www.thiememeulenhoff.nl/feniks
WERKBOEK 1 VMBO-T / HAVO
Beeld op het omslag Dit beeld stelt de Griekse godin Nikè voor (spreek uit: Nie-kee). Het is ongeveer 200 jaar voor Christus gemaakt. Nikè is de godin van de overwinning. De Grieken beeldden haar meestal af met vleugels en in een lang gewaad. Archeologen vonden het beeld in stukken. De armen en het hoofd ontbraken.
Werkboek 1 VMBO-T / HAVO Naam Klas
Deze afbeelding van Nikè wordt in onze tijd vaak gebruikt. Ze staat op de medailles van de winnaars van de Olympische Spelen en voor op een Rolls Royce, een dure auto. Ook een beroemd sportmerk is genoemd naar deze godin. Weet jij de naam van dat merk? Ontdek meer over de Griekse goden:
9 789006 860078
3677_TM_FENIKS_Werkboek_omslag_1 VMBO-t_HAVO_DRUK.indd 1,3
9/05/19 14:29
FEN_3e_TH_WB.indb 247
9/05/19 14:43
Geschiedenis voor de onderbouw Werkboek 1 vmbo-t | havo
Auteurs
Christa Dekkers
Ronald den Haan Juul Lelieveld
Jan-Wolter Smit Ronald Stroo Eindredactie
Eugenia Smit
FEN_3e_TH_WB.indb 1
9/05/19 14:42
Over ThiemeMeulenhoff ThiemeMeulenhoff ontwikkelt zich van educatieve uitgeverij tot een learning design company. We brengen content, leerontwerp en technologie samen. Met onze groeiende expertise, ervaring en leeroplossingen zijn we een partner voor scholen bij het vernieuwen en verbeteren van onderwijs. Zo kunnen we samen beter recht doen aan de verschillen tussen lerenden en scholen en ervoor zorgen dat leren steeds persoonlijker, effectiever en efficienter wordt. Samen leren vernieuwen.
Inhoud 0 De tijd indelen 4 TIJD VAN JAGERS EN BOEREN
www.thiememeulenhoff.nl ISBN 978 90 06 86007 8 3e druk, 1e oplage, 2019
1 Leven van de natuur 8 1.0 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7
© ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2019 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieen, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieen in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl.
TIJD VAN GRIEKEN EN ROMEINEN
2 De oude Grieken 48 2.0 Oriëntatie 48 2.1 Griekse stadstaten 51 2.2 Oorlogen om vrijheid en macht 56 2.3 Griekse goden en helden 61 2.4 De erfenis van Alexander de Grote 65 2.5 Vrijheid om te denken 69 2.6 Afsluiting 73 2.7 Keuzeopdrachten 77
De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
3000 v. Chr.
Oriëntatie 8 Op zoek naar voedsel 11 Jagers werden boer 16 Boeren in onze streken 21 Egypte: geschenk van de Nijl 26 Goden en mummies 32 Afsluiting 37 Keuzeopdrachten 41
1
500
v. Chr. na Chr.
FEN_3e_TH_WB.indb 2
9/05/19 14:42
TIJD VAN GRIEKEN EN ROMEINEN
3 Imperium Romanum 84 3.0 Oriëntatie 84 3.1 Van stadstaat tot wereldrijk 87 3.2 Langs de Limes 92 3.3 Brood en spelen 97 3.4 Het christendom 102 3.5 Het einde van het Romeinse Rijk 106 3.6 Afsluiting 110 3.7 Keuzeopdrachten 113
TIJD VAN STEDEN EN STATEN
5 Steden en burgers 156 5.0 Oriëntatie 156 5.1 Werken in de stad 158 5.2 Baas boven baas 164 5.3 Koningen en edelen 169 5.4 Veilig maar vies 173 5.5 De kruistochten 177 5.6 Afsluiting 182 5.7 Keuzeopdrachten 186
TIJD VAN MONNIKEN EN RIDDERS
4 Vechten, werken, bidden 120 4.0 Oriëntatie 120 4.1 De koning en zijn leenmannen 122 4.2 Boeren en ridders 127 4.3 De kerk en de geestelijken 131 4.4 De islam 136 4.5 De Vikingen: rovers of handelaren? 140 4.6 Afsluiting 145 4.7 Keuzeopdrachten 149
TIJD VAN ONTDEKKERS EN HERVORMERS
6 Een nieuwe tijd 194 6.0 Oriëntatie 194 6.1 Op zoek naar Indië 197 6.2 Spanjaarden en Azteken 202 6.3 De kerkhervorming 207 6.4 Spanningen in de Nederlanden 211 6.5 Een nieuw land ontstaat 215 6.6 Afsluiting 220 6.7 Keuzeopdrachten 224
Werkbladen 232 Illustratieverantwoording 247
Leerjaar 2 TIJD VAN REGENTEN EN VORSTEN TIJD VAN PRUIKEN EN REVOLUTIES TIJD VAN BURGERS EN STOOMMACHINES TIJD VAN DE WERELDOORLOGEN I: EERSTE WERELDOORLOG TIJD VAN DE WERELDOORLOGEN II: TWEEDE WERELDOORLOG TIJD VAN TELEVISIE EN COMPUTER
1000
FEN_3e_TH_WB.indb 3
1500
1600
1700
1800
1900 1950 2000
9/05/19 14:42
4
0 De tijd indelen
0 De tijd indelen Haal op wat je al weet 1a Bekijk bron 1, 2 en 3. Deze drie mensen ken je misschien al. Schrijf hun namen in de woordwebben.
......................
......................
......................
b
c
Werk samen met een klasgenoot. Schrijf bij elk woordweb woorden, namen of gebeurtenissen die bij de persoon horen. Je hoeft een woordweb niet helemaal in te vullen. Kennen jullie nog meer mensen uit de geschiedenis? Schrijf hun namen op. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees: Waarom is geschiedenis belangrijk?
2a Waarom is geschiedenis belangrijk, volgens de tekst? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Vind jij geschiedenis wel of niet belangrijk? Leg je mening uit. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees: Jaartelling
3a De tijd in stukjes indelen – dat klinkt moeilijker dan het is. Je weet al hoe dat moet!
Hoe lang duurt deze geschiedenisles? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
b
Je antwoord bij opdracht 3a is een voorbeeld van ‘een stukje tijd’. Welke van de volgende woorden zijn dat ook? Kruis ze aan. kilometer uur korter seconde eeuw kwartier gram minuut dag jaar klok kalender afstand maand week tijdbalk
FEN_3e_TH_WB.indb 4
9/05/19 14:42
0 De tijd indelen
c
5
Door de tijd in te delen, kun je ermee rekenen. Los de sommen op. • Hoeveel minuten duren alle lessen samen die je vandaag hebt? . . . . . . . . minuten. • Een jaar is evenveel als . . . . . . . . hele weken. • 30 sec + 50 sec + 40 sec = . . . . . . . . minuten. • Eén jaar heeft . . . . . . . . maanden. Een eeuw heeft
. . . . . . . . jaren. In één eeuw zitten dus . . . . . . . . maanden. Lees: Jaartelling, en bekijk bron 1
4a Als je de tijd verdeelt in jaren, krijg je vanzelf een jaartelling. Daar ben je al aan gewend: wat hebben jouw familie en jij tegen elkaar gezegd op 31 december om 12 uur ’s nachts?
‘. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .!’
b
Julius Caesar (bron 1) is 44 jaar vóór het begin van onze jaartelling vermoord. Schrijf dat jaartal op de juiste manier . . . . . . . . . . . . . . .
c
Vul in. Caesar werd . . . . . . . . . . . . jaar geleden vermoord. Lees: Stukjes van honderd jaar, en bekijk bron 1, 2, 3
5a We leven nu in de . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . eeuw. b
Uit welke eeuw zijn deze jaartallen?
1612:
........................................
1700:
........................................
1799:
........................................
31:
........................................
21 v. Chr.: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
299 v. Chr.: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
131 v. Chr.: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c
In welke eeuw werd Caesar vermoord? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees: Tijdvakken
6a Vul in figuur 1 op de volgende bladzijde de namen van de tijdvakken aan en maak de jaartallen compleet. b Onderstreep in figuur 1 de namen van de tijdvakken. Gebruik verschillende kleuren: • Rood = de tijdvakken die precies één eeuw duren; • Blauw = het tijdvak dat 35 eeuwen duurt; • Groen = de twee tijdvakken die het kortst duren. c In welk tijdvak leven we nú? Zet een rondje om dat tijdvak. d Blader door je leerboek. Bekijk over welke tijdvakken de hoofdstukken gaan. Schrijf in figuur 1 de nummers van de hoofdstukken onder het juiste tijdvak.
FEN_3e_TH_WB.indb 5
9/05/19 14:42
6
0 De tijd indelen
tot 3000 v. Chr.
Tijd van . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Hoofdstuk: . . . . .
3000 v. Chr. - 500 na Chr.
Tijd van Grieken en Romeinen
Hoofdstuk: . . . . . en . . . . .
............–............
Tijd van monniken en ridders
Hoofdstuk: . . . . .
1000 - 1500
Tijd van . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Hoofdstuk: . . . . .
1500 – . . . . . . . . . . . . .
Tijd van ontdekkers en hervormers
Hoofdstuk: . . . . .
1600 – 1700
Tijd van regenten en vorsten
. . . . . . . . . . . . . – 1800
Tijd van pruiken en . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
1800 – 1900
Tijd van . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
............–............
.....................................................
. . . . . . . . . . . . – heden
Tijd van televisie en computer
Figuur 1.
