samengevat
www.samengevat.nl
- schematisch overzicht van alle examenstof - beknopte en heldere uitleg - snel en overzichtelijk door te nemen en te herhalen - het perfecte naslagwerk
Meer kans van slagen met Samengevat! Samengevat biedt je een helder en beknopt
mbo
Nederlands 2F
Nederlands 2F
Samengevat mbo
mbo
Samengevat rekenen + Samengevat Nederlands = jouw succesformule
overzicht van alle examenstof. Met Samengevat kun je grote hoeveelheden stof snel herhalen en overzien.
Samengevat Nederlands mbo 2F
Kijk op www.examenbundel.nl.
Samengevat Nederlands mbo 3F Samengevat rekenen mbo 2F Samengevat rekenen mbo 3F
9 789006 372441
9006372441_omslag.indd 1
14/08/18 08:47
www.samengevat.nl
mbo
Nederlands 2F
J. van Nassau
9006372441_boek.indb 1
6/08/18 11:12
Auteur Joep van Nassau Beeld www.shutterstock.com, Mayer George www.bikester.nl Vormgeving Criterium, Arnhem Opmaak Crius Group, Hulshout Omslagfoto Shutterstock
Over ThiemeMeulenhoff ThiemeMeulenhoff ontwikkelt zich van educatieve uitgeverij tot een learning design company. We brengen content, leer ontwerp en technologie samen. Met onze groeiende expertise, ervaring en leeroplossingen zijn we een partner voor scholen bij het vernieuwen en verbeteren van onderwijs. Zo kunnen we samen beter recht doen aan de verschillen tussen lerenden en scholen en ervoor zorgen dat leren steeds persoonlijker, effec tiever en efficiënter wordt. Samen leren vernieuwen. www.thiememeulenhoff.nl ISBN 978 90 06 37244 1 Tweede druk, eerste oplage, 2018 © ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2018 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schrif telijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toe gestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
Deze uitgave is is volledig CO2-neutraal geproduceerd. Het voor deze uitgave gebruikte papier is voorzien van het FSC®-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.
9006372441_boek.indb 2
6/08/18 11:12
Verantwoording In dit boek zijn de leerstof en vaardigheden voor het examen Nederlands weergegeven, Âgebaseerd op de vastgestelde referentieniveaus.
In Samengevat Nederlands vind je alle domeinen terug die getoetst worden in het Centraal Ontwikkeld Examen (COE) of in de instellingsexamens (IE). Over elk domein wordt uitleg gegeven. Je krijgt handige tips hoe je je kunt voorbereiden op het examen en hoe je
de examenopdrachten het beste kunt aanpakken. Aan het eind van de hoofdstukken Leesvaardigheid, Schrijfvaardigheid, Gespreksvaardigheid en Spreekvaardigheid zijn
voorbeeldexamens Âopgenomen. Samengevat Nederlands zorgt ervoor dat de stukjes kennis die je de afgelopen jaren hebt opgedaan als een puzzel in elkaar passen.
Samengevat Nederlands is naast iedere methode te gebruiken. Je krijgt erdoor steun bij het zelfstandig leren.
Voor reacties, zowel van leerlingen als docenten, houden wij ons graag aanbevolen. Mail naar mbo@thiememeulenhoff.nl. Amersfoort, juli 2018
9006372441_boek.indb 3
6/08/18 11:12
Hoe werk je met deze Samengevat? Zoeken in dit boek
In de inhoudsopgave vind je een algemene indeling van de leerstof. Aan het begin van ieder hoofdstuk staat een gedetailleerde inhoudsopgave, die je snel op de juiste plek brengt.
Als je alleen een onderwerp of begrip zoekt, kun je de juiste bladzijde vinden in het register achter in het boek.
Beschrijving per onderwerp
Het boek is verdeeld in hoofdstukken. Binnen deze hoofdstukken worden de bijbehorende onderwerpen kernachtig besproken. Daarbij zijn veel voorbeelden gegeven. Je herkent ze gemakkelijk aan de achtergrondkleur.
COE en IE
De vaardigheden Lezen en Kijken en luisteren worden tegelijkertijd geëxamineerd tijdens
het Centraal Ontwikkeld Examen (COE). De vaardigheden Spreken, Gesprekken en Schrijven worden geëxamineerd bij de instellingsexamens (IE). Per hoofdstuk wordt aangegeven wanneer je dit onderdeel kunt verwachten op je examen.
