9789006731750 Koloniale relatie Indonesië en Nederland 3-4 vmbo-bkgt

Page 1

Vanaf schooljaar ’22 / ’23 3/4 VMBO-BKGT Indonesië en Nederland Ontdek het verleden, begrijp het heden.

INHOUD

Ontwerp omslag Studio Fraaj, Rotterdam

Beeld omslag © ANP / Koninklijk Instituut voor de Tropen

Beeldresearch Verbaal Visuele Communicatie, Velp

Ontwerp binnenwerk Tom Lamers, Reclamers, Veghel

Opmaak Staalboek, Veendam

Tekenwerk en cartografie EMK, Deventer

De koloniale relatie Indonesië - Nederland 4 Oriëntatie 4

1 De VOC-tijd: 1596-1799 8

2 Van verlies naar winst: 1800-1870 21

3 Machtsuitbreiding en verzet: 1870-1918 33

4 Indonesië wordt onafhankelijk: 1918-1949 47

5 Onderzoek 61

6 Afsluiting 67 Examentraining 75

Over ThiemeMeulenhoff ThiemeMeulenhoff ontwikkelt zich van educatieve uitgeverij tot een learning design company. We brengen content, leerontwerp en technologie samen. Met onze groeiende expertise, ervaring en leeroplossingen zijn we een partner voor scholen bij het vernieuwen en verbeteren van onderwijs. Zo kunnen we samen beter recht doen aan de verschillen tussen lerenden en scholen en ervoor zorgen dat leren steeds persoonlijker, effectiever en efficiënter wordt.

Samen leren vernieuwen. www.thiememeulenhoff.nl

ISBN 978 90 06 73175 0

Derde herziene editie, eerste druk, 2022 � ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2022

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl

De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

Deze uitgave is volledig CO2-neutraal geproduceerd. Het voor deze uitgave gebruikte papier is voorzien van het FSC®-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.

COLOFON

De VOC-tijd: 1596-1799

Een VOC-schip in de problemen

Op 8 januari 1749 vertrekt het schip De Amsterdam vanaf Texel voor zijn eerste reis naar Oost-Indië. Aan boord zijn 335 mensen, 27 kisten vol zilver, en spullen voor de ruilhandel in Azië.

Op de Noordzee belandt het schip in een zware storm. Kapitein Willem Klump moet daardoor een andere route naar het zuiden zien te vinden. Elke poging mislukt, zodat hij uiteindelijk aan de oostkust van Engeland belandt. Daar gaat het mis: De Amsterdam raakt een zandbank en verliest het roer. Klump wil wachten tot de storm gaat liggen en het roer gerepareerd is. Maar de mensen op zijn schip zijn er slecht aan toe. Ze zijn uitgeput en aan boord heerst een epidemie. Al vijftig mensen zijn daaraan gestorven. Om zijn bemanning en zijn schip te redden, laat Klump op 26 januari De Amsterdam op het strand te zetten. Engelse plunderaars hebben dit snel in de gaten. Terwijl de bemanning van De Amsterdam veilig aan land probeert te komen, beginnen zij het schip leeg te roven. Het meeste zilver weten de Nederlanders echter te redden. De plundering van De Amsterdam zou nog dagenlang doorgaan, totdat de Engelse overheid dit stopte.

1
Deelvraag Hoe kon de VOC zoveel winst maken in Azië? © Wikipedia Commons BrON 5 Resten van het schip ‘De Amsterdam’ op een strand in Engeland. Foto uit 2019.
8 De koloniale relatie Indonesië – Nederland

De VOC heeft later geprobeerd om het schip te redden, maar De Amsterdam zakte steeds dieper in het zand weg, totdat het onder water kwam te liggen. Daar ligt De Amsterdam nu nog. Bij eb kun je de resten van het schip zien.

Niet alle reizen van de VOC waren succesvol. Toch wist het bedrijf enorme winsten te maken. In dit hoofdstuk leer je hoe de VOC zoveel winst kon maken in Oost-Indië.