Lees: Tijdbalk, en bekijk de tijdbalk 7a In de tijdbalk zie je bij Tijd van Grieken en Romeinen dit teken: Bedenk wat dat betekent. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Hierna staan drie tijdbalken. De titel van de tijdbalken is steeds: De twintigste eeuw. 1750
1800
1850
1900
1950
2000
Tijdbalk 1
1900
1920
1940
1960
1980
2000
Tijdbalk 2
FEN_3e_TH_WB.indb 6
9/05/19 14:42
7
0 De tijd indelen
1900
1910
1905
1920
1915
1930
1925
194
1935
1950
1945
1960
1955
1970
1965
1980
1975
1990
1985
2000
1995
Tijdbalk 3
Wat is fout in tijdbalk 1? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Wat is fout in tijdbalk 2? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Wat is fout in tijdbalk 3? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c
FEN_3e_TH_WB.indb 7
Maak nu zelf een tijdbalk van de twintigste eeuw. Gebruik daarvoor de balk onder aan deze pagina. Doe het zo: 1 Zet jaartallen bij de juiste plaatsen; 2 Noteer een passende titel bij de tijdbalk; 3 Geef aan wanneer je ouders zijn geboren; 4 Geef aan wanneer je opa’s en oma’s zijn geboren. Als je dat niet precies weet, schat je het: bedenk hoe oud je opa is en tel dan terug; 5 Het meisje van bron 3 had te maken met de Tweede Wereldoorlog. Die begon in 1939 en duurde tot 1945. Geef de Tweede Wereldoorlog in je tijdbalk aan.
9/05/19 14:42
8
1 Leven van de natuur – 1.0 Oriëntatie
1 Leven van de natuur 1.0 Oriëntatie Dit weet je al 1a We gebruiken hulpmiddelen om de tijd te ordenen. Welke twee hulpmiddelen ken je?
1 Tijdb . . . . . . . . . . . . . . . .
2 Tijdv . . . . . . . . . . . . . . . .
b
Kijk in je leerboek op pagina 6 en 7. Welke antwoorden van opdracht 1a zie je? Kruis ze aan. antwoord 1 antwoord 1 en 2 antwoord 2 geen van de antwoorden Lees: Waarover gaat dit hoofdstuk?
2a Schrijf de woorden in de juiste kolom. Kies uit: vaste woonplaats – geen vaste woonplaats – voedsel zoeken – voedsel verbouwen Jager-verzamelaar
Boer
...............................
.................................
...............................
.................................
...............................
.................................
...............................
.................................
b
c
d
Mensen in het verleden lieten sporen na. Zijn de volgende sporen van een jagerverzamelaar of van een boer? Streep steeds het onjuiste woord door. Eén spoor hoort bij allebei. Dan streep je dus niets door. 1 Resten van een kampvuur: jager-verzamelaar / boer 2 Een pot met daarin resten van graankorrels: jager-verzamelaar / boer 3 Een graf: jager-verzamelaar / boer 4 Resten van een huis: jager-verzamelaar / boer Geef in de tijdbalk onder aan de pagina aan wanneer: 1 de eerste boeren in het Midden-Oosten leefden; 2 de eerste boeren in het zuiden van ons land waren; 3 de eerste boeren in het noorden van ons land waren. Bedenk een goede titel voor de tijdbalk. Schrijf die erboven. Bekijk de tijdbalk
3a Maak de zinnen af. Dit hoofdstuk gaat over de Tijd van . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
12.000 v. Chr.
FEN_3e_TH_WB.indb 8
Dit tijdvak is de periode tot het jaar . . . . . . . . . . . . . .
10.000 v. Chr.
8000 v. Chr.
6000 v. Chr.
4000 v. Chr.
2000 v. Chr.
1
2000 na Chr.
9/05/19 14:42
1 Leven van de natuur – 1.0 Oriëntatie
b
9
Lees de volgende tekst. Elk tijdvak heeft een beeldmerk. Je ziet ze in het overzicht op pagina 7. Elk beeldmerk heeft twee plaatjes. Kijk maar naar het beeldmerk van de Tijd van jagers en boeren: je ziet een witte figuur met daarachter een donkergekleurde foto. De twee afbeeldingen samen passen bij de naam van het tijdvak.
Wat in het beeldmerk heeft te maken met jagers? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Wat heeft te maken met boeren? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bekijk bron 1
4a Hoeveel jaar geleden is dit hunebed gebouwd? . . . . . . . . . . . . . . . . b
Waarvoor werd het hunebed gebruikt? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c
Is dit hunebed gebouwd door jager-verzamelaars of door boeren? Leg je antwoord uit. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
d
Hoe een hunebed is gebouwd, weten we niet precies. Bedenk waarom we dat niet weten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
e
Onderzoekers hebben bedacht hoe een hunebed misschien is gebouwd. Je leest dat in de volgende zinnen. Geef daarvan de juiste volgorde aan met cijfers. De cijfers 1 en 7 staan al op de juiste plaats.
. 1. Hunebedbouwers . vinden grote stenen. Ze brengen die naar de plek waar het hunebed moet komen.
. . .
Ze zetten de stenen tegen het zandheuveltje.
. . .
Al het zand binnenin graven ze weg.
. . .
Ze trekken grote, platte stenen langs de helling naar boven. Die worden het dak.
. . .
Op de plek waar het hunebed moet komen, maken ze een heuveltje van zand.
. . .
Tegen de stenen maken ze een helling van zand.
. 7. . Het hunebed is af. f
In het hunebed legden ze de lichamen van hun doden. Daarna bedekten ze het hunebed onder een dikke laag aarde. Daardoor leek het net een heuveltje in het landschap. Hoe komt het dat die aarde er in onze tijd niet meer is? Bedenk twee oorzaken. 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
5 a b
FEN_3e_TH_WB.indb 9
In opdracht 4 heb je gelezen hoe een hunebed waarschijnlijk is gebouwd. Bekijk figuur 2. Deze tekenaar had er een heel andere mening over. Kleur in figuur 2 de hunebedden rood. Hoe zijn hunebedden gebouwd volgens Van Goedesbergh? Kruis het juiste antwoord aan. Mensen waren vroeger veel sterker dan nu. Ze droegen de stenen gewoon op hun rug. De mensen kregen hulp van een soort kabouters. De kabouters deden het denkwerk, zodat de mensen zich konden concentreren op het dragen van de zware stenen. De mensen kregen hulp van reuzen. Die droegen de stenen voor hen.
9/05/19 14:42
1 Leven van de natuur – 1.0 Oriëntatie
10
Figuur 2. Tekening van Gerrit van Goedesbergh uit 1660.
c
Leg uit of de volgende stelling juist of onjuist is. Van Goedesbergh weet hoe hunebedden zijn gebouwd, doordat hij erbij is geweest.
De stelling is juist / onjuist, omdat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees: Waarom is dit onderwerp belangrijk? en bekijk bron 2 en 3
6a Hoe kun je in bron 3 zien dat Awá leven als jager-verzamelaars? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Drie mensen kijken ergens naar. Gebruik je fantasie: wat zien ze? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c
Het leefgebied van de Awá wordt bedreigd. In het oerwoud worden bomen gekapt en boeren verbranden stukken ervan om ruimte te maken voor landbouwgrond. Een Awá zegt daarover: ‘Als jullie het oerwoud vernietigen, dan vernietigen jullie ook de Awá.’ Leg uit wat hij bedoelt. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
d
e
Noem twee verschillen tussen mensen in bron 2 en de Awá. Streep daarvoor de foute woorden door. De mensen in bron 2 leefden in Europa / Zuid-Amerika De Awá leven in Europa / Zuid-Amerika. De mensen in bron 2 zijn wel / niet uitgestorven. De Awá zijn wel / niet uitgestorven. Welke overeenkomst is er tussen de mensen in bron 2 en de Awá? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
FEN_3e_TH_WB.indb 10
9/05/19 14:42
1 Leven van de natuur – 1.1 Op zoek naar voedsel
11
Wat leer je in dit hoofdstuk? 1 Hoe leefden jager-verzamelaars in de prehistorie? 2 Hoe is de landbouw ontstaan en welke gevolgen had dat? 3 Wanneer woonden de eerste boeren in onze streken en uit welke bronnen weten we dat? 4 Waardoor ontstond in Egypte een nieuw soort samenleving en hoe zag die samenleving eruit? 5 Wat voor godsdienst hadden de Egyptenaren en hoe begroeven ze hun doden? Kennis: 1, 3 Begrip: 2, 4, 5, 6
1.1 Op zoek naar voedsel • Hoe leefden jager-verzamelaars in de prehistorie?
Dit weet je al 1
Zijn de volgende zinnen goed of fout? • De eerste mensen in Europa waren boeren. goed / fout • De eerste mensen in Europa leefden ongeveer tweeduizend jaar geleden. goed / fout • De eerste mensen in Europa woonden op een vaste plaats. goed / fout Lees: Jagen en verzamelen
2
Ongeveer 15.000 jaar geleden was overleven in onze streken niet makkelijk. Leg dit uit door de zinnen af te maken.
