9789006238839_inkijkexemplaar_groep8_toetsschriftbasis

Page 1

naam:

groep 8 9789006238839_gr8_tts_1S.indd 1

toetsschrift

basis

24/07/20 10:01


9789006238839_gr8_tts_1S.indd 2

24/07/20 10:01


Groep 8 toetsschrift basis

© ThiemeMeulenhoff, Amersfoort

9789006238839_gr8_tts_1S.indd 1

24/07/20 10:01


BLOK 1   les 15   dit kan ik al 1 Vul in. D

H

T

E

t

56,003

,

100,4

,

2,59

,

3451,7

,

h

d

D

1

H

T

E

t

h

3

4

0 , 1

2

1

4 , 0

0

5

0 , 1

2

5

0

0

d

0 , 5

2 Reken uit. 6 × 28,19 = H

T

4 × 33,46 =

E

t

h

H

T

2 × 57,12 =

E

,

t

h

H

T

E

,

,

×

×

,

,

×

,

heel goed

Cijferend vermenigvuldigen met kommagetallen kan ik:

h

,

,

,

t

goed

een beetje

bijna

3 Vul in. 2,7 m =

cm

3,9 kg =

g

14 km2=

480 cm =

m

600 g =

kg

380 dm2 =

m2

0,5 cm =

mm

mg

70.000 cm2 =

m2

1,2 km =

m

3 ton =

kg

cm2

0,2 g =

22 mm2 =

dam2

4 Vul in. vijver afmetingen: lengte: 592 cm, breedte: 211 cm, diepte: 99 cm Ik vul de vijver met ongeveer

liter water.

1 koi karper heeft 1 kubieke meter water nodig. koi karpers kwijt.

Ik kan

De bodem vul ik met stenen. Elke verpakking met stenen bevat voor 1,5 m2 aan stenen. De oppervlakte van de bodem is ongeveer m2. Ik heb ongeveer nodig.

verpakkingen met stenen

2

9789006238839_gr8_tts_1S.indd 2

24/07/20 10:01


les 26  toets 1 Reken uit en vul in.

Een zak aardappels weegt 2,92 kg. Een zak graan weegt 5,45 kg.

Een kg rijst kost in Nederland € 2,09. Een kg rijst kost in China omgerekend € 0,98

De zak aardappels weegt dan de zak graan.

Het prijsverschil is €

kg minder

.

Mijn som:

Mijn som:

De bruine boodschappentas weegt 3,12 kg. De groene boodschappentas weegt 4,85 kg. De tassen wegen samen

kg.

600 gram rundvlees kost € 7,29. 400 gram linzen kost € 0,68. 500 gram rijst kost € 1,05. Samen kost de maaltijd €

Mijn som:

.

Mijn som:

2 Reken uit.   0,6 +   0,5 =

3,582 – 1,4 =

3,16 + 0,4 =

3,86 – 1,20 =

5,4 – 3,78 =

4,9 + 3,3 =

2,38 + 0,309 =

4,56 + 2,42 =

1,4 + 4,629 =

6,4 – 2,64 =

8,52 – 3,31 =

9,27 – 3,22 =

11,7 – 5,72 =

5,75 + 4,29 =

7,37 + 12,21 =

0,88 + 1,007 =

3 Reken uit. product

prijs per stuk

4 waterpistolen kosten €

.

waterpistool

€ 9,12

6 voetballen kosten €

.

voetbal

€ 7,25

5 auto’s kosten €

.

auto

€ 14,99

2 zwembaden kosten €

.

zwembad

€ 24,95

3

9789006238839_gr8_tts_1S.indd 3

24/07/20 10:01


les 26  toets 4 Reken uit.  6 × € 3,32 = €

5 × €   14,36 = €

10 × € 13,84 = €

15 × € 8,88 = €

3 × € 122,31 = €

8 × € 56,14 = €

11 × € 4,03 = €

17 × €   5,98 = €

7 × €   2,99 = €

30 × € 2,45 = €

12 × €   6,77 = €

20 × € 13,66 = €

5 Vul in. Het hondenspeelgoed kost normaal € 8,10 per stuk. Nu betaal je €

.

Het konijnenvoer kost normaal € 3,60 per zak. Nu betaal je €

per zak.

De vogelkooi kost Dierenwinkel dagaanbiedingen: hondenspeelgoed: 40% korting. konijnenvoer: 6 halen, 5 betalen. vogelkooi: van € 320,00 voor € 280,00 vissen: 13 voor de prijs van 10.