De rijke Republiek

Nederland, België en Luxemburg werden in de zestiende eeuw samen ‘De Nederlanden’ genoemd. De Nederlanden hoorden bij het Spaanse rijk. Na een opstand, de Tachtigjarige Oorlog, werden de zeven noordelijke gewesten een onafhankelijk land dat de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden heette. Met de economie ging het al snel goed. De Republiek werd het handelscentrum van Europa. Dat kwam door de gunstige ligging van het land aan zee en aan de monding van grote rivieren, door de grote handelsvloot en veel kennis van de zeevaart. Bovendien had de Republiek voordeel van de verovering van Antwerpen door Spaanse troepen. Nederlandse schepen blokkeerden toen de haven van Antwerpen, waardoor handelsschepen naar de havens in de Republiek moesten varen, bijvoorbeeld naar Amsterdam. Ook Vlaamse kooplieden verhuisden naar de Republiek. Zij namen hun kennis en internationale contacten mee.

Winstgevende handel

De handel in specerijen was in de zeventiende eeuw heel winstgevend. De meeste specerijen, zoals peper, groeien rond de evenaar. In die tijd groeiden nootmuskaat, kaneel en kruidnagel alleen op de Molukken, een eilandengroep in Indonesië. Tot in de vijftiende eeuw kochten Europese kooplieden specerijen van Arabische kooplieden. Deze handel verliep voornamelijk over land en via tussenhandelaren. En elke handelaar verkocht zijn handelswaar natuurlijk met winst door aan de volgende. Het gevolg was dat de specerijen voor de laatste inkoper heel duur waren. Daarom wilden Europese handelaren een route over zee naar Azië vinden. Dan konden ze daar zelf specerijen kopen, voor veel minder geld. Dit lukte Portugese ontdekkingsreizigers in 1498. Ze probeerden hun route geheim te houden, zodat zij de enige specerijverkopers in Europa waren en er dus een hoge prijs voor konden vragen. Hollandse kooplieden wilden deze winstgevende handel ook. Via een spion ontdekten ze de Portugese route. Dit was Jan Huygen van Linschoten, een Nederlander in dienst van de Portugezen. Hij had stiekem de Portugese zeekaarten gekopieerd. In 1597 bereikte ontdekkingsreiziger Cornelis de Houtman Indië. Hij maakte gebruik van de gegevens van Huygen van Linschoten. Dit was het begin van de Nederlandse handel in Oost-Indië.

1 De VOC-tijd: 1596-1799
© Tropenmuseum, Amsterdam
9
BrON 6 Cornelis de Houtman komt aan bij Bantam, een havenstad op het Indonesische eiland Java. Nederlandse schoolplaat: ‘De eerste Oost-Indiëvaarders op de reede van Bantam’, van Adriaan Groenewegen uit 1904.

De oprichting van de VOC: 1602

Tussen 1596 en 1602 organiseerden handelaren uit verschillende Hollandse steden reizen naar Azië om daar specerijen te kopen. De Aziatische handelaren maakten handig gebruik van die gestegen vraag, en vroegen een steeds hogere prijs. In Europa werden specerijen juist goedkoper, omdat er veel meer specerijen op de markt kwamen. Handelaren gingen daardoor steeds minder verdienen met de specerijenhandel. De overheid van de Republiek, de Staten-Generaal, greep in en dwong alle Hollandse handelaren om samen te werken. Zo stonden ze ook sterker tegenover buitenlandse concurrenten. In 1602 werd daarvoor de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) opgericht.

Aandelen

Voordat de VOC bestond, richtten handelaren voor elke reis naar Indië een nieuw bedrijf (compagnie) op. Ze brachten geld bij elkaar, kochten schepen en huurden bemanningsleden. Waren de schepen weer terug, dan verkochten ze eerst de meegebrachte specerijen en daarna de schepen. De winst die overbleef, verdeelden ze onder elkaar. Voor een volgende reis richtten ze weer een nieuwe compagnie op. Dat veranderde met de VOC. Dit bedrijf was blijvend. Mensen die geld in de VOC staken, kregen een aandeel in het bedrijf. Maakte de VOC winst, dan kregen alle aandeelhouders een deel van de winst (dividend). Tegenwoordig noem je zo’n bedrijf een naamloze vennootschap (nv).

