De Geo werkboek Aardrijkskunde onderbouw HAVO/VWO

Page 1

D E GEO

1 H AVO / VWO WERKBOEK

Ontdek waar het om draait

www.thiememeulenhoff.nl/degeo

926132_OMSL.indd 1

9 789006 926132

27/11/18 15:47


926132_BNWRK.indb 152

27/11/18 15:37


DIT BOEK IS VAN:

KLAS:

Auteurs C.M. de Boer MSc, drs. Chr. de Jong F. Jutte MSc, drs. J.H.A. Padmos, A.M. Peters Eindredactie drs. D. Ariaens, A.M. Peters

926132_BNWRK.indb 1

27/11/18 15:05


2

Hoe werk je met het werkboek? Dit werkboek van De Geo gebruik je samen met de digitale leeromgeving in de les. Dit boek is van jou persoonlijk. Je maakt er je opdrachten in en er zitten aantekeningenpagina’s in.

Werkboek

De Geo digitaal

Je begint altijd te werken vanuit je werkboek. Daar staan alle opdrachten. Die gaan over de tekst, foto’s, kaarten en diagrammen in het leerboek. Je moet heel vaak iets zelf doen, zoals kaarten kleuren of diagrammen tekenen. Bij alle opdrachten staat welke tekst of figuur uit het leerboek je nodig hebt voor het maken van die opdracht. Of welk Basisboeknummer je moet lezen. In het werkboek zie je het symbool staan bij de Anders actief-paragraaf en bij het Keuzemenu. Dat betekent dat je daar op een andere manier aan de slag gaat dan in de gewone opdrachten. Meestal maak je iets of onderzoek je iets.

bij een opdracht staat, betekent dit dat Als dit symbool je op www.thiememeulenhoff.nl/degeo iets in de digitale leeromgeving kunt of moet doen, zoals een opdracht maken of een filmpje of animatie bekijken. Alles wat in de boeken staat, staat ook bij elkaar op www.thiememeulenhoff.nl/degeo. Via de digitale leeromgeving kun je er alle opdrachten maken. Ook vind je hier speciale opdrachten die niet in het werkboek staan, zoals opdrachten met GIS. Je kunt je antwoorden direct nakijken.

Wat heb je nodig? leerboek

Basisboek

atlas

computer

Overige symbolen vaardigheid

samenwerking

128 3

8

symbolen

§1

Brazilië: het land van de toekomst?

W3

Lees in je leerboek Groot land, grote bevolking en bekijk figuur 3.

Bevolkingsdichtheid van Brazilië.

7 1.000 km

a In Brazilië wonen 211.000.000 mensen op een oppervlakte van 8.358.000 km2. Wat is de bevolkingsdichtheid van Brazilië? Schrijf ook je berekening op.

Atla ntis che

Oc ea a n

b In Nederland wonen 17.000.000 mensen op een oppervlakte van 41.500 km2. Wat is de bevolkingsdichtheid van Nederland? Schrijf ook je berekening op.

Brasília

c Beschrijf het verschil in bevolkingsdichtheid tussen Brazilië en Nederland.

0

c dichtbevolkt

4

Lees in je leerboek Verschillende landschappen en bekijk figuur 3 t/m 6.

a Kleur de vier landschappen in W2 volgens de legenda. Ze zijn begrensd door stippellijnen. b Bekijk figuur 4 t/m 6 in je leerboek. Noteer de figuurnummers in het juiste landschap in W2. 5

Lees in je leerboek Verschillende landschappen en bekijk figuur 3 t/m 6.

a Kleur W3 volgens de legenda. b Hoe verder van de kust, hoe hoger / lager de bevolkingsdichtheid. c Welke miljoenenstad is een uitzondering op deze verdeling van de bevolking?

he

O

c Waar in Brazilië heeft de regering maatregelen genomen om de problemen vanwege de verstedelijking op te lossen?

d Welke rol speelt de bevolkingsopbouw van Brazilië in de problemen rondom verstedelijking?

e Het urbanisatietempo in Brazilië is hoog / laag. f Wat voor soort land maakt dit Brazilië volgens B239?

Landschap en bevolkingsdichtheid in Brazilië..

Gebied

Landschap

Bevolkingsdichtheid

noordwesten noordoosten

g Door welke oorzaak uit vraag 6b ontstaat dit opvallende verschil in de antwoorden bij vraag 7c en 7f vooral?

centraal midden zuidwesten

h Wat is het verband tussen het urbanisatietempo en de problemen door de verstedelijking in São Paulo?

Leerdoelen Wat moet je kennen en kunnen? e In W4 zie je hoe sommige rijke zakenmensen omgaan met de problemen van verstedelijking. Vind jij helikopters een goede oplossing om het fileprobleem op te lossen? Waarom wel of waarom niet?

steppe: Amazoneregenwoud:

W4

Zo ontlopen rijke zakenmensen de files in São Paulo.

LB 8

Bekijk in je leerboek figuur 7. Gebruik in het Basisboek B154 Leeftijdsopbouw en B155 Soorten bevolkingsdiagrammen en bekijk figuur 6.9.

a In figuur 7 zie je het bevolkingsdiagram van Brazilië. Op het diagram van welk land in figuur 6.9 lijkt de leeftijdsopbouw van Brazilië het meest?

b Hoe heet de vorm van het bevolkingsdiagram in figuur 7 volgens B155?

Pantanal: Lees in je leerboek Verstedelijking.

c Hoe kun je in figuur 7 zien dat Brazilië een jonge bevolking heeft?

b Door welke twee oorzaken is de verstedelijking in Brazilië zo groot?

• hoe de bevolking over Brazilië is verdeeld • wat de natuurlandschappen te maken hebben met de bevolkingsspreiding • wat de gevolgen zijn van de verstedelijking • welke invloed de leeftijdsopbouw van de bevolking heeft op de bevolkingsspreiding

WB • de antwoorden op opdracht 2 • de ingevulde W3 en W5

BB • B154 Leeftijdsopbouw • B155 Soorten bevolkingsdiagrammen • B239 Percentage stedelingen

Begrippen

a Wat is verstedelijking?

d Hoe kun je zien dat het geboortecijfer wel is gedaald?

1

Leerboek bevolkingsdichtheid, savanne, steppe, tropisch regenwoud, urbanisatiegraad, verstedelijking Basisboek bevolkingsdiagram, leeftijdsopbouw, urbanisatiegraad, urbanisatietempo

Digitaal

2

samenvatting en proeftoets §1

vragen over een tekst uit het leerboek en/of Basisboek

926132_BNWRK.indb 2

Herhaling

oostkust en zuiden

d Wat doet de regering daar?

d Waarom zijn de volgende gebieden dunbevolkt?

6

9

a Zet de volgende kenmerken op de juiste plek onder Landschap in W5: cultuurlandschap – moeras – savanne – steppe – tropisch regenwoud. b Vul in W5 in hoe bevolkt het gebied is. Kies uit: dun – matig – dicht. c In welk deel van Brazilië zijn de problemen rondom verstedelijking het grootst?

W5

n aa ce

nt is

eaan

dunbevolkt matig bevolkt

129

Brazilië: landschap en bevolking

Rio de Janeiro São Paulo

100

At la

Grote Oc

aantal inwoners per km²

a Door de verstedelijking neemt de urbanisatiegraad af / toe. b Hoe hoog is de urbanisatiegraad in Brazilië?

c Wat voor soort land is Brazilië hierdoor volgens B239? een rijk land een minder ontwikkeld land een van de minst ontwikkelde landen d Wat is het verschil tussen de urbanisatiegraad en het urbanisatietempo?

BRAZILIË

d Beschrijf met behulp van figuur 3 de bevolkingsspreiding in Brazilië.

Lees in je leerboek Verstedelijking. Lees in het Basisboek B239 Percentage stedelingen.

herhaling

vragen over figuren in het leerboek en/of Basisboek

leerdoelenoverzicht

27/11/18 15:06


3

Inhoud

Inhoud Hoe werk je met het werkboek?