% minder.

Als 10 vissen 100% is, dan zijn 13 vissen

%.

6 Reken uit. 25% van 300 =

150% van 220 =

72 van de 360 =

%

20% van 500 =

125% van 480 =

30 van de   40 =

%

15% van 480 =

175% van 300 =

42 van de 700 =

%

30% van 360 =

200% van 108 =

60 van de 500 =

%

7 Vul in. Er zijn 500 kinderen lid van de atletiekvereniging. 25% van de kinderen vindt speerwerpen het

38% van de kinderen vindt verspringen het

leukste onderdeel. Dit zijn

leukste onderdeel. Dit zijn

kinderen.

kinderen.

10 kinderen vinden hoogspringen het leukste

75 kinderen vinden 100 meter sprint het leukste

onderdeel. Dit is

onderdeel. Dit is

% van de kinderen.

% van de kinderen.

4

9789006238839_gr8_tts_1S.indd 4

24/07/20 10:01


8 Meet en reken uit. Meet de afstanden in 1 rechte lijn. markt school

stadhuis

zwembad park

0m

1000 m

De afstand tussen de markt en het stadhuis is

m.

De afstand tussen de school en het zwembad is De afstand tussen de school en de markt is De afstand tussen het park en het stadhuis is

m. km. km.

9 Vul in. 0m

400 m

0m

1 cm =

m

1 cm is

1:

15 km m.

1:

0m

200 m

1 cm is

m.

1:

0m 1 cm is

m.

1:

0m 1 cm is

12.000 m

750 m

0m

m.

1 cm is

1:

160 km km.

1:

5

9789006238839_gr8_tts_1S.indd 5

24/07/20 10:01


BLOK 2   les 15   dit kan ik al 1 Reken uit. Rayan heeft € 40,00 gespaard. Als hij alleen munten van € 1,00 heeft gespaard, heeft hij

munten.

Als hij alleen munten van € 0,50 heeft gespaard, heeft hij

munten.

Als hij alleen munten van € 2,00 heeft gespaard, heeft hij

munten.

Als hij alleen munten van € 0,20 heeft gespaard, heeft hij

munten.

2 Vul het kommagetal in. 1 = 4 1 op de 20 =

1 = 5

3 op de 4 =

2 = 6

2 op de 5 =

1 op de 10 = heel goed

3 = 9

goed

een beetje

bijna

Verhoudingen, breuken en kommagetallen vergelijken kan ik:

3 Vul in. Prijzen bustickets in vergelijking met 5 jaar geleden: Naar Spanje: 30% gedaald. Naar Frankrijk: 15% gedaald. Naar Duitsland: 20% gedaald. Binnen Nederland: 2% gestegen. 5 jaar geleden kocht ik een busticket van Nederland naar Spanje voor € 120.

5 jaar geleden kocht ik een busticket van Nederland naar Frankrijk voor € 80.

Nu kost dat ticket €

Nu kost dat ticket €

.

.

5 jaar geleden kocht ik een busticket van Nederland naar Duitsland voor € 150.

5 jaar geleden kocht ik een busticket binnen Nederland voor € 35.

Nu kost dat ticket €

Nu kost dat ticket €

.

.

4 Vul in. 12% van 50

21% van 100

15% van 30

25% van 18

2% van 1500

5% van 300

75% van 400

50% van 600

23% van 100

53% van 50

51% van 1400

76% van 1000

36% van 100

11% van 300

7% van 400

10% van 280

18% van 3000

50% van 1080

64% van 300

52% van 350

39% van 200

21% van 300

26% van   600

40% van 350

heel goed

goed

een beetje

bijna

Rekenen met procenten kan ik:

6

9789006238839_gr8_tts_1S.indd 6

24/07/20 10:01


les 26  toets 1 Vul in.

Rozenzaad, voor 60 rozen: € 16,00. Voor 15 rozen

Zak tulpenbollen van 8 stuks: € 3,20. Voor 1 tulpenbol

betaal ik €

betaal ik €

.

Maïszaad: € 8,00 per 100 m2. Voor 5 m2

Zonnebloempitten: € 1,60 per kg. Voor 125 gram

betaal ik €

betaal ik €

.

.

.

2 Vul in. 3 personen eten in een lunch café. De rekening is € 31,20.

6 personen drinken koffie. De rekening is € 24,30.

