Feniks LRN-line onderbouw | 1 VMBO-T/HAVO Leerboek | 9789006860061

Page 1

www.thiememeulenhoff.nl/feniks

LEERBOEK 1 VMBO-T / HAVO

Beeld op het omslag Dit beeld stelt de Griekse godin Nikè voor (spreek uit: Nie-kee). Het is ongeveer 200 jaar voor Christus gemaakt. Nikè is de godin van de overwinning. De Grieken beeldden haar meestal af met vleugels en in een lang gewaad. Archeologen vonden het beeld in stukken. De armen en het hoofd ontbraken.

Leerboek 1 VMBO-T / HAVO Naam Klas

Deze afbeelding van Nikè wordt in onze tijd vaak gebruikt. Ze staat op de medailles van de winnaars van de Olympische Spelen en voor op een Rolls Royce, een dure auto. Ook een beroemd sportmerk is genoemd naar deze godin. Weet jij de naam van dat merk? Ontdek meer over de Griekse goden:

9 789006 860061

3677_TM_FENIKS_Leerboek_omslag_1 VMBO-t_HAVO_DRUK.indd 1,3

9/05/19 14:23


FEN_3e_1TH_LB.indb 128

9/05/19 17:46


Geschiedenis voor de onderbouw Leerboek 1 vmbo-t | havo

Auteurs

Christa Dekkers

Ronald den Haan Juul Lelieveld

Jan-Wolter Smit Ronald Stroo Eindredactie

Eugenia Smit

FEN_3e_1TH_LB.indb 1

9/05/19 17:43


Inhoud

Over ThiemeMeulenhoff ThiemeMeulenhoff ontwikkelt zich van educatieve uitgeverij tot een learning design company. We brengen content, leerontwerp en technologie samen. Met onze groeiende expertise, ervaring en leeroplossingen zijn we een partner voor scholen bij het vernieuwen en verbeteren van onderwijs. Zo kunnen we samen beter recht doen aan de verschillen tussen lerenden en scholen en ervoor zorgen dat leren steeds persoonlijker, effectiever en efficiënter wordt.

Zo werk je met Feniks  4

0 De tijd indelen 6

Samen leren vernieuwen.

www.thiememeulenhoff.nl

TIJD VAN JAGERS EN BOEREN

1 Leven van de natuur 8

ISBN 978 90 06 86006 1 Derde druk, eerste oplage, 2019

1.0 Oriëntatie 8 1.1 Op zoek naar voedsel 10

© ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2019

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl.

1.2 Jagers werden boer 12 1.3 Boeren in onze streken 14 1.4 Egypte: geschenk van de Nijl 16 1.5 Goden en mummies 18 1.6 Afsluiting 20 1.7 Keuzeopdrachten 22

TIJD VAN GRIEKEN EN ROMEINEN

2 De oude Grieken 26 2.0 Oriëntatie 26 2.1 Griekse stadstaten 28

De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

2.2 Oorlogen om vrijheid en macht 30 2.3 Griekse goden en helden 32 2.4 De erfenis van Alexander de Grote 34 2.5 Vrijheid om te denken 36 2.6 Afsluiting 38 2.7 Keuzeopdrachten 40

Deze uitgave is volledig CO2-neutraal geproduceerd.

Het voor deze uitgave gebruikte papier is voorzien van het FSC®-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.

3000 v. Chr.

1

v. Chr.

FEN_3e_1TH_LB.indb 2

500

na Chr.

9/05/19 17:43


TIJD VAN GRIEKEN EN ROMEINEN

TIJD VAN STEDEN EN STATEN

3 Imperium Romanum 44

5 Steden en burgers 82

3.0 Oriëntatie 44

5.0 Oriëntatie 82 5.1 Werken in de stad 84

3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7

Van stadstaat tot wereldrijk 46 Langs de Limes 48 Brood en spelen 50 Het christendom 52 Het einde van het Romeinse Rijk 54 Afsluiting 56 Keuzeopdrachten 58

5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7

Baas boven baas 86 Koningen en edelen 88 Veilig maar vies 90 De kruistochten 92 Afsluiting 94 Keuzeopdrachten 96

TIJD VAN ONTDEKKERS EN HERVORMERS

TIJD VAN MONNIKEN EN RIDDERS

4  Vechten, werken, bidden 62

6 Een nieuwe tijd 100

4.0 Oriëntatie 62

6.0 Oriëntatie 100 6.1 Op zoek naar Indië 102

4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7

De koning en zijn leenmannen 64 Boeren en ridders 66 De kerk en de geestelijken 68 De islam 71 De Vikingen: rovers of handelaren? 74 Afsluiting 76 Keuzeopdrachten 78

6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7

Spanjaarden en Azteken 104 De kerkhervorming 106 Spanningen in de Nederlanden 108 Een nieuw land ontstaat 110 Afsluiting 112 Keuzeopdrachten 114 Overzicht van de vaardigheden 118 Begrippenlijst 120 Kaarten 124 Illustratieverantwoording 126

Leerjaar 2 TIJD VAN REGENTEN EN VORSTEN TIJD VAN PRUIKEN EN REVOLUTIES TIJD VAN BURGERS EN STOOMMACHINES TIJD VAN DE WERELDOORLOGEN I: EERSTE WERELDOORLOG TIJD VAN DE WERELDOORLOGEN II: TWEEDE WERELDOORLOG TIJD VAN TELEVISIE EN COMPUTER

1000

FEN_3e_1TH_LB.indb 3

1500

1600

1700

1800

1900 1950 2000

9/05/19 17:43


4

Zo werk je met Feniks

Zo werk je met Feniks Je gaat werken met de geschiedenismethode Feniks, die bestaat uit een leerboek en een werkboek. De hoofdstukken in dit leerboek volgen de loop van de tijd. Vooraf leer je hoe we de tijd indelen. In dit leerboek vind je alle teksten en bronnen die je nodig hebt voor het maken van de opdrachten in het werkboek.

Op www.thiememeulenhoff.nl/feniks kun je alle opdrachten digitaal maken. Hier vind je ook alle teksten en bronnen die je nodig hebt voor het maken van de opdrachten. Je kunt in deze omgeving je werk direct nakijken.

Leerboek Het leerboek bevat alle theorie die je nodig hebt om de opdrachten in het werkboek te kunnen maken. Elk hoofdstuk begint met een oriëntatie-paragraaf. Je maakt hierin kennis met het tijdvak. Op de tijdbalk is de tijd waarover dit hoofdstuk gaat in kleur aangegeven. Bij de afbeelding van het verhalenboek staat welke voorleesverhalen bij het hoofdstuk horen.

Aan het begin van elke paragraaf vind je de deelvraag van deze paragraaf. Dit is de vraag waarop de paragraaf antwoord geeft. Na de deelvraag volgt de theorie. De theorie bevat plaatjes (beeldbronnen) en teksten uit andere boeken (tekstbronnen). Deze bronnen zijn geen leerteksten . De ‘gewone’ tekst is de tekst die je moet leren. In kaders vind je informatie over belangrijke personen en staatsinrichting. Ook zijn er kaders waarin vaardigheden worden uitgelegd. Alle vetgedrukte begrippen uit de paragraaf staan, met de uitleg, aan het eind van de paragraaf nog een keer bij elkaar.

Het hoofdstuk wordt afgesloten met een paragraaf Afsluiting. In deze paragraaf vind je de kenmerken van het tijdvak, een overzicht van wat je hebt geleerd en wat je nu kunt. Alle belangrijke gebeurtenissen, begrippen en personen staan hier bij elkaar.

