www.thiememeulenhoff.nl/feniks
WERKBOEK 2 VMBO-T / HAVO
Geschiedenis voor de onderbouw van het vmbo Beeld op het omslag
Werkboek 2 VMBO-T / HAVO Naam Klas
Dit is een stoommachine voor een vliegtuig. De uitvinding van de stoommachine – een machine die met stoomkracht andere machines kan aandrijven – veranderde in de 19e eeuw de wereld. Stoommachines werden gebruikt voor machines in fabrieken, maar ook voor het vervoer, denk maar aan de stoomtrein. De Schot John Stringfellow bedacht deze stoommachine voor een vliegtuig. Het lukte hem om in 1834 zijn ‘vliegtuig’ een klein stukje te laten vliegen, maar een groot succes was het niet. Toch was dit het begin van het gemotoriseerde vliegverkeer. Ontdek meer over de stoommachine en de stoomtrein:
Ontdek het verleden, begrijp het heden.
9 789006 860092
3677_TM_FENIKS_Werkboek_omslag_2 VMBO-t/HAVO_DRUK.indd 1,3
17/12/19 14:50
FEN_3e_2TH_WB.indb 260
17/12/19 10:05
Geschiedenis voor de onderbouw Werkboek 2 vmbo-t | havo
Auteurs
Christa Dekkers
Ronald den Haan Jan-Wolter Smit Ronald Stroo Eindredactie
Eugenia Smit
FEN_3e_2TH_WB.indb 1
17/12/19 10:04
Over ThiemeMeulenhoff ThiemeMeulenhoff ontwikkelt zich van educatieve uitgeverij tot een learning design company. We brengen content, leerontwerp en technologie samen. Met onze groeiende expertise, ervaring en leeroplossingen zijn we een partner voor scholen bij het vernieuwen en verbeteren van onderwijs. Zo kunnen we samen beter recht doen aan de verschillen tussen lerenden en scholen en ervoor zorgen dat leren steeds persoonlijker, effectiever en efficiënter wordt. Samen leren vernieuwen.
Inhoud TIJD VAN REGENTEN EN VORSTEN
1 De Gouden Eeuw 4 1.0 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7
www.thiememeulenhoff.nl
ISBN 978 90 06 86009 2 Derde druk, eerste oplage, 2020 © ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2020 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl.
Oriëntatie 4 Machtige mannen in de Republiek 7 De Republiek als handelsland 11 Amsterdam in de Gouden Eeuw 16 Arm in de Gouden Eeuw 21 Knappe koppen 26 Afsluiting 30 Keuzeopdrachten 35 TIJD VAN PRUIKEN EN REVOLUTIES
2 Vrijheid en gelijkheid! 42 2.0 Oriëntatie 42 2.1 De macht van de koning 45 2.2 Napoleon 49 2.3 De Franse tijd in de Nederlanden 54 2.4 Slaven op de plantages 58 2.5 De opkomst van machines 62 2.6 Afsluiting 67 2.7 Keuzeopdrachten 71
De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
Deze uitgave is volledig CO2-neutraal geproduceerd. Het voor deze uitgave gebruikte papier is voorzien van het FSC®-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.
3000 v. Chr.
1
500
v. Chr. na Chr.
FEN_3e_2TH_WB.indb 2
17/12/19 10:04
IJD VAN DE WERELDOORLOGEN: T TWEEDE WERELDOORLOG
IJD VAN BURGERS EN T STOOMMACHINES
3 Op stoom 78
5 De wereld in oorlog 158
3.0 Oriëntatie 78 3.1 Het Koninkrijk der Nederlanden 81 3.2 Wonen in een industriestad 85 3.3 De strijd van de arbeiders 90 3.4 Sociale wetten, schonere steden 95 3.5 De kolonie Nederlands-Indië 100 3.6 Afsluiting 105 3.7 Keuzeopdrachten 110 IJD VAN DE WERELDOORLOGEN: T EERSTE WERELDOORLOG EN CRISIS
4 Van oorlog naar oorlog 118 4.0 Oriëntatie 118 4.1 Een land om trots op te zijn 121 4.2 De Grote Oorlog 125 4.3 Hoop en wanhoop 130 4.4 Een nieuwe leider 135 4.5 Communisme in de Sovjet-Unie 140 4.6 Afsluiting 145 4.7 Keuzeopdrachten 150
5.0 Oriëntatie 158 5.1 Hitlers oorlog 161 5.2 De bezetting van Nederland 165 5.3 Hitlers moordmachine 169 5.4 Leven in oorlogstijd 174 5.5 Het einde van Nederlands-Indië 178 5.6 Vrienden worden vijanden 183 5.7 Afsluiting 187 5.8 Keuzeopdrachten 191 TIJD VAN TELEVISIE EN COMPUTER
6 Wereld zonder grenzen 198 6.0 Oriëntatie 198 6.1 Koude Oorlog of echte oorlog? 201 6.2 Wederopbouw en welvaart 205 6.3 Jongeren in opstand! 210 6.4 Verhuizen naar Nederland 214 6.5 Nederland, Europa en de wereld 219 6.6 Israël en de Palestijnen 223 6.7 Afsluiting 228 6.8 Keuzeopdrachten 232 Werkbladen 238 Illustratieverantwoording 257
Leerjaar 1 TIJD VAN JAGERS EN BOEREN TIJD VAN GRIEKEN EN ROMEINEN TIJD VAN MONNIKEN EN RIDDERS TIJD VAN STEDEN EN STATEN TIJD VAN ONTDEKKERS EN HERVORMERS
1000
FEN_3e_2TH_WB.indb 3
1500
1600
1700
1800
1900 1950 2000
17/12/19 10:04
4
1 De Gouden Eeuw – 1.0 Oriëntatie
1 De Gouden Eeuw 1.0 Oriëntatie Dit weet je al 1a Wat weet je nog van de Tijd van ontdekkers en hervormers (zestiende eeuw)? Vul de juiste woorden in.
De koning van . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . , Filips II, was de landsheer van de Nederlanden. In 1568 brak een opstand tegen hem uit. Dat had twee redenen:
– De koning wilde de Nederlanden vanuit één punt besturen: namelijk vanuit de stad B. . . . . . . . . . . . . . . . . . Regels en wetten moesten in alle g. . . . . . . . . . . . . . . . . . . gelijk zijn.
– P. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . werden streng gestraft om hun geloof.
De leider van de Opstand was . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Hij werd geholpen door de w. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
In 1581 besloten de zeven noordelijke gewesten dat zij Filips II niet meer als landsheer wilden. In de Acte van V. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . schreven ze waarom: een koning die slecht is voor zijn volk hoef je niet trouw te blijven. De gewesten besloten om verder te gaan zónder landsheer. Ze werden in 15. . . . . . een republiek: de Republiek der . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .....................
De Republiek werd bestuurd door de Staten- G. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . , een vergadering van vertegenwoordigers van alle zeven gewesten. Zij namen beslissingen over de buitenlandse politiek en over
het leger. Alle andere zaken mochten de gewesten zelf regelen.
b
Ruil je werkboek met dat van een klasgenoot. Controleer zijn antwoorden bij 1a en gebruik hiervoor werkblad 1 op bladzijde 238. Onderstreep de foute antwoorden. Geef je klasgenoot een cijfer. Tien juiste antwoorden = 10 punten. Trek per fout antwoord daar een punt vanaf. Schrijf het cijfer in het hokje boven de tekst. Neem je eigen werkboek terug. Ben je tevreden over je cijfer? Ja! Nee! Ik ga de tekst van 1a thuis goed leren. Verbeter je fouten. Vraag je docent om uitleg als je iets uit de tekst niet goed begrijpt.
c d
e
Bekijk bron 1 2a Omcirkel in figuur 1 het hoofd van Frans Banninck Cocq. b Kleur de hoed van de luitenant rechts naast hem.
FEN_3e_2TH_WB.indb 4
17/12/19 10:04
1 De Gouden Eeuw – 1.0 Oriëntatie
5
Figuur 1.
c
d
Rembrandt heeft een grapje uitgehaald: hij heeft zichzelf tussen de schutters geschilderd. Je moet daarvoor even zoeken. Boven Frans Banninck Cocq zie je een man met een hoge hoed. Links daarvan staan twee mensen: een man die een vlag ophoudt en een man met een helm op. Kijk goed tussen de hoofden van deze twee mensen. Zie je hem? Omcirkel Rembrandt in figuur 1. De Nachtwacht hing in de Doelen, het gebouw waar de schutters bijeenkwamen en oefenden. In 1715 verhuisde De Nachtwacht naar het Amsterdamse stadhuis, tegenwoordig het Paleis op de Dam. Maar daar was de muur waaraan het schilderij moest hangen te klein. Om het toch te laten passen, sneed men stroken van De Nachtwacht af. In figuur 1 zijn die stroken wit. Wat heeft erop gestaan? Gebruik je fantasie en kleurpotloden, en maak De Nachtwacht weer zoals die er vóór 1715 uitzag. Lees: Waarover gaat dit hoofdstuk?
