Geschiedenis voor de onderbouw Leesboek 1 vmbo-t | havo
Feniks, geschiedenis voor de onderbouw van het vmbo
Geschiedenis voor de onderbouw Leesboek 1 vmbo-t | havo
9006466058_omslag.indd 1
23/01/15 14:21
9006466058_bw.indb 128
11-11-13 14:25
Geschiedenis voor de onderbouw Leesboek 1 vmbo-t | havo
Auteurs Christa Dekkers Ronald den Haan Juul Lelieveld Jan-Wolter Smit Ronald Stroo Eindredactie Eugenia Smit
FEN_TH_LB_Ho1.indd 1
11-11-13 15:32
Inhoud Zo werk je met Feniks 4
Over ThiemeMeulenhoff ThiemeMeulenhoff ontwikkelt zich van educatieve uitgeverij tot een learning design company. We brengen content, leerontwerp en technologie samen. Met onze groeiende expertise, ervaring en leeroplossingen zijn we een partner voor scholen bij het vernieuwen en verbeteren van onderwijs. Zo kunnen we samen beter recht doen aan de verschillen tussen lerenden en scholen en ervoor zorgen dat leren steeds persoonlijker, effectiever en efficiënter wordt.
De tijd indelen 6
tijd van jagers en boeren
1 Leven van de natuur 8
Samen leren vernieuwen.
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6
www.thiememeulenhoff.nl
ISBN 978 90 06 466058 Tweede druk, vijfde oplage, 2017 © ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2013 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Op zoek naar voedsel 10 Jagers werden boer 12 Boeren in onze streken 14 Egypte: geschenk van de Nijl 16 Goden en mummies 18 Afsluiting 20 Keuzeopdrachten 22
tijd van grieken en romeinen
2 De oude Grieken 26
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl.
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
Griekse stadstaten 28 Oorlogen om vrijheid en macht 30 Griekse goden en helden 32 De erfenis van Alexander de Grote 34 Vrijheid om te denken 36 Afsluiting 38 Keuzeopdrachten 40
De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
Deze uitgave is volledig CO2-neutraal geproduceerd.
Het voor deze uitgave gebruikte papier is voorzien van het FSC®-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.
3000 v. Chr.
1
v. Chr.
FEN_TH_LB_Ho1.indd 2
500
na Chr.
21/03/17 10:07
tijd van grieken en romeinen
3 Imperium Romanum 44
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
Van stadstaat tot wereldrijk 46 Langs de Limes 48 Brood en spelen 50 Het christendom 52 Het einde van het Romeinse Rijk 54 Afsluiting 56 Keuzeopdrachten 58
tijd van monniken en ridders
4 Vechten, werken, bidden 62
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
De koning en zijn leenmannen 64 Boeren en ridders 66 De kerk en de geestelijken 68 De islam 71 De Vikingen: rovers of handelaren? 74 Afsluiting 76 Keuzeopdrachten 78
tijd van steden en staten
5 Steden en burgers 82
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6
Werken in de stad 84 Baas boven baas 86 Koningen en edelen 88 Veilig, maar vies 90 De kruistochten 92 Afsluiting 94 Keuzeopdrachten 96
tijd van ontdekkers en hervormers
6 Een nieuwe tijd 100
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6
Op zoek naar IndiĂŤ 102 Spanjaarden en Azteken 104 De kerkhervorming 106 Spanningen in de Nederlanden 108 Een nieuw land ontstaat 110 Afsluiting 112 Keuzeopdrachten 114
Overzicht van de vaardigheden 118 Begrippenlijst 120 Kaarten 124 Illustratieverantwoording 126
Leerjaar 2 tijd van regenten en vorsten tijd van pruiken en revoluties tijd van burgers en stoommachines tijd van de wereldoorlogen I: eerste wereldoorlog tijd van de wereldoorlogen II: tweede wereldoorlog tijd van televisie en computer
1000
FEN_TH_LB_Ho1.indd 3
1500
1600
1700
1800
1900 1950 2000
14-11-13 14:21
4
Zo werk je met Feniks Voor je ligt je leesboek voor het vak geschiedenis. De hoofdstukken in dit leesboek volgen de loop van de tijd. Vooraf leer je hoe we de tijd indelen. In dit leesboek vind je alle teksten en bronnen die je nodig hebt om de opdrachten in het werkboek te kunnen maken.
Opbouw van een hoofdstuk Het begin van een hoofdstuk • Je werkt steeds vanuit het werkboek. Daar staat wat je moet doen. • Op de eerste twee bladzijden van een hoofdstuk bekijk je waar het hoofdstuk over gaat. • Op de tijdbalk is de tijd waar dit hoofdstuk over gaat in een kleur aangegeven. • Het verhalenboek geeft aan welke voorleesverhalen bij dit hoofdstuk horen.
Veel plezier met het vak geschiedenis!
Een hoofdstuk bestaat uit zes paragrafen Leesboek • Boven aan elke paragraaf staat de deelvraag van deze paragraaf. • Een paragraaf in het leesboek bestaat uit leesteksten en bronnen. Een bron kan een plaatje zijn (beeldbron), maar ook een tekst (tekstbron). • In kaders vind je informatie over belangrijke personen en over staatsinrichting. • In sommige paragrafen kom je een grijs blok tegen. Dit is een vaardighedenblok. In zo’n blok wordt uitgelegd hoe je precies werkt bij geschiedenis. Om deze vaardigheden onder de knie te krijgen, oefen je ze met opdrachten. Bij een opdracht zie je dan staan: je oefent …. • Alle vetgedrukte begrippen uit de paragraaf staan, met de uitleg, aan het eind van de paragraaf nog een keer bij elkaar.
Werkboek • Elke paragraaf begint met een opdracht waarin je kijkt wat je al van het onderwerp weet. • Bij elke paragraaf vat je in de laatste opdracht samen wat je hebt geleerd. • Bij elke paragraaf vind je aan het eind een of meerdere havo-opdrachten. • Aan het eind van elke paragraaf vind je steeds wat je moet leren voor je een toets kunt maken: de tips voor de toets. • In het laatste blokje van de paragraaf kun je vinden wat in deze paragraaf de kennis-, inzicht- of toepassingsopdrachten zijn. • betekent dat je deze paragraaf ook op feniks-online kunt doen. Soms staat dit tekentje ook bij een opdracht. Dan heb je feniks-online alleen nodig voor die ene opdracht. •
9006466058_bw.indb 4
betekent dat je deze opdracht samen kunt doen.
