De koloniale relatie IndonesiÍ – Nederland Geschiedenis voor de bovenbouw 3|4 vmb0-kgt
Geschiedenis voor de bovenbouw 3|4 vmb0-bkgt
Geschiedenis voor de bovenbouw Themakatern 3|4 vmbo-bkgt
De koloniale relatie IndonesiÍ – Nederland
Auteur Jan-Wolter Smit Auteursteam Martin Buunk Ronald den Haan Cor van der Heijden Jan-Wolter Smit Eindredactie Juul Lelieveld
Inhoud Beeldresearch: Daliz, ’s Gravenhage Technisch tekenwerk en cartografie: EMK, Deventer Ontwerp: DATBureau, Amsterdam Omslag: Spaarnestad photo / Hollandse Hoogte Over ThiemeMeulenhoff ThiemeMeulenhoff ontwikkelt zich van educatieve uitgeverij tot een learning design company. We brengen content, leerontwerp en technologie samen. Met onze groeiende expertise, ervaring en leeroplossingen zijn we een partner voor scholen bij het vernieuwen en verbeteren van onderwijs. Zo kunnen we samen beter recht doen aan de verschillen tussen lerenden en scholen en ervoor zorgen dat leren steeds persoonlijker, effectiever en efficiënter wordt. Samen leren vernieuwen. www.thiememeulenhoff.nl ISBN 978 90 06 62187 7 Tweede herziene druk, eerste oplage, 2016
Zo werk je met Feniks 3 Oriëntatie 4 1 De VOC-tijd: 1596-1799 7 2 Van verlies naar winst: 1800-1870 15 3 Machtsuitbreiding en verzet: 1870-1918 24 4 Indonesië wordt onafhankelijk: 1918-1949 32 5 Onderzoek 38 6 Afsluiting 40 Examentraining 45
© ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2016 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
Deze uitgave is volledig CO2-neutraal geproduceerd.
Het voor deze uitgave gebruikte papier is voorzien van het FSC®-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.
Illustratieverantwoording J. van der Heyden/Boekhandel Visser & Co/Koninklijke Bibliotheek, Den Haag: p. 4; Tropenmuseum, Amsterdam: p. 5 (2), p. 10 (12), p. 25 (34); Hollandse Hoogte, Den Haag: p. 5 (3); ScheepvaartMuseum, Amsterdam: p. 7 (5); Universiteit Utrecht: p. 7 (6), p. 12 (16); Adriaan Groenewegen, Collectie Tropenmuseum, Amsterdam: p. 8; Stadsarchief Amsterdam, Amsterdam: p. 9 (8); Rijksmuseum, Amsterdam: p. 9 (11), p. 15 (19); Jacques Waben [Public domain], via Wikimedia Commons: p. 10 (Coen); Panoramio.com: p. 13; http://isroi.com: p. 15 (Diponegoro); Atlas van Stolk: p. 16; Nationaal Archief / Collectie Spaarnestad: p. 17; Universiteit Leiden: p. 22; Maritiem Museum, Rotterdam: p. 23; Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, Amsterdam: p. 24 (33), p. 34 (48); Collectie Nationaal Museum van Wereldculturen, Leiden: p. 25 (35), p. 34 (51), p. 43 (69), P. 44 (72); DBNL, Leiden: p. 27 (37); bron onbekend (examen vmbo 2003): p. 27 (38, 39), p. 43 (71), P. 47 (6, 7); Koninklijke Bibliotheek/Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie: p. 30; Photo by Howard Sochurek//Time Life Pictures/Getty Images: p. 31; Nationaal Archief/Collectie Spaarnestad/Hugo Wilmar: p. 32; Alamy, Londen: p. 43 (70)
3
Zo werk je met Feniks
Zo werk je met Feniks Voor je ligt het themakatern De koloniale relatie Indonesië – Nederland. Dit is een van de onderwerpen die je voor het schoolexamen geschiedenis gaat bestuderen. Veel plezier met het vak geschiedenis en succes op het examen! Oriëntatie In de Oriëntatie vind je de hoofdvraag van dit katern. Deze vraag kun je aan het eind van het katern beantwoorden. Als je de opdrachten van de Oriëntatie maakt en de teksten leest, weet je waarover dit katern gaat. Op de tijdbalk zie je de tijdvakken waarin dit onderwerp zich afspeelt. Hoofdstuk 1 t/m 4 Elk hoofdstuk begint met een deelvraag. Deze vraag staat centraal in dit hoofdstuk. Je maakt opdrachten, je leest en bekijkt teksten, tekstbronnen en beeldbronnen, zodat je aan het eind van het hoofdstuk de deelvraag kunt beantwoorden. In Wie was …? lees je over belangrijke historische personen uit deze periode. De begrippen die je moet leren, staan in de tekst vetgedrukt. Op dezelfde pagina of de pagina ernaast vind je de uitleg van het begrip. Er zijn verschillende soorten opdrachten. Vat samen helpt je om de deelvraag te beantwoorden en de kern van het hoofdstuk samen te vatten. Je oefent: … gaat over een vaardigheid, iets wat je moet kunnen. Je oefent bijvoorbeeld met het beoordelen van de betrouwbaarheid van een bron. Een uitleg van de vaardigheden vind je achter in het Historisch Overzicht vanaf 1848 en Staatsinrichting en op www.thiememeulenhoff.nl/feniksvmbo. Verdieping betekent dat je iets extra’s over het onderwerp leert. Havo-opdracht deze opdracht is voor jou als je erover denkt om naar de havo te gaan of als je graag een moeilijker opdracht wilt proberen. Deze opdracht laat je alvast kennismaken met het soort vragen dat je op de havo bij het vak geschiedenis krijgt. Probeer het maar eens! betekent dat je deze opdracht samen kunt doen. betekent dat je bij de opdracht de computer nodig hebt, omdat je iets online moet opzoeken of omdat er informatie staat op www.thiememeulenhoff.nl/feniksvmbo.
