De Geo onderbouw 9e editie 2 vmbo-kgt

Page 1

2

lesboek vmbo-kgt

F. Jutte e.a.

aardrijkskunde voor

de onderbouw


2

lesboek vmbo-kgt aardrijkskunde voor

de onderbouw

Auteurs F. Jutte MSc L. Metselaar drs. T.G. Peenstra drs. M.W. van Veen Redactie A.M. Peters


2

Inhoud Regio en inhoud

1

2

De opkomst van Brazilië Start

Nederland in beweging 6 Start

3

4

De eeuw van Azië 22 Start

Van de bergen naar de zee 38 Start

54

§1 Brazilië: landschap en §1 De bevolking van 8 bevolking Nederland §2 Arm en rijk in Brazilië 10 §2 Immigranten in §3 Booming Brazilië 12 Nederland §4 Bronnen: §3 Bronnen: Surinamers Het Amazonegebied 14 in Nederland §4 Nederland verandert

§1 Toerisme in Thailand 40 24 §2 China: de fabriek van de wereld 42 26 §3 Zuid-Korea: vrijheid en welvaart 44 28 §4 Bronnen: Grondstoffen 30 uit Indonesië 46

Anders actief • Zoom in: Belo Montedam • Keuzemenu

Anders actief • Zoom in: 16 Een groeiende 18 wereldbevolking • Keuzemenu

Anders actief • Zoom in: Tegenstellingen 32 in Azië 34 • Keuzemenu

Anders actief • Zoom in: Leven met water 48 in Bangladesh 50 • Keuzemenu

64 66

Finish

20 Finish

36 Finish

52 Finish

68

§1 In de Alpen §2 De Rijn in Europa §3 Het Nederlandse rivierengebied §4 Bronnen: Water als vriend of vijand?

56 58 60 62

Projecten

Weerman voor een week

134

Vaardigheden en werkwijzen

Het landschap in je eigen omgeving

136


3

Inhoud

Regio en inhoud

5

6

De multiculturele Verenigde Staten Start

7

Grondstoffen en energie 70 Start

§1 Amerika van oost 72 naar west §2 Immigratie in de nieuwe wereld 74 §3 Bronnen: Hispanics 76 §4 Wonen in multicultureel Los Angeles 78

Landen in Europa 86 Start

§1 Van brandstof naar 88 energie §2 De gevolgen van energiegebruik 90 §3 Bronnen: Dreigend energietekort 92 §4 Rusland: een belangrijke energieleverancier 94

Anders actief • Zoom in: Amerikaanse en Nederlandse wijken • Keuzemenu

Anders actief • Zoom in: Milieurampen door 80 aardolie 82 • Keuzemenu

Finish

84 Finish

8 Afrika: een rijk werelddeel?

102 Start

§1 Duitsland en Frankrijk, Duitsers en Fransen 104 §2 Werken in Duitsland en Frankrijk 106 §3 Oude vijanden, nieuwe vrienden 108 §4 Europa als wereldmacht 110

Anders actief • Zoom in: Tegenstellingen in 96 Duitsland 98 • Keuzemenu 100 Finish

118

§1 Eén werelddeel, 120 veel verschillen §2 Een bodem vol rijkdommen 122 §3 Landbouw en voedsel 124 §4 Bronnen: Zuid-Afrika tegenstellingen 126

Anders actief • Zoom in: Aardolie: een vloek 112 of een zegen? 114 • Keuzemenu

128 130

116 Finish

132 Projecten

In actie voor het milieu 138 Vaardigheden en werkwijzen

En verder:

Aan de leerling Vaardigheden Begrippen Methodeoverzicht & colofon Illustratieverantwoording

4 140 148 153 154


4

Aan de leerling Dit is het lesboek 2 vmbo-kgt. Je gaat het gebruiken bij het vak aardrijkskunde. Op deze bladzijden zie je hoe je ermee gaat werken.

Vier paragrafen Elk hoofdstuk heeft vier paragrafen. In de paragrafen zitten verschillende onderdelen. Wereldbolletje: over welk gebied gaat het?

Lesboek Het lesboek bestaat uit acht hoofdstukken. Elk hoofdstuk is op een vaste manier opgebouwd: Start, vier paragrafen, Zoom in, Keuzemenu en Finish.

Begintekst: waarover gaat de paragraaf? 42 §

Start Elk hoofdstuk begint met een Start. Dat is een oriëntatie op het hoofdstuk. Oriënteren betekent: kijken wat je gaat doen. In de Start staat een foto over het gebied of onderwerp dat in het hoofdstuk wordt behandeld. De tekst vertelt het verhaal bij de foto. Tekst: verhaal bij de foto

Titel: het onderwerp en het gebied 118

Afrika: een rijk werelddeel?

8

De eeuw van Azië

3

Een enorm land

43

China: de fabriek van de wereld

Dongguan

FIGUUR 6 Veel Chinezen wonen in flats.

 China is ongeveer net zo groot als de Verenigde Staten. Alleen Rusland en Canada zijn groter. Er wonen bijna 1,4 miljard mensen in China. Van elke vijf wereldburgers is er één Chinees. In China wonen tachtig keer zo veel mensen als in Nederland. De verwachting is dat de bevolking van China na 2025 niet meer zal groeien. Dat heeft verschillende oorzaken.  Het geboortecijfer van China is al jaren laag. Dat komt doordat de Chinese regering 35 jaar lang bepaalde dat vrouwen maar één kind mochten krijgen. In 2013 werd deze eenkindpolitiek afgeschaft. In de periode van de eenkindpolitiek werden er naar schatting 400 miljoen minder Chinezen geboren. Daardoor zijn er nu minder jonge vrouwen die zelf kinderen kunnen krijgen.

§2

 Het wonen en leven in de Chinese steden is duur. Om die reden willen de meeste mensen nog steeds geen groot gezin. Het aantal geboorten blijft dus laag, ondanks de afschaffing van de eenkindpolitiek.  Omdat er veel oudere Chinezen zijn, zal het sterftecijfer de komende jaren stijgen. Ook vertrekken er meer mensen uit China dan dat er zich mensen in het land vestigen.  De bevolkingsspreiding in China is erg ongelijk. De meeste Chinezen wonen in het oosten. Daar is de grond vruchtbaar en het klimaat gunstig voor de teelt van rijst. In het laagland aan de kust liggen de meeste grote steden. In het westen van China is de bevolkingsdichtheid laag. Daar liggen grote woestijnen en hoge gebergten.

 China was lange tijd een communistisch land met een planeconomie. In een communistisch land zijn de productiemiddelen (grondstoffen en machines) eigendom van de staat. In een planeconomie bepaalt de overheid wat en hoeveel er wordt geproduceerd en voor welke prijs. Maar dat ging niet goed. Er werd te weinig geproduceerd en de kwaliteit van de producten was slecht.  Na 1980 gaf de regering bedrijven meer vrijheid en buitenlandse bedrijven mochten zich vestigen in speciale economische zones (sez). Men wilde daarmee de welvaart in China verhogen.  Er hebben zich veel buitenlandse bedrijven in de speciale economische zones gevestigd. Ze laten hun producten in Chinese fabrieken maken omdat de lonen heel laag zijn. Voor China leveren de bedrijven veel werkgelegenheid en kennis op. Er is vooral veel lichte industrie. De kant-en-klare eindproducten uit deze fabrieken kunnen direct verkocht worden.  De Chinezen hebben meer kennis gekregen. Ze ontwikkelen nu eigen merken en verkopen die producten aan de rest van de wereld. De export is sterk gegroeid. Je ziet ook steeds meer Chinese merken in Europa, bijvoorbeeld van smartphones. Sommige Chinese bedrijven zijn al zo groot dat ze Europese bedrijven kopen. Zo kocht de autofabrikant Geely in 2010 het Zweedse merk Volvo.