11-11-13 14:15
Zo werk je met Feniks
5
Afsluiting Leesboek • De zesde paragraaf van een hoofdstuk heet altijd Afsluiting. In het leesboek lees je wat je (als het goed is) hebt geleerd. Je vindt hier op een rij: de kenmerken van het tijdvak, wat je tot dan toe heb je geleerd en wat je kunt. • De belangrijkste gebeurtenissen uit het tijdvak staan hier bij elkaar. • Je vindt hier op een rij welke personen in het hoofdstuk genoemd zijn. • Ook de begrippen uit het hoofdstuk staan hier nog een keer bij elkaar. Werkboek • In het werkboek maak je opdrachten die je helpen bij de voorbereiding op een toets. Er zijn opdrachten over Mensen in de tijd, over Mensen in hun land en over de begrippen uit het hoofdstuk. Tot slot maak je een samenvattingsopdracht.
Keuzeopdrachten • Aan het eind van het hoofdstuk staan keuzeopdrachten die met de tijd van het hoofdstuk te maken hebben. Overleg met je docent welke opdracht je gaat maken.
9006466058_bw.indb 5
www.feniks-online.nl
11-11-13 14:15
6
De tijd indelen Waarom is geschiedenis belangrijk?
Bij het vak geschiedenis bestudeer je het verleden van mensen. In het verleden is er ontzettend veel gebeurd. Er zijn geweldige ontdekkingen gedaan en vreselijke oorlogen geweest. In de geschiedenisles leer je daarover. Maar je leert ook hoe gewone mensen leefden en welke spannende dingen zij meemaakten. Je leert geniale mensen uit de geschiedenis kennen en mensen die knettergek waren. Door te begrijpen wat mensen vroeger meemaakten, leer je je eigen tijd beter te begrijpen. De wereld waarin jij nu leeft, komt voort uit het verleden.
Jaartelling
Om al die gebeurtenissen in het verleden uit elkaar te houden, moet je ze ordenen. Daarvoor gebruiken we de tijd. De ene gebeurtenis vond immers eerder plaats dan de andere. Door de tijd in stukjes te delen, kun je precies aangeven wanneer iets gebeurde. We doen dat met een jaartelling: we tellen de tijd in jaren. Niet alle mensen op de wereld gebruiken dezelfde jaartelling. Er zijn onder meer een joodse, een christelijke, een islamitische en een Chinese jaartelling. Bijna overal gebruiken mensen de christelijke jaartelling, soms naast hun eigen jaartelling. Die jaartelling begint met de geboorte van Jezus Christus: het jaar 1. De mensen in Europa vonden deze gebeurtenis zo belangrijk, dat ze vanaf dat jaar zijn gaan tellen.
bron 1
Julius Caesar.
bron 2
Stukjes van honderd jaar
Een eeuw is honderd jaar. Als wij zeggen ‘Dat gebeurde in de zeventiende eeuw’, dan bedoelen we dat dit gebeurde in de zeventiende keer honderd jaar na de geboorte van Christus. De eerste eeuw loopt vanaf de geboorte van Christus tot en met het jaar 99. De zeventiende eeuw begint dus met het jaar 1600 en eindigt met het jaar 1699. Bij de eeuwen vóór Christus moet je de tijd vanaf het jaar 1 achteruit tellen. De eerste eeuw v. Chr. begint dus met het jaar 99 v. Chr. en eindigt met het jaar 1 v. Chr. De vierde eeuw voor Christus begint met het jaar 399 v. Chr. en eindigt met het jaar 300 v. Chr.
Christoffel Columbus.
3000 v. Chr.
1
v. Chr.
9006466058_bw.indb 6
De geschiedenis begint niet met de geboorte van Christus. Ook vóór die tijd leefden er mensen en gebeurden er belangrijke dingen. Hoe geef je daarvan de tijd aan? Daarvoor tel je terug: ‘Dat gebeurde tien jaar voor de geboorte van Christus.’ Je schrijft dat op als: 10 v. Chr. Als iets 500 jaar na de geboorte van Christus is gebeurd, staat er: 500 na Chr. Maar de toevoeging ‘na Chr.’ laten we meestal weg.
bron 3
Anne Frank.
500
na Chr.
11-11-13 14:15
7
De tijd indelen
Tijdvakken
De tien tijdvakken
Om de geschiedenis in te delen, gebruiken we tijdvakken. Niet elk tijdvak duurt even lang. In Feniks gebruiken we tien tijdvakken die voor het onderwijs zijn bedacht. De namen ervan beginnen altijd met ‘Tijd van …’, dus de ‘Tijd van jagers en boeren’, of de ‘Tijd van wereldoorlogen’. Soms gebruiken we ook andere namen. De Tijd van Grieken en Romeinen bijvoorbeeld, wordt ook ‘de Oudheid’ genoemd. En ‘de Middeleeuwen’ is een andere naam voor twee tijdvakken samen: de Tijd van monniken en ridders en de Tijd van steden en staten. Omdat dit een heel lange periode is, spreken we ook wel van de ‘vroege Middeleeuwen’ (Tijd van monniken en ridders) en ‘late Middeleeuwen’ (Tijd van steden en staten).
tot 3000 v. Chr.
tijd van jagers en boeren
3000 v. Chr. - 500 na Chr.
tijd van grieken en romeinen
500 - 1000
tijd van monniken en ridders
Tijdbalk
Met een tijdbalk teken je de tijd als een liniaal. Een tijdbalk is verdeeld in vakjes die elk hetzelfde aantal jaren voorstellen. Een gebeurtenis staat boven, onder of naast de tijdbalk, en bij het jaar waarin die gebeurtenis plaatsvond. Bij een tijdbalk staan soms ook plaatjes.
1000 - 1500
tijd van steden en staten
Zo maak je een goede tijdbalk: 1 Elk vakje van de tijdbalk stelt evenveel tijd voor. Hoeveel tijd dat is, bepaal je zelf. Een maand, een eeuw – net wat handig is voor je doel. Boven de tijdbalk geef je met jaartallen aan over welke periode de tijdbalk gaat. 2 Geef je tijdbalk een logische begintijd en eindtijd. Maak je bijvoorbeeld een tijdbalk van jouw leven, dan is het niet nodig om die te laten beginnen in het jaar 1500. 3 Schrijf de gebeurtenissen die je wilt ordenen een klein stukje boven, onder of naast de tijdbalk. Verbind ze met een lijntje met de juiste plek op de tijdbalk. 4 Zorg dat de tijdbalk netjes is. Een slordig gemaakte tijdbalk kun je niet goed overzien. Dan heb je er niets aan. 5 Geef als dat kan je tijdbalk een titel. Bijvoorbeeld ‘Tijdbalk van mijn leven’, of ‘Tijdbalk van de twintigste eeuw’.
1500 - 1600
tijd van ontdekkers en hervormers 1600 - 1700
tijd van regenten en vorsten
1700 - 1800
tijd van pruiken en revoluties
1800 - 1900
tijd van burgers en stoommachines 1900 - 1950
tijd van wereldoorlogen
1950 - heden
tijd van televisie en computer
1000
9006466058_bw.indb 7
1500
1600
1700
1800
1900 1950 2000
11-11-13 14:15
8
1
bron 1
Leven van de natuur
Een hunebed in Borger (Drenthe). Dit hunebed is Âą 3300 jaar v. Chr. gebouwd. Het was een graf voor enkele mensen samen.
tijd van jagers en boeren (tot 3000 v. Chr.)