FEN_3e_1TH_LB.indb 4

9/05/19 17:43


5

Zo werk je met Feniks

Aan het eind van het hoofdstuk staan keuzeopdrachten die gaan over nieuwe onderwerpen uit de tijd van het hoofdstuk. Een van deze opdrachten is de keuzeopdracht Wereldgeschiedenis. Deze opdracht gaat over een ander deel van de wereld in de tijd van het hoofdstuk. In het leerboek vind je de informatie die je nodig hebt om deze opdrachten te maken.

Werkboek Bij Feniks werk je vanuit de opdrachten. Zo ben je actief met de stof bezig en word je geholpen de hoofdzaken uit de tekst te halen. Een paragraaf begint met het kopje Dit weet je al. Dit is een opdracht waarmee je uitzoekt welke kennis je al hebt. Aan het begin van een opdracht staat een gekleurde instructieregel over de tekst of bronnen die je moet gebruiken. Heeft een opdracht geen instructieregel? Dan is er geen aparte instructie voor het maken van de opdracht nodig.

Voor het maken van de opdrachten in het werkboek heb je soms ook nieuwe tekstbronnen of beeldbronnen nodig. Deze staan bij de opdracht zelf. Bij een kaartopdracht werk je meestal in de kaart. Aan het einde van de paragraaf vind je onder het kopje Vat samen een samenvattingsopdracht. Deze opdracht helpt je om de paragraaf te leren. Bij elke paragraaf vind je aan het eind een of meerdere havo-opdrachten. Elke paragraaf wordt afgesloten met ‘Tips voor de toets’, die je helpen met het leren voor de toets. In het laatste blokje van de paragraaf kun je vinden wat in deze paragraaf de kennis-, inzicht- of toepassingsopdrachten zijn.

In de paragaaf Afsluiting maak je opdrachten die je helpen bij de voorbereiding op een toets. Er zijn opdrachten over Mensen in de tijd, over Mensen in hun land, en over de begrippen uit het hoofdstuk. Aan het eind van het hoofdstuk staan keuzeopdrachten die gaan over nieuwe onderwerpen uit de tijd van het hoofdstuk. Een van deze opdrachten is de keuzeopdracht Wereldgeschiedenis. Deze opdracht gaat over een ander deel van de wereld in de tijd van het hoofdstuk. In het werkboek kun je kiezen welke opdracht(en) je wilt maken.

FEN_3e_1TH_LB.indb 5

9/05/19 17:43


6

0 De tijd indelen

0 De tijd indelen Waarom is geschiedenis belangrijk? Bij het vak geschiedenis bestudeer je het verleden van mensen. In het verleden is er ontzettend veel gebeurd. Er zijn geweldige ontdekkingen gedaan en vreselijke oorlogen geweest. In de geschiedenisles leer je daarover. Maar je leert ook hoe gewone mensen leefden en welke spannende dingen zij meemaakten. Je leert geniale mensen uit de geschiedenis kennen en mensen die knettergek waren. Door te begrijpen wat mensen vroeger meemaakten, leer je je eigen tijd beter te begrijpen. De wereld waarin jij nu leeft, komt voort uit het verleden.

Jaartelling Om al die gebeurtenissen in het verleden uit elkaar te houden, moet je ze ordenen. Daarvoor gebruiken we de tijd. De ene gebeurtenis vond immers eerder plaats dan de andere. Door de tijd in stukjes te delen, kun je precies aangeven wanneer iets gebeurde. We doen dat met een jaartelling: we tellen de tijd in jaren. Niet alle mensen op de wereld gebruiken dezelfde jaartelling. Er zijn onder meer een joodse, een christelijke, een islamitische en een Chinese jaartelling. Bijna overal gebruiken mensen de christelijke jaartelling, soms naast hun eigen jaartelling. Die jaartelling begint met de geboorte van Jezus Christus: het jaar 1. De mensen in Europa vonden deze gebeurtenis zo belangrijk, dat ze vanaf dat jaar zijn gaan tellen.

Bron 1

Julius Caesar.

Bron 2

Stukjes van honderd jaar Een eeuw is honderd jaar. Als wij zeggen ‘Dat gebeurde in de zeventiende eeuw’, dan bedoelen we dat dit gebeurde in de zeventiende keer honderd jaar na de geboorte van Christus. De eerste eeuw loopt vanaf de geboorte van Christus tot en met het jaar 99. De zeventiende eeuw begint dus met het jaar 1600 en eindigt met het jaar 1699. Bij de eeuwen vóór Christus moet je de tijd vanaf het jaar 1 achteruit tellen. De eerste eeuw v. Chr. begint dus met het jaar 99 v. Chr. en eindigt met het jaar 1 v. Chr. De vierde eeuw voor Christus begint met het jaar 399 v. Chr. en eindigt met het jaar 300 v. Chr.

Christoffel Columbus.

3000 v. Chr.

1

v. Chr.

FEN_3e_1TH_LB.indb 6

De geschiedenis begint niet met de geboorte van Christus. Ook vóór die tijd leefden er mensen en gebeurden er belangrijke dingen. Hoe geef je daarvan de tijd aan? Daarvoor tel je terug: ‘Dat gebeurde tien jaar voor de geboorte van Christus.’ Je schrijft dat op als: 10 v. Chr. Als iets 500 jaar na de geboorte van Christus is gebeurd, staat er: 500 na Chr. Maar de toevoeging ‘na Chr.’ laten we meestal weg.

Bron 3

Anne Frank.

500

na Chr.

9/05/19 17:43


7

0 De tijd indelen

Tijdvakken

Tijdbalk

Om de geschiedenis in te delen, gebruiken we tijdvakken. Niet elk tijdvak duurt even lang. In Feniks gebruiken we tien tijdvakken die voor het onderwijs zijn bedacht. De namen ervan beginnen altijd met ‘Tijd van …’, dus de ‘Tijd van jagers en boeren’, of de ‘Tijd van wereldoorlogen’. Soms gebruiken we ook andere namen. De Tijd van Grieken en Romeinen bijvoorbeeld, wordt ook ‘de Oudheid’ genoemd. En ‘de Middeleeuwen’ is een andere naam voor twee tijdvakken samen: de Tijd van monniken en ridders en de Tijd van steden en staten. Omdat dit een heel lange periode is, spreken we ook wel van de ‘vroege Middeleeuwen’ (Tijd van monniken en ridders) en ‘late Middeleeuwen’ (Tijd van steden en staten).

Met een tijdbalk teken je de tijd als een liniaal. Een tijdbalk is verdeeld in vakjes die elk hetzelfde aantal jaren voorstellen. Een gebeurtenis staat boven, onder of naast de tijdbalk, en bij het jaar waarin die gebeurtenis plaatsvond. Bij een tijdbalk staan soms ook plaatjes.

