www.thiememeulenhoff.nl/feniks
LEERBOEK 1 VMBO-KGT
Beeld op het omslag Deze stenen pot is meer dan 5000 jaar oud. Hij was van een boer in Mesopotamië, een gebied dat in onze tijd in Irak en Syrië zou liggen. In deze pot bewaarde de boer graan.
Leerboek 1 VMBO-KGT Naam Klas
In Mesopotamië leefden de eerste boeren in de geschiedenis. Ze hadden ontdekt hoe ze zélf voedsel konden verbouwen op een akker. De pot is prachtig versierd. Door de afbeeldingen weten we dat deze boeren ook vee hielden. Zie jij welke dieren het zijn? Ontdek meer over de eerste boeren:
9 789006 860023
3677_TM_FENIKS_Leerboek_omslag_1 VMBO-kgt_DRUK.indd 1,3
15/05/19 09:20
Feniks 1 vmbo-kgt Leesboek.indb 1
22/05/19 13:42
Geschiedenis voor de onderbouw Leerboek 1 vmbo-kgt
Auteurs
Christa Dekkers
Ronald den Haan Juul Lelieveld
Jan-Wolter Smit Ronald Stroo Eindredactie
Eugenia Smit
Feniks 1 vmbo-kgt Leesboek.indb 1
22/05/19 13:42
Inhoud
Over ThiemeMeulenhoff ThiemeMeulenhoff ontwikkelt zich van educatieve uitgeverij tot een learning design company. We brengen content, leerontwerp en technologie samen. Met onze groeiende expertise, ervaring en leeroplossingen zijn we een partner voor scholen bij het vernieuwen en verbeteren van onderwijs. Zo kunnen we samen beter recht doen aan de verschillen tussen lerenden en scholen en ervoor zorgen dat leren steeds persoonlijker, effectiever en efficiënter wordt.
1 Zoeken naar het verleden 6
Samen leren vernieuwen. www.thiememeulenhoff.nl
ISBN 978 90 06 860023 Derde druk, eerste oplage, 2019
1.0 1.1 1.2 1.3 1.4
© ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2019 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Oriëntatie 8 Kennis van het verleden 8 Bronnen 10 De tijd meten 12 Dit heb je geleerd 14 TIJD VAN JAGERS EN BOEREN
2 Leven van de natuur 16
2.0 Oriëntatie 16 2.1 Op zoek naar voedsel 18 2.2 Voedsel verbouwen 20 2.3 Egypte: een rijk land 22 2.4 Piramides 24 2.5 Ötzi, de ijsmummie 26 2.6 Dit heb je geleerd 28 2.7 Keuzeopdrachten 30 TIJD VAN GRIEKEN EN ROMEINEN
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl.
3 Grieken en Romeinen 34
De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
Deze uitgave is volledig CO2-neutraal geproduceerd. Het voor deze uitgave gebruikte papier is voorzien van het FSC®-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.
3000 v. Chr.
3.0 Oriëntatie 34 3.1 De oude Grieken 36 3.2 Van dorpje tot wereldrijk 38 3.3 Het leven in Rome 40 3.4 Een nieuw geloof 42 3.5 Wat bleef er over? 44 3.6 Dit heb je geleerd 46 3.7 Keuzeopdrachten 48
1
v. Chr.
Feniks 1 vmbo-kgt Leesboek.indb 2
Zo werk je met Feniks 6
500
na Chr.