In het wit zie je een pot, gemaakt van gebakken klei. In zulke potten bewaarden de eerste boeren graan en andere producten. Op de achtergrond zie je dieren, geschilderd op de wand van een grot. Deze grotschilderingen zijn duizenden jaren geleden gemaakt door jagers.
3000 v. Chr.
1
v. Chr.
9006466058_bw.indb 8
500
n. Chr.
11-11-13 14:15
9 0
verhalenboek nr 1-2
verhalen
boek
Waarover gaat dit hoofdstuk?
De eerste mensen in Europa leefden van wat ze in de natuur vonden. Ze verzamelden eetbare planten, bessen en noten. Ze joegen op wild en vingen vis. Van een gedood dier gebruikten ze alles: het vlees aten ze op en van bijvoorbeeld de huid maakten ze kleding. Een vaste woonplaats hadden deze jager-verzamelaars niet.
bron 2
Tienduizenden jaren geleden leefden in Europa jager-verzamelaars. Dit beeld staat in een museum in Duitsland, waar sporen van deze mensen zijn gevonden. Maar of ze er precies zó hebben uitgezien, weten we niet zeker.
Was in een gebied het voedsel op, dan trokken ze verder. Ongeveer twaalfduizend jaar geleden veranderde dat. In het Midden-Oosten werd het klimaat warmer en droger. In de natuur was daardoor minder voedsel te vinden voor de mensen die er leefden. Maar ze ontdekten dat ze daar zelf voor konden zorgen: door graankorrels in de grond te stoppen en door de plantjes die daaruit groeiden te verzorgen. Daarvoor moesten ze wel in de buurt blijven. Het gevolg was dat deze mensen, de eerste boeren, op een vaste plaats gingen wonen. Ook leerden ze vee houden. Ze maakten wilde dieren tam en gingen met deze dieren fokken. Toen hoefden ze niet meer steeds op zoek naar voedsel, want dat groeide en leefde bij hun woning. Veel jager-verzamelaars namen deze manier van leven over: ze werden boer. Rond 5300 v. Chr. leefden de eerste boeren in Zuid-Limburg. Pas tweeduizend jaar later waren er ook boeren in het noorden van ons land.
Waarom is dit onderwerp belangrijk?
Er zijn in Europa geen jager-verzamelaars meer. Maar op enkele plaatsen in de wereld leven nog volken op die manier: in oerwouden of in savannegebieden. Vaak wordt hun manier van leven bedreigd, doordat hun leefgebied vernietigd of vervuild wordt. Om te begrijpen hoe jagerverzamelaars leefden, is het belangrijk dat deze volken blijven bestaan. Vrijwel al ons voedsel is afkomstig uit de landbouw. Van groenten, fruit en vlees is dat duidelijk. Maar ook in snoep, chips en koekjes zitten ingrediënten die door boeren zijn geproduceerd. Als mensen duizenden jaren geleden niet hadden uitgevonden hoe je voedsel kunt verbouwen en vee kunt houden, dan zou jouw leven er heel anders uitzien. Stel je maar voor dat je, steeds als je honger hebt, met pijl-en-boog het bos in zou moeten trekken!
bron 3
Het volk van de Awá woont in het Amazoneoerwoud in Zuid-Amerika. De Awá leven van het voedsel dat ze in het oerwoud vinden.
1000
9006466058_bw.indb 9
1500
1600
1700
1800
1900 1950 2000
11-11-13 14:15
10
1 Leven van de natuur
1
1 ?
Op zoek naar voedsel Hoe leefden jager-verzamelaars in de prehistorie?
Jagen en verzamelen
Rond 15.000 v. Chr. was overleven in onze streken niet eenvoudig. Het gebied bestond voor een groot deel uit toendra: een uitgestrekte vlakte waarop alleen gras, mos en lage struiken groeiden. Het was er erg koud. Er leefden wilde dieren, bijvoorbeeld wolven, mammoets, paarden en rendieren. Toch woonden er mensen. Het waren jagerverzamelaars: ze leefden van wat ze in de natuur konden vinden. Sommige onderzoekers denken dat er een taakverdeling was tussen mannen en vrouwen. De mannen gingen in groepen op jacht. De vrouwen verzamelden voedsel, zoals bessen, plantenwortels of noten, en verzorgden de jonge kinderen. Ook vingen de mensen vis. Vanaf 10.000 v. Chr. werd het warmer. Stukken land aan de kust en langs de rivieren veranderden toen in moeras.
bron 4
9006466058_bw.indb 10
Hoe leefden jager-verzamelaars?
De jacht was heel belangrijk voor jager-verzamelaars. Met behulp van strikken en vallen vingen ze kleine dieren, zoals konijnen. Als ze geluk hadden, doodden ze een eland of een mammoet. In de winter was dit vaak moeilijker, want dan waren de dagen kort en was het koud. Bijna al het vlees van het dier aten ze op. Hadden ze wat over, dan lieten ze het drogen in de wind om een voorraad op te bouwen. Zo veel mogelijk andere delen van het dier werden ook gebruikt. De jager-verzamelaars leefden in groepen van twintig tot dertig volwassenen en kinderen. Het waren nomaden: ze hadden geen vaste woonplaats. Als het voedsel op was, trokken ze verder. Ze woonden in grotten of op plekken waar grote stukken rots beschutting gaven. Als zo’n plek er niet was, bouwden ze een tent of een hut Soms keerden de jager-verzamelaars terug naar een plaats waar ze eerder hadden gewoond.
Marcel Ravidat, een jongen uit Zuid-Frankrijk, ontdekte in 1940 grotten bij zijn dorpje Lascaux. Samen met drie vrienden klom hij erin. Binnen zagen ze op de wanden tekeningen, gemaakt door jager-verzamelaars. Sommige tekeningen zijn 17.000 jaar oud. Op de meeste staan dieren.
11-11-13 14:16
11
1.1 Op zoek naar voedsel
Bronnen
Wie was Ötzi?
De grotschildering van bron 4 geeft informatie over het verleden. Daarom is de grotschildering een historische bron. Een historicus, iemand die onderzoek doet naar het verleden, gebruikt daarvoor historische bronnen. De jager-verzamelaars konden niet schrijven. Daarom hebben we van hen geen geschreven bronnen, zoals boeken of brieven. Maar ze lieten wel ongeschreven bronnen na: grotschilderingen en bijvoorbeeld speerpunten. Sporen van jager-verzamelaars worden meestal bij toeval ontdekt, bijvoorbeeld bij de aanleg van een nieuwe weg. Als dat gebeurt, wordt de bouw stilgelegd. Archeologen gaan dan eerst de plek onderzoeken. Ze graven de bronnen heel voorzichtig op. Daarna onderzoeken ze die. Hoe oud zijn de bronnen precies? Wat kun je ervan leren? Meestal gaan de vondsten daarna naar een museum.