Tips voor bij het examen
In elk hoofdstuk staan tips voor bij het examen. Neem deze goed door. Ze helpen je bij de voorbereiding op je examen Nederlands.
De auteur en de uitgever wensen je veel succes met de voorbereiding op het examen!
9006372441_boek.indb 4
6/08/18 11:12
Inhoud Lezen (COE)
7
1
Een tekst lezen
3
Informatieve en instructieve teksten
19
Het examen Lezen
24
2 4 5
De opbouw van een tekst Betogende teksten
8
14
21
Kijken en luisteren (COE)
33
1
Kijken en luisteren naar een fragment
34
3
Informatieve en instructieve fragmenten
2 4 5
Woorden in fragmenten Reclame en discussie
Het examen Kijken en Luisteren
Schrijven (IE) 1
Een tekst schrijven
3
Correspondentie
2 4 5
6
37
39
42
44 43 45
Schrijfplan
50
Korte teksten
62
Het examen Schrijven
72
Lange teksten
52
67
Gesprekken (IE)
77
1
Een gesprek voeren
78
3
Informatie uitwisselen in tweegesprekken
2 4
Deelnemen aan discussie en overleg Het examen Gesprekken
82
86
91
Spreken (IE)
95
1
Een presentatie houden
96
3
Hoe pak je het aan?
2 4
Boeiend presenteren Het examen Spreken
9006372441_boek.indb 5
99
101
105
6/08/18 11:12
Spelling, stijl en formuleren (IE)
111
1
Werkwoordspelling
112
3
Helder formuleren
2 4 5
Overige spelling en leestekens Stijlfouten en taalfouten
116
121
125
Grammatica
128
Bijlagen
133
Begrippenlijst
139
Register
146
9006372441_boek.indb 6
6/08/18 11:12
Lezen 1 Een tekst lezen 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6
Onderwerp en hoofdgedachte Doel van de schrijver Leesstrategie Moeilijke woorden Samenvatten Beeldspraak herkennen
2 De opbouw van een tekst 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Beeld en opmaak Inleiding, kern, slot Functies inleiding Functies slot Tekstverbanden en signaalwoorden
3 Informatieve en instructieve teksten 3.1 3.2 3.3
Informatieve teksten Infographics Instructies
4 Betogende teksten 4.1 4.2 4.3
Feiten en meningen Teksten met een mening Argumenten
5 Het examen Lezen 5.1 5.2 5.3 5.4
Meerkeuzevragen Examenteksten Tips bij het examen Lezen Veelvoorkomende woorden in examens
9006372441_boek.indb 7
6/08/18 11:12
8
Lezen Dit onderdeel gaat over de taalvaardigheid lezen. Van jou wordt verwacht dat je zakelijke teksten goed kunt lezen. Dat kunnen teksten zijn over allerlei onderwerpen. Jij moet kunnen laten zien dat je begrijpt waar deze teksten over gaan. Het examen Lezen wordt getoetst tijdens het Centraal Ontwikkeld Examen (COE).
1 Een tekst lezen 1.1
Onderwerp en hoofdgedachte Iedere tekst heeft een onderwerp. Om het onderwerp te vinden, stel je de vraag: waar gaat de tekst over? Het antwoord is het onderwerp. Je kunt het onderwerp in één woord of in enkele woorden weergeven. Het onderwerp kun je vaak afleiden uit de titel. De hoofdgedachte van een tekst is de belangrijkste uitspraak van de schrijver over het onderwerp. Je schrijft de hoofdgedachte in één zin op. Je vindt de hoofdgedachte vaak in de eerste of laatste alinea. Als de hoofdgedachte niet letterlijk in de tekst staat, moet je die zelf beschrijven. Dat kun je bijvoorbeeld doen door antwoord te geven op de vraag: Wat is het belangrijkste dat de schrijver zegt over het onderwerp?
Om de hoofdgedachte te vinden kun je het volgende doen.
