Bladerboek Inleiding Social Work

Page 1

Producthuisstijl omslag • Arienne de Boer, studio Pietje Precies | bno, Hilversum Formaat 17 x 24 cm

Het boek is herkenbaar en bruikbaar als inleiding, maar biedt tegelijkertijd ook stof tot nadenken over het beroep en de eigen visie daarop. Naast gangbare theorieën en begrippen, bevat het boek ook originele beschouwingen en actuele onderwerpen. De rijkelijk aanwezige figuren en voorstellingen ondersteunen, verhelderen en verlevendigen de tekst. Het boek is bedoeld voor studenten (WO en HBO) en voor degenen die vanwege hun beroep of uit interesse meer van Social Work willen weten om het beter te kunnen plaatsen. Willem Blok studeerde sociologie, sociaal werk en management in Leiden en Den Haag. Hij was jarenlang social worker, projectontwikkelaar en projectmanager. Hij is sinds 1992 als senior docent verbonden aan de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden. Hij heeft veel internationale ervaring, onder andere als projectontwikkelaar en projectmanager in Polen en als gastdocent in verschillende andere landen.

ISBN 978 90 5574 594 4

Inleiding Social Work • Vanuit internationaal perspectief

Vanuit een brede, internationale en maatschappelijke invalshoek wordt de lezer op hcial Worker, met de professionele context waarin dit plaatsvindt en met de maatschappelijke ontwikkelingen die zich in en rond Social Work voltrekken. Het belang van een internationale benadering spreekt haast voor zich in een wereld die steeds kleiner en eenvormiger wordt en waarin men steeds meer afhankelijk van elkaar wordt. Social Work heeft een internationale identiteit, gemeenschappelijke uitgangspunten, gedeelde normen en een gezamenlijke ‘body of knowledge‘.

Willem Blok

Social Work is een zinvol en nuttig beroep. Zinvol voor mensen die zorg of hulp nodig hebben. Nuttig voor een samenleving die mensen bij de les wil houden, bij elkaar wil houden en gelijke kansen wil bieden. Het moderne, professionele Social Work, zoals wij dat in Nederland kennen, bestaat al méér dan 100 jaar en wordt vrijwel overal ter wereld uitgeoefend.

Inleiding Social Work

Vanuit internationaal perspectief

Willem Blok


Inleiding Social Work 04-03-2009 11:38 Pagina 1

Inleiding Social Work


Inleiding Social Work 04-03-2009 11:38 Pagina 2


Inleiding Social Work 04-03-2009 11:38 Pagina 3

Willem Blok

Inleiding Social Work Vanuit internationaal perspectief


Inleiding Social Work 04-03-2009 11:38 Pagina 4

Š 2009 HBuitgevers, Baarn eerste druk, eerste oplage Omslagontwerp: Studio Pietje Precies, Hilversum Vormgeving binnenwerk: Elgraphic, Schiedam Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieÍn, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. ISBN 978 90 5574 594 4 HBuitgevers Postbus 290 3740 AG Baarn www.hbuitgevers.nl e-mail: info@hbuitgevers.nl Per 1 september 2009 is de naam van HBuitgevers gewijzigd in ThiemeMeulenhoff.


Inleiding Social Work 04-03-2009 11:38 Pagina 5

Opgedragen aan mijn ouders Willem en Tini Blok. Voor hun liefde, toewijding en doorzettingsvermogen in moeilijke tijden.


Inleiding Social Work 04-03-2009 11:38 Pagina 6


Inleiding Social Work 04-03-2009 11:38 Pagina 7

Inhoud

Inleiding 9

1 Social work 13 1.1 1.2 1.3 1.4

Doel en inhoud 13 Beroepsethiek 14 Opleiding 16 Kennisbestand 18

2 Overleven – behoeften, zelfontplooiing en bestaanscondities 21 2.1 Ongelijke kansen 21 2.2 Behoeften 22 2.3 De hele mens 29 2.4 Bestaanscondities: de sociale omgeving 34 2.5 Toepassing: basics of social work 36

3 Ontwikkelen en veranderen 46 3.1 Over ontwikkelen, veranderen en verbeteren 46 3.2 Aspecten van verandering 49 3.3 Veranderkunde 55 3.4 De social worker als ‘change agent’ 57 4 Helpen en ondersteunen 74 4.1 Kerntaken 74 4.2 Rollen 77 4.3 Handelingsrepertoire 79

5 Positie en functies van social work in de samenleving 82 5.1 Social work en sociaal beleid 82 5.2 Social work en democratie 88 5.3 Samenvattend overzicht 96

6 Perspectieven 98 6.1 Ontwikkelingsgang 98 6.2 Globalisering 100 6.3 Neoliberaal sociaal beleid 102 6.4 Markt, management en professie 105 6.5 Groeiende kritiek en internationale beweging 107 6.6 Think global, act local and behave social 113


