New Interface 1 havo/vwo
Blue label Leerwerkboek A
Mayke Munten Sally Ripley Diane van Steekelenburg Eindredactie Nynke Bottinga
1 2 3 4
RED vmbo-BK vmbo-BK vmbo-B vmbo-B
ORANGE
YELLOW vmbo-GT/havo vmbo-GT vmbo-GT vmbo-GT
vmbo-K vmbo-K
BLUE havo/vwo havo havo
PURPLE vwo vwo vwo
New Interface LRN-line is gebaseerd op het werk van de auteurs van New Interface 3rd edition: Nynke Bottinga, Marleen Cannegieter, Annie Cornford, Simone van Dijk, Marjan den Hertog, Jos van Heusden, Michiel Jansen, Simon Joseph, Paulien Lammers, Frederieke Lelieveld, Annette Lether, Dianne Manders, Nienke Marinus, Nathalie Meeuwsen, Hans Mol, Hanna Molenaar, Mayke Munten, Marieke Nijhof, Sally Ripley, Marion Simon, Marieke Smeenk, Diane van Steekelenburg, Madelijn Storm van Leeuwen, Vera Stupenea, Hedwig Suurmeijer, Marieke Valstar, Sandra van de Ven.
Bureauredactie Hanna Molenaar
Omslagfotografie Flirt Creativity
Vormgeving Studio Michelangela
Opmaak Crius Group
Over ThiemeMeulenhoff ThiemeMeulenhoff ontwikkelt zich van educatieve uitgeverij tot een learning design company. We brengen content, leerontwerp en technologie samen. Met onze groeiende expertise, ervaring en leeroplossingen zijn we een partner voor scholen bij het vernieuwen en verbeteren van onderwijs. Zo kunnen we samen beter recht doen aan de verschillen tussen lerenden en scholen en ervoor zorgen dat leren steeds persoonlijker, effectiever en efficiënter wordt.
opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
© ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2020
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën,
De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
Samen leren vernieuwen. www.thiememeulenhoff.nl ISBN 978 90 06 91901 1 Eerste druk, eerste oplage, 2020
Deze uitgave is volledig CO2-neutraal geproduceerd. Het voor deze uitgave gebruikte papier is voorzien van het FSC®-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.
2
Inhoud Unit 1 Friends
8
Unit 2 Music
46
Unit 3 Fashion
86
Unit 4 Food
118
Checkbook
151
Alfabetische woordenlijsten
178
Speech cards
196
3
Skilled for life! In de huidige wereld is alles mogelijk, wordt er gezegd. Maar wat betekent dat eigenlijk voor wat je moet kunnen en weten? Met New Interface leer je hoe je goed spreekt, luistert, leest, schrijft – kortom: leeft – in deze taal die je overal tegenkomt, nu of in de toekomst. Naast het verbeteren van je Engels helpt de methode je om jezelf te ontwikkelen en je voor te bereiden op het leven. Niet het leven, maar JOUW leven. Want om je in de wereld staande te houden, heb je niet alleen language skills maar ook life skills nodig. Dat zijn belangrijke vaardigheden als problemen oplossen, kritisch denken of doelen stellen. Zo maakt Engels je wereld groter.
4
Symbolen In de leerwerkboeken kun je de volgende symbolen tegenkomen: Werk aan je persoonlijke ontwikkeling ĂŠn aan Engels. Werk samen met een of meer klasgenoten. Ga naar de New Interface-website of zoek iets op internet. Beluister het audiofragment. Scan de QR-code bij de opdracht of vind het fragment op de New Interface-website. Bekijk het videofragment. Scan de QR-code bij de opdracht of vind het fragment op de New Interface-website. Oefen dit onderwerp nog eens.
Hoe zit een Unit in elkaar? Elk hoofdstuk is op dezelfde manier opgebouwd: } } } } } } } } }
Introduction: openingsles waarin je kennismaakt met de leerdoelen en wat je eraan hebt Lesson 1 Reading: leesvaardigheid Lesson 2 Writing: schrijfvaardigheid Lesson 3 Listening and watching: luister- en kijkvaardigheid Lesson 4 Speaking: gespreks- en spreekvaardigheid Lesson 5 Project: projectles waarin je alles van het hoofdstuk toepast Self-test: diagnostische toets om te zien of je klaar bent voor je toetsen (online) Catch up: herhalingsopdrachten om extra te oefenen voor je toetsen (online) Get ahead: extra plusopdrachten (online)
Achter in het boek vind je het Checkbook: hier kun je alle grammatica-uitleg, woordenlijsten en nuttige zinnen (phrases) vinden. Handig om iets snel op te zoeken of om te leren. Ook elke les heeft een zelfde structuur: } } } } } } }
Leerdoelen: de life en language skills van de les op een rij Try out: een korte entry test online over wat je al weet Get started: opwarmopdrachten Find out: tekstbegrip Vocabulary / grammar / phrases: kennisonderdelen Express yourself: toepassen wat je geleerd hebt in de les Looking back: jezelf beoordelen en bepalen wat je beter wilt doen.
Online kun je nog extra oefenen met woordjes, grammatica en zinnen in Practise more of extra verrijkingsopdrachten doen in Get ahead. Wil je (ook) digitaal werken met het lesmateriaal? Ga dan naar de digitale leeromgeving via www.thiememeulenhoff.nl/newinterface
5
Useful phrases A
Answer in Dutch. Answer the questions. Are the sentences true or false?
Antwoord in het Nederlands. Beantwoord de vragen. Zijn de zinnen waar of niet waar?
C
Choose from … Circle the correct answers. Compare your answers with a classmate's. Complete the sentences.
Kies uit … Omcirkel de juiste antwoorden. Vergelijk je antwoorden met die van je klasgenoot. Maak de zinnen af.
D
Draw lines. Describe …
Trek lijnen. Beschrijf …
E
Explain your answer.
Leg je antwoord uit.
F
Fill in. Finished? Switch roles.
Vul in. Klaar? Wissel van rol.
G
Guess the meaning.
Raad de betekenis.
H
Have a look at the text. How do you say this in English?
Bekijk de tekst. Hoe zeg je dit in het Engels?
I
Imagine ...
Stel je voor ...
L
Listen to ... Listen again. Look at the example.
Luister naar ... Luister nog een keer. Kijk naar het voorbeeld.
M
Make questions. Match ...
Maak vragen. Zoek ... bij elkaar.
N
Note: there are two extra words.
Let op: er blijven twee woorden over.
P
Practise your conversation. Predict which words you are going to hear. Put in the correct order.
Oefen jullie gesprek. Voorspel welke woorden je gaat horen. Zet in de juiste volgorde.
6
R
Read …
S
Solve the puzzle.
