Groep 8 | blok 3 | basiswerkschrift

Page 1

naam:

Blok 3 9789006908909_gr8_bws_blok3.indd 1

basis

werkschrift

23/07/20 11:21


9789006908909_gr8_bws_blok3.indd 2

23/07/20 11:21


Groep 8 basiswerkschrift

Blok 3

© ThiemeMeulenhoff, Amersfoort

9789006908909_gr8_bws_blok3.indd 1

23/07/20 11:21


Blok 3

LES 1

lesdoel Ik leer over volgorde van bewerken in een som.

1 Nu jij! Sophia bakt muffins. Ze bakt 4 keer in de oven. Boven in de oven passen 5 bakblikken, onder passen 3 bakblikken. Sophia bakt

muffins.

De som is: Ik reken zo: Kaj heeft 50 knikkers. Hij verliest bij 3 potjes achter elkaar iedere keer 2 knikkers, dan wint hij bij 2 potjes achter elkaar iedere keer 1 knikker. Kaj heeft na de potjes

knikkers.

De som is: Ik reken zo:

2 Vul in. 7+9 : 3 = 7

+3

= 10

5 × 8 : 10 =

=

16 – 6 : 2 =

=

15 × 2 : 10 =

=

4×4:2=

=

25 × 8 – 4 =

=

4 × 4 : 4 =

=

9:3×7=

=

8:2×7=

=

8–3×2=

=

6:2×9=

=

4 + 4 × 2,5 =

=

3 Reken uit. Opbrengst verkoop groep 6

€ 85,00*

groep 7

€ 134,00*

groep 8

€ 105,00*

*De school verdubbelt deze opbrengst.

Groep 8 gebruikt de opbrengst om nieuwe leesboeken te kopen. Ieder leesboek kost € 15. Met de opbrengst kunnen

leesboeken worden gekocht.

Groep 7 schenkt € 100 aan het goede doel en koopt met de rest 21 werkboeken. Elk werkboek kost €

.

Groep 6 koopt een klassentablet van € 135 en 2 leesboeken van € 15. Groep 6 heeft nog €

over.

2

9789006908909_gr8_bws_blok3.indd 2

23/07/20 11:21


4 Vul in × : + of – 32

15

11 = 6

3

4

1 = 12

5

22

15 = 125

36

10

2 = 31

44

3

2 = 39

20

5

4 = 25

64

8

8=0

27

12

3 = 63

14

12

6 = 20

16

4

16 = 20

32

2

14 = 78

78

15

15 = 48

5

21

7 = 15

12

6

12 = 60

68

2

2 = 17

12

6

48 = 96

5 Bedenk de som. +

+

= 55

+

×

= 20

+

= 28

×

×

= 80

×

×

:

+

+

:

=3

+

×

= 55

= 64

= 19

6 Vul in.

Kim en Joost bakken 3 taarten. 1 1 taart weegt 1 kilogram. 2 Ze verdelen de taarten over zichzelf. De som is:

3 sinaasappels geven 0,6 l sap. Marja perst 6 sinaasappels en verdeelt het sinaasappelsap over haar 3 kinderen. De som is: Ieder kind krijgt

l sap.

Kim en Joost krijgen allebei

Claire en Rover hebben € 32 verdiend op de rommelmarkt. Ze verdelen het geld. Claire geeft daarna nog € 7 op de rommelmarkt uit. De som is: Claire heeft nog €

over.

kilogram taart.

7 Reken uit. 630 : 7 : 9 × 6 =

=

=

990 : 30 + 4 : 2 =

=

=

720 : 9 × 2 : 4 =

=

=

550 : 11 : 5 + 10 =

=

=

8 Maak 24. Gooi 3 keer met de dobbelsteen. Schrijf de getallen die je gegooid hebt op. Probeer 24 te maken met deze 3 getallen. Je mag alle bewerkingen gebruiken. Ik gooi:

Ik maak de som:

3

9789006908909_gr8_bws_blok3.indd 3

23/07/20 11:21


Blok 3  LES 2 1

Deze opgave maak je digitaal.

2 a Vul in. 99 100

breuk

3 5

7 10

kommagetal verhouding

3 op de 8

1 op de 8

b Bedenk zelf. breuk kommagetal verhouding

3 Vul in. Vorig jaar had Tim € 80,00. Nu heeft hij € 100,00. Tim heeft er in 1 jaar bij gespaard.

Een broek kost normaal € 60,00. Na de korting kost de broek € 54,00.