1 Bekijk de titel. 2 Lees de eerste alinea. 3 Lees de laatste alinea. 4 Lees de kernzin van de overige alinea’s (meestal de eerste zin, soms de tweede zin of laatste zin). In examenteksten wordt vaak naar de hoofdgedachte gevraagd van de hele tekst. Let er dan op dat je de hoofdgedachte van de hele tekst aanklikt. Andere antwoordmogelijkheden lijken misschien juist, maar zijn vaak niet volledig of geven de hoofdgedachte van een gedeelte van de tekst.
9006372441_boek.indb 8
6/08/18 11:12
9
Nederlands Lezen
1.2
Doel van de schrijver Een schrijver of een spreker heeft altijd een doel met zijn tekst. Hij wil bijvoorbeeld informeren over de laatste mode of instructie geven over hoe je een tuin kunt onderhouden. Welke tekstsoort hij gebruikt, hangt af van zijn doel, maar ook van het publiek voor wie hij schrijft. Als zijn doel is om volwassenen te informeren over zonnepanelen, kan hij ervoor kiezen om een artikel te schrijven. Als hij jongeren wil informeren, kiest hij misschien voor een informatief stripverhaal. Vaak kun je het doel raden als je een tekstvorm herkent. Een nieuwsbericht kun je gemakkelijk herkennen aan de kop en aan de vetgedrukte eerste alinea. Je weet dan ook meteen dat het bericht vooral informatie wil geven. doel
tekstvorm
informeren
standaardformulier informatief artikel nieuwsbericht teksten van internet notitie infographic schematische informatie (grafiek, tabel)
instructie geven
recept gebruiksaanwijzing aanwijzingen bijsluiter van medicijnen brochure (van instanties als de brandweer)
mening geven/ overtuigen
betoog meningvormend artikel ingezonden brief column recensie
tot handelen aanzetten/overhalen
reclame folder (bijvoorbeeld: overhalen om ergens lid van te worden)
amuseren
roman stripverhaal
gevoelens oproepen/ gevoelens uitdrukken
gedicht songtekst
9006372441_boek.indb 9
6/08/18 11:12
10 Een tekst heeft vaak meerdere doelen. In een filmrecensie (filmbeoordeling) bijvoorbeeld staat meestal informatie over de filminhoud (doel: informeren), maar ook wat de schrijver van de film vindt (doel: overtuigen). Het is dan handig om te weten wat het belangrijkste doel is. Omdat in een recensie een schrijver op de eerste plaats een oordeel wil geven, is het belangrijkste doel meestal overtuigen.
1.3
Leesstrategie Het Centraal Ontwikkeld Examen Nederlands duurt 90 minuten. Je moet in die tijd veel lezen. Met de juiste leesstrategie kun je een tekst gemakkelijker en sneller begrijpen. Je kunt op verschillende manieren lezen. – Verkennend lezen Je verkent de tekst om een eerste indruk te krijgen. Je kijkt naar de titel, tussenkopjes, illustraties, de bron van de tekst en opvallende kenmerken (bijvoorbeeld vette woorden). Daarna lees je de eerste en laatste alinea. – Intensief lezen Je leest heel nauwkeurig om alles te begrijpen wat er staat. Je let op details. – Zoekend lezen Je zoekt bepaalde informatie in een tekst. Je let op titel, tussenkopjes en trefwoorden. Bij het lezen van een (examen)tekst gebruik je verschillende leesstrategieën. 1 Lees/bekijk de tekst verkennend. 2 Lees daarna de vraag intensief. 3 Lees de tekst zoekend om het antwoord in de tekst te vinden. 4 Lees het deel intensief waarvan jij denkt dat daar het antwoord staat. 5 Probeer eerst zelf antwoord te geven op de vraag. Kies bij een meerkeuzevraag het best passende antwoord. Als je informatie zoekt in een schema is het vaak niet nodig de tekst te verkennen. Je begint direct met zoekend lezen. Je let daarbij op opvallende woorden, cijfers en tussenkopjes. Als je denkt dat je het gedeelte met het juiste antwoord gevonden hebt, lees je dat deel intensief.
Tip
Als je twijfelt bij een meerkeuzevraag over een antwoord, streep dan in gedachten eerst de antwoorden weg die zeker niet goed zijn. Als je nog twijfelt, kun je het beste afgaan op je eerste indruk.
