Groep 8 | blok 1 | basiswerkschrift

Page 1

naam:

BLOK 1 9789006908886_gr8_bws_blok1.indd 1

basis

werkschrift

22/04/20 13:53


9789006908886_gr8_bws_blok1.indd 2

22/04/20 13:53


Groep 8 basiswerkschrift

BLOK 1

© ThiemeMeulenhoff, Amersfoort

9789006908886_gr8_bws_blok1.indd 1

22/04/20 13:53


Blok 1  LES 1

lesdoel Ik oefen met miljoen en miljard.

1 Nu jij! Zet de getallen in het positieschema. Vakantie Vorig jaar gingen 5,3 miljoen mensen op vakantie naar het buitenland. 2,7 miljoen mensen gingen in eigen land op vakantie. 5,8 miljoen mensen namen de auto als vervoersmiddel. Samen reden zij 4,75 miljard kilometer.

MJ HM TM

M

Hd Td

D

H

T

E

M

Hd Td

D

H

T

E

M

Hd Td

D

H

T

E

M HD TD

D

H

T

E

2 Vul de waarden van de cijfers in. 17.189.623 inwoners in Nederland.

7.531.652.348 inwoners op de aarde.

10.000.000

1

7

7

1

1

6

8

2

9

4

6 2

1.394.530.020 inwoners in China

3

1 9 5

3 Vul in. 1.000.000 minder

1 minder

999.000.000

999.999.999

getal 1.000.000.000

1 meer

1.000.000 meer

1.000.000.001

1.001.000.000

4.500.000 65.000.000 3.500.000.000 6.700.000 18.000.000.000

2

9789006908886_gr8_bws_blok1.indd 2

22/04/20 13:53


4 Kleur. Geef de getallen met dezelfde waarde dezelfde kleur. 5,1 miljoen

4,35 miljard

3,33 miljoen

1.120.000.000

1,12 miljard

4,35 miljoen

4.350.000.000

4.350.000

3.330.000

5.100.000

10.100.000

10,1 miljoen

2.800.000.000

7.490.000.000

2,8 miljard

7,49 miljard

5 Vul in. de helft

getal

het dubbele

2.500.000

5.000.000 1.000.000.000 1.500.000 64.000.000.000 32.000.000 4.800.000

6 Zet de getallen op volgorde van klein naar groot. 7.980.000

klein: 1

400.578

2

3.000.000.000

3

5.678.321

4

999.999.999

5

87.965

6

88.649.000

7

12.773.087.643

8

1.000.999

groot: 9

7 Raad het getal. • Het getal bestaat uit 7 cijfers: 6, 2, 7, 4, 0, 0, 0. • Het is een oneven getal. • Het getal is kleiner dan 5 miljoen. • Het getal is groter dan 3 miljoen. • Het cijfer op de plek van de honderdduizendste is 3 keer zo groot als het cijfer op de plek van de tienduizendste.

• Het getal bestaat uit 7 cijfers: 3, 4, 5, 9, 0, 0, 0. • Het is een even getal. • Het getal is kleiner dan 8 miljoen. • Het getal is groter dan 4 miljoen. • Het cijfer op de plek van de duizendste is 3 keer zo klein als het cijfer op de plek van de honderdduizendste.

Het getal is:

Het getal is:

3

9789006908886_gr8_bws_blok1.indd 3

22/04/20 13:53


Blok 1  LES 2 1

Deze opgave maak je digitaal.

2 Schat eerst, reken daarna precies. Mo gaat eten koken voor 8 personen. Hij doet boodschappen bij de supermarkt en heeft € 40 bij zich. aantal stuks

product

prijs per stuk

Ik schat:

Ik reken precies:

4

prei

€ 0,89

4x€1=€4

€ 3,56

3

paprika

€ 0,97

2

winterwortels

€ 0,59

1

flesje sojasaus

€ 1,89

6

zakje ongezouten pinda's € 1,09

2

eierdoos

€ 2,98

2

pak mienestjes

€ 1,59

2

kipfilet 500 g

€ 5,48

TOTAAL Mo heeft wel / niet genoeg geld om de boodschappen te betalen.

