Blok 5 Lezen

Page 1

BlOK

5

ONZE rElatiEs ‘Heb je eigenlijk kinderen?’ vroeg Catharina onverwacht. ‘Nee’, antwoordde Victor abrupt en voorbereid, want alleen het moment kwam onverwacht. Op de vraag zelf had hij zich geprepareerd. En hij herhaalde op besliste toon: ‘Nee, kinderen heb ik niet.’ Het ging haar niet aan, het viel buiten de orde. Hannah en Nathan mochten in het leven van Catharina van Nyenbeek niet bestaan. ‘En getrouwd?’ hield Catharina aan. ‘Nee’, antwoordde Victor, geheel volgens plan en ditmaal ook geheel naar waarheid. ‘Ik ben nu niet getrouwd.’

K W w o o e

‘Nu niet … ?’ ‘Nu ja … nu niet … men weet het niet. Once bitten twice shy.’

Le

‘Wat zeg je?’

L.H. Wiener: De verering van Quirina T

06104615_blok 05.indd 1

08-02-2008 15:49:20


BlOK

5

107

ONZE rElatiEs

woorden rond het thema lezen schrijven eindopdrachten proeftoets

1 Woorden rond het thema • Alleen de eerste opdracht van dit onderdeel is compleet opgenomen in het verwerkingsboek. De overige opdrachten vind je op de methodesite en kun je dus op de computer maken. • Als er geen computer beschikbaar is, kun je je docent(e) naar de papieren versie van de opdracht vragen.

Opdracht 1

Zoek bij elk woord of elke woordgroep de juiste betekenis. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

x

Knolselderij We eten allemaal wel eens knolselderij, omdat die groente ondenkbaar is in de erwtensoep.

arbeidsparticipatie booming business compromis demografie dynamiek expat geanimeerd geconditioneerd gepassioneerd heikel

11 12 13 14 15 16 17 18 19 20

katalysator marchanderen memoires non-verbaal pedagoog platonische (vriendschap) socioloog theatraal versus virtueel

Betekenissen bloeiende handel – deelname aan het arbeidsproces – denkbeeldig, niet werkelijk – hartstochtelijk – iemand die tijdelijk in het buitenland verblijft – (het) in cijfers beschrijven van de bevolkingsopbouw en -samenstelling – kenner van de maatschappij en wat daar allemaal in omgaat – levensherinneringen – met ingeprent gewoontegedrag – moeilijk – onderhandelen, schipperen – opvoedkundige – overdreven – snelheid waarmee iets verandert – stimulator, bevorderaar – tegen(over) – tussenoplossing – (zeer) levendig, opgewekt – zonder woorden te gebruiken – zuiver geestelijk

Lekker doen!

x

Priesters worden uitgenodigd bij de processie liturgische kleding te dragen (toog, superplie, stola). Leken hoeven niet gekleed te gaan. Mededelingenblad Katholieke kerkgemeenschap Utrecht-Oost

06104615_blok 05.indd 2

08-02-2008 15:49:22


BLOK

108

5

ONZE relaties woorden rond het thema  lezen  schrijven  eindopdrachten  proeftoets

2 Lezen

De structuur van de tekst 2.1

Einddoel

Als je de opdrachten van deze module hebt doorgewerkt, kun je nauwkeurig aangeven hoe een tekst is opgebouwd.

2.2 Overzicht van de opdrachten en de theorie

Verwerkingsboek Informatieboek opdracht

hoofdstuk

paragraaf

vaardigheid

5:1, 7:1, 9:1

4 Tekstopbouw

4.3

Inleiding en slot kunnen herkennen

1, 2:2, 3:2, 5:2, 8:1

5 Tekststructuren

5.4

De structuurmodellen kunnen herkennen

2:1, 3:2, 5:2, 7:1, 5.1 en 5.2 De verbanden tussen delen van de tekst 8:1, 9:2 kunnen herkennen 2:4, 4, 6, 9:4 6 Argumenteren 1, 2:3, 3:1, 5:3, 8:2, 9:3

6.1, 6.3 en 6.5

De argumentatie binnen de tekst kunnen herkennen

3 Tekstdoelen en 3.4 en 3.5 De tekstdoelen informeren en uiteenzetten tekstsoorten kunnen herkennen Nadat je de opdrachten hebt uitgevoerd, kun je Leestoets 5 maken.

2.3 Instaptoets De instaptoets bij deze module vind je op de methodesite www.opniveau-online.nl/ tweedefase. Na invulling van de antwoorden krijg je een advies welke opdrachten op startniveau je in overleg met je docent(e) zou kunnen overslaan.

2.4 Opdrachten Opdracht 1

Vragen over de theorie 1 2 3 4 5

06104615_blok 05.indd 3

De schrijver van een informerende tekst wil dat de lezers iets weten. Wat is het belangrijkste doel van de schrijver van een uiteenzettende tekst? In een verslag kun je toch subjectieve opmerkingen opnemen. Leg dat eens uit. Noem drie structuurmodellen die heel goed kunnen worden gebruikt voor een uiteenzettende tekst. Noem een structuurmodel dat beslist nooit gebruikt kan worden voor een uiteenzettende tekst. Noem een signaalwoord waarmee een vergelijking die als argument wordt gebruikt vaak begint.

08-02-2008 15:49:23


109

6 7

Opdracht 2 Structuurmodellen, verbanden, tekstdoel, argumentatie

Tekst 1 1

5

10

2

15

3

20

25

4 30

Emotionele en morele argumenten zijn beide subjectief. Noem het belangrijkste verschil tussen deze beide soorten. Door middel van welke twee signaalwoorden kun je de beide opbouwprincipes van redeneringen onderscheiden?

‘I love you’ is gauw gezegd

Amerikanen zeggen tegen partners en familieleden vaker ‘ik hou van je’ dan andere volken. Amerikaanse burgers van West- en ZuidEuropese afkomst strooien het gulst met hun liefdesbetuigingen; mensen met Aziatische en Oost-Europese wortels zijn er het zuinigst mee. Vrouwen hechten meer aan deze verklaringen dan mannen en over het algemeen krijgen ouderen ze moeilijker over hun lippen dan jongeren. Dat blijkt uit een onderzoek naar de uiting van emoties bij een internationaal gezelschap van studenten. De sociologen Richard Wilkins en Elisabeth Gareis publiceerden de resultaten in het jongste nummer van de International Journal of Intercultural Relations. Deze steekproef van 77 personen bestond voor twee derde uit Amerikanen van verschillende etnische achtergrond en voor een derde uit een gemengde groep buitenlanders. Hun werd gevraagd hoe vaak en tegen wie ze ‘ik hou van je’ zeggen. ‘Geliefden’ komen het best aan hun trekken. Ruim 62 procent van de ondervraagden uit het liefdeswoord ‘regelmatig’ in romantische verhoudingen. Daarna komen ‘echtelieden’; 45 procent zegt het ‘af en toe’ uit te spreken tegen man of vrouw. Binnen relaties bekennen vrouwen vaker hun liefde dan mannen. Van de Amerikanen zegt 68 procent regelmatig ‘ik hou van je’; van de niet-Amerikanen en eerstegeneratie-

06104615_blok 05.indd 4

35

5

40

6 45

50

7 55

60

migranten 42 procent. Verreweg de meeste Amerikanen horen regelmatig van hun ouders dat ze geliefd zijn. Ouders van niet-Amerikanen uiten de liefde voor hun kinderen slechts af en toe in woorden. Een Griek en een Syriër associeerden het zinnetje ‘ik hou van je’ met een huwelijksaanzoek en een vrouw uit Jamaica zei: ‘Ik kan die woorden niet zo vrijelijk uiten als veel mensen hier. Liefde is een heel sterk woord. Ik moet het echt menen en ga het niet zeggen omdat iemand dat van me verwacht.’ Een Koreaanse associeert liefdesverklaringen met de kortstondige hartstocht van de jeugd, een Hongaarse met gebrek aan zelfbeheersing en zwakheid. Enkele Chinese vrouwen zeggen dat ouders alleen non-verbaal uiting geven aan hun genegenheid. Het omgekeerde geldt voor Latijns-Amerikanen. Een Cubaans-Amerikaanse: ‘Bij ons loopt men met zijn gevoelens te koop. Mijn familieleden zeggen voortdurend dat ze van me houden.’ Degenen voor wie Engels niet de eerste taal is, zeggen dat het hun veel minder moeite kost ‘I love you’ uit te spreken dan woorden van gelijke strekking in hun moedertaal. Een Hongaarse: ‘I love you zeggen betekent niets voor me, maar in het Hongaars zou ik dit niet over mijn lippen krijgen.’ Naar: NRC Handelsblad

08-02-2008 15:49:30


BLOK

110

5

ONZE relaties woorden rond het thema  lezen  schrijven  eindopdrachten  proeftoets

1

2 3 4

a Op welke manier zijn alinea 1 en alinea 2 verbonden? b Op welke manier zijn alinea 2 en alinea 3 verbonden? c Welk verband bestaat er tussen de alinea’s 4, 5 en 6? Volgens welk structuurmodel is deze tekst opgebouwd? a Is dit een informerende of een uiteenzettende tekst? Licht je antwoord toe. b Met welke tekstvorm heb je hier te maken? Er worden in deze tekst heel veel argumenten gebruikt. Vul het schema in. Alinea Stelling