%

Er is % korting gegeven.

Vorig jaar had Renee € 320,00. Nu heeft ze € 352,00. Renee heeft er in 1 jaar bij gespaard.

%

In de uitverkoop kost de spelcomputer geen € 360 maar € 270 . Ik krijg

Vorig jaar had Saar € 70,00. Nu heeft ze € 84,00. Saar heeft er in 1 jaar bij gespaard.

%

Een skateboard is afgeprijsd van € 62 naar € 55,80 Ik krijg

% korting.

% korting.

4 Vul in. saldo

rente in percentage rente na 1 jaar

saldo na 1 jaar

€ 1000,00

10%

€ 2000,00

5%

€ 1500,00

20%

€ 3000,00

55%

€ 500,00

6%

4

9789006908909_gr8_bws_blok3.indd 4

23/07/20 11:21


lesdoel Ik leer over volgorde van bewerken in een som.

5 Omcirkel het juiste antwoord. 160 : 80 + 40 × 2 =

82 / 84

640 : 8 + 6 × 20 =

200 / 1720

350 : 5 – 9 × 5 =

305 / 25

16 × 15 – 160 : 16 =

300 : 50 – 1 × 6 =

30 / 0

720 : 90 + 12 × 6 =

80 / 120

360 : 6 + 5 × 14 =

910 / 130

540 : 9 – 25 × 2 =

10 / 70

230 / 5

6 Geef de stappen die bij elkaar horen dezelfde kleur. 30 – 10 : 2 =

20 – 16 =

3

20 – 2 × 8 =

15 – 8 =

25

12 – 3 × 3 =

5 + 14 =

16

15 – 2 × 4 =

6 + 10 =

19

5+2×7=

30 – 5 =

7

6 + 30 : 3 =

12 – 9 =

4

7 Vul in. Een school koopt nieuw materiaal voor het aankomende schooljaar. tablets

€ 6400

leesboeken

€ 900

schoolboeken

€ 2100

gymmateriaal

€ 8900

De school heeft van alles de helft al betaald. De andere helft wordt in een aantal delen gesplitst.

Het openstaande bedrag voor de tablets is gesplitst in 4 delen. Elk deel is nog € Het openstaande bedrag voor de leesboeken is gesplitst in 2 delen. Elk deel is nog € De school krijgt nog € 150 korting op het openstaande bedrag van de schoolboeken. Dit bedrag betaalt de school in 3 termijnen. Elk deel is nog € De school koopt nog een extra gymtoestel van € 900 en betaalt hier de helft van. De rest van het bedrag voor het gymmateriaal wordt betaald in 7 termijnen. Elk deel is nog €

8 Reken uit. 314 – 352 : 8 =

11 × 696 – 279 =

13 × 235 – 1800 : 60 =

4130 : 5 + 877=

789 + 18 × 844 =

640 : 32 × 16 – 180 =

340 : 4 + 252 : 6 =

101 × 49 – 245 : 5 =

18 × 225 + 16 × 336 =

142 × 191 – 199 × 114 =

304 : 4 + 155 × 141 =

3710 : 14 – 12 × 13 =

5

9789006908909_gr8_bws_blok3.indd 5

23/07/20 11:21


Blok 3

LES 3

lesdoel Ik oefen hoe breuken, procenten en verhoudingen bij elkaar horen.

1 Nu jij!

Juri rijdt 300 km. Hij stopt 2 keer tussendoor.

In de auto past 80 liter brandstof. De brandstof is tot het 3e streepje van de 4 gevuld.

In de auto is plek voor 8 personen. Er zijn nog 3 lege plekken in de auto.

Hij stopt elke

Er zit nog

Er zitten in de auto.

kilometer.

liter in de tank.

Dit is

deel.

Dit is

deel.

Dit is

%.

Dit is

%

De verhouding is

.

De verhouding is

.

personen

Dit is

deel.

Dit is

%

De verhouding is

.

2 Vul in.

motorvoertuigen in de wijk

Het aantal scooters en motors is meer / minder dan de helft van het aantal auto’s. De verhouding motor, scooter is 3 op de Er zit nog

keer meer auto’s dan scooters.