3 Schat eerst, reken daarna precies. De som is: 9 × € 9,95

Ik schat:

Ik reken precies:

=

18 × € 14,95 = 12 × € 16,75 = 29 × € 30,15 = 8 × € 61,45 =

4 Streep door: waar of niet waar.

FEBRUARI

29

In een schrikkeljaar zitten 366 dagen. waar / niet waar In een kwartaal zitten ongeveer 60 dagen. waar / niet waar In een jaar zitten 42 weken. waar / niet waar Een week eerder dan 3 april is 28 maart. waar / niet waar Op 21 juni begint de zomer. waar / niet waar De maanden juli en augustus hebben 31 dagen. waar / niet waar Op 21 november begint de winter. waar / niet waar

4

9789006908886_gr8_bws_blok1.indd 4

22/04/20 13:53


lesdoel Ik oefen met miljoen en miljard.

5 Vul de getallen in het positieschema in. De waterschappen zorgen voor het water in een gebied. Ze zorgen ervoor dat er genoeg en schoon water is. Ook zorgen ze voor bescherming tegen het water door middel van dijken. In totaal investeren de waterschappen € 1,5 miljard. MJ

HM

TM

M

HD

TD

D

H

T

E

De hoeveelheid geld die wordt uitgegeven aan waterkeringen: Investeringen

MJ

waterschappen

HM

TM

M

HD

TD

D

H

T

E

Totaal

1,5 miljard Waterkeringen

630 miljoen Zuiveringsbeheer

De hoeveel geld die wordt uitgegeven aan zuiveringsbeheer: MJ

HM

TM

M

HD

TD

D

H

T

E

T

E

400 miljoen Watersystemen

360 miljoen Overig

85 miljoen

De hoeveelheid geld die wordt uitgegeven aan overige investeringen: MJ

HM

TM

M

HD

TD

D

H

6 Maak vast. 6.000.000

10.000.000

7.000.000

9.000.000

9.500.000

8.000.000

6.500.000

14.000.000

13.000.000

8.500.000

11.500.000

13.500.000

11.000.000

7 Rond af op hele miljoenen of miljarden. 4 856 231 ≈ 5

miljoen

895.184 ≈

2.378.392.593 ≈

9 163 472 ≈

12.187.978 ≈

967.984.261 ≈

7.971.128 ≈

6.804.527.894 ≈

15.248.675.312 ≈

8 Vul in. Maak sprongen van 500.000. 6.500.000 9.000.000

5

9789006908886_gr8_bws_blok1.indd 5

22/04/20 13:53


Blok 1  LES 3

lesdoel Ik oefen rekenen met kommagetallen.

1 Nu jij! Zet de getallen in het positieschema.

Menno koopt nieuwe sportschoenen voor € 49,95.

H

T

E

t

h

Jayden doet mee aan de 100 meter sprint en behaald een tijd van 18,345 seconden.

d

H

T

E

,

t

h

d

Het wereldrecord vrije slag is 20,91 seconden.

H

T

E

t

h

d

,

,

5,41 – 5,041 – 5,049

514,089 – 514,809 – 514,8

2 Omcirkel het grootste getal. 1,08 – 1,76 – 1,8 1,005 – 1,501 – 1,050 2,66 – 2,6

7,0 – 7,001 – 6,981

– 2,06

8,91 – 9,81

0,065 – 0,66 – 0,64

– 1,98

15,57 – 15,090 – 15,579

62,15 – 61,51 – 62,51 1,003 –

1,030 –

1,3

3,451 –

3,089 –

3,099

3 Vul in. 253,18

= 200

+ 50 + 3 + 0,10 + 0,08

= 4000 + 70 + 0,2 + 0,8

63,009 =

= 900 + 30 + 6 + 0,01

1,063 =

= 4 + 0,70 + 0,06

12,305 =

= 300 + 40 + 0,700 + 0,060 + 0,004

4 Vul de ontbrekende kommagetallen in. 0,24

0,26

9,8

10

0,006

0,008

45,98

0,3 10,5 0,011

45,99

46,05

6

9789006908886_gr8_bws_blok1.indd 6

22/04/20 13:53


5 Reken uit en vul in.

Een zak rode appels weegt 3,6 kg. Een zak groene appels weegt 2,5 kg. De zak groene appels weegt

Bij supermarkt “Klaver” kost het brood € 1,89. Bij supermarkt “Ster” kost het brood € 1,65.

minder dan de zak rode appels. Mijn som:

Het prijsverschil is

Een groene kikker met een rode buik springt 1,1 m ver. Een groene kikker met een gele buik springt 0,7 m ver.

. Samen springen ze Mijn som:

Mijn som:

m ver.