Zo maak je een goede tijdbalk: 1

2

TOT 3000 V.CHR. TIJD VAN JAGERS EN BOEREN

3

3000 V.CHR. - 500 NA CHR. TIJD VAN GRIEKEN EN ROMEINEN

4

500 - 1000 TIJD VAN MONNIKEN EN RIDDERS

5

1000 - 1500 TIJD VAN STEDEN EN STATEN

Elk vakje van de tijdbalk stelt evenveel tijd voor. Hoeveel tijd dat is, bepaal je zelf. Een maand, een eeuw – net wat handig is voor je doel. Boven de tijdbalk geef je met jaartallen aan over welke periode de tijdbalk gaat. Geef je tijdbalk een logische begintijd en eindtijd. Maak je bijvoorbeeld een tijdbalk van jouw leven, dan is het niet nodig om die te laten beginnen in het jaar 1500. Schrijf de gebeurtenissen die je wilt ordenen een klein stukje boven, onder of naast de tijdbalk. Verbind ze met een lijntje met de juiste plek op de tijdbalk. Zorg dat de tijdbalk netjes is. Een slordig gemaakte tijdbalk kun je niet goed overzien. Dan heb je er niets aan. Geef als dat kan je tijdbalk een titel. Bijvoorbeeld ‘Tijdbalk van mijn leven’, of ‘Tijdbalk van de twintigste eeuw’.

1500 - 1600 TIJD VAN ONTDEKKERS EN HERVORMERS 1600 - 1700 TIJD VAN REGENTEN EN VORSTEN 1700 - 1800 TIJD VAN PRUIKEN EN REVOLUTIES 1800 - 1900 TIJD VAN BURGERS EN STOOMMACHINES 1900 - 1950 TIJD VAN DE WERELDOORLOGEN 1950 - HEDEN TIJD VAN TELEVISIE EN COMPUTER

1000

FEN_3e_1TH_LB.indb 7

1500

1600

1700

1800

1900 1950 2000

9/05/19 17:43


8

1 Leven van de natuur – 1.0 Oriëntatie

1 Leven van de natuur 1.0 Oriëntatie

Bron 1

Een hunebed in Borger (Drenthe). Dit hunebed is ± 3300 jaar v. Chr. gebouwd. Het was een graf voor enkele mensen samen. verhalenboek nr 1-2

TIJD VAN JAGERS EN BOEREN (TOT 3000 V. CHR.)

In het wit zie je een pot, gemaakt van gebakken klei. In zulke potten bewaarden de eerste boeren graan en andere producten. Op de achtergrond zie je dieren, geschilderd op de wand van een grot. Deze grotschilderingen zijn duizenden jaren geleden gemaakt door jagers. 3000 v. Chr.

1 v. Chr.

FEN_3e_1TH_LB.indb 8

500 n. Chr.

9/05/19 17:43


9

1 Leven van de natuur – 1.0 Oriëntatie

Waarover gaat dit hoofdstuk? De eerste mensen in Europa leefden van wat ze in de natuur vonden. Ze verzamelden eetbare planten, bessen en noten. Ze joegen op wild en vingen vis. Van een gedood dier gebruikten ze alles: het vlees aten ze op en van bijvoorbeeld de huid maakten ze kleding. Een vaste woonplaats hadden deze jager-verzamelaars niet.

Bron 2

Tienduizenden jaren geleden leefden in Europa jagerverzamelaars. Dit beeld staat in een museum in Duitsland, waar sporen van deze mensen zijn gevonden. Maar of ze er precies zó hebben uitgezien, weten we niet zeker.

Was in een gebied het voedsel op, dan trokken ze verder. Ongeveer twaalfduizend jaar geleden veranderde dat. In het Midden-Oosten werd het klimaat warmer en droger. In de natuur was daardoor minder voedsel te vinden voor de mensen die er leefden. Maar ze ontdekten dat ze daar zelf voor konden zorgen: door graankorrels in de grond te stoppen en door de plantjes die daaruit groeiden te verzorgen. Daarvoor moesten ze wel in de buurt blijven. Het gevolg was dat deze mensen, de eerste boeren, op een vaste plaats gingen wonen. Ook leerden ze vee houden. Ze maakten wilde dieren tam en gingen met deze dieren fokken. Toen hoefden ze niet meer steeds op zoek naar voedsel, want dat groeide en leefde bij hun woning. Veel jager-verzamelaars namen deze manier van leven over: ze werden boer. Rond 5300 v. Chr. leefden de eerste boeren in Zuid-Limburg. Pas tweeduizend jaar later waren er ook boeren in het noorden van ons land.

Waarom is dit onderwerp belangrijk?

Bron 3

Het volk van de Awá woont in het Amazone-oerwoud in Zuid-Amerika. De Awá leven van het voedsel dat ze in het oerwoud vinden.

1000

FEN_3e_1TH_LB.indb 9

Er zijn in Europa geen jager-verzamelaars meer. Maar op enkele plaatsen in de wereld leven nog volken op die manier: in oerwouden of in savannegebieden. Vaak wordt hun manier van leven bedreigd, doordat hun leefgebied vernietigd of vervuild wordt. Om te begrijpen hoe jager-verzamelaars leefden, is het belangrijk dat deze volken blijven bestaan. Vrijwel al ons voedsel is afkomstig uit de landbouw. Van groenten, fruit en vlees is dat duidelijk. Maar ook in snoep, chips en koekjes zitten ingrediënten die door boeren zijn geproduceerd. Als mensen duizenden jaren geleden niet hadden uitgevonden hoe je voedsel kunt verbouwen en vee kunt houden, dan zou jouw leven er heel anders uitzien. Stel je maar voor dat je, steeds als je honger hebt, met pijl-en-boog het bos in zou moeten trekken!

1500

1600

1700

1800

1900 1950 2000

9/05/19 17:43


10

1 Leven van de natuur – 1.1 Op zoek naar voedsel

1.1 Op zoek naar voedsel • Hoe leefden jager-verzamelaars in de prehistorie?

Bron 4

Marcel Ravidat, een jongen uit Zuid-Frankrijk, ontdekte in 1940 grotten bij zijn dorpje Lascaux. Samen met drie vrienden klom hij erin. Binnen zagen ze op de wanden tekeningen, gemaakt door jager-verzamelaars. Sommige tekeningen zijn 17.000 jaar oud. Op de meeste staan dieren.

Jagen en verzamelen Rond 15.000 v. Chr. was overleven in onze streken niet eenvoudig. Het gebied bestond voor een groot deel uit toendra: een uitgestrekte vlakte waarop alleen gras, mos en lage struiken groeiden. Het was er erg koud. Er leefden wilde dieren, bijvoorbeeld wolven, mammoets, paarden en rendieren. Toch woonden er mensen. Het waren jager-verzamelaars: ze leefden van wat ze in de natuur konden vinden. Sommige onderzoekers denken dat er een taakverdeling was tussen mannen en vrouwen. De mannen gingen in groepen op jacht. De vrouwen verzamelden voedsel, zoals bessen, plantenwortels of noten, en verzorgden de jonge kinderen. Ook vingen de mensen vis. Vanaf 10.000 v. Chr. werd het warmer. Stukken land aan de kust en langs de rivieren veranderden toen in moeras.

Hoe leefden jager-verzamelaars? De jacht was heel belangrijk voor jager-verzamelaars. Met behulp van strikken en vallen vingen ze kleine dieren, zoals konijnen. Als ze geluk hadden, doodden ze

FEN_3e_1TH_LB.indb 10

een eland of een mammoet. In de winter was dit vaak moeilijker, want dan waren de dagen kort en was het koud. Bijna al het vlees van het dier aten ze op. Hadden ze wat over, dan lieten ze het drogen in de wind om een voorraad op te bouwen. Zo veel mogelijk andere delen van het dier werden ook gebruikt. De jager-verzamelaars leefden in groepen van twintig tot dertig volwassenen en kinderen. Het waren nomaden: ze hadden geen vaste woonplaats. Als het voedsel op was, trokken ze verder. Ze woonden in grotten of op plekken waar grote stukken rots beschutting gaven. Als zo’n plek er niet was, bouwden ze een tent of een hut Soms keerden de jager-verzamelaars terug naar een plaats waar ze eerder hadden gewoond.

