In dit leerwerkboek staat alles wat je moet weten voor je toetsen en examens voor Stock & Supplies. Het is van jou. Je mag erin schrijven, notities maken en alles markeren wat je belangrijk vindt.
We wensen je veel plezier bij het ontdekken van de wereld van Stock & Supplies!
Contentontwikkeling
ThiemeMeulenhoff / Joline Moree
Eindredactie
Toos de Zeeuw
Vormgeving
Studio Michelangela, Utrecht
Opmaak
Crius Group, Hulshout (België)
Omslagbeeld
Shutterstock (r), GettyImages (l)
Over ThiemeMeulenhoff
ThiemeMeulenhoff ontwikkelt slimme flexibele leeroplossingen met een persoonlijke aanpak. Voor elk niveau en elke manier van leren. Want niemand is hetzelfde.
We combineren onze kennis van content, leerontwerp en technologie, met onze energie voor vernieuwing. Om met en voor onderwijsprofessionals grenzen te verleggen. Zo zijn we samen de motor voor verandering in het primair, voortgezet en beroepsonderwijs.
Samen leren vernieuwen. www.thiememeulenhoff.nl
Boek ISBN 978 90 06 97966 4
Pakket ISBN 978 90 06 11257 3
Eerste druk, eerste oplage, 2024
© ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2024
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl.
De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
Deze uitgave is volledig CO2-neutraal geproduceerd.
Het voor deze uitgave gebruikte papier is voorzien van het FSC®-keurmerk.Dit betekent dat de bosbouw op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.
Zo werk je met Mixed 4
BLOK 1 Hoe voer je magazijnwerkzaamheden uit
1.1 Goederen ontvangen 9
1.2 Goederen opslaan 12
1.3 Goederen verplaatsen 15
1.4 Goederen verzamelen 20
1.5 Goederen verpakken en verzenden 24
1.6 Omgaan met derving in een magazijn 30
Samenvattingsopdracht blok 1 34
Begrippen 36
2.1 De voorraadadministratie uitvoeren 41
2.2 Goederen bestellen 47
Samenvattingsopdracht blok 2 53
(opmerking: bij
Retail&Styling moest dit juist aangepast worden naar MIXED + regel Het grote plaatje)
Begrippen 54 correcties uitgevoerd
BLOK 2 Hoe beheer en bestel je voorraadJe gaat aan de slag met een module van MIXED. Met MIXED leer je in de praktijk. Je ervaart wat je allemaal kunt doen in jouw beroepsgerichte profiel. Zo ontdek je wat jouw talenten zijn!
Per module maak je praktische opdrachten. Deze praktische opdrachten laten je alle kanten van het beroepsgerichte vak ervaren. Je gaat dus écht aan de slag. Om de praktische opdrachten te kunnen doen, heb je kennis nodig. In het leerwerkboek vind je de theorie die je moet kennen. Je kunt theoriebronnen ook in de digitale leeromgeving lezen.
Naast de theoriebronnen, moet je soms ook werkbronnen gebruiken bij de praktische opdrachten. Denk aan een uitlegfilmpje, een stappenplan of een uitwerkbijlage. Deze werkbronnen staan altijd bij de praktische opdracht in de digitale leeromgeving.
AAN DE SLAG MET PRAKTISCHE OPDRACHTEN
• Jouw docent laat je weten welke praktische opdrachten jij maakt bij deze module. Je vindt de praktische opdrachten online, of de docent heeft ze voor je geprint.
• Elke praktische opdracht begint met voorbereiden. Je ontdekt in welk werkveld je aan de slag gaat. Je leest wat je gaat doen en leren. Ook zie je hoeveel punten je kunt verdienen en wat je nodig hebt om de opdracht te maken.
• Dan ga je aan de slag. Volg stap voor stap de instructie die in de opdracht staat. Je kunt steeds de stappen die je hebt gedaan afvinken.
• Bij opdrachten gebruik je theoriebronnen en werkbronnen. De theoriebronnen staan in je leerwerkboek en in de online leeromgeving. Werkbronnen, zoals een video of uitwerkbijlage, vind je altijd online.
• Het eindproduct van de opdracht neem je op in je portfolio.
• In In het leerwerkboek dat je nu in je handen hebt, staat de theorie die je moet kennen. Misschien behandelt jouw docent eerst de theorie, voordat je aan de slag gaat met een praktische opdracht. Je kunt ook zelf de theorie erbij pakken als je die nodig hebt.
• Het leerwerkboek begint altijd met het grote plaatje. Dit helpt je om de verbanden te zien tussen de verschillende werkvelden in een profiel.
• Bij de theoriebronnen die je kunt lezen staan ook theorieopdrachten. Deze maak je om na te gaan of je de theorie goed begrijpt.
• In de theorie staan gekleurde begrippen. Deze begrippen moet je kennen voor een toets en voor je examen. Tip: gebruik de begrippenlijst achter in het leerwerkboek bij het leren.
• Het leerwerkboek bestaat uit twee blokken. Na elk blok maak je een samenvattingsopdracht. Zo leer je ook voor je toets en voor het examen!
Bij dit leerwerkboek hoort een online omgeving. In het schema hierna zie je wat je op papier kunt doen en wat er online te vinden is.
Op papier
• Praktische opdrachten (geprint)
• Theoriebronnen (in het leerwerkboek)
• Theorieopdrachten (in het leerwerkboek)
• Begrippenlijst (in het leerwerkboek)
Online
• Praktische opdrachten
• Theoriebronnen
• Theorieopdrachten
• Begrippenlijst
• Werkbronnen
• Oefentoets begrippen
VERBANDEN ZIJN ER?
WELKE
✖ MODULE STOCK & SUPPLIES
Als magazijnmedewerker voer je verschillende magazijnwerkzaamheden uit. Denk bijvoorbeeld aan het ontvangen, opslaan en verplaatsen van goederen. Als je een bestelling ontvangt, is het belangrijk dat je goederen op de juiste manier verzamelt, verpakt en verzendt. En natuurlijk houd je ook rekening met derving in een magazijn. Daarnaast ben je verantwoordelijk voor het beheren van de voorraad en bestel je op tijd voldoende voorraad bij.
✖ MODULE RETAIL & STYLING
Een winkel moet zorgen dat alles goed bij elkaar past, van de producten die er te koop zijn tot de manier waarop de etalage is ingericht. Dit moet ook passen bij de klanten van de winkel. Als alles goed op elkaar is afgestemd, komen mensen er graag winkelen.
✖ MODULE SERVICE & SALES
Om de producten goed te verkopen, voert een winkelier verkoopgesprekken. Daarnaast verleent de winkelier ook service, zodat de klant een goed gevoel krijgt bij de winkel en bij zijn aankoop.
✖ MODULE OFFICE & SUPPORT
Winkels en bedrijven moeten bijhouden welke producten ze inkopen en verkopen. Ook moeten ze allerlei gegevens verwerken, zoals declaraties.
Hoe voer je magazijnwerkzaamheden uit?
Als magazijnmedewerker krijg je met verschillende werkzaamheden te maken. Je helpt bij het ontvangen en controleren van goederen. Deze sla je vervolgens op een logische plek in het magazijn op. Je gebruikt verschillende transportmiddelen om goederen te verplaatsen. Ook verzamel je bestellingen en deze verpak je eerst voordat je ze naar de klant verstuurt.
Hoe beheer en bestel je voorraad?
De voorraadadministratie moet in het magazijn op orde zijn. Hiervoor ben je als magazijnmedewerker verantwoordelijk. Je zorgt ervoor dat er voldoende artikelen op voorraad zijn. Daarom is het belangrijk dat je weet hoe je goederen kunt bijbestellen en welke formulieren je daarvoor kunt gebruiken.
1.1 Goederen ontvangen
1.2 Goederen opslaan
1.3 Goederen verplaatsen
1.5 Goederen
Als magazijnmedewerker heb je een belangrijke functie in het magazijn, de loods of een ander soort opslagplaats voor goederen. Je bent bijvoorbeeld verantwoordelijk voor de ontvangst en de verzending van goederen. Aan jou de taak om ervoor te zorgen dat dit proces soepel verloopt.
Bij de ontvangst van goederen heb je als magazijnmedewerker een belangrijke rol. Je moet goederen eerst lossen. Dit pak je natuurlijk voorzichtig aan, want goederen mogen niet beschadigd raken. Daarna controleer je de goederen. Je kijkt of de geleverde goederen overeenkomen met de bestelde goederen. Ook controleer je of goederen ontbreken of beschadigd zijn. Als er problemen zijn, dan meld je dit direct aan je leidinggevende.
Nadat je de goederen ontvangen hebt, is het belangrijk om ze te controleren. Hiervoor gebruik je verschillende documenten:
✖ Op de bestelbon staan alle goederen die besteld zijn. Je ontvangt deze direct van de leverancier nadat je de bestelling hebt geplaatst.
Bestelbon
Factuurgegevens
Leveringsgegevens
Naam: W. Schol Naam: W. Schol
Factuuradres: Bospad 20, 3202 HH IJMUIDEN Leveringsadres: Bospad 20, 3202 HH IJMUIDEN
Bestelnummer: 0024-4567 Telefoonnummer: -
Totaalbedrag
Bestel
✖ Op de pakbon staan alle goederen die afgeleverd zijn of die op een later moment nog geleverd worden. Deze ontvang je tegelijk met de bestelde goederen.
Pakbon
Bestelnummer: 0024-4567
Leveringsdatum: 07/10/2024
Naam: W. Schol
Leveringsadres: Bospad 20 3202 HH IJMUIDEN
Artikelnummer Omschrijving Aantal Opmerkingen
00148790 Werkboeken rekenen 35
00149935 Rekenspel 6
00173465 Potloden HB 80
00173566 Doosje gummen (50 st) 1
00182215 Schriften (10 st) 4
00173678 Doosje balpennen (50 st) 1 Niet op voorraad
00182317 Kladblok 35
00173744 Kleurpotloden (12 st) 6
00156734 Lijm 6
00156755 Klei (10 kg) 1 00156878 Schoolverf
1L 1 00156881 Schoolverf
Schoolverf
wit
zwart – 1L 1
00157030 Kwast 35
Alle producten zijn zorgvuldig voor u ingepakt. Producten die niet op voorraad zijn zullen zo snel mogelijk nagezonden worden.
