Verhalen uit de Bijbel 1 VMBO KGT
Van horen zeggen 1 VMBO KGT Verhalen uit de Bijbel
Lennart Becking Cor Jongeneelen Marloes van Lindenberg - Gersen Lizet Penson (eindredactie)
Colofon Van horen zeggen is een lesmethode voor het vak godsdienst en levensbeschouwing in alle klassen en niveaus van het voortgezet onderwijs. Van horen zeggen / Verhalen uit de Bijbel laat leerlingen nadenken over levensbeschouwelijke thema’s aan de hand van verhalen uit de Bijbel. Auteurs vorige editie: Cor Jongeneelen - Pieter van Lier - Henk van Putten - Gerrit Sleeuwenhoek - Epko Smit - Jaap Veld - Albert Wubs Dit boek is onderdeel van het LRN-line-pakket met 9789006491890. Vormgeving: Reclamers, Tom Lamers, Veghel Omslag: Achtergrondbeeld: : iStock / Maja Drazic. Polaroid: Wikimedia Commons / Vincent van Gogh (De barmhartige Samaritaan (naar Delacroix) Illustraties: Michel de Boer / De Boer illustraties, Almere Josje van Koppen, illustratie/illustration, Rotterdam (tekeningen in de tijdbalk Nieuwe Testament) Cartografie en technisch tekenwerk: EMK Cartografie, Deventer Opmaak: Crius, Hulshout Dyslexie In de opmaak hebben we zo veel mogelijk rekening gehouden met dyslectische leerlingen. Over ThiemeMeulenhoff ThiemeMeulenhoff ontwikkelt zich van educatieve uitgeverij tot een learning design company. We brengen content, leerontwerp en technologie samen. Met onze groeiende expertise, ervaring en leeroplossingen zijn we een partner voor scholen bij het vernieuwen en verbeteren van onderwijs. Zo kunnen we samen beter recht doen aan de verschillen tussen lerenden en scholen en ervoor zorgen dat leren steeds persoonlijker, effectiever en efficiënter wordt. Samen leren vernieuwen. www.thiememeulenhoff.nl ISBN 978 90 06 49190 6 LRN-line editie (derde druk), eerste oplage, 2022 © ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2022 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Deze uitgave is volledig CO2-neutraal geproduceerd. Het voor deze uitgave gebruikte papier is voorzien van het FSC®-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.
2
Beste leerling, Voor je ligt het boek Verhalen uit de Bijbel 1 vmbo van Van horen zeggen. Dit boek laat je nadenken over levensbeschouwelijke onderwerpen. Dit gebeurt aan de hand van verhalen uit het Oude Testament. Een hoofdstuk bestaat altijd uit dezelfde onderdelen. Op de eerste bladzijde staat een inleiding op het onderwerp van het hoofdstuk. Hier staan ook de leerdoelen voor het hele hoofdstuk. Iedere paragraaf begint met de leerdoelen voor de paragraaf. Daarna is er een Om te beginnen-opdracht. Dat is een opdracht waarin je nadenkt over wat het thema van het hoofdstuk voor jou betekent. Of het is een opdracht waarmee je bekijkt wat je al weet over het onderwerp. De meeste paragrafen sluiten af met een En nu jij-opdracht. Je gaat dan het geleerde uit de paragraaf toepassen. Ieder hoofdstuk eindigt met de paragraaf Tot slot. In deze paragraaf kun je meestal digitaal een samenvattende opdracht maken. Door middel van een QR-code kun je een overzicht met de begrippen bij het hoofdstuk downloaden. Deze paragraaf eindigt altijd met een grotere opdracht waarin je met de stof uit het hele hoofdstuk aan de slag gaat. In dit boek staan ook pictogrammen. Doe de opdracht met een medeleerling. Doe de opdracht in een groepje. Doe de opdracht met de klas. Gebruik internet. Denk na over wat dit voor jou betekent. Een uitdagende opdracht. Dit boek kun je samen met de digitale leeromgeving gebruiken in de les. Dit boek is van jou persoonlijk, dus je mag er aantekeningen in maken. Na dit schooljaar mag je het boek houden. Het is ook een persoonlijk document dat weergeeft hoe je op dit moment tegen bepaalde levensbeschouwelijke thema’s aankijkt.
Wij wensen je veel succes en plezier met dit deel van Van horen zeggen.
3
Inhoud 1
Vragen en antwoorden 1.1 Wie ben jij? 1.2 Antwoorden op levensvragen 1.3 Tot slot
6 7 12 17
2
Religies 2.1 Wereldreligies 2.2 Dode en schriftloze religies 2.3 Heilige boeken 2.4 Tot slot
18 19 25 28 34
3
Waar komen wij vandaan? 3.1 Ooit is het begonnen 3.2 Waar komt de mens vandaan? 3.3 Waar kom jij vandaan? 3.4 Tot slot
36 37 43 49 51
4
Familie – lief en leed 4.1 Familieverhalen 4.2 Stamvaders 4.3 Tot slot
54 55 58 67
5
Dromen 5.1 Allerlei dromen 5.2 Jozef, de dromer 5.3 Dromen over de toekomst 5.4 Tot slot
68 69 72 75 80
6
Vrijheid en regels 6.1 Vrijheid 6.2 Regels en afspraken 6.3 Tot slot
82 83 89 101
Tijdbalk
104
5
1
Vragen en antwoorden
1 Vragen en antwoorden
© Shutterstock / LightField Studios
Een meisje stelt vragen en een jongen geeft antwoorden. Wat voor vragen zou ze stellen? Misschien vraagt ze of hij goed in wiskunde is. Of vraagt ze wat hij vindt van de school. En misschien vraagt ze waarom het uit is met zijn vriendin. Op de eerste vraag kan de jongen makkelijk een antwoord geven. Over de tweede vraag moet hij misschien even nadenken. En op die laatste vraag wil of kan hij misschien helemaal geen antwoord geven. In dit hoofdstuk gaat het over vragen en antwoorden.
In dit hoofdstuk leer je: • • • • •
6
over de betekenis van je voor- en achternaam, het verschil tussen een feit en een mening, het verschil tussen een gewone vraag en een levensvraag, wat verhalen met een boodschap zijn, verschillende soorten verhalen met een boodschap herkennen (mythe, legende, fabel en sprookje).
1.1 Wie ben jij?
1.1
Wie ben jij? Je leert: • over de betekenis van je voor- en achternaam, • het verschil tussen een feit en een mening, • wat een levensvraag is.