9006372441_boek.indb 10
6/08/18 11:12
Nederlands Lezen
11
1.4 Moeilijke woorden Soms lees je een woord dat je niet kent (een moeilijk woord). Vraag je dan eerst af of je de betekenis van dit woord moet kennen om de tekst te begrijpen. Is het woord niet van belang, dan ga je gewoon verder. Is het woord wel van belang, dan kun je op verschillende manieren achter de betekenis komen. 1 Je kijkt naar het woord zelf. Je kunt naar het woord zelf kijken. Misschien herken je de betekenis van een deel van het woord. In het woord telemarketing staat het voorvoegsel tele. Dat voorvoegsel ken je natuurlijk ook van woorden als telefoneren en televisie. Het betekent op afstand. Telemarketing is dus marketing op afstand en in de meeste gevallen betekent dat verkopen over de telefoon. Zie ook Bijlage 4, voor- en achtervoegsels, bladzijde 137. 2 Je kijkt naar informatie in de rest van de tekst. Kijk naar de zin waarin het woord staat. voorbeeld
Het enthousiaste publiek scandeerde tijdens de wedstrijd de naam van de beste speler. Zonder het woord scandeerde te kennen, kun je toch begrijpen wat ermee bedoeld wordt. Aanwijzingen in de zin zijn enthousiaste publiek en beste speler. Daaruit kun je afleiden dat scanderen luid roepen betekent.
Als de zin zelf weinig informatie oplevert, kijk dan naar de zinnen ervoor en erna. Zoek daar naar aanwijzingen over de betekenis van het woord. 3 Je kunt het woordenboek gebruiken. Je mag tijdens het examen een woordenboek gebruiken. Maar doe dat als het echt niet anders kan en heel belangrijk is. Want opzoeken kost veel tijd en soms krijg je meerdere betekenissen en heb je een nieuw probleem. Oefen je daarom in de manieren die bij 1 en 2 zijn genoemd, want iemand naar de betekenis vragen kan natuurlijk niet op je examen.
9006372441_boek.indb 11
6/08/18 11:12
12 1.5
Samenvatten Sommige meerkeuzevragen vragen naar de beste samenvatting van een of meer alinea’s. Een vraag die daarop lijkt, is de vraag naar de hoofdzaak van een of een paar alinea’s. Je kunt dan het volgende doen. 1 Lees de alinea of alinea’s die je moet samenvatten, intensief. 2 Zoek in elke alinea naar de hoofdzaak. Die staat meestal in de kernzin (de belangrijkste zin) van de alinea. Vaak is dat de eerste, soms de tweede of de laatste zin van de alinea. 3 Geef zelf antwoord op de vraag. Combineer daarbij de gevonden hoofdzaken. 4 Bekijk welke meerkeuzemogelijkheid het beste past.
Tip
Bij examenteksten kan ook de volgende vraag voorkomen: Welk tussenkopje past het best bij dit tekstdeel? Een tussenkopje geeft namelijk aan waar een gedeelte van de tekst over gaat. Om die vraag te beantwoorden kun je dezelfde strategie toepassen als hierboven.
1.6 Beeldspraak herkennen Een schrijver probeert op allerlei manieren zijn doel te bereiken. Hij kan voor de gebruikelijke woordkeus en zinsbouw kiezen, maar hij kan ook gebruikmaken van beeldspraak, bijvoorbeeld om meer variatie aan te brengen in zijn tekst. Er is sprake van beeldspraak als een woord of zin een figuurlijke betekenis krijgt. Het woord of de zin is dan niet letterlijk bedoeld. In het volgende voorbeeld heeft loeide een figuurlijke betekenis. voorbeeld
De worstelaar loeide van de pijn toen zijn arm brak. Ook uitdrukkingen en spreekwoorden moet je niet letterlijk nemen. Steven heeft de bloemetjes buiten gezet betekent niet dat de bloemen nu buiten staan, maar dat Steven flink heeft feestgevierd. Dat is een pleister op een houten been betekent niet een verbandje op een houten been, maar dat iets niet helpt.