Ieder betaalt €

Ieder betaalt €

.

.

4 personen eten in een restaurant. De rekening is € 86,80.

5 personen eten in een restaurant. De rekening is € 75,25.

Ieder betaalt €

Ieder betaalt €

.

.

3 Reken uit. € 0,90 : 3 = €

€ 0,40 : 4 = €

€ 2,10 :   7 = €

€ 1,80 :   9 = €

€ 1,60 : 4 = €

€ 2,40 : 6 = €

€ 3,00 : 10 = €

€ 1,40 : 10 = €

€ 0,80 : 8 = €

€ 1,50 : 3 = €

€ 1,40 :   2 = €

€ 0,30 :   3 = €

€ 2,70 : 9 = €

€ 3,00 : 5 = €

€ 0,60 :   2 = €

€ 0,50 :   2 = €

4 Vul in < > of =  0,5

1 3

3 4

2 op de 3

0,75

3 op de 4

1 3

0,33

0,2

2 3

1 5

1 op de 6

0,2

1 op de 4

2 8

0,2

0,25

1 4

2 8

1 op de 4

0,3

3 op de 10

3 4

0,8

0,4

5 8

4 10

1 op de 2

0,5

3 op de 4

1 8

0,125

7

9789006238839_gr8_tts_1S.indd 7

24/07/20 10:01


les 26  toets 5 Vul in.

€0

€ 200

0

1

€0

€ 170

0

€0

1

€ 129

0

1

Ik heb € 200. Ik koop 4 stoelen.

Ik heb € 170. Ik koop 5 kussens.

Ik heb € 129. Ik koop 3 lampen.

Iedere stoel kost: €

Ieder kussen kost €

Iedere lamp kost €

deel.

deel.

op de

deel.

op de

kommagetal:

op de

kommagetal:

kommagetal:

6 Kleur in elke rij de 4 vlakken die samen 2 zijn. 1 3

0,375

2 op de 3

0,75

1 10

2 5

1 op de 4

1 4

3 5

1 op de 8

1 9

0,4

5 10

7 op de 8

0,2

1 6

5 6

2 3

0,25

1 op de 9

8 op de 10

1 4

0,125

1 op de 2

1 6

3 10

3 op de 4

0,50

7 Reken uit. 12% van 250 =

2% van 600 =

6% van 350 =

9% van 500 =

4% van 300 =

13% van 400 =

20% van   25 =

14% van 400 =

8% van 500 =

22% van   50 =

18% van 200 =

15% van 700 =

10% van 350 =

11% van 900 =

7% van 600 =

5% van 200 =

8

9789006238839_gr8_tts_1S.indd 8

24/07/20 10:02


8 Reken uit.

aantal bezoekers

restaurantbezoek 8000

7440 6200

6000 4000

3000 2910

2000

1200 1500

650

0 fast food

familie

buffet

585

exclusief

soort restaurant vorig jaar

dit jaar

Het aantal bezoekers aan een fast food restaurant is met Het aantal bezoekers aan een familierestaurant is met Het aantal bezoekers aan een buffetrestaurant is met Het aantal bezoekers aan een exclusief restaurant is met

% gestegen. % gestegen. % gedaald. % gedaald.

9 Vul in. bedrag

rente

1%

totale rente

bedrag na 1 jaar

€ 500

2%

€ 200

%

€8

€ 800

%

€8

€ 1500

3%

10 Kleur het saldo, het rentepercentage en het saldo na 1 jaar die bij elkaar horen in dezelfde kleur. saldo

rente in percentages

saldo na 1 jaar

€ 200

5%

€ 3780

€ 6000

2,5%

€ 1575

€ 3500

4%

€ 205

€ 1500

8%

€ 6240

9

9789006238839_gr8_tts_1S.indd 9

24/07/20 10:02


BLOK 3   les 15   dit kan ik al 1 Reken uit.