Hoe heet jij? Je zit nu in de eerste klas van de middelbare school. Alles is waarschijnlijk nog nieuw voor je. Sommige klasgenoten ken je misschien al van de basisschool. Of van de sportclub of van iets anders. Maar de meesten moet je nog leren kennen. De docenten zijn waarschijnlijk allemaal nieuw voor je. Maar zij weten ook nog niet wie jij bent. Ze zullen je in de eerste weken vaak naar je naam vragen. Namen hebben een bepaalde betekenis. Een achternaam kan iets zeggen over het beroep dat iemand vroeger had. Bijvoorbeeld De Boer of Bakker. Soms kun je aan de achternaam zien waar een familie vroeger vandaan kwam. Bijvoorbeeld Van Amersfoort, of De Zeeuw. Misschien heeft jouw achternaam ook een betekenis.
1
Om te beginnen - Je achternaam Waar komt jouw achternaam (waarschijnlijk) vandaan? Als je dit niet weet, vraag het dan aan iemand van je familie. Je kunt het ook zelf in een boek of op internet opzoeken. TIP Kijk bij de Nederlandse Familienamenbank. Vul in:
• •
Wat is jouw achternaam? Waar komt jouw achternaam waarschijnlijk vandaan?
Voornamen Voornamen hebben ook een betekenis. Sanne bijvoorbeeld komt van een Hebreeuws woord voor 'lelie'. En Alex komt van een Grieks woord dat 'beschermen' betekent. Sommige ouders geven hun kind een bepaalde naam, omdat ze de betekenis ervan belangrijk vinden. Er zijn ook ouders die hun kind de naam geven van opa of oma, of van iemand anders die ze belangrijk vinden. Vaak kiezen ouders gewoon een naam die ze mooi vinden.
7
1
Vragen en antwoorden
2
Je voornaam a Wat is jouw voornaam? b Leg uit waarom je deze voornaam hebt gekregen. c Zoek de betekenis van je naam op. TIP Gebruik hiervoor de Nederlandse voornamenbank. Beschrijf wat de betekenis van je voornaam is.
Feiten en meningen In de tabel zie je van boven naar beneden de naam VINCENT. Bij elke letter van zijn naam heeft Vincent een woord bedacht en een zin geschreven. In elke zin vertelt hij iets over zichzelf. letters
woorden
zinnen
V
vrienden
Zijn heel belangrijk voor mij.
I
internet
Op sommige sites staan leuke computerspelletjes.
N
Nederland
Daar woon ik.
C
christelijk
Dat is de school waar ik op zit.
E
eten
Het liefst een Big Mac met frites.
N
Nemo
Finding Nemo vind ik een hele mooie tekenfilm.
T
tekenen
Vond ik het leukste vak op de basisschool.
M/F
Sommige zinnen van Vincent zijn feiten, andere zijn meningen. Wat is het verschil tussen feiten en meningen? Feiten staan vast en zijn voor iedereen hetzelfde. Bijvoorbeeld: het is een feit dat Amsterdam de hoofdstad van Nederland is. Daar kun je niet een andere mening over hebben. Een ander voorbeeld. Als jij schoenmaat 38 hebt, is dat een feit. En als een andere leerling schoenmaat 41 heeft, is dat ook een feit. Feiten kun je meten en controleren. Meningen zijn persoonlijk. Ze zijn niet voor iedereen hetzelfde. Dus kun je het over meningen met elkaar oneens zijn. Wat de ene leerling een fijn vak vindt, kan voor een ander een saai en vervelend vak zijn.
8
1.1 Wie ben jij?
3
Feit of mening Welke zinnen van Vincent zijn volgens jou feiten? En in welke zinnen staat zijn mening? Geef in de laatste kolom van de tabel aan of het een feit (F) of een mening (M) is.
4
Zeg het met je eigen naam Schrijf van boven naar beneden je naam, zoals in het voorbeeld van Vincent. Vertel nu iets over jezelf met behulp van de letters van jouw naam. • Schrijf achter elke letter een woord, dat met die letter begint. • Met dat woord maak je een korte zin, die iets over jou zegt. • Probeer ongeveer evenveel meningen op te schrijven als feiten. • Schrijf een M achter een mening en een F achter een feit. • Bekijk het antwoord van je buurman of buurvrouw. letters woorden
zinnen
M/F
Vragen en antwoorden Als iemand iets vertelt, kan dat over een feit of over een mening gaan. Maar ook wanneer je iets vraagt, kan dat over feiten of meningen gaan. Als je aan een klasgenoot vraagt wanneer de repetitie Engels is, vraag je naar een feit. Maar als je vraagt of hij de repetitie Engels moeilijk vond, vraag je naar zijn mening.
9
1
Vragen en antwoorden
5
Feiten Beantwoord de volgende vijf vragen naar feiten. Je mag het antwoord opzoeken.
a Wanneer was de eerste lesdag in dit schooljaar? b Hoe heet jullie docent Nederlands? c Op welke datum ben je jarig? d In welke straat woon je? e Wat is de omtrek van de aarde?
6
Meningen Je kunt mensen ook naar hun mening over iets vragen. Er zijn dan verschillende antwoorden mogelijk. Wat is jouw mening?
a Welke muziek vind jij goed? b Wat is volgens jou belangrijk om gelukkig te zijn? c Welk tv-programma vind jij het beste? d Wat vind jij van voetballen? e Vind jij dat met geld alles te koop is?
Levensvragen Veel vragen in de vorige opdrachten gingen over het leven van alledag. Je kon er waarschijnlijk gemakkelijk een antwoord op geven. Zulke vragen noemen we gewone vragen. Er zijn ook vragen die niet zo gemakkelijk zijn. Bijvoorbeeld vragen over de zin en de betekenis van je leven. Zulke vragen noemen we levensvragen. Enkele voorbeelden van levensvragen zijn: • Is er een God die alles geschapen heeft? • Wat is een goede manier van leven? • Is er een leven na de dood? Je kunt de antwoorden hierop niet zo gemakkelijk vinden als bij de gewone vragen.
7
Gewone vraag of levensvraag Kijk nog eens naar de vragen en antwoorden van opdracht 6. Welke vraag is een gewone vraag en welke een levensvraag? a Welke muziek vind jij goed? gewone vraag | levensvraag b Wat is volgens jou belangrijk om gelukkig te zijn? gewone vraag | levensvraag c Welk tv-programma vind jij het beste? gewone vraag | levensvraag d Wat vind jij van voetballen? gewone vraag | levensvraag e Vind jij dat met geld alles te koop is? gewone vraag | levensvraag
10
1.1 Wie ben jij?
8
Levensvragen Ken je de film The Lion King (De Leeuwenkoning)? Scan de QR-code voor de trailer en een samenvatting van het verhaal. a Op een avond heeft Simba een gesprek met zijn vader. Pap?
