Omslag TM • Als opvoeden niet vanzelf gaat • studio Pietje Precies bno, Hilversum 2014 rugdikte: 24,5 mm • formaat 170 * 243 mm • fc
De lezer maakt eerst kennis met orthopedagogiek en de betekenis hiervan voor problematische opvoedingssituaties. Vervolgens wordt aandacht besteed aan de bagage waarover een professionele opvoeder (jeugdzorgwerker of leerkracht) dient te beschikken. Daarna komt het (ortho)pedagogisch handelen bij veel voorkomende problemen en stoornissen aan de orde. Het boek sluit af met een korte bespreking van de ontwikkelingen in het werkveld. In de tweede druk wordt aandacht besteed aan de laatste ontwikkelingen op deze gebieden. Zoals de visies op (problemen binnen) de opvoeding, de DSM-5, bewezen effectieve behandelingen, formalisering van professionaliteit door middel van registratie in jeugdzorg en onderwijs en de herziening van het zorg- en onderwijsstelsel. Het boek start met een voorwoord van emeritus hoogleraar J. Kok.
Als opvoeden niet vanzelf gaat
Bij zo’n tien tot vijftien procent van de kinderen verlopen ontwikkeling en opvoeding echter niet vanzelf. Dit uit zich veelal in achterstanden en probleemgedrag bij het kind en een grote handelingsverlegenheid bij de opvoeders. Factoren bij het kind, in het gezin en in de omgeving van het gezin kunnen leiden tot grote risico’s voor de ontwikkeling. Ook in deze gevallen blijft opvoeding een centrale rol spelen bij het opgroeien van het kind. Waar dat opvoeden niet meer vanzelf gaat, kunnen professionals vanuit een orthopedagogische invalshoek een bijdrage leveren aan een maximaal ‘herstel van het normale leven’. Dat vraagt van hen een speciale deskundigheid. In dit boek worden hiervoor de bouwstenen geleverd.
Van Hoof / De Vries
Alle kinderen zijn op opvoeding aangewezen. Binnen de vanzelfsprekendheid van een pedagogische relatie en de wederzijdse betrokkenheid tussen opvoeder en kind ontwikkelt het kind zich op weg naar volwassenheid. Meestal verloopt dit proces zonder al te veel problemen, al kunnen ouders hier nog wel eens onzeker over zijn. Die onzekerheid kan in het algemeen ondervangen worden door een goede voorlichting of opvoedingsondersteuning.
Als opvoeden niet vanzelf gaat Orthopedagogiek in de praktijk Liesbeth van Hoof Marleen de Vries
Deze uitgave is in de eerste plaats bedoeld voor studenten die worden opgeleid voor het (ortho)pedagogisch werkveld en voor het onderwijs. Maar ook voor professionals die hun kennis willen actualiseren en verdiepen, is dit boek een verrijking.
OMS_alsopvoedennietvanzelf2014_06.indd 1
11-04-14 09:30
Als opvoeden niet vanzelf gaat Orthopedagogiek in de praktijk Liesbeth van Hoof, Marleen de Vries
15633_boek_HSAO.indb 1
17-04-14 14:31
Auteurs Liesbeth van Hoof Marleen de Vries Redactie Singeling Tekstproducties, Amersfoort Ontwerp Studio Pietje Precies, Hilversum
Over ThiemeMeulenhoff ThiemeMeulenhoff is dé educatieve mediaspecialist en levert educatieve oplossingen voor het Primair Onderwijs, Voortgezet Onderwijs, Middelbaar Beroepsonderwijs en Hoger Onderwijs. Deze oplossingen worden ontwikkeld in nauwe samenwerking met de onderwijsmarkt en dragen bij aan verbeterde leeropbrengsten en individuele talentontwikkeling. ThiemeMeulenhoff haalt het beste uit élke leerling.
Opmaak Studio Imago, Amersfoort Beeld omslag Stephan Maaskant, Rotterdam
Meer informatie over ThiemeMeulenhoff en een overzicht van onze educatieve oplossingen: www.thiememeulenhoff.nl of via de Klantenservice 088 800 20 16
Cartoons Stephan Maaskant, Rotterdam
ISBN 978 90 069 7819 3 Tweede druk, eerste oplage, 2014
Technisch tekenwerk Studio Imago, Amersfoort
© ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2014 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
Deze uitgave is voorzien van het FSC-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw voor het gebruikte papier op een verantwoorde manier heeft plaatsgevonden.