Shenzhen

Shenzen: een speciale economische zone (sez) Xianggang (Hongkong)

Afrika: werelddeel? Foto: oriëntatie op het onderwerp en het gebied

De digitale Geo bij een opdracht of tekst staat, betekent Als er een dit dat je op www.degeo-online.nl iets kunt of moet doen, zoals een opdracht of oefentoets maken of een animatie bekijken. Alles wat in de boeken staat, staat ook bij elkaar op www.degeo-online.nl. Je kunt er alle opdrachten maken. Bij iedere opdracht staat de informatie uit het lesboek en de vaardigheden die je voor die opdracht nodig hebt. Je kunt je werk nakijken en opslaan. Handig voor als je soms (of misschien wel altijd) met de computer werkt.

vliegveld

havens en industrie

grens van de sez

Trek naar de stad  Bijna de helft van de Chinese bevolking is boer en woont op het platteland. De meeste boeren hebben geen machines en bewerken maar een klein stukje land dat niet eens hun eigendom is. Ze verbouwen soms net genoeg eten voor hun gezin. Het platteland in China is daarom nog steeds arm.  In de steden is veel industrie gekomen. Daarom trekken elk jaar miljoenen mensen van het platteland naar de steden. Ze zoeken werk in de fabrieken daar. Door de snelle groei van de Chinese industrie groeien de steden snel. Dat heet urbanisatie.  De Chinese overheid verbiedt de migratie vanaf het platteland niet, maar de arbeidsmigranten hebben geen rechten in de stad. Ze blijven ingeschreven in het dorp waar ze vandaan komen en hebben alleen dáár recht op onderwijs, kinderopvang en gezondheidszorg.

FIGUUR 9

FIGUUR 10

Met Chinees Nieuwjaar hebben de meeste Chinezen een week vakantie. Veel jonge mensen uit de industriesteden aan de kust zoeken dan hun familie in hun geboortedorp op. Op de stations is het dan enorm druk.

De ouders van Hui wonen en werken in Shenzen. Hui woont bij haar opa en oma op het platteland, 1.200 km verderop.

9 VERBANDEN LEGGEN EN VERKLAREN

Zwart begrip: herhaald begrip

Het is gevaarlijk werk, want er storten regelmatig gangen in. Als ik ergens anders geld mee kon verdienen, zou ik wel stoppen, maar dit is het enige werk dat hier is. Je moet geluk hebben: als je een hoop tin vindt, kun je rijk worden. De prijs van tin is erg hoog.’ Het grootste deel van de inwoners van Afrika is arm, maar de laatste jaren groeit de economie van het werelddeel steeds sneller. Afrika is rijk aan grondstoffen en er wordt veel handel gedreven met China. Wordt Afrika een rijk werelddeel?

een rijk

stedelijk gebied

FIGUUR 8

VAARDIGHEID

Multinationals in China maken miljoenen mobiele telefoons die over de hele wereld verkocht worden. Om deze toestellen te maken, is tin nodig, een metaal dat in Midden-Afrika veel te vinden is. Maar daarvoor moet er wel worden gegraven. Diep in het tropische regenwoud van de Democratische Republiek Congo heerst een soort goudkoorts. Mannen, vrouwen, maar ook kinderen werken in mijnen op zoek naar tin. Zweetdruppels staan op het gezicht van Mumbere (15) die net met een zak tinerts over zijn schouder de mijn uit komt. Hij vertelt: ‘De ondergrondse gangen zijn heel smal, daarom werken er veel kinderen. De tunnel waar ik nu werk, is nog geen meter hoog. Met een hamer en een pin sla ik stukken gele rots los. Het is daarbinnen erg benauwd, er komt maar weinig zuurstof de diepe gang in.

10 km

FIGUUR 7 Het lege westen van China.

Start Graven naar grondstoffen

5

1 : 1.000.000

De economie

China

China is een land met een eeuwenoude cultuur. Toen in Europa rond 1800 de industrie snel groeide, bleef China achter. Nu haalt het land die achterstand snel in. Hoe gebeurt dat en wat zijn de gevolgen daarvan?

Leertekst

0

2 China: de fabriek van de wereld

119

Start

Blauw begrip: nieuw begrip

Structuurtekens:  Hoofdzaak: waar gaat het stukje over?  Bijzaak of opsomming van verschillende punten  Voorbeeld of extra uitleg

Vaardigheid: wat moet je kunnen?

Zoom in In de Zoom in ga je dieper op een bepaald gebied of onderwerp in. Daarbij ga je actief aan de slag, meestal in een groepje. 32

Nederland in beweging

Zoom in Een groeiende wereldbevolking

1.800

2

33

Anders actief | Zoom in Een groeiende wereldbevolking

Er wonen 7 miljard mensen op aarde, maar in 2050 zullen dat er zo’n 9 miljard zijn. Kan onze planeet dit wel aan? In deze Zoom in onderzoek je de oorzaken en gevolgen van de groeiende wereldbevolking. Het beschikbare voedsel op aarde moet met steeds meer mensen gedeeld worden. Ook wordt het milieu bedreigd. Er worden bijvoorbeeld veel bossen gekapt om op die grond gewassen te verbouwen of woon- en leefruimte te creëren. Als er in een gebied zo veel mensen wonen dat er te weinig werk, woonruimte en voedsel is, is er sprake van overbevolking. Daardoor kunnen grote problemen ontstaan: een tekort aan drinkwater bijvoorbeeld, of te weinig werk voor iedereen. De verwachte bevolkingsgroei wordt vooral veroorzaakt door de ontwikkelingslanden. In arme landen als Uganda en Afghanistan krijgen mensen gemiddeld zes kinderen, terwijl mensen in rijke landen zoals de Verenigde Staten gemiddeld twee kinderen krijgen. In veel ontwikkelingslanden lukt het de overheid nu al niet om iedereen van voldoende eten te voorzien. Daarom is het belangrijk dat de bevolkingsgroei afneemt. In sommige delen van India bijvoorbeeld, neemt de overheid maatregelen om de bevolkingsgroei te beïnvloeden. Pasgetrouwde stellen krijgen daar geld van de regering als ze twee jaar wachten met het krijgen van kinderen. Dit noem je bevolkingspolitiek.

x 1 miljoen mensen

1.600 1.400 1.200 1.000 800

Wereldbevolking landen met de grootste bevolking

600 400

0

China

19,4%

200

Verenigde Staten Indonesië 1960

1980

2000

2020

2040

2060

2080

2100 jaar

41,9%

Bevolkingsontwikkeling van de grootste landen, 1950 - 2100 India

Indonesië

Tanzania

China

Pakistan

Ethiopië

Nigeria

Dem. Rep. Congo

Uganda

17,5%

Verenigde Staten

4,5%

Brazilië

3,4%

Pakistan

2,8%

Bangladesh

2,7%

Nigeria

2,4% 2,3% 1,2% 1,9%

Rusland Japan India overige landen

BRON 8 BRON 9 BRON 7

VAARDIGHEID 16 ONDERZOEK DOEN


5

Aan de leerling

Keuzemenu In het keuzemenu staan 3-4 onderwerpen. Je kiest zelf wat je wilt gaan doen. Daarbij werk je alleen, samen of in groepjes. 82

De multiculturele Verenigde Staten

83

Anders actief | Keuzemenu

5

Keuzemenu

Projecten Achter in het lesboek staan drie projecten. Daarin ga je een onderzoek doen. Meestal in meerdere lessen. Je kunt ook samenwerken met andere vakken.

C Indianen in de V.S.

A Nederland in de V.S.

In de V.S. leven zo’n 5 miljoen indianen. Ongeveer een kwart van hen woont in reservaten. Dat zijn speciale gebieden voor indianen, waarin ze voor een deel hun eigen regels mogen bepalen. In dit menu bekijk je waar de reservaten liggen en waarom ze juist daar liggen.

B Nationale parken

Wist je dat in het noorden van de V.S. een stad ligt met de naam Holland? In de buurt van Holland kom je nog meer Nederlandse namen tegen, zoals Zeeland en Van Buren Street. De Nederlandse namen stammen uit de tijd dat er veel Nederlanders naar de V.S. emigreerden. Ook in New York zijn er plekken met namen die herinneren aan Nederlanders. In dit keuzemenu onderzoek je welke plekken in Amerika een Nederlandse oorsprong hebben en hoe dat komt.

Begrippen Achter in het lesboek staan alle begrippen met definitie uit het hele boek.

In de V.S. liggen prachtige natuurgebieden. Ze trekken toeristen van over de hele wereld. Van de mooiste en bijzonderste natuurgebieden zijn nationale parken gemaakt. Sommige parken zijn wereldberoemd, zoals de Grand Canyon (bron 14). In dit keuzemenu maak je een presentatie over een nationaal park naar keuze. CANADA 13

0

500

1.000 km

1 : 50.000.000

7

3 2

4 12 15

10

11

5

9

Grote

Atlantis

che

1

Oc ea an

8

ea Oc an

Nieuw Nederland Een stukje van de V.S. heeft in het verleden bij Nederland gehoord. Nieuw Nederland heette dat gebied. De hoofdstad, Nieuw Amsterdam, lag op het eiland waar nu het centrum van New York, Manhattan, ligt. Nieuw Nederland heeft slechts vijftig jaar bestaan. Rond 1626 kochten de Nederlanders Manhattan van de indianen, maar in 1674 werd het ingeruild voor Suriname en kwam het in het bezit van de Engelsen. Nieuw Amsterdam kreeg toen de naam New York.

