Feniks LRN-line onderbouw | 1 VMBO-KGT Werkboek | 9789006860030

Page 1

www.thiememeulenhoff.nl/feniks

WERKBOEK 1 VMBO-KGT

Beeld op het omslag Deze stenen pot is meer dan 5000 jaar oud. Hij was van een boer in Mesopotamië, een gebied dat in onze tijd in Irak en Syrië zou liggen. In deze pot bewaarde de boer graan.

Werkboek 1 VMBO-KGT Naam Klas

In Mesopotamië leefden de eerste boeren in de geschiedenis. Ze hadden ontdekt hoe ze zélf voedsel konden verbouwen op een akker. De pot is prachtig versierd. Door de afbeeldingen weten we dat deze boeren ook vee hielden. Zie jij welke dieren het zijn? Ontdek meer over de eerste boeren:

9 789006 860030

3677_TM_FENIKS_Werkboek_omslag_1 VMBO-kgt_DRUK.indd 1,3

15/05/19 09:27


FEN_e3_KGT_WB.indb 164

10/05/19 14:37


Geschiedenis voor de onderbouw Werkboek 1 vmbo-kgt

Auteurs

Christa Dekkers

Ronald den Haan Juul Lelieveld

Jan-Wolter Smit Ronald Stroo Eindredactie

Eugenia Smit

FEN_e3_KGT_WB.indb 1

10/05/19 14:36


Over ThiemeMeulenhoff ThiemeMeulenhoff ontwikkelt zich van educatieve uitgeverij tot een learning design company. We brengen content, leerontwerp en technologie samen. Met onze groeiende expertise, ervaring en leeroplossingen zijn we een partner voor scholen bij het vernieuwen en verbeteren van onderwijs. Zo kunnen we samen beter recht doen aan de verschillen tussen lerenden en scholen en ervoor zorgen dat leren steeds persoonlijker, effectiever en efficienter wordt. Samen leren vernieuwen. www.thiememeulenhoff.nl ISBN 978 90 06 86003 0 3e druk, 1e oplage, 2019 © ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2019 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieen, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieen in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl.

Inhoud 1 Zoeken naar het verleden  4

1.0 1.1 1.2 1.3 1.4

Oriëntatie 4 Kennis van het verleden  6 Bronnen 9 De tijd meten  12 Dit heb je geleerd  16

TIJD VAN JAGERS EN BOEREN

2 Leven van de natuur  18

De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

2.0 Oriëntatie 18 2.1 Op zoek naar voedsel  20 2.2 Voedsel verbouwen  23 2.3 Egypte: een rijk land  26 2.4 Piramides 29 2.5 Ötzi, de ijsmummie  32 2.6 Dit heb je geleerd  34 2.7 Keuzeopdrachten 36

TIJD VAN GRIEKEN EN ROMEINEN

3 Grieken en Romeinen  42 Deze uitgave is volledig CO2-neutraal geproduceerd. Het voor deze uitgave gebruikte papier is voorzien van het FSC®-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.

3000 v. Chr.

3.0 Oriëntatie 42 3.1 De oude Grieken  44 3.2 Van dorpje tot wereldrijk  47 3.3 Het leven in Rome  50 3.4 Een nieuw geloof  52 3.5 Wat bleef er over?  55 3.6 Dit heb je geleerd  58 3.7 Keuzeopdrachten 60

1

500

v. Chr. na Chr.

FEN_e3_KGT_WB.indb 2

10/05/19 14:36


TIJD VAN MONNIKEN EN RIDDERS

TIJD VAN ONTDEKKERS EN HERVORMERS

4 Bidden, vechten, werken  66

6 Een nieuwe tijd  116

4.0 Oriëntatie 66 4.1 Monniken verspreiden het geloof  68 4.2 De koning en zijn leenmannen  71 4.3 In en om het kasteel  74 4.4 Een nieuwe godsdienst  77 4.5 De Vikingen komen!  79 4.6 Dit heb je geleerd  82 4.7 Keuzeopdrachten 84