T
Take a minute to prepare your role. Take turns. Talk to your classmate in English. Tell your classmate ... Tick the boxes. Translate the sentences into English. Try to do it in English.
U
Underline the correct word. Use ...
W
Which words fit the sentence? Work with a classmate. Write correct sentences. Write an email / a letter / a note. Write down …
Y
You may use a dictionary.
Lees …
Los de puzzel op.
Neem even de tijd om je rol voor te bereiden. Wissel elkaar af. / Om de beurt. Praat Engels met je klasgenoot. Vertel je klasgenoot ... Zet vinkjes in de vakjes. Vertaal de zinnen in het Engels. Probeer het in het Engels.
Onderstreep het juiste woord. Gebruik ...
Welke woorden passen in de zin? Werk samen met een klasgenoot. Schrijf correcte zinnen. Schrijf een e-mail / een brief / een aantekening. Schrijf op …
Je mag een woordenboek gebruiken.
7
UNIT 1 Friends Introduction
Friends
Introduction Je bent begonnen op een nieuwe school. Dat betekent nieuwe klasgenoten, nieuwe vakken en een heel ander gebouw. Kun je de weg al vinden of loop je nog vaak te zoeken? Je nieuwe school is eigenlijk de wereld in het klein en die wereld is opeens heel anders! Hoe goed ken je je klasgenoten al? Weet jij al wat ze leuk vinden om te doen of juist vreselijk? En weet je hoe je iets over jezelf kunt vertellen? Om elkaar nog beter te leren kennen ga je met elkaar praten, en pas je alles wat je hebt geleerd uiteindelijk toe in een speeddatespel.
8
UNIT 1 Friends Introduction
Looking ahead LEERDOELEN
• • • 1
Je denkt na over waarom je de stof uit deze unit leert. Je kijkt vooruit naar de dingen die je in deze unit gaat leren. Je denkt na over hoe je jezelf kunt ontwikkelen terwijl je Engels leert.
Getting to know each other Veel opdrachten in dit hoofdstuk gaan over jou en je klasgenoten. Je leert over jezelf te vertellen in het Engels en vragen te stellen aan anderen. Een eerste kennismaking kan op verschillende manieren verlopen. Bedenk nog eens hoe de eerste kennismaking met je klasgenoten ging en beantwoord dan de vragen.
1 Waarover praatte je met klasgenoten bij jullie kennismaking? 2 Wat zou je graag van iemand die je voor het eerst ontmoet willen weten?
3 Wat zou je graag over jezelf willen vertellen bij een eerste ontmoeting? Geef ten minste drie voorbeelden.
4 Wat zou je vragen of voorstellen aan iemand die volgens jou wel eens een goede vriend of vriendin zou kunnen worden?
2
Thinking about learning goals Je gaat Engels op allerlei manieren gebruiken in deze unit. Je leest bijvoorbeeld wat anderen schrijven over zichzelf. Je vertelt over jezelf en over andere mensen. Werk samen met een klasgenoot. Je ziet hier enkele leerdoelen die je zult tegenkomen in deze unit. • Schrijf van elk leerdoel op waarom je het wel of niet belangrijk vindt. • Geef ook de reden waarom je dat vindt. • Vergelijk je antwoorden met die van je klasgenoot. Zijn jullie het vaak eens? Waarom wel of niet? Bespreek samen jullie antwoorden. leerdoel
belangrijk: ja/ nee
informatie over mensen en plaatsen begrijpen een eenvoudig formulier invullen zinnen over jezelf of iemand anders opschrijven namen, getallen en woorden verstaan begrijpen waar een filmpje over gaat
9
reden
UNIT 1 Friends Introduction
leerdoel
belangrijk: ja/ nee
reden
begrijpen waar een gesprek over gaat een kennismakingsgesprek voeren vragen stellen over mensen en plaatsen
3
Using English in real life Werk samen met een klasgenoot. Bedenk situaties waarin jij het Engels dat je in deze unit leert zou kunnen gebruiken. • Schrijf een voorbeeldsituatie op voor elk leerdoel. • Klaar? Bespreek dan met je klasgenoot wat jullie hebben ingevuld en welke leerdoelen jullie het belangrijkst lijken.
1 informatie over plaatsen begrijpen
2 een formulier invullen
3 getallen verstaan
4 begrijpen waar een gesprek over gaat
5 jezelf voorstellen
6 vragen stellen over mensen
10
UNIT 1 Friends Lesson 1: Reading
Lesson 1: Reading LEERDOELEN
• • • • • •
Probleem oplossen – Je kunt vertellen in welke situatie een probleem of vraag zich voordoet. Sociale en culturele vaardigheden – Je toont inlevingsvermogen en belangstelling voor anderen. A1.3 – Je kunt je een idee vormen van korte teksten met plaatjes. A1.3 – Je kunt informatie over mensen en plaatsen begrijpen. A2.3 – Je kunt specifieke informatie in eenvoudige teksten begrijpen. A2.3 – Je kunt korte teksten over bekende onderwerpen begrijpen.
TRY OUT What do you already know? Do the exercises on the New Interface website. Discuss with your teacher if you can skip some of the exercises in this lesson.
Get started Thinking about clubs
1
Think about the clubs at your school.
a
Are there any clubs at your school? Which ones?
b
What ‘special’ club would you like to have at your school? Describe ‘your’ club in one sentence. What can you do there? Also think of a name for it.
Find out 2
Understanding information on a flyer Read Welcome to Sandringham High. Choose the correct answers. You should check out the Go To club when you: ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯
don’t know what to do at lunch time. have a problem with your homework. want to be alone. feel like playing computer games. want to speak to your teacher. want to talk to other students. are feeling lonely. want to study for a test.
11
UNIT 1 Friends Lesson 1: Reading
WELCOME TO SANDRINGHAM HIGH Are you bored at lunch time? Can’t find your friends? Lonely? You’re not alone! Is there a problem with your teacher or class? Have you got questions about school life? Why not check out the Go To club? It’s in room 2 in the Science block. Open from 12.30-1.30 pm.
Come and meet the Go To mentors. We’re happy to chat and answer your questions. But that’s not all! There is also internet access, an Xbox and BISCUITS!
they happy Come and ask other students - are !! with the Go To club? YES, THEY ARE
3
Who said what? Read What our students say about the Go To club. Read the sentences. Who said what? Make matches. My sister and I are both at Sandringham High School. I sometimes get lost but I like it here! My friends and I play games at the Go To club every day. Hi! I’m fifteen. I love dancing. My brother is a Go To mentor. He is really good at it! Hello! I’m a Go To mentor. You can find me at the club every day at lunch time. I like chatting to other kids! Hi … people say I’m very quiet. I haven’t got any brothers or sisters. At first, I was worried about school, but not anymore. I like it here!