Hoofdstuk 5 In dit hoofdstuk leer je over een onderwerp door zelf onderzoek te doen. Het hoofdstuk begint met een onderzoeksvraag. Aan het eind van het hoofdstuk heb je deze vraag beantwoord. Afsluiting In de Afsluiting vind je alles wat je moet weten op een rij. Met de opdrachten in de Afsluiting kun je de hoofdvraag van dit katern beantwoorden. Op de tijdbalk staan de belangrijkste gebeurtenissen uit de periode en van het onderwerp waarover dit katern gaat. Ook de begrippen en de belangrijkste personen staan hier op een rij. Gebruik dit overzicht bij het voorbereiden van een toets of het examen. Examentraining Met deze opdrachten kun je oefenen voor het examen. Het zijn examenopdrachten die al eens op een examen zijn gebruikt of opdrachten die net zo zijn geschreven als examenopdrachten. In de kantlijn staat hoeveel punten je op een examen krijgt voor een vraag. Dus je kunt zien hoe goed je voorbereid bent op het examen. Kijkwijzer en vaardighedenoverzicht Op www.thiememeulenhoff.nl/feniksvmbo staan allerlei hulpmiddelen. Je vindt er bijvoorbeeld het vaardighedenoverzicht. Ook vind je hier de Kijkwijzer spotprenten. Je leert hiermee in stapjes een cartoon of spotprent te analyseren.
4
De koloniale relatie Indonesië – Nederland
De koloniale relatie Indonesië – Nederland hoofdvraag H oe heeft de relatie tussen Nederland en Indonesië zich ontwikkeld tussen 1600 en nu?
bron 1
Nederlandse kinderen in Indonesië leerden lezen en schrijven met het Nieuw Indisch ABC. Het ABC werd gemaakt in 1925. 3000 v. Chr.
1
v. Chr.
500
n. Chr.
5
Oriëntatie
bron 2
De Pasar Gambir was een feest ter ere van de verjaardag van koningin Wilhelmina dat elk jaar op het Koningsplein in Batavia, Nederlands-Indië, werd gehouden. Het feest duurde ruim een week. Foto uit 1923.
Waarover gaat dit katern? In bron 1 zie je het ABC waarmee in Indonesië kinderen met Nederlandse ouders leerden lezen. Dat Nederlandse kinderen in het verre Indonesië opgroeiden en naar school gingen, was het gevolg van het eeuwenlange contact tussen Nederland en Indonesië. Dit contact ontstond aan het eind van de zestiende eeuw, toen Nederlandse handelaren van de VOC naar Indonesië voeren om daar producten vandaan te halen. Nederland verdiende zo veel geld. In de negentiende eeuw werd Indonesië een kolonie van Nederland. Het heette vanaf toen Nederlands-Indië. Hierdoor kwamen steeds meer Nederlanders in Indonesië wonen, waardoor de contacten met Indonesiërs toenamen: er ontstonden werk- en liefdesrelaties tussen beide groepen. Maar er was ook veel ongelijkheid: Nederland was de baas in de kolonie en dat was duidelijk te merken. Dit zorgde voor onvrede onder de Indische bevolking en in 1949 werd Nederlands-Indië een onafhankelijke staat: Indonesië. Veel in Nederland herinnert nog aan die lange periode van contact tussen Nederland en Indonesië. Denk maar aan Indonesische producten in de supermarkt, de (Chinees)Indische restaurants en toko’s, en de duizenden Molukkers die in Nederland wonen. 1000
bron 3
Op verschillende plekken in Nederland worden jaarlijks Pasar Malam (Indonesisch voor: avondmarkt) gehouden. De Tong Tong Fair (tot 2009: Pasar Malam Besar) op het Malieveld in Den Haag bestaat sinds 1959 en is de grootste van ons land. Foto uit 2016.
1600 1500
1700
1800
1900 1950 2000
6
De koloniale relatie Indonesië – Nederland
Opdrachten 1
Dit weet je al
Nodig: twee blaadjes A4-papier. a Schrijf in het midden van het eerste blad het woord ‘Indonesië’. Schrijf om de beurt een woord op dat te maken heeft met Indonesië . Denk hierbij aan: producten uit Indonesië, het klimaat, de taal en de ligging. Laat het blaadje minstens drie keer rondgaan. b Schrijf in het midden van het tweede blad het woord ‘VOC’. Doe hetzelfde als bij opdracht a. c Verbind de woorden die volgens jullie bij elkaar horen met lijnen. Bedenk per woordgroepje een onderwerp en schrijf dat erbij.
2
Bekijk: bron 1
a Welke woorden worden gebruikt bij de letters en wat zie je op de afbeeldingen? Doe het zo: Bij de letter A wordt het woord … gebruikt en de op afbeelding zie ik … Doe het net zo voor B, C en D. b Welke woorden ken jij niet? Zoek op wat ze betekenen. c De woorden en afbeeldingen van het Nieuw Indisch ABC waren anders dan van het ABC dat op scholen in Nederland werd gebruikt. Waarom was dit zo?