De verhouding scooter, auto is 1 op de Samen zijn er meer / minder andere voertuigen dan de scooters. De verhouding van andere voertuigen, scooters auto

motor

scooter

andere

is 1 op de

3 Vul in. 1 = 10

%=

op de

1 = 4

%=

op de

=

op de

= 20% =

6 = 10

%=

op de

=

op de

%=

op de

= 66,6% =

op de

= 80% 3 = 8

% = 1 op de 8

6

9789006908909_gr8_bws_blok3.indd 6

23/07/20 11:21


4 Kruis aan bij welke aanbieding het kortingspercentage het hoogst ligt. De Hydrocar 23.i Nu € 2000 Eerst € 2200

BTW-weken 21% korting

Check je nieuwe auto.nl

Bestel voor je hele bedrijf! Nu 1 op de 20 auto’s gratis.

Roels autohandel Betaal € 3200 en krijg € 200 terug.

Bedrijfsauto’s Je betaalt 4 auto’s en je krijgt er 1 gratis!

1 korting op alle modellen 5

5 Vul in < > of =  0,6

2 op de 3

0,125

1 op de 10

3 4

0,7

2 op de 3

0,25

1 op de 8

0,9

4 op de 5

4 5

8 op de 10

0,3

1 op de 3

0,4

2 op de 6

4 6

0,6

4 op de 10

0,75

9 op de 12

6 12

1 op de 2

4 op de 8

3 op de 6

5 8

4 6 5 op de 9

1 3

2 5

3 12

6 Kleur het cirkeldiagram. In totaal zijn er 1.200.000 bedrijfsmotorvoertuigen in Nederland. bestelauto’s

960.000

trekkers

1 10

vrachtauto’s

1 op de 20 %

speciale voertuigen

7 Vul in. 1 1 5 = 3 1 4 =

%

2

1 = 2

%

1 3 10 =

%

1

1 = 4

%

3 2 8 =

2 1 5 =

% %

1 2 3 =

% %

8 Vul in. Amir en Daan rijden een lange rit met de vrachtwagen. – Elke 4,5 uur moeten ze wisselen van bestuurder. – Elke persoon mag maximaal 9 uur rijden op een dag. – Ze rijden om de beurt en Amir begint met rijden. In totaal moeten ze 22,5 uur rijden.

Ze doen de rit.

dagen over

Amir rijdt

% van de rit.

Daan rijdt

deel van de rit.

op de Ze nemen uur rust op de eerste dag.

7

9789006908909_gr8_bws_blok3.indd 7

23/07/20 11:21


Blok 3  1

LES 4

Deze opgave maak je digitaal.

2 Vul in.

Oude kaas € 5,60 per kilogram. John koopt 750 gram kaas.

Walnoten € 10,20 per 500 gram. Jonge kaas € 9,00 per kilogram. Lize koopt 200 gram walnoten. Vinz koopt 600 gram kaas.

John betaalt €

Lize betaalt €

.

Vinz betaalt €

.

.

3 Schat eerst, reken daarna precies. Marianne heeft € 6. Ze kan

Kruiden bij Boer Jan Peperkorrels per 60 gram

Kaneelstokjes per 90 gram

Jeneverbessen per 60 gram

Steven heeft € 4. Hij kan

€ 3,60

Lieve heeft € 4. Ze kan

€ 4,50

Bart heeft € 5. Hij kan

€ 4,80

en evenveel per gram.

g peperkorrels kopen. g kaneelstokjes kopen. g jeneverbessen kopen. g kruidnagels kopen. kosten

kosten het meeste per gram. Kruidnagels per 70 gram

€ 3,50

4 Reken uit. 5 vrienden gaan samen eten in de tuin.

8 vrienden gaan samen eten in de tuin.

drinken

drinken

€ 8,40

€ 12,75

stokbrood € 6,25

stokbrood € 11,35

beleg

€ 5,50

beleg

€ 7,95

salade

€ 8,95

salade

€ 14,95

hapjes

€ 8,40

hapjes

€ 16,20

totaal

totaal

Ieder betaalt €

Ieder betaalt €

8

9789006908909_gr8_bws_blok3.indd 8

23/07/20 11:21


lesdoel Ik oefen hoe breuken, procenten en verhoudingen bij elkaar horen.