440 : 11 : 8 × 4 =

=

=

54 + 9 × 2 : 3 =

=

=

350 : 5 × 3 : 10 =

=

=

180 – 15 × 4 + 5 =

=

=

2 Geef de stappen die bij elkaar horen dezelfde kleur. 20 – 8 : 4 =

36 – 16 =

3

36 – 4 × 4 =

24 – 10 =

18

15 – 4 × 3 =

20 –   2 =

14

24 – 2 × 5 =

15 – 12 =

20 heel goed

Rekenen met volgorde van bewerken in een som kan ik:

goed

een beetje

bijna

3 Vul in < > of = 7 10

3 op de 4

10%

30%

1 op de 3

50%

3 op de 8

1

1 2

200%

3 2

10 op de 5

1 10

2 op de 4

40%

1 2

4 op de 9

1

1 2

150%

2 op de 3

4 op de 6

1

1 5

5 op de 4

140%

13 op de 10

heel goed

Hoe breuken, procenten en verhouding bij elkaar passen, weet ik:

goed

een beetje

bijna

goed

een beetje

bijna

4 Reken uit en vul in. afmeting aquarium

kubieke inhoud

liter

15 cm × 4 cm × 30 cm

cm3

l

7 cm × 3 cm × 100 cm

cm3

l

20 cm × 10 cm × 100 cm

cm3

l

14 cm × 10 cm × 100 cm

cm3

l heel goed

Berekenen van inhoud kan ik:

10

9789006238839_gr8_tts_1S.indd 10

24/07/20 10:02


les 26  toets 1 Vul in.

verkochte tassen vorig jaar

schooltassen reistassen rugzakken gymtassen laptoptassen

De verhouding rugzakken, reistassen was 1 op de Er zijn in totaal Er werden

.

% meer schooltassen verkocht dan gymtassen. keer meer reistassen verkocht dan gymtassen.

De helft van de verkoop waren de schooltassen, rugzakken en

samen.

2 Vul in. 1 = 3

%=

op de

1 = 2

%=

op de

=

op de

= 10% =

3 = 4

%=

op de

=

op de

%=

op de

= 66,7% =

op de

= 80% 1 = 8

% = 1 op de 4

3 Vul in, reken uit en omcirkel.

ltr

1

1000

ltr

ml

1

1000

ml

De maatbeker is gevuld tot 875 ml.

De maatbeker is gevuld tot 32,5 cl.

Dit is

Dit is

cm³.

Dit past wel / niet in een bakje met de afmetingen: 9 cm × 1 dm × 1 dm.

cm³.

Dit past wel / niet in een bakje met de afmetingen: 90 mm × 1 dm × 3 cm.

11

9789006238839_gr8_tts_1S.indd 11

24/07/20 10:02


les 26  toets 4 Maak vast. 20%

75%

5%

90%

37,5%

60%

80%

87,5%

3 4

3 8

1 20

1 5

4 5

7 8

9 10

3 5

4 op de 5

1 op de 5

3 op de 4

9 op de 10

7 op de 8

3 op de 5

3 op de 8

1 op de 20

5 Vul de tabel in. afmeting wasbak

kubieke inhoud

liter

10 cm × 10 cm × 30 cm

cm³

l

2 dm × 20 cm × 3 dm

dm³

l

0,03 m × 0,05 m × 100 cm

cm³

l

1 dm × 0,2 m × 10 cm

dm³

l

afmeting zwembad

kubieke inhoud

liter

4m×

m×1m

m3

28.000 l

5m×

m × 0,6 m

m3

12.000 l

m3

22.500 l

m3

48.000 l

3 m × 15 m ×

m

m×3m×4m

6 Reken uit. (3 + 5) × 2 =

4 × (6 – 2) =

(33 : 3) – 4 =

12 : 4 – 2 =

18 – (6 + 4) =

(7 – 2) × 3 =

8 × (3 + 2) =

18 : (12 – 3) =

(5 + 30) : 7 =

8 – 3 × 2 =

2 × 5 + 6 =

14 – 21 : 3 =

8 + 20 : 4 =

(9 – 3) × 4 =

(8 – 6) × 21 =

(24 + 6) : 5 =

12

9789006238839_gr8_tts_1S.indd 12

24/07/20 10:02


7 Maak de som. Vul in + – × of : en zet haakjes waar nodig. 7

2

2 = 11

15

3

4 =3

5

3

1 = 20

12

3

3 =3

8

6

2 = 20

19

6

2 = 16

14

4

3 =7

20

4

4 =4

15

2 = 20

8

6

7 = 14

5

2

7 =3

2

3 = 24

25 4

8 Teken en verbind. Teken en verbind de punten: (–2,0) (–2,3) (2,3) (2,0) (–2,3) (0,5) (2,3) (–2,0) (2,0)

5 4 3 2 1 -5 -4 -3 -2 -1 0

1

2

3

4

5

9 Spiegel en vul in. 6

A

5

D

4

C

3 2

B

1 -6

-5

gespiegeld

-4

-3

van

-2

-1 0

1

2

3

4

5

6

tot

van

lijn A

lijn A

lijn B

lijn B

lijn C

lijn C

lijn D

lijn D

tot

13

9789006238839_gr8_tts_1S.indd 13

24/07/20 10:02


BLOK 4   les 15   dit kan ik al 1 Vul in. Als ik mijn volledige zakgeld spaar, heb ik de spelcomputer in ongeveer

maanden bij elkaar gespaard.