3
Bekijk: bron 2
a Noem één onderdeel uit bron 2 dat kenmerkend is voor de westerse cultuur. b Noem ook een onderdeel dat kenmerkend is voor de Aziatische cultuur. c Waarmee kun je nu Pasar Gambir het best vergelijken? d In 1942 was (voorlopig) de laatste Pasar Gambir. Wat gebeurde er in dit jaar waardoor het feest stopte? Blader eventueel door je boek of gebruik internet. e Een bezoek aan Pasar Gambir kostte voor Nederlanders 25 cent en voor Indonesiërs 10 cent. Toch bezochten vooral rijke Europeanen en Chinezen dit feest. Geef hiervoor twee verklaringen.
4
Bekijk: bron 2 en bron 3
a Zoek op of bespreek met elkaar wat een Pasar Malam is en wat je er zoal kunt doen. Welke overeenkomsten zie je tussen de Pasar Gambir en de Pasar Malam? b Welke verschillen zie je tussen de Pasar Gambir en de Pasar Malam? c Bespreek jullie antwoorden met elkaar en schrijf de twee duidelijkste overeenkomsten en verschillen op.
5
Lees: Waarover gaat dit katern?
a Gebruik een atlas of internet en zoek Indonesië op. In welk werelddeel ligt Indonesië? b Wat is de hoofdstad van Indonesië? c Noem ten minste drie eilanden die deel uitmaken van Indonesië. d Wat is de grootste godsdienst in Indonesië?
6
a Welke twee namen staan in de tekst genoemd voor de Nederlandse gebieden in Oost-Azië? b Waarom werd dat gebied steeds anders genoemd? c Ook Nederland had vroeger een andere naam. Welke?
7
Het belang van dit onderwerp Lees: bron 4 Je oefent: continuïteit en verandering
a Hoe beoordelen deze Indonesische studenten Nederland? b Hoe zouden veel Indonesiërs Nederland in het verleden beoordeeld hebben? Gebruik eventueel bron 2. c Is er continuïteit of verandering in hoe Indonesiërs denken over Nederland en Nederlanders? d Leg uit dat een video door Indonesische studenten kan helpen aan de verbetering van de relatie tussen Nederland en Indonesië. bron 4
Vijf Indonesische studenten in Nederland maakten, bij wijze van grap, hun eigen promotievideo over Nederland. De film Het land van Oranje laat Nederland van zijn mooiste kant zien: tulpen, molens, oude binnensteden, moderne architectuur. De film staat nu in de top tien van best bezochte films in Indonesië. Het vrolijke beeld van Nederland is nieuw in Indonesië. Vroeger was Nederland daar de koloniale overheerser, die de bevolking met bruut geweld onderdrukte. ‘Waarom zouden we steeds maar kijken naar die somberheid uit het verleden?’, zegt producent Frederica tegen correspondent Michel Maas. ‘Wij kijken naar de toekomst, wij móéten naar de toekomst kijken. Dat is wat telt.’ Naar: Indonesiërs dol op Nederland in nieuwe film, NOS.nl, 2016.
Onthouden: 5a, 5b, 5c, 5d, 6a, 6c Begrijpen: 2a, 2b, 2c, 3a, 3b, 3c, 3d, 3e, 6b, 7a, 7b, 7c, 7d Toepassen: 1a, 1b, 1c, 4a, 4b, 4c
7
1 De VOC-tijd: 1596-1799
1
De VOC-tijd: 1596-1799
deelvraag Hoe kon de VOC zo veel winst maken in Indië?
De rijke Republiek
bron 5
Kaart van de eerste reis naar Indië van Cornelis de Houtman, gemaakt na de reis rond 1598. De reis verliep dramatisch: van de 249 bemanningsleden kwamen er uiteindelijk 89 terug in Nederland. Er waren zelfs te weinig bemanningsleden over om alle schepen te bemannen. Daarom werd besloten om het schip dat het minst goed was, in brand te steken en te laten zinken.
Nederland, België en Luxemburg werden in de zestiende eeuw De Nederlanden genoemd. De Nederlanden hoorden bij het Spaanse rijk. In 1568 begon in de Nederlanden een opstand tegen de Spaanse koning, de Tachtigjarige Oorlog. Door de Opstand werden de zeven noordelijke gewesten (ongeveer wat nu Nederland is) onafhankelijk van Spanje. Het nieuwe land werd de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden genoemd. Met de economie van de Republiek ging het al snel goed. Dat kwam door de gunstige ligging van het land aan zee en aan de monding van grote rivieren, de grote handelsvloot en de grote kennis van de zeevaart. Ook profiteerde de Republiek, en met name het gewest Holland, van de verovering van Antwerpen door de Spaanse troepen. Nederlandse schepen blokkeerden in 1585 de haven van Antwerpen, waardoor veel handelsschepen naar havens in de Republiek, zoals Amsterdam, uitweken. Ook Vlaamse kooplieden trokken naar de Republiek. Zij namen hun kennis en internationale contacten mee. De Republiek werd het handelscentrum van Europa.
Winstgevende handel
bron 6
Jan Huygen van Linschoten was een Nederlandse ontdekkingsreiziger en kaartenmaker. Hij reisde mee op Portugese handelsschepen. Onderweg maakte hij uitgebreide beschrijvingen van de route en de dingen die hij zag. Dit is een pagina uit het negentig hoofdstukken tellende Itinerario, voyage ofte schipvaert van Jan Huygen van Linschoten naer Oost ofte Portugaels Indien. Deze versie is uit 1605.