3a Bedenk waarom juist in de Tijd van regenten en vorsten zoveel schilderijen zijn gemaakt in de Republiek. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Leg uit waarom er in die tijd vooral in Amsterdam veel schilderijen werden gemaakt. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
FEN_3e_2TH_WB.indb 5
17/12/19 10:04
6
1 De Gouden Eeuw – 1.0 Oriëntatie
Lees: Waarom is dit onderwerp belangrijk?, en bekijk bron 2 en 3 Je oefent: continuïteit en verandering 4a Welke zin uit de tekst ‘Waarom is dit onderwerp belangrijk?’ past goed bij bron 3? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Vergelijk de Gouden Bocht in 1685 met de Gouden Bocht in bron 3. Wat is hetzelfde gebleven (continuïteit) en wat is veranderd? Continuïteit: 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Veranderd: 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c
Bekijk het beeldmerk van het tijdvak. Herken je de huizen op de achtergrond? Nee. Ja, want . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Bekijk de tijdbalk 5a Maak de zin af. Dit hoofdstuk gaat over de Tijd van . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
c
Kleur de bovenste rij van de tijdbalk onder aan de bladzijde: • rood: het tijdvak waar dit hoofdstuk over gaat • blauw: de Tijd van ontdekkers en hervormers. De Opstand in de Nederlanden was van 1568 tot 1648. Kleur die periode in de onderste rij van de tijdbalk groen. Wat leer je in dit hoofdstuk? 1 Hoe werd de Republiek bestuurd? 2 Hoe werd de Republiek rijk door handel? 3 Wat deden de Amsterdamse regenten met hun rijkdom? 4 Hoe ging men in de Gouden Eeuw om met armoede? 5 Welke beroemde wetenschappers en filosofen leefden in de Gouden Eeuw in de Republiek? Kennis 1, 5 Begrip 2, 3, 4 Toepassing --
1500
FEN_3e_2TH_WB.indb 6
1550
1600
1650
1700
1750
17/12/19 10:04
1 De Gouden Eeuw – 1.1 Machtige mannen in de Republiek
7
1.1 Machtige mannen in de Republiek • Hoe werd de Republiek bestuurd? Dit weet je al 1a Kleur in figuur 2 de zeven gewesten van de Republiek. b Ook het noordelijke deel van Brabant hoorde bij de Republiek. Kleur het in figuur 2. c Wie hadden de macht in de Republiek? Kruis de juiste antwoorden aan. De koning. De Staten-Generaal. De vrouwen, want de mannen werkten in de handel. Iedereen had evenveel macht, want de Republiek was een democratie. Leden van families die rijk waren geworden in de handel. Groningen
oo rd zee
Friesland Enkhuizen Overijssel
N
Alkmaar Haarlem
Amsterdam Gelre Zutphen
Utrecht Holland Rotterdam
Arnhem
Gorinchem Vlissingen
Zeeland
Breda Brabant Antwerpen
Vlaanderen
Mechelen
Doornik RijselsVlaanderen Henegouwen Artesië
Duitse Rijk Luik
Limburg
Namen
Kamerijk
0
25
50 km
Frankrijk
Luxemburg
1 : 4.500.000
Figuur 2.
Lees: Regenten, en bekijk bron 4 2a De Amsterdammer Jacob Bicker Raije hield een dagboek bij. Op 31 januari 1745 schreef hij: Vandaag is de heer Willem Boereel, van vijf jaar oud, aangenomen als kapitein van de soldaten in deze stad. Schrijf uit de tekst ‘Regenten’ een zin over die goed past bij wat Bicker Raije schreef. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Lijkt Gerard Bicker (bron 4) jou een goede bestuurder? Ja / Nee / Misschien, want . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c
Stel dat Gerard zegt: ‘Mijn familie is een echte regentenfamilie.’ Leg uit wat hij daarmee bedoelt. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
FEN_3e_2TH_WB.indb 7
17/12/19 10:04
8
1 De Gouden Eeuw – 1.1 Machtige mannen in de Republiek
d
Heeft Gerard gelijk en komt hij uit een regentenfamilie?
Ja / Nee, want . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees: Twee machtige mannen
3
Hieronder staan vijf beslissingen. Wie namen ze: de gewestelijke staten (G) of de StatenGeneraal (S)? Schrijf vóór elke beslissing de juiste letter.
. . . . I n Friesland zijn te weinig boeren. Wie daar dit jaar een boerderij begint, krijgt gratis een stuk grond.
. . . . B uitenlandse handelaren die op markten in Holland producten willen verkopen, betalen belasting. Die belasting wordt gehalveerd. Dat is goed voor de handel.
. . . . De Republiek verklaart de oorlog aan Engeland.
. . . . De dijk bij het dorp Alblasserdam wordt verhoogd.
.... H et leger heeft te weinig soldaten. We sturen mensen naar Duitsland om daar soldaten in te huren. Bekijk bron 5
4a Wie vonden het belangrijk dat iedere gelovige zelf de Bijbel kon lezen? de katholieken. de protestanten b De Staten-Generaal betaalde de Nederlandse vertaling van de Bijbel. Wat maakte de Staten-Generaal daarmee duidelijk? De katholieke kerk was de belangrijkste kerk van de Republiek. De protestantse kerk was de belangrijkste kerk van de Republiek. De Staten-Generaal bemoeide zich niet met godsdienst. Lees: Van Oldenbarnevelt onthoofd, en: Geen stadhouder meer 5a Wie was na 1619 de machtigste man van de Republiek? de stadhouder / de raadspensionaris b Na de dood van de stadhouder in 1650 kwam er geen nieuwe stadhouder. Waarom niet? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . c
Stel: in 1668 vergadert de Staten-Generaal over de vraag of de Republiek misschien tóch een stadhouder nodig heeft. Welk antwoord zal de raadspensionaris op deze vraag geven? Ja / Nee, want vorig jaar heeft onze vloot de Engelsen verslagen. Dus. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees: Het Rampjaar
6a Wie zijn in figuur 3 de mannen die aan de paal hangen, denk je? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Waarom zijn zij vermoord? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c
FEN_3e_2TH_WB.indb 8
De dode lichamen van de mannen werden verminkt (beschadigd). In figuur 3 kun je dat zien. Hoe? Omcirkel het.
17/12/19 10:04
9
1 De Gouden Eeuw – 1.1 Machtige mannen in de Republiek
d
Leg uit dat je aan deze verminkingen kunt zien hoe vreselijk kwaad de mensen waren op de twee mannen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees: Het Rampjaar, en bekijk bron 6
7a Leg uit waarom 1672 het Rampjaar wordt genoemd. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
c
Figuur 3. Anonieme ets, 1672.
Streep de foute woorden door. Het kwam wel / niet als een verrassing dat de Engelsen aanvielen en de Republiek was daarop wel / niet goed voorbereid. De vloot van de Republiek was sterk / zwak. De zeeslag in bron 6 werd gewonnen door de Republiek / Engeland. De Fransen veroverden de halve Republiek. Waarom lukte het hen niet om het hĂŠle land te veroveren? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees: Staatsinrichting
8
Zet kruisjes in de juiste vakjes. Eerste Kamer
Tweede Kamer
Mag nieuwe wetten bedenken 75 leden Mag geen wetten veranderen 150 leden Is onderdeel van de Staten-Generaal Pas je kennis toe 9
a
Je las in deze paragraaf over vier mensen: Johan van Oldenbarnevelt, Maurits van Oranje, Michiel de Ruyter en Johan de Witt. Wie van deze vier mensen zie je in figuur 4? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
b
Aan welke beeldelementen (dingen op het schilderij) kun je dat zien? Kleur of omcirkel ze in figuur 4.
Figuur 4. Schilderij van Ferdinand Bol, 1667.
FEN_3e_2TH_WB.indb 9
17/12/19 10:04
10
1 De Gouden Eeuw – 1.1 Machtige mannen in de Republiek
c
Lees de tekst. Jan Francken schreef in zijn dagboek: ‘Aangekomen bij het schavot knielde meneer op de planken. Ik ondersteunde hem met mijn arm, tot het gebed was gezegd. Hij heeft zich toen naar het volk gekeerd, en zei: “Mannen, geloof niet dat ik een landverrader ben!” Toen hij knielde, nam ik mijn laatste afscheid van hem. Hij zei: “Maak het kort, maak het kort!” De beul zei tegen mij: “Ga aan de kant.” Zodra ik opzij ging, viel de bijl.’
Jan Francken was de knecht van een van de vier mannen waarover je in deze paragraaf las. Van wie? Leg uit hoe je dat weet. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
d
Is de tekst van Jan Francken een directe bron over de gebeurtenis die hij beschrijft of een indirecte bron? Leg je antwoord uit. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Vat samen
10 Met deze opdracht beantwoord je de vraag van de paragraaf. Deze woorden hebben met het bestuur van de Republiek te maken. Wat was hun taak? a
Gewestelijke Staten: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
b
Staten-Generaal: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c Stadhouder: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . d Raadspensionaris: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Havo-opdracht Je oefent: bruikbaarheid van bronnen 11a Bekijk figuur 5. Figuur 5. De zwaan stelt de raadspensionaris voor. Op de eieren in het nest staat ‘Holland’. De zwaan beschermt haar eieren tegen een hond die komt aanzwemmen. De hond staat symbool voor de ‘vijand van de staat’. Schilderij van Jan Asselijn, 1650.
FEN_3e_2TH_WB.indb 10
17/12/19 10:04
1 De Gouden Eeuw – 1.2 De Republiek als handelsland
11
Reageer op de twee stellingen. • Het schilderij gaat over het Rampjaar. Deze stelling is waar / niet waar, want . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . • Na de dood van Willem II kwam er geen nieuwe stadhouder. De schilder was het daarmee eens.