Bijbehorend argument Soort argument

5 6 7

Opdracht 3 Structuurmodellen, verbanden, tekstdoel

Tekst 2 1

5

10

15

2

20

25

30

Ontevreden en hufterig

De Nederlandse hufterigheid heeft oude wortels. Buitenlanders die in de zeventiende eeuw door Nederland reisden of er langere tijd verbleven, verbaasden zich al over de eenvoud en soberheid van de Nederlanders en het gebrek aan goede omgangsvormen dat daar blijkbaar bij hoorde. De Italiaan Casanova, die in 1758 3 Nederland bezocht, stond versteld van de vrije omgang die hij met koopmansdochter Hester mocht hebben, zo blijkt uit zijn memoires. Hij mocht met haar uit zonder begeleiding. ‘U kent de Hollandse zeden niet’, zei Hester toen ze zijn verbazing merkte. Hij maakt ook melding van een jongeman, ‘eenvoudig gekleed, niet vriendelijk en ook niet koel, beleefd noch onbeleefd, zonder enige vormelijkheid.’ Een kroeg in Amsterdam deed hem, de grootste versierder uit de geschiedenis, weer versteld staan: ‘een ware poel van ondeugd en walgelijke ontucht.’ 4 ‘In heel veel oude en ook meer recente reis- verslagen en dagboeken van buitenlanders in Nederland wordt het gebrek aan goede manieren en de onhoffelijkheid van de Nederlanders opgemerkt’, zegt de literair historicus/schrijver René van Stipriaan. Van Stipriaan is de samensteller van het boek ‘Een land om bij te huilen’ (2001), een bundeling van stukken over Nederland van uiteenlopende figuren als de 5 17de-eeuwse Engelse ambassadeur William Temple, de 19de-eeuwse schrijver Herman

06104615_blok 05.indd 5

35

40

45

50

55

60

Melville en de 20ste-eeuwse Engelse schrijver Aldous Huxley. ‘In de 17de eeuw maken buitenlanders er vaak melding van dat zelfs de rijke burgerij afziet van uiterlijk vertoon. Ze verbaasden zich erover dat Michiel de Ruyter en Johan de Witt gewoon te voet door de stad gingen.’ Van Stipriaan merkt overigens op dat Nederlandse eenvoud en het gebrek aan hoffelijkheid lang niet altijd negatief wordt gewaardeerd. ‘Aan het einde van de 19de eeuw was Nederland populair onder Franse schrijvers en schilders’, legt hij uit. ‘Ze kwamen hier voor Vermeer en Rembrandt en voor de stadjes waaraan de industriële 19de eeuw helemaal voorbij was gegaan. Fransen als Baudelaire en de gebroeders Goncourt zijn lyrisch over de eenvoud en soberheid. Ze vonden alleen dat het overal zo verschrikkelijk stonk.’ Ook zelf oordelen de Nederlanders niet negatief over hun gebrek aan manieren. ‘We zijn er eigenlijk wel trots op’, zegt Van Stipriaan. ‘Botheid is een soort geuzennaam geworden voor eerlijkheid. We houden niet de schijn op, Nederlanders zijn direct en open, zo is toch nog altijd ons zelfbeeld. We vinden het eigenlijk wel lollig dat premier Kok broodjes kaas at en dat minister Bot op zijn fiets naar zijn werk gaat.’ De voor de hand liggende verklaring voor de Nederlandse eenvoud en ongemanierdheid is natuurlijk dat Nederland, als een van de eer-

08-02-2008 15:49:31


111

ste republieken en burgerlijk land bij uitstek, nooit een echte hofcultuur heeft gehad. Van Stipriaan relativeert deze verklaring enigszins. ‘De Oranjes hadden toch wel een soort hofcultuur’, zegt hij. ‘Maar het is waar dat de echte macht bij de Staten-Generaal lag. Daar werd natuurlijk ook wel gekonkeld en gemarchandeerd, maar Nederland was toch al heel vroeg een soort democratie en daar past opzichtig en theatraal gedrag niet bij. Strijden met open vizier werd meer op prijs gesteld.’ Maar de laatste jaren is de Nederlandse botheid omgeslagen in hufterigheid. ‘Ik denk dat dat te maken heeft met de algemene ontevredenheid die over Nederland is neergedaald. Niet alleen de onderklasse moppert, ook de middenklasse vindt dat er niks meer deugt in dit land. Zo lang Nederland welgedaan en

65

70

6

75

1 2

a b a b c d e f g

80

7 85

90

tevreden over zichzelf was, was de botheid niet echt een probleem. Maar ontevredenheid en botheid zijn een fatale combinatie die leidt tot onaangenaam gedrag.’ De opkomst van de hufterigheid wordt niet door alle buitenlanders opgemerkt, denkt Van Stipriaan. ‘Mensen die hier kort op vakantie zijn, zien het nog niet’, zegt hij. ‘Die zijn zo geconditioneerd door het oude beeld van Nederland als land van een beetje botte, maar eerlijke mensen dat ze de hufterigheid niet opmerken. Die zien nog altijd een land met het mooiste vliegveld ter wereld. Maar correspondenten, ex-pats en anderen die langer in Nederland verblijven, merken het wel. Die hebben vaak hun buik vol van Nederland.’ Bernard Hulsman, in: NRC Handelsblad

Welk tekstdoel had de schrijver van deze tekst? Tot welke tekstsoort reken je tekst 2? Kijk eens goed naar de hoofdstructuur van deze tekst. Wat valt je op? Van de zeven structuurmodellen zijn er vier zeker niet in deze tekst toegepast. Welke vier modellen zijn dat? Welk structuurmodel is wel in deze tekst toegepast? Geef een korte toelichting bij je antwoord, waarbij je de te onderscheiden delen aanwijst. Welk signaalwoord vind je aan het begin van alinea 3? Welk verband wordt met dit signaalwoord aangegeven? Welk signaalwoord vind je aan het begin van alinea 4? Welk verband wordt met dit signaalwoord aangegeven? Welk signaalwoord vind je aan het begin van alinea 6? Welk verband wordt met dit signaalwoord aangegeven? Welk verband bestaat er tussen alinea 4 en alinea 5?

Opdracht 4 Argumentatie

Vanaf hier vertrekt u in een konvooi naar de woestijn. U stopt vaak bij een fata morgana.

x

a De eerste zin van alinea 1 van tekst 2 is een stelling. – Welk hoofdargument hoort bij die stelling? – Wat voor soort argument is dit? b De eerste zin van alinea 3 is een stelling. – Welk argument noemt Van Stipriaan bij die stelling? – Wat voor soort argument is dit? c De eerste zin van alinea 6 is een stelling. – Noem het argument dat bij die stelling wordt gegeven. – Om wat voor soort argument gaat het?

www.hurghada-info.nl

06104615_blok 05.indd 6

08-02-2008 15:49:31


BLOK

112

5

ONZE relaties woorden rond het thema  lezen  schrijven  eindopdrachten  proeftoets

Opdracht 5 Structuurmodellen, inleiding en slot, tekstdoel

Tekst 3 1

5

10

15

2 20

25

30

35

3

40

Vreemdgaan zonder seks

Al ruim vijf jaar woont Maaike samen met Paul. Op een dag ploft een uitnodiging op de mat voor een reünie van haar middelbare school. Maaike twijfelt of ze zal gaan, maar vermaakt zich uiteindelijk prima als ze verwikkeld raakt in een geanimeerd gesprek met oud-klasgenoot Bas. Aan het einde van de avond wisselen ze e-mailadressen uit, en een steeds intiemer wordende e-mailwisseling volgt. Maaike vertelt Bas over haar vriend Paul, die volgens haar weinig interesse toont en altijd bezig is met sport, vrienden of werk. Bas klaagt op zijn beurt over zijn vrouw, die liever voor de televisie hangt dan samen met hem op stap te gaan. Steeds vaker mailt Maaike naar Bas over problemen op haar werk of andere dingen die haar bezighouden. Haar verlangens en zorgen deelt ze nauwelijks nog met Paul. Ook al heeft Maaike geen seks met Bas en zag ze hem als volwassene zelfs maar éénmaal in levenden lijve, toch moet haar vriend Paul zich echt zorgen gaan maken. Volgens Amerikaanse psychologen ligt namelijk emotionele ontrouw op de loer. Om een affaire te hebben hoef je niet je lichaam met iemand te delen; je geest is genoeg. Vreemdgaan zonder seks is een ware epidemie, schrijft de Amerikaanse psychologe Shirley Glass in haar boek Not just friends. ‘De nieuwe ontrouw is tussen mensen die diepe, gepassioneerde relaties aangaan en er te laat achterkomen dat ze de grens zijn overgegaan van een platonische vriendschap naar een romantische liefde.’ Volgens de psychologe had 82 procent van de koppels die zij behandelde een affaire met iemand die eerst ‘gewoon een vriend’ was. Maar wanneer gaat een gewone vriendschap over in emotionele ontrouw? Volgens Glass bevat het recept voor emotionele ontrouw drie ingrediënten. Ten eerste moet er sprake zijn van emotionele intimiteit. In een emotionele affaire deel je meer van jezelf, je frustraties en overwinningen met een ander dan met je partner. Ook uit je onvrede over je eigen relatie. Zo deelt

06104615_blok 05.indd 7

45

50

4 55

60

65

5

70

75

6

80

85

7

Maaike haar frustraties over Pauls drukke leven met Bas, zonder ze met hemzelf te bespreken. Het tweede essentiële element is geheimhouding. Maaike verzwijgt haar intensieve contacten met Bas voor Paul, en klikt naar een andere pagina als hij de werkkamer binnenkomt. Tot slot moet er volgens Glass sprake zijn van een bepaalde seksuele aantrekkingskracht. Relatietherapeute Carolien Roodvoets kan zich grotendeels vinden in deze definitie, maar vindt seksuele aantrekkingskracht niet essentieel. ‘Ik zie emotionele ontrouw breder. Ik vind het vooral gevaarlijk als de ander niet solidair is met je geliefde. Je bent ook emotioneel ontrouw wanneer je als man een nauwe werkrelatie hebt met een mannelijke collega en je huwelijksproblemen met hem bespreekt, terwijl je weet dat die collega niet positief tegenover je vrouw staat. Of dat je als vrouw met een vriendin bespreekt dat je geliefde impotent is. Natuurlijk niet als je dat op een integere manier doet, maar wanneer er een kwaadaardige sfeer ontstaat.’ Vooral de werkvloer is volgens Glass een ideale voedingsbodem voor emotionele ontrouw. Omdat mannen en vrouwen steeds vaker samenwerken en lange dagen maken, kunnen gemakkelijk intense emotionele banden ontstaan. In de praktijk van Glass had ongeveer de helft van de vrouwen en twee derde van de mannen een verhouding met iemand op het werk. Ook het internet zou de drempel voor emotionele ontrouw verlagen. Psychologe Sybille Labrijn stelt: ‘Ik denk zeker dat emotionele ontrouw daardoor vaker voorkomt. Internet biedt een keur aan mogelijkheden om zeer intensief met een ander bezig te zijn en intieme zaken te delen.’ Roodvoets is het daarmee eens. ‘Hoewel emotionele affaires niet nieuw zijn, denk ik dat internet ze kan vergemakkelijken. Iemand kan zijn negatieve punten verhullen en daardoor kan zo’n relatie gemakkelijker gaan idealiseren. De realiteitstoetsing is minder.’ Dat een internetaffaire pijnlijk kan zijn, blijkt