De handel in specerijen was in de zeventiende eeuw zeer winstgevend. Specerijen zijn plantendelen die worden gebruikt om het eten meer smaak te geven, om eten langer houdbaar te maken en als medicijn. De meeste specerijen groeien in landen rond de evenaar. Peper groeit bijvoorbeeld in Zuidoost-Azië. Andere specerijen, zoals nootmuskaat, kaneel en kruidnagel, groeien alleen op de Molukken, een eilandengroep in Indonesië. Tot in de vijftiende eeuw kochten Europese kooplieden de specerijen in Egypte en Turkije van Arabische kooplieden. Deze handel verliep voornamelijk over land én met veel tussenhandelaren. Elke handelaar verkocht de specerijen weer met winst door aan een andere handelaar. Hierdoor stegen de prijzen enorm. Daarom Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden Naam voor Nederland tussen tussen 1588 en 1795. Het gebied was ongeveer het huidige Nederland. Specerijen Delen van planten die worden gebruikt om eten meer smaak te geven of langer houdbaar te maken en als medicijn.
8
De koloniale relatie Indonesië – Nederland
Aandelen
bron 7
Cornelis de Houtman komt aan op het Indonesische eiland Bantam. Nederlandse schoolplaat: ‘De eerste O.I. vaarders op de reede van Bantam’, van Adriaan Groenewegen uit 1904.
probeerden de Europeanen zelf een route over zee naar Azië te vinden. Dan konden ze de specerijen veel goedkoper krijgen. Portugese ontdekkingsreizigers vonden in 1498 als eersten een goede route naar Azië. Ze probeerden die route natuurlijk geheim te houden, want dan waren zij de enige verkopers van specerijen in Europa en konden ze een hoge prijs vragen. Zo’n alleenrecht op de handel in een product heet een monopolie. Hollandse kooplieden wilden ook meedoen aan de winstgevende handel in specerijen. Ze hadden genoeg geld voor goede schepen en veel kennis van de zeevaart. Maar een ding hadden ze niet: de route naar Azië. Dit veranderde toen het Jan Huygen van Linschoten, een Nederlander in dienst van de Portugezen, lukte om de zeekaarten te kopiëren en in een reisgids te verwerken. In 1597 bereikte Cornelis de Houtman Indië. Hij maakte gebruik van de gegevens van Huygen van Linschoten. Dit werd het begin van de Nederlandse handel met Oost-Indië.
De oprichting van de VOC: 1602 Tussen 1596 en 1602 organiseerden handelaren uit verschillende Hollandse steden reizen naar Azië om specerijen te kopen. De Aziatische handelaren maakten handig gebruik van die gestegen vraag en vroegen steeds hogere prijzen. Doordat er meer schepen met specerijen naar Holland gingen, steeg in Europa het aanbod van specerijen. Het gevolg was dat de prijs van specerijen in Europa daalde en de handelaren steeds minder gingen verdienen. De overheid van de Republiek, de Staten-Generaal, greep in en dwong alle Hollandse handelaren om samen te werken. Zo stonden ze ook sterker tegenover buitenlandse concurrenten. In 1602 werd de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) opgericht. Het bestuur van de VOC was verdeeld over zes kamers (afdelingen) die in Amsterdam, Zeeland, Hoorn, Rotterdam, Delft en Enkhuizen hun kantoor hadden. Uit de kamers werd het hoofdbestuur van de VOC gekozen, de Heeren XVII.
Voordat de VOC bestond, werd voor elke reis naar Indië een nieuw bedrijf (compagnie) opgericht. Kooplieden brachten geld bij elkaar, kochten schepen en regelden een bemanning. Na de terugkeer uit Indië werden eerst de meegebrachte specerijen verkocht. Maar daarna werden ook de schepen verkocht en werd al het personeel ontslagen. De winst die overbleef, werd verdeeld onder de betrokken kooplieden. Voor een volgende reis moesten er opnieuw kooplieden, schepen en een bemanning worden geregeld. Het bijzondere aan de VOC was dat het een blijvend bedrijf was. Mensen die geld in het bedrijf staken, kregen een aandeel in het bedrijf. Maakte de VOC winst, dan kregen de aandeelhouders een deel van de winst: dividend. De VOC was het eerste bedrijf ter wereld dat aandelen uitgaf. Tegenwoordig noem je zo’n bedrijf een naamloze vennootschap (NV).
Handelswijze van de VOC De meeste winst maak je als je een monopolie hebt op een gewild product. Daarom probeerde de VOC om zo veel mogelijk monopolies op bepaalde specerijen te krijgen. Daarbij gebruikten ze vier tactieken: • Het uitschakelen van concurrenten. Binnen de Republiek had de VOC het alleenrecht op de specerijenhandel met Indië gekregen. Daarnaast moest de VOC afrekenen met smokkelaars en buitenlandse concurrenten. Portugese en Engelse schepen en forten werden aangevallen en veroverd. • Het bouwen van forten en factorijen (handelsposten) op weg naar Indië en in Indië zelf. De forten dienden ter bescherming van de handel. De factorijen waren belangrijk als verversingspost voor de VOC-schepen, als opslagplaats van goederen en als contactpunt met lokale vorsten (sultans). • Het sluiten van handelscontracten met lokale vorsten. Indië bestond uit veel kleine vorstendommen die vaak oorlog met elkaar voerden. Sommige vorsten vroegen de VOC om hulp of bescherming bij hun strijd. Zij sloten handelsverdragen met de VOC waarbij zij beloofden om bepaalde specerijen alleen aan de VOC te leveren in ruil voor militaire steun. • Het opbouwen van een eigen Aziatisch handelsnetwerk. Omdat de Indische bevolking niet geïnteresseerd was in Europese goederen, kocht de VOC goederen op verschillende plekken in Azië en verkocht die weer met winst op andere plaatsen in Azië. De VOC beheerste daardoor de handel in Azië.