TIJD VAN STEDEN EN STATEN

6.0 Oriëntatie 116 6.1 Op ontdekkingsreis  119 6.2 De hervorming van de kerk  122 6.3 Het begin van de Opstand  125 6.4 Een nieuw land  128 6.5 Vreemde volken  131 6.6 Dit heb je geleerd  133 6.7 Keuzeopdrachten 136

Begrippen 142 Werkbladen 144 Illustratieverantwoording 163

5 De stad in de Middeleeuwen  92

5.0 Oriëntatie 92 5.1 Nieuwe steden  94 5.2 Werken in de stad  97 5.3 Een leven voor God  100 5.4 Veilig, maar vies  103 5.5 Op kruistocht  106 5.6 Dit heb je geleerd  108 5.7 Keuzeopdrachten 111

Leerjaar 2 TIJD VAN REGENTEN EN VORSTEN TIJD VAN PRUIKEN EN REVOLUTIES TIJD VAN BURGERS EN STOOMMACHINES TIJD VAN DE WERELDOORLOGEN I: EERSTE WERELDOORLOG TIJD VAN DE WERELDOORLOGEN II: TWEEDE WERELDOORLOG TIJD VAN TELEVISIE EN COMPUTER

1000

FEN_e3_KGT_WB.indb 3

1500

1600

1700

1800

1900 1950 2000

10/05/19 14:36


4

1 Zoeken naar het verleden – 1.0 Oriëntatie

1 Zoeken naar het verleden 1.0 Oriëntatie Bekijk bron 1 1a Wat gebeurt er op de foto? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b

Waar of niet waar? Streep het foute woord door. 1 De man is arts. waar / niet waar 2 De man is archeoloog. waar / niet waar 3 De man zoekt sporen uit het verleden. waar / niet waar 4 De man wil weten hoe mensen vroeger werden begraven. waar / niet waar 5 De man speelt in een tv-serie de rol van moordenaar. waar / niet waar Bekijk bron 2

2a Waarom hebben de mannen witte pakken aan? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b

Stel, jij werkt bij de politie. Je moet een moord onderzoeken. Welke moordzaak zou je willen oplossen? Noem er een of zoek er een op. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

c

Welke sporen zou je voor jouw zaak willen onderzoeken? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees: Waarover gaat dit hoofdstuk?

3a Welke sporen kunnen een antwoord geven? Trek lijnen naar de juiste antwoorden. Wie is het slachtoffer? Heeft het slachtoffer nog wat gekocht? Zijn de gevonden haren van het slachtoffer? Was de moordenaar gewond? Wie is er geweest en heeft wat vastgepakt? Wie liep hier? b

• • • • • •

• vingerafdruk • identiteitskaart • kassabon • voetafdruk • bloedspoor • DNA

Sommige tv-series gaan over het oplossen van een moord. Er wordt dan sporenonderzoek gedaan. Welke van deze tv-series ken jij? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

FEN_e3_KGT_WB.indb 4

10/05/19 14:36


1 Zoeken naar het verleden – 1.0 Oriëntatie

5

Bekijk bron 1 en 2 4a Waarin is het werk van een politierechercheur en dat van een archeoloog hetzelfde? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b

Welke verschillen zie je in de kleding? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

c

Vul de juiste woorden in. Kies uit: belangrijk – sporen – vingerafdrukken – moordzaak – onderzoek – oud – vernield

Bij een . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . zijn de . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . nog heel nieuw. Deze kunnen snel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . worden. Alle kleine dingen die je ziet, zijn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bij archeologisch . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . zijn de sporen erg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Naar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . zoeken is niet nodig, want die zijn er niet meer. Bekijk bron 3

5a Lees de volgende tekst uit een krant. Rond 1350 was er een grote pestepidemie. Maar in Eindhoven vielen weinig doden. Onder het Catharinaplein liggen skeletten van mensen die zowel vóór als ná de grote pestepidemie in leven waren. Onderzoekers vragen zich af hoe zo veel bewoners de pest konden overleven. Ze vermoeden dat het DNA van deze mensen tijdens de epidemie veranderde. Daardoor konden ze de ziekte niet krijgen. Mogelijk zijn hun nakomelingen daardoor ook beschermd tegen andere ziekten, zoals aids. Door de verschillen tussen de skeletten te onderzoeken, proberen de onderzoekers een antwoord te krijgen op deze vraag. Misschien leidt dit onderzoek tot nieuwe geneesmiddelen. Eén van de onderzochte skeletten is dat van de tienjarige jongen Marcus van Eindhoven. naar: Eindhovens Dagblad, 23 april 2003.