✖ Op de vrachtbrief staat wat de lading is, waar de lading vandaan komt (de afzender), wie de goederen vervoert (de vervoerder) en waar de lading naartoe gaat (de geadresseerde). Onderaan de vrachtbrief moet er altijd getekend worden. De afzender tekent voor de goederen die hij verstuurt, de vervoerder voor de goederen die hij vervoert en de geadresseerde voor de goederen die hij ontvangt.
Aan de hand van de bestelbon en de pakbon controleer je de bestelling. Je kijkt op de bestelbon wat je besteld hebt en op de pakbon wat geleverd is. Het komt namelijk wel eens voor dat een bestelling niet klopt. Soms mis je een product, terwijl dat op de pakbon wel als geleverd staat. In dat geval noteer je het als manco op de manco-breuk-teveellijst. Beschadigde producten vermeld je op deze lijst als breuk en producten die vaker geleverd zijn dan besteld als teveel. Door dit goed bij te houden, kun je de juiste vervolgactie ondernemen. Je kunt bijvoorbeeld de leverancier vragen om beschadigde of ontbrekende producten alsnog na te sturen of je vraagt wat je met goederen moet doen die teveel zijn geleverd.
Manco-breuk-teveellijst Potlood Partners
EAN-code Artikelomschrijving Manco Breuk Teveel
00182317 Kladblok 2
00156734 Lijm 5
00157030 Kwast 4 &
1 Aandachtspunten bij goederen controleren
Waar moet je tijdens de controle van goederen op letten?
Er is meer dan één antwoord goed.
□ Je controleert of alle goederen geleverd zijn.
□ Je controleert of je de goederen mooi vindt.
□ Je controleert of de inkoopprijs van de goederen klopt.
□ Je controleert of goederen beschadigd zijn.
2 Documenten bij goederen controleren
Welk document moet je gebruiken?
Kies het juiste document.
1 Ik wil graag weten wie de vervoerder van de goederen is. Hiervoor gebruik ik de bestelbon | pakbon | vrachtbrief
2 Ik wil graag weten welke goederen besteld zijn. Hiervoor gebruik ik de bestelbon | pakbon | vrachtbrief.
3 Ik wil graag weten welke goederen op een later moment bezorgd worden. Hiervoor gebruik ik de bestelbon | pakbon | vrachtbrief
4 Ik wil graag breuken en manco's noteren. manco-breuk-teveellijst | pakbon
3
Breuken en manco's
Geef bij elk begrip de juiste omschrijving.
Verbind de begrippen met de juiste omschrijvingen.
Breuk • • Een product dat ontbreekt, maar dat volgens de pakbon wel geleverd zou moeten zijn.
Manco • • Een product dat beschadigd is binnengekomen.
Teveel • • Een product dat te veel geleverd is.
Nadat je de goederen ontvangen en gecontroleerd hebt, is het tijd om ze in het magazijn op te slaan. Er zijn verschillende soorten magazijnen. Twee belangrijke soorten zijn het open magazijn en het gesloten magazijn.
Een open magazijn is voor iedereen toegankelijk. Denk bijvoorbeeld aan het magazijn van Ikea, waar je als klant zelf dozen met kasten, tafels of stoelen kunt pakken. Een voordeel van een open magazijn is dat een bedrijf minder magazijnmedewerkers nodig heeft. Hierdoor bespaart een bedrijf loonkosten. Een nadeel is dat spullen makkelijker gestolen kunnen worden.
Een gesloten magazijn is niet voor iedereen toegankelijk. Alleen magazijnmedewerkers hebben toegang. Denk bijvoorbeeld aan het magazijn van een houthandel. Een voordeel van een gesloten magazijn is dat spullen moeilijker gestolen kunnen worden. Een nadeel voor het bedrijf is dat er meer magazijnmedewerkers nodig zijn. Een bedrijf betaalt dan meer loonkosten.
Ook zijn er centrale magazijnen of distributiecentra. Dat zijn grote magazijnen waar heel veel goederen samenkomen. Hier worden goederen uit verschillende leveringen verzameld, gesorteerd en verstuurd naar verschillende bestemmingen. Een voorbeeld is het distributiecentrum van de Jumbo in Woerden. Vandaaruit worden veel winkels van Jumbo in de regio van Woerden bevoorraad. Een plek waar goederen centraal worden opgeslagen en doorgestuurd, wordt ook wel een hub genoemd.
Je kunt leveringen in verschillende vormen binnenkrijgen. Goederen kunnen bijvoorbeeld in containers, op pallets of in dozen zitten. Aan jou de taak om deze voorzichtig uit te pakken.
Naast het uitpakken is het soms ook nodig om producten opnieuw te verpakken. Bijvoorbeeld om goederen beter te beschermen tegen beschadigingen, om ze samen met andere producten te verpakken of om grote verpakkingen te splitsen in stukverpakkingen.
Het opnieuw verpakken van producten heet ompakken. Een voorbeeld hiervan is als dozen met honderd flessen shampoo worden omgepakt in kleinere dozen van tien stuks.
De kleinere dozen zien er anders uit en hebben een nieuw etiket.
Nadat je goederen hebt uitgepakt, is het belangrijk dat je ze op een georganiseerde en efficiënte manier opslaat, zodat je ze later weer makkelijk uit het magazijn kunt halen. Dit bespaart bedrijven veel tijd, geld en energie. Hiervoor worden opslagsystemen gebruikt.
Er zijn verschillende types opslagsystemen. De meeste bedrijven gebruiken magazijnstellingen. Deze hoge en lange stellingen zijn in veel magazijnen belangrijk voor de opslag van goederen. Ook gebruiken bedrijven magazijnkasten. Die zijn handig voor de opslag van klein materiaal of als goederen achter slot en grendel bewaard moeten worden.
Soms hanteren magazijnen vaste locatiesystemen, waarbij elk artikel een vaste plek in het magazijn heeft. Daarentegen hebben artikelen geen vaste plaats bij een vrij locatiesysteem In dat geval moet je zelf een logische plek kiezen om goederen op te slaan. Houd daarbij rekening met het volgende:
✖ Plaats goederen netjes in de stelling en niet in het gangpad.
✖ Zorg ervoor dat de goederen niemand in de weg staan.
✖ Plaats veel verkochte goederen vooraan in het magazijn.
✖ Plaats zware en grote goederen onderin de stelling.
✖ Zet breekbare artikelen op stevige schappen.
✖ Verwerk de locatie van goederen in de administratie.
1 Soorten magazijnen
Verbind de afbeeldingen met de juiste magazijnen. Bekijk de volgende afbeeldingen.
2 Distributiecentrum
Leg uit hoe een distributiecentrum als hub werkt.
Voorbeeld: een distributiecentrum werkt als hub door goederen van verschillende leveranciers te ontvangen. De goederen worden vervolgens gesorteerd op basis van hun bestemming en daarna efficiënt verstuurd naar verschillende winkels of andere distributiepunten.
3 Goederen verwerken
Welke handeling zie je op de afbeelding?
Bekijk de afbeelding en kies het juiste antwoord.
◯ controleren
◯ verpakken
◯ natellen
◯ ompakken
Je gebruikt in een magazijn of winkel verschillende transportmiddelen om goederen veilig en efficiënt te verplaatsen. Elk transportmiddel heeft zijn eigen functies en is daardoor geschikt voor verschillende soorten goederen.
Er zijn verschillende soorten transportmiddelen. Afhankelijk van verschillende soorten goederen, bepaal je welk transportmiddel je gebruikt.
Een steekwagen is een kar op twee wielen met een kleine laadvloer. Je gebruikt een steekwagen meestal om over een kleine afstand een aantal dozen te vervoeren. Een steekwagen is wendbaar en daardoor geschikt om in kleine ruimtes te gebruiken. Je schuift de laadvloer onder de dozen en je kantelt vervolgens de steekwagen naar je toe om de dozen te verplaatsen.
Een rolcontainer is een grote metalen kooi op twee vaste wielen en twee zwenkwielen. Met de zwenkwielen kun je de rolcontainer sturen. Je gebruikt een rolcontainer om veel kleine verpakkingen tegelijk te verplaatsen. Distributiecentra van supermarkten gebruiken dit transportmiddel vaak.
Een magazijndolly is een plat wagentje met vier wielen. Een magazijndolly is handig als je snel over een korte afstand kratjes met goederen wilt verplaatsen.
Een tafelwagen is een wagen met twee of meer plateaus die je kunt gebruiken om verschillende goederen tegelijk te verplaatsen. Deze is erg handig voor het verplaatsen van kleine of middelgrote goederen die je niet op elkaar kunt stapelen.
Een handpompwagen gebruik je om pallets met zware goederen op te tillen en te verplaatsen. Je pompt handmatig de pallet in de lucht. De handpompwagen wordt ook wel palletwagen genoemd.
Een elektrische pompwagen is de elektrische versie van de handpompwagen. Je tilt en verplaatst goederen door op een knopje te drukken. Je hoeft zelf niet te pompen of aan de wagen te trekken. Dat scheelt fysieke inspanning, waardoor je makkelijker en sneller werkt.
Een heftruck is een voertuig dat je gebruikt voor het optillen, stapelen en verplaatsen van zware goederen. Ook gebruik je meestal een heftruck om vrachtwagens te laden en te lossen. Het is een belangrijk transportmiddel voor magazijnen met veel zware goederen. Je hebt een speciaal heftruckdiploma nodig om dit voertuig te besturen.
Een reachtruck lijkt op een heftruck, maar is iets kleiner en wendbaarder. Daardoor is het een geschikt middel om goederen in smalle gangen te verplaatsen of om in hoge stellingen te zetten.
Een rollerband is een transportsysteem dat in een magazijn wordt gebruikt om goederen van de ene naar de andere locatie te verplaatsen. Je plaatst de goederen op de band, waardoor ze vervolgens automatisch naar de volgende locatie rollen. Hierdoor hoef je niet met dozen te slepen.
Een geautomatiseerd opslagsysteem is een computergestuurd systeem dat producten automatisch plaatst en ophaalt in stellingen of bakken die van tevoren al zijn ingesteld. Door geautomatiseerde opslagsystemen hoef je als magazijnmedewerker minder te lopen en is de kans kleiner dat je een verkeerd artikel pakt.