Het was koud, waardoor. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Er waren weinig planten. Daardoor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Er leefden wilde dieren, dus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees: Jagen en verzamelen
3a Waarvan leefden jager-verzamelaars? 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
c
Hoe was, volgens sommigen, de taakverdeling tussen mannen en vrouwen? Schrijf achter elk van de drie antwoorden van opdracht 3a een M (mannen) of een V (vrouwen), of M/V (mannen en vrouwen). Welke andere taak hadden vrouwen ook? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
FEN_3e_TH_WB.indb 11
9/05/19 14:42
1 Leven van de natuur – 1.1 Op zoek naar voedsel
12
Lees: Hoe leefden jager-verzamelaars? 4a Leg uit dat jij geen nomade bent. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Waarom bleven jager-verzamelaars niet op een vaste plek wonen? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c
Nomaden hebben meestal maar weinig bezittingen. Bedenk waarom dat zo is. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
d
Bedenk samen van elk van de onderstaande voorwerpen waarvoor het werd gebruikt en waarvan het is gemaakt. Schrijf het eronder.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . e
Ook de huid van een gedood dier werd gebruikt. Waarvoor, denk je? Bedenk twee toepassingen. 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
f
Waarvoor zou een jager-verzamelaar de dunne spieren en pezen van een dood dier kunnen gebruiken? Bedenk twee toepassingen. 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bekijk bron 4
5a Welke dieren zie je in bron 4? Noem er drie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
FEN_3e_TH_WB.indb 12
9/05/19 14:42
1 Leven van de natuur – 1.1 Op zoek naar voedsel
b
c
13
Welke informatie geven de grotschilderingen van Lascaux ons? Kruis de juiste antwoorden aan. Waarschijnlijk leefden deze diersoorten 17.000 jaar geleden in Zuid-Frankrijk. Jager-verzamelaars joegen op zulke dieren. 17.000 jaar geleden leefden er mensen in wat nu Zuid-Frankrijk is. Jager-verzamelaars konden tekenen en schilderen. Mensen in de prehistorie hielden deze diersoorten als huisdier. We weten niet waarom jager-verzamelaars deze grotschilderingen hebben gemaakt. Waarom weten we dat niet? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
d
Gebruik je fantasie: bedenk waarom jager-verzamelaars deze grotschildering hebben gemaakt. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees: Bronnen
6a Wat zijn voorbeelden van historische bronnen? Kruis de juiste antwoorden aan. Een kasteel uit de Middeleeuwen. . . . . . Een film over Julius Caesar. . . . . . Het dagboek van Anne Frank. . . . . . Een krant van vorig jaar. . . . . . Een krant van driehonderd jaar geleden. . . . . . Een nieuw horloge dat de tijd heel nauwkeurig aangeeft. . . . . . Je leerboek van Feniks. . . . . . Een skelet uit de prehistorie. . . . . . b Bedenk nog twee voorbeelden van historische bronnen. 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . c
Schrijf achter elke historische bron van opdracht 6a en b of het een geschreven bron (G) of een ongeschreven bron (O) is. Lees: Bronnen
7a Lees de tekst. Het is een nieuwsbericht uit 2011. ‘Op een terrein waar nieuwe huizen worden gebouwd, hebben archeologen prehistorische voorwerpen gevonden. Ze vonden de kop van een bijl van tussen de 5000 en 6000 jaar oud, en gereedschap van tussen de 2500 en 3000 jaar oud.’ b c
Dit nieuwsbericht is een geschreven / ongeschreven bron. De bijl is een geschreven / ongeschreven bron. Waar worden de bijl en de andere vondsten straks waarschijnlijk bewaard? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bekijk bron 5
8 a
Leg uit waarom de volgende zinnen onjuist zijn. Het kleitablet is een ongeschreven bron, want er staat spijkerschrift op en dat kunnen we niet lezen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
FEN_3e_TH_WB.indb 13
9/05/19 14:42
14
1 Leven van de natuur – 1.1 Op zoek naar voedsel
b
Geschreven bronnen staan altijd op papier. Daarom is het kleitablet een ongeschreven bron. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c
Nomaden bezaten meestal veel van dit soort kleitabletten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees: Historie en prehistorie
9a Welke bronnen komen uit de prehistorie? Kruis het juiste antwoord aan. alleen ongeschreven bronnen alleen geschreven bronnen geschreven en ongeschreven bronnen b Welke bronnen komen uit de historie? alleen ongeschreven bronnen alleen geschreven bronnen geschreven en ongeschreven bronnen c Onder aan de pagina zie je een tijdbalk. Laat daarin zien wanneer voor ons land de historie begint. Doe het zo: • Kleur de tijd waarin mensen in ons land het schrift kenden rood. Die periode heet de prehistorie / historie. Schrijf dat woord erboven. • Kleur de tijd waarin de mensen in ons land het schrift nog niet kenden blauw. Die periode heet de prehistorie / historie. Schrijf dat woord erboven. Lees: Wie was Ötzi? 10a Waardoor is Ötzi’s lichaam niet vergaan? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Waaraan is Ötzi waarschijnlijk gestorven? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c
Hoe weten we dat? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
d
In Ötzi’s maag zijn resten gevonden van het vlees van een hert en van een steenbok, en een soort graan. Wat weten we daardoor? Kruis de juiste antwoorden aan. Ötzi is niet gestorven van de honger. In de Alpen leefden vijfduizend jaar geleden herten. Ötzi at alleen vlees en planten, geen vis. Ötzi was een vegetariër. Lees de volgende stelling. Ötzi was gewond, maar hij kon blijkbaar nog wel jagen.
e
1 Geef een argument vóór de stelling (je legt dus uit waarom de stelling juist is). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Geef een argument tegen de stelling (je legt dus uit waarom de stelling onjuist is). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
10.000 v. Chr.
FEN_3e_TH_WB.indb 14
8000 v. Chr.
6000 v. Chr.
4000 v. Chr.
2000 v. Chr.
1
2000 na Chr.
9/05/19 14:42
1 Leven van de natuur – 1.1 Op zoek naar voedsel
15
Pas je kennis toe 11a Bekijk figuur 3. Kruis het juiste antwoord aan. De schoen is: een geschreven bron een ongeschreven bron geen bron b Kleur figuur 3 in. – Rood: het deel van de schoen dat van berenhuid is gemaakt. – Blauw: het deel dat van hertenleer is gemaakt. – Geel: het netje waarin het hooi zat verpakt. – Groen: de ‘veter’. c Jager-verzamelaars gebruikten bijna alles van een dood dier. Ook de veter van Ötzi’s schoen was dierlijk materiaal. Bedenk van welk deel van het dier dat was. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Figuur 3. Tekening van een schoen van Ötzi. De zool was gemaakt van berenhuid en de bovenkant van hertenleer. In de schoenen zat hooi, verpakt in een soort netje. Dat hield de voet warm.
Vat samen 12 Met deze opdracht beantwoord je de vraag van de paragraaf. Streep de foute woorden door. Jager-verzamelaars woonden wel / niet op een vaste plaats, meestal in huizen / hutten of in grotten / bomen. Ze leefden alleen / in groepen. De sporen die deze mensen achterlieten, noemen we bronnen / resten, zoals een stenen bijl / grotschilderingen / brieven / botten. Van de jager-verzamelaars hebben we geen geschreven / ongeschreven bronnen. Dat komt doordat we niet goed gezocht hebben / ze geen schrift kenden. We zeggen daarom dat jager-verzamelaars in de prehistorie / historie leefden. De historie begint niet overal op de wereld op hetzelfde moment, want het schrift is overal / niet overal op hetzelfde moment uitgevonden. Havo-opdracht 13 Over het leven in de prehistorie weten we veel minder dan over het leven in bijvoorbeeld de 17e eeuw. Geef hiervoor twee verklaringen. 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
FEN_3e_TH_WB.indb 15
9/05/19 14:42
16
1 Leven van de natuur – 1.2 Jagers werden boer
Havo-opdracht 14 Jager-verzamelaars leefden in groepen van tussen de twintig en dertig mensen. a Bedenk waarom deze groepen niet veel groter waren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Bedenk waarom de groepen niet veel kleiner waren, bijvoorbeeld zo groot als een gezin in onze tijd. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Kennis: 1, 3, 9ab, 10abc Begrip: 2, 4bcdef, 5, 8, 9c, 10de, 12, 13, 14 Toepassing: 4a, 6, 7, 11
Tips voor de toets Leer de begrippen. Opdrachten: 3, 4, 9, 12
1.2 Jagers werden boer • Hoe is de landbouw ontstaan en welke gevolgen had dat?
Dit weet je al 1
Waarvan leefden de eerste mensen in de prehistorie? 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees: Akkerbouw en veeteelt
2a Trek met een stift de rivieren in figuur 4 over. gebied waar de landbouw is ontstaan zee
Ti
gr
Euf
is
raa
t
B
Gizeh
jl
Ni
A
0
250
500 km
1 : 36.500.000
FEN_3e_TH_WB.indb 16
Figuur 4.
9/05/19 14:42
1 Leven van de natuur – 1.2 Jagers werden boer
b c
17
Kleur in figuur 4 het gebied waar de landbouw ontstond rood. Leg uit waarom de landbouw juist daar ontstond, en niet in de gebieden A en B in de kaart. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
d
De landbouw ontstond rond het jaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees: Akkerbouw en veeteelt
3
Welke ‘som’ is goed? akkerbouw + landbouw = veeteelt landbouw + veeteelt = akkerbouw veeteelt + akkerbouw = landbouw Lees: Een ander soort samenleving
4a Wat betekent het woordje pre in ‘pre-agrarische samenleving’? Tip: Lees nog eens de tekst Historie en prehistorie in paragraaf 1.1. . . . . . . . . . . . . . . . . b
Een ander woord voor landbouwsamenleving is agrarische samenleving. Leg de naam pre-agrarische samenleving uit. Gebruik daarbij je antwoord bij opdracht 4a. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c
Een revolutie is een grote verandering. Welke grote verandering hoort bij de landbouwrevolutie? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
d
Zet de zinnen in de juiste volgorde van tijd. Gebruik de cijfers 1 tot en met 4. . . . . Iedereen is boer. . . . . Meer mensen worden boer. . . . . Iedereen is jager-verzamelaar. . . . . De landbouw wordt bekend: veel jagerverzamelaars worden boer.
e
Koppel de zinnen van opdracht 4d aan de volgende begrippen. Schrijf daarvoor achter de begrippen het cijfer van de zin. • Pre-agrarische samenleving: . . . . . • Landbouwrevolutie: . . . . . en . . . . . • Landbouwsamenleving: . . . . . Bekijk bron 6 en 7
5a Leg uit dat de maalsteen van bron 6 door boeren gebruikt kan zijn. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Ook jager-verzamelaars bewerkten soms granen tot producten en aten die. Ze gebruikten daarvoor wilde granen die ze in de natuur vonden. Toch zal de maalsteen in bron 6 niet van een jager-verzamelaar zijn geweest. Waarom niet? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
FEN_3e_TH_WB.indb 17
9/05/19 14:42
1 Leven van de natuur – 1.2 Jagers werden boer
c
18
Waarom kunnen de schoenen van bron 7 wél van een jager-verzamelaar zijn geweest? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
d
Stel, de schoenen waren van een boer. Welke conclusie kun je dan trekken? Kruis het aan. Jager-verzamelaars gebruikten onderdelen van een gedood dier. Boeren deden dat niet. Jager-verzamelaars gebruikten onderdelen van een gedood dier. Boeren deden dat ook. Bekijk bron 8 en 9
6a Schat hoeveel huizen er stonden in de stad van bron 8. . . . . . . . . . b
Hoe kun je zien dat de mensen hier leefden van de landbouw? Schrijf twee dingen op. 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c
Wat zijn de mensen rechts in de afbeelding van bron 9 aan het doen? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
d
Links in de afbeelding van bron 9 zie je hoe mensen melk verwerken. Noem twee producten die je van melk kunt maken . . . . . . . . . . . . . . . en . . . . . . . . . . . . . .