08-02-2008 15:49:35


113

wel uit een bericht in de Volkskrant van oktober 105 vorig jaar. Een Belgische man vroeg scheiding aan nadat hij de erotische chatsessies van zijn vrouw had ontdekt op de gezamenlijke computer, waarin ze ook nog eens op hem bleek af te geven. De rechter erkende dit virtuele vreemd- 9 110 gaan als grond voor echtscheiding. Om emotionele ontrouw te voorkomen, stelde de Amerikaanse psycholoog Gary Neuman tien strikte regels op. Zo kun je volgens hem beter geen alcohol drinken in de buurt van iemand 115 tot wie je je aangetrokken voelt en is het onverstandig met iemand te gaan lunchen buiten het kantoor, omdat je wel eens over iets anders dan werk zou kunnen praten. ‘Zwaar overdreven,’ noemt Labrijn deze regels. Volgens Roodvoets

90

95

8

100

1

2

3

b a b c d e a b

Naar: Marloes Zevenhuizen, in: Psychologie Magazine

Kijk naar de hoofdstructuur van tekst 3. – Waar begint het middendeel? – Wat is de belangrijkste functie van de inleiding? – Welke manier heeft de schrijver gebruikt om te zorgen dat de inleiding pakkend is? Bij deze tekst ontbreekt een echt slot. Leg dat eens uit. Kijk nog eens goed naar de zeven structuurmodellen. – Volgens welke modellen is deze tekst zeker niet opgebouwd? Noem er minstens drie. – Welk structuurmodel herken je het meest in de opbouw van deze tekst? Op welke manier is alinea 3 verbonden met alinea 4? Welke soort verband vind je tussen alinea 3 en alinea 4? Op welke manier is alinea 5 verbonden met alinea 6? Om welk soort verband gaat het hier? Wat was het belangrijkste tekstdoel van de schrijfster van tekst 3? Tot welke tekstsoort behoort tekst 3?

Opdracht 6 Argumentatie

06104615_blok 05.indd 8

a

is het goed om afspraken te maken over welke informatie je binnen je relatie houdt. ‘Vraag je af waar de buitengrenzen van je relatie liggen. Deel je informatie over je seksleven met vrienden of vriendinnen of houd je dat voor jezelf?’ Bij een emotionele affaire adviseert Labrijn: ‘Vertel je partner dat hij of zij er minder voor je is en dat het je kwetst. Het is mogelijk dat de ander zich verdedigt met: ‘We doen toch niets’ en ‘Doe niet zo overdreven jaloers’ – maar hij of zij weet waarschijnlijk heel goed wat je bedoelt. Laat je daardoor dus niet afschrikken. Kom op een constructieve wijze op voor jezelf en je relatie.’

a In alinea 6 van tekst 3 vind je twee redeneringen, eentje van Labrijn en eentje van Roodvoets. – Analyseer de redenering van Labrijn: noteer stelling, argumenten en zo mogelijk conclusie. – Analyseer op dezelfde wijze de redenering van Roodvoets. b Noteer bij de argumenten die je in de vorige vraag vond om welke soort argumenten het gaat. c Ook in alinea 4 vind je een redenering van Roodvoets. Maak daarvan een analyse: stelling, argumenten, eventueel conclusie.

08-02-2008 15:49:40


BLOK

114

5

ONZE relaties woorden rond het thema  lezen  schrijven  eindopdrachten  proeftoets

Opdracht 7 Inleiding, middenstuk en slot

Tekst 4 1

5

2

10

3

15

4 20

25

5 30

35

6 40

Hulde aan de moeders

Kinderen tussen tien en achttien jaar zijn onverminderd positief over hun eigen opvoeding. Waar ze vijf jaar geleden hun ouders een 7,9 gaven, is dat rapportcijfer nu licht gestegen, 7 naar een ronde acht. ‘Die uitkomst is allereerst een compliment voor de moeders van Nederland’, zegt Bas Levering. Hij is als pedagoog verbonden aan een universiteit en aan een hogeschool en is hoofdredacteur van het vakblad Pedagogiek in Praktijk. ‘Over het algemeen doen de moeders het hier geweldig.’ Levering neemt een voorbeeld dat hij zelf onderzocht; het in gezinnen vaak heikele onderwerp seksuele voorlichting. ‘Het zijn nog 8 steeds de moeders die hiervoor zorgen, ook bij de jongens. Pogingen om vaders hun zonen te laten voorlichten bleken toch geforceerd.’ Volgens Levering hebben Nederlandse moeders op veel van hun buitenlandse collega’s voor dat ze grote openheid betrachten. ‘Kinderen kunnen hun verhaal vaak kwijt. Neem het meisje van veertien met liefdesverdriet: de meeste moeders nemen de tijd zich te verplaatsen in de heftige gevoelens die op dat moment spelen. Dat zie je in het buitenland lang niet overal, daar is het minder vanzelfsprekend.’ Vaders zijn hier nog relatief afwezig, blijkt uit het onderzoek. Levering: ‘Je hoort mannen 9 vaak zeggen dat ze geen affiniteit met heel jonge kinderen hebben, maar ik denk dat onbekend ook wel onbemind maakt. Tegelijkertijd drijft de nieuwe regeling voor de kinderopvang veel vrouwen weer naar huis. Dat is heel jammer. We dachten ooit dat opvoeding wel door één persoon kon worden gedaan, maar daar zijn we al lang van teruggekomen.’ Levering noemt de traditionele moederlijke rol van beschermen en zeggen ‘ach, laat ze toch’ versus de vader die voor de buitenwereld 10 staat en eisen stelt aan de kinderen. ‘Die twee rollen zijn nu minder noodzakelijk gekoppeld aan mannen en vrouwen, maar ze moeten nog wel gespeeld worden. Natuurlijk zijn er biolo- 11

06104615_blok 05.indd 9

45

50

55

60

65

70

75

80

85

gische verschillen tussen man en vrouw waardoor de laatste vaak eerder gaat zorgen, maar die verschillen hoeven niet alles te bepalen.’ Die grote rol van de moeders zorgt wel voor een positief eindbeeld van de opvoeding van deze tijd. ‘Kinderen en ouders gaan meer dan ooit ontspannen met elkaar om’, zegt Levering. ‘Gezinnen hebben het goed, met uitzondering van zo’n 15 procent waar problemen blijken te zijn. Maar voor de meerderheid lijkt het erop dat kinderen tegenwoordig vrij soepel door de puberteit heen rollen, terwijl we er vroeger van uit gingen dat die tijd veel problemen zou opleveren.’ Alleen maar positief is dit overigens niet. ‘Je ziet het overal, ook op straat: veel ouders leggen hun kinderen geen strobreed in de weg. Dat is lang niet altijd in het belang van kinderen. Neem het zakgeld: wat heeft het nog voor zin om dit te geven, als kinderen ondertussen toch alles krijgen wat ze willen? De kunst is juist om ze te leren met een beperkt budget om te gaan. Zodat ze later op eigen benen kunnen staan. De eerste taak van de opvoeder is kinderen te leren hun behoeftebevrediging uit te stellen. Regels zijn belangrijk. Niet om ouders greep te geven op kinderen, maar om kinderen greep te geven op de wereld.’ Levering ziet een probleem opdoemen in de onderlinge betrokkenheid van mensen onder komende generaties. ‘Kinderen die alles maar mogen, wordt niet geleerd dat het van belang is ook eens iets voor anderen te doen. Om zich af te vragen: welke bijdrage kan ik leveren? Om op die manier te ontdekken dat het heel leuk kan zijn om ook eens iets niet voor jezelf te doen, maar voor anderen. Ik denk dat we veel meer moeten investeren om kinderen dat te leren.’ Het feit dat ouders over hun eigen rol negatiever oordelen dan kinderen, zou erop kunnen wijzen dat kinderen maar van alles mogen: tevreden kroost, ontevreden ouders. Levering ziet ook een andere verklaring.