In 1991 vonden toeristen in de Alpen het lichaam van een man in het ijs. Het was niet meteen duidelijk hoe deze man was gestorven. Was hij vermoord? Overvallen door een sneeuwbui of een lawine? Na onderzoek bleek dat de man al vijfduizend jaar in het ijs had gelegen: het was een jager uit de prehistorie. Hij was 1,60 meter lang en toen hij stierf ongeveer 45 jaar oud. Direct na zijn dood was zijn lichaam bevroren in het ijs en daardoor bewaard gebleven. Bij het lichaam werden resten van kleding, wapens en gereedschap gevonden. Door Ötzi, zoals de man is genoemd, weten we veel over mensen in de prehistorie. We weten zelfs wat Ötzi in de laatste uren voor zijn dood heeft gegeten. Het is niet duidelijk wat Ötzi hoog in de Alpen deed. Onderzoekers denken dat hij door een jachtongeluk of door een ruzie om het leven is gekomen, omdat in zijn linkerschouder een stenen pijlpunt is gevonden.
bron 5
In het Midden-Oosten schreven mensen op kleitabletten: stukken natte klei, die ze na het beschrijven in de zon lieten drogen. De lettertekens noemen we spijkerschrift.
Historie en prehistorie
Het schrift is een van de belangrijkste uitvindingen in de geschiedenis. Historici noemen de tijd ná de uitvinding van het schrift de historie. De tijd ervóór noemen ze de prehistorie (‘pre’ betekent ‘voor’). De prehistorie eindigt niet overal op hetzelfde moment. Dat komt doordat elk volk op een ander moment een eigen schrift ontwikkelde. In het Midden-Oosten bijvoorbeeld, kenden mensen al rond 3000 v. Chr. een schrift, en in China vanaf ongeveer 1300 v. Chr. In onze streken leerden mensen ongeveer tweeduizend jaar geleden het schrift kennen.
9006466058_bw.indb 11
archeoloog Iemand die sporen uit het verleden opgraaft en deze onderzoekt. historische bron Alles waardoor je iets te weten kunt komen over het verleden. historicus Iemand die het verleden bestudeert en onderzoekt. historie Periode in de geschiedenis vanaf de uitvinding van het schrift. jager-verzamelaar Iemand die leeft van de jacht op dieren, van de visvangst en van het verzamelen van vruchten en noten. nomaden Mensen zonder vaste woonplaats. prehistorie Periode in de geschiedenis vóór de uitvinding van het schrift.
11-11-13 14:16
12
1 Leven van de natuur
1
2 ?
Jagers werden boer Hoe is de landbouw ontstaan en welke gevolgen had dat?
Akkerbouw en veeteelt
Toen het klimaat vanaf 10.000 v. Chr. warmer en droger werd, veranderde in het Midden-Oosten de natuur. De jager-verzamelaars die er leefden, konden niet meer genoeg voedsel vinden. Om geen honger te lijden, gingen ze zelf voedsel verbouwen. Ze leerden akkers aan te leggen en de planten daarop te verzorgen: door die water te geven en door onkruid te wieden. Deze akkerbouw leverde veel meer graan op dan wat er in de natuur te vinden was. De boeren ontdekten ook hoe ze dieren konden temmen en hoe ze tamme dieren bij zich konden houden in een afgesloten weiland. Dat was heel wat eenvoudiger dan op dieren te jagen, en er was op die manier altijd vers vlees en verse melk. Veeteelt – het houden van dieren voor melk of vlees – en akkerbouw samen noem je landbouw.
bron 6
Een ander soort samenleving
Een maalsteen uit de Tijd van jagers en boeren. Door de ronde steen over graankorrels te rollen, werden de graankorrels geplet en kwam het meel, een soort poeder, vrij. Van meel kun je brood bakken.
De overgang van jager-verzamelaars naar boeren noemen we de landbouwrevolutie. Dit ging heel langzaam. Niet alle mensen werden tegelijk boer. Lange tijd leefden er in een gebied zowel boeren als jager-verzamelaars of waren mensen boer en jager-verzamelaar tegelijk. Na de landbouwrevolutie waren de meeste mensen boer. Daarom zeggen we dat er toen een landbouwsamenleving was ontstaan. In de tijd vóór de landbouwrevolutie leefden de mensen in een pre-agrarische samenleving. Agrarisch is een woord voor alles wat met landbouw te maken heeft. Pre betekent ‘voor’.
De eerste steden
Doordat de boeren zelf voor hun voedsel zorgden, hoefden ze niet langer rond te trekken. Ze bouwden boerderijen bij hun akkers en hielden er hun vee. Op die manier ontstonden er dorpen. Nu ze niet meer als nomaden leefden, kregen ze ook meer bezittingen, bijvoorbeeld gereedschap, potten en meubels. In het Midden-Oosten groeiden sommige boerendorpjes uit tot steden. bron 7
9006466058_bw.indb 12
Deze schoenen uit de Tijd van jagers en boeren zijn in de negentiende eeuw gevonden bij het dorp Weerdinge in Drenthe. Elke schoen is gemaakt uit één stuk leer.
11-11-13 14:16
1.2 Jagers werden boer
bron 8
Een stad in het Midden-Oosten rond 9000 v. Chr. Tekening uit onze tijd.
bron 9
Deel van een opgegraven tempel in Irak, een land in het Midden-Oosten. Deze tempelversiering is gemaakt in ± 2500 v. Chr.
Oorzaak en gevolg Bij geschiedenis stellen we veel vragen. Historici willen graag weten wat er in het verleden gebeurde, maar ook waarom iets gebeurde. Voor een antwoord op hun vragen, kijken ze naar de oorzaken en de gevolgen van gebeurtenissen. Een oorzaak vind je door het antwoord te geven op een vraag die begint met ‘waardoor?’. Waardoor kreeg Pieter een lekke band? Vaak kun je een oorzaak herkennen aan het woordje ‘doordat’. Pieter kreeg een lekke band, doordat hij door glas fietste. De oorzaak van de lekke band is: fietsen door glas. Een gebeurtenis zorgt weer voor andere gebeurtenissen. Dat zijn de gevolgen. Doordat Pieter een lekke band had, kwam hij te laat voor de film. Het gevolg van de lekke band was dat hij de film niet heeft gezien.