22/05/19 13:42
TIJD VAN MONNIKEN EN RIDDERS
TIJD VAN ONTDEKKERS EN HERVORMERS
4 Bidden, vechten, werken 52
6 Een nieuwe tijd 88
4.0 Oriëntatie 52 4.1 Monniken verspreiden het geloof 54 4.2 De koning en zijn leenmannen 56 4.3 In en om het kasteel 58 4.4 Een nieuwe godsdienst 60 4.5 De Vikingen komen! 62 4.6 Dit heb je geleerd 64 4.7 Keuzeopdrachten 66 TIJD VAN STEDEN EN STATEN
5 De stad in de Middeleeuwen 70 5.0 Oriëntatie 70 5.1 Nieuwe steden 72 5.2 Werken in de stad 74 5.3 Een leven voor God 76 5.4 Veilig maar vies 78 5.5 Op kruistocht 80 5.6 Dit heb je geleerd 82 5.7 Keuzeopdrachten 84
6.0 Oriëntatie 88 6.1 Op ontdekkingsreis 90 6.2 De hervorming van de kerk 92 6.3 Het begin van de Opstand 94 6.4 Een nieuw land 96 6.5 Vreemde volken 98 6.6 Dit heb je geleerd 100 6.7 Keuzeopdrachten 102 Overzicht van de vaardigheden 106 Begrippenlijst 108 Kaarten 110 Illustratieverantwoording 112
Leerjaar 2 TIJD VAN REGENTEN EN VORSTEN TIJD VAN PRUIKEN EN REVOLUTIES TIJD VAN BURGERS EN STOOMMACHINES TIJD VAN DE WERELDOORLOGEN I: EERSTE WERELDOORLOG TIJD VAN DE WERELDOORLOGEN II: TWEEDE WERELDOORLOG TIJD VAN TELEVISIE EN COMPUTER
1000
Feniks 1 vmbo-kgt Leesboek.indb 3
1500
1600
1700
1800
1900 1950 2000
22/05/19 13:42
Zo werk je met Feniks
4
Zo werk je met Feniks Je gaat werken met de geschiedenismethode Feniks, die bestaat uit een leerboek en een werkboek. De hoofdstukken in dit leerboek volgen de loop van de tijd. Vooraf leer je hoe we de tijd indelen. In dit leerboek vind je alle teksten en bronnen die je nodig hebt voor het maken van de opdrachten in het werkboek.
Op www.thiememeulenhoff.nl/feniks kun je alle opdrachten digitaal maken. Hier vind je ook alle teksten en bronnen die je nodig hebt voor het maken van de opdrachten. Je kunt in deze omgeving je werk direct nakijken.
Leerboek Het leerboek bevat alle theorie die je nodig hebt om de opdrachten in het werkboek te kunnen maken. Elk hoofdstuk begint met een oriëntatie-paragraaf. Je maakt hierin kennis met het tijdvak. Op de tijdbalk is de tijd waarover dit hoofdstuk gaat in kleur aangegeven. Bij de afbeelding van het verhalenboek staat welke voorleesverhalen bij het hoofdstuk horen.
Aan het begin van elke paragraaf vind je de deelvraag van deze paragraaf. Dit is de vraag waarop de paragraaf antwoord geeft. Na de deelvraag volgt de theorie. De theorie bevat plaatjes (beeldbronnen) en teksten uit andere boeken (tekstbronnen). Deze bronnen zijn geen leerteksten . De ‘gewone’ tekst is de tekst die je moet leren. In het kader Hoe gaat dat nú? vind je informatie over hoe iets tegenwoordig gaat en in het kader Een grote verandering vind je informatie over een grote verandering in die periode. Ook zijn er kaders waarin vaardigheden worden uitgelegd. Alle vetgedrukte begrippen uit de paragraaf staan, met de uitleg, aan het eind van de paragraaf nog een keer bij elkaar.
Het hoofdstuk wordt afgesloten met een paragraaf Dit heb je geleerd. In deze paragraaf vind je een overzicht van wat je hebt geleerd en wat je nu kunt. Alle belangrijke gebeurtenissen, begrippen en personen staan hier bij elkaar.
Feniks 1 vmbo-kgt Leesboek.indb 4
22/05/19 13:42
Zo werk je met Feniks
5
Aan het eind van het hoofdstuk staan keuzeopdrachten die gaan over nieuwe onderwerpen uit de tijd van het hoofdstuk. Een van deze opdrachten is de keuzeopdracht Wereldgeschiedenis. Deze opdracht gaat over een ander deel van de wereld in de tijd van het hoofdstuk. In het leerboek vind je de informatie die je nodig hebt om deze opdrachten te maken.
Werkboek Bij Feniks werk je vanuit de opdrachten. Zo ben je actief met de stof bezig en word je geholpen de hoofdzaken uit de tekst te halen. Een paragraaf begint met het kopje Dit weet je al. Dit is een opdracht waarmee je uitzoekt welke kennis je al hebt. Aan het begin van een opdracht staat een gekleurde instructieregel over de tekst of bronnen die je moet gebruiken. Heeft een opdracht geen instructieregel? Dan is er geen aparte instructie voor het maken van de opdracht nodig.