9006372441_boek.indb 12
6/08/18 11:12
Nederlands Lezen
13
Tijdens je examen kun je in lees- en luisterteksten vragen verwachten over uitdrukkingen/spreekwoorden. voorbeeld
In dit fragment zegt de interviewer: ‘De beste stuurlui staan aan wal.’ Wat bedoelt hij met deze zin? Een schrijver kan zijn doel ook bereiken door bijvoorbeeld te overdrijven of door de spot te drijven met iets of iemand. Een overdrijving kun je in de volgende voorbeelden niet letterlijk nemen.
voorbeeld
Ik ben in een seconde terug. De regen viel met bakken uit de lucht. Als iemand iets met ironie zegt, bedoelt hij vaak het tegenovergestelde. Soms geeft hij aanwijzingen met leestekens (aanhalingstekens of puntjes). Ironie is een vriendelijke vorm van spot.
voorbeeld
Het is een ‘geslaagde’ excursie geweest. (De excursie is juist niet geslaagd). Om de vakantie nou geweldig te noemen … (De vakantie is juist niet geweldig). Sarcasme is bijtende spot. Bij sarcasme is de toon scherper dan bij ironie.
voorbeeld
Tegen iemand die niet kan zingen: Je bent al helemaal klaar voor The Voice of Holland. Tegen een kind met een slecht rapport: Je bent weer eens de beste leerling van de klas!
9006372441_boek.indb 13
6/08/18 11:12
14
2 De opbouw van een tekst 2.1
Beeld en opmaak Beeld en opmaak bepalen het uiterlijk van een tekst. Met beeld wordt een afbeelding of illustratie (foto, tekening, grafiek, logo, plattegrond) bedoeld. Opmaak of lay-out is de manier waarop de tekst en afbeeldingen over de bladzijde zijn verdeeld. Als je let op de opmaak van de tekst, kijk je naar de titel, tussenkopjes, tekstindeling, alinea-indeling en lettertypes. Door de opmaak van een tekst herken je vaak de tekstvorm. Een advertentie bijvoorbeeld herken je aan de afbeelding, weinig tekst en afwisselende lettervormen. De titel van een tekst is vaak een ingekorte zin zonder punt. De titel kan ook uit één woord bestaan of uit een vraag. De letters zijn vet en meestal wat groter dan de rest van de tekst. Een titel wil de aandacht trekken én duidelijk maken waar de tekst over gaat. In langere teksten gebruikt een schrijver tussenkopjes. Ze zijn meestal vetgedrukt. Tussenkopjes zeggen iets over de inhoud van de alinea’s die volgen. Ze zijn handig bij het zoekend lezen. Vaak is een tekst verdeeld in een inleiding, een kern (middenstuk) en een slot. Zo’n tekstindeling geeft je als lezer houvast. Bij verkennend lezen let je op de tekstindeling. Je kunt dan bijvoorbeeld vaststellen waar de kern begint of hoe de tekst aan het slot wordt afgerond. Bij intensief lezen let je meer op details. Je bekijkt dan precies wat er in een alinea staat. Je kijkt dan ook naar de alinea-indeling en welke zinnen bij elkaar horen. Een lettertype zegt veel over de tekst. Ze roepen een bepaalde sfeer op. Een zakelijk lettertype als Times New Roman roept een andere sfeer op dan een letter als .
freestyle script
2.2 Inleiding, kern, slot Een schrijver zal niet zomaar wat zinnen achter elkaar zetten. Hij zal letten op een duidelijke tekstindeling. Daarmee maakt hij zijn tekst leesbaarder. De meeste teksten hebben de indeling: inleiding, kern en slot. De inleiding bestaat meestal uit één alinea, maar niet altijd. De kern geeft informatie over het onderwerp, verdeeld in verschillende deelonderwerpen. Ieder deelonderwerp bevat een of meer alinea’s.
9006372441_boek.indb 14
6/08/18 11:12
15
Nederlands Lezen
In het slot rondt de schrijver zijn verhaal af, bijvoorbeeld met een conclusie of samenvatting. Het slot bestaat meestal uit één alinea. voorbeeld
inleiding kern
slot
alinea
deelonderwerpen
1 2 3 4 5 6 7
Een studentenbaan heeft voor- en nadelen. Voordelen: Geld verdienen Werken geeft afwisseling Je krijgt mensenkennis Nadelen: Weinig tijd voor andere activiteiten Minder aandacht voor studie Voordelen wegen zwaarder dan nadelen. De inleiding introduceert het onderwerp. De kern bestaat uit vijf deelonderwerpen: drie voordelen van een studentenbaan (alinea 2 t/m 4) en twee nadelen (alinea 5 en 6). In het slot staat een conclusie.