MEXICO

Go

lf va

n Mexico

14 6 0 250 500 km Nationale Parken in de Verenigde Staten 1:24.000.000 11 Great Sand Dunes 1 Grand Canyon 6 Everglades 12 Zion 2 Sequoia 7 Glacier 13 Mount Rainier 3 Yosemite 8 Yellowstone 4 Death Valley 9 Great Smoky Mountains 14 Biscayne 15 Canyonlands 5 Mesa Verde 10 Arches

Indianen Tot het moment dat de Europeanen Amerika ontdekten, woonden er alleen indianen. Ze woonden in groepen verspreid over het land. Toen er steeds meer immigranten kwamen, werden ze van hun land verdreven. Er volgden oorlogen en bloedige veldslagen die de indianen uitein-

BRON 13

delijk verloren. De indianen werden verjaagd naar de onvruchtbare stukken grond, vooral in het westen van de V.S. Tegenwoordig woont een deel van hen nog steeds in de reservaten. Anderen zijn in steden gaan wonen en hebben zich aangepast aan de Amerikaanse cultuur.

BRON 15

BRON 15

D Multiculturele beroemdheden Tot welke bevolkingsgroepen behoren beroemde Amerikanen? Je zoekt het uit in dit keuzemenu.

BRON 12

BRON 14 BRON 16

Finish In de Finish staan alle begrippen met definitie op een rij. 116

Landen in Europa

7

Finish Wat moet je kennen? akkerbouw 106 Vorm van landbouw waarbij gewassen als graan, mais en aardappelen op grote akkers worden verbouwd. bnp per inwoner 110 Het geld dat alle inwoners van een land in een jaar samen verdienen, gedeeld door het aantal inwoners van een land. bodem 106 Het bovenste deel van de grond, waarin de planten wortelen. bruto nationaal product (bnp) 110 Het geld dat alle inwoners van een land in een jaar samen verdienen. centraal geregeerd land 105 Een land waar alle beslissingen in de hoofdstad worden genomen. communisme 113 Politiek systeem waarbij de productiemiddelen (grondstoffen en machines) eigendom zijn van de staat. dienstensector 107 Zie tertiaire sector. emigratie/emigrant 104 Een land verlaten om ergens anders te gaan wonen. Als je dat doet, ben je een emigrant. Europees Parlement 109 De volksvertegenwoordiging (Tweede Kamer) van de Europese Unie. Europese Commissie 109 De groep eurocommissarissen (ministers) van de Europese Unie. Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) 108 Samenwerkingsverband tussen Duitsland, Frankrijk, Italië en de Benelux-landen om een nieuwe oorlog te voorkomen. Europese Unie (EU) 108 Groep van 28 landen in Europa die samenwerken, met als doel vrede en welvaart voor alle Europeanen. In de EU zijn de grenzen tussen de landen open.

exploitatiekolonie 110 Overzees gebied waar rijke landen vooral grondstoffen vandaan haalden. federale staat 105 Staat die bestaat uit deelgebieden die gedeeltelijk zelfstandig zijn. heuvelland 104 Gebied met heuvels tussen de 200 en 500 m hoogte. hoogoven 107 Fabriek die van steenkool en ijzererts ijzer en staal maakt. immigratie/immigrant 104 Een land binnenkomen om er te gaan wonen. Als je dat doet, ben je een immigrant. industrie 106 Bedrijven die met machines producten maken uit grondstoffen. invoerrechten 108 Een extra belasting op goederen uit het buitenland om bedrijven in het eigen land te beschermen. laagland 104 Gebied dat lager ligt dan 200 m. Er zijn weinig hoogteverschillen. landbouw 106 Het produceren van voedsel en andere producten door gewassen te verbouwen of dieren te houden. lichte industrie 107 Bedrijven die kant-en-klare eindproducten maken, zoals ze in de winkel worden verkocht. löss 106 Heel fijn zand, dat in de ijstijden door de wind werd neergelegd. middelgebergte 104 Gebied met bergen van 500 tot 1.500 m hoog. natuurlijke bevolkingsgroei 104 Wanneer er meer kinderen geboren worden dan dat er mensen sterven. primaire sector 106 De sector die bestaat uit bedrijven die grondstoffen uit de natuur halen. Raad van Ministers 109 Groep ministers uit de verschillende landen van de EU, die wetsvoorstellen moet goedkeuren.

117

Finish

regionale identiteit 105 Een combinatie van opvallende kenmerken in een regio. secundaire sector 106 De sector die bestaat uit bedrijven die de grondstoffen uit de primaire sector bewerken. tertiaire sector 106 De sector die bestaat uit bedrijven die diensten verlenen. Heet ook wel dienstensector. tuinbouw 106 Vorm van landbouw waarbij fruit wordt geteeld, bloemen worden gekweekt of groenten worden verbouwd. veeteelt 106 Vorm van landbouw waarbij dieren worden gehouden voor de productie van bijvoorbeeld vlees, melk, huiden of wol. Verenigde Naties (VN) 111 Organisatie voor vrede en ontwikkeling in de wereld, waarvan bijna alle landen van de wereld lid zijn. vestigingskolonie 110 Overzees gebied waar mensen uit de Europese landen gingen wonen. vestigingsoverschot 104 Het verschil tussen immigratie en emigratie als er meer immigranten zijn dan emigranten.

vrij verkeer van goederen 108 Afspraak om geen invoerrechten te heffen en zo de vrije handel te bevorderen. vrijemarkteconomie 113 Economisch systeem waarin bedrijven eigendom zijn van privépersonen of families. welvaart 108 Mate waarin iemand genoeg geld heeft om in zijn behoeften te kunnen voorzien. Gaat over het inkomen van mensen. zeeklimaat 104 Klimaat met koele zomers en zachte winters en het hele jaar door neerslag. zelfvoorzienend 113 Niet afhankelijk zijn van producten uit het buitenland. zware industrie 107 Bedrijven die veel grondstoffen gebruiken en producten maken die vaak nog moeten worden bewerkt.

Vaardigheden die je in dit hoofdstuk hebt geleerd: • 9 Verbanden leggen en verklaren • 11 Een mening vormen

3

FIGUUR 18 De Arc de Triomphe in Parijs werd gebouwd na de slag bij Austerlitz.

FIGUUR 19 Monument voor de vermoorde Joden in Europa in Berlijn.

Foto’s met kijkvragen in het werkboek

Beschrijven van ligging en landschap

.

Arnhem

45°

20° O.L.

52° N.B.

N.B

. 0

6° O.L.

FIGUUR 1 De absolute ligging van Arnhem.

150

300 km

1 : 30.000.000

FIGUUR 3 Hoe kun je meten hoeveel het in een gebied regent?

31

Van de haven naar de winkel

Kosten voor het vervoeren van goederen per vrachtwagen, trein en binnenvaartschip.

Aantal Kosten van containers het vervoer per van de haven voertuig van Rotterdam naar Emmerich vrachtwagen 1 € 3.000 trein 50 € 10.000 binnenvaartschip 300 € 15.000

Kosten per container

€ € €

W15

a Reken in W13 per vervoermiddel uit hoeveel het kost om één container van de Rotterdamse haven naar Emmerich te vervoeren. b Met welk vervoermiddel kun je een container het

Lees Nederland distributieland in je lesboek en bekijk figuur 11 en 13.

Voordelen (grijs) en nadelen (wit) van vervoermiddelen.

Vervoermiddel

Kosten goedkoop

duur

Hoeveelheid goederen veel weinig

W16

Anders actief

In deze opdracht moet jij de Tommy Hilfigerwinkels in Nederland, Duitsland, België, Luxemburg en Frankrijk bevoorraden. Ga naar www.degeo-online.nl en maak de opdracht die daar staat.

b Waarom is Nederland een goede plek om een Europees distributiecentrum neer te zetten?