Voor het maken van de opdrachten in het werkboek heb je soms ook nieuwe tekstbronnen of beeldbronnen nodig. Deze staan bij de opdracht zelf. Bij een kaartopdracht werk je meestal in de kaart. Aan het einde van de paragraaf vind je onder het kopje Dit weet je nu een samenvattingsopdracht. Deze opdracht helpt je om de paragraaf te leren. Elke paragraaf wordt afgesloten met ‘Tips voor de toets’, die je helpen met het leren voor de toets.
In de paragaaf Dit heb je geleerd maak je opdrachten die je helpen bij de voorbereiding op een toets. Er zijn opdrachten over Mensen in de tijd, over Mensen in hun land, en over de begrippen uit het hoofdstuk. Aan het eind van het hoofdstuk staan keuzeopdrachten die gaan over nieuwe onderwerpen uit de tijd van het hoofdstuk. Een van deze opdrachten is de keuzeopdracht Wereldgeschiedenis. Deze opdracht gaat over een ander deel van de wereld in de tijd van het hoofdstuk. In het werkboek kun je kiezen welke opdracht(en) je wilt maken.
Feniks 1 vmbo-kgt Leesboek.indb 5
22/05/19 13:42
1 Zoeken naar het verleden – 1.0 Oriëntatie
6
1 Zoeken naar het verleden 1.0 Oriëntatie
Bron 1
Een archeoloog onderzoekt een graf heel precies. Resten van mensen die lang geleden stierven, geven informatie over het verleden.
Feniks 1 vmbo-kgt Leesboek.indb 6
22/05/19 13:42
1 Zoeken naar het verleden – 1.0 OriÍntatie
Bron 2
7
Op de plaats van een misdrijf zoeken rechercheurs naar sporen.
Waarover gaat dit hoofdstuk? Op klaarlichte dag is een man doodgeschoten, midden op straat. De politie heeft de weg afgezet. Het lichaam van het slachtoffer is al weggebracht. Uren daarna zijn rechercheurs nog bezig met het sporenonderzoek. Wie is het slachtoffer? Wie is de moordenaar? Wat is het motief? Op al deze vragen wil de politie het antwoord. Elk spoor kan hiervoor informatie geven. Daarom bekijken ze alle sporen zorgvuldig. Een archeoloog en een historicus onderzoeken het verleden op dezelfde manier. Ze kunnen immers niet terug in de tijd reizen, om te kijken wat er precies is gebeurd. Daarom onderzoeken ze sporen uit het verleden: sporen die een antwoord kunnen geven op hun vragen. In dit hoofdstuk leer je hoe een historicus en een archeoloog dit doen. Je leert waarom de vragen die historici stellen, voor ons allemaal belangrijk zijn. Je leert ook hoe je tijd kunt meten en tijd kunt indelen in perioden. Bron 3
Archeologen vonden het skelet van deze Middeleeuwse jongen, die ze Marcus van Eindhoven noemden. Zijn gezicht is zo goed mogelijk nagemaakt met bijenwas.
Feniks 1 vmbo-kgt Leesboek.indb 7
22/05/19 13:42
1 Zoeken naar het verleden – 1.1 Kennis van het verleden
8
1.1 Kennis van het verleden • Waarom is kennis van het verleden voor iedereen belangrijk? Net als op de basisschool krijg je ook op de middelbare school het vak geschiedenis. Je leert over personen en gebeurtenissen uit het verleden. Waarom eigenlijk?
De geschiedenis van jouw leven Stel, je komt uit school, doet je rugzak om, stapt op je fiets en ... een auto rijdt je aan. Gelukkig heb je alleen wat blauwe plekken. Maar dan blijkt dat je door de klap je geheugen kwijt bent. Je weet niets meer: niet meer wie je bent, niet meer waar je woont of wie je ouders zijn ... Je weet niet eens meer wat je hier op straat doet. Talloze vragen komen in je op. Wat nu? Sommige mensen hebben veel van dit soort vragen. Adoptiekinderen die in een ver land geboren zijn, weten soms heel weinig van hun biologische ouders. Sommigen krijgen daar last van als ze een jaar of veertien zijn. Ze willen antwoord op hun vragen. Waarom ben ik geadopteerd? Heb ik nog familie? Hoe zou mijn leven zijn als ik in dat andere land opgroeide? Vaak beginnen ze dan een lange zoektocht naar hun eigen geschiedenis. Bron 4
Een klassenfoto uit 2013.