Een industriële robot is onder andere geschikt om goederen te sorteren, te verpakken en te transporteren. Robots werken snel, nauwkeurig en worden nooit moe of ziek. Door robots hoef je als magazijnmedewerker minder zwaar werk te doen.
1 Kleine transportmiddelen
Welk transportmiddel gebruik je in welke situatie?
Verbind het transportmiddel met de juiste situatie.
Je wilt over een kleine afstanden goederen met verschillende groottes verplaatsen.
Je wilt over een kleine afstand een paar dozen verplaatsen.
Je wilt tegelijk veel kleine pakketjes verplaatsen die je lastig op elkaar kunt stapelen.
Je wilt over een kleine afstand een paar kratten verplaatsen.
a Bekijk de afbeelding.
Welk transportmiddel gebruik je om de pallet te verplaatsen?
Kies de juiste transportmiddelen.
□ Steekwagen
□ Elektrische pompwagen
□ Magazijndolly
□ Handpompwagen
b Bekijk de afbeelding.
Welk transportmiddel gebruik je om de vaatwasser te verplaatsen?
Kies het juiste transportmiddel.
◯ Steekwagen
◯ Elektrische pompwagen
◯ Magazijndolly
◯ Tafelwagen
c Bekijk de afbeelding.
Welk transportmiddel gebruik je om de schoolartikelen te verzamelen?
Kies het juiste transportmiddel.
◯ Steekwagen
◯ Elektrische pompwagen
◯ Magazijndolly
◯ Tafelwagen
d Bekijk de afbeelding.
Welk transportmiddel gebruik je om het kratje met appels te verplaatsen?
Kies het juiste transportmiddel.
◯ Steekwagen
◯ Elektrische pompwagen
◯ Magazijndolly
◯ Tafelwagen
Geef aan welk transportmiddel bij welke afbeelding hoort. Verbind het transportmiddel met de juiste afbeelding. •
Handpompwagen
Heftruck
• Industriële robot •
Geautomatiseerd opslagsysteem
Reachtruck
Rollerband
Een belangrijke taak van de magazijnmedewerker is het verzamelen van bestellingen. Een bestelling kan uit producten bestaan die verspreid door het magazijn liggen. Aan jou de taak om alle producten te verzamelen.
Als je een bestelling verzamelt, houd je altijd rekening met het volgende:
✖ De grootte van de order bepaalt hoe snel je een order verzamelt. Een kleine order verzamel je sneller, omdat die uit minder producten bestaat. Bij een grote order moet je misschien vaker lopen of verschillende transportmiddelen gebruiken.
✖ De aard van de goederen: met wat voor soort producten heb je te maken? Het soort bepaalt hoe je met een product om moet gaan. Breekbare goederen behandel je voorzichtig en dozen stapel je stevig op elkaar, zodat ze niet van je transportmiddel vallen.
✖ De afmetingen van de goederen bepalen welk transportmiddel je moet gebruiken om ze te verplaatsen. Kleine items kun je met een tafelwagen verplaatsen, terwijl je pallets beter met een elektrische pompwapen kunt vervoeren.
✖ De magazijnlocatie is de plek waar je goederen opslaat. Bedrijven, winkels en fabrieken slaan goederen op een logische manier op. Als je goederen snel en vaak nodig hebt, plaats je ze dicht bij de inpakafdeling. Goederen die je minder vaak nodig hebt, plaats je achter in het magazijn.
Aard van de goederen
Afmetingen van de goederen
Grootte van de order
Je weet nu waar je tijdens het verzamelen van bestellingen op moet letten. Voordat je met verzamelen begint, is het nodig dat je een verzamelopdracht opstelt. In een verzamelopdracht staat precies wat je moet doen als je een bestelling verzamelt. Een verzamelopdracht bestaat uit verschillende stappen:
✖ Stap 1. Bekijk de bestelbon: hierop staan alle artikelen die een klant heeft besteld. Deze artikelen moet je verzamelen.
✖ Stap 2. Kies het passende transportmiddel: voor grote artikelen pak je een elektrische pompwagen, terwijl je voor kleine artikelen een tafelwagen gebruikt.
✖ Stap 3. Bekijk de locatie van de producten: plan de efficiëntste route. Dit bespaart je energie en tijd.
✖ Stap 4. Verzamel de bestelling: volg je route en verzamel de bestellingen. Leg ze voorzichtig op je transportmiddel.
✖ Stap 5. Controleer je verzameling: bekijk of je alle producten hebt verzameld en of je de juiste hoeveelheid hebt gepakt.
✖ Stap 6. Afronden van je verzameling: breng je verzameling naar de inpakafdeling.
Verzamelopdracht opstellen
1. Bekijk de bestelbon
2. Kies het passende transportmiddel
3. Bekijk de locatie van de producten
4. Verzamel de bestelling
5. Controleer je verzameling
6. Breng je verzameling naar de inpakafdeling
1 Goederen verzamelen
Een magazijnmedewerker moet tijdens het verzamelen van bestellingen op verschillende dingen letten.
Lees de verhaaltjes hierna. Waar moet de magazijnmedewerker uit het verhaal over nadenken? En wat kan de magazijnmedewerker veranderen?
Verhaal 1
Gerjan werkt sinds twee dagen in een magazijn met granieten keukenbladen. Hij moet één granieten keukenblad verzamelen dat in magazijn A ligt. Gerjan komt met zijn handpompwagen bij de locatie van het blad aan. Hij ziet dat het blad te groot en te zwaar is, waardoor hij het niet kan vervoeren.
a Lees het verhaal en maak de zinnen af.
Gebruik in je antwoord één van de vier aandachtspunten waar je tijdens het verzamelen van een bestelling rekening mee moet houden.
Gerjan moet nadenken over: De afmetingen van de goederen.
Gerjan kan het volgende veranderen en kiest voor het volgende transportmiddel:
Hij kan beter een ander transportmiddel gebruiken om het keukenblad te verplaatsen.
Denk bijvoorbeeld aan een elektrische pompwagen of heftruck.
Verhaal 2
Neo heeft een eigen schoenenmagazijn waarin hen soms de magazijnmedewerkers helpt om bestellingen te verzamelen. Zo ook vandaag. Neo heeft 9 van de 10 schoenen verzameld en hen moet alleen nog één paar sokken verzamelen. Die zitten bij de meeste bestellingen, maar ze liggen helemaal achter in het magazijn. Daarvoor moet Neo teruglopen. Dat is niet zo handig, want in een magazijn loop je veel.
b Lees het verhaal en maak de zinnen af.
Gebruik in je antwoord één van de vier aandachtspunten waar je tijdens het verzamelen van een bestelling rekening mee moet houden.
Neo moet nadenken over: De magazijnlocatie.
Neo kan het volgende veranderen: Hen kan de sokken beter op een andere locatie in het magazijn leggen waar ze beter vindbaar zijn. Als de sokken bij bijna elke bestelling zitten, kan Neo ook nog overwegen om alle sokken vlak bij de inpakafdeling op te slaan.
Verhaal 3
Floris-Jan werkt in een magazijn met woondecoratie. Hij heeft al vier kaarsen, twee lampen en drie kussens verzameld. Die liggen allemaal netjes op de tafelwagen. Floris-Jan heeft het tempo er lekker in en hij moet alleen nog twee grote bloemenvazen verzamelen. Hij heeft de vazen gevonden en zet ze beide hard op de tafelwagen. Bang! Een vaas knapt kapot. Oei, hier is zijn leidinggevende niet blij mee.
c Lees het verhaal en maak de zinnen af.
Gebruik in je antwoord één van de vier aandachtspunten waar je tijdens het verzamelen van een bestelling rekening mee moet houden.
Floris-Jan moet nadenken over: De aard van de goederen.
Floris-Jan kan het volgende veranderen: Hij kan beter de vazen voorzichtig op de tafelwagen plaatsen. Ook kan hij de vazen met bubbeltjesplastic of doeken beschermen.
Verhaal 4
Amina werkt in een magazijn waar schoolartikelen worden verzameld. De schoolartikelen bestaan meestal uit kleine producten als pennen, potloden of schoolboeken. Ze is druk bezig met het verzamelen van een bestelling, maar haar krat zit al helemaal vol. Ze is nog niet op de helft van haar bestelling.
d Lees het verhaal en maak de zinnen af.
Gebruik in je antwoord één van de vier aandachtspunten waar je tijdens het verzamelen van een bestelling rekening mee moet houden.
Amina moet nadenken over: De grootte van de order.
Amina kan het volgende veranderen en kiest het volgende transportmiddel: Ze kan beter van te voren inschatten uit hoeveel producten een bestelling bestaat en welk transportmiddel ze daarbij moet gebruiken. In dit geval had ze beter een tafelwagen kunnen gebruiken.
2 Een verzamelopdracht
Uit welke stappen bestaat een verzamelopdracht?
Zet de stappen in de juiste volgorde.
2 Kies het passende transportmiddel.
3 Bekijk de locatie van de producten.
4 Verzamel je bestelling.
6 Rond je verzameling af.
5 Controleer je bestelling.
1 Bekijk de bestelbon.
Je weet nu waar je tijdens het verzamelen van bestellingen op moet letten. Ook weet je uit welke stappen een verzamelopdracht bestaat.
Na het verzamelen van de bestellingen moeten goederen verpakt en verstuurd worden. Als magazijnmedewerker houd je tijdens dit proces altijd rekening met:
✖ Het type product: op welke manier je een bestelling verpakt, hangt af het soort product waaruit een bestelling bestaat. Breekbare artikelen verpak je in stootvast materiaal, terwijl je voedingswaren in isolerend materiaal verpakt. Gevaarlijke stoffen verpak je in stootvast én isolerend materiaal en ook vermeld je op de doos welke gevaarlijke stoffen in de verpakking zitten.
✖ De bestemming: de afstand en de locatie van de bestemming bepalen welk verpakkingsmateriaal je gebruikt en op welke manier je goederen vervoert. Als je bestellingen naar het buitenland verstuurt, zul je meer documenten moeten invullen.
✖ De wijze van transport: de bestemming bepaalt de wijze van transport. Bestellingen binnen Nederland vervoer je bijvoorbeeld met een vrachtwagen, terwijl je bestellingen naar Duitsland met de trein vervoert. Bestellingen van China naar Nederland vervoer je met de boot of het vliegtuig. Het type transport bepaalt ook weer op welke manier je bestellingen verpakt.