Waarom wordt het DNA van de Middeleeuwse skeletten onderzocht? Streep de foute zin door. 1 Om een geneesmiddel tegen de griep te vinden. 2 Om een geneesmiddel tegen aids te vinden. 3 Om te achterhalen hoe het DNA veranderd is. 4 Om te achterhalen waardoor mensen de pest niet kregen.

b

Vind jij archeologisch onderzoek belangrijk? Waarom? Bespreek het met een klasgenoot. Leg je antwoord uit. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

FEN_e3_KGT_WB.indb 5

10/05/19 14:36


6

1 Zoeken naar het verleden – 1.1 Kennis van het verleden

Figuur 1.

..................................

..................................

..................................

6a In figuur 1 zie je drie personen. Schrijf bij elke persoon het juiste beroep. Kies uit: archeoloog – historicus – rechercheur b Welke van deze drie personen onderzoekt de oudste sporen? Kleur het spoor blauw. c Welke van deze drie personen onderzoekt vooral geschreven sporen? Kleur het spoor groen. d Welke van deze drie personen onderzoekt vooral heel kleine sporen? Kleur het spoor rood. e Welke van deze beroepen lijkt jou het leukst om te doen? Leg je antwoord uit. .................................................................................................... .................................................................................................... Wat leer je in dit hoofdstuk? 1 Waarom is kennis van het verleden voor iedereen belangrijk? 2 Hoe onderzoekt een historicus het verleden? 3 Hoe wordt tijd gemeten?

1.1 Kennis van het verleden Dit weet je al 1

Hoe komen een archeoloog en een historicus aan informatie uit het verleden? Maak de zin af. Zij onderzoeken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .................................................................................................... Lees: De geschiedenis van jouw leven, en bekijk bron 4

2a Wat kun je het eerst doen na zo’n auto-ongeluk? .................................................................................................... b

Wat zou jij het ergst vinden als je je geheugen kwijt zou zijn? Kruis aan. Niet meer weten wie ik ben. Niet meer weten wie mijn familie is. Niet meer weten waar ik op school zit. Niet meer weten wat ik wel of niet kan. Niet meer weten wie mijn vrienden zijn.

    

FEN_e3_KGT_WB.indb 6

10/05/19 14:36


1 Zoeken naar het verleden – 1.1 Kennis van het verleden

c

7

Zou een klassenfoto, zoals bron 4, helpen om jouw geschiedenis te achterhalen? Leg je antwoord uit. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

d

Meriam is geboren in Bolivia en geadopteerd door Nederlandse ouders. Ze vonden haar in een kindertehuis in een klein dorp. Meriam weet alleen de naam van dat dorp. Bedenk hoe Meriam haar biologische moeder kan vinden. Noem drie dingen. 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

e

Wat zou Meriam van haar moeder willen weten? Bedenk twee vragen. 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees: De geschiedenis van jouw leven

3a Lees de volgende tekst uit een krant. Zaterdagavond werd in de trein richting Eindhoven, bij station Horst-Sevenum, een verward meisje aangetroffen. Ze wist niet wie ze was, waar ze heen wilde of waar ze vandaan kwam. Na een Tweet van de politie en media-aandacht, werd haar identiteit bekend. Van het meisje was alleen de vermoedelijke naam bekend. De politie vroeg dan ook of iemand de met een Limburgs accent pratende ‘Loes’ herkende. En met succes. Ze bleek uit een opvanghuis in Eindhoven te komen. De politie bracht haar terug, en dankt iedereen die hielp met tips. naar: Algemeen Dagblad, 10 maart 2013.