BrON 7 De VOC was het eerste bedrijf ter wereld dat aandelen uitgaf. Dit is het oudste aandeel ter wereld, van 9 september 1606. Het werd uitgegeven aan Pieter Harmensz, de kamerbode (bediende) van de burgemeesters van Enkhuizen, nadat hij in totaal 150 gulden (tegenwoordig: ruim € 2500) had betaald.

© Stadsarchief Amsterdam
10 De koloniale relatie Indonesië – Nederland

De inschrijving van enkele aandeelhouders in het register van de Kamer Amsterdam van de VOC:

“ Ik, Anthonij Trits, beloof te betalen zeshonderd gulden op bovenstaande datum.

A. Trits ”

“ Ik, Grietgen Dirkxdochter, de dienstmeid van de burgemeester Boom, beloof te betalen op genoemde voorwaarden de som van zestig gulden op bovenstaande datum.

Grietgen Dirkxdochter ”

“ Ik, Giert Jacobsdochter, beloof te betalen onder genoemde voorwaarden voor Elbert Corneliszoon de som van drieduizend gulden op bovengenoemde datum.

Giert Jacobsdochter ”

Naar: het aandeelhoudersregister van de VOC, 1602-1613.

BrON 8

Handeldrijven door de VOC

De meeste winst maak je als je een monopolie hebt op een gewild product. Daarom probeerde de VOC het monopolie op bepaalde specerijen te krijgen. Daarvoor gebruikte de VOC vier strategieën:

• Concurrenten uitschakelen. Van de Republiek kreeg de VOC het monopolie op de specerijenhandel met Oost-Indië. Maar voor die handel moest de VOC afrekenen met smokkelaars en buitenlandse concurrenten. Daarom liet het bedrijf Portugese en Engelse schepen en forten veroveren.

• Forten en factorijen (handelsposten) bouwen langs de route naar Indië en in OostIndië zelf. De soldaten in een fort konden de handelaren in het gebied beschermen. Bij een factorij haalde een VOC-schip onderweg vers voedsel en drinkwater of kon er handelswaar opslaan. En VOC-ambtenaren op een factorij zorgden voor het contact met de plaatselijke vorsten.

• Handelsverdragen met lokale vorsten. Oost-Indië bestond uit veel kleine vorstendommen die onderling vaak oorlog voerden. Sommige vorsten vroegen de VOC om hulp of bescherming bij hun strijd. De VOC gaf die militaire steun, als de vorsten beloofden bepaalde specerijen alleen aan de VOC te verkopen.

© Rijksmuseum, Amsterdam
11 1 De VOC-tijd: 1596-1799
BrON 9 Factorij aan de Hougli, India. Schilderij van Hendrick van Schuylenburgh uit 1665.

Een eigen Aziatisch handelsnetwerk. De Indische bevolking was niet geïnteresseerd in Europese goederen, maar wel in andere Aziatische producten. Daarom kocht de VOC goederen in verschillende gebieden van Azië, om die met winst op weer andere plaatsen in Azië te verkopen. De VOC beheerste daardoor de handel in Azië.

Met geweld

De VOC mocht van de Staten-Generaal geweld gebruiken om de handel te beschermen, maar deed dat zo min mogelijk. Het doel was namelijk winst maken, en geweld gebruiken kost veel geld en is bovendien slecht voor de handel. De VOC trad wél hard op als een monopolie in gevaar was of als een vorst zich niet aan een handelsverdrag hield. Dat gebeurde bijvoorbeeld in 1620 op de Banda-eilanden. De VOC had daar met de dorpshoofden afgesproken dat zij alleen aan de VOC nootmuskaat en foelie zouden leveren. Toen bleek dat de inwoners van Banda ook specerijen leverden aan de Engelsen en Portugezen, liet VOC-bestuurder Coen bijna alle inwoners vermoorden en nam daarna hun grond in beslag. De grond werd in stukken verdeeld en verhuurd aan Europeanen die de foelie en nootmuskaat alleen aan de VOC mochten verkopen. Een ander voorbeeld zijn de strafexpedities op de Molukken. De VOC wilde daarmee het smokkelen onmogelijk maken. Hierbij werden alle kruidnagelbomen vernield, behalve op één eiland. Zo bleef het aanbod van kruidnagel beperkt en de prijs dus hoog.