08-02-2008 15:49:41


115

‘Ouders zijn altijd bescheiden in hun oordeel. Als het goed gaat met het kind, denken ouders én kinderen dat dit door het kind zelf komt. Als 13 110 het fout gaat, wijzen kinderen vaak naar ouders en geven ouders zichzelf de schuld. Dat is het kleine drama van de opvoeding. Voor een deel zit daar ook een overschatting van het ouderschap in, ook door de ouders zelf. Natuurlijk zijn 115 ze belangrijk, maar ze hebben de uiteindelijke uitkomst niet in de hand. Je kunt alles goed doen en toch kunnen kinderen grote problemen krijgen.’ Ook het feit dat kinderen relatief zorge120 loos zijn en ouders zich juist meer zorgen maken over de toekomst van hun kind, verrast Levering niet. ‘We leven nu in een onzekere tijd. Ouders zien dat, maar kinderen hebben een onvermoeibaar optimisme. Dat bleek ook al aan het begin van de jaren tachtig, toen het

90

95

100

12

105

1

economisch slecht ging. Kinderen werden daarvan nauwelijks onzekerder.’ Levering is allerminst voorstander van een terugkeer van ‘de harde hand’. Het is belangrijk voor kinderen dat ze in hun ouders een persoon ontmoeten,’ zegt Levering. ‘Iemand met sterke en zwakke kanten, die kan voorleven hoe je daarmee omgaat. Het komt in feite toch neer op ouders die zichzelf kwetsbaar kunnen opstellen. En dan bedoel ik niet dat je de hele dag de kinderen moet gaan vertellen hoe moeilijk je het leven wel niet vindt. Ik bedoel: ook laten zien waar je enthousiast van wordt, wat je drijft. Als kinderen al geen persoonlijke relatie met hun ouders kunnen aangaan, wordt het later wel heel lastig om dat bij anderen wel te doen.’ Naar: Edwin Kreulen, in: Trouw

a Probeer in tekst 4 de delen van de hoofdstructuur (inleiding, middenstuk, slot) aan te wijzen. b Welke manier heeft de schrijver toegepast om zijn inleiding ‘pakkend’ te maken? c Het middenstuk bestaat uit veel korte alinea’s. Verdeel dat middenstuk in twee hoofddelen. d Welk verband bestaat er tussen die twee hoofddelen?

Opdracht 8 Structuurmodellen, tekstdoel, argumentatie

1

2 3

De Zuiderduin Beachclub is niet omgeven door andere lelijke strandtenten.

x

a Welk structuurmodel herken je in tekst 4? b Op welke wijze is alinea 1 met alinea 2 verbonden? c Op welke wijze is alinea 4 met alinea 5 verbonden? d Op welke wijze is alinea 6 met alinea 7 verbonden? e Welk verband bestaat er tussen alinea 10 en alinea 11? f Welk verband bestaat er tussen alinea 6 en alinea 7? a Wat was het belangrijkste schrijfdoel voor de schrijver van tekst 4? b Tot welke tekstsoort reken je tekst 4? a Over het algemeen doen de moeders het hier geweldig (alinea 2). Is dit een stelling, een argument of een conclusie? b Wat is het belangrijkste argument bij de stelling: Dat is heel jammer (alinea 5)? c Lees nog eens door wat Levering in alinea 8 zegt. Maak een analyse van zijn redenering: wijs stelling, argument(en) en conclusie aan. d Analyseer op dezelfde wijze de redenering van Levering in alinea 13.

www.beachclub.nl

06104615_blok 05.indd 10

08-02-2008 15:49:42


BLOK

116

5

ONZE relaties woorden rond het thema  lezen  schrijven  eindopdrachten  proeftoets

Opdracht 9 Structuurmodellen, inleiding en slot, tekstdoel, argumentatie

Tekst 5 1

5

10

15

2

20

3

25

30

35

4

40

e eeuwigheid wordt steeds korter – Over de teloorgang D van ‘het gezin’

Volgens Jan Latten, sociaal demograaf, was het leven vroeger veel minder ingewikkeld. De grote meerderheid hield zich aan het recept van trouwen en kinderen krijgen. ‘Gezinsherstel is volksherstel’, zo verwoordde Romme, de leider van de Katholieke Volkspartij, het in 1946. Rechts en links waren dat roerend met hem eens. Alle partijen beschouwden het traditionele gezin, met een kostwinnende vader, huismoeder en kinderen als dé hoeksteen van de gemeenschap. Een ordentelijk gezinsleven met positieve waarden en normen was een van de pijlers van het overheidsbeleid. Veel sociale voorzieningen waren gericht op het bieden van zekerheid aan het kostwinnersgezin. Het huwelijk was de begeerlijkste vorm van samenleven. Wie op zijn dertigste nog niet was getrouwd, bleef voor de rest van zijn of haar leven vrijgezel. Jongeren trouwden na een verlovingsperiode vanuit het ouderlijk huis. En na de huwelijksnacht was het wachten op de kinderen. Want kinderen krijgen was toen nog geen keuze, maar een vanzelfsprekendheid die bij het huwelijk hoorde. Het ging Nederland begin jaren zestig voor de wind. De toenemende welvaart zorgde voor een dikker belegde boterham. Het ideaal van een zelfstandig huishouden met kinderen was massaal bereikbaar geworden voor een groot deel van de bevolking. De woningnood nam af en zo hoefden jonggetrouwden niet meer in te wonen bij familie. Bejaarde ouders kregen een ouderdomspensioen en waren niet meer afhankelijk van de zorg van hun kinderen. Dit waren de hoogtijdagen van het gezin. Vader zorgde voor brood op de plank, moeder kuiste de doorzonwoning en zorgde voor de kinderen. En op dat hoogtepunt worden de eerste scheuren in het burgerlijk bolwerk zichtbaar. Al halverwege de jaren zestig beukt de tweede emancipatiegolf tegen de hoeksteen. Feministen openen een frontale aanval op het gezin. Dolle Mina’s gaan de straat op en strij-

06104615_blok 05.indd 11

45

50

5

55

60

65

70

6

75

80

85

den voor gelijke rechten, vrije verstrekking van de pil en het recht op abortus. Jan Latten noemt de introductie van de pil de belangrijkste katalysator voor de afbraak van het traditionele gezin. ‘De pil zorgde voor een ware revolutie in de samenleving. Na honderdduizenden jaren kon de mens de natuur foppen. Kinderen krijgen werd een keuze. En die keuze had verstrekkende gevolgen voor het gezin.’ Het kindertal daalt abrupt midden jaren zestig. En tot op heden is het aantal geboorten beneden het vervangingsniveau gebleven. Met de emancipatie van vrouwen verandert ook de arbeidscultuur. Vrouwen worden zich bewust van de ongelijkheid in de maatschappij. Het is minder vanzelfsprekend dat zij na hun huwelijk stoppen met werken. De scherpe scheiding tussen de mannenwereld (werk) en de vrouwenwereld (huishouden) verdwijnt. Veel jonge vrouwen gaan studeren. In korte tijd worden vrouwen economisch zelfstandiger en de man als kostwinner verliest een groot deel van zijn aantrekkelijkheid. Volgens Latten veranderde door de emancipatie ook het karakter van de arbeid zelf. ‘De binding met het beroep en de werkgever nam af en er werd meer waarde gehecht aan communicatie, efficiency en flexibiliteit. In die jaren ontstaan ook de uitzendbureaus.’ Het jobhoppen doet zijn intrede en ook dat heeft zijn weerslag op het privéleven. Het traditionele gezin brokkelt door de ontkerkelijking, arbeidscultuur en seksuele revolutie steeds verder af. Woongroepen, communes, samenwonen, open huwelijken en LAT-relaties doen hun intrede. De media omarmen deze alternatieve relaties. Het burgerlijk gezin is uit. Jongeren gaan ‘hokken’ of ze wonen in een commune. En vanaf de jaren zeventig verwaarloost ook de politiek het gewone gezin steeds meer. Beleidsmakers richten hun aandacht op de nieuwe samenlevingsvormen en de emancipatie van vrouwen en homoseksuelen.

08-02-2008 15:49:43


117

7

90

95

100

8 105

110

115

120

9 125

130

‘De pioniers op het gebied van nieuwe relatievormen waren de hoogopgeleide jongeren. Zij hadden de mogelijkheid om zich aan de sociale controle te onttrekken doordat ze vaak in andere steden gingen studeren. Weg van 10 de controle van de familie. De communes en woongroepen uit de jaren zestig waren experimenten die in de meeste gevallen geen lang leven waren beschoren. Het vrijblijvend samenwonen krijgt de overhand. Ver weg van het gezin. De lager opgeleiden volgen langzaam. Tegenwoordig is samenwonen gemeengoed geworden,’ legt Latten uit. Cijfers van het CBS bevestigen die trend. Meer dan de helft van de eerstgeborenen in Nederland is tegenwoordig buitenechtelijk. Steeds meer samenwonenden willen wel een kind maar geen huwelijk. Vanaf de jaren zestig is de maatschappij in een rap tempo geïndividualiseerd. Zelfontplooiing en gelijkwaardigheid van de (huwelijks-) partners wordt steeds belangrijker gevonden. Wat familie en buren ervan vinden verliest steeds meer terrein. En met individualisering, zelfontplooiing en gelijkwaardigheid is ook de 11 ontgoocheling gekomen, waardoor de eeuwige liefde is verdwenen naar het rijk der fabelen. Volgens Latten worden moderne relaties getekend door een permanente evaluatie van de kwaliteit ervan. En kinderen horen daar niet meer vanzelfsprekend bij. Hierdoor is het accent verschoven naar de relatie zelf. ‘Als je het niet meer naar je zin hebt op je werk, dan zoek je wat anders. Die houding zie je terug in het privéleven. Als de relatie niet meer voldoet aan je verwachtingen, dan ga je uit elkaar,’ zegt Latten. Voor de jaren zestig werd scheiden als een schande ervaren. Een partner kon zo’n scheiding jaren tegenwerken. Maar na een wetswijziging in 1971 is scheiden vergemakkelijkt. Waren in 1900 per 10.000 gehuwde mannen 6,6 gescheiden, in 1950 waren dat er al 30,5 en 12 in 1974 57,9. Latten: ‘Die stijgende lijn zet zich nog steeds voort. Een op de drie huwelijken strandt tegenwoordig. Tel daarbij op het aantal samenwonenden dat uit elkaar gaat en het aantal verdriedubbelt bijna. In 2003 zijn 38.000 huwelijken ontbonden. 70.000 samenwonen-