Inleiding Social Work 04-03-2009 11:38 Pagina 8

8

Inleiding Social work

Literatuurlijst 115 Over de auteur 120 Summary 121 Trefwoordenregister 124


Inleiding Social Work 04-03-2009 11:38 Pagina 9

Inleiding

Eind negentiende eeuw werd er een opleiding voor social work opgericht. De eerste scholen ontstonden in West-Europa en Amerika. In Nederland ging in 1899 in Amsterdam de ‘Opleidingsinrichting voor Socialen Arbeid’ van start. (Van Gent, 1991, p.43) Het tegenwoordige social work (of sociaal werk) stond eerst te boek als ‘socialen arbeid’, werd vervolgens ‘maatschappelijk werk’ genoemd en in de jaren zestig van de vorige eeuw omgedoopt tot ‘welzijnswerk’. Alleen al uit de voortdurende veranderingen in terminologie blijkt hoezeer social work verbonden is met de ontwikkelingen en verhoudingen in de maatschappij. Dat is altijd al zo geweest. Toen zich na de grote spoorwegstaking van 1903 slechts weinig nieuwe leerlingen meldden, werd de naam van de ‘Opleidingsinrichting voor Socialen Arbeid’ veranderd in ‘School voor Maatschappelijk Werk’, want ‘sociaal’ deed waarschijnlijk te gemakkelijk denken aan het zo gevreesde socialisme. Maar daarmee was de kous niet af. Naast ‘de angst voor een politieke omwenteling was men bang dat de school de uitsluitend vrouwelijke leerlingen in de armen van een “ultra-feminisme” zou voeren, terwijl bovendien onzekerheid bestond om in het maatschappelijk werk een redelijk middel van bestaan te vinden.’ (Van Gent, 1991, p.43-44) Social work heeft inderdaad twee gezichten: mensen helpen en tegelijkertijd bestaande verhoudingen bestendigen. Het social work maakt als beroepsgroep deel uit van deze verhoudingen, ook als ze onrechtvaardig zijn. De social worker is steun en toeverlaat van hulpbehoevende en kwetsbare burgers. Tegelijkertijd draagt hij bij aan (verdere) inpassing en aanpassing van deze mensen aan de bestaande maatschappelijke orde en verhoudingen. Of en in welke mate dit dubbelkarakter van social work een dilemma vormt voor de social worker hangt af van de maatschappij waarin hij opereert. Het maakt daarbij wezenlijk verschil of het gaat om een land met een democratische rechtsorde waarin de mensenrechten worden gerespecteerd, of om een land waar zo’n rechtsorde geheel of gedeeltelijk ontbreekt. Om het beroep van social worker te kunnen uitoefenen is een meerjarige opleiding op niveau vereist. Op deze opleiding worden theoretische en methodische kennis verworven, vaardigheden aangeleerd, praktijkervaringen opgedaan en aan eigen houding en visie gewerkt. Wat dat laatste betreft: om het beroep doelgericht, doelmatig en naar tevredenheid te kunnen uitoefenen is een aantal essentiële kwaliteiten nodig. Denk hierbij aan gevoel voor verhoudingen, het zich kunnen verplaatsen in anderen (empathisch vermogen) en het vermogen tot relativeren. Relativeringsvermogen is in dit verband vooral het vermogen tot kritische zelfreflectie. Dit is het vermogen om afstand te nemen en van daaruit naar jezelf, je beroepsgroep en de maatschappij te kijken. Twee invalshoeken helpen hierbij: kijken vanuit de geschiedenis (hoe was het vroeger?) en vanuit een ander land, een andere cultuur (hoe is het elders?).