9006466058_bw.indb 13
13
Boeren in Europa
Ook in Europa veranderde het klimaat. Maar het werd er niet zo warm en droog als in het Midden-Oosten. Er bleef voldoende voedsel te vinden en bovendien leefden hier minder mensen. Zij hadden dus geen reden om zelf voedsel te gaan verbouwen en vee te gaan houden. Toch werden ook hier mensen boer. Door de landbouwrevolutie kwam in het Midden-Oosten namelijk meer voedsel, waardoor de bevolking groeide. Op zeker moment was er niet meer genoeg landbouwgrond voor iedereen. Mensen trokken weg en gingen in Europa op zoek naar nieuwe landbouwgronden. Daar gingen ze leven als boer. Ook de mensen in Europa namen uiteindelijk die manier van leven over. In Europa ontstonden toen, net als het MiddenOosten, landbouwsamenlevingen.
landbouw Akkerbouw en veeteelt samen. landbouwrevolutie Mensen gaan leven van de landbouw in plaats van jagen en verzamelen. landbouwsamenleving Samenleving waarin de meeste mensen boer zijn. pre-agrarische samenleving Samenleving waarin de meeste mensen jager-verzamelaar zijn.
11-11-13 14:16
14
1 Leven van de natuur
1
3 ?
Boeren in onze streken Wanneer woonden de eerste boeren in onze streken en uit welke bronnen weten we dat?
Bandkeramiekers
De landbouw raakte in heel Europa bekend, ook in onze streken. Boeren kozen de plaats voor hun nieuwe akkers zorgvuldig. Er moest water in de buurt zijn. De grond moest vruchtbaar zijn en niet te droog. Zulke plekken waren laaggelegen en konden dus gemakkelijk overstromen. Daarom moest er in de buurt ook een plek zijn die hoog genoeg lag om er een veilige woning op te bouwen. Rond 5300 v. Chr. woonden in Zuid-Limburg de eerste boeren van ons land. We noemen ze bandkeramiekers, naar de manier waarop ze hun aardewerk versierden. Archeologen hebben ontdekt dat de bandkeramiekers rond 4400 v. Chr. zijn verdwenen. Wat hiervan de oorzaak is geweest en waar deze mensen zijn gebleven, weten we niet.
bron 10
9006466058_bw.indb 14
bron 11
Aardewerk, gevonden in Zuid-Limburg. De potten zijn versierd met strepen en banden.
Zo zagen de woningen van de eerste boeren er waarschijnlijk uit. De muren waren gemaakt van boomstammen en het dak van takken en riet. Dit werd bedekt met een laag leem (aarde), tegen de wind en de regen.
11-11-13 14:16
1.3 Boeren in onze streken
Trechterbekercultuur
Rond 3500 v. Chr. gingen er ook in het noorden van ons land boeren wonen. Deze mensen kwamen waarschijnlijk uit het noorden van Duitsland en uit Scandinavië. Hun cultuur noemen we de trechterbekercultuur. Die naam komt van de vorm van de potten die deze mensen maakten. Vanaf 3000 v. Chr. woonden er geen jager-verzamelaars meer in ons land. Alle mensen leefden toen van de landbouw.
Steen, brons en ijzer
De wapens en het gereedschap van de bandkeramiekers en de mensen van de trechterbekercultuur, waren van steen. Tussen 3000 v. Chr. en 2000 v. Chr. leerden de mensen in Europa hoe je brons kunt maken, een metaal. Als je dat heel heet maakt, smelt het en kun je het in een vorm gieten. Op die manier kun je van brons sieraden, wapens of gereedschap maken. Na 800 v. Chr. werd een ander metaal gebruikt: ijzer. Dat is sterker dan brons. Een bronzen zwaard bijvoorbeeld, moet je na elke klap weer recht buigen, maar bij een ijzeren zwaard is dat niet nodig.
15
Wie was het meisje van Yde? Twee mannen waren in 1897 bij het Drentse plaatsje Yde aan het graven in het veen. Ze vonden iets wat leek op een stuk leer. Toen ze nog eens goed keken, ontdekten ze onder het leer een lijk. Het meisje van Yde, zoals dit veenlijk later is genoemd, is niet zo goed bewaard als de man van Tollund. Toch haalden onder zoekers veel informatie uit de vondst. Het meisje was ongeveer zestien jaar oud toen ze tweeduizend jaar geleden stierf. Ze was 1,40 meter lang. Door een afwijking aan haar rug liep ze waarschijnlijk een beetje mank. Heel strak om haar hals zat een gevlochten wollen band. We vermoeden dat ze daarmee gewurgd is. Aan de linkerkant van haar hoofd had het meisje lang, rossig haar. De rechterkant van haar hoofd was kaalgeschoren. Wetenschappers hebben uitgezocht hoe het meisje van Yde er ongeveer heeft uitgezien. Ze hebben haar gezicht zo goed mogelijk nagemaakt. Haar lichaam bevindt zich in een museum in Drenthe.
Begraven in het veen
Veen is een grondsoort die in grote delen van Europa voorkomt. Gedroogd veen werd vroeger gebruikt als brandstof voor het vuur in de haard of in het fornuis. Vooral rond 1900 groeven mensen hierom veel veen af. Soms ontdekten de gravers in het veen sporen uit de prehistorie: potscherven, resten van huizen of metalen voorwerpen. Een enkele keer vonden ze een lichaam of delen daarvan. Veenlijken zijn bewaard gebleven doordat er in veen weinig zuurstof zit. Voor archeologen zijn veenlijken heel belangrijk, omdat ze daarmee het leven van mensen in de prehistorie kunnen bestuderen.
9006466058_bw.indb 15
bron 12
De man van Tollund, zoals dit veenlijk is genoemd, lijkt te slapen. Het lichaam is ongeveer 2300 jaar oud en is het best bewaarde veenlijk. In 1950 werd het in Denemarken gevonden.
cultuur De gewoonten en ideeën van een groep mensen, die ze aan hun kinderen doorgeven.
11-11-13 14:16
16
1 Leven van de natuur
1
4 ?
Egypte: geschenk van de Nijl Waardoor ontstond in Egypte een nieuw soort samenleving en hoe zag die samenleving eruit?
Landbouw in Egypte
Toen ook in Noord-Afrika het klimaat droger en warmer werd, veranderde daar de natuur in woestijn. De jagerverzamelaars die er leefden, konden geen voedsel meer vinden. Daarom trokken ze naar streken waar wel water was, bijvoorbeeld langs de rivier de Nijl (zie bron 21 op blz. 21). Hier gingen ze over op de landbouw. De Nijl overstroomt elk jaar. Als na een paar maanden het water weer zakt, blijft op het land langs de rivier – een strook van ongeveer twintig kilometer breed – een laagje zwarte modder, slib, achter. Dat slib is heel vruchtbaar. Na de overstromingstijd bewerkten de boeren hun akkers. In dit gebied regent het niet vaak. Daarom legden de boeren ook dijkjes aan, zodat niet al het water kon terugstromen naar de Nijl. Als ze water nodig hadden voor hun gewassen, lieten ze dat via kanalen en slootjes naar hun akkers stromen. Dit noem je irrigatielandbouw. Dankzij het vruchtbare slib en de irrigatie waren de oogsten groot. Daardoor hoefden niet alle Egyptenaren boer te zijn. Sommige mensen gingen een ander beroep uitoefenen en werden bijvoorbeeld pottenbakker, meubelmaker of timmerman. Zulke beroepen heten ambachten.
bron 13
9006466058_bw.indb 16
bron 14
Ambtenaren aan het werk. Deze muurschildering is gevonden in een Egyptische grafkamer uit 1340 v. Chr.
