Dan mag je blijven staan. Heb je het fout? Dan ga je terug naar waar je vandaan kwam. •• Degene die het eerst bij de grafkamer van de farao is, heeft gewonnen.
75
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 75
5/04/19 13:26
3 Landbouw in de woestijn
Keuzemenu B
Sporen van verdwenen beschavingen Sporen van verdwenen beschavingen Rowan is archeologe. Ze kan je van alles vertellen over oude beschavingen. Aan de hand van scherven, botten en andere dingen die ze vindt, probeert ze te bedenken wat er vroeger is gebeurd. Maar het is meer dan opgraven. Eenmaal thuis moet ze de belangrijkste vondsten onderzoeken en vergelijken. Eigenlijk is een archeoloog een detective die onderzoek doet naar het verleden. Rowan is net terug van haar reis naar Mexico. Daar heeft ze onderzoek gedaan naar de Maya’s, een inheems volk van Indianen. Door de successen in de landbouw groeide de bevolking snel. De Maya’s bouwden steden met prachtige tempels. Ze hadden een eigen schrift ontwikkeld en een heel nauwkeurige kalender. Rowan heeft overal foto’s en aantekeningen van. Maar ze zijn door elkaar geraakt met haar spullen van andere reizen. Help haar om haar aantekeningen te ordenen.
2 a
Oude beschavingen In bron 49 zie je de oude beschavingen die Rowan heeft bezocht. Van sommige beschavingen heeft ze veel materiaal, van andere maar weinig. Zoek de namen van de beschavingen op internet en kijk wat erbij hoort. Schrijf in kolom 2 de landen op van de bovenste drie volken. Volk
Land
Sporen
Rivieren
Voedsel
Dieren
Inca’s Maya’s Harappa Chinezen
Egyptenaren Bron 49
b Zet de woorden en foto’s op de juiste plek in bron 49: aardappel – alpaca – foto 1 – foto 2 – c
foto 3 – Gele Rivier – graan – Indus – Mohenjodaro – Nijl – rijst – waterbuffel Scan de QR-code in bron 51. Je ziet een filmpje over een van de oude beschavingen. Welke beschaving is dat?
76
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 76
5/04/19 13:27
3 Landbouw in de woestijn
1
2
3
Bron 50 Foto’s van oude beschavingen die Rowan bezocht heeft.
Bron 51 QR-code.
Keuzemenu C
Een reis door Egypte Maak de opdracht op de website van Mundo. Maak deze opdracht met Google Earth of Google Maps. Zoek de Nijl. Die is duidelijk herkenbaar in het woestijnlandschap. Zoom in op de Nijl en ga op zoek naar speciale plekken die je op de foto’s in de opdracht ziet. Begin helemaal in het zuiden, waar de Nijl Egypte binnenstroomt en volg de rivier naar het noorden tot de Middellandse Zee.
77
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 77
5/04/19 13:27
4  Wat eet jij?
Blok 4  Wat eet jij? Waar gaat dit blok over? Je kunt in Nederland altijd en overal voedsel kopen: van tussendoortjes tot complete maaltijden. De supermarkten liggen vol met voedsel uit de hele wereld. Voor iedere smaak en voor iedere manier van eten is voedsel beschikbaar. Hoe was dat honderd jaar geleden in Nederland? Was dat anders? Hoe ziet ons eten er in de toekomst uit?
78
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 78
5/04/19 13:27
4 Wat eet jij?
1
Waar gaat dit blok over?
a
Lees de tekst Waar gaat dit blok over? en bekijk de titels, teksten en bronnen van dit blok. In dit blok gaat het over eten. Beschrijf in twee zinnen wat jij het lekkerste voedsel vindt.
b Bedenk een voorbeeld van voedsel dat Nederlanders wel of niet eten. Als je moslim bent, eet je Met Pasen eet ik Als je veganist bent, eet je
c
Bekijk de openingsfoto. Wat wil deze vrouw gaan pakken?
d Bedenk of mensen honderd jaar geleden in Nederland ook pasta konden kopen. Ja / Nee, want
Wat eten Nederlanders? In de vorige eeuw aten Nederlanders vooral voedsel dat in Nederland was geproduceerd. Het ontbijt en de lunch bestonden uit brood, melk, kaas, boter en eieren. Tijdens de typisch Nederlandse avondmaaltijd stonden er aardappelen, groenten en vlees op tafel. In de jaren vijftig veranderde dat. Er kwamen mensen uit Nederlands-Indië (nu Indonesië) naar Nederland. Zij namen gerechten mee als nasi en bami. In de jaren zestig kwamen de mensen uit Zuid-Europa en Noord-Afrika om hier te werken. Zo leerden mensen in Nederland pasta, pizza en couscous kennen. En in de jaren zeventig zetten de Surinamers roti op de menukaart. Doordat het vervoer steeds sneller is geworden, is er nu voedsel te koop dat vroeger in Nederland niet verkrijgbaar was, zoals avocado’s en mango’s. Koelvrachtwagens en koelruimtes in vliegtuigen zorgen ervoor dat het eten vers van een ver land naar Nederland komt. Nederlanders vinden steeds meer, andere soorten eten lekker. Soms kennen ze die omdat hun ouders in een ander land zijn geboren, soms omdat ze in een ver land op Bron 52 Een ouderwets lekkere avondmaaltijd. vakantie zijn geweest.
79
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 79
5/04/19 13:27
4 Wat eet jij?
2 a
Maaltijden Lees Wat eten Nederlanders? en bekijk bron 52. Wat eet jij op een dag? Ontbijt:
Lunch:
Avondeten:
Tussendoor:
b Schrijf achter je antwoorden van opdracht 2a uit welk land dit voedsel komt. c Schrijf in bron 53 vijf voorbeelden op van voedsel dat niet in Nederland wordt geproduceerd. Schrijf ook op uit welk het land het wel komt. Soort voedsel
Komt uit
Bron 53
d Schrijf vier redenen op voor de veranderingen in eten na de jaren zestig.
3 a
Stamppot Bekijk bron 54. Eet jij thuis weleens stamppot? Zo ja, met welke groente?
b In een recept staan ingrediënten. Dat zijn alle spullen die je nodig hebt om een gerecht te maken. Uit welke ingrediënten bestaat hete bliksem?
c
Wat is de overeenkomst tussen de ingrediënten, als je bedenkt waar ze vandaan komen?
80
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 80
5/04/19 13:27
4 Wat eet jij?
Bron 54 Een recept uit een kookboek uit de jaren vijftig van de vorige eeuw.
4 a
Fruit Bekijk bron 56. Schrijf in bron 55 de namen van vier soorten fruit uit bron 56 op. Soort fruit
Komt uit
Afstand tot Nederland Vervoermiddel
Bron 55
b Zoek op internet in welk land elk van die vier soorten fruit groeit. c d
Zoek op de naam van het fruit en het woord productie. Bepaal online wat de afstand van dat land naar jouw woonplaats is. Schrijf je antwoorden in bron 55. Bedenk met welk vervoermiddel dit fruit naar Nederland komt. Houd daarbij rekening met de afstand en of je het fruit goed kunt bewaren. Schrijf het in bron 55 op.
Bron 56 Tropisch fruit.
81
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 81
5/04/19 13:27
4  Wat eet jij?
Boodschappen doen Niet alleen de eetgewoonten van Nederlanders veranderden vanaf de jaren vijftig, ook de winkels zijn vanaf die tijd flink veranderd. De eerste supermarkt in Nederland werd in 1946 geopend. Het was nieuw dat klanten zelf hun boodschappen konden pakken en niet meer werden geholpen door een winkelier. Tot die tijd waren er kruideniers en speciaalzaken. Een kruidenier was een winkel waar je houdbare levensmiddelen kon kopen en andere dagelijkse boodschappen kon doen. Een kruidenier verkocht vooral koffie, thee, suiker, kruiden, gedroogde bonen en wasmiddelen. Speciaalzaken zijn winkels die gespecialiseerd zijn in bepaalde producten, zoals een melkboer, een slager en een bakker. Nu kopen de meeste mensen al hun voedsel in de supermarkt. En als je geen tijd of zin hebt om naar de supermarkt te gaan, laat je de boodschappen thuisbezorgen.
5 a
Boodschappen Lees Boodschappen doen en bekijk bron 57. Schrijf op wat een kruidenier was.
b Wat kon je bij een kruidenier kopen?
c
Wanneer werd de eerste supermarkt in Nederland geopend?
d Schrijf drie verschillen op tussen een kruidenier en een moderne supermarkt. 1 2 3
Bron 57  Een kruidenier in de jaren vijftig. 82
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 82
5/04/19 13:27
4  Wat eet jij?
6 a
In de buurt Lees Boodschappen doen. Waar koopt jouw gezin eten?
b Schrijf vier speciaalzaken op die niet in de tekst staan.
c
1
3
2
4
Ga naar Google Maps. Zoom in op je eigen stad, wijk of dorp. Vul in het zoekvak in: supermarkt in de buurt. Tel het aantal supermarkten in jouw stad, wijk of dorp.
d Tel op dezelfde manier het aantal slagerijen, bakkerijen en de speciaalzaken die je zelf bij opdracht 6b hebt bedacht.
e
Zijn er meer supermarkten of speciaalzaken in jouw woonplaats? Bedenk waarom dat zo is.
Bron 58  De Haagse markt.
83
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 83
5/04/19 13:27
4  Wat eet jij?
7 a
Markt Bekijk bron 58. Wat is een markt?
b Welke markt of markten zijn er bij jou in de buurt? c
Waarom kopen mensen op de markt, denk je?
Wie kookt er vanavond? In de supermarkt zie je veel dingen die vroeger niet te koop waren. Niet alleen voedsel uit andere landen, maar ook een ander soort voedsel. Je ziet bijvoorbeeld steeds meer gemaksvoedsel. Dat is voedsel dat je kunt eten zonder dat je veel hoeft voor te bereiden. Denk aan voorgesneden groente, kaas in plakken, vleeswaren en kant-en-klaarmaaltijden. Die maaltijden hoef je alleen maar op te warmen in de oven of magnetron. In de vorige eeuw was dat anders. Toen was er geen gemaksvoedsel. Het kostte veel tijd om voor het eten te zorgen. In Nederlandse gezinnen was er een duidelijke rolverdeling tussen mannen en vrouwen. Mannen werkten buitenshuis. Vrouwen bleven thuis, deden het huishouden en zorgden voor het eten. Huisvrouwen waren een groot deel van de dag bezig met het eten. Boodschappen doen kostte veel tijd, omdat ze het eten in verschillende winkels kochten. Aardappelen moesten worden geschild en groenten gesneden. Er waren geen magnetrons. Huisvrouwen kookten op kooktoestellen op olie of gas, daarom kostte koken ook meer tijd. Er zijn nog steeds Nederlanders die veel tijd en aandacht besteden aan eten klaarmaken, bijvoorbeeld om feestdagen te vieren of omdat het bij hun overtuiging en manier van leven past.