e
f
Wat bewijst bron 9 over het Midden-Oosten in die tijd? Kruis de juiste antwoorden aan. Er woonden mensen die aan veeteelt deden. Er woonden mensen die aan akkerbouw deden. Er woonden geen jager-verzamelaars meer. Bron 9 is gevonden in een tempel, een groot gebouw waarin goden werden vereerd. Deze tempel stond in of vlak bij een stad. Waarom juist daar? Kruis de juiste antwoorden aan. Voor het bouwen van een tempel zijn veel mensen nodig. In een klein dorp zijn zo veel mensen niet. In dorpjes hadden de mensen geen godsdienst, dus hadden ze ook geen tempel nodig. Alleen in een stad wisten de mensen hoe je iets moest bouwen, omdat ze dat vaker deden. In een tempel kunnen veel mensen tegelijk de goden vereren. In een dorpje is dat niet nodig, omdat daar niet veel mensen wonen. Lees: Oorzaak en gevolg
7a Ik had een vier voor mijn toets. Bedenk een oorzaak. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Tijdens onze kampeervakantie in Frankrijk regende het de hele week. Bedenk een gevolg. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c
Bedenk drie zinnen met een gebeurtenis. Ruil daarna je werkboek met dat van een k lasgenoot. Schrijf een oorzaak en een gevolg bij elkaars zinnen. Zin 1: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Oorzaak: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Gevolg: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Zin 2: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Oorzaak: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
FEN_3e_TH_WB.indb 18
Gevolg: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
9/05/19 14:42
1 Leven van de natuur – 1.2 Jagers werden boer
19
Zin 3: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Oorzaak: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Gevolg: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees: Akkerbouw en veeteelt Je oefent: oorzaak en gevolg
8 a
Noteer de oorzaak of het gevolg. Jager-verzamelaars in het Midden-Oosten konden niet voldoende voedsel vinden.
Oorzaak: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Mensen werden boer.
Oorzaak: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Gevolg 1: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Gevolg 2: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c
Archeologen vonden veel meer sporen van boeren dan van jager-verzamelaars.
Oorzaak: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Gevolg: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees: Boeren in Europa Je oefent: oorzaak en gevolg
9a In het Midden-Oosten groeide de bevolking. Wat betekent deze zin? Er kwamen meer mensen. Er kwamen langere mensen. Er kwamen dikkere mensen. b Wat is de oorzaak van de groei van de bevolking in het Midden-Oosten? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . c
Welk gevolg had dat voor Europa? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Pas je kennis toe
10a Als mensen in een gebied de landbouw ontdekten, werden sommige mensen boer. Andere mensen bleven jager-verzamelaar. Werk samen met een klasgenoot. Eén van jullie wordt boer, de ander blijft jager-verzamelaar. Verdeel de rollen: wie is boer, wie is jager-verzamelaar? Jij bent . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Je vindt jouw manier van leven véél beter dan die van je klasgenoot. Overtuig je klasgenoot daarvan. Doe het zo: • Leg uit wat de voordelen zijn van jouw manier van leven. • Leg uit wat de nadelen zijn van de andere manier van leven. Bedenk goede argumenten: je wilt de ander overtuigen! . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
FEN_3e_TH_WB.indb 19
9/05/19 14:42
1 Leven van de natuur – 1.2 Jagers werden boer
20
Vat samen
Met deze opdracht geef je antwoord op de vraag van de paragraaf.
11a Maak de zin af. De landbouw is ongeveer . . . . . . . . . jaar geleden ontstaan in het . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Wat is de oorzaak van het ontstaan van de landbouw? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c
Welke gevolgen had het ontstaan van de landbouw? Gebruik voor je antwoorden de woorden die tussen haakjes staan. 1 (nomaden). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
2 (bezittingen). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
3 (bevolking) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4 (dorpen en steden) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Havo-opdracht
0
500 1.000 km
1 : 84.000.000
Figuur 5.
12a Vul in. In figuur 4 (opdracht 2) zie je waar landbouw was rond het jaar . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Leg uit wat je op het kaartje van figuur 5 ziet. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Havo-opdracht Je oefent: oorzaak en gevolg
13a Lees deze drie zinnen: 1 Er ontstonden dorpen. 2 Mensen gingen aan landbouw doen. 3 Mensen gingen op een vaste plaats wonen.
FEN_3e_TH_WB.indb 20
9/05/19 14:42
21
1 Leven van de natuur – 1.3 Boeren in onze streken
Maak combinaties van oorzaak en gevolg met deze zinnen. • Zin . . . . . is een oorzaak van zin . . . . . . • Zin . . . . . is een oorzaak van zin . . . . . . • Zin . . . . . is een gevolg van zin . . . . . . • Zin . . . . . is een gevolg van zin . . . . . . • Zin . . . . . is zowel een oorzaak als een gevolg.
b
Lees zin 1 en 3 hieronder. Bedenk wat zin 2 moet zijn en schrijf die op. Let op: zin 2 is een gevolg van zin 1 en een oorzaak van zin 3. 1 Mensen gingen aan landbouw doen. 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 De bevolking groeide. Tips voor de toets Leer de begrippen. Opdrachten: 2, 3, 4, 8, 9, 11
Kennis: 1, 3, 4a Begrip: 2, 4bcde, 5, 6acdef, 7, 8, 9, 11, 13 Toepassing: 6b, 10, 12
1.3 Boeren in onze streken • Wanneer woonden de eerste boeren in onze streken en uit welke bronnen weten we dat?
Dit weet je al 1a Waar is de landbouw uitgevonden? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Het gebied waar mensen aan landbouw deden, werd steeds groter. Hoe kwam dat? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees: Bandkeramiekers
2a De plek waar boeren gingen wonen, moest aan drie eisen voldoen. 1 Er moest . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . in de buurt zijn. 2 De grond moest . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . zijn. 3 Er moest een . . . . . . . . . . . . . . . . plek zijn, waarop je . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
FEN_3e_TH_WB.indb 21
9/05/19 14:42
22
1 Leven van de natuur – 1.3 Boeren in onze streken
b c d
Bekijk figuur 6. De plek aan de Maas voldoet aan de eerste eis. Hoe zie je dat in de tekening? Kleur het blauw. De plek voldoet ook aan de tweede eis. Hoe zie je dat? Kleur het groen. Aan de derde eis voldoet de plek niet. Hoe hebben de boeren dit opgelost? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Figuur 6. Een prehistorisch boerendorp aan de rivier de Maas.
Bekijk bron 10 3
Streep de foute woorden door en vul de zinnen aan. 1 Het belangrijkste bouwmateriaal van bandkeramiekers was steen / cement / hout. 2 Bandkeramiekers hadden last / geen last van de regen, want . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Bandkeramiekers hadden last / geen last van de wind, want . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees: Bandkeramiekers, en bekijk bron 11
4a Op de pot in figuur 7 zie je twee banden. Kleur ze rood. b Vergelijk de versieringen op de potten van bron 11 met die op de pot van figuur 7. Wat valt je op? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . c
Een ander woord voor aardewerk is keramiek. Leg uit waarom we de eerste boeren in Zuid-Limburg bandÂkeramiekers noemen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Figuur 7. Een pot van aardewerk, gemaakt door bandkeramiekers.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
FEN_3e_TH_WB.indb 22
9/05/19 14:42
23
1 Leven van de natuur – 1.3 Boeren in onze streken
Lees: Bandkeramiekers en Trechterbekercultuur
N W
5a Schrijf in figuur 8 de hoofdletter B op de plaats waar de bandkeramiekers woonden. b Bandkeramiekers zijn waarschijnlijk vanuit het zuiden van Duitsland en vanuit het oosten van Frankrijk naar ons land getrokken. Geef in figuur 8 hun reis aan met blauwe pijlen. c Schrijf in figuur 8 de hoofdletter T op de plaats van de trechterbekercultuur. d Waar kwamen de boeren van de trechterbekercultuur waarschijnlijk vandaan?
Scandinavië
O Z
Duitsland
.................................................
Frankrijk
en . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . e
Geef in figuur 8 hun reis aan met rode pijlen.
0
250
500 km
1 : 24.000.000
Figuur 8.
Lees: Trechterbekercultuur 6a Wat betekent het begrip cultuur? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Wat zijn voorbeelden van cultuur? Kruis ze aan. boeken en verhalen oorlog kunst godsdienst een rivier een aardewerken pot
Lees: Trechterbekercultuur 7a Potten van de trechterbekercultuur hebben vaak een brede hals en een smalle voet, net als een trechter. Soms lijken ze op een omgekeerde trechter, dan is de hals smal en de ‘buik’ bol. Bekijk de twee potten in figuur 9. Schrijf de volgende woorden bij de juiste pot. smalle hals – brede hals – smalle voet – bolle buik
Figuur 9.
b
FEN_3e_TH_WB.indb 23
........................
........................
........................
........................
Bekijk het beeldmerk van het tijdvak nog eens. Kruis aan: de pot in het beeldmerk lijkt het meest op: de pot in figuur 7; de linker pot in figuur 9; de rechter pot in figuur 9.