6 Reken uit. 0,8 + 0,7

=

2,987 – 1,6

=

4,12 + 0,5

=

4,81 – 3,10 =

4,6 – 2,82 =

3,3

+ 5,8

=

2,19 + 0,507 =

2,42 + 3,55 =

2,5 + 3,513 =

6,3

– 3,75 =

7,53 – 2,42 =

6,64 – 2,33 =

10,5 – 6,53 =

7,65

+ 2,64 =

8,61 + 10,32 =

0,92 + 1,006 =

7 Vul in.

0

0,5

1

8 Reken uit. 0,7 + 0,8

het dubbele van 0,44

0,9 – 0,63

– de helft

– 0,101

+ 0,43

+ 0,25

+ 0,207

+ 0,3

:5

– de helft

:4

Het getal is:

Het getal is:

Het getal is:

7

9789006908886_gr8_bws_blok1.indd 7

22/04/20 13:53


Blok 1  LES 4 1

Deze opgave maak je digitaal.

2 Schat eerst, reken daarna precies. Een plank is 150 cm lang. Thijs heeft in totaal 5775 cm nodig. Hoeveel planken heeft Thijs nodig?

De fabriek verdeeld 582.000 spijkers over doosjes. In ieder doosje zitten 120 spijkers. Hoeveel doosjes met spijkers?

Ik schat:

Ik schat:

Ik reken precies:

Ik reken precies:

Thijs heeft

planken nodig.

doosjes met spijkers.

Met een sponsoractie halen 398.000 hardlopers per persoon € 41 op. Hoeveel euro wordt er in totaal opgehaald?

Op de hockeyclub zitten 302 kinderen. Ieder kind betaalt € 108 contributie. Hoeveel contributie betalen de kinderen samen?

Ik schat:

Ik schat:

Ik reken precies:

Ik reken precies:

Er wordt in totaal €

opgehaald.

De kinderen betalen samen € contributie.

3 Schat eerst, reken daarna precies. aantal

turnartikelen

prijs per stuk

Ik schat:

Ik reken precies:

4

paar ringen

€   39,95

2

bok

€ 168,85

2

balk

€ 149,75

1

lange mat

€ 979,80

TOTAAL

4 Vul in < > of = 1 2

2 5

3 6

2 3

1 1 + 4 3

7 12

3 1 + 4 6

9 12

9 10

1 3 + 5 10

1 2

3 1 + 4 8

5 1 + 8 4

1 1 + 2 12

1 6

4 1 + 5 10

1 2 + 6 3

5 6

3 1 + 4 8

3 1 + 8 4

1 2

1 3 + 4 8

4 5

2 3 + 5 10

5 10

1 2

2 6

1 1 + 12 2

1 1 + 3 12

2 3

3 1 + 10 2 1 4

8

9789006908886_gr8_bws_blok1.indd 8

22/04/20 13:53


lesdoel Ik oefen rekenen met kommagetallen.

5 Plaats de komma op de juiste plek.

De bus is 1 2 0 0 meter lang.

De fiets weegt 2 0 0 kg.

De scooter is 1 5 6 0 0 cm lang.

6 Maak vast. Bedenk bij ieder antwoord nog 1 som en maak vast. 0,622 + 1,36 =

8,9 – 3,7 =

5 ,2

2,9 + 0,2 =

1,16 + 1,26 =

1,982

1,236

3,1

2,598 – 1,362 =

2,42

7 Kleur het getal dat het dichtstbij ligt. 12,78

13,56

11,89

12,91

12,13

0,967

1,00

0,873

0,563

0,971

36,154

35,981

35,673

37,154

37,012

14,57

15,18

14,4

13,12

14,004

7,99

7,9

7,8

8,99

8,1

6,09

6,08

6,11

6,13

6,102

60,31

59,60

60,41

59,9

60,319

71,83

69,182

73,15

72

68,912

8 Rond af. rond af op 1 decimaal

rond af op 2 decimalen

rond af op een heel getal

4,89 ≈

28,906 ≈

57,894 ≈

5,632 ≈

45,450 ≈

16,016 ≈

17,178 ≈

13,677 ≈

82,33 ≈

654,007 ≈

8,231 ≈

0,671 ≈

9 Kruis aan. heel goed

goed

een beetje

bijna

Rekenen met kommagetallen kan ik:

9

9789006908886_gr8_bws_blok1.indd 9

22/04/20 13:53


Blok 1  LES 5 1 Reken handig. 54 : 9 =

32 : 4 =

540 : 90 =

540 : 9 =

320 : 4 =

540 : 0,9 =

5400 : 9 =

3,2 : 4 =

420 : 70 =

5,4 : 9 =

0,32 : 4 =

420 : 0,7 =

2 Nu even anders. Trek een lijn door het doolhof. Start bij het kleinste getal en eindig bij het grootste getal. Je mag horizontaal, verticaal en diagonaal. start 0,001

0,009

0,043

0,062

0,077

0,45

0,457

0,463

0,505

0,55

0,011

0,034

0,089

0,080

0,078

0,41

0,466

0,500

0,65

0,689

0,015

0,023

0,021

0,091

0,391

0,405

0,47

0,477

0,495

0,698

0,189

0,018

0,1

0,097

0,360

0,368

0,779

0,778

0,723

0,701

0,26

0,183

0,13

0,359

0,367

0,344

0,32

0,849

2,951

2,967

0,264

0,267

0,288

0,289

0,35

0,349

0,312

0,876

2,945

2,969

1,012

1,002

0,970

0,948

0,298

0,31

0,901

0,896

2,941

2,978

1,021

1,015

0,965

1,790

0,934

0,921

2,876

2,909

2,929

2,981

1,132

1,368

1,508

2,001

2,567

0,923

2,809

3,000

2,993

2,985

1,243

1,365

1,370

2,354

2,409

2,590

2,632

2,757

3,090

3,103 einde

10

9789006908886_gr8_bws_blok1.indd 10

22/04/20 13:53


extra oefenen 1 Raad het getal. Bedenk nu zelf. het dubbele van 1.000.000

5+5

:4

× 10

– 400.000

: 100

× 10

– de helft

+1

+ 0,3

Het getal is

.

Het getal is

.

Het getal is

.

2 Vul in. Maak om en om sprongen van 150.000 en 250.000.

3.150.000

3.000.000

3.400.000

4.200.000 Maak om en om sprongen van 0,3 en 0,55. 10,00 12,55 Ik maak sprongen van

en

3 Vul in. H

T

E

t

h

d

MJ HM TM M HD TD D

4,583

,

1.262.112

70,567

,

38.537.000

88,372

,

5.986.000.000

904,629

,

3.450.500

H

T

E

11

9789006908886_gr8_bws_blok1.indd 11

22/04/20 13:53


Blok 1  LES 6

lesdoel Ik oefen cijferend vermenigvuldigen en delen.

1 Nu jij! D

H

T

:

E

=

×

+

1 laptop kost € 324 De school koopt 12 laptops.

Het gezin koopt 4 fietsen. Ze betalen in totaal € 1928.

Samen €

1 fiets kost €

2 Reken uit.

1 9 2

3 6 5

3 3 0

3 9 1

1 4 ×

1 8 ×

2 2 ×

1 7 ×

+

+

+

+

3 Reken uit. 53 × 125 =

81 × 106 =

8954 : 11 =

19 × 282 =

9180 : 18 =

31 × 251 =

13 × 41 =

9576 : 12 =

26 × 316 =

5535 : 45 =

9020 : 41 =

41 × 135 =

7215 : 15 =

16 × 457 =

71 × 105 =

29 × 318 =

4 Reken uit en kleur. 0 – 100

101 – 500

501 – 1000

1001 – 2000 2001 – 5000

231 × 18

5400 : 90

1456 : 26

9600 : 60

4225 : 35

8800 : 16

7500 : 25

1092 : 12

1830 : 15

7320 : 60

441 × 11

3510 : 45

91 × 31

8320 : 13

24 × 148

400 × 12

36 × 59

50 × 21

1394 : 17

4812 : 12

12

9789006908886_gr8_bws_blok1.indd 12

22/04/20 13:54


5 Reken uit.

De bakkerij bakt iedere dag 361 croissants. In 2 weken heeft de bakkerij croissants gebakken. Ik reken zo:

Voor 12 appeltaarten is 3840 gram bloem nodig

Voor 1 brood is 525 gram meel nodig.

Voor 1 appeltaart is gram bloem nodig.

Voor 15 broden is meel nodig.