Het bestuur van Egypte
Voor de irrigatielandbouw moesten mensen samenwerken. Daarom was er iemand nodig die leiding gaf. Dit deed de farao, de koning van Egypte. Zijn ambtenaren hielpen hem. Zij schreven de wetten en regels van de farao op. Hierdoor waren die in heel Egypte bekend en wist iedereen bijvoorbeeld hoeveel belasting hij aan de farao moest betalen. De ambtenaren hadden meer taken. Ze controleerden of mensen zich hielden aan de wetten en de regels. Ze hielden bij hoeveel graan er werd geoogst en ze haalden de belastingen op. Ze hielden ook toezicht op het onderhoud van de dijken en kanaaltjes, die zo belangrijk waren voor de irrigatielandbouw.
Egyptische boeren. Muurschildering uit ± 1500 v. Chr.
11-11-13 14:16
1.4 Egypte: geschenk van de Nijl
17
Verschil in rijkdom en aanzien
De Egyptische samenleving was verdeeld in groepen. Daartussen bestonden grote verschillen in rijkdom en aanzien. De boeren waren de grootste groep. Ze bezaten weinig en stonden het laagst in aanzien. De allerbelangrijkste persoon was de farao. Hij was een god, geloofden de Egyptenaren. Als koning was hij bevelhebber van het leger en de vloot, en de baas van alle priesters en ambtenaren. Ook maakte hij de wetten waaraan iedereen zich moest houden. Als god was de farao de zoon van de zonnegod Ra, de belangrijkste en meest vereerde Egyptische god. Heel belangrijk waren ook de hogepriesters en de hoge ambtenaren, vaak familieleden van de farao. Daaronder kwamen de gewone priesters, de lage ambtenaren en de ambachtslieden.
bron 15
Wie was Ramses II? Farao Ramses II leefde rond 1300 v. Chr. Hij is 66 jaar farao geweest. Toen hij nog maar kort farao was, vocht hij een grote veldslag uit tegen de Hittieten, een vijandig volk. De Egyptenaren verloren het gevecht. Veel Egyptische soldaten werden gedood of gevangengenomen, maar Ramses II wist te ontsnappen. Tijdens de regering van Ramses II zijn er in Egypte prachtige tempels en zelfs hele steden gebouwd. Ramses II werd waarschijnlijk negentig jaar oud. Hij had veel vrouwen en meer dan honderd zonen. Omdat archeologen de mummie van Ramses II hebben gevonden en onderzocht, weten we dat hij is overleden aan de gevolgen van reuma en ouderdom. De mummie van Ramses II kun je zien in een museum in Caïro, Egypte.
9006466058_bw.indb 17
De lettertekens die de Egyptenaren gebruikten, heten hiërogliefen. Het Egyptische schrift heeft ongeveer zevenhonderd hiërogliefen. Een hiëroglief stelt een klank, een woord of een voorwerp voor.
Staatsinrichting Nederland is, net als het oude Egypte, een koninkrijk. Onze koning is het staatshoofd van ons land. Maar dat betekent niet dat hij veel macht heeft. In Nederland heeft het parlement (de Eerste en de Tweede Kamer samen) de macht. De leden van het parlement worden door alle Nederlanders van achttien jaar en ouder gekozen. De koning hoort niet bij een politieke partij. Hij is er voor álle Nederlanders. En wij geloven niet dat onze koning een god is.
ambacht Beroep waarbij je producten maakt met de hand. Je hebt er speciale kennis en vaardigheden voor nodig. farao Koning van Egypte. De Egyptenaren geloofden dat hij een god was. irrigatielandbouw Landbouw waarbij het water voor de akkers via kanaaltjes wordt aangevoerd.
koninkrijk Land met als staatshoofd een koning of koningin. staatshoofd Koning of president van een land.
11-11-13 14:16
18
1 Leven van de natuur
1
5 ?
Goden en mummies Wat voor godsdienst hadden de Egyptenaren en hoe begroeven ze hun doden?
Veel goden
De Egyptenaren zagen in de natuur dingen die ze niet begrepen en dachten dat goden die veroorzaakten. Ze zagen bijvoorbeeld hoe elke dag de zon langs de hemel bewoog. Voor de Egyptenaren was het duidelijk: de zonnegod Ra duwde elke dag de zon van oost naar west. Voor bijna alles hadden de Egyptenaren een aparte god. Voor belangrijke dingen waren er zelfs meer goden, zoals voor de Nijl. Alleen priesters konden contact hebben met de goden. Gewone mensen moesten een priester betalen als zij aan een god iets wilden vragen.
Een farao gaat dood
Een dode leefde eeuwig verder in het dodenrijk, geloofden de Egyptenaren. Daarom moest het lichaam zorgvuldig worden begraven. Van een overleden mens maakten ze een mummie, zodat het lichaam bewaard bleef voor het volgende leven. De mummie legden ze in een versierde doodskist, een sarcofaag. In het begin werden alleen de farao en belangrijke Egyptenaren gemummificeerd. Later deed men dit ook met minder rijke mensen en soms zelf met dieren. bron 17 De Griekse schrijver en historicus Herodotus reisde door Egypte en zag hoe van een dode een mummie werd gemaakt: ‘Ze legden het lichaam op een houten tafel. Ze verwijderden de hersenen met een kleine haak die ze via de neus naar binnen brachten. Met die haak roerden ze door het hoofd tot de hersenen pulp waren en in een bak dropen. De organen werden via een snee in de rechterzij uit het lichaam gehaald. Ze wasten de holten en vulden die met zout. Darmen, longen, lever en maag werden gewassen in wijn en bewaard in grote vazen. Deze vazen zetten ze bij het lichaam. Het hart lieten ze in het lichaam. Daarna werd het lichaam dertig dagen in zout gelegd, zodat het uitdroogde. Ten slotte wikkelden ze het lichaam in linnen doeken.’ naar: Herodotus, Historiën, vijfde eeuw v. Chr.
Piramides
De eerste farao’s werden begraven onder grote stapels stenen, zodat wilde dieren er niet bij konden. Door de eeuwen heen maakten de Egyptenaren die stapels groter en hoger. Uiteindelijk bouwden ze de piramides zoals wij die nu kennen. In de piramide legden ze bij de mummie van de overleden farao allerlei voorwerpen die hij in het hiernamaals misschien nodig had, zoals goud, wapens en voedsel. Grafrovers wisten dit en hebben bijna alle piramides geplunderd. Vaak bleven alleen de mummie en de wandschilderingen over. bron 16
9006466058_bw.indb 18
De Egyptenaren zagen jakhalzen (soort wilde honden) bij de graven van overleden mensen. Daarom beeldden ze Anubis, de god van de begraafplaatsen, af met de kop van een jakhals.