2

1 Iran

Start 4 §1 Kennismaking met Iran 5 §2 Inzoomen op Teheran 8 §3 Iran in de atlas 11 §4 Bronnen: De ligging van Teheran 15 Anders actief - Kish, het tweede Dubai! 17 - Keuzemenu 18 Finish 20

2 Grote natuurlandschappen op aarde

Start 22 §1 Ontbossing in het Amazonegebied 23 §2 De outback in Australië 26 §3 De Inuit in het poolgebied 30 §4 Het Lötschental 33 Anders actief - Klimaat en landschap 35 - Keuzemenu 36 Finish 38

3 Gambia: de smiling coast van Afrika

Start 40 §1 Gambia: een andere wereld 41 §2 Arm en rijk in Gambia 44 §3 Bronnen: Bevolkingskenmerken van Gambia 47 §4 Kansen voor Gambia 50 Anders actief - Het ene land is het andere niet! 53 - Keuzemenu 54 Finish 56

4 Natuurrampen in Japan

Start 58 §1 Japan: land in de Ring van Vuur 60 §2 De grote Oost-Japanse ramp 63 §3 De vulkaan de Aso 65 §4 Bronnen: Omgaan met rampen 67 Anders actief - De aardbeving van Kanto in 1923 69 - Keuzemenu 70 Finish 72

6 Klimaat en natuurlandschap in Europa

Start 92 §1 De invloed van de Golfstroom 93 §2 Reliëf als klimaatfactor 96 §3 Europa: klimaat en begroeiing 99 §4 Klimaatverandering 102 Anders actief - Klimaatpaspoort Nederland 105 - Keuzemenu 106 Finish 108

7 Je eigen omgeving in beeld

Start 110 §1 De inrichting van een wijk 111 §2 De Kinkerbuurt: inrichting en bewoners 114 §3 Stad of platteland? 117 §4 Bronnen: Onderzoek je eigen buurt 120 Anders actief - Een rapportcijfer voor je buurt 122 - Keuzemenu 123 Finish 124

8 Brazilië: het land van de toekomst?

Start 126 §1 Brazilië: landschap en bevolking 127 §2 Brazilië in de wereldeconomie 130 §3 Ongelijkheid in Brazilië 133 §4 Bronnen: het Amazonegebied 136 Anders actief - Het Amazonegebied: ontwikkeling of bescherming? 139 - Keuzemenu 140 Finish 143

Projecten

144

Methodeoverzicht | Colofon

148

Bronvermelding

149

5 Land in Zuidoost-Azië: Indonesië

Start 74 §1 De Indonesische archipel 75 §2 De cultuur van Zuidoost-Azië 78 §3 Snelle economische veranderingen 81 §4 Verstedelijking 84 Anders actief - Plastic soep 86 - Keuzemenu 87 Finish 89

926132_BNWRK.indb 3

27/11/18 15:06


4

1

Iran

Start

1.

Iran

Hoofdvraag Hoe gebruik je kaarten om Iran te leren kennen?

c Welke dingen die je bij vraag 2a hebt opgeschreven, zie je terug op de foto?

1

Bekijk figuur 1 in je leerboek.

a Beschrijf zo nauwkeurig mogelijk wat je op de foto ziet.

d Overleg met elkaar wat jullie graag zouden willen weten over Iran. Schrijf het op.

3

b Hoe zie je dat de foto niet in Nederland is genomen? Noteer drie dingen.

Blader samen met een klasgenoot het hoofdstuk in je leerboek door.

1

a Welke foto past volgens jullie het meest bij Iran? Leg je antwoord uit.

2

3

c Hoe zie je dat de foto in een islamitisch land is genomen?

b Welke foto hadden jullie niet verwacht bij een hoofdstuk over Iran? Leg je antwoord uit.

2

Bekijk figuur 1 in je leerboek samen met een klasgenoot.

a De foto is genomen in Iran. Wat weet je al van dit land of wat heb je erover gehoord? Schrijf zo veel mogelijk dingen op. b Vergelijk jouw antwoorden met die van een klasgenoot. Vul je antwoorden bij 2a aan.

926132_BNWRK.indb 4

4

Maak de quiz over Iran.

Streep de foute antwoorden door. a Iran is 4 keer / 40 keer / 400 keer zo groot als Nederland. b Iran heeft 8,3 / 83 / 803 miljoen inwoners. c In Iran zijn de meeste mensen boeddhist / christen / moslim. d In Iran is de hoogste berg bijna 600 / 6.000 / 60.000 m hoog. e Iran ligt in Afrika / AziĂŤ / Europa. f Iran ligt op 350 / 3.500 / 35.000 km van Nederland. g Iran ligt dichter bij / verder van de evenaar dan Nederland. h Twee grote steden in Iran zijn Ankara en Istanbul / Bagdad en Mosul / Teheran en Esfahan (Isfahan). 

27/11/18 15:06


§1

5

Kennismaking met Iran

§1 Kennismaking met Iran Deelvraag Hoe kun je kaarten over Iran goed lezen?

1

Lees in je leerboek Een eerste indruk en bekijk figuur 2.

Lees de volgende stelling: De foto van figuur 2 zou ook in Nederland genomen kunnen zijn. a Geef een argument voor deze stelling. b Geef een argument tegen deze stelling. c Noteer aan de hand van de tekst in je leerboek drie verschillen tussen Nederland en Iran.

b Zet in W2 de cijfers en de letters van de topografie op de juiste plek. Gebruik hierbij figuur 3.

steden 1 Teheran 2 Qom 3 Esfahan (Isfahan) 4 Tabriz

wateren I Perzische Golf II Golf van Oman III Kaspische Zee

5 6 7 8

Mashhad Shiraz Yazd Ahvaz

buurlanden A Afghanistan G Pakistan B Armenië H Qatar C Azerbeidzjan I Saudi-Arabië D Irak J Turkije E Koeweit K Turkmenistan F Oman L Verenigde Arabische Emiraten

1 c Vul in en streep het foute woord door.

2

3 d Welke verschillen tussen Nederland en Iran herken je in W1? W1

2

Straatbeeld in Iran.

De hoogste berg van Iran is de m, figuur 18).

(

Die berg ligt in het noorden / midden / zuiden / oosten

van het land, vlak bij de hoofdstad

W2

Topografie van Iran.

Lees in je leerboek Iran op kaarten en bekijk figuur 3 en 18.

a Waaraan kun je zien dat figuur 3 een overzichtskaart is?

500 km 1 : 20.000.000

926132_BNWRK.indb 5

27/11/18 15:06


6 3

1

Iran

5

Lees in je leerboek Iran op kaarten.

a Kleur Iran in W3. b Wat zegt W3 over de oppervlakte van Iran in vergelijking tot Europa?

Lees in je leerboek Iran op kaarten en bekijk figuur 4.

a Welke soort kaart is figuur 4? b Waaraan kun je dat zien?

W3

Oppervlakte van Iran en Europa.

c Beschrijf de bevolkingsspreiding van Iran. 6

Lees in je leerboek Iran op kaarten en bekijk figuur 4 en 5.

a Kleur W4 volgens de legenda. b Wat valt je op als je W4 vergelijkt met figuur 4? Begin je antwoord zo: Hoe minder neerslag er in een gebied valt, hoe 1.000 km

1 : 55.000.000

4

Lees in je leerboek Iran op kaarten.

a Wat is bevolkingsdichtheid?

d Bedenk hoe die steden daar toch kunnen bestaan.

b Welke rekensom gebruik je om de bevolkingsdichtheid uit te rekenen? Vul in. oppervlakte

c Als je kijkt naar je antwoord op vraag 6b, valt de ligging van de steden Yazd, Shiraz en Esfahan op. Leg uit waarom de ligging van deze steden opvallend is.

= bevolkingsdichtheid

c In Iran wonen 83.000.000 mensen op een oppervlakte van 1.650.000 km2. Wat is de bevolkingsdichtheid van Iran? Schrijf je berekening op!

W4

Iran: gemiddelde jaarlijkse neerslag.

3 3 Tabriz 2

3

5 5

4

5

d In Nederland wonen 17.000.000 mensen op een oppervlakte van 41.500 km2. Wat is de bevolkingsdichtheid van Nederland? Schrijf je berekening erbij!

4

IRAK

Teheran

e Beschrijf het verschil in bevolkingsdichtheid tussen Iran en Nederland.