Inleiding Social Work 04-03-2009 11:38 Pagina 10

10

Inleiding Social work

Benaderingswijze Dit boek wil het social work beschrijven vanuit een brede, maatschappelijke en internationale invalshoek. In een wereld waarin mensen steeds dichter naar elkaar toegroeien als gevolg van steeds geavanceerdere en toegankelijkere communicatie- en transportmiddelen, is dit een goed uitgangspunt. Bovendien is social work een beroep dat, net als vele andere beroepen, in heel wat landen verspreid over de wereld wordt uitgeoefend. Op de golven van de toenemende globalisering vinden ook social workers elkaar steeds vaker en steeds gemakkelijker. Het gevolg is dat social work langzaam maar zeker een internationale identiteit, een mondiaal gezicht, krijgt en men verder bouwt aan een gezamenlijk, mondiaal kennisbestand (body of knowledge). Overigens is dit geen nieuwe ontwikkeling. Van het begin af aan is er sprake geweest van internationale collegiale contacten en van een grote, vooral Angelsaksische invloed op de inhoud en methoden van social work. Denk maar aan termen als ‘social case work’, ‘multi family work’, ‘outreaching work’ en ‘empowerment’ in niet-Engelstalige vakliteratuur. Dit boek is bedoeld voor studenten social work, voor studenten uit verwante opleidingen, en voor professionals die met social work te maken hebben. Het biedt een kijkje in de keuken van het werk, zonder daarbij alle kasten open te maken. In plaats daarvan wordt geprobeerd te laten zien hoe social work deel uitmaakt van de samenleving en welke functies het werk daarin vervult. Het is de neerslag van jarenlange ervaring met uitvoerend werk, onderzoeks- en ontwikkelingswerk en onderwijs op het terrein van social work, niet alleen in Nederland maar ook daarbuiten. Dit betekent haast vanzelfsprekend dat wordt aangesloten bij de internationale ‘state of the art’ van het social work. Er wordt voor een groot deel uit Engelstalige bronnen geput. Naar internationaal voorbeeld wordt in dit boek de term ‘social work’ gebruikt als een overkoepelend begrip voor verschillende sociaalagogische functies en beroepen in diverse sectoren van de maatschappij. Sinds een aantal jaren is het ook (weer) in Nederland gebruik om over ‘social work’ of sociaal werk te spreken. Voor informatie over de specifieke inrichting en organisatie van het social work in Nederland verwijzen wij naar het Basisboek social work van Van Ewijk, Spierings en Wijnen-Sponselee (2007). Daarin onderscheidt men in Nederland drie sectoren waarin social workers werkzaam zijn: ‘wonen, welzijn en zorg’, ‘maatschappelijk opvoeden’ en ‘samenlevingsopbouw’. Op het eerstgenoemde terrein werken groepswerkers, inrichtingswerkers, activiteitenbegeleiders en maatschappelijk dienstverleners voor verstandelijk en lichamelijk gehandicapten, chronisch zieken, psychiatrische patiënten en ouderen die zich niet of niet geheel zelfstandig kunnen redden. In de sector ‘maatschappelijk opvoeden’ opereren de werkers in de kinderopvang, voorschoolse en vroegtijdige educatie, opvoedingsondersteuning, jeugdwerk en jeugdzorg. Onder de noemer ‘samenlevingsopbouw’ ten slotte vat men alle activiteiten op het terrein van buurtwerk, belangenorganisatie, integratie, achterstandswerk en participatie. We treffen hier social workers onder benamingen als sociaal-cultureel werker, buurtwerker, opbouwwerker, inspraakfunctionaris, consulent, consultant enzovoort. (p.49-83) Ook voor Nederland geldt dat de overgrote meerderheid van de social workers werkzaam is binnen de sociale infrastructuur, dat wil zeggen binnen het geheel van educatieve, medische en


Inleiding Social Work 04-03-2009 11:38 Pagina 11

Inleiding

11

sociale organisaties, diensten en voorzieningen ten behoeve van de burgers. Die sociale infrastructuur – en dus ook het social work – wordt geheel of grotendeels gefinancierd uit belastingopbrengsten en verzekeringspremies. De meeste social workers werken in overheidsdienst of zijn verbonden aan non-profit- of not-for-profitinstellingen. Slechts een klein deel van de social workers in de wereld, ook in Nederland, werkt als zelfstandig ondernemer of is in dienst van commerciële ondernemingen. Een en ander betekent dat het inzetten van social work, de omvang en aard van die inzet, de facilitering en de verdeling over sectoren en doelgroepen (nog steeds) worden bepaald door de overheid. Het beleid is vastgesteld op basis van bepaalde waarden en normen en uitgewerkt en neergelegd in de daaruit voortvloeiende wet- en regelgeving. Wie iets aan social work wil bijdragen of veranderen, komt vroeg of laat dus altijd bij de overheid uit en zal mede daarom de publieke opinie voor zich moeten winnen.

Opbouw van het boek Hoofdstuk 1 fungeert als kapstok waaraan het social work wordt opgehangen. Op basis van kerndocumenten van de twee belangrijkste internationale beroepsorganisaties, de International Federation of Social Workers (IFSW) en de International Association of Schools of Social Work (IASSW), wordt beschreven: – waar social work zich op richt; – welke normen en waarden daarbij in acht worden genomen; – hoe social work de werkelijkheid benadert; – waaraan de opleiding dient te voldoen; – van welke soort kennis gebruik wordt gemaakt. Het gaat dus om een beschrijving van de bestaande, internationaal gedeelde visie op het social work. Deze vormt een afspiegeling van de stand van zaken (’state of the art’) in het beroep en is richtinggevend voor verdere ontwikkeling en vernieuwing. In de hoofdstukken 2, 3 en 4 worden deze aspecten verder uitgewerkt. Daarvoor wordt een keuze uit bekende, veelgebruikte kennisbestanden gemaakt die vervolgens worden geïnterpreteerd en met elkaar in verband worden gebracht. De inhoud van deze hoofdstukken sluit aan bij de hoofdstroom in social work. Overigens loopt Nederland in theoretisch en methodisch opzicht aardig in de pas, als we althans de periode van de ‘eigen’ wetenschap van social work in de vorm van de andragologie (1960-1980) als zijsprong opvatten en buiten beschouwing laten. (Van Gent, 1991) Om de maatschappelijke positie en functies van social work te analyseren en te verhelderen wordt in hoofdstuk 5 aansluiting gezocht bij de bestuurswetenschappen. Social work maakt deel uit van de sociale infrastructuur in de samenleving. Door op vele terreinen en op onderscheiden niveaus de participatie van burgers te bevorderen is het werk een belangrijk instrument van het sociaal beleid en van cruciaal belang voor het democratisch functioneren van de samenleving. Hoofdstuk 6 bevat een kritische beschouwing over de ontwikkeling en toekomst van social work. De voortschrijdende globalisering leidt tot nieuwe problemen, maar ook tot nieuwe kansen. Om die te benutten is verdergaande internationale uitwisseling en samenwerking nodig. Het gaat daarbij om alle betrokkenen bij het social work: werkers, docenten, managers, onderzoekers, beleidsmakers en hun instellingen.