11-11-13 14:16
1.5 Goden en mummies
19
Het graf van Toetanchamon
De Engelse archeoloog Howard Carter wist dat er nog een graf van een farao moest zijn dat niet was geplunderd. Na jaren zoeken vond hij in 1922 het graf van Toetanchamon, een farao uit de veertiende eeuw v. Chr. Toetanchamon was geen belangrijke farao en stierf al op zijn achttiende jaar. Omdat zijn graf niet was geplunderd voordat Carter het vond, is hij in onze tijd heel bekend. bron 20 In zijn dagboek schreef Carter: ‘Toen mijn ogen gewend waren aan het duister zag ik vreemde dieren, standbeelden en goud, overal zag ik goud.’ uit het dagboek van Howard Carter, 1933.
Directe en indirecte bronnen Sommige bronnen uit het verleden komen uit die tijd zelf. We noemen dat directe bronnen. Bron 20 is bijvoorbeeld een directe bron. Carter, de schrijver van de bron, was er immers zelf bij toen het graf van Toetanchamon werd geopend. Indirecte bronnen zijn gemaakt door iemand die er niet zelf bij was. Dit Feniks-boek is een indirecte bron: er staat informatie in over de ontdekking van het graf van Toetanchamon, maar de schrijver van het boek was daar niet zelf bij.
bron 18
bron 19
9006466058_bw.indb 19
Sommige doden kregen shabti’s mee: poppetjes die dienaren voorstellen. In het leven na de dood moesten de shabti’s hen dienen. Deze shabti is gevonden in de grafkamer van farao Ramses IV.
De grootste piramide is die van farao Cheops bij Gizeh, in het noorden van Egypte. De piramide is gebouwd van 2,3 miljoen stenen. Duizenden mensen hebben dertig jaar gewerkt aan de bouw.
De laatste farao
De laatste farao’s waren niet meer zo sterk en machtig als hun voorgangers. In de vierde eeuw v. Chr. veroverde de Griekse koning Alexander de Grote Egypte. In de eerste eeuw v. Chr. versloegen de Romeinen de Grieken. Toen viel Egypte onder Romeins gezag. Op dat moment was in Egypte een jonge vrouw aan de macht, Cleopatra. Haar vader was gestorven toen ze achttien jaar was. Cleopatra regeerde tijdelijk, omdat haar broertje nog te jong was om zijn vader op te volgen. Maar toen haar broer volwassen was, wilde Cleopatra de macht niet meer afstaan: ze wilde farao zijn. Hierdoor kreeg ze zo veel vijanden dat ze uit Egypte moest vluchten. Cleopatra’s vriend, de Romeinse heerser Julius Caesar, hielp haar de macht terug te krijgen. Maar Caesar werd vermoord. Cleopatra probeerde nieuwe beschermers te vinden. In 31 v. Chr. lukte haar dat niet meer. De Romeinse keizer Augustus weigerde Cleopatra te beschermen en wilde haar als oorlogsbuit naar Rome meevoeren. Om die vernedering te voorkomen pleegde Cleopatra zelfmoord: ze liet zich bijten door giftige slangen. Na haar dood werd Egypte een provincie van het Romeinse Rijk.
11-11-13 14:16
20
1 Leven van de natuur
1
6
Afsluiting
kenmerken van dit tijdvak
1 De levenswijze van jager-verzamelaars. 2 Het ontstaan van landbouw en van landbouw samenlevingen.
15.000 v. Chr.
tijd van jagers en boeren (tot 3.000 v. Chr.)
dit heb je geleerd
1 Je weet hoe jager-verzamelaars in de prehistorie leefden. 2 Je weet hoe de landbouw is ontstaan en welke gevolgen dat had. 3 Je weet wanneer in onze streken de eerste boeren woonden en uit welke bronnen we dat weten. 4 Je weet waardoor in Egypte een nieuw soort samenleving ontstond en hoe die samenleving eruitzag. 5 Je weet wat voor godsdienst de Egyptenaren hadden en hoe ze hun doden begroeven.
dit kun je nu
15.000 v. Chr. > Grotschilderingen in Lascaux
10.000 v. Chr.
10.000 v. Chr. > Landbouwrevolutie in het Midden-Oosten
1 Je kunt verschillende historische bronnen herkennen. 2 Je kunt de oorzaken en de gevolgen van een gebeurtenis herkennen.
5000 v. Chr.
5300 v. Chr. - 4400 v. Chr. > Bandkeramiekers in Zuid-Limburg.
3500 v. Chr. > Trechterbekercultuur: hunebedbouwers.
3000 v. Chr.
3000 v. Chr. > Ötzi sterft. 2500 v. Chr. > Bouw van de piramide van Cheops.
1333 v. Chr. > Toetanchamon wordt farao. 1279 v. Chr. > Ramses II wordt farao.
0
9006466058_bw.indb 20
300 v. Chr. > Man van Tollund sterft. 51 v. Chr. > Cleopatra wordt farao.
Eerste eeuw na Chr. > Moord op ‘meisje van Yde’.
11-11-13 14:16
21
1.6 Afsluiting
begrippen
personen Cleopatra (69 v. Chr. - 30 v. Chr.) Laatste Egyptische farao.
Toetanchamon (1342 v. Chr. - 1323 v. Chr.) Farao. Zijn graf was nog niet geplunderd toen het in 1922 door een Engelse archeoloog werd ontdekt.
Meisje van Yde (eerste eeuw na Chr.) Lichaam van een meisje van zestien, dat in Drenthe is gevonden.
ambacht archeoloog cultuur farao historicus historie historische bron irrigatielandbouw jager-verzamelaar landbouw landbouwrevolutie landbouwsamenleving nomaden pre-agrarische samenleving prehistorie
Ötzi (rond 3000 v. Chr.) Jager-verzamelaar uit de prehistorie. Zijn lichaam is in het ijs bewaard gebleven. Ramses II (± 1300 v. Chr. - 1213 v. Chr.) Farao. Hij was 66 jaar aan de macht.