Historie en prehistorie Het schrift is een van de belangrijkste uitvindingen in de geschiedenis. Historici noemen de tijd ná de uitvinding van het schrift de historie. De tijd ervóór noemen ze de prehistorie (‘pre’ betekent ‘voor’).

9/05/19 17:43


11

1 Leven van de natuur – 1.1 Op zoek naar voedsel

De prehistorie eindigt niet overal op hetzelfde moment. Dat komt doordat elk volk op een ander moment een eigen schrift ontwikkelde. In het Midden-Oosten bijvoorbeeld, kenden mensen al rond 3000 v. Chr. een schrift, en in China vanaf ongeveer 1300 v. Chr. In onze streken leerden mensen ongeveer tweeduizend jaar geleden het schrift kennen.

Bron 5

In het Midden-Oosten schreven mensen op kleitabletten: stukken natte klei, die ze na het beschrijven in de zon lieten drogen. De lettertekens noemen we spijkerschrift.

Wie was Ötzi? In 1991 vonden toeristen in de Alpen het lichaam van een man in het ijs. Het was niet meteen duidelijk hoe deze man was gestorven. Was hij vermoord? Overvallen door een sneeuwbui of een lawine? Na onderzoek bleek dat de man al vijfduizend jaar in het ijs had gelegen: het was een jager uit de prehistorie. Hij was 1,60 meter lang en toen hij stierf ongeveer 45 jaar oud. Direct na zijn dood was zijn lichaam bevroren in het ijs en daardoor bewaard gebleven. Bij het lichaam werden resten van kleding, wapens en gereedschap gevonden. Door Ötzi, zoals de man is genoemd, weten we veel over mensen in de prehistorie. We weten zelfs wat Ötzi in de laatste uren voor zijn dood heeft gegeten. Het is niet duidelijk wat Ötzi hoog in de Alpen deed. Onderzoekers denken dat hij door een jachtongeluk of door een ruzie om het leven is gekomen, omdat in zijn linkerschouder een stenen pijlpunt is gevonden.

BEGRIPPEN

BRONNEN De grotschildering van bron 4 geeft informatie over het verleden. Daarom is de grotschildering een historische bron. Een historicus, iemand die onderzoek doet naar het verleden, gebruikt daarvoor historische bronnen. De jager-verzamelaars konden niet schrijven. Daarom hebben we van hen geen geschreven bronnen, zoals boeken of brieven. Maar ze lieten wel ongeschreven bronnen na: grotschilderingen en bijvoorbeeld speerpunten. Sporen van jager-verzamelaars worden meestal bij toeval ontdekt, bijvoorbeeld bij de aanleg van een nieuwe weg. Als dat gebeurt, wordt de bouw stilgelegd. Archeologen gaan dan eerst de plek onderzoeken. Ze graven de bronnen heel voorzichtig op. Daarna onderzoeken ze die. Hoe oud zijn de bronnen precies? Wat kun je ervan leren? Meestal gaan de vondsten daarna naar een museum.

FEN_3e_1TH_LB.indb 11

archeoloog Iemand die sporen uit het verleden opgraaft en deze onderzoekt. historische bron Alles waardoor je iets te weten kunt komen over het verleden. historicus Iemand die het verleden bestudeert en onderzoekt. historie Periode in de geschiedenis vanaf de uitvinding van het schrift. jager-verzamelaar Iemand die leeft van de jacht op dieren, van de visvangst en van het verzamelen van vruchten en noten. nomaden Mensen zonder vaste woonplaats. prehistorie Periode in de geschiedenis vóór de uitvinding van het schrift.

9/05/19 17:43


12

1 Leven van de natuur – 1.2 Jagers werden boer

1.2 Jagers werden boer • Hoe is de landbouw ontstaan en welke gevolgen had dat?

Akkerbouw en veeteelt Toen het klimaat vanaf 10.000 v. Chr. warmer en droger werd, veranderde in het Midden-Oosten de natuur. De jager-verzamelaars die er leefden, konden niet meer genoeg voedsel vinden. Om geen honger te lijden, gingen ze zelf voedsel verbouwen. Ze leerden akkers aan te leggen en de planten daarop te verzorgen: door die water te geven en door onkruid te wieden. Deze akkerbouw leverde veel meer graan op dan wat er in de natuur te vinden was. De boeren ontdekten ook hoe ze dieren konden temmen en hoe ze tamme dieren bij zich konden houden in een afgesloten weiland. Dat was heel wat eenvoudiger dan op dieren te jagen, en er was op die manier altijd vers vlees en verse melk. Veeteelt – het houden van dieren voor melk of vlees – en akkerbouw samen noem je landbouw.

Bron 6

Een maalsteen uit de Tijd van jagers en boeren. Door de ronde steen over graankorrels te rollen, werden de graankorrels geplet en kwam het meel, een soort poeder, vrij. Van meel kun je brood bakken.

Bron 7

Deze schoenen uit de Tijd van jagers en boeren zijn in de 19e eeuw gevonden bij het dorp Weerdinge in Drenthe. Elke schoen is gemaakt uit één stuk leer.

Een ander soort samenleving De overgang van jager-verzamelaars naar boeren noemen we de landbouwrevolutie. Dit ging heel langzaam. Niet alle mensen werden tegelijk boer. Lange tijd leefden er in een gebied zowel boeren als jager-verzamelaars of waren mensen boer en jagerverzamelaar tegelijk. Na de landbouwrevolutie waren de meeste mensen boer. Daarom zeggen we dat er toen een landbouwsamenleving was ontstaan. In de tijd vóór de landbouwrevolutie leefden de mensen in een preagrarische samenleving. Agrarisch is een woord voor alles wat met landbouw te maken heeft. Pre betekent ‘voor’.

De eerste steden Doordat de boeren zelf voor hun voedsel zorgden, hoefden ze niet langer rond te trekken. Ze bouwden boerderijen bij hun akkers en hielden er hun vee. Op die manier ontstonden er dorpen. Nu ze niet meer als nomaden leefden, kregen ze ook meer bezittingen, bijvoorbeeld gereedschap, potten en meubels. In het Midden-Oosten groeiden sommige boerendorpjes uit tot steden.

FEN_3e_1TH_LB.indb 12

9/05/19 17:43


13

1 Leven van de natuur – 1.2 Jagers werden boer

Bron 8

Een stad in het Midden-Oosten rond 9000 v. Chr. Tekening uit onze tijd.

Bron 9

Deel van een opgegraven tempel in Irak, een land in het Midden-Oosten. Deze tempelversiering is gemaakt in ± 2500 v. Chr.