9/05/19 14:42
24
1 Leven van de natuur – 1.3 Boeren in onze streken
Lees: Steen, brons en ijzer 8a De periode waarin mensen vooral steen gebruikten, noemen we de steentijd. Kleur in de tijdbalk onder aan de pagina de steentijd rood. b De periode waarin mensen vooral brons gebruikten, noemen we de bronstijd. Kleur de bronstijd blauw. c De periode waarin mensen vooral ijzer gebruikten, noemen we de ijzertijd. Kleur de ijzertijd groen. Lees: Begraven in het veen, en bekijk bron 12 9a Hoe komt het dat veenlijken zo goed bewaard zijn gebleven? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
De man van Tollund wordt wel ‘het gezicht van de prehistorie’ genoemd. Waarom is dat, denk je? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees: Wie was het meisje van Yde?
10a Hoe weten we waardoor het meisje van Yde is gestorven? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Lees de tekst. De Deense wetenschapper E. Munksgaard schreef: ‘Bij verschillende veenlijken is het haar kortgeknipt. Dat was een manier om de persoon te vernederen. Kort haar werd gezien als een schande.’ naar: E. Munksgaard, Bog bodies, 1984.
Wetenschappers hebben twee verklaringen voor de dood van het meisje. 1 Ze is gedood omdat ze iets heel ergs had gedaan. 2 Ze is geofferd aan de goden. Wat vindt Munksgaard? Maak de zinnen af om erachter te komen. • Het haar van het meisje van Yde is wel / niet afgeknipt. • De mensen die het meisje van Yde hebben gedood, wilden haar wel / niet vernederen. • Munksgaard denkt dat het meisje van Yde is gestraft / geofferd, want . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c
Wat vind jij ervan dat onderzoekers mensen die lang geleden zijn gestorven, hebben ‘nagemaakt’, zoals met het meisje van Yde is gebeurd? Goed / Nutteloos, want . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
10.000 v. Chr.
FEN_3e_TH_WB.indb 24
8000 v. Chr.
6000 v. Chr.
4000 v. Chr.
2000 v. Chr.
1
9/05/19 14:42
25
1 Leven van de natuur – 1.3 Boeren in onze streken
Pas je kennis toe 11
Vergelijk de man van Tollund met Ötzi (§ 1.1) door het in te vullen. De man van Tollund
Ötzi
Lag begraven in:
ijs / veen
ijs / veen
Hoe oud is het lichaam?
. . . . . . jaar
. . . . . . jaar
Hij was een:
jager-verzamelaar / boer
jager-verzamelaar / boer
Hij leefde in de:
steentijd / bronstijd / ijzertijd
steentijd / bronstijd / ijzertijd
Gevonden in het jaar:
Vat samen 12 Met deze opdracht beantwoord je de vraag van de paragraaf. a Vul de legenda bij de tijdbalk in. Schrijf bij het juiste hokje: Iedereen is boer – trechterbekercultuur – bandkeramiekers
6000 v. Chr.
4000 v. Chr.
2000 v. Chr.
1
2000
.............................................................................................................. .............................................................................................................. ..............................................................................................................
b c
Geef in de tijdbalk aan wanneer het meisje van Yde overleed. Noem drie bronnen die de prehistorische boeren hebben nagelaten. 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Havo-opdracht
13 Lees de tekst. De michelsbergcultuur is een prehistorische cultuur tussen 4400 en 3500 v. Chr. De mensen van deze cultuur leefden in wat nu het zuiden van Nederland, België en het westen van Duitsland is. Ze maakten aardewerken potten en schalen in een heel bijzondere vorm: als een bloeiende tulp. Er zijn veel botten van varkens gevonden bij de woonplaatsen van de michelsbergers. Daaruit blijkt dat deze mensen vee hielden.
FEN_3e_TH_WB.indb 25
Vergelijk de michelsbergcultuur met de cultuur van de bandkeramiekers en de trechterbekercultuur. Doe dat door het schema op de volgende bladzijde in te vullen.
9/05/19 14:42
26
1 Leven van de natuur – 1.4 Egypte: geschenk van de Nijl
Wanneer bestond deze cultuur?
Vorm en versiering van het aardewerk
Jager-verzamelaars of boeren?
Michelsbergcultuur Bandkeramiekers Trechterbekercultuur
Tips voor de toets Leer de begrippen. Opdrachten: 2a, 4c, 5, 6, 8, 12
Kennis: 1, 2a, 5, 6a, 8, 9a, 10a, 13 Begrip: 3, 4, 7, 9b, 10bc, 12 Toepassing: 2bcd, 6b, 11
1.4 Egypte: geschenk van de Nijl • Waardoor ontstond in Egypte een nieuw soort samenleving en hoe zag die samenleving eruit?
Dit weet je al 1
Streep de foute woorden door. Ongeveer 12.000 / 30.000 / 50.000 jaar geleden veranderde het klimaat. Een oorzaak / gevolg daarvan was dat de mensen jager-verzamelaar / boer werden. Lees: Landbouw in Egypte
2a Kleur in figuur 10 de Nijl groen. b Kleur de woestijn geel. c Kleur de zee blauw.
Middellands e
Zee
EGYPTE de
Ro e Ze
jl
Ni 0
250
500 km
1 : 28.500.000
Figuur 10.
FEN_3e_TH_WB.indb 26
9/05/19 14:42
27
1 Leven van de natuur – 1.4 Egypte: geschenk van de Nijl
Lees: Landbouw in Egypte 3a Bekijk figuur 11. Zet de cijfers van de zinnen bij het juiste plaatje. 1 In oktober stroomt de Nijl over. 2 Van april tot juni staat het water laag. 3 Als het water van de Nijl weer zakt, blijft er water achter de dijkjes staan. b Schrijf de woorden op de juiste plaats bij figuur 11. Kies uit: Nijl – dijk – akkers – wateropslag c Leg in je eigen woorden uit wat irrigatie landbouw is. Gebruik hierbij de woorden: Nijl – dijk – akkers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . d
Verklaar de titel van deze paragraaf. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Figuur 11.
Lees: Landbouw in Egypte Je oefent: oorzaak en gevolg 4a De oogsten waren groot. Wat was daarvan de oorzaak? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Welk gevolg hadden de grote oogsten? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c
In de tekst staan drie ambachten. Bedenk er nog twee. 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
FEN_3e_TH_WB.indb 27
9/05/19 14:42
1 Leven van de natuur – 1.4 Egypte: geschenk van de Nijl
28
Bekijk bron 13 5
Schrijf de cijfers op de goede plaats in figuur 12. 1 De Nijl. 2 Een kanaaltje. 3 Boomgaard. 4 De grond ploegen. 5 Graanhalmen afsnijden. 6 Graanhalmen in bossen samenbinden.
Figuur 12.
Lees: Het bestuur van Egypte, en bekijk bron 14 6a Hoe noemden de Egyptenaren hun koning? . . . . . . . . . . . . b Ambtenaren hielpen de farao bij het bestuur. Welke taken hadden zij? 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . c
Met welke taak zijn de ambtenaren in bron 14 bezig? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bekijk bron 15
7a Eén hiëroglief kan meer betekenissen hebben. Hieronder staan twee vakken. Onder elk vak staat wat het hiëroglief betekent. Teken in elk vak het juiste hiëroglief.
FEN_3e_TH_WB.indb 28
vliegen, vogel,
kruipen, kever,
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ..
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ..
9/05/19 14:42
1 Leven van de natuur – 1.4 Egypte: geschenk van de Nijl
b c d e
Bedenk bij elk hiëroglief dat je bij opdracht 7a hebt getekend, nog een betekenis. Schrijf het erbij. Kies een van de hiërogliefen van bron 15 die je nog niet hebt gebruikt. Bedenk er zo veel mogelijk betekenissen bij. Schrijf die onder het linker vak hieronder. Ruil je werkboek met dat van een klasgenoot. Lees de betekenissen bij opdracht 7c. Welk hiëroglief bedoelt je klasgenoot? Teken het in het linker vak. Bedenk zelf een hiëroglief. Teken het in het rechter vak hieronder (dus in het werkboek van je klasgenoot).
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ..
f
Neem je eigen werkboek terug. Bekijk het hiëroglief van je klasgenoot bij opdracht 7e. Noteer er minstens twee betekenissen bij. Ga naar werkblad 1 op pagina 232 en maak de opdrachten.
g
29
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ..
Lees: Verschil in rijkdom en aanzien 8
Welke zeven groepen waren er in de Egyptische samenleving?
1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
5 ...........................................
2 ..........................................
6 ...........................................
3 ..........................................
7 ...........................................
4 .......................................... Lees: Staatsinrichting
9
Vul het schema in. Het oude Egypte
Nederland in onze tijd
Is het een koninkrijk? Hoe heet het staatshoofd? Heeft hij veel macht? Is hij goddelijk?
FEN_3e_TH_WB.indb 29
9/05/19 14:42
30
1 Leven van de natuur – 1.4 Egypte: geschenk van de Nijl
Lees: Wie was Ramses II? 10 a
In elke zin staat een fout. Schrijf de zinnen opnieuw op en verbeter daarin de fout. Ramses II liet veel prachtige tempels en zelfs hele steden vernietigen. ....................................................................................................
b
Ramses II had geen kinderen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c
Ramses II is maar kort farao geweest. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Pas je kennis toe
11a De Egyptische samenleving was verdeeld in groepen. Je kunt dat laten zien in een bevolkingspiramide. Dat werkt zo: • De groep met het minste aanzien staat onderaan. • De groep of de persoon met het hoogste aanzien staat helemaal bovenaan. Gebruik je antwoorden bij opdracht 8. Zet de groepen op de juiste plaats in figuur 13. .............................. .............................. .............................. .............................. .............................. .............................. .............................. Figuur 13.
b
Het onderste vak in de piramide is groter dan het bovenste vak. Bedenk waarom dat zo is. .................................................................................................... ....................................................................................................