5 Maak vast. 30%

1

1 2

3 op de 10

150%

80%

66,6%

25%

10%

200%

125%

300%

1%

2 3

3 10

4 5

15 12

42 420

8 4

2 200

3 1

3 12

4 op de 5

2 op de 3

3 op de 2

3 op de 12

15 op de 12

3 op de 1

42 op de 420

8 op de 4

2 op de 200

6 Vul in en omcirkel het juiste antwoord. Usher en Vivienne rijden een route. 5 Usher heeft deel van de route gereden. 8 Vivienne is op 75% van de route. Usher heeft route afgelegd.

Iliyas en Femke tellen vrachtwagens, wie het eerste bij de 60 is wint. Iliyas heeft al 20% van de vrachtwagens geteld. Femke heeft al 15 vrachtwagens geteld.

op de 8 delen van de

Vivienne heeft de route afgelegd.

Iliyas heeft op de 8 delen van

Femke heeft

op de 60 delen geteld. op de 60 delen geteld.

Iliyas / Femke loopt voor.

Usher / Vivienne is verder.

7 Vul in < > of = 1 8 3 op de 10

0,9

4 op de 5

12,5%

25%

3 op de 9

60%

1,2

5 op de 4

2,5

250%

100%

8 op de 8

1,3

7 op de 5

2 op de 3 2 4 4 op de 5 130%

60% 4 op de 9 8 op de 10 6 op de 5

8 Vul in. verkochte motoren vorig jaar

De verhouding offroad, allroad is

op de

.

Afgelopen jaar verkocht garage Bouwman in januari race

50 motoren. In januari werden er

elektrische

allroad offroad elektrisch anders

motoren verkocht. De elektrische en racemotoren vormen samen

% van de verkoop.

Er zijn in maart vorig jaar 18 allroad motoren verkocht. In totaal zijn er in maart

motoren verkocht.

9

9789006908909_gr8_bws_blok3.indd 9

23/07/20 11:21


Blok 3

LES 5

1 Reken handig. Rond af op een heel getal.

Rond af op 1 decimaal.

Rond af op 2 decimalen.

1,2 ≈

6,27 ≈

16,984 ≈

14 ,2 ≈

3,61 ≈

14,963 ≈

15,6 ≈

16,92 ≈

5,937 ≈

8,3 ≈

13,41 ≈

7,965 ≈

2 Nu even anders. 25%

50%

anders

70 op de 350

90 400

300 1200

400 op de 1600

200 op de 800

30 van de 120

60 900

3200 500

7 op de 20

40 160

3 12

51 op de 204

24 96

300 1200

60 240

20 50

2100 8400

5 van de 10

6 12

35 140

16 64

3 6

4 8

7 28

25 op de 100

7 14

30 90

300 op de 1200

60 op de 240

2 van de 4

65 250

50 op de 200

36 144

3 van de 6

50%

30 op de 120

70 op de 280

4000 van de 8000

3 van de 6

65 op de 260

15 op de 60

28 112

25%

32 128

31 124

3 12

12 48

7 28

60 240

4 op de 3

1 4

30 120

13 52

8 32

64 320

35 140

4 op de 16

9 12

64 320

18 op de 30

30%

30 10

13 39

10 40

11 op de 44

800 3200

13 39

15 op de 45

14 29

45%

2 8

70 280

4 op de 3

39 156

9 36

5 op de 40

14 5

90 360

16 64

66%

9 12

5 6

10 op de 40

8 op de 32

25%

200 800

12 12

17 70

10

9789006908909_gr8_bws_blok3.indd 10

23/07/20 11:21


extra oefenen 1 Reken uit.