1 5

 Mensen zijn afhankelijk van elkaar. Ouderen en werklozen worden in sommige landen bijvoorbeeld door de familie in huis genomen. Ouderen met rijke kinderen hebben het daardoor beter dan ouderen met weinig of arme kinderen. In Nederland betalen alle werkenden mee aan de uitkeringen voor ouderen. Iedere oudere krijgt evenveel (AOW). De vraag wie belangrijk voor je is en wie voor elkaar zorgen, is een sociale vraag.  Mensen hebben gewoonten en gebruiken. Daarin laten ze zien wat ze belangrijk vinden. Bijvoorbeeld hoe mensen omgaan met verschillen tussen mannen en vrouwen of hoe ze omgaan met geboorte en dood (onzekerheid). Dat verschilt van gebied tot gebied. Zulke kenmerken van een groep mensen noem je cultuur. Cultuur is aangeleerd.

2 Lees Welk vervoermiddel kies je? in je lesboek en bekijk figuur 12.

8

Schrijf twee goederen op die je per pijpleiding kunt vervoeren. 1

W14

,

rivier

stad

weg

spoorlijn, station

2

5

FIGUUR 5 Hoe zijn deze dieren aangepast aan het klimaat?

4

Beschrijven van bevolkingskenmerken

 Bij de beschrijving van een gebied hoort ook een be-

schrijving van de bevolking. Het gaat dan over hoeveel mensen er wonen en hoe ze over het gebied verspreid zijn: of ze bij elkaar wonen of juist verspreid. Bij het beschrijven van de bevolking gebruik je vaak getallen. Verder beschrijf je de kenmerken van het gedrag van de mensen in een gebied. Dat heeft grote invloed op hoe een gebied eruitziet. Als je een gebied beschrijft, beantwoord je daarom vaak vragen over het politieke, culturele, economische en sociale gedrag van de bevolking.  Vragen over de manier waarop mensen de macht in een gebied hebben verdeeld, zijn politieke vragen. Omdat in veel landen de beslissingen worden genomen door de overheid, gaat het bij politieke vragen vaak over regeringen en gemeentebesturen, en de wetten en regels die zij maken.  Mensen maken of produceren dingen. Daarvoor zijn productiemiddelen nodig, zoals grond, machines en arbeidsuren. Vragen over de economie gaan over hoe de productiemiddelen zijn verdeeld. De waarde van de productiemiddelen wordt vaak gemeten in geld. Bij economische vragen gaat het daarom ook vaak over rijk en arm.

Beschrijven van de ontwikkeling van een land

Bij het vergelijken van landen kijk je vaak naar hoe een land ontwikkeld is, hoe goed de mensen het er hebben. Je kunt daarbij letten op welzijn en welvaart. Bij welzijn kijk je naar de basisbehoeften, dat wat mensen echt nodig hebben om redelijk te kunnen leven. Bij welvaart kijk je naar andere kenmerken, zoals naar wat ze verdienen. In rijke landen hebben mensen een hoger inkomen, wonen ze meer in steden en werken ze minder in de landbouw.

6

Beschrijven van cultuur

Cultuur gaat over wat mensen belangrijk vinden en de gewoonten en gebruiken die daarbij horen. Veel gewoonten en gebruiken zijn in de geschiedenis van een land ontstaan, het zijn tradities. Vaak worden die gewoonten verbonden met het geloof van mensen. Of het beter is om doden te begraven, te verbranden of in een rivier weg te laten drijven, is niet met onderzoek bewezen. Culturen verschillen, maar ze zijn niet meer of beter. Mensen met dezelfde cultuur voelen zich met elkaar verbonden.

7

Inzoomen en uitzoomen

 Als je de ligging van een plaats of gebied beschrijft, kijk

je waar dat gebied ligt ten opzichte van andere gebieden. Je bekijkt dan in een groter gebied, waar dat gebied ligt. Dat heet uitzoomen: je gaat van een grotere afstand naar het gebied kijken. Andersom kun je een gebied ook van dichterbij gaan bekijken. Dat is inzoomen. Je bekijkt dan een kleiner stukje van het gebied nauwkeuriger.

Europese distributiecentra verspreiden goederen naar

De verbindingen tussen Nederland en het

LB

zijn

• wat distributie is • waarom Nederland een distributieland wordt genoemd • wat de voordelen en nadelen zijn van vervoermiddelen

Welk vervoermiddel kies je? u Er zijn verschillende vervoermiddelen:

WB

Een vrachtwagen is en brengt de goederen tot aan de

• W15: de voor- en nadelen van vervoermiddelen • W16: het uittreksel

Maar dit vervoer is vrij

Begrippen Betuweroute, binnenvaartschip, distributie, distributiecentrum, pijpleiding vervoermiddel

Een trein, zoals de kan

, goederen vervoeren, is en

www.degeo-online.nl

dan een vrachtwagen, maar kan niet

Betuweroute Arnhem

Nijmegen

Dordrecht

Een

is goedkoop, maar traag

en kan niet overal komen.

distributiecentrum

Rotterdam

5

u Distributiecentra staan overal in Nederland.

Utrecht

containeroverslag

0

Nederland distributieland

Maak het uittreksel in W16 af.

Wat moet je leren?

Doorvoer van Rotterdam naar Emmerich

haven

).

In een distributiecentrum worden goederen tijdelijk

en

vanuit

Kleur deze spoorlijn in W14. Het is de meest directe verbinding. g Met de trein en het binnenvaartschip kun je de containers wel / niet direct bij het distributiecentrum afleveren. Met een vrachtwagen kan dat wel / niet. h Wat is het nadeel van het vervoer van een container per vrachtwagen?

i

Uittreksel §3.

verspreid ( =

Herhaling

f

Je moet een container van de Rotterdamse haven naar een distributiecentrum in Emmerich in Duitsland vervoeren. In W14 zie je welke vervoermiddelen en routes je kunt kiezen.

Deur tot deur ja nee

u Vanuit de haven van Rotterdam worden goederen

7 Geef in W15 met een kruisje aan welke voor- en nadelen de vier vervoermiddelen hebben.

1

langzaam

Distributie

goedkoopst vervoeren? c Kleur in W14 de route van dat vervoermiddel vanuit de Rotterdamse haven naar Emmerich. d Schrijf twee nadelen van dit vervoermiddel op.

Snelheid snel

binnenvaartschip trein vrachtwagen pijpleiding

Een pijpleiding levert producten zoals

Emmerich

tot aan de deur en is altijd bruikbaar.

10 km

1 : 1.000.000

Vragen over een tekst uit het lesboek

Leeroverzicht Herhaling

Beschrijven van natuurlijke kenmerken

van een gebied die je niet altijd ziet, of waarvan je alleen de gevolgen ziet.  Elk gebied heeft een klimaat. Je beschrijft het klimaat door iets te vertellen over de temperatuur en de neerslag in het gebied en de verschillen tussen de seizoenen. Bij het beschrijven van het klimaat gebruik je vaak een grafiek.  De bodem is wat onder de grond zit, in de aarde. De bodem heeft vaak grote invloed op wat er in het landschap gebeurt, bijvoorbeeld welke planten er kunnen groeien of welke grondstoffen er kunnen worden gewonnen.  Welke planten en dieren er in een gebied kunnen leven, wordt voor een groot deel bepaald door het klimaat en de bodem.

25° O.L.

15° O.L.

5° O.L.

10° O.L.

W.L.

5° W.L.

10°

FIGUUR 2 Wat zie je in dit landschap?

 Je beschrijft bij aardrijkskunde ook natuurlijke kenmerken

.

N.B

W13

c Schrijf twee landen op die je vanuit Nederland in twee dagen met een vrachtwagen kunt bereiken.

141

Vaardigheden

FIGUUR 4 Wat zit er onder de grond in jouw omgeving?

50°

§3

2

Aardrijkskundige vragen

N.B

Anders actief 6

e Hoe heet de speciale goederenspoorlijn vanuit de Rotterdamse haven die je ook kunt gebruiken?

 Bij aardrijkskunde beschrijf je plaatsen en gebieden.

55°

Lees en bekijk figuur 9 in je lesboek.

a Waarom is het in het distributiecentrum van bol.com rond de feestdagen zo druk?

a Leg uit waarom Nederland een distributieland wordt genoemd.