Bron 59  Eten bij een feestelijke gelegenheid.
84
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 84
5/04/19 13:27
4  Wat eet jij?
8 a
Gemaksvoedsel Lees Wie kookt er vanavond? en bekijk bron 59. Hoe wordt er bij jou thuis gegeten? Eet je aan tafel? Voor de televisie? In de keuken of in de woonkamer? Maak een selfie bij het avondeten. Vergelijk je selfie met die van je klasgenoten. Schrijf op wat hetzelfde en wat anders is.
b Wat is gemaksvoedsel?
c
Schrijf drie voorbeelden van gemaksvoedsel op. 1 2
3 d Eten en drinken is nu overal te koop. Schrijf zes plekken op waar je een blikje frisdrank kunt kopen.
9 a
1
4
2
5
3
6
Rolverdeling Lees nog een keer Wie kookt er vanavond? Waarom kostte koken vroeger meer tijd dan nu? Schrijf twee redenen op. 1 2
b Hoe is de rolverdeling bij jou thuis? En hoe was die bij de ouders van jouw ouders? Vul bron 60 in. Wie doet wat?
Bij jou thuis
Bij de ouders van je ouders
Boodschappen doen Koken Afwassen en opruimen Buitenshuis werken Bron 60 
c
Vergelijk je antwoorden van opdracht 9b met die van twee klasgenoten. Kloppen jullie gegevens met wat er in Wie kookt er vanavond? staat?
85
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 85
5/04/19 13:27
4  Wat eet jij?
d Nu zijn er allerlei huishoudelijke apparaten om eten mee klaar te maken. Schrijf vier apparaten op die bij jou thuis in de keuken staan. Wat maak je met dit apparaat? Hoe zou je het eten zonder dit apparaat klaarmaken? Kost koken meer of minder tijd zonder dit apparaat? Apparaat
Met dit apparaat maak je
Zonder dit apparaat moet je
Zonder dit apparaat kost het meer/minder tijd, want
airfryer
patat en andere snacks.
een frituurpan meer tijd, want het gebruiken of patat in de is veel werk om een oven bakken. frituurpan of oven schoon te maken.
Bron 61  Elektrische apparaten.
10
Eigen mening
Stap verder
Gebruik Vaardigheid 4b Stappenplan eigen mening.
a Stel: je stopt een klokhuis, een bananenschil, een frisdrankblikje, een stukje papier en een plastic patatbakje in een bak met potgrond. Je zet de bak een paar maanden buiten. Als het lang niet regent, geef je de bak wat water. Bedenk wat er met de voorwerpen gebeurt. Welke vergaan snel en welke vergaan niet?
b Verpakkingen van gemaksvoedsel die op straat rondslingeren, horen bij het zwerfafval. Lees online op Nederland schoon hoelang het duurt voor de voorwerpen uit opdracht 10a helemaal zijn vergaan. Had je het goed bedacht?
c
Stel: je gemeente wil afvalbakken in de wijk weghalen, omdat het leeghalen ervan veel geld kost. Wat is volgens jou een oplossing? Denk aan: meer straatvegers, statiegeld, boetes op het weggooien van afval, producten in een slecht afbreekbare verpakking duurder maken, een informatiecampagne. Schrijf een brief aan de burgemeester. Vertel wat volgens jou de beste oplossing is om zwerfafval te stoppen. Schrijf ook op waarom dat een goede oplossing is. Je wilt de burgemeester overtuigen. Gebruik hiervoor een apart papier.
86
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 86
5/04/19 13:27
4 Wat eet jij?
Eten uit de fabriek In onze tijd is een groot deel van het dagelijks eten bewerkt, voordat het op je bord ligt. Melk van de koe gaat eerst naar de melkfabriek om daar verwerkt te worden tot allerlei zuivelproducten, zoals halfvolle melk, kaas, boter en yoghurt. Graan wordt verwerkt in broden, koekjes en cakes. Heel veel voedselproducten worden in een fabriek op verschillende manieren bewerkt:
• • •
om producten langer houdbaar te maken, kun je conserveermiddelen toevoegen; om ze lekkerder te maken, kun je smaakstoffen toevoegen; om ze er mooier te laten uitzien, kun je kleurstoffen toevoegen.
Welke stoffen een voedselproduct bevat, staat op het etiket. Dat geeft informatie over de voedingswaarde van het product: het aantal calorieën, eiwitten, koolhydraten en vetten. Op het etiket staat ook welke conserveermiddelen en smaak- en kleurstoffen aan het product zijn toegevoegd. Dit zijn de stoffen met E-nummers. Stoffen met E-nummers zijn bedoeld om voedsel veiliger te maken. Veel van die stoffen komen ook in natuurlijke producten voor.
11 a
Fabriekseten Lees Eten uit de fabriek. Schrijf drie voorbeelden op van bewerkt voedsel dat jij iedere dag eet of drinkt. 1 2
b
c
3 Schrijf ook een voorbeeld op van onbewerkt voedsel dat je regelmatig eet of drinkt.
Waarom wordt voedsel bewerkt in de fabriek? Schrijf drie redenen op. 1 2 3
d Schrijf drie soorten stoffen op die aan eten worden toegevoegd. 1 2 3
87
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 87
5/04/19 13:27
4 Wat eet jij?
Bron 62 De productinformatie op de verpakking van een worstenbroodje.
12 a
Productinformatie Bekijk bron 62. Een worstenbroodje weegt 70 gram. Zoek op wat de voedingswaarde van een worstenbroodje is. Schrijf de uitkomsten in bron 63. Voedingswaarde
Per worstenbroodje van 70 gram
Energie Eiwit Koolhydraten Vet Bron 63 De voedingswaarde van een worstenbroodje.
b Zoek op internet op wat een emulgator is.
c
Vul in bron 64 in welke E-nummers er in een worstenbroodje zitten en wat voor soort E-nummers dit zijn. Gebruik de website van het Voedingscentrum.
88
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 88
5/04/19 13:27
4 Wat eet jij?
E-nummer
Smaak versterker
Emulgator
ConserNaam stof veermiddel
Bron 64 De E-nummers van een worstenbroodje.
d Zou jij een worstenbroodje eten? Leg uit waarom wel of niet.
e
Wat hebben je klasgenoten bij opdracht 12d opgeschreven? Vergelijk jullie antwoorden.
Lekkere tussendoortjes In de vorige eeuw aten de meeste mensen drie maaltijden per dag, zonder tussendoortjes. Nu kun je veel soorten tussendoortjes kopen, zoals snacks en frisdrank. Je kunt ze overal kopen en op ieder moment van de dag: in winkels, in snackbars en in fastfoodrestaurants. Tussendoortjes zijn heel lekker, maar je lichaam heeft ze niet nodig. Toch geven mensen veel geld uit aan dit soort voedsel. Dat komt omdat het weinig voorbereidingstijd kost, gemakkelijk te maken is, voor het grijpen ligt in de winkel en doordat er veel reclame voor wordt gemaakt. In Nederland is de welvaart bovendien hoog, dus mensen hebben ook genoeg geld. Een bekend voorbeeld van een tussendoortje is een zak chips. In de supermarkt kun je tientallen soorten chips kopen, in allerlei smaken, vormen en verpakkingen. De chipsfabrikanten willen allemaal dat je hun merk of soort koopt. Daarom doen ze aan promotie. Hoe proberen ze jou over te halen?
• • • • •
door vaak reclame te maken voor de chips door acties te organiseren op sociale media door ervoor te zorgen dat de chips overal te koop zijn door de chips in de supermarkt op de juiste plek te zetten door een aanbiedingsactie, bijvoorbeeld: tweede zak halve prijs!
89
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 89
5/04/19 13:27
4 Wat eet jij?
13 a
Tussendoortjes Lees Lekkere tussendoortjes. Schrijf vier voorbeelden op van tussendoortjes die jij regelmatig eet. 1 2 3 4
b Ga jij weleens naar een fastfoodrestaurant of snackbar? Schrijf op welk restaurant en wat je daar eet. Als je daar niet naartoe gaat, schrijf dan op waarom niet.
c
Hoe ver moet jij fietsen om patat te kopen?
d Zijn er in jouw buurt meer supermarkten of meer snackbars?
De indeling van de supermarkt Supermarkten hebben meestal een vaste indeling. Dicht bij de ingang vind je groente en fruit. Dat is vers en gezond. Zo lijkt het alsof de hele winkel verse, gezonde producten verkoopt. Als mensen al groente en fruit in hun boodschappenkarretje hebben liggen, vinden ze het daarna meestal minder erg om ‘ongezonde producten’ te kopen, zoals koek en snoep. Bijna iedereen koopt brood en melk in de supermarkt. Dat eet en drink je dagelijks; het is beperkt houdbaar, je moet er regelmatig voor naar de winkel. De brood- en zuivelafdeling vind je meestal aan de zijkant van de winkel. Daardoor loop je als klant de hele winkel door en kom je onderweg in de verleiding om dingen te kopen die je misschien niet echt nodig hebt. Supermarkten verkopen ook non-food, zoals schoonmaakmiddelen en drogisterijartikelen. Die staan vaak aan het eind van de route door de winkel, vlak bij de kassa’s. Zo hoef je niet lang met producten in je karretje rond te rijden, waar je je misschien niet zo prettig bij voelt tussen andere klanten. Waarschijnlijk koop je ook minder lekkers, als je eerst langs allemaal schappen met toiletpapier, maandverband en snoetenpoetsers bent gekomen. Bij de kassa is er vaak nog een rekje met impulsaankopen: iets te snoepen voor onderweg of beltegoed. Als je staat te wachten, pak je zulke kleine dingen er gemakkelijk bij. Producten waar de supermarkt veel aan verdient, staan op opvallende plekken. Producten die tussen de 1,20 en 1,60 meter hoog staan, krijgen de meeste aandacht van de klant. De dure chips liggen dus op die hoogte, de goedkopere zakken liggen lager.
90
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 90
5/04/19 13:27
4 Wat eet jij?
14
a b
c
d
e
Indeling supermarkt
Stap meer
Lees De indeling van de supermarkt, bekijk bron 65 en gebruik Vaardigheid 4b Stappenplan eigen mening. Teken op een vel A3-papier de plattegrond van de supermarkt waar jij of je ouders vaak boodschappen doen. Geef op de plattegrond aan waar de volgende producten liggen: 1 rijst 5 melk, yoghurt en kaas 9 chips en andere snacks 2 pasta 6 vlees en vleeswaren 10 koffie en thee 3 sauzen 7 brood 11 ontbijtproducten 4 groente en fruit 8 diepvriesproducten Vergelijk je plattegrond in een groepje van vier. Maak een lijst van overeenkomsten en verschillen tussen de vier plattegronden. Gebruik hiervoor een apart papier. Let op de volgende zaken: •• Welke producten zie je als je de supermarkt binnenkomt? •• Liggen de zakken chips altijd op een bepaalde plaats in de winkel? •• Welke producten liggen in de buurt van de kassa? Bedenk wat de volgende mensen van de indeling van een supermarkt vinden: •• de supermarkteigenaar die veel wil verkopen; •• iemand die vooral gezond wil eten; •• een bijstandsmoeder, die weinig geld heeft om voor haar kinderen te zorgen.