Deze stelling is waar / niet waar, want . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
b
Bedenk een vraag over het schilderij of over de schilder die je met de informatie bij figuur 5 kunt beantwoorden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c
Ruil je werkboek met dat van een klasgenoot. Beantwoord zijn vraag bij 11b. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Havo-opdracht
12a Lees in opdracht 9 de vier namen nog eens. Lees dan dit lied van Gerard Brandt. ‘Aenschouw den Heldt, der Staeten rechterhandt, Den redder van ‘t vervallen vaderlandt, Het roer der vloot, den arm daer Godt door streê, Door hem herleef de vrijheit en de vreê.’
Dit lied gaat over . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
b c
Zet in de liedtekst een rode streep onder het woord waardoor je dat weet. Is Gerard Brandt negatief of positief over deze persoon? Zet in de liedtekst een blauwe streep onder twee woorden waardoor je dat weet. Tips voor de toets Leer de begrippen. Opdrachten: 4, 5, 6ab, 7, 8, 10
Kennis 1, 4a, 5ab, 6b, 7, 8 Begrip 2, 4b, 5c, 6acd, 10, 11bc Toepassing 3, 9, 11a, 12
1.2 De Republiek als handelsland • Hoe werd de Republiek rijk door handel? Dit weet je al 1a Geef drie voorbeelden van specerijen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
FEN_3e_2TH_WB.indb 11
Streep de foute woorden door. Specerijen waren in Europa niet / erg gewild. Ze werden in de Middeleeuwen door Arabische / Amerikaanse handelaren gekocht en doorverkocht. Door deze wereldhandel / tussenhandel waren de specerijen goedkoop / duur. Daarom wilden de Europeanen ze zelf gaan halen.
17/12/19 10:04
12
1 De Gouden Eeuw – 1.2 De Republiek als handelsland
c
d
Specerijen groeiden in Indië. Het gebied dat zo werd genoemd, lag ongeveer tussen wat in onze tijd India, China en Indonesië is. Zet in figuur 6 een cirkel om Indië. In het vorige tijdvak heb je over drie ontdekkings reizigers geleerd: Christoffel Columbus, Vasco da Gama en Willem Barentsz. Alle drie zochten zij een zeeroute naar Indië. Wie vond de route?
66½°
23½°
evenaar
23½°
0
4.000
8.000 km
1 :66½° 460.000.000
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . e
Teken de route die hij aflegde in figuur 6.
Figuur 6.
Lees: Handel binnen Europa Je oefent: oorzaak en gevolg 2
Streep de foute woorden door. In het westen van de Republiek was de landbouwgrond niet geschikt voor het verbouwen van graan. Oorzaak / gevolg daarvan was de natte / droge grond. Dit had als oorzaak / gevolg dat boeren zich vooral bezighielden met akkerbouw / veeteelt. Een oorzaak / gevolg daarvan was dat er handel kwam met landen die graan / zuivel konden leveren. Lees: Handel binnen Europa
At lan tis
3a Teken in figuur 7 de symbolen op de plaatsen waar handelaren deze producten inkochten: • zuivel en vis • graan en hout • wijn en olie. b Geef met pijlen de routes van de handelsschepen aan.
e ch
Oc
an ea
Bekijk bron 7 4a In welk deel van Europa werd op walvissen gejaagd? In het noorden / oosten / zuiden / westen. Dat zie ik aan de . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . en de . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Teken in figuur 7 het symbool voor walvissen op de juiste plaats(en).
0
500
1.000 km
1 : 50.000.000
Middellandse Ze e
zuivelproducten
vis
wijn
hout
graan
olie
walvis
Figuur 7.
Lees: Naar Indië 5
Stel: jullie zijn twee rijke handelaren. Het is 1597. Cornelis de Houtman is net teruggekomen van zijn reis naar Indië. Jullie overleggen of jullie samen een schip zullen kopen. Dat zou naar Indië kunnen varen om daar specerijen te halen. De ene handelaar vindt dat een goed idee, de ander niet.
FEN_3e_2TH_WB_H01.indd 12
7/01/20 12:44
1 De Gouden Eeuw – 1.2 De Republiek als handelsland
a
13
Verdeel de rollen. Probeer de ander met goede argumenten te overtuigen. Schrijf je argumenten op. Ik ben voor / tegen, want . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
b
Bespreek elkaars argumenten. Wat doen jullie: wagen jullie de gok, of toch liever niet? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees: Samenwerken
6a Hanne, Lianne en Sanne verkopen hun oude spullen tijdens Koningsdag. Wie van hen doen aan handelskapitalisme? Hanne koopt van haar opbrengst een nieuw zadel voor haar pony. Lianne koopt van haar opbrengst goedkope spullen in de uitverkoop, om die op de volgende Koningsdag met winst te verkopen. Sanne geeft haar broertjes enkele euro’s. In ruil daarvoor moeten de broertjes zo veel mogelijk klanten naar het kraampje van Sanne lokken. b Leg je antwoord bij 6a uit door de zin af te maken.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . en . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . besteden geld met het doel meer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . te maken.
c
Handelaren gingen samenwerken in compagnieën. Leg uit welk voordeel die samenwerking had. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
d
Leg uit wat het nadeel was van de compagnieën. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees: VOC
7a Leg uit hoe de VOC aan geld kwam. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Maak de zin af.
Om alle handel in Indië in handen te krijgen, sloot de VOC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . of voerde een . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bekijk bron 8
8a Ga naar werkblad 2 op bladzijde 239 en maak de opdracht. b De grootste VOC-handelspost was in Batavia (nu Jakarta, Indonesië). In figuur 8 zie je een plattegrond uit die tijd. Schrijf daarin de cijfers op de juiste plaats. 1 = Aan zee is een goed verdedigbaar fort. Hierdoor kunnen vijanden Batavia niet veroveren. 2 = De rivier kronkelt, maar de laatste tweehonderd meters van de rivier zijn rechtgemaakt. 3 = Aan de kust staan twee lange rijen palen. Hier tussendoor varen kleinere schepen de stad in en uit. 4 = Grote VOC-schepen liggen buiten Batavia voor anker. 5 = Woningen en pakhuizen. 6 = Akkers (plaats 3x het cijfer in de kaart).
FEN_3e_2TH_WB.indb 13
17/12/19 10:04
14
1 De Gouden Eeuw – 1.2 De Republiek als handelsland
c
Vergelijk de verdediging van Batavia met de verdediging van de handelspost in Bengalen (bron 8). Welke conclusie kun je trekken? In Batavia had de VOC meer vijanden dan in Bengalen. In Bengalen had de VOC meer vijanden dan in Batavia.
Figuur 8. Tekening van Jan Janssonius, ± 1681.
Lees: WIC 9a Maak de zin af. De WIC deed aan d . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . en aan k. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Lees de tekst. Willem Bosman, een slavenhandelaar uit de Republiek, schreef in 1703 in zijn dagboek: ‘Goede, gezonde slaven worden geteld en keurig beschreven. Ook de naam van de verkoper wordt genoteerd. Intussen ligt het brandijzer met de naam van de compagnie in het vuur te gloeien. Alle goedgekeurde slaven worden daarmee op de borst gebrandmerkt.’
In welk werelddeel is Bosman als hij deze tekst schrijft? In Europa / Afrika / Amerika, want . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . c Bij welk van de woorden van 9a hoort de tekst van Bosman? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bekijk bron 9
10a Welke producten vervoerde de WIC vooral? • Van Europa naar Afrika: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . • Van Afrika naar Amerika: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . • Van Amerika naar Europa: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
FEN_3e_2TH_WB.indb 14
17/12/19 10:04
1 De Gouden Eeuw – 1.2 De Republiek als handelsland
b
15
Leg het woord ‘driehoekshandel’ uit. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Pas je kennis toe
11a In januari 1629 kwam kapitein Piet Hein terug in de Republiek. Hij had twaalf Spaanse schepen veroverd, met daarin onder meer 88.500 kilo zilver, 33 kilo goud, duizend parels en 3000 zakken waardevolle kleurstoffen. Was Piet Hein een handelaar of een kaper? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Onderstreep in de tekst van 11a het woord waardoor je dat weet.
c
Piet Hein werkte voor de VOC / WIC, want . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Vat samen
12 Met deze opdracht beantwoord je de vraag van de paragraaf. Schrijf de volgende woorden achter het juiste begrip: aandelen – Amerika – driehoekshandel – graan – Indië – kaapvaart – Oostzee – plantageproducten – slavenhandel – specerijen – vanaf ± 1500 – vanaf 1602 – vanaf 1621 – zuivelproducten. Handel binnen Europa: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . VOC: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . WIC: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Havo-opdracht 13
Voor veel mensen was Piet Hein (opdracht 11) een held. In de negentiende eeuw werd over hem een liedje geschreven, dat in onze tijd nog steeds bekend is:
Piet Hein! Piet Hein! Piet Hein, zijn naam is klein Zijn daden bennen groot Zijn daden bennen groot Die heeft gewonnen de … a
Wat moet het laatste woord van het liedje zijn? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
FEN_3e_2TH_WB.indb 15
17/12/19 10:04
16
1 De Gouden Eeuw – 1.3 Amsterdam in de Gouden Eeuw
b
In 1629 was de stad ’s-Hertogenbosch in handen van de Spanjaarden. Van de opbrengst van de buit van Piet Hein kon de Republiek duizenden soldaten huren en de stad belegeren. Na een half jaar gaven de Spanjaarden zich over: ’s-Hertogenbosch hoorde voortaan bij de Republiek. Leg uit dat de WIC meehielp de Opstand te winnen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Havo-opdracht Lees: VOC
14 Lees het nieuwsbericht uit 2010. Student vindt oudste aandeel ter wereld Een geschiedenisstudent uit Utrecht heeft in het archief in Hoorn het oudst bekende aandeel ter wereld gevonden. Het aandeel is op 9 september 1606 in Enkhuizen uitgegeven door de Verenigde Oost-Indische Compagnie. Het staat op naam van Pieter Harmenszoon, die het voor 150 gulden kocht. Leg uit: • wat een aandeel is • waarom de VOC aandelen uitgaf • waarom Pieter Harmenszoon een aandeel kocht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Tips voor de toets Leer de begrippen. Opdrachten: 2, 3, 6, 7, 9a, 12
Kennis 1, 6cd, 7, 8, 9a, 10, 12, 14 Begrip 2, 3, 4, 5, 9bc, 13 Toepassing 6ab, 11
1.3 Amsterdam in de Gouden Eeuw • Wat deden de Amsterdamse regenten met hun rijkdom? Dit weet je al 1
Welke producten brachten handelaren naar de Republiek? Kies uit: cacao – graan – hout – koffie – olie – specerijen – suiker – wijn.