© Goti07 / Shutterstock
Ja. We zijn vrienden hè? We blijven altijd bij elkaar, hè? Simba stelt zijn vader twee vragen. Leg uit waarom dit levensvragen zijn.
b Als antwoord vertelt vader Musafa iets aan Simba. S imba, ik zal je iets vertellen dat MIJN vader me vroeger ook verteld heeft. Zie je die sterren daarboven? Alle grote koningen die vroeger over het Koninkrijk hebben geheerst, kijken vanaf die sterren naar ons... Echt? Vind jij dat Mufasa een antwoord geeft op Simba's vraag of ze altijd bij elkaar blijven? Kies Ja | Nee, en maak je antwoord af. Ja, want
c Musafa gaat verder. J a! Dus als je je later eens eenzaam voelt, onthoud dan dat die koningen altijd bij je zijn om je te steunen. Net als ik! Wat denk je dat dit antwoord voor Simba betekent?
11
1
Vragen en antwoorden
9
En nu jij - Wat is er na de dood? Een levensvraag die veel mensen hebben is de vraag wat er is na de dood. Er is geen mens die dat precies weet. Sommigen stellen zich er wel iets bij voor. Bijvoorbeeld dat je na je dood 'ergens' komt waar het mooi is en waar iedereen gelukkig is. Anderen denken dat het bij de dood is afgelopen. Dat er daarna helemaal niets meer is. a Denk jij wel eens terug aan iemand die gestorven is? Of aan een huisdier dat is doodgegaan?
© Luiscmyk / Shutterstock
Aan welke overleden persoon of huisdier denk je nog wel eens? Vertel ook wat je dan denkt.
b Geloof jij dat met de dood alles afgelopen is? Kies ja of nee en schrijf erachter waarom je dat gelooft. Ja | Nee, want
1.2
Antwoorden op levensvragen Je leert: • waar of bij wie je antwoorden op levensvragen kunt vinden, • wat verhalen met een boodschap zijn, • verschillende soorten verhalen met een boodschap kennen (mythe, legende, fabel en sprookje). Simba kreeg van zijn vader Mufasa een antwoord op zijn vraag: 'Blijven we altijd bij elkaar?' Ook jouw ouders, of andere mensen zoals bijvoorbeeld je opa of oma, zullen je soms antwoorden op levensvragen geven. Je kunt ook door een bijzondere gebeurtenis een antwoord krijgen op een levensvraag. Je kan ook zelf antwoorden op levensvragen proberen te vinden door er bijvoorbeeld met vrienden en vriendinnen over te praten. Soms krijg je een antwoord in een boek, film of tv-programma of op internet.
12
© ImageFlow / Shutterstock
1.2 Antwoorden op levensvragen
10
Om te beginnen - Antwoord op een levensvraag Noem een levensvraag waar jij voor jezelf een antwoord op hebt. Zet erbij wat het antwoord is, en van wie of door wat je het antwoord hebt gekregen of gevonden. • van je ouders? • van andere familieleden (opa, oma, broer, zus, oom, tante)? • van vrienden? • door een bijzondere gebeurtenis? • door een boek, film of muziek? • door iets of iemand anders? De vraag: Mijn antwoord:
Van wie of door wat antwoord:
11
Een lied over een levensvraag Ken je een lied dat antwoord geeft op een levensvraag? Gebruik internet om zo'n lied te zoeken als je er niet meteen een weet. Beantwoord de volgende vragen.
a Wat is de titel van het lied? b Wie zingt of zingen dit lied? c Over welke levensvraag gaat dit lied? d Wat is het antwoord op deze levensvraag in dit lied?
Verhalen voor je plezier In verhalen kun je ook antwoorden op levensvragen vinden. Dat is niet bij alle verhalen zo: sommige zijn alleen maar leuk, grappig, spannend of eng. Deze verhalen zijn bedoeld om ons te vermaken.
12
Leuke of spannende verhalen Noem twee verhalen: een leuk of grappig verhaal en een spannend of eng verhaal. Het mag een verhaal uit een boek zijn of een verhaal uit een film. Schrijf ook op waarom je het verhaal leuk, grappig, eng of spannend vond. Een leuk of grappig verhaal:
Een spannend of eng verhaal:
13
1
Vragen en antwoorden
Verhalen met een boodschap Er zijn verhalen die bedoeld zijn om ons iets te leren. Het zijn verhalen met een boodschap. Deze verhalen kunnen ook spannend of leuk zijn, maar het gaat uiteindelijk om de diepere betekenis. Dit soort verhalen kunnen antwoorden op levensvragen geven. Sommige verhalen met een boodschap zijn echt gebeurd. Ze gaan dan bijvoorbeeld over gebeurtenissen uit de geschiedenis. Ze worden verteld met de bedoeling dat we er iets van leren of dat we begrijpen dat bepaalde dingen niet opnieuw mogen gebeuren. Ook verhalen die niet echt gebeurd zijn, die dus door de vertellers of schrijvers bedacht zijn, kunnen een diepere betekenis hebben. Bij zo'n verhaal moet je proberen te begrijpen welke boodschap of diepere betekenis erachter zit.
13
Verhalen met een boodschap Jij hebt al veel verhalen met een boodschap gehoord, gelezen of in een film gezien. Hierover gaan de volgende vragen. a Welk waargebeurd verhaal (boek of film) met een boodschap ken jij? Vertel ook wat volgens jou de boodschap is. Verhaal: Boodschap:
b Welk verzonnen verhaal (boek of film) met een boodschap ken jij? Vertel ook wat volgens jou de boodschap is. Verhaal: Boodschap:
Verschillende soorten verhalen Er zijn verschillende soorten verhalen met een boodschap of een diepere betekenis. Mythe Mythen zijn verhalen waarin goden, godinnen of andere bovenmenselijke wezens de hoofdpersonen zijn. Vaak geven mythen een verklaring voor een natuurverschijnsel of voor andere dingen die de mensen vroeger niet begrepen. Legende Een legende is een verhaal over een gebeurtenis uit het leven van een belangrijk historisch persoon, bijvoorbeeld een heilige of een koning. In een legende wordt verteld welke bijzondere dingen zo'n persoon heeft gedaan, vaak als kind al. Niet alles in het verhaal hoeft echt gebeurd te zijn. Het gaat erom dat de hoofdpersoon uit de legende een voorbeeld is voor de mensen. Fabel Een fabel is een verhaal met een levensles. Fabels willen ons iets leren over de manier waarop mensen met elkaar moeten omgaan. In een fabel zijn dieren vaak de hoofdrolspelers, maar de boodschap is natuurlijk voor de mensen bedoeld. 14
1.2 Antwoorden op levensvragen Sprookje Een sprookje is van oorsprong een oud volksverhaal met personen, dieren en/of dingen die in het echte leven niet bestaan of niet kunnen. Sprookjes hebben een symbolische betekenis. Ze gaan vaak over tegenstellingen als goed en kwaad, arm en rijk, groot en klein. Een sprookje begint vaak met 'Er was eens ...' en eindigt vaak met 'Ze leefden nog lang en gelukkig. Sommige van dit soort verhalen met een boodschap of diepere betekenis zijn al heel oud. Veel mythen bijvoorbeeld behoren tot de oudste verhalen ter wereld.