Wie zal het verwarde meisje in de trein hebben gevonden? Kruis het aan.  andere passagiers  haar begeleiders van het opvanghuis

 de politie  de conducteur van de trein

b

Welke ‘sporen’ hielpen de politie bij het vinden van de identiteit van het meisje? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees: De geschiedenis van jouw land, en bekijk bron 5

4a Welke mensen zijn belangrijk voor ons land? Maak samen met een klasgenoot een lijst van vijf belangrijke Nederlanders. 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b

Vergelijk jullie lijst met die van een ander groepje. Wat valt je op? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

FEN_e3_KGT_WB.indb 7

10/05/19 14:36


1 Zoeken naar het verleden – 1.1 Kennis van het verleden

c

Bekijk bron 5. Welk spel spelen deze Antilliaanse mannen? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

d

Wat is in bron 5 anders dan in Nederland?

8

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . e

Was jij wel eens in het buitenland? Noem dan twee dingen die je daar vreemd vond. 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

f

Noem twee dingen die buitenlanders waarschijnlijk bij ons vreemd vinden. 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees: Geschiedenis om je heen, en bekijk bron 4 en 5

5a Leg in je eigen woorden uit waarom je geschiedenis­les krijgt op school. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b

Kruis de juiste zinnen aan. Dingen die vandaag gebeuren, zijn: een gevolg van alles wat in het verleden is gebeurd; een gevolg van alles wat nog gaat gebeuren; beter te begrijpen als je de geschiedenis van een land of volk goed kent; gewoon, want het is altijd al zo geweest. Stel, een van de mannen in bron 5 verhuist naar Nederland. Welke gewoontes zou hij moeten veranderen? Noem drie dingen.

   

c

1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . d

In Nederland wonen veel mensen uit de Antillen. Leg uit waarom. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

e

Bekijk het uiterlijk van de kinderen in bron 4 eens goed. Wat zegt deze klassenfoto over de geschiedenis van Nederland? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees: Toen en nu, en bekijk bron 6

6a In de volgende zinnen staan vijf fouten. Zet er een streep onder.

Rond 1150 maakten mensen verre zeereizen. Aan de bovenkant van de aarde woonden rare wezens. De mensen geloofden deze verhalen, omdat ze die tegenvoeters hadden gezien. Eigenlijk zijn wij veel slimmer dan zij, want wij geloven in ruimtewezens. Omdat de mensen toen geen ontdekkingsreizen gingen maken, weten wij hoe de aarde eruitziet.

b

De mensen noemden de vreemde wezens ‘tegenvoeters’. Bedenk waarom ze juist deze naam hadden bedacht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

FEN_e3_KGT_WB.indb 8

10/05/19 14:36


9

1 Zoeken naar het verleden – 1.2 Bronnen

Dit weet je nu 7

Aan het begin van de paragraaf lees je de vraag: waarom is kennis van het verleden voor iedereen belangrijk? In deze opdracht geef je het antwoord op die vraag. Kruis steeds de juiste antwoorden aan.

a

Waarom is je eigen geschiedenis belangrijk?  Omdat je wilt weten wie je bent.  Omdat je zonder geschiedenis niets weet.  Omdat je gemakkelijk zonder geschiedenis kunt.  Omdat het laat zien bij welk land je hoort.  Omdat je anders bent dan anderen.

b

Waarom krijg je geschiedenisles op school?  Om te leren dat de wereld hetzelfde blijft.  Om te begrijpen waarom dingen nu zo zijn.  Om te leren hoe bepaalde zaken zich hebben ontwikkeld.  Om te leren hoe raar mensen vroeger waren.  Om te begrijpen hoe de wereld is veranderd. Tips voor de toets Begrippen: geschiedenis Lees ‘Dit weet je nu’ nog eens door. Opdrachten: 2, 4 en 5

1.2 Bronnen Dit weet je al 1

Welke sporen heb jij in je leven al achtergelaten? Bedenk vier sporen. 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bekijk bron 7

2

Vergelijk het klaslokaal uit 1930 met je eigen klas­lokaal. Welke verschillen zie je? Vul het schema in. Huishoudschool 1930