2.3 Functies inleiding Iedere alinea in een tekst heeft een functie. Naar die functies wordt geregeld gevraagd in examenteksten. Zo kun je vragen verwachten als voorbeeld
Wat is de functie van alinea 4? A Alinea 4 geeft een uitwerking van een behandelmethode. B Alinea 4 geeft een vergelijking van behandelmethodes. C Alinea 4 geeft een volgorde van een behandelmethode. Jij moet dan kunnen beoordelen of er een uitwerking, een vergelijking of een volgorde wordt beschreven in alinea 4. Omdat de inleiding en het slot van een tekst belangrijke onderdelen zijn van een tekst, hebben ze vaak meerdere functies.
Inleiding
De inleiding van een tekst is vaak speciaal opgemaakt, bijvoorbeeld vet of cursief. Je kunt die dus gemakkelijk herkennen. Soms is er een witregel tussen inleiding en kern. In de inleiding lees je wat het onderwerp is van de tekst. Daarnaast kan de schrijver de inleiding nog een andere functie geven. Hij noemt bijvoorbeeld de aanleiding voor het schrijven van de tekst of hij vat de tekst alvast samen.
9006372441_boek.indb 15
6/08/18 11:12
16 voorbeeld
functie
voorbeeld
1 Het onderwerp van de tekst noemen
Windmolens kunnen elektriciteit opwekken.
2 Het probleem noemen dat je wilt bekijken of de vraag die je wilt beantwoorden
Windmolens kunnen elektriciteit opwekken. En Nederland is een land van molens. Hoe komt het dan dat Nederland zo weinig gebruikmaakt van windenergie?
3 De aandacht trekken met een opvallende uitspraak of anekdote
In Nederland is windenergie een zorgenkindje. Dat is best vreemd, want Nederland is een land van molens.
4 Kort samenvatten waarover de tekst gaat
135 energiebedrijven gaan samenwerken in de ontwikkeling van duurzame energieprojecten. Naast wind-en zonneprojecten gaat het om besparing, levering, warmte en opslag.
5 De aanleiding (de reden) noemen voor het schrijven van de tekst
Op de Doggersbak in de Noordzee is een windmolenpark geopend.
6 De mening geven van de schrijver
Windenergie is goedkope energie. Ik vind dat we in Nederland veel meer moet investeren in windmolens.
2.4 Functies slot Aan het slot van de tekst rondt de schrijver zijn tekst af. Vaak kun je de hoofdgedachte van de tekst hier vinden. Wat een schrijver in het slot schrijft (welke functie hij aan het slot geeft), hangt samen met het doel van de tekst. Zo kan een tekst met een overtuigend doel een conclusie in het slot krijgen en bij het doel informeren een korte samenvatting. In het slot van een tekst komen de volgende functies vaak voor. - een conclusie; - een samenvatting van de belangrijkste punten van de kern; - een advies; - een waarschuwing; - een oproep.
9006372441_boek.indb 16
6/08/18 11:12
Nederlands Lezen
17
2.5 Tekstverbanden en signaalwoorden Teksten bestaan niet uit losse woorden en zinnen. Een schrijver brengt de volgende tekstverbanden aan tussen woorden, zinnen en alinea’s.
Tekstverbanden - oorzaak-gevolg Stel in een alinea of zin staat dat steeds meer mensen met de auto reizen en in een volgende alinea of zin dat er steeds meer auto-ongelukken gebeuren. Je kunt dan zeggen: in alinea 1 staat een oorzaak en in alinea 2 een gevolg. - doel-middel Iemand heeft een doel en geeft aan hoe (met welk middel) hij dat wil bereiken. - algemene uitspraak-voorbeeld In een alinea of zin staat een uitspraak of bewering. In de volgende staat bij die uitspraak/bewering een voorbeeld. - tegenstelling Stel in een tekst staat in alinea 1 een voordeel en in alinea 2 een nadeel van het reizen met de auto. Alinea 1 en 2 vormen samen een tegenstelling. - opsomming Stel in alinea 1 staat een voordeel van het reizen met de auto en in alinea 2 staat nog een voordeel, dan vormen alinea 1 en 2 een opsomming. - voorwaarde Stel Bo zegt: ‘Ik ga alleen mee met Yasmine als zij de reis betaalt.’ Met andere woorden Bo gaat alleen mee onder de voorwaarde dat haar reis wordt betaald door Yasmine. - argument-conclusie In de tekst staan argumenten bij een bepaalde stelling of mening. Bij die argumenten kan dan een conclusie (slotsom) horen. - chronologie (tijdsvolgorde) In een tekst kan de schrijver de tijdsvolgorde zelf bepalen.