✖ Het kostenaspect: het kost bedrijven geld om bestellingen te versturen. Deze kosten worden onder andere bepaald door de afstand, het gewicht, de waarde, de verpakkingsmaterialen, de invoerrechten, de verzekering, de snelheid en het transportmiddel. Een bedrijf wil de kosten beperken, want anders maakt een bedrijf minder of geen winst.
✖ Bescherming: bestellingen moeten beschermd worden tegen stoten, schokken en trillingen. Als een doos niet helemaal gevuld is, kunnen artikelen gaan schuiven. Om dit te voorkomen, gebruik je stevig verpakkingsmateriaal en vul je dozen met vulmateriaal als bubbeltjesplastic, schuim of karton.
✖ Veiligheid: zorg ervoor dat bestellingen stevig zijn verpakt en dat ze onderweg niet openscheuren. Dit is zowel belangrijk voor het product als de veiligheid van de mensen die het vervoeren.
✖ Milieuaspecten: je gebruikt vaak plastic verpakkingsmateriaal, maar dat is niet goed voor het milieu. Gebruik daarom gerecyclede verpakkingsmaterialen of karton. Bedrijven kunnen kiezen voor elektrisch transport. Op die manier draagt een bedrijf bij aan een beter milieu.
✖ Gewicht: let tijdens het verpakken op het gewicht van de dozen. Zware dozen kun je niet makkelijk tillen en vervoeren. Je kunt bijvoorbeeld een bestelling van boeken beter in twee kleinere dozen verpakken dan in één grote doos.
✖ Waarde: houd tijdens het verpakken rekening met de waarde van een bestelling. Soms is het nodig om voor bepaalde vrachten (zoals dure auto’s) een transportverzekering af te sluiten. En je verpakt bestellingen op verschillende manieren. Een dure televisie verpak je steviger dan bijvoorbeeld een pakje pennen.
Bij het verpakken van bestellingen gebruik je verpakkingsmateriaal. Er is onderscheid tussen transportverpakking en consumentenverpakking.
Transportverpakking is onmisbaar voor de wereldwijde handel en logistiek. Deze vorm van verpakken is bedoeld om producten veilig en efficiënt van de ene bestemming naar de andere bestemming te vervoeren. Transportverpakking heeft dus verschillende functies:
✖ Veiligheid: transportverpakking beschermt goederen tijdens het vervoer en zorgt voor de veiligheid van logistieke medewerkers en eindgebruikers. Stabiele en stevige verpakkingen voorkomen ongelukken, zoals vallen of omvallen van goederen tijdens het laden en lossen. Ook staan er soms pictogrammen op transportverpakkingen. Door een pictogram weet je als magazijnmedewerker of je met een gevaarlijke stof te maken hebt en met welke. Door een etiket weet je of je extra voorzichtig moet zijn.
✖ Bescherming: transportverpakking beschermt goederen tegen schade door schokken, temperatuur of vochtigheid. Dit is vooral belangrijk bij kwetsbare producten als glaswerk of elektronica.
9 veiligheidspictogrammen over gevaarlijke en/of chemische stoffen
Bij het werken met gevaarlijke en/of chemische stoffen is maximale voorzichtigheid geboden. Zorg daarom voor een duidelijke waarschuwing met onderstaande symbolen voor gevaarlijke stoffen.
✖ Hygiëne: transportverpakkingen zijn erg belangrijk bij levensmiddelen. Denk bijvoorbeeld aan het transport van voedingsmiddelen. Tijdens het transport mogen hier geen bacteriën bij komen, anders kunnen mensen die de voedingsmiddelen eten ziek worden of zelfs overlijden.
Consumentenverpakking is de verpakking die je in de supermarkt en andere winkels ziet. Het doel van deze verpakking is om producten te beschermen en om de aandacht van mensen te trekken. Consumentenverpakking heeft ook verschillende functies:
✖ Aantrekkelijkheid: consumentenverpakkingen zijn ontworpen om de aandacht van mensen te trekken en om ze over te halen om het product te kopen. Vaak zie je consumentenverpakkingen met felle kleuren, opvallende ontwerpen en mooie vormen.
✖ Herkenbaarheid: fabrikanten willen graag dat mensen hun product herkennen. Logo’s, kleuren en opvallende verpakkingsstijlen zijn hierbij erg belangrijk. Denk bijvoorbeeld aan de verpakking van een zak M&M’s.
✖ Bescherming: de verpakking moet een product tegen schade beschermen. Hierdoor komt het product veilig bij de klant aan.
✖ Hygiëne: bij voedingsmiddelen en gezondheidsproducten speelt hygiëne een grote rol. Verpakkingen moeten schoon zijn en voedingsmiddelen beschermen tegen bacteriën.
Je verstuurt de bestellingen nadat je ze hebt ingepakt. Hierbij is het belangrijk dat je verschillende documenten toevoegt. De belangrijkste documenten zijn:
✖ Vrachtbrief: op deze brief staat wat de lading is, waar die vandaan komt (de afzender), wie de lading vervoert (de vervoerder) en waar deze naartoe gaat (de geadresseerde).
✖ Pakbon: hierop staan alle geleverde goederen of goederen die op een later moment nog afgeleverd worden. De klant gebruikt dit document om te controleren welke producten nog nageleverd worden.
Pakbon
Bestelnummer: 0024-4567
Leveringsdatum: 07/10/2024
Naam: W. Schol
Leveringsadres: Bospad 20, 3202 HH IJMUIDEN
Artikelnummer Omschrijving Aantal Opmerkingen
00148790 Werkboeken rekenen 35
00149935 Rekenspel 6
00173465 Potloden HB 80
00173566 Doosje gummen (50 st) 1
00182215 Schriften (10 st) 4
00173678 Doosje balpennen (50 st) 1 Niet op voorraad
00182317 Kladblok 35
00173744 Kleurpotloden (12 st) 6
00156734 Lijm 6
00156755 Klei (10 kg) 1 00156878 Schoolverf – rood
Schoolverf
geel
1L 1 00156881 Schoolverf
wit
1 L 2
00156882 Schoolverf – zwart – 1L 1
00157030 Kwast 35
Alle producten zijn zorgvuldig voor u ingepakt. Producten die niet op voorraad zijn zullen zo snel mogelijk nagezonden worden.
✖ Retourbon: dit formulier heeft de klant nodig om goederen terug te sturen (retourneren). Op het formulier wordt uitgelegd hoe goederen teruggestuurd kunnen worden. Ook staan er belangrijke gegevens als het retouradres, het ordernummer, de naam en contactinformatie van de leverancier. Retourbon
aan Artikelnummer Omschrijving Code Aantal
00148790 Werkboeken rekenen
00149935 Rekenspel
00173465 Potloden HB
00173566 Doosje gummen (50 st)
1 Goederen verpakken en versturen
Waar let je op als je goederen verpakt en verstuurt?
Er zijn meerdere antwoorden goed.
□ De bestemming
□ De kleur
□ Het gewicht
□ De populariteit
□ Het type product
□ De weersvoorspelling op de dag van verzending
□ De waarde
2 Transport bestemming
Kies bij elke bestemming de juiste wijze van transport.
Verbind de bestemming met de juiste wijze van transport.
Vervoer van weinig goederen binnen Nederland. • • Vervoer van veel goederen van China naar Nederland. • • Vervoer van veel goederen van Nederland naar Duitsland.
• • Vervoer van weinig dure goederen van Australië naar Nederland.
3
Transportverpakking en consumentenverpakking
Geef aan welke functies bij transportverpakking en welke bij consumentenverpakking horen.
Zet in de eerste kolom de functies van transportverpakking en in de tweede kolom de functies van transportverpakking. Sommige functies komen bij beide verpakkingen voor.
Kies uit:
Veiligheid
Aantrekkelijkheid
Bescherming
Hygiëne
Herkenbaarheid
Bescherming
Transportverpakking
Veiligheid
Hygiëne
Bescherming
instructie klopt niet denk ik: 2 x transportverpakking?
Consumentenverpakking
Aantrekkelijkheid
Bescherming
Hygiëne
Herkenbaarheid
4 Vervoersdocumenten
Welke informatie staat op welk vervoersdocument?
Verbind de beschrijvingen met het juiste vervoersdocument.
Je gebruikt dit document om te controleren of alle bestelde goederen geleverd zijn.
Je gebruikt dit formulier als je artikelen terug wilt sturen.
Op dit formulier staat uitgelegd hoe je dat het best kunt doen.
Op deze brief staat wat de lading is, waar die vandaan komt (de afzender), wie het vervoert (de vervoerder) en waar het naartoe gaat (de geadresseerde).
• • Vrachtbrief
• • Pakbon
• • Retourbon
In een magazijn of winkel krijg je vaak te maken met derving. Derving betekent het verlies van producten zonder dat deze zijn verkocht. Je hebt twee soorten derving, met elk hun eigen oorzaken.
1 Criminele derving is het verlies van goederen als gevolg van inbraak, diefstal of fraude Onder diefstal vallen diefstal door klanten of interne diefstal door medewerkers. Bij inbraak worden goederen uit een winkel of magazijn gestolen en bij fraude liegen medewerkers over de voorraad of voeren ze valse transacties uit. Inbraak, diefstal of fraude zijn allemaal bewuste acties van mensen.
2 Niet-criminele derving is het verlies van goederen door menselijke fouten. Mensen doen dit niet bewust. Het kan gaan om goederen die bederven of beschadigd raken. Bij administratieve fouten voeren mensen bijvoorbeeld een verkeerd getal in, waardoor de voorraad niet meer klopt. Ook maken mensen controle- en werkfouten. Je kunt bijvoorbeeld een bestelling op de verkeerde plek in het magazijn zetten, waardoor het lijkt alsof goederen er niet meer zijn. Een gevolg is dat je goederen niet verkoopt, waardoor je geen omzet maakt.
Criminele en niet-criminele derving hebben vervelende gevolgen voor bedrijven en winkels. Denk bijvoorbeeld aan:
✖ Hoge kosten: door derving stijgen de kosten. Bedorven, kapotte en gestolen goederen zijn al betaald, maar kunnen niet meer verkocht worden. In plaats van dat een bedrijf winst maakt, moet een artikel opnieuw besteld worden.