FEN_e3_KGT_WB.indb 9

Jouw school nu

10/05/19 14:36


1 Zoeken naar het verleden – 1.2 Bronnen

10

Lees bron 8 3a Waarom gingen alleen meisjes naar de huishoud­school? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b

Hoeveel uur les had oma Nel per dag? . . . . . . . . . . . . . .

c

Maak samen een lesrooster voor een schooldag van oma Nel. Bedenk dat er voor sommige vakken, zoals koken, veel tijd nodig was. 1e uur: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2e uur: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

3e uur: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Pauze 4e uur: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5e uur: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Pauze 6e uur: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Pauze 7e uur: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8e uur: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees: Is één bron genoeg? en bron 9 4a Waarom is bron 9 een bijzondere bron? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b

Waarom mocht Isabelle niet van haar tante naar deftige dansfeesten? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

c

Waarom moest Isabelle van haar tante een dagboek bijhouden? Maak de zin af. De tante van Isabelle las iedere avond het dagboek door, zodat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

d

Zou Isabelle in haar dagboek alles eerlijk hebben opgeschreven? Maak de zin af. Ja / Nee, want . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

e

Kan een historicus met bron 9 alles over Isabelle’s gedachten en leven te weten komen? Streep de foute woorden in het antwoord door. Ja / Nee, want daar zijn meer / niet meer bronnen voor nodig. Lees: Is één bron genoeg? en bron 9 en bron 10

5a Hoe oud ongeveer is bron 9? . . . . . . . . . . . . . . jaar b

Hoe oud ongeveer is bron 10? . . . . . . . . . . . . . . jaar

c

Waarover schrijft het meisje in bron 9? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

FEN_e3_KGT_WB.indb 10

10/05/19 14:36


11

1 Zoeken naar het verleden – 1.2 Bronnen

d

Bedenk waarom het meisje van bron 10 een dagboek bijhield. Noem twee redenen. 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

e

Welke bron kan een historicus het meest vertrouwen, denk je? Maak de zin af. Bron 9 / Bron 10 is het eerlijkst, want . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

f

g

Kruis het juiste antwoord aan. Als je wilt weten of in een bron fouten zijn gemaakt, controleer je of de bron:  makkelijk leesbaar is;  interessant is;  betrouwbaar is. Stel, je houdt een dagboek bij. Over tweehonderd jaar leest iemand daarin. Is jouw eigen dagboek dan betrouwbaar? Maak een goede zin. Ja / Nee, want ik zou in mijn dagboek wel / niet alles opschrijven. Lees: Directe en indirecte bronnen

6a Wat noemen historici een bron? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b

Wat is een directe bron? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

c

Wat is een indirecte bron? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

d

Welke bronnen in deze paragraaf zijn directe bronnen? Welke zijn indirecte bronnen? Directe bronnen: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Indirecte bronnen: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

7a Wie onderzoekt het? Zet de bronnen bij de juiste onderzoeker. Let op: sommige bronnen passen in beide kolommen. pot uit de steentijd – skelet – wetboek – dagboek – pijlpunten – schilderij – krant – filmbeelden Archeoloog

b

Historicus

Zet in het schema achter elke bron een T (= tekst), een V (= voorwerp) of een A (= afbeelding).

FEN_e3_KGT_WB.indb 11

10/05/19 14:36


1 Zoeken naar het verleden – 1.3 De tijd meten

12

Vergelijk bron 11 en 12 8a Welke bron vertelt jou het meest over Karel de Grote? Leg je antwoord uit. Bron . . . . . . . , want . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b

Hoe meer bronnen we hebben, hoe meer we weten over het verleden. Bedenk hoe dat komt. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

c

De makers van bron 11 en 12 waren er niet bij toen Karel het gevecht verloor. Wie van hen maakte de meest betrouwbare bron, denk je? Kruis het juiste antwoord aan.  De historicus, want hij deed uitgebreid bronnenonderzoek.  De tekenaar, want hij tekent de ridders met Middeleeuwse wapens.