Vaardigheden

3

Transportland Nederland

6

Vaardigheden

Beschrijven is het noemen van kenmerken. Als je de kenmerken van een gebied beschrijft, geef je antwoord op de vragen waar een plaats of gebied ligt, en hoe het er daar uitziet.  Je kunt de ligging van een plaats beschrijven ten opzichte van een andere plaats. Dat heet de relatieve ligging. Bijvoorbeeld: Rotterdam ligt 20 kilometer ten zuidoosten van Den Haag. Je kunt de ligging van een plaats ook absoluut beschrijven. Dan noem je de coördinaten van die plaats. De coördinaten geven altijd aan hoe ver een plaats van de evenaar en de nulmeridiaan ligt. Bijvoorbeeld: De absolute ligging van Arnhem is 52 graden noorderbreedte en 6 graden oosterlengte. Voor het beschrijven van de ligging zijn kaarten erg geschikt.  Bij de beschrijving van het landschap vertel je hoe het gebied eruitziet. Je vertelt hoe hoog het gebied ligt en of er hoogteverschillen zijn. Je beschrijft ook de ligging van wateren, dorpen, steden en wegen. Bij het beschrijven van het landschap gebruik je vaak foto’s en kaarten.

30

4

Aardrijkskunde gaat over veel verschillende onderwerpen, maar het gaat altijd over plaatsen en gebieden. De vraag die bij aardrijkskunde vaak wordt gesteld, is: waar? Vragen die met waar of waarom daar beginnen, noemen we daarom aardrijkskundige vragen.

2

Vragen over de figuren in het lesboek

Wat moet je kunnen?

Vaardighedenbijlage Hierin vind je alle vaardigheden voor het vak aardrijkskunde. In het werkboek oefen je deze vaardigheden.

1

Je begint altijd te werken vanuit je werkboek. Daar staan alle opdrachten. Die gaan over de tekst, foto’s, kaarten en diagrammen in het lesboek. Je moet heel vaak iets zelf doen, zoals kaarten kleuren of diagrammen maken. Je ziet in het boek vaak het symbool staan. Bijvoorbeeld in een paragraaf, of bij Zoom in en Keuzemenu. staat voor Anders actief. Dat betekent dat je op een andere manier dan in de gewone opdrachten aan de slag gaat. Meestal door zelf actief iets te maken of te onderzoeken. Soms kun je dan een aantal ‘gewone’ opdrachten overslaan.

b Is het rond de feestdagen in het distributiecentrum van een supermarkt ook druk? Waarom?

Begrippen van het hoofdstuk

140

Werkboek

Wat heb je nodig Lesboek

Atlas

Computer

Overige symbolen Vaardigheid

Samenwerking


6

De opkomst van BraziliĂŤ

Start

De opkomst van BraziliĂŤ

1


7

Start

Dromen over later ‘Zie je dat witte huisje met die zwarte auto voor de deur? Daar woon ik,’ zegt Lucas (13). ‘Als ik ’s ochtends naar school ga, kijk ik vaak even omhoog naar die mooie flat. Wat zou ik daar graag willen wonen. Stel je voor: een zwembad in de tuin én een op je balkon! Maar ja, om zo’n luxe appartement te kunnen betalen, heb je natuurlijk veel geld nodig. En om aan zo veel geld te komen, moet je een goede baan hebben ... Mijn vader zegt dat het goed gaat met Brazilië. Veel mensen verdienen meer dan vroeger. Kijk maar naar de auto’s bij ons in de wijk. Een paar jaar geleden zag je ze hier niet, nu staan ze overal geparkeerd. Onze auto is drie weken oud, gekocht met het geld dat mijn moeder verdient met haar nieuwe baan.

Hopelijk verdien ik later ook veel geld. Dan koop ik alleen geen auto, maar een huis. Je weet vast wel waar. Ik twijfel alleen nog over de verdieping: bovenaan voor het uitzicht, of lekker dicht bij de tennisbaan en het zwembad ... Wat zou jij doen?’


8

De opkomst van Brazilië

§

1

1 Brazilië: landschap en bevolking

Brazilië

Brazilië beslaat bijna het hele werelddeel Zuid-Amerika. Hoe ziet het land eruit en wie wonen er? En hoe zijn de mensen over het land verdeeld?

FIGUUR 1 Het Amazonegebied.

Groot land, grote bevolking  Brazilië is het grootste land van Zuid-Amerika. Er zijn

in de wereld maar vier landen groter.  Brazilië heeft 200 miljoen inwoners. Ze wonen erg ongelijk verspreid over het land. De meeste mensen wonen langs de kust en in het zuidoosten. Hier liggen de miljoenensteden São Paulo (20 miljoen inwoners) en Rio de Janeiro (12 miljoen). Het binnenland is juist leeg: daar is de bevolkingsdichtheid laag.

 In het grensgebied met Bolivia en Paraguay ligt een groot moeras, de Pantanal. Omdat het elk jaar een paar maanden overstroomt, wonen er maar heel weinig mensen.

Atla ntis che

Oc ea a n

Vier landschappen BRAZILIË

Brasília Brazilië: bevolkingsdichtheid aantal inwoners per km² 0-2 2-5

Rio de Janeiro São Paulo

meer dan 100 stad met meer dan 1 miljoen inwoners

c

25 - 100

he

O

n aa ce

nt is

eaan

5 - 25

At la

Grote Oc

 In Brazilië vind je vier verschillende landschappen.  In het noordwesten van Brazilië tot aan de kuststrook komt tropisch regenwoud voor. Het Amazoneregenwoud is het grootste tropische regenwoud ter wereld. Het is er altijd warm en het regent er veel. De grond is vlak, maar erg onvruchtbaar. Daarom is het gebied niet zo geschikt voor landbouw.  In het noordoosten ligt het droogste en heetste gebied van Brazilië. Het is een steppe waar bijna niets groeit. Veel bewoners verlaten dit gebied.  Ten zuiden van het tropische regenwoud ligt een savanne. De zomers zijn er nat en de winters droog. Hier beginnen steeds meer boeren een grootschalige sojaplantage.

0

250

500 km

1 : 50.000.000

FIGUUR 2


§1

9

Brazilië: landschap en bevolking

Bevolkingssamenstelling Brazilië overig 0,9%

onbekend 0,7%

zwart 6,2%

gemengd 38,5%

FIGUUR 3 (Over)leven in de droge steppe.

blank 53,7%

FIGUUR 4

Verstedelijking  Acht op de tien Brazilianen wonen in een stad. De

verstedelijking zorgt voor problemen. Dat is goed te zien in São Paulo. Daar is een groot gebrek aan huizen, banen en wegen. De stad kan zo veel mensen en verkeer niet aan. Automobilisten staan elke dag urenlang vast in het verkeer. Nieuwkomers in de stad zijn gedwongen zelf een huisje in elkaar te timmeren. Daardoor zijn grote zelfbouwwijken ontstaan. En elk jaar komen er weer nieuwe mensen en auto’s bij.  De regering probeert de problemen van de verstedelijking op te lossen door het binnenland beter bewoonbaar te maken. Overal worden wegen aangelegd, ook dwars door het Amazonegebied. Arme boeren mogen er gratis een stukje grond in gebruik nemen. De regering hoopt dat mensen daardoor willen verhuizen vanuit de drukke kuststeden naar het lege binnenland.

 Tussen 1500 en 1889 was Brazilië een kolonie van Portugal. De Portugezen lieten slaven op hun suikerrietplantages werken. Nederlandse handelaren brachten zo’n 10 miljoen slaven uit Afrika naar Brazilië. Veel nakomelingen van die slaven wonen nog steeds in Brazilië, net als veel nakomelingen van de Portugezen.  Tussen 1890 en 1930 arriveerden duizenden immigranten uit Europa en Japan.  Aan het uiterlijk van de Brazilianen kun je goed zien dat Brazilië een gemengde bevolking heeft. Je ziet mensen met een heel lichte huid, met een heel donkere huid en alles daar tussenin. FIGUUR 5 Rijke zakenmensen ontlopen de files van São Paulo.

Gemengde bevolking  Het Braziliaanse volk is een mix van bevolkingsgroepen.

Ze hebben Europese, Aziatische, Afrikaanse en indiaanse voorouders.  Voor de komst van de Europeanen werd Brazilië bewoond door indianen. Tegenwoordig wonen er nog zo’n 900.000 indianen in Brazilië. VAARDIGHEID

1 AARDRIJKSKUNDIGE VRAGEN

VAARDIGHEID 12 KAARTLEZEN


10 §

De opkomst van Brazilië

1

2 Arm en rijk in Brazilië

Brazilië wordt steeds welvarender. Hoe is die welvaart over de bevolking verdeeld? En waar wonen de rijken en waar de armen?