✖ Stijgende verzekeringskosten: de verzekeringskosten stijgen bij veel derving. Bedrijven betalen meer premie als ze na een inbraak hun magazijn of de voorraad willen verzekeren. En daarnaast heeft criminele derving nog meer vervelende gevolgen:
✖ Inschakelen van de politie: je moet de politie inschakelen als iemand iets gestolen heeft of als er is ingebroken. Dit kost tijd en zorgt ervoor dat je je werk niet op een normale manier kunt doen. Bij inbraak komt het soms voor dat een magazijn of winkel (tijdelijk) gesloten wordt. Een bedrijf kan dan (tijdelijk) geen goederen verkopen.
✖ Gevoel van onveiligheid: medewerkers kunnen zich minder veilig voelen op hun werkplek als er ingebroken is of als er veel gestolen wordt. Hierdoor kunnen mensen stress krijgen en voeren ze met minder plezier hun werk uit.
✖ Wantrouwen: medewerkers kunnen elkaar gaan wantrouwen als er vaak door medewerkers gestolen wordt. Mensen kunnen elkaar ten onrechte gaan verdenken. Hierdoor ontstaat een onaangename werksfeer, waardoor mensen minder goed kunnen samenwerken.
Derving kost bedrijven en winkels veel geld. Ze kunnen verschillende maatregelen treffen om derving tegen te gaan:
✖ Huisregels: je kunt duidelijke huisregels opstellen waar iedereen zich aan moet houden. Voorbeelden hiervan zijn dat je geen persoonlijke tassen meeneemt naar het magazijn of dat je per direct wordt ontslagen als je steelt. Zo’n regel schrikt mensen af om te stelen. Ook kun je verplicht stellen dat iedereen in het magazijn een naamkaartje draagt. Hierdoor weet je precies wie in het magazijn mag zijn.
✖ Diefstalpreventie: je kunt het werkverleden van mensen controleren voordat je ze aanneemt. Dat kan door van medewerkers een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) te vragen. Hierdoor kom je te weten of iemand in het verleden strafbare feiten heeft gepleegd, waardoor het niet verstandig is om de persoon aan te nemen. Je kunt ook camera’s ophangen en controles uitvoeren. Als er iets gestolen wordt, gebruik je de camerabeelden om de dief op te sporen. Je kunt met toegangspasjes werken. Alleen medewerkers met een pas hebben toegang tot een magazijn. Hierdoor weet je precies wie er als laatste in een magazijn is geweest.
✖ Voorraadbeheer: het is belangrijk om je voorraad goed te beheren. Zorg ervoor dat je precies weet wat er binnenkomt en uitgaat. Gebruik hiervoor scanners en voorraadsystemen. Controleer regelmatig of de voorraad nog klopt en grijp direct in als dat niet zo is.
✖ Magazijninrichting: in een georganiseerd en overzichtelijk magazijn kun je minder goed stelen. Zorg daarom voor duidelijke looproutes en plaats kostbare goederen op locaties die goed zichtbaar zijn en waar telkens veel mensen aanwezig zijn.
✖ Eigen handelen: je eigen gedrag is het allerbelangrijkst. Bedenk dat het voor je carrière grote gevolgen heeft als je van je werkgever steelt. Je komt niet of minder goed aan een baan als je ooit voor diefstal bent aangehouden. En daarnaast let je in een magazijn goed op en meld je verdachte activiteiten direct bij je leidinggevende.
Elk magazijn krijgt met derving te maken.
a Leg in je eigen woorden uit wat derving is.
Derving is het verlies van goederen zonder dat ze zijn verkocht.
b Leg in je eigen woorden uit wat de oorzaken zijn van criminele derving.
De oorzaken van criminele derving zijn inbraak, diefstal of fraude. Dit doen mensen bewust.
c Leg in je eigen woorden uit wat de oorzaken zijn niet-criminele derving.
De oorzaken van niet-criminele derving zijn menselijke fouten als administratieve fouten of controle- en werkfouten. Ook kunnen goederen beschadigd raken of bederven. Dit doen mensen onbewust.
a Supermarkten krijgen steeds vaker te maken met diefstal bij de zelfscankassa. Bij het afrekenen komt het vaak voor dat klanten dure producten bewust niet scannen en betalen.
Hierdoor stijgen de kosten van supermarkten.
Leg uit of hier sprake is van criminele of niet-criminele derving.
Hier is sprake van criminele derving, aangezien klanten bewust dure producten niet scannen en afrekenen.
b In winkels komt het wel eens voor dat kassamedewerkers artikelen foutief aanslaan, waardoor artikelen goedkoper zijn of klanten ze niet hoeven te betalen. Leg uit of hier sprake is van criminele of niet-criminele derving.
Hier is sprake van niet-criminele derving, aangezien kassamedewerkers onbewust artikelen verkeerd aan kunnen slaan.
c Grote bedrijven krijgen soms te maken met cybercriminelen die gerichte ransomwareaanvallen uitvoeren. Hierbij wordt belangrijke data versleuteld en pas vrijgegeven op het moment dat bedrijven losgeld betalen.
Leg uit of hier sprake is van criminele of niet-criminele derving.
Hier is sprake van criminele derving, aangezien criminelen bewust grote bedrijven aanvallen met als doel zoveel mogelijk losgeld te ontvangen.
d Distributiecentra hebben vaak te maken met versproducten die over de houdbaarheidsdatum zijn. Deze producten mogen niet meer verkocht worden.
Leg uit of hier sprake is van criminele of niet-criminele derving.
Hier is sprake van niet-criminele derving, aangezien versproducten op een bepaald moment over de datum zijn. Dit is geen bewuste actie van een medewerker.
a Geef aan wat de gevolgen zijn van criminele derving.
Er zijn meerdere antwoorden goed.
□ Wantrouwen
□ Betere werksfeer
□ Hoge kosten
□ Gevoel van onveiligheid
□ Inschakelen van de politie
□ Dalende verzekeringspremie
b Geef aan wat de gevolgen zijn van niet-criminele derving.
Er zijn meerdere antwoorden goed.
□ Hoge kosten
□ Stijgende verzekeringskosten
□ Inschakelen van de politie
□ Dalende verzekeringspremie
□ Gevoel van onveiligheid
□ Lagere omzet
Lees de tekst.
Je werkt in een magazijn met fatbikes. Op maandagochtend moeten alle medewerkers in de kantine komen. De directeur vertelt dat er in het weekend is ingebroken. De roldeur is gesloopt en er zijn twintig fatbikes ter waarde van 20.000 euro gestolen. Jullie kunnen niet aan het werk, want de politie doet onderzoek. Al snel blijkt dat er medewerkers bij betrokken moeten zijn. Iemand heeft het hek van het terrein opengezet. Er klinkt geroezemoes in de kantine. Iedereen kijkt elkaar aan. Wie heeft het hek opengezet?
De directeur baalt. Hij moet nieuwe fatbikes bestellen en ook stijgen de verzekeringskosten. Daarnaast weet hij niet of hij zijn medewerkers nog kan vertrouwen. Na drie uur kun je weer aan het werk, maar vertrouw je je directe collega nog wel? Je merkt dat het je dwarszit en dat je met minder plezier je werk doet. Hopelijk is de werkdag snel voorbij.
Noem drie maatregelen die de directeur kan treffen om derving te voorkomen.
Leg de maatregelen uit.
Voorbeelden:
Je kunt duidelijke huisregels opstellen waarin bijvoorbeeld staat dat je direct ontslagen wordt als je steelt, dat je geen tas mag meenemen in het magazijn of dat de teamleider aan het einde van de dienst altijd het hek van het terrein op slot zet.
Je kunt diefstal voorkomen door bijvoorbeeld het werkverleden van nieuwe medewerkers te controleren of door camera’s op te hangen.
Je kunt je magazijn bewust inrichten door dure artikelen op zichtbare locaties te leggen.
1
De stof samenvatten blok 1
Je weet na het bestuderen van blok 1 welke werkzaamheden een magazijnmedewerker uitvoert en waar hij tijdens elk proces op moet letten. Een leeftijdgenoot die dit blok niet heeft gevolgd, wil graag meer weten over het werk als magazijnmedewerker. Aan jou de taak om de verschillende werkzaamheden, processen en andere belangrijke zaken op een begrijpelijke manier uit te leggen.
Je maakt voor jezelf een overzicht van de belangrijkste werkzaamheden met bijbehorende aandachtspunten. Dat doe je door bij elke werkzaamheid vragen te beantwoorden.
Je kunt deze opdracht zowel op papier als op de computer maken. Als je de opdracht op een computer maakt, voeg dan foto's toe die je uitleg verduidelijken.
Beantwoord de volgende vragen.
Werk met steekwoorden en korte zinnen.
GOEDEREN ONTVANGEN
Noem twee dingen die je tijdens de ontvangst van goederen controleert.
Noem drie documenten die je tijdens de controle van goederen gebruikt.
Leg uit wat het verschil is tussen een manco, breuk en teveel.
GOEDEREN OPSLAAN
Leg uit wat het verschil is tussen een open magazijn en een gesloten magazijn.
Omschrijf aan de hand van een voorbeeld hoe een distributiecentrum werkt.
Leg uit wat het verschil is tussen uitpakken en ompakken van goederen.
GOEDEREN VERPLAATSEN
Benoem vier transportmiddelen die je gebruikt om goederen in een magazijn of winkel te verplaatsen.
Leg uit wat het verschil is tussen een heftruck en een reachtruck.
Benoem twee werkzaamheden waarvoor je een industriële robot kunt gebruiken.
Benoem vier aspecten waarmee je tijdens het verzamelen van bestellingen rekening moet houden.
Benoem zes stappen die horen bij het uitvoeren van een verzamelopdracht.
Benoem zes stappen die je verwerkt in het opstellen en uitvoeren van een verzamelopdracht.
Benoem vier dingen waar je tijdens het verpakken en verzendklaar maken van goederen rekening mee houdt.
Leg uit wat het verschil is in functies van transportverpakking en consumentenverpakking.
Benoem drie documenten die je altijd controleert en toevoegt bij het verpakken en verzenden van een bestelling.
Leg uit wat het verschil is tussen nietcriminele en criminele derving.
Beschrijf twee gevolgen van niet-criminele derving.
Beschrijf twee gevolgen van criminele derving.