Vat samen 12 a
Met deze opdracht geef je antwoord op de vraag van de paragraaf. Mensen trokken vanuit hun leefgebied naar de Nijl. Wat was hiervan de oorzaak? ....................................................................................................
b
Egypte werd bestuurd door de . . . . . . . . . en zijn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Waarom was het nodig dat er een bestuur was? Gebruik in je antwoord het begrip irrigatielandbouw. .................................................................................................... ....................................................................................................
c
Niet iedere Egyptenaar hoefde boer te zijn. Geef daarvan een oorzaak en een gevolg. Oorzaak: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Gevolg: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
FEN_3e_TH_WB.indb 30
9/05/19 14:42
1 Leven van de natuur – 1.4 Egypte: geschenk van de Nijl
31
Havo-opdracht 13 Lees de volgende stelling. Leg uit waarom je het er wel of niet mee eens bent. Zonder ambtenaren had de Egyptische samenleving er heel anders uitgezien. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Havo-opdracht 14a Lees de tekst. Een schrijver over boeren in Egypte, rond 2000 v. Chr.: ‘Herinner je je niet de toestand van de boeren toen de belastingophalers kwamen? De wormen hadden de helft van zijn graan vernietigd en een nijlpaard had de rest opgevreten. Er waren veel veldmuizen geweest en de sprinkhanen overvielen de akkers. Het vee en de vogels stalen, hoe droevig ook voor de boer. Wat in zijn graanschuur overbleef, kwamen de dieven stelen. Bij het werk op het land stierven de trekdieren. De belastingophaler komt en wil de grootte van de oogst opschrijven, geholpen door hulpjes met stokken. Ze roepen: “Geef het graan!” De boer zegt: “Er is geen graan.” Hij wordt geslagen, vastgebonden en in het water geworpen.’ naar: een Egyptische tekst uit ± 2000 v. Chr.
b
c
Vergelijk de tekst met bron 14. Bron 14 geeft een positief / negatief beeld van het ophalen van graan. De tekst geeft een positief / negatief beeld van het ophalen van graan. Welke bron (dus: welk beeld van het ophalen van graan) lijkt jou betrouwbaar? bron 14 de tekst Bron 14 en de tekst zijn beide betrouwbaar. Bron 14 en de tekst zijn beide onbetrouwbaar. Leg je keuze uit. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Tips voor de toets Leer de begrippen. Opdrachten: 2, 3, 4, 6, 9, 11, 12
FEN_3e_TH_WB.indb 31
Kennis: 1, 6ab, 8, 9 Begrip: 2, 3, 4, 5, 6c, 7, 10, 12, 13, 14 Toepassing: 11
9/05/19 14:42
32
1 Leven van de natuur – 1.5 Goden en mummies
1.5 Goden en mummies • Wat voor godsdienst hadden de Egyptenaren en hoe begroeven ze hun doden?
Dit weet je al 1a Vul in. De koning van het oude Egypte heette de . . . . . . . . . . . . . . . . . . Hij werd vereerd als een . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Wat weet je al over mummies en piramides? Praat er met een klasgenoot over. Vul samen in. Mummies: Piramides: ................................................. ................................................. ................................................. ................................................. ................................................. ................................................. ................................................. ................................................. Lees: Veel goden, en bekijk bron 16
2a Welke verklaring hadden de Egyptenaren voor het ‘bewegen’ van de zon? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Vul het schema helemaal in. Naam
Dier
God van
vogel
de zon
Anubis
Sobek
c
krokodil
Schrijf bij elke god in figuur 14 de juiste naam.
............................ ............................ ............................ Figuur 14.
FEN_3e_TH_WB.indb 32
9/05/19 14:42
33
1 Leven van de natuur – 1.5 Goden en mummies
Lees: Veel goden 3
Leg uit waarom priesters zo belangrijk waren in de Egyptische samenleving. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees: Een farao gaat dood, en bron 17
4a Kleur de mummie in figuur 15 rood. b Wat doet de vrouw (1)? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . c
Wat zit er in de bak (2)?
2
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . d
4
1
Wat zit er in de vazen (3)? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
e
Eén van de aanwezigen stelt een god voor (4). Welke god? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
f
Waarom is juist deze god aanwezig bij het mummificeren? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
3
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Figuur 15. Tekening uit onze tijd.
Lees: Piramides, en bekijk bron 18 5a In veel piramides zijn valkuilen en nepdeuren. Waarom hebben de bouwers die daar gemaakt, denk je? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Wat zijn shabti’s? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c
Teken in figuur 15 enkele voorwerpen die de farao na zijn dood misschien nodig heeft. Bekijk bron 19
6a Schat hoe hoog de piramide van Cheops is. 6 meter 148 meter 22 meter 624 meter
FEN_3e_TH_WB.indb 33
9/05/19 14:42
1 Leven van de natuur – 1.5 Goden en mummies
b
34
Stel, je vliegt met een helikopter over de piramide van Cheops. Als je precies boven de punt van de piramide bent, kijk je naar beneden. Wat zie je? Kleur het juiste antwoord. A
B
C
Lees: Het graf van Toetanchamon, en bron 20 7a Zijn de volgende zinnen goed of fout? 1 Toetanchamon was een belangrijke farao. goed / fout 2 Toetanchamon werd net zo oud als Ramses II. goed / fout 3 Toetanchamon is in onze tijd heel bekend. goed / fout b Waarom is de ontdekking van het graf van Toetanchamon heel belangrijk? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees: Directe en indirecte bronnen 8a Maak de zinnen af.
Bron 20 is een . . . . . . . . . . . . . . . . . . . bron over de ontdekking van het graf van Toetanchamon, omdat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Dit Feniks-boek is een . . . . . . . . . . . . . . . . . . . bron over de ontdekking van het graf van Toetanchamon, want . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
b
Stel, je wilt het leven van Toetanchamon bestuderen. Geef van de volgende bronnen aan of het directe of indirecte bronnen zijn.
Mummie van Toetanchamon: . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Een boek over het leven van Toetanchamon: . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Paleis van Toetanchamon:. . . . . . . . . . . . . . . . . .
Graf van Toetanchamon:. . . . . . . . . . . . . . . . . .
Film over het leven van Toetanchamon:. . . . . . . . . . . . . . . . . .
c
Stel, je wilt weten hoe de oude Egyptenaren een mummie maakten. Is bron 17 voor jouw onderzoek een directe of een indirecte bron? Leg je antwoord uit. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
d
Kies twee directe bronnen uit dit hoofdstuk (leerboek en werkboek). Kies ook twee indirecte bronnen. Schrijf de nummers van de bronnen of van de figuren op. Directe bronnen: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Indirecte bronnen: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
FEN_3e_TH_WB.indb 34
9/05/19 14:42
1 Leven van de natuur – 1.5 Goden en mummies
35
Lees: De laatste farao 9a Zet de volgende gebeurtenissen in de juiste volgorde van tijd met de cijfers 1 tot en met 6. Zet het cijfer 1 voor de gebeurtenis die het langst geleden is. . . . . Egypte wordt een Romeinse provincie.
. . . . Cleopatra pleegt zelfmoord.
. . . . Cleopatra wordt weer farao, dankzij Julius Caesar.
. . . . Alexander de Grote verovert Egypte.
. . . . Cleopatra moet vluchten.
. . . . De Romeinen verslaan de Grieken. b
Vul de naam van het tijdvak in. Dit hoofdstuk gaat over de Tijd van . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c
Gebruik eventueel het overzicht op pagina 7 van je leerboek. Het tijdvak dat ná het tijdvak van dit hoofdstuk komt, heet de Tijd van . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . en . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
d
In welk tijdvak leefde Ramses II? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
e
In welk tijdvak leefde Cleopatra? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Pas je kennis toe
10 Stel, je leeft in het oude Egypte. De farao wil dat jij een piramide voor hem bouwt. Bij deze enorme klus kom je voor problemen te staan. Hoe los je ze op? a Je hebt ongeveer dertigduizend arbeiders nodig. Gelukkig willen veel boeren je graag helpen. In welk deel van het jaar kunnen ze dat doen? Leg je antwoord uit. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Hoe krijgen de arbeiders de stenen omhoog? Tip: Bedenk hoe de hunebedbouwers dit probleem oplosten en lees opdracht 4 uit de oriëntatie nog eens. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c
De gouden voorwerpen in een piramide trekken grafrovers aan. Je wilt het hen zo moeilijk mogelijk maken. Daarom laat je de arbeiders in de piramide een val bouwen waar grafrovers onmogelijk langs kunnen. Hoe ziet die val eruit? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
FEN_3e_TH_WB.indb 35
9/05/19 14:42
36
1 Leven van de natuur – 1.5 Goden en mummies
Vat samen 11
Met deze opdracht geef je antwoord op de vraag van de paragraaf. Maak de tekst af. De Egyptenaren geloofden in meer goden tegelijk. Drie goden van de Egyptenaren waren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . , . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . en . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Iemand die overleed, zou naar het . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . gaan. Daarom maakten ze van het lichaam van een overledene een . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Ze begroeven een farao in een . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bij zijn lichaam zetten ze voorwerpen voor zijn leven na de dood, zoals . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . en . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Havo-opdracht
12 Gebruik figuur 16. Deze afbeelding komt uit een Egyptisch dodenboek. Je ziet wat er volgens de Egyptenaren gebeurde met iemand die was overleden. Zet de cijfers op de juiste plek in figuur 16. Na het overlijden ging een dode naar het hiernamaals. Maar eerst kwam hij (1) in de Hal van de Twee Waarheden, begeleid door Anubis (2). Anubis woog daar het hart van de overledene op een weegschaal (3). Woog het hart zwaarder dan een veer, dan werd het opgegeten door een beest (4). Thot, de god van het schrift, schreef alles op (5). Was het hart niet te zwaar, dan mocht de overledene verder. De god Horus (6) voerde hem dan langs Osiris, de god van het dodenrijk (7). De overledene kon nu het hiernamaals binnengaan.
Figuur 16.