© Tropenmuseum, Amsterdam
12 De koloniale relatie Indonesië – Nederland
BrON 10 Fort Nassau op het eiland Neira van de Banda-eilanden. Tekening uit 1646.

Jan Pieterszoon Coen over de verovering van Banda:

“ Alle steden en versterkte plaatsen van Banda zijn door Gods genade ingenomen, met de grond gelijk gemaakt en verbrand. Ongeveer 1200 mensen zijn omgekomen. (…) De gelukkige overwinning op Banda heeft over alle gebieden van de Molukken grote vrees veroorzaakt en het respect voor ons is sterk toegenomen.”

Naar: een brief van Jan Pieterszoon Coen, 1621.

BrON 11

Wie was Jan Pieterszoon Coen? Jan Pieterszoon Coen leefde van 1587 tot 1629. Tot in de vorige eeuw werd hij bewonderd als grondlegger van de latere kolonie NederlandsIndië. Maar dat is in onze tijd veranderd, omdat er meer bekend is over hoe gewelddadig Coen te werk ging. Coen vertrok in 1607 naar Indië. Daar maakte hij snel carrière in dienst van de VOC. In 1618 werd hij gouverneur-generaal en daarmee de hoogste bestuurder in Indië. Hij verplaatste het bestuurscentrum van de VOC van de Molukken naar Jakarta, op het eiland Java. Daarvoor moest hij eerst de stad veroveren. Daarna liet hij de stad afbranden en de bevolking verdrijven. Op de resten van Jakarta bouwde hij Batavia, het nieuwe bestuurscentrum van de VOC. Coen was vooral bezig met het versterken van de positie van de VOC en met het verkrijgen van monopolies op specerijen. Door zijn zeer gewelddadige optreden op de Banda-eilanden kreeg hij voor de VOC het monopolie op nootmuskaat en foelie.

Het einde van de VOC: 1799

In de achttiende eeuw ging het slecht met de VOC. Dat kwam doordat ook Engeland een groot handelsrijk in Azië opbouwde en een concurrent van de VOC werd. Bovendien daalde de vraag naar de producten waarin de VOC handelde, terwijl de kosten voor personeel en schepen bleven stijgen. Het gevolg was dat de VOC steeds minder winst maakte. Toch bleef de VOC jaarlijks een hoog dividend uitkeren aan de aandeelhouders. Na 1780 ging het definitief fout. Door de vierde Nederlands-Engelse oorlog (1780-1784) waren belangrijke factorijen in Azië in handen van Engeland gekomen en konden VOCschepen met handelswaar niet meer terugkeren naar de Republiek. De handel lag toen stil en de VOC had geen inkomsten meer. Het bedrijf kon haar schulden niet meer betalen en ging uiteindelijk in 1799 failliet.

13 1 De VOC-tijd: 1596-1799
© Jacques Waben / Wikimedia Commons

Opdrachten

Dit weet je al

1 Indonesië op de wereldkaart

Bekijk: bron 12.

a In welk vak van de wereldkaart (A, B, C, D, E of F) ligt Indonesië? b Wat betekenen de letters VOC?