Boeren in Europa Ook in Europa veranderde het klimaat. Maar het werd er niet zo warm en droog als in het Midden-Oosten. Er bleef voldoende voedsel te vinden en bovendien leefden hier minder mensen. Zij hadden dus geen reden

OORZAAK EN GEVOLG Bij geschiedenis stellen we veel vragen. Historici willen graag weten wat er in het verleden gebeurde, maar ook waarom iets gebeurde. Voor een antwoord op hun vragen, kijken ze naar de oorzaken en de gevolgen van gebeurtenissen. Een oorzaak vind je door het antwoord te geven op een vraag die begint met ‘waardoor?’. ‘Waardoor kreeg Pieter een lekke band?’ Vaak kun je een oorzaak herkennen aan het woordje ‘doordat’. ‘Pieter kreeg een lekke band, doordat hij door glas fietste.’ De oorzaak van de lekke band is: fietsen door glas. Een gebeurtenis zorgt weer voor andere gebeurte­ nissen. Dat zijn de gevolgen. ‘Doordat Pieter een lekke band had, kwam hij te laat voor de film.’ Het gevolg van de lekke band was dat hij de film niet heeft gezien.

FEN_3e_1TH_LB.indb 13

om zelf voedsel te gaan verbouwen en vee te gaan houden. Toch werden ook hier mensen boer. Door de landbouwrevolutie kwam in het Midden-Oosten namelijk meer voedsel, waardoor de bevolking groeide. Op zeker moment was er niet meer genoeg landbouwgrond voor iedereen. Mensen trokken weg en gingen in Europa op zoek naar nieuwe landbouwgronden. Daar gingen ze leven als boer. Ook de mensen in Europa namen uiteindelijk die manier van leven over. In Europa ontstonden toen, net als het Midden-Oosten, landbouwsamenlevingen.

BEGRIPPEN landbouw Akkerbouw en veeteelt samen. landbouwrevolutie Mensen gaan leven van de landbouw in plaats van jagen en verzamelen. landbouwsamenleving Samenleving waarin de meeste mensen boer zijn. pre-agrarische samenleving Samenleving waarin de meeste mensen jagerverzamelaar zijn.

9/05/19 17:43


14

1 Leven van de natuur – 1.3 Boeren in onze streken

1.3 Boeren in onze streken • Wanneer woonden de eerste boeren in onze streken en uit welke bronnen weten we dat?

Bandkeramiekers De landbouw raakte in heel Europa bekend, ook in onze streken. Boeren kozen de plaats voor hun nieuwe akkers zorgvuldig. Er moest water in de buurt zijn. De grond moest vruchtbaar zijn en niet te droog. Zulke plekken waren laaggelegen en konden dus gemakkelijk overstromen. Daarom moest er in de buurt ook een plek zijn die hoog genoeg lag om er een veilige woning op te bouwen. Rond 5300 v. Chr. woonden in Zuid-Limburg de eerste boeren van ons land. We noemen ze bandkeramiekers, naar de manier waarop ze hun aardewerk versierden. Archeologen hebben ontdekt dat de bandkeramiekers rond 4400 v. Chr. zijn verdwenen. Wat hiervan de oorzaak is geweest en waar deze mensen zijn gebleven, weten we niet.

Bron 10

FEN_3e_1TH_LB.indb 14

Bron 11

Aardewerk, gevonden in Zuid-Limburg. De potten zijn versierd met strepen en banden.

Zo zagen de woningen van de eerste boeren er waarschijnlijk uit. De muren waren gemaakt van boomstammen en het dak van takken en riet. Dit werd bedekt met een laag leem (aarde), tegen de wind en de regen.

9/05/19 17:43


15

1 Leven van de natuur – 1.3 Boeren in onze streken

Trechterbekercultuur Rond 3500 v. Chr. gingen er ook in het noorden van ons land boeren wonen. Deze mensen kwamen waarschijnlijk uit het noorden van Duitsland en uit Scandinavië. Hun cultuur noemen we de trechterbekercultuur. Die naam komt van de vorm van de potten die deze mensen maakten. Vanaf 3000 v. Chr. woonden er geen jager-verzamelaars meer in ons land. Alle mensen leefden toen van de landbouw.

Steen, brons en ijzer De wapens en het gereedschap van de bandkeramiekers en de mensen van de trechterbekercultuur, waren van steen. Tussen 3000 v. Chr. en 2000 v. Chr. leerden de mensen in Europa hoe je brons kunt maken, een metaal. Als je dat heel heet maakt, smelt het en kun je het in een vorm gieten. Op die manier kun je van brons sieraden, wapens of gereedschap maken. Na 800 v. Chr. werd een ander metaal gebruikt: ijzer. Dat is sterker dan brons. Een bronzen zwaard bijvoorbeeld, moet je na elke klap weer recht buigen, maar bij een ijzeren zwaard is dat niet nodig.

Begraven in het veen Veen is een grondsoort die in grote delen van Europa voorkomt. Gedroogd veen werd vroeger gebruikt als brandstof voor het vuur in de haard of in het fornuis. Vooral rond 1900 groeven mensen hierom veel veen af. Soms ontdekten de gravers in het veen sporen uit de prehistorie: potscherven, resten van huizen of metalen voorwerpen. Een enkele keer vonden ze een lichaam of delen daarvan. Veenlijken zijn bewaard gebleven doordat er in veen weinig zuurstof zit. Voor archeologen zijn veenlijken heel belangrijk, omdat ze daarmee het leven van mensen in de prehistorie kunnen bestuderen.

Wie was het meisje van Yde? Twee mannen waren in 1897 bij het Drentse plaatsje Yde aan het graven in het veen. Ze vonden iets wat leek op een stuk leer. Toen ze nog eens goed keken, ontdekten ze onder het leer een lijk. Het meisje van Yde, zoals dit veenlijk later is genoemd, is niet zo goed bewaard als de man van Tollund. Toch haalden onder­zoekers veel informatie uit de vondst. Het meisje was ongeveer zestien jaar oud toen ze tweeduizend jaar geleden stierf. Ze was 1,40 meter lang. Door een afwijking aan haar rug liep ze waarschijnlijk een beetje mank. Heel strak om haar hals zat een gevlochten wollen band. We vermoeden dat ze daarmee gewurgd is. Aan de linkerkant van haar hoofd had het meisje lang, rossig haar. De rechterkant van haar hoofd was kaalgeschoren. Wetenschappers hebben uitgezocht hoe het meisje van Yde er ongeveer heeft uitgezien. Ze hebben haar gezicht zo goed mogelijk nagemaakt. Haar lichaam bevindt zich in een museum in Drenthe.

BEGRIPPEN

Bron 12

FEN_3e_1TH_LB.indb 15

De man van Tollund, zoals dit veenlijk is genoemd, lijkt te slapen. Het lichaam is ongeveer 2300 jaar oud en is het best bewaarde veenlijk. In 1950 werd het in Denemarken gevonden.

cultuur De gewoonten en ideeën van een groep mensen, die ze aan hun kinderen doorgeven.

9/05/19 17:43


16

1 Leven van de natuur – 1.4 Egypte: geschenk van de Nijl

1.4 Egypte: geschenk van de Nijl • Waardoor ontstond in Egypte een nieuw soort samenleving en hoe zag die samenleving eruit?