12
• • • •
• • • •
Alex
Alfie Savannah
Jade
UNIT 1 Friends Lesson 1: Reading
www.sandringhamhigh.co.uk
HOME
STUDENTS
GO TO CLUB
CONTACT
search
What our students say about the GO TO CLUB... Meet Alex Evans!
Meet Savannah Richards! She’s not worried about school anymore.
Hi, I am Alex and I’m 14 years old. I live in the centre of York. I haven’t got any brothers, but I have two sisters. Jade is 15 and Rosie is 11. Their hobby is dancing. I’m in form 10C at Sandringham High School and I’m a Go To mentor. I’m not good at homework, but I am good at talking! I hang out in the Go To room at lunch times. Kids come and ask me questions. They’re sometimes not happy and they want to chat. In the Go To room you can use the internet and there is a Xbox. It’s not just for problems! There are also lots of biscuits. The teachers can’t eat them – they’re just for us!
Hi, my name is Savannah and I’m 13 years old. I am really keen on swimming. I also love roller-skating! I live in a small village near York. I live with my mum and I’m an only child. I’m very shy and I sometimes find school difficult. My teacher told me about this club. The Go To mentors are great! They’re really kind to me. I’m not worried about school anymore. Now I want to be a Go To mentor! I know how it feels to be lonely. I want to help kids that feel lonely.
Here’s Alfie. He’s 11. Is he happy with the Go To club?
Here’s Alex’s sister, Jade. What does she say about her brother? Hi, I’m Jade Evans. I am 15 and I’m in form 11C. In my free time, I enjoy street dancing with my sister. Alex is my little brother. My sister and I are very pleased that Alex is a Go To mentor. He likes sport and he’s crazy about music. He’s really good at tennis and basketball. He’s not shy and he can’t stop talking! Is he a good Go To mentor? Yes, I think he is! The Go To club is great if you’re new at school, or want to meet new friends.
Hello, I’m Alfie Abel. I live in York, five minutes from Sandringham High School. I’ve got a twin sister called Megan. We’re not in the same class. We are totally different! She’s very confident. I love chocolate, but her favourite food is pizza! I like the school, but it’s very big! Savannah helps me when I’m lost. She’s quiet and very friendly. Am I happy with the Go To club? Yes, I think it’s an awesome idea! It’s an easy way to meet new people. I come here at lunchtime with my friends to play on the Xbox.
Glossary form hang out
klas (jaar) ergens zijn, rondhangen
13
only child twin sister
enig kind tweelingzus
UNIT 1 Friends Lesson 1: Reading
Who talks about what?
4
Read What our students say about the Go To club.
a
Who talks about what? family: Jade / Savannah / Alfie where they live: Alex / Jade / Savannah / Alfie homework: Alex / Jade / Savannah / Alfie school: Alex / Jade / Savannah / Alfie sports: Alex / Jade / Savannah / Alfie hobbies: Alex / Jade / Savannah / Alfie food: Alex / Jade / Savannah / Alfie
b
Now compare your answers with one of your classmates’ answers. Do you both agree?
Understanding the student website
5
Read What our students say about the Go To club and answer the questions. Use the tip: Words you know. TIP
Words you know
When you read a text, focus on what you know. Lots of words, such as lunch, computer and test are also used in Dutch. The words you know can help you guess the words you do not know.
a
Waar is Alex niet zo goed in?
b
Wat zegt Jade over het karakter van Alex?
c
Waar woont Jade?
d
Hoeveel broers en zussen heeft Jade?
e
Wat zegt Savannah over haar karakter?
f
Hoe oud is Alfies zus?
14
UNIT 1 Friends Lesson 1: Reading
Vocabulary 6
Complete Use Vocabulary 1.1. Complete the sentences with the correct words. Note: There are two extra words. Choose from: alone – is called – clever – different – difficult – favourite – meet – pleased – shy – worried. 1 I don’t know how to do my homework. It’s too
.
2 There is nobody in the room with me. I’m all
.
3 Tommy doesn’t say very much. I think he is 4 Shaun is very
.
. He loves difficult puzzles.
5 My sister is only four years old. She
Sammie.
6 Jodie has got a new jacket. She is really 7 I love swimming. It is my 8 You can
7
with it. sport.
lots of new people if you join a club.
Puzzle Use Vocabulary 1.1. Read the descriptions and fill in the English words. 1 When you talk to a friend about all sorts of
things, you ... 2 When you are unhappy because you are alone, you feel ... 3 When you are nice to other people, you are ... 4 When something is not the same, it is ... 5 When you are not talking very much or not talking at all, you are ... 6 6 When you are unhappy because you keep thinking about a problem, you are ... 7 When something is really great, it’s ... 8 The middle of a place or city is called the ... 9 When you don’t know where you are, you are ... The word in the yellow boxes is:
15
1 2 3 4 5
7 8 9
UNIT 1 Friends Lesson 1: Reading
Grammar 8
Grammar: Personal pronouns Have a look at the numbered sentences. Use Grammar: Personal pronouns. GRAMMAR
Personal pronouns I am young. You are young. She is young. We are young.
This is for me. This is for you. This is for her. These are for us.
You can find the complete explanation in the Checkbook.
What do the words in bold print mean in Dutch? 1 I’m not good at homework, but I am good at talking! 2 Kids come and ask me questions. 3 They’re really kind to me. 4 We’re not in the same class.
9
Grammar: Personal pronouns Use Grammar: Personal pronouns. Fill in the missing words. Example: We’re looking for the Go To club. Could you tell us where it is? 1 Paul and I are best friends. 2 Hi! How are you?
tell each other everything.
am fine, thanks.
3 Sally loves playing the piano.
is very good at it too!
4 Dylan can be so rude. I keep telling 5 I know Matt and Fiona.
he should knock first.
live in the centre of Bristol.
6 I think we are lost. Can you show
the way?
7 Where are my keys? I can’t find 8 Hi everybody! Do
anywhere.
all want to have a good time?
9 Pete loves his girlfriend. He is always kind to 10 Could you give
that book, please? I need it.
16
.
UNIT 1 Friends Lesson 1: Reading
10
Grammar: To be Use Grammar: To be. Find all forms of to be in the text. GRAMMAR
To be I you he / she / it we you they
am are is are are are
You can find the complete explanation in the Checkbook.
Hi. My name is Jonathan. I’m 13 and I live in Manchester. I am very tall and I have short black hair. I have two brothers, they’re twins. One is called Nigel and the other is called Ken. They are totally different. Nigel is crazy about music and Ken is really good at baseball. During the week, mum and dad are busy with their work, but at weekends we’re always together.