Ik reken zo:

Ik reken zo:

gram

7 Vul in.

1

4 2 6 ×

8 0 4 6

0 +

4 7 5

3 6

2 ×

1

1 6 ×

9 5 0

3 2

4 7 5 0 +

6 5 × 5 7 0

5 3 6 0 +

3 4 8 4

4

6 8 4

8 5 7 6

+

1 0

8 Streep door: waar of niet waar. Leg uit zonder de som uit te rekenen. 53 × 199

6000 : 13

48 × 271

5850 : 50

Het antwoord is kleiner dan 10.000.

Het antwoord is kleiner dan 400.

Het antwoord is groter dan 10.000.

Het antwoord is groter dan 100.

waar / niet waar

waar / niet waar

waar / niet waar

waar / niet waar

omdat:

omdat:

omdat:

omdat:

13

9789006908886_gr8_bws_blok1.indd 13

22/04/20 13:54


Blok 1  LES 7 1

Deze opgave maak je digitaal.

2 Reken uit.

3 verpakkingen aardbeien kosten €

1 verpakking

prijs

aardbeien

€ 4,99

bananen

€ 2,95

kiwi’s

€ 3,10

druiven

€ 1,05

.

2 verpakkingen druiven en 3 verpakkingen bananen kosten €

.

5 verpakkingen druiven kosten € 6 verpakkingen bananen en 1 verpakking kiwi’s kosten €

.

3 Reken uit. € 1,75 × 12 = €

€ 1,05 × 7 = €

€ 3,15 × 3 = €

€ 4,80 × 2 = €

€ 2,10 ×   3 = €

€ 2,20 × 4 = €

€ 3,60 × 2 = €

€ 5,50 × 3 = €

€ 1,95 ×   6 = €

€ 3,50 × 4 = €

€ 4,30 × 3 = €

€ 7,10 × 4 = €

€ 2,50 ×   3 = €

€ 0,90 × 6 = €

€ 1,15 × 6 = €

€ 6,05 × 6 = €

4 Reken uit.

gebied

verschil in tijd met Amsterdam

Honolulu

– 11

New York

–6

Austin

–7

Vail

–8

Jane’s tante woont in Austin. Ze belt haar tante om 14:00 uur Nederlandse tijd. De tante van Jane wordt om

uur Amerikaanse tijd gebeld.

Senna’s neef woont in New York. Ze belt haar neef om 21:00 Nederlandse tijd. De neef van Senna wordt om

uur Amerikaanse tijd gebeld.

Casper’s vader is voor zaken in Honolulu. Hij belt zijn vader om 10:30 Nederlandse tijd. De vader van Casper wordt om gebeld.

uur Amerikaanse tijd

Jouke’s vriend woont in Vail. Hij speelt een online game met zijn vriend om 15:20 Nederlandse tijd. De vriend van Jouke speelt om het spel.

uur Amerikaanse tijd

14

9789006908886_gr8_bws_blok1.indd 14

22/04/20 13:54


lesdoel Ik oefen cijferend vermenigvuldigen en delen.

5 Schat eerst, reken daarna precies. De som is:

Ik schat:

Ik reken precies:

3165 : 15 = 3775 : 25 = 4950 : 45 = 3366 : 11 =

6 Reken uit.

Leo verdeelt 5125 ansichtkaarten over 25 winkels.

Een winkel verkoopt puzzels voor € 12 per stuk. Na 1 maand zijn 184 puzzels verkocht.

Iedere winkel ontvangt

De totaal prijs van deze puzzels is €

ansichtkaarten.

Ik schat:

Ik schat:

Ik reken precies:

Ik reken precies:

7 Geef aan wat er mis is gegaan op de rekenmachine. 8700 : 30 =

115 × 41 =

3,12 × 3 =

3894 : 33 =

De fout:

De fout:

De fout:

De fout:

8 Reken uit. Geef aan of je de rekenmachine hebt gebruikt om de som op te lossen. 30 × 250 =

Rekenmachine gebruikt.

20 × 118 =

Rekenmachine gebruikt.

12 × 600 =

Rekenmachine gebruikt.

17 × 480 =

Rekenmachine gebruikt

20 × 115 =

Rekenmachine gebruikt.

19 × 520 =

Rekenmachine gebruikt.

4 × 750=

Rekenmachine gebruikt.

50 × 131 =

Rekenmachine gebruikt.

15

9789006908886_gr8_bws_blok1.indd 15

22/04/20 13:54


BLOK 1 basiswerkschrift

9 789006 908886

9789006908886_gr8_bws_blok1.indd 54

22/04/20 13:57


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.