Als ik een kwart van mijn zakgeld spaar, heb ik de spelcomputer in ongeveer € 222

maanden bij elkaar gespaard.

Als ik de helft van mijn zakgeld spaar, heb ik de spelcomputer maanden bij elkaar gespaard.

in ongeveer

Ik spaar voor een spelcomputer. Op mijn spaarrekening staat al € 150,00. Per week krijg ik € 4,50 zakgeld.

Mijn ouders verhogen mijn zakgeld met € 0,50 per week. Nu moet ik nog

weken sparen.

2 Reken uit. Piet staat € 320 rood op zijn bankrekening. De bank rekent hierover 12% rente per jaar.

Sophie staat € 450 rood op haar bankrekening. De bank rekent hierover 9% rente per jaar.

Piet moet €

Sophie moet €

rente betalen aan de bank.

rente betalen aan de bank.

De makkelijkste som vind ik: / de moeilijkste som vind ik: Leg uit waarom.

3 Vul in. In juli zijn er dan in mei.

aantal verkochte aardbeien 30.000

aantal

25.000

Van tot december neemt de verkoop van aardbeien af.

20.000 15.000 10.000 5.000 0

aardbeien meer verkocht

jan

feb

mrt

apr

mei

jun

jul

aug

sep

okt

nov

tijd in maanden

dec

In het seizoen

is de verkoop van

aardbeien het hoogst, omdat .

4 Reken uit. Ik heb 4 kannen met 1 Ik heb in totaal

Rachid heeft 3 grote feesttaarten gemaakt

1 liter limonade. 5

van 2

liter limonade.

2 kilogram. In totaal 3

kilogram.

Ik reken zo:

Ik reken zo:

heel goed

goed

een beetje

bijna

Vermenigvuldigen met breuken kan ik:

14

9789006238839_gr8_tts_1S.indd 14

24/07/20 10:02


les 26  toets 1 Reken uit. vorig saldo

nieuw saldo

dit is er gebeurd:

€ 19,50

– € 1,25

€ – 9,10

€ 32,95

€ – 4,50

Er is € 10,79 bijgeschreven.

– € 3,46

Er is € 75 afgeschreven.

2 Vul in. Renee heeft € 320. Zij koopt een fiets van € 395. De bank rekent 8% rente over de € Renee rood staat.

die

De bankt rekent 10% rente over de € Brandon rood staat.

De fiets kost Renee dus niet € 395, maar €

Brandon heeft € 210. Hij koopt een bank van € 420. die

De bank kost Brandon dus niet € 420, maar

.

.

Manouck heeft € 420. Zij betaalt € 510 voor een vliegticket.

Silvan heeft € 350. Hij geeft € 410 uit aan een scooter.

De bank rekent 12% rente over de € die Manouck rood staat.

De bank rekent 15% rente over de € Silvan rood staat.

Het vliegticket kost Manouck dus niet € 510,

De scooter kost Silvan dus niet € 410, maar

maar €

.

die

.

3 Vul in en streep door. In restaurant ‘Groente liefde’ zijn 4 tafels bezet. Tafel 1: 8 personen, ieder eet 1

2 groentetaart. 3

Tafel 2: 4 personen, ieder eet 1

1 quiche. 5

Tafel 3: 5 personen, ieder eet 1

1 ovenschotel. 4

Tafel 4: 12 personen, ieder eet 1 Aan tafel 1 is in totaal

1 groentetaart. 10

groentetaart gegeten.   quiche over.

Tafel 2 heeft 5 quiches besteld. Er is nog De mensen van tafel 3 hebben samen

ovenschotel gegeten.

Aan tafel 4 is meer / minder groentetaart gegeten dan aan tafel 1.

15

9789006238839_gr8_tts_1S.indd 15

24/07/20 10:02


GROEp 8

toetsschrift basis

9 789006 238839

9789006238839_gr8_tts_1S.indd 30

24/07/20 10:02


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.