6 + 3 × 5 =

=

21 : 3 × 5 × 2 =

=

2 × 5 + 6 =

=

36 : 9 × 4 × 5 =

=

3 × 9 – 7 =

=

12 × 5 : 3 : 5 =

=

4 + 4 × 2,5 =

=

20 × 6 : 12 : 2 =

=

5 × 8 : 10 =

=

25 × 2 – 2 × 3 =

=

4 × 4 : 2 =

=

16 : 4 + 8 : 2 =

=

9 : 3 × 7 =

=

700 × 3 + 4 × 20 =

=

6 : 2 × 9 =

=

420 : 10 – 2 × 12 =

=

2 Omcirkel het juiste antwoord.

7 + 7 : 7 + 7 × 7 =   63 / 57

5 × 3 – 2 × 4 + 6: 2 =   10 / 29

900 : 9 – 2 × 3 + 20 =   44 / 114

12 × 6 – 60 : 4 + 3 =   60 / 6

1200 : 2 – 200 : 10 = 580 / 40

30 + 4 × 3 = 102 / 42

3 Kleur in iedere rij de vlakken die samen 1 zijn. 70%

1 8

1 10

30%

0,5

33,3%

62,5%

1 op de 5

0,25

6 7

20%

2 3

6 3

4 op de 5

1 op de 12

3 4

12,5%

2 5

5 6

3 op de 6

75%

1 12

3 op de 8

10%

25%

3 10

5 8

2 8

1 op de 3

1 op de 2

33%

5 9

4 Reken uit. op de

leeftijd leden motorcross Venrooi

leden is jonger dan 15 jaar.

Van de 150 leden zijn er

tussen de 30 en

40 jaar. De verhouding jonger dan 15 jaar en tussen de

55%

29%

30 en 40 jaar is 1 op jonger dan 15 jaar

12%

De verhouding 40 jaar en ouder en jonger dan

15 - 30 jaar

40 is

30 - 40 jaar

op

.

40 jaar en ouder

11

9789006908909_gr8_bws_blok3.indd 11

23/07/20 11:21


Blok 3

LES 6

lesdoel Ik leer over deelbaarheid van getallen.

1 a Nu jij! Gebruik het printblad. Kleur: – veelvouden van 2 geel. – veelvouden van 3 rood. – veelvouden van 4 oranje. – veelvouden van 5 lichtblauw. – veelvouden van 6 zwart

– veelvouden van 7 lichtgroen. – veelvouden van 8 donkerblauw. – veelvouden van 9 paars. – veelvouden van 10 donkergroen.

Welke getallen hou je over?

b Vul in. Wat valt op aan alle getallen die deelbaar zijn door 2? . Wat valt op aan alle getallen die deelbaar zijn door 3? . Wat valt op aan alle getallen die deelbaar zijn door 5? . Wat valt op aan alle getallen die deelbaar zijn door 10? .

2 Omcirkel. getal

deelbaar door 2

deelbaar door 4

deelbaar door 5

deelbaar door 10

2404

ja / nee

ja / nee

ja / nee

ja / nee

420

ja / nee

ja / nee

ja / nee

ja / nee

285

ja / nee

ja / nee

ja / nee

ja / nee

130

ja / nee

ja / nee

ja / nee

ja / nee

64.900

ja / nee

ja / nee

ja / nee

ja / nee

200

ja / nee

ja / nee

ja / nee

ja / nee

3 Kleur. Deelbaar door 6

Deelbaar door 8

Deelbaar door 10

3008

438

3770

5020

1674

632

3050

512

9088

3896

830

9618

12

9789006908909_gr8_bws_blok3.indd 12

23/07/20 11:21


4 Reken uit. De supermarkt bestaat 75 jaar en viert dit met zijn klanten. Elke 4e, 6e en 11e klant krijgt een cadeautje.

Cadeau als het aantal klanten deelbaar is door 4.

Cadeau als het aantal klanten deelbaar is door 6.

Het eerste cadeau wordt gegeven aan klant

.

Er zijn al 70 mensen in de winkel geweest. Bezoeker Hij krijgt een

Cadeau als het aantal klanten deelbaar is door 11.

is de volgende die een cadeau krijgt.

. Welk cadeau krijgt de 76e klant? Een

Als er 100 mensen hebben afgerekend, zijn er

ijsjes uitgedeeld. Paul is met 10 anderen in

de winkel. Er zijn al 150 bezoekers geweest. Paul wil graag een appel. Als hoeveelste klant moet hij afrekenen? Klant

,

of

.

Het laatste cadeau is gegeven aan de 3531e klant. Deze klant kreeg een

.

5 Noteer de priemgetallen. tussen 1 en 10 tussen 10 en 20 tussen 50 en 60 tussen 60 en 80

6 Vul in. Bespreek de uitspraken met je klasgenoot. Ben je het eens of oneens met de uitspraken?

Wanneer is een getal deelbaar door 6?