9
1 De VOC-tijd: 1596-1799
bron 8
bron 11 De VOC was het eerste bedrijf dat aandelen uitgaf. Dit is het oudste aandeel ter wereld, van 9 september 1606. Het werd uitgegeven aan Pieter Harmensz, de kamerbode (bediende) van de burgemeesters van Enkhuizen, nadat hij in totaal 150 gulden (tegenwoordig: ruim € 2500) had betaald.
bron 9
De inschrijving van enkele aandeelhouders in het register van de Kamer Amsterdam van de VOC: Ik Anthonij Trits beloof te betalen zeshonderd gulden op bovenstaande datum. A. Trits Ik Grietgen Dirkxdochter, de dienstmeid van de burgemeester Boom, beloof te betalen op genoemde voorwaarden de som van zestig gulden op bovenstaande datum. Grietgen Dirkxdochter Ik Giert Jacobsdochter beloof te betalen onder genoemde voorwaarden voor Elbert Corneliszoon de som van drieduizend gulden op bovengenoemde datum. Giert Jacobsdochter Naar: het aandeelhoudersregister van de VOC, 1602-1613.
bron 10
De Staten-Generaal bij de oprichting van de VOC: ‘De compagnie zal gemachtigd zijn ten Oosten van Kaap de Goede Hoop en in en voorbij de Straat van Magellanes in naam van de Staten Generaal der Verenigde Nederlanden met de vorsten overeenkomsten te sluiten, verder daar forten te bouwen, daar gouverneurs en officiers van justitie aan te stellen en er troepen te legeren om die plaatsen te beschermen, de orde te handhaven en recht te spreken, dat alles tot welzijn van de handel.’ Naar: Staten-Generaal, Octrooi VOC, 1602.
Factorij aan de Hougli, India. Schilderij van Hendrick van Schuylenburgh uit 1665.
Geweld De VOC mocht van de Staten-Generaal geweld gebruiken om de handel te beschermen, maar deed dat zo min mogelijk. Het doel was namelijk winst maken en het gebruik van geweld kostte niet alleen veel geld, maar was ook slecht voor de handel. De VOC trad wel hard op als een monopolie bedreigd werd of als vorsten zich niet aan handelsverdragen hielden. • De VOC had met de dorpshoofden van de Bandaeilanden een contract gesloten dat zij alleen aan de VOC nootmuskaat en foelie zouden leveren. Toen bleek dat de inwoners van Banda ook specerijen leverden aan de Engelsen en Portugezen, ging VOCbestuurder Jan Pieterszoon Coen er in 1620 met een leger heen. Coen liet de meeste inwoners van Banda doden of verbannen (waarna ze stierven aan hongersnood) en nam hun grond in beslag. De grond werd in stukken (perken) verdeeld en verhuurd aan Europeanen (perkeniers) op voorwaarde dat zij de foelie en nootmuskaat alleen aan de VOC verkochten. aandeel Bewijs dat recht geeft op het eigendom van een deel van een bedrijf. factorij Europese handelspost in bijvoorbeeld Azië. Heeren XVII Het bestuur van de VOC in Nederland. monopolie Het alleenrecht op de handel in een product. Staten-Generaal Toen: regering van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) Een handelsbedrijf met het monopolie op de handel ten oosten van Afrika en ten westen van Amerika.
10
De koloniale relatie Indonesië – Nederland
• Om smokkelen tegen te gaan, voerde de VOC speciale strafexpedities, hongitochten, uit op de Molukken. Hierbij werden alle kruidnagelbomen vernield, behalve op één eiland. Zo bleef het aanbod van kruidnagels beperkt en bleef de prijs dus hoog.
bron 13
Jan Pieterszoon Coen over de verovering van Banda: ‘Alle steden en versterkte plaatsen van Banda zijn door Gods genade ingenomen, met de grond gelijk gemaakt en verbrand. Ongeveer 1200 mensen zijn omgekomen. (…) De gelukkige overwinning op Banda heeft over alle gebieden van de Molukken grote vrees veroorzaakt en het respect voor ons is sterk toegenomen.’ Naar: een brief van Jan Pieterszoon Coen, 1621.
Het einde van de VOC: 1799
bron 12
Fort Nassau op het eiland Neira van de Banda-eilanden. Tekening uit 1646.