A B

C D

E F

Basisstof

2 Een VOC-schip in de problemen

Lees: Een VOC-schip in de problemen. Bekijk: bron 5. a Enkele gegevens over het schip De Amsterdam: - Lengte: 48 meter - Hoogte: 56 meter - Breedte: 11 meter - Kanonnen: 16 stuks - 203 bemanningsleden - 127 soldaten - 5 passagiers

Leg van elke groep uit waarom die aan boord van De Amsterdam was. Doe het zo: Bemanningsleden. Reden: … Soldaten. Reden: … Passagiers. Reden: … b De VOC hield bij hoeveel mensen er met VOC-schepen van en naar Azië reisden. periode

aantal reizigers op de heenreis aantal reizigers op de terugreis

A 1601-1700 317.800 111.400 B 1700-1794 655.200 252.500

De tijd van 1601 tot 1795 is hier in twee periodes verdeeld. Wat is in elke periode hetzelfde?

c Wat kan hiervan de verklaring zijn, denk je?

BrON 12
14 De koloniale relatie Indonesië – Nederland

Economie en geschiedenis

Het belang van geschiedenis: Rijkdom en welvaart zijn onderwerpen waarover je leert bij het vak economie. Om economische oorzaken én gevolgen te begrijpen, heb je bijna altijd het vak geschiedenis nodig. De koloniale relatie tussen Nederland en Indonesië is hiervan een duidelijk voorbeeld.

a In de onderbouw heb je al geleerd over de Gouden Eeuw in de Republiek. Welke eeuw wordt bedoeld met de Gouden Eeuw?

b Geef de economische oorzaken van de Gouden Eeuw aan.

☐ Er was een stadhouder.

☐ Er was veel vraag naar specerijen.

☐ De Republiek had het alleenrecht op de specerijenhandel in Azië.

☐ De Tachtigjarige oorlog werd vooral in de Zuidelijke Nederlanden uitgevochten.

☐ In de Republiek was godsdienstvrijheid.

c Nederlanders gingen in de zeventiende eeuw zelf specerijen halen uit Azië. Welke economische reden hadden zij daarvoor?

4 De Tachtigjarige Oorlog

Je oefent: oorzaak en gevolg

Lees: De rijke Republiek.

a Zoek op. De Tachtigjarige Oorlog duurde van …tot … .

b Welke twee gevolgen van de Tachtigjarige Oorlog lees je in de tekst?

c Waardoor werd de Republiek het handelscentrum van Europa? Geef drie oorzaken.

d Gebruik je antwoord bij opdracht b.

Leg uit hoe de verovering van deze stad de handelspositie van de Republiek versterkte.

1 Er ontstond een nieuw land: de ...

2 De stad ... was geen belangrijke handelsstad meer.

5 De rijke Republiek

Bekijk: bron 13 op de volgende bladzijde.

a Bekijk in de kaart de ‘Route van specerijen (tot) 1498’ van Azië naar Europa. Hoe verliep de route?

Nummer de stappen in de juiste volgorde.

Italiaanse handelaren brengen de specerijen naar Venetië, Genua en Florence.

Boeren op Java en de Molukken verkopen hun specerijen aan Chinese handelaren.

In India worden peper en kaneel aan de lading specerijen toegevoegd.

Chinese handelaren brengen de specerijen naar Malakka, een belangrijke havenstad in Maleisië

Arabische handelaren brengen de specerijen naar Alexandrië (Egypte) en Constantinopel (Turkije).

Noord-Europese handelaren brengen de specerijen naar de rest van Europa.

Indiase handelaren brengen de specerijen naar India.

b Leg uit hoe we in onze taal aan het woord ‘peperduur’ (‘een peperduur horloge’) komen.

c Denk je dat ze in Oost-Azië ook het woord ‘peperduur’ kennen? Leg uit waarom wel of niet.

3
15 1 De VOC-tijd: 1596-1799

RUSLAND

NOORDAMERIKA

La Navidad Santo Domingo

GroteOceaan

Canarische Eilanden

Trinidad

ZUIDAMERIKA

EUROPA

Lissabon Lagos ARABIË

Kaapverdische Eilanden

Cádiz Calicut Filipijnen Goa

AFRIKA

Zanzibar Quelimane

Kaap Kruis Kaap Hoorn

Vasco da Gama 1497 - 1499 (Portugal)

INDIA

CHINA AUSTRALIË

Atlantische Oceaan Indische Oceaan

Kaap de Goede Hoop

Fernão Magalhães 1519 - 1522 (Portugal)

Route van specerijen 1498

Grote Oceaan

1e reis van Christophorus Columbus 1492 - 1493 (Spanje) Bartholomeu Diaz 1487 - 1488 (Portugal) Barentsz en Heemskerk

BrON 13 Ontdekkingsreizen en de route van specerijen vóór 1498.