Uit landen rondom de Oostzee: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Uit Zuid-Europa: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Uit Indië: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Uit Amerika: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
FEN_3e_2TH_WB.indb 16
17/12/19 10:04
1 De Gouden Eeuw – 1.3 Amsterdam in de Gouden Eeuw
17
Lees: Amsterdam als stapelmarkt Je oefent: oorzaak en gevolg 2a Wat is een stapelmarkt? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Maak de tekst af.
Er waren twee grote stapelmarkten: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . en . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . was in handen van de Spanjaarden, . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . was dat niet.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . sloot de toegang tot de haven van . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . af. Gevolg: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c
Amsterdam werd een stapelmarkt. Een van de oorzaken daarvan was de plek waar de stad lag. Leg dit uit. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
d
Stelling: Amsterdam was de grootste stapelmarkt van Europa. De oorzaak hiervan waren de Spanjaarden. Klopt de stelling? Ja / Nee, want . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees: Immigratie, en bekijk bron 10
3a Welke drie redenen hadden mensen om naar de Republiek te verhuizen? 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Bekijk de mensen in figuur 9. Stel, al deze mensen zijn afkomstig uit het buitenland. Waarom zijn ze in Amsterdam? Maak de zinnen af. Gebruik je fantasie én je kennis. Figuur 9. Detail uit bron 10.
1 2
3
• De pratende mannen links (1) zijn naar Amsterdam verhuisd, omdat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . • De twee mannen in het midden (2) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . • De twee mannen met de paardenslee (3) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
FEN_3e_2TH_WB.indb 17
Bekijk bron 10
17/12/19 10:04
18
1 De Gouden Eeuw – 1.3 Amsterdam in de Gouden Eeuw
4a Lees de tekst: De Franse reiziger Claude Jordan schreef in 1695: ‘Sinds ik in Amsterdam kom, heb ik het stadhuis al meer dan vijfhonderd keer gezien, maar nog altijd ben ik even verbaasd als de eerste keer dat ik het zag. Telkens ontdek ik er prachtige dingen aan. Alleen al vanwege het stadhuis zouden vreemdelingen Amsterdam moeten bezoeken.’ b
c
Hoeveel jaar na de bouw van het stadhuis schreef Jordan deze tekst? . . . . . . . . . jaar. Aan welke eis moest het nieuwe stadhuis voldoen? Het moest groot zijn. Het moest indrukwekkend zijn. Het moest stevig zijn. Is dat gelukt, als je Claude Jordan mag geloven?
Ja / Nee, want . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees: Grachtenpanden en buitenhuizen
5a Ga naar werkblad 3 op bladzijde 240 en maak de opdracht over de uitbreiding van Amsterdam. b
Bekijk in je leerboek alle bronnen van dit hoofdstuk. In welke bron of bronnen zie je een van de nieuwe grachten?
c d
e
Schrijf in figuur 10 de cijfers op de juiste plaats. 1 = De koe poept. Het vocht uit de mest komt in de grond, de rest blijft liggen. 2 = Uit de koe stroomt liters bloed. De slager vangt het op in een bak en gooit het dan in de gracht. 3 = Stukken vlees hangen te drogen (en te stinken) in de zon. Gedroogd vlees is lang houdbaar. De slagerij in figuur 10 was in de stad. Omcirkel in figuur 10 het element waaraan je dat kunt zien. Leg uit dat de slagerij in figuur 10 voor veel rijke Amsterdammers een reden was om de zomer buiten de stad door te brengen.
Figuur 10. Nicolaus Visser tekende in 1694 honderd beroepen. Hier zie je een Amsterdamse slager.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
FEN_3e_2TH_WB.indb 18
17/12/19 10:04
1 De Gouden Eeuw – 1.3 Amsterdam in de Gouden Eeuw
19
Bekijk bron 11 Bedenk vier dingen die de familie Van Zinnick in de stad niet had en op Herteveld wel. Een voorbeeld is al gegeven. 1 Schoon rivierwater, om te drinken.
6
2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees: Inpolderen, en bekijk bron 12 7a De Hollandse meren werden om twee redenen drooggemaakt: veiligheid en voedselvoorziening. Leg dit uit. • Veiligheid: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . • Voedselvoorziening: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bekijk figuur 11. Maak de zinnen af.
b
De ondermolen pompt water vanuit het meer in de . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De middenmolen pompt water vanuit de . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . in de . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De bovenmolen pompt water vanuit de . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . in de . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . middenmolen
ondermolen
Beemster
onderboezem
bovenmolen
tussenboezem
ringvaart
Figuur 11. Een molengang.
c d e
Figuur 12. De Beemster in onze tijd.
Teken met pijlen in figuur 11 hoe het water uit het meer in de ringvaart komt. Schrijf in figuur 12 de woorden ‘Beemster’ en ‘ringvaart’ op de juiste plaats. Teken in figuur 12 hoe de molengang daar heeft gestaan. Kijk daarvoor nog eens in figuur 11. Je mag echte molens tekenen of kruisjes zetten. Pas je kennis toe
8a Lees de tekst. De Franse schrijfster Marie-Catherine Desjardins bezocht in 1667 Amsterdam. In een brief schreef zij: ‘Er is een grote toeloop van volkeren uit alle landen. Amsterdam is de aangenaamste stad van Europa en er is geen Turk of Armeniër of Arabier die zich daar niet thuis voelt, alsof hij in zijn vaderland was.’ naar: Marie-Catherine Desjardins, Lettres et billets galants, 1667.
FEN_3e_2TH_WB.indb 19
17/12/19 10:04
20
1 De Gouden Eeuw – 1.3 Amsterdam in de Gouden Eeuw
Welke zin past het best bij Amsterdam in de Gouden Eeuw, als je mevrouw Desjardins mag geloven? Buitenlanders zijn niet welkom in Amsterdam. Buitenlanders zijn welkom in Amsterdam. Buitenlanders zijn welkom in Amsterdam als ze zich aanpassen. Bespreek met een klasgenoot hoe dit in onze tijd is. Past een van de zinnen van 8a bij onze tijd, of niet? Wat vinden jullie, en wat vinden veel andere mensen?
b
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Vat samen Met deze opdracht beantwoord je de vraag van de paragraaf. Vul de juiste de woorden in. Amsterdammers besteedden de handelswinsten in de Gouden Eeuw aan:
9
• buiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . • grachtenp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . • stadsuit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . • droog . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . van . . . . . . . . . . . . . . . . . . • gebouwen, zoals het nieuwe . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Havo-opdracht Lees: Immigratie 10a Hoe kun je in figuur 13 zien dat in de Gouden Eeuw veel mensen naar de Republiek verhuisden? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Vul in: . . . . . . . % van de bevolking van de Republiek was rond 1625 afkomstig uit het buitenland.
c
Vul in: . . . . . . . % van de bevolking van Amsterdam was rond 1625 afkomstig uit het buitenland.
d
Waarom kwamen er zo veel mensen die naar de Republiek verhuisden, juist naar Amsterdam? Bedenk twee redenen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
12% 10% % % 8% 6% % 4% % 2% % 0 1520
1590
1660
1730
1800
1870
1940
2010
Figuur 13. Het percentage mensen dat in ons land woont, maar hier niet is geboren.
FEN_3e_2TH_WB.indb 20
17/12/19 10:04
1 De Gouden Eeuw – 1.4 Arm in de Gouden Eeuw
21
Havo-opdracht 11
a
Tussen 1634 en 1637 waren veel rijke mensen in de ban van tulpen. De prijzen stegen razendsnel. In 1637 kostte een bepaald soort tulp 4000 gulden, ongeveer de prijs van een huis aan de Herengracht. De meeste mensen die zo’n tulpenbol kochten, hoopten die met winst te verkopen. In februari 1637 stortte de handel ineens in, zonder duidelijke aanleiding. Daarna werden er voor tulpenbollen geen extreme bedragen meer betaald. Enkele honderden rijke mensen hadden toen vrijwel hun gehele vermogen verloren. De tulpenhandel tussen 1634 en 1637 wordt ook wel de ‘tulpengekte’ genoemd. Verklaar deze naam. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
b
Was de tulpengekte een vorm van handelskapitalisme?