Dit weet je nu 9a Welke vraag lees je aan het begin van de paragraaf? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b

Geef nu antwoord op de vraag. Vul de juiste woorden in. Kies uit: bronnen – betrouwbaar – onderzoek – ooggetuige – indirecte – historici – tijd – directe

Om . . . . . . . . . . . . . . naar het verleden te doen, heeft een historicus . . . . . . . . . . . . . . nodig. . . . . . . . . . . . . . . bronnen komen uit de . . . . . . . . . . . . . . zelf en zijn vaak van een . . . . . . . . . . . . . . . Bronnen die later over een periode zijn gemaakt, noemen we . . . . . . . . . . . . . . bronnen. Om te weten wat er precies gebeurd is, hebben . . . . . . . . . . . . . . verschillende bronnen nodig, want niet elke bron is . . . . . . . . . . . . . . . Tips voor de toets Begrippen: bron, historicus Lees ‘Dit weet je nu’ nog eens door. Opdrachten: 5, 6, 7 en 8

1.3 De tijd meten Dit weet je al 1a Wat is een directe bron? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b

Waarin is het werk van een politierechercheur en dat van een historicus hetzelfde? Kruis de juiste antwoorden aan.  Er zijn verschillende bronnen nodig om de vragen te beantwoorden.  De bronnen moeten heel precies worden bekeken.  Als je er niet bij was, kun je niet weten wat er is gebeurd.

2a Wanneer ben jij geboren? . . . . . . . . . . . . . .

FEN_e3_KGT_WB.indb 12

10/05/19 14:36


1 Zoeken naar het verleden – 1.3 De tijd meten

b

Wanneer zijn je ouders geboren? . . . . . . . . . . . . . .

c

Wanneer zijn je grootouders geboren? . . . . . . . . . . . . . .

d e

Hoe lang is het geleden? Zet steeds een rondje om het juiste antwoord. Je mag gokken! Dinosauriërs liepen 15 / 80 / 150 / 230 miljoen jaar geleden al op de aarde rond. De eerste moderne mensen leefden waarschijnlijk 9000 / 40.000 / 160.000 / 350.000 jaar geleden. Wat vind jij? Streep het foute woord door. Op school wordt een groot / klein deel van de geschiedenis van de mens behandeld.

13

Lees: Prehistorie en historie 3a Vul in. Kies uit: historie – ongeschreven – prehistorie – schrift – schrijven.

De tijd waarvan we alleen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . bronnen hebben, noemen we . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . omdat het . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . nog niet was uitgevonden. Als de mensen eenmaal uitgevonden hebben hoe ze kunnen lezen en . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . , dan begint de . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

b

Noem drie ongeschreven bronnen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

c

Noem drie geschreven bronnen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees: Een grote verandering

4a Waar of niet waar? Streep het foute woord door. 1 De uitvinding van het schrift is een belangrijke gebeurtenis. waar / niet waar 2 De prehistorie eindigt overal in de wereld op hetzelfde tijdstip. waar / niet waar 3 Het schrift zag er overal op de wereld hetzelfde uit. waar / niet waar b Toon met drie voorbeelden aan dat lezen en schrijven handig is. 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bekijk bron 13 5a Hoe laat was het toen de fotograaf deze zonnewijzer fotografeerde? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b

Waarom kan deze zonnewijzer niet altijd de tijd aangeven? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

c

De zon komt op in het oosten en gaat onder in het westen. De zon schijnt altijd vanuit de zuidelijke helft van de hemel. Hoe werkt een zonnewijzer volgens jou? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

FEN_e3_KGT_WB.indb 13

10/05/19 14:36


14

1 Zoeken naar het verleden – 1.3 De tijd meten

Lees: Klokken 6a Gebruik jij een digitale klok of een klok met een raderwerk en wijzers? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b

Welk soort klokken gebruikten mensen in het verleden? Noem er drie. 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

c

Wanneer werd in de geschiedenis het meten van tijd belangrijk? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees: Kalenders

7a Hoe noem je de kalender die jij elke dag gebruikt? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b

c

Op een jaarkalender schrijf je op wanneer iemand jarig is. Wat noteer je nog meer op een kalender? Kruis het aan.  Wat voor cijfer ik voor een toets kreeg.  Het begin van de vakantie.  Op wie ik verliefd ben.  Hoe laat het zwembad open is. Bedenk zelf nog twee dingen die je op een kalender schrijft. 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees: Jaartelling, en Stukjes van honderd jaar

8a Waarom is het jaar 1 gekozen als het begin van de christelijke jaartelling? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b

Zet een rondje om het juiste antwoord. De tijd van 600 tot 700 is de 5e eeuw / de 6e eeuw / de 7e eeuw.