11
Grammar: To be Choose the correct form of to be. Use Grammar: To be. Hello, I (1) are / is / am Samantha. This (2) am / are / is my room. There (3) am / is / are a lot of things in it, I know. My mum and dad (4) am / is / are great, but they always tell me that my room (5) am / are / is a complete mess. That (6) am / are / is not true at all! Katie and I (7) am / is / are often in here, chatting and listening to music. My brother Dylan (8) am / are / is always coming into my room! I (9) are / is / am tired of telling him he should knock first! PRACTISE MORE Do you want to practise some more with Vocabulary and Grammar? Then you can do extra exercises on the New Interface website.
17
UNIT 1 Friends Lesson 1: Reading
Express yourself Solving teen problems
12
You’ve read about teens and their problems in school already. Now, here are four problems that teenagers can have and four situations that match these problems. Read the sentences. Then match the problems with their situations. You can’t get into the house. You are worried about not passing your English test. You are feeling lonely. You don’t know where the city centre is.
• • • •
• • • •
It’s the first day after the holidays and you and your best friend are at different schools. You think that this school is too difficult for you. You are new in Edinburgh and got off the bus too early. You come home from school and you find out that you have no key.
Solving teen problems
13
You are a new Go To mentor. Pupils at your school send you emails with their problems. Read the endings of these two emails: … I want to be a member, but I am a bit shy. Can you help me? Thanks, Cindy … The place was so messy, and the dogs were sleeping in my bed! I was not pleased. What can I do when this happens again? Can you give me some advice, please? Marc
a
When and where do you think Cindy and Marc have these problems?
b
What could you write to Cindy and Marc to help?
18
UNIT 1 Friends
14
Lesson 1: Reading
Looking back Did you finish the Express yourself exercises, and did you compare your answers to the model? Did you reach your goals? Tick the boxes.
• • •
Understanding which problems match which solutions.
◯
◯
◯
Understanding what Marc and Cindy’s problems are.
◯
◯
◯
Giving Marc and Cindy fitting (passend) advice.
◯
◯
◯
Did you tick or anywhere? Ask a classmate or your teacher for help. Then do the exercise again and check if you have done better this time. GET AHEAD Do you have extra time? Then do the Get ahead exercises on the New Interface website.
19
UNIT 1 Friends Lesson 2: Writing
Lesson 2: Writing LEERDOELEN
• • •
Communiceren – Je kunt communicatie gebruiken voor verschillende doelen. A1.2 – Je kunt een eenvoudig formulier invullen. A1.4 – Je kunt een paar korte, eenvoudige zinnen schrijven over jezelf of iemand anders.
TRY OUT What do you already know? Do the exercises on the New Interface website. Discuss with your teacher if you can skip some of the exercises in this lesson.
Get started Your hobbies
15 a
What are your hobbies?
b
What is special about your favourite hobby?
c
Do you keep a blog or write posts on social networks?
d
What do you write about? Make a list of subjects (onderwerpen) and compare with your classmate.
20
UNIT 1 Friends Lesson 2: Writing
Find out 16
Describing people Look at the picture.
Write down as many English words you can think of to describe these people. Describe what they look like and describe their personality.
17
Describing people Work with a classmate. Compare your words from the last exercise to this list: 1 blond hair, short hair, blue eyes, music lover, casual style, jacket, backpack, happy, trainers 2 not very tall, long hair, brown hair, brown eyes, beautiful, girly, slim, friendly, dress, high heels 3 tall, short hair, dark hair, dark eyes, music lover, guitar player, happy, trainers, long legs, T-shirt, trainers 4 long hair, red hair, sporty, football lover, normal height, skinny, football kit, football boots Which words did you miss? Also write down what the words mean in Dutch.
1
2 3 4
21
UNIT 1 Friends
Lesson 2: Writing
www.teenlifeblog.co.uk
Teen Life blog HOME
ABOUT US
BLOGGERS
CONTACT
search
Interested in blogging? Join the team! Are you good at stories or photography? Are you good with a computer? If your answer is ‘yes’, our Teen Life blog is the thing for you. Fill in the form below: First name Nathan Date of birth 27 April 2000 Surname Samuels Place of birth Brighton 14 Age Nationality British Email address natscricketbat@gmail.com
House number 21 Country East Sussex Street name Margaret Street Postcode BN1 5EG City Brighton Country United Kingdom Telephone number 07 546 215 536
Tell us something about yourself: My name is Nathan but everyone calls me Nat. I’ve got short, blond hair and bright blue eyes. I’m 14 years old and quite tall for my age. I love my gran’s apple pie, and I’m really into movies and cricket too. I’m in a cricket team with some older boys from my neighbourhood, but we’re not very good. I like practising my spin bowling in the park with them. We live in Brighton, but my mum is from a town near Salzburg. I’ve got an older sister in Austria. She can speak German. I haven’t got any brothers. My sister’s name is Sigrid. She’s 22 years old. She is at university in Vienna. I like visiting her and our grandparents in the school holidays. First name Stella Date of birth 12 August 2000 Surname Hougton Place of birth York 15 Age Nationality British Email address interstella@hotmail.co.uk
House number 11 Country North Yorkshire Street name Church Street Postcode YO1 3RJ City York Country United Kingdom Telephone number 07 697 345 361
Tell us something about yourself:
Upload your picture here:
Hi, I’m Stella and I’m 15. I’ve got long, dark hair and brown eyes. I’ve got a younger brother called Callum. He is 13. I’ve got a little sister too. Her name is Freya, and she is 11. We’re from York. I like hanging out with my family and friends and eating pizza. But best of all, I love the animals at the animal shelter. At weekends, I look after the dogs there. I’m good at photography, and I’m also good at football. But I’m not very good in goal, and I can’t play tennis!
Glossary pie neighbourhood spin bowling
taart buurt een crickettechniek
22
animal shelter (in) goal
asiel als keeper
UNIT 1 Friends Lesson 2: Writing
Reading a blog
18
First read the sentences. Then read Teen Life blog. Which sentences are true? Tick the boxes. ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯
Nat is lang en heeft blauwe ogen. Nat komt uit Oostenrijk. Nat is heel goed in cricket. Nat heeft een zus. Stella heeft lang donker haar en bruine ogen. Stella lust geen pizza. Stella werkt na schooltijd in het dierenasiel. Stella houdt van fotografie en is een goede voetbalkeeper.
Vocabulary Match
19 a
Use Vocabulary 1.2. Match the words with their English translation. Note: The letters in brackets will form a sentence from the top down. You’ll use this sentence in the next exercise. antwoord tamelijk verhaal fotografie oma deelnemen spreken iedereen zorgen voor formulier fel
b
• • • • • • • • • • •
• • • • • • • • • • •
photography (j) bright (o) everyone (i) quite (n) gran (t) story (h) join (e) speak (t) form (e) look after (a) answer (m)
Look at the exercise a again. The letters in brackets form a sentence from the top down. What is the sentence? The sentence is:
.