06104615_blok 05.indd 12

135

140

145

150

155

160

165

170

175

den zijn uit elkaar gegaan. Bij elkaar levert dat zo’n 150.000 nieuwe exen op de relatiemarkt op.’ In een kwart eeuw is scheiden van schande norm geworden. ‘We willen tegenwoordig dat zowel werk als privé maximaal is. En we willen niets meer uitstellen tot later. Als je partner niet meer bevalt dan ga je snel op zoek naar een nieuwe. Vooral dertigers met een kinderwens hebben haast met het vinden van de optimale relatie. Singles stellen hogere eisen daaraan dan vroeger’, vervolgt Latten. ‘Ik noem het going to the max, zoals in de reclame. Dat wordt een probleem als beide partners op zoek zijn naar de max maar niet bereid zijn tot compromissen. Als het poldermodel niet mogelijk is in zo’n relatie dan betekent dat het einde daarvan.’ En daarna begint voor veel van die exen de dating scene of de weg naar relatiebemiddelingsbureaus, een booming business omdat tegenwoordig niets meer blijvend is en je kunt blijven koppelen, aldus Latten. Van de 150.000 exen per jaar vindt driekwart binnen zes jaar een nieuwe partner. Over wat de toekomst zal bieden hoeft Jan Latten niet lang na te denken. De dynamiek zal alleen maar toenemen. Relaties zijn breekbaarder geworden. Overheid en kerk bepalen niet meer hoe we leven. Er komen meer informele gezinsvormen bij. Latten somt ze op. ‘Het aantal huwelijken blijft afnemen, samenwonen blijft stijgen. Het aantal latrelaties neemt toe net als co-ouderschap en de patchworkgezinnen. De hoogopgeleiden zijn wederom de pioniers op dit gebied. Zij onttrekken zich aan de overgebleven controle, hebben meer lef om andere keuzen te maken en ze hebben economisch meer mogelijkheden om te experimenteren.’ Het zijn vooral de hoogopgeleide vrouwen die vooroplopen. Zij hebben een goede baan en stellen hogere eisen aan hun relatie. Ze geven daar een andere invulling aan. En zo zal het receptenboek steeds dikker en ingewikkelder worden, maar de essentie van het gezin verandert niet. ‘Die is dat je met anderen je leven leidt.’ Naar: Carien Neeleman, in: Dif

08-02-2008 15:49:43


118

BLOK

5

ONZE relaties woorden rond het thema  lezen  schrijven  eindopdrachten  proeftoets

1

2

3 4

a b c d a b c d a b a b c d

06104615_blok 05.indd 13

Wijs de delen van de hoofdstructuur aan in tekst 5. Wat is de belangrijkste functie van het slot? Verdeel het middenstuk in drie hoofddelen. Bedenk voor elk deel een kopje. Volgens welk structuurmodel is tekst 5 opgebouwd? Op welke manier is alinea 3 verbonden met alinea 4? Welk verband is er tussen alinea 4 en alinea 5? Welk verband bestaat er tussen de alinea’s 5 en 6? Wat was het belangrijkste schrijfdoel voor de schrijver van tekst 5? Tot welke tekstsoort behoort tekst 5? Analyseer de redenering van Jan Latten in alinea 4. Tegenwoordig is samenwonen gemeengoed geworden (alinea 7). Met wat voor soort argument wordt deze stelling bevestigd? Volgens Jan Latten is de eeuwige liefde verdwenen naar het rijk der fabelen (alinea 8). – Stel, met deze stelling als uitgangspunt, een redenering op volgens het eerste hoofdtype. – Stel, met deze stelling als uitgangspunt, een redenering op volgens het tweede hoofdtype. – Stel, met deze stelling als uitgangspunt, een redenering op volgens de mengvorm. Scheiden is van schande een norm geworden (alinea 9). – Stel, met deze stelling als uitgangspunt, een redenering op volgens het eerste hoofdtype. – Stel, met deze stelling als uitgangspunt, een redenering op volgens het tweede hoofdtype. – Stel, met deze stelling als uitgangspunt, een redenering op volgens de mengvorm.

08-02-2008 15:49:46


BLOK

5

119

ONZE relaties woorden rond het thema  lezen  schrijven  eindopdrachten  proeftoets

3 Schrijven

Een betogende of beschouwende tekst

3.1 Einddoel Als je de opdrachten van deze module hebt gemaakt, kun je een goed opgebouwde betogende of beschouwende tekst schrijven op basis van zelf verzamelde informatie.

3.2 Overzicht van de opdrachten en de theorie

Verwerkingsboek Informatieboek opdracht

hoofdstuk

1, 2, 3

1 Omgaan met 1.3.2 informatie 1.3.3

1, 4

paragraaf

vaardigheid De juiste informatie kunnen zoeken Een bronvermelding kunnen maken

12

1.5.2

Een schrijfplan kunnen maken

1, 3, 5

1.5.1

Informatie kunnen verwerken

10, 13

1.5.5

Een tekst kunnen beoordelen en verbeteren

6-9, 11 6-9, 11

3 Tekstdoelen en 3.7 tekstsoorten 3.8

Een betogende tekst kunnen schrijven Een beschouwende tekst kunnen schrijven

9, 11, 12 4 Tekstopbouw 4.1 In een tekst goed opgebouwde alinea’s kunnen aanbrengen 9, 11, 12 4.3 Structuur in een tekst kunnen aanbrengen met duidelijk herkenbaar een (pakkende) inleiding, een middenstuk en een slot 6, 11 5 Tekststructuren 5.1-5.3 Alineaverbanden kunnen aangeven en signaal woorden gebruiken 12

5.6

Structuurmodellen kunnen gebruiken

6-9, 11 6 Argumenteren 6.1, 6.2, 6.4 Standpunt, argumenten en conclusie kunnen onderscheiden en gebruiken Na het doorwerken van de opdrachten maak je Eindopdracht A of B van deze module.

3.3 Instaptoets De instaptoets bij deze module vind je op de methodesite www.opniveau-online.nl/ tweedefase. Na invulling van de antwoorden krijg je een advies welke opdrachten op startniveau je in overleg met je docent(e) zou kunnen overslaan.

06104615_blok 05.indd 14

08-02-2008 15:49:46


BLOK

120

5

ONZE relaties woorden rond het thema  lezen  schrijven  eindopdrachten  proeftoets

3.4 Opdrachten Opdracht 1

Vragen over de theorie 1 2 3 4 5

Noteer drie soorten naslagwerken die je in de studiezaal van de mediatheek zult vinden. Wat zijn opinieweekbladen? Noteer twee landelijke dagbladen waarin je vooral achtergrondinformatie vindt. Wat wordt verstaan onder het ‘auteur-jaarsysteem’? Je kunt de belangrijkste informatie op de teksten die je in je documentatiemap stopt, onderstrepen. Wat is daarbij je uitgangspunt?

Opdracht 2 Informatie zoeken De informatie die je kunt gebruiken voor het schrijven van een tekst komt overal vandaan: persoonlijke ervaringen, boeken, kranten, tijdschriften, meningen van deskundigen, encyclopedieën, het web. Het soort informatie dat je nodig hebt, is afhankelijk van je zoekvraag. Neem het volgende schema over en vul het aan met behulp van het informatieboek. Noteer alleen informatiebronnen die (ook) op papier worden gedrukt. Zoekvraag Informatie bron(nen) 1

Waar vind ik actuele informatie over internationale, landelijke en regionale gebeurtenissen?

2

Waar vind ik trefwoorden, begrippen en belangrijke data uit de geschiedenis?

3

Waar vind ik informatie of meningen over populaire, culturele verschijnselen?

4

Waar vind ik een overzicht van de Nederlandse literatuur?

5

Waar vind ik achtergrondinformatie over een onderwerp die is geschreven door deskundigen?

6

Waar vind ik redactionele artikelen, commentaren en opinies?

7

Waar vind ik wetenschappelijke artikelen over actuele ontwikkelingen?

8

Waar vind ik actuele artikelen, geschreven voor een breed publiek?

9

Waar vind ik actuele informatie over de streek waar ik leef?

10 Waar vind ik goede verwijzingen naar andere boeken en artikelen over hetzelfde onderwerp?

06104615_blok 05.indd 15

08-02-2008 15:49:48


121

Opdracht 3

Mediatheek verkennen 1

2

Opdracht 4

Ga naar de mediatheek van je school en zoek het antwoord op de volgende vragen. a Welke algemene encyclopedieën zijn er aanwezig? b Welke naslagwerken zijn er op het gebied van Nederlandse Taal- en Letterkunde? c Is de mediatheek geabonneerd op een landelijke krant? Zo ja, op welke? d Is de mediatheek geabonneerd op een vaktijdschrift op het gebied van Nederlandse Taal- en Letterkunde? Zo ja, op welk? e Is de mediatheek geabonneerd op een opinieweekblad? Zo ja, op welk? Maak een overzichtelijk verslag van het resultaat van je onderzoek en bewaar dit. Je kunt het gebruiken bij het maken van een eindopdracht.

Bronvermelding 1

Een leerling heeft voor zijn eindopdracht een aantal teksten gebruikt uit de module Lezen van dit blok. Hij stelt de volgende bronnenlijst op. Gebruikte bronnen A Ontevreden en hufterig / Bernard Hulsman / NRC Handelsblad / 10 december 2005 B Vreemdgaan zonder seks / Marloes Zevenhuizen / Psychologie Magazine / april 2006 C Hulde aan de moeders / Edwin Kreulen / Trouw / 21 januari 2006 D De eeuwigheid wordt steeds korter. Over de teloorgang van ‘het gezin’ / Carien Neeleman / Dif nr 1 / 2005

2

Verbeter de bronnenlijst met behulp van het informatieboek. Gebruik het auteurjaarsysteem en zet de bronnen in de juiste volgorde.