926132_BNWRK.indb 6

3

4

4

Mashhad 2 1

3 2 Esfahan

5

2

AFGHANISTAN

1 2

Ahvaz 4 5

TURKMENISTAN

Kaspische Zee

3 in mm 1

minder dan 100

2

100 - 300

Shiraz 2

Karaj

2

3 300 - 500 SAUDI-ARABIĂ‹ 4 500 - 700 5

meer dan 700

500 km 1 : 20.000.000

27/11/18 15:06


§1

7

9

Lees in je leerboek Kaartvaardigheden en bekijk figuur 3 en 4.

figuur 3

figuur 4

Herhaling

a Welke soort kaart is W4?

a Wat is de titel van de kaarten?

7

Kennismaking met Iran

b 1 cm op de kaart van W4 is km in werkelijkheid. c Vul in en streep de foute woorden door.

b Hoeveel inwoners hebben de volgende steden?

In Iran is de bevolkings

Teheran

De bevolkings

Shiraz

Yazd

noorden en westen hoger / lager dan in het nattere / drogere midden en oosten.

ongelijk. is in het nattere / drogere

c Wat is de hoogteligging van Esfahan?

Leerdoelen

Wat moet je kennen en kunnen?

d Wat is de bevolkingsdichtheid in:

- de omgeving van Teheran?

inwoners per km2

- de omgeving van Yazd?

inwoners per km2

8

Bekijk figuur 3 in je leerboek.

a Wat is de schaal van de kaart in figuur 3?

Dat betekent: 1 cm op de kaart is

in werkelijkheid; dat is

cm m of

km.

b Pak een liniaal. Hoeveel centimeter is het in een rechte lijn van Mashhad naar Tabriz? Ongeveer

cm.

km in werkelijkheid.

Dat is

c Pak een liniaal. Hoeveel centimeter is het in een rechte lijn van Shiraz naar Qom? Ongeveer

cm.

km in werkelijkheid.

Dat is

LB • wat overeenkomsten en verschillen zijn tussen Nederland en Iran • wat het verschil is tussen overzichtskaarten en thematische kaarten • hoe de bevolkingsspreiding van Iran eruitziet en waarom • welke vier dingen nodig zijn bij kaartlezen

WB • de ingevulde W2 • de antwoorden op opdracht 6, 7 en 8

Begrippen Leerboek bevolkingsdichtheid, bevolkingsspreiding, kaart, kaartlezen, legenda, overzichtskaart, schaal, thematische kaart, topografie

Digitaal samenvatting en proeftoets §1

d Blader steeds naar de juiste figuur in het hoofdstuk.

- figuur 4: 1 cm op de kaart is

5 cm is dus

8 cm is dus

3,5 cm is dus

926132_BNWRK.indb 7

km in werkelijkheid;

km in werkelijkheid

- figuur 16: 1 cm op de kaart is

km in werkelijkheid;

km in werkelijkheid

- figuur 9: 1 cm op de kaart is

km in werkelijkheid

- figuur 7: 1 cm op de kaart is

2 cm is dus

km in werkelijkheid;

km in werkelijkheid;

km in werkelijkheid

27/11/18 15:06


8

1

Iran

§2 Inzoomen op Teheran Deelvraag Waarom moet je bij aardrijkskunde inzoomen en uitzoomen?

1

Lees in je leerboek de inleiding en Drukte in het zuiden. Bekijk figuur 6.

a Streep de foute woorden door. In Teheran zijn er dagelijks meer mensen dan er in Amsterdam / alle Nederlandse steden / heel Nederland wonen. b Waarom trekt Teheran zo veel mensen aan?

g Bekijk W6 en W7. Bij welke wijk horen ze? Streep de foute woorden door. - W6 is in de buurt van de Grote Bazaar / Café Sam, omdat - W7 is in de buurt van de Grote Bazaar / Café Sam, omdat W5

Plattegrond van een deel van het zuiden van Teheran. 250 m PANZ DAH-E

KHOR D

1 : 15.500

AD S

TREE T

c Wat ga je als eerste doen als je in de Grote Bazaar zou zijn? 2

Lees in je leerboek Drukte in het zuiden en Rust in het noorden. Bekijk figuur 7.

a Welke twee andere voorzieningen komen voor in het winkelcentrum waarin Café Sam zit? E VI STRE MOWLA

b Hoe zie je dat de meeste gebouwen een tuin hebben? c Wat zijn kenmerken van de moderne wijk in figuur 7? Streep de foute woorden door. 1 laagbouw / hoogbouw / beide 2 dicht op elkaar / ruim opgezet 3 goedkope voorzieningen / dure voorzieningen 4 druk / rustig 5 weinig groen / veel groen 6 ouder / jonger d W5 is een plattegrond van een deel van het zuiden van Teheran. Kleur in W5 de historische gebouwen. Kleur ook de legenda. e In de legenda staat een symbool. Vul een passende beschrijving in op de schrijflijn. f Bekijk de kenmerken van figuur 7 bij vraag 2c. Vergelijk figuur 7 met W5. Welke drie verschillen tussen beide wijken kun je niet zien in figuur 7 en W5?

T

weg

woning

winkelstraat

historisch gebouw

W6

Straatbeeld Teheran.

W7

Straatbeeld Teheran.

.............................

1 2 3

926132_BNWRK.indb 8

27/11/18 15:06


§2

3

Lees in je leerboek Rust in het noorden en bekijk en lees figuur 8, 9 en 11.

a Over welke verschillen tussen het zuiden en het noorden van Teheran lees je in figuur 11? zuid:

h Welke andere redenen voor het drukke verkeer kun je uit de tekst halen?

5

noord:

b Als je geniet van het uitzicht over de stad vanaf het dak van Teheran (figuur 9), zie je dan op de voorgrond of op de achtergrond hogere gebouwen? Leg je antwoord uit.

9

Inzoomen op Teheran

Lees in je leerboek de teksten van de paragraaf en bekijk figuur 7.

a Streep het foute woord door. De bevolkingsdichtheid is hoger in het noorden / zuiden van Teheran. b Welke bewijzen voor je antwoord bij 5a vind je in de volgende teksten? - Drukte in het zuiden:

c Streep het foute woord door. De kijkrichting in figuur 8 is richting het noorden / zuiden. d Waarom gaan mensen met hogere inkomens in het noorden wonen?

- Rust in het noorden:

c Welk bewijs vind je voor je antwoord bij 5a in figuur 7 en W5?

1 woningen:

2 groen en ruimte:

d Beschrijf de bevolkingsspreiding in Teheran.

3 voorzieningen: 4

Lees in je leerboek Rust in het noorden en figuur 11. Bekijk figuur 7 en 9 en W5.

a Hoeveel m is 1 cm in W5 in werkelijkheid?

m

e In een wijk met veel ruimte tussen de gebouwen kan de bevolkingsdichtheid toch hoger zijn dan in een wijk met weinig ruimte. Leg dat uit.

b Hoe ver lopen is het van de Panzdah-e Khordad Street naar de Mowlavi Street?

m

c Hoeveel kilometer is het van de Grote Bazaar naar CafĂŠ Sam?

f Hoe groot in kilometer is de afstand die je met Thomas door Teheran aflegt ongeveer? g In Nederland is het verkeer in de grote steden ook druk, maar niet zo druk als in Teheran. Voor Teheranners is het ook heel gewoon kriskras door de stad te reizen. Wat hebben de grote afstanden en het drukke autoverkeer met elkaar te maken in Teheran?

926132_BNWRK.indb 9

Lees in je leerboek Schaalniveaus en bekijk figuur 12.

a Vul steeds het schaalniveau in waarop je werkt. Een Teheranner die van zijn woning naar een restaurant loopt:

km

d Als je zoveel kilometer (vraag 4c) reist vanaf jouw huis, ben je dan nog binnen jouw woonplaats? Ja / Nee e Volg met je vinger de route van Thomas in figuur 9. Wat valt je op?

6

schaalniveau.

Thomas Erdbrink die van Nederland naar Iran verhuist:

schaalniveau.

Iran heeft drie buurlanden waarvan de naam eindigt op -stan: schaalniveau.