Ja / Nee, want . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Tips voor de toets Leer de begrippen. Opdrachten: 2, 3a, 6, 7, 9
Kennis 1, 2ab, 3a, 9 Begrip 2cd, 4, 5abcd, 6, 7abc, 10, 11a Toepassing 3b, 5e, 7de, 8, 11b
1.4 Arm in de Gouden Eeuw • Hoe ging men in de Gouden Eeuw om met armoede? Dit weet je al 1a Wat zijn regenten? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Stel: je wilt onderzoeken hoe huizen van regenten eruitzagen. Kies uit dit hoofdstuk twee bronnen die bruikbaar kunnen zijn voor je onderzoek. Bron . . . . . . . en bron . . . . . . . . Lees: Niet iedereen was rijk
2a In de tekst staat dat de prijs van brood in de Republiek steeg als de graanoogsten in het Oostzeegebied slecht waren. Leg uit hoe dat komt. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Voor welke groepen mensen was een stijgende broodprijs een probleem? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c
Wat deed de overheid om hen te helpen? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
FEN_3e_2TH_WB.indb 21
17/12/19 10:04
22
1 De Gouden Eeuw – 1.4 Arm in de Gouden Eeuw
Lees: Bruikbaarheid van bronnen Je oefent: bronnen 3a Stel: je doet onderzoek naar de Gouden Eeuw. Je vindt een directe bron en een indirecte bron. Wat is het verschil? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Kies uit dit hoofdstuk (leerboek of werkboek) een directe bron en een indirecte bron over de Gouden Eeuw. Direct: . . . . . . . . . . Indirect: . . . . . . . . . .
c
Kies uit dit hoofdstuk (leerboek of werkboek) een geschreven bron en een ongeschreven bron. Geschreven: . . . . . . . . . . Ongeschreven: . . . . . . . . . . Je oefent: bruikbaarheid van bronnen
4a Stel: je gebruikt de tekst ‘Niet iedereen was rijk’ als bron voor je onderzoek naar de Gouden Eeuw. Bij die tekst zijn al drie vragen gemaakt: opdracht 2a, 2b en 2c. Zijn dit beschrijvende of verklarende vragen? 2a: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2b: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2c: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Bedenk zelf nog een beschrijvende vraag en een verklarende vraag bij de tekst ‘Niet iedereen was rijk’. Beschrijvend: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Verklarend: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c
Ruil je werkboek met dat van een klasgenoot. Beantwoord elkaars vragen van 4b. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bekijk bron 13 en 14 Je oefent: bruikbaarheid van bronnen
5a Op welke vragen geven bron 13 en 14 antwoord? Omcirkel de nummers. 1 Hoe zagen de huizen van ambachtslieden in de Gouden Eeuw er uit? 2 Hoe groot waren de gezinnen van ambachtslieden in de Gouden Eeuw? 3 Waren ambachtslieden net zo rijk als regenten? 4 Hoe heeft de wever van bron 14 zo’n dure weefmachine kunnen kopen? 5 Hielpen vrouw en kinderen mee met het werk van de ambachtsman?
FEN_3e_2TH_WB.indb 22
17/12/19 10:04
1 De Gouden Eeuw – 1.4 Arm in de Gouden Eeuw
b
23
Bij 5a heb je vragen omcirkeld. Leg van deze vragen uit waarom bron 13 en 14 daarop antwoord geven. Begin bijvoorbeeld zo: In bron 13 zie ik... . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c
Welk vraag van 5a is een verklarende vraag? Vraag . . . . .
d
Bedenk zelf nog een beschrijvende en een verklarende vraag die je met bron 13 of 14 kunt beantwoorden. Beschrijvend: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Verklarend: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees: Armenzorg
6a Waar konden arme mensen in de Gouden Eeuw hulp krijgen? 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Organisaties van . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 De stads . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Lees de tekst. Iedereen die arm is, kan in Nederland een uitkering krijgen. Maar sommige mensen kunnen, ondanks een uitkering, niet elke dag voedsel kopen. In 2002 richtten Sjaak en Clara Sies in Rotterdam een voedselbank op. Zij gaven gratis voedsel aan mensen die dat nodig hadden. Er was veel behoefte aan. Inmiddels zijn er 140 voedselbanken, die wekelijks ongeveer 85.000 mensen van voedsel voorzien.
Met welke van de vier antwoorden van 6a kun je de voedselbank van Sjaak en Clara Sies het best vergelijken? Met nummer . . . . . . . . Bekijk bron 15 Je oefent: bruikbaarheid van bronnen
7a Vergelijk bron 15 en figuur 14. Wat valt je op aan de twee schilderijen? Ze zijn door dezelfde schilder gemaakt. De regent in figuur 14 is dezelfde man als de voorste regent in bron 15. De vrouw die in figuur 14 kleding krijgt, is dezelfde vrouw die in bron 15 brood krijgt. Er staan evenveel mensen op. Ze zijn in hetzelfde jaar gemaakt. Ze zijn even groot.
Figuur 14. Een regent deelt kleding uit. Schilderij van Werner van den Valckert, 1627.
FEN_3e_2TH_WB.indb 23
17/12/19 10:04
24
1 De Gouden Eeuw – 1.4 Arm in de Gouden Eeuw
b
Stel: je onderzoekt welke producten arme mensen kregen van de armenzorg. Door bron 15 weet je dat ze . . . . . . . . . . . . . . . . . . kregen. Door figuur 14 weet je dat ze . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . kregen.
c
Je hebt meer bronnen nodig. Welke bronnen zullen het nuttigst zijn voor je onderzoek? Nog meer schilderijen van Werner van den Valckert. Nog meer schilderijen uit 1627. Nog meer schilderijen waar mensen op staan.
Bekijk bron 16 Je oefent: bruikbaarheid van bronnen 8
Bedenk een beschrijvende en een verklarende vraag bij bron 16. Beschrijvend: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Verklarend: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees: Arm en opgesloten Je oefent: gebondenheid aan tijd en plaats
9a Boven de poort naar het rasphuis stond ‘Wilde beesten moet je temmen’. Wat werd er bedoeld met deze tekst, denk je? Met wilde beesten werden leeuwen en tijgers bedoeld. Door hen in het rasphuis te temmen, werden ze geschikt gemaakt voor het circus. Met wilde beesten werden de gevangen bedoeld. Door hen hard te laten werken en te straffen als dat nodig was, zouden ze geen misdaden meer plegen. Met wilde beesten werden arme mensen bedoeld. Door hen hard te laten werken en te straffen als dat nodig was, zouden ze niet meer klagen over hun armoede. b Stel: een Nederlandse gevangenisdirecteur laat in onze tijd boven de poort naar zijn gevangenis de tekst zetten: ‘Wilde beesten moet je temmen’. Ook laat hij lastige gevangenen in een kelder vol water zetten.
De rechter zou dat goed / niet goed vinden, want . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c
Leg uit wat dit te maken heeft met gebondenheid aan tijd en plaats. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Pas je kennis toe
10a Bekijk figuur 15. Groep 1 zijn de regenten.
1 2
Groep 2 zijn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Groep 3 zijn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
3
Groep 4 zijn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Figuur 15. Bevolkingspiramide van Amsterdam in de Gouden Eeuw.
FEN_3e_2TH_WB.indb 24
17/12/19 10:04
1 De Gouden Eeuw – 1.4 Arm in de Gouden Eeuw
b
25
Bij welke groep horen de volgende mensen? Vul het juiste nummer in. • Een bedelaar: groep . . . . . • Een scheepstimmerman die VOC-schepen repareert: . . . . . • De raadspensionaris: . . . . . • Een handelaar die namens de VOC grote hoeveelheden specerijen verkoopt: . . . . . • Frans Banninck Cocq, de kapitein op De Nachtwacht: . . . . . Vat samen
11
Met deze opdracht beantwoord je de vraag van de paragraaf. Vul de juiste woorden in.
Soms hadden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . en . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . hulp nodig. Een voorbeeld van zulke hulp was wanneer de . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . een deel van de graanprijs betaalde, zodat brood niet te duur werd.
Sommige mensen hadden vaker of zelfs altijd hulp nodig. Voor hen was er . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . , die gegeven werd door kerken, . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . , groepen burgers en de overheid.
De overheid kon dieven en bedelaars laten oppakken. Mannen moesten dan naar het . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . , vrouwen naar het . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Havo-opdracht Lees: Arm en opgesloten
12a Bekijk figuur 16. De vrouw links is een gevangene die in het spinhuis werkt. Kleur in figuur 16 het element waaraan je dat kunt zien. b De vrouw rechts wordt geslagen. Omcirkel het element waaraan je dat kunt zien. c Onder het reliëf staan twee dichtregels: Schrik niet ik wreek geen quaat maar dwing tot goet Straf is myn hant maar lieflyk myn gemoet
Wat is de beste uitleg van deze dichtregels? Ik sla je hard, om wraak te nemen. Ik sla je hard, omdat ik een schurk ben. Ik sla je hard, zodat je harder werkt. Ik sla je hard, zodat je je goed gedraagt.
d
Figuur 16. Reliëf (beeldhouwwerk) van Hendrik de Keyser boven de poort van het Amsterdamse spinhuis.