Wat vind jij ervan dat supermarkten op deze manier zijn ingericht? Houd bij je mening rekening met de mensen uit opdracht 14d.
Bron 65 Producten vind je op een vaste plek in de supermarkt.
91
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 91
5/04/19 13:27
4 Wat eet jij?
Wat mag jij eten? De meeste mensen eten en drinken niet alles wat er te koop is. Ze vinden bepaald voedsel niet lekker of zijn er allergisch voor. Andere mensen zijn op dieet, omdat ze ziek zijn of overgewicht hebben. Jongeren mogen geen bier drinken, omdat ze nog geen achttien zijn. Ook zijn er mensen die zich door hun geloof aan bepaalde voedselwetten houden. Voedselwetten zijn regels over wat je wel of niet mag eten. Joodse mensen en moslims eten bijvoorbeeld geen varkensvlees en hindoes geen rundvlees. Er zijn ook mensen die uit geloofsovertuiging geen alcohol drinken. Vaak zijn deze voedselwetten uit praktische redenen ontstaan. Vroeger vastten alle katholieke mensen na carnaval. Vasten betekent dat je minder eet. Dat was handig, omdat er in die tijd van het jaar toch weinig eten beschikbaar was in de natuur. Als mensen dan rond Pasen weer gingen eten, waren eieren het eerste wat de natuur in het vroege voorjaar te bieden had: (paas)eieren! Het voedsel dat grote bedrijven maken en dat supermarkten verkopen, is erg veilig. Als je zelf gezond bent, word je er niet ziek van. Op de verpakking staat precies aangegeven wat erin zit. Op die manier kun je ook controleren of je het kunt eten als jij je aan extra regels moet houden door een ziekte of je geloof. Steeds meer mensen stellen eisen aan de manier waarop hun eten is geproduceerd. Ze vinden het belangrijk dat dieren goed zijn behandeld of dat er geen schadelijke stoffen zijn gebruikt op de akkers. Er bestaan keurmerken voor voedsel dat aan zulke kenmerken voldoet, kenmerken die je niet aan het product zelf kunt zien.
15 a
Eten Lees Wat mag jij eten? Zijn er bepaalde dingen die jij niet eet of drinkt? Ja? Schrijf dan drie voorbeelden op met daarachter de reden waarom je dit niet eet of drinkt.
b Op lange vliegreizen krijgen mensen een warme maaltijd aangeboden. Meestal is dat een maaltijd met kip. Bedenk waarom luchtvaartmaatschappijen vaak kip serveren.
16
Voedselkeurmerken
Stap hoger
a Gebruik bron 66. Er zijn veel verschillende voedselkeurmerken. Ze gaan niet allemaal over hetzelfde. Bekijk de keurmerken in bron 66. Sommige ken je misschien al. Wat denk je dat deze keurmerken betekenen? Vul dat in de kolom ‘Bedachte betekenis’ in.
92
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 92
5/04/19 13:27
4 Wat eet jij?
Keurmerk
Bedachte betekenis
Welke producten?
Waar zegt het keurmerk iets over?
Bron 66 Keurmerken.
17 a b c
Mensen, dieren en milieu Bekijk de keurmerken online. Kies: Alle categorieën. Zoek uit voor welke producten het keurmerk geldt. Vul dat in bron 66 in de kolom ‘Welke producten?’ in. Zoek ook uit waar het keurmerk iets over zegt. Kies uit: Milieu – Dierenwelzijn – Mens & werk. Wordt er bij jou thuis bij het boodschappen doen op keurmerken gelet? Waarom wel of niet?
d Maak op A3-papier een actieposter om een van deze keurmerken bekender te maken. Bedenk ook waar je de poster kunt ophangen.
93
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 93
5/04/19 13:27
4 Wat eet jij?
e In 2017 maakte Arjen Lubach een filmpje over een slechter-leven-keurmerk. Schrijf in vijf zinnen op waar het filmpje volgens jou over gaat.
Voedsel van de toekomst Er zijn ongeveer 7,5 miljard mensen op de wereld. In 2050 zijn dat er ruim 9 miljard. Er is dus in de toekomst meer eten nodig voor meer mensen. Mensen worden wereldwijd steeds rijker. Als mensen meer geld te besteden hebben, gaan ze meer zuivel, eieren en vlees eten. Er zijn daarom meer dieren nodig die gevoerd moeten worden. Er is meer landbouwgrond nodig om dat veevoer te verbouwen en die extra dieren zorgen voor meer vervuiling met mest en broeikasgassen. Mensen willen een goed gevoel hebben bij wat ze eten: ze vinden dierenwelzijn belangrijk. Maar dieren die vrij rondlopen, hebben meer ruimte nodig en dat is slecht voor het milieu. Omdat ze rondlopen, hebben ze meer voer (energie) nodig. En omdat ze langzamer groeien, leven ze langer voor ze geslacht kunnen worden. Voor een kilo vlees is daardoor meer veevoer en meer landbouwgrond nodig. Die extra landbouwgrond is er niet. Daarom zijn onderzoekers hard op zoek naar andere manieren om lekker eten te maken dat op vlees lijkt: kweekvlees. Dat is echt vlees, dat is gegroeid in een fabriek. Maar er is geen dier aan te pas gekomen. Verder worden er steeds meer insecten verwerkt tot voedsel, bijvoorbeeld in insectenburgers. Insecten zijn ook dieren, maar ze leven kort en groeien snel in heel kleine ruimtes. Daardoor zorgen ze efficiënt voor ‘vlees’. Mensen maken zich niet druk over de vraag of de insecten een goed leven hebben gehad. Daarnaast worden er ook melkproducten van planten ontwikkeld, die je soms al in de supermarkt ziet. Denk aan amandelmelk en sojayoghurt.
18 a
Toekomst van voedsel Lees Voedsel van de toekomst. Wat gaan mensen meer eten als ze meer geld hebben?
b Waarom kan er op de wereld niet veel meer vlees worden geproduceerd dan nu het geval is? c
Bekijk de kaart achter in dit leerwerkboek. In welke landen worden de meeste granen (tarwe, rijst, mais en gierst) geproduceerd?
d Bedenk waarom in die landen de meeste granen worden verbouwd.
94
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 94
5/04/19 13:27
4 Wat eet jij?
19 a
b
Insectenburger Bekijk bron 67. Dieren die langer leven, zijn slechter voor het milieu. Waarom is dat zo?
Zet de dieren in de volgorde die het minst kost om vlees te produceren. Schrijf de nummers 1Â t/m 4 in de hokjes. 1 kost het minst, 4 kost het meest. kip koe sprinkhaan varken
c
Veel mensen vinden het maar niets om insecten te eten. Bedenk waarom dat zo is.
d
Denk je dat je antwoord op de vorige vraag ook geldt voor de burger in bron 67? Leg je antwoord uit.
Bron 67 Insectenburgers. Lekker!? 95
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 95
5/04/19 13:27
4 Wat eet jij?
20 Samenvatting a
Op een rij
Bron 68 is een samenvatting van dit blok. Schrijf de volgende zinnen op de juiste plek in bron 68. Kijk goed naar de zinnen die er al staan. •• Er is minder tijd om te koken. •• Er komen meer keukenmachines. •• Er komen nieuwe soorten eten in Nederland. •• Er is te weinig nieuwe landbouwgrond.
•• •• •• •• ••
Kruideniers worden supermarkten. Mensen gaan meer vlees eten. Mensen hebben meer geld. Mensen kopen meer gemaksvoedsel. Vrouwen gaan meer buitenshuis werken.
vrouwen doen thuis het huishouden
de wereldbevolking groeit er worden nieuwe soorten voedsel ontwikkeld
Bron 68
21 a
Terugblik
Wat eet jij? Kijk naar het begin van de paragraaf. Wat waren de deelvragen van dit blok?
b Hoe zullen eetgewoonten in de toekomst veranderen en waardoor? Kies de juiste antwoorden. Ten opzichte van de vorige eeuw besteden mensen nu meer / minder tijd aan het bereiden van eten. De variatie aan soorten eten is groter / kleiner We eten op meer / minder momenten van de dag. Vrouwen zijn meer / minder buitenshuis gaan werken dan vroeger. Daardoor zijn de inkomens hoger en eten we meer / minder gemaksvoedsel. Omdat op de hele wereld de mensen rijker / armer worden, gaan mensen meer / minder vlees eten. Daarom is er meer / minder landbouwgrond nodig voor het verbouwen van veevoer. Die ruimte is er niet / wel. Daarom zoeken onderzoekers naar nieuwe manieren om vlees te produceren. 96
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 96
5/04/19 13:27
4 Wat eet jij?
Kennen en kunnen Als je klaar bent met dit blok, kun je:
• • • • • •
de verschillen noemen in eetgewoonten tussen vroeger en nu. uitleggen waar voedsel vandaan komt en waar je het kunt kopen. verklaren waardoor eetgewoonten zijn veranderd. beschrijven hoe een supermarkt is ingericht en wat promotie is. uitleggen waarom mensen verschillende dingen eten en drinken. uitleggen hoe het voedsel van de toekomst eruitziet en hoe het wordt gemaakt.
Andere belangrijke dingen die je hebt geleerd:
• • Begrippen het keurmerk de promotie de rolverdeling de voedingswaarde de voedselwet Andere woorden uit dit blok die je belangrijk vindt:
Vaardigheid 4b Stappenplan eigen mening
97
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 97
5/04/19 13:27
4 Wat eet jij?
Keuzemenu A
Verstekelingen
Bron 69 Bananenspin.
Supermarkt ontruimd om giftige spin in doos bananen Een giftige spin van bijna tien centimeter heeft gisteravond voor flink wat onrust gezorgd in een supermarkt. Het dier klom uit een doos bananen uit Ecuador en kroop op de arm van een medewerkster. Toen de spin vervolgens in de winkel verdween, belde de vrouw de politie en werd de zaak ontruimd. Naar: www.ad.nl
Verstekelingen Dat is best even schrikken, zo’n grote spin. Helaas komt het weleens vaker voor dat spinnen meereizen tussen de bananen. Maar welke reis leggen deze bananen (en meereizende spinnen) nu eigenlijk af, voordat ze bij ons in de supermarkt liggen? Dit ga jij samen met je klasgenoten uitzoeken.