Opdracht 5 Informatie verwerken

Sofinummer tegen digipesten

5

10

De invoering van een internetsofinummer kan een prima wapen zijn in de strijd tegen online pesten. Dit stelt psycholoog B. van der Meer, deskundige op het gebied van pesten. Online pesten gebeurt vaak in de anonimiteit. Dit maakt het lastig op te sporen en aan te pakken. Met een internetsofinummer is niemand op internet anoniem, waardoor het moeilijker is iemand online te pesten. Van der Meer is van mening dat ook leerkrachten, ouders en medeleerlingen verant-

06104615_blok 05.indd 16

15

woordelijk zijn voor de veiligheid van kinderen. ‘De meeste scholen hebben geen echt beleid tegen pesten, laat staan online pesten. Pesten wordt vaak gebagatelliseerd door overheid en scholen, maar het kan bijzonder nadelig uitpakken voor een kind. Het structureel pesten van een kind is te vergelijken met kindermishandeling’, aldus Van der Meer. Naar: Nieuwsbrief Jeugd en Onderwijs

08-02-2008 15:49:48


BLOK

122

5

ONZE relaties woorden rond het thema  lezen  schrijven  eindopdrachten  proeftoets

GGD waarschuwt ouders voor cyberpesten Ouders onderschatten hoeveel basisschoolleerlingen via internet pesten en worden gepest. Dat blijkt uit onderzoek van de GGD ZuidLimburg en de Open Universiteit onder 1210 leerlingen en 850 ouders. Uit het onderzoek, dat werd uitgevoerd in groep 8 van de basisscholen en in de eerste klas van het voortgezet onderwijs, bleek dat het probleem groter is op de basisschool dan op de middelbare school. Schelden, roddelen en negeren zijn de meest

5

10

15

gebruikelijke manieren om een kind online te pesten. Samen met het onderzoek presenteert de GGD Zuid-Limburg het lespakket ‘cyberpesten, who cares’ voor het basis- en voortgezet onderwijs. De onderzoekers adviseren de ouders met hun kinderen over cyberpesten te praten. Naar: Trouw

1

2 3

Opdracht 6

Vragen over de theorie 1 2 3 4 5 6 7 8 9

06104615_blok 05.indd 17

In de tekst kun je passages onderstrepen die van belang zijn voor je onderwerp. Daarbij ga je uit van een onderzoeksvraag. Formuleer op grond van bovenstaande berichten over digipesten een goede onderzoeksvraag. Formuleer, uitgaande van de onderzoeksvraag, twee deelvragen. Maak een schema waarin je de onderzoeksvraag, de deelvragen en de antwoorden daarop overzichtelijk weergeeft.

Noteer vier termen waarmee je een mening kunt aanduiden. Wat is de functie van argumenten? Wat verstaat men onder een redenering? Noem twee termen waarmee je een objectief argument kunt aanduiden. Noem twee termen waarmee je een subjectief argument kunt aanduiden. Welke twee soorten signaalwoorden zul je vaak zien in een redenering? Welke functies vind je in de inleiding, het middenstuk en het slot van een betoog? Welke tekstsoort is subjectiever: een betoog of een beschouwing? Licht je antwoord toe. Welk structuurmodel is bij uitstek geschikt voor een betoog? Motiveer je antwoord.

08-02-2008 15:49:55


123

Opdracht 7 Argumenten, soorten argumenten Standpunt Argumenten 1 Er moet een eind worden gemaakt aan digipesten.

1

2

2 Spijbelen op school moet streng worden aangepakt.

1

2

3 Nederlanders weten zich in het openbaar vervoer absoluut niet te gedragen.

1

4 Leerlingen in de bovenbouw moeten de stof in hun eigen tempo kunnen doorwerken.

1

1 2

2

2

Noteer bij elk standpunt twee argumenten. De argumenten moeten de mening ondersteunen. Wissel je argumenten uit met een medeleerling en bepaal samen welke argumenten objectief en welke subjectief zijn.

Opdracht 8 Standpunt en argumenten

De corrigerende tik

5

10

Als ouders hun kinderen duidelijk maken dat ze iets niet mogen doen, geven sommigen van hen wel eens een tik. Is dit geoorloofd of moet er een wet komen die het slaan van kinderen verbiedt? Ik vind dat het geven van een corrigerende tik niet strafbaar hoeft te worden. Een klein tikje tegen hand of bil op z’n tijd is niet erg. Ik denk dat je als ouder soms toch wel helemaal gek wordt van die irritante kinderen die je het bloed onder de nagels vandaan halen. Een

1 2 3

06104615_blok 05.indd 18

15

tik is dan, vooral voor kleinere kinderen, een duidelijke manier om ze aan te leren wat niet en wat wel mag. Want tegen kleine kinderen schiet je niks op met praten. Ze luisteren toch niet en weten misschien niet eens wat je zegt. De corrigerende tik kan dan een soort schrikeffect geven bij kinderen, waardoor ze rustiger worden. Naar: www.scholieren.com

Wat is het standpunt van de schrijver van ‘De corrigerende tik’? Noteer de twee hoofdargumenten waarmee de schrijver zijn standpunt ondersteunt. Gebruikt de schrijver objectieve of subjectieve argumenten?

08-02-2008 15:49:55


BLOK

124

5

ONZE relaties woorden rond het thema  lezen  schrijven  eindopdrachten  proeftoets

Opdracht 9 Tegenargumenten en conclusie 1

2 3

Met het standpunt van de schrijver over ‘De corrigerende tik’ hoef je het natuurlijk niet eens te zijn. Zoek een goede tekst over dit onderwerp en formuleer twee argumenten tegen het standpunt. Geef van beide argumenten aan of je te maken hebt met een subjectief of een objectief argument. Schrijf nu een goed uitgewerkte slotalinea waarin je op grond van de argumenten vóór en tegen het standpunt een conclusie trekt.

Opdracht 10 Subjectief taalgebruik, herschrijven

Weduwen Dinsdag 11 april – We hebben er nog lang genoeg op moeten wachten, de heibel om de erfenis van de vorig jaar overleden Anton Heyboer. Maar nu zijn er dan toch nog een paar kinderen van de schilder wakker geworden om diens vijf weduwen hun nalatenschap te betwisten. Want vijf weduwen, dat kan volgens de wet niet en dat maakt Heyboer voer voor advocaten. Heyboer schilderde in zijn nadagen ongeveer aan de meter. Aanspraak op grote schoonheid maakte hij daarmee niet, maar bij kunst is dat geen vereiste. De schilder snapte maar al te goed dat het ook in de kunst veel meer aankomt op een goede kosten-batenanalyse. En dus niet getreuzeld en flink aangepakt. Leerlingen op de kunstacademie kunnen er goed een voorbeeld aan nemen. Door zijn enorme productie konden heel wat mensen zich een echte Heyboer veroorloven voor niet te veel geld. En zo draaide de

5

10

15

20

1 2 3

25

30

35

Heyboer-economie op volle toeren. Allemaal voor het spaarpotje van de bruiden, die weldra weduwen zouden worden. De ‘echte’ kunstwereld moest weinig hebben van de vlot gepenseelde werken uit Heyboers laatste jaren. De schilderijen die hij voortvarend opstapelde in zijn woonplaats Den Ilp zijn niet zo gek veel waard. Heyboer was al lang zelf het kunstwerk en zijn houdbaarheidsdatum is nu ruim overschreden. De schilderijen werden ingebracht in een vennootschap onder firma (kortweg vof), waarvan zijn bruiden de eigenaren zijn. Dat was Heyboers truc om hebberige nabestaanden op afstand te houden. Zijn kinderen zijn daarvan niet onder de indruk en hebben hun advocaten aangespoord om van de vof een sof te maken. Kunst maakt meer kapot dan ons lief is. Mieske van Eck, in: Brabants Dagblad

Bovenstaande tekst is overwegend subjectief. Noteer vijf woorden of woordgroepen waaruit de mening van de schrijver blijkt. Wat zijn de feiten waarop de schrijver zich in bovenstaande tekst baseert? Maak nu op grond van de feiten een krantenbericht. Je eigen mening mag daar niet in naar voren komen.

Opdracht 11 Alinea’s, verbindende woorden, schrijfdoel

1

06104615_blok 05.indd 19

Veel schrijvers gebruiken in hun teksten te weinig uitgewerkte alinea’s. Er staat wel een kernzin in de alinea’s, maar die wordt niet uitgewerkt met aanvullende zinnen. Schrijf de volgende beginzinnen uit tot goed uitgewerkte alinea’s van minstens drie zinnen. Geef verduidelijking, voorbeelden of uitleg. Zorg voor een goede samenhang door verwijswoorden en signaalwoorden te gebruiken.

08-02-2008 15:49:58


125

2 3

a Iedereen houdt wel van wat beweging op zijn tijd. b Digipesten is een groot probleem. c Als je ADHD hebt, heb je last van concentratiestoornissen. Bepaal van de drie uitgewerkte alinea’s welk schrijfdoel ze hebben. Wissel je alinea’s uit met een medeleerling en beoordeel de uitwerkingen.

Opdracht 12 Schrijfplan

Hieronder staat een voorbeeld van een schrijfplan van een betogende tekst. Neem het schema over en vul het in. Je kunt daarbij gebruikmaken van de volgende gegevens die in een willekeurige volgorde staan. Vul het schrijfplan waar nodig aan met eigen argumenten en voorbeelden. – Ook worden er, bijvoorbeeld in Tell-Sell, allerlei apparaten aangeprezen waarmee je moeiteloos zou kunnen afvallen. – Natuurlijk houden vrouwen dit ideaal ook zelf in stand. – Zo zou je met product X in twee weken tien kilo kunnen afvallen. – Kijk maar eens naar tv-presentatrices: allemaal hebben ze een mooi lichaam. – De mode-industrie heeft ook veel invloed op ons beeld van de ideale vrouw. – Er worden steeds meer producten op de markt gebracht die je kunnen helpen met afvallen. – Maar de invloed van de media is zo groot dat je er moeilijk aan kunt ontsnappen. – De media houden ons een soort slankheidsideaal voor. – De media hebben afvallen tot een obsessie gemaakt, doordat ze vrouwen een moeilijk haalbaar schoonheidsideaal voorhouden. – Denk maar aan producten als Slimfast, vetvrije koekjes en Becel light. – Iedereen kent ze wel, die advertenties die van alles beloven. Schrijfplan

06104615_blok 05.indd 20

Alinea

Functie Inhoud (kort)

1

Inleiding (stelling en voorbeeld)

Argument 1

etc.