Kruis de zin aan die volgens jou juist is. Leg daarna je keuze uit. Gevangenen in het rasphuis werden heel anders behandeld dan gevangenen in het spinhuis. Gevangenen in het rasphuis werden net zo behandeld als gevangenen in het spinhuis. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Tips voor de toets Leer de begrippen. Opdrachten: 2, 6a, 10, 11
FEN_3e_2TH_WB.indb 25
Kennis 1a, 2bc, 6a, 11 Begrip 2a, 3, 4, 5, 7, 8, 9a, 12 Toepassing 1c, 6b, 9bc, 10
17/12/19 10:04
26
1 De Gouden Eeuw – 1.5 Knappe koppen
1.5 Knappe koppen • Welke beroemde wetenschappers en filosofen leefden in de Gouden Eeuw in de Republiek? Dit weet je al 1
Maak de zinnen af. Welke mensen kwamen naar de Republiek? • Mensen die op zoek waren naar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . • Mensen die gevlucht waren voor . . . . . . . . . . . . . . . . of . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . • Mensen die . . . . . . . . . . . . . . . . . . . kwamen drijven. Lees: Vrijheid
2a Wat betekent ‘tolerantie’? verdraagzaamheid vijandigheid vriendelijkheid b Waaruit blijkt dat er in veel Europese landen minder vrijheid en tolerantie was dan in de Republiek? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . c
Maak de zin af. Veel geleerden vluchtten naar de Republiek, omdat ze daar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
d
Leg uit dat Spinoza uit eigen ervaring wist hoe belangrijk tolerantie is. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bekijk bron 17
3a Lees de namen van de winkels. Librai de betekent: ‘boekwinkel van’. De winkeliers hebben hun voornamen afgekort. De linker winkel is van François . . . . . . . . . . . . De rechter winkel is van Jacques . . . . . . . . . . . . . . . . . . b c
d
Uit welk land komen zij waarschijnlijk? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Welke zin is juist? Bron 17 heeft niets te maken met de tolerantie en vrijheid in de Republiek. In hun eigen land mochten deze mannen niet elk boek drukken en verkopen. De zin die je bij 3c niet hebt aangekruist, is fout. Leg uit waarom deze zin fout is. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees: Wetenschap
4a Behalve vrijheid om te onderzoeken, had een wetenschapper ook geld nodig. Leg uit dat iemand geld nodig heeft om wetenschapper te kunnen worden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Leg uit dat iemand geld nodig heeft om aan wetenschap te kunnen doen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
FEN_3e_2TH_WB.indb 26
17/12/19 10:04
27
1 De Gouden Eeuw – 1.5 Knappe koppen
c
Leg uit waarom in de Republiek juist in de Gouden Eeuw zo veel aan wetenschap werd gedaan. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
d
Uit wat voor soort familie kwam Christiaan Huygens? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
e
Heeft dat hem geholpen of juist niet? Leg je antwoord uit. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees: Wetenschap, en bekijk bron 18
5 a
b
Bespreek eerst met elkaar de vragen. Schrijf de antwoorden pas op als jullie het eens zijn. Er zijn twee soorten uitvindingen: 1 Uitvindingen die een praktisch probleem oplossen. 2 Uitvindingen die geen praktisch probleem oplossen, maar helpen om iets beter te begrijpen. Bij welke soort horen de uitvindingen in het schema? Zet een kruisje in de juiste kolom.
soort 1
soort 2
Telescoop van Galilei Sterke lens van Huygens Slingeruurwerk Buisloze telescoop (bron 18)
Welke praktische problemen werden opgelost dankzij de uitvindingen die volgens jullie bij soort 1 horen? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees: Wie was Hugo de Groot?
6a Lees de volgende tekst. Henri Dunant maakte in 1859 de Slag bij Solferino mee. Tijdens die veldslag raakten 40.000 soldaten gewond. Ze kregen nauwelijks hulp en veel van hen gingen dood. Dunant vond dat vreselijk. Hij wilde dat landen afspraken aan welke regels ze zich tijdens oorlogen moesten houden. Bijvoorbeeld dat gewonden recht hadden op verzorging. Vijf jaar later maakten zestien landen zulke afspraken. In onze tijd zijn de Verdragen van Genève, waarin deze afspraken staan, ondertekend door alle 194 landen. b
Wat wilde Henri Dunant bereiken? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c
Is hem dat gelukt? ja / nee
d
Als Hugo de Groot in onze tijd leefde, zou hij de Verdragen van Genève waarschijnlijk wel / niet goed vinden, want . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees: Kaartenmaker, en bekijk bron 19
7
FEN_3e_2TH_WB.indb 27
Kaarten werden steeds verbeterd en aangevuld. Stel: Joan Blaeu komt morgen met een tijdmachine naar onze tijd om zijn wereldkaart uit 1662 te verbeteren en aan te vullen. Jij helpt hem vast op weg.
17/12/19 10:04
28
1 De Gouden Eeuw – 1.5 Knappe koppen
a
Noord-Amerika is niet ‘af’. Hoe komt dat, denk je? ....................................................................................................
b c d
Maak Noord-Amerika in figuur 17 af. Teken nauwkeurig. Gebruik eventueel een moderne wereldkaart. In figuur 17 ontbreken de ijsvlaktes rond de Zuidpool en de Noordpool. Teken ze erin. Bij de cijfers 1, 2 en 3 is de kaart van Blaeu fout. Schrijf naast figuur 17 wat er niet klopt. Figuur 17. Wereldkaart van Blaeu uit de Atlas Maior.
1
2
3
1 .................................................................................................. 2 .................................................................................................. 3 .................................................................................................. Pas je kennis toe 8a De foto’s van figuur 18 en figuur 19 hebben allebei iets te maken met een persoon uit deze paragraaf. Schrijf boven elke foto de juiste naam. b Leg onder elke foto in minstens twintig woorden uit wat de foto en de persoon met elkaar te maken hebben. .............................................................................................................
Figuur 18.
Figuur 19.
............................................................................................................. ............................................................................................................. ............................................................................................................. ............................................................................................................. ............................................................................................................. .............................................................................................................
FEN_3e_2TH_WB.indb 28
17/12/19 10:04
1 De Gouden Eeuw – 1.5 Knappe koppen
29
Vat samen 9 a b
Met deze opdracht beantwoord je de vraag van de paragraaf. Schrijf in het schema in de eerste kolom de namen van twee wetenschappers en twee filosofen die in de Gouden Eeuw in de Republiek woonden. Schrijf in de tweede kolom in enkele woorden waardoor zij beroemd werden. Wetenschappers in de Gouden Eeuw
Filosofen in de Gouden Eeuw
Havo-opdracht 10a Lees de tekst. ‘De oceanen zijn alle door God gemaakt en mogen daarom door iedereen in vrijheid worden bevaren. De winden waaien van alle kanten en brengen schepen vanuit alle streken naar hun plaats. De Romeinen schreven al dat de mens is verspreid over de aarde en met de mens ook allerlei goederen. Dit noodzaakt de mens om handel te drijven en dit recht geldt voor alle landen. Geen enkele regering heeft het recht andere landen te verbieden handel te drijven. Hieruit kunnen we afleiden dat de Portugezen, ook al waren zij eerder aanwezig in Azië, een fout zouden maken als zij de Hollanders zouden verbieden in deze gebieden te reizen en handel te drijven.’ naar: Mare Liberum, een boek van . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . uit 1609. b
c
FEN_3e_2TH_WB.indb 29
Mare Liberum is geschreven door iemand over wie je in deze paragraaf leerde. Schrijf zijn naam onder de tekst. Spanje en Portugal probeerden andere landen zo veel mogelijk dwars te zitten in de handel in Amerika en Azië. De schrijver van Mare Liberum vindt dat fout. Welk religieus (godsdienstig) argument gebruikt hij daarvoor? Zoek het in de tekst en zet er een blauwe streep onder. Welk economisch argument geeft hij? Zet daaronder een rode streep.
17/12/19 10:04
30
1 De Gouden Eeuw – 1.6 Afsluiting
Havo-opdracht Bekijk bron 17 11a Reken uit en vul in. • In 2014 zijn er in Amsterdam 105 boekwinkels. Er wonen 820.000 mensen in de stad. Afgerond is er dus één boekwinkel per . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . inwoners. • Rond 1700 had Amsterdam ongeveer . . . . . . . . . . . . . . . . . . boekwinkels. Er woonden 200.000 mensen in de stad. Afgerond was er dus één boekwinkel per . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . inwoners. b
Ruben zegt: ‘Mensen kochten in 1700 gemiddeld meer boeken per persoon dan in 2014, anders waren er niet zoveel meer boekwinkels geweest dan in onze tijd.’ Bedenk twee redenen waarom Rubens conclusie niet juist hoeft te zijn. 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c
Bedenk een beschrijvende vraag en een verklarende vraag die te maken hebben met de cijfers van 11a. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Tips voor de toets Leer de begrippen. Opdrachten: 2, 4, 9
Kennis 1, 2c, 9 Begrip 2abd, 3, 4, 5, 7, 10, 11c Toepassing 6, 8, 11ab
1.6 Afsluiting Mensen in de tijd 1 a b c d
Gebruik de tijdbalk onder aan de bladzijde. Kleur de periode van dit hoofdstuk rood. Schrijf de jaartallen erbij. Schrijf de naam van het tijdvak boven de tijdbalk. Hoe heet het tijdvak vóór het tijdvak van dit hoofdstuk? Schrijf het boven de tijdbalk. Schrijf de letters op de juiste plaats onder de tijdbalk: A = De Nederlandse Opstand is officieel voorbij. B = De eerste officiële Nederlandstalige bijbel verschijnt. C = Johan de Witt wordt vermoord, en de Fransen trekken de Republiek binnen. D = De raadspensionaris wordt onthoofd.