14
Wat voor soort verhaal is dit? Bekijk de vier afbeeldingen. Bij welk soort verhaal hoort de afbeelding? Zet bij elke afbeelding om welk soort verhaal het gaat.
15
1
Vragen en antwoorden
15
En nu jij - Jouw verhaal met een boodschap Zoek een verhaal met een boodschap of een diepere betekenis. Het moet een mythe, legende, fabel of sprookje zijn. Let op: het mag geen verhaal zijn dat al in de klas besproken is. TIP Zoek een verhaal in de Volksverhalen Almanak.
a Wat is de titel van het verhaal? b Noem de hoofdpersonen van dit verhaal. Vertel ook wat hun rol in het verhaal is.
• • • • • c Is het verhaal een mythe, legende, fabel of sprookje? Geef uitleg bij je antwoord.
d Uit welk land komt het verhaal? Leg uit waaruit dat (wel of niet) blijkt.
e Wat is de boodschap of de diepere betekenis van dit verhaal?
16
1.2 Tot slot
1.3
Tot slot Scan de QR-code voor een overzicht van de begrippen bij dit hoofdstuk.
16
Samenvatting Zet de belangrijke woorden uit het hoofdstuk op de goede plaats in de tekst. Leer deze samenvatting daarna goed. Kies uit: antwoorden - boodschap - fabels - feiten- legenden - levensvragen - meningen - mythen - sprookjes verhalen staan vast en zijn voor iedereen hetzelfde. zijn persoonlijk. Ze zijn niet voor iedereen hetzelfde. zijn vragen die te maken hebben met de zin en de betekenis van je leven. Mensen zoeken naar
op die vragen. kunnen daarbij helpen. Vooral de verhalen met een
In
.
spelen goden en goddelijke wezens de hoofdrol. Ze gaan bijvoorbeeld over
het ontstaan van de wereld. vertellen over bijzondere gebeurtenissen uit het leven van een belangrijk persoon. In
zijn dieren vaak de hoofdrolspelers, maar de boodschap is voor de
mensen bedoeld. In
komen figuren en dingen voor, die in het echte leven niet bestaan of niet
kunnen. Ze gaan over goed en kwaad en hebben altijd een gelukkig einde.
17
Eindopdracht - Jouw levensvragen a In deze eindopdracht ga je zelf aan de slag met jouw levensvragen. En je gaat ook andere mensen ernaar vragen. Scan de QR-code voor het werkblad bij deze opdracht.
17
2
Religies
2 Religies
© Mila Supinskaya Glashchenko / Shutterstock
Op de foto zie je drie meisjes die ieder een ander geloof aanhangen. Het linker meisje is christen, het middelste meisje moslim en het rechter meisje hindoe. In hoofdstuk 1 Vragen en antwoorden ging het over levensvragen en mogelijke antwoorden daarop. Veel mensen vinden antwoorden op hun levensvragen in hun geloof.
In dit hoofdstuk leer je: • de belangrijkste wereldreligies kennen: jodendom, christendom, islam, hindoeïsme en boeddhisme, • welke kenmerken die religies hebben, • hoeveel gelovigen er van die verschillende religies zijn in Nederland. • wat een dode religie en wat een schriftloze religie is, • wat mondelinge en wat schriftelijke overlevering is, • over het heilige boek van de christenen: de Bijbel.
18
2.1 Wereldreligies
2.1
Wereldreligies Je leert: • de belangrijkste wereldreligies kennen: jodendom, christendom, islam, hindoeïsme en boeddhisme, • welke kenmerken die religies hebben, • hoeveel gelovigen er van die verschillende religies zijn over de hele wereld en in Nederland.
1
Om te beginnen - Geloof a Ben jij gelovig? Zo ja, welk geloof heb jij? Zo nee, noem iemand die je kent die gelovig is. Als je niemand in je omgeving kent, kun je ook een bekend persoon noemen die gelovig is.
b Waaruit blijkt dat jij - of degene die je kent - gelovig is?
Geloof Geloof is een ander woord voor godsdienst of religie. Een kenmerk van een godsdienst is dat mensen geloven in een hogere macht die ze god noemen. Er bestaan verschillende religies op de wereld. Bijvoorbeeld het christendom. Christenen geloven in één God en in Jezus Christus, die zij zien als Gods zoon. Een andere religie is het hindoeïsme. Hindoes geloven in meerdere goden. Religies geven antwoorden op levensvragen van mensen. Maar niet alle religies geven hetzelfde antwoord op die vragen. Neem bijvoorbeeld de levensvraag: 'Is er leven na de dood?' Een christen gelooft van wel. Hij gelooft dat hij, als hij goed leeft, na zijn dood in de hemel komt. Een hindoe gelooft ook in een leven na de dood. Hij gelooft dat zijn ziel na de dood weer op aarde terugkeert in een ander lichaam. Dit heet reïncarnatie. Dit woord betekent: 'opnieuw geboren worden'. Zolang als er mensen leven op aarde, zijn er religies. Je kunt zeggen: religie is van altijd en overal. Overal ter wereld en door de hele geschiedenis heen is religie belangrijk voor de mensen geweest en is dat nog steeds. Maar de religies zelf zijn er niet altijd geweest. Ze zijn op verschillende tijden en plaatsen ontstaan en sommige religies zijn inmiddels weer verdwenen. De religies die over de hele wereld veel invloed hebben, noemen we wereldreligies of wereldgodsdiensten. Er zijn vijf wereldreligies: • boeddhisme • christendom • hindoeïsme • islam • jodendom 19
2
Religies
2
Gelovigen wereldwijd a Hoeveel mensen op de wereld geloven in welke religie? En hoeveel mensen hebben geen religie? Je ziet een cirkel die verdeeld is in 'taartpunten'. Elke taartpunt staat voor een religie. Naast de cirkel staat een lijstje met het aantal aanhangers dat die religie ongeveer heeft. Welke religie heeft de meeste aanhangers? Zet de religies in volgorde van meeste aanhangers tot minste. 1 betekent de meeste aanhangers, 8 de minste. 100 miljoen
Boeddhisme Christendom
10 miljoen
400 miljoen 500 miljoen
Hindoeïsme
2.300 miljoen 1.000 miljoen
Islam
Boeddhisme, 500 miljoen [6,9%] Christendom, 2.300 miljoen [31,2 %]
Jodendom
Hindoeïsme, 1.000 miljoen [15,1%]
Schriftloze religies
1.200 miljoen
Islam, 1.800 miljoen [24,1 %] 1.800 miljoen
Andere religies
Jodendom, 10 miljoen [0,2%] Schriftloze religies, 400 miljoen [5,9 %] Andere religies, 100 miljoen [0,8%] Geen religie, 1.200 miljoen [16 %]
Geen religie
b Zoek uit welke religie bij welke taartpunt hoort. Geef de taartpunt de kleur die voor die religie staat.