23
UNIT 1 Friends Lesson 2: Writing
Grammar 20
Grammar: To be Use Grammar: To be. Write these sentences in English. Use the correct form of to be. Note: Wanneer je zinnen schrijft, zorg dan dat je zin altijd begint met een hoofdletter en eindigt met een punt. Als je een vraag schrijft, eindigt je zin natuurlijk met een vraagteken. GRAMMAR
To be I you he / she / it we you they
am are is are are are
You can find the complete explanation in the Checkbook.
1 Ik ben goed in Engels. 2 Zijn jullie klaar? 3 Paul is heel aardig. 4 Wij zijn niet rijk. 5 Jullie zijn laat. 6 Zij is niet hier. 7 Ik ben niet moe. 8 Sue en Lisa zijn blond. 9 Bertie en ik zijn vrienden. 10 Hij is erg lang.
21
Grammar: A or an Use Grammar: A / an. Do you use a or an with the following words? GRAMMAR
A / an a long story / an apple You can find the complete explanation in the Checkbook.
1 a / an animal
6 a / an town
2 a / an apple pie
7 a / an twin sister
3 a / an editor
8 a / an uniform
4 a / an good story
9 a / an unit
5 a / an magazine
10 a / an village 24
UNIT 1 Friends Lesson 2: Writing
22
Grammar: A or an Use Grammar: A / an. Complete Hannah’s email. Hi Bill! I promised to write (1) (2)
few things about my life here in the Netherlands. So here is
email from me! We live in (3)
neighbourhood. I go to (5) often play (7)
flat in the centre of Utrecht. It is (4)
excellent school here. I have (6)
lot of friends. We
game of basketball in the park. Simone’s my best friend. She has (8)
older sister, Gwen. She’s (9)
athlete. I’m having (10)
great time here! I hope you
can come and visit me soon! Bye! Hannah
23
nice
Grammar: Personal pronouns Use Grammar: Personal pronouns. Complete the sentences. GRAMMAR
Personal pronouns I am young. You are young. She is young. We are young.
This is for me. This is for you. This is for her. These are for us.
This is my school. This is your school. This is her school. This is our school.
You can find the complete explanation in the Checkbook.
1 There is Nathan. This book is for
.
2 Today is Julie’s birthday. This card is for
.
3 Where is Henry?
is late today.
4 I have a hamster.
is called Cheeky.
5 Mike and Nick, this pie is for 6 I like Mandy.
! always looks after my cat.
7 Our grandparents visit 8 Gran always makes pizza for
every Sunday. and my sisters.
25
UNIT 1 Friends Lesson 2: Writing
Phrases 24
How do you say this in English? Use Phrases Writing. Complete the chat with the correct phrases. Note: Als je zinnen schrijft, zorg dan dat je zin altijd begint met een hoofdletter en eindigt met een punt. Als je een vraag schrijft, eindigt je zin natuurlijk met een vraagteken. Carol
Chris
Hi. I’m Carol. What’s your name?
(Ik heet Christopher maar iedereen noemt me Chris.) (1)
Hi Chris! Where do you live?
(Ik woon in Glasgow.) (2) And you?
(Wij komen uit Dover.)
Yes, that’s very far! What do you look like?
(3) Quite far away, Chris! (Ik heb lang donker haar en blauwe ogen.)
(Ik heb kort blond haar en bruine ogen.)
(4)
(5)
What about you? What are your hobbies?
(Ik houd erg van films en van voetbal. Ik ben goed in voetbal.) (6)
(Ik houd ook van voetbal. Maar het allerleukst vind ik tennis.)
Have you got any brothers or sisters? I have got two brothers.
(7)
(8)
(Ik heb een broer die George heet. Ik heb ook nog een klein zusje.)
(Ik vind het leuk om bij mijn familie te zijn.)
(9)
Me too! They’re nice!
26
(10)
UNIT 1 Friends Lesson 2: Writing
PRACTISE MORE Do you want to practise some more with Vocabulary, Grammar and Phrases? Then you can do extra exercises on the New Interface website.
Express yourself 25
Chatting about yourself You are Gillian. On a chat forum you meet someone your own age. You start chatting and you answer the other person’s questions. Note: Wanneer je zinnen schrijft, zorg dan dat je zin altijd begint met een hoofdletter en eindigt met een punt. Als je een vraag schrijft, eindigt je zin natuurlijk met een vraagteken. Write down the sentences in English. Say: ... dat je Gillian heet, maar dat iedereen je altijd Gill noemt. (1) ... dat je uit Cardiff komt. (2) ... dat je een jongere broer hebt. (3) ... dat hij Liam heet en dat hij 12 jaar is. (4) ... dat je erg van films en muziek houdt. (5) ... dat je goed bent in basketbal. (6) ... dat je niet zo goed bent in voetbal. (7) ... dat je computerspelletjes spelen het allerleukste vindt. (8)
27
UNIT 1 Friends
Lesson 2: Writing
Telling someone about yourself
26
Now tell your classmate all about yourself. Finished? Switch roles. Note: You can use the information from the previous exercise. You can also make something up.
Filling in a form about yourself
27
Read Teen Life blog. You have read the advert about the Teen Life blog and want to take part. Fill in the form and introduce yourself and your family.
a
Fill in the form with your personal details.
• • • • •
Introduce yourself: name, age, where do you live, what do you look like? Say something about your family: have you got any brothers and sisters? Give their names and ages. Say something about your hobbies and interests. Say what you are good at (and not so good at)! www.teenlifeblog.co.uk HOME
ABOUT US
BLOGGERS
CONTACT
search
Fill in the form below and email it to: monifa@teenlife.co.uk First name: Age: Place of birth:
Surname: Date of birth: Nationality:
Address House number: City: Postcode: Email address:
Street name: County: Country: Telephone number:
Tell us something about yourself (+/- 100 words):
b
Team up with a classmate and read your classmate’s form. Tell your classmate what you really like about their form. Also give some tips about the things your classmate could improve.
28
UNIT 1 Friends
28
Lesson 2: Writing
Looking back Did you finish the Express yourself exercises, and did you compare your answers to the model? Did you reach your goals? Tick the boxes.
• • • •
Writing down eight sentences about yourself.
◯
◯
◯
Filling in a form.
◯
◯
◯
Describing your family members.
◯
◯
◯
Using the correct words and phrases.
◯
◯
◯
or anywhere? Ask a classmate or your teacher for help. Then do the exercise Did you tick again and check if you have done better this time. GET AHEAD Do you have extra time? Then do the Get ahead exercise on the New Interface website.