15633_boek_HSAO.indb 2
17-04-14 14:31
Woord vooraf
3
Woord vooraf Het idee om een boek te gaan schrijven over orthopedagogiek ontstond drie jaar geleden, als een grappige inval. We waren voor de zoveelste keer bezig met het knippen en plakken van teksten voor een reader voor het nieuwe schooljaar en vroegen ons mopperend af waarom er nog steeds geen geschikt boek was waar alles wat we nodig hadden in stond. ‘Dan schrijven we het toch gewoon zelf?’ suggereerde een van ons. ‘Waarom eigenlijk niet?’ was de vraag die daar later op volgde. En zo zijn we, eerst nog aarzelend, gestart. We dachten dat we er snel mee klaar zouden zijn, omdat we het onderdeel ‘orthopedagogiek’ al een paar jaar verzorgden bij Fontys Hogeschool Pedagogiek. Maar toen we ons verdiepten in alles wat er in de afgelopen jaren is geschreven, gedaan en gedacht op het terrein van orthopedagogiek, kwamen we er al snel achter dat we er daarmee niet waren. Het terrein bleek nog breder en kleurrijker dan we al wisten en het viel niet altijd mee om dat op een compacte manier weer te geven binnen het voorgenomen aantal bladzijden. Bovendien wilden we dat het boek over orthopedagogiek ging, over ‘opvoeden als het gewone opvoeden niet meer vanzelf gaat’. We wilden niet zozeer schrijven over psychiatrische beelden, handelingsplannen of speciale methodieken, maar over de opvoedingsrelatie, waarbinnen onder meer kennis over psychiatrische beelden, handelingsplannen en methodieken kan worden ingezet. Gek genoeg konden we daar niet zoveel bronnen voor vinden. We hebben een proces doorlopen van zoeken, lezen, denken en discussiëren, waarbij ook onze eigen kennis van orthopedagogiek verdiept is. De weerslag daarvan is dit boek geworden. Het is in de eerste plaats bedoeld voor studenten die worden opgeleid voor het (ortho)pedagogisch werkveld en het onderwijs. Daarnaast is het ook geschreven voor professionele opvoeders die hun kennis willen actualiseren en verdiepen. Bij het schrijven van dit boek hebben we dankbaar gebruik kunnen maken van de adviezen en kritische opmerkingen van collega’s van Fontys, uit het werkveld en van onze familie en vrienden. We bedanken vooral Prof. J.F.W. Kok, Arjen de Vries, Jos Hoogveld, Rosa Commijs, Trees Das, Bas Levering, Age Visser, Inge Saris, Ad Donkers, Ceska Hiltermann, Eef Dooren, Jeanine Strobbe, Maaike de Koning, Jaap Pellen, Marisa Nijkamp, Lia van Rosmalen, Lotte Verpalen, Frank van der Schans, Alex van der Zee en Stephan Maaskant en ten slotte Janneke, Loes en Marleen als voortdurende bronnen van inspiratie.
15633_boek_HSAO.indb 3
17-04-14 14:31
4
Bij de tweede druk Ontwikkelingen in de zorg en in het onderwijs zijn de laatste jaren snel gegaan. Onder invloed van de veranderende visie op zorg voor jeugd en de rol van de samenleving daarbij maar ook ten gevolge van bezuinigingen worden op dit moment de transitie in de jeugdzorg en het passend onderwijs ingevoerd. Deze ontwikkelingen worden in deze herdruk beschreven, evenals de gevolgen ervan voor de inrichting van het werkveld (deel 4) en de wijze waarop hulp en ondersteuning worden geboden (deel 3). Een andere belangrijke ontwikkeling is de invoering van de DSM-5. De Nederlandse vertaling daarvan is bij het schrijven van deze herdruk nog niet gepubliceerd. We hebben de informatie uit de Engelstalige versie verwerkt in deel 3 en daarbij waar nodig eigen vertalingen gehanteerd. In deel I wordt aandacht besteed aan een aanpassing van het assenstelsel van Prof. Kok, zoals we die hebben overgenomen uit de laatste herdruk van zijn boek ‘Opvoeden als beroep’. We zijn Prof. Kok dankbaar voor zijn persoonlijke toelichting op deze visie en voor het meekijken naar onze beschrijving daarvan. Niet op de laatste plaats komen de ontwikkelingen op het gebied van professionalisering van het beroep aan de orde (deel 2). Op dit moment is registratie van de jeugdzorgwerker verplicht, over enkele jaren zal hetzelfde het geval zijn voor leerkrachten en docenten. Deze ontwikkeling heeft invloed op de positie, de verantwoordelijkheid en de autonomie van de professional. Er wordt een extra appel gedaan op zijn vermogen tot besluiten nemen en handelen in complexe situaties. Dat benadrukt het belang van planmatig werken en de professionele inzet van zichzelf als instrument. Kennis van wat werkt en hoe daarvan gebruik kan worden gemaakt in het dagelijks werk is van groot belang. Bij de verkenning daarvan hebben we gebruik mogen maken van de laatste versie van het Integratieve Werkzame Factorenmodel van Huub Pijnenburg. Niet op de laatste plaats is in deze herdruk meer aandacht voor het thema ‘veiligheid’ als essentieel kenmerk van een (ortho)pedagogisch klimaat en voor diversiteit. Liesbeth van Hoof Marleen de Vries Maart 2014
15633_boek_HSAO.indb 4
17-04-14 14:31
5
Inhoud
Inhoud
Woord vooraf
3
Bij de tweede druk
4
Voorwoord
10
Inleiding
12
DEEL 1
DE PROBLEMATISCHE OPVOEDING Inleiding
15 16
1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.4.1 1.4.2
Wat is orthopedagogiek? Als opvoeden niet vanzelf gaat Opvoeden Pedagogiek Orthopedagogiek Het object van de orthopedagogiek als wetenschap Het object van de orthopedagogiek in de praktijk
17 18 19 23 25 27 32
2 2.1 2.1.1 2.1.2 2.2
De geschiedenis van de orthopedagogiek 41 Geschiedenis van de speciale zorg en opvoeding voor speciale kinderen 42 Zorg en opvoeding voor kinderen met een beperking of stoornis 44 Zorg en opvoeding voor verwaarloosde of criminele kinderen 46 Het ontstaan van de orthopedagogiek 48
3 3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.3 3.4 3.4.1
De orthopedagogiek als wetenschap De orthopedagogische wetenschap Wetenschap Wetenschappelijk onderzoek Wetenschappelijke theorie De empirische cyclus Wetenschappelijke stromingen De geesteswetenschappelijke stroming De empirisch-analytische stroming De maatschappijkritische stroming Theorie en praktijk De orthopedagogische theorie van Kok De orthopedagogische vraagstelling
15633_boek_HSAO.indb 5
57 59 59 60 63 65 66 67 68 68 69 71 72
17-04-14 14:31
6
3.4.2 3.4.3 3.4.4 3.4.5 3.4.6
Het opvoedingsproces Ontwikkelingsaspecten Opvoedingsaspecten StrategieĂŤn Orthopedagogiek en opvoedkundig handelen
DEEL 2 DE PROFESSIONELE OPVOEDER Inleiding
15633_boek_HSAO.indb 6
73 74 81 81 85 87 88
4 4.1 4.2 4.3
Professionaliteit en professionalisering Professionaliteit Professionalisering Formalisering van professionaliteit
89 91 99 103
5 5.1 5.2 5.3 5.3.1 5.3.2 5.4 5.5 5.5.1 5.5.2 5.5.3 5.5.4 5.5.5 5.5.6 5.5.7
Planmatig werken Planmatig werken Het besluitvormingsproces Methodiek en interventie Evidence based interventies versus practice based interventies Werkzame factoren Wat werkt De regulatieve cyclus Probleemstelling Eerste reflexieve pauze Diagnose Tweede reflexieve pauze Plan Ingreep Evaluatie
106 108 110 112 114 116 120 121 123 124 130 131 131 136 136
6 6.1 6.2 6.3
Het professioneel inzetten van de eigen persoon als instrument De professionele opvoedingsrelatie Het handelen als professional Welke inzet werkt?