1
Giftige spin a b c d e
Lees Supermarkt ontruimd om giftige spin in doos bananen. Kopieer bron 70 en knip de stroken uit. Lees de tekst op elke strook. Verdeel de stroken in drie onderwerpen. Onderwerp 1 gaat over bananen. Onderwerp 2 gaat over spinnen. Onderwerp 3 gaat over de reis van bananen. Leg de stroken per onderwerp op volgorde, zodat er een logisch verhaaltje over dat onderwerp ontstaat. Vergelijk jouw verhaaltjes met die van een klasgenoot. Als jullie verschillende verhaaltjes hebben gemaakt, leg elkaar dan uit waarom jullie je eigen volgorde logisch vinden.
98
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 98
5/04/19 13:27
4  Wat eet jij?
99
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 99
5/04/19 13:27
4 Wat eet jij?
1 De bananen leggen ruim 8.000 km af voordat ze op de eindbestemming zijn. De reis naar Europa duurt tussen de twee en vier weken. 2 De bananenspin kan ongeveer 13 cm worden. Maar het diertje is behoorlijk schuw en zal als hij mensen ziet zo snel mogelijk wegvluchten. 3 Als de bananen rijp zijn, worden ze met vrachtwagens naar de supermarkten gebracht. 4 Bananen groeien goed in een warm en vochtig klimaat. 5 Bananen groeien in een tros van wel 50 kg. Rijpe bananen zijn niet lang houdbaar. Daarom worden ze onrijp geoogst. Ze zijn dan nog helemaal groen. 6 De banaan staat op de derde plaats in de lijst van meest populaire fruit in Nederland. Nederlanders eten samen jaarlijks ruim 720 miljoen bananen. 7 Nadat de bananen in de haven van Rotterdam zijn aangekomen, worden ze naar de ‘rijperijen’ gebracht. Dit zijn bedrijven waar de bananen heel langzaam geel en rijp gemaakt worden. Dat gebeurt door de temperatuur heel langzaam te verhogen. 8 Bananen worden geteeld op bananenplantages. Een plantage is een groot stuk grond waar maar één gewas wordt verbouwd. 9 Ecuador is een land dat dicht bij de evenaar ligt. Er zijn veel bananenplantages. 10 De bananen komen aan in de haven van Rotterdam. Dit is de grootste haven van Europa. 11 Binnen twee dagen na het oogsten worden de bananen in de koelruimtes van schepen geladen. 12 In Europa komt bijna driekwart van de bananen uit Latijns-Amerika. 13 Spinnen leven in tropische regenwouden, maar zij vinden het op bananenplantages ook erg fijn. 14 Spinnen zijn koudbloedige dieren. Als de temperatuur flink daalt en er is geen voedsel, dan verstoppen de spinnen zich op een beschutte plaats. Om de kou te overleven komen ze in een soort winterslaap. Bron 70 Knipblad van de reis van een bananenspin.
2
Reisverhaal Hoe heeft de spin de reis naar Nederland overleefd? Schrijf een spannend reisverhaal van de avonturen die de spin allemaal heeft meegemaakt.
100
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 100
5/04/19 13:27
4  Wat eet jij?
Keuzemenu B
Werken met voedsel Werken met voedsel We hebben eten nodig om te overleven. Voedsel is dus een basisbehoefte. Vroeger waren jagers en boeren de hele dag bezig om voor voldoende voedsel te zorgen. In onze tijd is er meer dan genoeg voedsel, maar het is juist een uitdaging geworden om dat voedsel op de juiste plek te krijgen en het goed te verdelen. Tegenwoordig is niet meer iedereen boer, maar er zijn wel veel mensen de hele dag met voedsel bezig.
3
Beroepen Lees Werken met voedsel en bekijk bron 71.
a In bron 71 staan twaalf beroepen. Deze mensen werken allemaal met voedsel, maar ze doen er verschillende dingen mee. Verdeel de twaalf beroepen in drie groepen van vier, die ieder ongeveer hetzelfde met het voedsel doen. Groep 1: Groep 2: Groep 3: b Bekijk de groepen beroepen die je hebt gemaakt. Welke overeenkomsten zijn er tussen de beroepen in een groep? Groep 1: Groep 2: Groep 3:
c
Bedenk een naam die bij de groep beroepen past. Groep 1: Groep 2: Groep 3:
d Vul elke groep met twee beroepen aan. Groep 1: Groep 2: Groep 3:
101
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 101
5/04/19 13:27
4 Wat eet jij?
medewerker veehouderij
slager
vakkenvuller
biologische aardappelboerin
serveerster
vrachtwagenchauffeur
visser
diëtiste
garnalenpeller
kweker
kok
broodbakker
Bron 71 Twaalf beroepen die met voedsel te maken hebben.
4
Personeelsadvertentie Er is genoeg werk in de voedselindustrie, maar het is niet altijd gemakkelijk om aan goed personeel te komen. Schrijf daarom een pakkende personeelsadvertentie. Wees creatief en zorg dat je advertentie opvalt. Kies een van de beroepen uit de vorige opdracht. De volgende onderdelen moeten in de advertentie komen te staan: •• korte introductie van het bedrijf •• de functie •• een beschrijving van de werkzaamheden •• opleidingseisen
Keuzemenu C
Verborgen ingrediënten Maak de opdracht op de website van Mundo. In 2011 heeft het Europees Parlement beslist dat de belangrijkste informatie van een product op het etiket moet staan. Het gaat om de voedingswaarde en de hoeveelheden vet, koolhydraten, suiker en zout. Etiketten moeten goed leesbaar zijn en er mag geen misleidende informatie op staan. Kant-en-klaarmaaltijden, pizza, soep en sauzen zijn producten waar veel zout in zit. Wil je minder zout eten, maak je maaltijd dan gewoon zelf. Dat is ook leuker, een stuk lekkerder en gezonder. Kies je toch voor gemakkelijk, vergelijk dan in de winkel eens twee producten van verschillende of twee vergelijkbare producten van hetzelfde merk. Een pizza met groente bijvoorbeeld bevat minder zout dan een pizza van hetzelfde merk met vlees of veel kaas. Als je altijd kiest voor het merk of de variant met minder zout, maak je echt verschil. Te veel suiker is ook niet goed voor de gezondheid. Per dag eten volwassenen maar liefst 35 suikerklontjes per persoon. Kinderen eten nog meer suiker. Met gemak werken ze 45 suikerklontjes naar binnen. Veel suiker zit verstopt in frisdrank. We weten dat energiedrankjes en cola veel suiker bevatten, maar hoe zit het eigenlijk met andere frisdranken? Dat gaan jullie onderzoeken.
102
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 102
5/04/19 13:27
4  Wat eet jij?
103
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 103
5/04/19 13:27
Afsluiting
Overzichtskaart Voedselproductie in
IJsland Noorwegen Canada
ng
EUROPA
Verenigde Staten
Tunesië Marokko Libië
Algerije Mexico
Niger
Mali
Tsjaad
At
Guatemala
ch
Kameroen
ea
Equador
an
ce
Colombia
Oc
O
Nigeria
e
e
is
Costa Rica
ot
la
nt
Venezuela
Gr
Gambia
a an
Brazilië Peru
Angola Bolivia Paraguay
Zuid-Afr Uruguay
Chili
Argentinië
4.000 km
graan
suiker- en zetmeelgewassen
oliegewassen
tropisch fruit
veehouderij
visserij
tarwe
suikerbieten
sojabonen
dadels
runderen, buffels
visvangst
rijst
suikerriet
palmolie
citrusvruchten
varkens
mais
aardappelen
zonnebloemen
ananas
schapen
aquaculturen (garnalen, schelpdieren, zalm)
koolzaad
bananen
gevogelte
gierst
pinda’s olijven kokos
104
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 104
5/04/19 13:27
Afsluiting
ie in de wereld
rwegen
Rusland
Kazachstan
UROPA
Mongolië Oezbekistan
Turkije
Turkmenistan Japan
Irak Irak Iran
Niger
Taiwan
Saudi-Arabië
Sudan
Oman
Tsjaad
Oc
ea
Bangladesh
Pakistan India
ro
Egypte
V.A.E.
te
Libië
an
China
Vietnam
Myanmar
G
unesië
Filipijnen
Thailand Zuid-Sudan Ethiopië oen
Maleisië Kenia
Indonesië
he Oceaan Indisc
PapoeaNieuw-Guinea
Tanzania Angola
Australië Zuid-Afrika
Nieuw-Zeeland
aandeel in de wereldproductie, in % en schelpdieren, zalm)
10 - 20 5 - 10 2-5 1-2
105
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 105
5/04/19 13:27
Afsluiting
Tijdwijzer Het begin Op deze tijdbalk past niet de hele geschiedenis van de mens. Er lopen namelijk al zo’n 100.000 jaar mensen rond op aarde. Eigenlijk zou er dus nog 95.000 jaar bij moeten op de tijdbalk. Maar dan heb je aan één bladzijde niet genoeg. Bedenk dus wel dat de tijd van jagers en boeren veel langer is dan je hier ziet. Het is het allerlangste tijdvak.
TIJD VAN JAGERS EN BOEREN
-3000
Voor en na
TIJD VAN GRIEKEN EN ROMEINEN
Het jaartal 2019 betekent: 2019 jaar na de geboorte van Jezus Christus. Voor christenen was de geboorte van Jezus zo belangrijk dat ze de jaren gaan tellen vanaf dat moment. De jaren voor de geboorte van Christus geef je aan met: voor Christus (v. Chr.).
1
500 TIJD VAN MONNIKEN EN RIDDERS
1000 TIJD VAN STEDEN EN STATEN TIJD VAN REGENTEN EN VORSTEN
1500
1600
1700
TIJD VAN ONTDEKKERS EN HERVORMERS
TIJD VAN PRUIKEN EN REVOLUTIES
1800 TIJD VAN BURGERS EN STOOMMACHINES
1900 1950
TIJD VAN
TIJD VAN WERELDOORLOGEN
TELEVISIE EN COMPUTER
106
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 106
5/04/19 13:27
Afsluiting
Tijd van jagers en boeren (tot 3000 v. Chr.) Jager-verzamelaars De eerste mensen leefden van de jacht en van het voedsel dat ze in de natuur vonden (verzamelden). Daarom noemen wij ze jager-verzamelaars. Deze mensen leefden in grotten en tenten. Ze woonden niet op een vaste plaats, want ze volgden de dieren waar ze op jaagden. Het waren nomaden.
D 7 4C 6 b 5 3
f 2
E
8 e
I d
H
9 G
B c F
1
h a A
g 500 km
10.000 – 3000 v. Chr.: landbouw
Boerendorpen De boeren gingen in dorpen dicht bij hun akkers wonen. Ze woonden het hele jaar door op een vaste plek. Ze gingen ook handeldrijven om producten te krijgen die ze zelf niet konden maken.
Langzaam gingen de jagerverzamelaars over op landbouw. Ze werden boeren. Op het kaartje kun je zien hoe de landbouw zich verspreidde over Europa.