Tegenargument (en weerlegging daarvan)

Slot

08-02-2008 15:50:02


5

BLOK

126

ONZE relaties woorden rond het thema  lezen  schrijven  eindopdrachten  proeftoets

Opdracht 13 Tekst verbeteren

Goede manieren? Een must!

5

10

15

20

Je zit in een restaurant, te genieten van het smakelijke eten. Er is alleen één probleem, je diner partner is niet zo hoffelijk als je dacht dat hij was. (1) Hij hield de deur niet voor je open, nam je jas niet aan en heeft tot overmaat van ramp geen idee welke vork hij wanneer moet gebruiken. Tot nu toe heb je dit alles nog door de vingers kunnen zien. Maar wanneer de rekening komt maakt hij de grootste fout ooit. (2) Hij stelt voor de rekening te delen. Te delen! Hoe haalt hij het in zijn hoofd een dame zo te behandelen. (3) Je weigert daarom niet alleen om ook maar één euro te betalen, nee, je loopt zelfs ontstelt, gekwetst en vernedert weg. (4) Dit was de druppel en niet zo’n kleintje ook. Je stelt toch zeker geen vreemde eisen aan een man, alleen de nodige kennis van de etiquette. (5) Ik vind zeker dat de etiquette een geweldige uitvinding is. Helaas ben ik blijkbaar een van de weinige die er zo over denken, gezien het feit dat zoveel mensen de etiquette niet eens kennen, laat staan dat in acht nemen. (6) Voor deze mensen zal ik even verduidelijken waarom het zo’n geweldige uitvinding is. (7)

25

30

35

40

45

De meeste etiquetteregels zijn voor mannen van toepassing, over het algemeen bestaan ze voor vrouwen uit het juist reageren op het gedrag van de man. (8) Waar het voor de man om gaat, is het tonen van respect en hoffelijkheid. Hij moet ervoor zorgen dat zijn vrouw niets te kort komt, hij moet alles voor haar regelen, zij hoeft alleen maar in ontvangst te nemen en te doen wat hij wil. (9) Blijkbaar is dit echter niet wat de moderne man wil doen, hij vind het te veel gedoe. (10) Hij maakt dan wel een grote fout, omdat wanneer hij de etiquette niet in acht neemt, hij een uiterst lompe indruk maakt. (11) Neemt hij de etiquette wel in acht, dan zal hij de hoffelijkheid zelve zijn en wanneer hij een leuke vrouw ontmoet, zij meteen onder de indruk zal zijn van zijn goede manieren. (12) Etiquetteregels is dus bij uitstek een zogenaamde ‘babemagneet’. (13) Vrouwen vallen bij bosjes voor een sociaal wenselijke man die alle etiquettes in de vingers heeft. (14) Naar: www.scholieren.com

In de tekst staan nummers die horen bij onderstaande aanwijzingen. Bestudeer de aanwijzingen en verbeter de tekst.

06104615_blok 05.indd 21

1 In de eerste twee zinnen zijn twee interpunctiefouten gemaakt. Bovendien staat er een spellingsfout in. 2 In de zin die begint met ‘Maar wanneer de …’ ontbreekt een leesteken. Ook de woordkeus kan beter. 3 In de zin die begint met ‘Hoe haalt hij …’ past een ander leesteken. 4 In de zin die begint met ‘Je weigert daarom …’ zijn twee spellingsfouten gemaakt. 5 Vervang een leesteken in de zin die begint met ‘Je stelt toch …’. 6 In de zin die begint met ‘Helaas ben ik …’ staat een spellingsfout en een verkeerd verwijswoord. 7 Ook in de zin die begint met ‘Voor deze mensen …’ staat een verwijsfout. 8 In de zin die begint met ‘De meeste etiquetteregels …’ staan twee fouten: een verkeerd gebruikt voorzetsel en een interpunctiefout. 9 De zin die begint met ‘Hij moet ervoor …’ kun je beter in tweeën splitsen. Bovendien staat er een spellingsfout in. 10 De zin die begint met ‘Blijkbaar is dit …’ bevat een interpunctiefout en een spellingsfout.

08-02-2008 15:50:03


127

woorden rond het thema  lezen  schrijven  eindopdrachten  proeftoets

11 De combinatie van twee voegwoorden (omdat wanneer) is fout. Verplaats de bijzin die begint met ‘wanneer …’. 12 De volgorde in de zin die begint met ‘Neemt hij de …’ klopt niet. 13 De zin die begint met ‘Etiquetteregels is … ’ bevat een zinsbouwfout en een spellingsfout. 14 Verbeter de woordkeus in de laatste zin.

4 Eindopdrachten

Een betogende of beschouwende tekst schrijven

Eindopdracht A

Goede manieren? Een must! Beste Beatrijs,

5

10

15

Af en toe kom je ze nog tegen: heren die deuren voor je openhouden, je stoel aanschuiven in een restaurant of je in je jas helpen. Deze heren vertonen dit hulpvaardige gedrag uiteraard alleen bij vrouwen. Ik ben allergisch voor dit gedrag, hoe goedbedoeld en welopgevoed ook. Hoe je het ook wendt of keert, deze hulpvaardigheid gaat uiteindelijk uit van het idee dat de dames te zwak of anderszins onbekwaam zijn om zelf hun jas aan te trekken. Ik kan me heus voorstellen dat de heren in kwestie niet de bedoeling hebben sekseongelijkheid te benadrukken, maar dat is onvermijdelijk wel wat er gebeurt. Ik voel

06104615_blok 05.indd 22

20

25

mij beledigd als ik op deze manier behandeld word. Hoe reageer ik zonder de heren zich ongemakkelijk te laten voelen? Het is voor mij geen optie om mij dit soort beleefdheid te laten welgevallen. Ik wil graag als volwaardig mens worden behandeld, en dat gaat niet samen met goedbedoeld seksisme. Aan de andere kant wil ik ook niet bot zijn of mannen op hun nummer zetten. Bestaat er een vriendelijke manier om duidelijk te maken dat ik het niet erg vind om als laatste te gaan zitten in een restaurant? Ik kan het zelf wel! Uit de rubriek ‘Moderne manieren’ van Beatrijs Ritsema, in: Trouw

Omschrijving van de opdracht

• Onderwerp: omgangsvormen (etiquette) • Publiek: leeftijdgenoten • Schrijfdoel: betogen of beschouwen • Omvang: maximaal 400 woorden

1

Aanwijzingen

Het thema omgangsvormen is veel te breed voor een betoog van 400 woorden. Beperk je onderwerp. Je kunt het hebben over seksistisch gedrag, de manier waarop ouders en kinderen of docenten en leerlingen met elkaar omgaan, de etiquette bij het uitgaan, flirten, eetgewoonten etc.

08-02-2008 15:50:04


BLOK

128

5

ONZE relaties woorden rond het thema  lezen  schrijven  eindopdrachten  proeftoets

2

3

Zoek informatie om een duidelijk beeld van je onderwerp te kunnen schetsen. Raadpleeg eerst de teksten uit de module Lezen van dit blok. Zoek daarnaast minstens twee andere bronnen met actuele informatie van goede kwaliteit. Maak van elke tekst die je gebruikt een correcte bronvermelding. Maak eerst een schrijfplan, waarbij je de structuurmodellen als uitgangspunt neemt. Neem daarin ook voorbeelden en eigen ervaringen op.

Beoordelingscriteria

Resultaat

De verzamelde informatie, het schrijfplan en de tekst worden beoordeeld volgens vaste criteria die je in je informatieboek vindt.

• Een volledig ingevuld schrijfplan. • De netversie van je betogende of beschouwende tekst.

Eindopdracht B

Soorten roddels

5

10

15

20

25

Roddelen mag niet, dat weten we al sinds het schoolplein. Toch doen we het graag en veel, en de werkplek wordt nogal eens gebruikt als roddelpodium. Dat nu is niet handig, constateert socioloog Rafael Wittek, die onlangs aan de Rijksuniversiteit Groningen promoveerde op een onderzoek naar ‘informele controlemaatregelen’. Wittek deed zijn onderzoek bij vijf Nederlandse bedrijven, en bij een Duitse papierfabriek. Hij ontdekte dat op de werkvloer twee van aard verschillende roddels veelvuldig voorkomen. Roddel één is min of meer onbewuste kwaadsprekerij, bijvoorbeeld over het eigenaardige gedrag van collega x bij de koffieautomaat van afdeling y: ‘Ik weet niet of het jullie is opgevallen, maar collega x blijft altijd wel erg lang bij de koffieautomaat op afdeling y hangen.’ Dit type roddel wordt meestal geuit door personen die zich goed hebben genesteld in het informele netwerk. Zij zijn sociaal handig, en hebben veel bondgenoten met wie een ‘wij samen tegen één vijand’-gevoel in stand wordt gehouden. Een effect van de roddel van het eerste type kan zijn dat de waardering voor de persoon die de roddel verspreidt stijgt. Voorts onderscheidt Wittek de strategische