139 141 148 150
DEEL 3 PROBLEMATISCHE OPVOEDINGSSITUATIES Inleiding
153 154
7 Het analyseren van een problematische opvoedingssituatie 7.1 Typering van een problematische ontwikkeling: kenmerken en classificatie
155 156
17-04-14 14:31
7
Inhoud
7.2 7.2.1 7.2.2 7.2.3 7.3
Theoretisch kader Ontwikkelingsopgaven en opvoedingsopgaven Het sociaal-ecologisch model en transactioneel model Risicofactoren en beschermende factoren Integratie van modellen en classificatiesystemen
162 162 163 167 174
8 8.1 8.1.1 8.1.2 8.1.3 8.2 8.2.1 8.2.2 8.2.3 8.2.4 8.3 8.3.1 8.3.2
Gezinsproblemen Het gezin De systeemtheorie Het gezin als systeem De opvoedingstaak van het gezin Ouderschap Illusies Pedagogisch besef Ouderschap bij kinderen met een beperking of stoornis Samenwerken met en begeleiden van ouders Gezinsproblemen Kindermishandeling Kinderen van ouders met psychiatrische problemen
177 178 179 181 185 186 187 189 190 191 192 192 204
9 9.1 9.2 9.3 9.4 9.5 9.5.1 9.5.2 9.6
Problemen in de baby-peutertijd Ontwikkelingsopgaven Opvoedingsopgaven Problemen bij de ontwikkeling en opvoeding Problemen op het gebied van hechting Problemen met de voeding en het slapen in de vroege kinderjaren Slaapproblemen en slaapstoornissen Voedings- en eetstoornissen Autismespectrumstoornissen
207 208 211 211 213 219 219 222 223
10 10.1 10.2 10.3 10.4 10.4.1 10.4.2 10.4.3 10.5 10.5.1 10.5.2
Problemen in de peuter-kleutertijd Ontwikkelingsopgaven Opvoedingsopgaven Problemen bij de ontwikkeling en opvoeding Angst en angststoornissen Separatieangststoornis Specifieke fobieĂŤn Posttraumatische stressstoornis Ontwikkelingsbeperkingen Verstandelijke beperking Lichte verstandelijke beperking
235 235 236 236 237 240 241 242 243 244 247
15633_boek_HSAO.indb 7
17-04-14 14:31
8
15633_boek_HSAO.indb 8
10.5.3 10.5.4 10.6 10.7
Matige, ernstige en diepe verstandelijke beperking Ernstige meervoudige beperking Chronisch zieke kinderen Problemen in de spraak-taalontwikkeling
254 257 259 260
11 11.1 11.2 11.3 11.4 11.5 11.5.1 11.5.2 11.6 11.6.1 11.6.2 11.6.3 11.6.4 11.6.5 11.6.6 11.7 11.7.1 11.7.2 11.7.3 11.7.4
Problemen bij basisschoolkinderen Ontwikkelingsopgaven Opvoedingsopgaven Problemen bij de ontwikkeling en opvoeding Problemen bij het ontwikkelen van schoolse vaardigheden Specifieke leerstoornis Dyslexie Dyscalculie Problemen op het gebied van angst Schoolweigering Faalangst Sociale angst Sociale angststoornis Vasthouden aan rituelen Obsessief-compulsieve stoornis (OCS) Externaliserende gedragsproblemen Ruzies Het drukke kind De aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD) Gedragsstoornissen
266 266 268 268 269 272 273 277 279 280 282 284 285 286 288 291 291 292 294 297
12 12.1 12.2 12.3 12.4 12.5 12.5.1 12.6 12.6.1 12.6.2 12.7 12.8 12.9
Problemen in de adolescentie Puberteit en adolescentie Ontwikkelingsopgaven Opvoedingsopgaven Problemen bij de ontwikkeling en opvoeding Persoonlijkheidsproblemen Borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS) Stemmingsproblemen/stemmingsstoornissen Unipolaire stoornissen Bipolaire stoornis Middelenmisbruik Eetproblemen Su誰cidaal gedrag en su誰cide
302 303 304 305 306 307 307 310 310 314 316 319 324
17-04-14 14:31
9
Inhoud
DEEL 4 HET ORTHOPEDAGOGISCH WERKVELD Inleiding
325 326
13 13.1 13.1.1 13.1.2 13.1.3 13.1.4 13.2 13.3
Ontwikkelingen in het werkveld Veranderingen in het werkveld Veranderingen in doelgroep Toename van kennis en deskundigheid Veranderingen in visie op hulpverlening en speciaal onderwijs Veranderingen in de organisatie van zorg en onderwijs Ontwikkelingen in de zorg voor jeugd Ontwikkelingen in het onderwijs
327 329 330 331 332 335 337 343
14 14.1 14.2 14.3 14.4
Inleiding op het werkveld Gemeentelijke en bovengemeentelijke voorzieningen Jeugdzorg Voorzieningen voor mensen met een beperking of ziekte Onderwijs en speciale leerlingenzorg
347 348 351 353 354
Over de auteurs
357
Literatuur
358
Register
384
15633_boek_HSAO.indb 9
17-04-14 14:31
10
Voorwoord Er wordt over opvoeden en problemen daarmee gesproken en geschreven. Via de media wordt geattendeerd, voorgelicht en geadviseerd, nu eens belangwekkend, dan weer ridicuul. Wisselend komen begaafdheden of tekorten aan bod. Het kunnen hanteren van recente benamingen van gedrags- en ontwikkelingsstoornissen, in het bijzonder als het om een reeks hoofdletters gaat, zegt iets over het intellectuele niveau van de spreker, verontschuldigt het kind en wijst overheden op taken. Nog al eens blijkt een kindprobleem een ouderprobleem te zijn. Daarnaast bestaan serieuze opvoedingsproblemen, opvoedingssituaties die zonder deskundige aanpak of begeleiding vast dreigen te lopen. De beroepsopvoeders die hulp verlenen, moeten voor die belangrijke taak grondig worden opgeleid. Dat vergt scholing door studie en vereist geschikt studiemateriaal. Het voorliggende werk van Liesbeth van Hoof en Marleen de Vries is daartoe in hoge mate geschikt. Op het terrein van de orthopedagogiek is er een aanbod van meer boeken en boekjes. Wat mij bij inzage van de eerste druk van dit boek opviel, is de volledigheid. Nog al wat uitgaven betreffen