6 Winstgevende handel

Lees: Winstgevende handel.

a Leg uit waarom de specerijenhandel voor de Portugezen zo winstgevend was.

b De Hollanders wilden graag de geheime route naar Indië van de Portugezen weten. Bedenk samen een aantal manieren om daar achter te komen.

c Schrijf een tekst van ongeveer 80 woorden waarin je de volgende woorden gebruikt: specerijen – rijke kooplieden – verovering van Antwerpen – ontdekkingsreizen – economische groei – de Republiek – Indië

7 De wereld buiten Europa

Lees: Winstgevende handel. Bekijk: bron 14 op de volgende bladzijde. Jan Huygen van Linschoten was een Nederlandse ontdekkingsreiziger en kaartenmaker. Over zijn reizen met een Portugees schip naar Indië schreef hij het boek ‘Itinerario, voyage ofte schipvaert van Jan Huygen van Linschoten naer Oost ofte Portugaels’. Daarin beschreef hij uitgebreid de route van zijn reizen en alles wat hij onderweg zag. Door zijn beschrijvingen en illustraties is het boek veel meer dan alleen een atlas. Voor veel mensen was het bovendien een eerste kennismaking met de wereld buiten Europa.

Bekijk bron 14 en geef aan welke informatie mensen in die tijd over Azië kregen.

8

Schoolplaat eerste Oost-Indiëvaarders

Je oefent: betrouwbaarheid van een bron

Bekijk: bron 6.

a Over welke gebeurtenis gaat deze schoolplaat?

Schrijf het in eigen woorden op. Geef ook het jaartal van deze gebeurtenis.

b In welk jaar is deze schoolplaat gemaakt?

c Toen deze schoolplaat werd gemaakt, waren Nederlanders trots op hun verleden. Hoe kun je dat in bron 6 zien?

d Vind je dit een betrouwbare bron? Leg je antwoord uit.

16 De koloniale relatie Indonesië – Nederland

BrON 14 Twee afbeeldingen uit het boek ‘Itinerario’ van Jan Huygen van Linschoten uit 1605.

9 Oprichting van de VOC

Je oefent: oorzaak en gevolg

Lees: De oprichting van de VOC: 1602.

a Wat was de oorzaak van de oprichting van de VOC?

b Wat was een gevolg van de oprichting van de VOC voor de Republiek?

c Wat was een gevolg van de oprichting van de VOC voor landen in Europa of Azië?

10 Aandelen

Lees: Aandelen. Bekijk: bron 7.

a In welke stad is dit aandeel uitgegeven?

b Waarom gaf de VOC aandelen uit?

c Wanneer stijgt de prijs van een aandeel?

d Waarom was één grote onderneming als de VOC gunstiger dan vele kleine compagnieën?

11 Kopers van aandelen

Lees: bron 8.

Uit welke lagen van de bevolking kwamen de aandeelhouders? Leg je antwoord uit. De kopers van VOC-aandelen kwamen uit de rijke bovenlaag / alle lagen van de bevolking, want …

12

Handeldrijven door de VOC

Lees: Handeldrijven door de VOC.

Kies de juiste woorden.

Het hebben van een monopolie is ongunstig / gunstig, omdat de koopman / overheid de prijzen van de producten kan bepalen. Omdat je wel / geen rekening hoeft te houden met concurrenten, kun je hoge / lage prijzen vragen voor de producten en op die manier veel / weinig winst maken.