3
Wereldreligies Je ziet vijf symbolen van de vijf wereldreligies. Zoek uit: • welk symbool bij welke religie hoort, • welk gebouw bij welke religie hoort, • welk heilig boek bij welke religie hoort. Werk samen met een klasgenoot. Jullie mogen internet gebruiken. Kies uit: Bijbel - boeddhisme - christendom - hindoeïsme - islam - jodendom - kerk - Koran mandir - moskee - synagoge - tempel - Tenach - Tripitaka - Veda’s. Religie Gebouw Heilig boek Religie Gebouw Heilig boek Religie Gebouw Heilig boek
20
2.1 Wereldreligies
Religie Gebouw Heilig boek Religie Gebouw Heilig boek
4
Geluiden wereldreligies In deze opdracht ga je naar een aantal geluiden luisteren. Die geluiden hebben met verschillende religies te maken. Lees de geluiden eerst door. • altaarbel • gezang van kerkleden • gregoriaans koor • klokgelui • ohm • oproep tot gebed • ramshoorn • voorzanger
© David Cohen 156 / Shutterstock
Een joodse man blaast op de sjofar.
Scan de QR-code en luister naar de geluiden. Kies uit de geluiden die je hebt doorgelezen en kies daarna uit de vijf wereldreligies. Wat hoor je?
Hoort bij ...
Geluid 1 Geluid 2 Geluid 3 Geluid 4 Geluid 5 Geluid 6 Geluid 7 Geluid 8
21
2
Religies
Religies in Nederland Christendom in Nederland Het christendom is in Nederland al heel lang de godsdienst met het grootste aantal aanhangers. Binnen het christendom bestaan twee grote groepen: de rooms-katholieken en de protestanten. Beide groepen hebben hun eigen kerken. De paus is het hoofd van alle rooms-katholieken over de hele wereld. Bij de protestanten is er niet één persoon die het hoofd van alle protestanten is. Er zijn veel verschillende © PLOO Galary / Shutterstock groepen protestanten, zoals hervormden, Christenen in de kerk gereformeerden en doopsgezinden. Alle christenen kennen de zondag als de dag van samenkomst. Voor het begin van de dienst luiden de kerkklokken. In rooms-katholieke kerken is meestal veel te zien: beelden van heiligen (vooral van Maria), schilderijen en soms kleurige glas-in-loodramen. Protestantse kerken zijn meestal wat kaler, meer sober ingericht. Er zijn in totaal ongeveer 6 miljoen christenen in Nederland, waarvan 4 miljoen roomskatholieken en 2 miljoen protestanten.
Islam in Nederland De islam is een godsdienst die steeds meer in Nederland voorkomt. Islamieten worden ook wel moslims genoemd. Vanaf ongeveer 1960 kwamen er moslims uit Turkije en Marokko naar Nederland. Ook veel asielzoekers die naar Nederland zijn gevlucht, zijn aanhangers van de islam. Er wonen nu ongeveer 850.000 moslims in Nederland. © Robert Hoetink / Shutterstock
Moslims in de moskee
Jodendom in Nederland Het jodendom komt al heel lang voor in Nederland. In de Tweede Wereldoorlog zijn meer dan 100.000 joden uit Nederland weggevoerd en in concentratiekampen vermoord. Nu zijn er in ons land nog ongeveer 17.000 joden.
© Hollandse Hoogte / Hemis Creative and Travel Imagery
Joodse man in de synagoge
22
2.1 Wereldreligies
Hindoeïsme in Nederland Het hindoeïsme is een heel oude religie die ontstaan is in India. In Nederland leven 102.000 hindoes. De meesten komen uit Suriname.
© Flip Franssen / Hollandse Hoogte
Hindoes in de mandir
Boeddhisme in Nederland Het boeddhisme is ook in Azië is ontstaan. Er zijn ongeveer 68.000 boeddhisten in Nederland. Velen van hen komen uit China.
© Shutterstock
Boeddhisten tijdens een nieuwjaarsoptocht in Amsterdam
Niet-religieuzen in Nederland De grootste groep Nederlanders (ruim zes miljoen) geeft aan geen religie te hebben. Ze geloven niet in een god, maar hebben wel een levensbeschouwing. Veel niet-religieuze mensen zijn 'ietsisten': ze geloven niet in een god, maar wel dat er 'iets' is tussen hemel en aarde.
5
Gelovigen in Nederland a Lees de tekst over religies in Nederland nog eens goed. Hoeveel mensen hebben welk geloof in Nederland? Vul de getallen naast de godsdiensten in. • christenen • moslims • joden • hindoes • boeddhisten • geen/iets
23
2
Religies
b Om er een beeld van te krijgen hoe groot de verschillende groepen zijn, ga je de staven in de staafdiagram inkleuren. • Elk hokje in een staaf staat voor 500.000 mensen. Van de christelijke Nederlanders zijn er 6 miljoen (6.000.000). Dat zijn dus 12 hokjes. Die 12 hokjes kleur je in de staaf christenen rood. • Kleur bij elke staaf de hokjes in de kleur van de religie. • Omdat er in Nederland naar verhouding weinig joden en boeddhisten zijn, staan ze onder 'overigen'. Kleur hier de hokjes paars. • Kleur de hokjes bij 'geen/'iets'' grijs. 7.000
Godsdiensten in Nederland x 1.000
6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0
christenen
moslims
hindoes
overigen
geen/’iets’
Christenen: 6.000.000; moslims: 850.000; hindoes: 102.000; overigen: 85.000 (= joden: 17.000 en boeddhisten: 68.000); geen/iets: iets meer dan 6.000.000
6
En nu jij - Gelovigen in jouw klas Hoe zijn de religies in jouw klas verdeeld? • Schrijf eerst op een kladblaadje hoeveel klasgenoten welk geloof hebben. • Kleur dan de staven in. Elk hokje staat voor 1 klasgenoot. Dus als er 3 joodse kinderen in jouw klas zitten, kleur je 3 hokjes blauw. • In deze opdracht hebben joden en boeddhisten weer een eigen staaf. • Er zijn nu twee aparte staven voor 'geen' en voor 'iets'. Kleur 'geen' grijs en 'iets' zwart. 30
aantal leerlingen
25 20 15 10 5 0
christenen
moslims
hindoes
joden
boeddhisten
geen
iets
godsdiensten in de klas
24
2.2 Dode en schriftloze religies
2.2
Dode en schriftloze religies Je leert: • wat een dode religie is, met als voorbeeld de religie van de oude Egyptenaren, • wat een schriftloze religie is, met als voorbeeld de religie van de Aboriginals.