Inleiding Social Work 04-03-2009 11:38 Pagina 12

12

Inleiding Social work

Tot slot nog een taalkundig aspect. Omdat dit boek voor een groot deel op Engelstalige bronnen steunt en het lezerspubliek Nederlands is, hebben wij de Engelstalige citaten zoveel mogelijk vertaald, hetzij direct, hetzij indirect in de vorm van inleidende, toelichtende of samenvattende tekst. Een goede beheersing van de Engelse taal is een voordeel, maar geen vereiste om dit boek te kunnen lezen.


Inleiding Social Work 04-03-2009 11:38 Pagina 13

Social work

1

Het moderne, professionele social work bestaat ruim honderd jaar en wordt uitgeoefend in vele landen, verspreid over de gehele wereld. Onder werkers, docenten, onderzoekers, en beleidsmakers, verenigd in de International Federation of Social Workers (IFSW) en de International Association of Schools of Social Work (IASSW) is geleidelijk aan overeenstemming ontstaan over doel, inhoud, normen en waarden, opleiding en kennisbestand (’body of knowledge’) van het beroep van social worker. Deze gemeenschappelijke visie op social work vormt een afspiegeling van de stand van zaken (’state of the art’) in het beroep en is richtinggevend voor de verdere ontwikkeling en vernieuwing ervan. In dit hoofdstuk wordt de wereldwijd gedeelde visie op social work beschreven. Wij baseren ons hierbij op de belangrijkste internationale documenten uit de periode 2000-2008 waarin die visie is vastgelegd. Achtereenvolgens worden behandeld: – doel en inhoud van het werk (paragraaf 1.1); – de beroepsethiek (paragraaf 1.2); – de opleiding (paragraaf 1.3); – de ‘body of knowledge’, het kennisbestand (paragraaf 1.4). In dit hoofdstuk blijven wij dicht bij de oorspronkelijke teksten, omdat zij de kapstok vormen waaraan de rest van het boek is opgehangen.

1.1

Doel en inhoud

De IFSW hanteert een definitie van social work die sinds 2001 ook wordt onderschreven door de IASSW. Deze luidt als volgt: ‘The social work profession promotes social change, problem solving in human relationships and the empowerment and liberation of people to enhance well-being. Utilizing theories of human behaviour & social systems, social work intervenes at the points where people interact with their environments. Principles of human rights and social justice are fundamental to social work.’ (IFSW, 2000) In deze omschrijving wordt beknopt onder woorden gebracht wat social workers doen en hoe zij te werk gaan. Social work bevordert sociale verandering en probleemoplossing en versterkt de positie en emancipatie van mensen om het welzijn in de samenleving te verbeteren. Met behulp van gedrags- en systeemtheorieën tracht social work de interactie tussen mensen en hun (sociale) omgeving te beïnvloeden. Mensenrechten en principes van sociale rechtvaardigheid zijn daarbij van fundamenteel belang. In een nadere verklaring wordt opgemerkt dat social work mensen in staat stelt hun mogelijkheden te ontwikkelen, hun leven te verrijken en disfunctioneren te voorkomen. Omdat social


Inleiding Social Work 04-03-2009 11:38 Pagina 14

14

Inleiding Social work

work zich vooral richt op probleemoplossing en verandering, fungeren social workers als veranderingsagenten (’change agents’), zowel in de samenleving als geheel, als in het leven van de personen, families en gemeenschappen waarvoor zij zich inzetten. ‘Ontwikkelen’ en ‘veranderen’ horen bij het leven. Als ontwikkeling stagneert of als verandering niet of moeilijk te realiseren is, raken mensen in de problemen. In zo’n situatie kan steun van een social worker een belangrijk verschil maken. Tot de deskundigheid van een social worker hoort dan ook kennis van ontwikkelings- en veranderingsprocessen en de bekwaamheid om deze processen te stimuleren en begeleiden. In hoofdstuk 3 wordt dit verder uitgewerkt. De hulp en ondersteuning van social work is zowel zaakgericht (oplossen en voorkomen van problemen en verruimen van mogelijkheden) als persoonsgericht (versterken van het vermogen van cliënten om zoveel mogelijk zelf te doen). Bovendien dient ook de omgeving van de cliënt of cliëntgroep te worden betrokken bij het voorkomen en oplossen van problemen. De social worker moet dan ook in staat zijn om op verschillende niveaus te werken (zie hoofdstuk 2) en moet verschillende taken en rollen op zich kunnen nemen, waarover meer in hoofdstuk 4. Social workers worden direct geconfronteerd met de gevolgen van de manier waarop mensen met elkaar omgaan en met de waarden en normen die daarbij in acht worden genomen. Dit geeft het beroep naast een methodisch-technisch, ook een inhoudelijk-normatief karakter. Met andere woorden: bij alles wat en iedereen die op de social worker afkomt, moet hij bepalen welke waarden en normen in het geding zijn, op wie en wat hij zich zal richten en wat daarvoor de meest aangewezen werkwijze is. Dit normatieve karakter is altijd kenmerkend geweest voor social work. ‘Social work heeft zich ontwikkeld uit humanitaire en democratische idealen. Het beroep is gebaseerd op respect voor de gelijkheid, waarde en waardigheid van alle mensen. Sinds het begin, nu ruim een eeuw geleden, heeft het social work zich gericht op het tegemoetkomen aan menselijke behoeften en het ontwikkelen van menselijk potentieel. Mensenrechten en sociale gerechtigheid dienen als motivatie en rechtvaardiging voor het handelen van social workers. In solidariteit met hen die achtergesteld worden, streeft de beroepsgroep naar het lenigen van armoede en het emanciperen van kwetsbare en onderdrukte mensen om daarmee de sociale samenhang te bevorderen.’ In dit verband ‘bestrijdt social work belemmeringen, onrechtvaardigheid en onrecht in de maatschappij. Social work reageert zowel op crisis- en noodsituaties als op alledaagse persoonlijke en sociale problemen.’ (IFSW, 2000, p.1)