Benoem drie maatregelen die je kunt treffen om derving te voorkomen.
aantrekkelijkheid
Consumentenverpakking die door felle kleuren en afbeeldingen aantrekkelijk gemaakt worden voor consumenten. aard van de goederen Het soort goederen.
administratieve fouten
Een oorzaak van niet-criminele derving waarbij mensen onbewust een foutje maken met bijvoorbeeld het tellen van de voorraad.
afmetingen van de goederen De afmetingen die goederen hebben.
bescherming De bescherming van goederen tegen beschadigingen of derving.
bestelbon
breuk
centraal magazijn
consumentenverpakking
controle- en werkfouten
criminele derving
Op deze bon staan alle bestelde goederen. Deze ontvang je direct van de leverancier nadat je de bestelling geplaatst hebt.
Een beschadigd product.
Een groot magazijn waar alle goederen samenkomen. Hier worden goederen verzameld, gesorteerd en verstuurd.
Verpakking die wordt gebruikt om producten voor consumenten te verpakken.
Een oorzaak van niet-criminele derving waarbij mensen onbewust een fout maken met bijvoorbeeld het controleren van een levering.
Het verlies van producten door inbraak, diefstal of fraude.
de bestemming De plaats waar de bestelling naartoe gaat.
de wijze van transport
derving
diefstal
diefstalpreventie
distributiecentrum
eigen handelen
elektrische pompwagen
fraude
geautomatiseerd opslagsysteem
De manier waarop bestellingen worden vervoerd.
Het verlies van producten zonder dat ze zijn verkocht.
Een oorzaak van criminele derving waarbij klanten of medewerkers producten stelen.
De mogelijkheid om diefstal te voorkomen door bijvoorbeeld camera’s op te hangen.
Een groot magazijn waar alle goederen samenkomen. Hier worden goederen verzameld, gesorteerd en verstuurd.
De manier waarop jij zelf handelt om niet-criminele derving tegen te gaan.
Een elektrisch hulpmiddel dat je gebruikt om zware goederen op te tillen en te verplaatsen.
Een oorzaak van criminele derving waarbij medewerkers bijvoorbeeld met financiële cijfers sjoemelen.
Een computergestuurd systeem dat producten automatisch plaatst en ophaalt in stellingen of bakken die van te voren zijn ingesteld.
gesloten magazijn
gevoel van onveiligheid
Een magazijn dat alleen voor medewerkers van het betreffende bedrijf toegankelijk is.
Een niet fijn gevoel dat medewerkers na diefstal kunnen hebben. gewicht
grootte van de order
handpompwagen
heftruck
herkenbaarheid
het type product
hoge kosten
hub
huisregels
hygiëne
inbraak
industriële robot
Hoeveel een bestelling weegt.
Het aantal producten waaruit een order bestaat.
Een hulpmiddel dat je gebruikt om pallets met zware goederen op te tillen en te verplaatsen.
Een voertuig dat je gebruikt voor het optillen, stapelen en verplaatsen van zware goederen.
Consumentenverpakking die door felle kleuren en logo’s herkenbaar worden gemaakt voor consumenten.
Het soort product bepaalt bijvoorbeeld hoe je een bestelling verpakt.
Kosten die toenemen als gevolg van derving.
Een plek waar goederen centraal worden opgeslagen en doorgestuurd.
Regels die een bedrijf kan opstellen en hanteren op derving tegen te gaan.
Handelingen die ervoor zorgen dat mensen gezond blijven door bacteriën weg te houden.
Een oorzaak van criminele derving waarbij dieven goederen stelen.
Een robot die goederen sorteert, verpakt en transporteert. inschakelen van de politie
kostenaspecten
magazijndolly
magazijninrichting
magazijnlocatie
manco
milieuaspect
niet-criminele derving
ompakken
open magazijn
Als de politie bij niet-criminele derving wordt ingeschakeld om onderzoek te doen.
De kosten die komen kijken bij het verzenden van bestellingen.
Een platwagentje dat je gebruikt om over een korte afstand kratjes met goederen te verplaatsen.
De manier waarop je je magazijn hebt ingericht.
De plaats in het magazijn waar goederen worden opgeslagen, verpakt en verstuurd.
Een product dat ontbreekt, maar dat volgens de pakbon afgeleverd is.
Een onderdeel van het verpakken of verzenden van bestellingen dat invloed heeft op het milieu.
Het verlies van goederen door menselijke fouten.
Het opnieuw verpakken van producten.
Een magazijn dat voor iedereen toegankelijk is.
opslagsystemen
pakbon
pictogram
reachtruck
retourbon
rolcontainer
rollerband
steekwagen
stijgende verzekeringskosten
tafelwagen
Teveel
transportmiddelen
transportverpakking
veiligheid
verzamelopdracht
voorraadbeheer
vrachtbrief
waarde
wantrouwen
Een opslagsysteem is de manier waarop goederen in het magazijn worden opgeslagen.
Op deze bon staan alle afgeleverde goederen en goederen die nog nageleverd worden. Deze ontvang je tegelijk met de bestelde goederen.
Een herkenbare afbeelding met een bepaalde betekenis.
Een klein en wendbaar voertuig dat je gebruikt om goederen in smalle gangen te verplaatsen of om goederen in hoge stellingen te zetten.
Dit formulier gebruik je om bestellingen te retourneren (terug te sturen).
Een metalen kooi op vier wielen die je gebruikt om tegelijk veel kleine verpakkingen te verplaatsen.
Een band waarover goederen van de ene naar de andere afdeling worden verplaatst.
Een kar met twee wielen die je gebruikt om over een kleine afstand een paar dozen te vervoeren.
Een stijgende premie die betaald moet worden als gevolg van derving.
Een wagen met meerdere plateaus die je gebruikt om meerdere goederen van verschillende groottes tegelijk te verplaatsen.
Een product dat teveel geleverd is. Dus vaker dan besteld.
Middelen die je gebruikt om goederen te verplaatsen of te vervoeren.
Verpakking die wordt gebruikt om goederen voor transport te verpakken.
Bestellingen moeten stevig worden verpakt, zodat het transport veilig kan gebeuren.
Een opdracht waarin staat welke stappen je uitvoert om een bestelling te verzamelen.
De manier waarop je je voorraad bijhoudt.
Op deze brief staat wat de vracht is, waar het vandaan komt (de afzender), wie het vervoert (de vervoerder) en waar het naartoe gaat (de geadresseerde).
Hoeveel een bestelling in euro’s waard is.
Wanneer mensen elkaar niet meer vertrouwen. Wantrouwen heeft een negatieve invloed op de werksfeer.
De voorraad in het magazijn verandert continu. Door goederen die binnenkomen, wordt de voorraad groter, door verkopen en derving wordt de voorraad kleiner. Daarom is het belangrijk om de voorraad goed te beheren.
Voorraadbeheer of voorraadadministratie is een belangrijke taak van de magazijnmedewerker. Hierdoor weet je precies wat de voorraad is, wat je moet bestellen en wat je kunt verkopen. Om de voorraadadministratie goed op orde te hebben, moet je verschillende stappen doorlopen:
1 Bepaal eerst wat de beginvoorraad is. Je kijkt hoeveel je van elk product op voorraad hebt. Hiervoor gebruik je een tellijst of een handscanner. Geef duidelijk aan hoeveel er van elk product op voorraad ligt. Zorg dat je systematisch te werk gaat, zodat je geen producten vergeet te tellen.
2 Bepaal hoeveel derving er is. Tijdens het tellen controleer je of er producten beschadigd, bedorven of gestolen zijn. Het is belangrijk dat je dit goed bijhoudt, zodat je weet wat je verlies is of wat je moet bijbestellen.
3 Verwerk de mutaties. Dat zijn de wijzigingen in je voorraad. Denk aan wijzigingen door goederen die binnenkomen, bestellingen die je verzendt of producten die je door derving verliest. Al deze wijzigingen houd je goed bij op papier of in een computersysteem.
4 Bepaal de eindvoorraad. Dat doe je door de voorraad opnieuw te tellen.
5 Bepaal de voorraadwaardering. Hiermee wordt de waarde van de voorraad bedoeld. Je waardeert de voorraad aan de hand van vier stappen:
- Stap 1. Pak een product en bekijk hoeveel voorraad je hiervan hebt.
- Stap 2. Vermenigvuldig het aantal met de inkoopprijs van het betreffende product.
- Stap 3. Doe dit voor alle producten die in je overzicht staan.
- Stap 4. Tel alle bedragen bij elkaar op. Dat is de waarde van de totale voorraad.
Je werkt in een magazijn van de MediaMarkt. Aan het begin van de maand tel je 50 PlayStations 5. Gedurende de maand verkoop je er 30 en bestel je 20 nieuwe.
Aan het einde van de maand tel je 40 PlayStations 5. De waarde van een Playstation is € 500, dus de waarde van je voorraad is 40 x 500 = € 20.000.
In het magazijn heb je verschillende soorten voorraad. Er is onderscheid tussen de technische voorraad, de economische voorraad en de gemiddelde voorraad.
✖ De technische voorraad is de voorraad die in het magazijn ligt. Hierbij gaat het om de onverkochte en verkochte voorraad.
Je berekent de technische voorraad als volgt: onverkochte voorraad + verkochte voorraad
✖ De economische voorraad is de voorraad waarover een bedrijf prijsrisico loopt. Dat is de ingekochte voorraad en de onverkochte voorraad. Onverkochte goederen kunnen namelijk minder geld waard worden.
Je berekent de economische voorraad als volgt: onverkochte voorraad + ingekochte voorraad
✖ De gemiddelde voorraad is wat je in een bepaalde periode gemiddeld aan voorraad hebt. Je kunt dit op verschillende momenten berekenen:
- Op twee momenten: als je de voorraad op twee momenten opneemt, bereken je het als volgt: (beginvoorraad + eindvoorraad) / 2
- Over een heel jaar: je kunt de gemiddelde voorraad ook over een heel jaar met tussentellingen berekenen. Dat doe je dan als volgt: ((beginvoorraad/2) + (eindvoorraad/2) + alle tussentellingen ) / (aantal tussentellingen + 1)
1 Voorraadbeheer
Voorraadbeheer is een belangrijke taak van een magazijnmedewerker.
a Voorraadbeheer of voorraadadministratie is een belangrijke taak van de magazijnmedewerker. Om de voorraad op orde te hebben, moet je verschillende stappen doorlopen.
Welke stappen voer je als magazijnmedewerker bij voorraadbeheer of voorraadadministratie uit?
Zet de stappen in de juiste volgorde.