107
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 107
5/04/19 13:27
Afsluiting
Eindsprint 1
Challenge! Schrijf in ongeveer 100 woorden op wat jouw challenge was en hoe die verlopen is. Schrijf iets over de volgende punten: •• Hoe reageerden mensen op je challenge? •• Wat heb je gemerkt van je veranderde eetpatroon? Had je honger of dorst? Of kreeg je juist energie om dingen te doen? Merkte je misschien iets anders? •• Was dat steeds hetzelfde? Of veranderde er in de loop van de week iets? •• Wat was het moeilijkst om vol te houden? •• Waardoor was dat het moeilijkst? •• Wat heb je gedaan om het toch vol te houden? •• Wat was het gemakkelijkst om vol te houden? •• Ga je je eet- en/of drinkgedrag blijvend aanpassen? Waarom wel of niet?
Tijdbalk
2
a
−14.000
Op de website van Mundo kun je samenvattingsopdrachten maken bij dit thema. Zo kun je je voorbereiden op de toets. Kleur op de tijdbalk: •• de tijd van jagers en boeren: geel •• de overgang naar de landbouw: rood
−12.000
−10.000
−8000
−6000
−4000
−2000 voor Christus
0
2000 na Christus
b Schrijf de volgende letters bij de tijdbalk: A B C D
3
5000 v.Chr.: eerste boeren in Nederland 1900: eerste verwarmde kassen in Nederland 1910: productie kunstmest in de fabriek 1945: gebruik van bestrijdingsmiddelen neemt sterk toe
Milieu In de 20e eeuw heeft de landbouw meer gevolgen voor het milieu. Leg dat uit.
108
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 108
5/04/19 13:27
Afsluiting
4
Oorspronkelijke plantengroei Gebruik de atlas. Zoek een kaart met de fysisch geografisch zones. Teken de evenaar in bron 72. Kleur de gebieden met de oorspronkelijke plantengroei uit de legenda.
a ce eO Grot an
Oceaan che tis lan At
Grot eO ce aa
che Oceaan Indis
n 5.000 km
tropisch regenwoud
steppe
gematigd gebied
sneeuw en gebergte
savanne
woestijn
naaldwoud
toendra
Bron 72  Wereldkaart.
5 a
Voedselproductie in de wereld Bekijk de kaart op blz. 104-105. Welke twee landen produceren volgens deze kaart het meeste voedsel in de wereld?
b Bedenk waarom die landen het meeste voedsel produceren.
c
Welke kaarten in de atlas kun je gebruiken om je antwoord op vraag b te controleren?
d Welke kaart geeft de duidelijkste verklaring voor de spreiding van de voedselproductie?
109
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 109
5/04/19 13:27
Afsluiting
Begrippen Blok 1 het gematigd gebied
Gebied met weinig temperatuurverschillen. In de winter is het niet te koud en in de zomer niet te warm. Nederland ligt in een gematigd gebied. de jager-verzamelaar De eerste moderne mens die leefde van de jacht en van eetbare planten die hij in de natuur verzamelde. De San leven als jager-verzamelaars in het zuiden van Afrika. het klimaat Het gemiddelde weer in een gebied gemeten over een langere periode. In Nederland heerst een zeeklimaat. het loofbos Bos waar de bomen en struiken in de warme maanden groeien en in de koude maanden hun bladeren verliezen. In de herfst kleuren de loofbossen rood en geel. het naaldbos Bos waar de bomen hun naalden (bladeren) vasthouden. Voor Kerstmis kapten we een dennenboom in het naaldbos. de neerslag Water dat in de vorm van regen, sneeuw, hagel uit de lucht valt. Voor planten is het belangrijk dat er regelmatig neerslag valt. de nomade Iemand die rondtrekt en geen vaste plek heeft om te wonen. De Toearegs zijn nomaden; zij trekken met hun vee rond in de woestijn op zoek naar water. de savanne Warm gebied met een lange regentijd waar veel hoog gras groeit met struiken en hier en daar een boom. Op de savanne in Afrika leven veel wilde dieren. de steppe Warm gebied met een korte regentijd waar alleen gras groeit. In steppegebieden wordt veel graan verbouwd. de toendra Koud gebied waar de temperatuur niet hoger komt dan een paar graden boven nul. Er groeien alleen grassen en mossen. Rendierjagers leefden op de toendra. het tropisch Bos in de buurt van de evenaar waar het warm is en waar veel neerslag valt. regenwoud Bomen en planten zijn er het hele jaar groen. In het tropisch regenwoud kunnen mensen gemakkelijker overleven dan in de woestijn. het weer De temperatuur, neerslag en beweging van de lucht in de dampkring om ons heen op een bepaald moment. Vandaag regent het de hele dag, maar morgen wordt het mooi weer. de woestijn Warm gebied waar vrijwel geen neerslag valt en waar niets groeit. In de woestijn is het zo droog dat er bijna geen planten groeien.
110
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 110
5/04/19 13:27
Afsluiting
Blok 2 de akkerbouw
Planten zaaien en oogsten op velden, akkers. Deze boer verbouwt graan en aardappelen. Hij doet aan akkerbouw. het ingerichte Landschap dat is veranderd door mensen. landschap Bij Westervelde in Drenthe is nog een klein stukje oerbos. Verder bestaat heel Nederland uit ingericht landschap. de irrigatie Water op de akker brengen om planten beter te laten groeien. De oude Egyptenaren bedachten een irrigatiesysteem, zodat zij het hele jaar water voor hun akkers hadden. de landbouw Het bewerken van land en het houden van dieren voor de productie van voedsel. Akkerbouw en veeteelt samen heet landbouw. het natuurlandschap Landschap dat is ontstaan zonder dat mensen er iets aan hebben veranderd. De Zuidpool is een echt natuurlandschap. de natuurlijke selectie Dieren en/of planten met de beste eigenschappen blijven in leven en kunnen zich voortplanten. Steeds sterven de giraffen met de kortste nek, omdat zij niet bij de bladeren van hoge bomen kunnen komen. Door natuurlijke selectie krijgen giraffen steeds langere nekken. de steentijd Periode in de geschiedenis waarin mensen gebruiksvoorwerpen van steen maakten en nog niet van metaal. In de steentijd hadden mensen voorwerpen van huiden, been en aardewerk. de veeteelt Dieren houden voor hun vlees of hun melk. Deze boer heeft veel koeien in een grote melkstal. Hij doet aan veeteelt.
111
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 111
5/04/19 13:27
Afsluiting
Blok 3 de belasting
de farao de hiëroglief de piramide
het slib
zich specialiseren
de wet
Verplichte bijdrage van inwoners van een land aan het bestuur van dat land. Egyptenaren betaalden belasting aan de farao in de vorm van graan. Naam voor de heersers over het oude Egypte, een soort koning. De farao betaalde de onderdanen die voor hem werkten, in graan. Het schrift van de oude Egyptenaren. Het bestaat uit kleine tekeningetjes. Ambtenaren schreven de administratie van de oogst in hiërogliefen. Vierkant bouwwerk dat naar boven toe steeds smaller wordt. Het werd gebruikt als graf. Egyptenaren begroeven hun farao’s in piramides. Kleine korreltjes klei en zand die naar de bodem van een rivier zijn gezakt en daar blijven liggen. Na een overstroming van de rivier blijft er slib op het land achter. Dat zorgt voor vruchtbare grond. Beter worden in een klein onderdeel en niet meer alles doen. De boer specialiseerde zich in het verbouwen van graan en hield niet langer geiten. Geschreven regels over wat wel en niet mag in een land. Als je je niet aan de wet houdt, kun je een boete of gevangenisstraf krijgen.
112
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 112
5/04/19 13:27
Afsluiting
Blok 4 het keurmerk de promotie
de rolverdeling
de voedingswaarde
de voedselwet
Merkteken als bewijs van een bepaalde kwaliteit. Ik eet alleen chocola met een eerlijk keurmerk. Manier om producten onder de aandacht te brengen om ze beter te verkopen. Met die shirtreclame maakt het voetbalteam promotie voor de sponsor. Verdeling van taken tussen mannen en vrouwen. Bij ons thuis kookt mijn vader altijd, want mijn moeder draait veel avonddiensten. Hoeveelheid energie, voedingsstoffen in etenswaren. De voedingswaarde van chips is erg laag, je krijgt er geen energie van. Van een bruine boterham wel! Regel over wat je volgens een bepaald geloof wel en niet mag eten of drinken. Volgens hun voedselwetten mogen joodse en islamitische mensen geen varkensvlees eten.
113
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 113
5/04/19 13:27
Vaardigheden Mens en maatschappij
Vaardigheden Mens en maatschappij In ieder thema van Mundo staan dingen die je moet kennen en kunnen. Kennen betekent dat je iets weet. Kunnen betekent dat je iets kunt doen of gebruiken. Als je iets kunt, ben je vaardig. Vaardigheden zijn dus de dingen die je moet kunnen. In dit overzicht vind je de uitleg van de vaardigheden die je bij mens en maatschappij gebruikt op een rijtje. In de opdrachten van Mundo oefen je met vaardigheden.
1 Beschrijven Weet je dat er een nieuwe kledingzaak in de stad is? Hij zit naast de HEMA. Hij wordt morgen geopend met een actie van twee broeken voor de prijs van één. Ze hebben veel verschillende broeken. In plaats van etalagepoppen hebben ze beeldschermen met modeshows en straatbeelden waarin de kleren worden gedragen.
Waarom? Bij mens en maatschappij beschrijf je gebieden, perioden, personen en gebeurtenissen. Het is belangrijk om de situatie te kennen, voordat je iets probeert te begrijpen of je mening erover geeft. In het voorbeeld hierboven vertelt iemand dat er een nieuwe winkel is, maar ook waar die winkel is, hoe de winkel is ingericht, wat er wordt verkocht en wanneer hij opengaat. Als je dat weet, snap je beter wat je kunt verwachten.
Hoe? Als je iets beschrijft, bedenk je vragen die gaan over het wie, wat, waar, wanneer en hoe van het onderwerp. Je geeft ook zelf antwoorden op die vragen. De informatie daarvoor haal je uit Mundo, maar ook van kaarten in de atlas of van internet. Je kunt ook kennis die je zelf al hebt, gebruiken om een beschrijving te maken. Als je gebieden of perioden beschrijft, kun je vragen stellen uit verschillende invalshoeken:
• • • • •
Wie heeft de macht? (vragen over politiek) Waar leven de mensen van? (vragen over economie) Hoe gaan de mensen met elkaar om? (vragen over sociale omgang) Hoe gaan de mensen om met leven en dood en geloof? (vragen over cultuur) Hoe ziet de omgeving eruit en hoe gaan mensen ermee om? (vragen over milieu)
114
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 114
5/04/19 13:27
Vaardigheden Mens en maatschappij
1
Gebieden beschrijven Als je de Himalaya beschrijft, kun je de volgende vragen gebruiken.
• Waar ligt de Himalaya? • Wanneer is de Himalaya ontstaan? • Wie wonen er in de Himalaya? • Hoe ziet de Himalaya eruit?
2
Gebeurtenissen beschrijven Met deze vragen kun je de aanslagen op 11 september 2001 beschrijven.