© Universiteitsbibliotheek Utrecht © Universiteitsbibliotheek Utrecht
17 1 De VOC-tijd: 1596-1799

Handelswijze van de VOC

Lees: Handeldrijven door de VOC. Bekijk: bron 12.

a Hoe schakelde de VOC de binnenlandse concurrentie uit?

b Hoe schakelde de VOC buitenlandse concurrenten uit?

c Kaap de Goede Hoop was een belangrijk punt op de route naar Azië. Leg dit uit.

d Wat denk je: bouwde de VOC bij Kaap de Goede Hoop een fort of een factorij, of beide?

Leg je antwoord uit.

e Leg uit waarom de VOC en de plaatselijke vorsten graag handelsverdragen met elkaar sloten.

Doe het zo: De VOC sloot graag een handelsverdrag met een plaatselijke vorst, omdat … (uitleg).

Een plaatselijke vorst sloot graag een handelsverdrag met de VOC, omdat … (uitleg).

14 Wijn en wol voor Azië?

Lees: Handeldrijven door de VOC.

Aziaten hadden geen belangstelling voor Europese producten zoals wijn en wollen stoffen.

Bedenk waarom ze dat niet hadden.

Tip: Denk aan het klimaat en de godsdiensten in Azië.

15 Geweld

Lees: Met geweld.

a Waarom wilde de VOC zo min mogelijk geweld gebruiken in Indië?

b In welke gevallen ging de VOC toch over tot het gebruik van geweld?

c Waarom zou voor de VOC het gebruik van geweld zo duur zijn, denk je?

d De VOC stuurde een strafexpeditie naar de Banda-eilanden omdat het monopolie van de VOC werd bedreigd.

Is deze stelling goed of fout? Leg je antwoord uit.

16 Verovering van de Banda-eilanden

Je oefent: oorzaak en gevolg

Lees: Met geweld, en: bron 11.

a Waarom is het volgens Coen gelukt om de Banda-eilanden te veroveren?

b Wat waren de gevolgen van de strafexpeditie van Coen voor de bewoners van de Bandaeilanden?

c Wat waren de gevolgen van de strafexpeditie van Coen voor de Hollanders?

17 Jan Pieterszoon Coen

Je oefent: standplaatsgebondenheid

Lees: Wie was Jan Pieterszoon Coen?, en: bron 11. Bekijk: bron 15.

a Hoe dachten veel mensen tot aan de twintigste eeuw over Coen?

b Hoe denken veel mensen nu over Coen?

c Waardoor hebben veel mensen een andere mening gekregen over Coen, denk je?

d Een aantal mensen voerde actie tegen het beeld. Ze wilden dat het werd verwijderd. Dit is niet gebeurd. In plaats daarvan is er in 2012 een nieuwe tekst bij het beeld geplaatst. Wat kan er in de nieuwe tekst staan? Schrijf die tekst, en begin die met de geboorte- en sterfdatum van Coen.

13
18 De koloniale relatie Indonesië – Nederland

18 ‘VOC-mentaliteit’

Lees: Met geweld, en: bron 16.

In 2006 sprak minister-president Balkenende van ‘de VOC-mentaliteit’. Hij bedoelde daarmee dat Nederland best trots mag zijn op zijn ondernemers.

Sommige Kamerleden hadden grote moeite met deze vergelijking. Leg dit uit.

In 2006 zei toenmalig minister-president Balkende tijdens een debat in Tweede Kamer over de economische opleving in Nederland:

“ Ik begrijp niet waarom u hier zo negatief en vervelend over doet. (...) Laten we blij zijn met elkaar! Laten wij optimistisch zijn! Laten we zeggen: Nederland kan het weer! Die VOC-mentaliteit, over grenzen heen kijken, dynamiek! Toch? ”

Naar: NOS.nl, september 2006.

BrON 16

19 Einde van de VOC

Je oefent: oorzaak en gevolg

Lees: Het einde van de VOC: 1799.

a Hier staan vier zinnen die te maken hebben met het einde van de VOC. Geef van elke zin aan of het de aanleiding, een oorzaak of een gevolg is van het einde van de VOC.