29
UNIT 1 Friends Lesson 3: Listening and watching
Lesson 3: Listening and watching LEERDOELEN
• • • • •
Probleem oplossen – Kan vertellen in welke situatie het probleem of de vraag zich voordoet. A1.4 – Je kunt namen, getallen en bekende woorden verstaan (luisteren). A2.2 – Je kunt het onderwerp van een gesprek bepalen (luisteren). A2.5 – Je kunt relevante informatie begrijpen in korte geluidsopnames over alledaagse zaken (luisteren). A1.5 – Je kunt het onderwerp van korte filmpjes bepalen (kijken).
TRY OUT What do you already know? Do the exercises on the New Interface website. Discuss with your teacher if you can skip some of the exercises in this lesson.
Get started 29
Answering questions about friendship Friends come and go in your life, but what makes a good friend?
a
Write down the things you think are important in a friend. Write at least five things.
b
Who is/are your best friend(s), and why?
c
Do you like sleepovers with your friends? Why (not)?
30
UNIT 1 Friends
Lesson 3: Listening and watching
Find out Understanding a conversation between friends
30
You are going to listen to Adam and Ben. What’s happening? Listen to Goodnight Mr Tarantino! and use the Tip: Preparing for listening. Put the pictures in the correct order. TIP
Preparing for listening
Before listening, read what you need to do. It will help you focus when listening. Also think about the topic for a minute before listening. If you know what to expect, listening is easier.
1
2
3
4
5
6
Correct order:
Understanding details in a conversation
31
Listen to Goodnight Mr Tarantino! again.
a
Read the following statements and complete the sentences. Choose the correct number or word for each sentence. 1 There are 82 / 62 steps in Ben’s house. 2 Ben’s sister is 16 / 14 years old. 3 Katy is angry with Adam, because he said her boyfriend is cute / an idiot. 4 Adam’s brother is only 4 / 3 years old. 5 Ben’s dad loves tennis / films. 6 There are 7 / 9 bedrooms and 7 / 5 bathrooms in Ben’s house. 7 Ben’s parents are in the living room / dining room. 8 Adam thinks Return of the Midnight Killers is fascinating / boring. 9 Ben’s bedroom is on the second / third floor. 10 Adam goes into Ben’s parents’ / Ben’s sister’s bedroom. 31
UNIT 1 Friends Lesson 3: Listening and watching
b
The next day, Adam is telling a friend about the sleepover at Ben’s house. What does he say? Complete the sentences. Write down as many things as you can remember. ‘I was at Ben’s house yesterday for a sleepover. He lives in a beautiful house! The house is really big. There are
.
Ben’s bedroom is
.
It has
.
Ben’s sister is
.
She
.
And later on she said
.
Ben’s dad is into
.
His dad even has his
.
It is
.
And it’s got
!’
Vocabulary 32
Fill in Use Vocabulary 1.3. Complete the sentences with the correct words. Note: Wanneer je losse woordjes in moet vullen in een zin, gebruik dan een kleine letter als het woord midden in de zin staat. Staat het woord aan het begin van de zin, gebruik dan een hoofdletter. Note: There are three extra words. Choose from: boyfriend – floor – follow – if – moment – return – seats – serious – shelf – true – upstairs. 1 My sister is sixteen. She has got a
called Timothy.
2 My parents’ bedroom is downstairs. My bedroom is
.
3 I’m afraid you have to stand. There aren’t enough
.
4 There are nine bedrooms in this house. – Nine!? Are you
?
5 Where is the bathroom? – I will show you. Just
me.
6 Could you please give me that book? It’s on the top 7 We can go outside and play tennis
you like.
8 You can take the lift. The office is on the third
33
.
.
Conversation Team up with a classmate. Use Vocabulary 1.3. One of you uses speech card 1, the other uses speech card 11. The person with speech card 1 starts.
32
UNIT 1 Friends Lesson 3: Listening and watching
Find out 34
Before watching In this video Alex and Bella are talking about Alex’s birthday. Alex’s party is in two days, but there is one problem. Use the Tip: Before watching. TIP
Before watching Before watching a video: • Read the information about the video. • Think of what it can be about. • Read the questions, they can also give you clues.
What do you think the problem with Alex’s party can be? Write down three possible answers.
1 2 3 35
Watching a video Watch FriendMatch. What is the main theme of the video? ◯ ◯ ◯ ◯
36
finding new friends friendship between Bella and Alex organising a party social media
Answering questions about a video Read the statements first. Then watch FriendMatch again. Are the statements true or false? true
false
1 Bella is holding a tablet.
◯
◯
2 Alex has too many brownies.
◯
◯
3 Alex has invited too many friends.
◯
◯
4 Alex is excited about Bella's app.
◯
◯
5 Alex's hobbies are football, tennis and running.
◯
◯
6 The first match is a boy.
◯
◯
7 Bella says that Lydia looks like her French teacher.
◯
◯
8 Bella holds the phone the whole time.
◯
◯
33
UNIT 1 Friends Lesson 3: Listening and watching
Understanding details in a video
37
Watch FriendMatch again. Answer the questions.
1 How is Bella sitting at first? 2 Why can’t Bella have a brownie? 3 What is FriendMatch? 4 What is Alex doing wrong with his first match, Lydia? 5 How can you see that Eric is an American? 6 Where does Alex put the brownies for him and Samantha?
38 a
b
Finding new friends Ben and Adam are friends. Alex wants to find some new friends. How important are friends to you? Can you think of situations where you would want to find new friends? Write down three situations.
You’ve made new friends. What do you do when you hang out with them? Make a list of your favourite activities, and things you always do together. Also write down one thing you would still like to do with your best friend. Our favourite activities:
We always:
I’d still like to:
PRACTISE MORE Do you want to practise some more with Vocabulary? Then you can do extra exercises on the New Interface website.
34
UNIT 1 Friends
Lesson 3: Listening and watching
Express yourself Planning a sleepover
39
Werk samen met een klasgenoot. Jullie willen samen een film gaan kijken. Omdat jullie denken dat het laat wordt, lijkt het je leuk om er een logeerpartij van te maken. Je gaat met elkaar overleggen bij wie dat het handigst is. Je wilt het liefst bij jou thuis slapen.
40
a
Zet eerst de voordelen en nadelen van het logeren bij jou thuis in het Engels op een rij. Gebruik je fantasie. Denk bijvoorbeeld aan waar je huis is of aan huisgenoten.
b
Besluit nu in een gesprek waar de logeerpartij gaat plaatsvinden. Je spreekt Engels met elkaar. Vertel om beurten wat je argumenten zijn om bij jou te logeren. Gebruik je notities uit de vorige opdracht maar spreek in complete zinnen. Wie had de meeste en de beste positieve punten? Als je besloten hebt waar de logeerpartij zal zijn kijk je ook nog naar elkaars lijstje met nadelen. Blijven jullie bij het besluit?
Looking back Did you finish the Express yourself exercises, and did you compare your answers to the model? Did you reach your goals? Tick the boxes.