1.2

Beroepsethiek

Vanwege het normatieve karakter van het werk ligt het voor de hand dat social workers een beroepscode in acht nemen. In vele landen is dat dan ook het geval. Sinds 1994 bestaat er ook een internationale beroepscode met uitgangspunten en gedragsregels die voor alle social workers en hun instellingen gelden. (IFSW, 1994) Een beroepscode bevat vastgelegde waarden en normen van een beroep die als leidraad dienen voor een goede beroepsuitoefening. De beroepscode maakt deel uit van de beroepsethiek, dat wil zeggen: het geheel van waarden en normen die het handelen van (een lid van) een beroepsgroep stuurt of zou moeten sturen. (Thesaurus Zorg en Welzijn, 2008) De internationale beroepscode is in 2004 aangevuld met een herziene Beginselverklaring getiteld Ethics in social work, statement of principles (IFSW en IASSW, 2004a), waarin de internationale definitie van social work als uitgangspunt is genomen.


Inleiding Social Work 04-03-2009 11:38 Pagina 15

1. Social work

15

In deze beginselverklaring wordt aangesloten bij zeven bekende, internationaal geaccepteerde humanitaire verdragen en verklaringen, te weten: – The Universal Declaration of Human Rights – The International Covenant on Civil and Political Rights – The International Covenant on Economic Social and Cultural Rights – The Convention on the Elimination of all Forms of Racial Discrimination – The Convention on the Elimination of All Forms of Discrimination against Women – The Convention on the Rights of the Child – Indigenous and Tribal Peoples Convention (ILO convention 169) Deze internationale verklaringen en verdragen worden beschouwd als een relevant, legitiem raamwerk voor het opereren van social workers. In de Beginselverklaring worden de twee principes verder uitgewerkt uit de definitie van social work: mensenrechten en sociale rechtvaardigheid. De passage over mensenrechten begint met de stelling dat social work is gebaseerd op respect voor de onvervreemdbare waarde en waardigheid van alle mensen en de rechten die daaraan verbonden zijn: ‘Social work is based on respect for the inherent worth and dignity of all people, and the rights that follow from this.’ Dit betekent dat social workers de fysieke, psychische, emotionele en spirituele integriteit en welzijn van ieder persoon moeten hooghouden en verdedigen: ‘Social workers should uphold and defend each person’s physical, psychological, emotional and spiritual integrity and well-being.’ (p.2) Deze opgave voor social work wordt uitgewerkt in vier punten: – respecteren van het recht op zelfbeschikking; – bevorderen van het recht op participatie; – het tegemoettreden van een persoon als een geheel (met zijn of haar gezin, gemeenschap, maatschappelijke en natuurlijke omgeving); – identificeren en ontwikkelen van menselijke vermogens. Ook de verantwoordelijkheid van social workers om sociale rechtvaardigheid te bevorderen, zowel in de samenleving waarvan zij deel uitmaken, als in relatie met de mensen met wie zij werken, wordt verder uitgewerkt. Dit betekent voor de werkers dat zij zich richten op: – bestrijden van (negatieve) discriminatie; – erkennen van etnische en culturele diversiteit; – gelijke verdeling van middelen; – bestrijden van onrechtvaardig beleid en onrechtvaardige uitvoering ervan; – werken in solidariteit. Het naleven van mensenrechten en het bevorderen van sociale rechtvaardigheid raakt direct aan de verhoudingen en de bestaande orde in een samenleving. Het werken aan deze wezenlijke zaken zal gemakkelijker gaan in een sociale omgeving en een maatschappij die hiervoor ruimte bieden en middelen beschikbaar stellen, dan in een sociale omgeving en maatschappij die dat niet of in mindere mate doen. Wat dit betreft bestaan er grote verschillen tussen de landen. Die verschillen hebben te maken met het niveau van welvaart, met cultuur, ideologie, godsdienst en met het democratische gehalte van de bestuursvorm. In landen met een dictatoriaal regime waarin bepaalde groepen worden bevoordeeld boven anderen en waar tegenspraak en oppositie niet worden geduld, hebben social workers weinig of