9

Ga naar werkblad 1 op bladzijde 144 en maak opdracht 1. Lees: Tijdbalk en tijdvakken

10a Schrijf in het schema de namen van de tien tijdvakken in de tweede kolom, bij het juiste beeldmerk. Kijk hiervoor op bladzijde 15 in je leerboek. b Noteer in de derde kolom van elk tijdvak de juiste jaartallen. Naam tijdvak

Jaartal

Tijd van jagers en boeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

FEN_e3_KGT_WB.indb 14

Tijd van Grieken en Romeinen

.........................

..................................................

.........................

..................................................

.........................

..................................................

.........................

10/05/19 14:36


15

1 Zoeken naar het verleden – 1.3 De tijd meten

c

Naam tijdvak

Jaartal

..................................................

.........................

..................................................

.........................

..................................................

.........................

..................................................

.........................

..................................................

.........................

Bekijk de tijdbalk op bladzijde 14/15 in je leerboek. In de tijdbalk zie je dit teken: Wat betekent dit teken, denk je? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

d

Dit teken zie je in de Tijd van Grieken en Romeinen. Waarom juist daar? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Dit weet je nu 11 a

Aan het begin van de paragraaf lees je de vraag: hoe wordt tijd gemeten? Geef antwoord op die vraag. Hoe meten mensen de tijd? Kies uit: klok – jaartelling – kalender De uren meet je met een . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De maanden meet je met een . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De jaren meet je met een . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

b c d

Streep de foute woorden door. Vóór Christus tellen we vooruit / achteruit. Na Christus tellen we vooruit / achteruit. Ga naar werkblad 1 op blz. 144 en maak opdracht 2. Streep het foute woord door. De prehistorie gaat over de tijd waarvan wel / geen geschreven bronnen bestaan. Tips voor de toets Begrippen: archeoloog, eeuw, historie, jaartelling, prehistorie, tijdvak Lees ‘Dit weet je nu’ nog eens door. Opdrachten: 3, 6, 7, 8 en 10

1.4 Dit heb je geleerd Mensen in de tijd 1

Kruis de juiste zinnen aan.  Mensen meten de tijd, omdat dat handig is en zekerheid geeft.  In de wereld wordt vooral de christelijke jaartelling gebruikt.  Er bestaat maar één jaartelling in de wereld.  Een eeuw is duizend jaar.  Mensen meten de tijd op veel verschillende manieren.

FEN_e3_KGT_WB.indb 15

10/05/19 14:36


1 Zoeken naar het verleden – 1.4 Dit heb je geleerd

16

Tijdbalk 2

Gebruik de tijdbalk op de bladzijde hiernaast. Twee tijdvakken zijn al ingekleurd: de Tijd van Grieken en Romeinen en de Tijd van televisie en computer.

a b c d

Hoe vaak past de Tijd van televisie en computer in de Tijd van Grieken en Romeinen? . . . . . . . . . . . . . . Kleur de overige tijdvakken in. Gebruik verschillende kleuren. Schrijf links naast de tijdbalk de jaartallen van de tijdvakken, op de juiste plaats. Schrijf rechts naast de tijdbalk de tijdvaknamen, op de juiste plaats.

e

Welk tijdvak ontbreekt op de tijdbalk? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

f g

Zet een streep bij 300 v. Chr. Schrijf het jaartal erbij. Zet een streep bij 650 na Chr. Schrijf het jaartal erbij.

h

Hoeveel jaar zit er tussen 300 v. Chr. en 650 na Chr.? . . . . . . . . . . . . . . jaar

i

Zet links van de tijdbalk een pijltje bij de 15e eeuw na Chr.