2 Bepaal de derving
3 Verwerk de mutaties
5 Bepaal de voorraadwaardering
4 Bepaal de eindvoorraad
1 Bepaal de beginvoorraad
b Stel dat je in het magazijn van een grote kaaswinkel werkt. Je leidinggevende vraagt of je hem wilt helpen bij de voorraadwaardering.
Uit welke vier stappen bestaat de voorraadwaardering?
1 Pak een product en bekijk hoeveel voorraad je hiervan hebt.
2 Vermenigvuldig het aantal met de inkoopprijs van het betreffende product.
3 Doe dit voor alle producten die in je overzicht staan.
4 Tel alle bedragen bij elkaar op. Dat is de waarde van de totale voorraad.
c Je helpt je leidinggevende bij de voorraadwaardering van 20 kilo Goudse kaas, 10 kilo boerenkaas, 5 kilo brie en 1 kilo Parmezaanse kaas. De inkoopprijs is als volgt:
1 kilo Goudse kaas kost € 8
1 kilo boerenkaas kost € 15
1 kilo brie kost € 25
2 kilo Parmezaanse kaas kost € 50
Bepaal de voorraadwaardering van de kaaswinkel. Gebruik de vier stappen van voorraadwaardering.
20 kilo Goudse kaas x € 8 = € 160
10 kilo boerenkaas x € 15 = € 150
5 kilo brie x € 25 = € 125
2 kilo Parmezaanse kaas x € 50 = € 100
Totaal = 160 + 150 + 125 + 100 = € 535
De waarde van de voorraad is € 535
voorraad
Je hebt verschillende soorten voorraad.
a Wat is het verschil tussen de economische voorraad, de technische voorraad en de gemiddelde voorraad?
Verbind de beschrijvingen met de juiste soort.
De onverkochte en verkochte voorraad die nog in het magazijn liggen.
De voorraad die gemiddeld over een periode in het magazijn ligt.
De voorraad waarover een bedrijf prijsrisico loopt.
Economische voorraad
• Gemiddelde voorraad
Technische voorraad
b Je werkt in een kledingmagazijn. De volgende gegevens zijn bekend:
De onverkochte voorraad kleding bestaat uit 20.000 stuks.
De verkochte voorraad bestaat uit 40.000 stuks.
Bereken de technische voorraad.
Laat ook de berekening zien.
De technische voorraad bereken je door de onverkochte voorraad bij de verkochte voorraad
op te tellen. De onverkochte voorraad bestaat uit 20.000 stuks en de verkochte voorraad bestaat uit 40.000 stuks.
20.000 + 40.000 = 60.000 stuks.
De technische voorraad is 60.000 stuks.
c Je werkt in een kledingmagazijn. De volgende gegevens zijn bekend:
De onverkochte voorraad kleding bestaat uit 20.000 stuks.
De verkochte voorraad bestaat uit 40.000 stuks.
De ingekochte voorraad bestaat uit 100.000 stuks.
Bereken de economische voorraad.
Laat ook de berekening zien.
De economische voorraad bereken je door de ingekochte voorraad en de onverkochte voorraad bij elkaar op te tellen. De ingekochte voorraad bestaat uit 100.000 stuks en de onverkochte voorraad bestaat uit 20.000 stuks.
100.000 + 20.000 = 120.000 stuks
De economische voorraad is 120.000 stuks.
d Je werkt in een fietsenmagazijn. De volgende gegevens zijn bekend:
De onverkochte voorraad is 20.000 stuks
De technische voorraad is 30.000 stuks
De verkochte voorraad is 60.000 stuks
De ingekochte voorraad is 100.000 stuks
Wat is de economische voorraad?
Gebruik de formule uit de theorie om de economische voorraad te berekenen.
□ 50.000 stuks
□ 90.000 stuks
□ 110.000 stuks
□ 120.000 stuks
e Van een boekenleverancier zijn de volgende gegevens uit het magazijn bekend:
Onverkochte voorraad 333 stuks
Ingekochte voorraad 117 stuks
Verkochte voorraad 204 stuks
Begin voorraad 210 stuks
Eind voorraad 98 stuks
Verbind het aantal stuks met de juiste soort voorraad.
Bereken eerst uit wat de technische, economische en gemiddelde voorraad is.
537 stuks
154 stuks
450 stuks
• Gemiddelde voorraad
• Economische voorraad
• Technische voorraad
f Je werkt in een kledingmagazijn. Je moet de gemiddelde voorraad over 2024 berekenen.
De volgende gegevens zijn bekend:
1 januari (beginvoorraad): 240.000 stuks
31 december (eindvoorraad): 110.000 stuks
Bereken de gemiddelde voorraad.
1 Gebruik de formule uit de theorie.
2 Tel de begin- en eindvoorraad bij elkaar op.
3 Deel dit door 2.
1 240.000 + 110.000 = 350.000 stuks
2 350.000 / 2 = 175.000 stuks
3 De gemiddelde voorraad van 2024 is 175.000 stuks
g Je werkt in een kledingmagazijn. Je moet de gemiddelde voorraad over 2024 berekenen. De volgende gegevens zijn bekend:
1 januari (beginvoorraad): 250.000 stuks
1 maart: 200.000 stuks
1 juni: 150.000 stuks
1 oktober: 175.000 stuks
31 december (eindvoorraad): 50.000 stuks
Bereken de gemiddelde voorraad.
1 Gebruik de formule uit de theorie.
2 Deel de beginvoorraad door 2.
3 Deel de eindvoorraad door 2.
4 Tel de uitkomst van stap 2 en 3 op bij de tussentellingen (1 maart, 1 juni en 1 oktober)
5 Deel de uitkomst van stap 4 door het te delen door het aantal tussentellingen + 1.
1 Je berekent de gemiddelde voorraad als volgt: ((beginvoorraad/2) + (eindvoorraad/2) + alle tussentellingen / (aantal tussentellingen + 1)
2 250.000/2 = 125.000 stuks
3 50.000/2 = 25.000 stuks
4 125.000 + 25.000 + 200.000 + 150.000 + 175.000 = 675.000 stuks
5 675.000 / (3+1) = 675.000 / 4 = 168.750 stuks
6 De gemiddelde voorraad over 2024 is 168.750 stuks.
h Je werkt in een brillenmagazijn. Je moet de gemiddelde voorraad over 2024 berekenen.
De volgende gegevens zijn bekend:
1 januari (beginvoorraad): 10.000 stuks
1 maart: 7000 stuks
1 juni: 3000 stuks
1 oktober: 6000 stuks
31 december (eindvoorraad): 2000 stuks
Bereken de gemiddelde voorraad.
1 Gebruik de formule uit de theorie.
2 Deel de beginvoorraad door 2.
3 Deel de eindvoorraad door 2.
4 Tel de uitkomst van stap 2 en 3 op bij de tussentellingen (1 maart, 1 juni en 1 oktober)
5 Deel de uitkomst van stap 4 door het te delen door het aantal tussentellingen + 1
1 Je berekent de gemiddelde voorraad als volgt: ((beginvoorraad/2) + (eindvoorraad/2) + alle tussentellingen / (aantal tussentellingen + 1)
2 10.000/2 = 5000 stuks
3 2000/2 = 1000 stuks
4 5000 + 1000 + 7000 + 3000 + 6000 = 22.000 stuks
5 22.000 / (3+1) = 22.000 / 4 = 5500 stuks
6 De gemiddelde voorraad over 2024 is 5500 stuks.
Om je voorraad op orde te hebben, is het nodig dat je goederen bestelt. Tijdens het bestellen van goederen let je op verschillende dingen.
Bij het bestellen van goederen krijg je met de volgende zaken te maken:
1 Bestelkosten zijn de kosten die je maakt bij elke bestelling die je plaatst. Denk hierbij aan de kosten van de bestelde goederen, verzendkosten, administratiekosten of de tijd die je besteedt aan het plaatsen van een bestelling.
2 Besteleenheid is de hoeveelheid producten die je tegelijk bestelt. Als je bijvoorbeeld altijd houten kratten met peren bestelt, dan is het houten krat een besteleenheid.
3 Optimale bestelhoeveelheid is de hoeveelheid producten die je het best kunt bestellen om de kosten zo laag mogelijk te houden. Hierbij is het belangrijk dat je de juiste balans hebt tussen de bestelkosten en de kosten om voorraad in het magazijn op te slaan.
4 Bestelfrequentie geeft aan hoe vaak je bestelt. Als je maandelijks een bestelling plaatst, dan is de bestelfrequentie: 'een keer per maand'.
Je werkt in het magazijn van de Gamma. De bestelkosten van latten hardhout zijn € 400 per bestelling. De besteleenheid is een pallet met 50 latten hardhout. Als je uitrekent dat het goedkoopst is om 200 latten hardhout per keer te bestellen om de kosten zo laag mogelijk te houden, dan is dit je optimale bestelhoeveelheid. Als je besluit om elke week te bestellen, is je bestelfrequentie wekelijks.
Als je daadwerkelijk goederen bestelt, is het belangrijk om met bepaalde zaken rekening te houden:
1 Minimumvoorraad en maximumvoorraad: de minimale voorraad is de voorraad die je in je magazijn moet hebben liggen om aan de vraag van de klanten te kunnen voldoen. Als je onder de minimale voorraad komt, moet je snel bijbestellen. Anders bestaat er het gevaar dat je klanten nee moet verkopen. De maximumvoorraad is de voorraad die je maximaal in je magazijn kunt hebben liggen. Als je meer dan de maximumvoorraad hebt, is er te weinig plek om het op te slaan.
2 Afzet: het aantal producten dat je daadwerkelijk verkoopt. Het is belangrijk dat je weet wat de afzet van elk product is, zodat je niet te veel of te weinig bestelt.
3 Levertijd: de tijd die het duurt vanaf het moment dat je bestelt tot het moment dat je goederen ontvangt. Zorg dat je op tijd bestelt, zodat je niet zonder voorraad komt te zitten.
4 Bestelkosten / afleveringskosten: de kosten die je maakt bij het plaatsen en ontvangen van een bestelling. Je kunt bijvoorbeeld denken aan kosten van de bestelde goederen, administratiekosten of verzendkosten.