De geschiedenis van jouw land Ben jij er trots op dat je Nederlander bent? Voel je je een Nederlander? Welke Nederlanders zijn voor jou belangrijk: de coach van het Nederlands voetbalelftal, de minister-president, de koning? Of toch je oma? Als je op vakantie bent in het buitenland, merk je dat je anders bent dan de mensen daar. In zuidelijke landen valt dat al gauw op. De mensen daar zien er anders uit, eten en drinken andere dingen en gaan op andere tijden slapen. Jij bent misschien een fan van een Nederlandse zanger, maar een Italiaan heeft waarschijnlijk nog nooit van hem gehoord. Dat verschil komt doordat de geschiedenis van Nederland ook bij jouw eigen geschiedenis hoort. Bron 5
Antilliaanse mannen spelen op het strand een spannend spel. Foto gemaakt op Curaçao.
Feniks 1 vmbo-kgt Leesboek.indb 8
22/05/19 13:42
1 Zoeken naar het verleden – 1.1 Kennis van het verleden
Bron 6
9
Tekening uit een boek uit 1270. Aan de onderkant van de wereld zou een volk leven dat heel hard kon lopen, op maar één enkele voet. Maar die voet was zó groot dat de mensen hem opstaken als de zon fel scheen, zodat ze schaduw hadden. Ook waren er mensen zonder hoofd, met de ogen op de schouders.
Geschiedenis om je heen
Toen en nu
Waarom zijn er zo veel Nederlanders van Surinaamse, Antilliaanse, Turkse en Marokkaanse afkomst? Waarom heeft Nederland een koning, en geen president? Waarom is de president van de Verenigde Staten zo belangrijk? Waarom is er vaak oorlog in het Midden-Oosten? Het antwoord op al deze vragen vind je in de geschiedenis. Als je iets van de geschiedenis weet, begrijp je je eigen tijd beter. Suriname hoorde vroeger bij het Koninkrijk Nederland. Ook de eilanden van de Antillen werden vroeger door Nederland bestuurd. Nederlandse handelaren brachten vroeger slaven uit Afrika naar de Antillen en Suriname. Sinds 1975 is Suriname een zelfstandig land en helemaal los van Nederland. In de periode daarvoor zijn veel mensen uit Suriname in Nederland gaan wonen. De Antilliaanse eilanden horen nog wel bij het Koninkrijk Nederland, maar de eilanden hebben eigen besturen. De bewoners zijn Nederlands staatsburger. Als ze willen, kunnen ze in Nederland of in een ander Europees land gaan wonen.
Rond 1150 kenden veel mensen in Europa grote delen van de aarde niet. Ze waren bang om ver de zee op te gaan, omdat daar enorme monsters zouden leven. Ook geloofden ze dat het aan de onderkant van de aarde gloeiend heet was. Daar woonden vreemde wezens: tegenvoeters. Sommige tegenvoeters aten mensen! Dus een verre zeereis maken naar onbekende plaatsen? Dat deed je niet gauw! Die mensen waren maar dom, denk jij nu. Toch is het niet zó raar als je bedenkt hoe onbekend de wereld toen was. Heel veel dingen wisten de mensen niet. En als iets onbekend is, vult je fantasie dat in. Wij denken waarschijnlijk ook dingen die mensen over honderd jaar weer heel vreemd vinden. Met geschiedenis leer je niet alleen dat het vroeger anders was dan nu. Je leert ook dat mensen in verschillende tijden, verschillend over dingen kunnen denken. BEGRIPPEN geschiedenis Dat wat in het verleden is gebeurd, vroeger.
Feniks 1 vmbo-kgt Leesboek.indb 9
22/05/19 13:42
1 Zoeken naar het verleden – 1.2 Bronnen
10
1.2 Bronnen • Hoe onderzoekt een historicus het verleden? Geschiedenis gaat over tijd. Tijd gaat voorbij: je kunt tijd niet stilzetten. Toch weten historici veel van mensen uit het verleden. Hoe kan dat?
Bron 9
Isabelle van Ittersum werd opgevoed door haar tante. In 1798 schreef Isabelle (toen 15 jaar) in haar dagboek: ‘Er werden veel bals gehouden tijdens de winter, maar tante wilde niet dat ik erheen ging omdat er geen toezicht was, zodat deze dametjes van veertien en vijftien jaar alleen bezoek ontvingen en alles deden wat in hun hoofd opkwam. Afgezien van de dure kleding en juwelen, die ik nooit had kunnen betalen, werd er ook gespeeld. Ik ken jonge dames die in één avond tachtig gulden aan de kaarttafels verloren. Ik was er heel ongelukkig over. Niet omdat ik ook mee wou doen, maar vooral omdat ik mij zo verveelde.’ Bron 7
Wasles op een huishoudschool in ± 1930.