1 De VOC had grote concurrentie van Engeland. aanleiding / oorzaak / gevolg

2 De VOC hield op te bestaan. aanleiding / oorzaak / gevolg

3 Door de vierde Nederlands-Engelse oorlog had de VOC geen inkomsten meer. aanleiding / oorzaak / gevolg

4 De VOC voerde een slecht financieel beleid. aanleiding / oorzaak / gevolg b Schrijf nog twee andere oorzaken op van het einde van de VOC.

© Alamy / Imageselect BrON 15 Het standbeeld van Coen (1587 - 1629) in Hoorn. Foto uit 2016.
19 1 De VOC-tijd: 1596-1799

Tussenkoppen

a Schrijf de tussenkopjes van alle teksten in je schrift. Laat daaronder steeds een aantal regels leeg. Schrijf daarna van elke tekst een samenvatting van maximaal 80 woorden. b Vergelijk je samenvatting met die van een klasgenoot en probeer samen een nieuwe samenvatting te maken, van ook weer maximaal 80 woorden.

Verdieping

21 Een reisverslag

Maak een verslag van een reis naar Indië alsof je op een VOC-schip vaart. Kies wie jullie zijn: de kapitein, een matroos, de scheepsarts of … Hoe jullie het reisverslag presenteren, mogen jullie zelf weten. Denk bijvoorbeeld aan een muurkrant, een PowerPoint-presentatie of een reiskrant.

In het reisverslag moeten in ieder geval de volgende punten aan bod komen: • de voorbereiding. Hoeveel schepen en bemanningsleden zijn er nodig? Hoe is de VOC daaraan gekomen? Wat is de lading en waar wordt die ingekocht? Wat neemt jullie personage als persoonlijke bagage mee?

• de reis. Wat doet het personage onderweg? Wat is zijn dagelijks werk? Wat maakt hij mee? Wat eet hij? Wordt er iemand ziek aan boord?

• in Indië. Schrijf over het verblijf van jullie personage in Indië. Hoe verloopt de handel? Welke producten worden ingekocht? Hoe gaat dat?

Havo-opdracht

22 Gevolgen van een handelsverdrag

De VOC sloot met de Bandanezen een handelsverdrag en kreeg daarmee het monopolie op de handel in nootmuskaat en foelie. Het gevolg was dat vanaf de Banda-eilanden een grootschalige smokkel ontstond.

Is hier sprake van een bedoeld of onbedoeld gevolg? Leg je antwoord uit.

Onthouden: 1a-b, 3a, 4a, 8b, 9a-b, 10a, 16a

Begrijpen: 3b-c, 4b-d, 5a-c, 6a-b, 8c, 9c, 10b-d, 11, 12, 13a-e, 15a-c, 16b-c, 17a-c, 19a-b

Toepassen: 2a-b, 6c, 7, 8a, 8, 14, 15d, 17d, 18, 20a-b, 21, 22

Vat samen
20
20 De koloniale relatie Indonesië – Nederland

Geschiedenis voor de bovenbouw van het vmbo

Beeld op het omslag

De vreemde figuur op de voorkant van dit boek komt uit een Indonesisch wajangspel, een voorstelling met poppen. Wajang betekent ‘schaduw’, want de poppenspeler zit achter een doek. Het publiek ziet alleen de schaduw van de poppen.

Deze wajangpop stelt prins Diponegoro voor. Meestal gaat een wajangspel over verzonnen verhalen. Maar Diponegoro heeft écht bestaan. Hij begon in 1825 een oorlog tegen de Nederlanders. Indonesië was toen een kolonie van Nederland. Bij de voorstelling over deze geschiedenis horen ook wajangpoppen in een donker uniform, met grote, lelijke neuzen. Het publiek herkent ze meteen: dit zijn de Nederlanders en slechte mensen. Maar Diponegoro is in het wit gekleed. Naast de Nederlanders oogt de prins wijs en verfijnd.

Diponegoro verloor de oorlog. Toch was ruim honderd jaar later Indonesië geen kolonie meer van Nederland. Hoe dat gebeurde, leer je in dit boek.

Scan de QR-code voor meer informatie over de strijd van Diponegoro.

www.thiememeulenhoff.nl/feniks
9 789006 731750

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.