aspecten van het werk. Via ‘Als opvoeden niet vanzelf gaat’ wordt de student over het hele werkveld geïnformeerd: definiëring, historie, orthopedagogiek als wetenschap, planmatig werken, inzet van methodieken en persoon, het analyseren van een problematische opvoedingssituatie, problemen in de verschillende ontwikkelingsfasen, gezinsproblemen en voorzieningen. En dat alles in overzichtelijke en goed leesbare teksten. Het moet jaren van niet aflatend, degelijk onderzoek hebben gekost om dit werk te construeren. Respect en bewondering! Bij het herlezen van de tekst ervaar ik weer het ontzag voor de constructen in deel 3: ‘Problematische opvoedingssituaties’, in het bijzonder het hoofdstuk ‘Het analyseren van een problematische opvoedingssituatie’. De auteurs stelden zich tot taak twee zaken te integreren: opvoedings- c.q. ontwikkelingsproblemen met ontwikkelingsfasen. Soms is dat niet moeilijk, zelfs voor de hand liggend: er zijn typische puberteitsproblemen en die treft men in de puberteit. Autisme spectrum varianten daarentegen zullen, historisch gezien, zich in de peuterleeftijd openbaren, maar in alle leeftijdsfasen voortwoekeren, tot op het sterfbed zo men wil. Wel, de auteurs zijn erin geslaagd op een acceptabele en overzichtelijke wijze orde te scheppen in dit mer á boire en wel dank zij het genoemde hoofdstuk. De bespreking van theorieën en modellen en het visualiseren ervan in schema’s mag baanbrekend worden genoemd. En nu is er een tweede druk, reeds snel. Dat verheugt want het boek blijkt aan een behoefte te voldoen. Voor studenten aan hbo-opleidingen is het een must, maar waarom niet voor eerstejaars universitaire studenten (ortho)pedagogiek en onderwijskunde? Door de pedagogische taken die aan basisscholen meer en meer worden toegewezen en de opvoedingsproblemen die daardoor meer dan voorheen worden ontmoet, wordt ook orthopedagogische scholing aan pabo’s noodzakelijk. En er zijn ongetwijfeld werkende collega’s die met deze studie hun voordeel kunnen doen.
15633_boek_HSAO.indb 10
17-04-14 14:31
Voorwoord
11
De uitgever heeft het werk fraai vorm gegeven. De tekening op de kaft is treffend en tegelijk speels, ontspannend. Het boek heeft een prettig in de hand liggend formaat, het papier voelt lekker aan en tekeningen en figuren zijn goed in de tekst geplaatst. Persoonlijk juich ik toe, dat de tekst slechts beperkt werd geschematiseerd, waardoor studenten zelf uitgenodigd worden de leerstof te geleden, hoofdzaken van bijzaken te onderscheiden, hun boek ‘een gezicht’ te geven. Aanbevolen! Dr. J.F.W. Kok
15633_boek_HSAO.indb 11
17-04-14 14:31
12
Inleiding Orthopedagogiek wordt ook wel een handelingswetenschap genoemd. Deze wetenschap richt zich op het verklaren van problematische opvoedingssituaties (POS), onderzoekt wat de beste manier is om deze te doen verminderen, te compenseren of op te lossen, en ondersteunt het handelen hiernaar. Niet alleen wetenschappers of orthopedagogen in de praktijk houden zich hiermee bezig. Het handelen zelf wordt voornamelijk uitgevoerd door hbo- of mbo-geschoolde professionals: pedagogen, groepsleiders, ambulant hulpverleners, social workers, verpleegkundigen, leraren, enzovoort. De laatste decennia zijn de activiteiten van professionals niet meer beperkt tot de uitvoering van wat wetenschappers hebben uitgedacht. Integendeel. Er wordt van uitgegaan dat zij, beter dan wie ook, vanuit hun ervaringen in de praktijk kunnen bijdragen aan toename van relevante kennis en deskundigheid. Het accent dat voorheen wat eenzijdig werd gelegd bij ‘evidence based practice’ wordt minder dominant, het werken volgens ‘practice based evidence’ steeds belangrijker. Tegelijkertijd worden er steeds meer eisen gesteld aan de kwaliteit van het werken in de praktijk en aan de professionaliteit van de werker. Deze moet planmatig werken, voldoende kennis en kunde in huis hebben en zichzelf in kunnen zetten als instrument binnen de orthopedagogische relatie. Bovendien moet deze in staat zijn niet altijd gemakkelijke besluiten te nemen en te onderbouwen. Zeker in het orthopedagogisch werkveld, waar men soms betrokken is bij moeilijke beslissingen die van invloed zijn op het leven van een kind en zijn ouders, zijn onderbouwde besluiten van belang. De professional die werkt met ouders en kinderen die in een problematische opvoedingssituatie verkeren of een vergroot risico hebben daarin terecht te komen, moet als het ware een palet aan kennis in zijn ‘rugzak’ hebben, waar die mee kan werken. Er is niet alleen kennis nodig van pedagogiek en orthopedagogiek, maar ook van ontwikkelingspsychologie, psychiatrie, sociologie en filosofie/ethiek en (culturele) diversiteit. Daarbij moet hij beschikken over een aantal competenties, zoals planmatig kunnen werken en kunnen reflecteren op zowel handelings- als onderzoeksvlak. In de zes jaar waarin we het orthopedagogisch curriculum voor Fontys Hogeschool Pedagogiek ontwikkelden hebben deze onderwerpen centraal gestaan. Daarbij liepen we er steeds weer tegenaan dat we geen boek konden vinden dat dit allemaal voldoende behandelt. We vonden de beschikbare literatuur te praktisch of te wetenschappelijk, te weinig orthopedagogisch of te veel psychiatrisch, te veel gericht op het kind met problemen en te weinig op de problematische opvoedingsrelatie. Te breed of te specifiek, terwijl de jeugdzorg onzes inziens behoefte heeft aan zowel brede als specifieke kennis. In dit boek willen we de basiskennis die nodig is om te werken in het (ortho)pedagogische veld op een evenwichtige manier aanbieden. Het bestaat uit vier delen; op de website van ThiemeMeulenhoff staan vier bijlagen (bij deel 4). Hoe u deze kunt bereiken, staat beschreven aan het eind van deze inleiding.