Bron 8
Toen oma Nel 14 jaar was, zat ze op de huishoud school. Die school was alleen voor meisjes. Ze leerden er over het huishouden. In die tijd vond men het belangrijk dat een meisje goed was voorbereid op een leven als huisvrouw en moeder. Nel had elke dag les, van 8 uur ’s morgens tot 4 uur ’s middags. Ook op zaterdag! ‘We kregen les van nonnen. We hadden veel vakken: strijkles, wasles, naailes, kapotte kleren verstellen, koken en bakken, borduren, maar ook kinder verzorging. Ik weet nog dat we in de kookles soms iets moesten maken wat we helemaal niet lustten. Spruitjes bijvoorbeeld! Na de les moesten we zelf alles opeten. Spruitjes gooide ik stiekem weg!’ naar: een interview met mevrouw P.C.A. Dekkers-van de Meerakker
Feniks 1 vmbo-kgt Leesboek.indb 10
naar: dagboek van Isabelle van Ittersum, 1789
Is één bron genoeg? Bron 7, 8 en 9 zijn sporen uit het verleden. Een historicus noemt sporen bronnen. Bron 9 is een bijzondere bron, omdat er uit die tijd bijna geen dagboeken bewaard zijn. Maar een historicus zal aan Isabelle’s dagboek niet genoeg hebben. Uit andere bronnen weten we namelijk dat veel kinderen in die tijd een dagboek móesten bijhouden. Hun ouders controleerden op die manier hun kinderen. Isabelle heeft dus vast niet alles verteld in haar dagboek. Ook Oma Nel vertelt niet alles. Ze heeft alleen gebeurtenissen onthouden die voor haar bijzonder waren, zoals de vieze spruitjes. Andere dingen zal ze vergeten zijn. Dat geldt voor jou ook. Weet jij nog wat je elke dag deed in groep 3? Een schoolreisje zul je je nog wel herinneren, maar veel gewone dingen ben je vergeten. Om te weten hoe een gewone schooldag toen was, heb je meer bronnen nodig: foto’s of een filmpje uit die tijd, of verhalen van klasgenootjes. Dat geldt ook voor een historicus. Om te weten hoe het vroeger écht was, heeft hij heel veel bronnen nodig. En liefst heel verschillende bronnen.
22/05/19 13:42
1 Zoeken naar het verleden – 1.2 Bronnen
11
DIRECTE EN INDIRECTE BRONNEN Een dagboek of brief is een directe bron. Een directe bron geeft rechtstreeks informatie over gebeurtenissen en personen uit de geschiedenis. Het zijn ooggetuigen of voorwerpen uit het verleden: zij waren erbij. Een historicus die een boek schrijft over Karel de Grote zoekt naar directe bronnen uit die tijd. Maar hij zal ook boeken lezen die andere mensen over de keizer schreven. Dat zijn indirecte bronnen. Een indirecte bron is gemaakt door iemand die er niet bij was. Dit boek is bijvoorbeeld een indirecte bron. Het komt niet uit de Middeleeuwen, maar geeft er wel informatie over.
Bron 10
Bladzijde uit een dagboek van een meisje van 13 jaar, geschreven in 1969.
Bron 11
Karel de Grote verloor in 780 een veldslag in Noord-Spanje. Een historicus schreef er in 1974 over: ‘Koning Karel zou op de Spaanse bodem veel pech hebben. Hij moest met zijn leger door een smalle pas over de bergen. In lange rijen trokken ruiters en voetvolk tussen de steile wanden. Het landschap was ruw en er was geen teken van leven te bekennen. Maar aan beide zijden van de kloof werden ze bespied door vijandige ruiters. Deze wachtten tot bijna het hele leger door de kloof was: met een snelle aanval werden toen de soldaten van de achterste troepen van Karel vermoord.’ naar: E. Orlandi, De groten van alle tijden, 1974
Bron 12
Karel de Grote vecht tegen Arabieren in 780. Tekening uit de 13e eeuw.