Inleiding Social Work 04-03-2009 11:38 Pagina 16

16

Inleiding Social work

geen speelruimte om hun werk naar behoren te doen. Het lijkt er daarom op dat social work het beste gedijt in landen met een democratische rechts- en bestuursvorm die vrijheid van meningsuiting, openbare besluitvorming en discussie, geheime verkiezingen en de rechten van minderheden garandeert. Democratie is in dit verband zowel ‘het geloof in vrijheid en gelijkwaardigheid tussen mensen, alsook een daarop gebaseerde regeringsvorm waarin de macht wordt uitgeoefend door gekozen vertegenwoordigers of direct door de mensen zelf.’ (Cambridge Dictionary, 2004) Blijft het nogal wrange gegeven over, dat in landen waar social work het hardste nodig is, de minste voorwaarden aanwezig zijn om het beroep (effectief) uit te oefenen. In dit verband pleiten wij voor nader internationaal onderzoek naar het verband tussen het democratisch gehalte van een samenleving en de omvang van de sociale voorzieningen, de sociale instellingen en het aantal social workers dat er deel van uitmaakt. Een dergelijk onderzoek zou in opdracht en met medewerking van IFSSW en IASSW kunnen worden gedaan. In Nederland bestaat (nog) geen overkoepelende beroepscode voor social work, hoewel de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW) zijn Beroepscode voor de maatschappelijk werker (1999) wel als zodanig aanprijst. (www.nvmw.nl) Ook (ortho)pedagogen, sociaal-pedagogische hulpverleners en werkers (SPH/ SPW) en activiteitenbegeleiders en therapeuten die zijn aangesloten bij Phorza houden er hun eigen beroepscodes op na. (www.phorza.nl) Om de versnippering compleet te maken, beschikken in Nederland ook andere verwante beroepsgroepen als psychosociaal hulpverleners en coaches over een eigen beroepscode.

1.3

Opleiding

Om social work met resultaat en naar behoren te kunnen doen zijn kennis, inzichten en vaardigheden nodig die door middel van een beroepsopleiding en bij- en nascholing worden bijgebracht en verworven. De bestaande opleidingen voor social workers treft men op het niveau van middelbaar en hoger onderwijs, met een opleidingsduur die varieert van twee tot vijf jaar. Op middelbaar niveau studeert men af met een diploma (voor de lagere social work functies). In het hoger onderwijs wordt de opleiding met een bachelor of master titel afgesloten. In landen met een duaal stelsel van hoger onderwijs (dus met zowel universiteiten als instituten voor hoger beroepsonderwijs), waaronder Nederland, België en Duitsland, worden social workers in het beroepsonderwijs opgeleid. In de Angelsaksische landen maken social work opleidingen (veelal ‘Schools of Social Work’ geheten) deel uit van de universiteit. Dit verschil heeft zowel voor- als nadelen: op de universiteit wordt meer belang gehecht en tijd besteed aan kennis en onderzoek, terwijl in beroepsopleidingen meer nadruk wordt gelegd op methodiek en praktijk. Op internationaal niveau streeft men naar eenduidige normen voor het opleiden van social workers. In Global standards for the education and training of the social work profession (IFSW en IASSW, 2004b) worden op basis van de internationale definitie van social work dertien kerntaken van social work onderscheiden en zijn normen geformuleerd voor onderwijs en training van social workers op negen verschillende gebieden. Aan de kerntaken van social work wordt uitvoerig aandacht besteed in hoofdstuk 4. Hier gaat het om de opleiding. De normen die worden gesteld aan onderwijs en training, hebben betrekking op vrijwel alle aspecten van de opleiding:


Inleiding Social Work 04-03-2009 11:38 Pagina 17

1. Social work

– – – – – – – – –

17

het doel van de opleiding; doelen en resultaten van programma’s; programma curricula en praktijktraining; kern van curricula; professionele staf; studenten; organisatie, administratie, beheer en middelen; culturele en etnische diversiteit en man-vrouwverschillen; waarden en beroepscodes van het social work.

Met de Global standards willen IFSW en IASSW de kwaliteit van de opleiding en de dialoog daarover bevorderen door het stellen van streefnormen. ‘The document reflects global standards that schools of social work should consistently aspire towards, which (collectively, and if met) would actually provide for quite sophisticated levels of social work education and training.’ (p.17) Met de verschillen tussen uitvoerend social work in de diverse landen wordt rekening gehouden: ‘De mate waarin scholen van social work kunnen voldoen aan de mondiale normen zal afhangen van de ontwikkelingsbehoeften van elk afzonderlijk land of elke afzonderlijke regio en van de stand van ontwikkeling van het beroep binnen de gegeven context, zoals bepaald door unieke historische, sociaal-politieke, economische en culturele processen.’ (p.17) In Nederland worden door het NIZW (2006) vier niveaus van beroepsuitoefening in social work onderscheiden: A assistent; B uitvoeren; C ontwerpen en uitvoeren; D regie voeren. Voor assistent functies (A) wordt opgeleid in tweejarige mbo-studies. De diploma’s van drie en vierjarige mbo-studies geven toegang tot lagere functies in de uitvoerende sfeer (B). Voor ontwerpen en uitvoeren (C) geldt een hbo-opleiding (bachelors), terwijl voor regievoering (D) een bachelor- of masteropleiding wordt gevraagd. Op hbo-instellingen moeten aanstaande social workers zich in zes clusters van competenties bekwamen: – verkennen, analyseren, definiëren; – sociaal-agogisch handelen in engere zin; – werken in en vanuit een bedrijf of organisatie; – de persoon van de professional als instrument; – onderzoek ontwikkelen; – leren. Volgens de Werkgroep Profilering sociaal-agogische opleidingen (2008) moeten de aanstaande social workers daarnaast weet hebben van de volgende ‘kennisgebieden’ die in de internationale definitie van social work ‘gedrags- en systeemtheorieën’ worden genoemd: – systeemtheorie; – agogiek (praktijkgerichte theorie van het social work);