Een Teheranner die van Teheran naar de bergen net ten noorden van de stad reist:

schaalniveau. Teheranners die op familiebezoek gaan in Shiraz: schaalniveau.

b Wat is het schaalniveau van:

- figuur 3

- figuur 7

bron 3 W10

27/11/18 15:06


10

1

Iran

c Als je achtereenvolgens kijkt naar figuur 4, 9 en 7, dan zoom je in / uit. Als je achtereenvolgens kijkt naar W7, W5 en W4, dan zoom je in / uit. d Vul W8 in met eigen voorbeelden bij ieder schaalniveau. Bedenk wat jij op dat schaalniveau doet of zou willen doen en schrijf dat kort op.

8

W8

Mijn schaalniveaus.

Schaalniveau Voorbeeld lokaal regionaal nationaal continentaal mondiaal

7

Herhaling

a De foto van figuur 8 heeft kenmerken van zowel het oude zuiden als het nieuwe noorden. Leg uit. b Als je achtereenvolgens figuur 8, 9 en 16 bekijkt, zoom je in / uit. c Wat zijn de schaalniveaus van de volgende figuren?

Lees in je leerboek Schaalniveaus en bekijk figuur 12.

Iraniërs gaan vaak in buurlanden op vakantie, zoals Azerbeidzjan, Turkije of de Verenigde Arabische Emiraten. Met een Iraans paspoort is het namelijk moeilijk om de meeste andere landen binnen te komen. a Kleur W9 volgens de legenda. b Op welk continent ligt Iran?

- W5

- W9

Leerdoelen Wat moet je kennen en kunnen?

c Stelling: Reizen van Iran naar Azerbeidzjan, Turkije en de Verenigde Arabische Emiraten zijn voorbeelden van reizen op het continentale schaalniveau. - Geef een argument waarom de stelling klopt.

LB • • •

wat de verschillen zijn tussen wijken in het zuiden en het noorden van Teheran wat het verschil is tussen inzoomen en uitzoomen de vijf schaalniveaus (figuur 12)

WB

• de antwoorden op opdracht 4, 5 en 6

- Geef een argument waarom de stelling niet klopt.

Begrippen

Leerboek bevolkingsdichtheid, bevolkingsspreiding, inzoomen, plattegrond, schaal, schaalniveau, uitzoomen

W9

Digitaal

De ligging van Iran.

samenvatting en proeftoets §2

NEDERLAND

IRAN

Europa Afrika Azië

926132_BNWRK.indb 10

2.000 km 1 : 115.000.000

27/11/18 15:06


§3

11

Iran in de atlas

§3 Iran in de atlas Deelvraag Hoe gebruik je de atlas?

d Streep de foute woorden door. Rio de Janeiro ligt op hoge / lage breedte en Reykjavik op hoge / lage breedte. e Welke stad ligt op hogere breedte: Sydney of Rio de Janeiro? Leg je antwoord uit.

1

Lees in je leerboek Ligging van Teheran op aarde. Bekijk figuur 17.

Vul in W10 de nummers 1 t/m 10 op de juiste plek in. 1 evenaar 6 noorderbreedte 2 Noordpool 7 zuiderbreedte 3 Zuidpool 8 nulmeridiaan 4 noordelijk halfrond 9 breedtecirkel (parallel) 5 zuidelijk halfrond 10 lengtecirkel (meridiaan) W10 De aarde opgedeeld in breedte en lengte.

3

Lees in je leerboek Hoe gebruik je de atlas? t/m inhoudsopgave en bekijk figuur 13. Gebruik de atlas.

a Op welke bladzijden staat de inhoudsopgave in de atlas? b Bij welk werelddeel moet je in de inhoudsopgave kijken voor kaarten over Iran? c Zoek in de inhoudsopgave de atlaskaart Azië - Landschappen (Azië - Plantengroei en klimaat, Oorspronkelijke plantengroei). In welk landschap is de foto van figuur 13 gemaakt? d In welk deel van Iran komt dat landschap het meest voor? e In de inhoudsopgave staat in sommige kaarttitels De aarde en in andere De wereld. Waarom krijgen deze kaarten verschillende titels? Tip: Kijk goed naar de onderwerpen waar deze kaarten over gaan. 4

Lees in je leerboek Hoe gebruik je de atlas? t/m bladwijzer. Gebruik de atlas.

a Waar staat de bladwijzer in jouw atlas? 2

Lees in je leerboek Ligging van Teheran op aarde en bekijk figuur 16 en 17.

a Wat zijn de coördinaten van Teheran? b Streep de foute woorden door. Teheran ligt op het noordelijk / zuidelijk halfrond op westerlengte / oosterlengte. Rio de Janeiro ligt op het noordelijk / zuidelijk halfrond op westerlengte / oosterlengte. Jouw woonplaats ligt op het noordelijk / zuidelijk halfrond op westerlengte / oosterlengte c Welke steden in figuur 16 liggen op de volgende coördinaten?

- 14° N.B. en 100° O.L.

- 6° Z.B. en 106° O.L.

- 35° Z.B. en 58° W.L.

926132_BNWRK.indb 11

b Welk kaartblad (= bladzijde in de atlas) in de bladwijzer kun je het best gebruiken om een kaart van Iran te vinden? c Gebruik de kaart van vraag 4b. Vul in en streep de foute woorden door.

Iran ligt tussen

en tussen

en en

N.B. / Z.B. W.L. / O.L.

d Zoek in de bladwijzer de kaartnummers van de volgende kaarten:

Marokko

Australië en Nieuw-Zeeland

IJsland

Midden-Nederland

27/11/18 15:08


12

1

Iran

W11 Vijf plaatsen in de atlas.

Plaats

Kaartblad Kaartvak Land

Tabriz Caravaca de la Cruz Longreach Rzjev Quetzaltenango

5

6

Lees in je leerboek Hoe gebruik je de atlas? t/m register. Gebruik de atlas.

Lees in je leerboek Ligging van Teheran op aarde en Hoe gebruik je de atlas? t/m legenda. Bekijk figuur 14 en gebruik de atlas.

a Vul W11 in. Gebruik daarbij het Register van topografische namen (Topografisch register). b Zoek in het Trefwoordenregister de wereldkaart met McDonald’s restaurants op.

Gebruik de atlaskaart Midden-Oosten en Zuid-Azië (Midden-Oosten). a Welke stad ligt op 29° N.B. en 52° O.L.?

Dat is kaartnummer

b Wat is de absolute ligging van de Iraanse stad Mashhad?

 Alcarta: zoek in het Trefwoordenregister de kaarten over multinationals. Een van de kaarten gaat over McDonald’s.

Dat is kaartnummer

c Ten westen van welke grote stad ligt het Orumiyehmeer (Urmiameer) uit figuur 14?

c Heeft McDonald’s een restaurant in Iran?

d Gebruik het Trefwoordenregister. Op welk kaartblad vind je informatie over de levensomstandigheden in Iran?

d Gebruik de Algemene legenda (Legenda). Welke extra informatie geeft de Algemene legenda over dit meer?

 Alcarta: Op welk kaartblad vind je informatie over de

e Hoe zie je jouw antwoord op vraag 6d in figuur 14?

Human Development Index? Dat is de maat voor de levens- omstandigheden in een land.

e Gebruik kaart B ( Alcarta: gebruik de kaart van 2013) op het kaartblad van vraag 5d. Beschrijf hoe de levensomstandigheden in Iran zijn in vergelijking met:

- buurland Afghanistan:

f Gebruik de Algemene legenda ( Alcarta: gebruik de kaarten 144A en 154A). Waar wonen meer inwoners: in de hoofdstad van Irak of in die van Afghanistan? Leg je antwoord uit. g Gebruik de Algemene legenda (Legenda). Wat betekent de zwarte lijn tussen Teheran en Mashhad?

- Nederland: 7

f Gebruik het Trefwoordenregister. Zoek een kaart over talen in de wereld. Welke taal wordt er in Iran gesproken? g In welke twee andere landen wordt deze taal nog meer gesproken? Zoek eventueel met de bladwijzer een kaart waarop je de namen van de landen kunt opzoeken.