Grote verschillen in rijkdom  Het gaat economisch goed met Brazilië: het bruto nationaal product (bnp) wordt steeds hoger. Maar van die toenemende welvaart profiteert niet iedereen.  Er is een groeiende groep superrijken. Ze vliegen in helikopters, bezitten meerdere huizen en gaan weekendjes weg naar New York en Parijs. Ze wonen vooral in het zuidoosten van Brazilië.  De middenklasse is de laatste jaren sterk gegroeid. Miljoenen mensen zijn niet arm meer, maar ze zijn ook niet superrijk. Ze verdienen genoeg om bijvoorbeeld een smartphone, een televisie of zelfs een auto te kopen.  Een kwart van de bevolking is nog altijd arm. Deze mensen kunnen niet in hun basisbehoeften voorzien. Ze wonen vaak in zelfgebouwde primitieve huisjes. En als ze ziek zijn, is er geen geld om naar een arts te gaan. De meeste arme mensen wonen in het noordoosten en in de grote steden.

Ontwikkeling van het bnp per inwoner in Brazilië, 1980 - 2014 (in euro's) 10.000

FIGUUR 7 Uitzicht vanuit een favela (Rocinha) in Rio de Janeiro.

euro

Rijk in Rio: Ipanema 8.000

 In Rio de Janeiro wonen arm en rijk heel dicht bij elkaar,

6.000 4.000

2014

2010

2005

2000

1995

1990

1985

0

1980

2.000

jaar

FIGUUR 6

VAARDIGHEID

maar wel in aparte wijken.  Een van de duurste wijken van Rio is Ipanema. Hier wonen de rijken in dure torenflats op een smalle strook land aan zee. In andere delen van de stad wonen de superrijken in gated communities. Dat zijn zwaarbewaakte woonbuurten met een hoge muur of een hek eromheen. Arme mensen zijn daar alleen welkom als de rijken hen nodig hebben, bijvoorbeeld om het huis schoon te maken of de tuin te onderhouden. Straathandelaren en bedelaars mogen de buurt niet in.  In Ipanema vind je luxe voorzieningen, zoals toprestaurants, kunstgaleries en de duurste kledingwinkels.

5 BESCHRIJVEN VAN DE ONTWIKKELING VAN EEN LAND


11

Arm en rijk in Brazilië

ken naar Rio de Janeiro in de hoop op een beter leven. Hierdoor groeit het aantal inwoners van de stad snel. Maar omdat er in de stad niet genoeg betaalbare huizen zijn, bouwen ze zelf een huis van goedkope materialen. Deze huizen staan in favela’s. Dat is de Braziliaanse naam voor een krottenwijk.  De favela’s liggen op plekken waar eigenlijk niemand wil wonen: op steile berghellingen, in de berm van snelwegen of langs een spoorlijn.  De favela’s waar de nieuwkomers gaan wonen, zijn het allerarmst. Er is vaak geen schoon drinkwater en geen riool. De huizen bestaan uit golfplaten en bouwafval.  In oudere favela’s zijn de meeste woningen van steen. Met het geld dat de bewoners verdienen, hebben ze hun huis gedurende vele jaren verbeterd. Een van die wijken is Rocinha, de grootste favela van Rio. De huisjes staan dicht op elkaar, maar er is stromend water en een soort rioolstelsel. Veel bewoners hebben televisie en een scooter of motor.  De meeste favelabewoners werken in de rijkere delen van de stad, als ober in een restaurant of als nachtwaker in een hotel. Anderen verdienen hun geld in de informele sector. Ze verkopen bijvoorbeeld zonnebrillen op het strand of ze doen het huishouden bij een rijke familie.

 In Rocinha vind je inmiddels veel ‘normale’ voorzieningen, zoals een computerschool, een bibliotheek en McDonald’s. In de nieuwere favela’s zijn nog nauwelijks voorzieningen aanwezig.

0

Amapá

Amazonas

Acre Rondônia

500

1.000 km

1 : 53.500.000

Roraima

At lan

tisc he O ceaan

Pará

Maranhão Ceará Rio Grande do Norte Paraíba Piauí Pernambuco Alagoas Tocantins Sergipe Bahia Mato Grosso Distrito Federal Goiás Minas Gerais Mato Grosso Espírito Santo do Sul

Bnp per inwoner in Brazilië, 2010 in euro 2.000 - 3.500 3.500 - 5.000 5.000 - 6.500 6.500 - 8.000 8.000 - 20.000

Paraná

Rio de Janeiro São Paulo Santa Catarina

Rio Grande do Sul

ce aa n

 Veel werkloze en arme boeren uit het noordoosten trek-

O

Arm in Rio: Rocinha

ch ti s lan t A

e

§2

FIGUUR 8

FIGUUR 10 Rocinha: de grootste favela van Rio de Janeiro.

FIGUUR 9 Ipanema: een smalle strook rijkdom.

VAARDIGHEID

7 INZOOMEN EN UITZOOMEN

VAARDIGHEID

8 VERGELIJKEN


12

De opkomst van Brazilië

§

1

3 Booming Brazilië

FIGUUR 11 Oneindige sojavelden vlak bij Brasília.

Het gaat goed met de economie van Brazilië. Hoe is dat te verklaren? Door de groeiende welvaart is er steeds meer energie nodig. Waar haalt Brazilië die energie vandaan?

x 1 miljard euro 7.000

6.000

Snelgroeiende economie  Brazilië is een opkomend land. Dat is een land dat nog

niet echt ontwikkeld is, maar dat wel een snelle groei van de productie en de welvaart doormaakt. Brazilië behoort samen met Rusland, India en China tot de BRIC-landen. Het zijn de vier belangrijkste opkomende landen in de wereld. Er zijn twee oorzaken voor de snelle groei van de economie van Brazilië.  Steeds meer Brazilianen hebben een goede baan. Vroeger werkten de meeste Brazilianen in de landbouw. Tegenwoordig zijn de meeste banen te vinden in de dienstensector. Met het verdiende geld kopen ze allerlei luxegoederen zoals auto’s, smartphones en airconditioners. In Brazilië worden steeds meer goederen verkocht.  Door de globalisering is de uitvoer enorm toegenomen. Brazilië is wereldwijd de grootste exporteur van bijvoorbeeld koffie, rietsuiker, sinaasappelsap, sojabonen en rundvlees. Ook veel auto’s en vliegtuigen komen uit Brazilië.

5.000

4.000

3.000

2.000

1.000

0

2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 jaar Bruto nationaal product van de BRIC-landen, 2003 - 2013 Brazilië India Rusland

FIGUUR 12

China


§3

13

Booming Brazilië

 Brazilië heeft veel natuurlijke hulpbronnen, zoals goud, ijzererts en uranium. Vroeger werden deze grondstoffen alleen onbewerkt verkocht aan andere landen. Tegenwoordig worden veel grondstoffen gebruikt in de eigen industrie. Dat levert meer geld en banen op. Ook daardoor groeit de economie.

Meer welvaart vraagt meer energie  De bevolking van Brazilië groeit. En door de toenemende

FIGUUR 13 Suikerriet.

Een mooie toekomst?  De verwachting is dat de economie van Brazilië ook in de toekomst zal blijven groeien. Daarvoor zijn twee redenen.  Brazilië heeft voldoende vruchtbare grond en water om nog meer landbouwgewassen te verbouwen. De opbrengst neemt toe doordat steeds meer boeren kunstmest en bestrijdingsmiddelen gebruiken. Dat kost wel veel geld, maar daardoor kunnen ze meer gewassen produceren en verkopen. Hun inkomen stijgt. En dat betekent een stijging van het bruto nationaal product (bnp) van Brazilië.