7
Om te beginnen - Hoe oud zijn de wereldreligies? Zolang er mensen op aarde leven, zijn er religies. Maar de vijf belangrijkste wereldreligies van nu waren er niet altijd al. Ze zijn ontstaan op verschillende plaatsen en tijdstippen. Weet jij welke wereldreligie het langst geleden is ontstaan, en welke het kortst geleden? Wat is de oudste religie en wat is de jongste religie? Schrijf een 1 voor de oudste religie, een 2 voor de religie die daarna is ontstaan, enzovoort. boeddhisme christendom hindoeïsme islam jodendom
Dode religies Er zijn ook religies die inmiddels weer zijn verdwenen. Dat zijn bijvoorbeeld de religies van de Germanen, de oude Egyptenaren, de Grieken en de Romeinen. Deze religies noemen we dode religies of dode godsdiensten. Er zijn geen mensen meer die erin geloven, er zijn geen samenkomsten meer, geen feestdagen, geen regels van die religie waarnaar de mensen leven. Er zijn nog wel overblijfselen van deze religies, zoals de piramides in Egypte en de Griekse en Romeinse tempels in de landen rond de Middellandse Zee.
© AlexAnton / Shutterstock
Piramide in Egypte
25
2
Religies
8
Egyptische goden De religie van de oude Egyptenaren is een voorbeeld van een dode religie. In deze opdracht maak je kennis met de goden van deze religie. Je ziet afbeeldingen van acht goden van het oude Egypte. Hun namen staan er niet bij. Lees de acht omschrijvingen van Egyptische goden. 1 Isis De godin van de liefde, de vrouw van Osiris en de moeder van Horus. Kenmerkend is de troon die ze op haar hoofd draagt. 2 Horus Beschermgod van de farao's die de dubbele koningskroon op zijn valkenkop draagt. Farao's werden gezien als Horus in mensengedaante. 3 Osiris De god van het dodenrijk. Hij wordt vaak als een mummie afgebeeld en draagt een kroon en een scepter (staf). 4 Ra De zonnegod, wordt vaak afgebeeld met een zonneschijf op zijn valkenhoofd. Hij laat dagelijks de zon in een boot langs de hemel trekken. 5 Thot De god van de wijsheid en de magie, afgebeeld met de kop van een ibis (een vogel met een lange snavel). Hij is ook de schrijver van de goden en legt alles vast over het leven van de mensen. 6 Maät De godin van de gerechtigheid en waarheid. Zij draagt als kenmerk op haar hoofd de veer van de waarheid. 7 Anoebis De god van het dodenrijk, die de gestorvenen toelaat en hun hart weegt. Vaak wordt hij afgebeeld als de god met een jakhalskop. 8 Hathor De godin van de liefde en de moederlijke zorg. Ze wordt vaak afgebeeld met twee koehoorns op haar hoofd met daartussen de zonneschijf. Verbind de goede namen met de goede afbeeldingen.
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Thot
Anoebis
Maät
Hathor
Isis
Osiris
Horus
Ra
Ga naar eDition voor extra opdracht 1 Isis en Osiris.
26
2.2 Dode en schriftloze religies
Schriftloze religies Overal op de wereld komen er volken voor die wel een religie hebben, maar geen heilige boeken met verhalen en leefregels. Deze mensen kennen wel verhalen en hebben ook religieuze gewoonten en gebruiken, maar deze staan niet opgeschreven in een heilig boek. Daarom noemen we de religies van deze volken schriftloze religies. Voorbeelden hiervan zijn de religie van de Massai in Kenia (Afrika) en het geloof van de Aboriginals in Australië.
Aboriginals De Aboriginals zijn een schriftloos volk uit Australië. Zij geloven in de droomtijd. Dit is een mythische tijd waarin alles is ontstaan. De Aboriginals geloven dat als we dromen, dat we ons dan bepaalde gebeurtenissen uit die mythische tijd herinneren. Alles uit de cultuur van de Aboriginals heeft een link met die droomtijd. Hun rituelen, hun gebruiken, hun verhalen en ga zo maar door. De ouderen geven, door middel © Shutterstock / ChameleonsEye van bepaalde dansen en verhalen, de wijsheden uit de droomtijd door aan de jongeren. Aboriginals geven door middel van dans hun verhalen door aan de jongeren.
Een bijzonder kenmerk van het geloof van de Aboriginals is de vermenging van hun droomtijd met het landschap waarin ze leven. Zij geloven dat alles wat ze in hun omgeving zien, is gemaakt in die droomtijd. Daarom zijn ook de kenmerken van hun omgeving heilig. Denk aan een berg of aan een rivier. In hun kunst hebben ze een heel bijzondere manier © Irina Solatges / Shutterstock om die heiligheid af te beelden. Ze maken kunst Typisch Aboriginal-kunstwerk met stippen met stippen. Vaak is zo'n kunstwerk van de Aboriginals een kaart van de omgeving of een samenvatting van een mooi verhaal. Ze hebben verschillende symbolen voor hun schilderijen. Enkele voorbeelden zie je in de afbeelding.
Voorbeelden van Aboriginal-symbolen
27
2
Religies
9
En nu jij - Aboriginals De Aboriginals maken mooie kaarten van hun omgeving. Daarbij gebruiken ze allerlei symbolen. Enkele voorbeelden zie je in de afbeelding. Nu ga jij ook een Aboriginal-kunstwerk maken. Maak een landkaart waarin duidelijk wordt hoe jij van huis naar school fietst. • Geef je huis het symbool van een 'rustplaats' en de school het symbool van 'ontmoetingsplek'. • Ga voor jezelf na wat je onderweg allemaal tegenkomt en kijk of je bepaalde symbolen kunt gebruiken bij het maken van je kaart. • Je mag ook zelf symbolen erbij verzinnen. Leg ze dan wel uit. • Probeer te werken zoals de Aboriginals doen. Dus werk met gekleurde stippen. Scan de QR-code voor een stappenplan bij deze opdracht.