Signaalwoorden
Een schrijver kan de tekstverbanden zichtbaar maken met signaalwoorden. Als je een signaalwoord herkent, weet je vaak al om welk tekstverband het gaat. Zie je bijvoorbeeld het signaalwoord omdat, dan weet je dat er een argument of reden in de tekst staat. Bij de verschillende tekstverbanden horen de volgende signaalwoorden.
9006372441_boek.indb 17
6/08/18 11:12
18 tekstverband
signaalwoord
voorbeeld
oorzaak en gevolg
doordat, daardoor, waardoor
Steeds meer mensen reizen met de auto, daardoor stijgt het aantal ongelukken.
doel-middel
om, om ‌ te, door middel van
Erkan heeft een auto nodig om op tijd op zijn werk te komen.
voorbeeld
zo, zoals, bijvoorbeeld
Reizen naar Schiphol is gemakkelijk. Zo brengt de trein je tot onder de luchthaven en ben je in enkele minuten in de vertrekhal.
tegenstelling
maar, echter, niettemin, daarentegen, toch, hoewel
De auto brengt je van deur tot deur, maar in Nederland sta je wel snel in een file.
opsomming
en, tevens, verder, ten eerste, ten slotte, vervolgens, ook, bovendien
De auto brengt je precies op de plek waar je wilt zijn. Je kunt ook heel comfortabel reizen in een auto.
voorwaarde
als, indien, mits, tenzij, wanneer
Bo gaat alleen mee met Yasmine als zij de reis voor hem betaalt.
reden of argument
omdat, daarom, want
Gino vindt drie vakanties te veel, want hij wil meer tijd doorbrengen in zijn tuin.
samenvatting/ conclusie
samenvattend, kortom, dus, concluderend, hieruit volgt
Eva moet dus minder reizen.
chronologie
vroeger, nu, later, eerst, daarna, dan
Floor gaat eerst naar Torremolinos. Daarna reist ze door naar Estepona.
Teksten hebben een structuur. In het volgende voorbeeld kun je zien hoe signaalwoorden je helpen de structuur te herkennen. voorbeeld
alinea signaalwoord
verband
inleiding
1
Een smartphone heeft voordelen en nadelen.
kern
2 3 4 5 6
Een voordeel is dat je goed bereikbaar bent.
Ook kun je ermee surfen en gamen.
opsomming
7
Kortom, er zijn heel wat voordelen en nadelen.
samenvatting
slot
9006372441_boek.indb 18
Maar een nadeel is dat de batterijen snel leeg zijn. tegenstelling Bovendien raak je eraan verslaafd. opsomming Daarnaast zijn ze vaak erg duur. opsomming
6/08/18 11:12
samengevat
www.samengevat.nl
- schematisch overzicht van alle examenstof - beknopte en heldere uitleg - snel en overzichtelijk door te nemen en te herhalen - het perfecte naslagwerk
Meer kans van slagen met Samengevat! Samengevat biedt je een helder en beknopt
mbo
Nederlands 2F
Nederlands 2F
Samengevat mbo
mbo
Samengevat rekenen + Samengevat Nederlands = jouw succesformule
overzicht van alle examenstof. Met Samengevat kun je grote hoeveelheden stof snel herhalen en overzien.
Samengevat Nederlands mbo 2F
Kijk op www.examenbundel.nl.
Samengevat Nederlands mbo 3F Samengevat rekenen mbo 2F Samengevat rekenen mbo 3F
9 789006 372441
9006372441_omslag.indd 1
14/08/18 08:47