Landbouw in Egypte

Het bestuur van Egypte

Toen ook in Noord-Afrika het klimaat droger en warmer werd, veranderde daar de natuur in woestijn. De jagerverzamelaars die er leefden, konden geen voedsel meer vinden. Daarom trokken ze naar streken waar wel water was, bijvoorbeeld langs de rivier de Nijl (zie bron 21 op blz. 21). Hier gingen ze over op de landbouw. De Nijl overstroomt elk jaar. Als na een paar maanden het water weer zakt, blijft op het land langs de rivier – een strook van ongeveer twintig kilometer breed – een laagje zwarte modder, slib, achter. Dat slib is heel vruchtbaar. Na de overstromingstijd bewerkten de boeren hun akkers. In dit gebied regent het niet vaak. Daarom legden de boeren ook dijkjes aan, zodat niet al het water kon terugstromen naar de Nijl. Als ze water nodig hadden voor hun gewassen, lieten ze dat via kanalen en slootjes naar hun akkers stromen. Dit noem je irrigatielandbouw. Dankzij het vruchtbare slib en de irrigatie waren de oogsten groot. Daardoor hoefden niet alle Egyptenaren boer te zijn. Sommige mensen gingen een ander beroep uitoefenen en werden bijvoorbeeld pottenbakker, meubelmaker of timmerman. Zulke beroepen heten ambachten.

Voor de irrigatielandbouw moesten mensen samen­ werken. Daarom was er iemand nodig die leiding gaf. Dit deed de farao, de koning van Egypte. Zijn ambtenaren hielpen hem. Zij schreven de wetten en regels van de farao op. Hierdoor waren die in heel Egypte bekend en wist iedereen bijvoorbeeld hoeveel belasting hij aan de farao moest betalen. De ambtenaren hadden meer taken. Ze controleerden of mensen zich hielden aan de wetten en de regels. Ze hielden bij hoeveel graan er werd geoogst en ze haalden de belastingen op. Ze hielden ook toezicht op het onderhoud van de dijken en kanaaltjes, die zo belangrijk waren voor de irrigatielandbouw.

Bron 14

Ambtenaren aan het werk. Deze muurschildering is gevonden in een Egyptische grafkamer uit 1340 v. Chr.

Bron 13 Egyptische boeren. Muurschildering uit ± 1500 v. Chr.

FEN_3e_1TH_LB.indb 16

9/05/19 17:43


17

1 Leven van de natuur – 1.4 Egypte: geschenk van de Nijl

Verschil in rijkdom en aanzien De Egyptische samenleving was verdeeld in groepen. Daartussen bestonden grote verschillen in rijkdom en aanzien. De boeren waren de grootste groep. Ze bezaten weinig en stonden het laagst in aanzien. De allerbelangrijkste persoon was de farao. Hij was een god, geloofden de Egyptenaren. Als koning was hij bevelhebber van het leger en de vloot, en de baas van alle priesters en ambtenaren. Ook maakte hij de wetten waaraan iedereen zich moest houden. Als god was de farao de zoon van de zonnegod Ra, de belangrijkste en meest vereerde Egyptische god. Heel belangrijk waren ook de hogepriesters en de hoge ambtenaren, vaak familieleden van de farao. Daaronder kwamen de gewone priesters, de lage ambtenaren en de ambachtslieden.

Bron 15

De lettertekens die de Egyptenaren gebruikten, heten hiërogliefen. Het Egyptische schrift heeft ongeveer zevenhonderd hiërogliefen. Een hiëroglief stelt een klank, een woord of een voorwerp voor.

STAATSINRICHTING

Wie was Ramses II? Farao Ramses II leefde rond 1300 v. Chr. Hij is 66 jaar farao geweest. Toen hij nog maar kort farao was, vocht hij een grote veldslag uit tegen de Hittieten, een vijandig volk. De Egyptenaren verloren het gevecht. Veel Egyptische soldaten werden gedood of gevangengenomen, maar Ramses II wist te ontsnappen. Tijdens de regering van Ramses II zijn er in Egypte prachtige tempels en zelfs hele steden gebouwd. Ramses II werd waarschijnlijk negentig jaar oud. Hij had veel vrouwen en meer dan honderd zonen. Omdat archeologen de mummie van Ramses II hebben gevonden en onderzocht, weten we dat hij is overleden aan de gevolgen van reuma en ouderdom. De mummie van Ramses II kun je zien in een museum in Caïro, Egypte.

FEN_TH_LB_Ho1.indd 17

Nederland is, net als het oude Egypte, een koninkrijk. Onze koning is het staatshoofd van ons land. Maar dat betekent niet dat hij veel macht heeft. In Nederland heeft het parlement (de Eerste en de Tweede Kamer samen) de macht. De leden van het parlement worden door alle Nederlanders van achttien jaar en ouder gekozen. De koning hoort niet bij een politieke partij. Hij is er voor álle Nederlanders. En wij geloven niet dat onze koning een god is.

BEGRIPPEN ambacht Beroep waarbij je producten maakt met de hand. Je hebt er speciale kennis en vaardigheden voor nodig. farao Koning van Egypte. De Egyptenaren geloofden dat hij een god was. irrigatielandbouw Landbouw waarbij het water voor de akkers via kanaaltjes wordt aangevoerd. koninkrijk Land met als staatshoofd een koning of koningin. staatshoofd Koning of president van een land.

13/05/19 13:10


18

1 Leven van de natuur – 1.5 Goden en mummies

1.5 Goden en mummies • Wat voor godsdienst hadden de Egyptenaren en hoe begroeven ze hun doden?

Veel goden

Een farao gaat dood

De Egyptenaren zagen in de natuur dingen die ze niet begrepen en dachten dat goden die veroorzaakten. Ze zagen bijvoorbeeld hoe elke dag de zon langs de hemel bewoog. Voor de Egyptenaren was het duidelijk: de zonnegod Ra duwde elke dag de zon van oost naar west. Voor bijna alles hadden de Egyptenaren een aparte god. Voor belangrijke dingen waren er zelfs meer goden, zoals voor de Nijl. Alleen priesters konden contact hebben met de goden. Gewone mensen moesten een priester betalen als zij aan een god iets wilden vragen.

Een dode leefde eeuwig verder in het dodenrijk, geloofden de Egyptenaren. Daarom moest het lichaam zorgvuldig worden begraven. Van een overleden mens maakten ze een mummie, zodat het lichaam bewaard bleef voor het volgende leven. De mummie legden ze in een versierde doodskist, een sarcofaag. In het begin werden alleen de farao en belangrijke Egyptenaren gemummificeerd. Later deed men dit ook met minder rijke mensen en soms zelf met dieren. Bron 17

De Griekse schrijver en historicus Herodotus reisde door Egypte en zag hoe van een dode een mummie werd gemaakt: ‘Ze legden het lichaam op een houten tafel. Ze verwijderden de hersenen met een kleine haak die ze via de neus naar binnen brachten. Met die haak roerden ze door het hoofd tot de hersenen pulp waren en in een bak dropen. De organen werden via een snee in de rechterzij uit het lichaam gehaald. Ze wasten de holten en vulden die met zout. Darmen, longen, lever en maag werden gewassen in wijn en bewaard in grote vazen. Deze vazen zetten ze bij het lichaam. Het hart lieten ze in het lichaam. Daarna werd het lichaam dertig dagen in zout gelegd, zodat het uitdroogde. Ten slotte wikkelden ze het lichaam in linnen doeken.’ naar: Herodotus, Historiën, 5e eeuw v. Chr.

Piramides De eerste farao’s werden begraven onder grote stapels stenen, zodat wilde dieren er niet bij konden. Door de eeuwen heen maakten de Egyptenaren die stapels groter en hoger. Uiteindelijk bouwden ze de piramides zoals wij die nu kennen. In de piramide legden ze bij de mummie van de overleden farao allerlei voorwerpen die hij in het hiernamaals misschien nodig had, zoals goud, wapens en voedsel. Grafrovers wisten dit en hebben bijna alle piramides geplunderd. Vaak bleven alleen de mummie en de wandschilderingen over. Bron 16

FEN_3e_1TH_LB.indb 18

De Egyptenaren zagen jakhalzen (soort wilde honden) bij de graven van overleden mensen. Daarom beeldden ze Anubis, de god van de begraafplaatsen, af met de kop van een jakhals.