0
250
koninkrijk staatshoofd
500 km
1 : 36.500.000
nt isc he O
ceaan
Noordzee
la At
Lascaux
Alpen r te Zwa
Zee
T Mesopotamië igri s Mi
dde
Euf
raa
ll a n d s e Z e e
t
Gizeh Egypte
jl Ni
Sahara
gebied waar de landbouw is ontstaan trechterbekercultuur bandkeramiekers
bron 21
9006466058_bw.indb 21
11-11-13 14:16
22
1 Leven van de natuur
1 A
Keuzeopdrachten Terug naar de prehistorie
De Mentawai
Diep in de jungle van Indonesië leven de Mentawai. Deze mensen hebben nog bijna nooit iemand van buiten hun stam gezien. Ze leven in de prehistorie: ze kennen geen schrift. Ook kennen ze geen akkerbouw, aardewerk of metaal. De Mentawai houden wel kippen en varkens. Die scharrelen gewoon wat rond. De varkensoren knippen ze op een speciale manier. Daardoor is duidelijk wie de eigenaar is van welk varken. De Mentawai leven in groepen van vijf tot tien gezinnen bij elkaar. Samen delen die één groot huis, de uma. Ze beslissen alles in de musyawara: een overleg waaraan iedereen meedoet en dat net zolang duurt totdat iedereen het eens is. Hun hoofdvoedsel is sago, gemaakt van de wortels van een palmboom. Verder leven ze van de jacht en de visvangst en van wat ze in de jungle vinden, zoals de larven van een bepaald soort tor. Ze jagen met pijl-en-boog op zwijnen, apen en reeën. De pijlpunten dopen ze in een gif dat elke wond dodelijk maakt. Het gif maken ze van het sap van een bepaalde boomschors en van wortels. De Mentawai geloven dat alle levende wezens en voorwerpen een geest hebben. Om die geesten niet te storen, moet de mens zorgen dat alles in evenwicht is. Daarom kennen de Mentawai veel rituelen: voor het bouwen van een huis, voor het begin van de jacht of voor iemands begrafenis. De rimata, het hoofd van een uma, kent alle rituelen. De sikerai, een sjamaan (een priestertovenaar), voert de rituelen uit. Door zijn magische krachten kan hij met geesten praten.
B
bron 1
Een uma van de Mentawai.
bron 2
Een Mentawai op jacht.
In die tijd in Soemerië Soemeriërs in Mesopotamië Nederland Mesopotamië
0
4.000 1 : 410.000.000
9006466058_bw.indb 22
8.000 km
Mesopotamië is het gebied tussen de rivieren Eufraat en Tigris. In onze tijd ligt Mesopotamië in Irak. In dit gebied zijn de oudste sporen van een landbouwsamenleving gevonden. Rond 3500 v. Chr. gingen de Soemeriërs in Mesopotamië wonen. Waar dit volk vandaan kwam, weten we niet. Onderzoekers vermoeden dat de Soemeriërs uit India kwamen of uit het gebied dat nu Turkije is.
11-11-13 14:17
Keuzeopdrachten
23
De Soemeriërs waren landbouwers. Zij verbeterden de landbouw door irrigatie: door kanaaltjes aan te leggen en dammen te bouwen zodat er altijd water was voor hun akkers. Hierdoor namen de oogsten toe en was er zelfs voedsel over. Mensen konden toen ook andere beroepen gaan uitoefenen dan alleen boer: ambachtsman, priester of ambtenaar.
Spijkerschrift
Over de Soemeriërs weten we veel. Dat komt vooral doordat deze mensen geschreven bronnen hebben nagelaten. Hiervoor gebruikten ze geen pen en papier, maar klei. Een schrijver nam een stokje en drukte dat in een nat stuk klei (een tablet), dat hij daarna in de zon te drogen legde. Op die manier ontstonden tekens, letters en woorden. Omdat de tekens op spijkertjes lijken, noemen we dit schrift: spijkerschrift. Archeologen hebben ruim drie miljoen Soemerische kleitabletten gevonden.
bron 2
Inanna was een belangrijke Soemerische godin. Ze was godin van het graan, de jeugd, het leven, de wijsheid, de liefde en de oorlog.
Het bestuur van Uruk
Bij het bestuur van Uruk kreeg Gilgamesj advies van een groep wijze, oude mannen. Als er oorlog dreigde, kreeg hij ook advies van een groep sterke mannen. De koning had ambtenaren in dienst die zorgden dat de belastingen werden opgehaald en dat zijn wetten werden uitgevoerd. Opdat iedereen wist wat de regels waren, maakten de Soemeriërs een wetboek: een lijst van alle wetten en straffen.
bron 1
De tekst op dit kleitablet gaat over de verkoop van een stuk grond en een huis. Dit kleitablet is ongeveer 4600 jaar oud.
Koningen en stadstaten
De meeste Soemeriërs woonden in dorpen. Sommige dorpen groeiden uit tot steden. Uruk was de grootste en machtigste stad van Soemerië. Rond 2600 v. Chr. was Gilgamesj koning van deze stadstaat. Soemerië was niet één land met één koning, maar bestond uit verschillende stadstaten: een zelfstandige stad met omringend platteland, met een eigen koning. De stadstaten voerden regelmatig oorlog met elkaar.
9006466058_bw.indb 23
bron 3
Op veel plaatsen in Mesopotamië zijn tempels gevonden waar Inanna werd vereerd. De grootste Inanna-tempel ligt bij de stad Uruk.
11-11-13 14:17
24
1 Leven van de natuur
C
Hoe mooi was Cleopatra?
Over de Egyptische farao Cleopatra zijn veel films gemaakt. Daarin zie je haar als een slimme en heel mooie vrouw. Dom was ze zeker niet, weten we uit allerlei bronnen. Maar was ze ĂŠcht zo mooi?
bron 2
bron 1
9006466058_bw.indb 24
Een standbeeld van Cleopatra, ruim tweeduizend jaar geleden gemaakt.
bron 3
Cleopatra in een film uit 2002.
Een beeld van Cleopatra uit de eerste eeuw voor Christus.
11-11-13 14:17
Keuzeopdrachten
bron 4
bron 6
Dit beeld van Cleopatra is tijdens haar leven gemaakt.
bron 5
25
Cleopatra op een schilderij dat ongeveer 150 jaar geleden is gemaakt.
Cleopatra op een schilderij uit de negentiende eeuw.
bron 7 Uit een krantenbericht: Cleopatra is helemaal niet dik en lelijk! Farao Cleopatra, die in de eerste eeuw voor Christus leefde, staat bekend als hÊt voorbeeld van schoonheid. Britse deskundigen beweren nu dat Cleopatra in het echt juist lelijk was. Ze had bovendien een heel slecht gebit. Egyptische deskundigen zijn erg boos over de beweringen van de Britten. Volgens hen was Cleopatra een heel mooie vrouw. De discussie over Cleopatra’s schoonheid is dus nog niet afgelopen. naar: Eindhovens Dagblad, april 2001.
9006466058_bw.indb 25
11-11-13 14:17
Geschiedenis voor de onderbouw Leesboek 1 vmbo-t | havo
Feniks, geschiedenis voor de onderbouw van het vmbo
Geschiedenis voor de onderbouw Leesboek 1 vmbo-t | havo
9006466058_omslag.indd 1
23/01/15 14:21