Bekijk figuur 1, 13 en 15 in je leerboek. Gebruik de atlas.

a Wat zijn de coördinaten van de plaats waar de foto van de woestijn uit figuur 13 vlakbij is genomen? b Wat zijn de coördinaten van de plaats waar de foto van figuur 15 is genomen?

c Wat zijn twee overeenkomsten tussen de foto van figuur 1 en die van figuur 15? 1 2

926132_BNWRK.indb 12

27/11/18 15:08


§3

8

13

Iran in de atlas

Gebruik de atlas. de atlaskaart De wereld - Staatkundig. Jullie beginnen allemaal tegelijk. Het groepje dat als eerste klaar is, en alles goed heeft ingevuld, heeft gewonnen.

In deze opdracht doe je een wedstrijd. Verdeel de klas in twee- of drietallen. Elk groepje zet stippen op de kaart van W12 van de coördinaten in W13. Daarna vullen jullie de namen van de landen en de hoofdsteden in W13 in. Gebruik daarbij W12 Topografie van landen en steden. 150°

120°

90°

60°

30°

30°

60°

90°

120°

150°

60° N.B.

60° N.B.

30° N.B.

30° N.B.

30° Z.B.

30° Z.B.

5.000 km 1 : 200.000.000

60° Z.B.

hoofdstad

150°

120°

90°

60°

30°

30°

60° Z.B.

60°

90°

120°

150°

W13 Coördinaten, landen en hoofdsteden.

Coördinaten Land 1

13° N.B. 100° O.L.

2

19° N.B. 99° W.L.

3

12° Z.B. 77° W.L.

4

39° N.B. 33° O.L.

5

51° N.B. 0° W.L.

6

34° Z.B. 58° W.L.

7

35° N.B. 139° O.L.

8

55° N.B. 37° O.L.

9

39° N.B. 77° W.L.

10

25° Z.B. 28° O.L.

11

49° N.B. 2° O.L.

12

15° Z.B. 48° W.L.

13

40° N.B. 116° O.L.

14

45° N.B. 75° W.L.

15

6° Z.B. 106° O.L.

16

52° N.B. 5° O.L.

926132_BNWRK.indb 13

Hoofdstad

27/11/18 15:08


14 9

1

Herhaling

a Jullie spelen met zijn tweeën begrippentennis. Leerling 1 heeft de Finish met de begrippenlijst in het leerboek voor zich en noemt een begrip uit §3. Leerling 2 omschrijft de betekenis van het begrip zo goed mogelijk. Hij mag niet in het leerboek kijken. Leerling 1 controleert of de omschrijving klopt. Daarna noemt leerling 2 een begrip en geeft leerling 1 de omschrijving. Doe dit met alle begrippen uit deze paragraaf. b Welke onderdelen in de atlas heb je nodig bij het zoeken naar:

Iran

Leerdoelen Wat moet je kennen en kunnen? LB • hoe je de aarde opdeelt in breedte- en lengtecirkels • hoe je de inhoudsopgave, de bladwijzer, het register en de legenda gebruikt in de atlas

WB • de ingevulde W10 en W13 • de antwoorden op opdracht 3, 4, 5 en 6

- de betekenis van een rode lijn op een kaart

- kaarten over het onderwerp Islam

- een plaats waar je nog nooit van hebt gehoord

- een kaart van Afrika

Begrippen Leerboek a bsolute ligging, breedtecirkel, breedteligging, evenaar, hoge breedte, lage breedte, lengteligging, meridiaan, noordelijk halfrond, noorderbreedte, Noordpool, nulmeridiaan, oosterlengte, parallel, westerlengte, zuidelijk halfrond, zuiderbreedte, Zuidpool

Digitaal samenvatting en proeftoets §3

- de kaart Brazilië - Rio de Janeiro: arm en rijk (Brazilië - Steden, Rio de Janeiro, Segregatie) c

De coördinaten van een plaats zijn 35° N.B. en 140° O.L. Die plaats ligt op het noordelijk / zuidelijk halfrond. Op de breedtecirkel van 35° / 140°. De plaats ligt ten oosten / westen van de nulmeridiaan. Op de lengtecirkel van 35° / 140°. Het is de plaats Buenos Aires / Jakarta / Tokyo / Washington.

926132_BNWRK.indb 14

27/11/18 15:08


§4

15

Bronnen: De ligging van Teheran

§4 Bronnen: De ligging van Teheran W14 Hoogteprofiel van de route Teheran-Chalus.

Dee Deelvraag

3.500

Welke soorten afstanden zijn er in de aardrijkskunde?

in m

3.000 2.500 2.000

1

Gebruik in je leerboek bron 1 en het Basisboek.

1.500 1.000

a Hoe heet het hoofdstuk in het Basisboek waar B51 Hoogtegordels in staat?

500 Chalus

0

0

b Welk gebergte zie je in figuur 2.12 in het Basisboek? c Noteer de definitie van reliëf die in B110 Reliëf in het Basisboek staat.

3

d Hoeveel verschillende reliëfvormen zijn er? e Bij welke reliëfvorm hoort het gebergte uit figuur 2.12 in het Basisboek? Leg je antwoord uit.

20

40

60

80

100

120

140

loofboomgordel

alpenweide

naaldboomgordel

rotsgordel

160

180 201 in km

Lees in je leerboek bron 3 en gebruik in het Basisboek B110 Reliëf.

Zoek de juiste atlaskaart over Iran. a Bij welke reliëfvorm hoort het Elbursgebergte (Elboers gebergte)? b Hoe heten de twee andere hooggebergten van Iran?

c Het hoogste gebergte ter wereld staat ook op deze kaart ( Alcarta: 154A). Welk gebergte is dat? 2

Gebruik in je leerboek bron 3.

a Op welke hoogte begint de route Teheran-Chalus? b In W14 teken je die route. Op de verticale as staat de hoogte van de route in m, op de horizontale as de afstand in km. Chalus staat al op de juiste plek in W14. Chalus ligt op 0 m boven zeeniveau. Schrijf de naam Teheran op de juiste plek in W14. c Teken het hoogteprofiel van de route met behulp van de kaart in bron 3. Dat doe je zo: - De hoogte van de route is bij het startpunt en tot 20 km al voorgedaan. - Lees op de kaart van bron 3 hoe hoog de route is na 30 km. Zet daar een stip. - Doe hetzelfde bij 40 km, 50 km, enzovoort, totdat je bij Chalus bent. - Verbind alle stippen met elkaar door een lijn te trekken. Je hebt nu het hoogteprofiel van de route getekend. d Wat is het hoogste punt van de route? e Na hoeveel kilometer is het hoogste punt van de route bereikt?

d Op de grens tussen Iran en welk ander land zie je laagland? 4

Gebruik in je leerboek bron 2 t/m 5. Lees in het Basisboek van B51 Hoogtegordels het driehoekje.

a Wat is een hoogtegordel? b Kijk in figuur 2.12 in het Basisboek op welke hoogten de verschillende hoogtegordels voorkomen. Kleur de hoogtegordels in W14. Kies zelf de kleuren. Kleur ook de legenda. c Door welke soort begroeiing gaat de route vooral? d Welke bron in deze paragraaf past bij dit deel van de route? e Op welke hoogte groeien geen bomen meer in figuur 2.12 in het Basisboek?

926132_BNWRK.indb 15

27/11/18 15:08


16

1

Iran

f Boven welke hoogte fietst de toerist in bron 5 volgens figuur 2.12 in het Basisboek? Leg je antwoord uit.

7

Herhaling

a Maak kloppende zinnen met de volgende woorden. - relatieve afstand – fietser – reliëf

g Zet bron 2, 4 en 5 in de juiste volgorde van laagste hoogte naar hoogste hoogte.

- eeuwige sneeuw – hoogtegordel – hooggebergte

5

Gebruik in je leerboek bron 5 en 6.

a Hoe meet je de absolute afstand?

b Welke reliëfvorm zie je in figuur 4.22 in het Basisboek?

b Hoe meet je de relatieve afstand? c Gebruik bron 6. Welke lijn geeft de absolute afstand weer?

c Vul W15 in met behulp van B110 Reliëf en de atlaskaart Midden-Oosten en Zuidoost-Azië (Midden-Oosten Overzicht). Vul in de derde kolom de juiste naam in. Kies uit: Zagrosgebergte – Ahvaz – Zabol – Yazd. W15 Reliëfvormen.

d Geef steeds aan of de relatieve afstand toe- of afneemt. - Aan het begin van de vakantie is het altijd druk op snelweg 59.