9/05/19 17:43


19

1 Leven van de natuur – 1.5 Goden en mummies

Het graf van Toetanchamon De Engelse archeoloog Howard Carter wist dat er nog een graf van een farao moest zijn dat niet was geplunderd. Na jaren zoeken vond hij in 1922 het graf van Toetanchamon, een farao uit de 14e eeuw v. Chr. Toetanchamon was geen belangrijke farao en stierf al op zijn achttiende jaar. Omdat zijn graf niet was geplunderd voordat Carter het vond, is hij in onze tijd heel bekend.

Bron 18

Bron 19

De grootste piramide is die van farao Cheops bij Gizeh, in het noorden van Egypte. De piramide is gebouwd van 2,3 miljoen stenen. Duizenden mensen hebben dertig jaar gewerkt aan de bouw.

Bron 20

In zijn dagboek schreef Carter: ‘Toen mijn ogen gewend waren aan het duister zag ik vreemde dieren, standbeelden en goud, overal zag ik goud.’ uit het dagboek van Howard Carter, 1933.

DIRECTE EN INDIRECTE BRONNEN Sommige bronnen uit het verleden komen uit die tijd zelf. We noemen dat directe bronnen. Bron 20 is bijvoorbeeld een directe bron. Carter, de schrijver van de bron, was er immers zelf bij toen het graf van Toetanchamon werd geopend. Indirecte bronnen zijn gemaakt door iemand die er niet zelf bij was. Dit Feniks-boek is een indirecte bron: er staat informatie in over de ontdekking van het graf van Toetanchamon, maar de schrijver van het boek was daar niet zelf bij.

FEN_3e_1TH_LB.indb 19

Sommige doden kregen shabti’s mee: poppetjes die dienaren voorstellen. In het leven na de dood moesten de shabti’s hen dienen. Deze shabti is gevonden in de grafkamer van farao Ramses IV.

De laatste farao De laatste farao’s waren niet meer zo sterk en machtig als hun voorgangers. In de 4e eeuw v. Chr. veroverde de Griekse koning Alexander de Grote Egypte. In de 1w eeuw v. Chr. versloegen de Romeinen de Grieken. Toen viel Egypte onder Romeins gezag. Op dat moment was in Egypte een jonge vrouw aan de macht, Cleopatra. Haar vader was gestorven toen ze achttien jaar was. Cleopatra regeerde tijdelijk, omdat haar broertje nog te jong was om zijn vader op te volgen. Maar toen haar broer volwassen was, wilde Cleopatra de macht niet meer afstaan: ze wilde farao zijn. Hierdoor kreeg ze zo veel vijanden dat ze uit Egypte moest vluchten. Cleopatra’s vriend, de Romeinse heerser Julius Caesar, hielp haar de macht terug te krijgen. Maar Caesar werd vermoord. Cleopatra probeerde nieuwe beschermers te vinden. In 31 v. Chr. lukte haar dat niet meer. De Romeinse keizer Augustus weigerde Cleopatra te beschermen en wilde haar als oorlogsbuit naar Rome meevoeren. Om die vernedering te voorkomen pleegde Cleopatra zelfmoord: ze liet zich bijten door giftige slangen. Na haar dood werd Egypte een provincie van het Romeinse Rijk.

9/05/19 17:43


20

1 Leven van de natuur – 1.6 Afsluiting

5.8 Afsluiting 1.6 Afsluiting KENMERKEN VAN DIT TIJDVAK

1 De levenswijze van jager-verzamelaars. 2 Het ontstaan van landbouw en van landbouw­ samenlevingen.

15.000 v. Chr.

TIJD VAN JAGERS EN BOEREN (TOT 3.000 V. CHR.)

DIT HEB JE GELEERD

1 Je weet hoe jager-verzamelaars in de prehistorie leefden. 2 Je weet hoe de landbouw is ontstaan en welke gevolgen dat had. 3 Je weet wanneer in onze streken de eerste boeren woonden en uit welke bronnen we dat weten. 4 Je weet waardoor in Egypte een nieuw soort samenleving ontstond en hoe die samenleving eruitzag. 5 Je weet wat voor godsdienst de Egyptenaren hadden en hoe ze hun doden begroeven.

15.000 v. Chr. > Grotschilderingen in Lascaux

10.000 v. Chr.

10.000 v. Chr. > Landbouwrevolutie in het

Midden-Oosten

DIT KUN JE NU

1 Je kunt verschillende historische bronnen herkennen. 2 Je kunt de oorzaken en de gevolgen van een gebeurtenis herkennen.

5300 v. Chr. - 4400 v. Chr. > B andkeramiekers

in Zuid-Limburg.

5000 v. Chr.

3500 v. Chr. > Trechterbekercultuur: hunebedbouwers. 3000 v. Chr.

3000 v. Chr. > Ötzi sterft. 2500 v. Chr. > Bouw van de piramide van Cheops.

1333 v. Chr. > Toetanchamon wordt farao. 1279 v. Chr. > Ramses II wordt farao.

0

FEN_3e_1TH_LB.indb 20

300 v. Chr. > Man van Tollund sterft. 51 v. Chr. > Cleopatra wordt farao. 1e eeuw na Chr. > Moord op ‘meisje van Yde’.

9/05/19 17:43


0

250

500 km

1 : 36.500.000

nt isc he O

ceaan

Noordzee

la At

Lascaux

Alpen r te Zwa

Zee

T Mesopotamië igri s

Mi

dde

Euf

raa

ll a n d s e Z e e

t

Gizeh

Sahara

Egypte

jl Ni

wers.

21

1 Leven van de natuur – 1.6 Afsluiting

gebied waar de landbouw is ontstaan trechterbekercultuur bandkeramiekers

Bron 21

Personen

Begrippen

Cleopatra (69 v. Chr. - 30 v. Chr.) Laatste Egyptische farao.

ambacht archeoloog cultuur farao historicus historie historische bron irrigatielandbouw jager-verzamelaar landbouw landbouwrevolutie landbouwsamenleving nomaden pre-agrarische samenleving prehistorie

Meisje van Yde (1e eeuw na Chr.) Lichaam van een meisje van zestien, dat in Drenthe is gevonden. Ötzi (rond 3000 v. Chr.) Jager-verzamelaar uit de prehistorie. Zijn lichaam is in het ijs bewaard gebleven. Ramses II (± 1300 v. Chr. - 1213 v. Chr.) Farao. Hij was 66 jaar aan de macht. Toetanchamon (1342 v. Chr. - 1323 v. Chr.) Farao. Zijn graf was nog niet geplunderd toen het in 1922 door een Engelse archeoloog werd ontdekt.