Havo-opdracht 13a Wat gebeurde er bij het mummificeren met het hart van de overledene? Lees eventueel nog eens bron 17. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Waarom gebeurde dit op die manier? Leg het uit en gebruik hierbij de tekst bij opdracht 12. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Tips voor de toets Leer de begrippen. Opdrachten: 3, 7, 9, 11
FEN_3e_TH_WB.indb 36
Kennis: 1, 5b, 7, 8a, 9 Begrip: 2ab, 3, 5ac, 6, 11, 12, 13 Toepassing: 2c, 4, 8bcd, 10
9/05/19 14:42
37
1 Leven van de natuur – 1.6 Afsluiting
1.6 Afsluiting Mensen in de tijd 1a Over welk tijdvak gaat dit hoofdstuk? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Onder aan de pagina zie je een tijdbalk. Kleur daarin het tijdvak van dit hoofdstuk rood. Schrijf de naam van het tijdvak eronder.
c
Hoe heet het tijdvak dat begint in 3000 v. Chr.? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
d
Staat dat tijdvak op de tijdbalk onder aan de pagina? Kruis het antwoord aan. ja nee gedeeltelijk Zet de volgende gegevens op de juiste plaats in de tijdbalk. • Ötzi sterft. • Grotschilderingen in Lascaux. • De eerste boeren in ons land. • Ramses II wordt farao. • Bouw van hunebedden in ons land. • Cleopatra wordt farao. • Landbouwrevolutie in het Midden-Oosten.
e
2
Zet de volgende gebeurtenissen in de juiste volgorde van tijd. Begin met de gebeurtenis die het langst geleden is. Gebruik de cijfers 1 tot en met 5.
. . . .
Bandkeramiekers verdwijnen.
. . . .
Ramses II wordt geboren.
. . . .
Bouw van de piramide van Cheops.
. . . .
Meisje van Yde sterft.
. . . .
Begin van de trechterbekercultuur.
3
Je leest steeds twee gebeurtenissen. Hoeveel jaar zit ertussen? Schrijf ook op hoe je het hebt berekend. 1 Ötzi sterft. – Landbouwrevolutie in het Midden-Oosten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Grotschilderingen in Lascaux. – Bouw van de piramide van Cheops. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Ramses II wordt farao. – Toetanchamon wordt farao. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Cleopatra wordt geboren. – Jij wordt geboren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
20.000 v. Chr.
FEN_3e_TH_WB.indb 37
16.000 v. Chr.
12.000 v. Chr.
8000 v. Chr.
4000 v. Chr.
1
9/05/19 14:42
38
1 Leven van de natuur – 1.6 Afsluiting
Personen 4
Schrijf de volgende namen in de juiste kolom. Toetanchamon – Cleopatra – Ötzi – Meisje van Yde – Ramses II Horen bij Egypte
Horen bij Europa
........................................
........................................
........................................
........................................
........................................
........................................
Mensen in hun land 5 a b c d e f g h 0
250
Gebruik figuur 17. Kleur het gebied waar de landbouw ontstond groen. Kleur het gebied waar bandkeramiekers leefden bruin. Kleur het gebied van de trechterbekercultuur rood. Kleur het gebergte waar Ötzi is gevonden paars. Kleur de Nijl blauw. Kleur de woestijn rondom de Nijl geel. Schrijf de hoofdletter G op de plaats waar de grotschilderingen van Lascaux zijn gevonden. Schrijf een C op de plaats waar de piramide van Cheops staat. 500 km
1 : 36.000.000
Figuur 17.
FEN_3e_TH_WB.indb 38
9/05/19 14:42
1 Leven van de natuur – 1.6 Afsluiting
39
Begrippen oefenen 6
Leg uit wat de begrippen betekenen.
a
Pre-agrarische samenleving: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
b Cultuur: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . c Irrigatielandbouw: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
7a Kies een begrip dat past bij Cleopatra. Leg je keuze uit. Voorbeeld: Het begrip staatshoofd, want Cleopatra was het staatshoofd van Egypte.
• Het begrip . . . . . . . . . . . . . . . ., want . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
b
Kies twee begrippen die passen bij Ötzi. Leg steeds je keuze uit.
• Het begrip . . . . . . . . . . . . . . . ., want . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
• Het begrip . . . . . . . . . . . . . . . ., want . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Dit weet je nu 8
Streep steeds de foute woorden door.
a
Jager-verzamelaars leefden in groepen van ongeveer twintig / tweehonderd personen. Ze woonden op een vaste plaats / niet op een vaste plaats. Ze leefden van landbouw / jacht en akkerbouw / visvangst. Ook verzamelden ze noten / dieren en vruchten / water.
b
De landbouw ontstond in Egypte / het Midden-Oosten, rond 10.000 v. Chr. / 5000 v. Chr. De oorzaak was een verandering in het klimaat: het werd droger / natter en kouder / warmer. Een gevolg was dat mensen op een vaste plaats gingen wonen / nomaden werden. Door de landbouw kwam er meer / minder voedsel. Daardoor werd de bevolking groter / kleiner.
c
In Egypte lag een smalle strook vruchtbare grond bij de Nijl / piramides. Dit gebied leverde weinig / veel oogst, zodat niet iedere Egyptenaar boer / ambtenaar hoefde te zijn. Hierdoor ontstonden er ambachten: beroepen waarbij je producten met de hand / machines maakt. Egyptenaren moesten samenwerken om de ambachten / irrigatielandbouw goed te laten verlopen. Daarvoor was een bestuur nodig. Dat bestuur bestond uit de koning (de farao) en zijn ambachtslieden / ambtenaren.
d
Egyptenaren geloofden in één god / meer goden tegelijk. Ze geloofden dat er een / geen leven na de dood was. Van het lichaam van een farao maakten ze een tekening / mummie. Het lichaam plaatsten ze in een piramide / mummie, samen met voorwerpen die hij in het hiernamaals misschien nodig had.
FEN_3e_TH_WB.indb 39
9/05/19 14:42
1 Leven van de natuur – 1.6 Afsluiting
40
Lees: Kenmerken van dit tijdvak 9
a
Stel, je moet in twee zinnen vertellen hoe vorige week eruitzag. Je noemt dan een kenmerk of eigenschap van die week. Bijvoorbeeld: ‘Het was lekker weer.’ Of: ‘Ik was de hele week ziek.’ Of als er een belangrijke gebeurtenis was: ‘Oma werd zeventig jaar en gaf een groot feest.’ Ook een tijdvak heeft kenmerken. In je boek lees je de kenmerken van het tijdvak waar dit hoofdstuk over gaat. Schrijf de twee kenmerken van de Tijd van jagers en boeren op. 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
b Bij welk kenmerk horen de volgende begrippen en personen, 1 of 2?
• Lascaux hoort bij kenmerk . . . . , want de grotschilderingen zijn gemaakt door jager-verzamelaars.
• Ötzi hoort bij kenmerk . . . . , want hij was een . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
• Bandkeramiekers horen bij kenmerk . . . . , want . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
• De landbouwrevolutie hoort bij kenmerk . . . . , want . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
• Nomaden horen bij kenmerk . . . . , want . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Je oefent: herkennen van bronnen
10 Noteer steeds de nummers van de bronnen en de figuren. a Kies twee geschreven bronnen en twee ongeschreven bronnen uit dit hoofdstuk (leerboek en werkboek).
Geschreven bronnen: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Ongeschreven bronnen: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
b
Kies twee directe bronnen en twee indirecte bronnen uit dit hoofdstuk (leerboek en werkboek).
Directe bronnen: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Indirecte bronnen: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Je oefent: oorzaak en gevolg
11a Over het oude Egypte weten we veel meer dan over de bandkeramiekers. Hoe komt dat? Schrijf twee oorzaken op. 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Egyptenaren geloofden in een leven na de dood. Geef daarvan twee gevolgen. 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Kennis: 1, 2, 4, 5, 6, 9a Begrip: 3, 8, 11 Toepassing: 7, 9b, 10
FEN_3e_TH_WB.indb 40
9/05/19 14:42
1 Leven van de natuur – 1.7 Keuzeopdrachten
41
1.7 Keuzeopdrachten A Terug naar de prehistorie Opdracht
Stel, je mag een week bij de Mentawai logeren. Wat valt jou op aan deze mensen en aan de manier waarop ze leven? En wat valt de Mentawai op aan jou? Lees: De Mentawai
1a Wat betekenen de volgende woorden?
• uma: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
• rimata: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
• sikerai: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
• musyawara: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
b
Zijn de Mentawai jager-verzamelaars of boeren? Leg je antwoord uit. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
2
Na een week ga je weer naar huis. Stel, een paar dagen nadat jij bij de Mentawai bent vertrokken, komt een Mentawai-man thuis. Hij was twee weken in het oerwoud geweest. De andere Mentawai vertellen hem over jou: de vreemde gast die een week bij hen had gelogeerd. Bedenk zes dingen die hen aan jou zijn opgevallen en die ze beslist zullen vertellen aan hun stamgenoot. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
3
FEN_3e_TH_WB.indb 41
Ga naar werkblad 2 op pagina 233, en maak de opdracht.
9/05/19 14:42
42
1 Leven van de natuur – 1.7 Keuzeopdrachten
B In die tijd in Soemerië
W E RE LD GE SC H IE D E NIS
Opdracht
Je gaat de samenleving van de Soemeriërs vergelijken met de samenleving van de Egyptenaren. Lees: Soemeriërs in Mesopotamië
1
Welke uitspraak is juist? De Soemeriërs hebben de landbouw uitgevonden. De Soemeriërs hebben de landbouw in Mesopotamië verbeterd. De Soemeriërs hebben de landbouw in Mesopotamië uitgevonden. De Soemeriërs waren jager-verzamelaars. Lees: Spijkerschrift
2a Op welk materiaal schreven de Soemeriërs? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
De Egyptenaren schreven onder meer op papyrus, een soort papier dat ze maakten van stengels van de papyrusplant. Stel dat de Soemeriërs ook papyrus gebruikten. Zouden er dan ook zo veel geschreven bronnen van hen zijn gevonden?