15633_boek_HSAO.indb 12
17-04-14 14:31
Inleiding
13
In deze tweede druk is er uitgebreid aandacht voor de huidige veranderingen in het orthopedagogisch werkveld. Zowel wat betreft de visie op opvoeden en wat er moet gebeuren als opvoeden niet vanzelf gaat, als wat betreft de wijze waarop zorg, onderwijs en ondersteuning georganiseerd gaan worden. In de verschillende delen is beschreven wat dit betekent voor de professionele opvoeder (deel II), voor de omgang met problematische opvoedingssituaties (deel III) en voor het werkveld (deel IV). In het eerste deel gaan we in op de orthopedagogiek als wetenschap. We gaan in dit deel ook in op de orthopedagogische theorie van prof. Kok. In deze tweede druk besteden we aandacht aan een verandering van het assenstelsel. Dit in navolging op de huidige visie van Prof. Kok Vervolgens besteden we in het tweede deel aandacht aan de professionalisering binnen het orthopedagogische werkveld. De huidige praktijk verlangt naar een geregistreerde pedagoog die functioneert op een ideaal professioneel niveau; een professional die de wetenschap en praktijk bijeen kan brengen. Daarom wordt er in deze druk aandacht besteed aan de beroepsregistratie en hebben we het gedeelte over planmatig werken en hebben van kennis en kunde van (evidence based) methodieken samengevoegd en aangepast aan recente inzichten. Daarbij beschrijven we twee centrale kenmerken van professionaliteit. Deze kenmerken zijn onzes inziens de basis op grond waarvan een problematische opvoedingssituatie goed kan worden ingeschat en vervolgens op een effectieve manier benaderd kan worden vanuit een professioneel pedagogische invalshoek. Door de professionalisering en de veranderingen in het werkveld wordt de professionele autonomie steeds meer benadrukt. Dit brengt ook onzekerheden mee. We besteden in dit deel dan ook aandacht aan ethische dilemma’s en het kunnen maken van morele overwegingen. In het derde deel van het boek komt aan de orde hoe een problematische opvoedingssituatie in kaart gebracht kan worden. Daarna wordt uitgebreid aandacht besteed aan diverse ontwikkelingsproblemen en -stoornissen in verschillende leeftijdsfasen, in relatie tot de ontwikkelings- en opvoedingsopgaven in die fasen. Deze stoornissen zijn gebaseerd op de informatie uit de recent ingevoerde DSM-5. Ten tijde van het schrijven van deze herdruk was de Nederlandse vertaling nog niet gepubliceerd. Daarom is de informatie uit de Engelstalige versie verwerkt en hebben wij, waar nodig, eigen vertalingen gehanteerd. In het vierde deel gaan we in op het werkveld. We beschrijven de eerdere en huidige ontwikkelingen binnen de verschillende werkvelden en de globale stand van zaken, waarbij we ingaan op de transitie in de jeugdzorg, de jeugdwet en het passend onderwijs. Op de website www.thiememeulenhoff.nl kunnen vier bijlagen als pdf’s worden gedownload. Hierin wordt uitgebreider ingegaan op de werkvelden die in deel 4, ‘Het orthopedagogisch werkveld’, aan de orde komen. Deze beschrijving van het werkveld geldt voor de periode tot eind 2014. Ten tijde van deze herdruk is er nog onvoldoende
15633_boek_HSAO.indb 13
17-04-14 14:31
14
duidelijkheid en te veel diversiteit wat betreft de ontwikkelingen in het werkveld. Zodra er voldoende duidelijkheid is, zullen de bijlagen worden aangepast. De bijlagen zijn op twee manieren te bereiken: 1 Ga naar www.thiememeulenhoff.nl. → Typ in het zoekscherm dat verschijnt de titel Als opvoeden niet vanzelf gaat en klik op ‘ok’. → De titel verschijnt op scherm. Rechts staan de te downloaden pdf’s. 2 Ga naar www.thiememeulenhoff.nl. → Klik op de tab: Hoger onderwijs. → Klik op: Hoger Sociaal Agogisch Onderwijs. → Klik op: Pedagogiek. → Klik op: Producten. → Klik bij de titel van het boek op: Meer informatie. → De titel verschijnt op het scherm. Rechts staan de te downloaden pdf’s. Tijdens het schrijven van dit boek herontdekten we zelf de veelkleurigheid van ons vak. We hebben geprobeerd dat in dit boek over te dragen en daarbij de belangrijkste basiskleuren te leveren, als een palet van kennis, waarvan professionals gebruik kunnen maken om voor iedere unieke situatie een gepast ‘plaatje’ te schilderen. We gaan ervan uit dat professioneel handelen ook betekent dat men in elke problematische opvoedingssituatie zelf op zoek gaat naar kennis om die specifieke situatie nog beter te benaderen. Daarmee levert men zijn eigen bijdrage aan de orthopedagogiek.