- Door sneeuwval is het hoogste deel van de route slecht begaanbaar.

Reliëfvorm

Hoogte in m

Voorbeeld

laagland

200 - 500

hooggebergte

Leerdoelen

- De Iraanse overheid wil tunnels aanleggen op de route.

Wat moet je kennen en kunnen?

- De fietser in bron 5 besluit geen pauze te nemen, maar door te zetten.

e Waardoor kan de relatieve afstand toenemen op een route die jij weleens neemt?

LB • hoe je met het Basisboek werkt • wat de hoogteligging en het landschap met elkaar te maken hebben • wat het verschil is tussen de absolute afstand en de relatieve afstand • hoe de relatieve afstand te maken heeft met de grootte van Iran en het Iraanse landschap

WB 6

Gebruik in je leerboek bron 7.

• de antwoorden op opdracht 5 en 7

a Lees de absolute afstand af tussen Teheran en Dubai in

BB

• B51 Hoogtegordels, het driehoekje • B110 Reliëf, zonder de laatste twee bolletjes

bron 7. Schrijf op.

b Waarom is het verschil tussen de absolute afstand en de afstand over de weg naar Dubai zo groot? c Bedenk met behulp van bron 7 nog een reden waarom de route Teheran-Dubai heel lang kan duren.

926132_BNWRK.indb 16

Begrippen Leerboek absolute afstand, eeuwige sneeuw, hoogteligging, relatieve afstand Basisboek heuvelland, hooggebergte, hoogtegordel, laagland, middelgebergte, reliëf

Digitaal samenvatting en proeftoets §4

27/11/18 15:08


Anders actief

17

Kish, het tweede Dubai!

Anders actief Kish, het tweede Dubai!

c Hoe kun je zien dat een groot deel van het eiland nog leeg is?

a Zoek Kish op in het topografische register of in figuur 3 in je leerboek. Zoek dan de atlaskaart waarop Kish staat. Noteer het kaartnummer.

d Om met Google Maps afstanden te berekenen, klik je met je rechtermuisknop op een locatie en kies je voor Afstand meten. Vervolgens klik je op een andere locatie weer op je rechtermuisknop en kies je voor Afstand tot hier. Je ziet een lijn verschijnen tussen de beide punten. Meet hoe groot het eiland Kish is:

- van noord naar zuid:

km

b Gebruik de atlaskaart van vraag 1a. Wat is de absolute ligging van Kish?

- van oost naar west:

km

1

Lees in je leerboek Kish, het tweede Dubai! en bekijk bron 8.

e Heb je in vraag 3d absolute of relatieve afstanden uitgerekend?

c Hoe groot is de absolute afstand van Kish naar Teheran in km?

d Stel, je reist met het vliegtuig van Teheran naar Kish. Het vliegtuig vliegt 800 km per uur. De vlucht duurt ongeveer een half uur / één uur / anderhalf uur / drie uur. e Welke soort afstand heb je berekend bij vraag 1d? Leg je antwoord uit. 2

Gebruik internet.

Typ Kish Iran in het zoekveld in Google Maps en klik op Zoeken. Kies linksonder voor Satelliet. Je kijkt dan vanuit een satelliet naar de aarde. Zoom in op het eiland Kish. a Welke kleur heeft het landschap op het eiland vooral? b Welk type landschap verwacht je daardoor vooral op het eiland? c Op de atlaskaart die je in opdracht 1 gebruikt hebt, heeft het eiland een andere kleur. Welke kleur heeft het eiland daar? d Leg uit waarom het eiland in de atlas een andere kleur heeft dan in Google Maps. 3 Kijk met de satellietweergave van Google Maps rond op het eiland. a Waar ligt het vliegveld? b Hoe kun je zien dat een deel van het eiland al bebouwd is?

4 Jullie maken zelf een kaart van het eiland Kish. Vraag een leeg A4-papier aan je docent. Zet hierop jullie namen in de rechter bovenhoek. Tip: Maak eerst een kladversie. Als jullie daar tevreden over zijn, tekenen jullie de kaart in het net. Richt de lege delen van het eiland zo in dat jullie en veel andere toeristen er graag naartoe op vakantie zouden willen. a Welke vier dingen moeten altijd op een goede kaart staan? 1

3

2

4

Zorg ervoor dat ze ook op jullie kaart te vinden zijn. b Teken een kaart van het eiland. Teken eerst de omtrek van het eiland met behulp van Google Maps. Kies een makkelijke schaal, bijvoorbeeld 1 cm = 1.000 m = 1 km. Zo past het eiland goed op een A4’tje (in de breedte). Je weet uit opdracht 3d al hoe groot het eiland is. c Teken wat er allemaal al is aan bebouwing, zoals het vliegveld, de dorpjes en de haven. Let weer op de schaal. Vergeet de legenda niet en zorg ervoor dat alles wat je tekent ook in de legenda staat. d Richt de nog lege gebieden op het eiland zelf in. Let erop dat alles ongeveer klopt met de schaal van jullie kaart. Dit moeten jullie in ieder geval tekenen: - minstens drie hotels met een tuin en een zwembad in de buurt van de zee - een golfbaan - een muziekhal waar artiesten kunnen optreden - een jachthaven Voor de plekken die overblijven, kiezen jullie zelf wat er komt. Bedenk welke attracties jullie graag zouden willen hebben als je op vakantie gaat. Op de achterkant van de kaart leg je voor die plekken kort uit wat jullie uitgekozen hebben voor die gebieden en waarom jullie die keuze gemaakt hebben. e Maak de kaart zo netjes en mooi mogelijk. Daarna leveren jullie hem in bij je docent.

926132_BNWRK.indb 17

27/11/18 15:08


18

1

Iran

Keuzemenu A

8 Waarom is dat tijdverschil (vraag 7) zo groot?

Rondreis Iran

Lees de tekst van menu A in je leerboek en bekijk bron 9. Jullie maken een digitale poster op A3-formaat van een rondreis door Iran. Kies op internet minstens vijf plekken die jullie in Iran willen bezoeken. Van iedere plek zet je één foto op de poster en daarbij schrijf je een korte tekst over wat daar te zien is. Dat doe je zo. 1 Je kunt met verschillende programma’s een digitale poster maken, bijvoorbeeld met PowerPoint. Open het programma. Klik bovenin op Ontwerpen. Rechts staat Diagrootte. Klik op Aangepaste diagrootte. Bij Diaformaat aanpassen aan: kies je A3. 2 Om informatie te vinden, kun je via Google Iran reis intypen. Je vindt dan reissites die je kunt gebruiken. 3 Vraag aan je docent hoe lang je erover mag doen. Spreek ook met je docent af hoe je de poster inlevert. 4 De volgende onderdelen moeten op de poster staan: - de titel van de poster en jullie namen - minimaal vijf bezienswaardigheden met foto(’s) en een korte tekst over waarom die plek bijzonder is - een kaartje met de reisroute waarop de vier dingen staan die altijd op een goede kaart moeten staan

9 Op welke meridiaan ligt de datumgrens voor het grootse deel? 10 Beschrijf wat de datumgrens is. 11 Waar is het eerder Nieuwjaar: in Nederland of in Nieuw Zeeland? Leg je antwoord uit. 12 Op welk eiland ( Alcarta: atol) kun je als eerste in de wereld oud en nieuw vieren? 13 En naar welk eiland kun je dan vliegen om het allerlaatste oud-en-nieuwfeest mee te maken? (Al zal dat feest iets tegenvallen: er woont niemand ...)

B

Tijdzones

Lees in je leerboek de tekst van menu B en bekijk bron 10. Lees in het Basisboek B24 Tijdzones. Gebruik de atlas. 1 Wat is een snelle manier om de wereldkaart Tijdzones in de atlas te vinden?

14 Waarom duurt het 26 uur voordat alle landen oud en nieuw hebben gevierd? 15 Welk van de twee eilanden uit vraag 12 en 13 ligt op oosterlengte en welk eiland op westerlengte?

2 Als het in Nederland 12.00 uur is, hoe laat is het dan in: Iran

Chili

Japan

Verenigd Koninkrijk

3 Alle landen waar het vroeger is dan in het Verenigd Koninkrijk, liggen op oosterlengte / westerlengte. 4 Eigenlijk zouden de tijdzones precies langs de 24 meridianen moeten lopen. In werkelijkheid lopen de lijnen niet in een rechte lijn. Waarom is dat?