Maak de kaart. Heb je één of meerdere tekens gebruikt uit het voorbeeld? Is de weg van jouw huis naar school goed uitgewerkt? Heb je gewerkt met de bekende stippen van de aboriginals?
2.3
Heilige boeken Je leert: • wat mondelinge en wat schriftelijke overlevering is, • over de heilige boeken: de Bijbel, de Tora en de Koran, • over de taal waarin het de Oude Testament oorspronkelijk geschreven is.
10
Om te beginnen - Geef het door! De docent laat aan een leerling van de klas een papiertje zien met daarop een zin. Die leerling moet die zin onthouden en doorvertellen aan een klasgenoot. Maar let op, niemand anders mag je horen, dus fluister de zin heel zachtjes in het oor van je klasgenoot. Ga zo door tot de laatste leerling de zin heeft gehoord. Beantwoord de vragen. Als eerste is de leerling aan de beurt die als laatste de zin in zijn oor gefluisterd heeft gekregen. Hij vertelt de zin hardop aan de hele klas. Dan vertelt de eerste leerling wat de originele zin was. • Was er een verschil?
• Hoe komt dit denk je?
28
2.3 Heilige boeken
• Als iedereen de zin op een papiertje had moeten overschrijven, zou het verschil dan anders zijn? Leg je antwoord uit.
Overlevering Of je het nu hebt over de wereldreligies, de dode religies of de schriftloze religies, één dingen hebben ze gemeen: de mensen hebben de geloofsverhalen van generatie op generatie doorverteld. Dat noemen we overlevering. Heel vroeger, meer dan 5000 jaar geleden, was vertellen de enige manier om iets door te geven aan anderen. Ouders en grootouders vertelden hun kinderen en kleinkinderen verhalen over wat zij belangrijk vonden, bijvoorbeeld hoe ze moesten jagen en waar de beste weidegronden lagen voor hun vee. Via mondelinge overlevering gaven de ouderen aan de jongeren ook belangrijke dingen door over hun geschiedenis en hun geloof. Zo werden de levenswijsheden van generatie op generatie doorgegeven. In de loop van de tijd ontwikkelden verschillende volken een schrift dat wil zeggen: een geschreven taal. De mensen konden toen de verhalen van hun volk en religie ook doorgeven door middel van schriftelijke overlevering. De verhalen werden in de loop van de tijd vaak aangevuld met liederen, gebeden, wetten en regels. De boeken waarin dit allemaal werd opgeschreven, zijn de heilige boeken van die religie.
© Shutterstock / wideonet
Bijbel
11
© William Cushman / Shutterstock
Tora, onderdeel van de Tenach
© Muhammad ZA / Shutterstock
Koran
Schriftelijke overlevering a Noem twee voordelen van schriftelijke overlevering boven mondelinge overlevering. 1
2
29
2
Religies
b Op de afbeelding zie je een monnik die bij kaarslicht aan het schrijven is. In de tijd dat er nog geen boekdrukkunst bestond, schreven monniken boeken over. Noem twee nadelen van schriftelijke overlevering. Denk aan de tijd die je op de afbeelding ziet. 1 2 © th.mucha / Shutterstock
3
De Bijbel Het heilige boek van de christenen is de Bijbel. De naam bijbel komt van biblia, het Griekse woord voor boeken. De hele Bijbel is eigenlijk een verzameling oude boeken. Je kunt het zien als een bibliotheek met twee afdelingen: de boeken van het Oude Testament (O.T.) en de boeken van het Nieuwe Testament (N.T.). Het Oude Testament is het eerste deel van de Bijbel. Hierin staan de verhalen van de Israëlieten. Israëlieten is een ander woord voor het Joodse volk. Het zijn verhalen over de schepping, over de voorouders van het Joodse volk en over koningen en profeten. Veel verhalen die hierin staan, zijn ook belangrijk voor joden en voor moslims. In hun heilige boeken: de Tenach (jodendom) en de Koran (islam) staan veel verhalen die overeenkomen met de verhalen uit het O.T. Het tweede deel van de Bijbel heet het Nieuwe Testament. Hierin staan de verhalen over Jezus Christus en zijn volgelingen.
Het Oude Testament De Israëlieten vertelden de verhalen over hun volk en hun geloof eerst mondeling door, maar vanaf ongeveer 1000 v.Chr. begonnen ze de verhalen op te schrijven. Eerst schreven ze op boekrollen. Later maakten ze ook boeken zoals wij die nu kennen. Het Oude Testament is ontstaan tussen 1000 en 100 v. Chr.
© Lerner Vadim / Shutterstock
De Dode Zee-rollen van QUMRAN, nog niet zo lang geleden ontdekte boekrollen met Bijbelteksten.
30
2.3 Heilige boeken
De boeken van het Oude Testament zijn oorspronkelijk geschreven in het Hebreeuws. Hebreeuws is de taal die vroeger werd gebruikt door het Joodse volk. Het oude Hebreeuws is een taal die nu niet meer wordt gesproken. In de eerste vijf boeken van het Oude Testament hoort de mens hoe hij als mens moet leven. Soms gebeurt dit in de vorm van een verhaal, soms in de vorm van een duidelijke regel of wet. De joden noemen deze boeken de Tora. Dit woord kun je vertalen met onderwijzing. Het zijn verhalen om van te leren. In de verhalen, regels en voorschriften leert een mens God kennen. Ook leert hij hoe hij met anderen moet omgaan, zodat alle mensen in vrijheid, rechtvaardigheid en vrede kunnen samenleven. In de volgende hoofdstukken ga je kennismaken met verschillende verhalen uit het Oude Testament. Op welke levensvragen geven ze antwoord? Kunnen we uit die verhalen iets leren over het leven van nu?
12
Woordzoeker heilige boeken Maak de woordpuzzel en vind het verborgen woord. De antwoorden op de vragen vind je in de teksten De Bijbel en Het Oude Testament. a Maak de puzzel. 1 Hoe heet het heilige boek van de christenen? 2 Hoe noemen we het mondeling of schriftelijk doorgeven van geloofsverhalen? 3 In welke taal is het Oude Testament oorspronkelijk geschreven? 4 Hoe noemen we de boeken waarin de belangrijkste verhalen staan van een geloof? 5 Hoe noemen we de eerste vijf boeken van het Oude Testament? 6 Hoe heet het eerste deel van de Bijbel? 7 Van welk Grieks woord dat 'boeken' betekent, komt het woord Bijbel? 8 Hoe heet het volk waarover de verhalen in het Oude Testament gaan? 9 Hoe heet het heilige boek van de joden? 10 Hoe heet het heilige boek van de moslims? 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
b Welk woord lees je van boven naar beneden?