15633_boek_HSAO.indb 14
17-04-14 14:31
DEEL 1 DE PROBLEMATISCHE OPVOEDING
Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3
15633_boek_HSAO.indb 15
Wat is orthopedagogiek? De geschiedenis van de orthopedagogiek De orthopedagogiek als wetenschap
17-04-14 14:31
16
Deel 1 De problematische opvoeding
Inleiding In dit deel wordt beschreven wat orthopedagogiek is. We beperken ons daarbij niet tot een definitie, maar richten ons vooral op de betekenis van de orthopedagogiek als de wetenschap die zich bezighoudt met situaties waarin opvoeden niet meer vanzelf gaat. De orthopedagogiek als wetenschap bestaat ongeveer 100 jaar. De praktijk bestaat al veel langer. Het gaat daarbij om een veelkleurige en voortdurend in ontwikkeling zijnde praktijk. Deze diversiteit heeft invloed gehad op ontwikkelingen in het wetenschapsgebied. In hoofdstuk 1 wordt orthopedagogiek als praktijkwetenschap beschreven. Daarbij komt aan de orde wat de relatie is tussen pedagogiek en orthopedagogiek enerzijds en pedagogisch handelen en orthopedagogisch handelen anderzijds. Er wordt stilgestaan bij het object van de orthopedagogiek, omdat kennis van de verschuivingen daarin in de loop van de geschiedenis zo belangrijk is voor een goed begrip van de orthopedagogiek. Ten slotte wordt stilgestaan bij de betekenis van orthopedagogiek in deze tijd en dan met name binnen de maatschappelijke ontwikkelingen op het gebied van de jeugdzorg. Ook aan de relatie tussen orthopedagogiek en kinder- en jeugdpsychiatrie wordt aandacht besteed. In hoofdstuk 2 wordt de geschiedenis beschreven van de orthopedagogiek. Bijzondere kinderen hebben in de loop van de geschiedenis steeds op de een of andere manier in de belangstelling gestaan. We richten ons op de periode na de Verlichting. De wortels van de orthopedagogische wetenschap liggen met name in de 18e eeuw. Bij de beschrijving van de ontwikkeling van de wetenschap komt een aantal vooraanstaande orthopedagogen voor het voetlicht. In hoofdstuk 3 krijgt het wetenschappelijk aspect van de orthopedagogiek aandacht. Beschreven wordt hoe wetenschappelijke kennis wordt opgebouwd en kan worden getoetst met behulp van de empirische cyclus. Drie wetenschappelijks stromingen komen aan de orde: de geesteswetenschappelijke stroming, de empirisch-analytische stroming en de maatschappijkritische stroming. Ten slotte wordt de orthopedagogische theorie van J.F.W. Kok beschreven als meest uitgewerkte algemene orthopedagogiek.
15633_boek_HSAO.indb 16
17-04-14 14:31
1 Wat is orthopedagogiek?
17
1 Wat is orthopedagogiek? Het gaat de laatste tijd niet goed met Femke. Vooral haar moeder maakt zich zorgen. Femke lijkt met tegenzin naar school te gaan en kan zich er niet toe zetten aan haar huiswerk te beginnen. Als moeder een gesprekje met haar wil aanknopen reageert ze kortaf of vertrekt ze naar haar kamer. Dit speelt al een paar maanden, vanaf het begin van het nieuwe schooljaar. Femke is vijftien jaar. Ze is de jongste in een gezin van vier kinderen en zit in de derde klas van de havo. Haar oudere zus, Geertje van zeventien, zit in zes vwo en haar twee broers Daan en Bart studeren in Utrecht en zitten daar op kamers. Met hen is alles eigenlijk altijd heel soepel gegaan. Ze hebben hun lastige periodes gehad, vooral toen ze in de puberteit zaten, maar moeder heeft nooit de bezorgdheid gehad die ze nu voor Femke heeft. Vader heeft er een nuchtere kijk op. Hij vindt zijn jongste dochter gewoon wat nukkig. Daar zal ze wel overheen groeien, denkt hij. Misschien zit zijn vrouw er wel te dicht bovenop en moet ze Femke wat meer ruimte geven. Moeder heeft er moeite mee als haar man zo denkt. Ze vindt dat hij daarmee de zorgen en de verantwoordelijkheid te veel bij haar legt. Per slot van rekening heeft de mentor van Femke laatst ook al gebeld met de vraag of er iets met haar aan de hand is. Femke was altijd al wat teruggetrokken en verlegen, aldus de mentor, maar momenteel lijkt het alsof ze ook geen pogingen meer doet om de aansluiting te vinden. Hij merkt overigens niet, dat haar leerprestaties achteruit zijn gegaan, dus met het huiswerk zal het wel goed zitten. De mentor spreekt met de ouders af dat hij binnenkort een gesprekje met Femke zal hebben. Moeder gaat eens kijken of ze iets kan vinden op internet. Ze googelt op ‘verlegenheid’ en leest dan dat verlegenheid een aangeboren kenmerk van een kind kan zijn. Verlegenheid kan te maken hebben met gedragsinhibitie en dat zou weer een ‘sterk genetisch bepaald temperamentskenmerk’ zijn, met een risico voor het ontstaan van angststoornissen en zelfs depressie. Daar schrikt ze behoorlijk van. Op een andere site leest ze dat verlegenheid te maken kan hebben met de opvoedingsstijl van ouders. Dat klinkt minder zwaar, maar toch zit ook deze uitleg haar niet lekker: het lijkt alsof de ouders daarmee de schuld krijgen! Moeder besluit het gesprek van de mentor met Femke af te wachten en daarna misschien hulp te zoeken. Ze weet nu helemaal niet meer wat voor Femke het beste is!