Wie was Jan Pieterszoon Coen? Jan Pieterszoon Coen leefde van 1587 tot 1629. Tot in de vorige eeuw werd Coen bewonderd als grondlegger van de kolonie Nederlands-Indië. Maar dit beeld van hem is nu veranderd, omdat er steeds meer bekend is over hoe gewelddadig hij
te werk ging. Coen vertrok in 1607 naar Indië, waar hij in dienst van de VOC snel carrière maakte. In 1618 werd hij benoemd tot gouverneur-generaal, de hoogste bestuurder in Indië. Hij verplaatste het bestuurscentrum van de VOC van de Molukken naar het centraler gelegen Jakarta op Java. Coen veroverde de stad in 1619. Hij liet daarna de stad afbranden en de bevolking verdrijven. Op de resten van Jakarta werd Batavia gebouwd, het nieuwe bestuurscentrum van de VOC. Coen was vooral bezig met het versterken van de positie van de VOC en met het verkrijgen van monopolies op specerijen. Met de zeer gewelddadige verovering van de Banda-eilanden slaagde hij erin om het monopolie op nootmuskaat en foelie te krijgen.
In de achttiende eeuw ging het slecht met de VOC. Dat kwam in de eerste plaats door de toegenomen concurrentie van Engeland, dat ook een groot handelsrijk in Azië opbouwde. In de tweede plaats daalde de vraag naar de producten waarin de VOC handelde, terwijl de kosten voor personeel en schepen alleen maar stegen. Het gevolg was een sterk dalende winst. Desondanks bleef de VOC jaarlijks een hoog dividend betalen aan de aandeelhouders. Na 1780 ging het definitief fout. Door de vierde Nederlands-Engelse oorlog (1780-1784) konden de vloten met handelswaar niet terugkeren naar de Republiek en lag de handel stil. Daarnaast waren belangrijke handels posten in Azië tijdelijk in handen van Engeland gekomen. Hierdoor had de VOC geen inkomsten meer. Het bedrijf kon haar schulden niet meer betalen en ging uiteindelijk in 1799 failliet. De Nederlandse overheid nam alle bezittingen en schulden van de VOC over. hongitochten Speciale strafexpedities waarbij alle kruidnagel bomen werden vernield, behalve die op één eiland.
11
1 De VOC-tijd: 1596-1799
1
Opdrachten
1
Dit weet je al
2
Bekijk: bron 14
a Door wie werd Amerika ontdekt? b Hij noemde de inwoners … (1), omdat hij dacht dat hij in … (2) was aangekomen. c Deze en ook andere ontdekkingsreizigers waren vooral op zoek naar de volgende twee producten: … (1) en … (2). In welk vak van de wereldkaart (A, B, C, D, E of F) ligt Indonesië? Schrijf alleen de juiste letter op. 0
4.000
8.000 km
5
1 : 450.000.000
E A
C F B
D
bron 14
3
Lees: De rijke Republiek Je oefent: oorzaak en gevolg
a De Tachtigjarige Oorlog duurde van ... tot ... b Welke gevolgen van de Tachtigjarige Oorlog staan in de tekst? 1 Er ontstond een nieuw land: de … 2 De stad … ging ten onder als belangrijke handelsstad. c Noem drie oorzaken waardoor de Republiek het handelscentrum van Europa werd. d Leg uit hoe de val van de stad die je bij vraag b hebt genoemd deze positie versterkte.
4
6 Noord-Europese handelaren brachten de specerijen naar de rest van Europa. 7 Indiase handelaren brachten de specerijen naar India. b Je ziet dat de handel in specerijen vóór 1498 uit een groot aantal tussenstappen bestond. Leg uit waarom de specerijen bij iedere tussenstap voor een hogere prijs werden verkocht. c Leg uit hoe we aan het gezegde komen dat iets ‘peperduur’ is. d Denk je dat ze in Oost-Azië ook het gezegde ‘peperduur’ kennen? Leg uit waarom wel of niet.
Bekijk: bron 15
a Bekijk goed de route die specerijen vóór 1498 aflegden van Azië naar Europa. Zet de volgende stappen in de goede volgorde. 1 Italiaanse handelaren brachten de specerijen naar Venetië, Genua en Florence. 2 Boeren op Java en de Molukken verkochten de specerijen aan Chinese handelaren. 3 In India werden peper en kaneel aan de lading specerijen toegevoegd. 4 Chinese handelaren brachten de specerijen naar Malakka, een belangrijke havenstad. 5 Arabische handelaren brachten de specerijen naar Alexandrië (Egypte) en Constantinopel (Turkije).
Bekijk nogmaals: bron 15
a Bartholemeu Diaz was de eerste die over zee de zuidpunt van … (1) bereikte in het jaar … (2). b Welke Portugees ontdekte de zeeroute naar Azië? c Vergelijk op de kaart de reis van Vasco da Gama met die van Diaz. Welke twee grote verschillen ontdek je? d Waarom was de reis die Columbus maakte zo bijzonder? e Barentsz en Columbus probeerden allebei naar Indië te varen. Welke andere overeenkomst hebben hun reizen? f Welk verschil is er tussen de reizen van Barentsz en Columbus?
6 Lees: Winstgevende handel
a Leg uit waarom de specerijenhandel voor de Portugezen zo winstgevend was. b De Hollanders wilden natuurlijk graag de geheime route naar Indië van de Portugezen leren kennen. Bedenk samen met een andere leerling een aantal manieren om achter de geheime route naar Indië te komen. c Schrijf een korte tekst van maximaal drie regels waarin je de volgende woorden gebruikt: specerijen – rijke kooplieden – val van Antwerpen – ontdekkingsreizen – economische groei – de Republiek – Indië.
7
Lees: Winstgevende handel Bekijk: bron 5
a Vergelijk bron 5 met een zelfde kaart uit je atlas of op internet. Zijn er verschillen? Zo ja, welke? b Met hoeveel schepen maakte De Houtman deze reis? c Hoeveel schepen kwamen er terug van de reis? d In welk opzicht was de reis van De Houtman een succes? e Meer dan de helft van de bemanningsleden overleefde de reis niet. Bedenk hier drie oorzaken voor.