C

Afstanden op school

Dit menu doe je in groepjes. 1 Lees in je leerboek de tekst van menu C. 2 Vraag je docent om een plattegrond van de school. 3 Op welke schaal is die plattegrond getekend?

1:

4 Dat betekent dat 1 cm op de kaart in werkelijkheid

5 Het grootste tijdverschil op land is de grens tussen China en Afghanistan. Leg uit waarom dat zo is.

6 Binnen welk land is het tijdverschil het grootst?

m is.

5 Kies een dag waarop je veel lesuren hebt en veel wisselt van klaslokaal. 6 Reken de afstanden uit. Vul ze in W16 in.

7 Hoe groot is het tijdverschil in dat land tussen het westen en het oosten?

926132_BNWRK.indb 18

27/11/18 15:08


Anders actief

W16 Afstanden op school.

W17 Paspoortpower

Locatie Afstand fietsenkelder/-hok naar lokaal 1e lesuur

19

Keuzemenu

180

aantal landen

m

160

160

m 140

m

120

m

100

m

80

m

60

nd er la ed

je

ist an N

an

Tu rk i

Af gh

ko ar ok

kr ijk

M

lg

k

iĂŤ

Fr an

Be

Ira

ap

Ira

Si

ng

m

nd

0

ts la

m

or e

20

n

m

39

ui

40

m

D

m

m Totaal m

D

Paspoortpower

10 Klik op de site op Compare (= vergelijk) en dan op Passports. Selecteer Netherlands en in de kolom ernaast Iran. Noteer drie landen die je wel zonder visum in komt met een Nederlands paspoort en niet met een Iraans paspoort. 1

Lees in je leerboek menu D en bekijk bron 11. 1 Ga naar de site https://www.passportindex.org/. Zoek Iran bij Search for your Passport. Klik op het paspoort van Iran. Klik onder de afbeelding van het paspoort op Individual Rank. Er verschijnt een lijst waarin alle paspoorten van de wereld zijn geordend op basis van toegang tot andere landen.

2 3 11 Hoeveel landen kun je juist wel met een Iraans paspoort en niet met een Nederlands paspoort zonder visum bezoeken?

2 Op welke positie staat Iran? 3 Hoeveel landen kun je bezoeken met een Iraans paspoort zonder visum (oranje balk)?

12 Vind je het eerlijk dat je met het ene paspoort veel meer landen zonder visum mag bezoeken dan met het andere paspoort?

4 Met het paspoort van welk land kom je de minste landen in zonder visum?

Hoeveel landen zijn dat?

5 Hoeveel landen kun je zonder visum bezoeken met de nummer 1 in de lijst? 6 Welk land staat op nummer 1? 7 Op welke positie staat Nederland? 8 Hoeveel landen kun je zonder visum bezoeken met een Nederlands paspoort? 9 Maak met behulp van de lijst op de site het staafdiagram in W17 af.

926132_BNWRK.indb 19

E

Isla Bonita

1 Lees de tekst van menu E in je leerboek en bekijk bron 12. Je weet dan hoe het eiland eruitziet. 2 Welke vier dingen moeten altijd op een goede kaart staan? 1 2 3 4 Zorg ervoor dat ze straks ook op jullie kaart te vinden zijn. 3 Teken een kaart van het eiland. Kies een makkelijke schaal, bijvoorbeeld 1 cm = 1.000 m = 1 km. Zo past het eiland goed op een A4’tje (in de breedte).

27/11/18 15:08


20

1

Iran

Finish In dit hoofdstuk heb je gewerkt aan de vraag: Hoe gebruik je kaarten om Iran beter te leren kennen? In deze Finish oefen je daar nog een keer mee.

Kijkvragen 1 Bekijk in je leerboek de foto van figuur 18. a Welke reliëfvorm zie je op de foto?

b Teken in W18 je school op de juiste plek en zet er school bij. c Teken in W18 nog drie andere dingen, bijvoorbeeld het huis van een vriend of vriendin, je favoriete winkel of je sportclub. Zet er ook weer bij wat het is. d Gebruik een plattegrond of Google Maps. Klopt jouw kaart met de werkelijkheid? Leg je antwoord uit.

b Waaraan zie je dat?

c In welke hoogtegordel heeft de fotograaf de foto genomen?

W18 Je eigen omgeving.

Atlas- en kaartvaardigheden mijn huis

2 Gebruik de atlas. a Wat voor soort kaart is Azië - Landschappen (Azië Oorspronkelijke plantengroei)? b Waaraan zie je dat? c In wat voor landschap ligt de Indiase stad Mumbai? d Wat is de absolute ligging van Mumbai?

Begrippen

e Gebruik de atlaskaart De wereld - Bevolkingsdichtheid (Wereld - Bevolkingsspreiding). Is de bevolking gelijk of ongelijk over de wereld verdeeld? Leg je antwoord uit.

4 Lees samen met een klasgenoot de volgende rijtjes begrippen uit het hoofdstuk. Streep het begrip door dat volgens jullie niet in het rijtje thuishoort. Leg jullie keuze uit. a lokaal schaalniveau – inzoomen – plattegrond – absolute afstand

f Is de bevolkingsdichtheid in Iran hoog of laag als je deze vergelijkt met India? Leg je antwoord uit.

b thematische kaart – topografie – legenda – schaal

c zuiderbreedte – parallel – evenaar – meridiaan

De wereld in je hoofd 3 In W18 staat mijn huis in het midden van het kader. a Streep het foute woord door. Waar ligt jouw school ten opzichte van jouw huis? noord / noordoost / oost / zuidoost / zuid / zuidwest / west / noordwest.

d hoogteligging – eeuwige sneeuw – breedteligging – reliëf

926132_BNWRK.indb 20

27/11/18 15:08


Aantekeningen

21

Aantekeningen

926132_BNWRK.indb 21

27/11/18 15:08


22

2

Grote natuurlandschappen op aarde

Start

2.

Grote natuurlandschappen op aarde

Hoofdvraag Welke grote natuurlandschappen zijn er op aarde, en hoe verklaar je hun ligging?

3

Lees in het Basisboek B2 Aardrijkskunde: gebieden en bekijk de figuren 1.1, 1.3 en 1.4. Bekijk figuur 1 in je leerboek.

a Op de foto van figuur 1 in je leerboek staat een natuurlandschap / ingericht landschap, omdat

1

Bekijk figuur 1 in je leerboek.

a Geef met een paar kernwoorden een beschrijving van het landschap op de foto.

b Op de foto van figuur 1.1 in het Basisboek staat een natuur-

landschap / ingericht landschap, omdat

b Welke onderdelen hebben te maken met de natuur, en welke met de mensen? natuur:

4

Lees in het Basisboek B77 Cultuuren natuurlandschap. Blader door de hoofdstukken in je leerboek.

mensen:

a Zoek vijf voorbeelden van een ingericht landschap (of: cultuurlandschap).

hoofdstuk

, figuur / bron

c Vind jij het een aantrekkelijk gebied? Ja / Nee, omdat

hoofdstuk

, figuur / bron

hoofdstuk

, figuur / bron

hoofdstuk

, figuur / bron

hoofdstuk

, figuur / bron

b Zoek vijf voorbeelden van een natuurlandschap. 2

Bekijk figuur 1 in je leerboek.

a Wat kun je zeggen over het gebied op de foto? koud / warm hoog / laag nat gebied / droog gebied dichtbegroeid / weinig begroeid rijk / arm b In welk werelddeel is de foto volgens jou genomen?

hoofdstuk

, figuur / bron

hoofdstuk

, figuur / bron

hoofdstuk

, figuur / bron

hoofdstuk

, figuur / bron

hoofdstuk

, figuur / bron

c Waarom denk je dat?

926132_BNWRK.indb 22

27/11/18 15:08


§1

23

Ontbossing in het Amazonegebied

§1 Ontbossing in het Amazonegebied c Tussen welke breedtegraden ligt het Amazonegebied?