06104615_blok 05.indd 23

30

35

40

45

50

roddel. Deze is wat kwaadaardiger van aard. Wie zich ervan bedient, poogt zich mogelijk een betere positie binnen het bedrijf te verwerven. Een strategische roddel kan gaan over de opdracht van collega x, die toch eigenlijk wel bijzonder matig is uitgevoerd: ‘Het schijnt dat de leiding ook erg ongelukkig is met het door x geleverde werk.’ Laster van het type twee wordt vooral gebruikt door personen die zich tussen verschillende netwerken bevinden. Deze personen hebben toegang tot veel informatie van meerdere kanten, en ze kunnen deze informatie derhalve strategisch inzetten. En dan is er nog de positieve roddel. Die bestaat volgens Wittek, mits je een roddel definieert als ‘spreken over derden, zonder dat die derde erbij aanwezig is’. Een voorbeeld: ‘Het is fijn dat collega x deze klus heeft geklaard, het scheelt ons een hoop extra werk.’ Deze positieve variant komt niet vaak voor. Wittek meent dat negatieve informatie veel schaarser is, en dus boeiender. Positieve informatie wordt toch wel verspreid, en vaak door de persoon die zelf iets positiefs heeft gedaan. Dat is tamelijk saai. Naar: Robert van Gijssel, op: www.intermediair.nl

08-02-2008 15:50:05

T


BLOK

5

129

ONZE relaties woorden rond het thema  lezen  schrijven  eindopdrachten  proeftoets

Omschrijving van de opdracht

• Onderwerp: roddelen • Publiek: leeftijdgenoten • Schrijfdoel: betogen of beschouwen • Omvang: maximaal 400 woorden

1 2

Aanwijzingen

Zoek, naast bovenstaand artikel, minstens twee andere bronnen met informatie van goede kwaliteit. Maak van elke tekst die je gebruikt een bronvermelding. Maak eerst een schrijfplan, waarbij je de structuurmodellen in het informatieboek als uitgangspunt neemt. Neem daarin ook voorbeelden en eigen ervaringen op.

Beoordelingscriteria en resultaat Zie eindopdracht A.

5 Proeftoets 5.1 Lezen

Theorie 1 2 3

4 5

06104615_blok 05.indd 24

Noem twee termen die je kunt gebruiken in plaats van de term ‘stelling’. Welke twee onderdelen zijn onmisbaar in een redenering? Noem twee signaalwoorden die je heel goed kunt gebruiken om de delen van een tekst met de voordelen-en-nadelenstructuur te scheiden. Noem twee signaalwoorden die je heel goed kunt gebruiken om de delen van een tekst met de verschijnsel-en-verklaringstructuur te scheiden. In een uiteenzettende tekst geef je niet alleen informatie. Wat doe je nog meer?

08-02-2008 15:50:10


BLOK

130

5

ONZE relaties woorden rond het thema  lezen  schrijven  eindopdrachten  proeftoets

Toepassing 1

5

2

10

15

20

3 25

De positie van het kind in onze samenleving is in de afgelopen halve eeuw ingrijpend veranderd. Er is veel voor te zeggen dat het kind voor veel ouders een echt ‘project’ geworden is, dat niet mislukken mag. Pedagogen denken dat veranderingen in de 4 aandacht voor het kind aan hen te danken zijn, maar dat is een grote vergissing. De manier waarop er met kinderen wordt omgegaan, wordt in de eerste plaats bepaald door economische verhoudingen. Ook wetenschappers lopen met hun ideeën in het algemeen achter die economische veranderingen aan. Het lijkt er zelfs op dat de meesten de tijd maar een beetje 5 naar de mond praten. Zo had de toegenomen mondigheid van kinderen sinds de jaren zestig niet te maken met een doorslaggevend pleidooi van pedagogen, maar met het feit dat kinderen door de toegenomen welvaart steeds jonger economisch op eigen benen konden staan. Technische veranderingen, zoals het operationeel worden van de pil, zorgden nog eens voor een razendsnelle afname van het kindertal. Dat de kinderen van vandaag voor veel ouders een project geworden zijn is niet zo moeilijk te begrijpen. In de grote gezinnen van de jaren vijftig en zestig was het geen enkel probleem als je er een of twee tussendoor had lopen die het wat minder goed deden op school.

6 7 8 9 10 11 12

06104615_blok 05.indd 25

30

35

40

45

50

55

Tegenwoordig ligt dat anders. Onvermijdelijk komt op verjaardagen en partijen de vraag op hoe het met ze gaat en als je er dan maar twee hebt en het valt tegen, dan heb je het als ouder niet gemakkelijk. Steeds meer ouders accepteren het niet meer als de kinderen het minder goed doen op school en ze zetten de school op een hoogst onaangename manier onder druk. Door het voortdurend toetsen en testen van kinderen, die vanwege hun nog al te grillige ontwikkelingsverloop nog helemaal niet te toetsen zijn, zijn die ouderlijke zorgen maar al te begrijpelijk. Op dit verschijnsel zijn twee soorten reacties te onderscheiden, zowel onder wetenschappers als onder ouders. Aan de ene kant de vroege repareerders en aan de andere kant zij die ervan uitgaan dat het allemaal vanzelf wel goed komt. Zo zijn er ouders die de leidsters in de kinderopvang vragen waarom hun peuters er geen rapporten krijgen. Maar er zijn ook ouders die het vroege getoets en getest beu zijn of zich doodschrikken als hun vijfjarigen met huiswerk uit school thuiskomen en besluiten om nieuwe scholen te stichten waar alle druk wordt vermeden. Naar: Bas Levering, in: Trouw

Wat was het belangrijkste schrijfdoel van de schrijver van deze tekst? Begrens (door de twee eerste en de twee laatste woorden te citeren) de inleiding van deze tekst. Welk structuurmodel herken je in deze tekst? Pedagogen denken dat veranderingen in de aandacht voor het kind aan hen te danken zijn, maar dat is een grote vergissing (alinea 2). a Citeer het argument bij deze stelling. b Wat voor soort argument is dat? Analyseer (door zo mogelijk stelling, argument(en) en conclusie te noemen) de redenering van de schrijver in alinea 3. Ook alinea 4 bevat een redenering. Volgens welk opbouwprincipe is die redenering opgebouwd? Op welke wijze is alinea 4 verbonden met alinea 5?

08-02-2008 15:50:11

T


131

5.2 Schrijven 1 2 3

Theorie

Noem twee voorbeelden van opinieweekbladen. De eerste versie van een tekst die je hebt geschreven controleer je altijd op ­taalgebruik. Noem hierbij drie beoordelingspunten. Wat is het voornaamste kenmerk van een beschouwende tekst?

Toepassing Bronvermelding De bouwstenen van gebarentaal / Marc van Oostendorp / 2002 / Onze taal 4

a Op wat voor bron is deze bronvermelding gebaseerd? b Welk gegeven ontbreekt? c De bronvermelding is niet opgebouwd volgens het auteur-jaarsysteem. Verbeter deze.

Inleiding Het gat in de ozonlaag en de afnemende diversiteit van diersoorten bewijzen dat de balans in het natuurlijke evenwicht is ver-

5 6

5

stoord. Er moet snel iets gebeuren, voordat de wereld in een negatieve spiraal terechtkomt en niet meer te redden is.

a Past deze inleiding eerder bij een betogende of bij een beschouwende tekst? b Licht je antwoord toe. Neem het volgende schema over en vul het in. Je kunt zelf een onderwerp kiezen. Onderwerp Standpunt Argument 1 Argument 2 Conclusie

5

In onze ‘beschaafde’ wereld worden vrouwen nog altijd onderdrukt. Denk maar aan islamitische landen zoals Afghanistan waar vrouwen zich volledig moeten wegcijferen achter sluiers en onderdanig moeten zijn aan hun man. En

7

06104615_blok 05.indd 26

denk maar aan landen als China waar een stel maar één kind mag voortbrengen en het kindje wordt vermoord als het een meisje is. Naar: www.scholieren.com

a Ondersteunt de schrijver van bovenstaand tekstfragment zijn standpunt met subjectieve of objectieve argumenten? b Licht je antwoord toe. c Welk verband geeft de signaalformulering ‘denk maar aan’ aan?

08-02-2008 15:50:11


BLOK

132

5

ONZE relaties woorden rond het thema  lezen  schrijven  eindopdrachten  proeftoets

8

5

Maak de volgende zinnen af en gebruik daarbij steeds een signaalwoord dat een redengevend verband aanduidt. a Ik ga elke dag naar de sportschool … . b Voor alle zekerheid maak ik van elk boek dat ik lees een samenvatting … . c In het examenjaar zeg ik mijn bijbaantje op … .

Jullie hebben allemaal ongetwijfeld wel van de koopzondagen in ons land gehoord. Tegenwoordig zie je steeds meer dat de winkels op zondag geopend zijn. Een aantal jaren geleden is er in de Winkelsluitingswet vastgelegt dat er per gemeente maximaal 12 koopzondagen gehouden mogen worden. De Winkelsluitingswet is een wet waarin staat hoeveel uren de winkels in de week open mogen zijn en hoe het zit met

9

10

15

de winkelopenstelling op zondag. Hier staat dus in dat elke gemeente maximaal 12 koopzondagen per jaar mag houden. Zoals misschien al duidelijk is geworden gaat mijn betoog over de koopzondag. Mijn stelling is de koopzondag moet worden afgeschaft. Ik zal dit nu gaan onderbouwen. Naar: www.scholieren.com

a Citeer de zinnen van bovenstaand tekstfragment die overbodig zijn en die je dus beter kunt weglaten. b Noteer het woord dat fout is gespeld en schrijf er de verbetering achter. c In het tekstgedeelte ‘Zoals misschien … worden afgeschaft’ ontbreken twee leestekens. Geef aan tussen welke woorden welke leestekens moeten worden gebruikt.

Keuzemodules Als je de proeftoets van dit blok naar tevredenheid hebt gemaakt, dagen we je uit om één van de opdrachten uit de drie keuzemodules Pieken! te maken: – een opdracht uit de module Taalbeschouwing – een opdracht uit de module Massamedia – of een opdracht uit de module Creatief schrijven.

06104615_blok 05.indd 27

08-02-2008 15:50:12


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.