Inleiding Social Work 04-03-2009 11:38 Pagina 18

18

– – – – – – – – – – –

Inleiding Social work

biologie, geneeskunde; psychologie en psychiatrie; (ortho)pedagogie en socialisatietheorie; sociologie; maatschappijtheorie; levensbeschouwing, ethiek, filosofie; culturele antropologie; economie, recht; maatschappijleer en recht; gezondheidskunde; kunsttheorie.

Dit is de Nederlandse situatie, die echter niet maatgevend is voor andere landen. Pas als een vergelijking tussen landen mogelijk wordt en plaatsvindt, kan in waarderende zin iets over niveau en kwaliteit van social work opleidingen in de wereld worden gezegd. De Global Standards zijn niet bedoeld om IASSW en/of IFSW een toezichthoudende, controlerende of keurende rol te laten spelen binnen opleidingen. De beide organisaties zien zichzelf bij voorkeur in de rol van ondersteuner en facilitator. Er wordt daarbij onder andere gedacht aan het bevorderen van internationale uitwisseling en communicatie, aan het (laten) verrichten van vergelijkende onderzoeken en aan het opzetten, beheren en toegankelijk maken van een internationale databank met informatie over opleidingsprogramma’s, nationale en regionale opleidingsnormen en kwaliteits- en accreditatiesystemen. (p.17-18) Met het formuleren van internationale normen voor opleiding en training van social workers is een belangrijke volgende stap gezet in de verdere professionalisering en profilering van het beroep van social work in de wereld. Op termijn zal dit positieve effecten hebben op de positie van het beroep en de kwaliteit van de beroepsuitoefening.

1.4

Kennisbestand

In de loop van de twintigste eeuw heeft het professionele social work de nodige kennis vergaard, bijeengebracht en verspreid. Door het specifieke, toepassingsgerichte karakter van het beroep en als gevolg van internationale collegiale contacten wordt vaak uit dezelfde wetenschappelijke bronnen geput. Zo wordt veel gebruikgemaakt van methodieken die in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk zijn ontwikkeld en gepubliceerd in vaktijdschriften en boeken. Deze dominante positie van de Angelsaksische landen wordt in de hand gewerkt door de positie van het Engels als wereldtaal en die van de Verenigde Staten als immigratieland van waaruit van oudsher een uitgebreid en gedifferentieerd netwerk van internationale relaties wordt onderhouden. Volgens het definitiedocument van de IFSW (2000) baseert social work zijn methodologie ‘op een systematisch kennisbestand (”body of knowledge”) van “evidence-based” kennis verkregen uit onderzoek en praktijkevaluatie, inclusief plaatselijke, contextgebonden kennis.’ De wisselwerking tussen persoon en omgeving is cruciaal: ‘Social work is zich bewust van de complexiteit van interacties tussen mensen en hun omgeving en erkent het vermogen van mensen om te worden beïnvloed door en op hun beurt invloed uit te oefenen op verschillende factoren, waaronder bio-psychosociale.’ Daarnaast wordt vanzelfsprekend ook geput uit de sociale wetenschappen: ‘Social work gebruikt ontwikkelings-, gedrags- en systeemtheorieën om com-