Ja / nee, want . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees: Soemeriërs in Mesopotamië en Spijkerschrift, en bekijk bron 24
3
Maak onderaan de pagina een tijdbalk. Laat daarin zien: • wanneer de Soemeriërs naar Mesopotamië kwamen; • wanneer het kleitablet van bron 24 is gemaakt. Bekijk bron 24
4 a
Veel teksten op Soemerische kleitabletten gaan over handel en belasting. Maar er zijn ook kleitabletten gevonden met verhalen. Het bekendste gaat over koning Gilgamesj. Lees de tekst over Gilgamesj. ‘Gilgamesj was de sterkste held die ooit had geleefd. Samen met zijn vriend Enkidu ging hij op avontuur naar het cederwoud. Een duivel, Humbaba, bewaakte dit grote bos. Gilgamesj en Enkidu doodden de duivel en hakten daarna alle bomen om. De goden waren hier boos om. Ze wilden iemand straffen voor de dood van Humbaba en maakten Enkidu ziek. Hij stierf. Gilgamesj was ontroostbaar. Ook werd hij bang voor de dood. Als de dood zijn sterke en gezonde vriend Enkidu zomaar kon wegnemen, dan was hij, Gilgamesj, toch ook niet veilig? Gilgamesj besloot op zoek te gaan naar een manier om onsterfelijk te worden. Hij maakte een gevaarlijke reis naar de enige man die echt onsterfelijk was: Ut Napishtim. Deze gaf Gilgamesj een plantje: het kruid van het eeuwige leven. Maar op de terugreis raakte Gilgamesj het plantje kwijt. Toen zat er maar een ding op: Gilgamesj moest accepteren dat hij ooit zou sterven.’
FEN_3e_TH_WB.indb 42
9/05/19 14:42
43
1 Leven van de natuur – 1.7 Keuzeopdrachten
b
Maak de zin af. Veel teksten op Soemerische kleitabletten gaan over . . . . . . . . . . . . . . . . en . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c
Bij welke van deze twee woorden past bron 24? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
d
Vat het verhaal van Gilgamesj in drie zinnen samen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
e
Het verhaal van Gilgamesj lijkt een sprookje. Toch kun je er iets van leren. Hieronder lees je wat je uit het verhaal kunt leren over de godsdienst van de Soemeriërs. Zet steeds een streep onder een zin of woord in de tekst bij opdracht 4a waarin je dat kunt lezen. 1 De Soemeriërs geloofden in meer goden tegelijk. (rode streep) 2 De Soemeriërs geloofden dat de goden zich bemoeiden met mensen. Goden konden mensen geluk of ongeluk brengen. (blauwe streep) 3 Behalve in goden, geloofden de Soemeriërs ook in duivels. (zwarte streep) Lees: Koningen en stadstaten en Het bestuur van Uruk, en bekijk bron 25 en 26
5a Geef in je tijdbalk van opdracht 3 aan wanneer Gilgamesj leefde. b Wat is een stadstaat? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . c
d
Wie was de baas in een stadstaat? een burgemeester de mensen die er woonden
een koning een god of godin
Wie hielpen of adviseerden de baas van de stadstaat? 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
e
De grootste Inanna-tempel ligt bij de stad Uruk. Waarom is dat, denk je? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
6a Neem het schema op de volgende bladzijde over op een vel A3-papier. Gebruik het hele vel. Werk netjes: gebruik een liniaal en kleurpotloden. b Je gaat het schema invullen. Lees eerst een stap helemaal door en ga dan pas aan het werk. Informatie over Egypte vind je in paragraaf 1.4 en paragraaf 1.5 van je leerboek.
FEN_3e_TH_WB.indb 43
9/05/19 14:42
1 Leven van de natuur – 1.7 Keuzeopdrachten
EGYPTE
44
SOEMERIË
land
godsdienst
bestuur
schrift
Stap 1 Het land • Maak de zinnen af. Egypte ligt in het werelddeel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Door Egypte stroomt de rivier de . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Soemerië lag in het land M . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Tegenwoordig ligt in dit gebied het land . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Door het gebied stroomden twee rivieren: de . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . en de . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . • Teken in de kolom ‘Egypte’ in het vak ‘land’ een kaart van Egypte. Gebruik hiervoor bron 21. Houd het eenvoudig: de kaart hoeft niet precies te kloppen. • Teken in je kaart met blauw de rivier die door Egypte stroomt. Schrijf de naam van de rivier erbij. • Egyptische boeren deden aan irrigatielandbouw. Kleur in je kaart groen waar dit gebeurde. Schrijf erbij: irrigatielandbouw. • Herhaal de opdrachten van deze stap voor Soemerië.
Stap 2 De godsdienst • Schrijf in de kolom ‘Egypte’ boven in het vak ‘godsdienst’: Egyptenaren geloofden in meer goden tegelijk. • Teken in het vak een Egyptische god (zoek eerst een voorbeeld). Schrijf onder je tekening: Een van de Egyptische goden: ... (vul zijn naam in). • Herhaal de opdrachten van deze stap voor Soemerië.
FEN_3e_TH_WB.indb 44
9/05/19 14:42
45
1 Leven van de natuur – 1.7 Keuzeopdrachten
Stap 3 Het bestuur • Horen de volgende woorden bij Egypte of bij Soemerië? Schrijf ze in de juiste kolom. Eén woord moet je twee keer gebruiken. stadstaten – één koning – meerdere koningen – farao – ambtenaren Egypte Soemerië ........................................
........................................
........................................
........................................
........................................
........................................
• Welke taken hadden ambtenaren in Egypte? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . • Welke taken hadden ambtenaren in Soemerië? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . • Je hebt nu informatie opgeschreven over het bestuur van beide landen. Schrijf over elk van de landen een korte tekst, waarin je deze informatie verwerkt. Schrijf de tekst in je schema.
Stap 4 Het schrift • Schrijf in de kolom ‘Egypte’ boven in het vak ‘schrift’ de naam van het Egyptische schrift. • Teken daaronder een rijtje Egyptische hiërogliefen. Maak er iets moois van en gebruik kleur. • Herhaal de opdrachten van deze stap voor Soemerië.
C Hoe mooi was Cleopatra? Opdracht
Was Cleopatra écht zo mooi? Je gaat bronnen bekijken om daar achter te komen. Bekijk bron 27 tot en met 32.
1
Geef van elke afbeelding aan of je Cleopatra daarin mooi vindt of juist niet. Leg bij elke bron uit waarom je dat vindt.
Bron 27: Hier vind ik Cleopatra wel / niet mooi, want. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Bron 28: Hier vind ik Cleopatra wel / niet mooi, want . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Bron 29: Hier vind ik Cleopatra wel / niet mooi, want . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
FEN_3e_TH_WB.indb 45
9/05/19 14:42
1 Leven van de natuur – 1.7 Keuzeopdrachten
46
Bron 30: Hier vind ik Cleopatra wel / niet mooi, want . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Bron 31: Hier vind ik Cleopatra wel / niet mooi, want . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Bron 32: Hier vind ik Cleopatra wel / niet mooi, want . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bekijk bron 27 tot en met 32
2a Welke bronnen zijn directe bronnen? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Welke bronnen zijn indirecte bronnen? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
3
Combineer de gegevens van opdracht 1 en 2. Doe dat door de juiste antwoorden te kiezen. • In de meeste directe bronnen vind ik Cleopatra mooi / niet mooi. • In de meeste indirecte bronnen vind ik Cleopatra mooi / niet mooi.
4a Welke bronnen zijn volgens jou het meest betrouwbaar als je wilt weten hoe Cleopatra eruitzag?
Directe / indirecte bronnen, want . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
b
Trek nu je conclusie. Was Cleopatra een mooie vrouw, of niet? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees bron 33
5a Volgens Britse deskundigen was Cleopatra mooi / niet mooi. Volgens Egyptische deskundigen was Cleopatra mooi / niet mooi. b Je hebt in opdracht 1 en 3 onderzocht of Cleopatra een mooie vrouw was. Ook de deskundigen hadden dat onderzocht. Toch zijn ze het niet eens. Hoe kan dat? Kruis de antwoorden aan die volgens jou goed zijn. Die deskundigen kennen blijkbaar niet het verschil tussen directe en indirecte bronnen. Voor mijn onderzoek gebruikte ik maar zes bronnen en de deskundigen misschien wel honderd. Dat maakte hun onderzoek een stuk moeilijker, en daardoor kunnen hun conclusies verschillend zijn. ‘Mooi’ is niet voor iedereen hetzelfde. Wat de ene persoon mooi vindt, vindt een ander misschien juist lelijk. De Egyptenaren zijn trots op hun verleden. Ze willen niet horen dat een van hun farao’s lelijk was.
FEN_3e_TH_WB.indb 46
9/05/19 14:42
1 Leven van de natuur
47
Eigen aantekeningen ..................................................................................... ..................................................................................... ..................................................................................... ..................................................................................... ..................................................................................... ..................................................................................... ..................................................................................... ..................................................................................... ..................................................................................... ..................................................................................... ..................................................................................... . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ..................................................................................... . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ..................................................................................... ..................................................................................... ..................................................................................... ..................................................................................... ..................................................................................... . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ..................................................................................... . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ..................................................................................... ..................................................................................... ..................................................................................... ..................................................................................... ..................................................................................... . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ..................................................................................... ..................................................................................... ..................................................................................... ..................................................................................... . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .....................................................................................
FEN_3e_TH_WB.indb 47
9/05/19 14:42
www.thiememeulenhoff.nl/feniks
WERKBOEK 1 VMBO-T / HAVO
Beeld op het omslag Dit beeld stelt de Griekse godin Nikè voor (spreek uit: Nie-kee). Het is ongeveer 200 jaar voor Christus gemaakt. Nikè is de godin van de overwinning. De Grieken beeldden haar meestal af met vleugels en in een lang gewaad. Archeologen vonden het beeld in stukken. De armen en het hoofd ontbraken.
Werkboek 1 VMBO-T / HAVO Naam Klas
Deze afbeelding van Nikè wordt in onze tijd vaak gebruikt. Ze staat op de medailles van de winnaars van de Olympische Spelen en voor op een Rolls Royce, een dure auto. Ook een beroemd sportmerk is genoemd naar deze godin. Weet jij de naam van dat merk? Ontdek meer over de Griekse goden:
9 789006 860078
3677_TM_FENIKS_Werkboek_omslag_1 VMBO-t_HAVO_DRUK.indd 1,3
9/05/19 14:29