BEGRIPPEN bron Alles waardoor je iets te weten kunt komen over de geschiedenis. historicus Iemand die de geschiedenis bestudeert en onderzoekt.
Feniks 1 vmbo-kgt Leesboek.indb 11
22/05/19 13:42
1 Zoeken naar het verleden – 1.3 De tijd meten
12
1.3 De tijd meten • Hoe wordt tijd gemeten? Aan de natuur kun je zien dat de tijd voorbijgaat. Toch wilden mensen de tijd preciezer kunnen uitrekenen. Daarom bedachten ze andere manieren om tijd te meten.
Prehistorie en historie Uit de tijd van vóór de uitvinding van het schrift bestaan geen geschreven bronnen. Maar mensen die toen leefden, lieten andere sporen na, zoals speerpunten, potten, werktuigen of tekeningen. Dit zijn ongeschreven bronnen. Een archeoloog zoekt in de bodem naar ongeschreven bronnen. Historici noemen de tijd vóór de uitvinding van het schrift de prehistorie. Vanaf het moment dat mensen ook geschreven bronnen nalaten, noemen ze de tijd historie.
Een grote verandering Een wereld zonder schrift kunnen wij ons niet meer voorstellen. Toch hebben mensen ooit het schrift uitgevonden. Ze ontdekten dat ze iets aan elkaar konden ‘vertellen’ door tekens in klei of op een steen te krassen. Door het op te schrijven kun je iemand iets laten weten die ergens anders is. Als een wet is opgeschreven, weet iedereen waar hij zich aan moet houden. Het schrift is niet op één plaats en op één tijdstip uitgevonden. Daarom eindigt de prehistorie niet overal op hetzelfde moment.
Klokken Eeuwenlang hadden de mensen geen klokken. De natuur gaf voor hen de tijd aan: de dag en de nacht, de stand van de maan en de seizoenen. Toen mensen meer met elkaar gingen samenwerken, was het belangrijker om precies te weten hoe laat het is. In elk deel van de wereld vonden mensen klokken uit: heel verschillende klokken en op andere tijdstippen. De Egyptenaren gebruikten bijvoorbeeld al 3600 jaar geleden een waterklok: een pot met onderin een gaatje. Als je de pot helemaal vulde met water, stroomde dat er in een bepaalde tijd uit. Op die manier maten zij de tijd.
Bron 13
Feniks 1 vmbo-kgt Leesboek.indb 12
Een zonnewijzer uit 1683, aan een huis in Middelburg. Als de zon schijnt, wijst een schaduw de tijd aan.
22/05/19 13:42
1 Zoeken naar het verleden – 1.3 De tijd meten
13
Kalenders Op een kalender meet je de tijd van één jaar in dagen, weken en maanden. Onze kalender is door de Romeinen bedacht. Andere volken hebben heel andere kalenders. Maar de stand van de maan, die elke maand hetzelfde is, wordt bijna overal gebruikt om de tijd in te delen.
Jaartelling Niet alle mensen op de wereld gebruiken dezelfde jaartelling. Er zijn onder meer een joodse, een christelijke, een islamitische en een Chinese jaartelling. Bijna overal gebruiken mensen de christelijke jaartelling, soms naast hun eigen jaartelling. Die jaartelling begint met de geboorte van Jezus Christus: het jaar 1. De mensen in Europa vonden deze gebeurtenis zo belangrijk, dat ze de jaren vanaf dat jaar zijn gaan tellen. Maar ook vóór die tijd gebeurden er belangrijke dingen. Hoe geef je dan de tijd aan? Daarvoor tel je terug: ‘dat gebeurde vijfhonderd jaar voor de geboorte van Christus’. Je schrijft dat op als 500 v. Chr.
Bron 14
Een kalender uit 1492 van volken in Midden-Amerika. In het midden zie je de zonnegod en op de buitenste ring de jaren.
Stukjes van honderd jaar Een eeuw is honderd jaar. Als wij zeggen ‘dat gebeurde in de 17e eeuw’, bedoelen we dat het gebeurde in de 17e keer honderd jaar na Christus. De 1e eeuw is van de geboorte van Christus tot en met het jaar 99. De 17e eeuw is dus de periode van het jaar 1600 tot en met het jaar 1699. De eeuwen vóór Christus tel je ook op deze manier, maar dan tel je achteruit.