• Wat gebeurde er bij de aanslagen op 11 september? • Wie waren er betrokken bij de aanslagen? • Waar vonden de aanslagen plaats? • Hoe laat vonden de aanslagen plaats?
115
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 115
5/04/19 13:27
Vaardigheden Mens en maatschappij
3
Personen beschrijven Met deze vragen kun je personen beschrijven.
• Wie was Napoleon? • Waar leefde Napoleon? • Wanneer leefde Napoleon? • Hoe leefde Napoleon? (Wat deed hij?)
2 Vergelijken Ik heb deze week meegedaan met een basketbaltraining bij HBC en een open dag van korfbalclub Oosterpark. Basketbal is niet in de zomer, korfbal wel, je speelt het ook buiten. Beide sporten speel je met een team en bij beide sporten moet je een bal door een mand of net gooien. Bij basketbal speel je alleen met jongens of meisjes, maar korfbal is gemengd. Het veld is bij korfbal groter dan bij basketbal.
Waarom? Bij mens en maatschappij vergelijk je de kenmerken van gebieden, perioden, personen en gebeurtenissen. Je doet dat om de verschillen en overeenkomsten tussen verschijnselen duidelijk te krijgen. In het voorbeeld hierboven vergelijkt iemand twee sporten met elkaar. Dat doet hij bijvoorbeeld omdat hij een keuze wil maken tussen beide sporten.
Hoe? Als je iets vergelijkt, noem je de overeenkomsten en verschillen tussen gebieden, perioden, personen of gebeurtenissen. Let er daarbij op dat je steeds naar dezelfde kenmerken kijkt. In het voorbeeld hierboven vergelijk je de sporten op de kenmerken teamsport of niet en balsport of niet. Als je van de ene sport het kenmerk gemengd spelen noemt en van de andere sport het kenmerk dat het een zaalsport is, dan is dat geen goede vergelijking. 116
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 116
5/04/19 13:27
Vaardigheden Mens en maatschappij
Als je twee perioden vergelijkt, heten de verschillen verandering en de overeenkomsten continuĂŻteit. Als je bijvoorbeeld straffen in de Middeleeuwen vergelijkt met straffen nu, zie je dat dezelfde misdaden in de Middeleeuwen strenger werden bestraft dan nu. Dat is dus veranderd. Er is ook continuĂŻteit: je mocht toen niet doden en stelen en dat mag nu ook niet.
In de middeleeuwen kreeg je lijfstraffen voor diefstal.
Tegenwoordig kun je in Nederland een taakstraf krijgen voor diefstal.
3 Verklaren Doordat het aantal leerlingen groeit, wordt de spoorwegovergang bij de school steeds drukker. Steeds weer steken fietsers het spoor nog over als de spoorbomen al dicht zijn. De gemeente is de eigenaar van het fietspad en heeft een plan om een tunnel aan te leggen, maar de gemeente wil dat de spoorwegen de aanleg betalen. De spoorwegen willen ook een bijdrage van de gemeente. Dan gebeurt er een ernstig ongeluk. Twee maanden later is de spoorwegovergang dicht en wordt begonnen met het graven van de tunnel.
Waarom? Als je een gebied, periode, gebeurtenis of persoon hebt beschreven en met elkaar hebt vergeleken, kun je vragen stellen over waarom het zo in elkaar zit. Als je die waaromvragen stelt en kunt beantwoorden, begrijp je de dingen beter. Met het voorbeeld hierboven kun je uitleggen waarom sommige spoorwegovergangen worden vervangen door tunnels.
Hoe? Als je iets verklaart, noem je een oorzaak en een gevolg. Een oorzaak is de reden waarom iets gebeurt. De reden waarom spoorwegovergangen worden vervangen door tunnels is: gevaar. Zowel de gemeente als de spoorwegen willen veilige kruisingen van spoor en fietspaden. Als gemeente en spoorwegen het eens zijn over de betaling is het gevolg daarvan dat er een tunnel of brug komt.
er wordt een tunnel aangelegd
er zijn vaker gevaarlijke situaties op de spoorwegovergang
er vindt een ongeluk plaats
het leerlingenaantal van de school groeit er komen meer fietsers bij
117
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 117
5/04/19 13:27
Vaardigheden Mens en maatschappij
De vraag die je beantwoordt bij verklaren, begint vaak met waarom of waardoor. In het antwoord gebruik je vaak woorden als omdat, doordat en daardoor. Oorzaken kun je verdelen in directe oorzaken die meteen tot een gebeurtenis leiden, en indirecte oorzaken die pas na een tijd tot een gebeurtenis leiden. Een directe oorzaak wordt aanleiding genoemd. De gevaarlijke situatie bij de spoorwegovergang is de oorzaak om een tunnel aan te leggen. Het ernstige ongeluk is de aanleiding om er snel aan te beginnen.
4 Waarderen Het is bijna vakantie. Dat is fijn, want ik ben moe van school. We hebben hard gewerkt de laatste weken. Als je na de vakantie weer begint, gaat het vaak een stuk beter. Ik ga lekker uitslapen dus. Ook voor de leraren is het wel fijn, want sommige van hen zijn behoorlijk chagrijnig deze week. Aan de andere kant is het wel jammer dat ik veel vrienden en vriendinnen niet zie. We hebben natuurlijk wel contact bij het gamen en via WhatsApp, maar samen in de pauze kletsen is ook erg leuk.
Waarom? Je waardeert dingen om aan te geven hoe belangrijk of hoe goed iets is. Dat is vaak nodig om te bepalen of iets hetzelfde moet blijven of dat iets moet veranderen. Als je goed kunt uitleggen waarom jij iets vindt, kun je anderen overtuigen.
Hoe? Als je iets waardeert, maak je duidelijk hoe belangrijk iets is. Houd er rekening mee dat er verschillende mensen bij betrokken zijn. Al die mensen hebben verschillende meningen. Nadat je hebt opgeschreven wie er met het onderwerp te maken hebben en wat zij ervan vinden, bedenk je wat jouw mening is. Dat doe je met het stappenplan op de volgende bladzijde.
4a Standplaatsgebondenheid Vaak hebben mensen verschillende meningen over hetzelfde onderwerp. Wat iemand denkt, hangt af van: • waar hij woont • de tijd waarin hij leeft • de groep waar hij bij hoort (arm/rijk, oud/jong enzovoort) • zijn geloof Dat heet standplaatsgebondenheid. Je zit vast (gebonden) aan de plaats waar je leeft, de tijd waarin je leeft en de rol die je hebt. Om je goed in te kunnen leven in een onderwerp, moet je vragen over standplaatsgebondenheid van de verschillende betrokkenen beantwoorden. Je doet dat bij stap 4. Gebruik de atlas of de tijdwijzer als je moet letten op standplaatsgebondenheid!
118
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 118
5/04/19 13:27
Vaardigheden Mens en maatschappij
De Engelse taal dringt steeds verder op. Op internet is veel informatie in het Engels beschikbaar. Op de Nederlandstalige Wikipedia kun je bijvoorbeeld twee miljoen trefwoorden vinden. Dat lijkt veel, maar op de Engelstalige Wikipedia zijn het er drie keer zoveel! In het hoger onderwijs worden steeds meer lessen in het Engels gegeven en worden Engelse boeken gebruikt. Voor een goede doorstroming van het voortgezet onderwijs naar het middelbaar en hoger onderwijs kan het daarom belangrijk zijn om ook op vmbo en mavo meer aandacht aan Engels te besteden. Dat kan door bijvoorbeeld extra lessen in het Engels of door tweetalig onderwijs (dan wordt een vak als mens en maatschappij bijvoorbeeld in het Engels gegeven).
4b Stappenplan eigen mening Stap 1 Wat is het probleem? Engels wordt een steeds belangrijker taal om kennis te delen. Op Nederlandse scholen worden leerlingen daar niet genoeg op voorbereid.
Stap 2 Wie zijn erbij betrokken? Minister van Onderwijs, leerlingen en docenten.
Stap 3 Wat is de mening van verschillende mensen? Minister van Onderwijs: Scholen moeten goed onderwijs geven en dat kan niet zonder Engels. Engels is wereldwijd de meestgebruikte taal in handel en wetenschap. Leerlingen: Niet iedereen is even goed in Engels. Het is niet eerlijk dat iedereen die taal moet leren. Docenten: Als er meer Engels gegeven wordt, gaat dat ten koste van andere vakken.
Stap 4 Waarom vinden ze dat? Leg de mening van de betrokkenen uit en gebruik daarbij de standplaatsgebondenheid. Minister van Onderwijs: Het ministerie moet ervoor zorgen dat Nederlanders goed opgeleid zijn. Nederland is een land met veel contacten in de rest van de wereld. Voor handel en wetenschap is Engels de belangrijkste taal. Bedrijven en organisaties willen graag werknemers die goed hun talen spreken. Meer Engels (en andere talen) op school is daar een goed middel voor. Leerlingen: Wat je op school leert is belangrijk voor later, maar om gemotiveerd te kunnen leren, moet het ook leuk zijn en passen bij je niveau. Meer Engels is voor veel leerlingen moeilijk en ook niet nodig. Er zijn veel beroepen waarvoor je geen Engels nodig hebt. Bovendien is Engels al een verplicht vak. Laat leerlingen die het leuk vinden vrijwillig extra Engels volgen. Docenten: Er gaat al heel veel tijd naar de verplichte vakken Nederlands en Engels. Maar andere vakken zijn ook heel belangrijk, ook voor de toekomstige beroepen van de leerlingen. Er is steeds meer tekort aan vakmensen, maar we stellen techniek niet verplicht als examenvak. Dat zou ook raar zijn, want niet iedereen heeft talent voor alle vakken. Een basis in Engels is nodig, maar veel energie stoppen in leerlingen die er weinig plezier aan beleven en er later ook weinig mee zullen doen, is verspilde moeite en maakt school minder leuk voor ze.
119
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 119
5/04/19 13:27
Vaardigheden Mens en maatschappij
Stap 5 Wat is jouw mening? Je moet als een soort rechter goed luisteren naar wat alle betrokkenen vinden en waarom. Pas daarna geef je je eigen mening. Ook leg je uit waarom jij dat zo vindt. Zeg daarbij ook iets over de meningen van de mensen met wie je het niet eens bent.
5 Stappenplan onderzoek Een onderzoek voor mens en maatschappij doe je volgens een aantal vaste stappen. Stap 1 Wat ga je doen? Als je onderzoek doet, kies je eerst een onderwerp. Daarna bedenk je een hoofdvraag voor je onderzoek: wat wil je weten? Vaak kun je de hoofdvraag makkelijker beantwoorden als je hem opdeelt in een paar deelvragen.