12
De koloniale relatie Indonesië – Nederland
0
RUSLAND EUROPA
Lissabon
NOORDAMERIKA
Lagos
Canarische Eilanden
CHINA
Cádiz
ARABIË
La Navidad
Grote Oceaan
INDIA Goa Calicut
Kaapverdische Eilanden
Santo Domingo Trinidad
Gro
an te Ocea
Filipijnen
AFRIKA
Atl a nti
Mombosa Zanzibar
O ce
n aa
ZUIDAMERIKA
sch e
Quelimane Kaap Kruis
Oceaan ische Ind
AUSTRALIË
Kaap de Goede Hoop 0
2.000
4.000 km
1 : 220.000.000
Kaap Hoorn
Vasco da Gama 1497 - 1499 (Portugal)
1e reis van Christophorus Columbus 1492 - 1493 (Spanje)
Fernão Magalhães 1519 - 1522 (Portugal)
Bartholomeu Diaz 1487 - 1488 (Portugal)
Route van specerijen 1498
Barentsz en Heemskerk
bron 15
Ontdekkingsreizen en de route van specerijen vóór 1498.
8
Bekijk: bron 6 en 16
De Itinerario van Jan Huygen van Linschoten is veel meer dan alleen een atlas. Voor veel mensen was het ook een eerste kennismaking met de wereld buiten Europa. Geef van bron 6 en bron 16 aan wat de mensen in die tijd te weten kwamen over Azië.
9 Bekijk: bron 7
Je oefent: betrouwbaarheid van een bron
a Schrijf in eigen woorden op over welke gebeurtenis in welk jaar deze schoolplaat gaat. b In welk jaar is deze schoolplaat gemaakt? c In de tijd dat de schoolplaat gemaakt is, waren Nederlanders trots op hun verleden. Leg uit wat het doel van de maker van deze schoolplaat waarschijnlijk is geweest. d Hoe betrouwbaar vind je deze bron?
10 Lees: De oprichting van de VOC: 1602 Je oefent: oorzaak en gevolg
a Wat was de oorzaak van de oprichting van de VOC? b Wat was een gevolg van de oprichting van de VOC voor de Republiek? c Wat was een gevolg van de oprichting van de VOC voor het buitenland? bron 16
Twee afbeeldingen uit de Itinerario. Afbeeldingen uit 1596.
13
1 De VOC-tijd: 1596-1799
0
11 Lees: Aandelen, en bekijk: bron 8
17 Lees: Geweld
12 Lees: bron 9
Uit welke lagen van de bevolking kwamen de aandeelhouders? Leg je antwoord uit. Doe het zo: De kopers van VOC-aandelen kwamen uit de rijke bovenlaag / alle lagen van de bevolking, want … (uitleg).
a Waarom wilde de VOC zo min mogelijk geweld gebruiken in Indië? b In welke gevallen ging de VOC toch over tot het gebruik van geweld? c Waarom zou het gebruik van geweld zo duur zijn, denk je? d Stelling: De VOC stuurde een strafexpeditie naar de Banda-eilanden omdat het monopolie van de VOC werd bedreigd. Is deze stelling goed of fout? Leg je antwoord uit. e Wat is het verschil tussen hongitochten en gewone strafexpedities?
13 Lees: bron 10
18 Bekijk: bron 11 en 12
a b c d
In welke stad is dit aandeel uitgegeven? Waarom gaf de VOC aandelen uit? Wanneer stijgt de prijs van een aandeel? Waarom was een grote onderneming als de VOC gunstiger dan een heleboel kleine compagnieën?
a In welk gebied mocht de VOC handeldrijven? b Welke drie speciale voorrechten kreeg de VOC van het bestuur van de Republiek? c Vergelijk de rechten van de VOC met die van een bedrijf nu. Welk verschil zie je?
14 Lees: Handelswijze van de VOC
Het hebben van een monopolie is ongunstig / gunstig, omdat de monopolist / de overheid de prijzen van de producten kan bepalen. Omdat je wel / geen rekening hoeft te houden met concurrenten, kun je hoge / lage prijzen vragen voor de producten en zodoende veel / weinig winst maken.
15 Lees: Handelswijze van de VOC, en bekijk nogmaals: bron 15
a Hoe schakelde de VOC concurrentie vanuit het binnenland uit? b Hoe schakelde de VOC buitenlandse concurrenten uit? c Waarom was Kaap de Goede Hoop zo’n belangrijk punt op de route naar Azië? d Zou de VOC bij Kaap de Goede Hoop een fort, een factorij of beide hebben gebouwd? Leg je keuze uit. e Leg uit waarom de VOC en de sultans graag handelsverdragen met elkaar sloten. Doe het zo: De VOC sloot graag handelsverdragen met sultans, omdat … (uitleg). De sultans sloten graag handelsverdragen met de VOC, omdat … (uitleg).
a Wat was de belangrijkste functie van het gebouw op bron 12? b Waaraan kun je dat zien? c Het gebouw van bron 12 is gebouwd op een van de Banda-eilanden. Leg uit waarom het juist daar zal zijn gebouwd. d Vergelijk bron 11 met bron 12. Schrijf zo veel mogelijk overeenkomsten en verschillen op.