Inleiding Social Work 04-03-2009 11:38 Pagina 19

1. Social work

19

plexe situaties te analyseren en individuele, organisatorische, sociale en culturele veranderingen mogelijk te maken.’ (IFSW, 2000, p.1) Social work betrekt zijn kennis dus zowel uit de beroepspraktijk als uit wetenschappelijk onderzoek. Deze twee informatiebronnen gaan van oudsher vaak niet goed samen, of in de woorden van Parker-Oliver en Demiris (2006): ‘The combining of these two types of knowledge is often imperfect.’ De auteurs beschouwen het werken met ‘best practices’ wat dit betreft als hoopvol voor de toekomst, omdat hierbij wordt geprobeerd uit een combinatie van onderzoeksbevindingen en praktijkervaringen effectieve werkwijzen af te leiden. De kloof tussen beroepspraktijk en wetenschappelijke theorie wordt van oudsher al overbrugd door praktijkgerichte vakliteratuur in de vorm van leer- en methodiekboeken voor social work en zijn specialisaties. Bij de keuze uit ontwikkelings-, gedrags-, en systeemtheorieën zoals die in de psychologie, sociologie, pedagogie en antropologie zijn en worden ontwikkeld, speelden en spelen criteria een rol die zijn ontleend aan het beroepsbeeld van social work en het specifieke en toepassingsgerichte karakter van het werk. Humanistische psychologie Omdat social work zich, op basis van humanitaire en democratische idealen, richt op het voorzien in behoeften en het ontwikkelen van menselijk potentieel, ligt het gebruik van gedachtegoed uit de humanistische psychologie voor de hand. Deze stroming probeert de beperkingen van de dieptepsychologie (de mens als een door driften bepaald wezen) en van het behaviorisme (gedragsbeïnvloeding door beloning en straf) te overstijgen door een benadering te ontwikkelen waarin de mens wordt gezien als bezitter van een oneindig potentieel aan mogelijkheden. Door je daarop te richten kun je veel meer uit jezelf halen dan door het strijden tussen driften en geweten, of je te laten leiden door beloning en straf. De belangrijkste en bekendste vertegenwoordiger van de humanistische psychologie is Abraham Maslow (1987). In zijn theorie laten mensen zich in hun gedrag leiden door het bevredigen van behoeften. Hij onderscheidt acht soorten behoeften die in een opklimmende reeks leiden tot het hoogste stadium van dat van de zelfoverstijging. In paragraaf 2.2 wordt hier verder op ingegaan. Daar vindt men ook een overzicht van behoeften- en motivatietheorieën die na Maslow zijn ontwikkeld en zich lenen voor praktische toepassing. Holistische benadering De ‘universele holistische focus’ van het beroep (IFSW 2000, p.2) ligt op de complexe wisselwerking tussen persoon en omgeving, zoals die zich op verschillende terreinen en schalen afspeelt. Als men hieraan (zoals in het social work) iets wil veranderen, zullen problemen zowel in hun onderlinge samenhang als op hun specifieke aspecten moeten worden bekeken en aangepakt.

Ramsay (1999), die in zijn artikel Toward a common paradigmatic home: Social work in the 21st century het opgebouwde kennisbestand van social work analyseert, bevestigt de holistische focus van social work op de complexe wisselwerking tussen persoon en omgeving. Dit vormt al geruime tijd een centraal element in het kennisbestand van social work, aldus Ramsay. Daarmee liep het werk vooruit op de sociale wetenschappen. ‘The recognition by social work pioneers of complex person-in-environment systems, and their intuitive sense of a holistic, deep ecological worldview shows them to be conceptual thinkers well ahead of their time. The value


Inleiding Social Work 04-03-2009 11:38 Pagina 20

20

Inleiding Social work

of their early insights has had to wait for an acknowledged science paradigm to emerge and receive public acceptance.’ In paragraaf 2.3 komt de holistische benadering in social work verder aan de orde. Ecologische systeemtheorie De complexe wisselwerking tussen persoon en omgeving is onderwerp van studie van wetenschappen als sociologie, psychologie en economie. Tot de belangrijkste en meest werkbare theorieën hoort de ecologische systeemtheorie van Urie Bronfenbrenner (1979, 1994). Bronfenbrenner wordt beschouwd als leidende wetenschapper op het terrein van de ontwikkelingspsychologie. Tegen de klassieke stroming in verdedigde hij met succes een nieuw concept van ‘ontwikkeling’. Ontwikkeling vat hij op als de zich ontwikkelende voorstelling van een persoon van zijn ecologische omgeving, van diens relatie met die omgeving, en van het vermogen van de persoon om de eigenschappen van zijn omgeving te ontdekken, te bestendigen of te veranderen. Elementen van Bronfenbrenners ecologische systeemtheorie, al dan niet voorzien van bronvermelding, worden in vele publicaties over social work gebruikt. Zo ook hoofdstuk 2 van dit boek. Planned change Om de wisselwerking tussen cliënten en hun omgeving te beïnvloeden zet social work een scala aan vaardigheden, technieken en methoden in, op een breed terrein van activiteiten en op verschillende niveaus. ‘Social work interventions range from primarily person-focused psychosocial processes to involvement in social policy, planning and development.’ (IFSW, 2000, p.2) Alle inspanningen zijn daarbij gericht op het doelgericht ontwikkelen (development), veranderen (change) en verbeteren (improvement) van het gedrag van mensen, groepen en organisaties in de samenleving, met het collectief welzijn (collective well-being) als uiteindelijk doel. Voor het begeleiden van veranderingsprocessen wordt in social work gebruikgemaakt van planned change theorieën en probleemoplossingmodellen. In hoofdstuk 3 wordt dit verder uitgewerkt . Social work vervult vele taken op verschillende terreinen. De interventies van social work omvatten ‘counseling, clinical social work, group work, social pedagogical work, and family treatment and therapy’, alsmede inspanningen om mensen aan diensten en middelen te helpen. De interventies van social work omvatten ook ‘agency administration, community organisation and engaging in social and political action to impact social policy and economic development.’ (IFSW, 2000, p.2) In hoofdstuk 3 en 4 komt dit verder aan de orde in het kader van interventies, integratieve benadering, taken, rollen en handelingsrepertoire van de social worker.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.