• • •
Understanding familiar (bekende) words in a conversation.
◯
◯
◯
Understanding what my classmate means.
◯
◯
◯
Speaking in full sentences.
◯
◯
◯
Did you tick or anywhere? Ask a classmate or your teacher for help. Then do the exercise again and check if you have done better this time. GET AHEAD Do you have some extra time? Then do the Get ahead exercise on the New Interface website.
35
UNIT 1 Friends Lesson 4: Speaking
Lesson 4: Speaking LEERDOELEN
• • • • • •
Sociale en culturele vaardigheden – Je toont inlevingsvermogen en belangstelling voor anderen. A1.1 – Je kunt jezelf en anderen voorstellen en reageren als iemand voorgesteld wordt (gesprek). A1.4 – Je kunt getallen uitspreken en verstaan (gesprek). A1.5 – Je kunt informatie over mensen en plaatsen vragen of geven (gesprek). A1.5 – Je kunt eenvoudige vragen stellen en beantwoorden over vertrouwde onderwerpen (gesprek). A1.1 – Je kunt informatie over jezelf geven (spreken).
TRY OUT What do you already know? Do the exercises on the New Interface website. Discuss with your teacher if you can skip some of the exercises in this lesson.
Get started Talking about part-time jobs
41
Discuss the questions with a classmate and make notes.
a
Why do you think young people often have part-time jobs?
b
What sort of jobs do your friends have?
c
What part-time job would you like to do? Make a top three of your ideal jobs and compare it with your classmate’s.
36
UNIT 1 Friends Lesson 4: Speaking
Find out THE INTERVIEW Juliet
ello! Welcome to our office. Come in, have a seat. My name is Juliet. I’m the editor H of the school newsletter. Harry Hi, I’m Harry. Pleased to meet you! Juliet Hey, I like your accent! Where are you from? Harry I’m from Glasgow! Juliet So, how are you feeling? A bit nervous? Harry I’m okay, thanks! Juliet Harry, this is Assan. He’s my assistant editor. Harry Hi Assan! Nice to meet you! Assan Hello Harry! How are you doing? I think I know your sister – Mel Johnson? The girl with the long, red hair? Harry Yes, that’s right, she is my sister. Are you in the same form as her? Assan Yeah, 10B! What form are you in? Harry I’m in 7E,. I’m twelve. Juliet So, do you have any hobbies, Harry? Tell us a bit more about yourself! Harry I’m really into reading and karate. Those are my favourite hobbies. I spend hours reading: books, magazines, newspapers. I collect film magazines. I practise my karate a lot, too. And I’m very confident. Juliet Yes, you are very confident! This newsletter needs a new writer ... Harry I can write interesting articles. Here’s an article I did about the karate club! Juliet Wow, that article looks fun! So, do you like the school newsletter? Harry Yes, I think it’s cool! I think these student newsletters are very important. Assan I’ve got one more question, Harry. I’m curious about karate. Can you show us a cool karate move? Harry Er, sure! Here goes ... An hour later Assan Hi Harry! How is it going? Harry I’m fine, thanks Assan. What’s the news? Tell me, please! Assan Hey, chill out! Congratulations, you are the new writer for the newsletter! Harry I can’t believe it! That’s great news! So, Juliet likes my article about karate? Assan Yeah, and she loves your karate moves!
Glossary have a seat newsletter
ga zitten nieuwsbrief
chill out!
37
rustig maar
UNIT 1 Friends Lesson 4: Speaking
42
Listening to an interview Listen to The interview. Choose the correct answers. 1 Hoe stelt Harry zich voor? a. Hi, I’m Harry. Pleased to meet you! b. I’m from Glasgow! 2 Hoe vraagt Juliet hoe het met Harry gaat? a. Where are you from? b. So, how are you feeling? 3 Hoe vraagt Assan in welke klas Harry zit? a. Aren’t you Mel Johnson’s brother? b. What form are you in? 4 Hoe zegt Harry dat hij ergens erg van houdt? a. I’m really into reading and karate. b. I practise my karate a lot. 5 Hoe zegt Harry dat hij veel zelfvertrouwen heeft? a. I can write interesting articles. b. I’m very confident.
43
Understanding an interview Read The interview. Are the sentences true or false? true
false
1 Juliet and Harry meet in the school hall.
◯
◯
2 Harry’s sister has got long red hair.
◯
◯
3 Assan is in the same form as Harry.
◯
◯
4 Juliet needs a new assistant editor.
◯
◯
5 Assan wants to see a karate move.
◯
◯
6 Juliet tells Harry that he is the writer of the newsletter.
◯
◯
38
UNIT 1 Friends Lesson 4: Speaking
Vocabulary 44
1
Puzzle Use Vocabulary 1.4. Fill in the English translations of the words. Then fill in the puzzle. Across 3. verzamelen 6. dus
2
7. tijdschrift
4 3
9. kantoor
5
10. schrijver 6
Down
8
1. assistent
7
2. krant 9
4. fietsen 5. zeker 8. artikel
10
Grammar 45
Grammar: This / that / these / those Use Grammar: This / that / these / those. Fill in the correct words. GRAMMAR
This / that / these / those dichtbij ver(der) weg
this paper that paper
these papers those papers
You can find the complete explanation in the Checkbook.
1 Do you see
birds over there, high in the sky?
2 I’m really looking forward to eating 3 Look, 4 I am going to use 5 Can you see 6 Do you see 7 I think I will take 8 I have to read all
hamburger I have got in my hands!
car across the street is really old! apples in my bag here for the apple pie. trees at the top of that hill? man over there? Has he missed the train? jumper I’m wearing right now. letters here on my desk today. 39
UNIT 1 Friends Lesson 4: Speaking
46
Grammar: Cardinal numbers Use Grammar: Cardinal numbers. Use the tip: Pronunciation of numbers.
a
First, think of ten numbers between 10 and 100. Write them down. Don’t show them to your classmate. Then read the numbers out loud to your classmate. Your classmate writes them down – in numbers and in full. GRAMMAR
Cardinal numbers My grandma has eight cats. I am thirteen. Karen is twenty. You can find the complete explanation in the Checkbook.
TIP
Pronunciation of numbers
How can you say the numbers 14 and 40 so they don’t sound the same? Stress –teen in 14. Also clearly say the –n at the end. Stress for– in 40. The same goes for 13 – 30, 15 – 50 and so on.
Example: • you: 23 • your classmate: 23, twenty-three
b
Now check your classmate’s numbers. Are they correct? Are they spelled correctly too?