Als het over 6 mensen of dingen verdeeld moet worden, is het deelbaar door 6.

Ik ben het eens/oneens met uitspraak 1, omdat

Ik ben het eens/oneens met uitspraak 2,

Ja, als het getal deelbaar is door 6, is het ook deelbaar door 12

Maar als iedereen dan een halve krijgt, bijvoorbeeld een appel, dan is dat ook goed.

omdat

Ik ben het eens/oneens met uitspraak 3, omdat

Wat denk jij?

13

9789006908909_gr8_bws_blok3.indd 13

23/07/20 11:21


Blok 3  LES 7 1

Deze opgave maak je digitaal.

2 Reken uit.

30 cm

3 dm

4m

30 dm 1m

De inhoud is: Er gaat

dm³.

De inhoud is 18.000 liter

liter in het aquarium.

De hoogte is

meter.

3 Vul in. 1 Jozef mengt liter witte 2 1 verf met liter blauwe verf. 5 Jozef heeft

liter verf.

5 liter van de 9 2 gele verf met liter rode 3 verf.

Daan mengt

Daan heeft

liter verf.

Sacha geeft de helft van

3 5

liter verf aan Anja. liter verf over.

Sacha heeft nog

5 liter verf over, 6 hij stoot de pot om waarbij hij 5 liter verf verliest. 12 Mike heeft nog

Mike heeft nog

liter verf.

1 Maud mengt liter gele 3 1 verf met liter rode verf. 4 Maud heeft

liter verf.

3 Rosa heeft liter verf en 4 1 geeft liter verf aan haar 6 broertje. Rosa heeft nog

liter verf.

4 Reken uit. Vereenvoudig waar mogelijk. 1 1 + = 4 5

1 1 = – 14 3

2

6 1 + = 12 3

3

1 1 – = 3 12

1 2 + = 3 4

6 2 – = 12 9

5

3 5 + = 10 6

2

1 2 + = 4 5

1 3 + = 4 5

7 1 – = 9 3

1 1 + = 6 4

3 1 – = 6 4

2

3–

1 = 6

2 1 = – 3 2

1

2–

5 = 12

5 1 – = 6 12

14

9789006908909_gr8_bws_blok3.indd 14

23/07/20 11:21


lesdoel Ik leer over deelbaarheid van getallen.

5 Omcirkel. Simon moet de knikkers over 4 potten verdelen. Komt hij precies uit? aantal knikkers

komt hij uit?

aantal knikkers

komt hij uit?

aantal knikkers

komt hij uit?

400

ja / nee

629

ja / nee

233

ja / nee

603

ja / nee

824

ja / nee

336

ja / nee

7300

ja / nee

1440

ja / nee

2800

ja / nee

751

ja / nee

3344

ja / nee

1609

ja / nee

1292

ja / nee

345

ja / nee

284

ja / nee

6 Vul het getal aan met 1 cijfer, zodat het deelbaar is. deelbaar door 3

deelbaar door 4

deelbaar door 9

217

81

230

13

34

347

34

27

61

419

569

151

14

577

232

116

999

240

7 a Kleur. deelbaar door 2 en 4

1716

1200

1402

3652

9510

1244

deelbaar door 3 en 6

4811

6598

3546

6354

9288

356

deelbaar door 4 en 8

5244

3240

9320

168

2300

516

deelbaar door 5 en 10

2305

5610

8855

9600

5945

2300

b Omcirkel het juiste antwoord. Als een getal deelbaar is door 2, dan is het altijd / niet altijd deelbaar door 4. Als een getal deelbaar is door 6, dan is het altijd / niet altijd deelbaar door 3. Als een getal deelbaar is door 5, dan is het altijd / niet altijd deelbaar door 10. Als een getal deelbaar is door 8, dan is het altijd / niet altijd deelbaar door 4.

8 Kruis aan. Rekenen met de deelbaarheid van getallen kan ik:

heel goed

goed

een beetje

bijna

15

9789006908909_gr8_bws_blok3.indd 15

23/07/20 11:21


Blok 3 basiswerkschrift

9 789006 908909

9789006908909_gr8_bws_blok3.indd 54

23/07/20 11:25


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.