Braziliaanse vliegtuigen De fabriek van Embraer ligt vlak bij São Paulo. Na Airbus en Boeing is Embraer de grootste vliegtuigbouwer ter wereld. Ook KLM bestelt hier vliegtuigen. Bij Embraer werken 17.000 mensen. Een van die mensen is Felipe. Hij spuit de staart van de vliegtuigen in de juiste kleuren. Nu doet hij dat nog met de hand. ‘Binnenkort zal ik in de V.S. leren hoe je een nieuwe schilderrobot moet bedienen,’ zegt Felipe. ‘De robot kan sneller schilderen dan ik. Zo kan Embraer in een jaar nog meer vliegtuigen bouwen.’

welvaart gebruiken zij steeds meer energie. Mensen kopen nu energieverslindende apparaten, zoals computers, televisies en auto’s. En er komen meer bedrijven die ook allemaal energie gebruiken. Brazilië heeft veel mogelijkheden om de energieproductie uit te breiden.  Door de vondst van een nieuw aardolieveld voor de kust bij Rio de Janeiro heeft Brazilië een grote voorraad olie. Daardoor is het land plotseling een van de grootste aardolielanden ter wereld.  In Brazilië wordt het meeste suikerriet van de hele wereld verbouwd. Van de suiker wordt bio-ethanol gemaakt. Dat is een soort alcohol uit suikerriet die gebruikt kan worden als brandstof voor auto’s. Ongeveer de helft van de auto’s in Brazilië rijdt erop.  Dankzij grote rivieren en genoeg reliëf kan Brazilië veel energie opwekken met behulp van waterkracht. De Braziliaanse regering bouwt daarom reusachtige stuwdammen die hele regio’s van energie kunnen voorzien. Ook worden er kleinere dammen gebouwd. Dat gebeurt vooral in gebieden die de regering economisch wil ontwikkelen.

Energieverbruik in Brazilië, 2012 overig duurzaam 4% steenkool 5% biomassa (o.a. hout) 9% aardgas 12% waterkracht 14%

FIGUUR 15 FIGUUR 14

uranium 2%

aardolie 39%

suikerriet 15%


14 §

De opkomst van Brazilië

1

4 Bronnen: Het Amazonegebied

Het grootste tropische regenwoud ter wereld is het Amazoneregenwoud. Mag dit bos ontwikkeld worden door de mens? Of moet het juist beschermd worden?

Ontbossing Tropisch regenwoud Het Amazoneregenwoud dankt zijn naam aan de rivier de Amazone. Die stroomt dwars door het uitgestrekte tropische regenwoud van Zuid-Amerika. In dit altijd warme en vochtige bos groeien veel soorten planten en bomen. Die groeien in etages: de woudreuzen steken overal bovenuit. Daaronder heb je een dicht bladerdek van bomen tussen de 20 tot 35 m hoog. Jonge bomen, struiken en kruiden groeien in de schemering daaronder. Op de grond en in het altijd groene bladerdek leven veel verschillende diersoorten, zoals jaguars, apen, papagaaien, slangen en krokodillen.

Grote stukken van het Amazoneregenwoud zijn gekapt. Sinds 1970 is al een vijfde deel van het bos verdwenen. Dat is dertig keer de oppervlakte van Nederland! De ontbossing gaat vanwege verschillende oorzaken nog steeds door. Boeren kappen veel bos voor hun vee of hun akkers. Energiemaatschappijen kappen bos en laten deze gebieden onder water lopen voor de aanleg van stuwdammen. Mijnbouwbedrijven halen de bomen en planten weg om bij de grondstoffen te kunnen die in de bodem zitten. BRON 2

Ongeopende schatkist

BRON 1

Indianen In het Braziliaanse deel van het tropische regenwoud wonen zo’n 250.000 indianen. Canare is een van hen. Hij vertelt: ‘In het regenwoud vinden we alles wat we nodig hebben: vlees, vis, bosvruchten en planten om ziekten mee te genezen. Op een kleine akker verbouwen we wat groenten, fruit en granen.’ De regering wijst bepaalde gebieden aan waar de indianen mogen leven. Veel boeren en energiemaatschappijen accepteren de grenzen van de reservaten niet. En wanneer de regering het gebied voor mijnbouw of de aanleg van een weg wil gebruiken, moeten de indianen weg. Dit leidt tot conflicten.

Brazilië heeft veel vruchtbare grond, maar vrijwel alle goede landbouwgrond is in het bezit van grootgrondbezitters. Dat zijn boeren met veel land. Het gevolg is dat miljoenen kleine boeren geen eigen land hebben. Ze pachten (= huren) het van de grootgrondbezitters. Dat is erg duur, waardoor ze nauwelijks geld overhouden om van te leven. Het Amazonegebied is voor deze boeren de enige mogelijkheid om zelf land te bezitten. Ze hopen daarmee een beter leven te krijgen. Ook grote soja- en veeboeren, mijnbouwbedrijven en energiemaatschappijen zien kansen in het Amazonegebied. Zij zien het Amazonegebied als een schatkist die nog geopend moet worden: er is veel land, de bodem zit vol grondstoffen als goud, uranium en ijzererts en de rivieren zijn zeer geschikt voor het opwekken van energie. BRON 4

BRON 3

VAARDIGHEID

3 BESCHRIJVEN VAN NATUURLIJKE KENMERKEN


§4

15

Bronnen: Het Amazonegebied

GUYANA

COLOMBIA

SURINAME

At

Balbina Stuwmeer

A

ma

Manaus

Ontwikkeling van het Amazonegebied

lan ti

sch e

tropisch regenwoud

Oceaan

veel ontbossing landbouw

Ma

Belém

one Amaz

grote veeboeren IJ

B

waterkrachtcentrale aardolie

z one Coari

gu Xin

Tucuruí Stuwmeer G

aardgas Transamazoneweg

Marabá

hoofdweg rivier

IJ

stad T

Aragu aia

Porto Velho

PERU

G

goud

B

bauxiet

Ma

mangaan

T

tin

IJ

ijzer

BOLIVIA Brasília

0

250

500 km

1 : 22.000.000

BRON 5

Illegale ontbossing Natuurorganisaties en de indianen die in het bos leven, vinden dat het tropische regenwoud beschermd moet worden. De regering van Brazilië heeft stukken van het regenwoud aangewezen als beschermd bosgebied. Daar mogen officieel geen bomen gekapt worden. Maar dat gebeurt toch illegaal. Het regenwoud is veel te groot om alles goed te kunnen controleren. Ook zijn veel lokale bestuurders corrupt. In ruil voor wat geld krijgen boeren en mijnbouwbedrijven toestemming om een beschermd stuk bos te kappen. De natuurorganisaties en de indianen kunnen niet voorkomen dat op deze manier grote stukken bos verdwijnen. BRON 6 BRON 8

Wegen helpen de ontwikkeling 80% van de ontbossing vindt plaats binnen 30 km van een weg.

Ontbossing in het Amazonegebied x 1.000 km² 35 30 25 20 15 10 5 0 1990

1995

BRON 7

2000

2005

2010 jaar


16

De opkomst van Brazilië

Zoom in Belo Montedam De groeiende Braziliaanse economie heeft steeds meer energie nodig. In het hele land worden daarom stuwdammen gebouwd. Met een stuwdam kan hydro-elektriciteit opgewekt worden. Dat is elektriciteit uit waterkracht. Veel van die nieuwe stuwdammen komen in het Amazonegebied. De op drie na grootste stuwdam ter wereld is daar in aanbouw: de Belo Montedam (bron 10). De dam heeft al een bijnaam gekregen: de Belo Monstre. Uit die bijnaam blijkt dat niet iedereen blij is met de nieuwe stuwdam. De protesten zijn fel en al jaren aan de gang (bron 11). Toch gaat de bouw gewoon door. Wie zijn de voorstanders van de dam en wie zijn de tegenstanders? En waarom zijn ze voor of tegen? Dat gaan jullie uitzoeken. 1 ‘We hebben alle energiebronnen in Brazilië op een rijtje gezet. Waterkracht scoort het beste: het is goedkoper en beter voor het milieu dan aardolie en aardgas.’

2 ‘De dam is schadelijk! Veel planten en dieren verdwijnen voorgoed!’

3

6 ‘Wij bouwen bootliften bij de dam. De mensen kunnen dus gewoon over de rivier blijven varen. Ook zorgen we ervoor dat vissen voorbij de dam kunnen zwemmen.’

7 ‘De dam verwoest onze landbouwgronden en visgebieden. Daardoor verlies ik – en 30.000 anderen – mijn werk.’

8 ‘Dagelijks werken 20.000 van mijn mensen aan de dam.’

‘Er moeten zeker wat mensen verhuizen, maar wij zorgen in opdracht van de regering voor nieuwe huizen en scholen. Veel mensen gaan er dus op vooruit.’

9 ‘De bouw van de Belo Montedam zal in het gebied voor zo’n 40.000 banen zorgen.’ 4 ‘Veel mensen zullen naar de regio migreren. Deze mensen willen profiteren van de ontwikkeling in het gebied. De migratie zal leiden tot nog meer ontbossing.’