Stap 2 Hoe ga je het doen? Een onderzoek duurt meestal langer dan een lesuur. Maak daarom een overzicht van de taken en plan die zorgvuldig. Stel jezelf drie vragen als je een planning maakt: •• Wat moet ik allemaal doen? •• Wanneer voer ik de verschillende taken uit? •• Wie voert welke taak uit? (als je in een groepje werkt)
Stap 3 Doen! Voer je onderzoek uit. Doe deze drie dingen: 1 Verzamel informatie. 2 Verwerk de informatie. 3 Geef antwoord op de deelvragen en de hoofdvraag. 1 Informatie verzamelen Om antwoord te geven op je onderzoeksvraag, heb je informatie nodig. Die haal je uit bronnen. Er zijn: •• bronnen die je in de klas bij de hand hebt: Mundo, een atlas. •• bronnen die je opzoekt: kranten, tijdschriften, folders, kaarten, informatie op internet. •• enquêtes (zie Vaardigheid enquête) •• interviews (zie Vaardigheid interview) •• eigen waarnemingen: gebouwen, beelden, schilderijen, het landschap Let er op of je bronnen bruikbaar en betrouwbaar zijn. (Zie vaardigheid 6c Bronnen beoordelen.) 2 Informatie verwerken Orden de informatie uit de bronnen. Maak een indeling. Bijvoorbeeld: •• Zet de informatie die over dezelfde deelvraag gaat bij elkaar. •• Zet informatie die gaat over oorzaken bij elkaar en alle informatie over gevolgen ook. •• Zet informatie over hetzelfde gebied of tijdvak bij elkaar. •• Zet informatie over voordelen bij elkaar en informatie over nadelen ook. 3 Vragen beantwoorden Zoek een antwoord op alle deelvragen. Schrijf de antwoorden op. Maak er goede zinnen van, laat de deelvraag daarin terugkomen. Lees de antwoorden rustig door. Beantwoord daarna de hoofdvraag.
120
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 120
5/04/19 13:27
Vaardigheden Mens en maatschappij
Stap 4 Laten zien In een presentatie kun je andere mensen laten zien wat jij hebt onderzocht. Je kunt kiezen voor allerlei presentatievormen, bijvoorbeeld een verslag, een poster, een powerpointpresentatie, een toneelstukje of een website. Bedenk een vorm die past bij de mensen aan wie je de presentatie laat zien en de situatie waarin dat moet gebeuren. Laat de volgende zaken zien: •• Wat waren de hoofd- en deelvragen? •• Wat heb je gedaan om aan informatie te komen? •• Hoe heb je de informatie geordend en bewerkt? •• Welke antwoorden heb je gevonden? (de antwoorden op de deelvragen) •• Wat is je conclusie? (het antwoord op de hoofdvraag)
Stap 5 Terugblik Bij deze stap kijk je terug op wat je hebt gedaan in het onderzoek. De volgende vragen kun je jezelf stellen: •• Heb je de planning gehaald? Zo nee, waar lag dat aan? •• Hoe ging de samenwerking (als je in een groepje werkte)? •• Kon je de hoofdvraag goed beantwoorden? Zo nee, welke informatie had je nog nodig? •• Hoe ging de presentatie? Wat ging er goed en wat kon er beter? •• Wat vond je van het onderwerp van dit project?
6 Informatie zoeken en beoordelen Je wilt op vakantie en boekt op internet een appartement. Op de site ziet het appartement er prachtig uit. Er is een zwembad vlakbij en het ligt niet ver van zee. Maar als je er aankomt, valt het nogal tegen. Je hebt geen uitzicht vanuit je kamer op de eerste verdieping. De kamer ligt aan een lawaaiige straat en direct aan de overkant staat een hoge flat. Het zwembad is vies, het stinkt zelfs. De zee is wel dichtbij, maar de kust is rotsachtig. Het strand begint pas twee kilometer verderop en je moet ernaartoe lopen in de brandende zon.
Waarom? Je gebruikt informatiebronnen om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen van een situatie of gebeurtenis. Zoals je in het voorbeeld ziet, kan informatie erg afwijken van de werkelijkheid. Soms wordt de informatie in de bron opzettelijk verdraaid. Maar vaak mis je ook voorkennis om de informatie goed te kunnen beoordelen.
Hoe? De antwoorden op vragen vind je vaak in bronnen. Bronnen zijn bijvoorbeeld: • teksten: in Mundo, op websites, in boeken, kranten en folders • afbeeldingen: schilderijen, cartoons, foto’s • het landschap (zie Vaardigheid 1a Gebieden beschrijven)
6a Informatie zoeken op internet •
•
Hoe je informatie zoekt, hangt af van wat je zoekt. Soms weet je niet precies wat je zoekt, je moet bijvoorbeeld ‘iets’ weten over Zuid-Afrika of over Vincent van Gogh. Dan kun je beginnen bij een website als startpagina.nl of Wikipedia en volg je de links die daar staan. Als je wel precies weet wat je zoekt, kun je zoektrucjes gebruiken. 121
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 121
5/04/19 13:27
Vaardigheden Mens en maatschappij
−−
−−
−−
Denk als iemand die antwoord geeft, niet als iemand die een vraag stelt. Als je wilt weten wat de eerste stad was die in Zuid-Afrika werd gesticht, zoek je natuurlijk op de woorden Zuid-Afrika, eerste en stad. Je krijgt dan bijna een miljoen antwoorden. Ook als je zoekt op de vraag Wat was de eerste stad van Zuid-Afrika?, vind je 850.000 antwoorden. Maar als je bedenkt hoe iemand daarover schrijft en je zoekt een stukje van die zin: bijvoorbeeld: “eerste stad van Zuid-Afrika” tussen aanhalingstekens, dan krijg je nog maar drie antwoorden. Gebruik wat je al weet. Stel, je wilt meer weten over Theo van Gogh, de broer van de schilder Vincent van Gogh, aan wie hij veel brieven schreef. Als je zoekt op Theo van Gogh, dan krijg je vooral informatie over de filmmaker Theo van Gogh. Die leefde veel later dan de broer van de schilder en werd vermoord. Als je de zoekwoorden verbindt met een + krijg je alleen websites waarin al die woorden voorkomen. Dus: Theo+Vincent+van+Gogh+broer. Of verbind de woorden die je niet zoekt met een – aan de woorden die je zoekt. Dus: Theo+van+Gogh–moord. In Google kun je zoeken op afbeeldingen en video’s, maar via https://www.google. com/advanced_search kun je op nog veel meer kenmerken zoeken.
6b Informatie zoeken in boeken en atlassen Hoe?
• • •
•
Eerst moet je een boek zoeken. Dat kan in de digitale catalogus van een bibliotheek. Zoek op onderwerp of thema. Vaak kun je dan ook kiezen op leeftijd (12+ of 15+). Dan moet je het boek vinden. Als je een titel hebt, kun je in een bibliotheek of bij de boekhandel vragen naar dat boek. Mensen die daar werken vinden het leuk om je te helpen! Vraag gerust om hulp, ook bij het zoeken! In een boek (een atlas is ook een boek) staan vaak verschillende hulpmiddelen om te zoeken. Voor in het boek is altijd een inhoud met de onderwerpen op de volgorde waarin ze in het boek staan. Daarmee kun je snel zien of je in het boek kunt vinden wat je zoekt en op welke bladzijde. Achter in een boek staat vaak een register met trefwoorden. Daarmee kun je snel vinden op welke bladzijde in het boek informatie staat over bepaalde personen, gebeurtenissen, onderwerpen of plaatsen. In een atlas staan verschillende registers voor plaatsen en onderwerpen.
6c Het beoordelen van bronnen Hoe? Bronnen gebruik je om vragen te beantwoorden.
• •
Kijk eerst of de bron echt gaat over de vraag die je wilt beantwoorden. Als dat zo is, is de bron bruikbaar. Kijk dan of de bron betrouwbaar is. Let daarbij op de volgende dingen: −− Wanneer is de bron gemaakt? Als een bron in een andere tijd is gemaakt dan de tijd waar hij over gaat, is hij meestal minder betrouwbaar. Het appartement uit het voorbeeld was vijf jaar geleden nog nieuw, toen zijn de foto’s gemaakt, maar ondertussen is de hoge flat gebouwd en het zwembad niet schoon meer. −− Wie is de maker van de bron? Speelt hij een rol bij de zaken die hij/zij beschrijft? De eigenaar van het appartement wil het graag verhuren en zal daarom vooral de gunstige kenmerken noemen. Een reisgids of site die verschillende appartementen met elkaar vergelijkt, geeft waarschijnlijk betrouwbaardere informatie. −− Wil de maker van de bron vertellen wat er echt aan de hand is of wil hij de mensen iets laten geloven? Let vooral op of er feiten of meningen in de bron staan. Een feit is iets wat je kunt meten, bewijzen of controleren. Een mening is iets wat je denkt of gelooft, 122
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 122
5/04/19 13:27
Vaardigheden Mens en maatschappij
•
je kunt het niet bewijzen. Websites van de overheid en onderzoeksinstellingen zoals het KNMI zijn betrouwbaarder dan die van bedrijven of verenigingen met een speciaal doel zoals de ANWB of Natuurmonumenten. Bekijk of alle informatie beschikbaar is. Om te bepalen of een vakantieappartement goed is, wil je weten hoe het eruitziet. Maar ook of het schoon en rustig is. Veel bronnen vertellen hoe iets eruitziet, maar niet hoe de omgeving is en wat je er ruikt, hoort en voelt. Als je dat op een rij zet, kun je een inschatting maken van hoe compleet je voorstelling ergens van is. Je kunt dat ook gebruiken om verder op zoek te gaan naar die informatie. In Google Earth en Maps kun je met “streetview” heel veel wegen en straten bekijken. Sleep het gele mannetje daarvoor naar de plek waar je wilt kijken.
6d Afbeeldingen bekijken Als je werkt met afbeeldingen volg dan deze stappen. Kijk eerst heel goed naar de afbeelding en schrijf op wat je ziet zonder te bedenken wat dingen betekenen! Als je beschrijving klaar is, ga je verklaren wat je ziet en stel je vast wat de boodschap is van de afbeelding. Ten slotte geef je je eigen mening over de afbeelding.
Stappenplan werken met afbeeldingen Stap 1
Beschrijven
• • • • • • • • • •
Waar speelt de scène zich af? Wie of wat staat in het midden van de afbeelding? Waar valt het licht op? Wat is groot en wat is klein afgebeeld? Welke andere mensen, gebouwen, voorwerpen en dieren zie je? Welke woorden, namen en begrippen staan op de afbeelding? Zijn bepaalde aspecten overdreven afgebeeld? (bijvoorbeeld karaktertrekken) Wat doen de mensen op de afbeelding? (let op alle personen) Waar kijken de mensen naar? (let weer op alle personen) Wie heeft de afbeelding gemaakt?