Tijdbalk en tijdvakken Bij het vak geschiedenis gebruiken we een tijdbalk. Het is een manier om de tijd te tekenen als een soort liniaal. Elk vakje stelt evenveel tijd voor. Dat kan tien jaar zijn, een eeuw of duizend jaar. Je kunt dat lezen op de tijdbalk. In Feniks is de geschiedenis in tien perioden verdeeld: tijdvakken. Elk tijdvak heeft een naam en een plaatje: een beeldmerk dat er goed bij past. De namen van de tijdvakken zijn bedacht voor het Nederlandse onderwijs. Historici gebruiken andere namen. Ze noemen bijvoorbeeld de Tijd van Grieken en Romeinen de Oudheid. En ze gebruiken de naam Middeleeuwen voor twee tijdvakken samen: Tijd van monniken en ridders en Tijd van steden en staten. In Feniks leer je deze namen ook.
Feniks 1 vmbo-kgt Leesboek.indb 13
BEGRIPPEN archeoloog Iemand die in de bodem naar sporen uit het verleden zoekt. eeuw Periode van honderd jaar. historie Tijd waarin mensen ongeschreven en geschreven bronnen achterlaten. jaartelling Manier waarop mensen de jaren tellen. prehistorie Tijd waarvan geen geschreven bronnen bestaan. tijdvak Periode uit de geschiedenis.
22/05/19 13:42
1 Zoeken naar het verleden – 1.4 Dit heb je geleerd
14
1.4 Dit heb je geleerd Begrippen
DIT WEET JE NU
1 Je begrijpt waarom kennis van het verleden belangrijk is. 2 Je weet hoe een archeoloog en een historicus het verleden onderzoeken. 3 Je weet hoe we tijd meten. 4 Je kent de tien tijdvakken.
DIT KUN JE NU
1 Je kunt vertellen wat een geschreven bron is en wat een ongeschreven bron is. 2 Je kunt vertellen wat een directe bron is en wat een indirecte bron is.
3000 v. Chr.
1
v. Chr.
PREHISTORIE
Feniks 1 vmbo-kgt Leesboek.indb 14
OUDHEID
archeoloog bron eeuw geschiedenis historicus historie jaartelling prehistorie tijdvak
500
na Chr.
1648 > Vrede van MĂźnster, einde van de Opstand.
VROEGE
22/05/19 13:42
M
E
1 Zoeken naar het verleden – 1.4 Dit heb je geleerd
15
De tien tijdvakken tot 3000 v. Chr.
1600 - 1700
TIJD VAN JAGERS EN BOEREN
TIJD VAN REGENTEN EN VORSTEN
3000 v. Chr. - 500 na Chr.
1700 - 1800
TIJD VAN GRIEKEN EN ROMEINEN
500 - 1000
1800 - 1900
TIJD VAN MONNIKEN EN RIDDERS
TIJD VAN BURGERS EN STOOMMACHINES
1000 - 1500
1900 - 1950
TIJD VAN STEDEN EN STATEN
TIJD VAN DE WERELDOORLOGEN
1500 - 1600
1950 - heden
TIJD VAN ONTDEKKERS EN HERVORMERS
TIJD VAN TELEVISIE EN COMPUTER
1000
MIDDELEEUWEN
Feniks 1 vmbo-kgt Leesboek.indb 15
TIJD VAN PRUIKEN EN REVOLUTIES
LATE MIDDELEEUWEN
1500
1600
NIEUWE TIJD
1700
1800
1900 1950 2000
NIEUWSTE TIJD
22/05/19 13:42
www.thiememeulenhoff.nl/feniks
LEERBOEK 1 VMBO-KGT
Beeld op het omslag Deze stenen pot is meer dan 5000 jaar oud. Hij was van een boer in Mesopotamië, een gebied dat in onze tijd in Irak en Syrië zou liggen. In deze pot bewaarde de boer graan.
Leerboek 1 VMBO-KGT Naam Klas
In Mesopotamië leefden de eerste boeren in de geschiedenis. Ze hadden ontdekt hoe ze zélf voedsel konden verbouwen op een akker. De pot is prachtig versierd. Door de afbeeldingen weten we dat deze boeren ook vee hielden. Zie jij welke dieren het zijn? Ontdek meer over de eerste boeren:
9 789006 860023
3677_TM_FENIKS_Leerboek_omslag_1 VMBO-kgt_DRUK.indd 1,3
15/05/19 09:20