Opvoeden is van alle tijden. Het is een proces dat zich binnen een bepaalde gemeenschap of cultuur afspeelt tussen opvoeders en kinderen. Doorgaans verloopt de opvoeding vanzelf, voor een deel zelfs niet bewust. De ouders van Femke hebben met hun eerste drie kinderen nauwelijks problemen gekend. Natuurlijk hebben ze momenten gehad waarop ze moesten ‘optreden’, waarop ze bewust regels stelden of de tijd moesten nemen om eens met een van de kinderen
15633_boek_HSAO.indb 17
17-04-14 14:31
18
Deel 1 De problematische opvoeding
een goed gesprek te voeren. En natuurlijk zijn er botsingen geweest. Vooral Bart was een erg koppige peuter en Daan was weer een lastige puber, die voortdurend de grenzen aftastte. Maar dat trok allemaal wel weer bij zonder echt grote problemen. Bij Femke is het anders; bij haar voelt moeder zich heel onmachtig. Ze heeft van alles geprobeerd en heeft het gevoel dat ze faalt. En de ouders zijn het onderling ook al niet eens. Femke heeft last van verlegenheid, maar moeder heeft last van ‘handelingsverlegenheid’, een woord dat ze is tegengekomen op internet. Ze weet niet meer hoe ze moet handelen.
1.1 Als opvoeden niet vanzelf gaat Als opvoeden niet vanzelf gaat, of als de ontwikkeling van een kind stagneert, leidt dat nogal eens tot spanningen binnen het gezin, maar vaak ook daarbuiten. Er kan een ‘opvoedingsimpasse’ ontstaan (De Ruyter, 1983). Volgens Steutel (1986), destijds hoofddocent wijsgerige en historische pedagogiek aan de Vrije Universiteit van Amsterdam, verloopt het proces naar een opvoedingsimpasse als volgt: 1 De opvoeder constateert voor tijdstip 1 dat de ontwikkeling van het kind niet in de door hem gewenste richting verloopt. 2 De opvoeder heeft tot op dat moment naar beste kunnen geprobeerd om de ontwikkeling van het kind in de gewenste richting te beïnvloeden. 3 Op tijdstip 1 is de opvoeder van mening dat hij daar niet in geslaagd is. 4 De opvoeder ziet dan ook geen bevredigende middelen meer om de ontwikkeling van het kind in die richting te beïnvloeden. 5 De opvoeder mist op dat moment tevens de verwachting dat hij zelfstandig, of in overleg met medeopvoeders, binnen een acceptabele termijn bevredigende middelen zal vinden. 6 Dit besef gaat gepaard met pijnlijke emoties bij de opvoeder. Een opvoedingsimpasse kan worden gesignaleerd door de ouders of verzorgers zelf, maar ook door buitenstaanders. Het laatste is bijvoorbeeld het geval als het noodzakelijk is om van buitenaf in te grijpen. Als ouders (of hun omgeving) aan de bel trekken voor hulp, is daar vaak al heel wat aan voorafgegaan: slapeloze nachten, ruzies, wanhoop, goedbedoelde raad van familieleden of buren, verwijten of beschuldigingen, angst voor wat er met het kind aan de hand kan zijn, of angst daar zelf iets aan bijgedragen te hebben. Ze weten het zelf niet meer want ze hebben alles al geprobeerd. Er is meer nodig: misschien een onderzoek naar wat er aan de hand is, misschien extra ondersteuning, misschien een andere aanpak. Het kan ook zijn dat verwachtingen moeten worden bijgesteld of dat gekeken moet worden naar wat er allemaal wel goed gaat, om zo weer perspectief te krijgen.
15633_boek_HSAO.indb 18
17-04-14 14:31
1 Wat is orthopedagogiek?
19
Bij de moeder van Femke dreigt een opvoedingsimpasse. Ze maakt zich ernstige zorgen, die nog worden versterkt door de informatie die ze op internet gevonden heeft. Zou Femke depressief zijn? In dat geval weet moeder helemaal niet meer wat ze moet doen, want daar heeft ze geen verstand van. Ze was al zo onzeker omdat ze het idee had dat ze alles fout deed, en dat gevoel werd bevestigd door de reacties van Femke. Zou er iets gebeurd zijn op school? Je hoort de laatste tijd zoveel over wat jongeren elkaar kunnen aandoen? Het liefst zou moeder naar de huisarts gaan om een verwijzing te vragen voor een onderzoek, maar vader overtuigt haar ervan dat ze beter nog even kan wachten totdat de mentor contact met hen heeft opgenomen. De toenemende onzekerheid over hoe ze Femkes gedrag moet verklaren en welke aanpak of opvoedingshandelingen daarbij passen, belemmert moeder om haar rol als opvoeder in deze situatie vorm te geven.