Stap 2 Verklaren
• •
• • • • •
Wat hebben de verschillende mensen en dingen op de afbeelding met elkaar te maken? Waarom zijn bepaalde voorwerpen en dieren toegevoegd? (NB: Voorwerpen en dieren kunnen symbolen zijn. Een symbool verwijst naar een begrip. Bijvoorbeeld: een duif is het symbool van de vrede.) Wie zijn de afgebeelde mensen, zijn er bekende personen? Waarom zijn sommige mensen of dingen belangrijker dan andere? Waarom zijn de mensen dat aan het doen? Wat betekenen de woorden, namen en begrippen in de afbeelding? Waarom zijn ze toegevoegd? (Vergeet de bijschriften niet.) Wat is de boodschap of bedoeling van de afbeelding?
Stap 3 Wat weet je niet?
•
Wat kun je niet op de afbeelding zien en wat kun je daaruit afleiden?
Stap 4 Waarderen
• •
Is de afbeelding duidelijk? Geeft de afbeelding voldoende informatie over de vraag die je ermee moet of wilt beantwoorden? Als de afbeelding een boodschap heeft: ben je het eens met die boodschap?
123
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 123
5/04/19 13:27
Vaardigheden Mens en maatschappij
6e Interview Een interview is een vraaggesprek tussen iemand die vragen stelt en iemand die vragen beantwoordt. Het is een goede manier om zelf informatie te krijgen voor een onderzoek.
Stap 1 Interview voorbereiden
•• •• •• •• ••
Bedenk wie je wilt interviewen. Maak een afspraak voor het interview en vertel waar het interview over zal gaan. Vraag of je het interview mag opnemen met je telefoon of met een camera. Lees je goed in over het onderwerp en bedenk wat het doel van je interview is. Maak een lijst met vragen.
Stap 2 Interview afnemen
•• •• •• ••
Stel jezelf voor en leg nog een keer kort uit wat het doel is van het interview. Stel de vragen die je hebt voorbereid. Als je het antwoord niet snapt of als je meer wilt weten, vraag dan door. Sluit het interview af met een conclusie of een korte samenvatting. Bedank de geïnterviewde voor de medewerking.
Stap 3 Interview uitwerken
•• •• ••
Schrijf op wie je hebt geïnterviewd en op welke datum. Werk de vragen en de antwoorden uit. Laat het uitgewerkte interview ter controle lezen aan de geïnterviewde persoon.
6f Enquête Een enquête is een vragenlijst die je aan verschillende mensen voorlegt. Je kunt met een enquête onderzoeken hoe de meerderheid van een groep over een onderwerp denkt.
Stap 1 Enquête voorbereiden
•• •• •• ••
Verdiep je goed in het onderwerp en bedenk op welke onderzoeksvraag je antwoord wilt krijgen. Bedenk hoeveel mensen je wilt ondervragen. Maak een vragenlijst. Gebruik vooral gesloten vragen, zoals meerkeuzevragen. Die kun je gemakkelijk scoren. Zorg dat je vragen duidelijk zijn. Vraag iemand om de enquête te beantwoorden, zodat je weet of je vragen duidelijk zijn of dat je ze nog moet aanpassen.
Stap 2 Enquête houden
•• ••
Typ je vragen netjes uit. Zet je naam eronder, een (e-mail)adres waar ze de enquête kunnen inleveren en de datum waarop je de ingevulde enquête uiterlijk wilt ontvangen. Kopieer je enquête en deel hem uit. Versturen of zelf mensen ondervragen kan ook. Zorg dat er een briefje bij zit waarin je beleefd vraagt of iemand de enquête wil invullen.
Stap 3 Enquête uitwerken
•• •• ••
Neem een lege vragenlijst en geef per antwoord aan hoeveel mensen dat antwoord hebben gegeven. Als je open vragen hebt gesteld, typ de antwoorden dan over bij die vraag. Je hebt nu een overzicht van de antwoorden per vraag. Maak daarvan een verslag. Je kunt ook tabellen of diagrammen maken om de informatie te presenteren. 124
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 124
5/04/19 13:27
Vaardigheden Mens en maatschappij
7 Informatie presenteren Als je informatie verzamelt of een onderzoekje doet, moet je de gegevens daarvan vaak ook presenteren. Daarvoor kun je grafieken en diagrammen gebruiken of een kaart. De soort informatie die je wilt laten zien, bepaalt welke vorm het meest geschikt is.
7a Grafieken en diagrammen • •
Een cirkeldiagram laat zien hoe iets verdeeld is. Een cirkeldiagram laat zien waarvan er veel is en waarvan weinig. De hele cirkel is 100 procent. Lees bij een cirkeldiagram altijd goed het bijschrift, want daarin staat wat 100 procent is. Als je een cirkeldiagram maakt, reken je eerst uit hoeveel procent elk onderdeel van het totaal is. Bij de cirkeldiagrammen die je in Mundo moet maken zijn al 100 procentstreepjes getekend. Trek eerst een lijn van het middelpunt naar boven en tel dan met de klok mee. Je begint meestal met het intekenen van het grootste deel. Lange en korte vakanties van Nederlanders, 2016 lange vakanties (22,4 miljoen)
korte vakanties (13,1 miljoen)
17%
24%
23%
36%
11% 12% 36%
41%
Nederland zomer
buitenland zomer
Nederland winter
buitenland winter
Een cirkeldiagram.
• •
Een lijndiagram of -grafiek laat zien wat er in een bepaalde periode veranderd is. Lees op de x-as af welke tijd er weergegeven is en op de y-as hoeveel er van iets is. Gaat de lijn omhoog, dan is het meer geworden. Gaat de lijn omlaag, dan is het minder geworden. Als je een lijndiagram maakt, kijk je eerst naar wat de hoogste en wat de laagste waarde is. Daarmee bedenk je de beste indeling voor de y-as. Teken eerst de punten van elke periode in de grafiek en verbindt de punten daarna met elkaar.
Aantal vakanties van Nederlanders, 1990 - 2016 40.000 totaal
35.000
30.000
25.000
20.000 Nederland 15.000 buitenland 10.000 1990
1995
2000
2005
2010
2016 jaar
Een lijndiagram of grafiek.
125
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 125
5/04/19 13:27
Vaardigheden Mens en maatschappij
•
•
In een staafdiagram worden aantallen getekend als staven. In bron Een staafdiagram geldt: hoe langer een staaf, hoe meer vakanties. Let dus op de langste en de kortste staven. Zo kun je snel zien of er veel verschil is tussen vroeger en nu, of tussen gebieden. Als het diagram over gebieden gaat, staat er vaak een jaartal in het bijschrift. Gaat het diagram over een aantal perioden, dan staat het gebied waar het diagram over gaat in het bijschrift. Lees het bijschrift daarom altijd goed. Als je een staafdiagram maakt, kijk je eerst naar wat de hoogste en de laagste waarde is. Daarmee bedenk je wat de beste indeling is voor de y-as. Als de staven over perioden gaan, zet je ze in volgorde op de x-as. Als de staven niet over perioden gaan, teken je de staven op volgorde van hoog naar laag.
Populairste vakantielanden bij Nederlanders, 2016 x 1.000 4.000 3.500 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0
Duitsland
Frankrijk
Spanje
België
Italië
Oostenrijk
Een staafdiagram.
7b Kaarten Kaarten zijn belangrijke bronnen. Let bij het maken van een kaart altijd op de volgende vier dingen:
• • • •
De titel: geeft aan welk gebied op de kaart is afgebeeld. De titel van de kaart hiernaast is Bodemgebruik in Frankrijk. Soms staat in de titel ook over welk onderwerp de kaart gaat. De ligging. Waar ligt het gebied dat op de kaart staat? Op bijna alle kaarten ligt het noorden boven. Als dat niet zo is, dan staat er een noordpijl bij de kaart, een pijl die naar het noorden wijst. De legenda: dit is een lijst waarin staat wat de kleuren en tekens op de kaart betekenen. Kijk maar naar de kaart hieronder. De schaal: op een kaart is een gebied veel kleiner dan in het echt. Om te weten hoeveel keer het gebied is verkleind, kijk je naar de schaal van de kaart. Hoe dat moet, leer je bij rekenen of wiskunde.
126
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 126
5/04/19 13:27
Vaardigheden Mens en maatschappij
Bodemgebruik in Frankrijk bosbouw
akkerbouw en veeteelt
melkveeteelt
groenteteelt
veeteelt
fruitteelt
akkerbouw (graan)
wijnbouw
Een thematische kaart van Frankrijk.
127
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 127
5/04/19 13:27
Illustratieverantwoording Vormgeving & opmaak: Reclamers, Veghel Cartografie en technisch tekenwerk: EMK, Deventer Beeldresearch: Liane Volgers, Utrecht Foto's en tekenwerk Omslag: Shutterstock / Blue Planet Studio Shutterstock / Lapina Binnenwerk: ANP: p.8 Shutterstock / ImageBySutipond: p. 10 EPA / ANP: p. 13 Archeologisch museum Baduhenna / fotograaf Frans Nieuwenhout: p. 17 Shutterstock / PEPPERSMINT: p. 20 Wim Dasselaar: p. 22 en 23 Shutterstock / franco lucato: p. 32 en 33 Hindustan Times / Getty Images: p.34 RMO, Leiden: p. 39 Shutterstock / Ulrich Mueller: p. 40a Shutterstock / goodcat: p. 40b Shutterstock / Fedor Selivanov: p. 40c Shutterstock / Andre Muller: p. 40d Shutterstock / Rich Carey: p. 43 RAAP: p.45a Shutterstock / Photodigitaal.nl: p. 45b Het Drentse Landschap, fotograaf: Hans Dekker: p.46 Wikimedia CC: p. 53 Theo Peenstra: p. 54 De Agostini/Getty Images: p. 56 Peter Fitzverploegh: p. 66 Liane Volgers: p. 67b Guenther-Rarebooks of National Gallery of Victoria, Melbourne: p. 67c Shutterstock / Dmitry Pichugin: p. 67a
Mundo_3_KGT_lj1 LWB Voedsel BOEK.indb 128
Shutterstock / Nestor Noci: p. 67e Shutterstock / Dima Moroz: p. 67d Print Collector / Getty Images: p. 68 AFP / ANP: p. 69 ullstein bild / Getty Images: p. 71 Shutterstock / Lewis Liu: p. 77a Shutterstock / Pius Lee: p. 77b Shutterstock / saiko3p: p. 77c Shutterstock / LADO: p. 78 Shutterstock / Sara Winter: p. 79 Shutterstock / Oksana_Slepko: p. 81 Hollandse Hoogte / Nationaal Archief / Spaarnestad: p. 82 Hollandse Hoogte / Phil Nijhuis: p. 83 Cees Kuiper fotografie, p.84 Liane Volgers: p. 88 Hollandse Hoogte / Rob Voss: p.91 Damhert Nutrition: p. 96 Wikimedia CC / JoĂŁo P. Burini: p. 98 Peter Nuyten: p. 106 Shutterstock / Nick Fox: p. 115 Jose Jimenez / Getty Images: p. 115b Alamy: p. 117a Hollandse Hoogte / Arie Kieviet: p. 117b
5/04/19 13:27