....................................................................................................
1500
FEN_3e_2TH_WB.indb 30
....................................................................................................
1750
17/12/19 10:04
1 De Gouden Eeuw – 1.6 Afsluiting
31
2a Gebruik figuur 20. Schrijf onder elk plaatje wat het voorstelt. Doe dat met één woord. Tip: de plaatjes staan in hoofdstuk 1 van je leesboek. b Zoek bij elk plaatje het juiste jaartal. Schrijf het eronder. c De plaatjes staan niet in de juiste volgorde van tijd. Nummer ze in de juiste volgorde door de cijfers 1 tot en met 4 in de hokjes te schrijven.
...................
...................
...................
...................
................
................
................
................
Figuur 20.
3
Reken de tijdsommen uit. Schrijf eronder hoe je het hebt berekend.
a
Na het einde van het Twaalfjarig Bestand ging de oorlog tussen Spanje en de Republiek nog . . . . . . jaar door. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
b
De WIC werd . . . . . . . . . . . . . . . . jaar later opgericht dan de VOC. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Mensen in hun land
0
25
50 km
1 : 4.000.000
4 a b c
d
e f
Gebruik figuur 21. Trek in de kaart de grenzen van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden met rood over. Schrijf in elk van de zeven gewesten de eerste letter van de naam van het gewest. Wat was in de Gouden Eeuw de belangrijkste stad van de Republiek? Schrijf de naam op de juiste plaats. In 1585 sloot de vloot van de Republiek de Schelde af. Voor welke havenstad was dat heel nadelig? Schrijf de naam op de juiste plaats. Kleur de droogmakerijen Beemster en Schermer. Teken huisjes langs de rivier de Vecht waar rijke Amsterdammers hun buitenhuizen bouwden. Figuur 21.
FEN_3e_2TH_WB.indb 31
17/12/19 10:04
32
1 De Gouden Eeuw – 1.6 Afsluiting
Personen 5
Van rijtjes van drie personen hoort steeds één persoon er niet bij. Onderstreep die naam en leg je keuze uit.
a
Johan de Witt – Johan van Oldenbarnevelt – Maurits van Oranje: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
b
Baruch Spinoza – Hugo de Groot – Christiaan Huygens: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c
Michiel de Ruyter – Hugo de Groot – Maurits van Oranje: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Begrippen oefenen 6a Kies uit dit hoofdstuk twee begrippen die volgens jou iets met elkaar te maken hebben.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . en . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
b
Ruil je werkboek met dat van een klasgenoot. Wat hebben de begrippen die je klasgenoot bij 6a koos met elkaar te maken? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c
Neem je eigen werkboek terug. Heeft je klasgenoot het goed uitgelegd? Nee? Leg aan je klasgenoot uit wat je bedoelde. Herhaal 6a, 6b en 6c nog twee keer, met andere begrippenparen.
Ja? Ga door met opdracht 6d.
d
• . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . en . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Uitleg door je klasgenoot: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Goed? Ja Nee • . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . en . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Uitleg door je klasgenoot: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Goed? Ja Nee Lees: Kenmerken van dit tijdvak 7 a
b
Schrijf steeds het nummer van het kenmerk achter het begrip of de gebeurtenis. Bij welk kenmerk hoort het begrip? • VOC: . . . . . . . . . .
• raadspensionaris: . . . . . . . . . .
• Staten-Generaal: . . . . . . . . . .
• driehoekshandel: . . . . . . . . . .
• stapelmarkt: . . . . . . . . . . Bij welk kenmerk hoort de gebeurtenis? • Rembrandt schildert De Nachtwacht: . . . . . . . . . .
• De Houtman vaart naar Indië: . . . . . . . . . .
• Johan van Oldenbarnevelt wordt onthoofd: . . . . . . . . . . • De WIC wordt opgericht: . . . . . . . . . .
FEN_3e_2TH_WB.indb 32
17/12/19 10:04
1 De Gouden Eeuw – 1.6 Afsluiting
33
Dit weet je nu Met deze opdracht beantwoord je alle vragen van het hoofdstuk. 8a Hoe werd de Republiek bestuurd?
Vul de begrippen in. Bestuurders van de Republiek werden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . genoemd. Zaken die maar één gewest aangingen, werden geregeld in de . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Zaken die de hele Republiek aangingen, werden geregeld in de . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De voorzitter daarvan was de . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . , een van de twee machtigste mannen van de Republiek. Een andere machtige man was de . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ., een lid van de familie Van Oranje en de leider van het leger.
b
Hoe werd de Republiek rijk door handel? • Omcirkel in figuur 22 het gebied waar de Republiek graan inkocht en zuivel verkocht. • Schrijf ‘VOC’ in het gebied waar de VOC handelde. • Teken de driehoek van de driehoekshandel op de juiste plaats. Schrijf in het midden: WIC. 66½°
23½°
evenaar
23½°
0 66½°
2.000 4.000 km
1 : 310.000.000
Figuur 22.
c
Wat deden Amsterdamse regenten met hun rijkdom? Geef drie voorbeelden van zaken waaraan regenten hun geld besteedden. 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
d
Hoe ging men in de Gouden Eeuw om met armoede? Vul in en streep door.
Niet alleen de overheid, maar ook . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . , . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . en andere organisaties gaven armenzorg aan mensen die dat nodig hadden. Deze mensen, vooral ambachtslieden / mensen zonder vast werk / bedelaars kregen geld / voedsel en werk / andere producten. Wie ging stelen of bedelen, werd opgesloten: mannen in een rasphuis / spinhuis, vrouwen in een rasphuis / spinhuis.
FEN_3e_2TH_WB.indb 33
17/12/19 10:04
34
1 De Gouden Eeuw – 1.6 Afsluiting
e
Welke beroemde wetenschappers en filosofen leefden in de Gouden Eeuw in de Republiek? Gebruik de lijst ‘Personen’ op bladzijde 19 van je leesboek. Schrijf de namen van de wetenschappers en filosofen over uit de lijst. Schrijf er steeds in één woord achter waardoor ze bekend zijn. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Je oefent: bruikbaarheid van bronnen
9a Kies een afbeelding uit dit hoofdstuk die niet in paragraaf 1.4 staat. Schrijf het nummer op. Bron . . . . . . . . . . b
Bedenk een beschrijvende vraag waarop jouw bron een antwoord geeft. Schrijf het antwoord er tussen haakjes achter. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c
Bedenk een verklarende vraag waarop jouw bron een antwoord geeft. Schrijf het antwoord er tussen haakjes achter. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
d
Bedenk een vraag over het tijdvak van dit hoofdstuk waarop jouw bron geen antwoord geeft. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
e
Welke bron of bronnen heb je nodig om jouw vraag bij 9d te beantwoorden? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Tips voor de toets Leer de begrippen. Opdrachten: 1, 4, 7, 8
FEN_3e_2TH_WB.indb 34
Kennis 1, 2, 8 Begrip 4, 5, 6, 7, 9 Toepassing 3
17/12/19 10:04
1 De Gouden Eeuw – 1.7 Keuzeopdrachten
35
1.7 Keuzeopdrachten A Schilderkunst in de Gouden Eeuw Opdracht
Je verdiept je in de schilderkunst van de Gouden Eeuw. Welke vormen van schilderkunst waren er? En zou jij als schilder toen je brood kunnen verdienen? Lees: Geschilderde mensen
1a Wat is een genre? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
In de tekst worden drie genres uitgelegd. Schrijf deze genres in het schema hieronder, bij nummer 1, 2 en 3. Genre
c
Voorbeeld
1
Bron . . . . . . . , bladzijde . . . . . . . .
2
Bron . . . . . . . , bladzijde . . . . . . . .
3
Bron . . . . . . . , bladzijde . . . . . . . .
4
Bron . . . . . . . , bladzijde . . . . . . . .
5
Bron . . . . . . . , bladzijde . . . . . . . .
6
Bron . . . . . . . , bladzijde . . . . . . . .
7
Bron . . . . . . . , bladzijde . . . . . . . .