5 Voorraadkosten: de kosten die je maakt als je goederen opslaat. Je maakt bijvoorbeeld ruimtekosten als je een magazijn huurt. Rentekosten zijn de kosten voor het geld dat je hebt geïnvesteerd in de voorraad. Risicokosten zijn de kosten voor de risico’s die je loopt, bijvoorbeeld als kleding uit de mode raakt en niet meer verkocht kan worden of als versproducten bederven en weggegooid moeten worden.
Je werkt in het magazijn van een geurkaarsenwinkel. Je wilt altijd tussen de 50 en 100 kaarsen op voorraad hebben. De afzet is 50 kaarsen per week. De levertijd van kaarsen is 1 week. De bestelkosten zijn €8 per bestelling en je bestelt altijd per doos van 10 kaarsen. De ruimte in je magazijn kost € 100 per maand, de rente is 1% van de waarde van de voorraad per maand en er is een klein risico dat de kaarsen bederven.
Als magazijnmedewerker ben je verantwoordelijk voor het voorraadbeheer. Je weet precies wanneer goederen bijbesteld moeten worden. Maar vaak bestelt de inkoper van een bedrijf goederen. Hiervoor gebruik je een intern bestelformulier. Op dit formulier geef je precies aan hoeveel er van een bepaald artikel besteld moet worden. Een intern bestelformulier is voor intern gebruik en wordt alleen binnen het bedrijf gebruikt. Je deelt dit dus niet met leveranciers of klanten. Je vult op een intern bestelformulier de volgende gegevens in:
✖ De datum waarop het formulier wordt ingevuld.
✖ De naam van de persoon die het formulier invult.
✖ Het artikelnummer van het artikel dat besteld moet worden.
✖ De omschrijving van het artikel.
✖ De hoeveelheid die besteld moet worden.
✖ De naam van de inkoper.
Intern bestelformulier
Besteldatum
Naam magazijnmedewerker
Naam inkoper
Artikelnummer Omschrijving Hoeveelheid
Als je het formulier hebt ingevuld, geef je het aan je collega van de afdeling Inkoop. Hij vult de rest van de gegevens in en plaatst de bestelling bij de leverancier.
1 Bestelkosten en besteleenheid
a Leg uit wat bestelkosten zijn.
Bestelkosten zijn kosten die je maakt bij elke bestelling die je plaatst.
b Leg uit wat met besteleenheid wordt bedoeld.
Besteleenheid is de hoeveelheid producten die je tegelijk bestelt.
Goederen bestellen
Je werkt in een bloemenmagazijn. Elke vrijdag plaats je een bestelling van 10 pallets met elk 50 boeketten bloemen. Je kunt deze bestelling precies in je magazijn kwijt. De boeketten hebben een inkoopprijs van in totaal € 750. De verzendkosten zijn € 125 en de administratiekosten bedragen € 100.
a Geef aan wat de juiste besteleenheid is.
□ 50 boeketten bloemen
□ 500 boeketten bloemen
□ 10 pallets
□ 1 pallet
b Geef aan wat de optimale bestelhoeveelheid is.
□ 50 boeketten bloemen
□ 500 boeketten bloemen
□ 10 pallets
□ 1 pallet
c Geef aan wat de bestelkosten zijn.
□ 975 euro
□ 750 euro
□ 100 euro
□ 125 euro
Leveringsvoorwaarden
a Leg uit waarom je altijd een minimale voorraad in je magazijn moet hebben liggen.
Bijvoorbeeld: als je minder dan de minimale voorraad in je magazijn hebt liggen, bestaat de kans dat je voorraad op raakt. Je kunt dan niet meer aan de vraag van de klant voldoen.
Je moet dan nee verkopen, waardoor je omzet mist en je klanten naar de concurrent gaan.
b Leg uit waarom het belangrijk is om bij het bestellen van een product de afzet te weten.
Bijvoorbeeld: als je weet wat de afzet van een product is, dan weet je precies of je niet te veel of te weinig bestelt.
c Leg uit wat er met de levertijd wordt bedoeld.
Met de levertijd wordt de tijd bedoeld vanaf het moment dat je bestelt tot het moment waarop je de goederen ontvangt.
Leveringsvoorwaarden
a Leg uit waarom je altijd een minimale voorraad in je magazijn moet hebben liggen.
Bijvoorbeeld: als je minder dan de minimale voorraad in je magazijn hebt liggen, bestaat er de kans dat je voorraad op raakt. Je kunt dan niet meer aan de vraag van de klant voldoen.
Je moet dan nee verkopen, waardoor je omzet mist en je klanten naar de concurrent gaan.
b Leg uit waarom het belangrijk is om bij het bestellen van een product de afzet te weten.
Bijvoorbeeld: als je weet wat de afzet van een product is, dan weet je precies of je niet te veel of te weinig bestelt.
c Leg uit wat er met de levertijd wordt bedoeld.
Met de levertijd wordt de tijd bedoeld vanaf het moment dat je bestelt tot het moment waarop je de goederen ontvangt.
d Geef aan wat de begrippen betekenen. Verbind de begrippen met de juiste definities.
De kosten die je maakt bij het plaatsen of ontvangen van de bestelling.
De kosten die je maakt als je goederen opslaat.
De kosten die je maakt als je een magazijn huurt.
De kosten die je maakt voor de investering in je voorraad.
De kosten die je maakt voor de risico’s die je loopt.
Ruimtekosten
Bestelkosten/ afleveringskosten
Risicokosten
Voorraadkosten
Rentekosten
Lees de situatie.
Je werkt in een brillenmagazijn. Op verzoek van manager Omar heb je de voorraad gecontroleerd. Hierdoor weet je precies welke artikelen inkoper Tim moet bijbestellen. Vul het intern bestelformulier in.
Verwerk de volgende gegevens van boven naar beneden in het intern bestelformulier:
1 5RMJD37T – Brillendoos – 25 stuks
2 IRY5T4MD – Brillenpoetsdoekje – 13 stuks
3 5V5NG839 – Brillenkoord – 88 stuks
4 QSA6I2E9 – Leesbril – 112 stuks
5 N86A9TTM – Zonnebril – 13 stuks
6 MZCOHFA8 – Brillenglazen – 100 stuks
7 B16EPCF6 – Brillenmontuur – 50 stuks
8 M1U3JI3Q – Contactlensvloeistof – 450 stuks
9 V1VFVK57 – Lenshouder – 900 stuks
10 IIID44QA – Sportbril – 18 stuks
Artikelnummer
Omschrijving
Hoeveelheid
A12900 flacon schoonmaakspray 100 ml 10 stuks
5RMJD37T Brillendoos 25 stuks
IRY5T4MD Brillenpoetsdoekje 13 stuks
5V5NG839 Brillenkoord 88 stuks
QSA6I2E9 Leesbril 112 stuks
N86A9TTM Zonnebril 13 stuks
MZCOHFA8 Brillenglazen 100 stuks
B16EPCF6 Brillenmontuur 50 stuks
M1U3JI3Q Contactlensvloeistof 450 stuks
V1VFVK57 Lenshouder 900 stuks
IIID44QA Sportbril 18 stuks
1
De stof samenvatten blok 2
Je weet na het bestuderen van blok 2 precies wat er komt kijken bij het beheren en bestellen van voorraad. Een leeftijdgenoot die dit blok niet heeft gevolgd, wil graag meer te weten komen.
Aan jou de taak om de aandachtspunten bij het beheren en bestellen van voorraad op een zo begrijpelijk mogelijke manier uit te leggen.
Je maakt voor jezelf een overzicht van de belangrijkste werkzaamheden met bijbehorende aandachtspunten. Dat doe je door bij elke werkzaamheid vragen te beantwoorden.
Beantwoord de volgende vragen.
Werk met steekwoorden en korte zinnen.
Benoem vijf stappen die je uitvoert om de voorraadadministratie op orde te hebben.
Leg aan de hand van vier stappen uit hoe je de voorraad waardeert.
Leg uit wat het verschil is tussen de technische,de economische en de gemiddelde voorraad.
Leg uit hoe je de technische, de economische en de gemiddelde voorraad berekent.
Leg uit wat het verschil is tussen de bestelkosten en de besteleenheid.
Leg uit wat het verschil is tussen bestelkosten, besteleenheid, optimale bestelhoeveelheid en bestelfrequentie.
Benoem vier dingen waarmee je tijdens het bestellen van goederen rekening moet houden.
Benoem uit welke drie kosten voorraadkosten bestaan.
Leg uit welke gegevens je op een intern bestelformulier zet.
afleveringskosten
afzet
beginvoorraad
besteleenheid
bestelfrequentie
bestelkosten
derving
economische voorraad
eindvoorraad
gemiddelde voorraad
intern bestelformulier
levertijd
maximumvoorraad
minimumvoorraad
mutaties
Kosten voor het afleveren van bestellingen.
Aantal producten dat je daadwerkelijk verkoopt.
Voorraad die je aan het begin van het tellen hebt.
De hoeveelheid producten die je tegelijk bestelt.
Hoe vaak je een bestelling plaatst.
Kosten die je maakt bij het plaatsen van een bestelling.
Het verlies van producten zonder dat ze zijn verkocht.
Ingekochte en onverkochte voorraad waarover een bedrijf prijsrisico loopt.
Voorraad die je na het tellen en verwerken van de mutaties hebt.
Voorraad die je in een bepaalde periode gemiddeld aan voorraad had.
Formulier om intern bestellingen te plaatsen zodat de voorraad op orde blijft.
Tijd die het duurt vanaf het moment dat je bestelt tot het moment dat je de goederen ontvangt.
Voorraad die je maximaal in je magazijn kunt hebben voordat er te weinig opslagruimte is.
Voorraad die je minimaal in je magazijn moet hebben liggen om aan de vraag van je klanten te voldoen.
Veranderingen in de voorraad door bijvoorbeeld derving. optimale bestelhoeveelheid
Het aantal producten dat je het best tegelijk kunt bestellen om de kosten zo laag mogelijk te houden.
rentekosten
Kosten voor het investeren van geld in de voorraad. risicokosten
ruimtekosten
Kosten voor risico’s als derving.
Kosten voor het huren van een magazijn.
technische voorraad Verkochte en onverkochte voorraad die nog in het magazijn liggen.
voorraadadministratie De manier waarop je je voorraad beheert. voorraadbeheer De manier waarop je je voorraad bijhoudt. voorraadkosten
Kosten voor het opslaan van goederen. voorraadwaardering De waarde van je voorraad.
< volgende