Deelvraag

Waar groeien tropische regenwouden op aarde en waarom daar?

ongeveer tussen

d In hoeveel landen ligt het Amazonegebied? 2

1

Lees in je leerboek Tropische regenwouden. Gebruik de atlas.

a Zet in W1 de letters A t/m H van de landen, de cijfers 1 t/m 8 van de steden en de letters a t/m c van de wateren op de juiste plek. landen steden wateren A Brazilië 1 Rio de Janeiro a Amazone B Argentinië 2 São Paulo b Atlantische Oceaan C Chili 3 Buenos Aires c Grote Oceaan D Bolivia 4 Santiago E Peru 5 Lima F Colombia 6 Bogotá (Bogota) G Venezuela 7 Paramaribo H Suriname 8 Manaus b Schrijf de breedtegraden in de invulhokjes in W1. Zet erbij of het N.B. of Z.B. is. W1

en

Lees in je leerboek Tropische regenwouden en bekijk figuur 2 en 3.

Beschrijf wat tropische regenwouden zijn en waar ze liggen. Vul daarvoor deel A en B van W2 in. Vul deel C nog niet in. W2

Tropisch regenwoud: wat, waar en waarom daar?

A Beschrijven: Wat is een tropisch regenwoud? bos in koude / warme en natte / droge gebieden ligging: in de temperatuur: neerslag: begroeiing: en boomgroei: in verschillende biodiversiteit: laag / hoog

Topografie Zuid-Amerika en het Amazonegebied.

B Beschrijven: Waar liggen tropische regenwouden?

1.000 km

dicht bij / ver weg van de evenaar op hoge / lage breedte C Verklaren: Waarom liggen ze daar? ar evena

hoge temperatuur door loodrechte / schuine zonnestralen die geven meer warmte, omdat

veel neerslag, doordat

3

Bekijk in je leerboek figuur 2 en 3.

a Welke kenmerken van een tropisch regenwoud (W2) zie je in figuur 2? = Amazonegebied

b Welk kenmerk van tropische regenwouden laat figuur 3 goed zien?

926132_BNWRK.indb 23

27/11/18 15:08


24 4

2

Grote natuurlandschappen op aarde

7

Bekijk figuur 4B in je leerboek. Lees B72 Klimaatdiagram (alleen het driehoekje) en gebruik figuur 2.36 in het Basisboek.

a Vul de gegevens voor Tefé in:

gemiddelde temperatuur ongeveer

regen in mm ongeveer

a Vergelijk figuur 2.20 in het Basisboek met figuur 4A in je leerboek. Wat valt je op?

°C

tot

Bekijk figuur 4A in je leerboek. Lees in het Basisboek B4 Beschrijven en verklaren, en bekijk figuur 2.20.

mm per maand

b Vergelijk de temperatuur en neerslag van figuur 4B met die in De Bilt (figuur 2.36 in het Basisboek). Wat zijn de belangrijkste verschillen?

neerslag

b In deel A en B van W2 heb je een beschrijving gegeven van tropische regenwouden. Verklaar hun ligging op aarde. Vul daarvoor deel C van W2 in. c Gaat het bij de verklaring om natuurlijke of om menselijke factoren?

temperatuur

5

8

Lees in het Basisboek B48 Breedteligging en temperatuur en bekijk figuur 2.8.

a Bekijk de kaart online. In welk werelddeel ligt het grootste tropische regenwoud? (Zoom uit op de kaart.)

a Tussen welke breedtegraden liggen de tropen? b Waarom is het warm in de tropen? Geef twee redenen.

2

6

b Bekijk de kaart uit vraag 8a. Waar is al veel bos verdwenen in het Amazonegebied? vooral aan de randen / vooral in het midden c Bekijk de satellietfoto online. Hoe kun je de ontbossing zien op satellietbeelden?

1

Lees in je leerboek Ontbossing en figuur 6 en bekijk figuur 5.

d Bekijk de satellietfoto en Street View. Waaraan herken je de ontbossing op satellietbeelden, op Street View en in figuur 5?

Lees in het Basisboek B57 Neerslagfactoren (alleen driehoekje en eerste rondje) en B59 Stijgingsregen. Bekijk ook figuur 2.19.

a Waardoor stijgt de lucht bij de evenaar?

9

b Hoe noem je de regens die ontstaan bij de evenaar? c

Zet de cijfers 1 t/m 6 van de volgende zinnen in de goede volgorde. Schrijf de cijfers op. 1 Het gaat regenen. 2 De lucht gaat stijgen. 3 Door de zon warmt de lucht op. 4 Koude lucht kan minder waterdamp bevatten. 5 Er ontstaan wolken. 6 De lucht koelt af.

926132_BNWRK.indb 24

Lees in je leerboek Duurzaam gebruik. Gebruik ook de andere teksten in de paragraaf.

a Maak groepjes van drie tot vier personen. b Bespreek met elkaar waardoor het tropische regenwoud wordt bedreigd en wat je kunt doen om het te behouden. Vul daarna W3 in. c Kom in actie voor het behoud van het regenwoud! Maak in groepjes een actieposter of flyer over het Amazonegebied: - Wat is het? - Waar ligt het? - Wat zijn de bedreigingen? - Waarom is behoud nodig? - Wat kun je zelf doen? Gebruik ook §1 in je leerboek en de links online.

27/11/18 15:08


§1

W3

Ontbossing in het Amazonegebied

Bedreiging en behoud van het tropische regenwoud.

Waarom is behoud van het regenwoud Wat zijn de bedreigingen? belangrijk?

10

25

Zoek in de atlas thematische kaarten over Zuid-Amerika en Brazilië.

Oefen met kaartlezen. Op welke kaart zie je de volgende verschijnselen? Noteer steeds de kaarttitels en -nummers. a Het oosten van Brazilië is dichtbevolkt, het westen dunbevolkt. b De ontbossing vindt vooral plaats aan de randen van het Amazonegebied. c In het Amazonegebied wordt aan landbouw gedaan. d In het Amazonegebied wonen indianen. e In het Amazonegebied valt veel regen.

Wat kun je ertegen doen?

Leerdoelen Wat moet je kennen en kunnen? LB • waar tropische regenwouden groeien en waarom daar • waardoor het tropische regenwoud wordt bedreigd • waarom tropische regenwouden belangrijk zijn • hoe je tropisch regenwoud kunt beschermen

WB • de ingevulde W1, W2 en W3 • de antwoorden op opdracht 3 in de Start • de antwoorden op opdracht 8 uit §1 • een klimaatdiagram lezen (opdracht 4)

BB • • • • • •

B48 Breedteligging en temperatuur B57 Neerslagfactoren (driehoekje en eerste rondje) B59 Stijgingsregen B72 Klimaatdiagram (driehoekje) B77 Cultuur- en natuurlandschap (Start) Vaardigheden toepassen: - B2 Aardrijkskunde: gebieden (Start) - B4 Beschrijven en verklaren

Begrippen

11

Herhaling

Kruis de zinnen aan die kloppen. Het grootste deel van het Amazonegebied ligt in Brazilië. De tropische regenwouden liggen in Zuid-Amerika, Afrika en Europa. In het tropische regenwoud is het vochtig en warm. De biodiversiteit in een gebied is hoog als er veel verschillende soorten planten en dieren leven. Loodrechte zonnestralen zijn warm, omdat ze een groot gebied verwarmen. In de tropen regent het veel, omdat de warme lucht daar opstijgt. De ontbossing verkleint het leefgebied van de indianen. Bosbouw en duurzaamheid kunnen niet samengaan. Lucht die opstijgt, koelt af: wolken en regen.

926132_BNWRK.indb 25

Leerboek bevolkingsspreiding, biodiversiteit, duurzaam, etage, evenaar, herbebossing, natuurlijke hulpbron, ontbossing, tropen, tropisch regenwoud Basisboek breedteligging, cultuurlandschap, hoge breedte, ingericht landschap, klimaatdiagram, lage breedte, natuurlandschap, neerslag, oorspronkelijke plantengroei, stijgingsregen, vegetatie

Digitaal samenvatting en proeftoets §1

27/11/18 15:08


D E GEO

1 H AVO / VWO WERKBOEK

Ontdek waar het om draait

www.thiememeulenhoff.nl/degeo

926132_OMSL.indd 1

9 789006 926132

27/11/18 15:47


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.