Zoek in dit hoofdstuk een voorbeeld van elk genre dat je bij 1b opschreef. Je mag geen schilderijen uit deze keuzeopdracht gebruiken. Schrijf het bronnummer en het bladzijdenummer in de rechterkolom. Bekijk bron 21, 22 en 23
2a Bron 21 is een historiestuk. Waarom? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Bron 22 is géén historiestuk. Waarom niet? De Vrede van Münster is toch geschiedenis? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c
Welk genre is bron 22 wél? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
d
Is bron 23 een groepsportret of een genrestuk? Leg je antwoord uit. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
FEN_3e_2TH_WB.indb 35
17/12/19 10:04
36
1 De Gouden Eeuw – 1.7 Keuzeopdrachten
e
Bekijk figuur 23. Dit is een portret / genrestuk, want . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
f
Je hebt nu geoefend met drie genres. Kijk nog eens naar de bronnummers die je bij opdracht 1b invulde. Verbeter ze eventueel. Lees: Andere genres
3a Vul de tweede kolom van het schema bij opdracht 1b verder in. b Zoek van elk van de genres een voorbeeld in dit hoofdstuk. Kun je geen bron vinden? Zet dan een kruisje. Bekijk bron 24 4a Voor een stilleven kiest een schilder voorwerpen Figuur 23. Een dienstmeisje in de keuken schenkt melk uit een die bij elkaar horen. Het stilleven krijgt daardoor kan in een kom. Daarom staat dit schilderij bekend als een thema, een onderwerp. Het thema van het Het melkmeisje. Schilderij van Johannes Vermeer, 1658. stilleven in bron 24 is rijkdom. Om dat duidelijk te maken, heeft Jan de Heem allerlei kostbare dingen en enkele bijzondere (dus dure) vruchten geschilderd. In figuur 24 zie je bron 24 nog een keer. • Kleur de kostbaarheden rood. • Kleur de bijzondere vruchten groen. b Gebruik figuur 25. Zet de cijfers op de juiste plaats. 1 = Een omgevallen glas. Het glas is leeg, wat erin zat is verdwenen. 2 = Een schedel. 3 = Een bot. 4 = Een kaarsenhouder. De kaars die erin stond, is opgebrand en verdwenen. c Wat is het thema van het stilleven in figuur 25, denk je? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Figuur 24.
FEN_3e_2TH_WB.indb 36
Figuur 25. Stilleven van Pieter Claesz, 1630.
17/12/19 10:04
1 De Gouden Eeuw – 1.7 Keuzeopdrachten
d
37
Wat is het thema van het stilleven in figuur 26, denk je? Leg je antwoord uit. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Maak je eigen stilleven
5a Kies een onderwerp: liefde, geschiedenis, paardrijden, sport … . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Figuur 26. Stilleven van David Teniers, ± 1650.
Bedenk vier tot acht voorwerpen die bij jouw onderwerp horen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c d e
Maak een ruwe schets op een kladblaadje. Je mag ook plaatjes uit tijdschriften of van internet gebruiken. Werk je schets uit tot een stilleven dat je in de zeventiende eeuw voor een hoog bedrag aan een regent zou kunnen verkopen. Het melkmeisje (figuur 23) werd door de verkoper omschreven als: ‘Een Meyd die melk uytgiet’. Geef jouw stilleven een passende titel. Gebruik hiervoor de ‘ouderwetse’ taal van de Gouden Eeuw. Schrijf de titel boven je stilleven.
B Een kijkje in een grachtenhuis Opdracht
Je bekijkt een mini-grachtenhuis van een rijke dame uit de Gouden Eeuw. Je richt een kamer van een grachtenhuis in alsof je zelf een regent bent. Lees: Poppenhuis voor volwassenen
1a Het poppenhuis had twee functies. Welke? 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Leg uit dat het poppenhuis van Petronella de la Court een belangrijke bron over de Gouden Eeuw is. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
FEN_3e_2TH_WB.indb 37
17/12/19 10:04
38
1 De Gouden Eeuw – 1.7 Keuzeopdrachten
Bekijk bron 25 2
Het poppenhuis heeft elf kamers. Schrijf de cijfers op de juiste plaatsen in figuur 27. 1 = tuin 2 = slaapkamer van mevrouw 3 = zolderkamer 4 = keuken 5 = kantoortje 6 = slaapkamer van een kind 7 = salon, waar volwassenen zitten 8 = voorraadkamer 9 = kraamkamer, waar een vrouw kan bevallen 10 = hal 11 = kunstkamer, waar muziek wordt gemaakt Figuur 27.
3a Kies een van de kamers van opdracht 2, of verzin zelf een kamer die past bij de Tijd van regenten en vorsten.
Ik kies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
b c
Teken op een vel A3-papier figuur 28 zo groot mogelijk na. Gebruik potlood en liniaal. Bedenk minstens zes voorwerpen die in jouw kamer horen. Zorg dat het bij jouw soort kamer past (dus geen bed in een keuken en geen dure schilderijen in een voorraadkamer). Gebruik bron 25 als inspiratie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
d
Ga aan de slag. • Maak eerst een schets. Geef daarin met dunne lijntjes aan hoe je je kamer inricht. • Gebruik eventueel plaatjes van internet of uit tijdschriften. Je kunt dan een ‘echte’ Rembrandt aan de muur hangen! • Alles moet vol! In bron 25 zie je dat de muren, maar ook het plafond en de vloer helemaal bedekt zijn. Als je klaar bent, mag je dus geen wit meer zien op je papier.
Figuur 28.
FEN_3e_2TH_WB.indb 38
17/12/19 10:04
1 De Gouden Eeuw – 1.7 Keuzeopdrachten
C In die tijd in het Osmaanse Rijk
39
W E RE LD GE SC H IE DENIS
Opdracht
Je verdiept je in het Osmaanse Rijk in de Tijd van regenten en vorsten. Wat had dit rijk met Europa te maken? En hoe dachten Europeanen over de Turken? Lees: Turkenangst
1a Veel mensen in Europa waren bang voor de Turken. Wat dachten zij dat de Turken zouden gaan doen? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Lees de tekst. Namens koning Ferdinand, de broer van Karel V, bezocht Ogier de Busbecq het Osmaanse Rijk en schreef: ‘Iedereen heeft een baan die bij zijn kwaliteiten past. Afkomst, rijkdom, populariteit of invloed spelen geen enkele rol. Waar het de sultan om gaat, is kwaliteit en karakter. Zij die oneerlijk zijn of lui, krijgen nooit een hoge baan. Dat is de reden van hun succes en van de uitbreiding van hun Rijk.’ naar: Ogier de Busbecq, Vier brieven over het gezantschap naar Turkije, 1595.
c
Streep de foute woorden door. De meeste mensen die het Osmaanse Rijk bezochten, dachten positief / negatief over het Osmaanse Rijk. Dat gold niet / ook voor Ogier de Busbecq. Hij had wel / geen Turkenangst. Waarom ging het zo goed met het Osmaanse Rijk, volgens De Busbecq? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees: Twee groepen mensen
2a Zet een kruisje in de juiste kolom. askeri
reaya
Soldaten Krijgen salaris Betalen belasting Boeren Ministers Slaven van de sultan Ambtenaren b
Welk risico liep een minister die zijn werk slecht deed? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
FEN_3e_2TH_WB.indb 39
17/12/19 10:04
40
1 De Gouden Eeuw – 1.7 Keuzeopdrachten
c
Leg uit dat het bestuur van het land hierdoor beter werd. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees: Veranderingen Je oefent: oorzaak en gevolg
3a Sultan Osman wilde het bestuur en het leger veranderen. Wat was daarvan de oorzaak? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Welk gevolg hadden de plannen van Osman voor zijn gezondheid? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c
Welk gevolg hadden de plannen voor de macht van de grootvizier? Hij kreeg meer / minder macht, want . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lees: Veranderingen, en bekijk bron 1
4a Waarom leek het een slimme zet van de grootvizier om Murat sultan te maken? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Hoe liep het af met de grootvizier? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
c
Stel, je moet in vier steekwoorden uitleggen wat sultan Murat voor man was. Welke woorden kies je?
1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
3.................................... .
2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4.................................... .
Lees: Sultan Mehmet 5a Sultan Mehmet zorgde dat het Rijk nooit meer in gevaar kon komen door een slechte sultan. Hoe deed hij dat? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . b
Wat was er in 1683 hetzelfde als in 1529? • Voor de Turken: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . • Voor de Europeanen: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . • Voor de inwoners van Wenen: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
FEN_3e_2TH_WB.indb 40
17/12/19 10:04
1 De Gouden Eeuw
41
Eigen aantekeningen ........................................................................................... ........................................................................................... ........................................................................................... ........................................................................................... ........................................................................................... ........................................................................................... ........................................................................................... ........................................................................................... ........................................................................................... ........................................................................................... ........................................................................................... ........................................................................................... ........................................................................................... ........................................................................................... ........................................................................................... ........................................................................................... ........................................................................................... ........................................................................................... ........................................................................................... ........................................................................................... ........................................................................................... ........................................................................................... ........................................................................................... ........................................................................................... ........................................................................................... ........................................................................................... ........................................................................................... ........................................................................................... ........................................................................................... ........................................................................................... ........................................................................................... ........................................................................................... ........................................................................................... ...........................................................................................
FEN_3e_2TH_WB.indb 41
17/12/19 10:04
www.thiememeulenhoff.nl/feniks
WERKBOEK 2 VMBO-T / HAVO
Geschiedenis voor de onderbouw van het vmbo Beeld op het omslag
Werkboek 2 VMBO-T / HAVO Naam Klas
Dit is een stoommachine voor een vliegtuig. De uitvinding van de stoommachine – een machine die met stoomkracht andere machines kan aandrijven – veranderde in de 19e eeuw de wereld. Stoommachines werden gebruikt voor machines in fabrieken, maar ook voor het vervoer, denk maar aan de stoomtrein. De Schot John Stringfellow bedacht deze stoommachine voor een vliegtuig. Het lukte hem om in 1834 zijn ‘vliegtuig’ een klein stukje te laten vliegen, maar een groot succes was het niet. Toch was dit het begin van het gemotoriseerde vliegverkeer. Ontdek meer over de stoommachine en de stoomtrein:
Ontdek het verleden, begrijp het heden.
9 789006 860092
3677_TM_FENIKS_Werkboek_omslag_2 VMBO-t/HAVO_DRUK.indd 1,3
17/12/19 14:50