j

Hoe lang duurden de Middeleeuwen?. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

k

Van welk jaar tot welk jaar was de 10e eeuw? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

l

Hoe noemen we het tijdvak van de 19e eeuw? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Begrippen oefenen 3

Welk begrip is het? Vul het in.

a

Alles waaruit wij informatie kunnen halen over de geschiedenis: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

b

Iemand die de geschiedenis bestudeert: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

c

De manier waarop jaren en eeuwen worden bijgehouden: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

d

Manier waarop we de jaren tellen: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

e

Periode van honderd jaar: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

4a Vul het juiste woord in.

De tijd van alleen ongeschreven bronnen noemen we: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

De tijd van ongeschreven en geschreven bronnen noemen we: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

b

Streep de foute woorden door. 1 Een archeoloog onderzoekt vooral ongeschreven / geschreven bronnen. 2 Een historicus onderzoekt wel / geen directe bronnen. 3 Een indirecte bron komt uit de tijd / niet uit de tijd waar de historicus zijn vragen over stelt.

5

Waarmee wordt tijd gemeten? Vul het in. Uren: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Weken en maanden: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Eeuwen: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

FEN_e3_KGT_WB.indb 16

10/05/19 14:36


17

1 Zoeken naar het verleden – 1.4 Dit heb je geleerd

Dit weet je nu 6 a

b c

Streep de foute woorden door. Een archeoloog en een historicus speuren naar het verleden door verhalen te schrijven / bronnen te onder­ zoeken / met een machine terug in de tijd te reizen. Bronnen zijn door mensen gemaakt en zijn altijd / niet altijd betrouwbaar. Voor een goed onderzoek zijn veel / niet veel verschillende bronnen nodig.

3000 v. Chr.

1000 v. Chr.

Tijd van Grieken en Romeinen

7a Welke soorten bronnen zijn er? Vul in. – . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . en ongeschreven bronnen – directe en . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . bronnen b

Vul de juiste woorden in.

Toen de mensen het . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . uitvonden, betekende dat het einde van de . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

1

Dat gebeurde niet overal op dezelfde . . . . . . . . . . . . . . . en op hetzelfde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . bronnen geven meer informatie dan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . bronnen, omdat ze beter de gedachten van . . . . . . . . . . . . . . . . . . . laten zien.

8

Zet de woorden op de juiste plaats. Kies uit: verandert – gebeuren – bent Kennis van geschiedenis is belangrijk, omdat:

..................................................................

– het verklaart waarom dingen nu . . . . . . . . . . . . . . . . – het bepaalt wie jij. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . – het laat zien dat de wereld. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Wat vind je zelf? 9

..................................................................

Wat vind jij het belangrijkste dat je nu hebt geleerd? Kruis het aan. Noteer zelf nog twee dingen.  Wat het werk van een archeoloog is.  Waarom geschiedenis belangrijk is.  Welke soort bronnen je kunt onderzoeken.

..................................................................

..................................................................

..................................................................

1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

..................................................................

2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

..................................................................

Tijd van televisie en computers 2100 n. Chr.

FEN_e3_KGT_WB.indb 17

10/05/19 14:36


www.thiememeulenhoff.nl/feniks

WERKBOEK 1 VMBO-KGT

Beeld op het omslag Deze stenen pot is meer dan 5000 jaar oud. Hij was van een boer in Mesopotamië, een gebied dat in onze tijd in Irak en Syrië zou liggen. In deze pot bewaarde de boer graan.

Werkboek 1 VMBO-KGT Naam Klas

In Mesopotamië leefden de eerste boeren in de geschiedenis. Ze hadden ontdekt hoe ze zélf voedsel konden verbouwen op een akker. De pot is prachtig versierd. Door de afbeeldingen weten we dat deze boeren ook vee hielden. Zie jij welke dieren het zijn? Ontdek meer over de eerste boeren:

9 789006 860030

3677_TM_FENIKS_Werkboek_omslag_1 VMBO-kgt_DRUK.indd 1,3

15/05/19 09:27


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.