31
2
Religies
13
Hebreeuws Het Oude Testament is in het Hebreeuws geschreven. Het Hebreeuws heeft twee bijzondere kenmerken: 1 Je schrijft het van rechts naar links ←. 2 Er worden geen klinkers (e - a - o - u - i ) geschreven. (Die klinkers worden natuurlijk wel uitgesproken.) Om een indruk te krijgen van de taal waarin het Oude Testament is geschreven, ga je er een paar oefeningen mee doen. a Stel dat het Nederlands net als het Hebreeuws geen klinkers zou hebben. Je leest dan bijvoorbeeld de letters BRD. Door aan deze letters klinkers toe te voegen, kun je heel veel woorden maken. Bijvoorbeeld: BoRD of BReeD. Probeer zelf op deze manier zoveel mogelijk woorden te bedenken met de letters BRD. Let op: je mag alleen klinkers toevoegen, dus a - o - e - u - i of een combinatie van deze letters. Je mag zelf geen andere medeklinkers toevoegen! BoRD BReeD
b Je ziet een Nederlands woord, maar het is op de Hebreeuwse manier geschreven. • Het woord is van rechts naar links ← geschreven. • En het woord heeft geen klinkers. TSNDSDG Hoe kom je erachter wat hier staat? Schrijf het woord eerst van links naar rechts →: GDSDNST Plaats er dan de goede klinkers tussen: GoDSDieNST SLKGRB Welk Nederlands woord is hier op de Hebreeuwse manier geschreven? De letters van links naar rechts →: Met klinkers ertussen:
c Nu wordt het iets moeilijker. RWZ LH S NKB TM KZGR NM Welke Nederlandse zin is hier op de Hebreeuwse manier geschreven? De letters van links naar rechts →: Nu de klinkers ertussen:
d Je hebt gemerkt dat het lastig is om een zin te lezen als er geen klinkers in de woorden staan. Wat is volgens jou het grootste nadeel, als er geen klinkers in woorden staan?
32
2.3 Heilige boeken
14
En nu jij - Je naam in het Hebreeuws In deze opdracht ga je je voornaam en achternaam in het Hebreeuws schrijven. Als voorbeeld zie je de naam van Willem van Oranje. a Schrijf je naam op. WILLEM VAN ORANJE
b Schrijf je naam gewoon van links naar rechts → maar zonder klinkers. WLLM VN RNJ
c Schrijf nu je naam zonder klinkers van rechts naar links ←. JRN NV MLLW
d Zoek in het Hebreeuwse alfabet de letters van jouw naam op. Letter
Naam
Klank
alef
Letter
Naam
Klank
(a)
lamed
l
bet
b,v
mem
m
gimel
g
nun
n
dalet
d
samek
s
he
h
aiin
(a)
wav
w
pe
p,f
dzaiin
z
tsade
ts
chet
ch
qof
q
tet
th
res
r
iod
i,j
sin
sj
kaf
k
tau
t
Schrijf ze over en begin net als in het Hebreeuws rechts.
33
2
Religies
2.4
Tot slot Scan de QR-code voor een overzicht van de begrippen bij dit hoofdstuk.
15
Samenvatting Lees de tekst. Het is een samenvatting van dit hoofdstuk. Maar de belangrijkste woorden ontbreken. Zet de woorden op de goede plaats in de tekst. Kies uit: Bijbel - Boeddhisme - Christendom - dode religies - droomtijd - Egypte - Hebreeuws heilige boeken - Hindoeïsme - Islam - Jezus - Jodendom - Joodse - Koran - mondelinge overlevering Nieuwe Testament - Oude Testament - schriftelijke overlevering - schriftoze religies - Tenach wereldreligie Een religie die over de hele wereld veel aanhangers heeft, noemen we een
.
De vijf wereldreligies zijn, in volgorde van grootte: 1 2 3 4 5 Sommige religies zijn al heel oud, andere zijn korter geleden ontstaan. Sommige religies zijn inmiddels weer verdwenen, er zijn geen aanhangers meer van. Deze religies noemen we . Een voorbeeld is de religie van het oude Daarnaast zijn er nog de
.
: dit zijn de religies waarvan de verhalen en
leefregels niet in een boek opgeschreven zijn. Een voorbeeld is de
van de
Aboriginals. Toen mensen nog geen schrift hadden, werden verhalen via doorverteld. Toen volken eenmaal wel een schrift hadden, werden de verhalen via doorgegeven. De
van een religie zijn een
bundeling van die verhalen, vaak aangevuld met regels, wetten, gebeden en liederen. De
is het heilige boek van de joden.
De
is het heilige boek van de christenen.
De
is het heilige boek van de moslims.
De Bijbel bestaat uit twee delen: 1 het 2 het In het Nieuwe Testament staan de verhalen over 34
en zijn volgelingen.
2.4 Tot slot In het Oude Testament staan de verhalen van de woord voor het
. Dat is een ander
volk. Het Oude Testament is geschreven in het .
Veel van de verhalen uit het Oude Testament zijn niet alleen belangrijk voor christenen, maar ook voor joden en moslims.
16
Eindopdracht - Religies In dit hoofdstuk heb je veel verschillende religies bekeken. Vorm groepjes van vier. Elk groepje kiest een religie. Over die religie gaan jullie een presentatie maken. Let op: Elke groep moet een andere religie kiezen! Maak met je groepje een presentatie van de religie die jullie gekozen hebben. In jullie presentatie moeten de volgende onderdelen worden opgenomen: 1 aantal leden in de wereld en in Nederland, 2 heilige boeken met de taal, 3 een levensvraag en het antwoord vanuit de religie daarbij, 4 een symbool met uitleg, 5 een foto van een heilig/belangrijk gebouw met uitleg, 6 een jaarlijks feest en de betekenis van dat feest, 7 eigen mening over de gekozen religie, 8 lijst van geraadpleegde boeken, tijdschriften, kranten en/of sites.
Hebben jullie alle acht onderdelen uit de opdracht behandeld? Is de presentatie duidelijk voor anderen? (heldere opbouw, in eigen woorden geschreven) Ging de samenwerking goed? (heeft iedereen ongeveer evenveel gedaan?)
35