1.2 Opvoeden J.F.W. Kok, voormalig hoogleraar orthopedagogiek aan de Rijksuniversiteit van Utrecht, en een van de belangrijkste orthopedagogen in Nederland (zie ook paragraaf 3.4) beschrijft opvoeden als een wezenlijk aspect van het menselijk bestaan, waarmee mensen ‘het humane voortbestaan’ mogelijk maken (Kok, 2005, p. 17). Een eenduidige definitie van opvoeding is niet zo maar te geven. Wat als ‘opvoeden’ wordt beschouwd, hangt namelijk nauw samen met factoren als de tijdgeest, de cultuur of wetenschappelijke opvattingen. Volgens Van Dale is opvoeden: ‘lichamelijk en geestelijk vormen; grootbrengen’. Deze definitie geeft het beeld van een proces dat hoofdzakelijk bestaat uit gerichte handelingen die van de opvoeder uitgaan naar het kind. Dit beeld is te eenzijdig: Ten eerste neemt niet alleen de opvoeder maar ook het kind actief deel aan het opvoedingsproces. Er is altijd sprake van een wederzijdse beïnvloeding. Kok spreekt van een dynamisch proces, waarin het kind zich ontwikkelt en de opvoeder opvoedt (Kok, 1987). Het kind ontwikkelt zich vanuit een innerlijke drang, door te oefenen en te leren. De opvoeder voedt op door zijn manier van ‘zijn’ en door hoe hij inspeelt op het kind en zijn opvoedingsbehoeften. De inhoud van het proces is voortdurend aan verandering onderhevig, onder andere afhankelijk van de ontwikkelingsfase waarin het kind zich bevindt (zie ook hoofdstuk 7). En niet alleen het kind ontwikkelt zich daarbij, de opvoeders groeien in die ontwikkeling mee. Daan, de broer van Femke, kon in zijn puberteit behoorlijk dwarsliggen en had altijd overal een weerwoord op. Een aantal jaren daarvoor, toen hij nog jonger was, zouden zijn ouders hiertegen in zijn gegaan en grenzen hebben aangegeven, bijvoorbeeld door hem naar zijn kamer te sturen. Nu zagen ze het vooral als pubergedrag, dat wel weer gewoon zou overgaan. Soms, als ze het nodig vonden, spraken ze hem erop aan, maar vaak ook gaven ze hem de ruimte om te experimenteren en zijn eigen keuzes te maken. En het gedrag ging inderdaad vanzelf over.
15633_boek_HSAO.indb 19
17-04-14 14:31
20
Deel 1 De problematische opvoeding
Voor de ouders was het in die tijd een geruststellend signaal dat Daan naar hen toekwam voor advies of steun als hij écht ergens mee zat. Daardoor wekte Daan hun vertrouwen en durfden ze hem meer experimenteerruimte te geven.
Ten tweede krijgt opvoeding niet alleen vorm in een reeks doelgerichte en bewuste pedagogische handelingen die leiden tot een bepaalde ontwikkeling bij het kind. Een belangrijk accent ligt juist bij de invloed van de dagelijkse omgang met elkaar, de sfeer of de wijze waarop de opvoeder ‘voorleeft’ wat hij belangrijk vindt. Kok (2005) gaat ervan uit dat juist dit zogenaamde ‘functionele karakter van de opvoeding’ pedagogisch effect sorteert. De intentionele momenten of doelgerichte handelingen maken volgens hem slechts een beperkt onderdeel uit van het totale opvoedingsproces. De Winter (2011) benadrukt dat opvoeden meer omvat dan het beeld dat in supernannyachtige tv-programma’s geschetst wordt; situaties waarin gedragsproblemen worden aangepakt met gepopulariseerde vormen van gedragstherapie in de vorm van consequent belonen en ontmoedigen van gedrag, ofwel behavioristische conditionering. Daarbij lijkt het volgens De Winter alsof opvoeden wordt gelijkgesteld aan gedragsregulering. Dit is terug te zien in de ‘effectiviteitscultus’ in het huidige jeugdbeleid, waarbij ‘effectiviteit’ over het algemeen wordt gelijkgesteld aan ‘afname van probleemgedrag’. Bij opvoeden gaat het volgens De Winter echter om complexere zaken, zoals “de vorming van persoonlijkheid, om het ontdekken van identiteit en de zin van je bestaan, om je plaats in cultuur en samenleving” (p. 17). Daarbij zijn wijsheid en gezag, geduld, moed en ervaring belangrijker dan simpele conditioneringsprincipes. Als aan Daan wordt gevraagd wat het belangrijkste is geweest in zijn opvoeding, dan zal hij bijvoorbeeld zeggen dat zijn ouders hem liefde voor de natuur hebben bijgebracht, evenals respect voor andere mensen en het nemen van verantwoordelijkheid voor de keuzes die je maakt. Op de vraag hoe dat hem dan is bijgebracht, zal hij waarschijnlijk verwijzen naar de manier waarop zijn ouders met hun kinderen omgingen, wat ze als gezin vaak met elkaar ondernamen, wat belangrijk werd gevonden in het gezin. Het kan ook zijn dat hij de inspirerende biologieleraar noemt, die hem les gaf op de middelbare school. Hij zal vermoedelijk niet het beloningssysteem noemen dat zijn moeder ooit eens heeft ingevoerd om te bereiken dat de broertjes minder ruzie maakten, of de straf die hij kreeg toen hij een keer veel later thuiskwam dan afgesproken.
Wat is opvoeden? Volgens Kok is opvoeden ‘het in relatie staan van opvoeder(s) en opvoedeling(en), waarin de opvoeder zich als persoon, als zijn wijze van mens-zijn presenteert, een klimaat creëert dat persoonlijkheidsgroei bevordert en leefsituaties zo hanteert dat deze optimale kansen bieden voor zelfontplooiing’ (Kok, 2005, p. 36/37). Wat in deze definitie opvalt, is dat die geen resultaat van de opvoeding aangeeft. Dit is niet toevallig. Levering, pedagoog en voormalig lector algemene pedagogiek bij Fontys Hogescholen in Tilburg, constateert dat er geen pedagoog is die zich nog waagt aan het formuleren van een algemeen opvoedingsdoel (Levering, 1986). Volgens hem heeft er
15633_boek_HSAO.indb 20
17-04-14 14:31