FEN_3e_1TH_LB.indb 21

koninkrijk staatshoofd

9/05/19 17:43


22

1 Leven van de natuur – 1.7 Keuzeopdrachten

1.7 Keuzeopdrachten

A Terug naar de prehistorie

De Mentawai Diep in de jungle van Indonesië leven de Mentawai. Deze mensen hebben nog bijna nooit iemand van buiten hun stam gezien. Ze leven in de prehistorie: ze kennen geen schrift. Ook kennen ze geen akkerbouw, aardewerk of metaal. De Mentawai houden wel kippen en varkens. Die scharrelen gewoon wat rond. De varkensoren knippen ze op een speciale manier. Daardoor is duidelijk wie de eigenaar is van welk varken. De Mentawai leven in groepen van vijf tot tien gezinnen bij elkaar. Samen delen die één groot huis, de uma. Ze beslissen alles in de musyawara: een overleg waaraan iedereen meedoet en dat net zolang duurt totdat iedereen het eens is. Hun hoofdvoedsel is sago, gemaakt van de wortels van een palmboom. Verder leven ze van de jacht en de visvangst en van wat ze in de jungle vinden, zoals de larven van een bepaald soort tor. Ze jagen met pijl-en-boog op zwijnen, apen en reeën. De pijlpunten dopen ze in een gif dat elke wond dodelijk maakt. Het gif maken ze van het sap van een bepaalde boomschors en van wortels. De Mentawai geloven dat alle levende wezens en voorwerpen een geest hebben. Om die geesten niet te storen, moet de mens zorgen dat alles in evenwicht is. Daarom kennen de Mentawai veel rituelen: voor het bouwen van een huis, voor het begin van de jacht of voor iemands begrafenis. De rimata, het hoofd van een uma, kent alle rituelen. De sikerai, een sjamaan (een priestertovenaar), voert de rituelen uit. Door zijn magische krachten kan hij met geesten praten.

Bron 22

Een uma van de Mentawai.

Bron 23

Een Mentawai op jacht.

B In die tijd in Soemerië Soemeriërs in Mesopotamië Nederland Mesopotamië

0

4.000 1 : 410.000.000

FEN_3e_1TH_LB.indb 22

8.000 km

Mesopotamië is het gebied tussen de rivieren Eufraat en Tigris. In onze tijd ligt Mesopotamië in Irak. In dit gebied zijn de oudste sporen van een landbouwsamenleving gevonden. Rond 3500 v. Chr. gingen de Soemeriërs in Mesopotamië wonen. Waar dit volk vandaan kwam, weten we niet. Onderzoekers vermoeden dat de Soemeriërs uit India kwamen of uit het gebied dat nu Turkije is.

9/05/19 17:43


23

1 Leven van de natuur – 1.7 Keuzeopdrachten

De Soemeriërs waren landbouwers. Zij verbeterden de landbouw door irrigatie: door kanaaltjes aan te leggen en dammen te bouwen zodat er altijd water was voor hun akkers. Hierdoor namen de oogsten toe en was er zelfs voedsel over. Mensen konden toen ook andere beroepen gaan uitoefenen dan alleen boer: ambachtsman, priester of ambtenaar.

Spijkerschrift Over de Soemeriërs weten we veel. Dat komt vooral doordat deze mensen geschreven bronnen hebben nagelaten. Hiervoor gebruikten ze geen pen en papier, maar klei. Een schrijver nam een stokje en drukte dat in een nat stuk klei (een tablet), dat hij daarna in de zon te drogen legde. Op die manier ontstonden tekens, letters en woorden. Omdat de tekens op spijkertjes lijken, noemen we dit schrift: spijkerschrift. Archeologen hebben ruim drie miljoen Soemerische kleitabletten gevonden. Bron 25

Inanna was een belangrijke Soemerische godin. Ze was godin van het graan, de jeugd, het leven, de wijsheid, de liefde en de oorlog.

Het bestuur van Uruk Bij het bestuur van Uruk kreeg Gilgamesj advies van een groep wijze, oude mannen. Als er oorlog dreigde, kreeg hij ook advies van een groep sterke mannen. De koning had ambtenaren in dienst die zorgden dat de belastingen werden opgehaald en dat zijn wetten werden uitgevoerd. Opdat iedereen wist wat de regels waren, maakten de Soemeriërs een wetboek: een lijst van alle wetten en straffen.

Bron 24

De tekst op dit kleitablet gaat over de verkoop van een stuk grond en een huis. Dit kleitablet is ongeveer 4600 jaar oud.

Koningen en stadstaten De meeste Soemeriërs woonden in dorpen. Sommige dorpen groeiden uit tot steden. Uruk was de grootste en machtigste stad van Soemerië. Rond 2600 v. Chr. was Gilgamesj koning van deze stadstaat. Soemerië was niet één land met één koning, maar bestond uit verschillende stadstaten: een zelfstandige stad met omringend platteland, met een eigen koning. De stadstaten voerden regelmatig oorlog met elkaar.

FEN_3e_1TH_LB.indb 23

Bron 26

Op veel plaatsen in Mesopotamië zijn tempels gevonden waar Inanna werd vereerd. De grootste Inanna-tempel ligt bij de stad Uruk.

9/05/19 17:43


24

1 Leven van de natuur – 1.7 Keuzeopdrachten

C Hoe mooi was Cleopatra?

Over de Egyptische farao Cleopatra zijn veel films gemaakt. Daarin zie je haar als een slimme en heel mooie vrouw. Dom was ze zeker niet, weten we uit allerlei bronnen. Maar was ze écht zo mooi?

Bron 27

FEN_3e_1TH_LB.indb 24

Een standbeeld van Cleopatra, ruim tweeduizend jaar geleden gemaakt.

Bron 28

Cleopatra in een film uit 2002.

Bron 29

Een beeld van Cleopatra uit de 1e eeuw voor Christus.

9/05/19 17:43


25

1 Leven van de natuur – 1.7 Keuzeopdrachten

Bron 30

Dit beeld van Cleopatra is tijdens haar leven gemaakt.

Bron 32

Cleopatra op een schilderij uit de 19e eeuw.

Bron 31

Cleopatra op een schilderij dat ongeveer 150 jaar geleden is gemaakt.

Bron 33

Uit een krantenbericht: Cleopatra is helemaal niet dik en lelijk! Farao Cleopatra, die in de 1e eeuw voor Christus leefde, staat bekend als hét voorbeeld van schoonheid. Britse deskundigen beweren nu dat Cleopatra in het echt juist lelijk was. Ze had bovendien een heel slecht

FEN_3e_1TH_LB.indb 25

gebit. Egyptische deskundigen zijn erg boos over de beweringen van de Britten. Volgens hen was Cleopatra een heel mooie vrouw. De discussie over Cleopatra’s schoonheid is dus nog niet afgelopen. naar: Eindhovens Dagblad, april 2001.

9/05/19 17:43


www.thiememeulenhoff.nl/feniks

LEERBOEK 1 VMBO-T / HAVO

Beeld op het omslag Dit beeld stelt de Griekse godin Nikè voor (spreek uit: Nie-kee). Het is ongeveer 200 jaar voor Christus gemaakt. Nikè is de godin van de overwinning. De Grieken beeldden haar meestal af met vleugels en in een lang gewaad. Archeologen vonden het beeld in stukken. De armen en het hoofd ontbraken.

Leerboek 1 VMBO-T / HAVO Naam Klas

Deze afbeelding van Nikè wordt in onze tijd vaak gebruikt. Ze staat op de medailles van de winnaars van de Olympische Spelen en voor op een Rolls Royce, een dure auto. Ook een beroemd sportmerk is genoemd naar deze godin. Weet jij de naam van dat merk? Ontdek meer over de Griekse goden:

9 789006 860061

3677_TM_FENIKS_Leerboek_omslag_1 VMBO-t_HAVO_DRUK.indd 1,3

9/05/19 14:23


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.