40
UNIT 1 Friends Lesson 4: Speaking
Phrases 47
How do you say this in English? Use Phrases Speaking. Have a conversation with your classmate in English. Ask each other questions and give short answers. Vertel elkaar ... • dat je het leuk vindt om kennis te maken. Vraag aan elkaar ... • hoe het met de ander gaat. • hoe oud hij/zij is. • waar hij/zij woont. Vertel elkaar ... • wat je favoriete hobby is. • waar je gek op bent. • wat je verder nog wilt zeggen over jezelf. PRACTISE MORE Do you want to practise some more with Vocabulary, Grammar and Phrases? Then you can do extra exercises on the New Interface website.
Express yourself 48
Having a conversation about yourself Use Phrases Speaking. Team up with a classmate and play the part. One of you is Juliet, the other is Dennis. Juliet (Begroet de ander en stel jezelf voor.) Dennis (Groet, stel jezelf voor en zeg dat je het leuk vindt om kennis te maken.) Juliet Are you new here? Dennis That’s right. I’m new at school. Juliet (Vraag waar Dennis vandaan komt.) Dennis (Zeg dat je uit Birmingham komt.) Juliet I see. (Vraag in welke klas Dennis zit.) Dennis (Zeg dat je in klas 11c zit.) Juliet (Vraag hoe oud Dennis is.) Dennis (Zeg dat je dertien bent.) Juliet Can you tell me a bit about yourself? Dennis (Zeg dat je favoriete hobby’s lezen en schrijven zijn.) Juliet Are you sporty too? Dennis (Zeg dat je erg houdt van karate en voetbal.) Juliet That’s great! I like football too! Dennis (Zeg dat je voetbaltijdschriften verzamelt.) 41
UNIT 1 Friends
49
Lesson 4: Speaking
Having a conversation with a stranger Team up with a classmate. First, read the tip: Inlevingsvermogen. You are going to have two conversations. One of you needs speech card 2 and speech card 22. The other needs speech card 12 and speech card 2. Play the role. Take a minute to prepare. One of you starts with speech card 2, the other starts with speech card 12. Don’t look at each other’s cards! TIP
Inlevingsvermogen
Bij communicatie hoort ook dat je je kunt inleven in een ander. Dat kan in allerlei situaties belangrijk zijn. Bijvoorbeeld als iemand nieuw is in de klas en zich duidelijk nog ongemakkelijk voelt. Door je voor te stellen hoe de ander zich voelt is het makkelijker om met diegene te praten. Door te laten zien dat je belangstelling hebt en iemand probeert te begrijpen ... • krijg je een beter gesprek; • geef je de ander een goed gevoel; • bouw je een band op met iemand.
50
Looking back Did you finish the Express yourself exercises, and did you compare your answer to the model? Did you reach your goals? Tick the boxes.
• • • •
Introducing yourself.
◯
◯
◯
Reacting to someone introducing themself.
◯
◯
◯
Asking someone questions about themself.
◯
◯
◯
Telling someone things about yourself.
◯
◯
◯
or anywhere? Ask a classmate or your teacher for help. Then do the exercise Did you tick again and check if you have done better this time. GET AHEAD Do you have extra time? Then do the Get ahead exercise on the New Interface website.
42
UNIT 1 Friends Lesson 5: Project
Lesson 5: Project LEERDOELEN
•
Je past je life én language skills toe in een project.
The speed date game Introduction In dit project ga je na de voorbereiding in groepjes van vier een speeddatespel spelen. Daarna gaat één persoon uit elk groepje het spel met de rest van de klas spelen. Door je goed voor te bereiden en het spel eerst in een klein groepje een paar keer te oefenen kan jouw groepje het beste van de klas worden.
Getting ready In deze voorbereiding ga je eerst in 10-15 minuten zelf een situatie bedenken en notities maken in het Engels. Gebruik je fantasie en bedenk een situatie waarin je jezelf moet voorstellen in het Engels. Bedenk waar, wanneer en met wie je dan zou zijn. Bedenk ook waarom je je moet voorstellen aan deze persoon of groep mensen. Schrijf op wat je hebt bedacht.
• • • • •
What is the situation? Where are we? When is it? Who is with me? Why introduce myself?
Schrijf de lijstjes in het Engels op. Bedenk wat in deze situatie belangrijk is om over jezelf te vertellen. Maak ook een lijstje van de dingen die niet belangrijk zijn om in deze situatie over jezelf te vertellen. In het derde lijstje zet je wat je in deze situatie zeker niet wilt vertellen. Dat kan grappig zijn of juist serieus.
1 Important to tell: … 2 Not important to tell: … 3 Absolutely don’t tell: … Als iedereen klaar is kun je aan de speeddates beginnen.
43
UNIT 1 Friends
Lesson 5: Project
Doing the speed dates Je stelt jezelf voor met de gegevens uit de lijst important to tell. Je vertelt ook wat je hebt opgeschreven bij not important to tell en absolutely don’t tell. Je klasgenoot mag vragen stellen in het Engels om erachter te komen wat de situatie is. Maak twee tweetallen. Met iemand uit je groepje speel je het spel. Als het antwoord geraden is wissel je van rol. Als jullie speeddate klaar is maak je een nieuw tweetal tot je met de iedereen uit je groepje gespeeld hebt.
Discussing Bepaal samen wie de leukste of meest verrassende situatie had bedacht met de beste omschrijvingen. Diegene gaat namens jullie groepje het speeddatespel spelen met de rest van de klas. Neem drie minuten voor overleg met je groepje. Geef nog tips mee om de lijstjes of de situatie te verbeteren. Iemand anders uit jullie groepje mag helpen door te bepalen wie uit de klas een vraag mag stellen. Bepaal samen wie die persoon gaat zijn.
Playing with your class Nu stelt de winnaar van elk groepje zich op dezelfde manier voor aan de hele klas en speelt het spel. De helper bepaalt wie een vraag mag stellen. Als alle groepjes zijn geweest en de situaties bekend zijn bepaal je welk groepje de leukste / interessantste situatie had. Meeste stemmen gelden en je stemt niet mee voor je eigen groepje.
Looking back Did you finish the project? Did you reach your goals? Tick the boxes.
• • • • • • • •
Thinking up a situation where you have to introduce yourself.
◯
◯
◯
Asking questions that show a real interest in the other person.
◯
◯
◯
Using respectful communication to work as a group.
◯
◯
◯
Making three separate lists.
◯
◯
◯
Introducing yourself.
◯
◯
◯
Asking questions about other people.
◯
◯
◯
Giving information about yourself.
◯
◯
◯
Use of grammar, vocabulary and phrases.
◯
◯
◯
44
UNIT 1 Friends Lesson 5: Project
Room for improvement Not happy with how you did on parts of your project? Decide what you want to work on in the future. Tick the boxes of the things you want to work on. ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯
Preparation Asking questions Respectful communication Introducing yourself Describing yourself Vocabulary Grammar Phrases Other:
SELF-TEST After the lessons you can do the Self-test on the New Interface website.
45