19 Lees: Wie was Jan Pieterszoon Coen?, en: bron 13 Je oefent: oorzaak en gevolg
a Waarom is het volgens Coen gelukt om de Bandaeilanden te veroveren? b Wat waren de gevolgen van de strafexpeditie van Coen voor de bewoners van de Banda-eilanden? c Wat waren de gevolgen van de strafexpeditie van Coen voor de Hollanders?
16 Lees: Handelswijze van de VOC
Aziaten hadden geen belangstelling voor Europese producten zoals wijn en wollen stoffen. Bedenk: waarom niet. Tip: denk aan het klimaat en de godsdiensten in Azië. bron 17
Het standbeeld van Coen (1557 - 1629) in Hoorn, foto uit 2016.
14
De koloniale relatie Indonesië – Nederland
0
20 Lees: Wie was Jan Pieterszoon Coen?, en: bron 13,
23 Vat samen
a Hoe dachten veel mensen tot de twintigste eeuw over Coen? b Hoe denken veel mensen nu over Coen? c Hoe zou het komen dat veel mensen nu anders denken over Coen? d Tegenstanders van het beeld wilden dat het beeld zou worden verwijderd. Dit is niet gebeurd. Toch hebben ze wel voor elkaar gekregen dat in 2012 een nieuwe tekst bij het beeld is geplaatst. Wat kan er in de nieuwe tekst staan? Schrijf die tekst, en begin met de geboorte- en sterfdatum van Coen.
24 Verdieping
en bekijk: bron 17 Je oefent: standplaatsgebondenheid
21 Lees: Geweld, en: bron 18
Minister-president Balkenende bedoelde met zijn uitspraak over de VOC-mentaliteit dat Nederland best trots mag zijn als het economisch goed gaat: je moet durven ondernemen. Toch hadden sommige Kamer leden grote moeite met deze vergelijking. Leg dit uit. bron 18
In 2006 zei toenmalig minister-president Balkende tijdens een debat in Tweede Kamer over de economische opleving in Nederland: ‘Ik begrijp niet waarom u hier zo negatief en vervelend over doet. (...) Laten we blij zijn met elkaar! Laten wij optimistisch zijn! Laten we zeggen: Nederland kan het weer! Die VOC-mentaliteit, over grenzen heen kijken, dynamiek! Toch?’ Naar: NOS.nl, september 2006.
22 Lees: Het einde van de VOC: 1799 Je oefent: oorzaak en gevolg
Hieronder staan vijf zinnen die te maken hebben met het einde van de VOC: 1 De VOC had grote concurrentie van Engeland. 2 De VOC hield op te bestaan. 3 Door de vierde Nederlands-Engelse oorlog had de VOC geen inkomsten meer. 4 De VOC voerde een slecht financieel beleid. 5 De bezittingen van de VOC kwamen in handen van de Nederlandse staat. a Geef van elke zin aan of het de aanleiding, een oorzaak of een gevolg is van het einde van de VOC. b Schrijf nog twee andere oorzaken op van het einde van de VOC.
a Schrijf de tussenkopjes van alle teksten in je schrift. Laat steeds een aantal regels eronder leeg. Maak van elke tekst een samenvatting van maximaal 3 regels. b Vergelijk je samenvatting met die van een klasgenoot en probeer samen een nieuwe samenvatting te maken, van ook weer maximaal 3 regels per kopje. Deze opdracht maak je in een groepje van drie. Maak een verslag van een reis naar Indië met een VOC-schip gezien door de ogen van een matroos of van een kapitein (maak een keuze voor een persoon). Hoe jullie het reisverslag presenteren mag je ook zelf weten. Denk bijvoorbeeld aan een muurkrant, een PowerPointpresentatie of een reiskrant. In het reisverslag moeten in ieder geval de volgende punten aan bod komen: • de voorbereiding: Hoeveel schepen, personeel en lading zijn er nodig? Hoe komt jullie persoon aan personeel/collega’s? • de reis: Wat doet jullie persoon onderweg? Wat is zijn dagelijks werk? Wat maakt hij mee? Worden er mensen ziek aan boord? • in Indië: Schrijf over het verblijf van jullie persoon in Indië. Wat en hoe wordt er ingekocht?
25 Havo-opdracht
Je oefent: oorzaak en gevolg
De VOC sloot met de Bandanezen een handelsverdrag en kreeg daarmee het monopolie op de handel in nootmuskaat en foelie. Het gevolg was dat vanaf de Banda-eilanden een grootschalige smokkel ontstond. Is hier sprake van een bedoeld of onbedoeld gevolg? Leg je antwoord uit. Onthouden: 1a, 1b, 1c, 2, 3a, 5a, 5b, 7b, 7c, 9b, 10a, 10b, 11a, 13a, 13b, 19a Begrijpen: 3b, 3c, 3d, 4a, 4b, 4c, 4d, 5c, 5d, 5e, 5f, 6a, 6b, 7d, 9c, 10c, 11b, 11c, 11d, 12, 14, 15a, 15b, 15c, 15d, 15e, 17a, 17b, 17c, 18a, 18b, 18c, 19b, 19c, 20a, 20b, 20c, 22a, 22b Toepassen: 6c, 7a, 7e, 8, 9a, 9d, 13c, 16, 17d, 17e, 18d, 20d, 21, 23a, 23b, 24, 25
De koloniale relatie IndonesiÍ – Nederland Geschiedenis voor de bovenbouw 3|4 vmb0-kgt
Geschiedenis voor de bovenbouw 3|4 vmb0-bkgt