5 ‘De dam verwoest het leefgebied van de plaatselijke bewoners. Wij leven hier van het bos en de rivier.’ BRON 9

10 ‘Het Amazonegebied heeft energie nodig om zich te ontwikkelen. De dam kan straks 23 miljoen gezinnen van stroom voorzien.’

1


17

Anders actief | Zoom in Belo Montedam

11 ‘Plaats windmolens en gebruik zonne-energie. Daar is geen ontbossing voor nodig.’

12 ‘De dam zal zo’n 1.500 km2 tropisch regenwoud verwoesten. Een deel komt onder water te staan. Een deel van de rivier de Xingu zal juist opdrogen.’

BRON 10

Tekening van de Belo Montedam.

BRON 11

Protest tegen de dam.

13 ‘Natuurlijk zijn er protesten. Maar de lokale bewoners willen hetzelfde als alle Brazilianen: betere scholing, gezondheidszorg, stroom, werk en inkomen. De Belo Montedam zal ervoor zorgen dat de plaatselijke bewoners dat krijgen.’

14 ‘Wist je dat 20.000 tot 40.000 mensen moeten verhuizen door de dam? De meeste wonen in het lagergelegen deel van het stadje Altamira.’

15 ‘De rivier de Xingu is onze enige “weg”. Door de dam kunnen veel mensen niet meer naar hun werk of naar de winkels in Altamira.’

16 ‘We moeten een klein stukje bos onder water laten lopen, dat klopt. Maar als ik moet kiezen tussen een paar bomen en het geld dat mijn werknemers en ikzelf verdienen aan de bouw ...’

VAARDIGHEID 11 EEN MENING VORMEN


18

De opkomst van Brazilië

1

Keuzemenu A Brasília: een compleet nieuwe hoofdstad In 1956 kiest het Braziliaanse volk Kubitschek tot president. Hij belooft de Brazilianen binnen drie jaar een compleet nieuwe hoofdstad: Brasília. Kubitschek kiest voor een plek in het binnenland, 1.000 km van Rio de Janeiro. Daar waren geen steden, spoorlijnen of zelfs maar verharde wegen in de buurt! Een lastige plaats om

een complete stad uit de grond te stampen, maar het project lukte. In 1960 was de gloednieuwe hoofdstad Brasília klaar. De wijkindeling van de stad is bedacht door Lúcio Costa. Het was zijn idee om de stad te bouwen volgens het ‘plano piloto’. Ontdek met dit keuzemenu waarom deze stad zo bijzonder is.

BRON 12

B Fotospel Weet jij waar in Brazilië de foto’s uit bron 13 genomen zijn? Met behulp van een kaart, de atlas en een aantal hints ga je dat uitzoeken. Wie heeft met de minste hints straks de meeste plaatsnamen goed?

BRON 13

A

B

C

D

E

F

G

H


19

Anders actief | Keuzemenu

C Klimaatdiagrammen In dit hoofdstuk heb je geleerd dat de meeste Brazilianen langs de kust en in het zuiden wonen. Dat heeft voor een groot een deel te maken met het klimaat. In dit menu zoek je bij zes klimaatgrafieken de naam van de juiste Braziliaanse stad. A 500

B

mm

ºC

30 25

400

500

C

mm

ºC

25

400

20 300

200

j

f m a m

j

j

a

s

o n d maand

0

100

5

j

f m a m

j

j

a

s

o n d maand

0

ºC

30 25

500

ºC

30 25

400

j

f m a m

j

j

a

s

o n d maand

0

s

o n d maand

500

mm

ºC

20 15

100

5

j

f m a m

j

j

a

s

o n d maand

0

10 100

0

5

j

f m a m

j

j

a

s

o n d maand

BRON 14

D In beeld: arm en rijk in São Paulo Wist je dat de foto van de Start is genomen in São Paulo? In de televisieserie Arm & rijk onderzoekt presentator Jan Leyers wat het betekent om rijk of arm te zijn in deze stad. Bekijk het fragment uit de uitzending en beantwoord de vragen in het werkboek. BRON 15

30 25

400

10

0

0

200

10 5

a

15 200

100

j

300

15 200

j

0

5

20 300

f m a m

100

F

mm

20 300

j

10

E

mm

400

0

15 200

D 500

20

10

0

30 25

400

15 200

5

ºC

300

10 100

500

20 300

15

0

30

mm

0


20

De opkomst van Brazilië

1

Finish Wat moet je kennen? basisbehoefte 10 Iets wat iedereen nodig heeft om redelijk te kunnen leven. Er zijn vier basisbehoeften: voedsel, huisvesting, gezondheidszorg en onderwijs. bevolkingsdichtheid 8 Het gemiddelde aantal inwoners per vierkante kilometer (inw/km2). bevolkingsgroep 9 Groep mensen met dezelfde herkomst die samen in een bepaald gebied leven. bio-ethanol 13 Een soort alcohol uit suikerriet die gebruikt wordt als brandstof voor auto’s. BRIC-land 12 Verzamelnaam voor de vier belangrijkste opkomende landen in de wereld: Brazilië, Rusland, India en China. bruto nationaal product (bnp) 10 Het geld dat alle inwoners van een land in een jaar samen verdienen. corrupt 15 Als iemand stiekem geld aanneemt en in ruil daarvoor mensen voortrekt of diensten bewijst. Heet ook omkoopbaar. dienstensector 12 De sector die bestaat uit bedrijven die diensten verlenen. Bijvoorbeeld: restaurants, cafés, brandweer of onderwijs. economie 12 Gaat over het maken van producten en over geld verdienen. etage 14 Boomkruinen op verschillende hoogten in een bos. favela 11 Braziliaanse naam voor een krottenwijk (zelfbouwwijk). gated community 10 Zwaarbewaakte woonwijk met een hoge muur of een hek eromheen. globalisering 12 De steeds verdergaande uitwisseling van mensen, geld, goederen en ideeën over de hele wereld.

FIGUUR 16

grondstof 13 Ruw materiaal, zoals ijzererts of cacaobonen, dat nog bewerkt moet worden om er een product van te maken. hydro-elektriciteit 16 Opwekking van energie met behulp van vallend of stromend water. Heet ook waterkracht. informele sector 11 Niet-officiële werkzaamheden, zoals schoenpoetser en straatverkoper. De mensen die in deze sector werken, staan niet als werkenden ingeschreven en betalen geen belasting. kolonie 9 Een overzees gebiedsdeel van een Europees land. krottenwijk 11 Een zelfbouwwijk met slechte huizen, weinig voorzieningen en onzekerheid voor de bewoners of ze er mogen blijven wonen. landbouw 8 Het produceren van voedsel en andere producten door gewassen te verbouwen of dieren te houden. middenklasse 10 Groep mensen met een gemiddeld inkomen: ze zijn niet rijk en niet arm.


21

Finish

FIGUUR 17

natuurlijke hulpbronnen 13 Producten uit de natuur die mensen goed kunnen gebruiken. ontbossing 14 Het kappen van bossen. opkomend land 12 Land dat nog niet echt ontwikkeld is, maar dat wel een snelle groei van de productie en de welvaart doormaakt. reliëf 13 Hoogteverschillen in het landschap. savanne 8 Grote grasvlakte in tropische gebieden met hier en daar wat bomen. steppe 8 Boomloze grasvlakte in een droog gebied. tropisch regenwoud 8 De bossen in de warme en vochtige gebieden rond de evenaar. verstedelijking 9 De groei van de steden. voorziening 10 Iets waar mensen gebruik van kunnen maken, zoals een winkel, school, bibliotheek, dokterspraktijk, park of speelveldje.

waterkracht 13 Zie hydro-elektriciteit. welvaart 10 Mate waarin iemand genoeg geld heeft om in zijn behoeften te kunnen voorzien. Gaat over het inkomen van mensen. zelfbouwwijk 9 Wijk met primitieve huizen die door de mensen zelf worden gebouwd.

Wat moet je kunnen? Vaardigheden die je in dit hoofdstuk hebt geleerd: • 1 Aardrijkskundige vragen • 3 Beschrijven van natuurlijke kenmerken • 5 Beschrijven van de ontwikkeling van een land • 7 Inzoomen en uitzoomen • 8 Vergelijken • 11 Een mening vormen • 12 Kaartlezen


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.